Het Osbroek NATUURGEBIED
2016_broch 20 pp_Osbroek.indd 1
13/07/2017 8:46:42
2
2016_broch 20 pp_Osbroek.indd 2
13/07/2017 8:46:43
Natuurgebied Osbroek is open van zonsopgang tot zonsondergang ; het sluit bij het intreden van de duisternis en bij hevige wind en storm.
vind je ›› langs de linkeroever van de Dender tussen de Erembodegemstraat, de Frans Blanckaertdreef, de Parklaan, de Ninovesteenweg en de Rooms-Hofstraat, rechtover natuurgebied Gerstjens en grenzend aan het Stadspark ›› op 900 meter van de Grote Markt ›› op 15 minuten stappen van NMBS-station Aalst en de NMBS-stopplaats in Erembodegem-Aalst ›› aan bushalte Aalst Blanckaertdreef (lijn 31, 32 & 33) en Aalst-Park (lijn 2) ›› tussen fietsknooppunten 33 & 35 (hoofdingang)
is 66 ha groot – 2/3 is stadseigendom, 1/3 is van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) & biedt ›› poelen en moerassen ›› een ‘schone’ weide ›› banken ›› op het buitenste pad vlotte toegankelijkheid als je minder mobiel bent (rolstoelen, kinderwagens …) of wilt joggen ›› toiletten bij de kantine sportcentrum Osbroek (Frans Blanckaertdreef 6) De paden mogen niet worden verlaten. Honden zijn welkom, maar enkel aan de leiband. Fietsen in het gebied mag niet. Er is een fietsenstalplaats in de Frans Blanckaertdreef. Daar kun je ook parkeren.
3
2016_broch 20 pp_Osbroek.indd 3
13/07/2017 8:46:43
wijmenteelt
4
2016_broch 20 pp_Osbroek.indd 4
13/07/2017 8:46:46
Historiek met een meanderend verloop Het Osbroek is een alluviaal bos. Het was met andere woorden een slibvlakte, door een lus in de loop van de Dender uitgegraven, zuidelijk van waar later Aalst groeide. Het werd een elzenbroekbos dat regelmatig onderliep bij hoog water. Al in de 13de eeuw werd de naam Osbroek gebruikt. “Os” staat voor iets gemeenschappelijks. “Broek” verwijst naar de moerassigheid van het gebied. Het was toen een gemeenschappelijk beweid en sterk gedegradeerd moerassig bos. Later werd het deels wei- en hooiland. Vanaf de 18de eeuw werd er op kleine schaal turf gewonnen. Die ontgonnen gronden werden nadien bebost. Een ander bodemgebruik, tot het begin van de 20ste eeuw, was de wijmenteelt. Met die fijne wilgentakken werden manden gevlochten. Tijdens de eerste wereldoorlog werd in het noordoosten van het oorspronkelijke gebied het stadspark aangelegd. De Osbroekbeek werd vervormd en uitgegraven om de parkvijvers te maken. Tussen 1920 en 1977 werd een groot deel in het noorden opgehoogd met huisvuil, vliegas en puin. Het vliegas kwam van de nabijgelegen elektriciteitsmaatschappij. Er werden eerst ringdijken aangelegd. Daarbinnen werd de fijne as vermengd met water opgespoten. Niet opgevulde plekken binnen die dijken zijn nu vijvers. Later werd ook nog een gedeelte ten zuiden van Erembodegem ingenomen door een - nu met grond afgedekt - huisvuilstort. Waar het oorspronkelijke reliëf behouden bleef, werden grachten en paden aangelegd en bomen geplant. Slotbalans is dat de helft van het oorspronkelijke 100 ha grote gebied drastisch is vergraven en opgehoogd. Dat neemt echter niet weg dat er een waardevol stukje natuur op ligt. Inmiddels is het Osbroek als landschap beschermd (K.B. van 30 november 1977) en ligt het binnen het Vlaams ecologisch netwerk en de speciale beschermingszone “Bossen van de Vlaamse Ardennen en de andere Zuidvlaamse bossen”.
5
2016_broch 20 pp_Osbroek.indd 5
13/07/2017 8:46:47
2016_broch 20 pp_Osbroek.indd 6
13/07/2017 8:46:48
Een variatie aan vegetatie Canadapopulieren, es, grauwe abeel en gewone esdoorn zijn de belangrijkste boomsoorten in het nattere centrale deel van het gebied. In de kruidlaag vallen daar speenkruid, muskuskruid en schijnaardbei op in het voorjaar. Grote brandnetel en gewone smeerwortel, kenmerkend voor verruiging, komen voor op de minder natte gronden. Slanke sleutelbloem en gewoon sneeuwklokje verkiezen de iets drogere plaatsen. In het elzenbroek vind je planten zoals moerasspirea , dotterbloem, moesdistel, gele lis, wolfspoot, koninginnekruid, grote kattenstaart en diverse zeggesoorten.
Op het afgedekte deel (spuivlakte) heeft zich een soortenrijk, als hooiland beheerd, grasland ontwikkeld met als blikvangers echte koekoeksbloem en knolsteenbreek. Botanische bijzonderheden in het gebied zijn onder andere addertong (een zeer zeldzame varen), moerasstreepzaad, beemdooievaarsbek en de uiterst zeldzame liggende ganzerik. Bosgemeenschappen van deze kwaliteit en dit type worden in Vlaanderen en zelfs in Europa zeldzamer. Het Osbroek werd dan ook aangeduid als Europees te beschermen natuur omwille van de typische elzenbroekbossen en de nattere ruigte met moerasspiraea.
Op het niet afgedekte deel van het vliegasstort (asveld) kwamen spontaan berken en wilgen.
Kwel Kwelwater is grondwater dat onder druk aan de oppervlakte komt. Je kunt het in de grachten van het Osbroek herkennen aan de roestkleur of aan de specifieke soorten die in dit water groeien. De dotterbloem kan je herkennen aan zijn felgele kleur, net als een boterbloem. Waterviolier, een echte waterplant, heeft kamvormige bladeren met lijnvormige stippen.
v.l.n.r.: moesdistel (grote foto) | addertong | dotterbloem | waterviolier | bruin kwelwater
7
2016_broch 20 pp_Osbroek.indd 7
13/07/2017 8:46:49
8
2016_broch 20 pp_Osbroek.indd 8
13/07/2017 8:46:50
Fauna Een 50-tal vogelsoorten broeden hier. Holenbroeders zoals grote en kleine bonte specht, zwarte en groene specht, boomkruiper, bosuil en holenduif maken gebruik van de grote hoeveelheid dood hout in het gebied. Tijdens een vroegochtendwandeling in mei kan je genieten van het zangconcert van de zwartkoppen, tjiftjaffen, tuinfluiters en andere tenoren. Voor het goudhaantje, met z’n 8,5 cm het kleinste vogeltje van Europa, is de Sparrenlaan een geschikt biotoop. Dat is meteen ook de reden om deze niet streekeigen bomen hier toch te laten staan. In de winter vind je wel eens een buizerd een sperwer en een paar blauwe reigers naast de groepjes staartmezen en sijsjes. Het is ook niet uitgesloten dat je tijdens een wandeling in het ochtendgloren een vos of een ree op je pad kruist. Voor de dwergvleermuis, de laatvlieger en de watervleermuis zijn holle bomen een zomerverblijf. Padden, kikkers en salamanders planten zich voort in de poelen en de grachten. Zelfs in de door de ontwortelde bomen ontstane poelen vinden we deze amfibieÍn terug. bosuil(1) | boomkruiper(2) | goudhaantje(3)
9
2016_broch 20 pp_Osbroek.indd 9
13/07/2017 8:46:50
D IE P E S
TR A A T
LEO
DE BE TH UN
EL
A
A
N
LOK
E R E
NV
EL
DST R
AA
T
GE
RA
AR
DS
BE
RG
SE
ST
EE
NW
EG
33
N45
V IL L A L A A N
10
2016_broch 20 pp_Osbroek.indd 10
13/07/2017 8:46:51
35
OL
AA
T
W DE D.
T
R
KS
AT
OE
A TR FS
O
R SB
GROTE BALLONVIJVER
N9 D IE P E S
PA
RK
LA
AN
PARK SPEELTUIN
EGE
AN
MS
EE DR
LA
RT
LA
RK
AE NK
NE PA
N
BOD
A BL NS
HU A
EREM
A FR
TR A A T
SKATEPARK AALST
TR
F
AA
33
EN
W
EG
T
N9
BA
GS
ES
TE
LSE
DO
HO
SBE
RG
MIE
NP AD
OL
PAD
TRAA T
TJIF-TJAFL
OEKS O SBR
N IN O V E S T E E N W E G
AAN
A AT MS -
HO F
S TR
AAN
ENL
MUR
LOK
NATUURGEBIED OSBROEK
TER
E R EN
VE
LD ST R
AA
T
ER
AA
RD
SB
ER
CU
SC
AN
LLA
EE
ST
KA
ROO
SPARLAAN
N405
3de POORT-WEG
VIJ
VE RW
EG
V IL L A L A A N
SCHONE MO NK
LE OU
NI
TE
ST
A TR
VE
RS
NO
AT
EE
WEIDE
NW OR
AN G
ER
IES TR
AA T
EG
A
L E MA E S VA N D LFON
E S TR
A AT
11
2016_broch 20 pp_Osbroek.indd 11
13/07/2017 8:46:51
Niets doen is ook beheer Er zijn hier heel uiteenlopende beheersvormen. De minst toegankelijke delen vallen onder de beheersmaatregel ‘niets doen’ of het bos spontaan laten evolueren. Op andere percelen past men om historische en ecologische redenen (uitbundige bloei van de voorjaarsflora zoals dotterbloem, slanke sleutelbloem) hakhout- en middelhoutbeheer toe. Bij hakhoutbeheer worden om de 12 jaar de stronken tot tegen de grond afgezaagd. Daaruit groeien nieuwe scheuten weer tot stammetjes uit. Middelhout is een mengeling van hakhout en opgaande bomen.
