Tove Alsterdal
Draai je niet om Vertaald door Bart Kraamer
2017 Prometheus Amsterdam
Draai je niet om 1-416.indd 3
23-01-17 15:45
Oorspronkelijke titel Vänd dig inte om © 2016 Tove Alsterdal © 2017 Nederlandse vertaling Uitgeverij Prometheus en Bart Kraamer Omslagontwerp Janine Jansen Foto omslag Thomas Bjørnstad Foto auteur Nikolaj Alsterdal Opmaak binnenwerk ZetSpiegel, Best www.uitgeverijprometheus.nl ISBN 978 90 446 3264 4
Draai je niet om 1-416.indd 4
23-01-17 15:45
Proloog Beckomberga midden van de jaren negentig
de schemering volgde haar naar binnen. Geen radio die aanstond, geen angstschreeuwen. Ze wist niet dat stilte zo groot kon zijn. Als in een stad na de neutronenbom, dacht ze, waar alleen de huizen zijn overgebleven en ervan getuigen dat er ooit een stad was geweest. De geur van urine was in ieder geval nog niet verdwenen, de stank van oude asbakken. De sporen van mensen worden niet met de streep van een pen uitgewist. Ze kon nog steeds het gedempte geluid van pantoffels horen, Trilafon-getrappel op de piskleurige plastic vloer, de schaduwen in de gang zien van degenen die aan kwamen sloffen om om genade of nog een sigaret te smeken. Als er een bord of een drol door de lucht was komen vliegen, zou ze hebben gebukt en niet eens verbaasd zijn geweest, daarop ingesteld zijn was na al die jaren een deel van haar zenuwstelsel geworden. Zwaaiende armen en stotende hoofden, benen die wild om zich heen trapten wanneer iemand werd vastgesnoerd, handen die haren vastgrepen om ze er met wortel en al uit te trekken en dan de zwerm van angstkreten en dwangmatig gemompel, alle opgekropte woede. Het moet branden, branden, zondaars en duivelneukers, lulzwaaiers en vieze hoeren, jij die ons vergiftigt, het is de dood de dood, alles moet branden en verdampen in de hel, 5
Draai je niet om 1-416.indd 5
23-01-17 15:45
het straalt in de douche straalt van de muren straalt op sociotherapie, Jezus ziet mij, staar verdomme niet de hele tijd naar me, vervloekte stronteters en valse rukkers en spionnen, jullie kunnen me wat verdomde moordenaars… In een van de zalen zag ze een achtergebleven schoonmaakkarretje en het drong tot haar door dat er geen chronische alcoholisten meer naar binnen zouden glippen om de schoonmaakmiddelen op te drinken. Een riem, vastgemaakt in een verlaten bed. Ze haalde de sleutelbos tevoorschijn, hoewel het er strikt genomen niet meer toe deed. Het vertrouwde gewicht in haar hand, lompe metalen dingen om de riemen en ramen mee open te maken, al deze sleutels die de gezonde mensen onherroepelijk van de zieke scheidden. Ze vroeg zich af of ze zich aan de nieuwe situatie zou kunnen aanpassen. Misschien was ze misvormd door het ondoorgrondelijke en vertwijfelde, alsof dat de natuurlijke toestand was of in ieder geval een plek waar ze t huishoorde. Er was een schrapend geluid te horen. Schuurde en knarste tegen het glas. Ulla draaide zich om, er was niets. Inbeelding, dacht ze, of misschien behoorde het ook tot het verleden. Er was een beweging van iets bleeks door het raam te zien. Ze liep ernaartoe, op bijna alles voorbereid maar niet echt bang. Er waren verhalen over geesten die te allen tijde waren verteld, verdoemde geesten die ronddoolden in de ondergrondse tunnels van Beckomberga, maar die had ze uiteraard nooit ontmoet. Als iemand zich op dit tijdstip van de avond in het ziekenhuispark bevond, was het natuurlijk een mens en met mensen kon ze omgaan, ook met degenen die anderen als levensgevaarlijk of vrijwel onmenselijk beschouwden, omdat ze wist dat het toch allemaal slechts gradaties waren in het mysterie dat de mens was. Ze zag het gezicht nu duidelijk aan de andere kant van het onbreekbare glas. Ogen die staarden, een lichaam dat nergens kalm was, onrust en zenuwen en sprietig haar. De man was misschien in de veertig, dat was moeilijk te beoordelen op een plek waar mensen op hun twintigste al konden verouderen en hun geheugen verliezen of hun leven lang vast bleven zitten in hun kindertijd. Er was iets wits te zien rond zijn nek, droeg hij een overhemd van de provinciale raad? Of een personeelsjas? 6
Draai je niet om 1-416.indd 6
23-01-17 15:45
Ulla begon tegen hem te praten, geruststellende woorden die hij natuurlijk niet hoorde, maar zo deed ze dat nu eenmaal, in alle omstandigheden met mensen praten, wie het ook waren. De mond van de man bewoog ook, gaapte of kauwde hij, of wilde hij echt iets van haar? Ze pakte de grootste van de sleutels, zo zwaar dat hij gaten in je zak maakte, en deed het raam open. De man sprong op en struikelde. Hij vluchtte weg naar het Medisch Centrum, voorovergebogen en met grote stappen. ‘Wacht, kan ik je ergens mee helpen?’ riep ze het park in. ‘Mijn naam is zuster Ulla, Ulla Andersson, kan ik iets voor je doen?’ Een donker silhouet aan de rand van het schijnsel van een lantaarn, en toen was hij weg. Ulla zag nog net twee bruine broekspijpen fladderen, het patiëntenuniform van de provinciale overheid. Bleef nog even staan terwijl de duisternis inviel met diepblauwe wolken. Waarschijnlijk zou de nacht kouder worden dan dit. Ze haalde haar laatste persoonlijke spullen uit de kast en controleerde of er geen medicijnen of kostbare voorwerpen van de patiënten waren achtergebleven. Een paar Trilafon- en Hibernal-verpakkingen, een leesbril, een horloge. Dat was het wel, dacht ze, en ze overwoog om het schilderij van een blauwe vogel ter herinnering mee te nemen. Ze had het zo veel jaren in het kantoor zien hangen dat ze nauwelijks nog merkte dat het er was. Het voelde verkeerd om het eraf te halen, het hoorde daar thuis. Zoveel was er trouwens nu ook weer niet om zich te herinneren. Op weg naar buiten maakte ze de deur van de waskamer ook open. Verdwenen waren de geuren van urinezakjes en ondersteken, gesteriliseerd tot in de eeuwigheid. Ulla controleerde of er geen giftige schoon maakmiddelen stonden en ze bleef nog even rondhangen, een waarnemend ziekenverzorgster in Malmö had daarmee in de jaren tachtig vierentwintig demente bejaarden van het leven beroofd. Een deur leidde naar de binnenplaats. Ze liet het donker van de avond en de voorjaarslucht binnen en merkte dat ze het koud had. De verzorgers hadden daar altijd op de trap gezeten, om te roken en soms ook te roddelen. Ze hadden de deur ook gebruikt als sluip7
Draai je niet om 1-416.indd 7
23-01-17 15:45
route om makkelijker naar buiten te kunnen gaan met de patiÍnten, hadden tafels en stoelen neergezet en er ’s zomers met hen koffie zitten drinken. Ze tuurde in de duisternis naar de schuilplekken tussen de huizen om te zien of ze de wegvluchtende man in het oog kon krijgen. Hij was haar bekend voorgekomen. Niet uit een van haar gewone afdelingen, maar iemand die lang in Beckomberga had gezeten, kende je toch. Het beeld kwam haar voor ogen van een schip met zwarte zeilen dat tevoorschijn gleed uit het verleden, over rivieren van eeuwen geleden, het gekkenschip dat was bevracht met de waanzinnigen en verlorenen, landlopers en ongelukkigen van wie de steden af wilden en die ze veroordeelden naar havens te zeilen waar niemand hen aan land zou laten, door de nacht en de vergetelheid, in het gekrijs dat opsteeg uit de dalen van de rivieren, jezus, jezus, het moet branden, branden‌ Ze trok de achterdeur dicht, maar niet helemaal. Ze liet hem op een heel klein kiertje staan. Daarna liep ze er voor de laatste keer vandaan.
