e 901
€285,00
e 902
€230,oo
e 904
€170,00
e 905
€160,00
e 906
€190,oo
e 90$
€275,oo
e 914
€380,00
-
INHOUD 06 Theaterarchitectuur SPONTANE PLANNING OF GEPLANDE WILDGROEI? Theaterinfrastructuur in de Antwerpse binnenstad.
16 Architectuur en Textiel CASA DA MUSICA IN PORTO Textiel aLs compositie-element.
22 Theatertechniek NIET KINDERACHTIG VAN K3
24 Nieuwe Media HDTV IN VLAANDEREN Eurocam opent officieel zijn media center in Lint.
LAAT JE GROTE COMPUTER THUIS Silverscreen van LaCie
27 Licht
LABO VAN LICHT EN WATER Otalur Etiasson
28 Theatertechniek
VERLOREN GESCHIEDENIS
._
Verder BASTT NIEUWS
—
IN MEMORIAM
-
VARIA
PROSCENIUM: INHOUD 3
IL
r
Yensen
•
rsVceux
Meiteurs Vceux
•
Frohe Eesttage
Season’s Greetings
Erohe FesttagelSeason’s Greetings
•
Beste Wensen
•
Beste Wensen 1 Meilteurs Vcux
•
Meitleurs Vceux
•
•
Frohe Festtage
Erohe Festtage
• Season’s Greetïngs •
Season’s Greetings
•
Beste W
Beste Wensen
•
Meffieurs Vceux
Meffieurs Vceux
•
Frohe Festtage
! I
r
esttage
Season’s Greetings
r
‘S
•
Greetings
•
Beste Wensen
•
•
Beste Wensen
Meiteurs Vceux
•
Meiteurs Vceux
Frohe Festtag
Frohe FesttageSeason’s Greetings
195
Beste Wensen
Beste Wensen
•
•
•
Meffieurs Vceux 1 Erohe Festtage 1 Season’s Greeting
PROSCENIUM: BESTE WENSEN
5
NTANE PLANNING OF LANDE WILDGROEI? LUC DH000HE
THEATERINFRASTRUCTUUR IN DE ANTWERPSE BINNENSTAD RondLeidingen in de stad Antwerpen beginnen steevast met het bezoek aan historische monumenten zoa[s de KathedraaL, het Stadhuis, het Rubenshuis, het Museum voor Schone Kunsten en de BourLaschouwburg. Het nabijgeLegen TheaterpLein bezoekt men Liever op zondagochtend want dan is het Vogetmarkt, wat de aandacht afteidt van de verkommerde Stadsschouwburg en de LeLijke aanLeg van de omgeving. Om dezeLfde reden ontwijkt men ook het Operagebouw dat geprangd zit tegen een hoogbouw uit de jaren zestig, en net aLs de rest van het huizenbtok aan renovatie toe is. Nu de heraanteg van de Leien bijna voLtooid is, heeft het stadsbestuur besLoten om weLdra de Opera te renoveren en de Stadsschouwburg met het aanpaLende TheaterpLein een facetift te geven. Het centrum van Antwerpen wordt wet eens het Broadway van VLaanderen genoemd, en dit niet aLLeen ter geLegenheid van de jaarLijkse cuttuurmarkt. Wat voor veeL mensen een boutade is, Lijkt ook te kLoppen. In de onmiddeLLijke omgeving van het Theaterptein, ook weL “theaterwijk” genoemd, bevinden zich een tientaL schouwburgen. In het centraaL geLegen deeL tussen de ScheLde en de Leien teLden we er maar Liefst 32 en binnen de Antwerpse ring zijn het er een veertigtaL. ZoweL de schaaL aLs het aanbod varieert enorm. Naast grote schouwburgen voor dramatisch en Lyrisch toneeL, dans en musicaL, vindt men er ook kLeine theaterjes met een veeLzijdige programmatie. Spreiding in de stad Aan beide zijden van de centrae as, die het Zuiderterras aan de ScheWekaaien verbindt met het Centraa Station via de Groenpaats, de Meir en de De Keyserei, vestigden zich in de hoop van de ‘aatste vijftig jaar heer wat theaters. Aan de noordzijde gebeurde dit eerder ineair tussen de Koningin Etisabethzaat [angsheen de Vaamse Opera en de Lange Nieuwstraat om zich te concentreren rond de Grote Markt en rond de Academie en het Schipperskwartier. Aan de zuidzijde groeperen ze zich rond het Theaterpein. Sinds dejaren tachtig tekent zich een derde centrum af op het Zuid, rond de gedempte dokken en het Museum voor Schone Kunsten. Verspreid aan de rand buiten het centrum zijn er nog een aanta ocaties, waaronder de SingeL Theater ‘t Eilandje en de Roma.
Ten noorden van de centraLe as Tussen 1904 en 1907 bouwde de stad voor het “Lyrisch Vaamsch Toonee[” aan het kruispunt van de Frankrijktei met de De Keyser[ei, een nieuwe schouwburg naar een ontwerp van stadsarchitect A.Van Mecheen. Deze kreeg de naam ‘Nieuwe Lyrische Schouwburg”, in tegensteLling tot de in 1g30-’34 door Boura gebouwde ‘Théâtre Roya’ Erançais’ Het operagebouw paste in het pan voor de aanleg van de leien en bevond zich op een strategische plaats aan het kruispunt van twee belangrijke verkeersaders. De stad versterkte hiermee tevens de toenmalige theaterinfrastructuur in deze zone: de ‘Nederlandsche Schouwburg”
H’20 NÇ15S
(1874, stadsarchitect Pieter J. A. Dens) aan de Kipdorpbrug en het “Théâtre des Variétés” aan de Leysstraat (Meir). Beide schouwburgen werden echter in de jaren zestig afgebroken om plaats te maken voor kantoren. De Nederlandsche Schouwburg” was de thuishaven van het “Nationaal Toneel”, dat vanaf 1903 de naam KNS toegewezen kreeg. In 1934 verhuisde de KNS naar de Bourlaschouwburg. Na de oorlog (19451958) stelde de stad het gebouw ter beschikking van het Koninklijk Jeugdtheater. In 1937 opende ook de voormalige Ancienne Belgique in deze buurt haar deuren. Deze concentratie van schouwburgen maakte in de jaren net voor en na de tweede wereldoorlog van deze buurt het theatercentrum van de stad. Vandaag blijft alleen de Opera over, verweesd en verkommerd.
Standaardisatie van de speeLruimte? In tegenstelling tot de klassieke opbouw van de bestaande operagebouwen in ons land ontwierp Van Mechelen voor het “Lyrisch Vlaamsch Toneel” een voor die periode vooruitstrevende zaal, gebaseerd op een aantal principes van Wagner. Analoog aan de Opera van Bayreuth (1876) werd de orkestbak gedeeltelijk onder het toneel geschoven in functie van de muziek van Wagner en voor een beter contact met het gebeuren op het toneel. De 1 050 zitplaatsen hebben praktisch aLlemaal een prima uitzicht op het toneel. Behalve op het eerste balkon elimineerde hij de klassieke loges achteraan en zijdelings in de zaal. Niettegenstaande het aanhouden van de balkonstructuur in tegenstelling tot het oplopende amfitheater van Bayreuth heb je als toeschouwer toch het gevoeL in een amfitheater te zitten. In plaats —
—
•
v .
-.
,‘,‘
,
-
.
—I
Nedertandsche Schouwburg” (1874)
SPONTANE PLANNING OF GEPLANDE WILDGROEI?
Théâtre des Variétés(ca 1900)
“La Zootogie” (1904)
De Hippodroom (cci 1900)
van verticaa[ boven elkaar geplaatste balkons, liet hij de eerste twee balkons lichtjes verspringen ten opzichte van elkaar. Vanaf het derde balkon loopt de amfltheatervorm tot helemaal boven door. De gebogen gewetven boven de toeschouwers klimmen met de publiekshelling gestadig mee als om de muziek de ruimte te geven ook de bovenste rijen te bereiken. Van Mechelen is er in geslaagd een ruimte te creëren rond de muziek. In tegenstelling tot veel klassieke zalen klinkt de muziek uitstekend op het bovenste amfitheater, en dit met behoud van het volledige zicht op de scène. Het resultaat is een uniek stukje neobarokarchitectuur, feestelijk aangekleed aan de buitenzijde en in de publieksruimten, functioneel in een uitgezuiverde versie voor wat de zaal betreft. Sinds de opening in 1907 werd deze Opera nooit gerenoveerd, behalve kleine herstellingen, de bouw van een regiecabine in de wandelgangen achteraan het tweede balkon en de toevoeging van enkele verlaagde zolderingen om nieuwe kanatisaties van lucht en leidingwerk te verbergen. De belangrijkste ingreep gebeurde pas in de zomer van 2000. Toen werd de vloer van de orkestbak uitgebroken en vervangen door een orkestlift, in functie van de opvoeringen van klassieke opera’s. ‘Terwijt het vroeger 36 manuren kostte om de vloer 30 cm hoger te brengen, volstaan nu een druk op de knop en anderhalve minuut wachten. . De overheid heeft plannen om de nodige renovatiewerken de komende jaren uit te voeren. De creatie van een zijtoneel, het vernieuwen van de technische uitrustingen onder en boven de scène, en het verbeteren van de laad- en lossituatie waren voor het Bestuur essentieel omwille van de compatibiliteit met het operahuis van Gent. Op die manier hoopt men vlotter alle producties zowel in Gent als in Antwerpen te kunnen vertonen. Opera is een internationaal toegankelijk medium, omwille van de taal van de muziek, en trekt meer en meer publiek. Men zou de vraag kunnen stellen of het zinvol is op een afstand van 50 km dure reisvoorstellingen te organiseren. Geïnteresseerd publiek verplaatst zich hiervoor. Als men de mensen hiertoe aanzet, kunnen de stukken langer op dezelfde plaats geprogrammeerd blijven. Moet men het verschil in kwaliteit van beide huizen niet eerder versterken en laten meespelen in de keuze van de stukken? De Laatste decennia gaan operavoorstellingen vormelijk meer en meer op elkaar getijken, onder meer omwille van de vorm van het speelvlak en de ruimtelijke beperkingen van het lijsttoneel. Hedendaagse vernieuwingen in de operamuziek, zoals deze van Luigi Nono bijvoorbeeld, laten zich op de klassieke scène moeilijk ruimtelijk vertalen. De creatie van andere, meer inspirerende vormen van speelruimten zou op termijn de noodzakelijke vernieuwing van het medium kunnen in de hand werken. Een grote zaat voor concerten Bij de stichting van de dierentuin in 1843 stelde men dat, naast de opdracht van het bevorderen van de zoölogische en botanische wetenschappen, de KMVD (Koninklijke Maatschappij Voor Dierkunde) ook een culturele taak heeft. In het begin werden daarom concerten georganiseerd op de kiosk in de tuin. Later programmeerde men tijdens de winterperiode ook symfonieconcerten. Rond de eeuwwisseling werd
het vroeger gebouwde museum gesloopt om plaats te maken voor een feestzaal, de Marmeren Zaal en de Wintertuin, terwijl het museum op de eerste verdieping werd ondergebracht. Later mondde dit uit in de bouw van een Congres- en Concertcentrum. De concertzaal heeft een relatief grote frontale scène met orkestbak. Het auditorium biedt plaats aan 2 070 toeschouwers, verdeeld over een parterre en een balkon. In 2004 gaf het College van de Stad Antwerpen haar goedkeuring om de Koningin Elisabethzaal uit te bouwen tot een moderne klassieke concertzaal, met volgende motivatie: “Door haar unieke ligging (naast toekomstig HSI-station, midden in het stadscentrum, op de grens van stedelijk ontwikkeUngsgebied met ruime parkeerfaciliteiten) en een goede akoestische basiskwaliteit beantwoordt de Koningin Elisabethzaat aan het proflet van een grote internationale concertzaal, dat hetimago van Antwerpen als cuttuurstad mee kan helpen uitdragen. Mits de nodige, maar relatief beperkte, akoestische verbeteringen aan de zaal, renovaties en verfraaiingen van het bestaande complex (inkomhal, zaal, annexen,...) en toegevoegde nieuwbouw van noodzakelijke functies (rechtstreekse toegang podium met grote vrachtwagens, bouw repetitiezaal groot orkest, uitbouw podium, inspeelruimten, kantoren, . . .) kan het gebouw met een minimum aan investeringen snel klaar zijn om zijn plaats binnen het grootschalige internationale circuit te heroveren.” (College 16 07 2004) De Filharmonie zou al hebben laten weten dat ze van de Koningin Etisabethzaal haar vaste residentie wil maken. Ook De Singel en de Vlaamse Opera zouden hier in de toekomst geregeld grote uitvoeringen programmeren. De Koningin Elisabethzaat is daarnaast van plan om als podium dienst te blijven doen voor het betere pop- en rockconcert dat een zittend publiek vergt. In hetzelfde besluit ging het college ook in op de vraag van de eigenaar geen andere projecten voor een grote concertzaal voor klassieke muziek in Antwerpen te steunen op korte of middellange termijn. Van experiment tot voor eLk wat wiLs De Stadswaag Als reactie tegen de officiële gesubsidieerde gezelschappen, die voornamelijk het klassieke repertoire brachten, ontstonden in de jaren zestig van de voorbije eeuw de eerste kamertheaters.. In Antwerpen waren dat het Theater op Zolder (Stadswaag), het Fakkeltheater (Mutsaertstraat), het Nieuw Vlaams Theater (Ankerrui) en het EWT (Hessenhuis en Paardenmarkt). Behalve het Nederlands Kamertoneel (Leysstraat) vestigden ze zich in oude bedrijfspanden vlak bij het Schipperskwartier en de Academie. Deze buurt was vooral in trek omwille van het vernieuwende artistieke klimaat dat er toen heerste. Zij brachten de eigentijdse auteurs en pasten de vormgeving aan in functie van de kleinere speelruimten en lagere budgetten waarover ze beschikten. In de loop van de volgende decennia verdwenen er theatertjes en kwamen er weer andere bij. Bij de nieuwkomers verschijnen drie werkplaatsen voor dramatisch theater, respectievelijk De Zwarte Komedie (1983), Theater Zuidpool (1993) en het theatergezelschap De Tijd. Ook het Theater De Spiegel heeft er een werkplek voor hedendaags muziektheater en het Zeemanshuis is de thuishaven geworden van het Antwerps Amusements Theater.
PROSCENIUM: SPONTANE PLANNING OF GEPLANDE WILDGROEI?
7
De Grote Markt Het Fakkettheater overLeefde de tijd, maar verhuisde inmidd&s naar twee ocaties in de omgeving van de Grote Markt. De Rode Zaak (1984) beschikt over een zaal voor 260 en een keLdertheater voor 40 â 45 toeschouwers. Hier wordt voorname’ijk amusementstheater gebracht, terwij in het bijhorende theatercafé concerten paatsvinden. In de Zwarte Zaak (1991), die uitgerust is met 145 stoeen in flexibeLe opsteLLing, brengt het FakkeLtheater hedendaags repertoire. In deze uitgaansbuurt heeft ze het gezeLschap van een aantaL commerciële theatertjes waaronder De Wondere Wereld en Cultureel Platform Buster die hoofdzakelijk entertainment brengen. De Lange Nieuwstraat Begin van dejaren zeventig begon Ivonne Lex, in die tijd actrice bij de KVS, een gezelschap onder haar initialen TIL, in een minizaaltje met 72 zitplaatsen aan de Lange Nieuwstraat. Later werd dit het Appeltje genoemd. In 1981 breidde het TIL uit met een tweede zaal om de hoek, die ze ‘t Klokhuis doopte. De zaal is ongeveer acht meter breed, heeft een hoogte van 6.20 m, een vlakke vloer en een capaciteit van 125 zitplaatsen. Het gebouw was eigendom van de Stad die de nodige verbouwingskosten op zich nam in ruil voor een normale maandelijkse huurprijs. Als gevolg van de intrekking van de werkingssubsidies van de Vlaamse Overheid vormde men het TIL om tot kunstencentrum ‘Vlaams Fruit’ In de loop van hetvoorbijejaren kreeg ‘t Klokhuis een opfrisbeurt en een nieuw stoelenplan. In een opgemerkte openingsrede, die te lezen is op de website van het kunstencentrum, beloofde de Schepen van Cultuur een financiële tegemoetkoming voor deze renovatiewerken:
LEGENDE 1
Arenbergschouwburg, Provinciaal Centrum Cabaret Concerten, Augustijnertheater, Toneelgezelschap Dramatisch toneel Augustinuskerk Centrum voor oude muziek Concerten Boomgaardstraat, Muziektheater Transparant Werkplaats toneel Bourlaschouwburg, Het Toneelhuis Toneel CC Berchem, Cultuurcentrum Diversen Cultureel Platform Buster Entertai n ment De Peerdestal van Napoleon Cafétheater De Tijd, Toneelgezelschap Werkplaats toneel deSingel, Internationaal Kunstencentrum Toneel Concerten Echt Antwaarps Theater, Toneelgezelschap Toneel Elzenveld, Congres- en cultuurcentrum Concerten Koningin Elisabethzaal, Congrescentrum KMVD Concerten Muziektheater Monty, Kunstencentrum Toneel Dans Multatuli Cafétheater Noordtheater, Toneelgezelschap Toneel Raamtheater op ‘t Zuid, Nieuw Ensemble Raamtheater Toneel Rataplan Werkplaats toneel Rode Zaal, Fakkeltheater Toneel (diversen) Roma, Rataplan Diversen Stadsschouwburg, Antwerps Muziek Theater Muziektheater
22
-
2 3 4 5 6 7 8 9 10
,
23 24 25 26 27 28 29 30 31
-
-
11 12 13
32 34 35
-
14
36
-
15 16 17 18 19 20 21
SPONTANE PLANNING OF GEPLANDE WILDGROEI?
Stadsschouwburg, Het Paleis Jeugdtheater Studio Herman Teirlinck, Hogeschool Antwerpen Theateropleiding Studio Tokio, Het Toneelhuis Toneel ‘t Appeltje, KC Vlaams Fruit Toneel t Klein Raamtheater, Nieuw Ensemble Raamtheater Toneel ‘t Klokhuis, KC Vlaams Fruit Toneel Theater De Spiegel Muziektheater Theater Peg Cafétheater Toneel Theater ‘t Eilandje, KBVV Da nstheater Theater Zeemanshuis, Antwerps Amusementstheater Toneel Amusement Theaterzaal Aksent Werkplaats toneel Troubleyn (ex-Ringtheater), Troubleyn Werkplaats dans Vlaamse Opera, De Vlaamse Opera Muziektheater Wondere Wereld Amusement WP Zimmer, Kunstencentrum Dans Zaal Elckerlyc, Studio 100 Muziektheater Zuiderkroon Concerten Events Zuiderpershuis, Wereldculturencentrum Concerten Toneel Zuidpool Theater, Theater Zuidpool Toneel Zwarte Komedie, De Zwarte Komedie To neel Zwarte Zaal, Fakkeltheater Toneel (diversen)
37 38 39
-
40
-
41 42 43
“HoeweL Vaams Fruit niet put uit de Vaamse potten, bewijst het a Een kunstencentrum dat Leeft enkeLe jaren dat het ook anders kan. van zijn pubLiek heeft nood aan een goede infrastructuur. De stad heeft (PhiLip 25 000 euro geïnvesteerd in aL hetgeen hier is gepresteerd HeyLen 26 augustus 2005). In 2003 werd de sociaaL-cuLtureLe invuLLing van deze wijk versterkt door de overkomst van het Noordtheater, een gezeLschap dat aL 25 jaar gevestigd was aan de Steenhouwersvest en haar programmatie kenbaar maakt aLs repertoiretoneeL “in een mooi decor’ De zaaL is gesitueerd in een historisch gerestaureerd pand aan de pittoreske SintNicoLaaspLaats Langsheen de Lange Nieuwstraat en is eigendom van het OCMW. HetzeLfde gebouw huisvest ook het popuLaire cafétheater de PeerdestaL van NapoLeon. Op de binnenpLaats bevinden zich nog poppenschouwburg Van Campen en de rederijkerskamer De VioLieren. Het gediversifleerde aanbod aan cuLtureLe infrastructuur maakt van de Lange Nieuwstraat een beLangrijk cuLtureeL parcours tussen de grote theaterhuizen aan het CentraaL Station en de theaterwijken van de binnenstad. . . .
KwaLiteit versus kwantiteit OpmerkeLijk is de gestructureerdheid van de inpLanting in zones rond een cuLtureel of toeristisch epicentrum, niettegenstaande de keuze berust op toevaLLige Leegstand zonder tussenkomst van de overheid. De diversiteit aan voorsteLLingen is het een afstraLing van de verscheidenheid binnen de bevoLking? komt ook het sociale Leven in de ganse wijk ten goede. Praktisch aL deze gezeLschappen en huizen kregen een negatief advies en werden door de VLaamse overheid de werkingssubsidies ontzegt. De beperking aan middeLen is op het eerste gezicht positief voor de motivatie, maar door gebrek aan enige vorm van betoeLaging moet men met de opbrengst van de tickets zoweL werking aLs infrastructureLe kosten dekken. Dit zorgt voor een kettingreactie, want de kans is groot dat men de kwaLiteit gaat verwaarLozen ten voordeLe van gemakkeLijk succes. Nadenken over de ruimte en de vormgeving hoort er meestaL ook niet bij. OfweL zijn de zaaLtjes zo kLein dat er maar op een manier in kan gespeeLd worden, ofweL ontbreekt het aan de geLdeLijke middeLen voor decor, Licht of gewijzigd stoeLenpLan. Voor gezeLschappen die artistiek wiLLen experimenteren, met een daLing van pubLiekcijfers aLs gevoLg, zoaLs Theater ZuidpooL die haar werkingstoeLage pLots gehaLveerd zag en moet blijven investeren in infrastructuur, kan dit rampzalig zijn. De bijkomende injectie van de stad voor ‘t KLokhuis bijvoorbeeLd is Lovenswaardig. Maar sommigen vragen zich af voLgens weLke criteria. —
-
De Theaterwijk Toch kan een stad impuLsen geven waardoor iets in gang gezet wordt. In de l9de eeuw waren theatergebouwen essentieeL bij de stadspLanning betrokken, in reLatie met de openbare ruimte, en ‘voorbestemd” als het ware om als monument en baken in het stedeLijke weefsel te functioneren. De overheid was bereid hiervoor de nodige middeLen vrij te maken. Het verhaal van de BourLa, alias “Théâtre Français” of KNS is voLdoende gekend. Hij werd op het nippertje van de afbraak gered, tijdens de bouw van de Stadsschouwburg (1972-80) aan het
aanpaLende ArsenaaLpLaats, vandaag beter bekend onder de naam TheaterpLein. Het compLex had twee schouwburgen, een voor het KNS gezeLschap met 857 zitpLaatsen en volLedig uitgeruste scéne, incLusief orkestbak, draaiplateau met vier ingebouwde hefpodia, en uitgeruste toneeLtoren. De andere had een kleinere zaaL met gelijkaardige vorm en een capaciteit van 553 zitpLaatsen, bestemd voor het Jeugdtheater, en vandaag bespeeld door Het Paleis. Daarnaast werd er behaLve de nodige nevenruimten en repetitieruimten ook de vestiging van de BaLLetschooL in onder gebracht. Voor de KNS bLeek aLvlug dat de geboden infrastructuur te omvangrijk was om in te vuLlen, omdat het niet in verhouding stond tot de werkingsmiddeLen. Het gebouw, vond men zag er uit als een mastodont, en ook de zaal kon niet inspireren wegens het ontbreken van een “verhaaL’ Eens de Bourla gerestaureerd (1993), verhuisde men in aLLerijl terug naar de charme van de nostalgie. De stad zag heil in het bod van de privé-sector om de stadsschouwburg af te huren in functie van musicaLs en spektakeLs. In de loop van het voLgende jaar Liet men de zaal bovendaks uitbreiden om de zaalcapaciteit te verhogen naar 2060 zitplaatsen. Om de brandevacuatie te kunnen bLijven verzekeren plaatste men twee roodgekleurde metaLen trappenpartijen aan de voorgeveL. Ook het PaLeis heeft bij haar aantreden een aantal ingrepen laten uitvoeren om de zaaL, de foyer en de nevenruimten “kindvriendeLijker” te maken’ Dit ging gepaard met noodzakeLijke onderhoudswerken aan het interieur. Na 25 jaar beginnen de meeste gebouwen, afhankeLijk van de vertonen. Vaak ouderdomsverschijnseLen te materiaalkeuze, wordt hiermee geen rekening gehouden bij het opsteLLen van de exploitatiekosten op Lange termijn. Dranghekken staan opgesteLd voor de zijgeveL tegen neervaLLend gruis. De aftakeLing betreft hier vooral de aantasting van het beton in de gevels, maar wordt geaccentueerd door de overwegend gestoten en levenLoze zijgeveLs. In de periode van de KNS functioneerde de cafetaria nog aLs contactruimte met de omgeving. Sinds 1993 is deze helaas gesLoten. MomenteeL voert men opnieuw werken uit om de VLaamse Opera de mogeLijkheid te bieden er voorstelLingen te geven gedurende de verbouwingswerken. Het gaat dan over het vergroten en opnieuw laten functioneren van de orkestbak die gedeelteLijk buiten werking gesteld was, en het renoveren van de theatermachinerie. De zaal krijgt meteen ook nieuwe stoeLen en vloerbekleding. De publieksfoyers worden opgefrist. De stad heeft Laten weten tussen te wiLLen komen in de kosten om de geplande operavoorsteLLingen mogeLijk te kunnen maken. Schouwburgen voor kLeinkunst en muziektheater Na de tweede wereLdoorLog werd de buurt twee grote schouwburgen rijker. Ook hier doorkruisen toevaLLige en gepLande initiatieven elkaar. Zo besliste in 1958 het bestuur van het Onze-Lieve-VrouwcoLlege aan de Frankrijklei haar feestzaaL om te laten bouwen tot een theaterzaaL ten behoeve van het ELckerlijc Genootschap. De zaaL werd voornameLijk gebruikt voor lezingen en gastvoorsteLlingen van onder meer de KVS, het Rotterdams ToneeL, Julien Schoenaerts, het Théâtre NationaL en de Rideau de BruxelLes. Later werd ze gebruikt door het EiLharmonisch
PROSCENIUM: SPONTANE PLANNING OF GEPLANDE WILDGROEI?
9
Orkest van VaanUeren as repetitieruimte. Op het einde van de jaren ‘90 geraakte de zaak in vervaL In 2001 stoot de eigenaar met Studio 100 een gebruiksakkoord voor een periode van negen jaar, waarbij de zaal verbouwd werd. Zaal Elckerlyc heeft een frontale zaal met een uitgestrekt parterre analoog aan deze van de Koningin Elisabethzaal, en daarom alleen maar geschikt voor grote concerten en spektakels. In 1968 nam het Provinciebestuur het initiatief tot het verbouwen van een pand in de Arenbergstraat voor haar culturele activiteiten. Onder de naam Arenbergschouwburg brengt het vandaag vooral het betere cabaret, kleinkunst en concerten. Ze beschikt over een grote frontale zaal met een capaciteit van 827 stoelen verdeeld over een schelpvormig parterre en een balkon. Het podium is relatief klein in verhouding tot de zaalgrootte, en daarom minder aangewezen voor het dramatisch theater of grote muziekproducties. Een tweede kleinere zaal met vlakke vloer en inschuifbare tribune biedt plaats aan 100 personen. In 2002 kreeg de zaal een nieuw stoelenplan, en werd de scène uitgerust met computergestuurde trekken. Het voorbije jaar zorgde men voor een nieuwe en gezellige aankleding van de onthaalruimten.
De museumsite op het zuid
Industriëte archeotogie en theater De Hippodroom, die gebouwd werd rond 1900 vlak tegenover het Museum voor Schone Kunsten is de laatste in de reeks van ‘afgebroken historische schouwburgen’ Het was 1973, en luidde een periode in met toenemend protest tegen de vernieling van het negentiende eeuwse patrimonium. Rond 1980 groeide de belangstelling van de privésector om te investeren in het restaureren en herbestemmen van de panden in de buurt van de gedempte Zuiderdokken, de Schetdekaaien en het Museum. De overheid zelf besloot om mee te investeren door de oprichting van het MuHKA (1985-87). De aanwezigheid van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, de plannen van de provincie om er ook een museum voor fotografie op te richten, de ruime parkeermogelijkheden en de aanwezigheid van belangrijke gateries, hadden de doorslag gegeven. Ook enkele gezetschappen konden profiteren van de goodwill van de overheid bij hun zoektocht naar een geschikte speelruimte. Het Raamtheater ontstond in 1977 uit onvrede met de KNS op initiatief enkele acteurs onder de leiding van Walter Tillemans. Na jaren van Bourta van De schaduw In de schaduw van de Bourla vindt men een aantal kleinere theaters met rondzwerven, vonden ze in 1985 een vaste basis, het huidige Klein een zeer divers aanbod. Op enkele passen van de Arenberg, in dezelfde Raamtheater. Om ook grotere producties te kunnen brengen liet straat, vestigde zich het Echt Antwaarps Theater. Walter Tillemans kreeg Tittemans zijn oog vatten op de galerijenzaat van het oude Museum in dejaren ‘80 van de stad een kleine speelruimte ter beschikking in een voor Warenkunde (1889) in de De Vrièrestraat achter het Museum. Met historisch pand van het OCMW aan de lange Gasthuisstraat. Het kreeg de hulp van privé-sponsors, medewerkers en sympathisanten slaagde naar de naam Klein Raamtheater. Een beetje verder aan de IJzerenwaag hij er in deze zaal om te bouwen tot een unieke theaterzaal samen bevindt zich het Augustijnertheater. Deze laatste twee gezelschappen “Elizabethaans” model. Een centrale wegneembare tribune biedt s. brengen klassiek en hedendaags drama. Voor kamermuziek en poëzie met de stoelen op de galerijen rondom plaats aan 250 toeschouwer kan men terecht in de kapel van het Congrescentrum Elzenveld, ook Op 15 september 1986 opende het RaamTeater op ‘t Zuid haar deuren. Een analoog verhaal is dat van de Internationate Nieuwe Scène, een historisch pand van het Antwerpse OCMW. Sinds de restauratie vorig jaar van de Augustinuskerk aan de die moe van het rondreizen in een tent, haar oog liet vallen op het leegstaande Zuiderpershuis, een hydraulische krachtcentrate, gebouwd Kammenstraatkan men eroude muziekgaan beluisteren geprogrammeerd 1882 naar een ontwerp van Ernest Diettiens. Het gebouwencomplex in voorzien. zitplaatsen zijn 500 Er Augustinus. door de nieuwe vzw Een belangrijke plaats in dit landschap heeft Studio Herman Teirlinck. heeft een unieke voorgevel aan de Waatse Kaai, tangsheen de gedempte De acteursopleiding aldaar onderhield een sterke band met de Zuiderdokken, en werd in 1977 beschermd als industrieel monument. De stad gaf in 1987 het gebouw in erfpacht aan de INS met de gezelschappen in de buurt. De zaal bevindt zich in de voormalige het te laten restaureren in functie van de uitbouw van een opdracht is , omgebouwd dat bankgebouw historisch van een centrale binnentuin encentrum. Voor podiumkunsten staan er drie aan elkaar Weretdcuttur studenten gaf zaalvloer vlakke De ten leslokalen. en met repetitieruim ter beschikking die al dan niet in combinatie of ruimten grenzende objecten, van dispositie en de ruimte de en docenten de mogelijkheid gebruikt worden. Ze hebben een vlakke vloer en kunnen afzonderlijk Om dramaturgie. van de functie in acteurs en publiek te manipuleren manieren bespeeld worden. verrassende diverse op kunnen de d van theatererfgoe het van uit die reden maakt het gebouw deel laatste vijftig jaar. Nu de opleiding uit het gebouw verdwijnt, is het te hopen dat de mogelijkheid wordt onderzocht de theaterfunctie te behouden. Het Toneelhuis, dat voor haar werking over een zestal locaties in de stad verspreid is, zoekt sinds lang een pand waarin zowel de administratie, het tweede plateau, repetitielokalen en kostuumatelier samen kunnen ondergebracht worden. De Studio hiervoor ter beschikking stelten zou volledig aan de verwachtingen van Teirtinck beantwoorden.
o
PROSCENIUM: SPONTANE PLANNING OF GEPLANDE WILDGROEI?
Experiment in een oude cinema Tot in 1980 was het kunstencentrum Monty een bioscoop. Daarna werd het een café en een tijd lang de werkplek van Jan Fabre, tot Dennis Van Laeken er in trok om er een laboratorium te beginnen van hedendaags theater. De toneeltijst werd uitgebroken, de muren afgekapt en de zotdering uitgerust met een mobiel grid. Het auditorium heeft een licht hellende vloer, maar men kan er een black box van maken. Zo is het mogelijk verschillende opstettingen te creëren, of zelfs locatieprojecten zoals ‘De man aan het raam’ van Niek Kortekaas eind van de jaren negentig. In functie van het maken van eigen producties dachten de organisatoren in die periode aan een mogelijke uitbreiding
met een repetïtieruimte op het dak. De werken werden gefinancierd door de Monty z&S, met de huLp van een renteoze [ening van het Sociaa ImpuLs Fonds (51F). De ruimte kreeg de naam het Japans pavlljoen’ Iheatermakers en choreografen kunnen ze voor een tijd in residentie nemen om producties op te zetten en uit te testen voor een beperkt pubLiek. De ruimte meet 17 bij 10 m en is Langs een zijde voorzien van begLazing zodat er kan worden gewerkt bij dagLicht. De zoLdering is uitgerust met verrijdbare trussen. CuLinaire spektakets, een gadget BehaLve theatermakers waren er ook privé-ondernemers die wiLden investeren in deze wijk. Vorig jaar opende men aan de VLaamse Kaai onder de naam ‘De Zuiderkroon” een nieuwe zaaL voor events, entertainment, concerten en variété. Het auditorium heeft de vorm van een Antiek Romeins theater, maar in pLaats van met heLLende treden, met een vLakke vLoer om opsteLLingen aan tafeLs mogeLijk te maken. Er is ook geen proscenium, maar een LijsttoneeL aan toegevoegd. De zaaLcapaciteit bedraagt 1250 zitpLaatsen bij theatervoorsteLLingen, 750 bij opsteLLingen aan tafeLs voor dinervoorsteLLingen. Het roept herinneringen op aan de verdwenen Ancienne BeLgique, maar voor een grootschaLig pubLiek. Het is meteen ook de vierde grote concertzaaL in de binnenstad ontworpen voor het “grote getaL”, teLkens met een wanverhouding tussen auditorium en toneeL. Bedenkingen bij het Antwerpse Broadway Spreiding in de stad De spontaneïteit van de sector bij de keuze van de panden resuLteert in een vrij goede stedenbouwkundige samenhang. Theaters voeLen zich bLijkbaar goed in de omgeving van andere theaters, cuLtureLe insteLLingen en uitgaansbuurten. Waar de overheid een aanzet geeft door te investeren in de renovatie en herbestemming van historische panden of heraanLeg van buurten zoaLs in de museumwijk op ‘t Zuid bijvoorbeeLd, geeft dit positieve impuLsen naar de sector. Een inventarisatie van de Leegstand kan de aanzet zijn voor een aLgemeen beleidspLan op het vLak van spreiding van de podia dat, mits de nodige informatie en begeLeiding, de sector ondersteunt. Tevens kan men door het verLenen van prioriteiten voorkomen dat projectpromotoren de cuLtureLe invuLLing van Leegstand zeLf gaan definiëren. Diversiteit Qua programmatie steLLen we vast dat zowat aLLe vormen van podiumkunsten verspreid aanwezig zijn, indien we er het KoninkLijk BaLLet van VLaanderen dat op ‘t EiLandje is gevestigd, mogen bijteLLen. Nochtans Lijkt dit zich niet direct te vertaLen in de vormverhoudingen van de zaLen. Overwegend vinden we frontaLe opsteLLingen met open scène in de kLeine zaLen en met LijsttoneeL in de grotere zaLen. Bij privétheaters, zoaLs de musicaL- en concerthuizen, is er vaak een wanverhouding tussen auditorium en scène omwiLLe van het hoge aantaL zitpLaatsen, dat opLoopt van 1250 (Zuiderkroon) tot 2070 (Koningin ELisabethzaaL). Dit geldt niet voor theatermakers die bewust voor kwaLiteit kiezen, zoaLs de Monty, Theater ZuidpooL, etc.
ALs het voorsteL van een nieuwe cuLtureLe infrastructuur wordt gemaakt moet er een pLan voor Liggen dat naast de bouwkost ook de vermoedeLijke expLoitatiekost definieert. Dat gaat niet over rendement of cuLtureLe reLevantie, dat gaat over financiëLe haaLbaarheid en poLitieke geLoofwaardigheid.
Dorian Van Der Brempt
Werkingsmiddeten De kLeine theaters die niet commercieeL werken, hebben het moeiLijk om stand te houden. Ze zitten in een vicieuze cirkeL omdat ze van de inkomsten niet aLLeen de werking moeten betaLen maar vaak instaan voor het onderhoud van de infrastructuur. Om meer inkomsten te verkrijgen via inkomgelden, zijn sommige verpLicht meer toegankeLijke, lichtvoetigere stukken te programmeren, waardoor ze niet meer in aanmerking komen voor subsidiëring van de overheid. Om het medium toe te Laten zichzelf te vernieuwen zou men misschien meer het experiment en de vernieuwing moeten durven ondersteunen in de pLaats van kijkcijfers! Het ter beschikking stellen van gebouwen door de stad of het mee investeren in de renovatie- of noodzakeLijke herstelLingskosten aan voordelige condities, kan kLeine theaters helpen om stand te houden. De geschiedenis van bepaalde overheidsgebouwen, zoals de Stadsschouwburg, toont aan dat de overheid, bij de pLanning van een nieuwbouw- of renovatieproject, te weinig of geen rekening houdt met de exploitatie- en onderhoudskosten. Deze bLijken vaak niet in verhouding te staan tot de werkingsmiddelen van de gebruiker. Bouwprogramma Het programma is al te vaak te eenzijdig opgemaakt naar de noden van het moment en de visie van de gebruiker. Men vergeet hierbij op Lange termijn te denken zonder rekening te houden met hoe vLug het theater evoLueert. Dit hypothekeert onvermijdelijk de expLoitatie en de evoLutie van het medium. Men zou ook architectuurvormen kunnen bedenken die zich, zonder structureLe ingrepen, qua typologie gemakkeLijk laten omvormen.
.
PROSCENIUM: SPONTANE PLANNING OF GEPLANDE WILDGROEI? 1 7
NTANE PLANNING OF LANDE WILDGROEI? INTERVIEW LUC OH000HE
EEN GESPREK OVER DE THEATERINFRASTRUCTUUR MET ILJA VAN DE WATERINGEN, TECHNISCH DIRECTEUR VAN HET TON EELHUIS De Stad Antwerpen heeft in de 19e eeuw geïnvesteerd in de bouw van theatergebouwen, die op en top ingericht waren en uitgerust met de toenmalige nieuwe machinerieën. Niet alleen de Bourla, maar ook de Nederlandse Schouwburg, de Hippodroom, de Opera, etc. Theater was toen voor de ontwikkeling van de Stad een noodzaak. In de 20ste eeuw blijkbaar niet meer. In de jaren zestig werden verscheidene historische theaters gesloopt wegens te hoge onderhoudskosten, terwijl een nieuwe (stads)schouwburg gepland werd in wanverhouding tot de toegekende werkingsmiddelen. Hoe verklaarje dit fenomeen? Deze aatste periode werd wet gekenmerkt door twee weredoodogen en periodes van devaWatie. Maar ik denk dat men, in de huidige conjunctuur, voor cuftuur ook minder ged vrijmaakt. Zefs in tanden zoats Duitstand en Itatië gaan de subsidies van de theaters omtaag. Ats men dan at aan bouwen denkt, worden ook vaak de ideate verhoudingen tussen zaat en scène over het hoofd gezien. Deze week tas ik nog in een artikeltje dat meer en meer zaten naar een toeschouwercapaciteit gaan van 1 200 personen en meer, terwijl de scène 10 m diep blijft en de technische uitrusting matig tot gemiddeld van kwaliteit. En dan maar bombastisch spelen, als er maar publieksinkomsten zijn . . .
...
Diversiteit of standaardisatie In de Antwerpse binnenstad noteerden we meer dan 40 huizen voor podiumkunsten, met zeer verscheiden invulling gaande van teksttheater, dans, muziektheater, musical en cabaret. Deze verscheidenheid wordt zelden vertaald in de architectuurvorm. Weet jij waarom de meeste zalen gebouwd zijn met een klassieke frontale opstelling, al ofniet met toneelljst, en zo ook bespeeld worden? Gewoontegetrouw, denk ik. Men is gewend om recht naar voren te kijken, lijst of geen lijst, vlakke vloer of geen vlakke vloer. De opstelling is altijd tribune scène, of een oplopend stoetenplan met een verhoogde scène. Het heeft te maken met geschiedenis en traditie. Dus, geen ‘ihéâtre en rond”, zoals het circustheater, het Elisabethaans theater of het Theater Carré in Amsterdam. Ga je naar de schouwburg van Rotterdam, dan merk je verschillende zaalopsteltingen, steil of flauwhellend, afhankelijk van het stuk dat er staat. Zij hebben er ooit de eerste tribune, de “Anne Teresa tribune” neergezet. Bij een voorstelling van Anne Teresa De Keersmaeker, hebben zij op haar vraag een tribune gemaakt en naderhand verbeterd. Deze hoort nu bij de standaard uitrusting. De Schouwburg van Utrecht heeft ook een variabel stoelenplan. Voor zijn producties in de Singel liet Peter Brook een steile tribune bouwen boven de stoelen van de Rode Zaal, om het contact met de scène te optimaliseren. De Bourlaschouwburg is gebouwd als klassieke opera. Dat was goed in 1834. Anno 2000 kan Het Toneelhuis in deze opstelling geen “toneel” meer spelen, omdat bij een maximale bezetting van de 850 stoelen het merendeel van de toeschouwers de helft van het toneel niet ziet en dus een deel van de voorstelling mist. Voor de voorstelling van MacBeth van Shakespeare (2004) liet -
MacBeth van Shakespeare, Regie Luc Percevat
—
Bourtaschouwburg 2004
Grondpan, Snede en Opvoering Foto Martin Baarda, tekeningen ilja van de Wateringen
PROSCENIUM: SPONTANE PLANNING OF GEPLANDE WILDGROEI? 73
Luc Perceva het parterre overbouwen as uitbreidftg van de scène. PLots besefte je as toeschouwer dat zo’n historische kassieke schouwburg ook heer anders kan functioneren. Ik denk dat er de Laatste jaren meer en meer over nagedacht wordt om het pubLiek op de scène toe te Laten. Maar dat heeft veeL te maken met centen. Behatve in enkele kleinere theaters vindt men in Antwerpen geen zaal om een vlakke vloer opstelling te maken. De BourLa en de Opera zijn historische theaters. De stadsschouwburg is in de jaren ‘70 voor iets anders neergezet. Maar Studio Herman TeirUnck heeft een vLakke vLoer. Decennia Lang experimenteerden hier acteursstudenten met de ruimte. De Monty heeft een ander soort ruimte. Zij gaan goed om met de bestaande infrastructuur. Je kan er een concert geven, maar ook voorsteLLingen, dat is prettig. En in de Roma zuLLen dit jaar nog producties van de VLaamse Opera te zien zijn. Hoe sta je tegenover de plannen om de stadsschouwburg nogmaals te verbouwen in functie van het muziektheater en grote producties von de Vtaomse Opera? Ik vind het op zich goed dat de VLaamse Opera buiten de deur speeLt, wij hebben hier onLangs de opera gehad, het was echt Leuk, de zaaL zat voL met eigen pubLiek. Ik zou het toejuichen dat de Opera na de verbouwingswerken ook hier vaker zou speLen. Zo ontstaat er interactie. Overheid versus theatednfrastructuur Sinds de Oudheid is het theatergebouw een belangrijk element bij stadsptanning. Heeft de overheid niet de taak de inptanting en diversiteit aan culturele infrastructuur te bevorderen en te coördineren?
Ik vind nog steeds dat de stadsbesturen aLs ze besLuiten een nieuw theater neer te zetten, zich moeten reaLiseren wat voor theater zij wiLLen. ALs zij iedere week een musicaL wiLLen hebben, het theater van de Lach, een autoshow, dan moeten zij een muLtifunctioneeL centrum neerzetten waar net niet aLLes kan. WiLLen zij dramatisch theater, dan moeten zij zich reaLiseren wat het inhoudt, en de architecten en studiebureaus daarover inLichten. Dan zaL men, in overLeg met de theatermakers, de technici en degenen die er dag en nacht werken, een programma van eisen opmaken waarin staat wat noodzakeLijk is om op diverse manieren theaterte maken. Pas dan kan men een architect aansteLLen. Initiatieven zoaLs het bouwen van De Ark, een theaterboot op de ScheLde ter geLegenheid van Antwerpen ‘93, worden te weinig ondersteund en iLLustreren dat het ook anders zou kunnen. Dat het experiment niet heLemaaL sLaagde is een gemiste kans en te herLeiden tot een geLdkwestie. De boot is uiteindeLijk openbaar verkocht, triest. De stad Antwerpen, in het bijzonder Eric Anthonis, intendant van Antwerpen ‘93, heeft daar nog veeL geLd voor wiLLen geven, maar de aannemers wensten officieeL de voLLe pot van de vzw Bompa, die garant stond voor een aantaL geLdschieters, die zij niet gevonden heeft. Ik vond het een prettig zaaLtje, 180 stoeLtjes, Leuk van breedte, diepte en hoogte. Zowel de gebruikers van overheidsgebouwen als deze van de privé gebouwen klagen (laad infrastructuur gebrekkige over zaalverhoudingen en losproblemen, en technische verouderde zichtbaarheid, uitrustingen, . . .) en dure onderhoudskosten von de gebouwen. De minister wil dat de toetagen in het kader van het decreet enkel
De Ark, Ontwerptekening van bOb Van Reeth, 1993
4 PROSCENIUM: SPONTANE PLANNING OF GEPLANDE WILDGROEI?
gebruikt worden voor de voorstellingen. Hoe worden de kosten aan technische installaties en gebouwen dan vergoed? In Gent hersteLt de stad zeLf haar gebouwen. Vroeger was er ook hier een stadshersteLdienst, maar die is er nu niet meer. Sinds een aantaL jaren heeft de Stad een nieuw beheerscontract opgesteLd met de gebruikers van de gebouwen, waarbij dezen de onderhoudskosten op zich nemen. Het loneeLhuis investeert op jaarbasis ‘Lopende’ aan minimaaL bedrag een ers, Lichtcomput nieuwe zoaLs tech nieken, het Maar s. schijnwerper en tafeLs geLuidsmeng r, infrastructuu onroerende de van onderhoud van schiLderen , het trekkenwand een nieuwe de buitengeveL of het vernieuwen van de scènevLoer, kunnen wij niet doen met geLd van het artistieke budget. Er moet vanaf 2008 infrastructureeL geïnvesteerd worden in de BourLaschouwburg. Dat is dan twee jaar investeren voor een trekkenwand. Wij kunnen weL de Lopende zaken doen, daar krijgen wij een kLeine toeLage voor, maar dat is het. Voor infrastructureeL onderhoud was er geen budget. Het geLd om het artistieke beLeid uit te voeren, kan je eigenLijk nooit gebruiken om de infrastructuur te verbeteren, daar dient het geLd niet voor. ALs je het daarvoor gebruikt kan je minder produceren, minder theater maken, minder mensen ontvangen, en dan krijg je geen subsidies meer. Het is een vicieuze cirkeL. Men moet aLtijd weer de tering naar de nering zetten. Bij andere theaters in de omgeving merk ik hetzeLfde. Er wordt op een goedkope manier gewerkt, er wordt op een goedkope manier geproduceerd. In functie van de tijdeLijke opvang van de Vtaamse Opera tijdens de werkzaamheden aan het gebouw, ontvangt de Stadsschouwburg nu een toeLage van de stad voor het vergroten van de orkestbak en voor een nieuwe horeca. Maar het gebeurt aLtijd met mondjesmaat. Inventiviteit over “hoe ga je met je geLd om”, bLijft een noodzakeLijkheid. Maar ook de kLeinere gezeLschappen zoaLs Theater ZuidpooL, wiens subsidies gehaLveerd werden, moeten maar theater bLijven maken, terwijL zij ook met het probLeem van de infrastructuur geconfronteerd bLijven. Het bLijft aLtijd knibbeLen. Voor Studio Tokio kennen wij hetzeLfde probLeem. Het is een gehuurde ruimte, een voormaLige flLmstudio, die heLemaaL niet geschikt is voor theater omwiLLe van de verhoudingen. Maar goed gesitueerd binnen het stadscentrum. MomenteeL Lopen er veeL Locatieprojecten. Wij gebruiken de zaaL vooraL voor repetities, maar daar is zij eigenLijk niet voor geschikt. ALs wij in de Tokio zaken brengen om ze nadien uit te vergroten op de scène, is het aLtijd een beetje rommeL wegens gebrek aan infrastructuur. Het gevoLg hiervan is dus veeL verhuizen. Wij moeten investeren in de infrastructuur, of dat
nu nieuwe gebouwen zijn, of aankoop van andere gebouwen, de buitenboet schilderen, de trekkenwand. En daarnaast moeten wij ook het grootste deel zelf ophoesten. Stel dat wij een gebouw zouden gaan betrekken, dan hopen wij dat we wel een deel ondersteuning van de stad krijgen, maar die is onvoldoende om te investeren in infrastructuur! Dat is het heel wankele evenwicht. Het Toneelhuis is momenteel vragende partij om een grotere en betere infrastructuur te krijgen, maar ik denk dat iedere theatermaker of ieder gezelschap dat wil. De pot kan maar een keer verdeeld worden en diegene die het hardst schreeuwt Dat is natuurlijk niet correct. . . .
Verteld werd dat het stadsbestuur geneigd zou zijn de onderhoudskosten aan gebouwen op zich te nemen van kleine gezelschappen die niet kunnen genieten van toelagen in het kader van het decreet. Vindje dat logisch? Moest dat gebeuren zou ik het toejuichen... De stad investeert in de Opera, in de Bourla, maar ook in de Stadsschouwburg die commercieel uitgebaat wordt, het is niet helder. Het is moeilijk een algemene regel uit te werken, daar elk gezelschap zijn specifieke eisen heeft, dus moest je nu zeggen allemaal lOOIo, maar 10% van wat, om wat te doen? Dan moet je opnieuw begroten wat is er nodig, studiebureaus aan het werk zetten, dit theater moet zoveel krijgen, het andere zoveel, etc. De infrastructuur van Het ToneeLhuis Als technisch directeur van het grootste theater van de stad word je geconfronteerd met twee grote problemen Eerst is er de spreiding van de locaties in de stad, die de exploitatie moeilijker en duurder maakt. Wat zijn de plannen om hier aan te verhelpen? Het loneelhuis betrekt naast de Bourla kantoren in deJodenstraat, een repetitieruimte in de Leopoldstraat, Cinema Tokio op het Zuid voor repetities en locatieprojecten, en een kostuumatelier in een deel van de Stadsschouwburg. In het vroegere ‘schermenmagazijn’ in de Orgelstraat, vlak tegenover de zijgevel van de Bourla, worden nu de rekwisieten opgeborgen. Het is een gebouw met hoge nissen, speciaal ontworpen voor het opbergen van de geschilderde decortaferelen op doek; het werd door de stad opgetrokken tussen 1900 en 1910. Het decoratelier en de niet water- en winddichte opslagruimte bevinden zich buiten het centrum. Er gaat veel energie verloren in het verhuizen van A naar B en naar C, en de makers moeten ook omwille van het technische rooster op twee of drie verschillende locaties repeteren, dat is verschrikkelijk en ook weinig communicatief. Wij hopen ooit een plaats te vinden waar kantoren, repetitieruimten, kostuumatelier
en een tweede opvoeringplateau kunnen gerealiseerd worden, zodat we allen op een plaats kunnen werken. Na diverse opties, waaronder het voormalige Goederenstation op het zuid, het voormalige Militair Hospitaal en de Shop, blijft dit dossier helaas aanslepen. Misschien studio Herman Teirlinck??? De BourLa, die oude dame: werkpLek of museum? Het tweede probleem is dat van de onderhouds en herstellingswerken aan de Bourla en van de verouderde technische uitrusting. Over welke werken gaat het en hoe worden ze opgelost? Twaalf jaar na de restauratie begint het gebouw gebreken te vertonen, als gevolg van slijtage van de binnenafwerking, de dakbekledingen en de buitenschilderwerken. Het zijn regelmatig terugkerende werken, eigen aan oude gebouwen, maar arbeidsintensief omwille van de vele hoeken en kanten, de moeilijke werkomstandigheden en de door M&L beschermde materiaalkeuze. De verouderde technische installaties echter zijn een gevolg van beslissingen die genomen werden bij de restauratiewerken van 1993. Zowel de historische installaties in de toneelkap als die van de ondertonelen maakten terecht deel uit van de beschermingsprocedure, en werden dus bewaard. De smalle bruggeijes, verboden te betreden wegens onveilig, en de oude trekkenwand zijn interessant voor jonge technici die hiermee een beter inzicht krijgen over hoe men in de voorbije eeuwen de decors en belichting installeerde boven het toneel. Ze nemen een groot deel van de oppervlakte in beslag waar de theatermaker doorgaans dingen wil kunnen ophangen. Hetzelfde geldt voor de oude machinerieën in de ondertonelen, die buiten werking gesteld werden en ontstoft, als in een museum voor archeologie. Maar die eveneens onbruikbaar zijn omwille van de huidige regelgeving in verband met de veiligheid op het werk en het verplaatsen van lasten. De toneelvloer werd dichtgetimmerd en de toestellen aldus begraven. Je zou het met de geleide rondleiding kunnen laten zien, maar dan moet je wel alles gaan restaureren. Voor het huidige theater wordt het niet gebruikt. Dit soort dingen mag je niet meer verkopen i.v.m. de veiligheid, dat is bij wet verboden. Het is wel mooi om te zien. Als je de vloer eraf zou halen, dan moet je dat beveiligen, historisch heeft het nooit met hekjes of afschermingen gewerkt. De bewegende dingen kan je restaureren of hydraulisch gaan maken. Tenzij je beveiliging zou incorporeren in de scenografie (een zwembad bijvoorbeeld), dan krijg je het Duitse systeem met alleen maar hydraulische hefpodia, het zou mooi zijn. De Bourlaschouwburg als een museum? Neen, maar men kan wel het moderne in dialoog
Schaatmodet van toneettoren met historische machinerieën Uit: De Bourtaschouwburg, uitg. Lannoo 1993
stellen met het historische, zoals de nieuwe tribune op het parterre. Er lopen nu offertes voor een elektrische trekkenwand, waaruit blijkt dat het mogelijk is ook de geschiedenis te laten zien. Het stoort een beetje, het is lastig, het is een oude dame, maar je moet er met veel zorg mee om gaan. In de Muntschouwburg heeft men destijds alles uitgebroken en vervangen door beweegbare hydraulische en beveiligde podia. Of het beter is weet ik niet. Ik vind wel dat het historische wat hier staat uniek is voor WestEuropa, maar misschien had men het probleem op een andere manier moeten benaderen. Men had de toestellen kunnen conserveren en buitenshuis tentoonstellen. Met de opening van de schouwburg in 1993 stond het Zuidelijk Toneel hier met Hamlet Als decor, een kubus in zink met trappen, alles samen 36 ton op 16 â 20 m2. Wij hebben dat ook stevig moeten onderstutten, dat is dan de oude dame. Zo werd het eerste balkon, dat gevaarlijk begon te daveren onder de ‘niet stampende’ toeschouwers, gewoon onderschoord, basta. Een kwestie van gezond verstand! Hebje nog bijzondere wensen? Heel graag een eigen huis voor Het Toneelhuis en een nieuwe trekkenwand voor de Bourla. Dat zijn voorlopig de items waarvoor ik zeker wil blijven ijveren.
ILja van de Wateringen
.4.
1998 2005: Het Toneelhuis 1994 1998: Deutsches Schauspielhaus Hamburg 1994: ,,Lirick” Londen/Beiroet 1993: Antwerpen 93 Technisch coördinator theater en dans 1988 1992: Freelance lichtontwerp en productie-organisatie 1979 1988: Toneelsch -
-
-
-
. PROSCENIUM: SPONTANE PLANNING OF GEPLANDE WILDGROEI? 75
ASA DA MUSICA IN PQRT TEXTIELALSCOMPOS1TIE-ELEMENT
/
2 HANNES GERRIETS
Het nieuwe concertgebouw in Porto: Buitenzijde potygonaat, binnen een symmetHsche schoenendoos-zaat
gebouw is een In apriL van dit jaar kreeg de Portugese stad Porto een nieuw concertgebouw. Het markante veethoekige Net zoats de (OMA). Architecture’ Metropotitan for ‘Office zijn en ontwerp van de Rotterdamse architect Rem Koo[haas die voor een vorm Een s. schoenendoo een van vorm in de Weense MusikvereinssaaL is de zaat opgevat aLs een kLankkast Musica ook da Casa de vertoont Toch schept. voorwaarden muzikaat spectrum van ktassiek tot rock de beste akoestische maar ook functioneeL atteen niet gordijnen, van vorm de andere karakteristieken. Zo werd de textieL, meestaL onder bericht votgende het hierover die Gerriets firma de voor architectonisch en esthetisch aangewend. Een speciaLe opdracht meedeeLde.
Het eerste concertgebouw van Portuga’ Ugt aan de rand van het oude stadsgedeefte van Porto. Eens werden pannen gemaakt om dit gebied te herwaarderen en er een zakencentrum op te richten. In 1966 werd het zuideUjke gedeefte van de oude stad in zijn gehee’ tot Unesco-weretdcuttuur erfgoed uitgeroepen. De benoeming tot cufturee hoofdstad van Europa 2001 gaf de stad nieuwe impLdsen en de nodige financiëe mogeijkheden om een nieuw stadsontwikkebngsprogramma
6 PROSCENIUM: CASA DE MUSICA IN PORTO
op te steden. De bestaande bebouwing zou men bewaren en uitbreiden met nieuwbouw. De toekomst za uitwijzen of dit opzet gesaagd is. Kritische stemmen in de pers spraken reeds van ‘ongezond omgaan met de oude site” en “het voorzien van karakteroze bankgebouwen in de onmiddetbjke omgeving van het concertgebouw’ Koohaas’ opzet was he[emaa anders; de Casa da Musica zou as verbinding met de oude stad fungeren, met de nodige pubUeke ruimte, uitnodigend en niet
ehtair. In zijn concept refereert de architect ook naar de omgeving. Rem Koohaas heeft de wirwar van straten en steegjes van de oude stad vertaad in de nieuwbouw. Hoekige steit optopende en ptots versmattende toopvtakken, trappen en schuine vtakken overheersen, terwijt de ramen uitzicht hebben op de omgeving. De bezoekers voeten zich verptaatst in het tabyrint van een oude stad. Portugees handwerk is aanwezig in de detaitafwerking, waar traditionete motieven afwisseten met . .
hedendaagse. TaLrijke “Azuejos”, met de hand beschilderde tegeLs, versieren de VlP4ounge en de foyers. Kern en omhuLseL Hoe moet je een concertgebouw met een uitmuntende akoestiek bouwen, zonder dat deze het uitzicht krijgt van een akoestisch optimae schoenendoos? Dit was de cruciae vraag die Rem Koothaas, Even van Loon en het OMA beantwoord hebben met een even spectacuLair as functionee’ ontwerp. Een compact veehoekig gebouw in wit beton met daarin twee rechthoekige concertzaavoumes: een groot auditorium SoLo 1 met 1200 zijes en in een hoek van 700 daartegenaan gep’aatst een kLein auditorium Sata 2 met 350 pLaatsen. Met dit concept van kern en omhuLseL omzeiLde KooLhaas het typische uitzicht van de meeste concertgebouwen. Tussen de buitenkant en de beide zaten bevinden zich aLdus ruimten van diverse afmetingen die overzeven verdiepingen verspreid aLLe nodige functies kunnen opnemen. Foyers, bars, ontspanningsruimten, garderobes, repetitiezaLen, LesLokaLen, rui mten voor tech niek en voordrachten, evenaLs kantoren. KooLhaas groepeeft aLLe pubLieke functies rond het grote auditorium. Vanuit aL deze ruimten is een bLik in Solo 1 mogeLijk.
Detait van het Btack Voile Knotted Curtain’ handgeknoopt
-
-
Ontwerpen met textieL SpeciaaL is ook het hedendaagse textieLconcept
en de vormgeving van de hand van Petra BLaisse en haar bureau ‘InsideOutside’ uit Amsterdam. Het textieL in de verschiLLende ruimten van het concertgebouw heeft meerdere functies. Het ondersteunt het tot stand brengen van de geëigende akoestiek, het is een ruimte-eLement aLs kijkobject en siergordijn, of dient eenvoudig aLs middeL voor verduistering of bescherming tegen de zon. De zeventien ‘InsideOutside’ creaties en de vijf overige speciaLe en kostbare
doeken met een totaLe oppervLakte van 4 202 m2 werden uitgevoerd door de Gerriets GmbH uit Umkirch (DuitsLand).
Het grote auditonum SaLa 1 Een beLangrijk architectonisch eLement zijn de geweLfde gLasgeveLs aan de hoofdzijde van het gebouw, waarmee SaLa 1 zich opent richting stad. ALs een toeschouwer in de concertzaaL zit vaLt zijn bLik op de Rotunda da Boavista.
Het kleine auditorium met scheidingswand en gordijnen
PROSCENIUM: CASA DE MUSICA IN PORTO 17
en asymmetrisch, en voLgen daarbij perfect de goLvingen van de gLaspartijen, dank zij geraffineerd aangebrachte Loodbanden Het bovenste tweederde van de zonnewering bestaat uit een speciaL VerosoLweefseL, het onderste deeL uit heLdere voiLe. De tegenhanger van deze transparante en Luchtige doeken bestaat uit een dubbeLdoek. De verduistering wordt verzekerd door een ‘BLackout Curtain’aan de buitenzijde, bedrukt met de technische tekeningen van de knopenstructuur in schaaL 4:1 en 15:1 en detaiLs van de bevestigingen. Voor de zaaLakoestiek zorgt een ‘Acoustic Curtain’, gemaakt uit respectieveLijk zwarte Serge en witte CaLmuc, een stof die ook geschikt is voor frontaLe projectie. Tussen de dubbeLdoeken bevinden zich twaaLf verticale staLen banden die fLexibeL met de doeken verbonden zijn en die toelaten ze gelijktijdig met het ‘Stratus’-systeem verticaaL op te haLen. Om over een totaLe breedte van 22 m een exacte afstand tussen de doeken en de vLoer te waarborgen, is de bovenkant voorzien van 100 regeLbare spanriemen. De beweging van aLle doeken verLoopt vrijweL geruisLoos. De geLuidspieken in de eerste rij van de zaal Ligt volgens de ook in DuitsLand geLdende normen onder de 35 db. .
Grey Acoustic Curtain’
Ophanging en regeling van de ophaalbare doeken
Vanuit de bar achter de zaaL kijkt hij ofwe’ in de zaaL ofweL door de buitenbegtazing tot aan de Atlantische Oceaan. Bij het begin van het concert wordt het panoramavenster afgestoten met een compLex doekensysteem, dat vogens de mogeijke openingsvarianten zorgt voor de gewenste akoestiek en verduistering. HetzeLfde geLdt voor aLLe concert- en muziekruimten. Bij het ontwerpen van de doeken streefde Petra BLaisse naar een subtieL speL van ‘niet kLeuren’ en koos textieL in wit, grijs, zwart, zilver en brons, rekening houdend met de verschiLlen in functie, de kwaLiteit en de textuur. Optisch highLight is het resuLtaat van beide doorschijnende geknoopte fiLterdoeken die zich aan de gLaspartijen in het grote auditorium bevinden. Deze zogenaamde ‘BLack/White VoiLe Knotting Curtains’ zijn respectieveLijk 14 en 16 m hoog en 22 m breed. Zij zijn samengesteLd uit meer dan 100 000 knopen, en vervaardigd uit zwarte of witte repen voiLe -
-
PROSCENIUM: CASA DE MUSICA IN PORTO
van 10 cm breedte, waarvan kruisen worden geknoopt van 12 x 12 cm. Deze ‘voiLekruisen’ worden bevestigd aan nyLonnetten van 2 x 22 m. Het maken van gordijnen van dergeLijke afmetingen vergt de nodige know-how evenaLs tijdsintensieve, zorgvuLdige handenarbeid. Hiervoor waren 3 564 werkuren nodig. De beide knopendoeken, de zwarte achter het toneeL, de witte achter het auditorium worden verticaaL bewogen door het ‘SpeciaL-Stratus’ systeem van Gerriets, een aangepast Raifsysteem met twaaLf staLen optrekbanden. De doeken worden geroLd ‘geparkeerd’ in het pLafond van de concertzaaL. Bescherming tegen UV-straLen wordt verzekerd door de transparante ‘Sunshading Curtains’, zonder hierbij het LichtspeL van de gordijnen te beïnvLoeden. Aangedreven door ‘Friction drive’ Lopen zij vanaf de zijwanden horizontaaL over het ‘Trumpf 95’- raiLsysteem voor de respectieve gLaswanden achter het podium en de pubLieksruimte. Zij stuiten geruisLoos
Het kLeine auditorium Sata 2 De kLeine concertzaal, die uitgerust is met rode akoestische wanden, kan geopend worden naar de aanpaLende kleine foyer met een gLaswand. In gesLoten toestand schuiven twee gordijnen voor elkaar. Aan de kant achter het toneeL het ‘Black Sunscreen Curtain’, met zwarte stroken ‘Contra H-mat’ ingewerkt op het zonwerende weefseL VerosoL. Daarvoor, naar binnen gekeerd de ‘Grey Acoustic Curtain’ in grijs veLours, aan de achterkant gevoerd met wit satijn en uitgerust met 300 metalen oogjes om een optisch sterreneffectte bekomen. Het speciaLe aan dit doek is dat de panden beurteLings in tegengesteLde richting aaneengestikt zijn; naargeLang de lichtinvaL en de gezichtshoek geeft dit een wisseLing van Licht en donker. Deze beide doeken Lopen op een TRUMPF G5 raiLsysteem en worden aangedreven door TRAC-DRIVE met fractiewieL. Om te verhinderen dat het zonwerend doek zou verdraaien, werden de bovenkant en de onderkant gestabiLiseerd met aluminiumpLaatjes. In open toestand is de voorste pand lichijes schuin opgesteLd, zodat bij het sLuiten (domino principe) alLe panden van het doek in dejuiste pLooi vaLLen. Achter het auditorium bevindt zich een in kleur overeenstemmend doek. Met dit verschil dat er twee rode markeringen zijn aangebracht voor de nooduitgangen. Deze werden één dag voor de opening op Last van de pLaatseLijke brandweer geplaatst. Zonder deze rode panden zouden de deuren van SaLa 2 tijdens de première gestoten bLijven.
n De repetitiezaLen Om voor eLk instrument en voor elke soort muziek telkens de juiste perfecte akoestiek te bekomen, werd de grote repetitiezaal met een omtopend 64 m Lang doek in zwarte Serge uitgerust. (absorptiegraad in vlakke toestand aw 0.70). Door keuze van de af te dekken wanden en de openingswijdte van de doeken, kan men dejuiste nagalmtijd bekomen. Omdat van op een verdieping hoger zowel de regie als de toeschouwer in de zaal kan kijken, werd het doek uitgerust met transparante kijkopeningen. De kleine repetitiezaal werd aan slechts twee wanden met witte akoestische Serge uitgerust. =
Montage op de bouwwerf Als gordijnsystemen in een bestaand theater ingebouwd worden, is exacte timing noodzakelijk. In een enkele dag kan alles gemonteerd worden en perfect werken. In Porto hadden de teams van Gerriets vijf weken voor de installatie van de techniek en drie weken voor het aanbrengen van de doeken, zij hadden echter af te rekenen met een negatieve factor. Als in het voorjaar de doeken geïnstalleerd zouden worden, was de Casa da Musica nog een werf. Stof, vuil, zweet en boorwerkzaamheden zijn niet bepaald gunstige omstandigheden om met gevoelig textiel om te gaan. Bovendien was de airconditioning nog niet geïnstalleerd. De steeds veranderende luchtstroom en de wisselende vochtigheidsgraad hebben een sterke invloed op het weefsel. Daarom werden de doeken bijvoorbeeld tijdens de middagpauze en ‘s avonds ingepakt en later terug uitgepakt. Ondanks deze moeilijkheden op de werf werden alle systemen vakkundig en tijdig door het ervaren team geïnstalleerd. Wat door Rem Koolhaas zeer gewaardeerd werd.
Black Sunshading Curtain’ voor de gewelfde glasgevel.
Blackout Curtain’ met bedrukte motieven
Vertating: Dré Darden
-
-
Projectteam: Bouwheer: Stad Porto Architect: OMA Rem Koolhaas, Ellen van Loon Projectleiding: Addanne Fisher, Michelle Howard, e.v.a. ANC Architects: Jorge Carvalho Huistechniek: Arup London / AFALda / RGA Ontwerp toneel en belichtingstechniek: Ducks Scéno Ontwerp Akoestiek: Dorsser Blesgraf Ontwerp textiel: InsideOutside Realisatie: Gerriets GmbH Kostprijs: ca 102 miljoen euro —
-
-
-
-
-
-
-
-
uit BTR -Heft 5/05 ‘Cyber Music Room’ oplopend met ‘Chapter X Curtain’
PROSCENIUM: CASA DE MUSICA IN PORTO 19
TTAS studiebureau voor theatertechnieken Blekerijstraat 87, 9000 Gent Tel. 32 (0)9 233 79 30 Fax. 32 (0)9 224 15 31 E-mail info@ttas.be internet www.ttas.be -
-
Met Roden Staal komt u optimaal aan uw trekken en aan al uw andere theatertechnische installaties.
(1) 0
>
Heftafels 0
Manteau’s Lichtbruggen
0
.c 1”
0
Brandschermen Beweegbare podia
1
0
Vrachtwagen heffers Service en onderhoud Loop en bedieningsbruggen
Computer gestuurde trekken Elektrisch bedienbare trekken RODEN
STAAL
d-
JOYSTICK AUDIO BVBA
Raf Lenssens consultïng
GELUID VOOR THEATER Advies van een specialist met ervaring in theater persoonlijke begeleiding *Voorstel totaal-project of losse apparatuur pleiding, vorming, cursus geluid in uw eigen theater
VERKOOP VAN TOPMERKEN AUDIO Soundcraft, Midas, Sennheiser, Lexicon, Meyer Sound , BSS Tascam, Neumann, AKG, Shure, RPG, DPA dbx, Klark Teknik, d&b Multïkabelsystemen, ....etc... contacteer: Raf Lenssens ]oystick audio Luchterenstraat 25 A 9031 Drongen Tel: 09/2363718 Fax: 09/2363719 GSM: 0475/669849 joystick@skynet.be
www.joystick.be
1
zorgen voor een ‘Service Level Agreement’, een beveiligde garantie op alle digitale bestanden. De laatste fase in ons servicepakket is ‘toegang’ via internet, als de klant dat wil. Memnon anticipeert op de explosie aan digitale archivering die de wereld te wachten staat. (Uit: Brussel Deze Week 14 juni 2005) Voor alle informatie : info@memnon.be
Memnon redt ons audiovisueLe geheugen Honderdduizenden uren geluid worden voor de eeuwigheid digitaat vastgelegd in de historische kruisstudio’s in het omroepgebouw Flagey. Van finales van de Koningin Elisabethwedstrijd tot opnames van etnotogen in Zuid-Afrika, uit de reserves van de British Library. Maar als de overheid niet snel op de digitale ‘pakketboot’ springt, zou veel van het audiovisuele erfgoed voorgoed kunnen zinken. De niet-publieke studio’s in het Flageygebouw zijn grotendeels in handen van de geluids en beeldfabriek’ Memnon, een bedrijf dat audiovisuele bronnen zo veilig mogelijk digitaliseert, archiveert en veelzijdig bruikbaar maakt voor de eigenaar ervan. Memnon houdt andermans oude geluidsbanden en platen bij in een geklimatiseerd archief. Dat materiaal kan in een mum van tijd omgezet worden op de nieuwste digitale dragers na ‘lezing’ door authentieke bandopnemers, cassettespelers en platendraaiers, gezuiverd van stof en gecorrigeerd van alle fouten. Telkens er nieuwe ‘lezers’ op de markt verschijnen, wordt het materiaal herwerkt, om het archief te vrijwaren van verval. Daarvoor gebruikt Memnon het DMSS (Distributed Mass Storage System) met tal van parameters waarmee alles automatisch gekopieerd wordt zodra digitale onzuiverheden opduiken. Met de interne computercapaciteit van zeven terrabytes (zevenduizend gigabytes) kunnen duizenden uren aan cd-kwaliteit wachten op gebruik door de klant. DMSS is een systeem dat al door instellingen als het Institut National Audiovisuel (INA) in Frankrijk gebruikt wordt en door de British Library. ‘ZIn België en zelfs Europa heeft geen ander privaat bedrijf dan Memnon zich in audiovisuele archivering gespecialiseerd. In de financiële sector is dat wel legio”, zegt Michel Meften, die Memnon bedacht. Wij gebruiken dit dure systeem voor het digitaliseren en archiveren van het audiovisuele, en dât is nieuw. Daarvoor hebben we een gesplitst softwaresysteem ontwikkeld, waarop klanten in alle veiligheid ruimte kunnen huren om hun archieven digitaalte bewaren We —
—
.
MusicaLprijs voor Kortekaas Niek Kortekaas werd onlangs gelauwerd als regisseur en scenograaf van “Pippi Langkous” van Theaterfamilie BV. “Villa Kakelbont, gemaakt van wrakhout en bonte lappen stof, is een verbeeldingrijk decor dat, gezien de kleinschaligheid van de show voor genoeg spektakel zorgt. Uit de Villa daalt plots een lange tafel neer en vlak voor de pauze vliegt het bed weg...” In zijn acteursregie levert Kortekaas prima werk af. De cast barst, bubbelt en bruist van het spelplezier en dat gevoel vult het hele theater tot in de kleinste hoekjes. Kortekaas plant een nieuwe musicalversie van Jungle Book. Wij zijn alvast benieuwd! . .
materiaal. “Als je een handdoek behandelt met IsoFlame en er een vuurbrander tegenaanhoudt, kun je je hand achter de handdoek houden zonder ook maar iets te voelen”, geeft Holwerda als voorbeeld. “De hittestraling wordt volledig gestopt.” Het bedrijf heeft inmiddels octrooi en wereldwijd licenties op de uitvinding aangevraagd, hoewel de vinding nog pril is, aldus de zegsman. “Voor elk materiaal moeten we nu uitzoeken welke verhouding van stoffen het beste werkt, maar in wezen is IsoFlame op elk materiaal toepasbaar.” Het bedrijf begint komende week met de productie in een leegstaande fabriekshal op het Philips-terrein in Stadskanaal. IsoFlame is een natuurlijk product. Voorlopig is de uitvinding slechts in vloeibare vorm te krijgen, maar het is de bedoeling ook een vaste variantte ontwikkelen, ook om het transport te vergemakkelijken. De prijs ligt voorlopig op 15 euro per liter. “Het zou in huizen toepasbaar zijn als verf”, aldus Holwerda. “Je kuntje hele huis voorzien van een laag IsoFlame om het nagenoeg brandveilig te maken.” (uit: De Morgen 3 oktober 2005) De gracieuze verbeeLding van Folon Jean-Michel Folon (°1934 Ukkel), die als tekenaar wereldfaam genoot, is op 71-jarige leeftijd overleden in Monaco. De illustraties van Folon vallen op door hun sierlijke eenvoud. Ze zijn uitgevoerd in klare lijnen en worden ondersteund door zachte pasteltinten. Vaak treedt in zijn tekeningen een gestileerd mannetje op in lichijes surrealistische situaties. Zijn hele oeuvre ademt een speelse maar weemoedige poëzie. De stijl van Folon sprak een groot publiek aan en bleek zich te lenen voor sterk uiteenlopende toepassingen. Hij ontwierp affiches, prentkaarten, wandtapijten en mozaïeken, maakte muurschilderingen en theaterdecors, verluchtte boeken van Kafka, Borges, Jacques Prévert, Lewis Carroll en vele anderen.
SLimme NederLanders creëren stof die vuur stopt Het bedrijf IsoFlame in Stadskanaal (in de Noord-Nederlandse provincie Groningen) start met de productie van een gelijknamige substantie die het mogelijk maakt objecten en personen te beschermen tegen vuur. Dat heeft zegsman E. Holwerda bekendgemaakt. Kleding, papier, hout, auto’s, vliegtuigen en zelfs bomen kunnen met IsoFlame op een eenvoudige manier worden beschermd tegen vlammen. IsoFlame vertraagt de brand niet alleen, maar stopt ook de vlammen. Waar het middel wordt toegepast, kan het materiaal niet branden en daardoor geen warmte doorgeven. De laag isoleert het vuur zo van het te beschermen PROSCENIUM: VARIA 21
lET KINDERACHTIG VAN K3 TEKST EN FOTO’S: YVES VERVLOET EN IVO KERSMAEKERS Niet iedereen speeLt twaatf uitverkochte shows in het Ahoy in amper een week. Niemand eigenLijk, behatve de meisjes van K3 die er in oktober twaaLf spetterende concerten speeLden.Voor een dergeLijk evenement moet je natuurLijk uitpakken: 200 kostuums, 40 dansers en danseressen, 334 meter truss, 529 Lampen, waarvan de meeste inteLLigent Licht, 20 traiLers, de Laatste hightech op gebied van Licht, geLuid en video. MiddeLpunt van dit aLLes een mega decor dat zowat het haLve Ahoy stadion vuLt. BehaLve een vLiegende vLeugeLpiano, een huis dat uit de Lucht komt en een reusachtige draaiende boL met daarin het voLtaLLige orkest, wordt het decor gedomineerd door negen reusachtige bewegende pLexigLazen schijven.Dat megashows niet aLtijd megahigh technoLogy moeten gebruiken, bLijkt uit het mechanisme dat het decor Laat bewegen.
van wormwieoverbrenging. Aan de hand van verschifiende factoren (stagtengte, beLasting, sneLheid, prijs) kozen we voor de geschikte motor uit het ruime gamma: een zeLfremmen de motor met sLagLengte van 70 cm en een belasting van 300 kg Het aansturen van de motoren gebeurt door 24 voLt geLijkspanning en de nodige eindLoopschakeLaars. Per kLeine schijf werd één motor voorzien en voor de grote schijf twee met eLk een aparte voeding die zoweL manueeL aLs DMX kon worden aangestuurd. Omdat de constructie zodanig was uitgevoerd dat aLLe schijven in open of gesLoten toestand teLkens op drie vaste punten vieLen, konden we de dynamische krachten beperken en ook de bewegingssneLheden garanderen. Zes seconden om een schijf van 0 naar 30 cm opening te krijgen. Het aansturen via DMX ging via twee stan daard 16 kanaaL demux printen, die 32 reLais aansturen. Het programmeren ervan ging perfect, maar bLeek praktisch onhaaLbaar wegens de veLe veranderingen in changementen die nog tot de Laatste repetitie werden doorge voerd. Daarom werd geopteerd voor een handma tige schakeLbox, waarvan de schakeLaars in de vorm staan van de bewegende schijven in het decor. Deze schakeLaars kunnen gepreset wor den naar de voLgende standen van de schijven waarna via een masterknop de verschiLLende motoren in beweging worden gezet. Via twee muLtikabeLs gingen we naar de voedingen die zich onder de respectieveLijke schijf bevon den. .
“-ii
De schijven moesten horizontaa kunnen staan en onder de hoek van het podium (15°), én het gewicht kunnen dragen van maximum zes danseressen per schijf; een dynamische beas ting die moeilijk te berekenen is. In eerste instantie werd gedacht aan hydrau Uca maar hieraan zijn verschifiende nade en verbonden. Hydrauhca is immers duur, comp’ex en awaaierig, vermits het gaat om pistons die via stangen aangedreven worden door een compressor/pomp. Ook de sturing van negen verschifiende bewegingen is niet
2 PROSCENIUM: NIET KINDERACHTIG VAN K3
evident, vooraL omdat we dachten aan een DMX sturing. ManueLe bediening met hefboomsystemen werd overwogen. Dit steLt niet aLLeen probLemen qua sneLheid, synchronisatie en constructie maar ook inzake crew en cueing. ELke schijf zou dan immers bemand moeten worden door een technicus. UiteindeLijk kwamen we uit bij een tineaire actuator. Dit is een geUjkstroommotor die een piston aat bewegen door het principe
Het voordeeL van dit systeem is dat we de motoren en de voedingen nu kunnen recu pereren voor andere toepassingen. Ze werden ondertussen aL gebruikt in een Liftje, een Luik en enkeLe andere projecten.
K3 in het Sportpateis
Bedieninghspaneet
Ptaatsen5chijven
PROSCENIUM: NIET KINDERACHTIG VAN K3 23
IEUWE MEDIA JAN STRICKX
HDTV IN VLAANDEREN: EUROCAM OPENT MEDIA CENTER IN LINT Onangs opende het spiksptinternieuwe Eurocam Media Center officiee zijn deuren. Het initiatief om een Media Center uit te bouwen werd genomen door Gabriët Eehervari, Afgevaardigd beheerder van Mfacam en Euro 1080. Het Eurocam Media Center is gevestigd in een voormaige bUkjesfabriek in het Antwerpse Lint en heeft een oppervlakte van 60.000 m2 op een grondgebied van 110.000 m2. Nu huisvest het nieuwe centrum vijf mediamaatschappijen en acht televisie- en fllmstudio’s. De investeringen bedroegen € 15 miljoen, € 5 miljoen van de staat en € 10 miljoen van Alfacam en EurolO8O. Het project is een prachtig voorbeeld van doeltreffend hergebruik van een oude industriële site.
Verteden en toekomst Alfacam werd in 1985 opgericht en verleende televisiediensten aan televisiezenders en productiehuizen. Begin de jaren ‘90 beperkte zich dat tot de VRT, Later ging men Europees. In 2001 begon men diensten aan te bieden op het vlak van HDTV (High Definition leleVision). Momenteel bestaan 60% van de 1.200 jaarlijkse opdrachten uit HD opdrachten. Hiermee is Alfacam momenteel een van de voornaamste spelers op de Europese HD-markt. Het bedrijf beschikt over 22 multicamera captatiewagens (de OB trucks). Daarvan zijn er 14 uitgerust om HD-opnames te verzorgen. We treffen ze dan ook overal ter wereld aan. Professionalisme en flexibiliteit waren de bouwstenen voor een internationale reputatie zodat ze op de eerste rij staan bij prestigieuze evenementen. Een greep uit de realisaties: . De Olympische spelen van Athene . Het Europese voetbalkampioenschap Euro2004 in Portugal . Het Nieuwjaarsconcert in Wenen . Operavoorstellingen . Opvoeringen van Bruce Springsteen, Madonna, the Rolling Stones, e.a. . Europese en Wereldkampioenschappen in diverse sportdisciplines Toekomst: . Op 12 november II. haalde men een megacontract binnen voor de HDTV-faciliteiten op de Olympische Spelen van Beijing 2008. HDTV in Vlaanderen heeft een mooie toekomst voor de boeg. ËurolO8O de zustermaatschappij van Alfacam speelde een pioniersrol op het vlak van HDTV in Europa. Gedurende lange tijd was HD1 van EurolO8O het eerst en enige televisiestation in Europa dat uitzond in HD. Recent lanceerde EurolO8O nog twee nieuwe HDIV-stations: HD2 en HD5. HD2 (the “focussed” channel) zendt niet alleen exclusieve concerten, sport en andere speciale evenementen naar bioscopen, theaters en de huiskamer, maar het is ook zeer geschikt voor B2B toepassingen via satelliet. HD5 is een demonstratie en instructie kanaal. De kwaliteit van de uitgezonden beelden is van veel hogere kwaliteit dan via de analoge kanalen. De EurolO8O kanalen zijn te bekijken via satelliet, IP of kabel.
H DW HDTV, High Definition TeleVison, was al in de jaren ‘70 populair in Japan. Toen sloten Japanners spaarrekeningen af om zich “de televisie van de toekomst” te kunnen aanschaffen. De experimenten volgden elkaar op met wisselend succes. Na Japan veroverde HDTV eveneens de USA. Europa toonde weinig belangstelling. Onze eigen BRIN startte een onderzoeksforum op om de mogelijkheid van HDTV in te lassen. Groot probleem was echter de compatibiliteit tussen de systemen. Positief nu is dat de 1080-standaard toegepast wordt. HDTV garandeert superieure beeldkwaliteit. In plaats van de 625 lijnen (waarvan er maar 575 zichtbaar zijn) op de huidige televisieschermen, bestaat het HD beeld uit 1080 lijnen. HDTV toont 4 tot 5 maal meer details dan analoge televisie. Het beeldformaat van HDTV is 16:9 in tegenstelling van het klassieke 4:3 formaat van een standaard televisie. Dit 16:9 beeldformaat, dat een realistischer weergave is van wat wij reëel zien, geeft ons tevens een panoramisch effect (zeker bij grootschermprojectie). De invoering van HDTV in de huiskamer opent niet alleen nieuwe perspectieven, we zullen ook opnieuw moeten ‘leren kijken’ Televisiemakers vangen momenteel de tekortkomingen van de analoge beelden op door zeer kort te monteren, veel shots en veel close-ups. Bij HDTV is het beeld zo perfect dat televisiemaken anders zal worden. Fouten die door de onduidelijkheid van de analoge beelden verdoezeld worden, zijn nu zichtbaar. Het stof op de hoogglans piano, de positioneringtape op de vloer, de craquelure in de grime van de presentatrice, de ruwe verfstrepen op het decor, enz. worden plots realistisch weergegeven. Decorbouw, grime, cadrages, het dient allemaal herbekeken te worden. Regisseurs en beeldmengers van Alfacam zorgen er nu al voor dat beelden afkomstig van HD-camera’s op twee manieren gemonteerd worden. Snelle montage en close-ups voor analoge kijkers. Tragere montage en minder close-ups voor HD-kijkers. Een andere standaard kan ons leven wijzigen!
Partners Niet aLLeen de wereki is compLexer geworden, ook de technoogie. De periode dat een enkee maatschappij kon instaan voor de technische ondersteuning van een groot evenement behoort tot het vededen. Meerdere maatschappijen moeten de krachten tijdeUjk, of voor Langere periode bundeLen. op het vLak van spitstechnoLogie is de keuze van de juiste partners zeer beLangrijk. EurolO8O was tijdens de officiëLe opening in Lint dan ook verheugd te kunnen meedeLen dat Sony (die mee aan de wieg stond van HDTV en momenteeL nog aLtijd een sLeuteLroL speeLt op deze markt) mee in een strategisch partnerschap stapt. Sony kocht 100.000 CA-kaarten (ConditionaL Acces), toegangskaarten tot HDIV. Dit had tot gevoLg dat het aantaL gebruikers van HDTV de Laatste zes maanden meer dan verdubbeLde tot meer dan 200.000 gebruikers. Andere strategische partners zijn Astra, Loewe, Panasonic, Pioneer, GuaLi IV, Avid, Canon, Grass VaLLey, Tandberg and XDC EVS Group.
Nieuwe perspectieven Bij de officiëLe opening in Lint werden optredens van MeLoRitmo (Patrick de Smet), Novastar en Jean-MicheL Jarre de wereLd rond gestuurd. Ook de genodigden en de buren konden in de studio’s genieten van het spektakeL, een natje en een droogje. De echte vuurdoop had pLaats op 9 oktober. De show van Robbie WiLLiams in de VeLodrom van BerLijn werd door ALfacam en EurolO8O in HDTV opgenomen en doorgestuurd naar 21 bioscopen of andere Locaties in Europa, o.a. naar Lint waar 2.400 gegadigden het concert op reuzenscherm en met 5.1 surround sound konden bijwonen. De pLaatsen waar het concert werd doorgestuurd waren gekozen uit de pLaatsen waar Robbie WiLLiams optrad tijdens zijn soLocarrière. De gegadigden betaaLden hun ticket tussen de € 4.00 en € 20.00 afhankeLijk van het Land en de pLaats. De Landen en het aantaL Locaties waar de show te zien was, waren: Groot-Brittannië (5), IerLand (1), DuitsLand (7), Spanje (1), ItaLië (1), Zweden (1), NederLand (1), BeLgië (Lint), Oostenrijk (1), Hongarije (1) en Kroatië (1). Voor actueLe info over het reiLen en zeiLen van HDTV in VLaanderen: www.aLfacam.com en www.eurolO8O.tv
Het Eurocam Media Center huisvest: De bureLen en opstagruimtes van Atfacam . Vijf mediamaatschappijen: EurolO8O MW-TMF Network Betgium Life!W, een nieuw tetevisiestation van de oprichters van 4FM, Stefan Ackermans en Wim Weeijens Twee andere tetevisiestations waarvan de naam tater medegedeetd wordt . Montage en productieruimtes . 8 tetevisie- en fitmstudio’s met de nodige facititeiten ( kteedkamers en huisvestingsfad[iteiten) voor de opnames van tetevisie programma’s, tive shows en fiLms. Twee grote teLevisie- en fltmstudio’s (2 x 1.200 m2) Drie kLeinere teLevisie- en fl[mstudio’s (200 m2, 400 m2, 600m2) Drie middeLgrote tetevisiestudio’s (3 x 600 m2) die ktaar zuLLen zijn in januari 2006. De oosteLijke vteuget waarin deze drie studio’s zich bevinden herbergt voorts bureaus en sportinfrastructuur. In het Eurocam Media Center worden tevens ruimten verhuurd aan MotorMusic (ktankopnames en postsynchronisatie), Novid (verhuur van weergave! projectiesystemen) en Shetron Sobemi (de vroegere eigenaar).
.
—
—
—
—
:!îzzzz
LAAT JE GROTE COMPUTER THUIS Meer en meer gebruiken wij onze computer aLs muLtimediastation. Hierbij neemt het weergeven van beeLdmateriaaL onder de vorm van foto’s en fiLms en geLuidsmateriaaL onder de vorm van muziek een zeer beLangrijke pLaats in. -
-
-
-
De firma LaCie is niet aLLeen vooruitstrevend op het vLak van design. Hun behuizingen hebben aLtijd dat ‘ietsje meer” ten opzichte van andere firma’s. LaCie is bovendien ook vooruitstrevend qua innovatie. Zo kwam ik onLangs tijdens een van mijn zoektochten op het internet terecht op de “LaCie siLverscreen”-schijf, een 40 of 80 Gb harde schijf voor muLtimedia. LaCie siLverscreen is een USB-schrijfstation dat ook via een AV-kabeL op teLevisie, videoprojector, kabeLaansLuitingen of sateLLiettuners kan worden aangesLoten om opgesLagen fiLms, muziek of foto’s onmiddeLLijk af te speLen. Stuit de sitverscreen simpeLweg aan op uw PC of Mac met behuLp van de uLtrasnetLe USB-aanstuiting om gegevens op te staan. Vervolgens kunt u uw media op vrijweL eLke tv, monitor of via videoprojector bekijken. De sitverscreen ondersteunt video van HDTV-kwaLiteit en geLuid van DoLby® DigitaL- of DTS-kwatiteit, zodat u geen concessies hoeft te doen op kwatiteitsgebied bij thuistheaters. DeeL fiLms en foto’s met vrienden of gebruik hem voor promoties of voorsteLLingen voor kLanten of geïnteresseerden. De gebruiksvriendetijke interface en afstandsbediening van de LaCie siLverscreen maken een probLeemtoze insteLLing mogeLijk. Via de functie VOD (Video On-Demand = video op verzoek) kunt u via de DIVX®-website on Line DivX® VOD-fiLms huren of kopen. Op die manier kunt u uw eigen virtuete bibLiotheek opbouwen van maximaaL 80 MPEG4 DivX fiLms, 15 MPEG2 DVD-flLms of 80.000 foto’s of bijna 20.000 MP3’s muziek.
—
—
—
Enkele technische gegevens: capaciteit tot 80 Gb, Hi-Speed USE 2. 0 (ook compatibet met USE 1.1), 5400 t/min, buffer 8Mb, afmetingen: 140x88x27mm, gewicht 270 gr. Richtpnjs voor een 80 Gb-sch(ff 329,00 md. BTW. Meer info op de website van LaCie: www. tocie. com, ga dan naar other sites “LaCie Betgium” en daar vervolgens naar de rubrieken “producten”, “hardeschijven”en “muttimedia’
PROSCENIUM: NIEUWE MEDIA 25
IIIFAMPCO
:::-*“-‘-“--
•sRssCreative
Audio
Solutions
ADVIES ONTWERP REALISATIE <0
“5:0
CASINO KURSAAL OOSTENDE
—4 z-1;E:;EzE z:
1— 1 0 .cL:
zo:
<Lii
4 a.
-* t
TH EATERSYSTEEM MCR SYSTEEM (Multi channel reverb)
00 0C2
a
RENKUS-HEINZ PN 102 LA LINE ARRAY II
OW 0•
w
—!,
•0
1W
<0 .
.
Za:
0t— 0<
Xiii Wj
icû 11<
<0 .1— <cc
GEÏNSTALLEERD IN KURSAAL OOSTENDE DE WERF AALST \
AMPCO BELGIUM Hoek 76 Unit 72 2850 Boom Tel: 03/844.67.97 Fax: 03/844.67.46 Contact: Steven Kemland GSM 0475/62.55.80 e-mail: steven@ampcobelgium.be www.ampcobeigium.be •
•
•
•
•
..
•
ABO VAN LICHT EN WATER.
In Stockhotm kLeurde hij een rivier ftuogroen, in Londen maakte hij een zon van straatLantaarns en momentee[ geeft de Deense kunstenaar O[afur ELiasson in het Rotterdamse Boijmans Van Beuningen water en Licht een ander, nieuw bestaan. Notion Motion is nog tot acht januari te zien in het museum en wordt daarna opgenomen in de coLLectie. Notion Motion strekt zich uit over drie voumineuze ruimtes van het museum. De instatatie is gebouwd met drie waterbakken, drie schijnwerpers, drie schermen, een ptankenvoer and that’s it. De spots schijnen op het water en het water weerkaatst het witte Ucht op de schermen of op de muur. De bezoeker kan met de voet een aanta pLanken indrukken die via een eenvoudige mechaniek het water in beweging zetten. Drukje de pLank voorzichtig in, dan kruipen LichtgoLven in fijne Lijnen en geometrische patronen omhoog en omLaag over het scherm. Ga je erop springen, dan ontstaan nerveus zwiepende goLven, griLLig aLs rookpLuimen. EUasson sorteert met een minimum aan middeten een maximaaL effect. Een NederLander zou vragen: ‘Waarom een museumticket van acht euro betaLen aLs je Licht kunt zien spiegeLen op een boot in een kabbeLende pLas?’ Omdat de ervaring intenser is. OLafur ELiasson (Kopenhagen, 1967) toont niet zomaar een gouden gLinstering, hij toont met de attitude van een wetenschapper hoe water en Licht zich tot elkaar verhouden. Hij gebruikt daarbij feL wit Licht dat zich, geprojecteerd op bewegend water, ontbindt in draden, van heLwit tot donkergrijs. Door de schijnwerper hoog te hangen of net Laag wordt de ene keer het wateroppervLak geprojecteerd, de andere keer een doorsnede ervan getoond. In het ene gevaL zie je de geprojecteerde Lichtdraden van de bovenkant, in het andere gevaL van de zijkant. DergeLijke standpunten krijg je, buiten zittend aan de waterkant, niet te zien. Niettemin bLijft Notion Motion iets hebben van zitten aan de waterkant, zeg maar: van romantiek. ZoaLs de romantische LandschapschiLders immense vLaktes of hevige zeeën borsteLden, zijn ook de werken van E[iasson in wezen machines die de emotie aanspreken en aan het subLieme refereren. Het grote verschiL is dat EUasson zijn machines van Lampen en waterbakken toont. Bij hem kijk je niet aLLeen naar het podium, je mag ook in de couLissen waar de technische apparatuur staat opgesteLd (spot, waterbak, . . .). Dat zorgt ervoor datje aLs kijker aLtijd bewust bLijft van je waarnemen. Zonder kijker is hier geen kunst. Bij Notion Motion
geLdt dat LetterLijk, want zonder trap op de pLank gebeurt er niets. Notion Motion is zinnenstreLend werk, technisch perfect uitgevoerd. Het Ligt in de Lijn van vroegere projecten van ELiassons: geurmuren, watervaLLen, regenbogen, mistbanken of LichtbundeLs. Zijn ‘The Weather Project’ dat hij in Londen in het najaar van 2003 reaLiseerde, bLijft evenweL op eenzame hoogte staan. E[iasson spoot toen mist in de imposante turbinehaL van late Modern en hing een haLve schijf met erachter honderden straatLantaarns. Een spiegeL die over de voLLe Lengte van het pLafond hing, zorgde ervoor dat die haLve schijf een zon werd en dat de bezoeker, tientaLLen meter hoog, zichzelf in mini kon zien. Ook daar werd je je bewust van waarnemen. ELiassons zon verspreidde een vreemdsoortig Licht waarbij je geeL en purper tegeLijk zag. Ze deed je aan de dag en vanwege de autostradeLampen aan de nacht denken. De zon Lokte 2.3 miLjoen bezoekers. —
—
Remagine 2002 Your Lighthouse
Notion Motion lot en met 8 januari 2006 in Boijmans Van Beuningen, Museumpark 18-20, Rotterdam www. boij mans. nL Uit: De Morgen’24/11/2005
Waterfatt 1998
OLafur ELiasson Werkstatt & Büro studio@oLafureLiasson . net http://www.oLafureLiasson . net/
.