De nu nog dominerende bomen zoals canadapopulier zullen verder omvallen door windval of een te hoge grondwatertafel. Als dat gebeurt, stimuleert de nieuwe lichtinval de spontane verjonging met streekeigen elzen en essen. De weiden in het gebied (schone weide en spuivlakte) worden beheerd als hooiland. Er wordt 1 keer per jaar gemaaid. Door de afvoer van het maaisel verarmt de bodem en verrijkt de plantengroei. Waardevolle soorten verkiezen immers een voedselarmere bodem.
Luc Kieckens en de Werkgroep Bomen Park Osbroek De leden van de Werkgroep Bomen Park Osbroek (WBPO) waren niet alleen de bezielers van de bescherming van het stadspark, ook het ernaast gelegen Osbroek namen ze in bescherming. Natuurkenners en biologen inventariseerden in 1978 een 460-tal plantensoorten. Al deze gegevens werden verwerkt in de plantenatlas van het Osbroek. Niet alleen de flora maar ook het complexe afwaterings- en grachtensysteem werd door
WBPO in kaart gebracht. Deze waardevolle gegevens vormden de basis voor de opmaak van het beheersplan in de jaren ‘80 en de studie van het water. Op ruim 58 ha werd toen meer dan ¼ van de hele Belgische flora waargenomen. WBPO is de voorbije 40 jaar het boeiende natuurgebied blijven bestuderen en werkt inmiddels aan een nieuwe plantenatlas, een vergelijkende studie van de vorige.
windval boom (grote foto) | van boven naar onder: hakhoutbeheer | sleutelbloem | maaien
2016_broch 20 pp_Osbroek.indd 12
13/07/2017 8:46:52
13
2016_broch 20 pp_Osbroek.indd 13
13/07/2017 8:46:54
Dood hout vol leven Dood hout is noodzakelijk voor een gezond en soortenrijk bos. Het is een woonplaats of voedselbron voor heel wat leven. Door het bos spontaan te laten evolueren, bevat het veel oude bomen. Het dode hout van bijvoorbeeld windval blijft liggen en vormt een ideaal biotoop voor zwammen, mossen en varens. Een inventaris bracht meer dan 1 000 soorten paddenstoelen aan het licht, waaronder de zeer opmerkelijke peenrode melkzwam, kogelwerpertje, tijgertaaiplaat en kroontjesknotzwam. Spechten zijn ook sterk afhankelijk van dood hout. Bestaande broedbomen en bomen met holtes blijven op stam staan. Wanneer er grote holten ontstaan, kunnen zich hier ook vogels, eekhoorns, boommarters en vleermuizen in nestelen.
links: boomstronk met spechtgaten rechts: peenrode melkzwam | kogelwerpertje
2016_broch 20 pp_Osbroek.indd 14
13/07/2017 8:46:55
NATUURINRICHTINGSPROJECT
O s b ro e k- G e rs t j e n s Met een natuurinrichtingsproject willen we de natuur in deze aan elkaar grenzende gebieden nog een duwtje in de rug geven en ze beide dichter bij elkaar brengen, als het ware tot één groot geheel Osbroek Gerstjens. De natuur krijgt hierdoor meer kansen op voortbestaan, herstel en ontwikkeling. Hier werd gefocust op de waterkwaliteit. Door nieuwe collectoren wordt afvalwater uit het gebied gehouden. Voortaan stroomt er enkel nog regenwater door de oude buizen in het Osbroek. Een nieuw systeem van stuwen houdt het waardevolle kwelwater in het gebied. De weiden tegenover het sportcomplex Schotte werden aangekocht en mee opgenomen in het begrazingsproject langs de Molenkouter. Binnen dit project is ook de algemene toegankelijkheid van het gebied verbeterd, met speciale aandacht voor minder-mobiele bezoekers. De natuurbeleving is er voor jong en oud op vooruit gegaan.
