4 minute read

ikkoopinlommel

Next Article
Wegenwerken

Wegenwerken

75 JAAR BEVRIJDING

DAGEN VAN VRIJHEID, VREUGDE EN VERDRIET

Er zijn geen rozen zonder doornen, zegt het spreekwoord. De dagen van september 1944 waren dagen van bevrijdingsvreugde, maar ook van immens verdriet. De aftocht van de Duitse bezetter zorgde voor heel wat slachtoffers, zowel bij de troepen als bij de Lommelse bevolking. Pijn en gemis voor generaties. Binnenkort is het exact 75 jaar geleden dat Lommel door geallieerde troepen bevrijd werd. Daarom blikken we terug. Naar plaatsen, slachtoffers en helden. En we kijken vooruit naar de activiteiten die op stapel staan om de bevrijding te herdenken.

JOE’S BRIDGE

Vanaf brug 9 in de Barrier trekt het Britse XXXe legerkorps op 17 september 1944 Nederland binnen. In totaal zouden de volgende dagen zo’n 50.000 manschappen en 22.000 voertuigen over de bevrijde brug en de ernaast liggende pontonbrug richting trekken. De brug is niet zonder slag of stoot in Britse handen gevallen. Op zondag 10 september werd hij door de Irish Guards bij een verrassingsaanval veroverd. Maar de Duitsers geven de brug niet zomaar prijs. Met tegenaanvallen proberen ze de brug te heroveren. Daarbij vallen meerdere burgerslachtoffers. De Guards houden stand en de brug wordt genoemd naar hun commandant J.O.E. Vandeleur.

De brug speelde een cruciale rol bij de uitvoering van Operatie Market Garden, waarbij ‘Market’ stond voor de operaties van luchtlandingseenheden en ‘Garden’ voor het offensief van de grondtroepen. Het XXXste Corps zou van Lommel tot net over de Rijnbrug in Arnhem een brede, bevrijde corridor creëren. Helaas bleek de Rijnbrug in Arnhem ‘een brug te ver’ te zijn. Het noordelijk deel van Nederland wachtte nog een dramatische hongerwinter onder Duitse bezetting.

MARTINUS VAN GURP

In september 1944 was Martinus van Gurp 25 jaar. Hij woonde in Werkplaatsen waar hij het gerucht hoorde dat Lommel bevrijd was, waarna hij met de fiets naar het centrum reed. Maar even nadat hij vetrokken was, kwamen de Duitsers in Werkplaatsen. Martinus vierde in het centrum de bevrijding en ging terug om het mee te delen aan zijn familie. Op de terugweg werd hij door de Duitsers aangehouden, die hem vroegen of er in Lommel soms ook al Engelsen waren. Martinus ontkende dat en reed verder.

Enkele anderen, die ook de bevrijders hadden gezien, werd dezelfde vraag gesteld, maar zij antwoordden bevestigend. Hierop reden de Duitsers Martinus na, grepen hem en werd hij voor spion uitgemaakt. Ze namen hem terug mee naar de plek waar hij eerst werd tegengehouden en schoten hem daar dood. Martinus was lid van de Witte Brigade en had kans gezien zijn pet met kenteken in een sloot te schoppen. Meester Janssen van Werkplaatsen was de eerste die zijn pet zag liggen en daarna ook het lichaam van Martinus. Op de plaats waar Martinus werd vermoord, staat nu een monument. De aanpalende straat werd later de Martinus van Gurplaan.

Op zondag 15 september is er een herdenkingsplechtigheid aan het monument voor Martinus van Gurp en aan de gedenksteen bij Joe’s Bridge.

EEN AFSCHUWELIJK DRAMA IN DE BARRIER

De oorlog was bijna afgelopen. De bezetter nagenoeg verdreven. De zondag was geëindigd in een kermissfeer en op maandag was het helemaal feest. Het nieuws dat de Barrier bevrijd was, ging heel Lommel rond. Van overal kwamen mensen meevieren. Rond het kruispunt was het een drukte als op een kermisdag.

Maar de laatste Duitse manschappen zorgden voor een familiedrama in de Leuken. Een Duitse tank reed over een bunker waar 17 mensen uit drie gezinnen zaten, waarvan 12 personen het drama niet overleefden. Frans Broeckx, die ook in de bunker zat en het drama overleefde, was er zeker van dat een Duitse soldaat hen zag zitten en hij begreep uit de commando’s dat hij de tank bevel gaf op de schuilkelder te gaan staan.

Lieske Emmers-Gerits gaf op 12 september 1988 een interview aan de krant Het Volk. “We voelden ons beschermd tegen mogelijk gevaar uit de lucht. Vanuit de schuilplaats zagen we de Duitsers vanuit de tank en de andere Duitse soldaten, die op de andere schuilkelder schoten. Plots gebeurde het dan. Een tank beukte door de achterbouw van de woning van Toine van Endert, reed schietend door het stukje tuin en heen en weer over de schuilkelder, waarin we meenden veilig te zitten. Misschien heeft het zien van de Belgische vlag hen overtuigd dat ze niet geliefd waren hier. Ik kan alleen maar veronderstellen dat zuivere haat of radeloosheid bij de tankchauffeur heeft toegeslagen. We hadden niets gedaan om hen te storen.”

De huidige Emmersstraat is een blijvende herinnering aan dit oorlogsdrama.

GIJZELINGEN BIJ DE KERK EN HET ZIEKENHUIS

Voordat heel Lommel bevrijd zou zijn, beleefden velen nog bange momenten. Zowel bij de kerk als bij het ziekenhuis werd een grote groep Lommelaars gegijzeld. Om 7 uur kwamen er Duitsers uit Leopoldsburg in het centrum aan. Bij de kerk stelden ze twee antitankkanonnen op. Het ene kanon in de richting van de Stationsstraat en het andere naar de Norbert Neeckxlaan.

Cornelis Poets woonde in de Frans van Hamstraat. Hij hoorde in de Kerkstraat voertuigen en hoopte dat het terugtrekkende Duitsers of - nog beter - Engelsen waren. Zijn nieuwsgierigheid won het van zijn voorzichtigheid en hij ging bij de gemeentelijke meisjesschool een kijkje nemen. Hij zag de Duitse kanonnen en een soldaat maande hem aan om te verdwijnen. Op weg naar huis klopte hij aan bij Jef Poets, waar hij vertelde van de kanonnen en dat ze best naar de schuilkelder zouden gaan. >

This article is from: