8
INTRO Ik denk dat ik nieuwsgierig ben. Alles wat ik zie, wil ik begrijpen. Maar hoe meer ik probeer te begrijpen, hoe minder ik begrijp. Uiteindelijk begrijp ik niets. Nieuwsgierigheid drijft me, en keer op keer stoot ik op iets wat ik niet begrijpen kan, iets wat niet te begrijpen is. Dat overtuigt me dat er iets ‘groters’ moet zijn. Het gevoel dat ik daarbij ervaar, heet verwondering, denk ik. Al als kind ervaarde ik die verwondering toen ik een goochelaar zag die een muntstuk vanuit de ene hand naar boven kon laten vallen in de andere hand. Ik vroeg me af hoe die truc werkte en niet veel later stelde ik me een andere vraag: waarom verwonderde een muntstuk dat naar boven viel me meer dan een muntstuk dat naar beneden viel? Eigenlijk moest een muntstuk dat naar beneden
viel me meer verwonderen. Het ene was immers een truc waarvoor mensen een verklaring hadden, het andere een mirakel dat niemand verklaren kon. Ik had geleerd dat het ‘normaal’ was dat een muntstuk naar beneden viel. ‘Dat heet zwaartekracht’, werd me uitgelegd. Maar niemand die kon uitleggen van waar die zwaartekracht vandaan kwam. Het wonder van de zwaartekracht lag verstopt onder de mantel der natuurwetten en werd vervolgens bestempeld met het woord ‘normaal’. Later ontdekte ik hoe de truc met het muntstuk werkte. Die begoocheling werd een ontgoocheling, maar de verwondering voor de zwaartekracht bleef en zal altijd blijven. Goocheltrucs laten verschijnselen zien die tegen de natuurwetten ingaan, of waarvoor nog geen natuurwetten in het
leven geroepen zijn. Ze geven me niet alleen een tijdelijk gevoel van verwondering, maar herinneren me ook aan de onverklaarbaarheid van alle dingen rondom mij. Iets in mij drijft me voort om dat gevoel met jullie te delen. Op televisie, in een theaterzaal en op straat. En nu ook in dit boek. Af en toe leg ik in dit boek uit hoe een truc werkt. Het kan dat je daardoor geen gevoel van verwondering ervaart, maar eerder een gevoel van ontgoocheling. De ware wonderen verklaar ik echter niet, want die zijn niet te verklaren. De trucs in dit boek zullen je toestaan om anderen te verwonderen, waardoor je ook hen kan herinneren aan de onwerkbaarheid van alles wat er rondom ons gebeurt. Zo deel jij samen met mij wat ik deel.
Veel leesgenot, Nicholas
9
BEDROG BETOVERT
10
Ik misleid, manipuleer en bedrieg. Met geheime technieken laat ik mensen keer op keer geloven in iets wat niet echt is. Blijkbaar zijn de vijf zintuigen van de mens onvolmaakt en vol gebreken, om nog maar te zwijgen over de beperkingen van het verstand. Uitzonderingen zijn er niet. Ook ik ben een mens en heb niet meer dan diezelfde vijf zintuigen, die net zo gebrekkig zijn. Ook ik word permanent misleid, gemanipuleerd en bedrogen: door sluwe verkopers, door valse informatie, door misleidende reclame, ga zo maar door. Die gedachte zou me angstig kunnen maken. Soms
gebeurt dat ook. Maar ik kan er ook anders naar kijken: als goochelaar stel ik keer op keer vast hoe gemakkelijk we worden bedrogen. Het doet me beseffen dat wat wij als mens denken te weten, erg beperkt is en wellicht ook grotendeels fout. De ‘echte’ realiteit moet veel groter zijn en helemaal anders dan de realiteit die wij met onze beperkte en onvolmaakte zintuigen kunnen waarnemen. In zekere zin is een goochelaar niet anders dan een bedrieger. Beiden houden je een rad voor de ogen, maar het verschil schuilt erin dat de goochelaar toegeeft dat het niet meer dan een
truc is. Een bedrieger doet het tegendeel. Van de ene zou je kunnen zeggen dat hij eerlijk is, van de andere oneerlijk. Eerlijk of niet, beiden fascineren me. Beiden laten zien dat we niet enkel kunnen vertrouwen op dat wat we zien, horen, voelen, ruiken en proeven. We denken veel, maar weten niets. Zowel van goochelaars als van andere bedriegers kan ik leren, maar vaak zijn de technieken van die echte bedriegers het meest leerrijk: zij besteden meer zorg aan detail. Voor hen staat er immers meer op het spel.
