----
..
1
SENI%IHEISER
MKË1
Whether for musicals and live shows or for broadcasting appilcations, the MKE 1 handles the job. it’s at its best in all situations where a microphone needs to be virtually invisible so that It will pick up what It is meant to pick up perfect sound. —
www.sennheiser.be
Visît us at the IBCfrom 12-16 September, Rai Amsterdam, Hall 8 Stand C 51
DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VOOR THEATERTECHNIEK THEATERARCH ITECTUUR SCENOGRAFIE
INHOUD
05
Jaargang 12 Nr. 48 september 2008 -
Theaterarchitectuur
Proscenium is een pubLicatie van BASU Be’gische Associatie van Scenografen en Theatertechnici vzw aanges’oten bij OISTAT
DE PARADOX VAN DE VIERDE WAND Bij aanvang van de 2lste eeuw ziet het er naar uit dat de vierde wand, atias de toneetopening, door de theatermakers en ontwer pers is neergehaald. Niets blijkt minder waar.
Zetel en secretariaat Van Ertbornstraat, 8 2018 Antwerpen TeL: 03 202 10 45 E-mait: bastt@bastt.be website: www.bastt.be
03 Scenografie
Redactie Proscenium Azaeaaan, 30 1030 Brusse’ TeL: 02 215 08 52 E-maiL prosceniumbastt.be
EN VERLOS ONS VAN HET KWADE Een ruimtelijke analyse van Guy Cassiers de ‘Triptiek van de macht’
Hoofdredactie Rose Werckx Werkten mee aan dit nummer: Tanya De Roey Luc Dhooghe GeertS&s Chris Van Goethem Jan Strickx Yves De Bruyckere Sieber Marty Rose Werckx
19 Opteidingen
PODIUMTECHNIEK RITS IS 70 JAAR JONG Reacties van oud-studenten over verleden, heden en toekomst.
Cover Mefisto for ever, Het Toneehuis, foto: Koen Broos Druk Sintjoris
-
Neve[e
Vormgeving: www. bruss&sof. be
24
plus per nummer 12 00 € BASTT Lidgeld: 40,00 € BASTT Lidgeld studenten 15 00 € Bank 402 5525161 38 van BASTI vzw Buitenland Prijs per nummer: 17,00 € BASTT Lidgeld: 50,00 € IBAN: BE24 4025 5251 6138 BIC: KREDBEBB
Verstag
EEN WERELD VAN VERSCHIL Van 5 tot 9junijl. vond in het Finse Helsinki dejaarljkse meeting plaats van de Education en Histoîy commission van OISTAT
Teksten, foto’s en it[ustraties mogen enket worden overgenomen mits voorafgaande schriftetijke toestemming van de uitgever.
28
Verantwoordelijke uitgever Jan Strickx Steenweg op Aatst, 134 c B-9308 Hofstade-Aatst
Interview
TWEEBAND Een gesprek omtrent dilemma’s in de theatersector
Verder
Adverteerders: AMPCO Betgium AMPTEC Stage Studio Technotogy CANDELA EVDV Trade JEZET SEATING JTSE -Lounge PHLIPPO Show[ights RODEN STAAL SENNHEISER Betux SERVIO SLP STAKEBRAND TTA5 VERBIEST -
-
-
-
-
BOEKEN
-
VARIA
-
-
-
—
-
-
-
BASTT NIEUWS
-
-
PROSCENIUM: INHOUD
3
E PARADOX VAN DE VIERDE WAND LUC OH000HE
\ \Ç\ De toneetopening votgens Juris Dimiters
Van links naar rechts: Festspielhaus Bayreuth 1876, R. Wagner architect Otto Brückwald Künsttertheater Munich 1907, architecten Georg Fuchs en Max Littmann Festival AuditaHum Hellerau 1 910-12, Adolphe Appia, architect H. Tessenow
N
Dat de toneettijst een onding is, Leidt geen twijfeL. Wagner was er een vurige tegenstander van: met de bouw van de Opera van Bayreuth (architect Otto Brückwa[d) in 1876 opent hij meteen het debat over de functie van de toneeLLijst. Om het pubLiek maximaaL bij de enscenering te betrekken, Laat hij de wan den van het auditorium doorLopen in het decor. TegeLijkertijd vermindert hij de afstand tot het pubLiek door het orkest grotendeeLs onder de scène te pLaatsen. In 1907 bouwen de architecten Georg Fuchs en Max Littmann in München het KünstLertheater. Ze nemen hiervoor het grondpLan van Bayreuth over maar voe gen tussen de orkestbak en het speeLvLak een voortoneeL met aan beide zijden een toegangsdeur. Het proscenium kan uitgebouwd worden over de orkestbak, zodat de acteurs over een ruim speeLvLak beschikken kort bij het pubLiek. In 1910, vierendertig jaar na Bayreuth, ontwerpt architect Heinrich Tessenow in Hetterau bij Dresden het ‘FestivaL Auditorium’, een concertzaaL voor opera en dans voor 3. J. DaLcroze en AdoLphe Appia. Op vraag van Appia wordt het een totaaLruimte in de vorm van een rechthoek met een centraLe orkestbak tussen twee opLopende tribunes, respectieveLijk bestemd voor het pubLiek en voor het speL. ToneeLLijst en toneeLbeLichting ontbreken, maar wanden en zoLdering zijn bekLeed met transparant textieL, achteraan verLicht met honderden Lampen in verschiLLende kLeuren. A. von SaLzmann heeft hiervoor een systeem bedacht dat zorgt voor een regeLbare sfeerverLichting van de totaLe ruimte in functie van de theatraLe actie. Nog voor het uitbreken van de eerste wereLdoorLog is de open theaterruimte een feit. Appia brengt hier de kLassieke opera’s van Wagner en GLück, in een vormgeving en beLichting die vandaag nog aLtijd intrigeren.
PROSCENIUM: DE PARADOX VAN DE VIERDE WAND
5
°or een tragedie, antwerp 5. Sertio,
Teatro Otimpico Vicenza 1580, Pattadio, het proscenium met de ‘frons scaenae’
De toneeLopening, een grensgebied Het is Sertio die in de Renaissance de centrae opening van de ‘frons scaenae’, de achterwand van het proscenium in de Romeinse theaters, uitvergroot tot een poort met uitzicht op een perspectivisch vervormd beeW van de ideae stad. Het proscenium bijft behouden as speetvak. In het begin van de zeventiende eeuw, bij de bouw van de eerste opera’s, neemt men het mode van SerUo over in een gewijzigde vorm: men verandert de functie van het centrae orchestra’ in parterre’ voor (staand) pubiek. Op de p’aats van het proscenium komt er een orkestbak en men gaat speren in het perspectivisch vervormde beeW. Voortaan zat het theater zich afspeten in twee votumes, respectievetijk voor pubtiek en spet, gescheiden door een vast architectuurkader, dat in de toop van de tijd uitgerust wordt met een voordoek, een stuiertrek en een toneettijst. Later komt er nog een brandscherm bij in het Frans spreekt men van een ‘rideau de fer’ of ijzeren gordijn’: de toneetopening wordt dus streng bewaakt! Deze tijst vormt meteen ook de ‘vierde wand” van de speetruimte, waardoorheen de acteurs zich een weg moeten banen om contact te zoeken met het pub[iek. De ptaats van de orkestbak en de verburgertijking van het theater werken dit fenomeen nog in de hand en atgauw gaan beide ruimtes een eigen teven teiden. In een cartoon uit 1987 vervangt de Russische architect Juris Dimiters trouwens het voordoek door een bezem, ktaar om de toeschouwers buiten te vegen, en de speters op het podium te houden. In plaats van het contact te bevorderen werkt de toneettjst als een filter die altes afstopt wat de toeschouwer zogenaamd niet mag zien om de illusie niet te verbreken. Aan de acteur geeft hij een (vals) gevoel van geborgenheid, veilig buiten bereik van het publiek. Het fenomeen is vergelijkbaar met de intussen verdwenen souffieursbak vooraan op het toneel onttrokken aan het oog van het publiek, hoorde men vooraan in de zaal wel eerst de fluisterstem, gevolgd door de stem van de acteur. Men zou kunnen stellen dat men er in de 19de eeuw alles aan gedaan heeft opdat de theatermaker zich veilig zou voelen op het toneel. Als reactie groeide de twintigste eeuw uit tot een testperiode van historische modellen en nieuwe architectuurvormen. Denken we aan het prosceniumtheater, de lege ruimte, het vlakkevloertheater, het podiumklavier, het bolvormige theater, de black box, allerlei vormen van Bij de aanvang van de 21ste eeuw ziet het er naar uit dat de vierde locatie- en straattheater, wand, alias de toneelopening, door de theatermakers en ontwerpers is neergehaald. -
—
tWerpschets,
©
KaHn Vuttings
. . .
tWerpschets,
:
©
KaHn Vuttings
De ‘ftexibetijst’, herontwerp van de toneetopening Ook Karin Vullings vindt dat de toneellijst zoals hij er vandaag uitziet, onvoldoende het contact tussen toneel en zaal bevordert. Als afstudeerproject aan de faculteit Industrieel Ontwerpen aan de TU Delft maakte ze een nieuw ontwerp van de toneelopening in het lijsttheater. De toneelopening omschrijft zij als ‘het gebied van de voorrand van het voortoneel tot en met de Koperen Kees1 Vullings ontwerpt in haar studie een nieuwe toneelopening, steunend op een eisenprogramma van de gebruikers, dat verder gaat dan alleen maar het contact tussen voorstelling èn publiek, maar ook de eisen behandelt op gebied van geluid, licht, afmetingen, beweegbaarheid, vrijheid, veiligheid, vormgeving en beleving.
