9789044536386

Page 1

Karl Ove KnausgĂĽrd

Lente De vier seizoenen 3 Met illustraties van Anna Bjerger

Uit het Noors vertaald door Marin Mars

de geus

Lente.indd 5

20-2-2017 13:45:02


6

Lente.indd 6

20-2-2017 13:45:06


EEN

7

Lente.indd 7

20-2-2017 13:45:07


Lente.indd 8

20-2-2017 13:45:07


#

Je weet niet wat lucht is, toch adem je. Je weet niet wat slaap is, toch slaap je. Je weet niet wat nacht is, toch lig je erin. Je weet niet wat een hart is, toch klopt het regelmatig in je borst, dag en nacht, dag en nacht, dag en nacht. Je bent drie maanden en je bent als het ware gewikkeld in routine, alle dagen lig je als het ware op een bedje van hetzelfde, want je hebt geen cocon zoals de larven, je hebt geen buidel zoals de kangoeroes, je hebt geen winterhol zoals de dassen en de beren. Je hebt het flesje met melk, je hebt de commode met de luiers en de babydoekjes, je hebt de kinderwagen met het kussentje en het dekbed, je hebt de grote, warme lichamen van je ouders. Hierdoor omringd groei je zo langzaam dat niemand het merkt, jijzelf al helemaal niet, want eerst groei je naar buiten, door wat je om je heen hebt te grijpen en vast te leggen, met je handen, met je mond, met je ogen, met je gedachten, die daardoor worden geschapen, en pas als je dat een paar jaar hebt gedaan en de wereld tot stand is gebracht, begin je dat wat grijpt te ontdekken en groei je ook naar binnen, naar jezelf. Hoe is de wereld voor een pasgeboren kind? Licht, donker. Koud, warm. Zacht, hard. 9

Lente.indd 9

20-2-2017 13:45:07


De hele batterij aan spullen in een huis, al het zinvolle dat door de relaties in een gezin wordt gecreĂŤerd, al de betekenis waar de mensen in wonen, is onzichtbaar, niet in het donker verscholen, maar in het licht van het ongedifferentieerde. Iemand vertelde me ooit dat heroĂŻne zo fantastisch is omdat de gevoelens die erdoor worden opgewekt, verwant zijn aan de gevoelens die we als kind hebben, wanneer overal voor wordt gezorgd, die totale geborgenheid waar we dan in leven, die zo fundamenteel goed is. Wie die roes heeft ervaren, wil dat weer, want die weet dat het bestaat en dat het mogelijk is. Het leven dat ik leid, is door een afgrond van het jouwe gescheiden. Het is vol problemen, conflicten, plichten, dingen die moeten worden geregeld, gedaan, gefikst, vol verlangens die moeten worden vervuld, verlangens waaraan niet kan worden voldaan, wat pijnlijk kan zijn, en dat alles in een voortdurende stroom waarin bijna niets stilstaat maar alles in beweging is, en waar alles moet worden gepareerd. Ik ben zesenveertig, en ik denk dat het leven uit gebeurtenissen bestaat die gepareerd moeten worden. En dat het bij de momenten van geluk altijd om het tegenovergestelde daarvan gaat. Wat is het tegenovergestelde van pareren? Dat is niet regrediĂŤren, dat is niet jouw wereld van licht en donker, warmte en koude, zacht en hard opzoeken. Dat is ook niet het licht van het ongedifferentieerde, het is niet de slaap of het rusten. Het tegenovergestelde 10

Lente.indd 10

20-2-2017 13:45:07


van pareren is scheppen, maken, iets toevoegen wat nog niet bestond. Jij bestond nog niet. Het woord ‘liefde’ gebruik ik niet vaak, het lijkt te groot in verhouding tot het leven dat ik leid, in verhouding tot de wereld die ik ken. En ik ben opgegroeid in een cultuur die voorzichtig was met woorden. Mijn moeder heeft nooit gezegd dat ze van me houdt en ik heb nooit gezegd dat ik van haar hou. En zo is het met mijn broer ook. Als ik tegen mijn moeder of mijn broer had gezegd dat ik van ze hield, zouden ze verbijsterd zijn geweest. Ik zou een last op hun schouders hebben gelegd, de balans tussen ons op brute wijze hebben verstoord, zo’n beetje alsof ik dronken op een doop had rondgewaggeld. Toen jij werd geboren wist ik niets van jou, toch werd ik met gevoelens voor jou vervuld, eerst waren ze overweldigend, want een geboorte is overweldigend, ook voor degene die toekijkt – het is alsof alles in de kamer zich verdicht, alsof er een zwaartekracht ontstaat die alle betekenis naar zich toe trekt, zodat die een paar uur lang alleen daar bestaat, en vervolgens worden ze steeds minder heftig, als het ware ingebed in het leven van alledag, verdund met al de uren waarin niets voorvalt, maar toch altijd aanwezig. Ik ben je vader en je kent mijn gezicht, mijn stem en de manieren waarop ik je vasthoud, maar afgezien daarvan kan ik voor jou wie dan ook zijn, vol van wat dan ook. Mijn eigen vader, jouw grootvader, die dood 11

Lente.indd 11

20-2-2017 13:45:07


is, bracht zijn laatste jaren bij zijn moeder door, en hun bestaan was onbarmhartig. Hij was aan de drank en was geregredieerd, hij kon niets meer pareren, hij had nergens meer grip op, zat alleen maar te drinken. En het was geen toeval dat hij dat bij zijn moeder deed. Zij had hem gebaard, zij had voor hem gezorgd en hem van hot naar her gedragen, erop toegezien dat hij warm en droog was en zijn buikje vol had. De band die hierdoor tussen hen was ontstaan, was nooit verbroken. Hij heeft het geprobeerd, dat weet ik, maar het lukte hem niet. Daarom was hij daar. Daar kon hij ten onder gaan. Hoe ziek dit ook was, hoe afstotelijk dit ook was, het was ook liefde. Ergens diep van binnen was er liefde, de onvoorwaardelijke liefde. Destijds had ik geen kinderen, dus kende ik dit niet. Ik zag alleen het afstotelijke, de onvrijheid, de regressie. Nu ken ik het wel. Liefde is veel en het meeste ervan is vluchtig, verbonden met alles wat er gebeurt, alles wat komt en gaat, alles wat ons eerst vult en dan leegmaakt, maar de onvoorwaardelijke liefde is constant, ze gloeit zachtjes een leven lang, en ik wil dat je dat weet, dat ook jij daarin geboren bent en dat je erdoor omringd zult zijn, wat er ook gebeurt, zolang je moeder en ik leven. Misschien wil je er niets van weten. Misschien wil je je ervan afkeren. En op een dag zul je begrijpen dat dat niets uitmaakt, dat dat niets verandert, dat de onvoorwaardelijke liefde de enige liefde is die niet bindt, maar vrijmaakt. Dat wat bindt, is iets anders, dat is een andere vorm 12

Lente.indd 12

20-2-2017 13:45:07


van liefde, minder puur, meer versmolten met degene die liefheeft, en die liefde heeft meer kracht, die kan alles overschaduwen en zelfs verwoesten. Dan moet ze worden gepareerd. Ik weet niet hoe je leven zal zijn, ik weet niet hoe het ons zal vergaan, maar ik weet hoe jouw leven is, en hoe we het nu maken, en aangezien je je hier niets van zult herinneren, nog niet het kleinste dingetje, zal ik je een dag uit ons leven vertellen, de eerste lente dat je erbij was. Je had dun haar, in het licht zag het er rossig uit en het groeide ongelijkmatig; op je achterhoofd was een ronde plek waar helemaal geen haar zat, waarschijnlijk omdat het de hele tijd ergens tegenaan drukte, kussens en dekens, banken en stoelen, maar ik vond het toch vreemd, want je haar was toch geen gras dat alleen groeide waar de zon scheen en de lucht stroomde? Je gezicht was rond, je mond was klein, maar je lippen waren verhoudingsgewijs vol, en je ogen waren rond en verhoudingsgewijs groot. Je sliep in een spijlenbedje aan de ene kant van het huis, met een mobile vol Afrikaanse dieren boven je, terwijl ik in een bed naast je sliep, want dat was mijn taak, ’s nachts op je passen, aangezien je moeder een slechte slaper was, terwijl ik diep sliep, als een kind, ongeacht wat er om me heen gebeurde. Soms werd je ’s nachts wakker en schreeuwde je omdat je honger had, maar aangezien ik niet wakker werd of je alleen heel uit de verte hoorde, leerde je op de harde manier dat je niets hoefde te verwachten als het donker was, zodat je 13