11
DETAIL MAKES PERFECTION, BUT PERFECTION IS NOT A DETAIL. LEONARDO DA VINCI
Leg een potlood voor je op tafel. Maak met je handen boven het potlood wat magische bewegingen en zie: het potlood beweegt! Het geheim? Terwijl je de magische bewegingen maakt, blaas je ongemerkt op het potlood… Stomme truc, hè? De Amerikaan James Hydrick dacht daar in de jaren tachtig anders over. Hij bracht de truc op de nationale televisie
voor miljoenen kijkers en heel Amerika geloofde dat hij over een ‘psychokinetische’ gave beschikte. Hij liet ook zien dat hij met zijn bovennatuurlijke kracht een pagina van een boek kon omslaan of een bankbiljet kon laten bewegen, allemaal door heimelijk wat te blazen. Niet één kijker vond de
truc stom, want voor hen was het geen truc: James Hydrick beschikte immers over psychokinetische krachten! Hoe wist James Hydrick met deze ogenschijnlijk eenvoudige truc zoveel indruk te maken? In het antwoord schuilt het ware geheim van de goochelkunst. En in dat ware geheim schuilt genialiteit. Want geloof me, als je met zo’n truc zoveel mensen kunt verbazen, dan heb je een dosis genialiteit nodig. Leg dit boek neer en neem even de tijd om de televisieoptredens van James Hydrick op internet te bekijken. Helaas zul je er – nu je het geheim kent –
12
in eerste instantie op letten of je hem al dan niet kunt zien blazen. Nee, je zult daar niets van merken. Technisch doet hij dat perfect: zijn mond gáát niet open, die ís voordat het voorwerp beweegt al wat open. En van enige verandering in gelaatsuitdrukking of lichaamshouding is niets te bespeuren. Dat de truc technisch goed is uitgevoerd, is belangrijk, maar daar draait het eigenlijk niet om. Vergeet dat ongemerkte blazen en let op andere dingen. Kijk bijvoorbeeld naar zijn kleding: een vreemde outfit die doet denken aan een of andere oosterse gevechtskunst. Of luister naar het verhaal dat hij erbij verzon: als kind zou hij zich verdiept hebben in karate om zich te verdedigen tegen een gewelddadige vader. Zo zou hij in contact zijn gekomen met een Chinese leermeester die hem de kunst van het laten bewegen van voorwerpen op
afstand zou hebben aangeleerd. Let op het bijhorende acteerwerk: de geveinsde inspanningen om zich te concentreren. Zijn timing: alvorens zijn stunts tot een goed einde te brengen, hield hij de hele filmploeg en het studiopubliek wel een uur in de ban. Kijk naar zijn bewegingen, luister naar zijn stem, zijn woorden en ga zo maar door.
James Hydrick was een meesterbedrieger. Het ging hem er niet om een potlood te laten bewegen zonder dat de mensen zouden doorhebben dat hij blies. Hij wilde meer: hij wilde iedereen laten geloven dat hij over psychokinetische krachten beschikte en hij verzorgde elk detail om die illusie in het leven te roepen. In die talloze details schuilt het ware geheim van de goochelkunst: details die de toeschouwers afleiden van de eigenlijke truc en die hen doen geloven in iets wat niet is.
13
LEPELS BUIGEN
14
EFFECT De goochelaar bedekt een koffielepel met een servet. De toeschouwer mag deze lepel door het servet heen zelf vasthouden. Zonder de lepel aan te raken voert de goochelaar enkele magische bewegingen uit en zie: de lepel buigt onder het servet.
METHODE Je moet een koffielepel leren buigen met één hand. Sla deze truc nu niet meteen over, want met de juiste techniek en een geschikt lepeltje is het veel gemakkelijker dan het lijkt. Op de wijze zoals hieronder beschreven staat, kun jij het ook, probeer het maar.
Houd de lepel in je hand, in de positie zoals op de foto: het ene uiteinde van de lepel bevindt zich ter hoogte van de wortel van de pink, de wijsvinger bevindt zich onder de hals van de lepel.
Duw nu met je duim de kom van de lepel kort en krachtig naar beneden, terwijl de wortel van de pink het andere uiteinde van de lepel tegenhoudt. De wijsvinger (of eventueel de middelvinger) onder de hals van de lepel dient daarbij als hefboom.
Niet alle koffielepels kun je zomaar buigen. Hoe goedkoper de lepel, hoe makkelijker hij zich meestal laat vouwen, en de meeste koffielepels zijn van heel goedkope makelij…
15
UITVOERING Voor het gemak ga ik ervan uit dat je de lepel buigt met je rechterhand. Als je linkshandig bent, dan zul je links en rechts in onderstaande tekst moeten omwisselen. Vraag de toeschouwer om een lepeltje. Neem de lepel in je rechterhand, in de positie zoals op de vorige pagina beschreven, klaar om hem zo dadelijk te buigen.
Neem een servet in je linkerhand en bedek het lepeltje in je rechterhand met het servet. Zodra het lepeltje aan het zicht onttrokken is, geef je de lepel met de rechterduim een flinke zet. Neem de kom van de lepel door het servet met de wijsvinger en duim van de linkerhand vast en breng de rechterhand zonder dralen onder het servet vandaan. Hoe sneller je de lepel kunt buigen, hoe minder lang de rechterhand onder het servet moet blijven, hoe beter. In een paar seconden zou je het klusje moeten hebben geklaard.
Je houdt nu de lepel door het servet vast met de wijsvinger en duim van de linkerhand. Vraag de toeschouwer de lepel over te nemen, aan de bovenkant door het servet. Dat de lepel al gebogen is, zal de toeschouwer niet merken, zelfs al lijkt de vorm van het servet door de gebogen lepel een beetje vreemd. Voor de toeschouwer is er immers nog niets gebeurd; voor hem moet je nog aan het effect beginnen.
16
Nu komt het ‘magische moment’. Hoe meer je de illusie kunt creëren dat het buigen op dit moment gebeurt, hoe overtuigender de truc. Acteerwerk is het geheim… Verzoek om volledige stilte. Warm je handen op en adem een paar keer diep in en uit. Richt dan je focus ten volle op het servet. Maak enkele langzame, krampachtige gebaren met beide handen rond het servet. Na deze ogenblikken van opperste concentratie, ontspan je je weer.
‘Ik denk dat het gewerkt heeft,’ besluit je terwijl je je handen afveegt, ‘kijk maar.’ De toeschouwer weet niet goed wat je bedoelt. Nieuwsgierig haalt ze haar lepel onder het servet vandaag, en wat blijkt? Telekinese werkt!
17