Proscenium 38

Page 1

Tijdschrift Toegelaten gesloten verpakking BC 5903 Afgiftekantoor Cent 9099 Erkenningnummer P 309560 -

4.

TIJDSCHRIFT VOOR THEAIERTECHNIEK THEATERARCHITECTUUR SCENOGRAFIE

4-J

..

.-.

,‘

.

..

-

.

*

. ::_

.,—.

.


-1.

1 ‘oiTEan always

7

SheiiwireIess microphone systems, wherever you are in the i world, whatever task you face, even under the most hostile conditions. As one of our custo mers puts It, “Sennheiser RF works whete others fail”. So cail on Sennheiser for the most comprehensive RF wireless product portfolïo worldwide—with microphones of every sort, a wide range of accessories and custom-made “specials”. Get assistance from our global RF sup port team and find complete system solutions for every broadcast, stage or theater production, including the only true solution for multichannel applications. Our equïpment is upward and downward compatible, ensuring that Sennheiser always remains a worthwhile investment. For more information please visit www.sennheiser.be. -


DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VOOR T H E AT E R T E C H N 1 E K THEATERARCHITECTUUR SCENOGRAFIE

INHOUD 05 Theaterarch itectuur

Jaargang 10

Nr. 38

maart

-

DE WARANDEP’ANT, IN EEN DOOS GE(VER)BORGEN?

2006

De uitbreiding van het cultuurcentrum De Warande te Turnhout Proscenium is een pubUcatie van

DE ‘BLACK BOX’, OF DE ABDICATIE VAN DE ARCHITECTUUR

BASU Belgische Associatie van Scenografen en Theatertechnici vzw aanges’oten bij OISTAT

15 Secretariaat, redactie, correspondentie, advertentie Aza[eaaan, 30 B-1030 Brusse teL: 02 215 08 52 fax: 02 241 44 76 e-mall: proscenium@bastt.be, bastt@bastt.be website : www.basttbe

Theatervormgeving

VERZONNEN WERKELIJKHEID OP DE TONEN VAN DADA Ruud Gielens’ regie en theaterbeetd voor ‘Het moment waarop we niets van elkaar wisten’ van Peter Handke

Hoofdredactie Rose Werckx

18

Werkten mee aan dit nummer

Opleidingen

Pieter De Kimpe

JEZET PRIJS 2006

Luc Dhooghe

Op de jubileumeditie van de Vakbeurs Theatertechniek analyseerde Frits Van den Haspet de uitslag van de scriptiejuîy

Ivo Kersmaekers Guido Snoeck Jan Strickx Vandefonteyne Ive Frits van den Haspe

21

Rose Werckx

11mb ,

Cover De “non op rolschaatsen” uit: Het moment waarop we niets van elkaar wisten” Tekening: An-Sophie Van den Neucker

Theatertechniek

_*-_

,

.. ...

CEN WORKSHOP

nU

‘Lifting equipmentfor stages within the entertainment industry’ (LESFI)

Druk Sintjoris

-

.‘

1Ii..t1

iJ

q—

Nevee \

Vormgeving www. brusse1sof.be

-7

I_

Prijs per nummer: 5,00 € Abonnement (4 nrs.): 18,00 € Bank: 402-5525161-38 van BASTT vzw Buitenland Prijs per nummer: 7,00 € Abonnement (4 nrs.): 25,00 € IBAN: BE24 4025 5251 6138 BIC: KREDBEBB

22 Opleidingen

\ t ;;% Z

OISTAT EDUCATION COMMISSION MEETING IN UK Onder de titel ‘Oistat International Symposium on Design for Performance andlnderdisciptinarity in Theatre Education verzamelden ongeveer vfenvftig deelnemers uit dertig landen om te discussiëren over het hedendaagse theateronderdcht “

26 ,

Teksten, foto’s en iltustraties mogen enket worden overgenomen mits voorafgaande schriftetijke toestemming van de uitgever.

-

Veitigheid

BRANDSCANNER Reftecties bij een branddoortichting

Verantwoordelijke uitgever Jan Strickx Steenweg op Aatst, 134 c B-9308 Hofstade-Aatst Verder

Adverteerders: AMPCO Betgium AMPIEC Stage Studio lechnotogy AUVICOM JEZET SEATING JOYSTICK Audio CANDELA EVDV Trade PHLIPPO ShowUghts RODEN STAAL SENNHEISER Betux SERVIO SLP STAKEBRAND HAS VERBIEST -

ACTIE RECUP

-

BASTT NIEUWS

-

VARIA

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

PROSCENIUM: INHOUD 3


+ .

‘t

t

t

+ +

d&b audiotechnik *

*

(Flexibility + Compatibility + Reliabflhly + Efficiency

=

Quality)


ARAN DEPANT, THEATER IN EEN DOOS GE(VER]BORGEN? DE UITBREIDING VAN HET CULTUURCENTRUM DE WARANDE TE TURN HOUT LUC OH000HE Bij de bouw van de eerste cuLtureLe centra in de jaren zestig schonk de overheid bijzondere aandacht aan de architec tuur, aLs drager van een nieuwe maatschappeLijke idee rond communicatie en omgang met cuLtuur. De architecten hebben dat destijds dade[ijk gekoppeLd aan een specifiek eigentijdse vormentaaL, gebruik makend van nieuwe technoLogieën en materiaLen. De theaterzaLen werden gebouwd voLgens naoortogs Duits modeL, m.n. het Lijsttoneet met auditorium in amfitheatervorm. Beton, baksteen en gLas maakte van het Cuttuurcentrum De Warande een “brutaListische” scu[ptuur, geheeL in de Lijn van de heersende internationaLe bouwstijL. GeLegen aLs een object in een groene oase in het centrum van de stad, vormde het een open poort naar de bevoLking van de ganse regio. De haL was opgevat ats een marktpLein, een ontmoetingspLaats op verschiLLende niveaus, aLs toegang naar de verschiLLende functies van het centrum. De dominante ciLindervorm van de toneeLtoren fungeerde hierbij aLs herkenningsteken van cuLtuur. Het voorontwerp dateert van 1965 en voorzag in de uitvoering van het compLex in drie fases. De tweede fase werd afgesLoten in 1977 met de opening van de schouwburg. De Laatste fase waarin onder meer ook een potyvaLente zaaL en een ondergrondse parking waren gepLand, werd niet uitgevoerd. Gebrek aan financiëLe middeten en een gewijzigd cuLtuurLandschap waren hier de oorzaak van. Eind 2005, bijna 30 jaar tater, is eindetijk de derde fase gereaLiseerd, met uitzondering van de ondergrondse parking De doos in de doos

Zicht vanaf het ptein (‘s avonds), Foto Pau Casaer

De ontwerpers Macken & Macken hebben voor deze uitbreiding een duide’ijk architecturaa concept ontwikked, gebaseerd op een consequent doorgevoerde geuidsisoatie van de theaterzaaL Het gebouw pLaatsten ze evenwijdig met de achtergeve van het bestaande compLex op een ondergrondse sokkeL. De vLoer van de benedenverdieping heefthierdoorhetpeiLvan een normaLe Loskade, zodat men decors zonder moeite via het achtertoneeL de zaaL kan invoeren. Deze sokkeL Loopt door tot de bestaande achtergeveL en vormt een ondergrondse verbinding met de oude Warande en de toekomstige parkeergarage onder het pLein. Op de sokkeL, tussen beide gebouwen, is er nog een min of meer van het pLein afgescheiden rechthoekig zomerterras. In contrast met de brutaListische vormgeving van het bestaande WarandecompLex ontwierpen de architecten een vdjstaand begLaasd voLume in de vorm van een rechthoekige doos, die ze voLgens de Lengterichting in twee zones opspLitsten. Het noordeLijke deeL dat aan de straat paaLt, herbergt de zaaL in de vorm van een tweede doos, waarvan de wanden uitgevoerd zijn in gewapend beton. Waar deze doos tegen de gLasgeveL aansLuit, ontstaat er een dubbeLe buitenmuur die de overdrachtvan LuchtgeLuiden in de beide richtingen tegenhoudt. Bufferzones zorgen voor de geLuidsisoLatie van en naar de pubLieke ruimten binnen. Aan de kopzijden worden zij ingevuLd met geLuidsarme functies zoaLs het achtertoneeL, technische nevenruimten, kantoren en een LokaaL voor workshops. Aan de Langszijde is de betonwand ontdubbeLd, met een invuLLing van diensttrappen en diverse kanaLisaties. Het zuideLijke deeL daarentegen dat uitgeeft -

Zicht vanafhetptein (dag), Foto Pieter De Kimpe

PROSCENIUM: WARANDEP’ANT, THEATER IN EEN DOOS GE(VER)BORGEN? 5


1-

\).

[-

volume aan de andere zijde van het terras. Beide ingrepen ontkrachten de doosvorm van het gebouw. “Met deze weinig spectaculaire maar opmerkelijke gebaren, keert de uitbreiding van de Warande zich naar het oudere gebouw en lokt daar een vergelijking mee uit”, aldus Maarten Delbeke in 5napshot en façade, een architectuurbeschouwing over de nieuwe uitbreiding ter gelegenheid van de opening. De scenografie van de vtiesgevet Alle aandacht gaat inderdaad naar het concept van de gevetopbouw. Delbeke beschrijft in detail de uitgangspunten van de ontwerpers. Samengevat kunnen we zeggen dat de gevel opgedeeld is in rechthoeken volgens een modutair systeem, waarbij de verticale profielen doorlopen, terwijl de horizontale modutair verspringen. Dit lijnenspel wordt echter doorbroken door horizontale doorlopende lijnen ter hoogte van de vloerniveaus. Waar de betonwanden tegen de vtiesgevet aansluiten gebeurt de invulling met geschilderd ftoatglas. De doorlopende verticaten en horizontaten bakenen de zones af tussen de heldere en de geschilderde beglazing. Door het feit dat de modutatie van de vliesgevet niet overeenstemt met de maatvoering van de openingen in de betonwanden, wordt men als toeschouwer geconfronteerd met het interieur via een spel van overlappende lagen van verschillende densiteiten die wisselen volgens het tijdstip, de lichtinval en het standpunt. ‘Deze gevel selecteert en transformeert, en toont zo dat het de architectuur beter afgaat om het waarachtige in scène te zetten dan om waar te witten zijn” besluit Detbeke. Theater op een eiLand Toch oogt het gebouw niet uitnodigend. De beglazing mag dan wel voor het grootste deel doorzichtig zijn, maar de spiegelende eigenschappen zorgen er voor dat overdag de omgevende gebouwen, zoals het gerechtsgebouw en het bestaande cultuurcentrum, zich op de gevels projecteren. Dat levert mooie beelden op maar hindert de inkijk en het contact met binnen. Behalve ‘s nachts, dan werkt het omgekeerd. Het is een eigenschap van glasvtiesgevels waar de meeste architecten graag mee spelen... Maar waarlangs kan je naar binnen? De roodgeschitderde deuren in de gevels trekken alle aandacht, maar zijn ontoegankelijk omdat het vtuchtwegen betreft. Atleen de deuren in de begtaasde wand langs het zomerterras geven toegang, maar het blijkt niet evident om ze in dit grote glasoppervtak te vinden. Hoeft ook niet want het terras is duidelijk ontworpen als annex aan het café en de foyer tijdens de zomermaanden: er is ook nergens voorzien in een tochtsas. De echte inkomzone situeert zich trouwens onder het terras en is toegankelijk vanaf het ketderniveau van het cultuurcentrum en de toekomstige parkeergarage. Het is dit plein dat, net ats vroeger, de locatie zal zijn voor tal van activiteiten, zoals openluchttheater, fltmprojectie, De nieuwe zaal had een verlengstuk multiculturete kerstmarkten, kunnen zijn van het plein, een soort technisch geëquipeerde overdekte ruimte, waar je zowel binnen als buiten kunt spelen en met grote objecten naar binnen rijden. De sokkel maakt echter iedere praktische relatie tussen de activiteiten in de theaterzaal en deze op het plein onmogelijk. Dit eitandgevoel wordt nog versterkt door de patio’s die, in anatogie met het bestaande gebouw, gegraven zijn tangsheen de gevels om ticht binnen te trekken in de lokalen van de ketderverdieping. De architectuur van deze uitbreiding krijgt hierdoor iets dubbelzinnigs. Naar vorm lijkt het gebouw op een autonoom kunstwerk’ met de rot van ‘agitator’ op het plein, maar in werkelijkheid kan het atteen maar als dépendant’ van het bestaande centrum functioneren. . . .

Inkom en nooduitgang, Foto Pieter De Kimpe

-

op het zomerterras is een open ruimte met ruime tichtinva en heeft angs de drie zijden uitzicht op de omgeving. De pub’ieke functies zijn gegroepeerd rond een centrae Uft en een open trappenpartij. Zo kan de bezoeker ongehinderd wandelen van het café, de ticketbalie en de foyer op de benedenverdieping, naar de Lounge op de eerste verdieping. Via heltende vlakken bereikt men de hoger gelegen workshoplokalen. Rond de liftkoker is de vloer opengewerkt in functie van visueel contact tussen de lounge en de foyer. Vanaf dit niveau zorgt een gesloten trappenhuis voor de verbinding met de kantoren, vergaderlokalen en de repetitieruimte gelegen op de tweede en derde verdieping. De repetitieruimte heeft een dubbele verdiepingshoogte. Omwille van eventuele geluidsoverlast werd hetzelfde systeem van betonwanden toegepast. Het volume benadert het vierkant en springt uit op de gevel tangsheen het terras. Ook het trappenhuis is een gestoten uitspringend

Architectuur, bevrijding of keursLijf? Behatve het inkomgedeette met vestiaire, bevinden zich in de ketderverdieping de verblijfsruimte met toges voor de artiesten, een vijftal teslokaten, technische ruimten en bergingen. Naast de lift, onderaan de trap die teidt naar het achtertoneet, is een wachtloge voor

PROSCENIUM: WARANDEP’ANT, THEATER IN EEN DOOS GE(VER)BORGEN?


de acteurs voorzien. Drie deuropeningen in de achterwand van de scène, zoas bij het kLassieke toneeL dienen aLs toegang voor acteurs en materiaaL. Door hun beperkte afmetingen wordt de functie van het achtertoneet gereduceerd tot die van afstel- en doorvoerruimte. Afgescheiden door een centraLe schuifpoort had deze ruimte tegeUjk een vedengstuk van het speevtak kunnen zijn en een meerwaarde kunnen geven aan de invu[mogetijkheden. OmwilLe van haar geometrische rechthoekige vorm heeft de zaaL de naam Kuub gekregen. Deze vakkevoerzaat meet 17 bij 30 m en is uitgerust met een tetescopische tribune voor 240 personen, die achteraan tegen het bakon aansLuit. De capaciteit voor staande concerten bedraagt 780. De tribune is frontaa’ verp[aatsbaar om korter bij de scène te kunnen zitten. De toeschouwers hebben de keuze tus sen een zijdehngse centrae toegang en twee deuren in de achterwand ‘inks en rechts van de uitschuifbare tribune. Ook vanaf het bakon bereikt men zijn p[aats op de tribune. Voor andere configuraties zoas zijdeUngse opsteUingen za men traditionee praktikabes moeten gebruiken. Op een hoogte van 13 m is over de ganse oppervLakte een roenzoder aangebracht in functie van het beoogde poyvaent karakter. De constructie houdt echter geen rekening met het paatsen van punttrekken om in twee richtingen te kunnen speLen. De zone boven het speeLvLak is uitgerust met achttien vaste elektrische trekken, die op termijn semi-com putergestuurd kunnen worden. Om de resterende ruimte te bedienen van licht zijn er drie gemotoriseerde trussen opgehangen onderaan het rooster, manueel te verplaatsen vanaf de bovenste zijbruggen. Ze worden met beugels bevestigd aan een 1profleL, zodat twee personen nodig zijn om ze van plaats te veranderen. De trussen zijn niet voorbekabeld, maar kunnen wel aangesloten worden op de voeding en de mengtafel via de kabelhaspels die boven het rooster opgesteld staan. Op zeven meter hoogte zorgt een mo biele werkbrug voor extra lichtophanging en de mogelijkheid om de schijnwerpers in de zaal op een veilige manier af te stellen. De brug heeft afstandsbediening vanaf de werkvloer, en kan Later uitgerust worden met een elektrische trek onderaan. Ze is toegankelijk vanaf de zijdelingse vaste werkbruggen en kan uit het zicht geschoven worden tegen de regiecabine boven het balkon achteraan. Aansluitpunten voor de regietafel bevinden zich ook op het balkon en diverse punten in de zaal. Toch zal de zaal hoofdzakelijk frontaal bespeeld worden: de plaats van het speelvlak wordt immers bepaald door de positie van de drie toegangsdeuren voor de acteurs in de achterwand en door het concept van de

&_

:J

r%

L

Nooduitgang met zicht op de batie, Foto Pau casaer

Inkomgebied, Foto Pieter De Kimpe

frontale tribune. De arbeidsintensiviteit voor het realiseren van andere opstellingen, het ontbreken van de nodige bergruimte in de onmiddellijke nabijheid van de zaal en het concept van het technische rooster werken dit nog in de hand. Het polyvatente aspect is in de loop van het bouwproces blijkbaar uit het bouwprogramma verdwenen. Dit zal het gebruik in de toekomst zeker hypothekeren. In plaats van het stimuleren van de creativiteit dwingt het strikt toepassen van de minimum ruimtelijke vereisten voor een receptieve zaal de theatermaker opnieuw in een keurslijf van reproductie en routine. De bLack box, ontkenning van de architectuur Ter hoogte van het speelvlak geeft een raam uit op de achtergelegen straat, zodat technici bij daglicht kunnen werken. De

zwartgeschilderde betonwanden zijn afgedekt met zwarte fluwelen gordijnen in functie van de zaalakoestiek. In combinatie met de technisch uitgeruste zoldering maakt dit van de zaal een echte ‘black box’ In de repetitiezaal daarentegen zijn de betonwanden met panelen in een lichte houtsoort bekleed. Deze ruimte baadt in het licht, heeft uitzicht op het plein en werkt animerend. De black box is een recent begrip in het theater en heeft voor- en tegenstanders. Als “donkere kamer” heeft het iets gemeen met het labo van de fotograaf. Sinds de opkomst van de digitale fotografie heeft hij echter de doka vaarwel gezegd om bij daglicht in een aangenamere omgeving te kunnen werken. Tot in de 16de eeuw speelde men theater in open lucht, in de 18de eeuw met zaallicht. Het l9deeeuwse illusoire theater, dat onder meer door de invloed van Wagner en hStanislawsky

PROSCENIUM: WARANDEP’ANT, THEATER IN EEN DOOS GE(VER)BORGEN?

7


A

tiD HL

InptanHng

.

Bomen

Stedelijk plein

Circutatie motorisch verkeer

Niveau -1

1. Berging 2. LesLokalen 3. Technische ruimte 4. Wachiloge 5. Loge 6. VerbLijfsruimte artiesten 7. Patio 8. Vestiaire 9. Doorgang ondergronds parking 10. Inrit parking 11. Doorgang bestaande warande 12. Filmzaal

Warandep’ant: technische fiche Ptaats: Warandepein, Iurnhout. Wedstrijdontwerp: September 1999 Uitvoering: Augustus 2002 september 2005 OppervLakte: 6.000m2 Bouwkost: 8.460.000 euro Programma: Uitbreiding cufturee[ centrum ‘de Warande’ met een nieuwe tweede podiumzaa (240 zitplaatsen / 780 staan paatsen), roenzoWer over vo1edige oppeMakte grote zaaL repetitieruimte 80 zitplaatsen, workshops, ateLiers, esokaten, café, foyer, artiestenoges, kantoren administratie. Bouwheer: Provincie Antwerpen. Architect: Macken & Macken architecten. Team wedstrijd: B. Macken, M. Macken, E. Boeckx, Ch. Cornetis, K. Goossens, S. Leemans Team uitvoering: M. Macken, Th. Van Looij, E. Boeckx StabiLiteit: Ingenieursbureau Paridaens Technieken: RCR raadgevend ingenieursbureau Bouwfysica en akoestiek: Daidaos bouwfysisch ingenieursbureau Theatertechnieken: Lestacon Tribune: Cornet Seating Systems Theatervertichting: PhUppo ShowLights ConsuLtant pLein: Denis Dujardin andschapsarchitect -

5

Niveau 0 1. Achtertoneel 2. Grote zaaL (Kuub) 3. Uitschuifbare tribune 4. Café 5. Foyer 6. Ticket Balie 7. Patio 8. Terras g• Toegangshelting 10. Bestaande Warande

Doorsnede AA

PROSCENIUM: WARANDEP’ANT, THEATER IN EEN DOOS GE(VER)BORGEN?

Doorsnede DD


Regiekabine, Foto Pieter De Kimpe

Technische zotdeHng met verptaatsbare trussen, Foto Luc Dhooghe

De Kuub, Foto Pieter De Kimpe

Mobiete werkbrug, Foto Luc Dhooghe

Zicht naar achtertoneet, Foto Pieter De Kimpe

De tribuneopstetting, Foto Paul Casaer

Ophanging gemotoriseerde trussen,

Detail Tribune,

Foto Pieter De Kimpe

Foto Ton Van Wiggenraad

PROSCENIUM: WARANDEP’ANT, THEATER IN EEN DOOS GE(VER)BORGEN?

9


20ste eeuw, en door de opkomst van de film gepromoot werd naar de w natuurgetrou zo een dompeWe de zaak in het donker, in functie van in veranderde scène mogehjke uitbeeWing van de werkeLijkheid. De een ‘camera obscura”, een zwarte doos in functie van technoogische bee[dprojecties. De evoutie om de toneeftijst te doorbreken en de mensen korter bij het tone&spe te brengen, zorgde er na de tweede weredoodog voor dat sommige theaters het pubiek op de scène uitnodigden. Andere theatermakers waaronder Grotowsky, Peter Brook en Tadeusz Kantor, probeerden zich te bevrijden uit het donkere keursijf van de technoogie en kozen ervoor om tussen het publiek in de architecturale ruimte van het auditorium te gaan spelen. Het is het verhaal van de illusie van de techniek versus de herkenbaarheid van de ruimte. Mag de architectuur in het geval van een receptieve schouwburg haar keuze zo maar opleggen, en op die manier de volgende generatie theatermakers voor schut zetten? Toch blijkt dat beide kunnen samengaan. Men had toch probleemloos een black box kunnen installeren in de architecturale ruimte, door de wanden achter de gordijnen te vervangen door muren in een herkenbaar materiaaL Een voorbeeld hiervan zijn de Hallen van Schaarbeek, waar de zaal omgeven is met een dubbelwandige raamconstructie. Bij het ontwerpen van de scenografie voor de operaproductie “Prometeo” van Luigi Nono (1997) vertrok Robeft Wilson van een compleet verduisterde ruimte. Eenmaal ter pLaatse, bij aanvang van de repetities, wijzigde hij zijn concept en liet de voorstelling doorgaan bij daglicht: naarmate de avond vorderde werd er licht aan

De rottenzotder, Foto Pieter De Kimpe

toegevoegd. Dat zelfs de technische zoldering plaats kan maken voor een architecturaal plafond, toont ons de Handelsbeurs in Gent, waar het volledige trekkensysteem met punttrekken uitgevoerd is boven de historische beglaasde zoldering (zie Proscenium nr. 25) Autoritair theater? De realisatie van deze uitbreiding roept zeker essentiële vragen op naar de verhoudingen tussen de technieken en de architectuur van het theater, maar ook tussen de architectuur zelf en het theater. Het totale vormconcept van het gebouw koppelt op een logische en hedendaagse manier het functionele aan het ruimtelijke. Daarom is het spijtig vast te stellen dat een aantal programmapunten uit de wedstrijd zijn afgevoerd of niet verwezenlijkt. Het polyvalente gebruik van de zaal, als instrument voor de komende 25 jaar, en de ruimtelijke binding met de activiteiten op het pLein zijn de meest essentiële. Dat het zaalconcept nauwelijks uitstijgt boven de aangenomen minimum standaardnormen voor receptieve schouwburgen en dat de architectuur door zichzelf tot theatermaker te promoten weigert de dialoog aan te gaan met de dramatische kunsten, is voor het cultuurcentrum een verloren kans om nieuwe uitdagingen aan te gaan. ‘Het probleem Ligt in het feit dat we ons gedwongen voeten toneelvoorstellingen te creëren op plaatsen die om te beantwoorden aan technische en economische imperatieven meer en meer tot stand zijn gekomen aan de hand van normen die bepalend zijn voor de artistieke creatie, terwijl het juist omgekeerd zou moeten zijn, namelijk dat het de artistieke creatie is die de normen voor de architectuur vastlegt... Het is dit dwingende karakter van het gebouw dat ik soms autoritair theater’ durf te noemen.” (Guy-Ctaude François, scenograaf bij het Théâtre du Soleil van A. Mnouchkine, tijdens een colloquium over theaterarchitectuur in het Centre d’Etudes Théâtrales van de UCL te -

-

-

-

Louvain-la-Neuve 1996).

Repetitiezaat, Foto Luc Dhooghe

o

PROSCENIUM: WARANDEP’ANT, THEATER IN EEN DOOS GE(VER)BORGEN?


E “BLACK BOX’, OF DE ABOICATIE VAN DE ARCHITECTUUR PIETER DE KIMPE

1 LUC OH000HE

Bij een aantaL recent gebouwde schouwburgen in BeLgië Théâtre Le Manège (Mons), Warandep’ant (Turnhout), Le Théâtre NationaL (BrusseL) en de KVS-Box (BrusseL) opteerde men voor een zwarte afwerking van de zaat. Voordien werden zowat aLLe nieuwe en gerenoveerde theaters in ons Land afgewerkt met herkenbare materiaLen, en dit vrijwet zonder enige kritiek van het theatermiLieu. FetLe reactie was er echter wet na de renovatie van de Brussetse Beursschouwburg heLemaaL in het goud geschiLderd en de bouw van de SoetezaaL van het STUK in Leuven in grijs met decoratieve afdekpLaaijes in messing. Uiteraard roept dit essentiëLe vragen op over de factoren die de keuze bepaLen. ALs de Britse regisseur Peter Brook in een vraaggesprek stetde dat hij geen enkeLe goede zaaL van een hedendaagse archi tect kent, kan dan het antwoord van de architect op die uitspraak “een zwarte doos” zijn? -

-

Satte de t’Opéra

-

-

PaHs 1810

Verduisteren om te zien

voorzijde van de scène zwarte paneLen om ongewenste LichtrefLecties te vermijden. Hij was ook de eerste die het voordoek gebruikte om changementen weg te stoppen voor het pubLiek. Konstantin S. StanisLawsky, regisseur aan het Moskouse Kunstenaarstheater steLde bij toevaL vast dat een stuk zwart fLuweeL dat men ophangt voor een groter stuk van dezeLfde stof, geheeL onzichtbaar wordt. Voor zijn regie van “Het Leven van de mens” van Leonid Andrejew (1907) vroeg hij aan de ontwerper Egorow om op de scène zwarte fLuweLen doeken op te hangen, in verschiLLende panden voor en naast eLkaar, om er dan door middeL van gespannen touwen de decoreLementen op aan te brengen, aLsof aLLes wanden, deuren en meubeLs met witte Lijnen op een stuk zwart papier getekend was. “In dit schematisch aangeduide Leven wordt een schematisch mens geboren”, aLdus StanisLawsky.2 -

lot in de 19de eeuw gebruikte men toortsen, kaarsen en oUeampen om de zaaL en de scène te verUchten. Het zaatUcht bLeef branden tijdens de voorstetUng, om veiUgheidsredenen, maar ook aLs referentie naar het marktpLein in open ucht. “Hoe meer de zaak bestemd is voor een it[uster en mondain pubiek, hoe meer zij in het Ucht baadt, véér en na, maar ook tijdens de voorstelling. Het Licht concentreert zich sinds het einde der achttiende eeuw op het toneeL, terwijL het in de zaaL aanmerkeLijk geringer wordt. Bij de opera geeft dit bepaaLd bezwaren. Het was vroeger zo prettig om deze met het tekstboekje te kunnen vo[gen.’1

-

voor aLLe activiteiten.

PoLyvatentie, een economisch principe De idee om een theaterzaaL ook voor andere doeLeinden te gebruiken ontstond voornameLijk om economische redenen. De meeste West-Europese schouwburgen in de 18de en 19 eeuw werden zo ontworpen dat men het parterre met een houten vLoer kon overdekken om de ruimte buiten het toneeLseizoen aLs baL- of banketzaaL te kunnen opensteLLen De Gentse Minardschouwburg t 1847) was door Minard zo ontworpen, maar ook in de BrusseLse Muntschouwburg en in de meeste andere stadstheaters organiseerde men jaarLijkse baLs. .

-

. . .

Bat in het San Carto Theater

. . .