8
Draai je niet om 1-416.indd 8
23-01-17 15:45
eva levander-olofsson werd zich op een avond laat in augustus pas bewust van de grenzen die in haar waren verzet toen ze afweek van het geasfalteerde voetpad en het bosje achter zijn huis in liep. Er scheen licht binnen, in het vierde rijtjeshuis. Ze bleef achter een rotsblok staan. De bomen waren nog groen en hielden haar goed verborgen. De avond was snel gekomen zoals hij dat in de late zomer deed, maar de warmte was gebleven. Ze zag vingerhoedskruid en stokrozen in de bloemperken, de laatste bloei voordat de herfst er zou zijn. Er was niemand te zien in het huis, maar er brandde licht in een slaapkamer op de bovenverdieping, de enige daar waarvan ze de gordijnen open hadden gedaan. Op een muur in de woonkamer fladderde een schaduw tevoorschijn uit de keuken, ze waren thuis. Eva wist van de bouwtekening hoe de kamers zich tot elkaar verhielden. De rijtjeshuizen behoorden tot de exclusievere van de huizen die in de omgeving waren gebouwd, van grijze baksteen en een beetje in de Engelse stijl gebouwd met gebroken daken en brede ramen die meer lieten zien dan wat iemand eigenlijk wilde weten. Een witte hoekbank en een tafel van eiken en marmer, een enorme plafondlamp die vrij leek te zweven in de bijna zeven meter hoge woonkamer. Er stonden een paar witte orchideeĂŤn in de vensterbank, 9
Draai je niet om 1-416.indd 9
23-01-17 15:45
poseerden met stijve elegantie, kijk eens, hier wonen wij! Ze dacht dat het allemaal of heel mooi was of best wel riskant en werd duizelig toen ze besefte dat ze daar echt naar binnen stond te kijken. In meerdere van de huizen ernaast zag ze soortgelijke bloemen, alsof er een afspraak was over orchideeĂŤn. Trillingen en kleuren en luide muziek verspreidden zich over het gras, in het volgende huis zat een jongen voor de tv, in een ander zag ze een jonge vrouw naar het raam lopen. Eva stapte achteruit tegen het rotsblok, vroeg zich af wat er te onderscheiden zou zijn in het bosje buiten. Een gestalte in een trainingspak die daar niet hoorde te zijn, een gezicht, een nachtmerrie? Waarschijnlijk zag de vrouw alleen haar eigen spiegelbeeld weerkaatst in het raam, ze leek niet te reageren. Het was tenslotte zo helder daarbinnen, zo verdomde witgeboend en verlicht door spots en muurlampen dat niemand in het donker buiten zou kijken waar Eva stond tussen de boomstammen en rotsblokken die er lagen sinds het landijs zich terug had getrokken, verborgen in een bosje met struiken. Ze leunde naar het ruwe oppervlak van het rotsblok toe, rook de geur van mos en vermolming. Aan haar voeten lagen bierdoppen en oude plastic troep die zich de grond in had gevreten. Een geur van gegrild vlees van een van de terrassen waar ze zich nog in de zomer dompelden. Ga naar huis, zei ze tegen zichzelf, en ga daarna verder, werk eraan, doe alles wat iedereen zegt dat je moet doen ook al weet je goed dat ze het verkeerd hebben en dat niemand zich met zekerheid kan uitspreken over wat er in een ander mens omgaat. En misschien moet je liefde niet altijd begrijpen, maar alleen proberen erin te berusten. Het was een woord dat steeds terugkwam, dat berusten. De maan gleed achter de wolken. Daarna zag ze iets bewegen op de trap. Svante droeg zijn tuinbroek, dat was het eerste wat ze zag. Dezelfde die hij altijd had gehad, onder de verfspatten uit een andere tijd die er in de was nooit uit waren gegaan. Ze hadden de muren in de slaapkamer toen lichtgroen geverfd. Zijn hand op de gebogen leuning, zijn schouders die zo gespannen 10
Draai je niet om 1-416.indd 10
23-01-17 15:45
leken. Eva dacht dat hij zou moeten trainen, of gemasseerd moest worden. Het was eerder een gevoel dan een feitelijke constatering, iets wat je wist wanneer het lichaam van een ander als een fysieke herinnering in je eigen lichaam bestond. Ze kon nog steeds zijn huid tegen haar handen voelen. De ietwat ruwe, krachtige huid en de spiermassa eronder. De hardheid in zijn schouders wanneer ze ze masseerde, de lijn waar zijn nek zachter werd. Eva slikte toen Svante het mes uit de schede aan zijn riem trok. Het leren foedraal, het heft van berkenhout, er was niets van te zien op deze afstand maar ze wist het evengoed. Ze had hem het mes zelf ooit gegeven als kerstcadeau. Een paar platte bruine pakketten stonden tegen een muur gestapeld, die bewezen dat het nog niet te laat was. Er waren ook een paar verhuisdozen, misschien zaten zijn dierbare vinylplaten erin die ze nog niet op de planken uitgestald had zien staan, of alle boeken over bunkers en slagen tijdens de Tweede Wereldoorlog en misschien ook wat prullen van zijn vriendin die de kamers zouden vullen en binnenkort, het kon nu elke dag zijn, de illusie van een huis zouden voltooien. Svante maakte een snee langs de rand van een langwerpig pakket, keerde het om op de vloer. Nog een boekenkast. Hij las de instructies en draaide spaanplaten om, was hier nooit goed in geweest, al zou hij dat nooit toegeven. Wat een eenvoudige inspanning vergde, verveelde hem, het volgen van een handleiding. Svante werkte liever grote visioenen uit dan dat hij iets in elkaar zette wat anderen hadden bedacht. Eva herinnerde zich hoe ze naar schroeven had moeten zoeken die weg waren geraakt. Het eindigde er altijd mee dat Svante stond te schelden op ikea, die iets verkeerds had gestuurd, en dan lag de schroef toch ergens in een hoek. Ze zag de brokstukken van wat eens van haar was geweest. Een non-figuratief schilderij boven de tafel in de hal dat in hun slaapkamer in Vasastan had gehangen, zijn handen. De fauteuil die ze samen hadden gekocht bij een antiekwinkel aan het Odenplan, die opnieuw was bekleed in het wit. Svante had hem gekregen bij de scheiding, Eva gaf niets om spullen, hij had alles mogen nemen wat 11
Draai je niet om 1-416.indd 11
23-01-17 15:45