PARADOX VAN DE VIERDE WAND
Ontwerpprincipes Het ontwerp van de Flexibel ïjst is niet zomaar uit de lucht komen vallen. Er is goed gekeken naar de huidige situatie en de gewenste situatie, onder andere door middel van interviews met theatermakers, directies, theatertechnici en theaterontwerpers. Uit dit onderzoek volgden aanbevelingen voor het ontwerp van de toneelopening. In de afbeelding staan deze aanbevelingen samengevat. Het doel van de aanbevelingen staat in het midden: contact maken vanaf het podium naar de zaal, zodat de afstand tussen publiek en voorstelling verkleind wordt. Daaromheen staan de principes die daarbij een rol spelen: kader, flexibiliteit en compactheid.
verplaatsen zijn, zodat in korte tijd verschillende voorstellingen in een zaal mogelijk zijn. Belangrijk in het Nederlandse reissysteem. De flexibiliteit van de Flexibelijst is hoog doordat de valse lijst gemakkelijk in drie richtingen te verplaatsen is.
Compactheid De techniek in de opening moet compact geplaatst worden of slim worden geïntegreerd tot een compact geheel. Zo kan de Koperen Kees verder naar voren schuiven en wordt de letterlijke afstand tussen de voorstelling en het publiek kleiner. In de Flexibelijst zorgt de compactheid
ervoor dat de flexibiliteit mogelijk is. Naast deze drie basisprincipes omvat het overzicht ook gebruik. Omdat bij alle ontwerpen van de toneelopening het goed, veilig en comfortabel gebruiken door theatertechnici en theatetmakers in het oog gehouden moet worden. Zij zijn diegene die ervoor zorgen dat het theater werkt, dat de voorstelling er staat en dat het publîek daadwerkelijk bereikt wordt. Als het gebruik niet aan deze eisen voldoet zullen de mogelijkheden van de toneelopening vaak niet volledig benut worden.
i
Kader Aan de zichtkant (zaalkant) moet het kader de aandacht van het publiek naar de voorstelling leiden. Dit verkleint de figuurlijke afstand tussen de voorstelling en het publiek. Dit principe is in de Flexibelijst toegepast door licht en geluid uit het zicht te halen en in te bouwen in de holle lijst.
Links sttutat,, met vaste Kapexea eehts de Flexibelijst met Voorste Vulllngs(rood bruine) en verplaatelsare L,xhtenda dogs (eroene ijntfe).
Uit “Zichttjnen” nummer 1 7, maart 2008 0 Karen Vuttings
-‘
Af,ta,d tusenpubh,k enoo,stH,,g,kle,,e,
compactheid
Flexibiliteit
Techniek
Flexibiliteit Zowel de omkadering als de belichting moeten flexibel te
Haar ontwerp van de FtexibeHjst’2 berust op het verpaatsbaar maken van het nu’punt, zodat de acteur korter bij de voorste rand van het tonee kan komen. Hiervoor zijn twee ingrepen nodig: het vervangen van het vaste architectuurkader door een rijst die rondom ho is, in functie van het inbouwen van technieken zoas Hcht, geuid, brandscherm, en het flexibe’ maken van de valse toneellijst in drie richtingen, zodat men de opening kan aanpassen in de breedte, de hoogte en de diepte. Reacties lieten niet op zich wachten. Gerbrand Borgdorff3 wijst eerst op een aantal details, zoals de afmetingen van gemotoriseerde spots, waardoor de ruimtebesparing wel eens minimaal zou kunnen zijn. Een ander klein ongemak is dat er geen ruimte voorzien is voor een Wagner voordoek. Een groter bezwaar is de lichtbrug die vervangen wordt door een veel langere die niet op en neer kan, maar wel heen en weer. Deze brug is wel voorzien van een rideauvak dat op en neer kan schuiven. ‘Als je sluiertrekken en voordoek optrekt kun je de brug naar voren schuiven en dan kan je decor ook iets naar voren, althans als je op die plek ook decortrekken hebt gemonteerd. De nieuwe brug is een enorm grote en zware constructie, want de vrije overspanning is langer dan de voordoektrek de geschetste brug is een veel zwaardere constructie dan een reguliere lichtbrug en de gebruikte (gemotoriseerde) spots zijn ook flink duurder. Uiteraard komen daar de kosten van de extra decortrekken bij.” En Borgdorff rond zijn verhaal af met volgende opmerking: ‘Interessant is dat Vullings er van uit gaat dat de afstand tussen publieken voorstelling afhangtvan de belichtingsmogelijkheden. Dat is echt een misverstand. In vrijwel ieder theater is het geen enkel probleem om zijlicht en frontlicht te krijgen op het voortoneel. Het onderwerp blijft belangrijk genoeg, maar verdient een meer praktische . . .
. . .
. .
benadering.” Frits van den Haspel4 nuanceert en stelt vast dat in de loop der jaren het aantal technische constructies in de portaalzone fors is toegenomen “vaak zonder artistieke onderbouwing’ En hij voegt er aan toe: ‘t.. De enige tekst is: ‘We doen het al jaren zo’.” Ier staving volgt een lange reeks van technische installaties die ofwel overbodig zijn, of waar ruimtelijk op bespaard kan worden. Dit doet me denken aan het motto van de modernisten in het begin van de 20ste eeuw: ‘Less is more Misschien moet men overwegen om, in samenwerking met de bedrijfswe reld en enkele ervaren acteurs, een proefopstelling te maken, uitgerust met het noodzakelijk minimum aan technische constructies, en er na het uittesten alleen aan toevoegen wat men dan nog onontbeerlijk vindt. Maar, is er niet meer aan de hand? “ActueLLement, ii y a La saLLe et La cage de scène. La scène est en cage, et quand on pense â ceLa, c’est assez effroyabLe d’admettre que Le tieu de La cé[ébration dramatique n’est pLus au miLieu ni en contact étroit avec Les spectateurs qui, eux aussi, font partie de La céLébration, mais que ce centre de La cétébration est en cage, enfermé dans un espace qui ne communique que par une baie Lourdement encadrée qui peut être fermée par un rideau de fer.” (Pierre SonreL5 194$) Een toneeLLijst voor weLke zaal? De toneelopening is een complexe zone, alles komt hier samen op een klein oppervlak. Het contrast tussen de fel verlichte toneellijst en de duisternis van de zaal werkt vernauwend en remt de acteur af bij
PROSCENIUM: DE PARADOX VAN DE VIERDE WAND
7
z
1
ïï-ziï
Théâtre Populaire dédié & Jacques Copeau, ontwerp René Moutaert en architect Phitibert 1927
: Decorontwerp voor Hamtet, H.Th. Wijdevetd 1918
Théâtre dii Vieux Cotombier Paris, 1913 Louis Jouvet en Jacques Copeau
—
Louis Jouvet voor zijn maquette van het Garrick Theatre, New York, 1917
1924,
het naar voor komen. Er moet dus extra ruimte bijkomen. Dat kan, zoaR eerder aangehaaW, door eUminatie van een dee van de technische constructies en door het aanbouwen van een proscenium. De portaaWrug kan men dan vervangen door de trekken te aten doodopen tot boven het proscenium. Zo ontstaat er meteen ook een zachte overgang naar de zaaL Het prosceniumtheater heeft trouwens met succes de eerste heLft van de 2üste eeuw het theater in West-Europa gedomineerd. Denk maar aan de voorsteUingen van Max Reinhardt in het Grosses Schauspiehaus in BerUjn (arch. Poezig 1919), de experimenten van Louis Jouvet en Jacques Copeau in Le Vieux Coombier in Parijs en het Garrick Theatre in New York tussen 1912 en 1924, de ontwerpen van René Moutaert tijdens het Interbeum voor ]ues Decre in Le Théâtre du Marais in BrusseL het Vaamse VoLkstonee van Johan De Meester, het Noordzeetheater in Knokke, Copeau’s Théâtre Popuaire, Le Théâtre d’Action Internationa van Barbusse in Les En dan mogen we zeker het MeyerhoWtheater in Moskou niet Bouffes du Nord in Parijs (1932), van Norman Be Geddes in New York en van WijdeveW scenografie en architectuur vergeten, de het danstheater van Akarova in BrusseL ter in Duitsand, Bauhausthea het in Nederand, dat ze eigenijk beter de ganse tone&iijst begrepen s ontwerpers en theatermaker M gauw hadden in een open ruimte. en speLen opbergen konden manteaus van de met inbegrip aftijd op de rug schuiven van de niet het pubhek met contact moeilijk Toch mag men een en/of een s’echte verhouding zaaconcept fout een gevog van het immers dit tone&iijst. Vaak is toneeopening testen en de een van de kwaiteit maar niet zo kan Men tussen zaa en toneeL van de zaavoer speeft hierbij Het profie auditorium. even werk het om op resutaten toepassen d. De diaogen bereiken betrokkenhei de bevordert heUing de maken van steller een grote roL Het door weerkaatsing of afzwakken ze onderweg dat risico , zonder het rechtstreeks de toeschouwer bouwen boven tribune een t&kens Brook Peter riet deSinget in producties absorptie. Voor zijn en staes, parterre betreft wat voor perceptie, de Bouda is Antwerpse het parterre. En in de van de heUing herprofileren het en stoeen van de herschikken het beduidend verbeterd sinds e praktikabels. door midde van wegneembar ...
...
—
Théâtre du Marais Brusset, Scènedispositief van René Moutaert 1922
‘44
Hoe dwingend is de toneeltijst? Uit de jaren vijftig herinner ik me nog een voorstefling van Hamet in de Antwerpse Boudaschouwburg met de cruciae scéne waarin Hamet angzaam, de centrae asijn van het tonee vo’gend, naar voren treedt tot in de tone&iijst, aLs een hogepriester het doodshoofd Later kon ik vaststeen toont aan het pubiek en de woorden spreekt: “to be or not to be andere drama’s en van opvoeringen bij ook hoe anaoge invuthngen gereged terugkomen maar ook de de symmetrie, aeen Niet gebruiker. aan de hoe de ruimte zijn spetreg&s opegt na de tweede rang Tot roL beangrijke een hierbij voorkeurspositie van de portaazone speeft van de acteur. n status met de die overeenkome in zones wereWoodog was het tonee opgedeed In het pan acteurs. door eerste worden bespeed De portaazone of het voorpan mocht aeen kan en dat wordt, gespeed scène Hamet waar de hedendaagse theater besUst het regieconcept geen probeem. dit steft theater om het even waar zijn op het toneeL In een open BehaLve het spe’ van de acteur komt ook de vormgeving van de voorsteUing in een keurshjf te zitten, omdat de ganse technische infrastructuur van het tonee opgebouwd is vogens het orthogona[e assenst&se[ in functie van de tonee[[ijst. Een doek of panee in schuine opst&iing aan een trek ophijsen, beet het gebruik van de trekkenwand voor de andere tafereen. Een voordoek schuin in hangen zoaLs in de voorst&iing van ‘Leonce en Lena”6 in regie van Po Dehert in 1984 is er heemaa niet bij omdat aes gewoon in de weg hangt. Het feit dat de receptieve schouwburgen overwegend uitgerust zijn met Ujsttonee en de subsidiëring vaak gekopped is aan het aanta reisvoorsteUingen, bevordert het gebruik van de conventionee toneeUijst eri stagneert de ogische evoutie van het medium. Geukkig zijn er uitzonderingen. Gez&schappen die kiezen voor de vrijheid om “anders om te gaan met de beschikbare ruimte ...‘
-
Theatre N’ 6, Norman Bet Geddes 1922
PROSCENJUM: DE PARADOX VAN DE VIERDE WAND
—
;;
Meyerhotd Theater Moscow, 1928-1932, architecten Vachtangoff en Barkine
Bourtaschouwburg Antwerpen, herinrichting parterre en stattes, ontwerp AAS, 1999, foto Luc Nagets
en de technische constructies’ Zo oordeede ook het Nationae ToneeL in Den Haag bij het opsteten van het bouwprogramma voor een nieuwe thuisbasis en schouwburg die vorig jaar zijn deuren opende. In het gebouw dat ontworpen is door het architectenbureau AteLier PRO ( Hans van Beek en Menno Roefs) zijn drie zaten ondergebracht. Zaa’ 1 is een grote zaak voor 300 toeschouwers, zaa’ 2 een repetitieokaa en zaa 3 een k’einere ruimte onder het dak voor teksttezingen. Maar eigenijk kunnen ze aLle drie as voorsteUingsruimte gebruikt worden. Zaak 1 bevindt zich op de begane grond, net as de foyer, die tegeLijk dienst doet as kantine voor de medewerkers. Het gebouw heeft hierdoor een sterke binding met de straat, terwij de foyer as een binnenptein fungeert, waar atertei straatjes en trappetjes op uitkomen. Het meubilair is ontworpen door scenografe Mirjam Grote Gansey en vervaardigd door het eigen decorateier. De grote zaa’ is een donkerbtauwe doos van 15 bij 23 meter, zonder een voorgeschreven spe&sichting, geen regiecabine, geen vaste tribune, geen zij- of Lichtbruggen. Licht en decor hangen aan trussen. Tegen het pLafond zijn raiLs aangebracht voor de eLektro-takeLs. Er is geen geautomatiseerde hijsinstaLLatie. Chef techniek Lex Caboort: ‘voorsteLLingen van het NationaLe ToneeL staan reLatief Lang in eigen huis en vaak, maar niet aLtijd, gaan ze ook op tournee. Het Liefst maken we LocatievoorsteLLingen in ons eigen huis.”7 Een verpLaatsbare tribune met 300 zitpLaatsen kan om het even hoe in de ruimte gepLaatst worden of aansLuiten aan de deuren die voorzien zijn in de muren ter hoogte van de eerste en tweede verdieping. De Franse baLkonnetjes zijn wegneembaar en de deuren bruikbaar voor diverse doeLeinden in de voorsteLLing. Dat maakt de zaaL ook geschikt voor niet conventioneLe opsteLLingen, vindt aLgemeen directeur Evert de Jager: “De opdracht aan de theatermaker is om aan de toeschouwer het idee te geven dat hij ieder moment in een andere ruimte kan stappen. Het gaat om de verhouding van de tribune tot het toneeLbeeLd. Dat kan soms conventioneel zijn, maar soms totaal onverwachts, bijvoorbeeld een geheel witte ruimte in plaats van een donkere. Er is ruimte voor andere impulsen, gedachten en kijkmethoden, aansluitend op de huidige samenleving. Dat dit kan, is dankzij het gebouw.”8 En daar heeft Niek Kortekaas handig op ingespeeld.
Nationate Toneet Den Haag, architecten Atetier PRO, 2007, foto Peter de Ruig
Ptan begane grond Nationate Toneet Den Haag, 1. hat, 2. foyer, 3. opstag, 4. taad-en toszone, 5. zaat 1, 6. entree/berging, 7. tuin
Foyerruimte onder zout 2, foto Peter de Ruig
PROSCENIUM: DE PARADOX VAN DE VIERDE WAND
9
IA
Toneetstof Met toneeLstof wiL Ihersites het verLeden van het VLaamse theater opnieuw in de kijker zetten. Na een eerdere fLinke opfrisbeurt van het theaterLeven uit de jaren zestig graaft Ihersites nu het beeLdgeheugen van de jaren zeventig op. Uit de keLders van het VRI-archief kwamen tevoorschijn: Levendig groepstheater met de vuist omhoog, caprioLen van Mistero Buffo en VuiLe Mong, nieuw jeugdtoneeL in kinderschoenen, stiL absurdisme â La façon de Radeis... Kortom: een decenniumLange uitbarsting van creatief geLoof in een aLternatief. ToneeLstof II “Sympathy for the Seventies?’ haaLde pareLtjes vanonder het stof en perste ze voor u op een pubLieksvriendeLijke dvd, die wetenschappeLijk wordt onderbouwd door een speciaaL nummer van het theatertijdschrift Documenta. Info: www.toneeLstof.be (waar u de dvd + Documenta kan besteLLen aan 15 euro + portkosten). -
hties? -
4
sentes2
tone&stof
0
NV SERVIO SpeciaList ïn uw vottedige theateruitrusting, zowet voor nïeuwbouw ats voor kLeine of grote tenovaties.
Wij bieden U geïntegreerd of afzonderlijk: metaLen draagstructuren, Loopbruggen, beweegbare podia, elek trische trekken (van prijsgunstige tot snelle computergestuurde systemen), alsook de bijkomende benodigdheden: doeken, hodzonts, danstapijten, ...
...
Aarzel niet voor vrijblijvende inlichtingen en raadgevingen. Brugsesteenweg, 545 B-8800 RoeseLare www.servio
be
TeL. Fax
+
+
32 (0)51 24 00 96
32 (0)51 21 04 92
servio@skynet.be
MateriaaL-theek Wie op zoek is naar nieuwe materiaen kan terecht bij Materia ConneXion. Dat gLobaaL patform werd in 1997 opgericht in de Verenigde Staten en is de grootste informatiebron ter wereLd wat betreft nieuwe materiaLen. Het bedrijf met vestigingen in New York, Bangkok, MiLaan en KeuLen, biedt ontwerpers van over de hete wereLd een bibLiotheek van meer dan 4000 materiaLen gekozen door een onafhankeLijkejury. De website www. materiaLconnexion.com wordt voortdurend gewijzigd met informatie over aLLes wat nieuw en innovatief is. Sinds januari 2008, presenteren de tentoonsteLLingsruimtes van MateriaL Connexion r. geëvaLueerde en herkende materiaLen, gezien de vraag naar producten die in de eerste pLaats rekening houden met het miLieu en sociaLe aspecten. AteLier PRO, Het NationaLe Toneet Ier geLegenheid van de opening van de nieuwe schouwburg in Den Haag heeft het architectenbureau AteLier PRO deze maand een boek uitgegeven met voLgende items: In ‘Van Franse opera tot Haags IoneeLkwartier’ beLicht MarLies van der Riet de geschiedenis van het pand en de stedeLijke omgeving. Daarna voLgen twee interviews van Cees Boekraad, resp. met architect Hans van Beek van AteLier PRO en met Evert de Jager, directeur van de schouwburg. Het boek is rijk geïLLustreerd en is te koop bij Het NationaLe ToneeL, AteLier PRO en diverse Haagse boekhandeLs. De prijs bedraagt € 12.50, isbn 978 90 809551 6 5, nur-code 648 Info: www.ateLierpro.nL en www.nationaLetoneeL.nL
-
Openingsvoorstetting “Hottandse Spoor” in de grote zaal van het Nationale Toneel, 2007, foto Peter de Ruig
Nationale Toneel, zicht op de Grote Zaal, foto Hans van Beek
De toneet[ijst, een paradox Voor de voorsteUing van ‘Levende Doden’9 van Laura Wade in de regie van Ivar van Urk, pLaatste Niek Kortekaas een monumentaLe rechthoekige doos, waar toeschouwers en acteurs samen inzaten, schuin in de zaaL. De kartonnen wanden van de doos hingen op aan trussen en sLoten strak aan tegen de tribune en de achterkant van het witte speeLvLak. De vrije ruimte tussen de doos en de zaaLwanden vormt aLs het ware een soort couLissen of zijtoneLen. Tijdens de changementen wordt teLkens een van de wanden naast of achter het speeLvLak weggetrokken aan een speciaaL gemaakt handbediend trekkenwandsysteem10, om zicht te geven op de verschiLLende Locaties in het stuk. De scenografie verwijst indirect naar het theater van de renaissance, m.n. het Teatro OLimpico van PaLLadio in Vicenza: het speeLvLak aLs proscenium en de wanden van de doos aLs frons scaenae waarin zich de openingen bevinden met zicht op de ideaLe stad. InLijsten betekent beLangrijk maken’, duiden’ of ‘waarderen Bij PaLLadio, en bij het prosceniumtheater in het aLgemeen, ontbreekt de toneeLLijst ten voordeLe van een of meerdere Lijsten achter het speeLvLak. Het speL van de acteur bevindt zich tussen het pubLiek en de ingeLijste beeLden, wat hem toeLaat de iLLusie te doorbreken door uit zijn roL te stappen en commentaar te geven. Het is toch aan de theatermaker en niet aan de architect om de speLregeLs te bepaLen? De open theatervorm geeft die mogeLijkheid en Laat tegeLijkertijd toe dat de toeschouwer zeLf een uitsnit maakt van wat hij beLangrijk vindt. Net zoaLs bij scènes uit het dageLijkse Leven Laat dit hem tbe wat hij gezien heeft te ‘kaderen’ in een context en te toetsen aan de aLLedaagse werkeLijkheid. In het hedendaagse theater zit de toneeLLijst in het hoofd van de toeschouwer. (Endnotes) 1 Koperen Kees is de benaming die men in NederLand geeft aan het nuLpunt, het middeLpunt van de manteau. 2 Karin VuLLings: Herontwerp van de toneeLopening in het Lijsttheater de FLexibeLijst, ZichtLijnen nr. 117, maart 2008, p. 18. 3 Gerbrand Borgdorff: De toneeLopening, een reactie. ZichtLijnen nr. 118, mei 2008, p. 21. 4 Frits van den HaspeL: De toneeLopening, een reactie. ZichtLijnen nr. 119, juLi 2008, p. 29. 5 Pierre SonreL: Les saLLes â construire, in: Architecture et Dramaturgie, Editions d’aujourd’hui France © Ed. FLammarion 1950, p. 103. 6 ‘Leonce en Lena’ van Büchner: Regie: PoL Dehert Vormgeving: Luc Dhooghe en Rose Werckx 1ste voorsteLling 27/09/1983 Zaal Proca Gent Kostuums: Marc Cnops Productie: Arca Gent ReisvoorsteLLing: De Werf Brugge. 7 Coen Jongsma: Een open huis Het NationaLe ToneeL betrekt zijn nieuwe gebouw, ZichtLijnen nr. 116, januari 2008. 8 Evert de Jager in: Tegentonen in het toneeLkwartier interview door Cees Boekraad, verschenen in: Het NationaLe ToneeL. Uitgave van AteLier Pro, september 2008. 9 Coen Jongsma: Een open huis Het Nationale ToneeL betrekt zijn nieuwe gebouw, ZichtLijnen nr. 116, januari 2008 10 Niek Kortekaas in een conceptnota aan de redactie: “De doos heb ik schuin in de toneelzaaL geplaatst omdat daardoor verassende restruimtes ontstonden, die bij het opgaan van de wanden zichtbaar werden. De bestaande deuren van de zaal naar aanpalende technische ruimtes en gangen, gaven extra op- en afgangmogelijkheden en werden gebruikt als changeerruimte voor de meubels en tegenlichtposities. De locaties die in het stuk voorkomen heb ik geabstraheerd door grote redelijk onscherpe prints op platte kaders aan te brengen achter de wanden van de doos, die respectievelijk een garage, een storage opslagruimte, een hotelkamer, en een keuken in een loft suggestief beeldend ondersteunen. Met een katrollensysteem, volgens het principe van een trekkenwand, kon men drie wanden omhoog bewegen om zo telkens een nieuwe speelplek te onthullen. Aan het einde van de voorstelling zakten de drie wanden tot in de positie van bij de aanvang van het stuk. Beide langse wanden waren veertien meter lang en vier hoog, de korte wand negen meter lang en vier hoog. De wanden waren vervaardigd uit industriële kartonnen platen met een dikte van 2 cm, verlijmd met kartonnen verbindingsstukken, en aan de boven- en onderkant voorzien van een Langslopende lat in multiplex om het hijsmechanisme en de hijsogen aan de wanden te kunnen bevestigen. Contragewichten hielden de wand in balans bij het optrekken.” —
—
-
—
—
—
—
—
—
—
“Levende Doden” van L. Wade, maquette theaterbeeld Niek Kortekaas, 2007
—
PROSCENIUM: DE PARADOX VAN DE VIERDE WAND 7 7
SET ACDUSTICS is the result & the commitment
o1 a groUp
o companies with long and extensiva expenience
n the rield & acoustic systems in genenal, and line annays in panticulan
Caneul design and en obsession with quality in all its aspects, mom constnuction pnocesses to the rinest details,
make it possible to pnesent with pnide the rinst line Annay MASS 1015 system lnom EET Acoustics, which
encapsulates the needs & the demanding wonld & touning and lange-ronmat installations in a single piece or
equipment that combines component excellence, antisan woodwonk, and the most tnustwonthy ampliication
end pnocessing technology available on the pnoressional audio equipment manket.
Dun goal: sound in its pune state.