In de 1gde eeuw brak men met de traditie om bij zaaLLicht te speLen. BeLangrijke voorLopers van de hedendaagse enscenering, zoaLs Richard Wagner in het FestspieLhaus in Bayreuth (1876) en Henry Irving nadat hij in 1881 in London de Meiningers had zien speLen Lieten de toeschouwers in het donker bij de voorsteLLing. Henry Irving, acteur en manager van het “Lyceum Theatre” in London maakte het geheLe auditorium zwart. Hij gebruikte aan de -

-

“Het leven van de mens” 1907

“Faire La bofte noire” of”hettoneeLafstoppen” werd nadien vaak toegepast om de kosten van een decor uit te sparen of om het accent van de voorsteLLing te Leggen op de acteur en de tekst. Ook de kLeine kamertheaters en voorsteLLingsruimten die vanaf dejaren vijftig en zestig ontstonden, zoaLs de Zwarte ZaaL van de Akademie en het Arcatheater in Gent, maakten dankbaar gebruik van de idee om de ruimte zwart te maken aLs eenheidsdecor

-

Napels 1747

In de tweede heLft van de twintigste eeuw ontstonden de eerste poLyvaLente zaLen onder de vorm van een Lege zaaL, zonder verhoogd toneeL, maar met een vLakke vLoer. Hierop kwam veeL kritiek en vaak vond men het beter twee zaLen te bouwen met verschiLLende opsteLLing. ALs voornaamste reden verwees men naar de hoge arbeidsintensiviteit die nodig was voor het teLkens weer ombouwen van de zaaL in functie van de activiteit of de scenografle van de geïnviteerde voorsteLLing. Vandaag bestaan er echter de nodige technische instaLLaties in vLoer en zoLdering om de ombouw vLotter en veiLiger te Laten verLopen. Op Lange termijn bekeken, zorgt een muLtifunctioneeL bouwconcept er trouwens ook voor dat de

PROSCENIUM: BLACK BOX 7 1


voor de tweede maar het Théâtre du Vieux Coombier in Parijs. De toneeUjst Het hij uitbreken en de zaaverHchting trok hij door over het tonee dat hij met trappen verbond met het parterre. Deze eenheidsruimte maakte het voor de toeschouwers gemakkeUjker om ae aandacht op de actie van de speers te concentreren en omgekeerd, voor de speers om voeUng te houden met het pubHek. In 1910 12 bouwde Heinrich Tessenow het Festspiehaus in Heerau. De zaa was de eerste open theaterzaa’ in de vorm een eenvoudige rechthoekige doos. Ze had een vaste opsteUing, waarbij zowe podium as auditorium in trapvorm uitgevoerd waren aan weerszijden van een centraa opgesteWe orkestbak. De muren en het pafond waren bekeed met transucente paneen waarachter Ucht was gepaatst. De hete ruimte kon zo z&S Ucht geven. Het ontwerp van de scène met trappen en patforms is van de hand van Adophe Appia ten behoeve van de dansschoo[ van Emile Jaques-Dacroze, en werd vooraL bekend door de voorst&iing van von Guck’s Orpheus en Euîydice. Ook hier geen zwarte muren: de toeschouwers zitten as tegenspeers in dez&fde ruimte en dezeLfde beLichting. —

“La Musica 2”, Minardschouwburg 1995

zaa mee kan evoWeren met de eisen en de speewijze van de toekomstige theatermakers. Ontgrenzing van het speetvtak ook we ‘de vierde wand” De toneeUjst grens tussen de empirische de vormt genoemd van de toeschouwers en de tijd en ruimte tijd van de tone&speers, en en ruimte fictieve aLs voor de acteurs pubLiek het voor zoweL is . Wagner en IMng overbruggen te moeilijk en/of zwart maken verduisteren het door wHden aandacht van het ae dat bereiken zaa’ van de gaan en naar zou de voorstelhng naar pubUek decors. Toch fliusoire nagemaakte de reaListisch op resuftaat weinig te ingrepen bLeken deze te everen. Bij de aanvang van de 20ste eeuw besoten sommige theatermakers om, zoas in de Renaissance, op een verengstukvan hettonee v66r de toneeUijstin de zaafte gaan speen, het zogenaamde proscenium. In 1913 verbouwde de theatermaker Jacques Copeau in Parijs op die maniereen kein muziektheatertje. In 1918, tijdens zijn verbLijf met het gezeLschap in het Garrick Theatre (New York) experimenteerde Copeau met Louis Jouvet met een permanente monochrome architecturae setting die, net as bij het EUzabethaanse theater, de basis moest vormen voor ae voorsteUingen. Het jaar nadien verbouwde hij vogens dit mode -

-

Hetterau 1 910-12 isometrie

-

ç. .:

Ontwerp theaterstudio

Yate 1964

theaterstudio. In een essay “An Experimentat Theater”, gepubLiceerd in het architectuurtijdschrift “Perspecta” januari 1959, beschrijft hij dit ontwerp ‘niet aLs architectuur, maar aLs een functionerende machine in reLatie tot de theatrate productietechniek’ Izenour zaL nog een hete reeks muLtifunctioneLe ontwerpen maken, maar sLechts enkeLe worden er uitgevoerd. De “bLack box”, een asociaat technisch instrument? De neutraLe potyvatente “bLack box”is aLs zaatvorm moeiLijk te duiden binnen de ontwikkeLing van de Westerse theaterarchitectuur. ALs basiskenmerken citeren we ondermeer zwarte aankLeding of afstopping, poLyvatentie, neutraLe Lege ruimte met vLakke vLoer in de vorm van een rechthoekige doos, voorzien van de nodige technische infrastructuur in functie van de fLexibiLiteit en de aard van de voorsteLLingen.

Hetterau 1910-12 voorstetting

In 1950 schrijft de Amerikaanse architect en het juiste scènograaf Norman BeL Geddes theater voor een dramaschoot is één grote tege ruimte. Het vottedige ptafond is uitgerust met een technisch rooster. Consequent is attes in de ruimte beweegbaar, mechanisch of met de hand, maar in etk gevat gemakketijk’3 Vijf jaar Later ontwerpt de Amerikaans theaterontwerper George Izenour voor de afdeting drama van de universiteit in YaLe een dergeLij ke niet gereaLiseerde experimenteLe “

Théâtre dii Vieux Cotombier PaHs 1919 -

2 PROSCENIUM: BLACK BOX

J:41

Cottestoe Theatre

-

London 1973-77


Niet elk zwart theater is een black box Het Cottesoe Theatre (Nationa Theatre London, 1973-77) bijvoorbeed, is een zwarte flexibee zaa gebaseerd op de vorm van het E[izabethaanse theater en dus zeker niet neutraaL! HetzeLfde kan gezegd worden van de grote zaaL van het BrusseLse Théâtre Nationat, omwiLLe van de vaste baLkons en de opspLitsing in twee deLen, gescheiden door een toneeLtijst met brandscherm, hoewel ze kan omgevormd worden tot een horizontaaL rechthoekig pLa teau. De opsteLLing aLs bLack box is hier een

Théâtre Nationat

-

Brusset 2004

De Schaubühne in BerLin, het door ]Urgen Sawade in 1981 gerenoveerd bioscoopcompLex uit 1927 van Erich MendeLsohn, heeft weL de vorm van een Lege doos en is uitgerust met een fLexibeLe vLoer en technische zoL dering voor differente opsteLLingen, maar de muren zijn in zichtbeton en voorzien van bevestigingsmiddeLen voor akoestische of decoratieve paneLen. Dit maakt van de zaaL een herkenbare en meetbare ruimte. Men kan hier moeiLijk spreken van een echte bLack box.

. —_

. .

.‘.

___

!_

——‘

De technieken die de theatermakers op het toneeL aanwenden om de fictieve ruimte de theaterconventies gestaLte te geven staan tegenover de herkenbare regeLs die geLden in de maatschappij, en dus ook in de toeschouwerrui mte. Tijdens de voorsteLLing krijgt de omgevende architectuur, aLs herkenbare referentie, de roL van tegenspeLer toebedeeLd. Net aLs de acteur, voegt de architectuur ook haar verhaaL toe aan dat van de tekst en maakt eLke voorsteLLing uniek. Is dat niet de rijkdom van het toneeL aLs medium? -

-

De Franse acteur en schrijver Antonin Artaud vergeLeek in zijn manifest ‘Le théâtre de La cruauté” (1932) een goede theaterzaaL met de ‘architectuur van bepaaLde kerken of heiLige pLaatsen, en van bepaaLde tempeLs in BovenTibet. In het binnenste van dit bouwwerk zuLLen speciaLe hoogte- en dieptematen van kracht zijn. De zaaL wordt omringd door vier muren, zonder enige versiering, en het pubLiek zit midden in de zaaL, in de Laagte, op beweegbare stoeLen die het in staat steLLen het schouwspeL te voLgen, dat rondom De tafereLen zuLLen zich pLaatsvindt. muren die het Licht tegen witgekaLkte afspeLen zuLLen erboven Bovendien kunnen absorberen. omtrek van heLe de gaLerijen Lopen Langs van sommige schiLderijen de zaaL, zoaLs op zuLLen is. Deze gaLerijen primitieven te zien het de toneeLspeLers mogeLijk maken, steeds aLs de handeLing dat noodzakeLijk maakt, eLkaar van het ene punt van de zaaL naar het andere te achtervoLgen, en de handeLing kan zich aLdus op aLLe niveaus en in aLLe richtingen van het perspectief in de hoogte en in de diepte ontpLooien. Een kreet die aan één eind wordt gesLaakt zaL tot aan het andere eind kunnen worden overgebracht van mond tot mond, met opeenvoLgende ampLificaties en moduLaties.”4 . . .

--

Schaubühne

-

Bertin 1981

De neutrale zwarte doos of “black box”, negatie van architectuur en maatschappij De “bLack box” is een theatervorm die weigert haar functie aLs drager en tegenspeLer van een artistiek dramatisch gebeuren in te vuLLen. ALs een technisch neutraLe machine toont ze een fictieve wereLd aan de individuaListische kijker, Los van iedere andere reaLiteit of reactie vanuit de werkeLijkheid, zonder enige binding met de stad of de omgeving. Ze ontkent hierbij haar eigen zeggingskracht, om vanuit haar vormgeving en geschiedenis in diaLoog te treden met de speLers.

Architecten hebben sinds Lang geen betekenisvoLLe bijdrage in het ontwerp van de fysische theaterruimte geLeverd. De artistieke noodzaak en de technische ontwikkeLing deden en doen dit weL. Moet dit echter uitmonden in

zwart theater? WiL men in zijn afkeer van de burgerLijke esthetiek van rood, goud en pLuche dan een trukendoos? Peter Brook waarschuwde hier aL voor door te zeggen “dat een neutrale ruimte nooit een goede speelplek kan zijn, omdat steriele onpersoonljkheid nooit de verbeelding kan 5

Gebruikte bronnen: Appia AdoLphe, Oeuvres compLètes, L’Age d’homme 1983 Artaud Antonin, Le théâtre et son doubLe, Idées/GaLLimard, 1964 Breton GaeLLe, Theatres Theaters, Editions du Moniteur, Paris 1989 Brook Peter, The Empty Space, Penguin Books 1972 Christout M.-F., Guibert N. et PauLy D., Théâtre du Vieux CoLombier 1913-1993, InstitutFrançais d’Architecture Norma DecaveLe Johan en Doucet Bart, De Opera van Gent, Uitgeverij Lannoo, TieLt, 1993 Dubech Lucien, Histoire généraLe iLLustrée du théâtre, Librairie de France Paris 1932 Izenour George C. Theatre Design, second edition, New Haven and London 1996 Joseph Stephen, New Theatre Forms, London 1968 Leacroft Richard and HeLen, Theatre and playhouse, London 1984 Schra EmiLe, Peter Brook en het eiLand van intercuLtureeL theaterwerk verbeeLding 1970-1995, Passe Partout, Amsterdam 1995 Schubert HaneLore, Moderner Theaterbau, KarL Krmer Stuttgart/Bern 1971 Todd Andrew and Lecat Jean-Guy, The Open Circle, New-York 2003 van Thienen Fr.W.S., Het doek gaat op Vijfentwintig eeuwen in en om het Europese theater, W. de Haan Bussem 1955 The NationaL Theatre, The ArchitecturaL Review Guide, Edited by CoLin Amery, 1977 Architecture d’Aujourd’hui n° 129, 1966 —

,

-

Voetnoten 1 van Thienen, deel 2 pag. 43 2 van Thienen, deel 2 pag. 186. 3 Izenour, pag. 102-113 4 Artaud Antonin, pag. 148 e.v. 5 Todd and Lecat

Les Bouffes da Nord, Pads

-

Peter Brook’s lege ruimte

. PROSCENIUM: BLACK BOX 13


TTAS studiebureau voor theatertechnieken

•‘spcoLG1

Blekerïjstraat 87, 9000 Gent Tel. 32 (0)9 233 79 30 Fax. 32 (0)9 224 15 31 E-mail info@ttas.be internet www.ttasbe -

-

usmmsmCreatïve

0<

Audio

Solutions

ADVIES

f’Q

ONTWERP

Do:

REALISATIE

.

1-

<0

CASINO KURSAAL OOSTEN DE

_0

zo:

QC)

TH ËATERSYSTEEM MCR SYSTEEM (Multi channel reverb)

.

QW

RENKUS-HEINZ PN 102 LA LINE ARRAY

0•

•0

-Jw

<0 .

.

(3X Zo: 0)0<

o:w .

Wj

<0

GEÏNSTALLEERD IN KURSAAL OOSTENDE DE WERF AALST

. ——

AMPCO BELGIUM Hoek 76 Unit 72 • 2850 Boom • Tel: 03/844.67.97 Fax: 03/844.67.46 • Contact: Steven Kemland • GSM 0475/62.55.80 www.ampcobelgium.be e-mail: steven@ampcobelgium.be •

HetmUerbedrijf .Stakebtand BV.


ERZONNEN WERKELIJKHEID OP DE TONEN VAN DADA

LUCOH000HE

RUUD GIELENS REGIE EN THEATERBEELD VOOR ddHET MOMENT WAAROP WE NIETS VAN ELKAAR WISTEN” VAN PETER HANDKE Op een bepaaLd ogenbLik in zijn Leven komt iedere kunstenaar wet eens in een situatie waarbij de taaL die hij gewend is niet meer voLstaat om zich uit te drukken. Op het einde van zijn te gebruiken schrijven, componeren, vormgeven, Leven (1981) ontwerpt SamuëL Beckett in opdracht van de Duitse TeLevisie SDR, een scenario zonder woorden met aLs titeL “Quadrat 1 en II”. Het is een tekening van een vierkant met diagonaLen. Op de grond uitgezet, vormt dit het tracé voor vier personages gehuLd in een rood, geeL, bLauw en wit gewaad. Ze voLgen stiLzwijgend een eindeLoos parcours, men hoort aLLeen het geschuifeL van de voetstappen.Ook Peter Handke, voornameLijk bekend om zijn toneeLtekst “PubLikumsbeschimpfung” uit 1966, gooide het pLots over een andere boeg door een stuk te schrijven zonder diaLogen, zonder verhaaL, waarin meer dan driehonderd personages op de scène komen zonder dat er door hen een woord wordt gesproken. “In Het moment waarop we niets van eLkaar wisten keert Peter Handke terug naar de nuLgraad, of de basisdefinitie van het theater, zoaLs die door de EngeLse regisseur Peter Brook omschreven werd in zijn boek The empty Space: 1 can take any empty space and catt it a bare stage. A man watks across this empty space whitst someone etse is watching him, and this is alt that is needed for an act of theatre to be engaged.” (Marianne Van Kerkhoven, in de programmabrochure) . . .

-

-

Zd

tt&

i4- î

..

J;L

richting nog iemand, op precies dezefde manier. Dan kruisen er weer twee eLkaar, precies zo, aebei op korte geLijkbijvende afstand gevogd door een derde en vierde, door de diagonaaL” Het is a’sof Handke gedurende meerdere dagen vanaf de rand van het pLein de dageLijkse gedragingen van de voorbijgangers geobserveerd heeft wie ze zijn, hoe ze zich voortbewegen, weLke situaties zich Hij beschrijft aes nauwgezet, afstandeLijk en formee, voordoen, zonder bLijk van dramatiek of emotie, zoas je een coLonne mieren of een of andere verzameUng insecten observeert. Deze vorm van abstraheren geeft aan het stuk een surreatistische bijk’ank, die nog wordt versterkt wanneer er naast de personages die je op dit pein verwacht, gaandeweg ook onverwachte voorbijgangers opduiken zoa’s mythotogische of sprookjesfiguren. Het script is de nuchtere aaneenrijging van honderden dergeUjke situaties, die hij in de vorm van regieaanwijzingen zonder tekstmateriaa bundede onder de titeL ‘Die Stunde da wir nichts voneinander wussten” (1992). Een structuur zit er niet in, dat is ook de mening van theatermaker Ruud Gieens: “Je ziet de schriftuur angzaam vergtijden van de reaiteit naar de fictie, de fantasie escaeert en wordt dan opnieuw afgebouwd. Maar waarom Handke dat doet, daar kom je niet achter. Je steft een zekere goLfbeweging vast, maar een echt ogische theatrae structuur kan je niet ontdekken. We hebben de tekst uiteraard geanayseerd, maar eigenhjk niet kunnen vinden hoe hij nu wet in ekaar zat. Op het moment dat we accepteerden dat er geen structuur was, voerden we een soort bevrijding en opWchting. Met het zoeken van een concept hoefden we ons niet meer bezig te houden. Deze tekst gaat zoas elke goede theatertekst over twee thema’s: so[idariteit en beven-en dood.” -

. . .

1

Ï

-

.

a

-j

-

-

\_1_ t

.

