—
w UJ
Tijdschrift Toegelaten gesloten verpakking BC 5903 Afgiftekantoor Gent 9099 Erkenningnummer P 309560 -
.t0Lfl
° 0
—
0
.
0 0
Jij,’ 1F
THEATE
1’
/1 /
/1 /
/
1 / ,1•
// S
‘7
2’
R HNIEK TUUR E
SK%212
You can always Icnnheiser wireless microphone systerns,wherever you are in the world, whatever task you face, even under the most hostile conditions. As one of our custo mers puts it, “Sennheiser RF works where others fail”. So cali 0fl Sennheiser for the most comprehensive RF wireless product portfolio wortdwide—with microphones of every sort, a wide range of accessories and custom-made “specials”. Get assistance from our globat RF sup port team and find complete system solutions for every broadcast, stage or theater production, inciuding the only true solution for muftiçhannel appilcations. Our equipment is upward and downward compatible, ensuring that Sennheiser atways remains a worthwhïle investment. For more information please visit www.sennheiser.be.
DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VOOR THEATERTECHNIEK THEATERARCHITECTUUR SCENOGRAFIE
INHOUD 06
Jaargang 1 1 Nr. 44 september 2007
Scenografie
+
Theaterarchitectuur
PQ 2007
-
Proscenium is een publicatie van BASU Be’gische Associatie van Scenografen en Theatertechnici vzw aangesoten bij OISTAT
Een internationaal podium voor scenografie en theaterarchitectuur
13
Zetel en secretariaat Van Ertbornstraat, 8 2018 Antwerpen TeL: 03 202 10 45 E-maiL bastt@basft.be website: www.bastLbe
Nieuwe Media
LICHT EN VIDEO: MEDIASERVERS EN HUN TOEPASSINGEN
Redactie Proscenium Azaea[aan, 30 1030 Brusse’ TeL: 2 215 0$ 52 E-mail: prosceniumbastt.be
16
Hoofdredactie Rose Werckx
Theaterarchitectuur
LES BRIGITTINES BREIDT UIT
Werkten mee aan dit nummer: Geert Custers Yves De Bruyckere Pjeter De Kimpe Tanya De Roey Thomas Desmet Luc Dhooghe Ivo Kersmaekers Jan Strickx Ive Vandefonteyne Rose Werckx
De scenografie von een tweeling
23 Regelgeving
DE EUROPESE NORMEN
Cover
CEN Workshop Agreement
Ontwerpschets Les Brigittines © Andrea Bruno
Druk Sintjoris
-
Nevee
24
Vormgeving www.brusse[sof.be
Theatertechniek
SPECIAL EFFECTS
Prijs per nummer: 5,00 € Abonnement (4 nrs.): 18,00 € Bank: 402-5525161-38 van BASTF vzw Buitenland Prijs per nummer: 7,00 € Abonnement (4 nrs.): 25,00 € IBAN: BE24 4025 5251 6138 BIC: KREDBËBB
Het podium staat in brand
28
Teksten, foto’s en iftustraties mogen enke’ worden overgenomen mits voorafgaande schrifteLijke toestemming van de uitgever.
Intenliew
TWEEBAND
Verantwoordetijke uitgever Jan Strickx Steenweg op AaLst, 134 c B-930$ Hofstade-Aatst
Een gesprek omtrent dilemma’s in de theatersector
Verder
Adverteerders: AMPCO Betgium AMPTEC Stage Studio lechnotogy CANDELA EVDV Trade JEZET SEATING JTSE PHLIPPO ShowUghts RODEN STAAL SENNHEISER Betux SERVIO SHOWTEX SLP STAKEBRAND TFAS VAKBEURS THEATERTECHNIEK VERBIEST -
-
-
-
-
-
-
—
-
-
-
—
BASTT NIEUWS
—
OISTAT NIEUWS
-
IN MEMORIAM
-
—
PROSCENIUM: INHOUD 3
ASTT-N 1 EUWS BASTF heeft tijdens de vakantiemaanden een grote organisatorische ommekeer meegemaakt. Rose Werkx bouwt haar acliviteiten binnen de vereniging af, en stopt niet ateen haar voorzitterschap, maar ook het secretariaat. Het is moeilijk te ge’oven dat zij en haar man, Luc Dhooghe, dit immense en zeer diverse werk zove’e jaren konden b’ijven combineren met hun architectenbureau. Het is dan ook noodzakeLijk, wifien we onze werking verderzetten en uitbreiden, een professione’e kracht aan te werven om het secretariaat te beheren. We zijn bLij dat we hiervoor Katrien van Driessche hebben kunnen aantrekken, die de sector kent as voormaUg productiemedewerker van Laika. Zij za het nieuwe secretariaat beheren van waaruit ae uitingen en activiteiten van de vereniging worden georganiseerd en uitgevoerd. Door midde van dat secretariaat hoopt BASTF in staat te zijn vorm te geven aan een continue ambitie van groei en intensivering van de inhoudeLijke ontwikkeLing van het vakgebied en betrokkenheid bij het werkveLd. Wat verandert er voor u aLs Lid van BASU? Heel weinig en heel veel, is het antwoord. U ontvangt Proscenium zoals gewoonlijk. Rose Werckx blijft trouwens hoofdredacteur en contactpersoon voor ons tijdschrift. Ook inzake inschrijvingen voor een van de ledendagen of cursussen verandert er helemaal niets. u zult ook de agenda en de theatertechnische gids ontvangen zoals gebruikelijk. Nieuw is dat BASU voortaan veel meer aan vakinhoudeljke ontwikkeling en belangenbehartiging wil doen. Ledendagen worden meer afgestemd op specifieke behoeften en zullen in plaats van algemeen, meer specifiek gericht zijn op het ontwikkelen van kennis. Hiervoor nodigen we de bedrijven uit om hun expertise in te zetten. Voorts worden cursussen meer in opdracht en op aanvraag georganiseerd. En waar het gaat om belangenbehartiging willen we de contacten verder aanhalen, bijvoorbeeld met ondermeer de SERV en het SEP. Een ander belangrijk doel van BASU is dienstverlening ten behoeve van de leden. De website zal worden geoptimaliseerd zodat een snellere en actuele doorstroming van informatie mogelijk is. LidgeLd voor BASU 30 EUR (15 EUR voor studenten). lidgeld het bedraagt dit moment Op Het is echter een feit dat dit niet meer volstaat om de kosten te dekken. In de realiteit Legt BASU geld toe op elk lid dat ze heeft. Daarom zijn we genoodzaakt vanaf 1 september het Lidgeld op te trekken naar 40 EUR perjaar. Voor de studenten blijft het 15 EUR per jaar. Buitenlandse leden betalen 50 EUR perjaar. De bankrekening blijft 402-5525161-38 IBAN: BE24 4025 52516138 BIC: KREDBEBB Praktisch Een nieuw secretariaat heeft ook een nieuw adres. We zijn heel blij en dankbaar dat de Vlaamse Operastichting BASU wil helpen door het secretariaat onderdak te geven. Onze nieuwe contactgegevens zijn dus van af nu: ,
-
PROSCENIUM Azalealaan 30 B-1030 BRUSSEL tel 02 215 08 52 proscenium@bastt.be
BASH Van Ertbornstraat 8 2018 Antwerpen Iel:03 202 10 45 bastt@bastt.be www.bastt. be
Het secretariaat is geopend op maandag en dinsdag van 9 tot 17 uur Voor dringende gevallen buiten deze uren kunt u bellen naar 0475 57 32 18 Wij hopen u nog vaak te mogen ontmoeten op onze activiteiten. Namens BASTF Ivo Kersmaekers, voorzitter
Lijst RVB 1. DE BRUYCKERE Yves 2. DE KIMPE Pieter 3. D’HAENE Frank 4. GOETHALS Frankie 5. KERSMAEKERS Ivo (voorzitter) 6. MAECKELBERGH Jerôme 7.MARLY Sieber 8.PENSON Johan (ondeivoorzitter) 9.STRICKX Jan 1O.TORFS Geert 11.VANDENDRIESSCHE Barbara 12. VAN DRIESSCHE Katrien (ecreaaat) Lijst Ex- RVB 13. DHOOGHE Luc 14. SNOECK Guido 15. WERCKX Rose PROSCENIUM: BASTT-NIEUWS
5
Pa 2007 PRAAG, 14
-
24.O62OO7
EEN INTERNATIONAAL PODIUM VOOR SCENOGRAFIE EN THEATERARCHITECTUUR ROSE WERCKX
De Praagse Cuadriënnate vierde dit jaar haar veertigste verjaardag. Van een “midLife-crisis” was echter niets te merken, integen deeL. Vertegenwoordigers van zo’n vijftig Landen uit aLLe continenten steLden scenografisch en architecturaaL werk tentoon. De jongere generatie kwam aan bod in de Student Section en Scenofest. Na maanden van voorbereiding ging voor ons op 12 juni de Laatste editie van start. Een versLag.
Stand België, foto ]eröme Maecketbergh
Dag 1 Niets kijkt verandert op het Vystavice-terrein. Het “Industrial Pa[ace” [igt er mooi en pronkerig bij aLs vanouds. Het kLeine museum rechts heeft nog aLtijd dat hoge suikergeha[te. Aeen de zitbanken ontbreken op het pein waar wij ooit zovee’ ot beeefden met het observeren van de mensen. Binnen, in het paLeis, is men met de opbouw begonnen. Een mierennest in vote actie. Ons expo-materiaaL Ugt mooi op ons te wachten. Ive en Sieber starten met het Leggen van het drieledige tapijt in de nationaLe kLeuren. Twee RuS studenten helpen met de opbouw van de structuur. Na Space and Dance” in 2003, selecteerden wij ditmaal werk van zes kunstenaars, met als thema “Interaction”: Peter MissotLen, Eric Joris, Michèle Noiret, Benjamin Verdonck, Kris Verdonck en Dominique Roodthooft. Deze zes exploreren in hun voorstellingen en performances, op een persoonlijke en oorspronkeljke manier het grensgebied, tussen theater en beeldende kunsten, tussen acteur en installatie, en tussen lichaam en machine... D.m.v. fotomateriaal, opgehangen als vers-
6
PROSCENIUM: PQ 2007
Stand Schoten, foto Jo Ktaps
gewassen linnen, en uitspraken van de kunstenaars, neergeschreven op lage houten volumes, kan het publiek met ze kennismaken. Omwille van het beperkte budget konden we spijtig genoeg geen videomontage maken. In een ander lager gelegen gebouw werken vier personen van Blids aan de scholenstand. Het ontwerp is een technisch hoogstandje. Op dubbel draaiende wielen, zijn foto’s van de zes deelnemende scholen bevestigd. Een houten platform zorgt voor de doorloopruimte. De zon schijnt fel door de grote glazen ramen van het gebouw, maar het Tsjechische bier lest de dorst!
Het bruine volume intrigeert mij. Het is een soort metselwerk van grote kartonnen dozen. Binnenin is met hetzelfde materiaal een tribune gebouwd.,Bovenaan werken studenten nog aan de verlichting.
Dag 2 Het werk vordert op onze standen, tijd voor een eerste rondgang. In de centrale hal, het domein van Scenofest, vechten metershoge volumes om aandacht. Een staketsel dat oogt als een Toren van Babel staat naast een groot bruin volume dat een zaal herbergt. De toren is opgebouwd uit stellingen en metalen vloeren. Een blik in het programmaboekje vertelt ons over zijn functie: de presentatie van studentenwerk dat ter plaatse wordt gemaakt.
Toren van Babet, foto Jeröme Maecketbergh
Right Wing, foto ‘s ]eröme f4aecketbergh
Rondom deze attractiepolen zijn de standen van de projecten voor de “Vogels” van Aristophanes en de OISTAT-architectuurwedstrijd in opbouw. Onze stand is klaar. Op de scholenstand is men nog hard aan het werk. Zij moeten nog op zoek naar metaaldraad. Niet zo gemakkelijk als het Tsjechisch woord voor Brico je niet direct in de mond ligt!
Dag 3: Openingsdag Middags wordt iedereen uit de pavi[joenen gejaagd. Via een achterpoorje glip ik voorbij de strenge bewakers. Een ideaa’ moment om het geheel te verkennen. De linker- en de rechtervteugelvan het paviljoen zijn voorbehouden aan de nationale standen. De opstelling heeft een duidelijke structuur. Lange roze vloerplaten dwarsen het paviljoen en aan elk uiterste bevindt zich een bar. Dit is bijna levensnoodzakeljk: er heerst hier altijd een verzengende, droge hitte. Ongeveer vijftig landen nemen deel aan deze P0. Alle standen beschrijven is gekkenwerk. Ik pik er dus enkele uit. Een eyecatcher is ‘Blow”, een interactieve installatie uit Nieuw Zeeland, die bestaat uit een metalen structuur waaraan elf kegelvormige, witte opblaasbare volumes zijn opgehangen. Elk volume staat voor een thema: media, licht, geluid, projectie, object, kostuum, gevoel, oppervlakte, lichaam en ruimte. Een rood gordijn draait langzaam langs de volumes. Een zwarte stoel verbeeldt de plaats voor de regisseur. Een frisse voorstelling. Hun overbuur Nederland partidpeert met het organiseren van gespreksronden in een bouwkeetopstelling Enkele tafels en banken worden heel eenvoudig begrensd door twee containers waar men de Hollandse vlag heeft ingeprikt. Een verwijzing naar hun lekkerste exportproduct. Het programma van de deelnemers aan de debatten is indrukwekkend. Een hoogvlieger qua concept is Portugal. De stand bestaat uit twee delen. Eerst heb je een doorgangsruimte waarin links en rechts houten tafels met scenografisch werk. Ernaast, in hetzelfde lichtgetint houtwerk, staat een architectonisch object waarje via een erg smalle deur in een mini projectiezaaltje terecht komt.
‘S
De curator, Joa Mendes Ribeiro, schrijft over zijn concept: “Architecture on stage aims at showing the relational trend of scenic spaces in a wider context of references, which extends from the universe of staging, from the ritual and symbolic, in which the psychical and the material properties of space are explored as fully autonomous phenomena in their own intrinsic plastic qualities.” Servië trekt van ver de aandacht. Een grote hoge balkvorm met vier grote nep theaterdoeken op ribbelplexi vormen een schild rondom een binnenkern. De vloer en de wanden zijn uitgevoerd in zwart-wit dambordmotief. Op enkele wanden hier en daar levensgrote figuren. Bij deze installatie staan geen foto’s of maquettes., Het beeld wekt nieuwsgierigheid op waardoorje verder wil neuzen in hun catalogus met als titel “Theatre Politics City”. Een case studie over Belgrado. —
—
In de Right Wing” is er een uitschieter: Rusland. Vooraan zie je een lange rij zwarte grote klompen. De vloer is bedekt met een zwarte plastiek waarop een laagje water. Bezoekers steken hun schoenen in de klompen en waden naar de stoelen, bombardons of stapels boeken die in het water liggen. Daarop staat scenografisch werk van dertien ontwerpers met als thema ‘Our Chekov: Twenty years later”.
1
1 1IL
1
0•’
ir 1JhL1
‘
Stand Nieuw-Zeetand
1
/
Puur poëzie! Zij ontvingen hiervoor de “The golden Triga”, de belangrijkste onderscheiding van de P0. De ontwerper Dmitry Krymov staaft zijn concept als volgt: “It’s always cold or rainy in Russia, or else it snows. Or there’s a leaking ceiling 50 something is constantly dripping from it. Or it falls on you. Some fluff, for example. More often it is chunks of plaster. You feel like putting on something water-tight, say, a pair of galoshes, and pick up an umbrella. T remember the days when the Mona Lisa was brought to Moscow: people were queuing to see it for up to 8 hours. They were standing in the ram, and when T saw her, 1 feIt she was so umber or bog-coloured that she appeared like any other Russian woman. Poor thing, she was cold. The fate of all works of art in Russia that can be stupendous at times is they are created under inhuman conditions, and are then drowned or burned, or they crack or fall on the ground to be dragged to the mud. And are recreated again.” De stand van Hongarije grenst aan die van Rusland. Het is een gesloten volume waarin een douanecontrolepost is gebouwd: bellen, ticketje nemen, wachten op de douanebeambte. Na verdere “controle” kom je terecht bij de ontwerpen. Het idee is origineel, maar toch heb ik er moeite mee, de link met het theater is mij niet duidelijk. Bij de opbouw trok Taiwan de aandacht. Zij bouwden een nest van bamboestokken, een mooi ogend transparantvlechtwerk, maar nu, in het eindstadium, is het teniet gedaan door het aanbrengen van grote, zware videoschermen. Ondertussen zijn de cateringmensen druk aan het werk. Jongeren stapelen kunstig vers fruit in enorme schotels. De organisatiemensen lopen druk heen en weer. Ik tracht even de schoolafdeling binnen te lopen, maar bewakers kennen maar één woord: njet.
Dag 4 Dit is de dag van de ontmoetingen. Eerst even een kijkje nemen op onze stand. Vanop afstand observeer ik de bezoekers, de manier waarop zij kijken, foto’s nemen, noteren. Sommigen spelen met de tentoongestelde poppen. Ik loop langs bij onze Nederlandse collega’s. Het debat is aan de gang en wordt aandachtig gevolgd. Een probleem is wel het geluid. Meerdere standen trekken de aandacht via
PROSCENIUM: PQ 2007
7
muziek, maar daardoor ontstaat een kako fonie die het debat ernstig verstoort. De organisatoren zouden zoas op andere beurzen een regtementering moeten opsteten i.v.m. de geLuidsoverLast. Toch belet dit ons niet om even “lekker” door te praten met onze noorderburen over hun en onze problemen. Leuk.
op zoek naar Karin wandel ik tot aan de Duitse stand. Soberheid is hier troef en alle aandacht gaat naar het uitstekende scenografische werk van JohannesSchütz. Ik houvan d&’gedepouilleerde” ruimtes die hij ontwerpt en van de prachtige verhoudingen tussen acteur en volume, in b.v. de “Drie zusters” van Tsjechov. Misschien is het niet nieuw wat is nieuw in scenografie? maar het heeft klasse! Het verwondert mij helemaal niet dat hij een “Gold Medal” ontvangt voor zijn
een operatietafel waarop een kleine nar ligt verbonden aan infuusflessen. Het intrigeert, maar ook hier is mij de relatie met scenografle niet zo, duidelijk. Oostenrijk realiseerde een metershoge cilinder, waar je met een smalle ladder in moet en via een glijbaan naar buiten glijdt. Enkele personen komen hardhandig met de stenen vloer in aanraking. Zij zullen zich Oostenrijk wel h en n n eren. De diversiteit is groot. Noorwegen staat er met een witte container: een “Silence Machine”. Zweden focust op het jeugdtheater. Letland brengt een ode aan Bulgakov. Polen verrast met een gesloten volume. Op enorme glazen platen worden beelden geprojecteerd van een man die loopt op het krachtige ritme van hartkloppingen. Later verneem ik dat Letland
donder, en wind kan opwekken. Binnen, rondom de Toren van Babel, wemelt het van studenten en professoren die debatteren over hun ontwerpwerk i.v.m. ‘de Vogels” van Aristophanes. De OISTAT-architectuurwedstrijd maakt haar laureaten bekend. De ateliers en workshops draaien op volle toeren. Contacten en vriendschappen ontstaan aan de bar,
Stand Portugal
Gotden THga voor Rustond
Scenografle Johannes Schütz © Arwed Messmer
-
-
De vergaarde documentatie begint letterlijk en figuurlijk zeer zwaar te wegen. Tijd dus om even in het achteraangelegen pretpark uit te rusten. Het ruikt er naar vergane glorie, met speeltuigen uit oude Tsjechische films. Het lijkt me een ideale plek om de gloednieuwe cataloog van de PQ te doorbladeren. De lay-out, met zijn “verpakkingsidee”, oogt fris. Binnen komen de
photoreport:
15. 6.
Stand Servië, “About Germany” van Branko Pavic
Stand Rustand, foto’s Jeröme Maecketbergh
PQ Today
Macbeth-productie onder de directie van Jürgen Gosch.
twee prijzen wegkaapt: “for the most promising talent” en the best exposition” in deze sectie. Jammer: de “reality of transformation” van de Poolse inzending lijkt mij een betere keuze. Ik ga even uitrusten op onze Belgische schotenstand. De draaiende wielen intrigeren de voorbijgangers. De vermoeidheid laat zich echter voelen. Tijd om iets lekkers te gaan eten.
deelnemende landen alfabetisch aan de orde. Het blijft voor mij een raadsel hoe de jury, uit zo’n bonte verzameling van invalshoeken en culturen, haar selectie kan maken zonder hierbij zware compromissen te moeten stuiten. Misschien moet die prijsformule verdwijnen? Toch hoeft dit geen domper te zetten op het feest dat hier in Praag, met de medewerking van landen uit oost en west, door een enthousiaste werkgroep georganiseerd wordt Wij dromen alvastvan 2011!
Frankrijk is niet aanwezig op deze PQ. Wie zijn de opvolgers van Alain Chambon, die in 1991 de zilveren medaille ontving? Nochtans, als je de rubrieken naleest van Jean Chollet in het tijdschrift AS, besefje dat er zeker voldoende stof aanwezig is om hier tentoon te stellen. Alleen al de presentatie van een ontwerper zoals François Delarosière, de man die de metershoge wandelende olifant ontwierp, had hier voor ophef kunnen zorgen. De scholenafdeling ligt in een lager gelegen gebouw en is bereikbaar via een met plexi overkoepelde tunnel. Hier is, in tegenstelling tot de nationale inzendingen, geen verschil in vloeroppervlakte, iedereen heeft 25 m Aan de inkom stelt de school van Talin tentoon. Het is een sobere zwarte stand met in het midden .
‘
Dag 5 Ontbijtin deSlavia.Tram 17 brengtmij doorheen de druk door toeristen bezochte stad. Telkens kondigt een zware monotone stem met die typischeTjechische s-klanken via de luidsprekers de halteplaatsen aan. De tijd lijkt hier stil te staan.
op
de esptanade voor het Industrial Palace nemen kinderen deelaan allerhande activiteiten. Links en rechts staan oude theatermachines opgesteld, waarmee je o.m. het geluid van ‘4’
8
PROSCENIUM: PQ 2007
J
7
DE THEATER ARCHITECTUURWEDSTRUD OISTAT 2007 PIETER DE KIMPE
De architectuurcommissie van OISTAT (InternationaL Organisation of Scenographers, Theatre Architects and Technidans) presenteerde op de Laatste Praagse Quadriënnate eerder dit jaar de resuLtaten van de 7de InternationaLe OISTAT Theater Architectuurwedstrijd 2007. De commissie wiLde met deze wedstrijd studenten architectuur en jonge architecten kennis confron teren met de spedfieke compLexiteit van het theaterontwerp. Het ontwerp van een goed theater weL te verstaan, waar iets nieuws kan ontstaan in de uitwisseLing tussen speLers en pubLiek. Dit was a de zevende wedstrijd die de Architectuur Corn rnissie organiseerde. Ms reactie op de vorige editie (Hengeto 2003), waar de de&nerners weinig of geen rekening hieden rnet de zichttijnen, rnet betrekking tot de podiurndirnensies en zaaafstanden, werd in het eisenpakket een hogere zaatcapaciteit gevraagd (500 toeschouwers i.p.v. 400). Een zaavan 500 is nog steeds geen grote zaaL, rnaar het verschil rnoet de ontwerpers stirnuteren orn opnieuw na te denken over de zaaverhoudingen. Bij het ontwerpen dient rnen irnrners voWoende oog te hebben voor de rnaxirnate kijkafstanden en de verhouding van pubUektotspeetvtak. Een acteur of actrice die a[een op het toneeL staat, rnoet tot het pubLiek kunnen doordringen. Inzicht verkrijgen in hoe deze “chernie van nabijheid” werkt bij diverse voorsteLLingen, was dan ook de kern van de wedstrijd. Daarnaast rnoesten de deetnerners in hun ontwerp ook op’ossingen uitwerken voor: PubUeksfaciUteiten zoas sanitair, tickethng, foyer, catering en drankgeegenheid Technische voorzieningen (beUchting, ge’uid, rnechanische uitrusting, ...) Backstage-uitrusting voor 40 artiesten (oges, artiestenfoyer, sanitair, ...) Uitrusting voor Laden en Lossen van decorstukken en andere instaLLaties, ... Uitrusti ngen voora n dere dan theateractiviteiten t repetitie, workshop, kantoren, ...) EvacuatiernogeLijkheden Toegan keLijkheid voor roLstoelgebruikers. Elke deelnerner rnocht zelf de Locatie voor zijn project kiezen, waardoor de plaats geen stain-de-weg was voor de verschillende culturele achtergronden. De aanwezigheid van water op de locatie in een of andere vorrn was wel een vereiste. Dejury hanteerde volgende criteria: De kwaliteit van het auditoriurn in relatie tot het speeLvlak De relatie tussen het gebouw en de orngeving Innovatie en originaliteit van het ontwerp Organisatie van het ontwerp Conforrniteit van het eisenpakket Algernene indruk. Behalve het eerste critedurn zijn dit allernaal vragen die bij elke architectuurwedstrijd van kracht zijn. De problernatische relaties tussen het publiek en
devoorstelling,werden echterin het prograrnrna ornstandig als Key Issues” ornschreven. Maar daar is bij de inzendingen niet veel van te rnerken. Heeft dejury daarorn geen eerste prijs toegekend? “
De resuLtaten Eerste prijs: niet toegekend Tweede prijs: Venice CanaL Theatre ( voor muziekvoorstettingen) Jutia Wurst, Hannover Duitstand, Leibniz Universitât Hannover
Orndat dit ontwerp voor rnuziekvoorstellingen is bedoeld, zou je kunnen argurnenteren dat de zichtLijnen rninder belangrijk zijn, ware het niet dat goede zichtLijnen doorgaans ook goede klanklijnen opleveren. Op de tribune is er plaats voor ongeveer 300 rnensen. De resterendetoeschouwers zitten op de verbindingsbruggen en in de vensternissen van de aanpalende, leegstaande huizen. Daarrnee is dit rneteen een van de weinige ontwerpen waarin bewust of onbewust gebruik gernaakt wordt van balkons orn de rnaxirnurn afstand van het publiek tot de voorstelling zo klein rnogeLijk te houden. -
-
Derde prijs: Manhattan Pier 13 Theatre René Büttner, Panschwitz-Kuckau, Dresden, DuitsLand
3
-
-
-
-
-
-
-
-
1
-
-
-
-
-
Een eenvoudig ontwerp: het tegenover elkaar plaatsen van een drijvende tribune en een speelvlak op het water rnaakt nog geen ‘theater”, rnaar als je dit doet op een kanaal tussen ruïneuze Venitiaanse palazzo’s heb je alvast een ‘Levende ruirnte’ in de zin van Peter Brook’s theaterorngevingen.
Dit project is een transforrnatie van een bestaande pier in downtown Manhattan. Het is geen bescheiden ingreep, vooral niet orndat het ten slotte gaat over een zaaltje van arnper 500 toeschouwers. De ontwerpers verantwoorden de schaal onder rneer door de inbreng van een ferry-terrninal. Dit ontwerp beroept zich op de erfenis van theaterontwerpers zoals Gropius, Weininger en KiesLer en distantieert zich dus van het traditionele Ljsttoneel. De ontwerpers gaan nog verder door de podiurnkunsten een plaats te geven in de dagelijkse realiteit van pendelaars, toeristen en bewoners. Het is jarnrner dat de praktische haalbaarheid ervan niet hard gernaakt is in de
PROSCENIUM: PQ 2007
9
Reserveer uw
1
De ontmoetingsplaats
plaats op de
Ç beursvloer’
voor iedereen die meer wil weten over alle technische faciliteiten rond podïumkunsten en zakelijke evenementen zoals licht, geluid, audiovisueel, trekkenwanden, tribunes, hijstechnieken, theatertextiel, meubilair, etc. gratis
T L
10:00-18:00 uur
Dinsdag
10:00-18:00 uur
Woensdag
10:00-17:00 uur
Hall
c_www.vakbeurs-theatertechniek.nl
nochtans sterk uitgewerkte tekeningen. Deze twee ontwerpen tonen dan ook het diLemma van de jury. In het project voor Venetië geeft men blijk van een grote poëtische zeggingskracht, maar heeft men nagenoeg niet gedetailleerd. In dat voor New York is het net omgekeerd... Andere prijzen Konstanza Theatre Vtad Berberianu, Bauhaus Universitât Weimar, DuitsLand
Een van de weinige ontwerpen waarbij men rekening hield met het probleem van de zichtbaarheid. De tribune is daarom niet gelijk oplopend en de scène is hoger opgetild. vaak gezien probleem bij Een openluchtvoorstelli ngen is frontale de belichtingsophanging. Men heeft buiten immers geen “plafond” om de belichting in te hangen. Hier werd van de nood een deugd gemaakt: een belichtingsconstructie beschermt toeschouwers en artiesten tegelijkertijd tegen zon en regen. Een ontwerp dat op delicate wijze in de ruimte werd ingepast. Quebec Bassin Louise Vincent Charbonneau-Destauriers, Lavat University of SchooL of Architecture, Canada
Gesitueerd aan de kust van de Zwarte Zee, in de haven van het Roemeense Konstanza, beoogt men met dit ontwerp een tegengewicht te bieden aan de spectaculaire groei van grootschalige promotorprojecten na de val van hetijzeren gordijn. Een theoretische Rietveld-oefening laat toe verschillende theaters in de veranderende ruimtes op te stellen. Een zorgvuldig ontwerp metveelaandachtvoor de uiterlijke verschijning, zowel bij daglicht als in het duister, maar zonder technische uitwerking. Battic Open Air Theatre HeLena AhLbLom, KarL Brorsson, Ericsson, MagadLena Perers, Lund Institut of TechnoLogy, Zweden
Dit is een onderzoek naar de integratie van een omvangrijk bouwvolume in een kleinschalige plezierhaven. Door de theaterruimten ver onder het maaiveld te laten zakken, past het ontwerp onopvallend in de omgeving, weliswaar ten koste van het contact. Het theaterbedrijf zelf wordt hier als een mechanische activiteit benaderd, wat goed aansluit bij het anoniem industriële uiterlijk van het ontwerp. Alle mogelijke publieksopstellingen werden mooi op een rijtje gezet, maar resulteerde niet in één overtuigende zaalvoor 500 mensen.
Johan SeLectie uit de overige inzendingen Venice Theatro Nomade Gro Sarauw, Copen hagen, Denemarken
‘ -
gondels leveren een sterkbeeld op. Ondanks een doorgedreven onderzoek naar de mogelijkheden is de vormgeving bepalend voor de manir van kijken. Zoals bij het project van Rossi moet het gros van de toeschouwers vanop het balkon vanuit de hoôgte toekijken.
q’
we’dstrijd aLs diaLoog uitbouwen? De jury kende zoals gezegd geen eerste prijs toe. Als signaal kan dit tellen... Men maakte er echter weinig woorden aan vuil : 7here were none (projects) that combined a good understonding ofthe retationships and also take thefutt advantage ofthe waterfront tocation”. Dit is een terechte bekentenis dat de voornaamste doelstelling van deze wedstrijd niet gehaald werd. Ze mag daarom wat verder uitgediept worden. Architecten en dus ook architectuurstudenten doen waar ze goed in zijn: ze leggen prachtige tekeningen voor, goede locaties, interessante en originele benaderingen maar voeren geen ruimtelijk onderzoek naar het wezen van een voorstelling omdat het fenomeen hen onbekend is... Toegegeven, het is niet eenvoudig om daar klare verhalen over te vinden. Regels bestaan wel, maar nergens in de wedstrijd wordt er naar verwezen. Overigens is dit een perfecte weerspiegeling van de werkelijkheid in de dagelijkse professionele praktijk van de th eatera rchitectuu r. Deelnemende ontwerpers zullen er in de toekomst dan ook niet buiten kunnen om te rade te gaan bij mensen die technisch, scenografisch of organisatorisch begaan zijn met de productie van voorstellingen. Een wedstrijd zoals deze is bij uitstek de gelegenheid om de frisse kijk van mensen die onbekend zijn met theater te confronteren met het “vastgeroeste” van diegenen die er aljaren in bedrijvig zijn. Een dergelijk discussie heeft hier niet plaatsgevonden. Daarom pleit ik er voor bij een volgende wedstrijd die uitwisseling van ideeën op een of andere manier in te bouwen. Bijvoorbeeld door het verplicht opnemen van mensen uit de praktijk (het mogen zelfs studenten zijn) in de ontwerpteams. OlSiAlisbij uitstekgeschiktom die noodzakelijke “dialoog” tussen ontwerpers en techniekers, scenografen en anderen te organiseren. Zoniet zullen de resultaten van deze wedstrijden blijven lijken op de alledaagse missers die we bij het bouwen van schouwburgen al te vaak aantreffen.
.
____
L—2
: :tj -—-
Meer nog dan het Venice Canal Theatre” doet dit ontwerp denken aan het “Teatro del Mondo” van Aldo Rossi uit 1979. Allebei verwijzen ze naar de drijvende theaters tijdens het carnaval in het l8de_eeuwse Venetië. De eigenzinnige
BibLiografie: Peter Brook, The Empty Space, London: Pelicans Books, 1968 William Faricy Condee, Theatricat Space, Folkestone: Scarecrow Press 1995 Andrew Iodd & Jean-Guy Lecat, The Open Circte, NewYork: Palgrave Macmillan, 2003 Catalogue 7th OISTAT Theatre Architecture Competition 2007: OISTAT, 2007 Pieter De Kimpe is architect en lid van de Architectuurcommissie van OISTAT
/
PROSCENIUM: PQ 2007 1 1
‘1
SERYIONVNy/ speciacist in uw voLLedige theateruitrusting, zoweL voor nieuwbouw aLs voor kLeine of grote renovatïes. Wij bieden U geïntegreerd of afzonderUjk: metalen draagstructuren, loopbruggen, beweegbare podia, elek trische trekken (van prijsgunstige tot snelle computergestuurde systemen), alsook de bijkomende benodigdheden: doeken, horîzonts, danstapijten, . .
..
Aarzel niet voor vrijblijvende inlichtingen en raadgevingen. Brugsesteenweg, 545 B-8800 Roeselare www.servio.be
.jd
b<ï’
TeL + 32 (0)51 24 00 96 Fax+32 (0)51210492 servio@skynet.be
‘itr
I_
ICHT&VIDEO: MEDIASERVERS
UN TOEPASSINGEN! GEERT CUSTERS
Meer en meer zien we dat video- en andere beeLden wordën gebruikt aLs onderdeeL van de betichting bij concerten, theatervoor stettingen, tv-programma’s en opera. Mediaservers hebben gezorgd voor een grote vereenvoudiging in de bediening van deze video “content”, en voor een grote fLexibiliteit in gebruik. In dit artikel Leest u wat mediaservers zijn en doen, hoe ze te gebruiken, en wat eventueLe aandachtspunten zijn bij de aanschaf van deze handige tooLs. Eerst en vooral willen we het synchroon starten van beeldcues met licht en eventueel audiocues vergemakkelijken. Door onze beelden DMX aanstuurbaar te maken, kunnen we onder meer het starten en stoppen van beelden gewoon meeschrijven in onze lichtcues, wat de gebruiksvriendeljkheid in hoge mate bevordert. Een gewone druk op de “GO”-button start het gevraagde beeld op het gevraagde moment in de voorstelling. Elke beeldbron produceert ook licht, en als logisch gevolg hiervan is dus ook de lichtontwerper vragende partij om invloed te kunnen uitoefenen op deze videobeelden. In eerste instantie is het belangrijk de intensiteit van de beelden te kunnen matchen met de intensiteit van de rest van het scènebeeld. We willen onze beelden dus kunnen dimmen, net zoals schijnwerpers. Bovendien willen we datde kteurtoonvan onze beelden in overeenstemming kan gebracht worden met het scènebeeld. Quasi elke mediaserver software geeft ons de mogelijkheid om CMY kleurmenging op onze beelden los te laten. Dit wil zeggen dat indien er basic kleuraanpassingen nodig zijn aan onze beelden, we geen gebruik moeten maken van ingewikkelde videoprogramma’s om deze correcties door te voeren. Deze kunnen gewoon Live gebeuren bij het maken van de lichtstanden. Naast deze factoren zijn ook zeker bij concerten en dansvoorstettingen de sneLheid van de beelden en de beetdwisselingen een belangrijke factor, aangezien deze geacht worden het tempo van de muziek te volgen. Met andere woorden: mediaserver software Laat ons toe onze beelden via DMX aan te sturen, en een aantal bewerkingen uit voeren op onze beelden. Hierna overlopen we een aantal mogelijkheden.
combineren in 1 ethernet kabelje. Indien onze tafel niet beschikt over een RJ45 aansluiting, en niet over de mogelijkheid beschikt om ArtNet uit te sturen, kunnen we nog altijd via een zogenaamde “NODE” onze gewone DMX omvormen naar ArtNet (zie bij bvb. Artistic Licence, Luminex,...). Er zijn ook mogelijkheden om DMX om te vormen naar USB, en zo de data op de PC te laten binnenkomen, maar de ervaring leert dat deze streaming veel lager ligt dan bij een ethernetverbinding, wat bij het sturen van video voor problemen kan zorgen. Vandaar dat deze systemen hier niet verder worden uitgewerkt. Via de ethernet kabel en RJ45 connectoren kan in elk geval een verbinding gemaakt worden tussen mediaserver HARDWARE en de lichttafel. Op sotfware niveau gebeurt dit steeds via een ICP/IP verbinding (standaard
Hoe verLoopt de aansturing?
Showtights met Arkaos
—
—
Onze tichttafels sturen in de meeste gevallen DMX 512 uit via een XLR5 connector. Aangezien onze beelden zich op een computer bevinden die standaard niet is uitgerust met dit soort connector, werd er gewisseld naar een “DMX over Ethernet” protocot. Voor media servers is dit ArtNet. ArtNet is een ontwikkeling van Wayne Howetl van de firma ARTISHC LICENCE, en is een vrij (lees gratis te gebruiken) DMX over Ethernet protocot. Een aantal van de stuurtafels op de markt (bvb. Grand MA, Chamsys,...) kunnen naast de DMX die ze uitsturen ook ArtNet sturen via een RJ45 ethernet connector. Dit ArtNet is dus niet meer of minder dan een protocot dat van onze ethernetkabel tussen de tafel en de ontvanger (bvb dimmers, mediaservers,...) een soort van DMX multikabel maakt. Dit DMX signaal bestaat per universe nog steeds uit 512 segmenijes ( kanalen) met een waarde tussen 0 en 255 (of tussen 0% en 100%). Binnen de context van o.m. mediaservers is het heel belangrijk om weten dat toestellen die DMX aanstuurbaar zijn, de waarde van de kanalen die ze moeten uitsturen doorkrijgen in een resolutie van 255 stappen. Waar een gewone DMX lijn beperkt is tot 512 kanalen per lijn, kunnen we via ArtNet (afhankelijk van de sturing!) tot 255 universes of DMX lijnen
netwerkprotocol dat ook gebruikt wordt voor internetverbindingen bvb.). Onze mediaserver software kan nu (net zoals een dimmer of een moving light) de DMX data die hij binnenkrijgt gaan interpreteren. (vb kanaal 1 op vol, kanaal 2 op p128 (=50%), kanaal 3 op 0 enz...).
Wat doet de mediaserver met deze DMX data? Een handig middel om uit te vissen wat een mediaserver met DMX doet, is de Arkaos Software (van Arkaos kanje gratis een demo versie downloaden die gedurende 30 dagen werkt opje PC of MAC. www.arkaos.net). Arkaos biedtje onder meer de mogelijkheid te werken in een zogenaamde DMX SIMPLE MODE. Hierbij kenje een beeldbestand (video, foto, bitmap,...) toe aan een DMX kanaal. Indien de waarde van het betreffende DMX kanaal groter wordt dan 0, zal de beeldflle gestart worden. Voorts bepaalt de DMX waarde van ditzelfde kanaal de intensiteit van het weergegeven beeld, waarbij f000,0 of waarde 255 de originele intensiteit van de beeldflle is. Vertalen we dit naar gebruik in het theater dan krijgt elk filmpje dat in de voorstelling gebruikt wordt een DMX adres via de Arkaos software. In de lichtstanden schrijven we dan niet enkel de intensiteiten en fade tijden
PROSCENIUM: LICHT & VIDEO 13
van de schijnwerpers, maar ook de intensiteiten van de weer te geven beeWen. Ek beeW loopt in een zogenaamde LAYER. Dit geeft de mogelijkheid om bvb 2 filmpjes tegelijkertijd te starten en de twee beelden in mekaar te mixen. op een identieke manier kunnen we effecten toevoegen aan onze beelden. Bij meer uitgebreide mediaserversoftware (vb. MAVideo, Arkaos, Pandora’s Box in Fixture Mode, Catalist, Pandora’s Box, . . .) wordt onze videoserver echter opgedeeld in parameters, net zoals we het met onze bewegende schijnwerpers doen: Moving Lights beschikken vaak over een dimmer, PAN en TILT parameters, gobo’s, kleuren, eventueel kleurenmenging, enz... In het geval van uitgebreide mediaserversoftware gaat de DMX ook op deze manier de mediaserver aansturen. Een overzichtvan de verschillende parameters die we bij Arkaos terugvinden ( te vergelijken met de parameters die we bij andere mediaservers terugvinden): 1. Dimmer: Intensiteit/transparantie van de layer. 2. Visuallype: Soort content: een filmpje, foto’s, flash animaties, teksten,... 3. Visual ID: Welk van de bestanden uit de videofolder willen we bedienen? Aangezien DMX 255 stappen heeft per kanaal, kunnen we dus ook slechts 255 visuals uit 1 folder bedienen!). 4. EX Type: Welk Soort effect; 5 types: 3D-effecten, Video, Transitions, Artistic en Ereeframe effecten. 5. EX ID: Welk effect uit deze categorie willen we over het beeld laten lopen ? 6. Copy Mode: Transparant, Addition, Subtraction, Multiplication, Minimum or Maximum. Dit bepaalt hoe de layer wordt gemengd met de achtergrond. Mask Mode: None, Luminance-Band Reject, Luminance-Band 7. Pass, Chrominance-Band Reject, Chrominance and ALPHA from source. 8. Mask Center: Luminantie of Chrominantie center: bepaalt het centrumgebied van deze filters. 9. Mask Width: bepaalt de breedte van de luminantie of chrominantie filters. 10. Mask Smooth: bepaalt de fading aan de uiteinden van de filters. 11. Playback Speed: bepaalt de weergave snelheid van de visual. 12. Playback Mode: verschillende weergave modi. 13. Looping Mode: hiermee bepaal je of je de visual eenmaal afspeelt, laat loopen of laat bouncen... 14. Loop in 15. Loop out 16. X: Vpos: positionering van de layer over de X-as. 17. Y: Vpos: positionering van de layer over de Y-as. 1$. Z : Vpos: positionering van de layer over de Z-as. 19. X : V scale: scaling van het beeld op de X-as. 20. Y : V scale: scaling van het beeld op de Y-as. 21. X : V Rotation: rotatie van de layer over de X-as. 22. Y : V Rotation: rotatie van de layer over de Y-as. 23. Z : V Rotation: rotatie van de layer over de Z-as. 24. Cyaan: toevoeging van de kleur cyaan aan het beeld. 25. Magenta: toevoeging van de kleur magenta aan het beeld. 26. Yellow: toevoeging van de kleur geel aan het beeld. 27. Text Index: index binnen de tekststring van een flash tekst. 28. EX Page 1: effectenpagina’s 29. EX Page 2 30. EX Page 3 31. EX Page 4 32. EX Page 5 33. EX Page 6
14 PROSCENIUM: LICHT & VIDEO
In hettotaalgebruikt deze Arkaos Eixture weliswaar 43 DMX kanalen, maar dit komt omdat van de 33 opgegeven parameters een aantal parameters in l6bit resolutie worden bediend. Een 16 bit kanaal beschikt per stapje van 11255ste nog eens over 255 tussenstappen die toegekend worden door een tweede kanaal dat hieraan gekoppeld is. De fixture waarvan we de parameters hierboven hebben opgesomd, betreft 1 videolayer die we naar de beelduitgang sturen.
Wat is een LAYER? Een layer is een virtueel projectievlak binnen het reële projectie oppervlak van de projector of het weergavescherm. In theorie (en dus ook indien alle kanalen op hun default waarde zouden staan) is dit in eerste instantie gelijk aan het projectievlak. Dit wil zeggen dat indien we op onze stuurtafel layer 1 selecteren om te bedienen, en we de dimmer naar vol brengen, onze projector een schermvullend wit beeld zal uitsturen. Door een beeldfile in een beeldfolder te kiezen via de lichttafel (parameter 2 en 3) verschijnt het beeld. Nu kunnen we de layer ook verplaatsen binnen het projectievlek: Onderstaande tekeningen scheppen hierin wat meer duidelijkheid. De blauwe lijnen zijn het projectievlak, en hierbinnen bevinden zich diverse layers waar verschillende beelden op geprojecteerd kunnen worden.
Vb. 1 : 1 Layer beetdvuttend.
Vb. 2 : 5 tayers op verschittende posities
in ons beetdvtak.
Om meer dan 1 layer aan te sturen, volstaat het om meerdere layers op te nemen in de patch van de lichttafel. Al de tayers maken gebruik van dezelfde datastructuur die zich op de mediaserver bevindt. Door 2 beeldvullende tayers achter mekaar te plaatsen bijvoorbeeld, kunnen we twee beelden in mekaar Laten overvloeien of op mekaar plakken door met de dimmer van de desbetreffende layers te spelen. Een andere mogelijkheid om een mooie beeldovergang te creëren is een push.
Hierbij wordt in de tweede [ayer een beeLd klaargezet dat zich naast het virtuele beeWvbk bevindt. Op het moment van de overgang worden beide byers naar rechts bewogen, zodat een “push” overgang wordt gecreëerd. Door de organisatie van de verschifiende ayers kan dus om het even weWe overgang gemaakt worden, vermits de ayers over eLk van de drie assen te positioneren en te bewegen zijn. Bovendien moeten de byers niet aLtijd pbtte vakken zijn. We kunnen het object dat de [ayer is vervangen door bijvoorbeeld een kegel, kubus of halve sfeer, Door het beeld over een 3D object te “mappen” krijgen we een vervormd beeld, dat in combinatie met een beweging alle mogelijke effecten kan genereren. Verder is het zo dat we het 3D object dat als layer fungeert, in alle richtingen kunnen laten bewegen en draaien, om zo nog meer effecten te creëren. ...
Wat meer? Naast het bewerken van beelden en het creëren van effecten, kunnen we beelden naar projectoren ofschermen sturen. Dit is eigenlijk nog steeds een basic eigenschap. Het wordt pas echt spectaculair als we pixelmapping gaan gebruiken. Hierbij wordt de beeldinformatie die we eigenlijk zouden uitsturen, terug omgerekend naar DMX informatie (DMX over Ethernet!). Door in de set-up van onze pixelmapper te bepalen welke RGB pixel zich waar in de output bevindt, maken we een beeldscherm met bvb RGB LEDS, of schijnwerpers met CMY kleurmenging. Het beeld dat via de lichtttafel op de mediaserver gecreërd wordt, wordt door de mediaserver weer omgerekend naar DMX waarden Via ArtNet kunnen tot 255 DMX lijnen uitgestuurd worden, zonder dat de lichttafel hierdoor zwaar belast wordt! Voorts beschikken de meeste mediaservers ook over de nodige tools om keystone te gebruiken: met de keystone wordt gezorgd voor de nodige beeldcorrectie en de juiste beeldverhoudingen indien de projector zich niet recht tegenover het projectieoppervlak bevindt. Nuttig wanneer de projector moeilijk bereikbaaris, maar echt noodzakelijk wanneer de projector bvb in een DMX 512 aanstuurbare yoke gemonteerd wordt zodat hij beweegbaar wordt. Omdat op deze manier meerdere projectievlakken aangelicht kunnen worden, zullen de invalshoeken doorgaans verschillend zijn. Mediaservers zijn fantastische tools die overal waar er beeld aan te pas komt inzetbaar zijn, en die niet noodzakelijk veel geld moeten kosten. In het aanbod mediaservers maken de fabrikanten meestal onderscheid tussen hardware en software. Let wel: het lekker lopen van de software is afhankelijk van de kwaliteit van de hardware. Het aankopen van dedicated hardware via de fabrikant van de software is dus nooit een slechte zet. Een ander aandachtspunt is het soort films of content dat gebruikt zal worden. Er bestaan beelden in allerlei formaten en resoluties. Ook hier is hetweerzaak om de leveranciervan de beelden duideljkte specificeren in welk formaat en welke resolutie de content moet aangeleverd worden. Naast bewegende of stilstaande beelden, tekstanimaties, bitmaps en dergelijke die zich op de harde schijfvan de server bevinden, kunnen ook live video-inputs aangestuurd en bewerkt worden. Hierbij worden de camerabeelden naar de mediaserver gebracht via een video grabber card, en kan deze informatie op dezelfde manier behandeld worden als de content die zich op de harde schijf bevindt.
Publitec Beam Mover
Paneel C100 Universe 0-2 Paneel C100 ... ••e••n... • fl••*••i• ee, t flflflflfl • ee,..,, •. ee, eececeeceece. S,..,.- S ••fl.e..e... tt• t S,, S,, CCCSCSSCCC*•’ .550 • ,,,., ,,,,,,,,,,,,, S,,.
S,...., 00fl
•CCCSSCCSCSCCC
en, ,•, ‘neenneeee• en
ee
.
... een
•nnee.e•ne. •nnn.nne
n•••n••••e . neenenne e .,,,,..fl,,. , , •.eenee ,, •5,s S.. .,•
e,e,,e(
i
-.
•S 55
non e.• ,•,,• ,, .n. n nneene nnene. • n•e•ee. nee,.. s,fl,e
esCee ccce -ee, cce • en, e e
t
e•
ee..
•eee tete.ee ee... eeceece , ee,.... ..,, , ê e, ee... , ,,,,,,,,, , ,,,,,,,,, ,,,,n,,, 5,,,,,,, ,,,,,,,,, ‘ee,,,,,, n, ,e,,,,,,, n, ,,,.,..,, ee.,. ,,,.,.,,, ,,,.,, ,,,.,.,,,.,..,,,,.,. ,,,,,,,,,...,,,,,fl, .,,,,,,.,...,,,,,n. .,,,,,,,,,,.,,,,,n• ,,.,,...,,,,,.n.n. ee.eeeeeee.eennne eeeeneeeennenn Paneel C100 Universe 6-8 t
.e•
S..,.,.
S,..
...
Universe 3-5
ee
e n e.
•
.ee .ne•• ene 4 as•.flefl •e.eee.eee ee t. te .eenee neee.e..i en.,,, eenne eeenn
t
•
1
•fleeneeeeeee
ne.e.e.e..eeeeee n,,...e..,,,,.,, eeeee..eeeeeeeeee .,....,..,.,,,,,, ,...,,.ee,,,,..,
ennee. eeeee,,
...,,,,ae eee,e,e
n.,.,,..e ee,,.,,, . enenne..eeeee.ee. noneeceecceecee.. Paneel CIDO Universe 9-11 na
2
B. OMX
Ja-SvT mit Content
“S—. r
i—i
,:‘
E:::•LI:;:J I__._______1jJ
Ethernet Switch
.
Meer informatie over mediaservers en mediaserver software? www.arkaos.net www.matighting.com
Lkhtproject Sven de Boer
PROSCENIUM: LICHT & VIDEO 15
HISTORIEK De Brigittinenkapelbevindtzich aan de rand van de Maroen en een wijk met sociale woningen uit dejaren vijftig. Sinds hang is ze niet meer as godsdienstig monument in gebruik. Meer dan eens had de kape uit het Bruss&se andschap kunnen verdwijnen, zoas tijdens de Franse belegering van BrusseUn 1695, ofvee recenter tijdens de werken aan de Noord-Zuidverbinding. Het gracieuze pand, met een gevel die meer doet denken aan een patriciërswoning dan aan een godsdienstig gebouw, bleef, hoewel fel gehavend, steeds overeind. Vandaag is het een bruisend trefpunt voor diverse kunstuitingen.
Een geschiedenis aLs een roman... 1623 Aartshertogin Isabella verleenttoelating aan de Orde van de H. Brigitta om zich in de stadskom van Brusselte vestigen. 1637 De Brigittenorde, afkomstig uit Dendermonde, koopt een pand aan de huidige Brigittinenstraat en bouwt er in 1663 een klooster met kapel. De kapel is opgetrokken in Vlaams-Italiaanse renaissancestijl. Het ontwerp is van de hand van architect Léon Van Heil. De inwijding van de gebouwen vindt plaats in 1667 De buitenkant doet denken aan een rijke burgerwoning Een gewelfde i ngangsdeur, versierd met voluten en slingers, wordt geflankeerd door vier Dorische pilasters, die het kroonwerk ondersteunen. 1695 Het legendarische bombardement van de Villeroy, in opdracht van de Franse koning, legt het grootste deel van Brussel in de as. Het gebouw is zwaar toegetakeld, met afbraak van de toren als gevolg. Later worden ook de gewelven verwijderd en belangrijke delen van het interieur. 1784 Jozef II schaft de orde af. Aanvankelijk wil men er een pandjeshuis in onderbrengen, maar dat idee komt niet van de grond. In de plaats daarvan gebruikt men de ruimte als opslagplaats voor religieuze boeken afkomstig van afgeschafte kloosters en abdijen. Daarna krijgt de kerk achtereenvolgens verschillende invullingen: een legerapotheek ( 1796), een arsenaal, een verwarmde gemeenschappeljke zaal met bedden voor behoeftigen, een school voor kinderen van minder begoede .
16 PROSCENIUM: LES BRIGITTINES BREIDT UIT
hedendaagse mens voorgesteld in een fysiekbeeldend spektakel. 1982 Start van een jaarlijks Festival Bellona Brigittinen, eind augustus begin september. 1923 Het Brussels Kamertoneel, BKI, programmeert “Bekende gezichten, gemengde gevoelens” van Botho Strauss in regie van Dirk Buyse, op locatie in de Brigittinenkerk. 1992 Oorspronkelijk heeft de Brigittinenkapel een onthaalfunctie. Sinds 1992 neemt ze ook bewust de rol op zich van begeleiding en medewerking aan ontlui kende ni euwe expressievormen. 1997 Oprichting van de vzw Bellone Brigittines, —
De tege ruimte © Les BHgittines
burgers, een magazijn voor hout en bier (1798), een slagerij (1830). 1850 Restauratie en verbouwing van het volume tot twee verdiepingen. Op de benedenverdieping komt er een overdekte markt en boven een danszaal. Later maakt een uitgever er zijn magazijn in. 1920 De kapel staat openbaar te koop. Twee jaar later verwerft de Stad Brussel het gebouw en laat een kwaliteitsvolle restauratie uitvoeren. 1936 De gevel wordt geklasseerd. De rest van het gebouw volgt in 1953. 1950-54 Ten gevolge van de werken aan de NoordZuidverbinding worden de naburige panden afgebroken, en komtde kapelin een ‘potsierljke context” te staan: een desolate omgeving met op de achtergrond een appartementsgebouw. Tijdens de werken stort het gebouw gedeeltelijk in, de gevel blijft gelukkig overeind. In 1953 vinden herstellingswerken plaats. Nadien wendt een stadsdienst de kapel als opslagplaats aan. 1975 Restauratie van het ganse gebouw. Vanaf nu legt de Stad Brussel zich toe om van de Kapel een gezellige ontmoetingsruimte te maken. Hiermee wil ze opnieuw aanknopen bij de oorspronkelijke bedoelingen van het gebouw, weliswaar met een vernieuwde visie op de maatschappij. Voortaan zou de kapel de basisfunctie vervullen van ‘venster op de wereld’. 1979 In het kader van het tweede Kaaitheaterfestival brengt La Cuadra de Sevilla er de voorstelling “Andalucia Amarga”, opgezet met Spaanse gastarbeiders in Brussel. “Rond het thema ‘emigratie’ wordt de ontworteling van de
De technische infrastructuur © Les Bdgfttines
kortweg Les Brigittines, door de Stad belast met het beheer en de programmatie. 1999 Les Brigittines wordt erkend als “Hedendaags Kunstencentrum voor Beweging en Stem van de Stad Brussel”. De stad beslist om de bestaande infrastructuur uitte breiden en richt hiervoor een architectuurwedstrijd in, die gewonnen wordt door de Italiaanse architect Andrea Bruno, die belast wordt met de opdracht in samenwerking met het Belgische SumProject, de vroegere Groep Planning. 2005 Aanvang van de uitbreidingswerken. 2007 Opening op 20 augustus L.D.