Lente.indd 13

20-2-2017 13:45:07


al na een paar weken de hele nacht doorsliep, vanaf het moment dat je ’s avonds rond zessen in bed werd gelegd tot je ’s ochtends rond zessen wakker werd. Die dag begon als alle andere. Je werd in het donker wakker en begon te schreeuwen. Hoe laat was het? Ik zocht op de tast naar mijn mobiel, die moest op de vensterbank vlak boven mijn hoofd liggen. Daar was hij. Het licht van het schermpje, dat niet groter was dan mijn hand, vulde bijna de hele donkere kamer met een vaag schijnsel. Tien over half zes. ‘O, dat is vroeg, meisje’, zei ik en ik ging rechtop zitten. Door de beweging begon het in mijn borst te ratelen en te ruisen en ik moest even flink hoesten. Jij was stil geworden. Ik zette de twee stappen naar het spijlenbedje en boog me over je heen, pakte je aan weerszijden van je kleine borstkas vast en tilde je op, drukte je tegen mijn bovenlichaam, met mijn ene hand onder je nek en achterhoofd, hoewel je je hoofd nu zelf recht kon houden. ‘Hé, hallo’, zei ik. ‘Heb je lekker geslapen?’ Je ademde rustig en drukte als het ware je wang tegen mijn borst. Ik droeg je de gang door naar de badkamer. Door het raam zag ik in het oosten een streepje licht vlak boven de horizon, roodachtig tegen de zwarte hemel en het zwarte land. Het was koud in huis, het was een heldere nacht 14

Lente.indd 14

20-2-2017 13:45:07


geweest en de temperatuur moest zijn gedaald, maar gelukkig had de droogtrommel die nacht gedraaid en iets van de warmte ervan, die soms bijna tropisch was, hing er nog. Ik legde je voorzichtig op de commode die ingeklemd stond tussen de badkuip en de wastafel, en moest opnieuw hoesten. Er kwam een slijmklodder los in mijn keel, ik spuugde hem uit in de wasbak, deed de kraan open om hem weg te spoelen, zag hoe hij tegen het metalen wandje van het putje bleef liggen, glad en taai, terwijl het water aan beide kanten eroverheen stroomde, voordat hij langzaam naar één kant begon te glijden en toen, opeens, als uit eigen beweging, in de afvoer verdween. Ik wierp een korte blik in de spiegel boven de wasbak, mijn eigen maskerachtige gezicht staarde me aan, draaide de kraan dicht en boog me over je heen. Je keek naar me. Als je ergens aan dacht, kon dat niet met woorden of begrippen zijn, kon het niet iets zijn wat je formuleerde, alleen iets wat je voelde. ‘Daar is hij’, voelde je misschien als je naar me keek, en dit gezicht dat je kende, bracht een hele rits andere gevoelens met zich mee, verbonden met wat ik gewoonlijk met je deed en op welke manier. Veel in jou moest vaag en open zijn, zoals de veranderingen in het licht aan de hemel, maar af en toe moest alles bij elkaar komen en iets duidelijks en onontkoombaars worden, dat waren de elementaire lichamelijke gevoelens, de stroom van honger, de stroom van dorst, de stroom van moeheid, de stroom van het te koude en het te warme. Dat waren de keren dat je begon te huilen. 15

Lente.indd 15

20-2-2017 13:45:07


‘Waar denk je aan?’ vroeg ik om je een beetje af te leiden toen ik de eerste knoopjes van je witte pyjamaatje losmaakte. Maar desalniettemin begon je onderlip te trillen. Ik tikte met mijn wijsvinger tegen de staart van een van de kleine houten vliegtuigjes die boven de commode hingen, zodat het begon te draaien. Toen deed ik hetzelfde met het volgende en met weer het volgende. ‘Je gaat me toch niet vertellen dat je vandaag weer in dat oude trucje trapt?’ vroeg ik. Maar jawel hoor. Met grote ogen staarde je naar alle bewegingen in de lucht terwijl ik je pyjamaatje uittrok. Toen ik het in de wasmand stopte, klonken er voetstappen boven ons hoofd. Dat moest je jongste zus zijn, want de oudste sliep altijd zo lang ze kon, en je broer was waarschijnlijk al op. Ik trok de plakstrips van de luier los en deed hem uit. Hij was zwaar, voelde ik toen ik hem naar de vuilnisbak droeg, op de onverwachte manier waarop luiers zwaar kunnen zijn, aangezien het materiaal een verwachting van lichtheid schept. Ik hield van de zwaarte, die zei me dat alles in orde was, dat je lichaam naar behoren functioneerde. Verder ging hier immers alles kapot, van de tl-buis boven het fornuis, die meer dan een jaar geleden eerst was begonnen te flikkeren, het vervolgens helemaal niet meer deed, en nog steeds onbruikbaar in zijn houder zat, tot de auto die plotseling boven een bepaalde snelheid was gaan schudden en die door een bergingswagen was opgehaald en naar een garage gebracht – om nog maar niet te spreken van al het eten dat beschimmelde of bedierf, knopen van overhem16

Lente.indd 16

20-2-2017 13:45:07


den die afvielen of ritsen die vastliepen, de afwasmachine die het niet meer deed of de afvoer van de gootsteen die ergens in de tuin verstopt was geraakt, waarschijnlijk door gestold vet, zoals de loodgieter zei toen hij hier was om hem te maken. Maar de kinderlijven hier in huis, zo glad en zacht aan de buitenkant, en aan de binnenkant zo oneindig veel gecompliceerder dan welke machine of mechanische constructie ook, hadden altijd perfect gefunctioneerd, hadden nooit de geest gegeven, waren nooit kapotgegaan. Ik deed je een schone luier om, rekte een rompertje van boven wat uit en trok het over je hoofd. Je bewoog je benen en armen, langzaam en reptielachtig. Ik tilde je op en droeg je naar de keuken waar je jongste zus ook net binnenkwam, op blote voeten en met kleine ogen van de slaap. ‘Goedemorgen’, zei ik. ‘Heb je lekker geslapen?’ Ze knikte. ‘Mag ik haar vasthouden?’ ‘Ja, prima’, zei ik. ‘Dan maak ik een beetje melk. Ga maar op de bank zitten.’ Ze ging op de keukenbank zitten en ik gaf jou aan haar. Terwijl ik water in de knalgele waterkoker goot, het melkpoeder en de fles pakte, zes lepels afmat en het lauwe water erbij goot, was je, half zittend, half liggend op haar schoot met je beentjes aan het spartelen. ‘Volgens mij is ze heel blij’, zei je zus en ze nam een van je vuistjes in de hare, die opeens groot leken. Ze was negen en dacht meer aan anderen dan aan zich17

Lente.indd 17

20-2-2017 13:45:07


zelf, dat was een karaktertrek van haar en ik vroeg me vaak af waar die vandaan kwam. Ze was een lichte ziel, het leven stroomde door haar heen zonder veel obstakels te ontmoeten en misschien kwam het doordat ze niet aan zichzelf twijfelde, geen vraagtekens zette bij zichzelf, dat wat ze was als het ware geen kracht of inspanning vroeg, zodat er in haar veel ruimte voor anderen was. Als ik boos werd en ook maar een beetje mijn stem verhief, reageerde ze heel heftig, begon zo vertwijfeld te huilen dat ik het niet kon verdragen en meteen probeerde alles terug te nemen, meestal in een van de vele hoekjes van het huis, die ze opzocht om alleen te zijn met haar verdriet. Maar dat gebeurde bijna nooit, ten eerste omdat ze bijna nooit iets verkeerds deed, en ten tweede omdat voor haar de consequenties zo groot waren. ‘Ja, leuk hè’, zei ik, en ik draaide de dop erop, boog met mijn duim de zachte speen opzij zodat het niet zou spatten, en schudde de fles. In het oosten was de rode streep gegroeid en de kleur was niet meer zo geconcentreerd, het leek alsof ze was verdund, terwijl de hemel erboven bleker was geworden. Het land dat zich naar alle kanten vlak uitstrekte, was nog niet begonnen het licht te reflecteren, en de bomen in de tuin ook niet, ze zogen het daarentegen op een bepaalde manier op waardoor het zwart langzaam werd vervuld met grijzige korrels die als het ware vol duisternis zaten. ‘Wil je haar de fles geven?’ vroeg ik. Ze knikte. ‘Maar ik moet eerst naar de wc.’ 18

Lente.indd 18

20-2-2017 13:45:07


Ik nam je op mijn arm en liep naar de woonkamer, waar je broer op de bank een computerspelletje lag te spelen. Hij had een groene pyjama aan die te klein was en zijn haar zat in de war. ‘Ha, ben je hier’, zei ik. ‘Ben je al lang op?’ ‘Ja’, zei hij met zijn ogen op het scherm gericht. ‘Je weet dat je ’s ochtends geen spelletjes mag spelen?’ ‘Ja’, zei hij. Hij keek me aan met een glimlach. Jij staarde naar de lamp in de boekenkast. ‘Maar er is niets te doen’, zei hij. ‘Je kunt gaan lezen’ zei ik. ‘Dat is saai’, zei hij. ‘Je kunt je ook aankleden’, zei ik en ik ging zitten. ‘Maar dat vind je misschien ook saai?’ ‘Ja’, zei hij lachend. ‘Alles is saai!’ Ik legde je op mijn schoot met je achterhoofd op mijn knieën die ik optilde zodat je bijna in zittende houding was en ving je blik. Je sloeg met je armen en kwam met een gorgelend geluid. ‘Waar dacht je nou aan?’ vroeg ik. Je staarde me enthousiast aan. ‘Weet je wat we vandaag gaan doen?’ vroeg ik. Je leek je hoofd te willen bewegen maar je had het niet helemaal onder controle en het viel iets opzij. ‘We gaan mamma opzoeken in Helsingborg’, zei ik. ‘We gaan erheen als we de rest naar school hebben gebracht.’ 19

Lente.indd 19

20-2-2017 13:45:07


‘Ik wil ook mamma opzoeken’, zei je broer en hij krulde zich naast ons op. Je staarde me nog steeds met opengesperde ogen aan. Zo zaten we gewoonlijk een paar keer per dag, het was een soort training, en het was ontstaan uit angst, want toen je net geboren was, kreeg ik niet echt contact met je. De eerste maand dat je leefde, sliep je bijna de hele tijd en als je niet sliep keek je meestal weg. Dat kende ik niet van je zussen en broer; integendeel, ik meende me te herinneren dat ze mijn blik met open, nieuwsgierige ogen hadden beantwoord. Dat contact was me altijd bijgebleven, aangezien het was alsof ik hen toen zag, degene die ze waren, alsof ze als het ware in hun ogen zichtbaar werden. Als hun innerlijk een bos van niet-onderscheiden gevoelens was, waren deze momenten een onverwachte open plek. In jouw ogen zag ik dat niet, jij was als het ware nooit in je blik aanwezig, en dat beangstigde me. Ik dacht dat er iets mis was. Ik dacht dat je misschien een hersenbeschadiging had of dat je misschien autistisch was. Ik zei niemand iets hierover omdat ik geloof dat als iets wordt uitgesproken, het waar wordt. Als het niet wordt uitgesproken, is het alsof het niet helemaal echt bestaat. En bestaat het niet helemaal echt, dan heeft het zich niet vastgezet, en heeft het zich niet vastgezet, dan kan het weer verdwijnen. Ik sluit met andere woorden mijn ogen voor wat onaangenaam is. Dit was meer dan onaangenaam, dit was een ramp. Je keek niet naar ons. Dat duurde een maand. Toen kwam je langzaam te20

Lente.indd 20

20-2-2017 13:45:07


voorschijn en was je steeds meer aanwezig in de ruimte en niet alleen in jezelf. En toen ik dat zag, dat je in je ogen tevoorschijn kwam en na verloop van tijd dat er ook blijdschap in zat, verdween mijn onrust. Je was een maand te vroeg geboren en daar kwam het wellicht door, je had die extra weken nodig voor jezelf. Maar door de schok was ik er extra op gebrand tegen je te praten, naar je te kijken, met je te babbelen, grapjes met je te maken. Ik was bang geweest dat je een hersenbeschadiging had of dat je autistisch zou zijn omdat je moeder toen ze van jou in verwachting was een keer sterke medicijnen had gehad. Ze was in nood en bij de medicijnen, die haar hielpen, was ook met jou rekening gehouden, dus er was geen reëel gevaar, maar voor alle zekerheid werd je op een speciale afdeling geboren waar je de eerste week in de gaten werd gehouden. Niets wees erop dat er iets mis was, je was zo gezond als een vis, maar toch, dat je onze blikken ontweek en het liefst wegkeek als we probeerden contact te krijgen, was iets waarvan het onmogelijk was ons er niet ongerust over te maken. Aan de andere kant wist ik hoe robuust en sterk baby’s waren en hoeveel er voor nodig was om ze uit de fysio­logische levensbaan die ze volgen, te krijgen. Dat bijvoorbeeld de verschillende gemoedstoestanden van de moeder invloed op hen hadden, als ze in de baarmoeder in het water van lichaamstemperatuur lagen te drijven, daar geloofde ik niets van. Hoewel ze in symbiose met haar leven, zijn ze ook autonoom, in zoverre dat de genetische codes volgens welke ze groeien, vanaf het e­ erste 21

Lente.indd 21

20-2-2017 13:45:07


22

Lente.indd 22

20-2-2017 13:45:10


moment duidelijk zijn. Dit wist men vroeger al, dit was volgens mij wat in het oude begrip ‘noodlot’ werd uitgedrukt: heel veel van wat er zal gebeuren, ligt bij de geboorte al vast. ‘We gaan binnenkort met zijn allen naar mamma’, zei ik. ‘Maar vandaag moet je naar school.’ ‘Maar als ik niet wil?’ vroeg hij. ‘Dan moet ik je erheen dragen’, zei ik. Op dat moment kwam je zus binnen en ze ging naast ons zitten, zacht en nog een beetje slaperig in haar bewegingen. ‘Als jullie thuiskomen, is grootmoeder er’, zei ik. ‘Echt?’ zei je zus. ‘Ja!’ zei je broer en hij keek me opeens enthousiast aan. ‘Mag ik bij haar slapen?’ ‘Ik denk dat dat wel mag’, zei ik. ‘Maar vanavond is Valborgsmässoafton. Dus dan blijven jullie sowieso wat langer op.’ ‘Gaat grootmoeder mee?’ ‘Dat weet ik niet’, zei ik en ik stond op. ‘Kunnen jullie haar even nemen? Dan neem ik een kop koffie.’ Je zus knikte en ik legde je op haar arm, gaf haar de fles die ze meteen in je mond stopte. ‘Haal me maar als er iets is’, zei ik en ik keek naar je broer. ‘Redden jullie het?’ ‘Natuurlijk’, zei je zus, ze ging te zeer op in haar taak om me aan te kijken. ‘Kom me maar halen als er iets is’, zei ik weer en ik liep naar de keuken, maakte een kop koffie, nam die mee 23

Lente.indd 23

20-2-2017 13:45:10


naar de hal, stapte in mijn schoenen en deed de deur open. De koele lentelucht vlijde zich als een film tegen mijn gezicht. De zon was nu boven de horizon gekomen. Het brandende oranje licht, zo duidelijk en geconcentreerd aan de hemel daarboven, werd door de enorme afstand verspreid en was hierbeneden als het ware opgelost in de lucht die licht en doorschijnend was en op alle oppervlaktes viel waar ze in vage kleuren werd gereflecteerd, behalve op de plekken waar de zonnestralen direct op schenen, zoals de top van de appelboom waar de half ontsproten bladeren glinsterden als spiegeltjes. Ik liep over het erf naar het huisje aan de andere kant dat ik als werkruimte gebruikte en waar ik kon roken. Toen we dit geheel kochten, was het een werkplaats geweest en hoewel ik alle wanden met boeken had bedekt, droeg het nog steeds het stempel daarvan, op een ondefinieerbare manier, het was als het ware ingericht met het oog op grofmotorische bewegingen die het verbonden met activiteiten buitenshuis, een beetje zoals een garage, iets wat kleden op de vloer of foto’s aan de muur niet konden verbloemen. Ik ging op de stoel in de hoek zitten. Er lag een stapel enveloppen met rekeningen op de tafel daar, die waren mijn slechte geweten, ik kwam er niet toe ze te betalen en wanneer ik het eindelijk deed, was dat altijd zo laat dat er al aanmaningen en incassodreigingen waren gekomen. Het was simpel, ik hoefde ze alleen maar te betalen, ik had het geld, maar toch lukte het me slechts met de grootst mogelijke inspanning. Boven op de stapel lag een 24

Lente.indd 24

20-2-2017 13:45:10


rekening van Kronofogden, dat was een ernstige zaak, als die niet werd betaald, kwamen ze aan de deur. Dat was toen we in Malmö woonden een keer gebeurd en een keer toen we hier woonden. O! Ik pakte de envelop, maakte hem open, legde de rekening op de tafel voor me, zette mijn Mac aan, ging naar de homepage van de bank, viste het boekje met pasjes uit mijn achterzak en legde ook dat op de tafel terwijl ik om me heen keek waar het codeapparaatje was. Daar lag het, op een boek van William Blake in de boekenkast vlak naast waar ik zat. Ik stak het pasje erin, tikte het wachtwoord in, voerde de code in op de homepage van de bank en kwam op de site waar je rekeningen kon betalen. Toen dat gebeurd was, nam ik een slok koffie en pakte het pakje sigaretten dat op de plank onder Blake lag, boven op een boek van Sven Nykvist dat Vördnad för ljuset heette en een boek van Klaus Mann dat ik nooit had gelezen. Ik had die boeken al zo lang en ze stonden al zo veel jaar op dezelfde plaats dat ik vertrouwd was met ze op een manier die eerder deed denken aan de vertrouwdheid die je voelt bij bloemen in de tuin dan bij boeken. Ik beperkte me tot het kijken ernaar – daar stonden de lelies, daar stonden de IJslandse saga’s, daar stonden de sneeuwklokjes, daar stond Jayne Anne Phillips – en als ik een van de boeken uit de kast trok en begon te lezen, was het alsof ik de bloemen mee naar binnen nam en ze apart in een vaas zette. Ik moest denken aan de keer dat ik aan mijn bureau 25

Lente.indd 25

20-2-2017 13:45:10


had zitten werken en ik achter me plotseling een klap hoorde. Met een ruk draaide ik me om. Er lag een boek op de grond, dat moest uit de boekenkast zijn gevallen. Maar hoe? Het had op een kaarsrechte plank gestaan, ingeklemd tussen andere boeken. Nieuwsgierig kwam ik overeind en liep naar de boekenkast. Zou het een beest kunnen zijn? Een muis of een rat? Nee. Want in de ruimte die het gevallen boek had achtergelaten, lag een slingerplant. Die was langs de buitenkant van de muur van het huis naar het dak geklommen, had daar in de dakconstructie zelf, tussen de balken en de planken, een doorgang onder de dakpannen gevonden, was vandaar langs de wand naar beneden gekropen, op de boekenkast gestuit en was tegen het boek gaan drukken, de roman American Psycho van Bret Easton Ellis, en had het oneindig langzaam van zijn plaats geduwd, millimeter voor millimeter, tot het die dag het punt had bereikt waarop de zwaartekracht er vat op kreeg en het met een harde klap twee meter lager op de grond was gevallen. Ik vind het nog steeds ongelooflijk. En een beetje eng, het blinde van de groeikracht; toen ik later de slingerplanten had weggehaald en ze als touwen uit hun kanalen had getrokken, vadem na vadem, ontdekte ik dat de stukken die onder het dak waren gegroeid, spierwit waren, zoals alles wat in het donker leeft. Ik boog me voorover en tikte op de rand van een kop het askegeltje van de sigaret. Vanwaar ik zat, kon ik het andere huis zien, zowel de ramen van de eetkamer als de 26

Lente.indd 26

20-2-2017 13:45:10


deur, en een soort denkbeeldig overzicht hebben over wat er zich daar afspeelde. De minuten die ik op deze manier stal, door je zus en je broer op je te laten passen, voelden echt zo, gestolen, onrechtmatig. Ik wist dat het goed zou gaan, dat er niets zou gebeuren, dus wat me dwarszat, terwijl ik achterovergeleund in de stoel voorzichtig inhaleerde om geen nieuwe hoestbui op te wekken, de rook uitblies en nog een slok van de koffie nam, was meer het gevoel dat het in andermans ogen fout was. Wat er zou gebeuren als er nu iemand kwam die mij hier zag zitten roken terwijl ik mijn jonge kinderen op de kleine baby liet passen. Wat ze dan zouden denken. Vorige zomer, een half jaar voor jouw geboorte, werd ik opgeroepen voor een gesprek met de kinderbescherming. Het was een routinekwestie, ze deden dat altijd als er gebeurde wat hier was gebeurd, maar het was me niet in de kouwe kleren gaan zitten en niet alleen omdat het vernederend was om in een kantoor te zitten en vragen van twee jonge vrouwen, beiden twintigers, over mijn kinderen en ons leven te beantwoorden, maar ook omdat het beschamend was aangezien het betekende dat wij als gezin de zone naderden waarin buitenstaanders het recht hadden zich ermee te bemoeien, het recht hadden raad te geven, zelfs het recht hadden het heft in handen te nemen. Zo ver zou het nooit komen, maar toch, dat stond er dus op het spel, dat was de uiterste consequentie van dit gesprek. Daarom kwam ik niet als mezelf, ik ging er niet ongewassen heen, met mijn haar in de war, in kleren die 27

Lente.indd 27

20-2-2017 13:45:10


ik al wekenlang aanhad, zoals normaal, dat zou een te groot risico inhouden, want dan zouden ze denken dat ik ook de kinderen ongewassen liet rondlopen, met hun haar in de war en kleren die ze al wekenlang aanhadden. Nee, die ochtend nam ik een douche, waste mijn haar, poetste mijn tanden, trok schone, representatieve kleren aan, stapte in de auto en reed naar de stad. Het was een fantastische zomer geweest, dag in dag uit een hoge, blauwe hemel, geen zuchtje wind, brandende zon, en die dag was geen uitzondering. Toen ik de auto parkeerde, stroomde het zonlicht over de stad, om me heen glinsterde het in motorkappen en daken, ramen en gevels, en hoewel het nog vroeg was, waren er veel mensen op straat, ze droegen shorts en T-shirts, topjes en rokjes, sandalen en joggingschoenen. Zelfs in de schaduw was de lucht boven het trottoir voor het functionalistische gebouw waar het gesprek zou plaatsvinden, vlak bij de markt, warm en zwaar. Ik meldde me bij de receptie en er werd me gevraagd plaats te nemen en te wachten. Zoals in alle wachtkamers lag er een stapel weekbladen op de tafel en zoals bijna altijd tegenwoordig, in elk geval daar waar ik had zitten wachten, bij doktersposten, in ziekenhuizen en garages, lagen er ook een paar gratis krantjes. Ik pakte er een, keek naar de datum, het was een paar weken oud, maar dat maakte niet uit, want de nieuwsberichten hadden de merkwaardige eigenschap dat ze volkomen leeg waren, ze lieten geen enkele indruk achter. Als je ze had gelezen, was het alsof je ze toch niet gelezen had. 28

Lente.indd 28

20-2-2017 13:45:10


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.