An-Sophie Van den Neucker 7 jaar

-

-

De speeLruimte, een “espace trouvé”

WerkeLijkheid en verbeelding Handke beschrijft in negen taferelen wat er zich op het toneel kan afspelen: ‘die Bbhne ist em freier Ptatz im hellen Licht”, het toneel zou het open plein kunnen voorstellen voor het winkelcentrum in Vetizy, een gemeente in de buurt van Parijs waar hij zelf lange tijd woonde. “Het begint ermee dat iemand snel overtoopt, dan komt uit de andere

Voor de toeschouwer begint het a aan de inkom van het Brussetse Kaaitheater, waar men hem doorverwijst naar de dienstingang om de hoek. Via enkee gangen be’andt hij op het tonee dat voor de geegenheid omgevormd is tot pubUeksfoyer. Net voor aanvangstijd daaLt een groot houten paard (van Iroje?) uit de centers. Iemand speeLt saxofoon, enkeLe acteurs komen uit het paard te voorschijn, rijden er mee rond en houden stil voor het gestoten voordoek. Het doek opent zich langzaam, de zaal is verlicht, het parterre omgevormd tot een open plek met vreemde personages.

PROSCENIUM: VERZONNEN WERKELIJKHEID OP DE TONEN VAN DADA 75


en aan tafel een bejaard koppel. Soms eten ze of hebben woorden, dan zit er weer alleen de vrouw die strijkt of iemand die de krant Het is een apart verhaal binnen de voorstelling: theater in leest, het theater? De simultane beeldvorming zorgt voor een veelheid aan gebeurtenissen en overlaadt de toeschouwer met impressies die analoog zijn aan de ervaringen in het dagelijkse leven. De beslotenheid van de voorstellingsruimte maakt datje er als toeschouwer anders tegen aankijkt. Men kan stellen dat het door Handke gevonden materiaal, gemanipuleerd door de spelers, aan de architecturale ruimte de theatraliteit toevoegt. Omgekeerd zorgt deze ruimte voor de nodige context en samenhang om de verbeelding van spelers en publiek te stimuleren. Het is de kracht van het ruimtelijke beeld, de taal van de architectuur. . . .

De toeschouwers op de scène: een ogische verwijzing naar “PubUkumsbeschimpfung” waarin de speLers aan het pubLiek vragen om hun paats op het toneeL te komen innemen. Gieens Uet voor de geegenheid een tribune instaeren op de podiumUft van het Proscenium, sinds het k[assieke theater uit de Oudheid de geprivilegieerde paats van de toneetspeer! Het pubhek moet we niet speren, maar wordt mentaa in de ro van de acteur geduwd, met zicht op de hedendaagse werkeijkheid van de architecturae ruimte van het auditorium, een ‘espace trouvé” in de vorm van een ‘ready made”, door Gieens herbenoemd as het open pein in VeUzy’ De speLregeLs De toeschouwerruimte van het Kaaitheater eent zich verrassend goed voor dergeLijke setting. De tribune van het parterre werd achteraan onder het bakon samengevouwen, zodat de horizontae voer volledig vrij is. Voor het bakon is met eenvoudig materiaa een stelling gebouwd, die reikt tot aan de bovenrand van de borstwering. Hierin hebben enkee personages zich een eigen pekje toegeëigend: uiterst rechts is dit ingevuW met enkee persoonLijke objecten van de bewoner arias conciërge? Links en rechts op de scheiding met de hellende vLakken die naar de inkomdeuren heiden, staan pantenbakken waar gereged een skateboarder in terecht komt. De inkomdeuren zijn weggenomen zodat de foyer, die verUcht bijft, ruimteUjk verbonden is met het parterre: een ideaaL circuit voor de skateboarders en voor de non op roschaatsen, die in volle sneheid de helling afrijden en vak voor het pub’iek afdraaien, maar ook voor optochten en processies. Links voor de stellingen staat een verrijdbaar podium opgesteld. Begeleid door een piano zorgt een orkestje voor een herkenbare achtergrond van ritmische geluiden die refereren naar de minimale muziek van Cage en de experimenten van het dadaïsme zoals de “Sonate in urlauten” van Kurt Schwitters (1927). Ondertussen spelen zich overal herkenbare taferelen af. Een dakloze vrouw valt de conciërge aan omdat ze haar bladgroenten begint op te vegen. Een skateboarder rukt de ruiker bloemen uit de handen van een blinde. Maar er verschijnen ook fictieve personages, zoals de beide papageno’s die zich gedragen als pestkoppen. Een koor schuift in processiegang van links naar rechts, monotone repetitieve klanken neuriënd. Een bevreemdend gevoel heerst over het plein: het beeld roept associaties op met schilderijen van Ensor en Delvaux. -

-.

Theatratiteit en architectuur Het pleingebeuren beperkt zich niet tot wat er zich op de grond afspeelt: Gielens gebruikt immers de volledige zaal. Handelingen krijgen vaak een vervolg op het balkon. De processie verschijnt opnieuw boven, in een andere context, op de achtergrond ditmaal, als herinneringsbeeld. Door de herhaling van het beeld dwingt de regie de toeschouwer om anders te kijken, ‘op het tweede gezicht”! Achteraan boven, in de regiecabine, ontwaar je achter het verlichte venster een kamerje met behangpapier aan de muren, enkele kasten PROSCENIUM: VERZONNEN WERKELIJKHEID OP DE TONEN VAN DADA

De “gevonden” personages Fascinerend zijn de optochten van de zangers, eerst in rouwkostuum, later met jagerspak en hoge schoenen, of met Tirolerhoedjes... Een interview met Ann Weckx, de ontwerpster van de kostuums, geeft meer inzicht in het werkproces en de typologie van de personages: “Wat mij vooral aantrekt in dit project is het gegeven dat hier niet van psychologisch ingekleurde personages vertrokken wordt (zelfs niet kân vertrokken worden). Dat soort uitdaging krijg je maar héél zelden in het theater. Deze opdracht doet dan ook meer aan een filmopdracht denken. Tot nog toe heb ik in mijn werkmethode twee pistes uitgezet die veel vrijheid geven, maar waarbij ik niet weet waar ze naartoe zullen leiden. Ten eerste heb ik aan alle acteurs een wegwerp fotoapparaaije gegeven en hun gevraagd om, vanaf het moment dat ze voor zichzelf een personage/een route hebben uitgestippeld in de tekst, foto’s te nemen van mensen op de straat die hen wat kleding betreft bruikbaar lijken voor hun personage. Er is iets ‘superieurs’ aan hoe mensen op straat gekleed gaan: geen enkele kostuumontwerpster kan dit evenaren, omdat hun kleding hun hele identiteit uitstraalt. —


om die idee in kLank en muziek te vertaLen. Bovendien beschrijft hij in zijn script zeer veeL geLuiden. Anderzijds wiL ik ook eigen stukjes componeren die refereren aan beweging en beweegLijkheid, aan perpetuum mobiLe. Dan kom ik paradoxaal genoeg bij de zeer gestructureerde muziek van Bachs partita’s uit. Zoals de acteurs toch een personage creëren, of beter een lijn waarnaar ze zich richten, zo kan de muziek zich o.a. richten naar de ordening(en) van Bach.” In combinatie met de abstracte teksten van de koorgezangen, in de vorm van repetitieve Lettercombinaties, verwijst deze muziek sterk naar de experimenten van het dadaïsme, begin van de jaren twintig. —

Van DaDa tot de Lege ruimte In de voorsteLLing zijn duidelijk de associaties met DaDa zichtbaar. Qua vormgeving door het gebruik van de ‘Ready Made” of “L’Objet trouvé” van Duchamps, een begrip dat door Tadeusz Kantor ook toegepast werd op de ruimte, “L’Espace trouvé” en de personages, “le Personnage trouvé’ Voor wat het geluid betreft, door het repetitieve karakter van de partituur en het refereren naar Kurt Schwitters bij de koorzangen. Zo wordt de cirkel gesloten: net als de beweging DaDa de gangbare nieuwe kunstvormen en het waren er vele, gaande van impressionisme over expressionisme, futurisme, suprematisme, en ook zichzelf in vraag stelde, stelt Handke in zijn teksten telkens weer analoge vragen naar de essentie van het theater: de acteur en de Lege ruimte. -

. .

Het moment waarop we niets van eLkaar wisten

De enorme diversiteit die je op de straat ziet, interesseert mij: van de sans abri tot de man of vrouw die geld genoeg heeft om zijn/ haar kleren in de Dansaertstraat te kopen. Ten tweede ben ik, toen ik voor een andere opdracht in Budapest was, daar boodschappen gaan doen. Ik heb daar supergevoelsmatig, gewoon voor mijn plezier, spullen gekocht ‘die we wel eens zouden kunnen gebruiken’.” ManipuLatie van de tijd Een geschreven tekst, ook deze van Handke, paatst de feiten in een bepaaLde vogorde na &kaar, ook as ze zich zoas hier geLijktijdig afspeLen. De voorsteLLing Laat toe de feiten simuLtaantetonen, maarkanzeookmanipuLeren door ritmering en zeLfs “stiLstand” van de bewegingen. De keuze van de onderLiggende

geLuiden, muziek en gezangen is dus sterk bepaLend voor de interpretatie van Handkes tekst. Componist en tevens orkestLeider Jan Goovaerts Liet zich inspireren door de minimaLe of repetitieve muziek van Cage in combinatie met de mathematisch gestructureerde partita’s van Bach:.”Cage pLeit ervoor om kLank gewoon kLank te Laten zijn, zoaLs Handke vraagt om het beeLd gewoon beeLd te Laten zijn. Vandaar Cages voorkeur voor toevaLseLementen. Ik denk dus wat de muziek betreft in de richting van kLankassociaties die kunnen ontstaan uit bepaaLde objecten en uit de bewegingen van de acteurs; kortom uit aLLes wat ‘materieeL’ op de scène aanwezig is. Dat is weLLicht de meest directe manier om trouw te bLijven aan de idee van Handke, de meest LetterLijke manier

tekst Peter Handke regie Ruud GieLens muziek Jan Goovaerts kostuums Ann Weckx scenografie Ruud GieLens met Simon AtLemeersch, Nico Boon, Zouhaïr Ben Chikha, KatLeen Geens, Chun Hee LommeLen, Ids Van Cauwenbergh, Geert Vandyck en o.a. Youri Dirkx & Peter Vandenbempt (Tristero) dramaturgie Marianne Van Kerkhoven assistent regie en dramaturgie Bart CapeLte productie Kaaitheater in samenwerking met Canatetto Deze voorstelLing was te zien van 18 tot 28 januari 2006 in het Kaaitheater in Brussel Foto’s Kurt van der Eist

. PROSCENIUM: VERZONNEN WERKELIJKHEID OP DE TONEN VAN DADA 17


van GeLdere. De theotermaker op weg. Mirte van Zundert Veni, Audi, Vici. Pim v.d. HeuveL Werkwijzen op locatie. JeLmer Tuinstra 30 stereo. Marco Steenks

JEZET PRIJS 2006 ê

OPP:

Op de jubiteumeditie van de Vakbeurs Theatertechniek anatyseerde Frits van den Haspet de uitsLag van de scriptiejury.

Goedemorgen. Prettig om het ezingen programma van de vP-r te mogen openen. De JEZEI scriptieprijs begint met het kiezen van een onderwerp en eindigt hier met het f&iciteren van een winnaar. De vierde keer is het aweer dat deze prijs wordt uitgereikt. Met dank vooreerst aan de sponsor voor het beschikbaar steken van het beedje en de passende cheque. De jury heeft zeker enige ervaring opgedaan met de voorbereiding van dit werk, toch waren er ook nu weer verrassingen. Vanuit BeLgië kwam maar geen reactie ondanks herhaaLd verzoek. Toen er wat kwam was dit geLijk extreem, niet door de hoeveeLheid versLagen maar door de omvang van de enkeLe inzending. Ook in NederLand hadden we zo onze probLemen. AfgeLopen woensdag werden nog een aantaL scripties gepresenteerd. Ook deze hebben Laten meedingen. Er is de Laatste dagen dus veeL werk verzet door de Lezers. Even een zijweg naar de uitreiking van afgeLopen woensdag. Daar hoorde ik Eddy Westerbeek een tekst aanhaLen van Nico Bovenberg over de herhaLing van verhaLen van technici door de eeuwen heen en over uitgevonden wieLen. Het is duideLijk dat eLke generatie zich wiL en zaL profiLeren. Waar dat vroeger met verhaLen ging, soms met overLevering van generatie op generatie, zijn we nu een stap verder. In het verLeden bLeven de uitgevonden wieLen inderdaad verborgen voor derden in eigen opsLag. MiddeLs de huidige opLeiding met de scriptieverpLichting zijn we nu zover dat er behoorLijk wat van dat soort wieLen in de bibLiotheek van de TheaterschooL staan. Naar mijn mening kan dat veeL tijd besparen voor uitvinders. Wat nog niet in de bibLiotheek staat, is de ideaLe opLossing voor de vorm van de trekroe voor de huidige mechanisch bewogen trekkeninstaLLatie. We kunnen hier op de beurs kennis nemen van de Laatste resuLtaten. Neder Landers bLijven op dat gebied wonderLijke uitvinders. Hadden we bij de introductie van de Niethammer profiLe schijnwerper de neiging het apparaat verkeerd op te hangen, geLukkig werd dat aL gauw opgeLost door de

8 PROSCENIUM: JEZET-PRIJS 2006

komst van de Source 4 en haar opvoLgers. In het Land van herkomst hadden ze een simpeL en goedkoop bLokje waarmee de schijnwerper optimaaL gebruikt kon worden. Maar ik steL voor, kijk eens bij Wagner Biro voor een trekroe de weinig pLaats vraagt en niet vervormt. Er is van aLLes onder te hangen en zoaLs bekend speeLt gewicht geen roL meer. In een ander zijweggeije even over een aantaL opmerkingen die Aaije Terwey maakte aan het adres van een student, die zich op de moderne technoLogie gestort had op een wijze die zijn weerga bijna niet kent. Ik was verbaasd, kent die student de kLassiekers niet? Waar is het misgegaan, op de vooropLeiding of bij de Lessen dramaturgie? Weten de studenten niet dat Brecht een stuk geschreven heeft waarin de term VEEL duideLijk aan de orde komt. Het is toch bekend dat hij dat uitvoerig behandeLt heeft in ‘PuntiLLa en zijn knecht Matti’ Waar hij de gespLeten persoonLijkheid van PuntiLta regeLmatig Laat zeggen ‘Geef me van aLLes veeL Op kwaLiteit of inhoud wordt geen acht gesLagen. Brecht Laat PuntiLLa dat aLLeen zeggen wanneer deze in dronken toestand is. Voor de sLechte verstaanders, VEEL kan dus duiden op een vorm van versLaving, met aLLe gevoLgen van dien. .

Wat mijn middetbore schooltijd interessanter had kunnen maken. Diet Rosenboom De Productieleider. Wat doen we en doen we eigenlijk wel allemaal het zelfde? Tanja Hendriks The Lunatics en Arbo op locatie. MarjoLijn de Jong Cultuurbeleid en artistiek beleid van gesubsidieerde toneetgezelschappen Vevi van der Vliet De olie in de machine. Vanessa de Wit Van het RITS sLechts een enkeL versLag. Over een stage bij PS 122 in New York, door Jan Ackenhausen. Dit aantaL werd teruggebracht tot 5 stuks waaruit een definitieve keuze gemaakt is. En o, wonder de aantaLLen waren gelijk verdeeld, 2 OTI, 2 OPP en 1 RuS. Vooreerst moge duidelijk zijn dat het niveau van deze vijf ingediende werken vrij hoog ligt, het werd voor ons dan ook een speurtocht naar nuances om de nodige differentiëring te kunnen aanbrengen. Dat de scripties gemaakt werden in drie verschiLLende opLeidingen, die elk andere opleidingsdoeLen nastreven en waarbij het relatieve gewicht van de scriptie allicht ook verschilt, maakt vergeLijking en waardering onderLing er voor de jury niet eenvoudiger op. Ook de omkadering en begeLeiding die de studenten krijgen is moeiLijk vergeLijkbaar. .

Een greep uit de opmerkingen van de jury: Vanessa De Wit: “De oLie in de machine; Wat verwachten hoofdtechniekers en ontwerpers van de productieleider? OPP Deze scriptie brengt op vrij grondige wijze de taken, competenties en vaardigheden van een productieLeider in kaart, vanuit de visie van een aantal hoofdtechniekers en ontwerpers. De gevoLgde methode is die van het persoonLijke interview. Het verband met theatertechniek wordt duidelijk uitgewerkt (vooral via de vraag in hoeverre technische kennis belangrijk is om goed te functioneren als productieleider). “

OH:

Een zeer informatieve scriptie (mooie titet ook!) Misschien is de scriptie in zijn opzet wat beperkt door aLLeen de hoofdtechniekers en de ontwerpers bij het onderzoek te betrekken. Maar dat is een duidetijke keuze van Vanessa. Deze scriptie is van betang voor het werkvetd (en de opteiding).

De invloed van theater op project- en orchitectuurvertichting Mark Oppendijk Voorstettingsleiders: smeerotie in de productie? Annemarie Guijs Zicht op ruimtelijk licht, James TureLL. MeLissa

Onderwerp is van belang en bijzonder dat via interviews wordt geïnventariseerd. Het blijkt lastig om dat volledig en goed om te zetten naar een heldere objectieve situatie. Een zoekende Vanessa die met veeL Liefde voor

Metissa neemt haat pi4js in ontvangst

Wie dongen er mee naar de JEZET scriptieprijs 2006?


het door haar gekozen beroep gezocht heeft naar die bevestiging lania Hendriks: “De productieeider; wat doen we en doen we aemaa hetzeLfde” OPP Ook lanja Hendriks richt haar aandacht op de ro van de productieteider. In haar inLeiding stelt ze zeer terecht dat hierover in het Nederlandse taatgebied weinig of niets geschreven werd, en dat Engelse of Amerikaanse teksten handelen over zeer verschillende praktijksituaties en culturen. We waarderen dan ook de keuze voor een onderwerp waarover zeer weinig bronnenmateriaal bestaat. Er is duidelijk niet over een nacht ijs gegaan bij het ontwerpen van de enquête, ze stelt ook heldere en relevante vragen. Een reLevante scriptie. Zeer beLangrijk voor het werkveLd (en de opLeiding) Interessant onderwerp. Aangezien de enquete een beLangrijk onderdeeL is van haar scriptie, geeft deze scriptie veeL informatie over het werkvetd van de productieteider. Belangrijk onderwerp, minder diepgaand onderzocht dan nodig Zoals lanja zelf al schetst in haar conclusie zal het effect van haar werk op termijn blijken En zal haar werk gebruikt worden om functies in het theater adequaat in te vullen. Nu nog iemand die de productieleider helpt uitzoeken. Pim van den Heuvel: “Veni, audi, vici; een pleidooi voor de geluidsontwerper” OIT Dit is inderdaad een functie in het productieproces waarover onduidelij kheid bestaat, of waarvan de bijdrage vaak op de achtergrond geraakt. Met de ambitie om hierin meer klaarheid te brengen heeft de schrijver zichzelf geen gemakkelijke opgave gesteld. Vooral hoofdstuk 3 is toegespitst op de functie van geluidsontwerper. Andere hoofdstukken geven een beknopt historisch overzicht en herhalen de basisgegevens over wat geluid precies is en doet. Hoewel ook deze hoofdstukken interessante informatie bevatten, is de bijdrage ervan voor het beantwoorden van de hoofdvraag (wat is een geluidsontwerper en waarom moeten we deze functie meer waarderen?) minder duidelijk. Actuee[ onderwerp. VooraL nu de opteiding een begin maakt met de speciaLisatie ‘geLuidsontwerp Het bekende probLeem in de sector om de diverse verschiLLen in functies goed te definiëren, is ook in de scriptie terug te vinden. Bij een ‘geLuidsonderwerp’ moet kenneLijk veeL verduideLijkt worden (wat is geLuid, hoe werkt ons gehoor). Het echte ‘pLeidooi’ komt er misschien daardoor heLaas wat bekaaid af. ActueeL onderwerp. Poging om orde te scheppen in verschittende functies binnen

het getuidsontwerp, is van belang voor het vakgebied. Blijft wat aan de oppervlakte. Interessant onderwerp maar de invulling voor de beroepsgroep met richting en voorwaarden of suggesties worden niet voldoende uitgewerkt. Melissa Van Geldere: “Zicht op ruimtelijk licht. James Turrell” OTT Deze scriptie bezorgt ons een uitgebreide voorstelling van het werk van deze lichtkunstenaar. De zoektocht van Turrell naar de mogelijkheden en grenzen van onze visuele waarneming wordt uitgebreid toegelicht. De relatie tussen ruimtebeleving en licht is uiteraard van groot belang voor de podiumkunsten. Dit werk over Turrell vertoont een grote degelijkheid en een brede invalshoek (zowel artistieke als wetenschappelijke aspecten komen aan bod). Wat we wel een beetje missen is de kritische noot: hoe belangwekkend is deze kunstvorm in de wereld van vandaag? Een prachtig scriptie. Boeiend geschreven. Mooie aansLuiting met de maniervan denken van TurreLL en een aantaL NederLandse Lichten decorontwerpers. Interessant ook om de beperkingen van de ontwerpers aan te geven t.o.v. het werk van TurreLL. Een top scriptie! Melissa schrijft goed, maar zeer compact en daardoor soms moeilijk toegankelijk. Ik moest er echt even voor gaan zitten, maar dat was de moeite waard. Goed geschreven. Bijzondervan aanpak en voor de opLeiding, aLs beschouwend onderwerp, nieuw. Een prestatie om op een compacte wijze het werk van Turell in zijn volle waarde weer te geven en daarmee toegankelijk te maken voor de huidige generatie. Jan Ackenhausen: “Stageverslag PS 122, theater in New York” RITS Jan Ackenhausen gunt ons een blik van binnenuit op een deel van het werkveld dat de meeste onder ons weinig of niet bekend is: het theater- en performance circuit van off-off Broadway in New York. Dat dit een origineel stageverslag oplevert heeft natuurlijk veel te maken met de keuze van de stageplaats zelf. Behalve over het verloop van de stage zelf vernemen we veel interessante zaken over de structuur, de geschiedenis en de evolutie van de New Yorkse theaterscène, en wordt een en ander geplaatst tegenover de situatie in Vlaanderen. Verheugend is ook dat Jan zeer open en met zin voor zelfkritiek de moeilijke momenten en zijn eigen functioneren op de stageplaats beschrijft, waarmee zeer duidelijk gemaakt wordt dat deze ervaring hem zeer veel bijgeleerd heeft (zij het vooral op niettechnisch terrein).

Wat kan die man schrijven! OngeLofeLijk veeL informatie over het werken in NY met aL zijn (in onze ogen) eigenaardigheden. Maar wat het versLag zo bijzonder maakt is de schrijfstijt van Jan. Het is aLLemaaL zeer persoonLijk met veeL aandacht voor detaiLs en met veeL Liefde geschreven. Jan is ook zeer kritisch voor zichzeLf en ook die zetfkritiek beschrijft hij heet mooi. De OH zat dan ook dit verstag gebruiken aLs voorbeeLd voor de toekomstige stagiaires. Prachtig geschreven, zeer persoonlijk! Goede informatie, eerder teveel hier en daar, m.n. in de bijlagen. Jan moet geroemd worden om zijn taalvaardigheid en het persoonlijke karakter. Een van de beste verslagen ooit gelezen. Een verslag van een verblijf in New York tijdens een stage. Een aanrader om te publiceren in Proscenium, zorgt voor discussie, heel zinvol. De technische gegevens die in het verslag zijn opgenomen dragen er zorg voor dat de productie waar Jan bij betrokken was, zo overgenomen kan worden door een technicus van de OTI en geplaatst kan worden in een van de studio’s van de theaterschool. En de winnaar van de JEZET scriptieprijs 2006 is...? De jury vond de keuze bijzonder moeilijk. Overleg met de sponsor bracht uitkomst. We hebben dit jaar twee winnaars ex aequo. De jury is van mening dat zowel de scriptie van Melissa van Geldere als het verslag van Jan Ackenhausen voor honorering in aanmerking komen. Melissa heeft haar prijs ter plaatse in ontvangst genomen, zie de foto’s. Jan Ackenhausen kon er tot zijn spijt niet bij zijn. Er was ook geen snelle verbinding te maken met Damascus waar hij op dit moment verblijft. Marc Vandermeulen, studieleider van RITS, sprak namens Jan een dankwoord uit.

SPANNING

‘‘h’

“Spanning in de buitenlucht”, een handleiding voor het gebruik van electriciteit bij locatieproject is een scriptie van Lykle Hemminga. Het is te koop bij uitgeverij International Theatre & Film Books, info@itfb.n[ (9,50)

+

verzendkost

. PROSCENIUM: JEZET-PRIJS 2006 19


SEKYIO NV

Specialist in uw volledige theateruitrusting, zowel voor nieuwbouw als voor kleine of grote renovaties. Wij bieden U geĂŻntegreerd of afzonderlijk: metalen draagstructuren, ioopbruggen, beweegbare podia, elektrische trekken (van prijsgunstige tot snelle computerge stuurde systemen), alsook de bijkomende benodigdheden: doeken, horizonts, danstapijten, Aarzel niet voor vrijblijvende inlichtingen en raadgevingen. Brugsesteenweg, 545 B-8800 Roeselare www.servio.be

Tel. + 32 (0)51 24 00 96 Fax á 32 (0)51 21 04 92 seMo@skynet.be


EN WORKSHOP

Ivo KERSMAEKERS

ON idLIFTING EQUIPMENT FOR STAGES WITHIN THE ENTERTAINMENT INDUSTRY!P (LESEI), Mensen die op het podium werken, Lopen onbewust risico’s op hun werkpLek. Inderdaad, podia zijn de enige werkplaatsen waar het is toegestaan te werken onder hangende en/of bewegende Lasten zonder aangepaste beschermingsmiddeLen. De traditioneLe standaardisatie voor machines (in het bijzonder hijstoesteLten) houdt geen rekening met de specifieke eisen uit onze branche in de EU-richttijnen wordt er zeLfs niet over gesproken. —

Welke normen?

Initiatieven

Er zijn geen bestaande gemeenschappeLijke Er zijn een paar nationaLe initiatieven (DuitsLand, Oostenrijk, Zweden, GrootEuropese of InternationaLe veiLig heidsvoor schriften betreffende heftoesteLLen voor het Brittannië en Frankrijk) maar zeLfs deze zijn theater. De Lidstaten hebben verschiLLende niet in eLk Land even uitgebreid. Ze werden vereisten en verschiLLende veiLigheidsniveaus die ons uitgeLegd op een werkvergadering op de handeLsbeLemmeringen veroorzaken. BepaaLde Laatste JTSE beurs in Parijs door verschiLLende Lidstaten gebruiken hun eigen veiLigheidsnorm. vertegenwoordigers van de respectieve In andere staten zijn erveiLigheidsnormen onder Landen. Jens Schröder steLde de nieuwe Duitse revisie of worden veiLigheidsnormen gebruikt norm DIN 56950 voor. Hij bekLemtoonde de die hoofdzakeLijk voor andere doeleinden dan open regeLs en het aanpassingsvermogen van voor theatermateriaaL worden geschreven. de normen. De DIN norm is de basis waarvan De eisen ten aanzien van heftoesteLLen zouden zoweL de Zweedse 55 767.1501 norm aLs de in geheeL Europa en binnen een nabije toekomst Oostenrijkse norm is afgeLeid. De Britse norm ook wereLdwijd gelijk moeten zijn. BS 7905 en BS 7906 werd ons verkLaard door PhiLips. Deze normen zijn verdeeLd in Andere veiLigheidsredenen zijn: Jeffery Th Theaters zijn de enige werkpLaatsen waar de tspeciflcaties en werkmethodes. Er zijn geen personen onder hangende Lasten mogen werken. normen voor toneeLLiften. De Fransen natuurLijk De Lasten kunnen boven onbeschermde voLgen de Europese regeLs, maar voegen er een paar personen en boven personen worden vervoerd toe, specifiek voor theater. Deze regeLs zijn meestaL die niet vertrouwd zijn met de situatie. strikter dan de CE versie en worden door het Comité De Lasten worden vervoerd boven niet ge- NationaL de sûreté et de sécudté gemaakt (een deeL bLokkeerde gebieden. van het ministerie van cuLtuur). Het resuLtaat is een enigszins verward patroon Verscheidene types van Lasten kunnen op een gesynch roniseerde manier worden bewogen. van administratieve verordeningen die niet De Lasten kunnen in het donker worden be werkelijk geschikt zijn voor het specifieke wogen. materiaaL en met weinig uniformiteit tussen De Lasten kunnen bij hoge sneLheid worden Landen., Nochtans wordt dat materiaal ook opgetiLd en neer geLaten. gebruikt in reizende producties en wordt het In veLe theaters en operahuizen zijn er hef- in verschiLlende Landen gebruikt. toesteLLen, systemen aLs podiumLiften, Liften Daarom is de CEN benaderd door een groep in de orkestbak en vaLLen voor transporten van fabrikanten en gebruikers die wensen om personeeL en decor. Deze hefmiddeLenbben een CEN Workshop Agreement op te steLLen geLijkenissen met Liften maar zijn veeL sneLLer, om veiLigheid van de hijstoesteLLen voor de zonder de ingebouwde muren en worden vermaakindustrie. Het voorsteL zaL opera- en gebruikt in het donker evenaLs met taLrijke te theaterdirecteuren en de fabrikanten van het vervoeren personen er op. materiaal heLpen voor pan-Europese normen Personen die in het theaters werken, werken te ijveren. vaak internationaaL. De regeLs moeten daarom in aLLe Landen geLijk zijn. Vandaag zijn de eisen Doelstellingen Workshop tegenstrijdig en dit Leidt tot onzekerheid en De CEN Workshop Agreement (CWA) zaL het risico’s. eerste stadium in het proces zijn om een Liftsystemen worden vaak vervaardigd in een consensusgemeenschap op te bouwen in Land voor voorsteLLingen die in vete andere Europa. De aanvankeLijke doeLsteLLing van Landen zuLLen worden uitgevoerd. Er wordt de Workshop zaL zijn om een inventaris van normen en standaardachtige documenten te veeL materiaaL binnen de branche gehuurd. maken, evenaLs van de bestaande wetgeving Het materiaaL wordt vaak gehuurd in een Land en dan gebruikt in naburige Landen, vooraL op nationaaL, Europees en mondiaaL niveau. Eens dit gedaan is, zaL worden gestreefd naar binnen Europa. de harmonisatie van deze documenten om een reeks specificaties voor te steLLen die in heet ,

-

-

-

-

-

-

-

-

-

Europa zouden kunnen worden uitgevoerd. Uitgaande van sneLLe consensus inzake CWA, kan deze worden voorgesteLd om dit aLs basis te gebruiken om een Europese Standaard in dit domein voor te bereiden. De kick-off meeting is intussen achter de rug, en de workshop voor de CE norm voor ‘lifting and Load-bearing equipment for stages and other production areas within the entertainment industry” is aanvaard door het CEN Management Centre in BrusseL. Mr.Soderberg is tot voorzitter verkozen. Hetbusinessptan werd aangepasten goedgekeurd. Aangezien de kosten van het secretariaat door de Duitse DIN organisatie gedragen zuLLen worden, bedraagt het Lidmaatschap per organisatie of firma sLechts 1000 EUR. Er waren vertegenwoordigers van firma’s uit Zweden, ItaLië, EngeLand, DuitsLand, Oostenrijk en niet minder dan vijf firma’s uit NederLand! (Rhino Riggs, Fronttine Rigging, Protight, Theateradvies en Vorm en Decor) De BeLgische vertegenwoordigers waren BASTT, De Vtaamse Opera en adviesbureau ITAS. De vergadering drukte zijn verwondering uit dat BeLgië werd enkeL werd vertegenwoordigd door de gebruikers en niet door de producenten van het materiaaL. De werkgroep is echter niet gestoten, en deeLnemen kan nog aLtijd. Hiermee verkrijgt u zeggenschap in de nieuwe Europese Normen voor theatertech nische apparatuur. De voLgende meeting van de werkgroep is gepLand op 16 maart 2006 in BrusseL.

