1. “Het kwade brengt mensen samen.” Aristoteles
Maandag 16 februari 1914, 16.20 uur, Parijs
De Berliet CBA-vrachtwagen met stalen chassis en houten laadruimte dreigde tegen de muur te pletter te slaan. De chauffeur in de stuurcabine had zijn vracht schromelijk onderschat. Maar door een geniaal manoeuvre aan het stuurwiel slipte de vijftonner, aan de linkerkant met de smalle banden even van de grond, toch nog door de T-splitsing. De versnellingsbak kraakte luid en de CBA schoot weer in de goede richting. De chauffeur, Charles Graindor, toverde een grijns op zijn hoekige gezicht, maar de passagier naast hem bleef volkomen onbewogen zitten. Op een afstandje volgde een lichtblauwe Bébé Peugeot zo onopvallend mogelijk het tweetal. Dat was niet evident, gezien ze de enige twee gemotoriseerde voertuigen in deze buurt van de lichtstad waren. In de tweezit, aangedreven door een viercilinder motor, zaten twee agenten van de Franse spionagedienst te wachten op hun kans. ‘Neem hier de tweede straat rechts,’ beval de passagier in de stuurcabine. Op zijn schoot klemde hij een schoudertas vast. ‘Maar dat is een doodlopende steeg,’ pruttelde Charles tegen. ‘Rijd er gewoon in!’ ‘Merde!’ Op het einde van de hobbelige steeg kwam de vrachtwagen voor een bakstenen muur piepend tot stilstand. Charles en de passagier sprongen uit de stuurcabine. Het zeildoek over de laadruimte wapperde nog na van de helse rit. De Peugeot kwam nu ook de steeg ingedraaid en stopte een paar meter achter het laadruim van de CBA. ‘Dit moet wel de meest knullige achtervolging uit de dertigjarige autogeschiedenis zijn,’ zuchtte Charles. 4