E
N VERLOS ONSVAN HETKWAAD GEERT SELS
*‘
Gespreid over twee seizoenen creëerde Guy Cassiers bij het Toneethuis de ‘Triptiek van de macht’, een theatercyctus waarin hij drie aspecten van de politieke macht uitdiepte. De drie delen functioneren als autonome producties die echter, binnen het vertrouwde podiumgebruik van de regisseur, telkens andere signaturen vertonen en uiteenlopende ruimtelijke indrukken nalaten. Als er nadrukkelijk naar vormeljke samenhang wordt gezocht, blijkt die zich vooral in de laatste twee stukken voor te doen. Deze triptiek is min of meer het versag van Guy Cassiers’ eerste twee seizoenen bij het Ionee[huis. Hij draagt materiaa’ in zich voor een voorzichtig artistiek bilan. Een van de hypotheses daarbij is dat Cassiers zijn theatertaa sinds zijn terugkeer in Vaanderen Uchtjes bijstetde. Ats er in de inteiding van deze tekst sprake is van ‘het vertrouwde podiumgebruik’ is het nodig om dat eerst even scherp te stetten. In zijn Rotterdamse periode heeft Cassiers een podiumruimte geperfectioneerd die zich taat omschrijven ats een technotogisch tabo ratorium. Het bedient zich van een open votume dat de zijwanden en de theatertechniek zichtbaar taat zoats ze zijn. De ruimte is neutraat en wordt hoogstens ingevutd door projectieschermen, tichtbakken en kteine camera’s op statieven. Daardoor krijgt ze het statuut van een werkptaats die referenties oproept aan een opnameset. Dit is een theatermachine, die in haar uitwerking het acteren en het re-presenteren taat samenvatten. Mooie voorbeetden daarvan zijn Lava Lounge, Bezonken rood of de Proust-cyctus. Het tijkt me dat Cassiers sinds zijn terugkeer naar Betgië de accenten bijgestetd heeft. Zonder de technische verworvenheden en de meerzintuig[ijke aanpak achter zich te taten, krijgt het tive acteren meer aandacht. Dat was at het gevat bij Onegin, een eerste kennismaking in juni 2006, vtak voor zijn mandaat ats artistiek teider officieet inging. Voor het eerst sinds tang werden acteren en representeren rege[matig van elkaar losgekoppeld. Diverse scènes kenden zelfs helemaal geen mediaregistratie en bleven beperkt tot de acteerinteractie van de uitvoerders. Dat heeft gevolgen voor de gerichtheid van het acteren. Waar de acteur in het technologisch laboratorium maximaal geconcentreerd was op de apparatuur, en daardoor mogelijkerwijs een hele voorstelling met zijn rug naar het publiek of de medespeters stond, is er nu meer betrokkenheid op de medespeters. Het samenspel neemt toe. Een en ander heeft gevolgen voor het statuut van de theaterruimte. Ze is nog steeds open en onopgesmukt, maar ze is minder eenduidig een technische opnamestudio. Hetis een ontmoetingsruimte die is uitgerust met technische voorzieningen en deze kunnen het ene moment wel, het andere moment niet ingeschakeld worden. Cassiers heeft nu ‘the best of both worlds Hij kan putten uit de eerder traditionele manier van toneelspelen en beheerst ondertussen de technologische mogelijkheden om die in te zetten wanneer het hem uitkomt. Zo ontstaat er, naast het samenspel tussen de acteurs, ook nog een spel tussen live acteren en de gemediatiseerde representatie. Het is in deze tweede soort ruimte dat de Triptiek van de macht zich afspeelt. Deze ruimte vertoont nog enkele visuele en auditieve kenmerken die haar kwaliteit bepalen. Het scènebeetd van Cassiers is doorgaans overwegend donker. Dat komt voor rekening van belichter Enrico Bagnoli, die geen algemene belichting hanteert. Bij hem baden het podium of grote zones daarvan zelden in een alomvattend gloedvol licht. Zoals in de schilderkunst zwart de non-kleur is en voor de afwezigheid van vormen of figuren staat, zo laat ook hij de basis van de ruimte in het ongewisse. Door zijn spots te richten op bepaalde plekken, objecten of acteurs articuteert hij elementen uit die ruimte. Bagnoli is geen belichter; hij is een uittichter. Om het met de slogan
van Amnesty International te zeggen: hij licht ze uit het donker. Ten gevolge daarvan krijgt het scènebeeld een ingetogen, intiem karakter. Bovendien is er het praktische voordeel dat licht en projectie elkaar niet storen. Op auditief vlak kunnen de componisten of muziekfragmenten al eens wisselen, maar de techniek om de tekst via contactmicrofoons te versterken is een algemeen terugkerend principe. Het stelt de acteurs in staat om ktein’ te spelen en hun klank niet uit te vergroten tot de achterste rijen van de zaal. Nauwelijks merkbare signalen, zoals een krop in de keet, het smakken van de lippen of een stille zucht, worden zo toch mee in het klankarsenaal opgenomen en spelen er een beduidende rol. Andermaal komt het de intimistische sfeer ten goede. De toeschouwer wordt naar de acteur gezogen, en heeft het gevoel dat hij zeer dichtbij mag komen. CoLLaboratie Het vertrouwde podiumgebruik’ is van toepassing op de hele triptiek. Het is meteen zichtbaar in het scènebeeld van Mefisto lor ever, deel één van de trilogie, die in oktober 2006 ten tijde van de gemeenteraadsverkiezingen in première ging. Gebaseerd op de roman Mephisto (1936) van Klaus Mann, gaat het stuk over de verleiding van de macht. Het origineel speelt zich af in de begindagen van nationaal-socialistisch Duitsland en laat de wurgende inmenging van de politiek op een theaterensemble zien, en daarmee gelijkopgaand de pogingen van de artistiek leider om zijn gezelschap te vrijwaren. Dat is een wankele afweging, waarbij de directeur zich in de grijze zone tussen tactisch doorzicht, zelfverlies, conformisme en zelfs collaboratie begeeft. In de stad Antwerpen, waar het extreemrechtse Vlaams Belang mogelijk de absolute meerderheid kon behalen, kreeg dit verhaal haast parabelwaarde vanwege de gelijkenissen met de realiteit. Hoe sterk is de verleiding om mee te stappen in een populistisch discours? Wat zijn de gevolgen van die keuze? Kan men er, eens deelgenoot, nog uitstappen? Het speetvlak in Mefisto lor ever is open: de coulissen en de achter-
Mefisto for ever
PROSCENIUM: EN VERLOS ONS VAN HET KWAAD 13
Mefisto for ever
Mefisto for ever
wand zijn niet afgedekt. En as ze dat, voor de duur van één scène, toch zijn, dan is dat met een reptica van het brandscherm van de Boudaschouwburg. Waarmee de makers zichzelf expUciet in het dilemma situeren en zich voor de vraag st&ien weLke positie ze z&S zouden innemen (as het BeLang bijvoorbeed het p’eit zou winnen). Voorts zijn er eerder ongebruikeijk bij Cassiers decorstukken zoas zwartteren canapés en tafes, waar de acht acteurs gebruik van maken. Ze horen bij de signatuur van Marc Warning, die bij de atere deren niet meer betrokken is, zodat de scènebeeden daar anders zijn. AL bij aL bLijft de opsteLLing vrij abstract en worden er met theateriLLusie geen ingekLeurde ruimtes aLs ‘de repetitiezaaL’ of ‘de theaterkantoren’ opgeroepen. De indruk die deze ruimte achterLaat, is eerder neutraaL. Ze is gevuLd, maar niet overLaden. —
—
Het aandeeL Live acteerinteractie overweegt. De scènes waarin gebruik wordt gemaakt van uitvergrote videobeeLden zijn vaak functioneeL. Ze dienen bijvoorbeeLd om de ruimteLijke afstand te overbruggen aLs de geëmigreerde joodse actrice Rebecca Füchs teLefoneert met directeur Kurt KöpLer. In kiLometers zijn ze ver van eLkaar verwijderd, maar hun beeLdprojecties naast eLkaar suggereren affectieve nabijheid. Een steeds weerkerend procédé is om de repetities van de acteurs uit het stuk via videoregistratie weer te geven. TeLkens scènes uit Hamtet, De kersentuin of Faust worden ingeoefend, voLgt een toneeL-in-het-toneeL waarvoor de acteurs zich op de tafeLs onder de camera’s Leggen. HoeweL ze voLLedig naast eLkaar met hun eigen opname bezig zijn, Lijken hun rechtop geprojecteerde videobeeLden onderLing te ageren. Dé functie van de beeLden die uniek is in Mefisto for ever is de retorische, indien aL niet propagandistische functie. Ze komt meer in het geding naarmate het regime zijn macht uitbouwt en zijn greep op het theaterensembLe versterkt. Historisch is het accuraat, aangezien het nationaaL-sociaLisme zeer goed de impact van de massacommunicatie begrepen had en zich bediende van wat toen de modernste technieken waren. ALs minister van propaganda De Manke zijn monoLoog Laat aanzweLLen die op de lotaLer Krieg-speech van Joseph GoebbeLs is gebaseerd, spLitst zijn beeLd op de achterwand steeds verder uit, tot een wandvuLtend projectiescherm met myriaden beeLtenissen van hem overbLijft. Dit is werkeLijk speLen op effect via de techniek van het overdonderen. Het is een onverhoLen poging om ontzag af te dwingen bij het gehoor. AL vanaf het eerste deeL van de triptiek vaLt er iets te zeggen over de beeLdkwaLiteit die zaL bLijven terugkeren. CLose-ups worden opgebLazen tot ze grofkorreLige beeLden opLeveren, die bovendien met een rode, groene en bLauwe beLichting worden gevoed. Een bijzonder frappant voorbeeLd doet zich voor bij de monoLoog waarmee Kurt KöppLer het deeL na de pauze inzet. Het is niet toevaLLig een citaat uit Richard III, het vLeesgeworden kwaad, waarmee de suggestie aangedragen wordt dat de directeur zich onafwendbaar met het regime gemêLeerd heeft. Naarmate er in de triptiek meer oorLog voorkomt want een deeL van Mefisto zit in de aanLoopfase daar naartoe neemt het gebruik van die primaire kLeuren toe. Ze worden niet in hun heLLe, zuivere gedaante getoond, maar in een vuiLe, bLeekdoorLopen kwaLiteit. Ze straLen geen kracht uit maar besmetting. In dezeLfde passage doet zich nog een ander, auditief vormkenmerk voor dat in de heLe triptiek terugkeert: de panne. Niet zeLden kLinkt een suizen of knisperen, zoaLs zich dat voordoet bij stroomstoringen —
—
Mefisto for ever
14 PROSCENIUM: EN VERLOS ONS VAN HET KWAAD
of kortsuitingen. Zoas een appe wormstekig is, zo kan een eLektrisch circuit onderhevig zijn aan een defect. Het systeem werkt niet meer. Kwetsbaarheid is een mogelijkheid, zelfs in huiveringwekkend perfecte netwerken. In Mefisto for ever doet deze deficiëntie zich gevoelen als een geleidelijke, virale insijpeling. Een perfide politiek discours doet bij degenen die het ondergaan, de stoppen doorslaan. In de delen die volgen zal die connotatie anders zijn. Simuttaantheater Hettweede deel, Wolfskers, laat een heelandere ruimtelijke indruk achter. Het speelvlak is afgesloten door een zwart gaasdoek, dat de vierde wand accentueert, en elke poging tot betrokkenheid van de toeschouwer frustreert. Het creëert een mistige sfeer van bevangenheid. De drie hoofdpersonages bevinden zich in een claustrofobische cul-de-sac, in het nauw gedreven als ze zijn op het eind van hun machtsontplooiing. ‘Vergiftiging door de macht’, noemen de makers dit tweede deel van de triptiek. Het scènebeeld is volgepropt, niet zozeer met decorelementen, maar met trosjes volgelingen die telkens rond een twintigste-eeuwse potentaat cirkelen. Hitler, Lenin en Hirohito bevinden zich op één laterale lijn naast elkaar, zowat halverwege de diepte van het speelvlak. Beurtelings zetten ze het verhaal van hun ondergang verder, zonder dat er interferentie is naar elkaars leefwereld. Zoals vaak doeltreffend toegepast in simultaantheater is de belichting een praktisch hulpmiddel om de vakjes van de actie uit te lichten en de twee andere in duisternis te huIlen. Ten gevolge van de nevenschikkende opstelling kent Wolfskers een statisch karakter. Het is dan ook niet zozeer een stuk met een ontwikkeling dan wel een momentopname, meer bepaald de achterkant van het openbare leven, op het moment dat de macht ontnomen wordt. In tegenstelling tot het eerste deel, hebben de decorelementen geen massa en nemen ze geen volume in. Peter Missotten groepeerde zijn technische benodigdheden als een lichtspot, een camera en een projectiescherm, en ontwierp er een installatie mee. Die is licht, bij momenten compleet doorzichtig en veelzijdig inzetbaar. Als het scherm op de grond ligt, is het een bodem. De ophangtouwen bakenen de vorm af die een hoge tent meestal heeft. Is het scherm opgetakeld en verticaal gekanteld, dan dient het als een klassiek projectievlak. Als het boven de hoofden hangt, lijkt het een dak dat bescherming biedt. Naargelang de positie maakt de camera top shots of beelden van opzij. Als constructie is deze installatie uitermate flexibel en transparant, maar in haar toepassing is ze dwingend. De makers ontdekten dat ze te dominant was om eveneens in deel drie te functioneren. Enkele elementen uit het eerste deel maken opnieuw hun opwachting. Wolfskers is de bekroning van het kleurpalet dat de triptiek overheerst. Elke heerser wordt hier in verband gebracht met een eigen tint. Hitler, côtéjardin, straalt een vaalwit paarsblauw uit. Lenin, in het midden op een stoel, zit gevangen in ziekelijk groenwit. Hirohito, côté cour, staat in een gloed dieprood. Geen enkele keer worden deze kleurschakeringen aan een andere figuur toegekend en ze blijven haast continu aanwezig. op vlak van beeldkwaliteit rijmt dit deel op het eerste, en wordt er verder geëxperimenteerd met beelden die van dermate dichtbij zijn opgenomen dat ze vervormingen teweegbrengen. In deel één zijn dat likkende vlammen, in deel twee zijn dat druppels op een glasplaat. Close-ups van de drie heersers versmelten tot één composietsmoel van de macht. Deel drie gebruikt de beeldtechniek anders: de Griekse Helena (Ariane Van Vliet) houdt een videocamera bij de hand en maakt uitvergrote, heldere beelden van zichzelf. In deel twee staat een andere functie van het beeld voorop. Niet langer primeert het retorisch gebruik, maar het documenterend gebruik. Het beeldmateriaal dat niet live op het podium wordt voortgebracht, valt uiteen in twee soorten. Ofwel is het footage met kroniekwaarde: al dan niet officieel verzameld materiaal dat getuigenis aflegt van een
Wotfskers
PROSCENIUM: EN VERLOS ONS VAN HET KWAAD 75
acteren en wordt functioneeL ingezet. Naarmate de zwanenzang nadert, pLooien de acteurs zich meer onder de statieven om van daaruit hun tekst in de camera te zeggen. Wordt de resignatie technisch verbeeLd? Stippen we nog even aan dat ook in Wolfskers het speL met het technische defect meermaaLs voorkomt. ALLeen krijgt het een andere connotatie. In de context van de ondergang wordt het onvermijdeLijk in verband gebracht met ‘b[okkering Het systeem werkt niet meer. De machine die tevoren zonder haperen draaide, doet het niet meer. Er zit zand in de raderen... Rien ne va pLus... Twee eLementen, de decormateriaLen en de kostumering, komen in Wolfskers op de voorgrond en maken dat de vormeLijke samenhang tussen deeL twee en deeL drie het grootst is. MogeLijk komt dat omdat het idee voor een triptiek geen vooraf bedacht concept was. Het ToneeLhuis geeft in zijn communicatie ruiterLijk toe dat die ingeving pas na het maken van Mefisto lor ever kwam. ALLicht is men pas vanaf dan voLuit de vormeLijke samenhang beginnen accentueren. Met de decormateriaLen worden niet zozeer de decorstukken bedoeLd, zoaLs de instaLLatie van Peter Missotten, maar de bouwmateriaLen waarmee de scenograaf zijn ontwerp heeft uitgevoerd. Wotlskers speeLt op een vLoer van grote, donkergrijze natuurpLavuizen. In deze voorsteLLing Liggen ze nog behoorLijk netjes naast eLkaar op de grond. Pas aLs er een paar uitgebroken worden, krijgt het pubLiek goed in de gaten dat ze er eigenLijk zijn. Dit zijn de bouwstenen die in deeL drie, Atropa, voLop mee het scènebeeLd bepaLen. Nu is er maar één terLoopse kras op een met geLuid versterkte tegeL, maar dan zaL die een reeks ritueLe dodingen symboLiseren. Modeontwerper Tim Van Steenbergen bedacht de kostumering voor de gansetriptiek. Vanafhettweede deeLis de outfitook echtin ontwikkeLing, en strekt zich voLgens de ingezette dynamiek uit tot het derde deeL. In Wotfrkers evoLueert de dress code van vrijetijdskLeding —HitLer vermeit zich in de Beierse weiden- naar steeds statiger kLederdracht. Op de formeLe Hirohito na misschien, maar die Laat zich in het begin nog in hemdsmouwen betrappen. Naar het eind toe dragen HitLer en Hirohito aLLebei een rokkostuum, aLsof ze zich feesteLijk uitdossen voor hun eigen vaL. Ten onder gaan, dat doe je in stijL. Naarmate de voorsteLLing Langer wordt, wordt ook de vrouwenmode dat. Eva Braun en de meid van Lenin Lopen eerst in knieLange rokken rond, maar naar het einde toe dragen ze respectieveLijk pLechtig roze en LichtbLauw tot op de grond. Deze toenemende sierLijkheid zaL zich in het sLotdeeL verder doorzetten.