Contact Points Workshop contact point in CEN: Mrs Gaid Le GaLL CEN Management Centre rue de Stassart, 36 BE-1O150 Brussets TeL: +32 2 550 09 39 gaid.tegaLL@cenorm.be

1 Chair of the CE Workgroup: Mr OLLe Söderberg Swedish Theatre Systems Kyrkogârdsgatan 38 SE-691 33 Kartskoga Sweden TeL: +46 586 69994

ic

. .

PROSCENIUM: CEN WORKSHOP 21


ISTAT EDUCATION COMMISSION MEETING IN UK JAN STRICKX Onder de titeL “Olstat InternationaL Symposium on Design for Performance and Inderdisciptinarity in Theatre Education” verzameLden ongeveer vijfenvijftig deeLnemers uit dertig Landen in het Verenigd Koninkrijk om er te Luisteren naar en te discussiëren over kostuumontwerp voor theater en hoe het nu moet met het hedendaagse theateronderricht.

Lezingen in het London Cottege of Fashion

Hetsymposium had paatsvan 29 novembertot 4 december 2005, in Londen en Nottingham. De gastvrije schoten waren het Centra[ Saint Martins Cotege of Art and Design, de Centra Schoot of Speech and Drama, het vermaarde London Cotege of Fashion en de Nottingham Trent University. De meeste detegatieeden kwamen aan op dinsdag 29 november. Voor de meesten een gemoedeUjk weerzien. Voor ons was het ditmaat een korte reis. Binnen drie uur sta je immers met de Eurostar in hartje Londen. Anderen hadden minder getuk en waren meer dan een etmaat onderweg. Om dan nog te zwijgen over enkete Afrikanen van wie het visum geweigerd werd. Was hét eerste weerzien uitbundig en gemoedetijk, de meesten waren moe en de votgende ochtend moest men at vroeg uit te veren om aanwezig te zijn in het weretdvermaarde London Cottege of Fashion aan de al even bekende Oxford street.

ActiviteitenversLag Na de gebruikelijke verwelkomingen begon men aan het thema van de eerste dag: “De pedagogische benadering van Theater Ontwerp en Technologie Interdisciptinair versus speciatisatie’ Negen bekende en minder bekende onderwijsverstrekkers stelden zich voor: . Central Saint Marhns College of Art and Design . Central Schoot of Speech and Drama . Croydon College —

.

The Laban Centre London College of Fashion . Northbrook College . Rose Bruford College . Royal Academy of Dramatic Art . Wimbtedon School of Art Tijdens de buffetlunch kregen de genodigden de gelegenheid een bezoek te brengen aan een tentoonstelling rond het werk van de LEM Laboratoire d’Etude du Mouvement, geleid door Pascale Lecoq en Krikor Belekien van t’Ecole Jacques Lecoq in Parijs. De tentoonstelling was het resultaat van een aantal workshops waarbij aandacht besteed werd aan het bewegende lichaam in de architecturale ruimte. Het was een leuke katalysator en een tegengewicht naast de talrijke voorstellingen en debatten van de dag. ‘5 Namiddags was het de beurt aan afgevaardigden van Oistat om te getuigen over hun ervaringen op onderwijsvlak. Dorita Hannah van het College of Creative Arts in New Zeeland; Michael Ramsaur van de Stanford University in de USA en Marina Raytchinov van de National Academy of Art in Bulgarije. Tijdens de koffiepauze, in the UK-tea break” kwam de dramaturge van ‘Shunt” wat meer uitleg geven over het stuk dat wij ‘s avonds zouden zien in de theaterruimte(s) onder een van de bruggen over de Thames, de London Bridge. Naam van het stuk:”Amato Saltone Starring Kittens and Wade’ Een voorstelling die door de aanwezigen op gemengde gevoelens onthaald werd. .

2 PROSCENIUM: OISTAT EDUCATION COMMISSION MEETING IN UK

Voor de voorstelling was de delegatie eerst te gast in het National Theatre aan de South Bank waar in de Lyttleton Foyer de opening van de Linbury tentoonstelling plaats vond. Vier Londense theaters geven aan studenten de mogelijkheid een productie te realiseren. Dit gebeurt in de vorm van een wedstrijd. De drie besten van elke productie krijgen de kans hun werk te tonen in het National Theatre. Uit deze twaalf genomineerden wordt de uiteindelijke winnaar gekozen. Een van de genomineerde studenten was Christopher Giles, een in 1969 in Etterbeek Brussel, geboren Set & Costume designer. Over zijn levenswandel hebben we het later in een ander artikel. Donderdag 1 december startte met een werksessie van de Educom afgevaardigden waar gezamenlijk overleg gepleegd werd over de voorbije en komende activiteiten. Het voorbije Oistat Congres in Toronto, maar vooral de planning en uitwerking van P0 2007 en het daaraan gekoppelde Scenofest vroeg heel wat aandacht. Daarnaast waren er ook nog de initiatieven zoals een “EduCom Schools database” en een “Thematic Network in Lighting and Sound Design”, twee projecten met EduCom- ondervoorzitter Chris van Goethem als promotor. Na de middag was het de beurt aan een tweetal afgevaardigden om hun kijk op onderricht te verkondigen aan de internationale afvaardiging. Met name waren dat Professor Cindy Limauro (Carnagie Mellon USA) en Weiwen Chang (Taipei University of the Arts Taiwan). Daarna brachten studenten uit de diverse scholen een bloemlezing uit hun realisaties en gaven, indien daar om gevraagd werd, een woordje uitleg. In de vooravond werd een bezoek gebracht aan de Lethaby Gallery, deel van de Central Saint Martins College of Art 8 Design waar een kostuumtentoonstelling liep onder het motto “Fashion’s Memory: from peasant art to wearable art” of hoe boerenkleding (voornamelijk uit de Balkan) inspirerend kan werken op kostuumontwerpers. —

Als afsluiter kreeg de delegatie twee maal 30 minuten spektakel gebracht door eerste-


jaarsstudenten van de Centra Saint Martins Cotege of Art & Design. Hun cursusbegeeider, Michae Spencer, gaf een woordje uiileg: “De eerstejaarsstudenten kregen vijf weken de tijd om het project uit te werken. Vertrekpunt waren vijf muziekstukjes. De groep werd opgespUtst in tien groepjes van vier studenten. Ek groepje kreeg een muziekstuk. Dit ates was goed voor twee maar 30 minuten voorsteting. Daarnaast moesten zij zo veer mogeijk gebruik maken van de ruimte en er voor zorgen dat de verschifiende groepen een samenhangend gehee brachten. Pittig detaft: voor de reaUsatie van de attributen en kostuums kreeg eke student 25 euro. Aes moest uitgevoerd worden door de stu denten zeLf: decorbouw, kostuumontwerp en -reaUsatie, attribuutontwerp en -uitvoering, beUchting, geuid, enz.” Ondanks de beperkte middeen en tweemaal dezelfde muziek kreeg de deLegatie tweemaal een boeiend en wisselend spektakel te zien. Een staande ovatie was dan ook het eindresultaat. Vrijdagmorgen was het vroeg uit de veren om de transfer naar Nottingham te maken. Kate Burnett van de Society of British Theatre Designers (SBTD), tevens stuwende kracht achter de ganse organisatie, verwelkomde er de delegatieleden in haar thuisbasis, The Nottingham Trend University (NTU). Hier zouden wij meer vernemen over het onderwijs in de Midlands, Wates, West of England, North of Engtand en Scotland. De participerende scholen waren: . Nottingham Trend University (NTU) . University of CentralEng tand . Cteveland College of Art and Design . Trinity College . University of Leeds . Liverpoot Institute of Performing Arts (LIPA) . Aberystwyth, University of Wates . Royal Welsh College of Music and Drama

--

.1 j

stelden een aantal landen zich kandidaat om in de toekomst de Education Commission te ontvangen. Canada in 2007, Finland- Helsinki, in 2008 en Rusland —Moskou, in 2009. Verder zijn er ook plannen om in 2009 in Seoul een overkoepelend OISTAT World Congress te organiseren.

d: j

1

_J1

Zomer workshop door L’Ecote Jacques Lecoq

-

-

Tussen de voorstellingen door werd een performance bezocht, ingericht door studenten van het LIPA, in en rond de gebouwen. ‘5 Avonds vermengden studenten, docenten en detegatieteden zich rond de gezellig opgestelde tafels in het Waverly Studio Theatre om er samen te discussiëren, te dineren en te kijken naar opmerkelijke werkstukjes van de studenten. Een verrijkende avond.

Laatste dag Op zaterdagmorgen verzamelde het bonte internationalegezelschapin hetauditorium om er te luisteren naar een aantal getuigenissen over “interdisciplinarity” all over the world! In de namiddag vond een tweede commissievergadering plaats. Hier werd aandacht besteed

Conctusie De zienswijzen verschilden grondig omdat sommigen er van uit gaan dat de leerkrachten! onderwijsinstelling volledig ten dienste moeten staan van de studenten, terwijl anderen eerder opteerden om de studenten direct aan het werk te zetten, deze laatste visie is tevens de Belgische visie. Al onze goede technici werden immers meteen met de realiteit geconfronteerd en moesten de job leren via vallen en opstaan. Sinds een zevental jaren zijn er bij ons, binnen de verschillende netten, in dag- en avondonderwijs, een aantal scholen van start gegaan met de opleiding van technici. Academici, mensen uit de beroepswereld en industrie krijgen de gelegenheid samen de studenten te kneden tot volwaardige theatermensen. Dat men daarbij afstapt van het “schuifiessysteem” elk vak in zijn eigen laatje is niet alleen in België van toepassing. Via deze internationale meeting, hebben wij kunnen vaststellen dat ook in het buitenland meer en meer geopteerd wordt voor een vakoverschrijdende aanpak. En dat dit lukt, hebben wij zelf kunnen vaststellen, denk maar aan het spektakel van de eerstejaars.

Lezing in het London College of Fashion

aan de volgende EuCom bijeenkomst. Deze zal plaatshebben van 14 tot 18 juni 2006 in het Japanse Yokohama, naar aanleiding van de al daar georganiseerde World Light Fair. Verder

Zijn dergelijke bijeenkomsten snoepreisjes voor de deelnemers of werpen zij hun vruchten af? Ik kan alvast getuigen dat het zware dagen zijn en dat de organisatoren hun programma meestal overvol proppen. Niet alle presentaties zijn even boeiend of leerrijk, maar wat voor mij belangrijk is aan dergelijke bijeenkomsten is datje een wereldvisie krijgt op wat er binnen je werkgebied gebeurt. Dat je ook in contact komt met andere culturen en gebruiken. Een voorbeeld. We gebruiken kleur soms uit psychologisch standpunt; de kleur staat syno niem voor een gevoelstoestand. In het oosten koppelt men kleur aan de Jing en ]ang-theorie, aan de opkomende en ondergaande zon. Het is maar hoe je het bekijkt! Het allerbelangrijkste voor mij is echter dat je een groep mensen leert kennen, van over de ganse wereld, die belangeloos paraat staan om je met raad en daad bij te staan, om je informatie te geven over datgene waar zij sterk in zijn, over de wereld, het land waar zij leven. Is dat niet precies een van de doelstellingen van OISTAT? Foto’s Jerôme Maeketbergh

.

PROSCENIUM: OISTAT EDUCATION COMMISSION MEETING IN UK 23


CTIE-RECUP DE KVS OP TOURNEE IN KINSJASA ROSE WERCKX In het kader van het BASTA-festivaL werkte Raven RuëL met Afrikaanse acteurs aan een remake van Arne Sierens’ Martino. Le Centre WatLonie-BruxeLtes vroeg vervoLgens of er geen mogeLijkheid was dit stuk in Kinsjasa op te voeren. De KVS was bereid hier op in te gaan. Dit resuLteerde uiteindetijk in vijf voorsteLLingen, die pLaatsvonden op drie verschitLende Locaties in Kinsjasa: La SatLe Jacques BreL in het Centre WaLtonie-BruxeLLes, Le Théâtre des Intrigants in GitLy, getegen in de nabijheid van de Luchthaven, en L’Ecurie MaLoba. Productieteider 3ean SchoLs verteLde ons over zijn ervaringen. wij nodig hadden. Zo stond er op die lijst een toog (het stuk speelt zich af in een snackbar) die zij ginds vervaardigd hebben. Heel goed gedaan, het was wel niet dezelfde versie. In feite zijn zij heel inventief; als je niets hebt, moetje wel oplossingen verzinnen... Zij maken prachtige dingen. We brachten al het materiaalsamen en speelden ten slotte in een zwaar aangepaste versie. Zo moesten wij voor het licht rekening houden met de beschikbare middelen. Wij konden geen spots meenemen. Er zaten nogal wat IL’s in het stuk, maar die waren ter plaatse praktisch niet te vinden. Onze beurt om inventief te zijn. Alle zalen en restaurants hebben noodverlichting, omdat heel frequent de stroom uitvalt,

De technische pLoeg bestond uit een zesta personen en het materiaal werd verdeeld in de persoonlijke bagage. Wij hebben op voorhand wel een verlanglijstje opgestuurd van het technisch materiaal en de decorstukken die

‘coupures’ noemen zij dat. Het is daar normaal dat er gedurende drie tot vier uren per dag geen stroom is. Meestal is dat per wijk, maar wij hebben ook een algemene onderbreking meegemaakt, waarbij de stad een halve dag geen stroom meer heeft. Daarom gebruiken zij oplaadbare IL’s die, bij stroomuitval, nog een half uur tot een uur blijven branden. Die hebben wij dan gebruikt, het gaf veel minder licht, maar we konden toch spelen.

Reacties op de voorsteLLing De eerste twee voorstellingen waren voorbehouden aan de sponsors en hun genodigden. De derde avond waren de plaatsen gratis. In Brussel hebben wij Martino aan de inkom van

1

T

V

JOYSTICK AUDIO BVBA Raf Lenssens consultïng

ID 1 S C 0

,1I_ A S E R

n

i 0 0 1 N 0

u

c

S T

GELUID VOOR THEATER *Advjes van een specialist met ervaring in theater persoonlijke begeleiding

0 1 0

A S E S

0 1 N 0

*Voorstel totaal-project of losse apparatuur kOpleiding, vorming, cursus geluid in uw eigen theater

0 S0UD

VERKOOP VAN TOPMERKEN AUDIO Soundcraft, Midas, Sennheiser, Lexicon, Meyer Sound BSS Tascam, Neumann, AKG, Shure, RPG, DPA dbx, Klark Teknik, d&b Multikabelsystemen, ....etc... ,

Antwerpsesteenweg 334 2500 Uer Belgium Tel. : + 32 3 491 91 70 Fax: + 32 3 489 05 62 E-mail: info@phHppo.com uRL: www.phlippo.com -

contacteer: Raf Lenssens Joystick audio Luchterenstraat 25 A 9031 Drongen L.ËS

8

Tel: 09/2363718 Ïax: 09/2363719 GSM : 0475/669849 joystick©skynet. be

www.joystïck.be


ons decorate[ieropgevoerd, in een rudimentaire situatie met weinig richt en voor een beperkt pubUek van ongeveer 50 personen. In Kinsjasa speeLden wij voor zo’n 200 personen. De sfeer is niet te vergeLijken met hier: de mensen babbeen en reageren. Er was echter een groot probLeem. Ondanks de heersende armoede heeft iedereen b’ijkbaar toch een GSM, die ze echter op geen enkee manier weten uit te schakeen. De acteurs vangen dit dus op, repUceren,. maar na enkee minuten rinkeLt het opnieuw. De toeschouwers vonden de voorstefling gewetdig, omdat ze afweek van wat zij gewoonUjk te zien krijgen. Zij zitten nog in een soort vormingstheater, het moet aftijd over een zwaar maatschappeUjk probeem gaan: aids, een zwangerschap bij een jong meisje of een poLitiek probLeem, heel educatief. Wij brachten een soort soap, een klucht, problemen van gewone mensen. Het was voor hen een soort verademing en in feite een openbaring dat toneel ook anders kan zijn. Het enige verwijt dat we te horen kregen was “waarom het zo lang geduurd had om terug te komen’ De laatste keer dateert immers van 1954-’55, toen de KVS met producties van o.a. Tone Brulin het voormalige Belgisch Kongo bezocht. Het verwijt was niet kritisch in de zin van ‘wat komen jullie doen”, maar wel “waarom nu pas’ Daar is verschillende keren op gealludeerd. . .

Techniek of motivatie Hettotaalgebrek aan technische voorzieningen is opvallend. De enige min of meer uitgeruste zaal is La Satte Jacques Brei, die het nodige materiaal rechtstreeks betrekt uit België. Hetis mij opgevallen dat, ondanks de gebrekkige voorzieningen, de technici ‘régisseurs’ is de juiste benaming ter plekke er toch telkens in slagen de voorstellingen te realiseren. We konden dit meemaken in Le Ihéâtre des Intrigants. Het is een wijktheater met een eigen gezelschap, dat op vrij amateuristische wijze vormingstheater brengt. Zij bezitten een digitale geluidstafel, een Yama afkomstig uit België, ‘une table digitale’ waar ze mee willen uitpakken. Maar in het gebouw is er niet genoeg stroom: je plugt in, dat ding werkt niet. Geef mij dan liever een kleine geluidstafel. In ons stuk zijn er maar een paar geluidsfragmentjes op minidisk. In die omstandigheden moet ik niets digitaals hebben. Zij hebben dat dan wel en denken er goed aan te doen ons hun beste materiaal te laten gebruiken. In werkelijkheid zijn ze niets met gesofisticeerd materiaal. Zij zijn het best met zeer rudimentaire zaken, hun enthousiasme lost het wel op! Want ‘gedreven’ zijn zij, ondanks het magere loon. Het is meer een roeping.

In al de theaters ontwaar je analoge toestanden. Je ziet er roestige schijnwerpers liggen die bij ons sinds het verre verleden in onbruik zijn. Maar zij hebben er dan geen lampen voor, of het geld niet om zich nieuwe aan te schaffen. Als ik dan zie wat wij hier in het theater aan spots hebben liggen! Ze lekken wel een beetje, maar voor hen is dat absoluut geen probleem, want ze zien er nog dertig keer beter uit dan deze waar zij mee werken. Opvallend voor de bekabeling bijvoorbeeld is het ontbreken van stekkers: ze maken de kabels bloot, gewoon met de tanden, knutselen ze aaneen, beetje tape er rond en het is gekoppeld. Ik vermoed dat een veiligheidsdeskundige van bij ons er ter plekke grijs van zou worden.

-

Tijd en retativiteit Je kunt er ook niet tegenin gaan. De eerste dag dat ik er was, heb ik gewoon de knop omgedraaid. Hier ben ik nogal ongeduldig, het moet vooruit gaan, het moet op tijd klaar zijn. Maar ginder klonk het als “het zal klaar zijn als wij beslissen dat het klaar zal zijn’ Er heerst een ander tijdsbesef dan bij ons. Als je zegt “tien uur” kan het ook”half twaalf” worden. Je moet er wel begrip voor hebben, zich verplaatsen is al niet zo evident: wij hadden tijdens ons verblijf een busje ter beschikking en bij elke rit probeerde iedereen mee te rijden. Zo was er een groep circusartiesten straatkinderen die van een Duitser een die workshop kregen in circustechnieken een afspraak hadden in Le Centre Wallonie Bruxelles voor de uitbetaling van hun séjour. Zij kregen dat geld iedere dag in de hand en reden met ons mee. Eerst naar een oude filmzaal waar zij aan het werk waren en het geld afgaven, dan terugrijden met de persoon

Z9

die het geld gaf, en anderhalf uur later stonden wij weer op de plaats van vertrek.

Steunactie Binnenkort gaan we terug en we hebben het plan opgevat om de theaters ter plaatse te steunen. Wij willen het materiaal dat in België afgeschreven is en niet meer gebruikt wordt, verzamelen en opsturen naar Kinsjasa. We trachten dit te regelen via een diplomatieke zending. De technici in Kinsjasa hebben voorgesteld om het materiaal in een pool onder te brengen en een uitleendienst op te zetten. Een van de technici waarmee wij gewerkt hebben, Amedé, is voorzitter van de ARASIC, de lokale zustervereniging van BASTI. Hij stelt voor de dienst te beheren in het kader van de vereniging.

.

-

-,

OPROEP: Wie ongebruikt of afgeschreven theatertechmsch materiaal ter beschikking heeft, kan hierover contact nemen met Jean Scho[s per e-maiL jean. schols@kvs.be. Hij zorgt ervoor dat het materiaat terecht komt in de uitteendienst van Kinsjasa.

PROSCENIUM: ACTIE-RECUP 25


RANDSCANNER REFLECTIES BIJ EEN BRAN0000RLICHTING GUIDO SNOECK Brandveitigheid beschrijven voor een schouwburg is een quasi onmogeLijke zaak; jn per definitie verschiLtend. Om een voorbeeLd te geven: de bouw van De SpiL in Roesetare is absoLuut n met De Bourta in Antwerpen. De tijdsgeest en bouwtechnieken hebben ervoor gezorgd dat de gebouweer niet at en vanbuiten anders uitzien, maar ook vanbinnen. Dat wij, technici, meer geïnteresseerd zijn in de binnenkan dan i buitenkant, Lijkt me Logisch. Wij moeten zo’n gebouw Laten fuctioneren. En daar wringt het schoenije: bij aanpassings- of vernieuwingswerken wordt er weL geLet op de heersende tijdsgeest, maar wordt sLechts zeLden rekening gehouden met de toekomstige techno Logische ontwikkeLingen. In een gLazen bot kijken hoeft niet, maar een toekomstgerichte visie is weL nuttig. ,

Wat gebeurt er nu? Ofwe bijkt de machinerie te veer man! vrouwkracht-uren te vergen, ofwe krijgen de ruimten andere benaderingen, waarvoor ze dan weer ongeschikt bLijken en terug moeten aangepast worden. Diegenen onder ons die in een technisch mufticuftureet centrum werken, weten wat ik bedoeL. Dat een pLaatseLijke architect mocht ontwerpen en zich daarbij Uet bijstaan door het pLaatseLijke studiebureau, de aannemer, de eLektricien, de stoffenwinkeL uit de hoofdstraat, enz., dat is geLukkig voorbij. Soms zocht men huLp in het buitenLand, zeg maar NederLand. Destijds werd de binnenarchitectuur bepaaLd met het verouderde wetboek in de hand, om aan de veiLigheidsnormen te voLdoen.

Tegenwoordig is het anders De technici zijn mondiger geworden en hebben meer kennis van zaken. Sommigen zijn gegroeid

in verschiLLende toeLeveringsbedrijven, gaande van studieontwerpen, Licht en geLuid en podiumtechnieken. We haLen een hoog niveau in VLaanderen voor wat knowhow betreft en geLukkig zijn sommige architecten gevoLgd. Maar er is meer dan architectuur aLLeen. Eenmaat het gebouw draait, komen er andere LevensbeLangrijke facetten naar boven: Hoe gaat men om met de veiLigheid van het pubLiek? Hoe ontstaat brand? Wanneer breekt er paniek uit? Wie is de autoriteit die kan zeggen wat er zal gebeuren, eenmaaL een ramp pLaatsvindt in een overvoLLe schouwburg? Ik mag er niet aan denken en ik wens niemand een rampscenario toe. Maar feiten zoaLs onLangs in Egypte, waar de nooduitgang werd versperd door een brandende baLk, Laten me doemdenken. We weten immers aLLemaaL dat de nooduitgangen een vrije doorLoop moeten -

-

-

-

hebben. Maar hebben ze die weL aLtijd? Voor de nooduitgangen rekentmen 1cm pertoeschouwer, aLsaLLesvLakis. Gaan dietoeschouwersin paniek de nooduitgang vinden aLs die geLegen is op een voor hen onbekende pLaats? Zij kennen immers aLLeen maar de uitgang waarLangs ze binnenkwamen. Hoe ga ik om met de horeca-uitbater, die gaat kokkereLLen voor te veeL mensen in een te kLeine ruimte? Wat aLs pLotseLing, om 18u de “stoottroepen” van een traiteur binnenkomen met open vuren? Wat met de koffiemachines die 24 op 24u aan staan? Met het tL-Licht dat aLtijd bLijft knipperen in de keLder? Met de verpLaatsbare ontvangstbaLie, die pLotseLing nodig bLijkt aan de hoofdingang, en de doorgang verspert? ALLemaaL punten waar brand en onveiLigheid kunnen uit voortspruiten. -

-

-

-

-

Reactie bij brand

Gran Teatro det Liceo Barcetona na de brand in 1994

6 PROSCENIUM: BRANDSCANNER

Deskundigen beweren dat branden meestaL pLaatseLijk bLijven en het gebouw voor het overige gespaard wordt. SLachtoffers vaLLen hoofdzakeLijk door verstikking en panieksituaties. Daar zitten we meteen bij een ander heikeL punt: hoe reageert een groep mensen bij brand? Een aantaLjaren geLeden ging bij een receptie het brandaLarm af. BLeek dat er in die ruimte pannenkoeken werden gebakken precies onder de branddetector (Oef!). De reactie van het pubLiek: ‘Het sirenegeLuid stoort ons gesprek’S De voLgende dag op ‘den bureau” moest worden uitgeLegd hoe dat had kunnen gebeuren, want er waren ‘kLachten over irriterend geLuid’ Waarom had het pubLiek niet gereageerd op het noodsignaaL? Bij de brandweer had niemand daarop een antwoord. WeL vertelden ze me dat vuur en vLammen, in combinatie met rook, paniek veroorzaken. Hoe die paniek ontstond,


bLeef een vraagteken. Paniek ontstaat spontaan, zonder duideLijk omschrijfbare reden. Mensen veranderen dan eenskaps, en gaan zich heer anders gedragen. We weten zeLfs niet van onszeLf, hoe wij in een panieksituatie zouden reageren. Het overkomt ons gewoon, zeLfs een brandweerman kan verkrampen hij een paniekgevoeL Door een gesprek met een kapitein van de Lange omvaart kwam ik te weten dat er een Zweedse studie bestaat in verband met het evacueren van cruiseschepen bij brand. Uit die studie bLeek o.a. dat er op 100 mensen 80 voLgers, 10 Leiders en 10 paniekzaaiers zijn. Bij een Levensbedreigende toestand reageert de groep na 30 seconden. ALs binnen die tijd de Leiders niet rustig ingrijpen ( zorgen voor de anderen), zuLLen de 10 paniekzaaiers de toestand uit de hand Laten Lopen en sLaan de $0 anderen op de vLucht. Waarheen ?

Dit is voor ons aLLemaaL herkenbare materie, niet? Niets nieuws onder de zon... En dan hebben we het nog niet gehad over: Is het vasttapijt brandvrij of vLamdovend? Zijn de ventiLatiekanalen uitgerust met brandkLeppen? - Is er compartimentering van de lokalen waar kabelbanen doorLopen? - Is er een gasdetector bij de gasbranders? - Is er een vuurvergunning bij gebruik van open vuur? - Kennen de mensen de werking van een brandbLusser? -

-

Eén zin in het rapport zal me aLtijd bij blijven: “orde en netheid is voor de verzekeraar een indicatie om risico’s van brand -en arbeidsongevaLten in te schatten’ Orde en netheid zijn dus uiterst doeLtreffend om risico’s te vermijden. Het is bovenal goedkoop, maar vereist natuurLijk discipLine van iedereen die in het gebouw werkt. Ook dat is voor ons allemaal herkenbare materie. Niets nieuws

. .

Doortichting In deze context was de branddoorLichting van onze schouwburg verheLderend. Die werd uitgevoerd door een verzekeringsmaatschappij. Zij zijn immers gebaat met een brandveiLig gebouw. Zeker aLs er veeL mensen bij betrokken zijn. Je weet weL, ze betaLen niet graag. Een dure verzekeringspremie kan zeLfs verLaagd worden, indien de uitgevoerde aanpassingen een serieuze verbetering van de brandveiLigheid be tekenen. Vanaf het begin van de doorLichting had ik gehoopt op een open gesprek, en geLukkig was dat ook het gevaL. Met de deskundige hebben we de schouwburg van keLder tot nok doorgeLicht. ZeLfs het kLeinste, donkerste hoekje werd geïnspecteerd. MeestaL kwamen we de macht der gewoonte” tegen: - op pLaatsen waar aL eeuwen poetsgerei opgesLagen staat, verbroederden vergeten fLessen brandspiritus, thinner en whitespirit! - De horeca gebruikt de deLen van de evacuatiegangen aLs stockeer ruimte - Een brandvrije deur is gebLokkeerd met een stoeL of een houten spies Een papiercontainer staat bij een eLektrisch bord - Sigarettenpeuken in weinig gebruikte LokaLen . .

-

onder de zon... ALLe opmerkingen in het rapport kunnen niet, aLthans direct, worden uitgevoerd. Dit door foutieve constructies van architecten van weLeer. Om aan de veiligheidsnormen te voLdoen, zou men opnieuw moeten breken. Deze keer niet omwiLle van de baksteen in de maag, maar van onszeLf omwiLLe van de veiligheid van het geachte pubLiek en . . .

ALs afsluitertje nog wat denkwerk: Hoe wordt de brand gemeLd in “huis” en aan wie? - Wie belt de brandweer? (Ken je het nummer uit je hoofd?) - Wie zet de ventilatie uit? - Hoe weetje dat aLLe mensen buiten zijn? - Wie doet een eerste bLuspoging zonder zichzelf in gevaar te brengen? Wie Leidt het pubLiek? - Wie informeert de brandweerofficier? - Hoe wordt het pubLiek gewaarschuwd? - Al eens gedacht aan een evacuatieoefening met pubLiek zonder paniekzaaierij? Na verschilLende gesprekken met podiumtechnici raad ik ieder technisch hoofd een geLijkaardige, verheLderende doorlichting aan. -

-

.

OEKEN

De speter en de strop, 200 jaar Gents theater in een boek De titeL dekt meteen de Lading. De Gentenaar, die door Keizer Karel het scheldwoord ‘stroppendrager’ om de nek werd gehangen, heeft die naam immers steeds met koppige trots gedragen. Dat rebeLse imago nam ook menig Gents podiumkunstenaar ter harte. De dertien teksten in het boek werden geschreven door theatermensen aan de zijLijn, voornameLijk uit de academische wereld. “Het Gents theater staat momenteeL weL aan het begin van een interessant nieuw hoofdstuk”, Patrick ALLegaert, mederedacteur zegt en voorzitter van de theatercommissie

en mederedacteur van het boek. “Het kunstendecreet is in voege getreden en met de komst van Johan Simons naar NTGent zal ook het Gents stadstheater er in de toekomst heel anders gaan uitzien.” Maar als De speler en de strop iets iLlustreert, dan weL dat sommige thema’s en gevoeLigheden van aLle tijden zijn. (De Morgen 13 februari 2006)

ALbum Atfons Goris “Why? Because they’re crazy, that’s why.” Deze uitspraak van Isamu Noguchi is het leitmotiv van het pas verschenen “ALbum ALfons Goris’ Deze fraaie uitgave omvat foto’s en tekeningen over het werk en Leven van deze theatermaker, ere-directeur van het Hoger Instituut voor Dramatische Kunst, Studio Herman Teirlinck. De publicatie (+/- 180 bLz., formaat 20 x 26, tientaLlen ilLustraties) is verkrijgbaar door overschrijving van 20 euro op rekening 0014158628-23 van POLIPHILO bvba Desguinlei 64, 2018 Antwerpen, met vermeLding “ALfons Goris” en factuur indien gewenst. —

De speLer en de strop: tweehonderd jaar theater in Gent, Uitgeverij Snoecks, Info: 09/225.01.01 of www.ntgent.be PROSCENIUM: BRANDSCANNER/ BOEKEN 27


Met Roden Staal komt u .

optimaal aan uw trekken en aan al uw andere theater-technische installaties.

Waar technologie, kunst en kennis elkaar ontmoeten

Heftafets Manteau’s Lichtbruggen Brandschermen Beweegbare podia Vrachtwagen heffers Service en onderhoud Loop en bedieningsbruggen Computer gestuurde trekken Etektrisch bedienbare trekken RODEN

Auvicom nv is een gespecialiseerd audiovisueel bedrijf met meer dan 30 jaar ersaring waar men terecht kan voor alle projecten omtrent klank en beeld Wc verhurcn voor edor evenement aic presontate materiaal, al das net met protessisnele technische ondersteuning.

Auvicom nv Studie, oerkoop en hersteling von alle AV materiaal behoren teoerrs tot ons uitgebreid dienstenpakket.

Altembergoesteenweg 61 8 620 -

1653 Dworp Beersel -

T. 02-380 tO 44 t. 02-380 1089 E. itrts@stioicom.be www.auoicom.be

STAAL

w/iJt

.ÏI TI II

Exclusief distributeur Benelux

Distrïbution of professional Iightïng equipment Service and support “Intelligent” Iighting for theatre and projects

Exclusïve Uistribution -

Cirro . CIay Paky • CLS • E-CUE • Major MA Lïghtïng • Rainbow • Vari*Lite •Xïlver

Distribution GE Lïghtïng

Osram• Philips


ARIA

BI EXPO

BIENNIAL OF STAGE DESIGN

In Begrado heeft van 14 tot 17 september 2006 de BI EXPO paats, de Internationa Performing Arts and lechnotogy Fair. De initiatiefnemers hopen dat BI EXPO de eerste tentoonst&iing van dittype in Zuidoost Europa, een ontmoeti ngsptaats voor professionee scenografen zat worden, een ptek om nieuwe contacten te teggen met zowet de creatieve ats de technische sector. Parattet met de expo ptannen de organisatoren de zesde ‘Bienniat of Stage Design’ Op het programma staan tentoonstetU ngen, conferenties, semi naries, workshops, performances.

-

zich zijn geschiedenis en vormt een permanente inspiratiebron voor de theatermaker. De tentoonste[ting “Ruimte & Spet” confronteert de bezoeker via het geselecteerde archiefmateriaal met de ontwikkeling van de architectuur en de vormgeving van de theatervoorsteltingen in en rond de KVS vanaf 1930. Zondag 23 april Woensdag 20 september 2006 Archief en Museum van het Vlaams te Brussel (AMVB) Arduinkaai 28 1000 Brussel e-mail: info@amvb.be Open van dinsdag tot zaterdag, van 10.00 tot 17.00 uur. Gestoten op maandag, zon- en feestdagen. —

MUSIC FUND

Music Fund is een organisatie die materiële steun biedt aan jonge muzi kanten en muziekschoten in ontwikke tings- en conflictgebieden in de wereld. Het verzamelt instrumenten, laat die in orde brengen, en bezorgt ze ter plaatse. Music Fund krijgt de steun van een brede en indrukwekkende groep van concertorganisatoren in België én in het buiten land. Het wordt gedragen door een waaier aan voor organisatie, uitbouw en vrijwilligers herstel van instrumenten en ontvangt steun van verscheidene sponsors. In het beschermcomité zitten vertegen woordigers uit de culturele sector, de eco nomische en de politieke wereld. -

Info: http://www.yustat.org RUIMTE & SPEL in en rond de KVS na 1930

Het archief van de Koninktijke Vtaamse Schouwburg (KVS) berust sinds 2004 in het Archief en Museum van het Vtaams teven te Brusset (AMVB). De heropening van de vernieuwde schouwburg is voor het AMVB de aanteiding om het pubLiek te taten kennisma ken met de geschiedenis van het toneetteven in en rond de KVS. Het gerestaureerde gebouw, ontworpen door architect Jean Baes in 1887, heeft een bijzon dere ptaats verworven binnen het architecturate erfgoed. In retatie met de hedendaagse ingre pen brengt het eveneens het verteden naar het heden. Zoats een geschreven tekst herinnert het

gefinancierd, en de kosten voor herstel en transport van de instrumenten. Music Fund wilbruggen bouwen tussen mensen. Enerzijds zijn er de mensen in Europa die de instrumenten schenken of herstellen, die alles organiseren, coördineren of ondersteunen,... Anderzijds zijn er de mensen in het Zuiden die de instrumenten ontvangen en bespelen, de collec tie beheren of het muziekonderwijs organiseren. Via de database kan iedereen de geschiedenis van ‘zijn’instrumentvolgen en worden banden gesmeed.Al wie betrokken is bij Music Fund werkt op vrijwillige basis. Begin 2006 wordt Music Fund als onafhankelijke organisatie ( vzw) opgericht en hopen we tevens mensen professioneel te kunnen inzetten.

-

Werking en fiLosofie In de eerste plaats verzamelt Music om de twee jaar Fund dus instrumenten een grote actie. In de tussentijd zorgen concertorganisatoren voor extra inzameldagen, gelinkt aan een concert of een evenement. En dan begint het complexe werk : de muziekinstrumenten worden opgehaald, door experts geëvalueerd en gerestaureerd, de gegevens worden in een database ingevoerd. Daarnaast zorgt Music Fund ook voor fondsenverwerving. Daarmee worden de overheadkosten

Experts De muziekinstrumenten die Music Fund verspreidt moeten bespeelbaar zijn en in goede staat. Dat vergt doorgaans wel wat nazicht en herstel. Tal van instrumentenbouwers en -herstellers hebben zich daartoe bereid verklaard. Zij zorgen voor de degelijkheid van de verzameling. Ook opleidingen instrumentenbouw hebben zich vrijwillig ten dienste gesteld om een aantal instrumenten in orde te brengen. Vanaf 2006 worden een aantal experts ingeschakeld in het uitbouwen van ateliers voor herstelling, stemming en bouw van muziekinstrumenten in de lokale muziekscholen in derdewereldlanden of conflictgebieden. Het is voor Music Fund een unieke kans om een project van ‘capacity building” te realiseren dat het muziekonderwijs op een zeer concrete manier ondersteunt. Music Fund levert zo niet alleen muziekinstrumenten, maar ook de knowhow om ze te stemmen en te herstellen. Music Fund Voorzitter : Lukas Pairon Tel. : 0475 44 51 81 lukas.pairon@skynet.be info@musicfund.be http://www.musicfund.be Van Volxemlaan 164 1190 Brussel België

.

-

PROSCENIUM: VARIA 29


B

Q$%)

CONTACTDAG BASU 9 juni 2006 KoninkLijke Vtaamse Schouwburg BrusseL

op vrijdag 9 juni 2006 viert BASTI haar 25 jaar in de KVS: Arduinkaai 7, 1000 Brussel met als thema “architectuur en infrastructuur van het theater’ Programma: -

9.45 uur: onthaaL koffie 10.00 uur: verweLkoming door Rose Werckx, voorzitter 10.15 uur:feestrede door de heer Eric Antonis, medeoprichter van BASIT 10.30uur: presentatie en toelichting bij de renovatie- en restauratiewerken aan de KVS door de ontwerpers 12.00 uur: middagmaaL 14.00 uur: verdeLing in groepen: *begeceide rondgang in het gebouw * demonstraties van theatertech nische bedrijven *bezoek aan de tentoonstelling “Ruimte en Spel” 17.00 uur: “One for the road” -

-

-

-

-

-

-

Inschrijvingen: zie insert voor 1 mei 2006 a.u.b. —

\i%I

BA4TT UITNODIGING OISTAT AC MEETING 8 9 -10 Juni —

Van 8 tot 10 juni organiseert BASTT(’) als Belgisch OISTAT-centrum (2) een Architecture Commission Meeting. Tijdens deze meeting wordt de relatie tussen theaterarchitectuur en theatertechniek onderzocht. Voor veel mensen is theatertechniek vooral een zaak van technische uitrusting. Maar techniek gaat ook over “hetjuiste (theater)gebouw bouwen”

) PROSCENIUM: BASTT NIEUWS

en meer nog is de techniek ook begaan met de vraag hoe mensen in een ruimte bij elkaar te brengen om gezamenlijk een voorstelling te delen. Zou het kunnen dat juist op dit punt architectuur en techniek één zijn? De meeting is zeer praktijkgericht en richt zich tot iedereen die toekomstgericht wil denken en handelen voor een kwalitatieve theaterinfrastuctuur. Met internationale theaterarchitecten zal aan de hand van recente Belgische voorbeelden van ideeën gewisseld worden over het ontwerp van theaterruimte. Een publicatie van de meeting zal achteraf worden opgemaakt. Donderdag 8 juni 2006 deSinget — Conservatodum te Antwerpen 13.00 u Rondleiding Internationaal Kunstencentrum deSingel / Conservatorium 14.00 u Presentatie uitbreiding deSingel/HA door Architect Stephane Beel 16.00 u Debat: “Architecture and Technics in TheaterbuiLding” Vrijdag 9 juni 2006 KonikLijke VLaamse Schouwburg te BrusseL Zie programma van de Contactdag Zaterdag 10 juni 2006-03-23 HandeLsbeurs—VOORUIT— Minardschouwburg te Gent 11.00 u Rondleiding Handelsbeurs 12.00 u Rondleiding Minardschouwburg 15.00 u Afsluitend debat: “Contemporary TheatrebuiLding in BeLgium” PRAKTISCH De voertaal op donderdag 8 en zaterdag 10 juni is Engels, op de contactdag van 9 juni Nederlands. ( deelname aan de contactdag: zie bijlage) Inschrijven voor deelname is verplicht. Dit kan nog tot 1 mei 2006. Na inschrijving ontvangt u per kerende een bevestiging ( routebeschdjving, toegangsbewijs, . ..) Deelname aan het dagprogramma kost 15 per dag (10 euro voor BASTT leden). Eventuele overnachting en lunch zijn betalend. (Footnotes) (1) Be’gische Associatie voor Scenografen en Theater Technici http://www.bastt.be ( 2) International Organisation of Scenographers, Theatre -

Architects and Technicians

-

http://www.oistat.org

.

--i.d___jg;

Za


.

Met het oog op kwatfteft, veiligheid en fLexibiLiteit ontwikkett Protyte sinds 1 992 een uitgebreid gamma aan producten voor de entertainment industrie. Dankzij het vaak gekopieerde, maar nooit verbeterde conische koppeling systeem, is Protyte marktteïder in Truss Systemen geworden, niet atteen in Betgië maar verspreid over Europa en ver erbuiten. Na grondig studies en in samenspraak met gebruikers uit de sector biedt Protyte nu ook uitstekende ___. optossingen voor de theaterweretd.

P ROLYTE PRODUDCTS 500

Pro[yte introduceert de Profyft PLT-500, een moduair systeem imptementeerbaar in elk theater en bestaande hijsinstattaties. De uiterst stevige PLT-500 biedt een zeer precieze en betrouwbare positionering met een laadcapaciteit van 500 kg. De PLT-500 is de ptaats- en getdbesparende optossing om uw trekkenwand te motoriseren. Met een getuidsioze snetheid van 2m/s overktast hij at zijn concurrenten, met ats uttieme bewijs de SIL 3, BGV cl, NEN 3173, CE en DIN 56950 voorschriften. 500 k 1 kN 2m/s lm/s2 3,3m1s2 7ONm

DRIVE CAPACITY DRIVESPEED MAX. ACCELERATION MAX. DECELERATION FOR E-STOP MOTOR M NOMINAL

5AFE-rY FACTOR CHAIN HEIGHT DËPTH BUILD IN WIDTH POSITIONING ACCUACY

10 modutar, in sections of 2m max 200 mm at position of motor 200 mm max. 1 mm

Protyft

t

Protyft is een robuust, wegbestendig gamma van kettingtakets met gebruiksvriendetij ke etektronische 1 Dê Protyft reeks gaat van 250 kg tot eigenschappen. t verkrijgbaar in verschittende types zijn kg en 2000 1 en opties. Zijn uitstekende kwatiteit wordt onderteund door een tevenstange garantie.

t

(tProTrc Het gepatenteerde ProTrac systeem werd ontworpen ats opvolger van de bestaande trek. ProTrac biedt de optossing wanneer de eenvoudige trek niet meer votdoet aan de gestetde eisen. Door zijn uniek ontwerp is de ProTrac instaat om een betasting tot 550kg te dragen en kan worden geïnstalteerd in etk bestaande instattatie zonder enige aanpassing. In combinatie met de PLT-500 verhoogt u aanzientijk de mogeLijkheden van uw produc tieteam en bespaart u enorme ptaatsing- en toonkost.

rrv 4

Ontdek binnenkort de nieuwste paret van Martin: de Martin MAC TWI.

Atte tichtdesigners zutten deze 1200W Tungsten Wash hatogeenspot vot bewondering aanschouwen. Hun vraag naar een intettigente hatogeenspot die eenvoudig is in gebruik, wordt eindetijk beantwoord. Het ‘twin tens zoom’-systeem, de CMY kteurenmenging en de keuze tussen interne of externe etektronische dimming zijn verwerkt in een robuust, maar vederticht omhutset. Deze afwerking voorziet een snette en geruistoze afkoeting van het toestet.

(vdv.com

Q;: +31 (0)3/886.0300

+32 (0)3/886.07.70

7 e-saLes@evdv.com


0

Lj:•;

r

czi

LV

0

3OO3OO2

H 2.1Éî1

fl,LLJ

p.

tt

_LÏ;LjI1 1 1 Ï_Li_1

-

fLJL1I t 1 1 1 III

L1 ;d

--


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.