“Toen kwam alles per vrachtwagen,” beweert hij. “Ik heb nog geweten dat we in de stad leverden met paard en kar maar buiten de stad was het ook allemaal met de vrachtwagen.”
Vingertje kwijt Albert leerde een liefje kennen en die werkte ergens waar meer te verdienen was. Ze wist hem te overhalen en dus ging hij weg bij Van Orshoven. “Bij Metaleuven waren de hangars kapot, het regende er binnen en het was er ijskoud in de winter. Ik moest daar laden en lossen. Toen had ik een ongeluk bij het lossen van vrachtwagen met ijzeren bruggen op van 18 meter lang. Een verkeerd manoeuvre en mijn vinger was eraf. In het ziekenhuis Sint-Pieter kon men die er niet meer aannaaien.”
Den Tube Berre begon als vrijwilliger bij buurtwerk ‘t Lampeke in 1978. Voor de jeugdwerking was er onvoldoende ruimte, waarop het plan rijpte om een boot aan te schaffen en in te richten als ontmoetingsruimte voor de jongeren. Op de scheepswerf Van Wezenbeek in Rupelmonde vond men wat men zocht: een oude aak van veertig meter lang en 350 ton. De naam was gevonden: Den Tube. “Ik heb daar de vloer uitgebroken, zo’n 210 vierkante meter pure eik van 24 mm dik. Die hebben we naar een school gedaan. De kiel van dat schip lag vol smurrie en dat moesten we opscheppen in emmers. Daarna hebben we drie weken gewerkt om de boot te schilderen bij een temperatuur van dertig graden. De schuit werd dan naar Leuven gesleept want de motor was eruit gehaald. Den Tube heeft dan jaren voor het gebouw van Hungaria gelegen en is daarna versleept naar het kanaal waar hij nu nog altijd ligt.” De boot dient als lokaal voor jongeren van 13 tot 16 jaar, en ouder.
Lampetter Berre herinnert zich nog dat de Vaart dichtgevroren was en de kermiskramen op het ijs stonden. “Met de fanfare van de weesjongens speelden we toen in de schrijnwerkerij van
54 Vaartkom Weerspiegeld