9789059240353

Page 1

DE NIEUWE PROFETIE

4

STERRENLICHT ERIN HUNTER

vertaald door Huberte Vriesendorp

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 3

17-01-14 09:31


Mijn speciale dank aan Kate Cary

Oorspronkelijke titel: Warrior Cats, The new prophecy: Starlight © 2006 Working Partners Limited Serie gecreëerd door Working Partners Limited © 2014 Nederlandstalige uitgave: Baeckens Books NV, Mechelen Uitgegeven in 2014 door Fantoom, Amsterdam Tekst: © Erin Hunter Vertaling: © Huberte Vriesendorp Beeldmateriaal: © HarperCollins Children’s Books, USA, 2013 Vormgeving: Josefine Sweerman Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en / of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. www.bakermat.be ISBN 978 90 5924 035 3 NUR 284 D/2013/6186/17

4

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 4

17-01-14 09:31


VOORWOORD over de heuvel zodat donkere schaduwen vielen rond een dikke wand van doornstruiken. De struiken stonden rond een kleine holte waar de rotsige wanden steil omlaag liepen naar een poel in de vorm van een volle maan. Halverwege borrelde tussen twee bemoste stenen een stroompje water op dat fonkelend als vloeibaar sterrenlicht neerstroomde in de poel. De takken ritselden en weken uiteen, en bovenaan de holte verschenen katten die behoedzaam hun weg zochten naar de waterkant beneden. Op hun vacht straalde een zacht, bleek licht en hun poten lieten een ijzige glinstering achter op het mos. Een schildpadpoes bereikte als eerste de poel. Met gloei­ ende ogen keek ze rond. ‘Ja’, snorde ze. ‘Dit is inderdaad de juiste plek.’ ‘Je hebt gelijk, Spikkelblad. Toen we de vier katten kozen die de ­Clan­s uit het woud moesten leiden, hebben we een goede keus gemaakt.’ Dit antwoord kwam van een grijsblauwe krijger die kwam aanlopen aan de andere kant MAANLICHT STROOMDE

5

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 5

17-01-14 09:31


van de holte. Ze sprong van een uitstekende punt omlaag en keek over het maanverlichte water naar de schildpadpoes. ‘Maar de ­Clan­s hebben nog een zware taak voor de boeg.’ Spikkelblad knikte instemmend. ‘Ja, Blauwster. Het zal al hun moed en vertrouwen vergen. Maar nu ze zover ­gekomen zijn, zullen ze het niet opgeven.’ Nog meer Sterrenkrijgers voegden zich bij hen en ver­ spreidden zich over de wanden tot de hele holte was bekleed met glanzend lichte gestalten. ‘Onze reis was ook zwaar’, miauwde een kat. ‘Het deed ons verdriet de paden die we zo lang hebben bewandeld, te moeten verlaten’, voegde een andere eraan toe. ‘Nu moeten we leren nieuwe hemelen te bewandelen.’ Spikkelblads stem klonk vol zelfvertrouwen. Ze ging op een rotsblok zitten naast de kleine waterval en sloeg haar staart rond haar poten. ‘We moeten de ­Clan­s leiden naar deze nieuwe ontmoetingsplek, waar we met de leiders en de medicijnkatten kunnen spreken. Dan pas zal dit een thuis zijn voor alle vijf de ­Clans.’ Een instemmend gemurmel klonk op, en hoop glansde in de ogen van de katten om haar heen. ‘Ze zullen vis vangen in het meer’, miauwde een kat. ‘En er is prooi te vinden in de heuvels en rondom het meer’, merkte een andere op. ‘Alle ­Clans zullen voedsel kun­ nen vinden, zelfs in bladkaal.’ De grijsblauwe krijger leek nog steeds niet erg op haar gemak. ‘Het gaat in het leven niet alleen om het vangen van 6

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 6

17-01-14 09:31


prooi’, miauwde ze. Een strokleurige kater drong door de menigte naar voren. ‘Het zijn geen kittens’, riep hij ongeduldig. ‘Ze weten heel goed hoe ze tweebenen en hun honden moeten vermijden. En ook vossen en dassen.’ ‘Niet alle problemen komen van tweebenen’, snauwde Blauwster. Ze draaide haar kop om en keek de kater nijdig aan. ‘En ook niet van vossen of dassen, Eikenhart. Dat weet je net zo goed als ik. De ­Clan­s zelf dragen de kiem van hun problemen van binnen mee.’ De krijgers keken elkaar even onbehaaglijk aan, maar Eikenhart boog zijn kop. ‘Ja, natuurlijk. En zo zal het altijd zijn. Dat maakt deel uit van wat het betekent een krijger te zijn.’ ‘Problemen vanbinnen bewaard, zijn het grootste gevaar’, sprak een nieuwe zware, schorre stem. Blauwster draaide zich met een ruk om. Haar haren rezen overeind terwijl ze opkeek naar de nieuwkomer die op de rand van de holte stond. Die was te groot en te massief om een kat te zijn. In plaats daarvan leek het alsof een donkere wolk de cirkel van doornstruiken was binnen­gekomen, waarin de katten brede gespierde poten en de glinstering van een paar kleine heldere oogjes konden onder­scheiden. Een paar tellen later ontspande Blauwster zich. ‘Wees wel­ kom, vriend’, miauwde ze. ‘De Sterren­Clan­dankt je. Je hebt het goed gedaan.’ ‘Door mij werd niet veel gedaan’, antwoordde de nieuwkomer. ‘Deze katten zijn hun bestemming moedig tegemoet g­ etre­­den.’ 7

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 7

17-01-14 09:31


‘De ­Clan­s hebben een verre reis gemaakt en veel ellende meegemaakt waar wij machteloos tegenover stonden,’ beaamde Spikkelblad. ‘Maar ze hebben volgehouden ook op het moment dat wij hen uit het zicht en het gehoor verloren tussen de bergen, toen zij de paden van een andere Stam bewandelden. Nu moeten ze leren opnieuw vier ­Clan­s te worden.’ Ze keek plechtig. ‘Er zal veel pijn gele­ den worden, vooral door de katten die tezamen naar de ­zin­kende­zon­plaats zijn gereisd. Het zal hun niet gemakke­ lijk vallen hun vriendschap te vergeten.’ ‘Ze moeten zo snel mogelijk hun nieuwe territoria afba­ kenen.’ Eikenharts stem klonk diep in zijn keel. ‘Dat zal problemen geven.’ ‘Elke trouwe krijger zal het beste willen voor zijn ­Clan­’, miauwde Blauwster. ‘Zolang het maar hun ­Clan­is waar ze voor vechten,’ ant­ woordde Eikenhart, ‘en niet zichzelf.’ ‘Dat is waar het gevaar dreigt’, murmelde een bezorgde stem. Een kater met een glanzend zwarte vacht staarde in het zilverige water alsof hij er gevaar uit zag oprijzen als een reusachtige vis. ‘Ik zie één kat hongeren naar macht die hij niet verdiend heeft …’ ‘Niet verdiend?’ Een magere kater met een misvormde kaak sprong overeind aan de overkant van de poel, zijn vacht opgezet van woede. ‘Nachtster, hoe durf je te zeggen dat hij die niet verdiend heeft?’ De pels van de zwarte kater rimpelde in het maanlicht 8

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 8

17-01-14 09:31


toen hij opkeek. ‘Goed dan, Kromster, nog niet verdiend’, miauwde hij. ‘Deze kat moet nog geduld leren. Macht is niet een prooi die je snel moet grijpen voor hij ontsnapt.’ De kat met de misvormde kaak ging weer zitten, al ston­ den zijn ogen nog boos. ‘Moeten al onze katten dan timide als muizen zijn?’ mompelde hij. Nachtster kneep zijn ogen tot spleetjes en zijn staart zwiepte, maar voor hij hem een scherp antwoord kon toe­ snauwen, trippelde een andere kat naar voren. Een poes met een dikke grijze vacht en ogen die fel fonkelden in haar brede kop. Ze kwam naast Spikkelblad op de bemoste oever van de poel staan en staarde in het water. Even later begonnen rimpels zich in cirkels te verspreiden vanuit het midden van de poel en klotsten tegen de oever. De grijze poes lichtte haar kop op. ‘Ik heb gezien wat zal komen’, gromde ze. ‘Er zijn duistere tijden op komst.’ Onrust rimpelde door de menigte katten als een wind­ vlaag door het riet, maar niemand waagde het hardop zijn twijfel uit te spreken. ‘Ja?’ vroeg Blauwster toen het even stil bleef. ‘Vertel ons wat je bedoelt, Geeltand.’ De grijze poes aarzelde. ‘Ik weet niet precies wat ik heb gezien’, mauwde ze tenslotte schor. ‘En jullie zullen niet prettig vinden wat ik jullie te vertellen heb.’ Ze sloot haar ogen en toen ze weer begon te spreken klonk haar stem lager en zachter dan tevoren, zodat iedere kat zich moest inspannen om haar te verstaan. ‘Voor het vrede wordt, zal 9

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 9

17-01-14 09:31


bloed bloed vergieten, en zal het meer rood kleuren.’ Blauwster verstijfde en boog haar kop om in het water te turen. Een rode vlek verspreidde zich over het oppervlak en rimpelde naar buiten tot de hele poel bloedrood was. Het leek de weerspiegeling van een vurige zonsondergang, maar boven de holte dreef nog steeds de maan tussen dunne wolkslierten. De katten snakten naar adem. Spikkelblad trippelde bevend naar voren en staarde wanhopig in het water alsof ze zocht naar iets dat Geeltands onheilspellende woorden kon tegenspreken. ‘Probeer je te zien wat er met Vuurster zal gebeuren?’ vroeg Blauwster haar vriendelijk. ‘Zoek niet te hard, Spikkelblad. Jij zou meer dan welke andere kat ook moeten weten dat er soms niets tegen te doen is.’ Spikkelblad hief haar kop op, en er lag een onverzette­ lijke blik in haar ogen. ‘Ik zou alles, wat dan ook, willen doen om Vuurster te helpen’, siste ze. ‘Ik zal hem bescher­ men met alle krachten van de Sterren­Clan­.’ ‘Zelfs die zullen misschien niet genoeg zijn’, waarschuw­ de Blauwster haar. Rondom hen begonnen de krijgers van de Sterren­Clan­ weg te trippelen van de poel; ze klauterden naar boven en glipten weg door de doornstruiken tot de glinstering van hun pelzen was verdwenen en het enige licht in de holte nog kwam van de weerspiegeling van de maan in het water. Het dier in de schaduw bleef nog even wachten en in 10

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 10

17-01-14 09:31


stilte toekijken tot de laatste kat weg was. Toen kwam ze in beweging en gleed een bundel maneschijn over haar krach­ tige schouders. ‘Middernacht, dit niet jouw plek’, gromde ze in zichzelf. ‘Is niets meer te doen hier voor jou.’ Ze zweeg even en voegde er daarna aan toe: ‘Nog één keer, misschien, zal ik ontmoeten de ­Clan­s. Bewolkt is tijd die komt.’ Toen ze zich omdraaide om door de doornstruiken heen te dringen viel het maanlicht op de brede witte streep over de kop van de das. Even later was de das verdwenen en bleef de holte leeg achter.

11

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 11

17-01-14 09:31


DE ­­­­­CLAN­­­­­­S

D onder ­­­­­­C lan ­­­­­

L eider

VUURSTER – Knappe rode kater

C ommandant

Grijsstreep – Langharige grijze kater

M edicijnkat

Sintelvel – Donkergrijze poes

K rijgers

(KATERS EN VROUWTJES ZONDER JONGEN)

Leerling: Loof­poot­

Stropels – Goudbruine cyperse kater Leerling: Wit­poot­

Schorspels – Donkerbruin gestreepte kater Leerling: Kwik­poot­

Zandstorm – Bleek rode vrouwtjeskat

Vosstaart – Schildpadpoes met witte borst en poten, en

Wolkstaart – Langharige witte kater Leerling: Spin­poot­

amberkleurige ogen

Doorn­klauw­ – Goudbruin gestreepte kater

Lichthart – Witte poes met oranjerode vlekken Braam­klauw­ – Donkerbruin gestreepte kater met amber-

kleurige ogen

Aspels – Lichtgrijze kater met donkere vlekken en donkerblauwe ogen

Roetvacht – Lichtgrijze kater met amberkleurige ogen Regensnor – Donkergrijze kater met blauwe ogen L eerlingen

(MEER DAN ZES MANEN OUD, WORDEN GETRAIND TOT KRIJGERS)

Kwik­poot­ – Donkerrode poes met groene ogen

Loof­poot­ – Lichtbruin gestreepte poes met ambergele ogen

12

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 12

17-01-14 09:31


Spin­poot­ – Langpotige zwarte kater met een bruine buik

en gele ogen

Wit­poot­ – Witte poes met groene ogen

M oederkatten (POEZEN DIE IN VERWACHTING ZIJN OF JONGEN VERZORGEN)

Varenwolk – Lichtgrijze poes met donkere vlekken en groene ogen, moeder van Schorspels’ jongen

O udsten

(VOORMALIGE KRIJGERS OF MOEDERKATTEN)

Langstaart – Lichtkleurige cyperse kater met zwarte

Goudsbloem – lichte, rossige vacht

Muisbont – Kleine donkerbruine poes

S chaduw ­­­­­­C lan ­­­­­­

L eider

Zwartster – Witte kater met enorme pikzwarte poten

C ommandant

Kastanjevacht – Donkerrode poes

M edicijnkat

Kleinwolk – Heel kleine gestreepte kater

K rijgers

Eikenvacht – Kleine bruine kater

Taanpels – Gevlekte schildpadpoes met groene ogen

Cederhart – Donkergrijze kater

strepen, die zich al jong heeft moeten terugtrekken vanwege zijn slechte ogen

Lijsterstaart – Rossige poes Leerling: ­k lauw­­poot­ Nachtvleugel – Zwarte poes

M oederkatten Klaproos – Lichtbruine cyperse poes met lange poten O udsten

Loopneus – Kleine grijs-witte kater, vroeger de

medicijnkat

Keisteen – Magere grijze kater

13

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 13

17-01-14 09:31


L eider

wind ­­­­­­C lan ­­­­­­ Langster – Oudere zwart-witte kater met een heel

lange staart

C ommandant

Modder­klauw­ – Gevlekte bruine kater

M edicijnkat

Sparneus – Bruine kater met een kort staartje

K rijgers

Webstaart – Donkergrijze cyperse kater

Scheuroor – Cyperse kater Leerling: Uil­poot­

Eensnor – Bruingestreepte kater

Leerling: Wezel­poot­

Kraaiveder – Donkergrijze, bijna zwarte kater met

blauwe ogen

Asvoet – Grijze poes

Nachtwolk – Zwarte poes

M oederkatten Witstaart – Kleine witte poes O udsten

Ochtendbloem – Lapjespoes

Rietstaart – Lichtbruine kater

R ivier ­­­­­­C lan ­­­­­­

L eider

Luipaardster – Ongewoon gevlekte, goudbruine

C ommandant

Mistvoet – Grijze poes met blauwe ogen

M edicijnkat

Motvleugel – mooie goudkleurige cyperse poes met ambergele ogen

K rijgers

Zwart­klauw­ – Bruinzwarte kater

Dikstaart – Zwaargebouwde gestreepte kater Leerling: Steen­poot­

Zwaluwstaart – Bruingestreepte poes met

vrouwtjeskat

Leerling: Muis­poot­

groene ogen

14

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 14

17-01-14 09:31


Havikwind – Donkerbruine kater met witte buik en ijsblauwe ogen M oederkatten Mospels – Schildpadpoes

Dauwbloem – Lichtgrijze poes

katten die niet in ­­­­­C lan ­­­­­­s leven

Rokie – Gespierde grijs met witte kater die in een schuur bij de paardenplaats woont

Madelief – Poes met een lange crème-bruine vacht die bij

Flos – Kleine grijs met witte poes die bij Rokie en

Rokie woont

Madelief woont

15

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 15

17-01-14 09:31


WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 16

17-01-14 09:31


STERRENLICHT

WATER EN VUUR HOOFDSTUK 1 PLOTSELING BRAAM­KLAUW SCHUDDE ­ STOND bovenaan de tunnel de toen helling een monster en tuurde boven naar

hun de zilveren hoofd voorbij vuurpuntjes raasde. dieToch weerspiegeld al tot hetwerden uitersteingespan­ het nen meersprongen beneden.Grijsstreep De ­Clan­s hadden en Vuurhart op van eindelijk hunschrik, nieuw maar thuis de WindClankatten net zoals Middernacht reageerd had beloofd. Hier wacht­ gevonden, te de Sterren­Clan­op hen, en waren ze eindelijk veilig voor tweebeenmonsters. Om hen heen murmelden de krijgers van alle vier de ­Clan­s met elkaar en staarden schichtig naar het donkere, onbekende terrein onderaan de heuvel. ‘In dit licht is het onmogelijk te zien wat daar beneden is.’ Lichthart, een rood met witte Donder­Clan­krijger draai­ de zich zo dat haar ene goede oog het hele landschap kon overzien. De staart van haar partner Wolkstaart zwiepte. ‘Hoe erg kan het zijn? Bedenk wat we hebben doorgemaakt om hier te komen. We kunnen alles aan dat op vier poten rond­ loopt.’ ‘En hoe zit het met tweebenen?’ vroeg Kastanjevacht, de Schaduw­Clan­commandant. 17

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 17

17-01-14 09:31


DE NIEUWE PROFETIE - WARRIOR CATS

‘Wij zijn allemaal zwak en uitgeput van de reis’, voegde Zwart­klauw­van de Wind­Clan­eraan toe. ‘Vossen en dassen kunnen ons met gemak opsporen, open en onbe­ schermd als we hier zijn.’ Een ogenblik rilde Braam­klauw­van angst. Maar meteen rechtte hij zijn rug. De Sterren­Clan­zou hen nooit hier gebracht hebben als ze er niet van overtuigd waren dat de ­Clan­s konden overleven in hun nieuwe territoria. ‘Waar wachten we op?’ klonk een nieuwe stem. ‘Blijven we hier de hele nacht staan?’ Braam­klauw­onderdrukte een grijns en draaide zich om. Zijn ­Clan­maat Kwik­poot­stond achter hem. De rossige leerling rukte aan het taaie, stugge gras met alle vier haar poten. Haar groene ogen gloeiden van verwachting. ‘Kijk, Braam­klauw­!’ snorde ze. ‘Het is ons gelukt! We hebben onze nieuwe thuis gevonden!’ Ze trok haar achterpoten onder zich, klaar om de heu­ vel af te rennen, maar voor ze ervandoor kon gaan drong Vuurster tussen de katten door en versperde haar de weg. ‘Wacht.’ De Donder­Clan­leider raakte zijn dochters schouder even vol genegenheid aan met de punt van zijn staart. ‘We gaan allemaal tegelijk en houden onze ogen goed open voor mogelijke gevaren. Dit kan dan wel de plaats zijn die we van de Sterren­Clan­moesten vinden, maar ze verwachten heus niet dat we ons verstand in het woud hebben achtergelaten.’ Vol respect boog Kwik­poot­haar kop en deed een stap 18

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 18

17-01-14 09:31


STERRENLICHT

achteruit, maar toen ze even opzij naar Braam­klauw­keek, zag hij dat haar ogen nog steeds gloeiden van opwinding. Voor Kwik­poot­kon het einde van hun reis onmogelijk angstaanjagend zijn. Vuurster trippelde naar Zwartster en Luipaardster, de leiders van de Schaduw­Clan­en de Rivier­Clan­. ‘Ik stel voor dat we een patrouille vooruit sturen’, miauwde hij. ‘Gewoon een paar katten om uit te zoeken hoe het daar beneden is.’ ‘Goed idee – maar we kunnen hier niet op ze blijven staan wachten’, protesteerde Luipaardster. ‘Het is hier veel te open.’ Zwartster gromde instemmend. ‘Een vos zou zonder enige moeite de zwakste katten eruit kunnen pikken.’ ‘Maar we hebben rust nodig.’ Modder­klauw­van de Wind­Clan­mengde zich in de discussie. Zijn leider, Langster, lag op de grond even verderop waar de medicijn­ kat Sparneus zich over hem heen boog. ‘Langster kan niet veel verder lopen.’ ‘Laten we dan meteen een patrouille uitsturen’, stelde Vuurster voor, ‘dan volgen wij langzamer tot we een wat meer beschutte plek vinden. Ja, Modder­klauw­,’ voegde hij eraan toe toen de Wind­Clan­commandant zijn mond open­ de om te protesteren, ‘we zijn allemaal moe, maar we zullen rustiger slapen wanneer we niet zo open en bloot op een helling zitten.’ Zwartster riep Kastanjevacht bij zich, terwijl Luipaard­ ster haar commandant Mistvoet wenkte. 19

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 19

17-01-14 09:31


DE NIEUWE PROFETIE - WARRIOR CATS

‘Ik wil dat jullie naar het meer afdalen en daarna direct terugkomen’, beval Luipaardster. ‘Kijk wat jullie kunnen ontdekken, maar doe het snel, en blijf uit het zicht.’ De twee katten zwaaiden met hun oren, draaiden zich daarna om en renden met lange passen weg, hun buik laag bij de grond. Binnen een paar tellen waren ze verdwenen in de duisternis. Vuurster keek hen na voor hij een kreet slaakte om de rest van de katten om zich heen te verzamelen. Modder­ klauw­keerde terug naar Langster en duwde de oude leider overeind. Hun ­Clan­s groepeerden zich achter de leiders van de Donder­Clan­, de Rivier­Clan­en de Schaduw­Clan­en volgden hen de helling af naar het meer. ‘Wat is er?’ vroeg Kwik­poot­die merkte dat Braam­ klauw­stil bleef staan. ‘Waarom sta je daar als een bevroren konijn?’ ‘Ik wil …’ Braam­klauw­keek rond en zag even verderop zijn zusje Taanpels lopen. Hij wenkte haar met een ruk van zijn kop. ‘Ik wil dat wij gezamenlijk naar beneden gaan’, legde hij uit toen de schildpadpoes bij hen kwam. ‘Alle kat­ ten die de eerste reis hebben gemaakt.’ Er waren vier katten overgebleven van de zes die het woud hadden verlaten op zoek naar een nieuwe thuis. Behalve een nieuwe plek waar hun ­Clan­zou kunnen wonen, hadden ze nog iets kostbaars verworven op die tocht: een sterke vriendschapsband was tussen hen ge­­ smeed, sterk als graniet en diep als het eindeloze water 20

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 20

17-01-14 09:31


STERRENLICHT

dat tegen de klippen spoelde waar Middernacht, de das, woonde. Nu wilde Braam­klauw­nog één keer samen zijn met zijn vrienden voordat hun verplichtingen aan hun afzon­ derlijke ­Clan­s hen weer uiteen zouden drijven. Taanpels snorde goedkeurend. Braam­klauw­zag in haar groene ogen dat zij, net als hij, begreep dat ze binnenkort weer rivalen zouden zijn, dat de volgende keer dat ze el­­ kaar zouden ontmoeten het misschien tot een gevecht zou leiden. De naderende scheiding deed hem pijn. Hij drukte zijn neus tegen de snuit van zijn zusje en voelde haar adem tegen zijn snorharen. ‘Waar is Kraaiveder?’ vroeg ze. Braam­klauw­keek op en zag de jonge Wind­Clan­krijger een paar staartlengten verderop, bezorgd naast Langster lopen. De Wind­Clan­leider zag er zo uitgeput uit dat hij nauwelijks een ­poot­voor de andere kon zetten en hij leun­­de zwaar op de bruingestreepte krijger Eensnor. De Wind­Clan­medicijnkat, Sparneus, liep vlak achter hen met een ongeruste uitdrukking op zijn gezicht. ‘Hee, Kraaiveder!’ riep Kwik­poot­. De Wind­Clan­kat kwam aanrennen. ‘Wat is er?’ Braam­klauw­negeerde de onvriendelijke toon van zijn stem. Kraaiveders tong was scherp genoeg om je oren van je kop te snijden, maar als er gevaar dreigde zou hij tot het uiterste gaan om zijn vrienden te verdedigen. ‘Kom met ons mee naar het meer,’ drong hij aan. ‘Ik wil 21

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 21

17-01-14 09:31


DE NIEUWE PROFETIE - WARRIOR CATS

dat we deze reis eindigen zoals we begonnen – samen.’ Kraaiveder boog zijn kop. ‘Wat heeft dat voor zin?’ mur­ melde hij. ‘We zullen nooit meer samen zijn. Stormvacht woont nu in de bergen, en Vederstaart is dood.’ Braam­klauw­streek met zijn staart licht over de schou­ der van de jonge krijger. Hij deelde zijn verdriet om de mooie Rivier­Clan­poes die haar leven had opgeofferd om Kraaiveder en de Stamkatten te redden van de verschrik­ kelijke leeuwkat die bekend stond als Scherptand. Daarna had Vederstaarts broer Stormvacht besloten bij de Stam der Waterstromen te blijven vanwege zijn liefde voor prooijager Beek. Braam­klauw­miste hem ontzettend, maar hij wist dat zijn pijn niets was vergeleken met het marte­ lende verdriet dat Kraaiveder voelde over de dood van Vederstaart. ‘Vederstaart is nu bij ons’, verklaarde Kwik­poot­die naar hen toekwam. In haar ogen was te lezen dat ze daarvan overtuigd was. ‘Als jij dat niet weet, Kraaiveder, heb je nog dommere muizenhersens dan ik dacht. En Stormvacht zien we terug, dat weet ik zeker. We zijn hier een stuk dichter bij de bergen dan we in het woud waren.’ Kraaiveder slaakte een diepe zucht. ‘Oké’, miauwde hij. ‘Laten we gaan.’ De meeste katten waren hen al gepasseerd. Ze liepen behoedzaam over het onbekende terrein, dicht bij elkaar, zoals ze de hele lange, gevaarlijke reis hierheen hadden ge­daan. Een eindje voor hen uit zag Braam­klauw­Mot­ 22

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 22

17-01-14 09:31


STERRENLICHT

vleugel, de medicijnkat van de Rivier­Clan­, bij een groep leerlingen van alle vier de ­Clan­s. Aan de andere kant van een groep stekelige struiken liep het terrein omlaag naar een klein met gras begroeid dal. Klaproos, een moederkat van de Schaduw­Clan­, had moeite om haar kittens veilig de steile helling af te brengen. Wolkstaart en Lichthart van de Donder­Clan­renden erheen om haar te helpen en pakten allebei een jong tussen hun tanden. Lager op de helling trippelde Cederhart, een grijze Schaduw­Clan­kater, langs het doornige struikgewas; zijn ogen schoten heen en weer om te zien of soms ergens ­vossen of dassen loerden op een makkelijke prooi. Als hij deze katten niet al zijn hele leven had gekend zou het voor Braam­klauw­onmogelijk zijn geweest de ene ­Clan­van de andere te onderscheiden. Ze liepen allemaal naast elkaar en hielpen elkaar. Grimmig vroeg hij zich af hoe lang het zou duren voor ze opnieuw verdeeld zouden zijn, en hoe pijnlijk die scheiding zou zijn. Na een ongeduldige uitroep van Kwik­poot­ – ‘Kom je nog, Braam­klauw­, anders laten wij je achter en maak je hier maar een nest voor jezelf!’ – liep hij de heuvel af. Hij bleef om de paar stappen even staan om de nachtlucht in te ademen. De geur van katten was het sterkst, maar daar­ onder rook hij de geuren van muizen, ratten en konijnen. Hij kon zich niet meer herinneren wanneer hij voor het laatst had gegeten; de leiders zouden hen toch zeker wel gauw toestemming geven op jacht te gaan? 23

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 23

17-01-14 09:31


DE NIEUWE PROFETIE - WARRIOR CATS

Hij beeldde zich net de verrukkelijke smaak van verse prooi in toen hij opschrok van een gesis van Taanpels die een paar staartlengten voor hem liep. ‘Kijk daar eens’, spuugde de Schaduw­Clan­krijger wijzend met haar staart. Braam­klauw­spitste zijn oren bij het zien van het dunne gaas van een tweebeenhek dat als een enorm spinnenweb glom in het bleke licht van de dageraad. Twee of drie andere katten waren ook bezorgd blijven staan. ‘Ik wist wel dat we vroeg of laat op tweebenen zouden stuiten!’ miauwde Kwik­poot­met een geërgerde zwiep van haar staart. Braam­klauw­proefde de lucht opnieuw. Hij rook wel iets van tweebeengeur, maar zwak en oud. Er was nog een geur, minder bekend, en hij moest diep nadenken voor hij zich herinnerde wat het was. ‘Paarden’, bevestigde Kraaiveder zijn gedachte. ‘Daar is er een.’ Hij wees met zijn staart en Braam­klauw­zag een donke­ re gestalte onder een groepje bomen binnen de omheining. Hij meende dat er nog een naast stond maar dat was moei­ lijk te zien in de schaduw van de takken. ‘Wat zijn paarden?’ vroeg Wit­poot­die ongerust door het gaas staarde. ‘Niets om je zorgen over te maken.’ Scheuroor van de Wind­Clan­raakte geruststellend de schouder van de leer­ ling aan met het puntje van zijn staart. ‘Die renden soms door ons territorium met een tweebeen op hun rug.’ 24

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 24

17-01-14 09:31


STERRENLICHT

Wit­poot­knipperde met haar ogen alsof ze hem niet helemaal geloofde. ‘We hebben er een paar gezien op onze reis naar de ­zin­kende­zon­plaats’, voegde Braam­klauw­ eraan toe. ‘Ze besteedden geen enkele aandacht aan ons toen we hun wei overstaken. Het zijn de tweebenen die voor hen zorgen, voor wie we moeten uitkijken.’ ‘Ik zie geen tweebeennesten’, merkte Taanpels op. ‘Misschien zorgen deze paarddingen voor zichzelf.’ ‘Laten we het hopen’, miauwde Braam­klauw­. ‘Van paarden alleen zouden we geen last hebben.’ ‘Als we tenminste uit de buurt blijven van hun lompe poten’, vulde Kwik­poot­aan. De katten volgden het tweebeenhek tot ze bij een groepje bomen kwamen waar de andere katten zich had­ den verzameld. Braam­klauw­zag Sintelvel, de medicijnkat van de Donder­Clan­, en haar leerling Loof­poot­, Kwik­ poot­s zusje. ‘Wat is er aan de hand?’ vroeg Kwik­poot­. ‘Waarom zijn we gestopt?’ ‘De patrouille die de leiders op verkenning hadden ge­­ stuurd, is net teruggekomen’, legde Sintelvel uit. Braam­klauw­volgde haar blik naar de leiders van de vier ­Clan­s en de Wind­Clan­commandant, Modder­klauw­, die dicht bijeen naast een boomstronk stonden. Mistvoet en Kastanjevacht, die op patrouille waren gestuurd, stonden tegenover hen. De andere katten hadden zich op het korte 25

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 25

17-01-14 09:31


DE NIEUWE PROFETIE - WARRIOR CATS

taaie gras rondom de boomstronk neer laten vallen, blij met de kans even te rusten. Met de anderen op zijn hielen zigzagde Braam­klauw­tus­ sen de katten door tot hij zo dichtbij was dat hij kon horen wat de ­Clan­leiders zeiden. Mistvoet bracht net verslag uit. ‘De grond bij het meer is erg drassig. Het heeft geen zin verder te gaan. We moeten wachten tot het dag wordt. We willen geen katten kwijtra­ ken in de modder.’ ‘De Schaduw­Clan­is gewend aan moeras onder hun poten,’ merkte Zwartster op voor een van de andere leiders iets kon zeggen. ‘Maar we zullen wel bij jullie blijven, als jullie dat willen.’ Hij liet het klinken alsof de Schaduw­Clan­ hun een grote gunst bewees door niet verder te gaan om alleen het terrein te verkennen. Braam­klauw­kneep zijn ogen halfdicht. Het leek te vroeg voor de ­Clan­s om al met elkaar te gaan kiften over wie welk deel van het nieuwe territorium opeiste. Hij was eraan gewend geraakt alle vier ­Clan­s om zich heen te hebben, en de verschillen te negeren die hen meer seizoenen dan een kat zich kon herinneren, gescheiden hadden gehouden. Hij was ook bang dat sommige katten zwakker en uitgeput­ ter waren dan anderen, waardoor mogelijke confrontaties schadelijker zouden zijn dan nodig. Hij hoopte dat de leiders zouden besluiten de rest van de nacht te blijven waar ze waren. De heuvels waren dichtbij genoeg om hen te beschutten tegen de wind, en de bomen 26

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 26

17-01-14 09:31


STERRENLICHT

boden nog meer welkome beschutting. Een sterke prooigeur kwam uit de schaduwen, en zijn poten jeukten om op jacht te gaan. ‘Ik vind dat wij hier moeten blijven’, miauwde Vuurster tot Braam­klauw­s opluchting. ‘We hebben allemaal rust no­dig en zo te horen is het niet erg comfortabel bij het meer.’ Luipaardster murmelde instemmend. Voor Vuurster was uitgesproken zakte Langster ineen op zijn zij en bleef hijgend liggen, alsof hij geen stap meer kon zetten. Modder­ klauw­stapte naar hem toe, snoof even aan hem en fluisterde een paar woorden in zijn oor. ‘Langster lijkt doodop’, murmelde Braam­klauw­tegen Kraaiveder. ‘Dit is zijn laatste leven, hè?’ Kraaiveder knikte somber. ‘Het komt wel weer goed met hem nu we hier zijn’, miauwde hij, al vermoedde Braam­ klauw­dat hij net zo goed zichzelf probeerde te overtuigen als welke andere kat ook. Zwartster sprong op de boomstronk. De sterke witte kater stond daar met zijn staart in de lucht en zijn enorme zwarte poten op het ruwe hout geplant. Hij liet een luid commando horen zodat de ogen van alle katten op hem gevestigd werden. ‘Katten van alle ­Clan­s!’ riep hij toen ook de laatste katten arriveerden. ‘We hebben de plaats bereikt die we van de Sterren­Clan­moesten vinden, maar we zijn allemaal moe en hongerig. We zullen hier ons kamp opslaan tot we uitgerust zijn.’ 27

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 27

17-01-14 09:31


DE NIEUWE PROFETIE - WARRIOR CATS

‘Wie heeft hem gevraagd het woord te voeren voor de leiders?’ mompelde Kwik­poot­. Haar groene ogen flitsten verontwaardigd toen Braam­klauw­die binnen gehoorsafstand een paar Schaduw­Clan­katten zag zitten, haar met een zwaai met zijn staart over haar mond het zwijgen oplegde ‘En hoe moet het met de verse prooi?’ riep een kat van ­achteren. ‘We wachten tot de zon opkomt’, antwoordde Zwartster. ‘Dan komt de prooi tevoorschijn en zal er genoeg zijn voor ons allemaal.’ ‘Intussen moeten we wachtposten uitzetten’, voegde Vuurster eraan toe terwijl hij naast Zwartster op de stronk sprong zodat de Schaduw­Clan­leider een stapje achteruit moest doen. ‘Commandanten, zoek twee of drie krijgers die nog wat langer wakker kunnen blijven. We willen niet in onze slaap verrast worden door vossen.’ Modder­klauw­die voor de Wind­Clan­leek te spreken nu Langster zo zwak was, miauwde instemmend, gevolgd door de Rivier­Clan­leider, Luipaardster. De korte vergadering werd afgesloten en de katten begonnen een slaapplaats op te zoeken. Sparneus porde Langster overeind en hielp hem naar een plekje met lang gras, waar de Wind­Clan­leider weer ineenzakte, trillend van kop tot staart. Eensnor kwam naast hem zitten en begon zachtjes zijn vacht te likken. ‘Ik geloof dat ze me nodig hebben’, miauwde Kraaiveder en hij rende weg om zich bij de andere Wind­Clan­katten te voegen. 28

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 28

17-01-14 09:31


STERRENLICHT

Taanpels raakte even de neus van haar broer aan. ‘Ik kan me beter bij Kastanjevacht gaan melden’, miauwde ze. ‘Ik zie je nog wel, Braam­klauw­.’ Ze draaide zich om en ging naar een groep ­Clan­genoten die om de Schaduw­Clan­ commandant heen stonden. Braam­klauw­vroeg zich af of hij moest aanbieden om de wacht te houden. Ook al was hij nog niet eens vier seizoenen krijger, de Donder­Clan­had elke kat nodig om te helpen alle ­Clan­genoten te voeden en te beschermen – vooral nu ze vlak voor hun vertrek uit het woud hun commandant waren kwijtgeraakt. Huiverend herinnerde Braam­klauw­zich hoe Grijsstreep gevangen was door tweebenen en meegenomen in een tweebeenmonster. Hij keek naar Vuurster en zag zijn leider Vosstaart en Stropels instrueren. Hij begreep dat hij niet meteen nodig was, dus keek hij rond of er nog Donder­ Clan­katten hulp nodig hadden. Schorspels stond in de schaduwen onder de bomen met zijn partner Varenwolk en hun zoon Sparkit, de enige van haar laatste nest die het gebrek aan prooi thuis in het woud had overleefd. Varenwolk zat gebogen over Langstaart, die in het gras lag, en besnuffelde hem bezorgd. Langstaart was niet veel seizoenen ouder dan Schorspels, maar was door zijn slechte ogen gedwongen geweest zich bij de oudsten te voegen. De reis vanaf het woud was vooral voor hem heel zwaar geweest. Goudsbloem, Braam­klauw­s moeder, lag vlak naast hem aan de andere kant. Ze was de oudste moederkat van de Donder­Clan­, en Braam­klauw­zag met een steek van 29

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 29

17-01-14 09:31


DE NIEUWE PROFETIE - WARRIOR CATS

sympathie dat ze te moe was om iets anders te doen dan haar warme vacht tegen Langstaart aandrukken. Schorspels gaf de schouder van de bleekgestreepte kater een duwtje met zijn neus. ‘Kop op, Langstaart’, miauwde hij. ‘Het is nu niet ver meer.’ Terwijl Kwik­poot­kwam aanrennen om te helpen, zag Braam­klauw­een beschut plekje: een kleine holte in de grond voorbij het groepje bomen, waar dik gras groeide en een paar struiken met laaghangende takken. ‘Wat zou je er van zeggen daar een nest te maken?’ stelde hij voor wijzend met zijn staart. ‘Goed idee’, miauwde Schorspels. Hij gaf Langstaart nog een duwtje. ‘Het is in orde, Langstaart. We brengen je naar een meer beschut plekje en dan kun je slapen zo lang je maar wilt.’ Langstaart hees zich overeind. Kwik­poot­trippelde met haar staart om zijn hals gekruld met hem mee om hem te leiden. Braam­klauw­liet Goudsbloem tegen zijn schouder aanleunen, en Varenwolk spoorde Sparkit aan met hen mee te lopen. ‘Hopelijk is dit de plaats waar we naar op zoek zijn’, merkte Schorspels op met een blik op de uitgeputte katten. ‘We hebben geen van allen nog de kracht om verder te reizen.’ Braam­klauw­gaf geen antwoord. Hij wist dat Schorspels gelijk had, maar hij kon hem niet met zekerheid zeggen of dit de plaats was die de Sterren­Clan­voor hen had bestemd. 30

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 30

17-01-14 09:31


STERRENLICHT

Hij zag de anderen tussen de takken doorglippen en zich installeren in de opgehoopte dorre bladeren die onder de struiken lagen. Hij ving een glimp op van Loof­poot­die voorbij trippelde met een mond vol mos voor nesten en herinnerde zich hoe vast de leerling medicijnkat ervan over­ tuigd was dat hun krijgervoorouders hen op hun reis had­ den vergezeld. Kon hij daar ook maar zo zeker van zijn. Hij had zich de hele tijd vastgeklampt aan de overtuiging dat hun problemen opgelost zouden zijn zodra ze hun nieuwe territorium bereikten. Maar nu ze hier waren, waar alles zo vreemd aanvoelde, zag hij in dat ze nog maar net waren begonnen. Kwik­poot­s stem onderbrak zijn gedachten. ‘Schorspels, wil je dat we voor jullie op jacht gaan?’ Haar mentor tikte op haar oor met zijn staart. ‘Nee, we zullen later met zijn allen op jacht gaan. Kijk naar jezelf, je staat te slapen op je poten. Ga met Braam­klauw­mee en ga rusten.’ ‘Oké.’ Kwik­poot­s kaken openden zich in een reusachtige geeuw. ‘Wat vind je van daar, onder die doornstruik?’ Braam­ klauw­ging voor naar de plek die hij had aangewezen, een paar staartlengten verder op de helling, en kroop onder de laagste struik. Kwik­poot­volgde hem en rolde zich op tot een bal met haar staart over haar neus. ‘Slaap lekker’, mompelde ze onduidelijk. 31

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 31

17-01-14 09:31


DE NIEUWE PROFETIE - WARRIOR CATS

Braam­klauw­krabbelde in de bladeren onder de struik tot hij een behaaglijk nest had gemaakt. Hij rolde zich op vlak naast Kwik­poot­en ademde haar vertrouwde, warme geur in. Hij was blij dat ze nog geen echt kamp hadden gemaakt, waar krijgers en leerlingen in hun eigen hol sliepen. Hij zou het slapen naast Kwik­poot­echt missen, besefte hij met zijn laatste opflikkerende bewuste gedachte. Daarna overspoelde de slaap hem als een zachte, zwarte golf. Braam­klauw­s dromen waren duister en warrig. Hij zocht iets in het midden van een dicht woud, maar kon zich niet herinneren wat hij zocht, en ieder pad dat hij nam eindigde abrupt in kluwens braamstruiken of ondoordringbare wan­ den van doornstruiken. Wanhopig probeerde hij erdoor­ heen te dringen, maar een tak prikte pijnlijk in zijn zij. ‘Wakker worden, Braam­klauw­! Jij blijft maar doorslapen, wat denk je wel dat je bent, een egel?’ Braam­klauw­s ogen vlogen open en hij zag Kwik­poot­hem een por geven met haar voor­poot­. Waterig geel daglicht sij­ pelde tussen de takken van de doornstruik door. ‘Het is ochtend’, vervolgde Kwik­poot­. ‘Kom mee dan gaan we kijken of we kunnen jagen. Als je tenminste uit je winterslaap kunt ontwaken.’ De verwarring van zijn droom glipte weg toen hij zich herinnerde waar hij was. Maar die werd meteen vervangen door nieuwe bezorgdheid toen hij voor de eerste keer het landschap bij daglicht zag. Hij vroeg zich af of hij zich ooit 32

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 32

17-01-14 09:31


STERRENLICHT

thuis zou voelen op dit enorme, onbekende terrein. Er stond een koude wind die het water van het meer rim­ pelde en ritselde door het riet langs de oever. Het glanzende grijze water strekte zich bijna zover als hij kon zien voor Braam­klauw­uit. Boven de heuvels die aan een kant oprezen, begon de hemel te kleuren. Daar zou de zon zo dadelijk opko­ men. In de richting waar zij vandaan waren gekomen, liep een flauwe helling omhoog naar kale heidevelden. Het tweebeen­ hek liep erlangs en in het toenemende licht kon Braam­klauw­ net een paar tweebeennesten in de verte zien. Hij maakte een goedkeurend geluidje: in zulke kleine nesten konden niet veel tweebenen wonen, en ze waren zover weg dat ze de ­Clan­s waarschijnlijk geen moeilijkheden zouden bezorgen. Verderop om het meer heen, aan de voet van de heuvels, was een vlek die eruit zag als een grijsgroene mist. Braam­ klauw­besefte dat het een massa bladerloze takken was, die zich uitstrekte langs de oever tot aan de top van de heuvelrug. Zijn hart sprong op bij de gedachte dat hij al gauw weer onder bomen zou staan, hoe vreemd ze ook waren. Aan de overkant van het meer werd de groene vlek donkerder. Braam­klauw­ vermoedde dat het sparren waren, die nog groen waren middenin bladkaal. Ze bedekten de grond als een zachte pels die rimpelde in de wind. Nu een randje van de zon te voorschijn kwam, werd het licht bij de horizon te fel om nog langer in te kijken. De laatste sterren vervaagden en de hemel was een helder, bleek blauw. 33

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 33

17-01-14 09:31


DE NIEUWE PROFETIE - WARRIOR CATS

‘Tijd om te gaan jagen’, miauwde Braam­klauw­tegen Kwik­poot­die naast hem stond. Hij keek om zich heen of hij Vuurster of een van de oudere krijgers zag om te horen of er al patrouilles werden uitgestuurd. Zijn leider kwam uit een nabijgelegen bosje samen met Luipaardster, Zwartster en Modder­klauw­. De leiders hadden zeker een bespreking gehad, vermoedde Braam­klauw­. Het maakte hem onrustig Modder­klauw­voor de Wind­Clan­te zien optreden in plaats van Langster. ‘Zou je denken dat Langster zich vannacht bij de Sterren­ Clan­heeft gevoegd?’ murmelde hij. Hij voelde een steek van verdriet bij de gedachte. Kwik­poot­schudde haar kop. ‘Dat denk ik niet’, miauwde ze. ‘Anders hadden ze zijn lichaam wel naar buiten gebracht zodat zijn ­Clan­hem de laatste eer kan bewijzen.’ Braam­klauw­hoopte maar dat ze gelijk had. Voor hij nog meer kon zeggen sprong Vuurster op de boomstronk van­ waar de leiders de vorige dag de ­Clan­s hadden toegesproken. Zwartster sprong naast hem, en Modder­klauw­klauterde naar boven aan de andere kant. Er was nauwelijks genoeg plaats voor drie katten op de platte top van de boomstronk, dus probeerde Luipaardster niet eens om bij hen te gaan staan maar ging op een kronkelige wortel aan de voet zitten. ‘We zullen een andere plek nodig hebben voor Grote Vergaderingen’, merkte Kwik­poot­op. Ze werd onderbroken door Vuurster die de ­Clan­s bijeen riep. Graspollen en varens weken uiteen, en struiken 34

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 34

17-01-14 09:31


STERRENLICHT

schudden toen katten opdoken uit hun slaapplaatsen. Ze zagen er allemaal mager en sjofel uit, een simpele prooi voor mogelijk in dit territorium verscholen vijanden. Zenuwachtig keken ze om zich heen alsof ze van alle kanten hongerige ogen in hun pels voelden branden. Braam­klauw­sprong met Kwik­poot­op zijn hielen de ­helling af naar de stronk. Halverwege zag hij Langsters zwart-witte vorm in het gras waar hij de vorige nacht in slaap was gevallen. De Wind­Clan­medicijnkat, Sparneus, zat naast hem en besnuffelde ongerust zijn vacht. Geen van twee maakten ze aanstalten om naar de anderen rond de boomstronk toe te gaan. Het was duidelijk dat Langster niet in staat was mee te doen aan de vergadering. ‘Katten van alle ­Clan­s!’ riep Vuurster toen Braam­klauw­ zijn ­Clan­genoten bereikte. ‘Vandaag moeten er beslissingen worden genomen en taken verdeeld …’ ‘Er zullen meteen jachtpatrouilles uitgestuurd worden’, viel Modder­klauw­Vuurster in de rede terwijl hij hem opzij drong. ‘De Wind­Clan­neemt de heuvels en de Rivier­Clan­ kan in het meer vissen. De Donder­Clan­…’ Zijn ­Clan­genoot Eensnor sprong woedend overeind. ‘Modder­klauw­, wat denk je wel dat je aan het doen bent?’ ­lgromde eider van hij.de‘Voor Wind­zover Clan­.ik ’ weet is Langster nog steeds ‘Niet lang meer.’ Braam­klauw­keek op bij de kille toon van de comman­ dant. Hij hoopte maar dat Langster het niet had gehoord,

35

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 35

17-01-14 09:31


DE NIEUWE PROFETIE - WARRIOR CATS

maar toen hij zijn nek uitrekte zag hij tot zijn opluchting dat de oude kat nog steeds lag te slapen in zijn grasnest met Sparneus aan zijn zij. ‘Iemand moet de leiding nemen’, vervolgde Modder­ klauw­. ‘Of wil je soms dat de andere ­Clan­s het territorium onderling verdelen zonder de Wind­Clan­?’ ‘Alsof wij dat zouden doen’, miauwde Kwik­poot­veront­ waardigd. Eensnor keek met opgezette vacht en ogen die gloeiden van woede naar Modder­klauw­. ‘Toon een beetje respect!’ spuugde hij. ‘Langster was al leider van de Wind­Clan­toen jij nog een piepend jonkie in de kraamkamer was.’ ‘Ik ben nu geen jonkie meer’, antwoordde Modder­klauw­. ‘Ik ben de commandant. En Langster heeft niet veel leiding gegeven sinds we het woud hebben verlaten.’ ‘Zo is het wel genoeg.’ Vuurster legde met een zwaai van zijn staart de Wind­Clan­commandant het zwijgen op. ‘Eensnor, ik weet wel dat je je zorgen maakt over Langster, maar Modder­klauw­doet niet meer zijn plicht.’ ‘Maar daarom hoeft hij nog niet te doen alsof hij al leider is’, gromde Eensnor. Hij ging weer zitten en keek met een nijdige blik rond alsof hij de andere katten uitdaagde com­ mentaar te leveren. ‘Maar Eensnor heeft wel een punt’, vervolgde Vuurster tegen Modder­klauw­. ‘Het is moeilijk voor een comman­ dant om zijn leider te vervangen – moeilijk zowel voor de rest van de ­Clan­als voor de commandant zelf.’ 36

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 36

17-01-14 09:31


STERRENLICHT

Modder­klauw­die zijn kop arrogant had opgeheven toen Vuurster aan zijn kant leek te staan, keek woedend. Zijn mond ging open maar voor hij iets kon zeggen kwam Zwartster tussenbeide. ‘Als de Wind­Clan­een leiderschapsprobleem heeft, ­moeten ze dat onderling bespreken. Wij verkwisten tijd.’ Modder­klauw­siste nijdig en draaide hem prompt de rug toe. Braam­klauw­ontblootte zijn nagels, klaar om toe te springen als de Wind­Clan­commandant nog meer moeilijk­ heden veroorzaakte. Modder­klauw­was een van de meest agressieve katten van alle vier ­de Clan­s. Hij had nooit veel opgehad met Vuurster en met de Donder­Clan­. Braam­ klauw­voorzag problemen wanneer Modder­klauw­Wind­ Clan­leider zou worden, vooral nu de ­Clan­grenzen moesten worden vastgesteld. Vuursters stem onderbrak zijn sombere gedachten. ‘Ik wil het nieuwe leven van de Donder­Clan­hier graag begin­ nen met eer te bewijzen aan een nieuwe krijger. Kwik­poot­, waar ben je?’ ‘Wat? Ik?’ Kwik­poot­piepte als een kitten van verbazing. Ze sprong overeind, haar oren gespitst en haar staart recht in de lucht. ‘Ja, jij.’ Braam­klauw­zag even een geamuseerde glans in Vuursters ogen toen hij zijn dochter wenkte. ‘De Donder­ Clan­is je meer verschuldigd dan ik kan zeggen voor de tocht naar de ­zin­kende­zon­plaats, en het leiden van de ­Clan­s naar hun nieuwe thuis. Schorspels en ik zijn het 37

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 37

17-01-14 09:31


DE NIEUWE PROFETIE - WARRIOR CATS

erover eens dat als ooit een leerling haar krijgersnaam heeft verdiend, jij dat bent.’ Braam­klauw­rekte zich uit en raakte zachtjes met zijn neus het puntje van haar oor aan. ‘Toe dan’, murmelde hij. ‘Vuurster heeft gelijk. Je verdient het krijger te worden na alles wat je voor de ­Clan­hebt gedaan.’ Ze keek hem met knipperende ogen aan, te geschokt om een woord uit te brengen. Daarna draaide ze zich om en trippelde naar de boomstronk waar Vuurster stond te wachten. Voor ze die bereikte stapte haar moeder, Zandstorm, naar voren. Kwik­poot­bleef voor haar staan. Zandstorms ogen straalden van trots terwijl ze haar doch­ ter snel een paar likken gaf om haar vacht glad te strijken. Braam­klauw­zag ook Loof­poot­op haar afkomen om haar snuit in de zij van haar zusje te drukken. Kwik­poot­s mentor, Schorspels, kwam aantrippelen om zijn leerling verder naar de boomstronk te begeleiden, en bleef naast haar staan wachtten tot Vuurster zou spreken. Vuurster sprong naar beneden en knikte Kwik­poot­ bemoedigend toe voor hij zijn kop ophief om zich tot de verzamelde katten te richten. ‘Dit is de eerste keer dat een kat deze woorden in ons nieuwe thuis uitspreekt’, begon hij. ‘Ik, Vuurster, leider van de Donder­Clan­, doe een beroep op mijn krijgervoorvaderen om op deze leerling neer te kijken. Zij heeft hard getraind om de werking van uw nobele krijgscode te begrijpen, en ik beveel haar nu op haar beurt aan als krijger.’ 38

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 38

17-01-14 09:31


STERRENLICHT

Er brandde een intens licht in zijn ogen, en Braam­klauw­ begreep hoeveel dit ogenblik voor Vuurster betekende, en niet alleen voor de Donder­Clan­maar voor alle vier de ­Clan­s die hierheen waren gereisd uit hun vertrouwde terri­ torium. Door de Sterren­Clan­aan te roepen om een nieuwe krijger te installeren, eisten ze deze plaats op voor zichzelf. Er waren op hun reis heel veel ogenblikken geweest dat ze bang waren dat ze hun krijgervoorouders hadden achterge­ laten, maar Vuurster sprak hen nu met evenveel vertrouwen aan alsof hun sterrengeesten boven hun hoofd stonden te stralen. Braam­klauw­s vacht prikte van schuldgevoel; was hij er maar net zo zeker van dat de Sterren­Clan­hen op hun reis had vergezeld. Maar in elk geval, hield hij zichzelf voor, hadden ze een gebied bereikt dat eruitzag alsof het een veilig territorium voor de ­Clan­s zou kunnen zijn, dus misschien was het vertrouwen van zijn leider terecht. Hij schudde zijn kop om zijn zorgen te verdrijven, en luisterde naar de krijger­ceremonie. ‘Kwik­poot­,’ miauwde de Donder­Clan­leider. ‘Zweer je dat je de krijgscode in ere zult houden en je ­Clan­zult bescher­ men en verdedigen met gevaar voor eigen leven?’ Kwik­poot­s antwoord klonk luid en duidelijk: ‘Dat zweer ik.’ ‘Dan geef ik je nu uit naam van de Sterren­Clan­je krij­ gersnaam. Kwik­poot­, van nu af aan zul jij bekend staan als Kwiklicht. De Sterren­Clan­eert je moed en vastberaden­ heid, en wij heten je welkom als volwaardig krijger van de Donder­Clan­.’ 39

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 39

17-01-14 09:31


DE NIEUWE PROFETIE - WARRIOR CATS

Vuurster liet zijn snuit even op Kwiklichts kop rus­ ten, waarop zij met veel respect zijn schouder likte. Vastberadenheid was een ongewone deugd om genoemd te worden in een krijgerceremonie. Bij Kwiklicht uitte zich dat soms als koppigheid, waardoor ze meer dan eens in de nesten was geraakt. Braam­klauw­vroeg zich af of vader en dochter zich al die keren herinnerden dat ze met elkaar in botsing waren gekomen, wanneer Kwiklichts felle onafhan­ kelijkheid in conflict kwam met haar leider en de krijgs­ code. Maar ook, peinsde Braam­klauw­, waren er momenten geweest dat haar vastberadenheid en wil te slagen, haar metgezellen een hart onder de riem had gestoken. Hij was trots op haar bij de gedachte aan haar onvermoeibare dapperheid en haar weigering ook maar in overweging te nemen dat zij er misschien niet in zouden slagen het doel van hun tocht te bereiken. Toen ze bij Vuurster wegliep sprong Loof­poot­op haar af en begroette haar met haar nieuwe naam: ‘Kwiklicht! Kwiklicht!’ Haar roep werd overgenomen door de katten om hen heen. Kwiklicht keek rond met groene ogen die straalden van trots. Alle vier ­Clan­s leken blij dat ze haar krijgers­ naam had gekregen – maar alle ­Clan­s hadden dan ook met eigen ogen kunnen zien hoe zeer ze het verdiende. Terwijl Braam­klauw­zich naar haar toe drong zag hij Taanpels en Kraaiveder ook haar kant op gaan. De katten die de reis naar Middernachts grot hadden gemaakt zouden altijd een 40

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 40

17-01-14 09:31


STERRENLICHT

heel speciale band met Kwiklicht hebben. ‘Gefeliciteerd’, miauwde Taanpels, en Kraaiveder knikte haar toe en legde een ogenblik de punt van zijn staart op haar schouder. Braam­klauw­drukte zijn neus tegen haar snuit. ‘Mooi werk, Kwiklicht’, murmelde hij. ‘Maar denk er wel aan,’ voegde hij er plagend aan toe, ‘dat je nog steeds zult moeten luisteren naar oudere krijgers.’ Kwik­ ogen glinsterden ondeugend. ‘Jij kunt me niet meer commanderen – ik ben nu geen leerling meer.’ ‘Ik denk niet dat dat veel verschil zal maken’, merkte Schorspels op die dat hoorde. ‘Jij deed toch nooit wat je gezegd werd.’ Kwiklicht grijnsde en gaf haar voormalige mentor een vriendschappelijke por tegen zijn schouder. ‘Ik moet toch ergens naar geluisterd hebben’, miauwde ze. Ze knipperde met haar ogen en voegde eraan toe: ‘Maar serieus, bedankt voor alles, Schorspels.’ Het verwelkomingsgemauw stierf weg toen Zwartster naar voren stapte en met zijn staart om stilte wenkte. ‘Dat is allemaal heel roerend, maar nu moeten we dit nieuwe gebied gaan verkennen, zodat we kunnen beginnen met het uitzetten van onze nieuwe territoria. We zullen een patrouille uitsturen bestaande uit een kat van elke ­Clan­om de oevers van het meer en het terrein eromheen te verken­ nen.’ Braam­klauw­spitste zijn oren, en naast zich voelde hij 41

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 41

17-01-14 09:31


DE NIEUWE PROFETIE - WARRIOR CATS

Kwiklichts spieren aanspannen en haar pels langs de zijne strijken. Hij ving de blik van Taanpels op en zag ook in haar ogen een verwachtingsvolle glans. ‘We hebben besloten de drie katten uit te sturen die samen de eerste reis hebben gemaakt’, vervolgde Vuurster. ‘Braam­klauw­van de Donder­Clan­, Kraaiveder van de Wind­Clan­en Taanpels van de Schaduw­Clan­.’ Een siddering van opwinding trok van zijn oren tot aan het puntje van zijn staart door Braam­klauw­heen. Het leek terecht dat de katten van de eerste reis uitgekozen werden. Zwartster krulde zijn lip toen Vuurster de katten op­­ noemde, maar hij protesteerde niet. ‘Hu!’ mompelde Taanpels. ‘Dat is de eerste keer dat hij mij ooit de Schaduw­Clan­heeft laten vertegenwoordigen.’ Braam­klauw­haalde zijn staart sussend over haar schou­ der. Hij wist dat Zwartster waarschijnlijk nooit zou ver­ geten dat Taanpels in de Donder­Clan­was geboren, wat ze ook deed om te bewijzen dat ze een trouwe krijger van de Schaduw­Clan­ was. ‘Mistvoet zal gaan voor de Rivier­Clan­’, miauwde Luipaardster, die voor het eerst haar mond opendeed. En Braam­klauw­herinnerde zich met pijn dat geen van de Rivier­Clan­katten die de reis met hen hadden gemaakt nog bij hun ­Clan­waren. Een gevoel van gemis overviel hem bij de gedachte aan Vederstaart en Stormvacht. ‘En ik dan?’ protesteerde Kwiklicht. ‘Ik heb die reis ook meegemaakt. Waarom mag ik niet met de patrouille mee?’ 42

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 42

17-01-14 09:31


STERRENLICHT

‘Omdat er dan twee katten van de Donder­Clan­mee­ gaan’, antwoordde Zwartster vernietigend. Braam­klauw­ wist dat de Schaduw­Clan­leider het mis had als hij dacht dat hij daarmee Kwiklicht het zwijgen had opgelegd. ‘Een patrouille van vier katten is niet genoeg om onbe­ kend terrein te verkennen’, wierp ze tegen. Zwartster opende zijn mond om haar tegen te spreken, maar Vuurster was hem voor. ‘Misschien heeft ze gelijk’, merkte hij op. ‘Ik vind dat we haar mee moeten laten gaan. Dat kan haar eerste krijgerstaak zijn. Ze kan vannacht niet zoals andere nieuwe krijgers haar kamp bewaken, want we hebben nog geen eigen kamp.’ Zwartster staarde naar Luipaardster, die met haar staart zwiepte maar haar mening voor zich hield. En daarna naar Modder­klauw­die knikte. ‘De Wind­Clan­heeft daar geen bezwaar tegen’, miauwde hij. ‘Goed dan’, gromde Zwartster. ‘Maar denk niet dat dit de Donder­Clan­extra rechten op het territorium geeft.’ Braam­klauw­wisselde een geïrriteerde blik uit met Kraaiveder. Echt iets voor Zwartster om te denken dat andere ­Clan­s slinks een voordeeltje zouden proberen bin­ nen te slepen, nog voor de nieuwe territoria verdeeld zijn! ‘Natuurlijk niet’, antwoordde Vuurster vlak. ‘Kwiklicht, jij mag met de patrouille mee.’ Kwiklichts staart krulde op van blijdschap. ‘Maak een ronde om het hele meer en verken zoveel van het omringende land als jullie kunnen’, instrueerde 43

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 43

17-01-14 09:31


DE NIEUWE PROFETIE - WARRIOR CATS

Vuurster. ‘We moeten weten wat het voor territorium is en waar de beste jachtgebieden zijn. Houd rekening met de verschillende manieren van jagen van de ­Clan­s, omdat het kan helpen met het vaststellen van de grenzen later. Het zou goed zijn om vast een idee te krijgen van hoe het terri­ torium ongeveer verdeeld kan worden, en waar goede plek­ ken voor een kamp te vinden kunnen zijn. En kijk goed uit naar tweebenen en wat er verder nog gevaar kan opleveren.’ ‘Is dat alles?’ murmelde Kraaiveder. ‘Ik denk dat jullie wel twee dagen nodig zullen hebben om het hele meer rond te gaan’, vervolgde Vuurster. Hij hief zijn kop op en tuurde met halfdicht geknepen ogen over het water om de afstand te schatten. ‘Probeer niet teveel tijd te verspelen met verkennen. We zijn kwetsbaar zolang we hier blijven, dus moeten we alle ­Clan­s zo vlug mogelijk ergens installeren.’ ‘We zullen ons best doen, Vuurster’, riep een nieu­ we stem. Braam­klauw­keek over zijn schouder en zag Mistvoet, de Rivier­Clan­commandant, op hen af trippelen. ‘Hallo’, miauwde hij en ging opzij om ruimte voor haar te maken. Mistvoet leek niet erg op haar gemak tussen de hechte groep katten die de eerste reis hadden gemaakt. ‘Veel succes’, riep Luipaardster, en Vuurster voegde eraan toe: ‘De Sterren­Clan­zij met jullie.’ De zon was intussen al een stuk boven de heuvels uit­ gekomen. Braam­klauw­s poten jeukten om op weg te gaan, dus knikte hij Vuurster en de andere leiders toe, en stak 44

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 44

17-01-14 09:31


STERRENLICHT

zijn staart omhoog ten teken aan de anderen dat ze hem moesten volgen. Uit zijn ooghoek zag hij Taanpels ineen­ krimpen, en hij hoorde Kraaiveder sissend zijn adem naar binnen zuigen. Zijn vacht prikte van verlegenheid in het besef dat Mistvoet eigenlijk de leiding zou moeten krij­ gen over de patrouille omdat zij de commandant van haar ­Clan­was. Hij bleef staan en deed een stapje naar achteren. Mistvoet keek hem even koeltjes aan, daarna knikte ze hem toe en nam de leiding over. ‘Muizenbrein!’ fluisterde Kwiklicht hem toe. Ze gingen op weg naar de oever van het meer, terwijl de stem van Zwartster die achter hen de jachtpatrouilles begon te organiseren, meedreef op de bries. ‘Kwiklicht! Wacht!’ Braam­klauw­keek om en zag Loof­ poot­achter haar zusje aanrennen. ‘Wees alsjeblieft voor­ zichtig,’ smeekte ze. Kwiklicht raakte de kop van de jonge medicijnkat aan met haar neus. ‘Maak je over ons maar geen zorgen’, miauwde ze. ‘Wij kunnen prima voor onszelf zorgen.’ ‘Maar jullie zijn net zo moe van de lange reis als wij allemaal’, waarschuwde Loof­poot­. ‘Ga zo snel mogelijk op jacht en ga niet te ver bij het meer vandaan, anders zouden jullie kunnen verdwalen.’ Kwiklicht haalde haar staart zachtjes over Loof­poot­s mond om haar het zwijgen op te leggen. ‘Wij redden ons wel’, hield ze vol. Ze hief haar kop op en wees met haar neus op het glanzende wateroppervlak beneden hen. ‘Kijk, 45

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 45

17-01-14 09:31


DE NIEUWE PROFETIE - WARRIOR CATS

je kunt precies zien waar we heengaan. We zijn terug voor je het weet.’ Ze dacht even na en voegde er toen zachtjes aan toe: ‘Heb jij een teken van de Sterren­Clan­gehad? Ben je daarom zo ongerust?’ Loof­poot­schudde haar kop. ‘Nee. Helemaal niets kan ik je verzekeren. Het is gewoon moeilijk je weer te laten gaan. Het voelt teveel zoals de eerste keer dat je vertrok, toen je naar de ­zin­kende­zon­plaats ging.’ Braam­klauw­liep naar hen toe en legde zijn snuit tegen Loof­poot­s schouder om haar te troosten. ‘En we zijn die keer toch ook ongedeerd teruggekeerd? Vertrouw me nu maar, Loof­poot­. Ik zal wel op haar passen.’ Kwiklicht rukte zich met gespeelde verontwaardiging los. ‘Niemand hoeft voor mij te zorgen! Het zal eerder zo zijn dat ik over jouw sjofele vacht waak!’ Loof­poot­snorde geamuseerd en liet toe dat ze het gesprek wat luchtiger maakten. ‘Maar blijf op je hoede, jul­ lie allemaal. En als jullie een kans hebben uit te kijken naar kruiden, dan zou dat geweldig zijn. Onze voorraad medicij­ nen moet snel worden aangevuld.’ Kwik­­likte haar oor. ‘Ja natuurlijk, ik zal mijn ogen open houden – wanneer ik niet moet uitkijken voor vossen, dassen, tweebenen, donderpaden …’ ‘Gaan we nou nog?’ gromde Kraaiveder. ‘Zoveel daglicht hebben we niet, en we moeten minstens rond de helft van het meer zijn voor de nacht valt.’ Loof­poot­negeerde hem. ‘Moge de Sterren­Clan­met jullie 46

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 46

17-01-14 09:31


STERRENLICHT

zijn’, murmelde ze tegen Kwik­, voor ze zich met een ruk omdraaide en de helling weer opsprong. Braam­klauw­proefde de lucht en luisterde naar de golfjes die tegen de oever kabbelden. Het grijze water werd over­ spoeld door kleur nu de zon hoger boven de heuvels uit rees. Het strekte zich zo ver uit dat de bomen op de oever aan de overkant niet meer dan een groen waas waren, en omsloot het moerassige terrein ervoor. Iets in de rust van het water en de stilte die er als mist boven hing, zei Braam­ klauw­dat het meer veel, veel dieper was dan de rivier in het woud, zelfs wanneer die overstroomde. Hij keek even zijde­ lings naar Mistvoet. Zij leek ook onder de indruk al was zij een uitstekende zwemster net als alle Rivier­Clan­katten. Alsof zij zich bewust was van zijn blik, schudde de Rivier­Clan­commandant zich. ‘Goed dan’, miauwde ze met een blik op de patrouille. ‘Dit is het dan. Laten we maar eens gaan kijken waar de Sterren­Clan­ons heen heeft gebracht.’

47

WarriorCats_serie_2_uitgave_4.indd 47

17-01-14 09:31


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.