wagen stonden zes koppels paarden, op hun kop versierd met struisvogelveren. De manen van de paarden waren versierd met Belgische en Congolese linten; de hoeven in het blauw geschilderd met daarop de gouden ster van de kolonie. De kettingen allemaal versierd met bloemen. De voerlui waren helemaal in het wit met een tropenhelm op. Dat was wel heel mooi…” Toen de oorlog uitbrak, ging de vader van Albert op de vlucht, samen met Fons Van Lint, ook een vervrachter. “Toen Brussel gevallen is, zijn ze terug gekomen. Voor ze vertrokken, hadden ze de paarden losgelaten, wel goed voorzien van voeder. Mijn pa heeft nog vier paarden teruggevonden, eentje was verdronken en het andere was helemaal verdwenen. Maar op een dag kwamen de Duitsers en die sloegen alle paarden aan, zonder enige vergoeding.” Albert kwam de dag na de bombardementen van mei 1944 eens kijken aan de Vaart. Alles lag plat. Uit het Entrepot stroomde brandende en vloeibare suiker zo over de kaaimuur het kanaal in.
Bloemkool en selder De gebroeders Thomas hadden ook een nevenbedrijf: groenten. Achter hun bedrijf lag een grote open ruimte, tussen Tweewaters en brouwerij De Eendracht in de Minckelersstraat. “Daar kweekten wij een hectare bloemkolen en als die weg was selder. Wij bewerkten dat zonder chemische stoffen; mest hadden we genoeg. We verkochten dat aan Marie Thumas. In 1938 vroeg dat bedrijf om heel dikke selder te kweken want ze wilden daarmee het jaar daarop naar een expositie in Luik.” “Ons geheim wapen was de Dijle,” vertelt hij met pretoogjes. “Op ons land hadden wij een buizenstelsel geïnstalleerd en met een elektrische pomp spoten wij dan de gierput van de paarden leeg. De ‘moospacht’ ging met hun citernes overal in de stad de wc’s leeg maken en dan werd dat in de Beerkom op schepen verladen. Wij wisten wanneer ze die citernes uitspoelden. Dan draaiden wij ons pompsysteem om en zogen dat vette Dijlewater op. Met zo’n goede bemesting kweekten wij enorme selders. In een bussel zaten 13 stuks en zo’n bussel woog niet minder dan 95 kg. Marie Thumas heeft toen speciale glazen bokalen moeten maken om die erin te krijgen.” Albert moet nog altijd smakelijk lachen als hij dit vertelt.
42 Vaartkom Weerspiegeld