Proscenium 41

Page 1

P. B 9099 GENT X BC 5903


r

SK5212

1 ———

—J_

a—•

i_._

_

_

_

Pl

L

You can always rety on Sennheiser wireless microphone systems. wherever you are in the world, whatever task you face, even under the most hostile conditions. As one of our custo mers puts It, “Sennheiser RF works where others fail”. So cail on Sennheiser for the most comprehensive RF wireless product portfolio worldwide—with microphones of every sort, a wide range of accessories and custom-made “specials”. Get assistance from our global RF sup port team and find complete system solutions for every broadcast, stage or theater production, inciuding the only true solution for muttichannel applïcations. Our equipment is upward and downward compatible, ensuring that Sennheiser always remains a worthwhile investment. For more information please visit www.sennheiser.be.


DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VOOR THEATERTECHNIEK THEATERARCHITECTUUR SCENOGRAFIE

INHOUD 05

Jaargang 10 Nr. 41 december 2006

Theaterinfrastructuur REVIVAL VAN BUDA

-

Kortnjk kiest voor eitandcuttuur

Proscenium is een pubicatie van

BASU Be’gische Associatie van Scenografen en Iheatertechnici vzw aangestoten bij OISTAT

Secretariaat, redactie, correspondentie, advertentie Aza[eaaan, 30 B-1030 Brusset tet.: 02 215 08 52 fax: 02 241 44 76 e-mait: prosceniumbastt.be, bastt@bastt.be website : www.bastt.be

153 Scenografle RUIMTELIJKE VARIATIES OP EEN THEMA Wagners Tristan & Isotde 1865-2006

Hoofdredactie Rose Werckx Werkten mee aan dit nummer: Tanya De Roey

21

Luc Dhooghe Jerôme Maecketbergh

Opteiding EEN HEEL EIGENZINNIGE, ACTUELE OPLEIDING

Guido Snoeck Ivo Kersmaekers

Interview met Pot Dehert, opteidingscoördinator podiumkunsten en technieken van het Rits (Erasmushogeschoot Brusset)

Geert Sels Ive Vandefonteyne Rose Werckx

Cover Outside Project-Rits-Abattoir Fermée ©

27

foto Anouk Luyten

Theatertechniek OISTAT TECHNOLOGY

Druk Sintjoris

-

Nevete

Vormgeving

Commission Meeting, Belgrado 2006

www.brussels[of.be Prijs per nummer: 5,00 € Abonnement (4 nrs.); 18,00 € Bank: 402-5525161-38 van BASTT vzw

Buitentand Prijs per nummer: 7,00 € Abonnement (4 nrs.): 25,00 € IBAN: BE24 4025 5251 6138 BIC: KREDBEBB

29 Theatertechniek EEN ZOEKTOCHT NAAR NOVITEITEN OP DE PLASA-BEURS

Teksten, foto’s en iDustraties mogen enke’ worden overgenomen mits voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Verantwoordelijke uitgever Jan Stdckx Steenweg op Aalst, 134 c B-9308 Hofstade-Aatst

Adverteerders: AMPCO Belgium AMPTEC Stage Studio Techno[ogy CANDELA EVDV Trade JEZET SEATING JOYSTICK Audio PHLIPPO Show[ights RODEN STAAL SENNHEISER Betux SERVIO SLP STAKEBRAND HAS VERBIEST

ADB

-

-

-

-

-

Verder BASTT NIEUWS

-

-

-

-

-

-

-

-

-

PROSCENIUM: INHOUD 3


D PA. .

M 1 C R 0 P H 0 N E S

Exclusïve X-Mas Promotions & Package deals!

Your reputation starts here.. .

don’t miss this opportunity to get some of these fine microphones at an attractive price!

1

-

4090 DPA quality at an affordable price 4091 Recommended for hïgh level instrument recordings

4011 The smoothest off-axis response of any standard cardio mic on the market 4015 Wide cardio, the best of both worlds

4022 Super high quality cardïo ïn a compact housing 4033 Super high quality and compact, also available in omnï .:‘

4060 The best sound and very compact 4061 Many accessories available

4066 The strongest and best sounding headband on the market 4088 The cardîo version of an industry standard

rP

Get yourself a nice a nice Christmas present! Contact us at sales@amptec.be for temporary promotions and package deals.

AMPIEC

professîonat sound sotutions

Duifhuisweg 11 12. “Het Dorpsveld” B-3590 Diepenbeek Belgium Tel: +32 (0) 11/28.1458 Fax: +32 (0) 11/28.14.59 E-maîl: sales@amptec.be -

-

-

-

-

-

http://wwwamptec.be


op donderdag 8 februari 2007 organiseert BASU een contactdag in de Vlaamse Opera van Gent, met als thema ‘Nieuwe Media” bij de voorstelling van Wagners Ring in regie van Ivo Van Hove. In bijlage vindt u het programma met het inschrijvingsformulier. Voor bijkomende informatie kan u terecht op onze website http://www.bast.be. Samen met de AfdeUng Milieuvergunningen van het Ministerie van de Waamse Gemeenschap starten we een werkgroep voor de herziening van de verouderde items in de Vtaremwetgeving inzake brandveiLigheid in publieke gebouwen, en de definitie van ‘schouwburgza[en’, in functie van de hedendaagse noden en technologieën. In tegenstelling tot vroeger worden cursussen vandaag door talrijke groepen en instanties georganiseerd. Wij trachten de hiaten in te vullen. De cursus Veiligheid is inmiddels van start gegaan, en een cursus PA voor theaterzalen staat op de roL Op aanvraag kan BASU inspelen op de plaatselijke noden. De PQ 2007 heeft veel plannen. Zelden zag ik zo’n uitgebreid programma. In juni 2007 wordt Praag een heel bijzondere plek! BAST[ schreef een wedstrijd uit voor het ontwerpen van een stand voor de Belgische opleidingen in theatervormgeving. fr Momenteel wordt er door de initiatiefnemers druk gewerkt aan de voorbereiding van ScenofesL Wie hiervoor interesse heeft kan terecht op http://www.scenofest.org Een van de kerntaken van BAS1T blijft het bevorderen van de communicatie tussen de technici, de ontwerpers en de bedrijfswere[d in binnen- en buitenland. De discussiepagina op onze website is een open forum waarop problemen die ook anderen uit de sector aanbelangen, kunnen aangekaart worden. Voor individuele vragen kan men terecht op het secretariaat, dat zonodig doorverwijst naar een geschikte deskundige. Een vernieuwd bestuur kondigt zich aan in de loop van het volgende jaar, wegens het nakende ontslag van enkele leden die plaats maken voor een jongere generatie. Wij hopen hen u binnenkort te mogen voorstellen. Namens de Raad van Bestuur en het redactieteam van Proscenium, wens ik u allen een mooi en constructief 2007

Rose Werckx

%j Foto’s: Jo Kaps

z -z PROSCENIUM: BASTT-NIEUWS

5


EVIVALVAN BUDA KORTRIJK KIEST VOOR EILANOCULTUUR GEERTSELS Eén van de eerste najaarsfestivats dit seizoen was BudaFest, met aLs gasten Damaged Goods, Lone Twin en Superamas. Het was een concrete toepassing van een werking die de voorbijejaren in Kortrijkvorm kreeg. Ze groeide uit een stadsvernieuwingproject dat materiëte infrastructuur voortbracht, een functioneet concept scherp steLde, en een nieuwe organisatie op poten zette.

Visie en strategie ALtes wat met die werking te maken heeft, draagt Buda in de naam. Of het nu de gerenoveerde zaten betreft, of het nieuwe kunstencentrum dat ontstond na een fusie van Kortrijkse cuttuuractoren. Men spreekt niet Langer over de Pentascoop of de Iacktoren, maar over de Budascoop en de Budatoren. Het kunstencentrum heet KC Buda. Eén van de festivaLs kreeg de naam BudaEest mee. Daar zit niet alLeen Logica achter, maar ook een strategie. De voorbije jaren heeft de stad Kortrijk zich achter een visie geschaard en die wiL ze ook naar buiten dragen. Ze heeft een heeL stadsdeeL, niet zo ver van het centrum en dus waardevoL, voorbestemd voor cuLtureLe doeLeinden. Daarvoor heeft ze creatief naar fondsen gezocht, maar er ook zeLf aardig voorin de stadskas gegraaid. De naam van ditstadsdeeL, het Buda-eiLand, geLegen tussen twee armen van de Leie, is dus van schier anoniem, en minder positief geconnoteerd, tot een merknaam geworden. Kortrijk wiL met dit cuLtuurproject aan branding doen; doorgaans een probaat huLpmiddeL bij city-marketing. Dat het Kortrijkse KC Buda tot een van de ruimst bemeten kunstvoorzieningen van het VLaamse podiumLandschap is uitgegroeid, heefteen Langeincubatietijd nodig gehad. Daternuin een straaLvan een paar honderd meterzowat8.700 vierkante meter oppervLakte voor cuLtuur kLaarLigt, heeft te maken met het uitkristaLLiseren van een visie én de daaropvoLgende daadkracht. De werking is ondertussen operationeeL en

6

PROSCENIUM: REVIVAL VAN BUDA

stukvoorstukworden de pLannen in reaLiteit omgezet. Na hetdenkwerk en het besLissen, is nu de oogst aangebroken. De Pentascoop en de Tacktoren maken aL deeL uit van de werking, de PaardenstaLLen staan op het punt opgeLeverd te worden, en de fabriek Desmet-Dejaeghere, aLsook de Secret Gardens worden in de nabije toekomst gereaLiseerd (zie kader). Het Levert een amaLgaam aan zalen op: van kLeine studio tot middeLgrote zaaL, van kunstenaarsateLier tot fiLmzaaL, van dansstudio tot grote expohaLL.

CuLtuur aLs motor Aan dit stadsvernieuwingsproject met cuLtuur aLs motor is een traag rijpingsproces vooraf gegaan, gevoLgd door een conceptvorming met taL van wiLdgroei. De eerste aanzet komt er in 1990, aLs Bernardo Secci en PaoLa Vigano de stedebouwkundigewedstrijd voor Hoog Kortrijkwinnen. SneLdaarna krijgt dit Italiaans team de vraag om zijn visie te geven over de voLLedige stad. Secci en co zien de stad niet Langer aLs een concentrisch modeL, maar aLs een systeem met deeLcentra. Ze trekken een noord-zuid as en enten daar dwars hun deeLcentra op, zoaLs de spoorwegbuurt, groenstructuren en de Leiezone. Eén van die centra is het Buda-eiLand. In dejaren negentig is het Buda-eiLand aan het LeegLopen. Er zijn oude bouwbLokken en Leegstaande industriëLe gebouwen, zoaLs een brouwerij en zeepziederijen. KinepoLis trekt weg uit de Pentascoop, in de jaren zeventig een van de eerste bioscoopmuLtipLexen, en vestigt zich buiten


de stad. WinkeLs en horeca stuiten, er is de aansepende dreiging van Leiewerken en de bijbehorende onteigeningen. Er wonen nog ongeveer achthonderd mensen; een ziekenhuis en een expansief bejaardentehuis bepaLen het profiet. Het eiLand maakt een vervaten en verwaar’oosde indruk. Positiefbekeken: hieriggen kansen om nieuwestedeijke ruimten te ontwerpen. Wie dat potentieeL van meetaf aan juist inschat, is Wi[y Maysse, op dat moment artistiek Leider van het kunstencentrum LimeLight. ZoaLs weL vaker is hij de aangever, de man die op pLannen broedt en ze vervoLgens in dossiers vertaaLt. In de fase van de genese is hij intens betrokken. MeermaaLs brengt hij de Kortrijkse cuLtuuractoren bij eLkaar om ideeën afte tasten en de neuzen in dezeLfde richting te krijgen. Voor het eerste project dat de Buda-site openbreekt, de Tack Toren, verricht hij veeL werk achter de schermen. De contouren voor een netwerk van infrastructuur ontbreken nog. VoorLopig is een eerste herbestemming voor cuLtureLe doeLeinden het perspectief. Het concept krijgt vorm De Tack Toren, een voormaLig brouwerijgebouw, wordt toevertrouwd aan de architecten Stéphane BeeL en Lieven AchtergaeL. Ze doen een voorsteL in fasen, waarbij ze eerst de toren renoveren en Later beLendend een nieuw te bouwen zaaL voorzien. De toren besLuiten ze te vrijwaren, maar ze pLaatsen er een glazen schiL voor, waarin ze de toegang, de trappen, het sanitair en de foyerruimte onderbrengen. De architecten gaan vrij autonoom te werk; het overLeg met de toekomstige gebruiknemers is minimaaL. Zo steLLen ze zeLf een mogeLijke invuLLing voor. Bij een presentatie, niet Lang voor de opLevering, bestemmen ze een van de vijf verdiepingen aLs expositieruimte, terwijL de gebruikers daar heLemaaL geen nood aan hadden. Verspreid over de vijf verdiepingen komen er uiteindeLijk dansstudio’s en repetitieruimtes. Theater Antigone brengt er zijn kantoren onder. Nu nog worden de ruimten overwegend gebruikt aLs repetitiepLatform. OccasioneeL wordt er een kLeine presentatie of work in

‘Buda’-Tacktoren

n

Buda’-Tacktoren

-

Lengtedoorsnede

‘Buda’-Tacktoren

-

Dwarsdoorsnede

PROSCENIUM: REVIVAL VAN BUDA

7


‘Buda’-Tacktoren

progress voorgesteW. Ms de toren in 1998 in gebruik wordt genomen, is dat de eerste feiteLijke cuLtureLe bestemming op het eiLand. Even Later sLuit kunstencentrum LimeLighteen overeenkomstom een deeLvan zijn uitdijende fiLmwerking onder te brengen in de Leegstaande Pentascoop. Er begint zich een vaag idee af te tekenen. Het idee krijgt ingang bij de pLaatseLijke bewindvoerders, maar het is nog vrij ongericht. ALs het schepencoLLege eind 2001 een stuurgroep opricht voor het eiLandproject, met onder andere Eric Antonis en Rudi Laermans, moet die zich over taLvan kwesties beraden Eén daarvan is het potentieeL van het zaLencompLex Pentascoop tegen het Licht houden, kijken of muziekcLub De Kreun (uit het naburige Bissegem) een pLaats op het eiLand kan krijgen, idem dito voorjongerenkunstencentrum lexas. Het voorsteL van Stéphane BeeL om een bLack box voor 250 kijkers naast de Tack Toren te zetten, is nog steeds niet begraven. .

Artistieke transitzone Een opmerkeLijke uitzuivering van het concept komt er met het rapport van cuLtuursocioLoog Rudi Laermans, die in de Loop van 2002 hearings en debatten opzet. Hij gaat door op het idee van Secci en Vigano om ,,deze nogaL onduideLijke stadszone” cultureel te herprofiLeren. Dat gebeurt voLgens Laermans het best via artistieke creatie, omdat de Kortrijkse context op dat vLak een inhaaLbeweging kan gebruiken. ALLeen lijkt het hem geen goed idee dat via professioneLe kunst én een jeugdwerking na te streven. ,,Tussen jeugdige creativiteit en artistieke creatie gaapt een kLoof die moeiLijk te dichten is”, schrijft hij. Daarom wordt het jeugdonderdeeL afgestoten. De kLemtoon komt te Liggen op artistieke creatie en artistiek onderzoek. De term ,,interdiscipLinaire artistieke transitzone” raakt ingeburgerd: een overgangszone tussen de opleiding en de praktijk waarin beginnende kunstenaarszich verder

8

‘Buda’-Tacktoren

-

-

Doorkijk

3de verdieping

kunnen ontwikkeLen. Een link met voortgezette kunstopleidingen Ligt voor de hand. Dit wordt de bedding waarin de werking van Buda zich zaL ontwikkeLen. Toch moet ook dit concept Later noodgedwongen worden bijgesteld. Even een sprong vooruit in de tijd. KunstopLeidingen die in aanmerking komen voor samenwerking, zoals Sint-Lukas BrusseL of Rits, zien zich door onderwijshervormingen verpLicht zich maximaal op hun voortbestaan te concentreren en kunnen geen externe engagementen meer aangaan. Daarom komt er een heroriëntatie van het pLan. Het nieuwe idee is dat meer geavanceerde artiesten een stuk expertise doorgeven aan jongere coLLega’s. SoLide grond hiervoor ontbreekt nog. Momenteel zoekt Buda een mogeLijkheid om het idee te verankeren via Europese subsidies. Samenwerki ngsvormen 2003 wordt het jaar van de bestuurLijke besLissingen en de juridische onderbouw. In mei neemt de stad de Leegstaande Pentascoop over met een erfpachtregeLing voor 36 jaar. Snel daarna wordt in alLe Luwte de vzw Buda opgericht, zodat er aLvast rechtszekerheid is. Drie beLangrijke actoren in hedendaagse kunst sluiten er een samenwerkingsakkoord: kunstencentrum LimeLight, danswerkpLaats Dans in Kortrijk en beeldende kunst pLatform BeeLdenstorm. Het muziekfestival Happy New Ears hangt zijn- wagentje Later aan. En dan voLgt in september een beLangrijke gemeenteraad, waarbij het schepencoLLege het voLLedige ontwikkeLingspLan en de bijhorende financiering goedkeurt. Een projectcoördinator stoomt een dossier kLaar voor de VLaamse Gemeenschap.

PROSCENIUM: REVIVAL VAN BUDA

]


Hoewe er eendracht is over de toekomstpannen, is het de vraag hoe dit project van grond geraakt. Op dit vLak bLijkt een zekere behendigheid van de initiatiefnemers om afternatieve flnancieringsbronnen aan te boren. De Vaamse Gemeenschap trekt uit het stadsvernieuwingsfonds drie miLjoen euro uit, te spenderen aan infrastructuurwerken. Daarnaast wordt de kandidatuur van Kortrijk goedgekeurd om deeL uit te maken van het bovenregionaa[ kunstproject Lite 2004. Het is een van de eerste edities van de CultureLe Hoofdstad van Europa die wordt uitgesmeerd over regio’s, nameLijk het Noord-Franse Nord en Pas de Caais, aLsook enkee pLaatsen in zuideUjk Be’gië. Net aR Bergen en Doornik, krijgt Kortrijk één van de twaa’f Maisons Foies toegewezen. Het project bestaat erin oude infrastructuur te renoveren om er met de plaatseLijke bevolking sociaal-artistieke samenwerkingen aan te gaan Wat dat betreft is Buda, metzijn focus op artistiek onderzoek, wetlichteen anomalie in het geheel. In elk gevat komt de 300.000 euro, via het Europees programma Interreg II, van pas om de pitootfase van de werking door te komen. Er kunnen vijfvottijdse personeelsleden mee in dienst genomen worden en een eerste reeks artiesten wordt aangetrokken en aan het werk gezet. Ten behoeve van de naambekendheid komt er een groot presentatiemoment, waar in maart 2004 naar schatting vijfduizend belangstellenden op af komen. Hoewel die, te meten aan het aantal dagjesmensen en de breedfamiliate opkomst, zeker niet alleen voor de kunst komen. Daarnaast zet de stad PPS-overeenkomsten op (publiek-private samenwerking). De eigenaars van de leegstaande fabriek Desmet Dejaegherewitden hetgebouwplatgooien om erbijkomende kinderopvang tecreëren. Destad heefthen daarkunnenvan weerhouden, nam hetgebouw over en investeert mee in nieuwe opvang. Diverse immobitiënfirma’s hebben een engagement om renovatiewerken uit te voeren op het eiland. In 2007 wordt er een autonoom gemeentelijk bedrijf opgericht om de initiatieven te coördineren. .

Kunstencentrum Buda De feitelijke werking van KC Buda ging in 2006 van start. Koen Kwanten ( tevoren Dans in Kortrijk) is er artistiek leider, Joost Fonteyne (tevoren Limelight) zakelijk leider. Conform de overheidsvraag naar synergie in de culturele sector, is KC Buda bij zijn eerste subsidieaanvraag behoorlijk gedoteerd geweest. Ondanks een aanvraagdossiervan 1,16 miljoen euro, kreeg het huis 800.000 euro. Adderje onder het gras is het dat om een subsidie voor twee jaar gaat, zodat deze prille organisatie zich meteen moet bewijzen om zich te kunnen consolideren. Het centrum opereert vanuit gerenoveerde kantoren aan de Broelkaai, naast de Leieboord. In de loop van de voorbereidingsfase heeft zich een organische toenadering voorgedaan bij de partners. Daarnaast spelen inhoudelijke overwegingen. ,,We trekken de artiest los uit de artistieke disciplines”, zegt Koen Kwanten. ,,Het heeft geen zin meer om met enkele kleine groeperingen halsstarrig vast te houden aan kunsttakken. Meer dan de bestaande kunstencentra zijn we een ook werkplaats, een filmhuis en een artistiek onderzoekscentrum. We trekken voluit de kaart van de kunstenaars. Ze krijgen hier de nodige tijd en ruimte’ Die kunstenaars zijn in de loop van heteerste werkjaar constant aanwezig. Ze delen hun tijd op in gefaseerde residenties en werken doorgaans in de luwte. Buda heefthetvoornemen omjaarlijksenkele publieke evenementen te organiseren. Het festival Fresh in het voorjaar toont de output van overwegendjonge en experimentele projecten. Tijdens de zomermaanden wilKortnjkCongéeenfeestelijkgebeurenzijn datdebanden metde lokale bewoners aanhaalt en zich overwegend op locatie afspeelt. In het najaar is het de beurt aan BudaFest, een festival van artiesten waar Kortrijk een traditie mee heeft, met een klemtoon op rijpere makers en werk dat men maar beter gezien kan hebben. De Budascoop In de aanloop naar BudaFest is er opnieuw een stuk infrastructuur in gebruik genomen. Het Kortrijkse architectenbureau d’Hondt kreeg het

‘Budascoop’ (Pentascoop)

-

buitenzicht

project van de Pentascoop toevertrouwd. In tegenstelling tot de Tack Toren, is er een permanente dialoog met de gebruikers, die ondertussen een duidelijk toekomstbeeld voor ogen hebben. Zo spreken ze hun voorkeur uit voor vlakkevloertheaters, die een tussenmaat moeten hebben tussen de kleinschalige Limelight en de grote stadsschouwburg. Ze opteren voor flexibele instrumenten die mits kleine aanpassingen een andere opstelling toelaten. Gedurende de conceptfase kunnen ze regelmatig bijsturingen doorgeven, onder andere met betrekking tot de zaalhoogte en de verduisteringsmogelijkheden. Hier en daar moeten er afwegingen gemaakt worden. Vermits de stad bouwheer is, zijn er financiële contraintes. In een van de zalen blijkt het niet haalbaar een vlakke vloer te installeren en blijven de cinema-gradins behouden. De aanpalende gebouwen rond de Pentascoop zijn afgebroken zodat het voormalig filmcomplex volledig vrij is komen te staan. Drie fllmzalen zijn gerenoveerd en blijven in gebruik voor auteursfilms en filmklassiekers. Daarnaast zijn er twee zalen afgestemd op podiumkunsten. Het zijn soepele apparaten, met een behoorlijk podiumoppervlak (zowat 220 vierkante meter) en verstelbare podia. De grootste zaal, met een capaciteit van 270 plaatsen, is een klassieke middelgrote zaal. Hij heeft een vlakke vloer met oplopende gradins. Een kwart van de tijd is hij beschikbaar voor Buda dat er vooral zijn festivalgasten wil uitspelen. Voor de rest kunnen er receptieve organisaties aan de slag. De tweede zaal, met 150 plaatsen, is veeleer bestemd als studio en werkatelier. Hij wordt vooral ingezet voor artiesten die een nieuwe productie afmonteren. Ondanks het behoud van de oorspronkelijke cinema-gradins, is het vrijliggende speelvlak voldoende groot om er verschillende opstellingen uit te proberen. Die worden mogelijk gemaakt met losse, verplaatsbare zitelementen. Deze werkzaal is zeventig percent van de tijd beschikbaar.

:% i •**

\iÏ

tin II

IÏmIII*Iww I ‘Budascoop’ (Pentascoop)

-

onthaat

PROSCENIUM: REVIVAL VAN BUDA

9


‘Budascoop’ (Pentascoop)

-

‘Budascoop’ (Pentascoop)

Zaat 1 tribune

-

‘Budascoop’ (Pentascoop)

-

doorsnede zoal 1 ©TTA5

doorsnede zaat 2 ©TTAS

Beide zaten zijn uitgerust met een grid over de totate oppervtakte. Aanvanketijk had de stad Kortrijk geen investering voorzien in theatertechniek. Maar die heeft ze, met het oog op het gebruik door derden, uiteindetijk toch gedaan. Voor 200 000 euro is een basispakket ticht en getuid aangekocht. Kunstencentrum Buda heeft inmiddets twee festivats in de ruimte gedaan en noemt de apparatuur ,,behoortijk”, maar onderkent dat er ,,nog btinde vtekken” zijn in de techniek. Het getijkvtoers is een muttifunctione[e ontmoetingsruimte geworden. Ideaat ats centrumptek bij festivats maar evengoed, zoats dit najaar, het vertrekpunt van het tentoonstettingsparcours van KunstWerkStede De Coene. Vermits er op het Buda Eitand geen gebrek is aan teegstaande ruimte, is de betendende magazijntoren Hotvoet mee geïntegreerd in het comptex. Er zitten toges in voor artiesten, en verder zijn er werk- en stockageruimten. Twee passeretten verbinden de toren met de podiumzaten, en bieden een doorgang voor transport en decorstukken. De Tacktoren btijft inmiddets zijn diensten bewijzen ats taboratorium en repetitieruimte. De taatste Loodjes Drie ptannen zitten nog in de pijptijn. Een daarvan is de Secret Gardens, dat via groen een aaneenschaketing wit vormen tussen de verschittende cuttuurgebouwen. Het vormt een parcours vanaf het 10 PROSCENIUM: REVIVAL VAN BUDA

Broetmuseum tot aan de fabriek Desmet-Dejaeghere. Via aanptanting wit men de indruk van één grote binnentuin wekken, met verschit[ende tuinkamers (begroot 536.000 euro). Een tweede project is de vertaging van de Leieboorden, zodat er een aangename pteisterptaats ontstaat waar het contact met het water geoptimatiseerd wordt (begroot 2,7 mitjoen euro). De grootste ktuifis nu nog de fabriek Desmet-Dejaeghere, waarvoor het Brussetse architectencottectief 51N4E vorig jaar een beperkte wedstrijd won. Het idee was om dit oude pand met een beperkt budget in orde te maken. Het oorspronketijke voorstet van de groep, om extra ruimte te creëren via een overkapping, is inmiddets geamputeerd. In het ptan dat nu op tafel ligt, stelt de groep een monumentale vide voor die schaal en overzicht geeft aan het gebouw. Op de eerste verdieping zijn kunstenaarsateliers gepland, die afgebakend kunnen worden maar ook makkelijk demonteerbaar zijn. De tweede verdieping is de meest publieke ruimte, met achteraan een zaal voor projecties of installaties en aan de straatzijde een bar. De groep stelt een circuit voor via een betendend nevengebouw. Dat fungeert als een soort vestibute die ofwel uitgeeft op de vide, ofwel verder afleidt naar het dakniveau. Over dit plan moet de stad Kortrijk zich nog uitspreken. Zou het kunnen dat het, nu de gemeenteraadsverkiezingen achter de rug zijn, minder prioritair geworden is?

.


TECHNISCHE INFORMATIE Tacktoren, aUas Budatoren voormaige brouwerij vijf verdiepingen benutbare oppervakte: 1 686 vierkante meter investering: 1,5 miLjoen euro in gebruik: 1998 architect: Stéphane Beet en Lieven Achtergae

Desmet-Dejaeghere

-

Pentascoop, aUas Budascoop

buitengevet

betonnen constructie jaren zeventig drie verdiepingen benutbare oppervakte: 4 286 vierkante meter investering: 2,5 miljoen euro geUjkvoers: muftifunctionee ontmoetingsruimte verdieping 1: drie gerenoveerde fllmzaen verdieping 2: fllmzaaomgebouwd totvakkevoerzaamet 150 paatsen verdieping 3: fflmzaa omgebouwd tot theaterzaa met 270 paatsen aanpaend pand met oges, en werk- en stockageruimte in gebruik: september 2006 realisatie: architectenbureau d’Hondt Desmet-Dejaeghere

-

interieur

Paardenstatten naast elkaar gelegen gebouwtjes naast Tacktoren voormalige stallircien

-%

.

benutbare oppervlakte: 567 vierkante meter

•1.

één open ruimte voor expozaal vier artjestenateliers kostprijs: 275 000 euro Desinec-Dejaeghere

-

dwarsdoorsnede, ontwerp S1N4E

n gebruik: eind 2006

::

realisatie:stadsdiens”

met-E voormalig fabrieksgebouw drie verdiepingen benutbare oppervlakte: 2 173 vierkante meter verdieping 1: kunstenaarsateliers verdieping 2: projectiezaal, exporuimte, bar begroot: 1,4 miljoen euro ontwerp: architectencollectief 51N4E

Desmet-Dejaeghere

-

maquette, ontwerp 51N4E

PROSCENIUM: REVIVAL VAN BUDA 1 1



UIMTELIJKE VARIATIES OP EEN THEMA WAGNER’S TRISTAN & ISOLDE 1865-2006 ROSE WERCKX Iemand uit mijn vriendenkring is een echte Wagner fan; het Liefdesduet vindt hij muzikaaL grandioos. Hij kon de première van Tristan en IsoLde in de Munt niet bijwonen. Hij verteLt aanstekeLijk en kritisch over de verschiLLende opvoeringen die hij ooit zag. Aan zoveeL overtuigingskracht kon ik niet weerstaan,... De productie in een regie en scenografie van Yannis Kokkos werkte intrigerend, en bracht mij op het spoor van vroegere opvoeringen en hun beeLdvorming.

Het verhaaL is eenvoudig De Ierse prinses Isotde wordt per boot naar Cornwat gebracht waar haar gearrangeerd huweLijk met koning Marke za paatsvinden. De hete reis Lang bLijft ze met haar vertrouweLinge Brangne somber en rancuneus in haarvertrekken. Ze wordt gekweLd door een gevoeLvan Liefde en haat voor haar escorte Iristan ridder van CornwaLL en neefvan Marke wiens Leven ze ooit redde nadat hij haar verloofde Morold had gedood. Isolde nodigt Tristan uit om hun verzoening te vieren met een heildronk. Deze zou een dodelijk gif bevatten, zodat ze samen met Iristan zou sterven. Maar Brangne vervangt het gif door een Liefdesdrank die hun passie aanwakkert. Wanneer ze Cornwall naderen, vallen Tristan en Isolde in elkaars armen, maar wanneer Marke, haar toekomstige echtgenoot arriveert, worden ze van elkaar gescheiden. Nadat ze is getrouwd, woont Isolde in een paviljoen op het landgoed van Marke. Wanneer de koning op jacht is, komt Iristan bij haar op bezoek. Melot, een ridder uit het gevolg van Iristan, is eveneens verliefd op Isolde, en zorgt ervoor dat ze ontdekt worden. De koning reageert verdrietig, maar zonder boosheid. Melot is woedend, valt Tristan aan en verwondt hem. Tristan wordt door zijn schildknaap Kurwenal naar het famffi’ekasteel Kareol gebracht. Vermits zijn wonden niet helen, stuurt Kurwenal een boodschapper naar Isolde om haar hulp in te roepen. Wanneer Isolde aankomt, is Iristan stervend. Marke arriveert met zijn gevolg. In de schermutseling die daarop volgt, worden Melot en Kurwenal gedood en Isolde sterft op het lichaam van Iristan, nadat ze heeft gezongen dat de echte Liefde in de dood wordt voltrokken. —

Cosima Wagner decorontwerp voor de iste akte, Bayreuth 1886

aanwijzingen van Richard Wagner, romantisch, naturalistisch, maar vrij conventioneel. Wagners vrouw Cosima geeft in 1886 in Bayreuth haar eigen visie op het werk. In het eerste bedrijf zien wij op de voorgrond een gedrapeerde Isolde, en op de scène een in perspectief uitgewerkt dek van een schip. Het 2de bedrijf is een kopie van Wagners aanduidingen: een tuin met bomen en Isolde’s kamer. Het derde stelt de zee met rotspartij voor, met in de achtergrond het silhouet van een kasteel aan één zijde, en een lange versterkingsmuur met kijktoren aan de andere. op de voorgrond een lindeboom waarvan de takken de breedte van het proscenium innemen. Deze productie met literaire inslag is gedurende lange tijd het toonbeeld van interpretatie, maar blijft verankerd in het naturalisme.

Enscenering van de muziek

Ontwerptekening voor de 3de akte

Angeto II Quagtio (1865)

De eerste opvoeringen In het Münchense Hoftheater vindt in 1865 de wereldpremière plaats, met Hans von BUlow als dirigent en koning Ludwig II als beschermheer. Het toneelbeeld van Angelo II Quaglio komt volledig overeen met de

Pas veel later, en lang na Wagners dood in 1883, maakt de Zwitserse decorontwerper Adolphe Appia voorontwerpen voor een enscenering (1896) die Wagners dramaturgische visie recht kan doen. Appia stelt dat de enscenering, net als de opera zelf, niet gericht moet zijn op de uiterlijkheden (zoals een realistische boot, tuin en burcht bij zee), maar op het innerlijke leven van het drama. Het belangrijkste is dat “het publiek het drama moest zien door de ogen van Iristan en Isolde” en dat de enscenering in de eerste plaats de muziek volgt, dan de woorden, en zo weinig mogelijk de toneelaanwijzingen. Zijn praktische oplossing bestaat erin een minimum aan conventionele decors te gebruiken en in plaats daarvan te werken met de eenvoudigste symbolische vormen en vooral met de nieuwe lichteffecten, mogelijk dankzij de elektrotechniek.

PROSCENIUM: RUIMTELIJKE VARIATIES OP EEN THEMA 73


_

Ontwerp

Akte III

A. Appia

1896

op uitnodiging van loscanini en onder diens directie wordt Appia’s project uiteindeUjk gereaLiseerd in de Sca’a van Milaan in 1923. Jean Mercier staat in voor de regie.Het is geen gemakkeLijke opgave, vermits dit huis verankerd zit in het brengen van concertantes en het decor meestaL op het aatste nippertje geïmproviseerd wordt, steunend op de tradities van het Itahaanse theater en de geschiLderde decors. In zijn in’eiding tot de voorsteUingen van Tristan & Isode constateert Appia dat de weeWe in de operahuizen er de oorzaak van is dat de geschilderde decors er nog furore maken, terwij dat in het gesproken

.-

-

theater intussen bijna niet meer het gevat is. En hij besWit: ‘Gaan we naar het theater voor het decor of voor de acteurs?” Van conventie tot architectuur Na Appia voLgen vrij conventionee opvoeringen, waarbij in 1938 bijvoorbeed ook HiUer zijn wensen uitdrukt over de vormgeving van het decor. Refererend naar een jeugdbeevenis wenst hij een sterrenhemeL met maan in het tweede bedrijf. De regisseur Lost dit probLeem op door op de scène een wiLdgroei van bomen te pLaatsen, waardoor geen enkeLe ster zichtbaar is!

w

Un objet n’est pLastique pour nos yeux que par I.a t.umière qui (.e frappe. Adotphe Appia

1 14 PROSCENIUM: RUIMTELIJKE VARIATIES OP EEN THEMA

Akte 1

Wietand Wagner

Bayreuth 1952


Zeer traag inflftreren Appia’s ideeën in de operawered. Meer dan een haLve eeuw ater, in 1952, brengt Wie[and Wagner een gedepouit[eerde versie, waarin a[e aandacht naar de twee hoofdfiguren gaat. Geen mast of stuurwieen, geen rigging in het eerste bedrijf, enkel een glimp van buitentijnen van het dek van een schip, een reusachtig zeildoek en een eenvoudig rustbed vormen het decor. Nochtans is deze opstelling nog vrij druk in vergelijking met de overige scènes waarin soberheid overheerst. Deze aanpak vormt een mijlpaal in de Bayreuth opvoeringen, omwille van de vlot bewegende acteursregie, het gebruik van licht in samenspraak met de muziek, de vereenvoudiging van de kostuums zonder suggestie naar tijd en ruimte, de concentratie op de psychologie en de muzikale uitwerking. Zeven jaar later brengt Wolfgang Wagner ook in Bayreuth een nieuwe versie. In het eerste bedrijf verdeelt een sober, groot zeildoek het scènevlak in twee delen: op de voorgrond Isolde’s plaats en in

Akte III

JozefSvoboda

Bayreuth 1974

i:

Akte II

Akte II

Wotfgang Wagner

Jozef 5voboda

Regie: J.C. Riber

Zevena 1978

Bayreuth 1957

het uit het zeildoek uitgesneden vlak ontwaar je een glimp van de achtersteven. Het liefdesduet speelt zich af in bijna duisternis en in het laatste bedrijfvormen een gestroomlijnde wand en een eenvoudige divan de enige decorelementen. De grondidee achter deze productie is dat Tristan en Isolde in een aparte wereld vertoeven, een wereld die voor iedereen gesloten is behalve voor hun meest betrouwbare gevolg, Kurwenal en Brangne. Hun magische ruimte wordt symbolisch benadrukt door een lichtcirkel, waarin de anderen zijn uitgesloten: een kille eenzaamheid met maar weinig plaats voor passie. Stylering, strakheid, keuze voor symbolische elementen, de aanpak is gegeven voor een reeks opvoeringen die alle hetzelfde stramien volgen, o.a. de producties van Wieland Wagner in Stuttgart (1958) en Bayreuth (1962), en van ]oelle Roust in Brussel (1970). Degene die aan de enscenering een extra meerwaarde geeft, is Jozef Svoboda. Hij ontwerpt drie verschillende uitvoeringen, resp. in 1967, 1974 en 1978. Hij is een meester in het gebruik van de ruimte, de verhoudingen kloppen. Door het spel van licht en donker en het gebruik van technisch gestuurde, prachtige projectiebeelden lijkt de beschikbare ruimte groter, zodat de acteurs in een universum vertoeven die hen tegelijkertijd klein, maar ook belangrijk maakt. ..

.

Een totaal andere aanpak vinden wij bij E. Erigerio, in een muntproductie van 1985. Hij is een bouwer, architect in het samenstellen van beelden. Het dek van het schip met haar trappartij is monumentaal, het lijkt op een grafmonument, of was dit de voorbode van het lot van de hoofdacteurs?

Akte 1

Ezio Frigerio

Regie: Gitbert Defto

De Munt Brussel 1985

foto; Abisag Tüttman

Opera aLs werkproces Zelden heb ik zo’n nefaste kritiek gelezen als de recensies van de opvoering in 1987 in het Amsterdamse Muziektheater, in een regie van Jurgen Gosch en scenografie van G. Troike. Erna Metdepenninghen beschreef de voorstelling als volgt: ‘Stetje een enorm, door een zwarte wand omgeven, overwegend kaal toneel voor met voor de hete opera zes abstracte, rechtlijnige zetstukken, een paar rekwisieten, een groot rood gordijn en een sfeertoze, overwegend uniforme belichting. Voeg daar meestal statisch opgesteld of in een soort stowmotion bewegende zangers aan toe en laat die af en toe op enkele van die decorblokjes plaatsnemen. Kleed alle zangers in hetzelfde (weliswaar in verschillende maar weinig geschikte kleuren) unisex-pakje, bestaande uit een kokervormige lange jurk, die allesbehalve esthetische effecten krijgt. —

PROSCENIUM: RUIMTELIJKE VARIATIES OP EEN THEMA 15


Geef de heren, om ze toch enigszins van de dames te onderscheiden, een vote baard en ange haren, zodat de Tristan-verto[ker heet erg op Ludwig Schnorr von Carotsfetd gaat tijken en taat ze tange zwaarden meezeuten. Beperk hun acteren tot drie bewegingen: met de hand boven de ogen in de zaat turen, met de handen het hoofd vastgrijpen atsof men een hevige migraine-aanvat krijgt en de armen schuin gestrekt naar boven steken. Lardeer het geheet met een paar houterig bewegende of quasi staapwandetende figuranten in dezetfde jurk- en haarcombinatie of met matrozenbroek en btoot boven[ijf. Het resuttaat is een visueeL uiterst leLijke, verveLende, beLacheLijke en vooraL ergerLijke enscenering van Iristan en Isolde, waar geen greintje dramatiek inzit, geen enkeLe passie, geen spoor van erotiek. En aLs er nu iets in de Iristan-partituur zit, dan is hetjuist erotiek, sensuatiteit en hartstocht’ In een repLiek uit Vrij NederLand, verteLt J. Gosch dat hij besList niet de pretentie heeft om zijn toeschouwers een boodschap mee te geven. Hij wit geen ideoLogie hoorbaar of zichtbaar maken en hij werkt ook niet met een vooropgezet pLan. Theater maken, ook muziektheater, is een proces waarin aLLes met aLles samenhangt, Legt hij uit en je kunt niet bijvoorbeeLd het decor veranderen zonder het karakter van de hete voorsteLLing aan te tasten. Net zo min kan hij één onderdeeL uit het geheel Lichten en dat verklaren: ‘Met het bloot laten van de schouders van de zangers heb ik ze kwetsbaar willen maken maar dat is niet het enige. Daar komen nog 99 andere gedachten bij. Bovendien werk ik niet met symbolen. Regisseren is volgens mij niet anders dan het op een zinvolle manier gestalte geven aan de bedoelingen van de auteur of componist.’ Om dit conflict te begrijpen, is een diepgaande studie noodzakelijk, want hier staan twee werelden diametraal tegen elkaar: het verwachtingspatroon van het publiek en de dirigent in verband met een Wagner-opvoering, en het concept van een regisseur die spreekt over een werkproces. In dit geval zit de scenograaf ook tussen hamer en aambeeld.

Akte II

Erik Wonder

Regie: Heiner Müller

Bayreuth 1993

De symboLiek van het beeLd De situatie van vormgever Erik Wonder bij de Bayreuth-productie in een regie van Heiner MUller was enigszins anders dan in Amsterdam. “Precies het ontbreken van het echte professionalisme bij Müller maakt de samenwerking met hem zo gemakkelijk” zegt Wonder, “Hij aanvaardt zonder meer de ruimtes die ik het liefst ontwerp en verwerkt die in zijn enscenering.” Wonder ontwerpt een kubusvormige ruimte, een soort glazen kast, wisselende openingen geven de personages toegang. Roodbruin is de kleur van de eerste akte, blauw domineert de tweede, vaalgrijs de derde. In de eerste akte wordt de zee weergegeven door twee strepen golvend licht in de vloer, een holte in de vloer suggereert het vertrek van Isolde en Brangne. In de tweede akte staat het toneel vol met rijen borstharnassen en met smalle banen waarin Tristan en Isolde elkaar als het ware ontlopen. Steengruis en een kapotte

16 PROSCENIUM: RUIMTELIJKE VARIATIES OP EEN THEMA

clubfauteuil waarin de gewonde Tristan ligt, en achteraan de schaduw van Isolde op een rood vlak vormen het scènebeeld in akte drie. Natuurlijk stelt het publiek zich vragen over het gebruik van harnassen. Staan zij symbool voor de maatschappelijke dwang waaraan de protagonisten onderworpen zijn? Je zoekt tevergeefs naar een consequentie, naar een verklaring voor het negeren van de passie die Tristan en Isolde in de tweede akte moet bewegen en die toch de essentie van de opera is. Onmacht, onkunde of bewuste keuze? Want, zoals H. MUller op de persconferentie na de première zei, zou hij het erg gevonden hebben indien het publiek zijn behandeling van Tristan zou gewaardeerd hebben.

Achim Freyer

De Munt Brussel 1 994, Foto: Johan Jacobs

De symboLiek van het verhaaL De veelzijdige Achim Freyer tekent in 1994 de regie en scenografle uit in de Muntschouwburg. Ereyer koos voor een gestileerde, eerder sobere vormgeving. Of, nog correcter, hij laat de opera evolueren van een volle naar een lege scène. De dag- en nachtsymboliek is voor Freyer essentieel in dit werk. De liefde van Tristan voor Isolde kan het daglicht niet zien, zij vertoeven op een utopische plaats, alle andere personages zijn vertegenwoordigers van de dag. Toch is de kritiek niet zo ‘maIs’ voor Ereyer. ‘Het door Freyer geschapen scenisch kader, vooraan begrensd door gaas in een gouden lijst, met donkere zijwanden en coulissen en met de rijke kleuren van de steeds wisselende achterdoeken is mooi. Met de veel kitscherige aandoende rekwisieten heb ik het moeilijker. En in de typering van de personages volg ik Ereyer helemaal niet. Waarom moet iedereen er zo lelijk of belachelijk uitzien met groen, geel of rood haar en witte gezichten? Waarom moeten ze die starre, onnatuurlijke houdingen aannemen en een soort van rituele gebarentaal gebruiken?” Toch is dit een duidelijke keuze die Freyer maakt, een Staal’ die wij ook terugvinden bij regisseurs als Bob Wilson en Peter Sellars. Vier jaar later brengt de Vlaamse Opera haar eigen versie. Willy Decker regisseert, Wolfgang Gussmann verzorgt decor en kostuums. Gussmann kiest voor een functioneel eenheidsdecor: twee diagonaal geplaatste wanden, waarvan er een beweegbaar is, daarvoor een ruitvormig, schuin aflopend speelvlak. Het voornaamste rekwisiet is een roeibootje. In het eerste bedrijf varend op de zee (blauwe golfjes op het speelvlak), in het tweede aangespoeld op het land (groene vlekken), in het derde in stukken gebroken en provisorisch weer in elkaar gezet om over de Styx te varen (zwart-witte lijnen en vlakken). Tristan en Isolde, archetypes van de liefde, dragen kleren die achtereenvolgens middeleeuws, Victoriaans en, in het derde bedrijf, enigszins hedendaags zijn.


Akte III Wotfgang Gussmann Foto: Phite Deprez —

Regie: Witty Decker

Vtaamse Opera 1998

Misschien is het een beperking gedurende gans de opera de handeingen te aten evoueren rondom een bootje, daar het verhaa andere mogeLijkheden aangeeft. Maar door deze beperkingen is er een accentvertegging naar de handeLingen van de personages, zoas het b[inddoeken van Iristan en IsoWe nadat ze zich verwond hebben met een jagersmes of in het derde bedrijf met de zieke Iristan, Kurwena en de meanchotische herder-down met witte bohoed en handschoenen, een knipoog naar Wachten op Godot’? Het Ujkt wet een defflé te worden van grote kopstukken die deze opera op hun verLangLijst paatsen. Regisseur Ktaus MichaeL Grüber brengt de productie op de Sazburger Festspiee in 2000. Grüber staat bekend aLs meester in het reduceren tot het essentiëLe. De beeden die zijn scenograaf Eduardo Arroyo heeft gereaUseerd, zijn eenvoudig en toch erg ‘groot’: het gebinte van een schip, twee dorre eiken die eLkaars spiegeLbeeLd zijn, een vuurtoren en een muur met een bres erin. Een ruime pLaats werd dan weer gegeven aan de romantische dag- en nachtsymboLiek die door het stuk vaart. Zijn personenregie is uitermate statisch. ALs geheeL komt de enscenering vrij conventioneeL over.

Akte 1

Anette Kurz

Het theaterbeetd aLs autonoom gegeven De controverse rond Luc PercevaL’s regie in de Staatsoper van Stuttgart (2004) kwam niet aLs een verrassing over voor hem: “Hoe zuideLijker ik ga in DuitsLand, hoe extremer de controverse’ De regisseur creëert op de scène een autonome, actueLe visueLe wereLd die de muziek niet op de voet voLgt of uitbeeLdt, maar er toch nauw mee verbonden Lijkt. In zijn conceptnota wijst hij erop dat in het gevaL van opera eLke vorm van commentaar, iLlustratie of effect, naast de authentieke kracht van de muziek, storend werkt en de verbeeLding in de weg staat. “Authenticiteit dwingt tot authenticiteit.” En hij maakt de vergeLijking met de teksten van Shakespeare, wiens taaLuniversum men niet kan overtreffen met nog grootsere of iLLustrerende of verkLarende toneeLbeeLden. “Shakespeare’s ruimte is zijn taal”, aldus PercevaL, die vooral betracht dat wat zich op het toneel afspeelt even reëel, even authentiek is als de muziek, en evenzeer in het hier en het nu wordt gecreëerd. Wat je hoort en wat je ziet zijn dan twee verschillende autonome werelden die je als toeschouwer aan elkaar kunt verbinden en die elkaar versterken “Omdat ze elk hun geheim bewaren en nooit verklaard worden...’ Op het toneel moeten mensen staan zoals u en ik, met hun verlangens, angsten en Liefdespijn. Het spel is sober en doorgaans statisch. Op een Leeg spiegelend speelvlak creëert de decorontwerpster Anette Kurz met enkele wanden en hoeken een even eenvoudig als effectvoL decor. Daarop projecteert Perceval de belangrijkste tekstfragmenten van het Libretto, dat zo deel gaat uitmaken van het beeld. Het is duidelijk dat de regisseur iets wil doen aan de verstaanbaarheid van de dialogen, die vooral voor de niet ingewijde toeschouwer onbegrijpelijk zijn. Boventiteling vindt Perceval vermoeiend en vervelend omdat je niet kan focussen op wat zich echt afspeelt op het toneel. Daarom laat hij de tekst deel uitmaken van het beeld en maakt hij van de projectie gebruik om meteen ook de personages te belichten. Om te vermijden dat de tekst opnieuw als illustratie ervaren wordt, beperkt hij zich tot de echt noodzakelijke, soms licht gewijzigde dialogen. Op die manier gaan ook de geprojecteerde teksten op zichzelf staan, naast zangers en muziek,

Regie: Luk Percevat, Staatsoper Stuttgart 2004

PROSCENIUM: RUIMTELIJKE VARIATIES OP EEN THEMA 17


en ontstaat tussen de gezongen en de geschreven tekst eenzeLFde gesp[etenheid as “tussen Uchaam en geest, gevoeL en ratio, nacht en dag. Het schisma waar de protagonisten in het stuk mee kampen”. In zijn regie focust Luc Perceva vooraL op het drama van Brangne, de vertrouwetinge van Isotde, en de koning Marke. Een keuze die verrast en toch steek houdt. Tristan & Isotde is het verhaa van de onbereikbaarheid van het nirvana, de onmogeUjke Liefde, maar ook van de oncontroLeerbaarheid van het [even. Het confronteert ons via Brangne en Marke, zij die verder moeten [even, met onze angsten voor de chaos. Deze visie op het stuk is waarschijnLijk ook de oorzaak van de extreme reacties van een groot deeL van het publiek. Ademruimte Peter Sellars nam vorig jaar van Mortier de opdracht aan een eigen versie te brengen in de Opéra de la Bastille. Sellars legt de nadruk op de innerlijke wereld en in de regie ligt nauwelijks enige actie. Al vanaf het begin is het duidelijk in welke richting de voorstelling gaat. In een volkomen leeg toneel hangt een groot videoscherm en vlak daarachter ligt een kleine rechthoekige verhoging. Verder zal er niets dan leegte zijn. Betrekkelijke leegte, want op het scherm speelt zich een indringend beeldverhaal af dat min of meer parallel loopt met de handeling. De videokunstenaar Bill Viola wil er vooral ‘de geestelijke natuur van de menselijke liefde’ mee uitbeelden; zij ontroeren door hun

Video: Bitt Viota Regie: Peter Settars Foto: Kira Petrov —

neon lam pen In het tweede bedrijf is de ruimte enkele meters omhoog getild, zodat er als een aardlaag een nieuwe ruimte zichtbaar wordt. Nu zijn de wanden bedekt met verkleurd behang, en aan het hoge plafond verschijnen opeens de tientallen witte neonlampen. Zij verbeelden het licht van de dag, dat in deze opera zo’n grote symbolische rol speelt. Als een kind speelt Isolde met de lichtknopjes aan de muur, waardoor de lampen aan- en uit knipperen. In het derde bedrijf is onder deze twee lagen een derde verschenen. Een kil en koud mausoleum, een koelplaats voor de doden, waar de doodzieke Tristan ligt opgebaard. Verschillende medewerkers van dit macabere bedrijf lopen langs de baar van de held, alsof ze weten dat hij binnenkort gaat sterven. Het is een wereld zonder grote Wagneriaans dramatische gebaren, precies zoals de onze is. SpiLLiaert achterna Yannis Kokkos is geen onbekende in de theater- en operawereld. Hij ontving meerdere prijzen voor zijn scenografisch werk. Ik herinner mij beelden van ‘Electra’ van Sophocles in een regie van Antoine Vitez (1986). Zelden zag ik een wand met zo’n subtiele terracotta tinten, waarin drie hoge vensterpartijen met blinden de scheiding vormen tussen interieur en een hardblauw landschap waarin hij het spel van licht en schaduw handig gebruikt! In het boek “Yannis Kokkos, Le Scénographe et le Héron” van G. Banu (Actes Sud 1989, p. 21) doet hij volgende uitspraak: ‘Dans une oeuvre on doit trouver La géométrie secrète, celle des sens autant que des déplacements par des décisions esthétiques qui, chaque fois, répondent non pas â des moments équivalents mais â des contrepoids’ Het beeld structureel onderbouwen als antwoord en tegengewicht op het dramatisch verloop, is niet zo eenvoudig: het vormt een uitdaging. Welke keuze maakte hij voor ‘Tristan en Isolde’? “Ik wil het archaïsche en het moderne suggereren. Maar het zijn toch vooral de symbolische elementen die ik in beeld breng. In het eerste

Opèra Nationat de Paris 2005

grote mensetijkheid. In de eerste akte, net voor zij de Liefdesdrank drinken, zijn op het grote scherm een man en een vrouw in close-up te zien. Zij duiken met hun gezicht in een kom water. Niet veel later zien wij diezeLfde gezichten weer, maar nu zijn die, onder water, vanuit de twee kommen gefllmd en Langzaam zien we de hoofden in het water zakken. Iedereen houdt de adem in. Bij de uttieme dronk van de geLiefden, duiken deze twee filmfiguren in een grote zee. Ook nu zien we dat van onder af, vanuit de diepte van het water. Het effect is adembenemend. De zangers staan op het smalle voortoneet. Ze zingen meestal frontaal, zonder veel bewegingen. Met deze schaarse middelen krijgt de muziek de noodzakelijke ademruimte. De toegevoegde waarde Christophe Marthaler en Anna Viebrock maken al vanaf de jaren tachtig in Bazel absurdistisch theater. In realistische decors, die nog het meest lijken op afgeleefde interieurs uit de jaren vijftig van de vorige eeuw, verbeelden ze onze tragikomische werkelijkheid. In de Tristan en Isolde op de Bayreuther Eestspiele (2005) volgden zij eenzelfde procédé, alhoewel Anna Viebrock iets totaal nieuws bedacht voor de drie opeenvolgende bedrijven. In het eerste bedrijf zijn we in een soort salon van een schip. Donkerbruine lambriseringen, versleten visgraatparketvloer, afbladderend behang, en enkele afgeleefde stoelen. Hoog boven het toneel hangt een sterrenhemel van cirkelvormige

Akte III

Yonnis Kokkos

‘i-;

Voorontwerp Yannis Kokkos

18 PROSCENIUM: RUIMTELIJKE VARIATIES OP EEN THEMA

De Munt Brussel 2006, Foto: Johan Jacobs

De Munt Brussel 2006


1

bedrijf is dat het water, in het tweede de natuur. Het kaatste kan aLleen over de horizon gaan. Zelfs al keert Iristan naar het land van zijn jeugd terug om er te sterven, ik kan niet anders dan het slot van deze opera situeren in ‘the waste land’ van T.S. Eliot. Maar aan het slot overwint de liefde, niet de dood. Het is de spirituele, haast religieuze dimensie van dit stuk. Veel regisseurs proberen een beeld te creëren dat parallel loopt met de muziek. Ik wil vertellen, zonder te illustreren. Ik vind dat je niet alleen met personages, maar ook met muziek een ruimte moet kunnen vullen.” Yannis zoekt vooral een innerlijke manier om de aandacht vast te houden. Dat is moeilijk, maar de zangers zijn er in meegegaan. Qua vormgeving is dit niet het beste werk van Kokkos. Het eerste bedrijf is een wereld waarin de mislukking dreigend in de lucht hangt. Doch de magie van Spilliaert’s werk waarin hij inspiratie zocht is niet voelbaar. De grijswaarden van een kleurenpallet overbrengen naar de scène blijkt moeilijk te zijn. Vindingrijk waren de spiegelingen. Isolde lijkt te zweven, wat suggereert dat het hele verhaal misschien een waanbeeld is? In het tweede bedrijf, op het domein van Koning Marke, zien wij een hellend vlak tot halverwege de scène, met op de achtergrond een kale baksteenmuur. Het démasqué is compleet. Een keer schijnt het licht in de voorstelling op het moment dat het ontrouwe paar door de bedrogen Koning Marke wordt ontdekt. Het scènebeeld in het derde bedrijf is somber, donker en weinig origineel: een kuststrook met de zieke Iristan uitgestrekt tegen een duinhelling, voor een grijs abstract achterdoek. Waarom komt Kokkos tot dit resultaat? In het programmaboekje staan prachtige aquarellen van zijn hand, die veel intenser zijn keuze benaderen dan het werkelijke theaterbeeld. Eén ding valt op: de voorontwerpen hebben een duidelijke horizontale structuur, met lange perspectieflijnen, terwijl het scènekader van de

Akte 1 Anette Kurz Foto: A.T. Schoefer —

Regie: Luk Percevat, Staatsoper Stuttgart 2004

GeraadpLeegde werken: BABLET Denis HAHN/MARIE Adotphe Appia

tEuvres complètes Tome II 1895-1905 L’Imprimerie corbaz S.A., Montreux, 1986 -

Muntschouwburg eerder naar het vierkant neigt. De beelden lijken geprangd in een korset, zij ademen onvoldoende. Het is niet de eerste regisseur die in deze val trapt. Nochtans is dit een van de hoofdpunten bij het ontwerpen van een scènebeeld. Sommigen beweren dat de ontwerpmethode of regieaanpak van een opera, verschitt van het dramatische theater. TerwijL Appia er van uitgaat dat de enscenering in de eerste pLaats de muziek moet voLgen, na het woord en de regieaanduidingen, moet voLgens Kokkos de (opera)muziek kunnen steunen op gemateriaLiseerde mentaLe beeLden. “Zo niet is dat ten koste van de noodzakeLijke verstaanbaarheid, want voLgens mij moet men opera verhaLender brengen dan het theater.” PercevaL en SeLtars plaatsen beeLd, tekst en muziek naast elkaar, in dialoog, ten voordeLe van de verbeelding van de toeschouwer. Door de scène te bevrijden van alle overtolligheden, trachten ze de ‘ruimte’ van de muziek voor zich te Laten spreken, naar anaLogie van de tekst in het dramatische theater.

.

Video: Bitt Viota Foto: Ruth Wotz

Regie: Peter Settars

Opèro Notionot de Poris 2005

DISSELKOEN Dick

SPOTTS Frederic

Opera

Twaalf opera’s als speigels van hun tijd Sun/Ou, Nijmegen, 1993

Bayreuth A History of the Wagner FestivaL YaLe university Press, New Haven and London, 1994

Divadelni

UECKER Günther Bühnenskulpturen end optische Partituren G-und-H-verl., Berlin, 2001

-

-

-

Josef Svoboda ustav, Praha, 1983

BABLET Denis HAHN/MARIE Adolphe Appia

FEuvres complètes lome L’Imprimerie corbaz SA., Montreux, 1986 -

-

iv

1921-1928 PAULY Danikle La Rénovation Scénique en France Ihéâtre Années 20 Editions Norma, Fans, 1995 -

BANU Georges Kokkos Yannis, Le Scénographe et Le Héron Actes Sud, 1989 ,

PIACKOVA vera ceska Scénografie XX. Stoteti Odeon, Praha, 1982

BIR Heft 2/99 BTR Heft 5/05 BTR Heft 6/05 De Munt Magazine nr 71 Krantenknipsels De Morgen De Standaard Revue du cercle francophone R. Wagner nr. 1 -

-

PROSCENIUM: RUIMTELIJKE VARIATIES OP EEN THEMA 19


Superieure optische prestatie DMX512 en/of Ethernet Geen ventilatoren = geen geluid Setup/feedback ‘Âa internet browser Detectie fysische hindernissen 3600 onbeperkte rotatie Ongeëvenaarde precisie


EN EIGENZINIGE GEINTEGREERDE OPLEIDING EEN GESPREK MET POL DEHERT, OPLEIDINGSCOÖRDINATOR INTERVIEW: LUC OH000HE De Laatste tien jaar is de afdeting Dramatische Kunst van het RITS in Brussel geteidetijk aan uitgegroeid tot een open werkpLaats, waar aLLe aspecten van het theatermaken, zoaLs schrijven, speLen, regisseren, bouwen, beLichten, .simuLtaan aan bod komen. Studenten podiumtechnieken verzorgen bijvoorbeeLd de scenografie en de beLichting bij toonmomenten van studenten podiumkunsten. DergeLijke werksessies sLuiten niet aLLeen aan bij de werke[ijke praktijk, maar confronteren studenten op een spontane manier met kennis en vaardigheden die zich bevinden op het grensvtak van hun studiegebied. Het verpLicht hen op een andere manier te kijken waar ze mee bezig zijn. ‘Vertrekken vanuit de ervaring’ was een van de pedagogische uitgangspunten. Bij zijn aantreden aLs opLeidingscoördinator, Legde PoL Dehert een pLan voor dat gebaseerd was op eigen ervaringen en die van enkeLe mensen uit zijn onmiddeLLijke omgeving. Ook het BauhausmodeL van Gropius, waarin de ateLiers een centraLe pLaats toegewezen kregen, bLeek een interessante ingang te zijn voor het opsteLLen van een schema voor de uitbouw van een hedendaagse kunstschooL. Hierbij vormen de ‘stamvakken’ de centraLe spiL: kennis aLs drager van de expressievormen. . .

Het RuS Is opgericht in de jaren zestig, je hebt er zelf gestudeerd rond 1 970. Waarin verschilde de opleiding van toen tegenover die van vandaag? ben ik aan het RuS studeerde was er een kLeine afdeUng theater, maar het was vostrekt onduideLijk wat de finatiteit van die opLeiding was. ie kon er na vier jaar noch afstuderen as regisseur, noch aLs dramaturg, noch as acteur. De opLeiding had geen duidelijk profiel. Voor televisie was er nog min of meer een proflel van tetevisierealisator, voor film dat van filmregisseur, fictie, documentaire, reportage, maar voor theater niet. Ik dacht te maken te hebben met een school waar je van de disciplines televisie, cinema, radio en theater die vakken kon volgen die je nodig had, maar dat bleek niet mogelijk. De structuur was er wel, maar functioneerde niet in die zin datje lineair voor een opleiding moest kiezen. Het zou anders fantastisch geweest zijn. Ik heb dan gekozen voor televisie, want ik wou televisieregisseur worden. We hadden zeer interessante theoretische vakken, van docenten zoals Jaap Kruithof, Etienne Vermeersch, Herman Balthasar, André Vandenbunder en K.N. Elno. Van een praktijkopleiding was nauwelijks sprake, dus wij huurden camera’s, materiaal, peUcule, en wij gingen filmen en monteren. Je opleiding moestje zelf maken... Jan De Corte, Marc Didden, Jan Devos, Pol Dehert, ze zijn allemaal van dezelfde generatie. Er was immers geen andere school. Als acteur ging je naar de Studio, als architect naar La Cambre, Sint-Lukas of de universiteit. Maar een echte fllmschool, een theaterschool buiten het RuS bestond er niet. We hebben er allemaal school gelopen en er het beste van gemaakt. . . .

De toestand was blijkbaar nog niet veel verbeterd toenje aanje opdracht begon. Wat waren je uitgangspunten voor een vernieuwde opleiding, en hoe werden ze geconcretiseerd? Zo’n twaalf jaar geleden vroeg ‘men mij als lesgever aan het RuS. Na mijn verblijf in Groningen en het experiment met Iheaterteater in Mechelen, stond ik op het punt naar Parijs te vertrekken om er te filmen. Rudi Van Vlaenderen was teruggekomen in het RuS na zoveel jaren afwezigheid. Hij richtte zich niet meer op het directeurschap, maar op die kleine regieafdeling. Rond hem ontstond er een team met o.m. Dirk Buyse, Jos Verbist, Geert Opsomer, Marnix Verduyn, die me gevraagd hebben de opleiding te coördineren. Ik heb dan meteen ook Luc Dhooghe en Ivo Kuyl binnengebracht voor de invulling van de . . .

Pedagogisch model voor de organisatie van de opleiding ‘Audiovisual and Performing Arts’ Concept: Pol Dehert en Luc Dhooghe

©

1992

Centraal in de opleiding staat ‘Verbeelding’: Spel of Scenario spelen zich af in de tijd en in de ruimte, zowel reëel als illusoir of virtueel. op de centrale verticale as bevînden zich de stamvakken, onderaan Techniek, van wetenschappen, technologie, management tot Productie bovenaan Kunst, van geschiedenis, esthetica, filosofie tot Regie Kennis is de drager van de verschillende expressievormen, ingedeeld volgens de zintuigljke ervaringen, horen, zien, tasten en gewaarworden. Het horen situeert zich in de tijd (klank), het zien in de ruimte (beeld). Het tasten is gebonden aan het materiële (realiteit) en gewaarworden aan het immateriële (illusie): in de cilindervorm bevinden zich de verschillende expressievormen en studierichtingen -

-

PROSCENIUM: EEN EIGENZINNIGE, GEINTEGREERDE OPLEIDING 21


op gang. De VUB heeft in haar facuLteit Letteren en Wijsbegeerte een optie theaterstudie. In het tweede en derde BacheLor Letteren en Wijsbegeerte kunnen studenten een aantaL vakken aan het RITS voLgen. In de Master kunnen ze Theaterproductie en Dramaturgie voLgen, waarbij ze de theorie van VUB-RITS koppeLen aan de praktijk van het RITS. We staan ook heeL ver in de samenwerking met de UIA, de Universiteit Antwerpen. Ten sLotte zijn er samenwerkingsakkoorden afgesLoten met o.m. het ‘Conservatoire de Liège’, met ‘Paris X Nanterre OnvermijdeLijk zuLLen er ook openingen gecreëerd worden naar andere Landen zoaLs GrootBrittannië en NederLand. MomenteeL tekenen we ons Laatste plan uit: de vernieuwde BacheLor en de nieuwe Master, hun betekenis en de daaruit vLoeiende samenwerkingsmodeLLen in de toekomst. Het pLan Loopt tot het jaar 2015 en zaL door mijn opvoLgers gerealiseerd worden.

Outside Project-Rits-Abattoir Fermée © foto Anouk Luyten

ontbrekende kemtonen op scenografle en dramaturgie. Later vogden Damiaan De Schrijver en ]oente De Keersmaeker. In 1994 begonnen we de regieafdeUng te herprofieeren tot een opeding ‘theatermaken Een paar jaar kater werd de acteerafdeUng van het Conservatorium overgeheveLd naar het RuS, waardoor regie en acteren bij eLkaar kwamen. Ondertussen hadden we in het programma aLLe geijkte en ‘ex cathedra’ theorie zoaLs fiLosofie, socioLogie en esthetica, vervangen door ‘stamvakken Wat is een stamvak? De praktijk naast de theorie en de theorie van de praktijk. Dat wiL zeggen toegepaste theorie. Het voLstaat niet om een cursus eLektriciteit uit het hoofd te Leren, maar wat kan je ermee, hoe pas je het toe en waarom. Studenten moeten ook vertrouwd raken met het pLaatsen van teksten in een context. Vanuit deze visie is de zogenaamde “schrijfafdeLing” opgericht. Deze wordt gedispatcht over het audiovisueLe en het dramatische segmentvan de schooL, zoweLvoortheater, teLevisie aLs fiLm. De voLgende stap was de oprichting van de afdeLing podiumtechnieken, die ondertussen in voLLe ontwikkeLing is. ALs dat rond is, Laten we dan de eerste geïntegreerde opLeiding Theatermaken in VLaanderen reaLiseren. In de geest van Herman TeirLinck en Henry Van de VeLde (Terkameren 1926), in de geest ook van het RITS zoaLs het oorspronkeLijk bedoeLd was. Dat was het opzet waar ik twaaLf jaar geLeden voor tekende. Gedaan met vakidiotie en speciaLisaties. Laat ons kijken naar de cross-overs en de verschiLLende verbanden tussen de ruimte, het acteren, het regisseren, het Lezen, het schrijven, het zingen, het speLen,

...

Het systeem van kandidaturen en ticenties en structuren van korte en tange type zijn inmiddels gewijzigd. Welke mogelijkheden biedt het nieuwe systeem? Ondertussen zijn er de fameuze BoLogna akkoorden, die het oude systeem van kandidaturen en Licenties vervangen door een BacheLor en een Master. Het principe is internationaLisering en gLobaLisering, met het oog op samenwerking en uitwisseLing tussen universiteiten en hogeschoLen. Twee jaar kandidatuur pLus twee jaar Licentie heeft men herverdeeLd in drie pLus één of drie pLus twee jaar. Het is de student die mee bepaaLt of hij zijn Master in een of twee jaren behaaLt. Hij moet geen tweede jaar extra betaLen. Ht docentencorps zaL in samenspraak met de student hierover een contractueLe afspraak maken in functie van wat voor hem het beste en het meest raadzame is. Men kan de studiepunten ( credits) spreiden over een jaar, aLs men dat aankan, of misschien over twee jaar want ondertussen moet men ook een scriptie maken. Daarna bestaat nog de mogeLijkheid een ‘Master na een Master’ te voLgen, deze van de ‘Transitzone’ en van aL onze partnerships in het veLd. Ondertussen komt de samenwerking met de universiteilen voLop

22 PROSCENIUM: EEN EIGENZINNIGE, GEINTEGREERDE OPLEIDING

Podiumtechnici zijn in hun vak bijzonderfunctioneet, kennisgericht en praktisch georiënteerd. Wat is de specifieke rot van de podiumtechnieken in het geheel van de opleiding? Podiumtechnieken is een heeL jonge opLeiding, met de normaLe groeipijnen. Daar komen we stiLaan uit. De opdracht kan ik in drie punten samenvatten. Ten eerste is er het autonome aspect van de opLeiding die er moet over waken dat de vakspecifieke onderdeLen beantwoorden aan de eisen van het beroepsprofieL. Ten tweede vragen we dat er voLdoende ruimte en tijd wordt uitgetrokken om, in onderLing overLeg en samenwerking, die technische kennis bij ons in de praktijk te brengen en vice versa. Ten slotte zal in een Laatste fase bepaald worden welke opLeidingsonderdeLen men gemeenschappeLijk zaL kunnen geven aan podiumkunsten en podiumtechnieken. Maar ingewikkeLd op organisatorisch vLak, ondermeer door de verschiLLen in statuut en de wetteLijkheid van de dipLoma’s van de betrokken docenten. Ik denk dat we twee tot vier jaar moeten uittrekken om de verschiLLende instrumenten op eLkaar af te stemmen. Daarna zuLLen we waarschijnLijk kunnen spreken van een echte integratie. Het zaL heeL duideLijk zijn wat samenloopt, waar het uit eLkaar Loopt, waarom en weLke externe factoren er bij komen. Omdat de probLematiek zo compLex is, heb ik voorgesteld om binnen de totaLiteit van de geïntegreerde opleiding met celLen te werken. Bijvoorbeeld een cel regie, een cel stem, een ceL beweging, een ceL acteren, een ceL scenografie, een cel licht, etc. Een ceL bestaat maximum uit drie personen, een of twee interne docenten pLus een externe. Ze komen een tot driemaaL per jaar samen om na te denken en ideeën te formuLeren over wat hun segment aanbeLangt. Ze kunnen het Leerproces evaLueren en maatregeLen voorsteLLen, zoaLs het uitnodigen van een gastdocent. Binnen ons opLeidingsmodeL is de cruciale vraag: wat is de juiste verhouding tussen de nodige kennis en techniek die je nodig hebt om het beroep te kunnen uitoefenen, en de ervaring om er creatief mee om te gaan. Anders gezegd, wat doe je met die kennis. Daar kom je nooit uit. Het heeft te maken met verbeeLding en persoonlijkheid. Ofwel is het teveeL van dit ofwel is het teveeL van dat. Ook is het afhankeLijk van het aantaL studenten, van hun Leeftijd en hun achtergrond. De afdeLing heeft immers geen gecanoniseerd systeem dat het aantaL inschrijvingen en de Leeftijd van de kandidaten in het eerste jaar vastLegt. Men bekomt dus een mengeLing van generatiestudenten van 17-18 jaar, meestaL meisjes die witten gaan acteren, met mensen gedaan van 23-24 jaar die aL fiLosofie, Germaanse, architectuur, de vandaar samen, aLLemaaL nu zitten Die hebben en wiLLen regisseren. . . .


-1

compexiteit. We proberen dat op te vangen door zo veer mogeLijk te werken ‘â La tête do cUent Hoe werkt het nieuwe systeem in de praktijk? Vanaf het einde van ditjaar kan men na driejaar afstuderen aLs acteur met een diploma Academische Bachelor Acteren. Wie wil, kan met dat diploma doorstromen naar een Master. Vroeger zat de schooltijd er op na drie jaar: men ging ergens stage lopen en zich in de praktijk inwerken. Nu kan iemand met capaciteiten verder als hij dat wilt. Hij kan, na een jaar of twee praktijk in het veld, terugkomen voor een Master Regisseren, Schrijven, Filmen, dat kan na een toelatingsproef. Voor de regisseurs is dat iets ingewikkelder. Want wat ga je nu in feite met een academische Bachelor regie na drie jaar kunnen doen? Vroeger zouden we gezegd hebben: “Trek maar een jaar of twee als regie-assistent het veld in’ Maar dat is voorbijgestreefd. Waar het nog bestaat heeft het vak van regie-assistent een andere inhoud gekregen waarvoor je geen drie jaar hogere studies moet gevolgd hebben. Regisseren is ook al niet meer het regisseren van 2Ojaar geleden. Deze studenten raden we aan de Master aan te vangen, of enkele jaren te onderbreken voor een stage of om ergens te spelen, intussen de ogen open te houden en met die ervaring aan de Master te beginnen. Het blijft ook altijd interessant om eens een kijkstage te doen bij mensen als Johan Simons in Gent of Luc Perceval in Berlijn. Tal van combinaties worden zo vanaf volgend jaar mogelijk. . . .

Wat is de officiële benaming vermetd op het diploma? Voor regie en acteren zal dit een Academische Bachelor Podium zijn met vermelding acteren of regisseren, gevolgd door een Master Podium-Theatermaker, met vermelding van de keuze regie + regie, regie + acteren, acteren + acteren, acteren + schrijven, regisseren + schrijven of regisseren + scenografie. Dat zijn de combinatiesystemen die, zoals we dat oorspronkelijk bedoeld hebben, opengesteld worden in de Master. Hetzelfde geldt voor Podiumtechnieken die echter geen Academische maar een Professionele Bachelor hebben. Dat vloeit rechtstreeks voort uit het vroegere systeem van lange en korte type. Voorlopig zal deze afdeling in de eerste plaats een generalistische opleiding zijn, waar je goede technieken leert. Maar eigenlijk is daar ook een specialisatie mogelijk voor klank, licht en productie, met natuurlijk de onderlinge combinaties, ook met de ruimtelijke aspecten zoals scenografie. Een afzonderlijke poot scenografie op Master niveau zie ik voorlopig niet zitten omdat het erg ingewikkeld en veeleisend is. Ik denk dat we beter allianties kunnen aangaan met bestaande modellen, zoals architectuuropleidingen in binnen- en buitenland, POPOK etc., en kijken hoe we dat op elkaar kunnen afstemmen. Het is niet zinnig dat wij hiervoor nog een bijkomende afdeling oprichten.

Studenten Podiumtechniek van het RITS aan het werk op Scenofest tijdens de Praagse Quadriënnate in 2003. Foto: CMs Van Goethem

gaan volgen. In geval iemand met een academische bachelor van een ander opleidingstype, zoals Germaanse, theatermaker wil worden, en er zijn geen opleidingsonderdelen die gemeenschappelijk lopen, zal men hiervoor een voorbereidingsprogramma opmaken. Die persoon zal een jaar extra voorbereiden en studeren op al de opleidingsonderdelen waarvan wij vinden dat hij ze moet beheersen, vooraleer hij toegang krijgt tot de Master. Bij het opmaken van het programma kan vrijstelling bekomen worden voor de al gevolgde opleidingsonderdelen die inherent zijn aan het behaalde diploma. Dit lijkt een zeer individuele beoordeling, maar is het in werkelijkheid niet. De wet voorziet immers in een kwaliteitsbewaking door een commissie intern-extern, die bepaalt onder welke voorwaarden iemand kan toetreden. Het wordt immers een immense opgave voor het korps om te zorgen dat, tegen al de trends van versnelling en oppervlakkigheid in, de kwaliteit van de opleiding gehandhaafd blijft. De volgende stap het sluitstuk van de hervormingen bestaat erin het ganse systeem modulair te maken, zodat de student zelf op een verantwoorde manier zijn studiepakket kan samenstellen. -

-

Info: www.rits.be.

Hoe kan men overschakelen tussen afdelingen en scholen?Hoe kan een student zelfzijn studierichting bijsturen? Hiervoor heeft de wetgever een systeem bedacht van schakel- en voorbereidingsprogramma’s. Het is mogelijk voor een gemotiveerd iemand met een Bachelor Podiumtechnieken, er een aantal opleidingsonderdelen van de Academische Bachelor bij te nemen, wat hem toelating verschaft tot de Master Theatermaker. Hij kan dan binnen die Master Theatermaker zijn specialiteit bepalen, bijvoorbeeld scenografle. Dan stellen wij een schaketprogramma op in samenwerking met externen. Iemand die dus start met de opleiding technieken, hoeft het daar niet bij te laten, hij kan ook doorgaan. Alles hangt af van de wil, van de kwaliteiten en van de mogelijkheden; eventueel kan hij zijn Master in het buitenland

Onderzoeksproject ‘Let’s Go Outside’ in Roubaix Foto: Anouk Luyten

PROSCENIUM: EEN EIGENZINNIGE, GEINTEGREERDE OPLEIDING 23


1 LET’S GO OUTSIDE In de koop van het academiejaar 2004-2005 ging de afdeLing Podiumkunsten van het RITS na een jaar van intensieve theoretische voorbereiding van start met een nieuw onderzoeksproject rond outsiderkunst en performance. Binnen dit project werd er niet aLLeen samengewerkt met verschitende gez&schappen (Victoria, Nieuwpoorttheater, Antigone, Beursschouwburg), er was ook een intensieve en interdiscipUnaire samenwerking met het Museum Dr. Guistain. Het outsiderproject was in de eerste p[aats een zoektocht naar de uttieme grens van het speren, de grens tussen geniatiteit en controteverties of waanzin, wars van atte exotisme of sensatiezucht. Een jaar tang testten studenten, docenten en artiesten als Marijs Boutogne, Benjamin Verdonck, Manah Depauw, Dominique Van Matder en Don Verboven de notie outsider op haar inzetbaarheid, wars van atte exotisme of ftauwe romantiek waarbij anders zijn, anders denken gereduceerd wordt tot een rariteit, of erger, tot een ziekte. Dit onderzoeksproject ambieerde een symbiose tussen theorie en praktijk, tussen onderwijs en cuttuur te bewerkstettigen. Onder imputs van Pot Dehert en Karet Vanhaesebrouck resideerden verscheidene studenten en artiesten in La Condition Pubtique in Roubaix om er te werken en te denken rond de notie outsider. De resuttaten van deze residentie werden gebundetd in een modutair festivat dat achtereenvotgens in Roubaix, Brusset, Kortrijk en Gent te zien was. Per ptek werd voor een aangepast context-programma gezorgd. De afdeting werd hierin bijgestaan door Frederik De Preester en lom Rum mens. De afdeting Podiumkunsten staagde er met Lets Go Outside in etk gevat in om de resuttaten van het artistieke onderzoek breed zichtbaar te maken en dat op verschittende ptekken in Vtaanderen en Frankrijk.

Never Go To Sleep (Wewillivestorm)

Benjamin verdonck

Caravan

Een gemeenschappeUjk medewerker van het Museum Dr. Guisain parkeert zijn caravan op de stoep van de diverse speelptekken. Hij tovert zijn rijdende barak om tot ambu[ant documentatiecentrum en houdt er zijn consuftaties.

Excavations: Pregnancy

Een installatie in beweging van Marijs Boutogne. Een forensisch antropologe verricht onderzoek op het Uchaam van een uitgegraven baby. ve en ingewanden van het kind zijn geborduurd, gehaakt en geweven. Het ske’et bestaat uit gebakken en gedroogd deeg. Het ontbindt en ontstaat tegetijkertijd.

Cinema brut

Een programma van perferecinema en zogeheten ‘mistukte’ cinematografische experimenten, samengestetd door theatermaker Stef Lernaus (Abattoir fermée)

4 PROSCENIUM: RUIMTELIJKE VARIATIES OP EEN THEMA


De presidentes

van Schwab en voorsteUng van de studenten spel onder begeleiding van Pol Dehert en Stef De Paepe

Henry, how are you!

nstallatie van Johan Dehollander

Onderzoek Simon Allemeersch

dLI!RnRb

t

‘ii ii

‘ijs) Jia’ f. i’ Y

a!!!

1$’

Permanent

p

--

Een installatie van Leen Persoons

foto’s: Anouk Luyten.

. PROSCENIUM: EEN EIGENZINNIGE, GEINTEGREERDE OPLEIDING 25


TTAS studiebureau voor theatertechnieken Blekerïjstraat 87, 9000 Gent Tel. 32 (0)9 233 79 30 Fax. 32 (0)9 224 15 31 E-mail info@ttas.be ïnternet wwwttas.be -

-

Met Roden Staal komt u optimaal aan uw trekken .

en aan al uw andere theatertechnische installaties.

a,

b

q%.

z

(1) 0 >

Heftafets Manteau’s Lichtbruggen Brandschermen Beweegbare podia Vrachtwagen heffers Service en onderhoud Loop en bedieningsbruggen Computer gestuurde trekken Elektrisch bedienbare trekken

c

j

.5 I

.

BELGIUM •SIÏtL Sate of Professionat Audio Equipment

.

Paskiare oplossingen voor elk project

.

Advies, ontwikkeling en realisatie

.

Technische ondersteuning en opvotgi ng Bekabeling Akoestische studïe

. .

Hoek 76 Unit 72 2850 Boom Tel: 03/844.6797 Fax:03/844.67 .46 Contact: Steven Kemland e-mail: steven@ampcobelgium.be

AKG • AMINA • APHEX • ARMSTRONG• ASL • CREST • DIGIDESIGN VENUE • DIGITALAUDIO DENMARK FREEFLOAT • FURMAN LIGHTWAND • MARTIN AUDIO • MIDAS • MOTU • MULTISMART • PEAVEY MEDIA MATRIX QUESTED . RADIAL ENGINEERING • RENKUS-HEINZ • SONIXELL • VARIPHONE • VIETA • WISYCOM • XTA


TAT TECHNOLOGY COMMISSION MEETING BELGRADO 2006 Ivo KERSMAEKERS

Op 15 septembervond de opening ptaatsvan het BlTEFfestivat, het BeLgrade InternationaLTheatre FestivaL. Het BlTEFfestivalwas reeds aan zijn 4Oste editie toe, en ontving meer dan 40 verschiLLende producties van over de heLe wereLd. Voordie geLegenheid had de Yustat, de Servische zusterorganisatie van BASU, de TechnoLogy Commission van de OISTAT uitgenodigd. Op de openingsavond werden wij verrast met de productie bODY_rEMIX/gOLDBERG_vARIATIONS van Compagnie Marie Chouinard.

Lezingen Vanaf de voLgende dag begon ons programma, dat ons bijna 24 uur op 24 bezig hieLd. De eerste voormiddag werd besteed aan Lezingen van TechnoLogy Commission Leden voor de theatertechnici van Servië. De Britse Ambassade bood ons hiervoor hun faciliteiten aan, wantzaaljes die adequaat met multimedia technieken zijn uitgerust, zijn nog schaars in de voormalige Joegoslavische republiek. De opdracht was Lezingen voor te stellen die een raakvlak hebben met de werkzaamheden van de commissie. Dit resulteerde in de volgende onderwerpen: Theatre technology/economics today (Duitsland) Sinus Dimmer for theatre Lighting Plus and Contra (Polen) A new theatre for performance and education (Canada) The CEN Workshop ‘Lifting and load-bearing equipment for stages and production areas within the entertainment industry’ (Holland) Tot slot stelde Sândor Borocz zijn recent boek voor over theaterbelichting, het eerste boek over dit onderwerp ooit in Hongarije verschenen. Men kan terecht zeggen dat zowel naar inhoud als vorm de lezingen een hoog internationaal niveau haalden.

Formutieren voor kostenberekening: op dezelfde wijze als bij de risico analyse verzamelen we verschillende spreadsheets, als studiemateriaal voor al wie er mee te maken heeft. -

Theater Attos: het Theater Atlas formulier is via de website gekend bij onze BASTT-leden. Het document is er gekomen na jarenlange discussie en evaluatie in de Technology Commission, waaruit uiteindelijk dit internationaal erkend werkinstrument is ontstaan. De laatste jaren leek dit invulblad overbodig te worden, aangezien veel theaters preciezere en meer volledige informatie op hun websites plaatsten. Tijdens de commissievergadering bleek echter dat niets minder waar is: het Theater Atlas formulier heeft nog steeds zijn waarde, voor technici in vele landen. Daarom willen wij dit opnieuw publiceren, promoten, en evalueren. -

-

-

-

-

TC-tezingen voor Servische technici en ontwerpers in de Britse Ambassade.

De commisievergaderingen De volgende dagen waren gereserveerd voor het werk van de Technology Commission. Voor wie er niet zo vertrouwd mee is, de OISTAT ( Organisation Internationale de Scenographes, Techniciens et Architectes de Théâtre) bestaat uit zes commissies, m.n.. architectuur, geschiedenis, opleiding, publicaties, sceno grafie, en natuurlijk technologie.

Technische Fiche voor producties: op het stramien van het Theater Atlas formulier, de technische fiche voor zalen, willen we een internationaal standaard formulier ontwikkelen om collega’s te helpen een relevante technische fiche op te stellen voor hun producties. -

Rondteiding langs theaters in Belgrado

Oorspronkelijk is de OISTAT opgericht om onze collega’s in de landen achter het toenmalige ijzeren gordijn’ te helpen met informatie via contacten. Nu nog steeds hebben we leden uit “emerging countries” die behoefte hebben aan werkmethodes, kennis van materialen en technieken. Veel van wat wij hier als normaal, verouderd of algemeen bekend beschouwen heeft voor hen grote waarde. Leden uit deze landen hebben ons de afgelopen vergadering laten inzien hoe we vast zitten in onze westerse denkpatronen. Wat wij als algemene kennis beschouwen, kan voor hen van grote waarde zijn, en we kunnen onze kennis en ervaring overdragen door eenvoudige persoonlijke contacten. Vreemd genoeg was dit inzicht eigenlijk al inherent aan zowel onze voorbije projecten en de vele projecten die nog op stapel staan. De belangrijkste zijn de volgende: Risico analyse van theaterp roducties: wij gaan verschillende checklists voor risicoanalyse uit verschillende landen verzamelen op de website, als referentie om onze eigen checklists fe ontwikkelen.

De CEN Workshop 25: Bert Determan vertegenwoordigt de com missie in de CEN Workshop, die als thema heeft ‘Lifting and load-bearing equipment for stages and production areas within the entertainment industry Op dit moment is er in de meeste Europese landen geen standaard voor hijstoestellen voor de “vermaakindustrie’ -

-.p--w.

-

Bezoek aan de BITEF scenografle tentoonstelling in het Museum voor toegepaste kunst.

PROSCENIUM: OISTAT TECHNOLOGY COMMISSION MEETING 27


Daarom is de CEN benaderd door een groep fabrikanten en gebruikers die wensen om een CEN Workshop Agreement op te steLlen. De aanvankeLijke doelstelling van de workshop zal zijn een inventaris van normen en stan daarddocumenten op te maken, evenals van de bestaande wetgeving op nationaal, Europees en mondiaal niveau. Eens dit gedaan is, zal worden gestreefd naar het in harmonie brengen van deze documenten door een reeks specificaties voor te stellen, die in heel Europa zouden kunnen worden uitgevoerd. Uitgaande van snelle consensus inzake CWA, kan deze als basis worden voorgesteld om een Europese Standaard in dit domein voor te bereiden. De werkgroep zit op schema, en de resultaten worden verwacht tegen de volgende Showtech in Berlijn. Dit project kende ook een grote belangstelling van landen buiten de Europese Unie, waar standaarden voor onze branche zo mogelijk nog schaarser zijn dan hier. Wij verwachten dan ook dat deze normen tot ver buiten de Europese Unie zullen worden overgenomen. De veranderende economische omstandigheden en de verantwoordelijkheid van de theatertechnicus: Marlin Tschermak (Duitsland) hield een lezing over de manier waarop zijn theater productiekosten kon verminderen door de technische planning opnieuw te evalueren.

-

Genieten van de cutinaire speciatiteiten van 5ervië

Door manuren te besparen op ombouwen en minder scène repetities te plannen, bleek het mogelijk om met het bespaarde geld een nieuwe en veel beter uitgeruste repetitiezaal te bouwen. Dit is een item waar we allemaal voor staan: geld besparen en berekenen hoe we dit kunnen doen. Daarom wil de commissie graag gelijkaardige ervaringen verzamelen en publiceren op zijn website.

Commission de mogelijkheid om projecten te realiseren ter gelegenheid van de Scenofest op de PQO7. De Commissie stelt drie projecten voor: . De organisatie van een rondgang langs de tentoonstellingen met scenografie studenten onder begeleiding van een theatertechnicus, die de theatertechnische aspecten en consequenties van de ontwerpen belicht. . De organisatie van een workshop waar een student theatervormgeving een theaterbeeld ontwerpt, samen met een student podiumwaarbij aandacht wordt technologie, besteed aan budget en praktische gevolgen en problemen van het ontwerp. . Een panel van ervaren theatertechnici van over de hele wereld zal discussiëren over technische consequenties van scenografische ontwerpen. Van dit project werd ter plaatse een proefsessie gehouden, die de naam kreeg: ‘OMC-project” Old Man Complaining. Een naamkeuze, geïnspireerd door de vele anekdotes die tijdens de besprekingen naar boven kwamen. Reacties van overal die de gelijkaardigheid én gelijkwaardigheid van theatertechnici een keer te meer onderstreepte. —

5PP: zoals ik reeds in het begin van dit artikel schreef, willen we onze collega’s uit”emerging countries” helpen met buitenlandse contacten en informatie. Dit project gaat van start door in Servië een werkmethode te ontwikkelen, die dan kan gebruikt worden in andere landen. Dit project dopen we het SPP of Serbian Pilot Project. Scenofest/ PQO7: Marina Raytchinova besprak met de lechnology

-

-

Foto’s Jerôme MaeckeLberg BEZOEK ONZE WEBSITE: www.oistat.org/technology

.‘‘

Sjiaiii ui volLedige theateruïtrusting, zoweL voor nieuwbouw als voor kleine of grote renovaties. Wij bieden U geïntegreerd of afzonderlijk: metaten draagstructuren, Loopbruggen, beweegbare podia, elektrische trekken (van prijsgunstige tot sneLle computerge stuurde systemen), alsook de bijkomende benodigdheden: doeken, horizonts, danstapijten,

Aarzet niet voor vrijblijvende inlichtingen en raadgevingen. A U 0 1 0

Brugsesteenweg, 545 B-88oo Roeselare www.seMo.be

Tel. + 32 Fax + 32 (0)51 21 servio@skynet.be

(0)51 24 00

96 c

04 92

A S E S

S T A 0 1

t’l 0

S 0 U 4 0

Antwerpsesteenweg 334 Belgium 2500 Liet Tel.: + 32 3 491 91 70 Fax: ÷ 32 3 489 05 62 E-mail: info@phlippo.com uRL: www.phlippo.com -

SLËS

R

IE1rAL


z

OP PLASA-BEURS. GUIDO SNOECK

In een dag ‘London PLasa’ heen en terug is vermoeiend. Vroeg uit de veren en pas Laat weer thuis. Maar het is een ‘must’, zeker voor hoofdtechnici. De verbinding naar de Ptasa is het goedkoopste met Eurostar en de Underground. Je stapt uit in hartje Londen, je neemt daar een stevig ontbijt voorateerje de metro induikt, wantje krijgt een drukke dag. Naast de technische producten kom je er ook de heLe wereLd tegen, van ‘Mister luLband’ tot ‘Mister Loempia.. Voor professioneten uit de evenementensector is PLASA (Professionat Lighting and Sound Association) in Londen de vakbeurs bij uitstek. Het is sinds 25 jaar het forum waar Uchtontwerpers, getuidstechnici, architecten, productieverantwoordeHjken, scenografen en organisatoren van evenementen de nieuwste producten in hun vakgebied ontdekken. Niet minder dan 390 bedrijven uit 20 bnden showen er hun nieuwste ideeën op gebied van audio, Ucht, AV, rigging, tracksystemen en engineering. Er worden diverse seminaries georganiseerd en de “PLASA Awards for Innovation” worden uitgereikt aan de meest innovatieve bedrijven of producten. De show duurt vier dagen en werd dit jaar bezocht door meer dan 25 000 professioneten uit de hete weretd. Door het internationate karakter is deze beurs ook een betangrijk commercieet knooppunt. latrijke bedrijven hebben hier de getegenheid om een deaternetwerk op te starten of uit te breiden, zodat ook de internationate bekendheid van hun product of dienst onderbouwd kan worden. .

Associate Membership Het opzet van de organisatie wit ook ruimer zijn dan het touter tucratieve. Universiteiten, schoten, openbare instettingen, individuete consuttants en bedrijven die in de periferie van de entertainmentindustrie actief zijn, kunnen ats tid van de ‘Associate Membership” beroep doen op de expertise die PLASA in de toop der jaren heeft opgebouwd. Informatie over onder meer de taatste ontwikketingen op het gebied van Heatth & Safety Regutations of RoHS (Restriction of use of certain Hazardous Substances) komen uitgebreid aan bod tijdens tedenmeetings. .

Betgische participatie Temidden atte decibets en tightshows tijkt een stand met theatertextiet misschien niet evident. Toch is de demonstratie van de

inventieve aanpak voor theatertextiet door ShowTex hier op zijn ptaats. Want ticht, getuid en decor zijn in de scenografie van theater of evenement attijd aanwezig. En de combinaties van (bewegend) textiet met ticht zijn eindetoos. Hangen, vatten, rotten, optrekken, draperen, fonketen ShowTex gaatattijd de uitdaging aan om de meest creatieve ideeën te reatiseren. De stand op PLASA 06 was dan ook heet”beweegtijk en wist de aandacht vast te houden van de bezoekers. Ook een verbeterd oprotsysteem voor projectieschermen of andere textieten bteef niet onopgemerkt. Met zijn oprotsnetheid van 1,5 m per seconde is de Hi Speed Rott-Up een heet snet systeem. De cytinder van 20 cm diameter en 6 m tengte is gemonteerd in een standaard trus van 40/40. De schermbreedte is 5,85 m en de hoogte maximaat 15 m. Motorisch aangedreven is een variabete snetheid mogetijk meteen hoogte-instetting tot op 1 mm precies. Opvattend is de stitte werking van deze motor van 2,2 KW. Bovendien werd een mooie productinnovatie gedemonstreerd. Ats verdeter van ShowLED sterrendoeken had ShowTex de achterwand ...

The Night of the Proms

van de expositieruimte bekteed met een gigantisch doek van 39 m breed x 12 m hoog met daarin meer dan 10 000 LEDs. Deze nieuwe technotogie die de naam ‘ShowLED Animation” mekreeg, werd ontwikketd en gebaseerd op voorgaande producten van

ShowLED (Ctassic, Chameteon). Atte RGB (16 mitjoen kteuren) LEDs zijn wittekeurig geptaatst in zwarte Motton (gecertificeerd brandwerend) met een densiteit van 20 LEDs per m2. De uttrasnette responstijd van de LEDs gecom bineerd met i ndividuete pixetcontrote etke LED krijgt zijn uniek adres maakt atte gedroomde beetdcombinaties mogetijk. -

-

Enkete weken na PLASA 06 vond The Night of the Proms ptaats in het Sportpateis te Antwerpen en kon ik de eerste pubtieke testcase met deze visuete vernieuwing votgen. “De taatste drie maanden voor de première hebben we hard gewerkt om de twee en een hatve uren durende show tot in het detait uit te werken. Voor etke song zochten we de juiste sfeer, ontwierpen we de beetden en maakten we LED-animaties aan. Met veet gedutd werd vervotgens de timing tot op de seconde juist afgestetd, zodat ticht, getuid, beetd en LED animatie vottedig synchroon tiepen” zegt Geert Vanhout, ticht- en setontwerper tijdens de voorbereiding over deze weretdprimeur. Bijkomend voordeet van de Animationdoeken is de snetheid waarmee deze konden worden opgebouwd. Het comptete doek in het Sportpateis bestond uit 15 panden van etk 12 m x 3 m. Montage aan de trus, aaneenzetten van de panden met vetcro, kabetconnecties teggen, instattatie van de controtter en verbinding naar het tichtpaneet namen nog geen drie uren in bestag. En dat voor 540 m2! Eens gedemonteerd, kon attes opgeborgen worden in 15 ftightcases. Opvattend tijdens de show is de intensiteit die van de LED’s uitgaat. De tichtsterkte en het tichtvotume van andere bronnen op het podium is bij momenten massaat. Zetfs wanneer een batterij spots met wit ticht vooraan op het podium rechtstreeks de zaat in schijnt btijft de daarachter topende Animation haar doortekening en intensiteit behouden. En dat ook tot op 80 m of de afstand van het sterrendoek tot de meest verwijderde zitptaatsen. Of anders gezegd: -

PROSCENIUM: ZOEKTOCHT NAAR NIEUWS OP PLASA-BEURS 29


deze Animation heeft een evenwaardige maar eigen zichtbaarheid die goed te combineren vaLt met andere tichtbronnen. Lichtontwerpers kunnen er hun paLet ateen maar mee uitbreiden. .

Terug naar Pasa Bij de Begische bedrijven troffen we ook ADB, Atart-Audio, Apex en Barco. Deze firma heeft een RGB-LED ingebouwd in een peervormig omhutset. Men kan ze aLs een soort tint aan etkaar ophangen tot 60 stuks t +/- 6m tang). Met een aantat tinten kan men in de breedte werken zodat er een wand van peer-LED’s ontstaat. Waarschijntijk niet goedkoop, maar zeker bruikbaar ats het er groots moet uitzien. Uiteraard hoort daar een sturingssysteem bij, het Laser System Europe. ADB stetde twee nieuwe versies van haar winnende WARP proflet schijnwerpervoornt. WARP/DAYLIG HT(onttadingstamp) en WARP/CERAMIC ( ceramische tamp), samen met atterhande nieuwe WARP accessoires. Hetdimmergamma werd uitgebreid mettwee nieuwe producten: EURODIM SIN E WAVE dim mermodutevoor EU RODIM 3 en deintettigente economische dimmer EURORACK 50 PLUS. .

Ook onze noorderburen presenteerden heel wat nieuwigheden. In Zichttijnen nr. 109, de Nederlandse evenknie van Proscenium, verschenen de volgende items. De firma Roden Staat toonde een verrijdbare steekastier. De steekastier, of roltrek of trommeltrek is een bekend hijsmiddel. Een lange as wordt voorzien van kabeltrommels. Door de as aan te drijven wordt de kabel op de trommels op- of afgewikkeld. Wet eerder bedacht, maar nog niet eerder uitgevoerd (en gepatenteerd) is deze trommeltrek die ookin zijn geheel verrijdbaar is. Een interessant product voor kleine theaters. Niet nieuw, maar internationaal nog steeds niet geëvenaard, is de Cyberhoistlnmotion 3D, een intelligente besturing van kettingtakels. Een belangrijk deel van de intelligentie is ingebouwd in de takels zelf. Het systeem werd onlangs gebruikt tijdens de tournee van Madonna. Elementlabs is gespecialiseerd in LED-toepassingen en werkte ook mee aan de Madonnatour. Een van de producten die Elementlabs toonde was de 1stealth’, een kunststoftegel met een raster van LED-verlichting (25 x 25mm). Door de korte afstand van de LED’s kunnen op grotere afstand redelijk scherpe beelden worden vertoond. De tegels zijn bovendien transparant, dus het is ook mogelijk een zeer scherp beeld te projecteren op een doek achter de Stealth tegels en op de tegels zelf animaties. Deze toepassing wordt in de Madonnatour veel gebruikt. Nieuw was de bestuurbare kettingtakel van Prolyte. Deze heeft niet de mogelijkheden van de Cyberhoist, maar de takel is wel voorzien van gewichtsmeting en positionering. Bovendien wordt hij geleverd met een certificaat BGV-Cl en NEN-EN 61508 51L3. De veiligheid is dus gegarandeerd. Interessant is het trussensysteem van de firma Litec uit Italië. Met hun Libera Truss System (libera betekent vrijheid in het Italiaans) kun je met standaard elementen rechttoe rechtaan overspanningen maken. Maar je kunt er ook eenvoudig een grote koepel mee maken. De trussen voor het dak beschikken al over een geleiding om het dak te voorzien van zeildoek. Wat betreft geluid was het de beurs van de grote, dure digitale mengtafels. Midas was er met de XL8: een compleet systeem om geluid te mixen, te bewerken, van effecten te voorzien en te verspreiden, dus inclusief microfoonsplitters. ]e hebt alleen nog microfoons en luidsprekers nodig’ is de slogan. De XL8 werd bij ons al eerder geïntroduceerd (er komen er drie van beschikbaar in Nederland, ook voor verhuur). Soundcraft was er met de Vi6, gebaseerd op de Studer Vista en met een interface die uitgaat van where you look is where you control’. Digidesign introduceerde de D-Show Profile, met een 24-kanaals frame een klein broertje van de grote Venue. DiGiCo had de nieuwe Versie4 software en een aangepaste D5lvoor theater met extra faders. Cadac, topsegmentin theater en musical, toonde de nieuwe S-Digital. De goedkoopste van al die tafels kost 60 000 euro. Is

30 PROSCENIUM: ZOEKTOCHT NAAR NIEUWS OP PLASA-BEURS

dat nieuws voor het kleine theater? Toch wel. Nu de fabrikanten hun grote tafels op orde hebben, zullen er snel kleinere volgen. Beter betaalbaar ook. Yamaha ligt wat dat betreft nog steeds voorop en presenteerde onder andere de nieuwe zeer compacte tafels L59-16 en L59-32 met 16 respectievelijk 32 recall-preamps en met een interne recorder die geluid op een USB-stick kan opslaan. De Soundcraft GB2 is een eenvoudig maar degelijk tafeltje met 16, 24 of 32 kanalen met drie stereo uitgangen en zes auxen. Het Deense DPA heeft een microfoonkit met twee DPA4O6(rondom gevoelig) en accessoires voor alles wat in stereo opgenomen of versterkt moet worden. Inclusief BLM6000 Boundary Layer Mount. Daarmee bevestig je een 4061 op een plat vlak (podiumvloer, vleugel) om er een ‘pressure zone microphone’ van te maken. .

Veel standhouders prezen de LED’s aan als belichtingsschijnwerper. Toch is er nog een lange weg te gaan. Zelfs de Super Power LED is nog te zwak om ver te dragen. Als je in het licht kijkt van de LED-armaturen is het fantastisch, maar als dat licht op een voorwerp valt dat veraf is zijn de resultaten zwak en niet te vergelijken met een gewone schijnwerper. Blijft natuurlijk dat de LED’s veel minder energie verbruiken. Voor mij persoonlijk was de boekenstand van Entertainment Technology Press LTD een echte ontdekking. Bestellen kan ook via de website, tijdens het surfen wel op je portemonnee letten. of misschien aankopen via het werk? Let wel, sommige boeken zijn uitgegeven in 1995 en al enigszins achterhaald, maar toch. Zwaar beladen vatte ik de terugtocht aan, met een hoofd vol dagdromen. www.showtex.be, www.adblighting.com, www.apex-audio.be, www. barco.com, www.rodenstaal.be, www.teamprojects.nl, www.elementslabs.com, www.prolyte. corn, www.litec.it, www. midasconsoles. nt www.audioxL nL www.digidesign. corn, www.digico.org, www.cadac-sound.corn, www.dparnicrophones.com, www. yarnaha.corn . .


1

-;

1

JOYSTICK AUDIO BVBA Raf Lenssens consulting

Theatertech n ische oplossing op maat

GELUID VOOR THEATER *Advjes van een specialist met ervaring in theater persoonlijke begeleiding *Voorstel totaal-project of losse apparatuur *opleiding, vorming, cursus geluid in uw eigen theater VERKOOP VAN TOPMERKEN AUDIO Soundcraft, Midas, Sennheiser, Lexicon, Meyer Sound BSS Tascam, Neumann, AKG, Shure, RPG, DPA dbx, Klark Teknik, d&b Multikabelsystemen, ....etc...

0 ntwerp Fabricage Montage vdledlg In eigen beheer zoewel mechanisch als besturlngtechnlsch

,

contacteer: Rat Lenssens Joystick audio Luchterenstraat 25 A 9031 Drongen Tel: 09/2363718 Fax: 09/2363719 GSM : 0475/669849 joystick@skynet.be

www.joystick.be

STAKEBRAND Rcdënr:8O, 3930 Harcit-AceI feI. 01 1 -36Ï8 zax 01 -€67&)5 E -rail Irrois:akebcd.të

Http..www s:akebrd b

ÏÏ TI° wiJt L II Exclusief distributeur Benelux

Distributïon of professîonal Iighting equïpment Service

and support

“Intelligent” Iightïng for theatre and projects

Exctusîve Uistribution --

ARKAOS • ARTISTIC LICENCE • CLAY PAKY • CLS • E:CUE • ETC lES • FLATLITE • LIGHTWAND • LITEC • LODESTAR • MANFROUO MA LIGHTING • MAJOR • RAINBOW • ROSCO • XILVER • VARILITE

Distributïon GE Lighting

Osram

Philips


.

JJ

.-

fr:)LIJT

:1ø __t

-1

h

1 Nl

montageliften nacelles

___i

-

-


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.