hij wilde hebben. Ze was genereus om te laten zien dat ze niet kwaad op hem was, al had ze soms zin om erop los te slaan, en misschien ook om de schuld af te betalen dat ze wilde scheiden. Als het er hetzelfde uitzag in het appartement nadat ze eruit was verhuisd, zou hij misschien niet zo veel verschil merken en haar minder verwijten maken, dan zou zijn verbittering eerder voorbij zijn. Neem wat je wilt, zei ze, spullen zijn niet belangrijk voor me. En nu stond hun oude fauteuil daar in zijn nieuwe bekleding en Svante kwam overeind en liep naar de keuken. Ze begreep dat ze elkaar daar ontmoetten, twee schaduwen die er een leken te worden. Hoewel de zomerwarmte er nog steeds was, bijna een tropisch vochtig gevoel in de lucht, kreeg ze het koud van het stilstaan. Het deed pijn in haar onderrug. Ze bedacht weer dat ze weg zou moeten gaan, maar er was iets met het in elkaar zetten van die boekenkast. Misschien het laatste wat op zijn plek zou komen, iets onherroepelijks. Svante kwam terug met een schaal in zijn hand, waar hij alle schroeven en pluggen in deed. Eva dacht dat ze vermoeidheid en tegelijkertijd iets ijverigs in zijn bewegingen zag, alsof hij zich wilde haasten maar het niet echt kon. Hij was niet meer heel jong. Eva vroeg zich af hoe vaak hij daarbij stilstond. Of daar de spanning vandaan kwam, de druk om te voldoen aan de verwachtingen van de aanzienlijk jongere vrouw die net op dat moment zichtbaar werd in de deuropening van de woonkamer, gekleed in iets lichtgroens en fladderigs wat haar slankheid benadrukte. Ze heette Jannike. Haar achternaam was niet interessant. Haar haar was zo opgestoken dat het leek alsof het haastig bij elkaar was geflanst, waarbij de losse plukken precies goed naar beneden vielen. Eva hoorde natuurlijk niet wat ze tegen elkaar zeiden. Ze keek naar een stomme film waarin de bewegingen klein waren en de gezichtsuitdrukkingen onduidelijk, ze kon alleen proberen de betekenissen te raden. Waren de glimlach en de hand die lichtjes over Svantes bovenarm streek echt de liefdesuitingen van de jonge Jannike? Of een manier om hem te manipuleren? Geloofde hij er echt in? 12
Draai je niet om 1-416.indd 12
23-01-17 15:45
De zijstukken zaten op hun plek, net als de bovenkant en het voetstuk, toen Svante overeind kwam en naar de klok keek. Hij tastte naar zijn borstzak en haalde er een doosje snus uit. Schudde het en trok een grimas, zei nog iets wat niet te horen was, maar Eva begreep het evengoed. Het was een simpel toneelstukje dat alles misschien veranderde. Hij stak het mes in de schede en liep naar de hal aan de andere kant van het huis, de buitendeur. Jannike verzamelde de kartonnen dozen en stopte een papieren tas met afval in zijn hand, ze kuste hem op zijn wang. Tenminste op zijn wang. Daarna kuste Svante haar echt en Eva wendde zich af. Het was bijna stil in het park. Verkeersgeluiden in de verte, motorgedreun van een vliegtuig op weg naar de Bromma-luchthaven. Muziek uit een raam dat ergens openstond. Ze had moeten horen dat Svante de auto startte. Hij had altijd de Audi genomen, ook al moest hij maar honderd meter ver weg zijn, maar dat geluid kwam niet. In plaats daarvan zag ze hem aan komen lopen aan het eind van de rijtjeshuizen. Eva verborg zich achter de zwerfkei tot hij voorbij was. Daarna deed ze de capuchon van haar jas omhoog en volgde hem op een afstandje. Er kwam een taxi aanrijden, iemand stond op zijn terras te roken. Verderop zag ze een paar tienermeisjes skateboarden over de voetpaden. De nieuwe woningen hadden zich stukje bij beetje over het park verspreid en de sporen van wat er niet meer was weggedrongen. Er waren schommeldieren en een zandbak voor een van de oude huisjes dat nu een kinderdagverblijf was, torenflats waren opgeschoven met balkons van glas. Alleen in het hart van Beckomberga was de geschiedenis zo monumentaal dat die zich niet in een handomdraai liet veranderen, vier massieve bakstenen gebouwen die in de jaren veertig waren opgericht om plaats te bieden aan het grootste psychiatrische ziekenhuis van Europa. Twee vleugels, het Grote Vrouwen en het Grote Mannen, keerden hun voorgevels naar elkaar, gesloten en on13
Draai je niet om 1-416.indd 13
23-01-17 15:45
neembaar. Ook daar zouden woningen komen, die al voor vele miljoenen waren verkocht. Er stonden bouwbarakken voor de deuren en in een huis met een klokkentoren op het dak woonden al mensen, maar ’s avonds en ’s nachts heerste er een onbestemde duisternis. Eva herinnerde zich hoe duizelig je werd als je omhoogkeek naar de voorgevels. In haar tienerjaren had ze met haar vriendinnen brommers voor het hek geparkeerd en waren ze eroverheen geklommen. Ze herinnerde zich oude mannen met pruimtabak die lekte en een vrouw die schuttingwoorden siste en de hele tijd op haar borst sloeg. Een aantal patiënten had sinds de jaren dertig opgesloten gezeten. De verhalen hadden de ronde gedaan in de buitenwijken, slechte sprookjes over gekken die waren ontsnapt, koningen en staatsministers die in het geheim werden opgenomen en ongelukkige kunstenaars en dichters die schiepen en schreven en stierven achter de muren van Beckom berga, want misschien was kunst een onderdeel van een krankzinnigheid die mensen nog niet helemaal begrepen. Ze wist niet wat waar was. Alles was nu toch weg. Langs de weg waar Svante liep waren alleen de nieuwe rijtjeshuizen te zien, hier waren ze geel geverfd. Eva volgde hem op een afstand door een oude appelboomgaard en daarna hield het terrein op. Alleen een lage schutting, waar het hek vroeger hoog was geweest. Svante bleef stilstaan bij een rij vuilniscontainers. Ze hoorde hoe hij de kartonnen dozen wild kapotstampte, het geluid van brekend glas wanneer hij de lege flessen erin gooide. Als hij zich nu omdraait en hiernaartoe loopt, blijf ik staan, dacht ze. Dan komt hij er niet onderuit, en ik ook niet. Herinner je je waar je het de eerste keer over had, Svante, over alles wat een mens verbergt? Over wat anderen zien, en dat we onszelf niet eens kennen? Eva zag zijn rug nu verder weg, ja, hij moest natuurlijk ook snus kopen. Het voetpad kronkelde tussen appartementencomplexen. Honderd jaar geleden had ze daar een nacht geslapen, in een appartement dat op een taartpunt leek, maar ze was allang vergeten met wie. Aan de weg was een Thais afhaalrestaurant net gesloten, de geuren 14
Draai je niet om 1-416.indd 14
23-01-17 15:45
van kokos en curry waren blijven hangen. Aan de overkant van de Spångavägen, bij de kruising met de Bällstavägen, was een Ica-winkel die nog een paar minuten open was. Daar was hij naar op weg. Ik weet dat het niet makkelijk is. Misschien is het het moeilijkste wat er is, liefhebben en jezelf bedriegen. De weemoed van een nazomer in de lucht, een geur van naderende regen. Ze zouden elkaar zogenaamd bij toeval kunnen tegenkomen wanneer hij de winkel uit kwam. Eva stak de straat over en liep zo langzaam als ze kon. Bleef bij de ingang staan, waar een vrouw zat te bedelen. In elkaar gedoken en ingepakt in rokken en dekens, met een mok en een klein bordje in haar hand. ‘Hallo, veel dank.’ Het was geen verplichting om aalmoezen te geven. Misschien maakte je het alleen maar erger door iets te geven, Eva wilde er op dit moment helemaal niet over nadenken. ‘Hallo, kronen, veel dank, hoi.’ De vrouw kwam overeind, hield de foto van haar kinderen op. Eva hield er niet van wanneer ze zich opdrongen. Het was één ding om op de grond te zitten, dan kon je kiezen of je wel of niet naar beneden wilde kijken, geld wilde geven of niet. Ze had dat soms gedaan, en een enkele keer ook een boterham of een oude paraplu, maar er kwamen alleen maar meer en meer bedelaars op straat. Eva maakte een veelzeggend gebaar met lege handen. ‘Ik heb geen contant geld,’ mompelde ze, ‘no money.’ Het was gelogen, ze had een briefje van honderd in haar zak, maar het moest toch voortkomen uit de wil om te geven? Svante stond bij de kassa daarbinnen, hij had een mandje gevuld. Het was bijna elf uur, een van de laatste klanten liep naar zijn auto. ‘Hé moeder, hallo, veel dank.’ ‘Verdomme!’ Eva dacht niet na, het gebeurde gewoon. Haar arm schoot uit en raakte bijna het gezicht van de vrouw, opvlammende woede. ‘Moeder, moeder, veel dank.’ 15
Draai je niet om 1-416.indd 15
23-01-17 15:45
Zelfs dat hielp niet. Koppig wees de vrouw naar haar mond en hield de foto van de kinderen omhoog. Eva probeerde naar Svante te kijken, maar de bedelares stond in de weg met haar sjaal en haar handen die overal tegelijk waren. ‘Please, kronen, veel dank.’ ‘Maar begrijp dan wat ik zeg, ik heb geen geld!’ Eva rukte de foto uit haar hand. Een jongen en een meisje kon ze nog net zien voordat ze hem wegslingerde. Zag hoe hij werd gegrepen door de wind en in een wijde boog over de Bällstavägen gleed. Op hetzelfde moment voelde ze een verandering in de lucht, een geluid als een inademing toen de deur openging. ‘Eva? Wat doe jij hier?’ En daarna ging alles mis. Misschien kwam het door de aanwezigheid van de bedelares of was het de situatie die door haar vingers glipte, maar niets van alles wat ze wilde zeggen kwam eruit. Alleen een dom soort gestamel, zinnen die ze niet kon afmaken omdat hij haar zo vreemd aankeek. Dezelfde blik waardoor ze zich ooit zo enorm zwak had gevoeld en tegelijkertijd veiliger dan ooit. Bleek grijsbruin, als schors op een boom. ‘Volg je me?’ zei hij. ‘Ben je niet goed snik?’ Alsof ze hem kwaad wilde doen, dat was juist het laatste wat ze wilde. Hij was al op weg naar de oversteekplaats. ‘Svante, wacht…’ Nu was ze gedwongen achter hem aan te rennen. ‘We moeten toch evengoed met elkaar kunnen praten. Luister je, Svante, wacht nu even…’ Hij draaide zich niet eens om, keek alleen naar rechts en naar links waar geen auto’s waren en praatte recht voor zich uit in de avond. ‘We hebben elkaar niets te zeggen. Ga naar huis, en ik bedoel nu meteen, ga voor eens en altijd weg.’ Eva pakte hem bij zijn arm. Hij meende niet wat hij zei, dat wist ze. Er klopte iets niet aan zijn stem. Ze hoorde de woorden en de kilte erin natuurlijk, ze was niet doof, maar tegelijkertijd school er iets an16
Draai je niet om 1-416.indd 16
23-01-17 15:45
ders onder, iets gevoeligs, iets teers wat op het punt stond te breken. Hij zei wat hij moest zeggen en niet wat hij diep vanbinnen voelde. Eva had hem zo goed leren kennen in de jaren dat ze samen waren geweest. Ze hoorde de bedelares ergens vandaan roepen, de vrouw was overgegaan op het Roemeens of welke taal het ook was, een achtergrondkoor van felle lettergrepen en misschien vloeken die vlogen en dansten als insecten. ‘Ik heb zoveel nagedacht,’ zei Eva, ‘en ik weet dat het ook mijn schuld was, dat spijt me.’ ‘Houd op,’ zei Svante, ‘dit heeft geen zin.’ ‘Ik wil alleen dat je nog één keer nadenkt voordat…’ Hij duwde haar hand weg en begon de straat over te steken. Eva voelde een woedeaanval opkomen, was dat niet typisch iets voor hem? Iemand de rug toekeren was zo verdomde respectloos, nooit lang genoeg blijven om echt te luisteren naar wat ze te zeggen had. Ze haalde hem in bij de ronde huizen. Er was zo’n kloprek voor matten die niemand meer gebruikte. Buiten het bereik van het licht van de straatlantaarns. ‘We moeten in ieder geval over Filip kunnen praten,’ zei ze. ‘Dit raakt hem tenslotte ook.’ ‘Volg je me daarom, om over Filip te praten?’ Hij stond nu in ieder geval stil. Er was iets met zijn gezicht en zijn blik wat ze niet goed kon onderscheiden in het donker. Ze herkende het niet. Svante kon onredelijk kwaad worden over futiliteiten, maar dit was iets anders. Een gevoel dat uit donkere dieptes moest komen die zij nooit had bereikt. ‘Ik volg je niet,’ zei ze. ‘Ik ging boodschappen voor het ontbijt kopen, ik kon toch niet weten dat jij…’ ‘Maar ga het dan kopen, verdomme.’ ‘Het maakt niet uit wat ik wilde gaan kopen, daar gaat het niet…’ Een passerende auto verlichtte hen allebei en heel even was het alsof ze de jongere Svante in zijn gezicht zag. Hij keek naar alle kanten, naar alles wat er was behalve naar haar. 17
Draai je niet om 1-416.indd 17
23-01-17 15:45
‘Jezus Eva… Wat is het dat je niet begrijpt? Ik wil je nooit meer zien, begrijp je dat? Ga, ga gewoon weg.’ De schaduwen sloten zich om hen heen, de nacht viel in terwijl ze daar stonden. Eva dacht dat ze zijn verdriet in haar eigen lichaam kon voelen, verdriet over het feit dat ze hier terecht waren gekomen. Er was een plotselinge windvlaag, ergens vandaan. Daarna pijn, die puur lichamelijk was. Ze begreep niet waarvandaan of waarom. Iets had haar hoofd geraakt, het schoot als een bliksem in haar nek. Ze zag dat de huizen begonnen te zwaaien en daar was het kloprek, dat honderdtachtig graden werd gedraaid en boven haar leek te hangen, het geluid van iets zwaars wat op de grond plofte. De tijd maakte zich los van de plek. Houd me vast, dacht ze. Een gezicht cirkelde om haar heen, was het dat van hem? Daarna werd de hemel opengereten.