The Weather Project 2003
PROSCENIUM: LABO VAN LICHT EN WATER 27
ERLOREN GESCHIEDENIS CHRIS VAN GOETHEM Een tijdje geteden dwaatde ik rond in de bibLiotheek van het V[aams Theater Instituut en vond daar zowaar een kLank- en een [ichtbrochure van een voorstelling van Arca. Beide brochures waren uitvoerig en met zorg gedocumenteerd. ELke ticht stand stond keurig genoteerd. HeLaas was er bij de tekstbrochure geen Technische Fiche of een tichtptan gevoegd. Jammer, want zonder deze eLementen was het onmogetijk de visueLe en technische kant van de voorsteLLing te reconstrueren. Dat zette me aan het denken, er gaat zoveet verLoren en dat is jammer. Niet uit nostaLgie, niet uit een “vroeger was aLtes beter” gevoeL, maar wet omdat ik ervan overtuigd ben dat we heet wat uit de podiumtechnische geschiedenis kunnen Leren. Het is immers een deeL van ons erfgoed, ons podiumtechnisch erfgoed, een deeL van onze roots zeg maar. Ik herinner me nog goed dat verhaa van Luc PhiLips, uit de tijd dat hij nog toneetmeester was, in de periode van de tweede weretdoortog. Een reisvoorstetting moet toen een hete ervaring geweest zijn. Vanuit de Bourta vertrok de toneetmeester, vergezetd door machinisten met een stootkar getaden met rieten manden, naar het centraat station. Daar werd altes in de trein getaden en ging het richting Leuven, nadat de machinisten van de schouwburg de manden ter ptaatse hadden gebracht zocht de toneetmeester een decor uit dat paste bij de voorstetting en ging op zoek naar meubets in winkets en bij particutieren in de stad. Ik herinner me nog dat hij me vertetde dat hij uit de toge, die hij gekozen had dicht bij de scène, werd weggestuurd door een eersteptans acteur. Het hoorde immers niet dat de tonee[meester de beste ptaats innam. Een aantat zaken uit die periode zijn me niet meer hetemaat duidetijk. Hoe zag het reiscircuit er toen uit? Hoe was de werkverdeUng? Wie ‘maakte” het licht? Hoe voerde men dit uit, zonder zicht op scène, zonder intercom? Dat is jammer omdat het een goed beeld zou kunnen geven van hoe de voorstellingen er uit zagen, wie er creatief bij betrokken was. Het zou de gravures en foto’s uit die tijd tot leven kunnen brengen. De meesten onder ons herinneren zich nog de tijd dat het normaal was om een voorstelling ‘p de hand te draaien’ De volgende generatie technici zalzich met moeite kunnen voorstellen dat het licht van een voorstelling met de hand gedraaid kan worden, dat het mogelijk is een voorstelling te volgen zonder computers. Deze manier van werken heeft echter meer consequenties dan het technische alleen. Wie een voorstelling op de hand draait speelt ook mee met de voorstelling en de timing zal afhankelijk van de dag telkens anders zijn, wat weer invloed heeft op de globale scenografle. Anderzijds had deze methode ook beperkingen, er was bijvoorbeeld een limiet aan het aantal voorbereidingen (en dus het aantal cues) die per minuut konden worden gemaakt. Dus moesten er soms compromissen -
-
8 PROSCENIUM: VERLOREN GESCHIEDENIS
hoofdzakelijk tot welke infrastructuur er aanwezig was, maar niet hoe deze gebruikt werd. De weinige, zuiver technische informatie vinden we terug in de zeldzame boeken van Sabbattini of Serlio.
gesloten worden en ook die beïnvloedden de voorstelling. Wat we nog weten over de podiumtechnische geschiedenis van de periode voor de eerste wereldoorlog is vrij goed onderzocht, maar de bronnen zijn zeer beperkt. Soms kan men terugvallen op teksten over de gebouwen, soms moet men zich behelpen met toevallige vermeldingen in reisverslagen. Het reisverslag van de Russische Bisschop Abraham of Ssusdatl waarin een beschrijving staat van de technische hoogstandjes in een kerkspet in 1439 is hiervan een mooi voorbeeld. Soms leveren ook regieaanwijzingen in teksten interessante informatie op. Documentatie over theatergebouwen is meestal vlotter te vinden. De informatie beperkt zich echter
Merkwaardig genoeg weten we amper meer over de recente geschiedenis, zeg maar van de Eerste Wereldoorlog tot nu. Internationaal zijn er zeldzame initiatieven die een poging doen om het podiumtechnisch erfgoed te bewaren Uiteraard is qua niet recente geschiedenis het theater van Drottningholm (1766) het beste voorbeeld. Voor de recente geschiedenis is het Licht Museum in Israël, mede geïnitieerd door Compulite, een mooi voorbeeld. Ook het Strand Archive, opgezet door de University of Exeter is een belangrijk initiatief. Jammer datje naar het Iheatermuzeet in Malmö moet om een echte Belgische Masterlight van ADB te zien. Toch blijft het An Oral History of Theatrical Lighting and Its People” project van ESTA voor mij een van de belangrijkste initiatieven, omdat het inspeelt op de dringendste nood, namelijk het vastleggen van de levende hen n nering. Bij ons zijn dergelijke initiatieven zeldzaam; een aantal jaren geleden was er een kleine tentoonstelling van podiumtechnisch materiaal in Wallonië en er is natuurlijk het NTGent dat een heuse ‘erfgoedmadam” heeft en een project gestart is om de verzameling maquettes te restaureren. Toch moet er in Vlaanderen nog redelijk wat materiaal beschikbaar zijn. In Lier en Kortrijk worden bij mijn weten de originele decors nog bewaard. Ergens in Brugge moet nog een gasarmatuur te vinden zijn. Voor de verbouwing van het Casino Kursaal in Oostende stond daar een unieke zeswals handtafet en de koolspitsvolgspots werden tentoo ngesteld in de hall. Sommige schouwburgen, Leuven onder andere, hadden unieke verzamelingen rekwisieten: ik herinner me zolders vol met namaak kerkzilver, meubels, boeken, enz... In Tienen stond het laatste lichtorgel met weerstanden. In de opera van Antwerpen .
stond, in eLk gevat voor de verbouwing, nog een donderbaan. Voor het materiaat in deze “oude huizen” dringt de tijd, de kans is groot dat na een tussenstop in een magazijn of archief, deze zaken vottedig verdwijnen. Nu zijn ook de eerste cuttuurcentra aan een grondige renovatie toe. Ats we niet uitkijken zal ook uit deze periode veet vertoren gaan. In de meeste gevat[en staat zwart op wit in het tastenboek beschreven dat ons erfgoed tot schroot moet worden herteid. Ats je daar dan een vraag over stett gaat men er ptots van uit dat er een betangrijke financiëte waarde aan vast hangt en worden de toestetten tegen exuberante prijzen te koop aangeboden. In het beste gevat “verdwijnen” een aantatzaken om bij tiefhebbers thuis in de woonkamer op te duiken. Ook bij de gezetschappen, die meestat een korter teven beschoren zijn, moet nog veet materiaat aanwezig zijn. Sommigen houden zeer consequent een uitgebreide documentatie bij over de technische aspecten van hun voorstettingen. Zo zou het Raamtheater nog atte brochures hebben, inctusief tichtptannen en getuidsdragers: een schat aan informatie. Merkwaardig genoeg btij ken som mige teveranciers en fabrikanten zetfs geen documentatie meer te hebben over de door hun gebouwde toestetten. Een jammertijke miskenning van de eigen geschiedenis. Ook bij verhuurbedrijven stuurt men afgeschreven materiaat tiever naar de schroothoop, mijns inziens vanuit een onterechte angst voor marktvervuiting’ Merkwaardig, voorat omdat het soms om bedrijven gaat die zetf mee aan de wieg van de theatertechnische geschiedenis hebben gestaan. Daarnaast is ook de persoontijke geschiedenis van de tattoze technici een betangrijke bron van informatie. Wie weet over tien jaar nog hoe de machinerie van de Bourta werkte? En wie weet nog hoe een donderbaan werkt?. Technici gaan in atte stitte op pensioen, we hebben geen traditie om at diegenen die jaren ten dienste van de schouwburgen en gezetschappen hebben gestaan te hutdigen, een Gouden krommer is niet aan ons besteed. Door dit gebrek aan interesse gaan ook de know-how, de ervaring en de verhaten van op de vtoer vertoren. En ook een stuk van hun (en onze) geschiedenis... Ats we onze geschiedenis witten veitigstetten, is het vijf voor twaatf. Veet te tang hebben we geen oog gehad voor wat is geweest. Er is behoortijk wat werk aan de winket. Attereerst zou er geïnventariseerd moeten worden wat er nog is, waar het zich bevindt en in wetke toestand. Dit attes zou dan bewaard en gedocumenteerd moeten worden om het daarna beschikbaar te maken voor
geïnteresseerden. Hiervoor moeten specifieke archiveri ngsmethodes ontwi kketd worden. Het resuttaat zou kunnen uitmonden in een reizende tentoonstetting of een museum, zodat ook het grote pubtiek kennis kan maken met wat voor ons een natuurtijke habitat was. Het gaat om zeer gevarieerde gegevens. De persoontijke geschiedenis van de technici zat zich meer toespitsen op arbeidsmethode en organisatie. Typisch voor Vtaanderen is hierbij de overgang van gespeciatiseerde naar potyvatente invutting van de functies en de consequenties van het reizen in een kteine regio. Maar de persoontijke geschiedenis geeft ook een beetd van de retatie tussen regisseur en techniek, het betang en de inspraak van de techniek in het creatieproces, de manier waarop de regie gevoerd werd. Documentatie in de vorm van brochures, tichtptannen, technische fiches, getuidsbanden, decorptannen, cues, enz. kunnen een reatistischer beetd scheppen van hoe een bepaatde voorstetting er in een bepaatde periode heeft uitgezien, hoe de technische materiaten gebruikt werden. Op deze manier krijgen we meer inzicht in visuete perceptie van het pubtiek in een bepaatde periode. Boeken en ander tesmateriaat kunnen ons een goed inzicht verschaffen van de theorie en de ‘codes of good practice” die in een bepaatde periode gangbaar waren. In combinatie met het materiaat uit de praktijk kan dan ook naar de creativiteit van de makers gekeken worden. De toestetten zetf kunnen, samen met technische documentatie, fotomateriaat maar ook fotders bijvoorbeetd, een beter beetd geven van de juiste werking en de kwatiteit van het resuttaat. Dit kan bijdragen tot een reatistisch beetd van de technische kwatiteit van de toen opgevoerde producties maar ook een inspiratie vormen voor ontwikketaars van nieuw materiaat. De technotogie heeft ook een impact op de manier waarop stukken gemaakt worden; een betere kennis van de toenmatige technotogie draagt dus bij tot een beter begrip van de keuzes die door een bepaatde regisseur gemaakt werden. De toestetten kunnen ook theatermakers inspireren, denk maar aan soundscapes gebaseerd op oude getuidsmachines. De evotutie inzake technotogie is soms verrassend. VUegsystemen waren vroeger standaard in etke schouwburg aanwezig, nu moet er een gespeciatiseerd bedrijf voor komen. Btijft natuurtijk de vraag waarom niemand met dit onderwerp bezig is. Misschien is dit wet omdat de theatertechniek tussen de wat van de techniek en het schip van de kunst vatt, niemand weet er raad mee. Is het bewaren van de podiumtechnische geschiedenis industriëte archeotogie, theatergeschiedenis, erfgoed,
:.
‘1
r
‘
fIt,
f1irjp C[ arbeidsgeschiedenis of nostatgie? Hebben we het dan enket over theaters of ook over cuttuurcentra, muziek, rock & rott? Een beetje van dit attes tijkt me. Wiens opdracht is het om dit enorme werk aan te pakken? Misschien is er wet een boeiende opdracht weggetegd voor studenten of doctorerende theatergeschiedkundigen? De aandacht van de theoretici is momenteet in etk gevat zeer beperkt, theatertechniek wordt veetat afgedaan ats knopjes drukken, terwijt het zoveet meer is. Literatuur Gösta M. Bergman: Lighting in the Theatre Sites http://home.swipnet.se/teatermuseet http://www.stage-tighting-museum.com http://www.strandarchive.co.uk http://www.esta.org/history http://www.dtm.se Reacties zijn wetkom op het secretariaat van BASTT (bastt@bastt.be)
PROSCENIUM: VERLOREN GESCHIEDENIS 29
ASTT-N 1 EUWS
\%I
%%
In 2006 viert Bastt haar 25-jarig bestaan. Rond het thema “Iheaterinfrastructuur” organiseren wij eke maand per provincie een contactnamiddag. Het programma ziet er aLs voLgt uit: 13.45 u: Ontvangst 14.00 u: Ineiding debat “Iheaterinfrastructuur” 16.00 u: Koffie + verrassing! 16.30 u: Presentatie: Nieuwe Media 17.30 u: One for the road
+
BA%TT
aansuitend debat
Ptaats en data: Antwerpen 9 januari: Arenbergschouwburg Antwerpen Limburg 6 februari: StedeUjk Cuftuurcentrum Hasseft Oost-VLaanderen 6 maart: Vooruit Gent West-Vaanderen 10 apriL Concertgebouw Brugge Vaams Brabant en Brusses HSGewest 8 mei: Stuk Leuven
De a’gemene contactdag vindt paats op 9 juni in de K.V.S in Brusse met een bijzonder programma: technische wandeHng doorheen de gerenoveerde gebouwen debat over infrastructuur demonstratie van firma’s ontmoeting met buitenlandse architecten in het kader van OISIAT bezoek aan een tentoonsteUing over de K.V.S. Gedetai[eerde informatie vogt Later. Noteer aLvast de datum in je agenda! -
-
-
-
DeeLname: Bastt reden: 15,00 euro Studenten Bastt Hd: 10,00 euro
cu
-
Niet Leden: 20,00 euro Studenten niet Lid: 15,00 euro
R S U S A A N B 0 D
Z 1 EW W W.B A S T T -----
.
B E
-
SERYIqNv Specialist in uw volLedige theateruitrusting, zoweL voor nieuwbouw als voor kleine of grote renovaties. Wij bieden U geïntegreerd of afzonderlijk: metalen draagstructuren, toopbruggen, beweegbare podia, elektrische trekken (van prijsgunstige tot snelLe computerge stuurde systemen), alsook de bijkomende benodigdheden: doeken, horizonts, danstapijten, Aarzel niet voor vrijblijvende inlichtingen en raadgevingen. Brugsesteenweg, 545 B-88oo Roeselare www.servio. be
Tel. + 32 (o)i 24 00 96 Fax + 32 (o)i 21 04 92 servio@skynet.be
1
1
u
Wasr te.hnologie, kunst en kennîs ekaar ontmoeten c
0 1 0
A S E S
S T A 0 1 4 0
Auvicom nv is een gespecialiseerd audiovisueel bedrijf met meer dan 30 jaar ervaring waar men
S 0 U N D
terecht kan voor atte projecten omtrent ktank en beeld. We verhuren voor ieder evenement alle presentace materiaal, al dan niet met arofescionele technische ondersteurting. Studie. verkoop en herstelling van alle AV natennul behoren tevens tot ons tiitgebreid dienstenpakknt.
Auvicom na Alseotbergsesteenweg 61 8 620 -
1 653 Dworp Beersel -
1. 02-3801044 F. 02-380 1089
Antwerpsesteenweg 334 2500
Liet
-
Belgium
E. into@suvicom.be
Tel.: + 32 3 491 91 70 Fax: ÷ 32 3 489 05 62
www.asvicnm,be
E-mail: into@phlippo.com URL: www.phlippo.com
WWW.AUVICOMBE
sI_s
a
VARII*LÏITE9 Exclusief dïstributeur Benelux
Distribution of professional Iighting equipment Service and support “Intelligent” Iighting for theatre and projects
Ëxclusïve distributïon Cïrro . CIay Paky’CLS • E-CUE • Major MA Lïghting • Raïnbow • VarÏ*LÏte •Xïlver
Distrïbutïon GE Lïghting
•
Osram
•
Philips
**
.
*:*:•T
:*
4.j
)
di
1 T Ï1J’
*i[
“
‘,f iiIIIIÏÏIflhIIiI
t’ T rFTTH II IIIIIIIIwIiuiZ
.LLI__-
IlllhIIiÏIIIIIItI IIllhtItlIIllÏlll
*
--
4
•
:44
-
b4j **
,
?•
•bd:
*
*
cl)
4J 4-
cl)
4J
0
E
(1,
cl)
cl)
•
zoO*EOOE
‘t