2 minute read
1.4. Religieuzen maken plaats voor bewoners
Dichter bij Leuven bevindt zich Blauwput, aanvankelijk met het grootste aantal inwoners. Vanaf de 16de eeuw wordt Kessel belangrijker, waarschijnlijk wegens de stijging van de landbouwbehoeften en de nabijheid van de abdij.
In het begin kent Leuven enkel de Sint-Pietersparochie in het centrum van de stad. In 1252 scheiden vier afhankelijke kapellen zich van de hoofdkerk af. Sinds dan ressorteren de bewoners van het ‘Vlierbeekse’ onder de Sint-Michielsparochie. De abdij kent ondertussen een grote bloei. Hieraan komt onverwacht een einde wanneer de abdij en omgeving in 1572 verwoest worden door de troepen van Willem van Oranje. In de telling van 1598 noteert men keer op keer gronden ‘daer eertyts een woning heeft opgestaan, by de soldaten affgebrant’. Door deze vernielingen worden de monniken verplicht zich terug te trekken in hun refuge te Leuven. In 1642 keren ze terug naar een abdij in wederopbouw.
1.4. Religieuzen maken plaats voor bewoners
In de 18de eeuw daalt het monastieke ideaal en focust men meer op de opwaardering van de gebouwen, het onroerend goed van de abdij. Dit zien we in de plannen voor een nieuwe abdij van architect LaurentBenoît Dewez. Deze plannen zullen maar voor een deel worden gerealiseerd. In 1794 schaft het Franse regime alle kloosters af en de Vlierbeekse religieuzen worden verdreven. Op 26 april 1798 gaan de abdij en de landerijen onder de hamer. De Leuvenaar August de Becker, broer van een monnik, verwerft alles en staat het later terug af aan de kerk. In hetzelfde jaar wordt de ‘cuype’ van de stad afgescheiden.
Na het Franse regime volgt het Nederlandse bewind over onze gebieden. Het is de Nederlandse koning Willem I die bij het Koninklijk Besluit van 31 maart 1827 de gemeente Kessel-Lo opricht. Zij bestaat aanvankelijk uit Kessel en Lo (Boven-Lo en Beneden-Lo). Op 14 januari 1829 legt Willem I de grenzen van de gemeente vast en twee weken later installeert hij een gemeentebestuur.
Sinds 1829 wordt de voormalige abdijkerk ook officieel de parochiekerk voor Kessel-Lo. In 1877 splitst de parochie Blauwput zich af en in 1900 zal ook Boven-Lo een zelfstandige parochie worden. De abdijkerk is dan enkel nog de parochiekerk voor de parochie Vlierbeek.
Industrieën en nijverheden, die samenhangen met de spoorwegen, doen in de 19de eeuw hun intrede. Arbeiders stromen toe. Vooral het landelijk karakter van Blauwput ruimt plaats voor een technisch en industrieel geheel. Vlierbeek zelf blijft echter tot aan de Tweede Wereldoorlog landelijk, maar ook dat zal spoedig veranderen.