18
Draai je niet om 1-416.indd 18
23-01-17 15:45
het is ’s nachts weer donker, godzijdank en de heer zij geprezen daarvoor. Hij hoeft dan niet harder te rennen dan de bewakers. Die verschrikkelijke haast is er niet. Hij kan wandelen waar mensen zijn als hij maar uit hun buurt blijft. Hij weet niet zeker wie er bewaken en wie de anderen zijn, maar hij weet dat ze er zijn, als wolven. Ze wachten op de ongelukkige zielen en de onschuldige kinderen en sluiten hen op en ze moeten hun stenen werpen zoals ze tegen Paulus deden, maar niet naar hem. Hij is alleen iemand die daar ’s nachts loopt. Ze herkennen hem niet. Hij ziet ook geen wolven en geen uil die de schemering in vliegt. Hij vraagt zich al lange tijd af of ze dan slapen, maar niemand heeft daarop antwoord kunnen geven. Ha ha ha, idioot, ze houden je alle verdomde uren van de dag in de gaten moet je weten. En toch ziet hij hen niet. Hij ziet alleen huizen en lampen en kleren die buiten hangen en in de wind waaien en hij ruikt geuren, dat doet hij. Zoals een wolf gedaan zou hebben, van vlees en brood en dingen die je wilt eten. Hij ruikt de geur van regen ook, vlak voordat het begint. Dan wil hij naar buiten om te douchen in de regen. Die de appels in het gras heeft doen vallen. Waar je ook naartoe gaat, je moet voorzichtig zijn, zei ze. 19
Draai je niet om 1-416.indd 19
23-01-17 15:45
Ze zien je overal, zei een ander. Je bent een van degenen die naar buiten kunnen gaan en daarom zullen ze je kapotmaken. Wanneer ze hun klauwen in je hebben gezet, zul je nooit meer buiten komen. Kijk wat ze met Jezus hebben gedaan. Ja, ja, ja, hij weet hoe het voelt als ze spijkers door je handen slaan, hij heeft het lang geleden een keer geprobeerd, maar dan met een stokje. Veiliger kan niemand zijn, zong ze toen voor hem. Misschien schuilen de bewakers voor de regen. Ze zien hem niet. Hij loopt te ver en hij proeft die nacht bloed. Een beetje maar, op een vingertop. En de doden zingen niet meer, in elk geval niet zodat hij het hoort.
20
Draai je niet om 1-416.indd 20
23-01-17 15:45
‘eva, hoor je me?’ De verwoesting in haar trok weg. In haar droom liep ze in de as en zocht tussen wrakstukken en ze was veilig, het was een plek waar ze zo vaak over had gedroomd dat ze wist dat het een droom was. De rook noch de uitgebrande auto’s konden haar schade toebrengen, het was zo lang geleden dat het brandde. ‘Eva, je moet nu wakker worden.’ Ze rook de geur van handreiniger. De tl-buizen aan het plafond brandden niet, toch was het licht scherper dan ze aankon. Ze zag de hemel achter het raam, die grauw was. Het gevoel dat het had geregend, maar nu was opgehouden. ‘Ik mag je niet langer laten slapen.’ Een verpleegster stond naast het bed, op het naambordje stond Sawalee. Of Salawee. Eva was de naam vergeten zodra de vrouw haar de rug toekeerde om het infuus uit te zetten. ‘Hoelang heb ik geslapen?’ ‘Het is bijna halftien. De dokter is onderweg.’ Haar hoofd was verbonden, ze was gekleed in het patiëntenhemd van de provinciale raad. Alleen vage herinneringen dat ze dat haar ’s nachts hadden aangetrokken. De bloeddrukmanchet werd aangetrokken. Ze had aarde onder haar nagels, of was het bloed. 21
Draai je niet om 1-416.indd 21
23-01-17 15:45
Eva zakte terug in het kussen en hoorde dat de verpleegster de kamer verliet. Het plafond was wit. Ze zag de vlekken daar voor haar ogen dansen. Er zat verband om haar hoofd, maar het deed helemaal geen pijn, dus ze begreep dat ze een pijnstiller had gekregen. Misschien was dat het infuus, dacht ze en ze draaide haar hoofd, stelde zich voor dat ze iets in haar aderen pompten waardoor ze helemaal niets voelde. Het was alsof ze in watten baadde. De angst was onbereikbaar, die was er niet, zelfs niet wanneer ze haar ogen dichtdeed en de nachthemel weer over haar heen zakte. De regen had haar gewekt, koel getrippel op haar gezicht. Ze had op het asfalt gelegen, maar herinnerde zich eerst niet waarom. Hoelang had ze daar gelegen? In ieder geval zo lang dat er zich een plas onder haar wang had kunnen vormen. Er was een zware poepgeur en een pijn in haar hoofd die niet goed was. Voordat ze overeind probeerde te komen, voelde ze met haar hand aan haar hoofd en verder omlaag langs haar nekwervels om de schade vast te stellen. Er zat bloed aan haar hand. Had Svante echt die dingen tegen haar geroepen? Vergeet het, had ze gedacht, dat was het enige wat erop zat. De deur naar de gang stond op een kier, mensen praatten met z achte stemmen. ‘Kwam binnen met de ambulance om 03.35, naar de observatieafdeling gebracht om 06.20…’ ‘… of we bericht kunnen krijgen wanneer ze haar getuigenverklaring kan geven.’ ‘Zware hersenschudding, misschien ook een shock, druk vijfennegentig tegen zestig…’ ‘… zodra ze gehoord kan worden.’ Eva ging rechtop zitten, probeerde voorzichtig op te staan. Ze v oelde zich niet zo goed, dat was alles. Ze had een eenpersoonskamer gekregen, dus ze hoefde in ieder geval niet met allemaal zieke mensen om zich heen te praten. Lichtblauwe muren en een lichtgele deken, als een verwassen beeld van Zweden. Eva trok de deken om zich heen, ging weer liggen. Een deel van haar wilde daar gewoon blijven liggen, in een nacht22
Draai je niet om 1-416.indd 22
23-01-17 15:45
hemd dat van de provinciale raad was en met een plastic bandje om haar arm dat vertelde wie ze was, het eten dat op een dienblad werd gebracht. Je overgeven aan de macht van een ander, die begreep hoe je verder moest gaan met je leven. De dokter kwam binnen met zijn gevolg. De waarden zagen er blijkbaar goed uit. Ze mocht de volgende dag al naar huis. Rusten en kalm aan doen, maar verder doorgaan zoals gewoonlijk. Zoals gewoonlijk? ‘De politie staat te wachten,’ zei hij. ‘Ze willen je heel graag verhoren zodra je eraan toe bent, maar uiteindelijk ben ik degene die erover beslist.’ Was ze dat? Was ze eraan toe? Ze nam een slok water. ‘Het is in orde,’ zei ze, ‘ik voel me goed. Het spreekt vanzelf dat ik antwoord moet geven op hun vragen.’ ‘En je zag niemand, hoorde niets toen je bijkwam?’ De politieagente had blond haar, kortgeknipt op een manier die zelfvertrouwen uitstraalde. Ze heette Eva Flyckt. Ze hadden gelachen toen ze zich aan elkaar voorstelden, Eva, Eva, ja ik heet ook Eva. Het gaf een gevoel van veiligheid, een dunne draad die hen met elkaar verbond. ‘Nee, ik heb niets gezien. Alleen duisternis en de goot… Ik dacht dat er niemand was… dat ik alleen was. Het was zo stil.’ Eva had gedacht dat het erger zou worden wanneer ze erover moest praten, maar het was andersom. Het was juist een opluchting. Er kwam structuur in de nacht die was verstreken, waarbij het ene voor het andere kwam. Er waren feiten en tijdsaanduidingen. Het werd een misdaad, met slachtoffers en daders, een verhaal met een begin en een eind, al was het niet duidelijk wat er was gebeurd. ‘Het was als een leegte zonder dromen of iets… Ik weet niet hoelang ik bewusteloos was. Mijn kleren waren nat en er hadden zich plassen gevormd waar ik lag… het regende namelijk nog niet. Ervoor, bedoel ik.’ 23
Draai je niet om 1-416.indd 23
23-01-17 15:45
Moest ze iets zeggen over de geur? De twee politieagenten waren in burger, de mannelijke had haar geholpen om het hoofdeinde omhoog te krijgen zodat Eva half kon zitten in het bed. Ze had zijn naam gemist, maar hij had blauwe ogen en een lichaam dat haar normaal gesproken nieuwsgierig had gemaakt of hij getrouwd was. Het was te horen dat hij uit Dalarna kwam. ‘Neem alle tijd die je nodig hebt,’ zei hij. ‘Het is belangrijk dat je je niet forceert, maar je alleen alles precies zo probeert te herinneren als het is gebeurd.’ ‘Ik dacht er voornamelijk aan dat ik weg moest zien te komen,’ zei Eva. ‘Het was tenslotte midden in de nacht, ik was nat, de wond bloedde… Het stroomde niet meer, het bloed dus, het was eerder… kleverig. Ik trok mijn jas uit en knoopte die om mijn hoofd, ging eerst op mijn knieën zitten. Het rook…’ Een digitale bandrecorder op het nachtkastje legde alles wat werd gezegd vast. ‘Waar rook het naar?’ ‘Poep, eigenlijk, het rook naar poep.’ Eva keek door het raam naar buiten, het leek minder bewolkt te worden. De enige duidelijke gedachte was geweest dat ze op moest staan en ervandoor moest gaan, weg van de stank waarvan ze dacht dat die van haar kwam. De vernedering kon niet groter zijn. Geslagen, alleen en ondergescheten. ‘Ik dacht dat het een hondeneigenaar was die zijn troep had opgeraapt… van de hond bedoel ik.’ ‘En daarna liep je dus in de richting van de Spångavägen?’ ‘Ik dacht dat daar misschien een nachtbus zou komen.’ Geslagen. Alleen. Ondergescheten. De woorden waren in haar hoofd blijven bonken terwijl ze overeind kwam en begon te lopen, langzaam de nacht in. Wilde er niet aan denken dat Svante haar had geslagen en daarna achter had gelaten. Het was niet te begrijpen. Hij moest onder druk hebben gestaan, dit was helemaal niets voor hem. Eva drukte met haar vingertoppen tegen haar slapen om zich te proberen te focussen. 24
Draai je niet om 1-416.indd 24
23-01-17 15:45
‘Een kat,’ zei ze, ‘er sprong een kat uit de bosjes… Ik dacht dat het misschien iemand was…’ ‘Iemand?’ Ze sloot haar ogen weer, de hoofdpijn kwam langzaam terug. Ze had een gestalte gezien, een mens? Ze wist het niet. Een zwakjes schijnende lamp boven een van de deuren, de hemel die grijszwart en zwaar boven haar hing. Schaduwen die zich leken te bewegen, takken in de wind. De ketting van een schommel die in beweging kwam en piepte. In de ronde huizen waren de ramen donker, alleen zo nu en dan een nachtlampje, niemand zag haar. Ze was blijven staan in het licht van een straatlantaarn. ‘Ik wilde kijken hoe laat het was. Het was daar iets lichter. Ik was ook duizelig. En toen merkte ik dat ik geen horloge om had, ik moest hem verloren zijn…’ De woorden liepen vast, ze zakte op het kussen. Hoor eens, wilde ze zeggen, heb ik dit vannacht niet verteld? Staat het niet ergens in een rapport, op die iPad, Eva Flyckt, waar je nu iets in optikt en naar kijkt, alles wat ik tegen de politieagenten zei toen ze daar naartoe kwamen en wat ze gerapporteerd moeten hebben terwijl ik hier lag te slapen. Waarom lazen ze dat niet gewoon en lieten ze haar slapen? ‘Zou ik een glas water kunnen krijgen?’ De mannelijke politieagent stond op en vulde haar glas bij de kraan van de wasbak. Eva dacht dat hij Lars heette, maar het kon net zo goed Peter zijn. Ze dronk langzaam. Het glas kwam leeg. ‘Dus daarom ben je teruggegaan naar de plek, om naar je horloge te zoeken?’ ‘Ik had nog niet eens vijftig meter gelopen en hij was behoorlijk duur, ik had hem gekregen…’ Eva keek weg. Wat dom over zoiets te beginnen, alsof het ertoe deed. Dat ze hem zonder speciale aanleiding van Svante had gekregen, op een doodgewone januaridag acht, negen jaar geleden toen hij haar wilde verrassen, en ze schaamde zich ervoor dat ze er niet blij mee was geweest. Het was een veel te duur horloge, ze had er nooit zo een gewild. 25
Draai je niet om 1-416.indd 25
23-01-17 15:45
‘Ik zocht in de goot en de plassen, maar hij lag nergens, dus liep ik het gras op, vlak bij de struiken die daar zijn…’ De geur. Daar kwam die vandaan. Hij kwam niet van haar. Haar ogen begonnen toen aan het donker te wennen. Ze kon platgetrapte bloemen onderscheiden en een fles die in de struiken was gegooid. Misschien kwam het daardoor dat ze beter keek, of door het gevoel dat er daar iets verontrustends was, iets wat fout was en haar bang maakte. Er flikkerde iets lichts tussen de bosjes. Takken waren afgebroken. Daarna zag ze de hand. Het zag eruit alsof die er alleen lag, weggegooid, gescheiden van de arm waar hij bij hoorde. Ze hoorde een zucht en een gesmoord geluid en werd daar ook bang van, maar begreep dat het haar eigen geluiden maar waren, en op dat moment zag ze de voeten uitsteken, wat vreemd dat ze die niet meteen had gezien. Door de grootte van de voeten was ze er zeker van dat het een man was. Voorzichtig duwde ze een paar takken aan de kant en toen zag ze de broek. Verfspatten. Daarna het overhemd dat eigenlijk te mooi was om meubels mee in elkaar te schroeven. Een zwarte vlek over zijn hele borst en omlaag naar zijn buik. ‘Svante,’ fluisterde ze, ‘Svante?’ Zijn mond stond licht open alsof hij van de regen dronk. Rond zijn keel alleen duisternis die samenvloeide met de aarde om hem heen. ‘Svante?’ Eva zakte op haar knieën. Tastte langs zijn pols, maar voelde geen hartslag. De vlek op zijn overhemd was bloed, het donkere rond zijn keel en op zijn gezicht was bloed, dat begreep ze, maar ze leunde toch met haar oor boven zijn mond om een ademhaling op te vangen, eentje maar, als de zwakste windvlaag of vlindergefladder. Lieve god, één ademhaling maar. Ze pakte zijn hand. Die was zacht om vast te houden. Nog niet koud. Ze kon spieren voelen die langzaam verstijfden. Als ze zijn hand nu maar tussen haar handen hield dan bleef de warmte langer en ging de tijd minder snel. ‘Het alarm kwam dus om 02.41 uur,’ zei de mannelijke politieagent. ‘Dat geeft ons drie uur en ongeveer vijftig minuten vanaf het mo26
Draai je niet om 1-416.indd 26
23-01-17 15:45
ment dat zijn aankopen werden geregistreerd in de kassa van de Icawinkel.’ ‘Ik durfde hem niet alleen te laten… ik kon het niet.’ ‘Hoelang zou je zeggen dat je bij het lichaam bent gebleven, voordat je de weg op liep?’ ‘Ik weet het niet. Het was opgehouden met regenen. Het voelde alsof het kouder werd… hij was koel, toen ik wegging.’ Een gevoel van haast en gevaar, dat niemand anders hem mocht vinden. Het was nog steeds verlaten tussen de huizen, maar ze had het schijnsel van autolampen gezien die voorbijkwamen op de weg, het gebrul van een motorfiets. Toen er weer koplampen naderen uit de richting van Spånga stapte ze op de rijbaan en wuifde en riep, ‘stop, alsjeblieft, stop, help me’. De auto reed voorbij zonder vaart te minderen, leek eerder te versnellen. Eva schreeuwde hem na, de verdomde klootzak. Ze liet haar armen zakken en zag de achterlichten om de volgende hoek verdwijnen. De gedachte dat Svante zijn mobieltje bij zich had, maar ze kon zich er niet toe brengen om terug te gaan en zijn zakken te doorzoeken. Daarna weer het geluid van een motor. Misschien minderde de bestuurder heel even vaart. Misschien kon hij haar nog net iets beter bekijken voordat hij het gaspedaal weer intrapte en weg was. Heel even zag ze zichzelf in de voorbijsnellende ramen, bleek en behuild. Wat dachten ze dat ze was, een dronkenlap, een gek, een kunstproject? Er kwamen niet meer auto’s. Ook geen nachtelijke wandelaars. Bij de bushalte was een vastgeklonken bank waarop je je kon laten zakken. Ze had nog steeds geen benul van de tijd, maar ten slotte kwam de nachtbus. Een sissend geluid toen de deuren opengingen. Ze herinnerde zich dat de chauffeur Abraham heette. Tussen de achtergebleven spullen werd een sjaal gevonden die ze om haar hoofd kon wikkelen in plaats van de natte jas. Ze had zijn mobieltje mogen lenen en daarna had hij haar plaats laten nemen ondanks dat ze nat en vies was en de bus vertraagd werd. ‘Toen je naar het alarmnummer belde, zei je dat je de vrouw van Svante Levander was.’ 27
Draai je niet om 1-416.indd 27
23-01-17 15:45
‘Ja, dat was ik ook, tot we drie jaar geleden zijn gescheiden. Dat vertelde ik toch.’ Eva keek de agenten verward aan. Wat deed het ertoe wat ze had gezegd? Wat belangrijk was, was dat ze er uiteindelijk in was geslaagd alarm te slaan, en dat was lang niet makkelijk geweest. ‘Volgens het afschrift van het gesprek zeg je: “Ik ben zijn vrouw”. Niet was, maar ben.’ ‘O ja. Dat herinner ik me niet.’ Door het raam was nu blauw in de openingen tussen de wolken te zien, de zon die schitterde op een dak van plaatijzer. Hoe konden ze van haar verlangen dat ze zich een of twee bepaalde woorden herinnerde? ‘Ik kon toch niet gaan uitleggen dat we gescheiden zijn,’ zei ze. ‘Dat voelde op dat moment niet als het belangrijkste.’ ‘En wat hadden jullie voor relatie, jij en je ex-man?’ ‘Zoals gewoonlijk, neem ik aan… We gaan niet met elkaar om, maar we zijn vrienden, hij is een vader voor mijn zoon geweest… Is dit belangrijk?’ Eva Flyckt had ogen die door de dunne stof van het nachthemd drongen. Ze hadden haar natte kleren vannacht in beslag genomen. Analyses die gemaakt moesten worden, hadden ze gezegd, puur routine. Ze hoefde die kleren trouwens nooit meer te zien. ‘Waarom was je op die plek?’ ‘Ik maakte een avondwandeling en toen bedacht ik dat ik nog boodschappen moest doen. Het was bijna elf uur, het zou me niet meer lukken in Kälvesta, waar ik woon.’ Het voelde niet als een leugen omdat ze het van tevoren al had bedacht, toen ze voor de winkel op Svante wachtte. Eerder als een uitvlucht misschien. Eva Flyckt keek omlaag naar haar iPad. ‘Een hardlooprondje, zei je vannacht tegen mijn collega’s.’ Vannacht? Alles was één grote chaos toen politieagenten in uniform eindelijk uit de auto waren gestapt en de blauwe zwaailichten over de straat vlogen. Een ambulance en een deken om haar heen, eindelijk een klein beetje warmte. 28
Draai je niet om 1-416.indd 28
23-01-17 15:45
‘Ja, het was het allebei,’ zei Eva. ‘Ik ben vaak van plan om te gaan rennen maar dan wordt het eerder een snelle wandeling.’ De man nam het over. Door het dialect van Dalarna klonk hij vriendelijker, niet zo hard. ‘Heb je iets speciaals gemerkt aan Svante toen jullie elkaar spraken,’ vroeg hij, ‘was hij nerveus, of op een of andere manier ongerust?’ Eva dacht na, of liet een stilte vallen om de schijn te wekken. ‘Nee, ik geloof het niet,’ zei ze. ‘Hij was ongeveer net als anders. Leek misschien een beetje moe, maar het was ook best wel laat.’ ‘Had hij het met iemand aan de stok? Kun je iemand bedenken die hem kwaad zou willen doen, of jou, jullie allebei misschien?’ ‘Nee, waarom dan?’ Eva had er helemaal niet over nagedacht, vreemd genoeg. Ze stelde zich de onbekende voor als een krankzinnige, een gezichtloos persoon. ‘Svante is een consulent… was een consulent. Hij was een gewone man. En ik heb geen vijanden, wie zou dat moeten zijn? Hebben jullie sporen van hem gevonden, van hem die het gedaan heeft?’ ‘Je zei eerder dat je degene die sloeg niet gezien had.’ ‘Nee, hij moet van achteren zijn gekomen, ik heb toch gezegd dat ik niets zag.’ ‘Hoe weet je dan dat het een man was?’ Nu was het weer de politieagente, ze wisselden elkaar af, het deed aan een dans denken. ‘Ik ging er gewoon van uit dat het een man was,’ zei Eva, ‘denkt iedereen dat niet automatisch?’ De agenten wisselden een blik uit. Vroegen of ze kon staan en of ze kon laten zien hoe zij stond en waar Svante stond toen de klap kwam. Eva voelde zich verward. Eerst hadden ze erop gestaan dat ze alles in chronologische volgorde vertelde en nu sprongen ze lukraak van het een naar het ander. Ze bedacht dat Svante iemand gezien had moeten hebben die achter haar opdook. Misschien keek hij net een andere kant op. Of had ze dat in zijn blik gezien? ‘Waar hadden jullie het over, jij en je ex-man, vlak voordat het gebeurde?’ 29
Draai je niet om 1-416.indd 29
23-01-17 15:45
‘Ik vroeg me af of hij iets van Filip had gehoord. Svante zei dat ze het huis op orde begonnen te krijgen, hij en zijn nieuwe vriendin.’ Eva probeerde haar blik stabiel te houden terwijl ze van de een naar de ander keek. ‘Maar dit heb ik vannacht vast al verteld, heb ik dat niet gezegd?’ ‘We onderbreken het verhoor,’ zei Eva Flyckt en ze stak haar hand uit naar de bandrecorder. ‘Ik moet de officier van justitie bellen.’ Er was iets in haar toon, een scherpte die Eva niet eerder had gehoord. De mannelijke collega kwam ook overeind. ‘Zouden jullie om een beetje koffie kunnen vragen?’ riep ze hen na. Het was fijn om even alleen te zijn. Ze had gedaan wat ze kon, zo moest ze denken. Het lag nu in hun handen. Zij waren er verantwoordelijk voor. En ze hadden duidelijk naar haar geluisterd, want al snel kwam er een assistente met een dienblad. Vierkant knäckebröd bij de koffie en twee kleine biscuitjes. Eva at die dag voor de eerste keer zonder dat ze over moest geven en voelde zich doodmoe. Hij is dood, dacht ze en ze hoorde Svantes stem alsof hij in de kamer was, die vluchtige lach die zo snel voorbij kon zijn, maar toen ze hem levend voor zich probeerde te zien voelde ze alleen de kou vlak voordat ze zijn hand neerlegde. Daarna dacht ze aan Filip en hoe ze het hem zou moeten vertellen. Hij moest het van haar horen. De agenten namen de tijd, misschien hadden ze ook een koffiepauze nodig. Ze drukte op de alarmknop en de verpleegster die Sawalee h eette dook weer op. ‘Kan ik een telefoon lenen?’ vroeg Eva. ‘Ik moet mijn zoon bellen, hij weet niet wat er is gebeurd.’ ‘Zeker, dat kan. Zal ik hem hier brengen of wil je liever opstaan?’ ‘Ik sta liever op,’ zei Eva. ‘Dan moet je eerst iets krijgen om aan te trekken,’ zei Sawalee en ze glimlachte lief naar haar. ‘Zoals je nu bent, wil je niet rondlopen.’ Eva keek omlaag naar haar ellendige verschijning, het nachthemd en de enorme onderbroek eronder. De verpleegster liet een geur van jasmijn achter, een voorgevoel dat het leven verder kon gaan. Niet op 30
Draai je niet om 1-416.indd 30
23-01-17 15:45
dit moment, maar later, als Eva eerst maar uit bed kon komen en met Filip kon praten, dat was nu het belangrijkste. Om een of andere reden liet Sawalee op zich wachten met de kleren. Eva zocht in de kleerkast naast het bed en vond een paar lange kousen en een afschuwelijk lelijke ochtendjas met een bloemetjespatroon. Ze zou Filip vragen om naar huis te komen en in ieder geval de eerste tijd bij haar te wonen, ze moesten nu samen zijn. Voor de deur stonden de politieagenten. ‘Ik ben zo terug als jullie verder willen gaan,’ zei Eva, ‘ik moet alleen mijn zoon bellen.’ ‘We gaan het verhoor niet voortzetten. Niet voordat je de mogelijkheid hebt gehad om een advocaat te benaderen.’ ‘Neem me niet kwalijk,’ zei Eva, ‘maar ik heb daarnet je naam niet gehoord.’ ‘Peder,’ zei hij. ‘Peder Karberg.’ ‘Het is goed, Peder,’ zei Eva en ze maakte aanstalten om verder te lopen, ‘ik heb geen advocaat nodig, maar ik moet echt mijn zoon te pakken krijgen.’ Ze voelde een hand om haar bovenarm. ‘Helaas,’ zei hij, ‘geen telefoongesprekken. Er zal bewaking voor je deur staan tot je hier wordt uitgeschreven.’ ‘Maar jullie begrijpen het niet… hij weet van niets. Filip moet te horen krijgen wat er is gebeurd.’ Eva Flyckt ging voor haar staan. ‘We gaan je aanhouden,’ zei ze, ‘op redelijke verdenking van moord.’
31
Draai je niet om 1-416.indd 31
23-01-17 15:45