4 minute read

Interview Ghislaine Vrancken

Next Article
Paddenoversteek

Paddenoversteek

Ghislaine Vrancken

Interview met een begeesterde & begeesterende schooljuf

Ik ben op 13.02.1937 geboren als de dochter van Jules Vrancken en Marieke Vos. Mijn vader was minder bekend in Herk maar mijn moeder des te meer; ze was naaister en gediplomeerde modiste (hoedenmaakster). Op een gegeven ogenblik is moeder gestopt met werken want er was geen belangstelling meer voor hoedjes. Het pasmodel en één van haar hoedjes heb ik nog bewaard. Ik kom uit een gezin van drie, met mijn broer Carlo en mijn zus Jeanne. Mijn vader heeft altijd gewerkt bij “De Pled” als verantwoordelijke hoogspanning; hij overleed veel te vroeg op 57-jarige leeftijd aan longkanker. Ik ben levenslang samen geweest met mijn moeder die heel dankbaar in het leven stond. Ook mijn grootmoeder Josephine Stevens woonde nog in bij mijn moeder tot haar overlijden op 91- jarige leeftijd. Ik groeide op in Herk op het adres Hoogdorp nr 6, een fijne buurt met veel kinderen (o.a. Lieve Hiemeleers – Maurice Feytons). Mijn leven werd erg beïnvloed door een medisch probleem waardoor ik moeilijk kon stappen. Lopen kon ik slechts na mijn tweede levensjaar en ook fietsen verliep heel moeizaam. Ik heb hierdoor wel leren opkomen voor mezelf. Mijn vader zei vaak : “hare wil is groter dan haar macht”. Doorzetten en niet klagen werd mijn levenshouding. Bepalend in mijn leven zijn ook de reizen geweest. De stimulans daartoe werd aangezet door missionaris Richard Govaers die in Congo op missie was en waarvoor we kledij verzamelden. In 1971 ben ik samen met Mariette Swennen naar Congo gegaan, midden in de brousse naar de LUNDA stam, (zie foto onderaan) waar we héél gastvrij werden ontvangen, Een van de jongeren die ik toen ontmoette was Sulu Masep die nadien geneesheer is geworden (studies in Luik) en nu een ziekenhuis leidt in Kinshasa. Moeder heeft de kinderen steeds gestimuleerd om te studeren en stuurde ze ook op internaat alle drie, wat ongewoon was in die tijd. Ik was op mijn achttiende afgestudeerd als onderwijzeres, na internaat in Borgloon. Ik werd aangesteld in de meisjesschool in Sint-Lambrechts-Herk voor het zevende leerjaar. Dat was een zeer mooie periode in mijn leven. Ik kreeg de algemene vakken (zonder veel eindtermen of vast leerprogramma) en juffrouw Vanwelckenhuysen de technischen vakken (naaien, koken, e.d.) Lesgeven in het katholiek onderwijs anno 1955 was niet verzoenbaar met een huwelijk natuurlijk; je moest toen een document tekenen dat je stopte met lesgeven indien je trouwde want zwangerschap in het onderwijs was ongepast. (detail : Het contract zelf kreeg je niet mee en bleef veilig bewaard op de school) Tijdens mijn beroep heb ik - om me bij te scholen - ook vier jaar hogere

studies opvoedkunde gevolgd. Na een lesperiode van 11 jaar voor het zevende leerjaar heb ik nog 9 jaar les gegeven aan het zesde leerjaar. Vervolgens ben ik 10 jaar directrice geweest en hebben we gestreefd naar een vernieuwing in het onderwijs die we helaas niet ten volle hebben kunnen realiseren. Op 50 met pensioen kon nog in die tijd. Ik ben talen gaan studeren (Spaans en Engels) en na lang aandringen heb ik een taak aanvaard als inspectrice in het katholiek onderwijs om invulling te geven aan hun opvoedingsprojecten voor het vernieuwd lager onderwijs. Ik denk dat ik met mijn studies en beroep voor mezelf de juiste keuzes heb gemaakt en kijk dankbaar terug naar mijn loopbaan. Ik ben in die periode 10 jaar voorzitster geweest van de jeugdraad die we hebben opgericht samen met Francis Vanherck, Raymond Swerts, yves Gilissen, Marcel Putzeys, e.a. Geluk is voor mij tevreden zijn, genieten van de mensen rondom je, van je werk, van je ontspanning, dankbaar in het leven staan, een lekker etentje, reizen, terugblikken in tevredenheid. Misviering en geloof geeft me inspiratie, erkenning krijgen, samenkomen met mensen. Ik heb bewondering voor het parochieteam die de gebedsdiensten voorbereiden; Natuurlijk reageert de kerk te traag op maatschappelijke veranderingen, houdt ze teveel van macht en tradities en is er te weinig ruimte voor aangepaste geloofsbeleving, daartegenover staat echter dat ieder vrij individu ook zelf zijn keuzes kan maken binnen het geloofsaanbod van de Kerk. De houding van de kerk vroeger moet je plaatsen in de globale toenmalige tijdsgeest waarvan het deel uitmaakte. Ik ben ook nog lid van de salvatorianenfamilie die regelmatig samenkomt voor een lezing of een bespreking van de actualiteit. Ik ben blij met wat ik nu nog kan. Ik woon in de tuin van mijn vader, mijn huis is aangepast. Ik heb niet het gevoel dat ik iets heb gemist in het leven, alleen ben ik 20 jaar te vroeg geboren; de mogelijkheden die men nu aanbiedt in het onderwijs bestonden vroeger niet. Ik verplaats me met een electrische scooter en dat geeft me nog veel vrijheid. Mijn grootmoeder was een nakomertje (10 jaar jonger dan haar 3 broers) en kon slechts tot haar twaalfde naar school gaan; ze werd als weeskind geplaatst in een boerengezin. Ook mijn moeder liep slechts school tot haar twaalfde en studeerde nadien voor modiste en naaister. Desondanks groeide ze uit tot de meest inspirerende persoon in mijn leven, ze wist wat ze wilde, ze kon andere mensen motiveren en was tegelijk dienstbaar in haar levenshouding, Ze was sociaal actief in het verenigingsleven van haar tijd als bestuurslid van de gepensioneerden en bestuurslid bond van het Heilig Hart. Ik kijk dankbaar terug naar haar inspirerende levenshouding en voor het geschenk dat het leven is. (Interview afgenomen op 12/09/2020)

De keizerlijke kroon Het laatste hoedje Marieke Vos

This article is from: