Claire Douglas
De pier
A.W. Bruna Uitgevers
140x215_AWB_St_De pier.indd 3
04-01-17 10:46
Oorspronkelijke titel Local Girl Missing © Claire Douglas, 2016 Vertaling Catalien en Willem van Paassen Omslagbeeld © Getty Images/@by Feldman_1 Omslagontwerp b’IJ Barbara © 2017 A.W. Bruna Uitgevers, Amsterdam isbn 978 94 005 0832 3 nur 305
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door foto kopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toe gestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www. reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting pro (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, P ostbus 3060, 2130 KB Hoofd dorp, www.cedar.nl/pro).
140x215_AWB_St_De pier.indd 4
04-01-17 10:46
Voor mijn man, Ty
140x215_AWB_St_De pier.indd 5
04-01-17 10:46
140x215_AWB_St_De pier.indd 6
04-01-17 10:46
Donderdag
140x215_AWB_St_De pier.indd 7
04-01-17 10:46
140x215_AWB_St_De pier.indd 8
04-01-17 10:46
1 Frankie Februari 2016 Op een druilerige middag, kort na de lunch, kom ik er einde lijk achter dat je dood bent. Mijn mobieltje trilt, ik zie een onbekend nummer en neem op, afgeleid door de berg papierwerk waaronder ik bedolven ben. ‘Spreek ik met Francesca Howe?’ Een mannenstem brandt een gat in mijn geheugen. Zijn warme, landelijke timbre hoort niet thuis in mijn kantoor op de bovenste verdieping van het hotel van mijn ouders, met zijn minimalistische meubilair en uitzicht op de Gherkin. Die stem hoort thuis in het verleden, in onze geboorteplaats in Somerset, waar meeuwen krijsen bij de avondschemer, golven stukslaan op de pier en de lucht doordrongen is van de geur van fish-and-chips. ‘Daniel?’ Het komt er krassend uit en ik grijp met mijn vrije hand de rand van mijn bureau, alsof ik me wil verankeren in deze kamer, in het heden, zodat ik niet halsoverkop terug tuimel in het verleden. Er kan maar één reden zijn waarom hij mij nu, na zoveel jaar, belt. Het betekent dat er nieuws is. Over jou. ‘Dat is lang geleden,’ zegt hij schutterig. Hoe is hij aan mijn nummer gekomen? Met benen zo slap als van een pasgeboren veulen sta ik op en loop ik naar het 9
140x215_AWB_St_De pier.indd 9
04-01-17 10:46
beregende raam dat uitkijkt over de stad. Ik voel de lucht mijn longen vullen, hoor mijn gejaagde ademhaling. ‘Gaat het om Sophie?’ ‘Ja. Ze is gevonden.’ Mijn mond loopt vol speeksel. ‘Is… Leeft ze nog?’ Een korte stilte. ‘Nee. Ze hebben iets gevonden…’ Zijn stem breekt en ik probeer me voor te stellen hoe hij er nu uitziet, jouw grote broer. Hij was destijds lang en mager, was altijd in het zwart gekleed met bijpassend haar en een lang, bleek gezicht. Hij zag er ongezond uit, als een vampier in een jeugdfilm. Ik voel dat het hem moeite kost zich te be heersen. Ik heb hem nooit zien huilen, geloof ik; niet toen je net vermist was, zelfs niet toen de politie de zoektocht opgaf nadat ze twee dagen het struikgewas had uitgekamd en met bootjes de zee had afgespeurd, en ook niet toen de interesse voor je wegviel nadat een van je blauwe Adidas-sneakers aan de rand van de verlaten pier was gevonden en verondersteld werd dat je in het Bristol Channel was gevallen en meege voerd was door het tij. Toen jij, Sophie Rose Collier, het soms verlegen, vaak grappige tweeëntwintigjarige meisje uit Old cliffe-on-Sea, dat ooit ’s avonds laat uit een club verdween, uit ieders geheugen begon te verdwijnen, behalve het onze. Het meisje dat moest huilen bij de muziek van oude tv-reclames, op Jarvis Cocker viel, en geen pak koekjes kon openmaken zonder het helemaal leeg te eten. Daniel schraapt zijn keel. ‘Er zijn stoffelijke resten gevon den, ze zijn aangespoeld in Brean. Een deel ervan…’ Hij wacht even. ‘Nou ja, het klopt. Zij is het, Frankie, ik weet het zeker.’ Het voelt raar om hem Frankie tegen me te horen zeg gen. Jij noemde mij ook altijd Frankie. Ik ben in geen jaren ‘Frankie’ geweest. Ik weiger me voor te stellen welk deel van je is gevonden tussen het zwerfvuil op het strand van Brean Sands. Ik vind het afschuwelijk om op die manier aan je te denken. 10
140x215_AWB_St_De pier.indd 10
04-01-17 10:46
Je bent dood. Dat is een feit. Je bent niet meer gewoon ver mist, ik kan mezelf niet meer wijsmaken dat je je geheugen hebt verloren en ergens de bloemetjes buitenzet, misschien in Australië, of eerder Thailand. We wilden altijd reizen. Weet je nog dat we plannen maakten om door Zuidoost-Azië te gaan backpacken? Je had een hekel aan de koude wintermaanden. We mijmerden urenlang over onze ontsnapping aan de snij dende wind die door ons stadje gierde en aan de kale takken rukte en zand op onze weg blies zodat we de korrels tussen onze tanden voelden knarsen. Buiten het seizoen, zonder de toeristen die voor de broodnodige reuring zorgden, was Old cliffe koud en deprimerend. Ik trek met een vinger de kraag van mijn blouse weg van mijn keel. Ik krijg geen lucht. Door mijn halfgeopende deur zie ik Nell achter haar computer zitten tikken, met haar rode haar in een ingewikkelde knot boven op haar hoofd. Ik loop terug naar mijn bureau en plof neer in de draaistoel met de telefoon tegen mijn warme oor. ‘Ik vind het heel erg,’ zeg ik, bijna tegen mijzelf. ‘Het is oké, Frankie.’ Ik hoor op de achtergrond het fluiten van de wind, de woesj van banden die door plassen spatten, het onverstaanbare gebabbel van voorbijgangers. ‘Het komt natuurlijk niet onverwacht. We waren erop voorbereid.’ Van uit welke plaats belt hij me? Waar is je grote broer uiteinde lijk terechtgekomen? ‘Haar stoffelijke resten moeten officieel worden geïdentificeerd. Het ligt nogal moeilijk, omdat ze zo lang’ – hij haalt diep adem – ‘omdat ze zo lang in het water heeft gelegen. Maar ze hopen op halverwege volgende week.’ ‘Weet de politie…’ Ik slik gal weg. ‘Weten ze hoe ze is ge storven?’ ‘Frankie, dat valt nu onmogelijk te zeggen, en omdat er geen lijk was, is er ook nooit een onderzoek geweest. Ieder een is er gewoon van uitgegaan dat ze dronken was en in zee viel, en dat ze nooit op die pier had mogen zijn. Je kent het 11
140x215_AWB_St_De pier.indd 11
04-01-17 10:46
verhaal.’ Er sluipt een zweempje woede in zijn stem. ‘Maar dat geloof ik niet. Ik denk dat er iemand is die meer weet over die nacht, Frankie. Ik denk dat er iemand is die weet wat er met mijn zusje is gebeurd.’ Mijn vingers jeuken om aan mijn haar te trekken. In plaats daarvan verschuif ik een presse-papier op mijn bureau, zet ik een lijstje recht met daarin een foto van mij op een pony naast mijn trotse vader, die een territoriale grijns op zijn ge zicht heeft. Voor hem was ik altijd Francesca. ‘Waarom denk je dat?’ ‘De avond waarop ze verdween, was ze bang. Ze zei dat ie mand het op haar had gemunt.’ Mijn oren suizen. Ik pak de telefoon steviger vast. ‘Wat? Dat heb je me nooit verteld.’ ‘Ik heb het destijds aan de politie verteld, maar die wuifde het weg. Ze was nerveus, paranoïde. Ik dacht dat ze een ver keerd pilletje had genomen, je weet hoeveel drugs hier in die tijd omgingen. Maar Sophie zou nooit drugs gebruiken. Dat weet ik zeker. Ik heb dat diep vanbinnen altijd geweten. Ze was een lieve meid. Een kanjer.’ Zijn stem wordt schor. Hij weet niet dat we ooit samen speed namen op het Ashton Court Festival, hè Soof? Terwijl we naar Dodgy zaten te kij ken, honderduit praatten en met de minuut meer paranoïde werden, moest ik je beloven dat ik het hem niet zou vertellen. Ik doe mijn ogen dicht en denk aan de laatste avond. Je stond in een hoek van The Basement te kijken hoe iedereen op en neer sprong op ‘Born Slippy’. De datum staat in mijn geheugen gegrift: zaterdag 6 september 1997. Ik stond aan de andere kant van de dansvloer te praten met de dj, maar toen ik omkeek door het waas van rook dat de lucht vulde, was je weg, verdwenen in de menigte. Je had er niet bang of bezorgd uitgezien. Als er een probleem was geweest, had je mij dat wel verteld. Toch? Ik was je beste vriendin. We vertelden elkaar alles. 12
140x215_AWB_St_De pier.indd 12
04-01-17 10:46
‘Wil je me helpen, Frankie?’ vraagt Daniel; zijn stem klinkt opeens heel dringend. ‘Ik wil uitzoeken wat er met haar is gebeurd. Iemand weet meer dan hij loslaat. De pier…’ ‘De pier was verrot, gevaarlijk, gesloten voor publiek.’ ‘Dat weet ik. Maar dat weerhield ons er echt niet van om erheen te gaan. Ik kan alleen niet geloven dat ze er in haar eentje naartoe is gegaan. Er moet die avond iemand bij haar zijn geweest…’ Ik hoor de wanhoop in zijn stem en ik voel met hem mee. Het is door de jaren heen moeilijk voor me geweest om die avond niet voortdurend opnieuw te beleven. Maar voor je broer moet het soms ondraaglijk zijn geweest. Al die onbeant woorde vragen die door zijn hoofd spoken en hem ’s nachts wakker houden, hem beletten verder te gaan met zijn leven. ‘Mensen willen er tegen mij niets over zeggen. Maar jij, Franks… jij krijgt ze misschien aan de praat.’ Natuurlijk gaat hij dit voor je doen. Altijd de beschermende grote broer. Ik had niet anders verwacht. ‘Ik weet het niet. Sinds we naar Londen zijn verhuisd ben ik nooit meer terug geweest…’ De gedachte boezemt me angst in. In mijn puberjaren snakte ik ernaar te ontsnappen aan het claustrofobische badplaatsje waarin we opgroeiden, waar vaak drie generaties van dezelfde familie woonden en waar ze je raar vonden als je de ambitie had om weg te gaan. Het stadje waar een duister geheim uit het verleden nooit wordt vergeten. Of vergeven. ‘Alsjeblieft, Frankie. Omwille van vroeger. Ze was je beste vriendin. Jullie kenden dezelfde mensen, gingen om met de zelfde groep. Wil jij niet weten wat er met haar is gebeurd?’ ‘Natuurlijk wel,’ zeg ik. Zou ik na achttien jaar echt kunnen teruggaan? Ik had gezworen dat ik nooit meer een voet in dat stadje zou zetten. Maar had ik een keus? Ik onderdruk een zucht van berusting. ‘Wanneer wil je dat ik kom?’ 13
140x215_AWB_St_De pier.indd 13
04-01-17 10:46
Ik trek mijn rode wollen jas aan en deel Nell op mijn meest kor date, overtuigende toon mee dat ik me niet goed voel en naar huis ga. Ze kijkt me met grote ogen verschrikt aan omdat ik nooit ziek ben. Maar ik negeer haar bezorgde blikken en loop het kantoor uit, haast me op mijn te hoge hakken en in mijn kokerrok zo snel ik kan door de regen en houd een taxi aan. Het duizelt me nog als ik neerplof op de achterbank en het kou de leer tegen mijn kuiten voel terwijl we naar Islington rijden. Ineens dringt de onomkeerbaarheid van je dood tot me door. Het is voorbij. En dan denk ik aan het telefoongesprek met Daniel en de kalme onverzettelijkheid waarmee hij mij naar Oldcliffe te rug wil halen om samen met hem het verleden op te graven, en ik onderdruk een huivering. Het zal nooit voorbij zijn. Ik herinner me de eerste keer dat ik je zag, Soof. Het was sep tember 1983 en we waren zeven jaar. Het was je eerste dag op onze lagere school en je stond voor de klas met onze juf, mevrouw Draper, en je zag er met je sluike haar en je blauwe ziekenfondsbrilletje zo alleen, zo verloren uit. Je smoezelige witte kousen waren van je magere kuiten afgezakt en slob berden om je enkels. Op een van je knokige knietjes zat een niet erg schone pleister en de zoom van je groene schoolrokje hing los. Toen mevrouw Draper vroeg wie zich over jou zou willen ontfermen, schoot mijn hand meteen de lucht in. Je zag eruit alsof je een vriendin nodig had. Als ik naar binnen ga, lijkt het huis ongebruikelijk hol en net jes, alsof ik het met nieuwe ogen zie, met jouw ogen. Wat zou jij nu denken? Zou je mijn ruime herenhuis bekijken en zeg gen dat ik het ver heb geschopt? Of zou je me plagen zoals je altijd deed, met die sardonische grijns op je gezicht die Daniel 14
140x215_AWB_St_De pier.indd 14
04-01-17 10:46
ook had, en me zeggen dat ik nog steeds een vaderskindje ben? Ik blijf even staan voor de spiegel in de gang en word aange staard door een negendertigjarige professionele vrouw. Mijn haar is dankzij mijn kapper nog donker en glanzend, zonder het minste streepje grijs, en ik heb een paar fijne lijntjes rond mijn groene ogen. Zou je vinden dat ik er oud uitzie? Waar schijnlijk wel. Ouder worden is iets waar jij je geen zorgen om hoeft te maken. Je blijft voorgoed jong, met een fris gezicht bevroren in de tijd. Voor altijd eenentwintig. Ik wend me af van mijn spiegelbeeld. Ik moet gaan inpak ken. Ik ren de trap op, naar mijn slaapkamer. Daniel heeft al onderdak voor me geregeld. Een vriend van hem heeft een vakantieappartement en aangezien het februari is, buiten het seizoen, kan ik dat met korting huren. Ik rijd er morgenoch tend naartoe. Ik moet iets constructiefs doen. Ik trek mijn Louis Vuittonweekendtas boven uit de kast en zet hem geopend op het bed. Vragen racen als galopperende renpaarden door mijn hoofd. Voor hoeveel dagen moet ik inpakken? Hoe lang gaat dit du ren? Dan word ik overvallen door een nieuwe gedachte: hoe ga ik dit alles aan Mike uitleggen? Ik sta in de keuken, in de kelder, als een wilde te schillen en te hakken als ik Mike ‘Hallo’ hoor roepen. Hij heeft deze keu ken vorig jaar gratis voor me ingebouwd, nog voor we een stel werden, hoewel ik hem al eerder kende, van toen hij het nieuwe hotel hielp renoveren. Hij is stevig gebouwd en stoer, met rossig haar en vierkante kaken, en ik voelde me meteen tot hem aangetrokken, hoewel we niets gemeen hebben. Nu doen de witte glans van de kastjes en het dikke Corian-aan rechtblad mij aan ons denken: ze zien er van buiten allemaal smetteloos en nieuw uit, maar vanbinnen hangen de schar nieren los en er zit een scheur in een van de kastjes. De radio staat hard aan en ik laat Rachmaninov over me 15
140x215_AWB_St_De pier.indd 15
04-01-17 10:46
heen spoelen, als balsem voor mijn gehavende zenuwen. Een groot glas merlot helpt ook. Ik heb al twee wassen gedraaid, ingepakt voor morgen en een begin gemaakt met de stoofpot voor het avondeten. Mike kijkt verbaasd, niet alleen omdat ik thuis ben – ik ben meestal nog tot laat op kantoor – maar omdat ik sta te koken. ‘Gaat het wel goed met je, Fran?’ Fran. Veel volwassener dan ‘Frankie’ of ‘Franks’. Het roept het beeld op van een verfijnd iemand, een volwassen iemand, iemand die ver van de Frankie uit mijn jeugd af staat. ‘Huil je?’ ‘Het zijn de uien,’ lieg ik terwijl ik mijn handen aan mijn schort afveeg en op hem afloop. Ik ga op mijn tenen staan en kus zijn nog altijd bruine nek, geniet van de stoppels op zijn kin. Hij ruikt stoffig, naar bakstenen en beton. Hij duwt me zachtjes van zich af. ‘Ik ben vies, ik ga dou chen.’ Hij loopt om me heen de keuken uit. Een paar minuten later hoor ik boven mijn hoofd het water stromen. Tijdens het eten vertel ik hem over jou. ‘Ik heb je nooit over haar horen praten,’ zegt hij met een mond vol rundvlees en wortels. Het is waar dat ik nooit ie mand over jou heb verteld, Soof. Mike niet, mijn collega’s op het werk niet, de paar vrienden die ik mezelf permitteer niet, zelfs mijn ex-man niet. We waren – zijn – zo hecht met elkaar verbonden dat praten over jou een erkenning van mijn oude zelf zou zijn. Ik moest een nieuwe start maken, met een schone lei beginnen. Alleen zo kon ik omgaan met wat er was gebeurd. Ik neem een flinke slok wijn. ‘Ze was in mijn jeugd mijn beste vriendin,’ zeg ik terwijl ik met onvaste hand het glas op tafel zet. Ik pak mijn vork op en duw ermee tegen een aard appel, die verder in de jus zinkt. ‘We waren innig bevriend, mijn moeder noemde ons een Siamese tweeling. Maar bijna negentien jaar geleden raakte Sophie vermist. Ik kreeg van daag te horen dat haar lichaam – of liever haar résten – ge 16
140x215_AWB_St_De pier.indd 16
04-01-17 10:46
vonden zijn.’ Ik leg mijn vork neer. Ik heb geen trek. ‘Na al die tijd? Wat een kutzooi.’ Hij schudt zijn hoofd alsof hij nadenkt over hoe erg die ‘kutzooi’ nu eigenlijk is en ik kan niet lezen wat er achter die lichte ogen in hem omgaat. Ik denk, ik hóóp, dat hij me naar jou gaat vragen; hoe we elkaar hebben ontmoet, hoe lang we elkaar hebben gekend, hoe jij was, maar dat doet hij niet. Hij zal nooit weten dat we op ons negende een dansje op Madonna’s ‘True Blue’ had den bedacht; dat ik het jou als eerste vertelde toen ik op mijn dertiende met Simon Parker had gezoend achter de fietsen stalling; dat je je hart bij mij uitstortte over de vader die je je nauwelijks kon herinneren maar die je miste; dat ik je ooit zo aan het lachen maakte toen je op mijn schouders zat dat je in mijn nek plaste. In plaats daarvan slik ik deze kleine feiten van onze vriendschap door met mijn rode wijn terwijl Mike doorgaat met eten en systematisch het vlees kauwt; het gaat rond en rond in zijn mond als in een cementmolen. Ik krijg plotseling zin om mijn wijn in zijn gezicht te gooi en, gewoon om een reactie uit te lokken. Mijn vriendin Polly zegt altijd dat Mike zo ontspannen is dat hij vlak is. Misschien een cliché, maar het is waar. Ik geloof niet dat hij gemeen wil doen, hij mist gewoon het emotionele vermogen om met mij om te gaan, met mijn problemen, bedoel ik. Ik vraag me af of het al bij hem is opgekomen dat onze re latie niet werkt. Ik heb er spijt van dat ik hem heb gevraagd bij me in te trekken, maar ik had toen een zwak moment en ik zal medelijden met hem hebben gehad omdat hij in dat vervallen huis in Holloway woonde, tussen studenten die veel jonger waren dan hij. En toen, drie weken geleden, net toen ik serieus met hem wilde gaan praten, kreeg ik het telefoon tje van mama over papa’s beroerte. Ik had de raad van mijn vader ter harte moeten nemen. Hij waarschuwde me altijd dat ik niet te snel een man in huis moest nemen, zei dat je moeilijk van hen afkwam als je hun eenmaal had gevraagd 17
140x215_AWB_St_De pier.indd 17
04-01-17 10:46
je huis, je leven te delen; dat je op een complexe manier ver bonden raakt, financieel en emotioneel, als twee draden die verknoopt zijn. Ik heb nu niet de energie om me los te maken uit deze relatie, om die knoop te ontwarren. Ik sta op van tafel en schraap mijn bord leeg boven de vuilnisbak. Ik vertel Mike bij het naar bed gaan over mijn plannen. ‘Sophies broer, Daniel, regelt een appartement waar ik kan logeren. Een vakantiewoning,’ zeg ik terwijl ik uit mijn rok stap en die over de rugleuning van de slaapkamerstoel gooi. Hij zit rechtop in bed; zijn gespierde, bijna haarloze borst is bloot. Ik vind hem nog steeds aantrekkelijk, geef nog steeds om hem, maar ik weet gewoon dat onze relatie nergens toe leidt. ‘Zo op stel en sprong?’ Hij trekt een borstelige wenkbrauw op en kijkt naar me terwijl ik mijn blouse losknoop. Ik haal mijn schouders op. ‘Het is buiten het seizoen en je weet hoe ik over hotels denk.’ Omdat ik er bijna altijd werk, is een hotel of pension de laatste plaats waar ik wil logeren. Ik moet er kunnen koken en zelfstandig kunnen wonen, weg van anderen. ‘Waarom nu? Je zei dat ze al achttien jaar wordt vermist. Waarom ga je nu pas uitzoeken wat er is gebeurd?’ Ik voel een tinteling van ergernis over mijn ruggengraat gaan. Waarom begrijpt hij niet dat de vondst van je stoffelijke resten alles verandert? ‘Omdat we nu zeker weten dat ze dood is,’ snauw ik. Hij kijkt onthutst. ‘Ik ben nog nooit in Oldcliffe-on-Sea ge weest,’ mijmert hij en hij plukt aan een niet-bestaand onef fenheidje op zijn bovenarm. Als hij erop aast met me mee te gaan, doe ik alsof ik het niet doorheb. ‘Je mist niets.’ Ik trek een zijden topje over mijn hoofd. Ik wil absoluut niet dat hij met me meegaat. Ik moet even wat afstand hebben. ‘Zo’n jeugd aan zee moet leuk zijn geweest.’ 18
140x215_AWB_St_De pier.indd 18
04-01-17 10:46
Ik glimlach stijfjes en probeer niet te huiveren bij de herin nering aan mijn jeugd in dat pastelroze gedrocht met uitzicht op zee. Papa had godzijdank het benul en het geld om het voor de huizenbubbel van de hand te doen en iets in Londen te kopen. Ik sla het dekbed terug en glijd naast hem in bed. ‘En hoe lang blijf je weg?’ Hij trekt me naar zich toe, duwt zijn neus in mijn nek. ‘Niet lang,’ zeg ik terwijl ik het lampje uitdoe. ‘Ik hoop maar een paar dagen. Ik kan de hotels niet te lang alleen laten nu papa…’ Ik slik. Ik krijg de woorden niet over mijn lippen. Mijn vader die altijd zo stoer, zo daadkrachtig was, is gereduceerd tot de schaduw van zijn vroegere zelf nu hij dag in, dag uit in dat ziekenhuisbed ligt, niet in staat te spreken, nauwelijks in staat te bewegen. Het voelt te vers, te rauw. Ik trek me voorzich tig terug, doe alsof ik moe ben en draai mijn rug naar hem toe. Ik lig stil te wachten tot ik zijn ritmische gesnurk hoor en zijn benen zwaar tegen de mijne voel, en pak dan mijn ka merjas van het haakje aan de deur en sluip de trap af om in het donker aan de keukentafel te gaan zitten. Ik schenk me zelf nog een glas rode wijn in. De geur van de runderstoofpot hangt nog steeds in de lucht. Het rode lampje op de vaatwas machine knippert en de machine piept om me te laten we ten dat ze haar programma heeft afgewerkt. Het klinkt heel vreemd in de donkere, lege ruimte. Ik heb al die jaren zo hard mijn best gedaan om mijn leven op de rails te houden, om succesvol te zijn, om vooruit te ko men, om niet elke dag aan jou te denken. Het is alsof ik veilig binnen een knot wol zat, maar nu is die knot aan het losraken en lig ik daar straks open en bloot, voor het oog van de wereld. Jason. Zijn naam springt op in mijn hoofd, ongevraagd. Ik neem een grote teug wijn maar die brengt mijn bonzende hart niet tot rust. Want de waarheid zal zeker uitkomen, Soof, en daarmee het duistere geheim dat we toen koesterden; het geheim dat we niemand anders konden vertellen. Nooit. 19
140x215_AWB_St_De pier.indd 19
04-01-17 10:46
2 Sophie Donderdag 26 juni 1997 Het is al laat nu ik dit schrijf. Ik betwijfel of het te volgen is, ik ben nogal zat. Maar ik moet het nu neerpennen zodat ik het morgenochtend niet vergeten ben. Frankie is terug! Ik heb haar vanavond gezien. Ze stond bij de bar in Mojo’s, geflankeerd door twee jongens die ik niet kende (van wie er een waanzinnig knap was; ik zeg het maar even!). Ze stond met haar rug naar me toe maar ik wist meteen dat zij het was. Ik herkende dat haar uit duizenden. Het was nog steeds een perfect glanzend laken. Poppenhaar, daar deed het me altijd aan denken. Het dikke, weelderige haar van een porseleinen pop. Ze droeg een camelkleurige nepbontjas (ik hoop ten minste dat het nepbont was) en hoge, zwarte knielaarzen en toen ik haar in de menigte zag staan, voelde ik weer die steek van jaloezie in mijn buik omdat ze goddomme nog mooier was dan ik me had herinnerd. Ik voelde me meteen under dressed en sjofel met mijn jeans en Adidas-gympen (hoewel die nieuw waren, de blauwe Gazelles die ik altijd al wilde heb ben!). Toen draaide ze zich om, haar ogen fixeerden zich op de mijne en er verscheen een enorme grijns op haar gezicht. Ze verontschuldigde zich bij de twee schatjes met wie ze was en liep door de uiteenwijkende menigte als een filmster uit de 20
140x215_AWB_St_De pier.indd 20
04-01-17 10:46
jaren zestig op me af. Francesca Howe. Frankie. Mijn beste vriendin. En op slag leek iedereen in de achtergrond te ver dwijnen, alsof ze allemaal in zwart-wit waren en zij in kleur. ‘Sophie! O mijn god, het is niet te geloven! Hoe gaat het met je?’ riep ze met schrille stem terwijl ze op en neer sprong en opgewonden met haar armen zwaaide. Ik denk dat ze toeter was, hoewel het pas halfnegen was. Ze kon nooit goed tegen drank. Ze trok me in een woeste omhelzing en dompelde me in de zware wolk van ysl Paris, haar kenmerkende geurtje, zelfs al toen we op school zaten. Mijn neus werd in de schou der van haar oude bontjas gedrukt. Die rook muf, naar mot tenballen en tweedehandswinkels. Ze duwde me van zich af tot een armlengte afstand, zodat ze me kon bekijken. ‘Wow, je ziet er heel anders uit. Onge looflijk,’ zei ze en ik wist dat ze mijn highlights, mijn gewaxte wenkbrauwen en mijn contactlenzen in zich opnam. ‘En wat ben je lang geworden! Ik voel me zo klein,’ lachte ze. Ik wilde niet bekennen dat ik mij naast zo’n teer poppetje als zij log voelde. Ze is zo klein als Kylie Minogue maar heeft giganti sche borsten. Ik was op school altijd jaloers op haar boezem. Ik ben nog steeds zo plat als een strijkplank. ‘Hoe lang is het geleden?’ Ze trok een perfect geëpileerde wenkbrauw op terwijl ze nadacht over hoeveel jaar er verstre ken moest zijn sinds ze onze school had verlaten. Ik weet dat nog precies. Het was 1993, vier jaar geleden. ‘Zo lang?’ zei ze toen ik het haar vertelde. Ze was weggegaan aan het eind van de vierde klas. Haar ouders haalden haar van ons slecht presterende atheneum pje en stuurden haar voor haar eindexamen naar een chique kostschool in Bristol. We hadden elkaar beloofd contact te houden en dat deden we ook een tijdje, maar ze kwam steeds minder vaak naar huis. Uiteindelijk begon ik te vrezen dat mijn brieven slaapverwekkend provinciaal en onnozel zou den lijken vergeleken met het spannende leven dat zij met de 21
140x215_AWB_St_De pier.indd 21
04-01-17 10:46
Millicents en Jemima’s van deze wereld leidde in de grote stad Bristol. Hoe kon de simpele woonwijk waar ik met mama en Daniel woonde – en nog steeds woon nu ik terug ben van de universiteit – zich daar ooit mee meten? De correspondentie bloedde uiteindelijk dood en ik zag haar niet meer terug tot we van school gingen. We zagen elkaar die zomer een paar keer, maar er was wat spanning tussen ons sinds ik was aan genomen op Warwick en Frankie toelatingsexamen moest doen. Ze zei het natuurlijk niet, maar ik wist dat ze vond dat het andersom moest zijn, met die particuliere opleiding van haar. Terwijl ik de eerste in mijn familie was die naar de uni versiteit ging. Ik had gedacht dat ik Frankie in de vakanties zou zien, maar ze kwam zelden naar huis. Ik kwam haar moeder een keer tegen in de supermarkt en die vertelde me dat Frankie ‘en een paar rijke vriendinnetjes van haar opleiding’ een huis had den gehuurd waar ze het hele jaar door konden wonen en niet alleen tijdens de studiesemesters. Maria leek er niet blij mee en liet zich ontvallen dat het een idee van Frankies vader was, en dat hij haar altijd verwende. Ik heb het Frankie nooit kwalijk genomen dat ze wegbleef, niet echt. Als ik ergens an ders naartoe had gekund in de vakanties, was ik hier ook niet teruggekomen. Soms vroeg ik me af of ze wegbleef omdat terugkomen te pijnlijk was. Het herinnerde haar – ik herinnerde haar – aan wat er met Jason was gebeurd toen we zestien waren. Onze vriendschap was na die zomer nooit meer hetzelfde. We kon den altijd over alles praten maar opeens konden we het niet over hem hebben, omdat alleen al het noemen van zijn naam het vreselijke dat we hadden gedaan verwoordde. ‘Hoe was het in Warwick?’ ging ze verder. ‘Jij was altijd al de knappe kop. Je hebt toch Engelse literatuur gedaan? Dat wilde je altijd al.’ Ik knikte. Ik begon me ongemakkelijk te voelen bij al haar 22
140x215_AWB_St_De pier.indd 22
04-01-17 10:46
aandacht. Dat was het probleem met Frankie. Ze had een aangeboren manier om je het gevoel te geven dat je de be langrijkste persoon in haar wereld was. ‘En jij?’ Ze maakte een afwerend gebaar met haar hand. Haar nagel lak was lichtblauw, als een lijk. ‘Ik ben uiteindelijk op Cardiff aangenomen. Heb Business Studies gedaan.’ Ze haalde haar schouders op. ‘Dat wilde mijn vader.’ ‘Wat goed,’ zei ik, maar ik dacht: wat saai. ‘Blijf je deze zo mer hier?’ Ze haakte haar arm door de mijne. ‘Ja. Papa wil dat ik car rière maak in het hotelmanagement.’ Ze gooide haar hoofd in haar nek en lachte. ‘Stel je voor. En jij?’ Haar stem klonk bekakter dan vroeger, meer afgemeten, alsof de kostschool al die harde r’en van West Country had weggevijld. ‘Ik weet het niet. Ik ben aan het solliciteren. Ik wil graag bij een uitgeverij werken.’ Ik wilde haar niet vertellen dat ik ’s avonds werd bekropen door twijfels over of ik ooit een fat soenlijke baan zou vinden, of ik ondanks mijn ‘goed stel her sens’ net zoals mijn moeder en broer voor de rest van mijn leven vast zou blijven zitten in Oldcliffe en met die griezel Stan in de vettige snackbar bij het strand zou werken. Dat zou Frankie niet overkomen. Ik had het weliswaar be ter gedaan bij mijn examens en was naar een gerenommeerde universiteit gegaan, maar dat betekende niets. Niet als je ou ders goed in de slappe was zaten en massa’s geld in je staken, zoals die van Frankie. Die drie jaar in Warwickshire waren misschien mijn enige kans geweest om uit deze plaats weg te komen. ‘Ah, ik heb je gemist, Soof,’ zei ze, opeens ernstig, terwijl ze me liefdevol aankeek. ‘Het was niet hetzelfde, school zonder jou.’ Dat was ik met haar eens. Het gewicht van haar afwezigheid drukte zwaarder op me dan ik me wilde herinneren. Ze was mijn eerste echte vriendin. Mijn enige boezemvriendin. 23
140x215_AWB_St_De pier.indd 23
04-01-17 10:46
Ze sleepte me mee naar de bar, trok een stapeltje geld te voorschijn en bestelde twee glazen Diamond White-cider. Daarna praatten we het volgende uur honderduit over de jaren die we gemist hadden, over de muziek die we goed vonden, onze favoriete bandjes. We hadden meestal dezelfde smaak. En terwijl we kletsten, vielen die afgelopen drie jaar weg en was het alsof ik haar gisteren nog had gezien. Ze ver telde me over een nieuwe club in de hoofdstraat, The Base ment, waar indiemuziek gedraaid werd, en beloofde me dat we er samen heen zouden gaan, en voor ik het wist kondigde het personeel de laatste ronde aan. Ik keek om me heen of ik Helen zag, de vriendin met wie ik was gekomen, maar die was allang weg. Frankie bestelde nog twee Diamond Whites en toen we proostten met de flesjes zei ze: ‘Cheers, Soof! Op onze laatste leuke zomer. Nog één zomer voor we de echte wereld in moeten, waarin we volwassen moeten zijn, met ba nen en verantwoordelijkheden.’ We gingen niet meteen naar huis. We zigzagden naar het strand, arm in arm, giechelend en aangeschoten van de over vloedige Diamond White. We gingen op de zeewering zitten en keken hoe het water tegen onze voeten klotste. De lucht was nog steeds vochtig na een warme dag. We konden niet ophouden met praten. Ik kwam pas rond middernacht thuis en nu kan ik niet sla pen omdat ik te opgewonden ben. Ze is terug. Mijn beste vriendin is terug. Ik heb haar ontzet tend gemist. Ik had plezier op de universiteit en heb er een paar fantastische vrienden opgedaan. Maar niemand kan aan haar tippen. Ze komt voor in mijn dierbaarste jeugdherinneringen: hoe ze me leert rolschaatsen; logeerpartijtjes op haar knusse zol derkamer in het hotel van haar ouders; brunchen in hun eet zaal met uitzicht op zee (weer eens wat anders dan met een bordje op schoot voor de tv, zoals mama, Daniel en ik doen); 24
140x215_AWB_St_De pier.indd 24
04-01-17 10:46
blikjes bier drinken op de pier; dansjes op Madonna en Five Star bedenken in mijn (veel kleinere) slaapkamer; achter in het klaslokaal giechelen om meneer Marrows toupet. En ze komt voor in mijn ergste. Dat is de keerzijde als je iemand zo lang kent als ik Frankie ken. Maar daar laat ik mijn stemming niet door bederven, ik zweef nog steeds. Dit wordt de leukste zomer aller tijden!
25
140x215_AWB_St_De pier.indd 25
04-01-17 10:46
140x215_AWB_St_De pier.indd 26
04-01-17 10:46
Vrijdag
140x215_AWB_St_De pier.indd 27
04-01-17 10:46
140x215_AWB_St_De pier.indd 28
04-01-17 10:46
3 Frankie De lucht is grijs en drukkend als ik door het centrum van Oldcliffe-on-Sea rijd en de wolken hangen zo laag dat ik het gevoel heb dat ik ze kan aanraken. Links van me is het zand bruin als modder en de zee heeft de kleur van vuil afwaswater en is zo ver weg dat ik mijn ogen moet samenknijpen om te kunnen zien waar de kust eindigt en de golven beginnen. Op het strand lopen hier en daar een paar eenzame figuren met regenlaarzen aan; hun jassen worden door de wind dicht te gen hun rug gedrukt terwijl ze stokken gooien voor magere, natte honden. Ik passeer wat ooit het buitenzwembad was, waar we als kind meestal de zomer doorbrachten. Mijn vader heeft ons daar leren zwemmen. Het is nu dichtgetimmerd en verlaten en ziet er treurig uit, als een geliefde wier minnaar niet is komen opdagen bij een date. De Grand Pier, wat verderop aan de kust, is nauwelijks veranderd met zijn weelderige artdecofaçade en felrode belettering. Aan de andere kant van de straat rijzen de victoriaanse ho tels en pensions op, met uitzicht op zee. Ik passeer ons voor malige hotel, waarin ik ben opgegroeid; de zuurstokroze mu ren hebben nu een wat chiquere kobaltblauwe kleur. Het centrum is enigszins opgeknapt – tussen de discount winkels en goedkope eettenten zijn een paar wat duurdere ca fés en hippe restaurants opgedoken – maar het stadje is voor het grootste deel onveranderd gebleven, alsof de tijd ergens 29
140x215_AWB_St_De pier.indd 29
04-01-17 10:46
halverwege de jaren vijftig is blijven stilstaan. Helaas zijn de amusementshallen er nog steeds, met hun lawaaiige, irritante muziek en felle, flitsende lichten. We waren er als kind gek op. We spendeerden als ons zakgeld aan de speelautomaten. Ik stel me voor dat de stad net als vroeger ’s zomers bruist: vol toeristen, stelletjes die langs de zeereep wandelen, kin deren die zandkastelen bouwen, gepensioneerden die met een thermoskan thee en zelfgemaakte sandwiches op bankjes over de zee uitkijken, verliefde tieners die elkaars hand vast houden in het reuzenrad. Vandaag is het net een spookstad. Vandaag brengt hij elke ongewenste herinnering aan het ver leden terug die ik ooit heb gehad. Ik rijd weg uit het stadscentrum en volg de kustweg naar links. En dan zie ik hem. Het victoriaanse reliek rijst op uit de woelige zee als een wegrottend monster met stalen pijlers die eruitzien alsof ze elk moment kunnen bezwijken onder zijn gewicht. De oude pier. De plaats waar jij verdween. Jij hield van de pier maar ik had er een hekel aan. En nu haat ik hem nog meer. Wanneer ik hem nader, zie ik duidelijk dat hij nog meer vervallen is dan toen ik wegging. Als ik nog verder doorrijd, kom ik bij de grote woonwijk waar Daniel en jij op groeiden. Het is me allemaal nog steeds vertrouwd, alsof ik er een kaart van in mijn brein heb getatoeëerd. Ik zet mijn Range Rover in een parkeerhaven, zet de mo tor af en kijk naar de pier, laat me overspoelen door herinne ringen aan al die keren dat we er als tieners heen gingen met Jason en Daniel en zijn vrienden. De pier ging in 1989 dicht voor publiek maar daar trokken wij ons niets van aan. Het was een fantastische hangplek buiten het centrum, een plek waar we konden zitten en ongestoord ons Red Stripe-bier konden drinken, luisterend naar Blur en Oasis op mijn draagbare cdspeler. We hoedden ons ervoor te ver de pier op te lopen en gingen al helemaal nooit naar het verlaten paviljoen aan het einde. We hadden in de kroegen spookverhalen horen fluis 30
140x215_AWB_St_De pier.indd 30
04-01-17 10:46
teren: de bouwvakker die van het paviljoen was gevallen en daar nu ’s nachts rondwaarde; de vrouw in victoriaanse nacht kleding die zich met haar pasgeboren baby in zee had gestort nadat haar man haar had verlaten. We betwijfelden of die ver halen waar waren, maar we vonden het toch leuk om elkaar er bang mee te maken. Nu is de pier afgesloten en verlaten, met een groot bord aan de ingang waar in het rood gevaar: niet betreden op staat, hoewel je nog steeds gemakkelijk door het provisorische hek zou kunnen kruipen; als dat er in onze tijd had gestaan, hadden we dat zeker gedaan. Ik blijf nog even zitten, luister naar het tikken van de regen op het dak en de voorruit en kijk naar de golven die zich als dolle honden met schuim op de bek woedend op de kust werpen. Op de weg omlaag stopte ik bij het benzinestation aan de rand van de stad. Het is niet meer een Elf-pomp zoals in onze tijd, Soof, het is nu een Shell. Bij de ingang ston den krantenrekken. menselijke resten aangespoeld op strand stond er in koeienletters op de voorpagina van het plaatselijke sufferdje. Dat leek op de een of andere manier zo onpersoonlijk, zo verkeerd, om in die woorden over jou te spreken. Ik zal nooit vergeten dat je vermist raakte. De volgende dag sloeg je moeder alarm toen ze besefte dat je helemaal niet thuis was geweest. Ze dacht aanvankelijk dat je bij mij of Helen was blijven slapen, dus wachtte ze heel lang, en nadat ze al je vriendinnen tevergeefs had gebeld, belde ze de poli tie. Toen was er al bijna vierentwintig uur verstreken sinds je voor het laatst was gezien. De politie ondervroeg ons al lemaal, de kustwacht zocht een paar dagen, maar je was sim pelweg verdwenen. Niemand begreep het. Het enige wat er werd gevonden, was je sportschoen aan de rand van de oude pier. Daarna bloedde het onderzoek dood. De politie was er duidelijk van overtuigd dat je van de pier was gevallen en was verdronken. Er was geen officiële uitspraak. Je familie heeft 31
140x215_AWB_St_De pier.indd 31
04-01-17 10:46
nooit om een onderzoek gevraagd, dus ben je nog steeds een ‘vermist persoon’. En nu… de krantenkop flitst weer op voor mijn ogen en ik knipper hem weg. Ik moet gaan. Het is bijna drie uur en ik kan mijn ontmoe ting met Daniel niet langer uitstellen. Met tegenzin start ik de motor en ik wil net wegrijden als iets op de pier mijn aan dacht trekt. Een figuur leunt zo ver over de reling dat het lijkt alsof hij elk moment in de onstuimige zee kan duikelen. Het is slechts een donker silhouet, maar met het lange haar dat tegen een hartvormig gezicht zwiept, lijkt het een vrouw. Ze lijkt op jou. Mijn maag krimpt samen. Jij kunt het niet zijn. Het kan niemand zijn. De pier is afgesloten, het plankier is rot en zit vol gaten. Niemand kan nu over die pier lopen zon der door het plankier te zakken. Opeens breekt een lage zon door de grijze wolken; hij schijnt op de pier en verblindt me bijna. Ik moet mijn ogen dichtdoen, zwarte vlekjes zwemmen achter mijn oogleden. Als ik ze weer opendoe, is de lucht weer grijs en is de pier leeg. Het is gewoon het licht dat mij in de luren legt. Het vakantieappartement ligt hoog op de top van het klif met uitzicht op de pier. Mijn mond is droog als ik rechts afsla. Ik rijd niet meer over de kustweg maar omhoog door de steile Hill Street; mijn auto neemt de gaten in het wegdek moeite loos. De weg wordt weer vlak en ik kruip langs de stoeprand tot ik Beaufort Villas zie, een wit en citroengeel victoriaans appartementenblok met reusachtige erkers en gedecoreerde, puntige dakkappellen. Het staat in een rijtje van bijna iden tieke gebouwen in crèmekleuren, als misprijzende tantes op hun paasbest, tegenover Oldcliffe Bay en met uitzicht op de oude pier. Dit deel van de stad is altijd wat deftiger geweest, met zijn herenhuizen en privéparkeerplaatsen, ondanks de nu vervallen pier. 32
140x215_AWB_St_De pier.indd 32
04-01-17 10:46