Er werd voorzien in klappoortjes en infoborden
2016_broch 20 pp_Osbroek.indd 15
Het natuurinrichtingsproject is een samenwerking van: ›› Stad Aalst ›› Agentschap voor Natuur & Bos ›› Vlaamse Landmaatschappij ›› Provincie Oost-Vlaanderen ›› Vlaamse Milieumaatschappij ›› Aquafin Natuurpunt ›› Werkgroep Bomen Park Osbroek 15
13/07/2017 8:46:56
2016_broch 20 pp_Osbroek.indd 16
13/07/2017 8:46:57
Het Osbroekkasteel en park Vanaf het pad naast de schone weide heeft men een prachtig zicht op het kasteel en op de monumentale moerascipres naast de vijver. Het kasteel, nu eigendom van de Vlaamse Milieumaatschappij, werd in 1914 door de familie Moyersoen gebouwd. Rond het kasteel lag een park in Engelse landschapsstijl met bospartijen, solitaire bomen en boomgroepen, boomgaarden en graslanden, vijvers en kronkelende bospaden. De beuken in de schone weide ten noorden van het kasteel herinneren ons daar nog aan. De schone weide heeft een prachtige voorjaarsflora met pinksterbloem, knolsteenbreek, slanke sleutelbloem en echte koekoeksbloem. In de zomer zie je er moerasspirea, moesdistel en veldlathyrus. Dit is het resultaat van een extensief beheer zonder bemesting. Een deel van het weiland wordt eenmaal per jaar gehooid en krijgt gedurende een korte periode nabegrazing door enkele dieren. Minder mest betekent immers een meer soortenrijk en bloemrijk grasland.
knolsteenbreek
Zicht op het Osbroekkasteel met rechts de moerascipres
Stinzenplanten Binnen het vroegere bosdomein vinden we nogal wat stinzenplanten zoals een hybride van wilde en Spaanse hyacint, breed klokje, gewoon sneeuwklokje, schijnaardbei en lelietje-vandalen. Vanaf februari vormen ze een wit, blauw en geel tapijt. Deze soorten komen normaal niet spontaan voor in de streek. Ze werden ooit als sierplanten aangeplant. Ze zijn hier nu echter verwilderd en hebben zich ingeburgerd. Het sneeuwklokje wordt in de volksmond vastenavondzotje genoemd, verwijzend naar de bloeiperiode.
sneeuwklokje 17
2016_broch 20 pp_Osbroek.indd 17
13/07/2017 8:46:58
Galloways en Schotse Hooglanders beheren mee de natuur Langs de Molenkouter is de Vlaamse Gemeenschap in 1996 gestart met een uniek begrazingsproject. Hier lopen Galloways en Schotse Hooglanders (grote foto) vrij rond. Door het lage aantal van deze runderen is er voldoende ruimte voor spontane landschapsvormende processen.In de zomer laten ze het grootste deel van de kruidlaag onaangeroerd. Die biedt onderdak en voedsel aan insecten,
vogels, zoogdieren‌ In de winter peuzelen de grazers een groot deel van die zomervoorraad op. In de 10 tot 20% die overblijft, overwinteren tal van kleine dieren. Die kunnen zo de volgende lente het terrein snel herbevolken. Op die plekjes groeien groepjes struiken en jonge boompjes (struwelen). Zo krijgen we een gevarieerd landschap met kortbegraasde stukken, ruigtes, struwelen en bossen.
18
2016_broch 20 pp_Osbroek.indd 18
13/07/2017 8:47:01
De dieren zijn vriendelijk, rustig en ze trekken hun plan. Er is ruim genoeg voedsel aanwezig. Voederen is verboden, anders gaan ze bij volgende bezoekers om voedsel bedelen. Ze drinken in een aangelegde poel. Een brede houtkant met vooral sleedoorn zoomt het begrazingsblok af. De sleedoornpage, een zeldzame vlinder die van juli tot september hoog boven de
2016_broch 20 pp_Osbroek.indd 19
bomen vliegt, legt zijn eitjes het liefst op de jonge takken van de sleedoorn. De halfronde witte eitjes zijn heel klein met een ribbelpatroon en zitten vaak in de oksels van de takken. De eitjes overwinteren op de struiken en pas bij het ontluiken van de blaadjes komen de rupsen tevoorschijn. In juni verpoppen de volgevreten rupsen en een maand later vliegt er weer een nieuwe generatie vlinders rond.
19
13/07/2017 8:47:03
LEEFMILIEU administratief centrum Werf 9 9300 Aalst 053 77 9300 leefmilieu@aalst.be www.aalst.be
D/1799/2017/29 foto’s: Jo De Coninck | Schutterstock v.u.: Christoph D’Haese, burgemeester | p.a. Werf 9 | 9300 Aalst
2016_broch 20 pp_Osbroek.indd 20
13/07/2017 8:47:03