9789463103770

Page 1

528760_377_BEESTENBOEL-press.indd 3

13/09/18 17:53


Inhoud

Schoonheid in het leven

7

22 Gewone

pad

64

23 Aardhommel 66 1 Roodborstje 11

24 Huismus 69

2 Regenworm 13

25 Kraamwebspin 71

3 Oorkwal 16

26 Nijlgans 73

4 Wilde

eend

27 Ruige

18

dwerg­vleermuis

5 Pissebed 21

28 Pladijs 78

6 Ekster 23

29 Herfstspin 82

7 Oorworm 25

30 Staartmees 84

8 Hooiwagen 28

31 Ingegraven

9 Watervlo 30

32 Stekelbaars 89

10 Blankvoorn 34

33 Kleine

11 Zeeduizendpoot 36

34 Spitsmuis 94

12 Teek 39

35 Gewone

13 Kauw 41

36 Groene

14 Eekhoorn 43

37 Fint 101

15 Brakwatergrondel 46

38 Citroenvlinder 104

16 Maisboorder 48

39 Everzwijn 106

17 Aalscholver 51

40 Brandgans 109

18 Bruin

zandoogje

53

slangster

karekiet

97

99

41 Buxusmot 111

19 Gierzwaluw 56

42 Geelgerande

20 Lantaarntje 58

43 Haas 116

21 Wolhandkrab 61

44 Koekoek 118

528760_377_BEESTENBOEL-press.indd 5

86

91

kaardespin

specht

76

watertor

114

13/09/18 17:53


45 Kelkdiertje 121

73 Dodemansduim 192

46 Paarden­bloedzuiger 123

74 Heikikker 194

47 Grote

75 Ringmus 197

lijster

126

48 Distelvlinder 128

76 Doornhaai 199

49 Bosrietzanger 132

77 Veenmol 202

50 Dwergmuis 134

78 Heidelieveheersbeestje 204

51 Rode

79 Bruine

poon

137

kiekendief

52 Sijsje 139

80 Vliegend

53 Goudkammetje 141

81 Breedvoetvlieg 213

54 Kievit 144

82 Zeepaardje 215

55 Eendagsvlieg 146

83 Oehoe 218

56 Bruinvis 148 57 Gekraagde 58 Grote

84 Ingekorven

roodstaart

wasmot

59 Noordse

hert

151

vleermuis

156

87 Bijenwolf 228

60 Spookkreeftje 158

88 Beerdiertje 231

61 Nunvlinder 162

89 Lentevuurspin 233

62 Zwartkopmeeuw 164

90 Adder 236

63 Boomkikker 167

91 Sneeuwvlo 238

64 Paardenbijter 169

92 Hazelmuis 241

65 Kanoet­strandloper 173

93 Wilde

66 Rosse

94 Stengelslankmier 247

vleermuis

220

85 Margrietje 223 86 Zwanenmossel 225

153

stormvogel

207

209

175

oester kat

244

67 Muurhagedis 178

95 Wilde

68 IJsvogel 180

96 Chocoladebandslak 251

69 Peper-en-zoutvlinder 182

97 Wilde

70 Filipijnse

98 Steur 256

tapijtschelp

185

249

hamster

254

71 Doodgraver 187

99 Haarfollikelmijt 259

72 Goudvink 190

100 Groenlandse walvis

528760_377_BEESTENBOEL-press.indd 6

261

13/09/18 17:53


Vooraf

SCHOONHEID IN HET LEVEN

S

oms vragen mensen me wat er zo boeiend is aan natuur­ liefhebberij. Ze begrijpen niet waarom iemand zoveel tijd in de natuur spendeert. Ik hoef nooit na te denken over het antwoord. In de natuur wandel of fiets je van het ene moment van onnoemelijke schoonheid naar het andere. Schoonheid in zowel de betekenis van prachtige kleuren en geluiden als opvallend design en doorwrochte levensstrategieën. In een mensenwereld waarin iedereen hetzelfde lijkt te dragen, denken en doen, presenteert de natuur zich opvallend als een vrolijk borrelende bron van eindeloze variatie. Velen onder ons hebben intussen de buik vol van eenheidsworst. Ze leveren inspanningen om zo uniek en zo speciaal mogelijk te zijn. Net daardoor zien ze misschien niet dat er een natuur bestaat die vol is van uniek en speciaal zijn, vanzelf, alsof het is ingebakken – en dat is het natuurlijk ook. Het is bijna onbevattelijk hoeveel schoonheid de natuur uitgedokterd heeft. Je kunt er met je hoofd niet altijd bij, je

Schoonheid in het leven | 7

528760_377_BEESTENBOEL-press.indd 7

13/09/18 17:53


moet jezelf dwingen in een tijdskader van miljoenen jaren om het te kunnen plaatsen. Als je de natuur tijd genoeg geeft, is ze in staat tot de creatie van de meest uitzinnige levensvormen. Misschien zijn wij daar zelf wel het beste voorbeeld van – hoewel op lange termijn niet noodzakelijk het meest succesvolle. Ik kan ongelofelijk genieten van de prachtige kleuren van de goudvink, maar ook van de rood-zwarte tekening op het lijf van de o zo mooie lentevuurspin. Ik word ontroerd door zowel de zang van de grote lijster als de nachtelijke concerten van de boomkikker. Ik kan met stomme verbazing staan kijken hoe een kruisspin vlijtig een in haar web gevangen citroen­ lieveheersbeestje in zijde inpakt, of hoe een kolibrievlinder lange tijd ogenschijnlijk stil voor een distelbloem hangt om er met zijn roltong nectar uit te zuigen. Naast de persoonlijke ervaringen levert het wetenschappelijk onderzoek onwaarschijnlijke verhalen over de evolutie van het leven op. Wetenschap is op haar best als ze de schoonheid van de natuur in al haar onbekende dimensies beschrijft. Wist je dat de zeeduizendpoot minuscule moestuintjes in zijn gangen in de grond onderhoudt? Dat de grote wasmot in staat zou zijn plastic te verteren? Dat de brandgans zonder noemenswaardige training in één ruk meer dan drieduizend kilometer ver kan vliegen? Het zijn stuk voor stuk verbluffende natuurlijke ontwikkelingen. Dit boek wil echter geen opsomming van leuke wist-je-datjes zijn. Dit boek wil een schets bieden van de veelzijdigheid van het leven in onze omgeving. Als je er oog voor hebt, zie je zelfs

8 | Beestenboel

528760_377_BEESTENBOEL-press.indd 8

13/09/18 17:53


bij je thuis en in je tuin bizarre soorten die er het beste van proberen te maken. Dit boek schetst in honderd verhaaltjes over dieren uit Vlaanderen en Nederland hoe de mechanismen achter de evolutie in staat zijn iets te creëren wat wij bio­ diversiteit noemen, en hoe ze levensexperimenten mogelijk maken waar geen mens met gezond verstand aan zou denken. De natuur is niet zelden creatiever – en soms ook wreder – dan ons dikwijls toch fantasievolle brein. De verhaaltjes zijn een bundeling uit de rubriek ‘Beesten­ boel’, die sinds februari 2016 wekelijks in het nieuwsmagazine Knack verschijnt. De rubriek was een idee van hoofdredacteur Bert Bultinck – een schitterend idee, want het concept sloeg aan. Niet zelden krijg ik de vraag van lezers welke beestjes er de volgende weken aan de beurt zullen zijn, of suggesties van beestjes die in de rubriek aan bod zouden kunnen komen. De verhaaltjes kunnen betrekking hebben op een intrigerend aspect van het leven van een dier, maar ook op de bedreigingen die dieren ondervinden als gevolg van onze aanwezigheid. Sommige soorten doen het uitstekend in ons zog, zoals de ekster en de buxusmot, andere krijgen het kwaad, zoals de hazelmuis en de wilde oester. Begrijpen wat er misloopt, kan nuttig zijn om onze aanpak bij te sturen, om onze greep op de natuur te verzachten, zodat we op termijn niet opgezadeld worden met het natuurequivalent van McDonald’s en Ikea: overal in de wereld krek hetzelfde, overal banale cultuurvolgers. Variatie moet de norm blijven. Variatie en een zo groot mogelijke authenticiteit. De volgorde van de dieren in het boek is ruw gebaseerd op een combinatie van algemeenheid en de kans om ze te zien te

Schoonheid in het leven | 9

528760_377_BEESTENBOEL-press.indd 9

13/09/18 17:53


krijgen. Vooraan vindt u dieren die u met een beetje geluk of inspanning zelf kunt zien (soms wel gebonden aan een seizoen of aan het gebruik van een microscoop), achteraan dieren waar u ofwel heel veel moeite voor zult moeten doen, ofwel veel geluk voor zult moeten hebben. Het is een wat arbitraire rangschikking die er niet echt toe doet: het zijn de verhaaltjes zelf die moeten spreken. Verhaaltjes van succes of mislukking, van parasiteren of samenwerken, van wegtrekken of ter plekke blijven, van veel jongen krijgen of weinig, van trouw blijven aan de partner of niet. Verhaaltjes die in veel gevallen herkenbaar zijn. Naar dieren kijken kan een spiegel zijn, die ons leert dat ook wij maar een tijdelijke variant op een groot levensthema zijn – dat kan tot bescheidenheid inspireren. Maar het moet toch vooral een gevoel van bewondering uitlokken, voor die prachtige concepten van natuurlijke en seksuele selectie die in de loop van de honderden miljoenen jaren van evolutie van complex leven op onze planeet zoveel moois gecreëerd hebben. En het is nog niet gedaan… Veel plezier met uw uitstap in de wondere wereld van de natuur in uw leefomgeving.

10 | Beestenboel

528760_377_BEESTENBOEL-press.indd 10

13/09/18 17:53


1

ROODBORSTJE

Het roodborstje is in feite een oranjeborstje.

E

r zouden er wereldwijd zo’n honderdvijftig miljoen zijn: roodborstjes! En nog is het niet genoeg: de populatie van het roodborstje neemt toe, met dank aan de mens, die steeds meer tuinier wordt, in tuinen die steeds vogelvriendelijker worden. In veel tuinen hoort het roodborstje bij het decor. Niet zelden zit het vlak bij een tuinier te wachten tot er een worm naar boven wordt gespit. Sommige mensen vertellen hun levensverhaal aan een geduldig luisterende roodborst. Het roodborstje was zo populair dat Europese kolonisten het meenamen naar nieuwe continenten. Naar Australië, bijvoorbeeld, waar het echter geen voet aan de grond kreeg. In Noord-Amerika leefde een verwant: de roodborstlijster, waardoor er geen behoefte was aan geïmporteerde roodborsten om de heimwee naar huis te sublimeren. In tegenstelling tot onze roodborst, die aanleunt bij de vliegenvangers, is de Amerikaanse soort verwant aan de merels. Maar ze heeft ook een rode borst – dat volstond. In feite is de borst van ons roodborstje oranje. Mannetjes en vrouwtjes hebben dezelfde kleur – buiten het oranje is er niets

Roodborstje | 11

528760_377_BEESTENBOEL-press.indd 11

13/09/18 17:53


opvallends aan te zien. In principe zou het diertje dus oranje­ borstje moeten heten, maar blijkbaar circuleerde er in de vijftiende eeuw, toen de gewoonte om dieren een naam te geven opgang maakte, in onze contreien te weinig oranje om het als aparte kleur te onderscheiden. Oranje zou bij ons pas na de zestiende eeuw gemeengoed worden, met de introductie van de sinaasappel in onze leefwereld. Toen was het al te laat voor het oranjeborstje. Het populaire vogeltje schopte het tot logo van Vogel­ bescherming Vlaanderen, hoewel het in ons land een van de minderheidssoorten is die geen bescherming behoeven. Roodborstjes trekken hun plan. In tegenstelling tot wat hun lieflijke kopje met fijn snaveltje lijkt uit te stralen, kunnen de diertjes agressief zijn, waarbij vooral het oranje hun woede uitlokt. De vogeltjes zijn zich niet bewust van hun eigen bestaan, waardoor ze ook lelijk tekeer kunnen gaan tegen het oranje van hun spiegelbeeld in een raam. Roodborstjes zijn sterk territoriaal. In de winter verdedigen zowel mannetjes als vrouwtjes hun territorium door middel van gezang. Hoe beter een territorium, hoe luider er gezongen wordt. Tuinen lijken minder geschikt dan bossen, onder meer omdat er dikwijls te veel geluidshinder is (van verkeer) en te veel kunstlicht. In omstandigheden met veel nachtelijk licht begint een roodborst in de ochtend gemiddeld anderhalf uur vroeger te zingen. Maar hij zingt dan wel minder luid. De mannetjesroodborsten met de beste territoria blijven in de winter op hun stek – ze willen hem niet kwijtspelen. Vrouwtjes verlaten meestal het broedgebied op zoek naar een plek die geschikter is voor overwintering. Meer vrouwtjes dan

12 | Roodborstje

528760_377_BEESTENBOEL-press.indd 12

13/09/18 17:53


mannetjes trekken zuidwaarts, richting Spanje. Als onze tuinen inderdaad minder geschikte territoria zijn, is de kans groot dat de roodborsten die er in de winter vertoeven andere diertjes zijn dan in de zomer – migranten uit het noorden. Je ziet dus niet noodzakelijk altijd dezelfde roodborst in je tuin. Maar omdat roodborstjes net als mensen houden van plekken die ze kennen, is de kans groot dat je in zowel zomer als winter jaar na jaar dezelfde diertjes te zien krijgt.

2

REGENWORM

Als bodemingenieurs zijn regenwormen leveranciers van ecosysteemdiensten.

H

et laatste boek van Charles Darwin behandelde regen­ wormen. Zijn leven lang bestudeerde hij de intrigerende diertjes. Hij meende dat er weinig dieren waren die een grotere rol op de aarde hadden gespeeld dan regenwormen. Ondanks het feit dat zijn omgeving het hem afraadde, uit vrees voor reputatieschade, publiceerde hij in 1881 een standaardwerk over regenwormen. Hij wilde er vooral het onbegrip van de doorsnee mens voor het nut van de natuur mee aanpakken. Het publiek volgde hem. Het verhaal wil dat er in het ene jaar dat hij zijn regenwormboek overleefde meer exemplaren van verkocht werden dan er tijdens zijn hele leven van zijn

Regenworm | 13

528760_377_BEESTENBOEL-press.indd 13

13/09/18 17:53


standaardwerk over de evolutietheorie over de toonbank gingen. Regenwormen zijn een schoolvoorbeeld van leveranciers van ecosysteemdiensten: voor de mens nuttige natuurlijke elementen. Darwin beschreef hun ingenieurscapaciteiten tot in de details. De wormen verhogen de vruchtbaarheid van een bodem door er gangetjes in te maken, waardoor er een betere verluchting is en de regen er dieper in doordringt. Ze graven daarbij niet echt – ze kunnen dat niet, want ze hebben geen poten. Ze dringen zich met kracht door de grond, hoewel ze niet over harde delen beschikken. Ze zijn uitmuntende recycleerders van rottende bladeren en ander plantaardig afval, waarvan ze de energie weer in een bruikbare vorm vrijgeven, namelijk zichzelf als voedsel voor veel andere dieren. Ze verhogen het stikstofgehalte in de bodem, waardoor planten beter kunnen groeien. Doordat ze een effect hebben op de ‘plakkerigheid’ van grondkorrels verminderen ze de kans op erosie. Recente studies hebben cijfers op hun verwezenlijkingen geplakt. Regenwormen zouden de vochtigheid van een bodem met veertig procent verhogen en het groeipotentieel voor gewassen met vijfentwintig procent. Ze zijn tevens wat het tijdschrift Nature ‘natuurlijke instrumenten voor het restaureren van uitgeputte bodems’ noemde. De aanwezig­ heid van regenwormen zou het gebruik van meststoffen kunnen beperken. Er is berekend dat er per vierkante meter tussen de honderd en driehonderd regenwormen in een bodem kunnen zitten – in uitzonderlijke omstandigheden zelfs meer.

14 | Regenworm

528760_377_BEESTENBOEL-press.indd 14

13/09/18 17:53


Bodems leveren een onderschatte bijdrage aan de biodiversiteit: een kwart van de veelheid aan leven in de wereld zou in de grond zitten. Er zijn ongeveer zevenduizend soorten regenwormen bekend, waarvan er zo’n 25 in ons land voorkomen. De grootste worm bij ons zou 35 centimeter lang kunnen worden. Regenwormen staan op het menu van tal van andere diersoorten, zoals merels en mollen. Dat kan voor problemen zorgen. Onderzoek gepubliceerd in Environmental Science & Technology stelde vast dat regenwormen minuscule plastic deeltjes in hun lichaam opslaan, die ze opnemen met bladafval. Hun groei en overlevingskansen worden beperkt door de plastic besmetting. Ze kunnen de korreltjes doorgeven aan soorten waarvoor ze zelf het menu vormen. Daarenboven zouden ze giftige stoffen als lood en kwik uit bodems halen en in hun lichaam stockeren. De concentraties daarvan kunnen zo hoog oplopen dat ze schadelijk worden voor predatoren. Veel mensen maken zich zorgen om het welzijn van onze merels, nu ze getroffen worden door een virus. Maar de kans bestaat dat ook onze vervuilers (uit verwarming en verkeer) via een wormentussenstap in het merellichaam terechtkomen. Het zijn niet altijd andere soorten die moeilijkheden veroorzaken, integendeel.

Regenworm | 15

528760_377_BEESTENBOEL-press.indd 15

13/09/18 17:53


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.