4 minute read

Het maaibeleid van de stad: minder gras, meer bloemen

samen lvn

LEUVEN LAAT ER GEEN GRAS OVER GROEIEN

Bloemen zijn levensbelangrijk

Je hebt het misschien al gemerkt: de stad maait op heel wat plekken gras minder kort en minder vaak dan vroeger. Zo wil ze elk jaar meer grasvelden omvormen tot weelderige bloemenweides vol leven. Landschapsarchitect Wim Verheyden vertelt over de maaitechnieken, de bloemetjes en de bijtjes.

Wim Verheyden: ‘In Vlaanderen zijn heel wat insectensoorten met uitsterven bedreigd – vlinders en hommels bijvoorbeeld. Momenteel fladderen nog maar een vijftigtal soorten dagvlinders rond, en een derde daarvan is kwetsbaar, bedreigd of zelfs ernstig bedreigd. Bij de bijen loopt zowat 30% van de soorten gevaar. Door bloemen te laten bloeien in graslanden, bieden we al die insecten meer voedsel. Bovendien dienen de lange grassprieten en bloemen om eitjes op te leggen of onder te schuilen voor vijanden of slecht weer.’ ‘Een bijkomend voordeel is dat lange grassen koolstof – een broeikasgas – uit de lucht halen en opslaan in de bodem. Dat is minder het geval bij kortgeschoren gazons, dus minder maaien is ook voordelig voor het klimaat. En zo’n grasland met bloemen is toch veel mooier dan een eentonig gazon?’

Hoe zorgen jullie dat er meer bloemen bloeien?

‘Heel wat wilde bloemen groeien het best op wat armere grond, terwijl veel grassoorten juist van voedselrijke bodems houden. Op locaties met arme grond maaien we dus zo weinig mogelijk en niet te vroeg in het jaar, zodat de bloemen volop kunnen bloeien. Op plekken met een voedselrijke bodem maaien we iets vaker, en al in de maand mei – voordat de dominante grassen in bloei staan. Anders zouden die grassoorten de bloemen verdringen.’ ‘Maaisel dat je laat liggen, verhoogt de voedselrijkdom van de bodem. Precies daarom voeren we het zoveel mogelijk af. Het gras groeit zo minder goed, en je krijgt open plekken waarop andere planten zoals madeliefjes en klavertjes opduiken.’

Zaaien jullie ook bloemen in de grasperken?

‘We gaan op elke locatie na of dat gewenst is. Als er al interessante bloemensoorten groeien, zaaien we niets bij, om de natuur niet te verstoren. Groeien er weinig bloemen, dan zaaien we soms insectvriendelijke mengsels van inheemse soorten.’

Is minder maaien ook goed voor het gras zelf?

‘Absoluut. Door gazons niet te kort te maaien, houden we ze mooier. We krijgen de laatste jaren steeds meer te kampen met hittegolven. Het groen in onze stad lijdt daar erg onder. Als je gras kort maait, dan vernietigen de zonnestralen het groeipunt van het gras, dat onderaan de sprietjes zit. Zo krijg je blijvende dorre plekken. Als het gras langer is, verdort alleen het bovenste stuk van de spriet en kan het zich na een hittegolf sneller herpakken. Ik raad iedereen dus aan om nooit te kort te maaien.’

Als het gras hoger staat, krijgen mensen dan niet meer last van hooikoorts?

‘Hooikoorts komt vooral van plantensoorten die door de wind bestoven worden, zoals graspollen, en niet van bloemrijke soorten die door insecten bestoven worden. Met ons aangepaste maaibeleid laten we de bloemen volop bloeien en doen we het aantal grassen afnemen. Op termijn zullen de mensen dus net minder last hebben van hooikoorts.’

Laten jullie ook netels en distels volop groeien?

‘Planten die storend kunnen zijn, maaien we weg in de buurt van paden en banken. Op minder bereikbare en zichtbare plaatsen laten we ze wel staan. Ze zijn belangrijk voor heel wat insecten. Zo heeft de rups van de dagpauwoogvlinder grote brandnetels nodig als voedsel.’

Waar maaien jullie het gras wél nog kort?

‘Op centrale zones in parken, waar mensen spelen, sporten en picknicken, blijven we natuurlijk wel intensief maaien. We houden ook een ‘schoonheidsrandje’ vrij naast zitbanken en paden, zodat die vlot bereikbaar blijven en niet overwoekerd worden. Al maaien we zelfs op die plekken een paar centimeter minder kort dan vroeger, maar daar merk je niets van.’

‘We zorgen ook dat de verkeersveiligheid nergens verstoord wordt. Naast fietspaden en nabij kruispunten maaien we daarom een strook van één meter kort. Zo zorgen we voor een goeie zichtbaarheid en ontstaan er geen onveilige situaties.’

groendienst | 016 27 23 80 | groendienst@leuven.be

DE OPSTEKER

‘Bijen zijn rustgevend’

Lutgart Teuwen (69) uit Heverlee is al twaalf jaar lang biodynamisch hobbyimker. Ze heeft 200.000 bijen, en die doen allemaal volledig hun eigen zzzzzin!

‘Ik ben begonnen met imkeren omdat ik voor de natuur wilde zorgen. Heel wat bijensoorten zijn met uitsterven bedreigd, terwijl ze onmisbaar zijn voor de bestuiving van onze gewassen. Ik vind zoemende bijen ook heerlijk rustgevend. Gezonde bijen zijn helemaal niet agressief.’ ‘Je kan op twee manieren imkeren. Imkers die een zo groot mogelijke honingopbrengst willen, voeden hun bijen met suikerwater. Ze vermengen ook verschillende bijenvolken, om er zo meer te krijgen. Maar die ingrepen kosten de bijen energie en verzwakken de volkeren.’ ‘Bij biodynamisch imkeren vertrek je van wat de bij nodig heeft om gezond, sterk en gelukkig te zijn. De bijen overleven van hun eigen honing en één bijenvolk blijft samen, zoals in de natuur. Zo krijg je een sterker volk dat beter opgewassen is tegen ziektes.’ ‘Iedereen kan trouwens iets doen aan de bijensterfte. Bijvriendelijke planten in je tuin zetten en bewuster maaien helpt al enorm!'

In deze rubriek brengen we kleine en grote verhalen die inspireren. Wil je jouw verhaal of dat van iemand anders delen? Dan kan je mailen naar lvn@leuven.be.

This article is from: