De Geelse
betover(en)de
Landduinenwandeling
1
De Geelse
betover(en)de
Landduinenwandeling Ben je fan van wandelen? In de Antwerpse Kempen? In Geel? Dan stellen we je de Geelse betover(en)de Landduinenwandeling voor! Landduinen zijn zandige heuvels die ontstaan zijn na de laatste ijstijd, door het uitwaaien van zand uit de rivieren. Daarom liggen ze verstrengeld met de Grote Nete. Dit specifieke landschap van hoge, droge landduinen en lage, natte beekvalleien is een getuigenis uit een ver verleden en bepaalt nog altijd de structuur van het landschap van Balen, Geel, Meerhout en Mol.
2
De landduinen zorgen voor fraaie landschappen met een heel aparte flora en fauna. Zomereiken en vliegdennen bepalen het beeld. Typische bewoners van de duinen zijn graafwespen, zandbijen en zandloopkevers. De stuifduingebieden zijn erg waardevol, maar ook erg kwetsbaar. Sommige landduinen zijn enkele tientallen meters hoog, andere zijn minder gemakkelijk te herkennen. Op de droge zandruggen wandel je door uitgestrekte naaldbossen, mooie heideterreintjes en weidse zandverstuivingen.
3
prAKtisCHe info ondergrond voornamelijk onverhard
2 lussen De routes volgen het netwerk van wandelknooppunten.
onderweg Landduinen Speelzone Kapucienenberg in het bos
Basistraject: 9,2 km 49 – 48 – 33 – 34 – 88 – 32 – 31 – 30 – 52 – 54 – 53 – 51 – 49 Verkort traject: 5,5 km 49 – 48 – 33 – 34 – 88 – 32 – 31 – 50 – 51 – 49
in de buurt familie- en vrijetijdscentrum Bruul: veilige en actieve binnenspeeltuin Circus Bruul, www.bruul.com
Vertrek en parking St.-Lambertuskerk Bel, Bel (centrum Geel-Bel) landschap naaldbossen en weidelandschap
leuke drinkstops l> Mo Taverne Kleine Volmolen, Bel 149, 2440 Geel | u Knooppunt 48 – 49 ’t Belshof, Veltjensstraat 39, 2440 Geel | u Knooppunt 49 – 51
3
N10
N71
0,3
<
P
l Gee AT
54 0,8
T
A RA
A TR SS
SINT
TO IUS N
ST
EN
2
1,6
AT
VEL TJ
1,
53 RSTRA WEVE
51
EN STR
N71
SLA GM OL
M olse Nete
AA T
te Molse Ne
49
vertrek
VOLM
N -A
BEL
OLEN
BAAN 1,6
52
50
P 0, 8
1 0,8
48 0,3
31
Belse Bossen
33
0,3
30
P
0,2
32
VOLMOLEN WEG 0,8
0,6
88 49
wandelknooppunt wandelroute
34
4
0m
500 m
N
© 2017 Toerisme Provincie Antwerpen | www.provincieantwerpen.be
0,5
wandelroute (onverhard) wandelroute (verkorting) wandelroute (verkorting en onverhard)
5
dieren spotten
De harkwesp is wellicht het meest zeldzame insect van België. Je vindt deze graafwesp enkel nog in Geel-Bel en in De Panne. Harkwespen zijn de grootste graafwespen in Europa. Ondanks hun grootte, zijn ze ongevaarlijk voor de mens: ze zijn niet agressief en hun angel dient alleen maar om prooien – allerlei andere insecten – te verdoven. Hun naam verwijst naar de harkactiviteiten van het wijfje. Bij het aanleggen of het openen van een nest harkt die in zo’n hoog tempo het zand uit de nestopening dat er rond de nestopening een walletje van los zand komt te liggen. Met dit los zand sluit ze na het voederen van de larven het nest af. De larven eten gedurende 6 à 9 dagen ongeveer 60 prooien op. Dan spint ze zich in tot een pop, die zich het volgende jaar ontwikkelt tot een volwassen harkwesp. De harkwesp is altijd verbonden aan zandverstuivingen en aan duinen, waar ze het losse zand en de mulle hellingen opzoekt. Ze vliegt vanaf ongeveer juni tot half augustus. Ze is het meest actief tijdens warme, zonnige dagen.
Enkele ransuilen hebben een vaste stek gevonden in het bosgebied van Geel-Bel. De ransuil heeft een lichaamslengte van rond de 35 cm en een vleugelspanwijdte tot wel 95 cm. Hij heeft felle, licht oranje ogen, en opvallende oorpluimen. Hij heeft een grijsbruin gevlekt en gestreept, meestal eerder rossig, verenkleed. Door zijn gecamoufleerde uiterlijk en onopvallend geluid wordt hij zelden opgemerkt. De ransuil jaagt vooral op knaagdieren. Hij broedt in maart en mei en legt 3 à 4 eieren. De vallei van de Grote Nete, met haar vele vennetjes, is erg populair bij juffers en libellen. Zowel algemene soorten als de meer zeldzame venwitsnuitlibel of de Kempense heidelibel kan je er vinden. De jonge venwitsnuitlibel kan je vinden op beschutte plekken in bossen en in heideterreinen. De Kempense heidelibel is één van de mooiste. Het mannetje is gekleurd in een prachtig dieprood dat overloopt naar oranje. Het vrouwtje is van een oranje kleur overlopend in geel. Je kunt de soort goed herkennen aan de druppelvormige vlekjes op de zijkant van het achterlijf. 6
7
BEL BETOVER(EN)D u Knooppunt 49 st.-laMbertuskerk & toontJe van bel De kerktoren van Bel is een geklasseerd monument. Het is het enige restant van de kerk die omstreeks 1500 werd gebouwd, ter ere van de H. Lambertus. De rest van de kerk werd verwoest door een brand tijdens de Spaanse Successieoorlog. De huidige kerk is in neogotische stijl opgetrokken in 1877-1878, naar een ontwerp van P.J. Taeymans. Het 17de-eeuwse Blasius Bremser-orgel is beschermd. Het pijpwerk van orgelmaker Henri Vermeersch dat zich in het verbouwde instrument van Bremser bevond, is ondergebracht in een nieuw éénklavierinstrument. Beide instrumenten werden gerestaureerd/gereconstrueerd door de Manufacture d’orgues Thomas uit Francorchamps, naar een ontwerp van Jef Braekmans. Toch is Bel vooral het dorp van de Heilige Antonius, of ‘Toontje’ zoals ze hem hier noemen. Hij is de beschermheilige van de dieren. Hij wordt afgebeeld met een varken. Op de naamdag van de H. Antonius, 17 januari, werden de varkens geslacht en het vlees verdeeld onder de armen. In Bel is er rond deze datum een St.-Antoniusviering. Dan zegent de pastoor de varkenskoppen in de kerk, het Belse Toontjeslied wordt gezongen en de dieren van het dorp worden gewijd. Tegen de middag is er een grote varkenskoppenverkoop, in Belgische franken.
8
u Knooppunt 49-48 heks oF haas? De heksen zijn in de Kempen uitermate creatief. Ze veranderen zichzelf niet alleen in zwarte katten. In Bel vertelde men vroeger het volgende verhaal: Wanneer het graan van het veld was, moesten de korrels er uitgehaald worden. Dat deed men door te dorsen. De boeren kwamen samen in een schuur en met een vlegel klopten ze op het graan. Er werden dan heel wat moppen verteld en grappen uitgehaald. Eén van de boeren had voor de zot zijn hoofd door een strop gehangen. “We zijn ons hier weer aan ’t dood werken,” grapte hij. Plots wipte er een haas de schuur binnen. Een stevig beest waar een heerlijk stoofpotje van gemaakt kon worden. De boeren liepen erachter. De haas sprong weg. Eén van de boeren kon het dier een ferme tik geven met zijn vlegel, maar de haas wist toch te ontsnappen. Toen ze de schuur binnen kwamen, zagen ze de grappenmaker aan de strop hangen, helemaal blauw, … dood. Hij hing daarstraks toch niet echt aan de strop! “Die haas, dat was een heks!” ,schreeuwde iemand. Heel Bel was aanwezig op de begrafenis van de boer. Ook Fien van Schele Jef. Toen ze knielde, zag je het goed: haar been was bont en blauw. Iemand had er haar serieus van langs gegeven….
9
u Knooppunt 48-33 De Tovenaar van Bel Peer Grobben uit Bel kon toveren! Enkele meisjes en jongens waren op de wandel door de landduinen. Toen waren er nog geen wandelroutes. De jongeren doolden rond en kwamen aan een brede loop. Ze konden niet verder. Net toen ze wilden terugkeren, stond daar de Peer. “Wat is er mannekes? Kunt ge niet over? Ik zal eens helpen.” Peer trok een bies uit de waterkant en legde die over het water. Vervolgens stapte hij erover alsof het een brug was. “Kom, volg maar! Ge zult er niet doorzakken,” riep hij. De jongeren aarzelden, maar probeerden het uiteindelijk ook. Een wonder! Ze stonden aan de overkant. Toen Peer weg was, probeerden ze het nog een keer… maar vielen allemaal in het water. u In de buurt van knooppunt 31 De Duivelskuil Tussen Mol en Bel aan de Volmolen bestond naast het Goor een groot ven, een Duivelskuil. Bij strenge vorst schaatste men op het Goor, maar er was niemand die zich op de Duivelskuil waagde. De Duivelskuil is de meest behekste waterput van de Kempen. Hoe kwam de duivel in de kuil terecht? Volgens de legende vloog hij met zijn gespan hoog door de lucht, toen het plots hevig begon te onweren. De duivel werd door de bliksem getroffen. Hij viel met zijn hele hebben recht het Volmolengoor in. Sindsdien wacht hij daar tot er iemand in zijn buurt komt. Hij sleurt zijn slachtoffers met zijn haak de Duivelskuil in.
10
u Knooppunt 30-52 De bende van Luie Sus Bendes die onze streken terroriseren, het is van alle tijden. Louis Hens vertelt: De bende van Sjarel Nauwelaerts maakte in de oorlogsjaren 1914-’18 de streek hier onveilig. Bij hen hoorde ook Luie Sus die de speciale opdracht had om varkens te stelen. Veel mannen van Geel waren bij deze bende. Ze deden vaak of ze bij een boer haver kwamen kopen, maar eigenlijk kwamen ze spioneren. Het straffe aan dit verhaal is dat de bende van Luie Sus echt heeft bestaan. De leiders waren de gebroeders Jules (de Pinkoog) en Jan Bens, geboren in Geel. Ze waren vooral actief rond Kontich en werkten vaak samen met de gangster Martinus Nauwelaerts. De bende van Luie Sus was zeer agressief en mishandelde zijn slachtoffers. Jules Bens werd in 1925 ter dood veroordeeld. Zijn broer kreeg vijftien jaar dwangarbeid. u Knooppunt 52-54 Dwaallichten in het broek Waar de weiden laag gelegen waren, daar zweefden de dwaallichten. Als je het dwaallicht wenkte, dan vloog het op je af. Dan moest je rennen voor je leven. Eens veilig thuis hoorden de mensen een harde klop op de deur. De dag nadien stond er in de deur een rode hand gebrand. De bloedhand. Met geen water of verf eraf te krijgen. Vaak lieten de mensen een andere deur plaatsen. u Knooppunt 54-53 Kabouters in Geel Op de Geelse hei wonen kabouters. Veel mensen hebben ze gezien! En ze hebben over deze kleine wezentjes verteld! - Op sommige plaatsen op de landduinen klinkt de grond hol. Daar wonen de kabouters onder. Soms vind je er werkbijltjes. - De kabouters helpen de boeren wanneer die in tijdsnood geraken. Ze kunnen maaien, dorsen en oogsten. Kleine, maar harde werkers! - Men legde vroeger als dank voor het werk muntjes op een weipaal. De kabouters worden dikwijls in verband gebracht met grafheuvels. En die waren er hier in Bel zeker. Aan de ‘Asberg’, nabij de Kapucienenberg, vonden mensen ooit aarden kruiken met daarin assen.
11
u Knooppunt 51-49 Zwarte vogel in Bel Hoewel ze in Bel St.-Antonius hebben, de heilige die de dieren beschermt, krioelt het hier van de spookbeesten: Op een boerderij in Bel zat altijd een zwarte vogel in de stal. De boer wilde van het beest vanaf en sloeg ernaar met een gloeiende pook. De volgende dag zag hij een vrouw uit de buurt met een verbrande hand. Toeval of niet?
Colofon Dank aan k.ERF, TPA, Natuurpunt, Kerkfabriek Bel, Toerisme Geel Fotoâ&#x20AC;&#x2122;s Beeldendatabank TPA, Paul Van Gestel, Willy Peeters, Toerisme Geel Januari 2017