z
Bronnen: www.brigittinen.be brochure ‘Open Monumentendagen 14 en 15 september 1996’ Renaat Martens, Brussel, V.T.B-gidsen nr. 12, Uitg. Vlaamse Toeristenbond 1954. GeneraleBankmaatschappijenSint-Lukasarchief, Straten en Stenen Brussel: Stadsgroei 17801980, Uitg. F. Poot, Brussel, 1982 -
La Cuadra de Sevitta, 1977 © Kaaftheater
j
ES BRIGITTINES BREIDT UIT DE SCENOGRAFIE VAN EEN TWEELING LUCOH000HE Driehonderdveertig jaar na haar inwijding begint de Brussetse BrigittinenkapeL voor de eLfde keer? aan een nieuw Leven, ditmaaL aLs een voLwaardig hedendaags kunstencentrum. Sinds de besLissing in 1975 om deze ruimte voor te behouden voor cuL turete initiatieven, duurde het nog zo’n dertig jaar eer de stad overging tot het bouwen van de nodige dienst- en neven LokaLen om het centrum werkbaar te maken. Gedurende die periode moesten theatermakers zetf aLternatieven bedenken voor de ontbre kende artiestenLoges, het onthaaL van het pubLiek, afsteLruimte voor decor en technieken, theatertechnische voorzieningen,... De ItaLiaanse architect Andrea Bruno, die door de stad BrusseL aangesteLd werd aLs ontwerper, kopieerde resoLuut de vorm van de Brigittinenkapet en pLaatste de “gekLoonde” versie ernaast. Hier kon hij aLLe ontbrekende functies in onderbrengen, zodat de historische kerkruimte integraaL vrij bLijft voor de voorsteLLingen. -
-
“Ik heb ooit naar oplossingen gezocht om militaire forten en Romeinse arena’s een anderefunctie te geven. Maar kerken zijn het moeilijkst. Ze hebben geen praktische voorzieningen. Er zijn geen bureaus of toiletten. Meestal worden ze omgevormd tot depots, omdat er veel ruimte is om objecten te stapeten. Een artistiek gebruik lijkt mij zinvoller. Dat staat dichter bij de oorspronkelijke functie. Een kunstuiting gaat voorbij aan het materiëte, net als in een gebed, waarin men aansluiting zoekt bij wat men in het dagelijkse leven niet vindt.”1 Andrea Bruno
Een kunstencentrum in de MarotLen Van het oorspronkeLijke interieur van de BrigitUnenkape[ rest er vandaag aLLeen de dragende structuur. Het grondpan is een eenvoudige rechthoek van 9,50 m op 22 m, met een hafcirkekiormige beëindiging, de plaats van het vroegere koor. De hoogte tot aan de dakspanten bedraagt ongeveer 15 m en tot de nok meer dan 20. Het contrast tussen breedte en hoogte confronteert de bezoeker met een sterke ruimtelijke dramatische kracht. De sporen van drie eeuwen vechten om te overleven, laten zich lezen als een universeel verhaal over het leven zelf, en vormen een interessante achtergrond voor drama, hedendaagse dans, performances en installaties van beeldende kunstenaars. Pas op het einde van dejaren tachtig werd de ruwe hobbelige vloer vervangen door een gepolijste granieten tegelvloer. Van die gelegenheid maakte men gebruik om vloerverwarming te installeren. Later werden in de ruimte verplaatsbare trussen aangebracht voor het ophangen van schijnwerpers. Een van de eerste theatervoorstellingen die in de Brigittinenkapel plaatsvond, was Andatucia Amarga van de groep La Cuadra de Sevilla onder de leiding van Salvador Tavora. Deze productie had als thema ‘emigratie’, en werd opgezet met Spaanse gastarbeiders, in het kader van het Kaaitheaterfestival van 1979. In werkkledij manipuleerden ze een graafmachine, die ze binnenreden tot vlak voor de ingangspoort in de ruwe onafgewerkte, smalle en hoge kerkruimte. Het werd een fysiekbeeldende voorstelling over de ontworteling van de hedendaagse mens, opgevoerd door mensen die werken met werktuigen en materialen, ritmisch ondersteund door flamencomuziek, het geratel van grind in de draaiende betonmolen en de zwaaibewegingen van de grijparm met bak. De voorstelling kreeg hierdoor een sterk ritueel karakter. “De religieuze symboliek, latent aanwezig in het geschudde leven van de gastarbeiders, wordt bovendien sterk gediend door de ruimte van de Brigittinenkerk”, aldus de commentaar van Luk Van den Dries.2 De kapelis daarom ook een geschikte locatie om de linkte maken tussen de verschillende expressie- en kunstvormen. Experimenten rond de thema’s architectuur, tijd en beweging komen dan ook frequent aan bod. Zo organiseerde Les Brigittines vorig jaar onder de titel ‘De schaduw van de
5ituatieptan © Bruno / SumProjects
1. Bestaande Brigittinenkapel 2. Nieuwe uitbreiding Brigittinenkapel 3. Conciërgewoning & visitandines 4. Kleine Brigittinenstraat (Hoofdtoegang theater)
5. Akarovaplein 6. Terras + tuin 7. Station Kapellekerk & Recyclart 8. Woongebouw Brusselse Haard 9. Kapellekerk
PROSCENIUM: LES BRIGITTINES BREIDT UIT 17
Doorsnede A
Doorsnede 8
Plan
L De scenografle van de tweeling, lotoâ&#x20AC;&#x2122;s Luc Dhooghe
18 PROSCENIUM: LES BRIGITTINES BREIDT UIT
Doorsnede A
Doorsnede 8
Plan
1. Atelier (kelder) 2. Loges (Kelder) 3. Foyer (niveau 0) 4. Monumentale traphal 5. bestaande kapel (conceaal) 6. Concertzaal niv. +21+3 7. Horizontaal daklicht 8 Repetitiezaat (mv +4) 9. terras zijgevel
1. Sanitair (kelder) 2. Loges (kelder) 3. Los- & laadzone (kelder) 4. Foyer (niveau 0) 5. Cafetaria (niveau 0) 6. Landschapskantoren (niv.+1) 7. Loge 8. Kantoor 9. Concertzaal niv.+2/+3 10. Artiesten woning 11. Repetitiezaal (niv.+4) 12. Technieken 13. Hoofdtoegang
1. Inkomsos 2. Foyer 3. Keuken/Bar 4. Inkom achter 5. Monumentale traphat 6. Sas lift 7- Lift 8. Noodtrap 9. Sanitair gehandicapten 10. Bestaande kapel (grote concertzaal) 11_ Terras 12. Kleine Bdgittinenstraat 13. Akarovaplein
beweging”, twee muzikaLe ontmoetingen met as voornaamste instrument de ruimte van de Brigiffinenkapet zeLf. In de ege ruimte stonden 60 luidsprekers opgested, eW met een heeL eigen timbre en register. Het pubLiek kreeg een pLaats waar de r&atie tussen de architectuur en de muziek het duidetijkst waar te nemen was. De eerste avond stonden twee werken op het programma: “De natura sonorum” van Bernard Parmegiani en “Eragments pour Artaud” van Pierre Henry. In dit Laatste werk geeft Dimitri Coppe het psychotrope deLirium van Artaud bij de Tarahumaras in Mexico op muziek gezet aLs een initiatieritueeL een pLek in de ruimte, aLs een zintuigLijke haLLucinatie. De kLank vuLt de heLe ruimte, aangevuLd met gedempte stemmen, gekrijs... kLankomgevingen die de toehoorders soms frontaaL confronteren en die soms dwars door hen heen gaan. Deze architectuur nodigt uittotbezinning en confronteert de toeschouwer met fundamentele vragen over het ontstaan en de betekenis van de dingen die er plaatsgrijpen. Dat verklaart ook grotendeels het succes van hetjaarljkse festival Bellone Brigittines3. Op het programma staat hoofdzakelijk hedendaags bewegingstheater. Naast de buitenlandse voorstellingen was erin hetverleden werkte zien van Compagnie Mossoux Bonté en Michèle Noiret, maar ook van Arco Renz, Kris Verdonck, Helmut Van Den Meersschaut, en andere jonge theatermakers. Een dergelijke aanpak vereiste ook dat men, naast de kapel als opvoeringsruimte, kon beschikken over bijhorende dienstlokalen en de noodzakelijke theaterinfrastructuur. Hiervoor werd door de stad Brussel een architectuurwedstrijd uitgeschreven. De winnaar was de Italiaanse architect Andrea Bruno, die met de opdracht belast werd. levens wilde Les Brigittines het centrum verder uitbouwen en jonge kunstenaars in residentie een project laten uitwerken. In functie daarvan omvatte het bouwprogramma van de uitbreiding, naast de technische en administratieve lokalen, ook twee repetitiezalen en loges voor artiesten. Zes artiestenappartementen, die allemaal beschikken over een atelier, maken deel uit van een tweede project en zijn momenteel in aanbouw in de onmiddellijke omgeving. De ingebruikname is gepland tegen de herfst van volgend jaar. Een belangrijke reden voor architect Bruno om de vorm van de kapel te hernemen, heeft te maken met de desolate omgeving. loen ik de kapel voor het eerst zag, leek ze een postzegel die tegen het achterliggende woonblok geplakt was. Ik ben alleen, ik ben oud, leek het gebouw me te zeggen. Nu heeft het ten minste iemand naast zich.”4 Vijftigjaar na de aanleg van de ondergrondse noord-zuidverbinding zijn de sporen van de kaalslag en ontheemding hier nog altijd zichtbaar. Jarenlang bestond de omgeving uit braakliggende panden die als parkeerruimten gebruikt werden. Een deel ervan werd in 1995 aangelegd als buurtpark met een skateboardterrein. legenover de kapel ligt het station van de Kapellekerk. Sinds de buitengebruikstelling in de jaren zeventig raakte het meer en meer in verval, tot in 1998 een groepje alternatieven het gebouw kraakten en er een project startten onder de naam Recyclart, ter promotie van de stedelijke jongerencultuur. Het verwaarloosde station werd terug in gebruik genomen en opgeknapt om de buurt nieuw leven in te blazen. Het uitbreidingsproject van de kapel vormt een schakel in de reanimatie van de omgeving en zoekt aansluiting bij de wijk in het kader van het verkeersplan dat SUMProjects (het voormalige bureau Planning) ontwierp voor de Brusselse vijfhoek, onder de leiding van architect Paul Lievevrouw. Dit bureau assisteerde eveneens de Italiaanse architect bij de realisatie van de uitbreiding. -
-,
Ced n’est pas une chapeLte Sinds 20 augustus, dag van de officiële opening, is het aangebouwde gedeelte in gebruik. Enigszins verscholen achter het gebladerte van een rij platanen staan beide gebouwtjes nu minzaam naast elkaar. Bruno heeft de gekopieerde vorm van de kapel ontdaan van alle onoodige versieringen en herleid tot een eenvoudige doos, uitgevoerd in een Traphat, foto ‘s Luc Dhooghe
PROSCENIUM: LES BRIGITTINES BREIDT UIT 19
hedendaagse skeetbouw, integraaL bekeed met pane’en in CortenstaaL af en toe onderbroken door begaasde stroken. Bij het concipiëren van de buitenwanden heeft men veer aandacht besteed aan de akoestische isoLatie van het gebouw, voornameUjk voor wat betreft het geLuid van de voorbijrijdende treinen. De roestbruine keur van de ‘dubbeganger” contrasteert met het gebaderte van de bomen en geeft aan de oude kape een barokker uitzicht dan voordien. Kan men hier we[ spreken van “klonen”? Barok staat hier tegenover zakelijk, echt tegenover nagebootst. Net zoals bij de relatie tussen een model en de afbeelding die de beeldende kunstenaar ervan maakt, is omwille van de manipulatie door materiaalwijziging, de afbeelding eerder een antwoord dan een kopie. Om de dialoog tussen beide gebouwen duidelijker afleesbaar te maken, zorgde Bruno er voor dat beide vormen los van elkaar staan, zodat ze als twee entiteiten onderscheiden worden en de historische gevels zichtbaar blijven. De vrije ruimte tussen de gebouwen fungeert als doorgangsas en geluidsbarrière. Ze is afgesloten met glas, en vormt een transparante monumentale traphal met achteraan een lift. Het hellende terrein maakt trappen noodzakelijk aan de ingang van de nieuwbouw en heeft een steil oplopende grasvlakte tot gevolg voor het terras van de publieksfoyer langsheen de zijgevel. Met mensen op het terras zorgt ditvoor een dynamisch en theatraal perspectief: een boeiende stedelijke scenografle. Zo beantwoordt de uitbreiding aan een van de belangrijkste eisen van het opdrachtgevende bestuur, met betrekking tot het realiseren van een culturele ontmoetingsplaats geïntegreerd in de omgeving. Statement of Logisch systeem? Een bezoek aan het festival is een uitstekende gelegenheid om het interieur als toeschouwer te ontdekken. De brede dubbele deuren van het beglaasde inkomsas geven toegang tot de metershoge, transparante foyer. Daarin staan enkele tafels, zetels en zitkubussen schaars verspreid over de oppervlakte. De ‘tweelingbroer” zieje doorheen de glazen wand van de traphal. Rechts staan enkele mensen in groepjes te praten op het terras langsheen de zijgevel. Achteraan is een duplexruimte ingebouwd waar, achter een glaswand, de administratie gevestigd is. Onderaan loopt de foyer over in een intiemer horeca-gebied met bar en catering. Alles is opgebouwd rond een centrale as die eindigt met een uitzicht naar buiten, tegelijk dienstingang en toegang voor rolstoelgebruikers. De vormgeving van de informatie- en ticketbalies is, net als deze van de keuken, vrij strak en koel, en geeft weinig meerwaarde aan de architectuur. Het publiek voor de voorstelling van Abattoirlermé wacht geduldig op een signaal om via de trap door te lopen naar de zaal op de tweede verdieping. Deze bevindt zich juist boven de foyer. Het is een black box met een vlakke vloer van ca 11 x 16 m, en een hoogte van ongeveer 6.50 m, uitgerust met negen elektrische trekken regelmatig verdeeld over de ganse lengte. Op de duplex achteraan bevindt zich de regiecabine waaronder de uitschuifbare tribune kan opgeborgen worden. Toegang tot de zaal is mogelijk op beide niveaus, aan beide zijden van de tribune. De resterende ruimten achter de zaal worden ingenomen door een loge voor artiesten, een dimmerlokaat, een brandtrap en boven, waar oorspronkelijk een foyer met bar gepland
Tribune ingeschoven
Technische uitrusting zotdering / regiecabine, foto Luc Dhooghe
Ik ben er nog
—
ik zet mij voort
OngeLijke strijd IK ONTDUBBEL MIJ Andrea Bruno
was, komt er een kantoor. Om kruisingen te vermijden tussen acteurs en publiek, bij het binnenof buitengaan, leidt men de toeschouwers naar de toegang op de derde verdieping, om vervolgens af te dalen via de trappen van de tribune. Deze is uitgerust met negentig zitplaatsen en neemt zowat de helft van het zaatoppervlak in beslag. Toch lijkt het dat er iets schort aan de zaalverhoudingen. Het ‘eiland” dat door de acteurs opgeroepen wordt, heeft zo weinig ruimte dat het geen eiland meer lijkt. Tussen de eerste rij en de achterwand van de scène is er nauwelijks acht meter. Daar moet dan nog een passage voor het publiek van afgetrokken worden. De zijdetingse doorgangen naast de tribune nemen daarentegen veel plaats in beslag. Een toegang in het midden van de zaal tussen publiek
en speekiak, in p’aats van achteraan, had een tribune van muur tot muur mogelijk gemaakt, met een dieper speelvlak als gevolg. Dit heeft alles te maken met de positie van de trap, die omwille van het uitzicht op de zijgevel van de oude kapel, prioriteit kreeg t.o.v. het functioneren van de zaal. Misschien moet men gewoon minder toeschouwers toelaten, of de zaal uitsluitend als creatieplateau en repetitielokaal gebruiken in plaats van receptief. Blijft nog alleen de vraag, waarom een black box? Als het centrum wil experimenteren met het aftasten van de grensgebieden tussen architectuur en podiumkunsten, in de context van een afgebladderde historische kapel als opvoeringsplateau, heeft men toch geen zwarte doos nodig? Met zwarte doeken behangen kan altijd, omgekeerd niet! De ‘kleine repetitiezaal” op de bovenste verdieping daarentegen is overwegend wit. Het is een aantrekkelijke ruimte met veel licht, niet toegankelijk voor publiek. De zoldering volgt de vorm van het zadeldak. Spijtig dat men blijkbaar onvoldoende onderzocht heeft op welke manier men er best een theaterverlichting kon aan ophangen die tegelijk functioneel is en in harmonie met de dakvorm. “In mijn eerste schetsen is duidelijk de specifieke wil te zien om een bestaand iets, dat dreigt te verdwijnen, te bevestigen door het beeld ervan te verdubbelen”, zei architect Bruno in een interview met Alexandre Lilien5. Dit bouwconcept is naar de omgeving toe inderdaad een architecturaal statement, maar tegelijkertijd vormt het een keurslijf, waardoor een aantal noodzakelijke functies in het gebouw ontbreken. Door het beperkte volume van de gekopieerde kapel is er een gebrek aan nevenruimten die aansluiten aan de speelvlakken en een tekort aan materiaalbergingen. Zo is er ten behoeve van de voorstellingen in de kapel zelf geen enkele aansluitende opbergplaats. De tribune bijvoorbeeld, wordt door personeel van de stad geleverd, gemonteerd, afgebroken en elders in een stadsdepot opgeborgen. Bij het doornemen van het bouwprogramma en de eisen die aan de podiumarchitectuur gesteld worden op het vlak van voorzieningen, beseft men pas hoe moeilijk het voor een ontwerper is de juiste invulling te vinden binnen een op voorhand vastgelegd gabariet. Dit is des te meer het gevalwanneer het programma in functie staat van een artistieke werking, waarvan de opdracht fluctueert tussen het experimenteel onderzoek en de ontvangst van reizende gezelschappen. Het publiek zelf merkt daar weinig van. Na de voorstelling verandert de foyer in een gezellige ruimte, met staande lampen hier en daar verspreid, en de fel verlichte zijgevel van de tweelingbroer als achtergrond. Langs de openstaande deuren infiltreert de stad langzaam in het gebouw, dat zich als een lichtbaken in de omgeving manifesteert. Dan merkt men de ware karakters van de tweelingbroers: de gesloten naar binnen gekeerde massa van de kapel tegenover de open extroverte, naar de stad gerichte architectuur van het aangebouwde volume.
Repetftiezaat copr Bruno © Sumprojects
...
(Endnotes) 1. Architect Bruno, in: Geert Se[s, ‘Een parel voor de Marotten”, De Standaard 13 juni 2003 2. Luk Van den Dries, in: Humus Vijftien jaar Kaaitheater, Uitg. Kaaitheater 1993, pag. 79 3. Van 1982 tot 1987 organiseerde La Maison du Spectacte op de binnenkoer van La Beltone jaartijks “Les vendredis de ta Bettone”. Later werd de Brigittinenkapet ats tocatie hier aan toegevoegd en veranderde de naam in “Festivat Bettone Brigittines” 4. Idem ats 1 5. Les Brigittines, Nieuwsbrief nr. 0, juti 2007, pag. 12 —
TECHNISCHE FICHE
Les Brigiftines Centrum voor Hedendaagse
Bewegings- en Stemkunst van de Stad Brussel Akarovapein 1, 1000 Brussel Directie: Monique Duren en Patrick Bonté Theatertechniek :
Jean-François Dubois
Uitbreiding van de historische kapet Niveau -1: ateliers techniek, loges, sanitair (380 m )
Niveau 0
foyer, restaurant met bar, traphal in verbinding met d bestaande kapel
Bebouwde oppervlakte 2 240 m2
Controtebureau
Opening: augustus 2007 Budget: 4.045.260 euro, excl. BTW
Veitigheidscoordinator:
Bouwteam Bouwheer:
Atgemene aannemer:
Departementen Stedenbouw en Cultuur Architecten: Studio Bruno, Torino Sum Project, Brussel
Theatertechnische inrichting: Studie:
Seco Sefmep
(425 m + 270 m9 Niveau +1:
vide foyer, kantoren 190 m2 Niveau +2: zaal en/of repetitielokaal (90 toeschouwers), lsge artiesten techniek (355 m’) Niveau +3:
Foyer, foto Luc Dhooghe
Denys sa
Stad Brussel ,
vie zaal, regiecabine, kantoor (170 m ) Niveau +4: repetitielokaal, fpyer personeel en techniek (360 m) Niveau +5: techniek (90 m2) ,
Spedate technieken: Gei sprl
Stabititeit: Ney nv
Akoestiek:
Daniel Oversacq (GEI
Instattateurs: SeMo: theatertechniek (elektrische trekken) ADB: licht ASP: geluid Van De Maele: elektriciteit J.Z. Seating: tribune
Venac
PROSCENIUM: LES BRIGITTINES BREIDT UIT 21
!HWAMPCO BELGLUM RSflh
. . .
. .
Creative Audio Solutions
Paskiare oplossingen voor elk project Advies, ontwikkeling en realisatie Technische ondersteuning en opvolging Bekabeling Akoestische studie
Hoek 76 Unif 72 2850 Boom Tel: 03/8446197 Fax:03/84467 .46 Contact: Steven Kemland e-mail: steven@ampcobelgium.be r%zNrLr%r%r
AMINA • APHEX • ASL • AUDIO-TECHNICA • BOSCHMA CASES • CREST • DAD • DIGIDESIGN-VENUE • FREEFLOAT FURMAN • MARTIN AUDIO • MOTU • MULTISMART • PEAVEY • POWERSOFT • QUESTED • RAD AL RENKUS-HEINZ • SONIXELL • TRACE ELLIOT • VARIPHONE • WISYCOM • XTA
Theatertech n ische oplossing op maat t’ L A S t R
Ontwerp Fabricage Montage
R 1 0 0 1 N 0
A U 0 1 0
c
S T A 0 1 N 0
S 0 U N 0
voIIaI In eigen heer zweI mechailsch als besturlngtechn Isch 1’
C/
STAKEBRAN D Rcdenri,t 80. 3930 Hamcnt-A&eI Tel: O11%678t, Fax 011-667895 Email: lWoszakebrxtd.be ht !.‘WWW. sakebraid be
A S E S
Antwerpsesteenweg 334 2500 Lier Belgium Tel.: + 32 3 4g1 gi 70 Fax: + 32 3 4Bg 05 62 E-mail: info@phlippo.com URL: www.phlippo.com -
SflL.ES
a
flCflSflL
E EUROPESE NORMEN Ivo KERSMAEKERS
Mensen die in het theater werken Lopen risico’s.Inderdaad: theaters zijn de enige werkpLaatsen waar het toegestaan is onder hangende en bewegende tasten te werken zonder efficiënte bescherming. De traditioneLe normatisatie-activiteiten met betrek king tot machines (voorat hef- en hijstoestetten) kunnen geen rekening houden met de specifieke behoeften van de theaterwe retd de kwestie vaLt inderdaad buiten de reLevante EU- RichtLijnen. —
Er zijn enkeLe nalionate initiatieven, maar zeLFs die zijn beperkt. Het resuLtaat is een verward patroon van administratieve verordeningen die enerzijds niet werkelijk geschikt zijn voor het specifieke materiaal, terwijl er anderzijds weinig uniformiteit bestaat tussen de verschillende landen. Toch wordt dit materiaal vaak over de grenzen meegenomen door reizende producties. Daarom is CEN benaderd door een groep fabrikanten en gebruikers die een CEN Workshop Agreement wensen op te stellen om de veiligheid te verhogen in “Lifting and load-bearing equipment for stages and production areas within the entertainment industry”. Het voorstel zal opera en theaterdirecteuren en de fabrikanten van theatertechnisch materiaal helpen pan-Europese normen uit te werken.
CEN Workshop Agreement
PubLic Comment
CEN Workshop Agreement (CWA) zal het eerste stadium in het proces zijn om een Europese “consensusgemeenschap” op te bouwen. De aanvankelijke doelstelling van de Workshop was een inventaris te maken van nor men en documenten die als standaard zouden kunnen dienen, evenals van de bestaande wetgeving op nationaal, Europees en mondiaal niveau. Daarna werd getracht een harmonisatie van deze documenten na te streven, met als doel een lijst op te stellen van mogelijke spe cificaties die geïmplementeerd kunnen worden in heel Europa. Na consensus van de CWA, wordt deze voorge steld als basis voor een Europese Standard (EN) op dit domein. Deze EN heeft kracht van wet in heel Europa.
De CWA ligt nu voor 60 dagen (tot 19 oktober 2007) ter inzage voor “Public Comment”. Dit wil zeggen dat iedereen opmerkingen kan formuleren op het werk van de leden van de workshop. Hoe breder het veld is waaruit deze opmerkin gen komen, hoe beter en breder geschraagd de uiteindelijke Europese wetgeving zal zijn. Daarom deze oproep om uw professioneel licht te laten schijnen over dit document. u kunthetvinden op: http://www.cen .eu/cenorm/businessdomains/ tech nicalco m mitteeswo rks h ops/worksh ops/ ws25.asp
.
PROSCENIUM: ACHTERGROND 23
PECIALE EFFECTEN IN THEATER HET PODIUM STAAT IN BRAND THOMAS DESMET Ontangs zag ik op Arte een boeiende reportage over een pyrotechnisch festivaL op het eiLand MaLta. De overgrote meerderheid van de inwoners van een stadje werkt gedurende het jaar aan huizengrote handgemaakte constructies. Zonder technische huLpmiddeLen worden de structuren tijdens een feest, één voor één aangestoken, dat Levert adembenemende magische tafereLen op, zoweL het aangestoken vuurwerk aLs de gezichtsuitdrukkingen van de ontwerpers en het pubLiek. Het heeft iets te maken met dat kLeine kind in ons en de brandende [udfer. HetzeLfde enthousiasme vind ik terug bij Thomas Desmet. Na een korte historiek bij het artikeL van Eric Geirnaert in Proscenium nr. 43, verteLt Thomas over de “custom-made” pyrotechnische effecten. (RW) Wat de pyrotechnische specia’e effecten betreft, onderscheiden we twee groepen: de “kant en-kare” effecten, ondermeer verkrijgbaar onder de merknamen Lemaitre en Safex, en de “custom-made” effecten, die een pyrotechnieker zelf fabriceert op maat van de klant. kant-en-klare Het grote voordeel van effecten is dat ze redelijk goedkoop zijn, dat de veiligheidsafstanden ervan gekend zijn (Material Safety Data Sheet) en dat de effecten gekeurd zijn door de bevoegde instanties. Nadelen zijn dan weer dat je redelijk beperkt bent in mogelijkheden, waardoor je niet altijd het gewenste effect op scène hebt. Een pyrotechnieker daarentegen bekijkt de eisen en verwachtingen van de regisseur en voert ze in de mate van het mogelijke uit. Hierbij komt zoals altijd de veiligheid van de artiesten, het publiek en de infrastructuur (gebouw, decor) op de eerste plaats. Het spreekt voor zich dat het onmogelijk is een steekvlam van tien meter te maken alsje scène maar vijf meter hoog is. We bekijken kort enkele “custom-made” pyrotechnische effecten:
Effecten op maat Het bompakket Wolf-Ingo Hummig maakte dit spectaculair effect. Een eenvoudig postpakket (zo ziet het er althans uit!) ontploft met een luide knal, gevolgd door een steekvlam van drie meter. Nadat de vuurbal verdwenen is, zien we dat de handen van de acteur helemaal bebloed zijn. Alles ziet er angstaanjagend echt uit, doch dit lijkt alleen maar zo! Het effect is makkelijk te bedienen en ongevaarljk.
Bompakket Hummig Effects, Duitsland
Hoe een bompakket samensteLLen Het effect van het bompakket is eigenlijk een aaneenschakeling van verschillende effecten, die allemaal samen ontstoken worden. In de kartonnen doos, die het postpakket voorstelt, zit een metalen frame, waarin een aantal effecten geïnstalleerd zijn: 1. een afgewogen lading buskruit wordt door middel van een elektrische ontsteker tot ontploffing gebracht. Dit zorgt voor een luide, droge knal. 2. een kant-en-klaar effect spuit een vonkenregen, die op zijn beurt een lading lycopodiumpoeder doet ontbranden. Resultaat, een grote vuurbal. 3. een pompje gevuld met filmbloed wordt op datzelfde moment door de acteur in kwestie ingedrukt, waardoor een straal bloed zijn handen bespuit en het net lijkt alsof hij verwondingen overhoudt aan de ontploffing van het postpakket dat hij in zijn handen heeft. En zoals bij alles wat bij een theatervoorstelling komt kijken, is ook voor de pyrotechnische speciale effecten de gouden regel: repeteren, repeteren, repeteren! Acteurs moeten weten hoe het effect eruitziet en wat het doet, waardoor ze zelf niet in paniek raken bij het onsteken. Acteurs vertrouwd doen raken met vuur en pyrotechniek is dus op zijn minst even belangrijk als het effect zelf.
special effects, ontwierp in opdracht van Euro Classic Productions voor de opera “Nabucco” dit pyrotechnisch speciaal effect: Een gasinstallatie die de “jodenstervormige” omtrekvan hetganse podium meteen vingerknip in lichterlaaie zet, en met een tweede vingerknip terug helemaal gelijktijdig dooft. Extra moeilijkheid bij het ontwikkelen van dit effect is dat er rekening dient gehouden te worden met het feit dat gasflessen niet in de zaalaanwezig mogen zijn tijdens de voorstelling en dat het publiek overal rond het podium zit! Leon Dütz werkt naast de theaterwereld ook vaak voor televisie- en filmopnames. Zo verzorgde hij eerder dit jaar de speciale effecten voor de videoclip “Vonken en Vuur” van Clouseau. Steekvlammen op de achtergrond, die ritmisch met de muziek naar boven spuwen, samen met een brandende voorgrond en een brandende micro om het geheel compleet te maken. De microfoon kwam via een lange brandende kabel uit het plafond. Die kabel werd voorzien van een brandpasta, vervaardigd in de ateliers van Leon. Deze brandpasta wordt voor talloze doeleinden gebruikt, en bestaat in verschillende kleuren,
Het brandende podium Léon Dütz, pionier in België op vlak van speciale effecten en zaakvoerder van DUCRO
Brandend podium tijdens opera “Nabucco” van Euro Ctassic Productions, foto Luk Monsaert
24 PROSCENIUM: SPECIALE TECHNIEKEN IN THEATER
“Vonken en Vuur”, Leon DÜtZ voor Clouseau
om onopvaLLend op bepaade decors aangebracht te kunnen worden.
Sneeuw Naast de vele vuureffecten is zijn bedrijf voornamelijk gespecialiseerd in artificiële sneeuw. De “Ducro Mini”-sneeuwmachine gecombineerd met ( dermatologisch geteste) sneeuwfluïde bijvoorbeeld, is een machine die perfect geschikt is voor theaters: een minimum aan geluid en regelbare grootte en hoeveelheid van vlokken (DMX-gestuurd!) met een minimum aan residu. Binnenkort komt ook een teflon-sneeuwmachine van hun hand op de markt, die geruisloos is en dus nog beter geschikt voor theaters. Naast de eigen ontworpen sneeuwmachines is deze firma ook de officië’e verdeer van de Snow Business-producten (gekend van James Bond, Band of Brothers,...), die ganse landschappen, kerstmarkten, onder een witte ‘aag sneeuw bedekken. Brandvertragende sneeuw, biologisch afbreekbare sneeuw, ijspegels, sneeuw in spuitbussen, noem maar op... alles is mogelijk! ...
Afstandsbediening Naast beperkingen in afstand een steekvlam van tien meter maken als je scène maar vijf meter hoog is hebben we in het theater ook te kampen met het probleem dat alles live” moet gebeuren. Bij film- en televisieopnames knipt en plakt men er lustig op los, waardoor speciale pyrotechnische effecten herhaald kunnen worden en van verschillende kanten gefllmd. Ook de kabels, die de pyrotechnische effecten verbinden met de controller, blijven mooi buiten beeld. In het theater zitten we op dat vlak vaak met een probleem Als we op scène iemand willen neerschieten met een kogelinslag en bloed, zijn we genoodzaakt te zoeken naar draadloze oplossingen. Galaxis, een Duitse firma die gespecialiseerd is in draadloze pyrotechnische zenders en ontvangers, bracht een handige draadloze ontvanger met vijf uitgangen op de markt, die redelijk klein is zodat men hem op het lichaam kan dragen. Op afstand kan iemand de gewenste effecten ontsteken. Nog beter is dat men de ontvanger kan instellen om te reageren op het geluid van bijvoorbeeld een geweerschot. Op die manier kan je er zeker van zijn dat het effect op hetjuiste moment afgaat. -
-
Nuttige Links: www.hummig.com www.safex.de www.temaitre.co.uk www.gataxis-showtechni k.de
. De opleiding tot pyrotechnieker Thomas Desmet studeerde af als Bühnenpyrotechniker” in Duitsland, wat zoveel wil zeggen als “Stage Pyrotechnician” ofte ‘podiumpyro technieker”. Waarom ik naar Duitsland ging? Omdat er in België geen cursussen bestaan rond pyrotechniek, omdat de wetgeving zodanig ingewikkeld is dat iedereen je constant van het kasije naar de muur stuurt als je met een vraag zit. In Duitsland is men in deze materie verder gevorderd. Ook de wetgeving is er een stuk strikter en maakt het bijvoorbeeld onmogelijk om “Jan en Alleman” toe te laten om pyrotechnische effecten te gebruiken. Je kan in Duitsland dus enkel met een diploma van pyrotechnieker aan de slag. Na een intensieve cursus (met een leslokaal in de besneeuwde bergen) met zowel een serieuze boterham theorie als praktijk, volgt er een staatsexamen bestaande uit een schriftelijke proef, over o.a. de vei ligheids-, transport- en opslagvoorschriften, wapenkunde, chemische samenstellingen van pyrotechnische effecten,...) en een praktisch examen over hoe pyrotechnische effecten in elkaar steken en hoe ze te ontsteken volgens de regels van de kunst (steekvlammen, body shots, kanoninslagen, ontploffingen. Bodyshot
PROSCENIUM: SPECIALE TECHNIEKEN IN THEATER 25
Met Roden Staal komt u Optimaal aan uw trekken
1â&#x20AC;&#x2122;
BIekerjstr 87, 9000 Gent Tel. 32 (0)9 233 79 30 Fax. 32 (0)9 224 15 31 E-majj info@ttasbe internet WWW.ttasbe -
-
1 z 0
1 Heftafels Maflteauts Lichtbruggen Brandschermen Beweegbare podia Vrachtwagen heffers Service en onderhoud Lp en bedieningsbrugg
ddh
0
ii
ISTAT:
0
EDUCOM IN VANCOUVER
-
CANADA
RENDEZ-VOUS 2007.
-
JAN STRICKX
•,qp;
Van 15 tot 19 augustus LL. vond het “Rendez-Vous 2007” pLaats in het Canadese Vancouver. Dit naar aanteiding van de l7de jaar[ijkse Conferentie en Technische Theaterbeurs van de UH, de Canadian Institute of Theatre Technotogy en de evenknie van onze eigen BASU. Zij waren dit jaar de gastheer van de OISTAT Education Commission, de EduCom. Dit jaar nodigde de CIII de OISTAT Education Commission uit om tijdens een paar paneLgesprekken de opLeidingen in het buitenLand toe te Lichten. Wij staan er in ons kLeine Landje niet bij stiL dat wij ‘s morgens om 9.00 uur de podiumtechnici kunnen verzameLen op een contactdag en ze ‘s namiddags om 17.00 uur met “one for the road” terug naar huis kunnen Laten vertrekken. In Canada moeten bepaaLde technici er bijna even Lang over doen om eLkaar te ontmoeten aLs wij er over doen om van Londen naar Vancouver te vLiegen, zo’n tien eLf uur. Zij organiseren dan ook geen samenkomst van één dag, maar van een ganse week. De Oistat deLegatie was dit jaar zeer beperkt; sLechts twaaLf deeLnemers uit negen Landen. Dit jaar mocht de EduCom voor de eerste maat China officieeLverweLkomen mettwee vertegenwoordiger Zhang Kangmei en Ju Ping. MeestaL teLt een dergeLijke jaarLijkse bijeenkomst een dertigtaL vertegenwoordigers uit twintig Landen, maar nu zuLLen de afstand en de PQ 2007 die maar net was afgeLopen er weL de oorzaak van zijn dat een aantaL deeLnemers afhaakten.
op donderdag 16 augustuswerdin devoormiddag het onderwijs in Canada toegeLicht. ‘s Namiddags was het de beurt aan het internationaLe OISIAT paneL om hun buitenLandse visie over het theateronderwijs nader toe te Lichten. Met Ron Fedoruk van de University of British CoLumbia aLs moderator, werden onder het motto ‘Ihe WorLd View” enkeLe standpunten toegeLicht. Zhang Kangmei van de CentraL Academy of Drama in Beijing China Lichtte toe hoe zij uit de 600 kandidaat studenten er vijftien seLecteren die aan de studies van “setdesigner” mogen beginnen. Christopher Popowich uit de USA had het over de opLeiding van speciaListen “Lightdesigners” in de Verenigde Staten. Martemaria Scheunemann uit Munchen, DuitsLand Legde uit hoe in haar Land de technici die aL enkeLe jaren beroepservaring opdeden, bijgeschooLd worden tot “Lichtontwerpers” en weLke fiLosofie zij gebruikt om deze mensen op te Leiden. —
Het tweede had pLaats in Antwerpen, op het Hendrik ConciencepLein. “Heaven and Earth” was een voorsteLLing met Licht. Dit project was een samenwerking tussen de architect- en binnen huisarchitectstudenten van het Henry Van De VeLdeinstituut en theaters. Hierbij wiLde men voornameLijk het beLang van samenwerking onderstrepen Architecten zijn aLs regisseurs en wiLLen aL te dikwijLs hun wiL doordrijven. Mekaars taaL Lees technisch termen Leren en begrijpen kan aL veeL bijdragen tot een positieve samenwerking. Dit project werd mede ondersteund door Chris Van Goethem. Mama Raytchinova van de NationaL Academy of Arts, Sofia BuLgarij ten sLotte, had het over het Leren op de werkvLoer. .
-
Martemaria Scheunenmann en Jan Strickx
Jan Strickx, van het Centrum voor VoLwassenenopLeiding ‘ffl-AaLst-BeLgië, Lichtte de vrij recent gestarte nieuwe richtingen “Assistent Podiumtechnicus” en “Podiumtechnicus” toe. Waar in het buitenLand de meeste theateropLeidingen pLaats vinden aan universiteiten of hogeschoLen werd er in BeLgië voor gekozen geen speciaListen zoaLs “Lichtontwerpers” of “decorontwerpers” op te Leiden, maar aLL-round technici. Wij starten in het dagonderwijs aL op de Leeftijd van 16 jaar. In het voLwassenenonderwijs kunnen kandidaten met diverse achtergronden, ook niet technische, beginnen aan de opLeiding. De opLeiding is vooraL technisch gericht. Ook nieuw voor de meeste toehoorders was het “moduLaire” karakter van onze voLwassenenopLeiding. Er werden dan ook heeL wat vragen gesteLd hoe wij aLLes praktisch kunnen organiseren, de specifieke probLemen van de voLwassenenopLeiding en de eventueLe mogeLijkheden om in de toekomst “moduLes” toe te voegen om meer gespeciaLiseerde technici op te Leiden. Onder het motto “Ties to the InternationaL Community” waren er nog voordrachten door die ons uitLegde hoe o.a. Anders Larsson productie en technisch theater in Zweden aan eLkaar geLinkt worden. Cynthia Limauro van de Carnegie MeLLon SchooL of Drama USA, had het over de voorsteLLing aLs LeermiddeL en Lichtte hierbij twee van haar projecten toe. Het eerste vond pLaats in de Art GaLery van Carnegie MeLLon Pitsburg USA. Door ontwerpers mee te Laten speLen in het stuk geeft hen dat een heLe andere kijk op hun eigen ontwerp, zoweL voor kostuumontwerpers aLs voor stagedesigners. Dit project werd mede begeLeid door PamaLa Howard (London). ,
—
—
—
-
—
Tijdens de daaropvoLgende dagen nam de internationaLe deLegatie nog deeL aan de technischetheaterbeurs en aan demonstraties en Lezingen van diverse Canadese en Amerikaanse toeLeveranciers. Op het einde van de bijeenkomst werd tevens aandacht geschonken aan mogeLijke uitwisseLings projecten en samenwerkingsakkoorden tussen schoLen binnen de Europese Unie, maar ook tussen de EU en Canada. De mogeLijkheden bestaan, aLLeen bLijft de vraag of ze praktisch uitvoerbaar zijn. SLechts een van de probLemen die zich in het voLwassenenonderwijs kunnen steLLen; hoe stuurje deze mensen, met een voLtijdse dagtaak, voor een maand naar het buiten Land? Tijdens het afscheidsdiner was de gastspreker Marti KuLich, regisseurvan grotemassaspektakeLs. Hij zaL in 2010 de openings- en sLotceremonies van de OLympische WinterspeLen in Vancouver en WhistLer regisseren. In zijn uiteenzetting beLichtte hij de probLematiek die een dergeLijke manifestatie met zich meebrengt en hoe de technische theaterwereLd kan bijdragen tot het weLsLagen van een dergeLijk evenement. Het technische theateronderricht in BeLgië staat nog in zijn kinderschoenen, maar desondanks wordt onze aanpak in het buitenLand nauwgezet gevoLgd en bLijven intationaLe uisseLingen en contacten tot de mogeLijkheden behoren.
1
.
PROSCENIUM: OISTAT, EDUCOM IN VANCOUVER 27
WEEBAND
*
‘
iii YVES DE BRUYCKERE
Foto: Emma De Kimpe
Onder de titeL “Tweeband” pub[iceren we in dit nummer het tweede in een reeks interviews van Yves De Bruyckere met iemand uit de theatersector. De vragenreeks kan aanLeiding geven tot uitgesproken standpunten. DitmaaL is PETER MISSCHAERT aan het woord. Hij is podiumtechnisch coördinator in Kunstencentrum Vooruit in Gent. Leiding of coaching? Coachende Leiding of Leidende coaching? Het is aLtijd een beetje van de twee. Ik kies in de eerste plaats voor coaching. Ik hang een groot democratisch gevoel aan, ook hij het nemen van beslissingen. Uiteindelijk ben ik wél altijd de eindbeslisser. Rekening houdend met alle argumenten komen we wel tot een consensus. In Kunstencentrum Vooruit hebben we niemand aan een bureau zitten om zich bezig te houden met de planning van de komende maand; we vergaderen met de ploeg en beslissen redelijk democratisch wie wt gaat doen. Zolang dat kan. Er moet natuurlijk voldoende werk zijn, of voldoende mensen voor een bepaaldejob. Dus er wordt wel wat gestuurd. Maar er is nooit iemand die beveelt: “Jij gaat nu dt doen”. Iedereen heeft de keuze, en geeft dus ook toe dat hij soms werkt voor dingen die hem minder interesseren. Het is een spel van geven en nemen. Alleen bij festivals of grote projecten wordt een planning gemaakt. Je moet weten hoeveel extra mensen er moeten hoeveel mankracht je nodig hebt, zijn, hoeveel freelancers. Maar zelfs in dat geval wordt nog geschoven nadien. Als ik had gepland dat Björn op diè zaal staat, en hij zegt ‘Ja, ik zou eigenlijk liever monitors doen op diè zaal”, dan kan dat nog. Budgettair? Inzake aankopen ben ik sowieso de eindbeslisser, op aangeven van, of na suggesties. Grotere investeringen of aankopen worden niet verricht door mensen van de ploeg, anders is het budgettair niet meer bij te houden. Het voorbereidende werk rond een aankoop wordt soms wel door een toneelmeester of specialist gedaan. Ik regel ook zelf het inhuren van materiaal. Als iedereen los van elkaar dingen begint te huren, dan is het einde zoek. De ene zou misschien bij die firma huren, omdat hij die kent, enzovoort... Wie trekt de producties bij jullie? (beslist) De toneelmeesters. Er wordt heel snel verdeeld, drie tot vier maanden op voorhand eigenlijk. Festivals en projecten zitten hoofdzakelijk bij mij, maar onderdelen van die festivals gaan dan weer naar toneelmeesters. Vroeger was dat niet zo. De voorbereiding van alle activiteiten gebeurde door mij en Natan, die toen mijn assistent was. Maar door de ongelofelijke veelheid van dingen die in Vooruit gebeuren, is dat gewoon onmogelijk. Nadeel is wel dat je een versnippering krijgt omdat alle informatie niet meer centraal zit, dus datje niet meer zo snel op de bal kunt spelen als er vragen komen. Alle informatie over een productie zit dan effectief bij een toneelmeester. We maken wel héél intensief gebruik van de ‘gedeelde mappen’ in Outlook®. Elke productie heeftzijn map, en alle mails daaroverzitten allemaalsamen, zodat zowel ikzelf als de anderen dingen snel terug kunnen vinden: “Is dat al beslist?” “Is dat al gehuurd?” “Is dat al gecommuniceerd?”... Dat systeem maakt ook dat ik niet zo’n beller ben (lacht). ...
De Roma of Vooruit? Ik ben jaloers op de afmetingen van de Roma (dromend). De Roma in Vooruit dus. Als concertzaal zou dat fantastisch zijn. De zalen van Vooruit zijn leuk, maar het is vreselijk dat ze zo smal zijn. Onze Theaterzaal heeft een scèneopening van negen meter veertig, in de Concertzaal is dat zelfs maar zes meter zeventig. Zo klein... De Roma heeft veertien of vijftien meter portaalopening, en een zaal die twintig meter breed is, of meer. De AB heeft dat ook. Je kunt zoveel méér mensen dicht bij het podium
28 PROSCENIUM: TWEEBAND
laten staan. En dat is toffer (glimlachend). Maarja, er valt weinig aan te doen. In ruimere zin bekeken staat de Roma op het punt waar Vooruit 25 jaar geleden stond, denk ik. Een zaal in verval die er met de hulp van vrijwilligers en een paar zéér gemotiveerde mensen terug bovenop komt en stukje bij beetje gerestaureerd wordt. De uitstraling die ze hebben en de sfeer die er vanuit gaat als ik er kom, vind ik zéér positief... Ik kan zo’n initiatieven alleen maar toejuichen. -
-
SpeciaList of atLrounder? Sowieso allrounder. We vertrekken van het principe dat iedereen alles kan, waarna een aantal mensen een specialisatie heeft. ‘Alleen maar’ geluidstechnieker zijn, kan bij ons niet. Iedereen helpt, indien nodig, met het laden en lossen, opbouwen van licht, geluid of decor. Die technische basiskennis moet iedereen eigen zijn. En dan zijn er de ‘specialisten’ op gebied van geluid, licht, rigging... Front mixen, monitors doen, bewegend licht bedienen, ontwerpen maken... Die specialisatie is nodig en interessant. Met onze werking is het levensnoodzakeljk om die technische kennis, die metier, in huis te hebben. Dat houdt de ploeg ook alert en gemotiveerd.
Perfectie of compromis? Streven naar perfectie, en kunnen euh... leven met het compromis (lacht). Ik ben hoe dan ook een perfectionist (met pretoogjes). Dat is misschien het gevolg van het feit dat ik eigenlijk nogal lui ben. Het is niet zo makkelijk om uit te leggen. Ik ben denk ik van nature lui. Als ik thuis ben, heb ik geen enkel probleem om een namiddag lang in de zon een boek te lezen, of niets te doen, of naar tv te kijken,.. Op werkvlak moet ik dat compenseren door te proberen alles zo goed mogelijk te doen, te streven naar perfectie, zodat er ook niemand argumenten heeft om te zeggen: “Héla, dit was niet in orde”. Tenzij daar een reden voor is (met brede glimlach). Dus ik wil me niet laten pakken op mijn luiheid in werksituaties. Als ik op de sofa moet gaan liggen bij de psychiater of een psycholoog, dan zal dat een van de punten zijn om te behandelen. Het is goed om naar perfectie te streven, maar ik ben me ervan bewust dat niets volmaakt kan zijn. Wat niet wegneemt datje moet trachten de perfectie te bereiken. Ik ben dus altijd fel bezig met het probéren bereiken van die perfectie door middel van het compromis; budgettaire compromissen, praktische compromissen,... Een ander voorbeeld: bij het plannen van grotere evenementen. Je kunt op voorhand alles tot in het detail voorbereiden en preciseren, maar de omstandigheden eisen soms aanpassingen... Dan moet je er mee om kunnen dat iemand ter plaatse beslissingen neemt, waarvan je wel beseft dat het beter had gekund, of op z’n minst toch efficiënter... De perfectie op papier is dan... ‘kapot’ (lacht)... Maar het werkt ook! Dat is iets wat regelmatig terugkomt in deze dilemma’s. Ik vind het dikwijls geen dilemma’s omdat beide oplossingen kunnen. Daar komt mijn compromisding weer terug. Als je zegt “Wim Opbrouck of Stanny Crets”? Nee, ik wil ze allebei. Ik wil met Wim Opbrouck graag dingen doen, en ik zie hem ook graag dingen doen, maar evengoed wil ik dat met Stanny Crets. Ik weet wel dat het qua werken met Stanny niet evident is, maar dat -
-
.
Naast een goede voorbereiding en communicatie is een goed onthaal van een gezelschap en hun technici zéér belangrijk. Het is bijna prioritair om te zorgen dat ze zich welkom voelen, dat ze merken dat alles wat nodig is om het tot een goed einde te brengen, bekeken en geregeld is. Als zij zich niet aan de afspraken houden, heeft dat natuurlijk zijn consequenties: dan is de soundcheck maar korter. We hebben daar in Vooruit zelden problemen mee. Meestal komt men te laat door overmacht: vliegtuigen met vertraging of zo.
Architectuur of technische ruimte? In de eerste plaats: technische ruimte in de zin van toegankelijkheid, technische installaties, Als het gebouw ook nog mooi vormgegeven is, vind ik dat ideaal. Als je de Box van de KVS binnenstapt heb je daar een heel raar hellend vlak, dat geen hellend vlak is. Architecturaal is dat spannend, omdat er een glazen wand staat die geen onderbrekingen heeft. Het ziet er van buiten een architecturale vondst uit. Maar het is gewoon lastig stappen: telkens stapjes van pakweg zeven centimeter en een schuine trede van een meter. Er kunnen geen rolstoelen naar boven, die moeten de lift nemen. Bizar. Jammer ook dat de repetitiezaal beneden niet dezelfde afmetingen heeft als de speelzaal. Bij de verhuis blijft het toch steeds weer aanpassen. In een nieuw gebouw magje als architect geen tekortkomingen inbouwen. Dat is stom. Het stoort me dat architecten of studiebureaus bij het ontwerpen van nieuwe schouwburgen telkens weer het warm water willen uitvinden. In het beste geval gaan ze op bezoek in een bestaand theater dat goed functioneert. Er is precies geen geheugenbank van hoe het hoort. Dat is aan het veranderen, hé, want er zijn intussen studiebureaus die zich énkel bezighouden met theatertechnieken en -mechanieken. Het is té lang zo geweest dat maten van deuren en poorten in ontwerpen niet klopten. Dat enkel het publieksgedeelte goed of mooi was uitgedacht en de technische kant er later dan ook maar bijgeflanst was. In Vooruit zit je met een historisch kader. Je kan enkel proberen om bepaalde ongemakken op te lossen. Je mag niet raken aan historische, waardevolle, monumentale elementen. Je leert leven mettekortkomingen. Maar dat neemt niet weg dat je moet blijven nadenken over haalbare aanpassingen. Lang geleden is in Vooruit het gat waarlangs decors de Theaterzaal binnenkwamen door de toenmalige technici “in den duik” vergroot... omdat er, toen, nog niet aan het gebouw mocht worden geraakt. We zijn hen daar nog stééds heel erg dankbaar voor. Maar ‘t is jammer dat het op die manier heeft gemoeten; beter is dat de architect of studiebureau mét de technici van een huis blijven nadenken en met elkaars wensen en noden kunnen en willen rekening houden. Onze relatie met architect Romain Berteloot is intussen positief: hij luistert en bedenkt mee de oplossingen. Ten tijde van de verbouwingen en restauratie in 2000 was dat anders: discussies, ruzies, gegooi met deuren. Daarna zag hij in dat veel van onze vragen niet ongefundeerd waren. ...
“Oortog is geen kunst” wat van het omgekeerde niet aLtijd gezegd kan worden. © Giannin a Urmeneta Ottiker
is met Wim evengoed zo, dus. In Vooruit begreep men vroeger niet dat je liefhebber kon zijn van zoweL de concerten in verhuur, bijvoorbeeki Es De Schepper, of Kommit Foo, of extremer: Urbanus of Ckiuseau aLs van het artistiek verantwoorde theater en dans. Het was aLsof het huis daar een heeL grote scheiding in trok qua aanpak, en ze verwachtten dat wij dat ook deden. Dat was eigenlijk allemaal gewoon een deel van ons werk. En soms waren dingen, die via verhuur binnenkwamen, technisch gezien interessanter voor ons dan de zoveelste performer die zelf niets heeft en doet, en verwacht dat wij het allemaal voor hem doen. De laatste tijd zeker is dat zo. Daar is een boutade over: “Als je niet kan dansen en niet kan acteren, doe dan performance”. Er is precies altijd een excuus: “Ja ‘t is een performance, dus het moet niet perfect zijn”. Het Lijkt meer een soort van work in progress. Al die performances zijn misschien binnen tien jaar wèL theater- of dansvoorstellingen, maar voorlopig. Openbare repetities, toonmomenten, daar ligt het soms dichtbij. Dat kan Leuk zijn, omdat er een ongedwongen sfeer heerst, maar het is vaak een valse ongedwongen sfeer, want alleen bij het publiek komt het zo over. De eisen van die performers qua licht en geluid liggen even hoog, en ze vragen soms het onmogelijke, zonder op voorhand aan te geven wat ze eigenlijk willen. ..
.
-
-
. .
Improvisatie of voorbereiding? Ik ben voorstander van een goede voorbereiding, zodatje ruimte schept om te kunnen improviseren. Ergens aan beginnen en meteen improviseren, dat vind ik niet efficiënt. Alles openlaten, en ‘s morgens beginnen nadenken, beginnen improviseren... Ik ben daar niet happig op. Ik heb een paar “aLLergieën”. Eén ervan is: veronderstellen dat mensen zich wel zullen aanpassen aan een situatie. Mijn oren spitsen zich op vergaderingen als ik een zin hoor als “Ja maar, ze moeten maar”... in de zin van: die mensen moeten zich maar aanpassen. Men veronderstelt dan dat die mensen dat wel zullen doen. Het ergste is als men daarover dan niet communiceert met die mensen, dat men ze voor voldongen feiten plaatst. Voldongen feiten zijn m’n tweede allergie. Ik word graag gekend in, of op zijn minst geïnformeerd over beslissingen. Je kan niet over lles geïnformeerd worden. Maar als het gaat over jouw deel van de job, men neemt beslissingen over mijn hoofd, en men plaatst mijn ploeg en ik voor voldongen feiten, dan word ik zeer ‘ambetant’ en erger. Ik maak me niet snel kwaad, maar in iemands plaats beslissingen nemen... dat is géén manier van samenwerken. Je saboteert je eigen werking met interne voldongen feiten. Maar dat geldt evenzeer voor groepen, gezelschappen, bands... Soms kan je niet geven wat ze verwachten, soms kan je maar zes van de achttien wensen waarmaken. Alsje wacht met communiceren tot ze er zijn, dan duw je ze in een hoek en is het zelfs normaal dat ze kwaad worden. .
Identieke podia (qua afmetingen), of pièces uniques? Ik snap het voordeel van identieke podia: je gaat in première op een bepaald oppervlak, met zoveel trekken, en je kan dat ôveral toepassen. Datis praktisch. Maar ook saai... Hetis dejob van ontwerpers en technici om voorstellingen te kunnen aanpassen, en om in te schatten waar hun voorstelling kan staan. Ik spreek natuurlijk voor de winkel van Vooruit, wantwij zijn relatiefklein: een openingvan negen meterveertig. Bepaalde grote voorstellingen kunnen ook bij ons staan, mits aangepast, en staan soms ook mooier, hoewel het oorspronkelijk niet zo bedoeld was door de scenograaf. Dat houdt het spannend, dan komen nieuwe of andere dingen naar boven. Ik ben er nièt tegen dat elke schouwburg een tikkeltje verschilt van een andere. Ik ben er wèl tegen dat je (nieuwe) ‘miskleunen’ bouwt met meer dan vijf meter voorscène, met een immens podium, met als gevolg dat iedereen scène op scène gaat spelen. Ik vind wel dat als je een nieuwe zaal bouwt, je rekening hoort te houden met een minimum PROSCENIUM: TWEEBAND 29
ik in de eerste plaats mijn eigen mensen op verhuuractiviteiten zet. Het is een fifty-fifty operatie, en op het einde van de rit klopt de rekening van verhuur en eigen programmatie wel. Ik wijs dat ook toe: dat is wat voor die bepaalde activiteit gepresteerd werd. Ik steek daar tijd in, maar al bij al niet zoveel: dat is op maandag een half uur werk om uren te registreren en toe te wijzen. Ik heb ooit in een vakantie heel veel tijd gestoken om een programma te maken dat in Excel zowel als in acces vlot en makkelijk werkt. Op het einde van het seizoen een uitdraai maken van wie wat heeft gedaan? Of hoeveel uren er in dans zijn gekropen? Gewoon even tikken. Makkelijk zat, maarje staat wel stevig metje voeten op de grond bij onderhandelingen. Peter in debat contactdag Leuven (2 van links) -
scèneoppervtak, een speetvak van zo groot, met minimum zoveeL zijtoneeL. Met aandacht voor de noden van een gemeente of gezeLschap, en met een zekere toekomstvisie. Een zaaL met 2000 plaatsen in een kleine pLattelandsgemeente lijkt op’t eerste gezicht wat groot, maar er kunnen omstandigheden zijn die dat verantwoorden. Bij renovaties moet je dikwijls roeien met de riemen dieje hebt... Ik ben er niet tegen dat er grote en/of radicale ingrepen gebeuren. In het postgebouw in Oostende heb je de beperking van het gebouw. Het speelvlak is wat het is, en er is geen zijtoneel. Misschien moeten ze daar het hele gebeuren anders bekijken, en een niet traditionele speelzaal bedenken. De naastliggende straten ‘overbruggen’ en de zaal naar de eerste verdieping brengen... Of ondergronds? Of niet persé daar iets willen doen. De zaal een andere bestemming geven en voor artistieke projecten een andere plek zoeken? Oranje kuipstoeLijes of rood pLuche? Oranje kuipstoeltjes moeten mijns inziens absoluut verboden worden in theaters. 0K voor een sporthal, ze zijn vandalismebestendig. Enerzijds probeert men de laagdrempeLigheid van een schouwburg te bevorderen, dat is goed. Ik vind wel dat een avondje theater iets van cachet mag hebben. Rood pluche, en de bijna heilige sfeer die in een auditorium van een schouwburg hangt mag er echt wel zijn. Ik zit niet graag hard zoals in het Nieuwpoorttheater, Kopergieterij. Dat zijn voorbeelden van zalen waarik dat chique gevoelvan “naar het theater gaan” niet zo heb. Ik heb daar niks op tegen en wil over hun artistieke keuzes niets zeggen, maar ik vind het wel fijn om in NiGent, Opera of in Vooruit, ofin de Bourla te genieten van al die ornamenten. 70-urenweek of CAO? Da’s een moeilijke,... Ik ben iemand die de CAO wel kent en Leest en daar de interessante punten uithaalt en toepast, voor zover het van toepassing is op onze manier van werken. Ik vind ook dat 70 uren in uitzonderlijke gevallen gewoon noodzakelijk is. Maar ik ben iemand die probeert alles menselijk te houden, voor iedereen. Dat kost misschien extra budget, misschien moetje mensen bijvragen. Ik verwacht niet van één iemand of van één ploegje dat die alles doet, maar dat ze op tijd en stond aangevuld worden met extra mensen. Dus, ja, ik ben iemand die zeer gewonnen is voor het compromis. Hebje een volledig eigen budget om mensen bij te huren? Oorspronkelijk was dat “artistiek”, maar omdat ik dat in eigen beheer doe, zit dat wel bij mijn rekening. Maar: ik ben geen slaaf van die cijfers. Ik bedoel: als het nodig is dat er mensen komen werken, dan komen er mensen werken. Dus als ik 5 000 of 10 000 over dat budget ga, dan is dat niet mijn zaak. Ik doe daar ook niet zot in. Ik ga niet een extern iemand laten werken omdat ik het Leuk vind. Het is altijd nodig. Ook omdat dat een gevolg is van wat de artistieke ploeg wil of beslist. Vandaar dat ik ook vind dat het interim budget een artistiek budget is. 7aaLhuur” wordt altijd gerecupereerd. Zaalhuuractiviteiten zijn puur commercieel, en de huurder betaalt de uren. Dus als het nodig is voor een bepaald concert dat een huur bij ons plaatsvindt, en de technische fiche zegt “Er moeten viertechniekers zijn”, dan wordt dat ofwelonze eigen ploe, ofwel extern personeel. De huurder betaalt gewoon die hele kost. Het is niet zo dat 30 PROSCENIUM: BASTT-TWEEBAND
Kunst of Amusement? Allebei, natuurlijk! En dat geldt wellicht voor veel mensen. Het is niet zo dat een groep mensen alleen maar kunst wil en een ander alleen maar amusement. Dat wordt soms door programmeurs en/of beleidvoerders vergeten, denk ik. Het lijkt soms ofje bij kunst niet meer mag lachen, terwijl ik net het meest houd van artistieke dingen waar een gevoel voor humor uit blijkt. De artiesten die ik het meest apprecieer, zijn net diegenen die ook met hun eigen werk, of de tekortkomingen ervan kunnen lachen. Maar dan kom je op een vernissage en staat iedereen doodsedeus te kijken... pffff. Als er niet meer gelachen mag worden, houd ik het al snel voor bekeken. Ik zei het hiervoor al: een gezonde mix van de twee lijkt me ideaal. Je bereikt met het amusement, wat dan meestal vertaald wordt naar een commerciëler circuit (bij ons via verhuur), misschien net die mensen die anders nooit zouden passeren. In het beste geval maak je ze warm om ook naar meer artistieke dingen te komen kijken. Het lijkt me daarom belangrijk om de ‘verhuur’-activiteiten qua marketing evenwaardig aan te pakken in een werking. Technisch gezien leren wij dikwijls veel bij met de verhuuractiviteiten. Die theatershows worden begeleid door grotere licht- en geluidstirma’s, die op tournee wel eens het laatste nieuwe snufje mee hebben. Dingen waar wij niet meteen het budget voor hebben, maar die we zo toch leren kennen.
IN MEMORIAM: Domien De Gruyter
Domien De Gruyter was jarenlang acteur en directeur van de KNS en lid van het dramatisch gezelschap van de BRT. Hij overleed in Wommelgem op 6 augustus 2007. Joris Diels engageerde hem als acteur in de KNS in 2943. Na de oorlog ontpopte hij zich vooral als 5hakespeareacteur, o.a. als Jago in Othello en de koningsrol in Richard III. In hetlhéâtre des Nations (Parijs) speelde hij met het KNS gezelschap de titelrol in “Elkerlyc”. Hij was bevriend met Laurence Olivier en John Gielgud. Van 1972 tot 1986 was hij directeur van de KNS. Hij gaf ook les aan het Antwerpse conservatodum. Opmerkelijke rollen speelde hij injeugdfeuilletons, zoals de slechtedk Oscar Diaz in ‘De Kat’ en de fenomenale markies Jean de Mordant in ‘Fabian van Fallada’. De Gruyter was bezeten door het Antwerpse toneelleven rond de Tweede Wereldoorlog. Ruim tien jaar geleden schreef hij hierover een essay ‘Boekje-doekje open’. Hij is 86 geworden.
]
:
;-
1
ZF’X
/
r
:
1
tit
i 1‘i44
p
n
L: 1’
1
-
r .
_4
montageliften nacelles