Antropa
historisch feit. ZoaR vaende bommen of marcherende egers. Ofwe is het ifiustrerend materiaa, zoas de beeden uit het dierenrijk die een toeUchting zijn bij de bio[ogieUefhebberij van Hirohito. Het beeW dat daarentegen wét op het podium ontstaat is minder tarijk dan het Live Biografleën i.v.m. Triptiek Enrico Bagnoti begon zijn theateroopbaan as technicus, maar is sinds 1985 werkzaam as Uchtontwerper. Hij werkte samen met o.a. Luk PercevaL Guy Cassiers, Thierry Samon en Raout Ruiz. Met Marianne Pousseur maakte hij as regisseur, decor- en Uchtontwerper verschibende voorsteWngen en opera’s. Enrico Bagnob maakt ook Uchtontwerpen voor tentooste[ingen, werkt a[s [ichtadviseur veer samen met architecten en ontwerpt computerprogramma’s voor Ucht- en muftimedia apparatuur. Diederik De Cock vo’gde een op’eiding elektronica, speelde in de jaren ‘90 drums en gitaar bij verschillende rockgroepen en raakte zo geïnteresseerd in geluidstechniek. Vanaf dan gaat hij regelmatig met PA-bedrijven en bands op stap voor het mixen van concerten. Toen hij als live mixer met het BLINDMAN Kwartet voor het ro theater werkte, leerde hij Guy Cassiers kennen. Sindsdien werken ze vaak samen, o.a: voor de Proustcyclus en Bezonken rood.
PROSCENIUM2 EN VERLOS ONS VAN HET KWAAD
Het kostuum a[s bondgenoot In Atropa herschrijft Tom Lanoye zowat de heLe Griekse overLevering van Troje in één stuk. Vanaf het offer van Iphigeneia, over het beLeg van Troje, tot de afwikkeLing ten huize Agamemnon. Dit deeL beLicht de verschrikking van de macht, door te focussen op de beLeving van de sLachtoffers. Om die reden schrijft Lanoye vanuit het standpunt van de vrouw, maar niettegenstaande vaLLen de sLachtoffers in beide kampen te noteren. In het Griekse kamp is Iphigeneia een sLachtoffer, Arjen KLerkx specialiseerde zich bij het ro theater in het live verwerken van live videobeelden in de voorstelling. Dit resulteerde in voorstellingen als Bezonken rood en Hersenschimmen, beide in regie van Guy Cassiers. Voor Mijn avonturen von V. Swchwrm tekende Klerkx voor het video-ontwerp. Als freelance video-ontwerper werkte hij o.a. mee aan Rembrondt The Musicot (Stardust Productions). Peter Missotten maakt deel uit van het onafhankelijk productiehuis en kunstenaarscollectief De Filmfabriek, actief op het punt waar theater, digitale media en film elkaar raken. Sinds 2006 is De Filmfabriek een open werkplaats voor digitale performances. Voor theater werkte Peter Missotten sinds 1982 mee aan de vormgeving van een lange reeks voorstellingen in een regie van Guy Cassiers: o.a. Grondbeginselen (1990), De Wespenfobriek (2000) en The Woman Who Wotked Info Doors (2001), Bezonken rood (2004). Recent ontwierp hij samen met Kurt d’ Haeseleer de videodecors voor twee opera’s van Georges Aperghis: Paysage sous Surveillance (2003) en Avis de Tempête (2004, Opera de Lille). Daarna volgden enkele operadecors in regie van Guy Cassiers: Rage D’ amour (2005, Holland Festival) en De Vliegende Hollander (2005, De Munt).
een onrecht dat zodanig bLijft dooretteren dat Agamemnon er bij zijn terugkeer een zware prijs voor betaaft. Dat de Trojanen tijdens het beeg het onderspit dehjen, hoeft geen betoog, maar ook overevenden as Kassandra en Andromache moeten de vernedering ondergaan als oodogsbuit meegevoerd te worden naar GriekenLand. Oodog kent aeen vediezers. Het gevoe van ontreddering wordt vertaaW in een open, desoaat scènebeed. Vrij diep op het podium is een achterwandvutend projectiescherm aangebracht; daarvoor strekt zich een eegte uit waarvan de bodem bedekt is met kiezels. De pavuizen van het vorige dee zijn opgestapeki tot een hoge toren. Daar bovenop staat Hetena, in een kteed met een meterstange steep. In die pose roept die rijzige gestatte herinneringen op aan het vrijheidsbeetd in New York, in 2001 evenzeer doetwit van een terreuractie met een tange nasteep. Het ruimtetijk aanvoeten is er deze keer een van weidsheid en openheid. De mensetijke figuur is er nietig, waardoor zijn kwetsbaarheid nog benadrukt wordt. De personages zijn nietig, maar evenzeer aristocratisch en voornaam. De kostuumontwerpen van lim Van Steenbergen bereiken in deet drie hun ware grandeur. Hij werkt met exquise stoffen en stepen, die een herinnering aan Griekse tunieken oproepen, maar buitensporig tang uitgewerkt zijn. Deze deticate toitetten contrasteren met het stoffige zwartgrijze grind. Ze determineren de manier waarop de actrices zich voortbewegen ofhoudingen aannemen. Schrijden is bijna een noodzaak, ze kunnen amper anders dan hun stepen draperen. Deze kteding is een bondgenoot die hen aanschijn verteent. Ze obstrueert hen ook, zodat ze ermee moeten vechten om zich staande te houden. In dit derde deet is er maar mondjesmaat opgenomen beetd. Tenzij dan opnieuw journaatbeetden van bombardementen, met nachtcamera’s geregistreerd. Zetfs met deze beetden btijft het kteurpatet van de triptiek overeind: groene beetden tijdens het beteg van Troje, rode ats het eerste stachtoffer vatt en btauwe ats Ktytaemnestra haar stotmonotoog doet. Voor de rest tigt de focus sterk op het individu, drager van het teed. Daarom houdt Hetena, om wie het attemaat begonnen is, een handcamera bij zich. Het individu hoeft zich niet ondergeschikt te maken aan een camera op een statief. In een organische houding vatten technisch instrument en individu samen. De registratie heeft het statuut van een mensetijke getuigenis, zoats bijvoorbeetd ook een videodagboek dat zou zijn. Deze keer doet het defect zich voor ats ‘sneeuw’ op een tv-scherm. Het tijkt haast beschamend om in zoveet privé-teed door te dringen. In dit taatste deet dringt zich nog een vormetement aan de aandacht op, dat voordien haast onopgemerkt voorbijgegaan was. Bij de apotheose erkent Ktytaemnestra haar Trojaanse bondgenotes in het teed, en vertost hen bij wijze van mededogen uit hun tijden. Het wordt een ritueet moment waarin ze stachtoffer na stachtoffer maakt. Tetkens raspt ze daarbij met haar zwaard over een teget met getuidsversterking. Etke keer begint, als een vormetijk memoriaat, een verticate neonstaaf te lef SpincemaiLte (1976) haade zijn master in filosofie aan de universiteit van Leuven. Hij studeerde jazz, moderne muziek en muziek en technologie aan de L’ aula de musica in Barcelona. Hij ontwerpt video en scenografle voor de programma’s van Behoud de Begeerte. Naast decors en video maakt lef Spincemaille ook muziek en multi-media installaties waarin de toeschouwer steeds een centrale rot wordt toebedeeld. Zoals een acteur op een fltmscène, speelt en ontdekt de toeschouwer een voorgeschreven actie. Hij realiseerde ontangs de muziek voor de Romeinse tragedies van Ivo Van Hove i.s.m. Eric Sleichim (Blindman), en maakte de videoscutptuur Bauraum. Tim Van Steenbergen lanceerde in 2002 zijn eerste eigen collectie in Parijs. Intussen verkoopt hij het tabel Tim Van Steenbergen in talrijke exclusieve boetieks over de hete wereld. Zijn stijl evolueert in geraffineerde puurheid, vrouwelijke etegantie en draagbaarheid. Zijn installatie Stilis was te zien op de Biënnale van Venetië in 2003. In 2004 begaf lim Van Steenbergen zich in de theaterwereld met het ontwerpen van kostuums voor de opera Hanjo, in een regie van Anne leresa De Keersmaecker. In 2006 ontwierp hij de kostuums voor Un soir d’unjour voor Rosas/De Munt en werkte hij samen met Guy Cassiers aan Hersenschimmen van het ro theater.
Antropa
branden. Terugdenkend herinnert de toeschouwer zich dat in deet twee de ophangtouwen van de instattatie ook regetmatig ftuoresceerden. Waarmee de samenhang tussen deet twee en drie eens te meer bekrachtigd wordt. Inhoudelijk tigt het voor de hand de deten twee en drie met etkaar in verband te brengen. Het perfecte tegendeet van de agressor, de focus van deet twee, is nametijk het stachtoffer in deet drie. Vormetijk zijn er eveneens opzichtige verwantschappen, at is het maar omdat dezetfde decoretementen (ptavuizen), visuete herhatingen (de verticate tichtstreken) en de tendens van de kostumering (steeds voornamer) zich doorzetten. De triptiek van de macht vertoont een cesuur; ondanks enkete bindende etementen is er votdoende vormetijke eigenheid om etk deet een eigen cachet te geven. Foto’s Koen Broos
•
Marc Warning begon als acteur en ontwerper bij het Onafhankelijk Toneel in Rotterdam en werkte er met Jan Joris Lamers en Gerrit Timmers. Hij ontwierp veel decors voor Theatergroep Carrousel van regisseuse Matin van Veldhuizen. In 1990 ontving hij de Charlotte Köhler prijs en hij maakt als grafisch vormgever affiches en ander drukwerk voor vele theatergezelschappen. Na Ratjoch (1998) begon dejarenlange samenwerking tussen Warning en Cassiers bij het ro theater en ontwierp hij de decors voor De Steutet, Anno Karenina, Kasimir en Karotin, De Wespenfabriek, La Grande Suite, The Woman Who Watked Inta Doors, Praust 1,2,3,4 en Hersenschimmen. Sinds 2001 is Warning opnieuw freelancer en werkt hij ook met Johan Simons (Vrijdag, Richard de Derde, Foe) en Gerardjan Rijnders (Snaren, Keetje, Beroerd, Het Bezoek, Offertodum). Kortgeleden ging Een TotaLe Entführung in een regie van Ramsey Nasr (Muziektheater Transparant) in première. In het verschiet liggen Tragedie (Gerardjan Rijnders Toneelgroep Amsterdam), De Groot (Johan Simons NT Gent) en Snow White (Marcet Sijm Nationale Reisopera). —
—
—
PROSCENIUM: EN VERLOS ONS VAN HET KWAAD 77
h
--- --
Armstrong
• •
AMPCO BELGIUM Aijdic Solutioni. w
ASL Intercom Audïo-Technica Crest
-
.
1
DaD Damage Control
RBum
•u
.m
Ï
-
-
-
-
-
Digldeslgn Furman Martin Audio
Paskiare oplossingen voor elk project Advies, ontwikkeling en realisatie Technische ondersteuning en opvolging Bekabeling Akoestische studie
Motu Multismart Peavey Powsrsoft
Quested Radial
Renkus-Heinz Roland Taiden Timax Variphone Vieta
1
Wisycom XTA
* Hoek 76, unit 301, 2850 Boom 7. 031844.67.97 F: O3/84467.46 ampcobe * Projecten en theaters: steven.kemIandampcobeIgiumbe stevenbontinckampcobeIgium.be *
.
-
1
III
iii
E. E
-
.
:;
-
=.
TTAS studiebureau voor theatertechnieken
h:: ::v4IItmIyÂd, 1
g
;
£i.
.
1
‘
Blekerijstraat 87, 9000 Gent Tel. 32 (0)9 233 79 30 Fax. 32 (0)9 224 75 31 E-mail info@ttas.be internet www.ttas.be -
-
.-
-
#;E —-
It
1
‘‘r
---
.
------
•:-::
-
..
0
w> Computergestuurde trekken Elektrische trekken Bruggen en beweegbare bpggen.. Lieren Maeau Heftafels Orkestbakheffers -‘
Roden Staal Hundelgemsesteenwesg 578A, 9820 MERELBEKE T:09231 3929 F:09231 3959 info@rodenstaal.be www.rodenstaal.be
RODEN
STAAL
0 0 c.)
IEN JAAR OPLEIDING PODIUMTECHNIEK RITS CHRIS VAN GOETHEM
In 1997 introduceerde Ivo Kersmaekers me in de afdeLing AudiovisueLe Assistentie van het RuS. Het vak “ToneeLmeesterij” was op dat moment de enige reguLiere studiemogeLijkheid voor toekomstige technici. We kwamen aL sneL tot de concLusie dat de opLeiding te veeL gericht was op teLevisie en te weinig op podiumkunsten. Marnix Verduyn, het toenmaLige depar tementshoofd, en Tia Mereci, het vakhoofd Audiovisuete Assistentie, vonden het een goed initiatief om te starten met een voLwaardige opLeiding podiumtechniek. De eerste stap was gezet. In oktober 1999 startte de eerste Lichting podiumtech nici op het RITS. Het eerste jaar was op zijn zachtst gezegd een “pioniersjaar”. Samen met de opLeiding Dramatische Kunst Regie (die uit een kraakpand kwamen) en de acteursopLeiding (die van het Conservatorium Brusset kwamen) namen we de Bottetarij in. Er was niets: geen stoeLen, tafeLs of schooLgerief, maar het was een unieke ervaring. Het was een schooL in een Locatieproject. Het programma probeerde “the best of both wor[ds” te combineren. Enerzijds vertrok het uit de traditie van teren op de werkvLoer, waar aLLe Lesgevers in waren opgegroeid, en anderzijds werd er een behoorLijke brok basiskennis aan toegevoegd die de nieuwbakken technici een “fond” moest geven. De meeste Lesgevers kwamen uit de theaterpraktijk en hadden geen ervaring met schootsystemen. De opLeiding was dan ook georganiseerd aLs een gezeLschap. Iedereen werkte mee, iedereen richtte mee Lokaten in, onderhieLd het gebouw en draaide voorsteLLingen. Dat dit niet aLtijd vLekkeLoos verLiep, zaL weL duideLijk zijn. Regetmatig botsten de verschiLLende cuLturen. De regisseurs gingen er met hun “kraakcuLtuur” van uit dat aLtes wat niet structureeL bij het gebouw hoorde, gesLoopt kon worden om er voorsteLLingen mee te maken. Verder witden ze atLeen voetticht, ze hadden immers nooit een statief gehad. De speLers stonden regeLmatig een beetje beduusd te kijken bij zoveeL ongestructureerd geweLd. En de technici? WeL, die deden wat technici doen: een beetje zeuren en dan de probLemen opLossen. Ze sLeepten zeteLs aan van het “groot vuiL” in MoLenbeek, een 1V van bij hun grootmoeder, potten en pannen,... Zo werd de grote fabrieksruimte tangzaam maar zeker een opteidingsptaats. Er is ondertussen veeL veranderd. De opLeiding gaat nu zijn tiende jaar in en dat moet gevierd worden. Omdat eigen Lof stinkt, vroegen we een aantaL oud-studenten om een reactie, voor een enkete keer zonder commentaar of quotering.
Wat heb je na je afstuderen aLLemaaL gedaan, waar werk je nu? Vicky: ik ben gaan freetancen as productieteider en zakeLijk eider bij verschifiende vzw’s. Ik heb enkeLe jaren haftijds in STUK gewerkt as directieassistent en heb bij Sabbatinni de opeiding Productieassistent mee opgestart. Sinds januari 2007 werk ik vast bij CREW vzw as productieeider en dageLijks eider. KareL: Ik ben onmiddetijk na het RITS as technicus in kunstencentrum Nieuwpoorttheater begonnen. Deze job combineerde ik toen nog met freetancen voor o.m. Cirq vzw, Vooruit, Theater aan zee, Eand Nieuwe stijL en fABULEUS. M gauw werd ik technisch coördinator in Nieuwpoorttheater. Daar werkte ik hoofdzakeLijk samen met Benjamin Verdonck, De unie der zorgetozen, Ceremonia, Abattoir fermee, Union Suspecte,. Sinds 1 januari ben ik productieteider in kunstencentrum CAMPO in Gent. GaLina: Ik heb na de opeiding een tijdje gefreetanced, zoweL as technicus aLs deeL van een productie team. Ik werkte mee aan verschillende festivas waaronder Theater aan zee en VTM Live. Nu vog ik een postgraduaat stagemanagement in Cardiff, UK. Veerte: Ik studeerde af in 2002, het eerste jaar. Wij waren de proefkonijntjes, zeg ik aLtijd. Een paar maanden Later ben ik gestart aLs zeLfstandig freeLance technicus. MeestaL werkte ik voor Licht en geLuid-firma’s: SoundfieLd, JDM, Stageteam, over naar ALC, Demon (Beat&Sound), ASP en de Laatstejaren hoofdzakeLijk voor EML. Door de jaren heen ben ik van sound-tech heLemaaL overgestapt naar Licht-tech, dat had ik in het begin echt niet gedacht! Het gebeurt nu nog zeLden dat ik een kLank-job aanneem. MeestaL ben ik nu Lampie, dimmerman, of rigger-tech, dus je ziet me ook voortdurend (ja ja beveiLigd!) door en onder de trussen kruipen, of in het dak. In de Loop derjaren werden het ook veeL grotere en meer spectacuLaire jobs. En ik zeLf ben ook aL Lang niet meer zo stiL & voorzichtig aLs in het begin. Vanaf mijn eerste werkjaar werd ik opgepikt door TheatergezeLschap ..
De Tijd. Zij waren op zoek naar een technicus om mee te toeren, en ze kenden mij van in mijn stagetijd in het CC van AaLst. Ook nu nog ga ik eLk seizoen mee op tournee voor één, twee of drie producties. Daarnaast heb ik een aantaL rock and roLL-tours achter de rug, Night of the Proms, vorig jaar ook met een Indische dansmusicaL (Bharati), en in september staat er terug een korte tournee in Spanje te wachten. Pieter: VLak na mijn studies heb ik eerst het Landschap wat verkend bij o.a. Bronks, LOD, Nu werk ik vast voor Laika (Antwerpen) bij de productie en het technisch team. JeLLe: Direct na mijn opLeiding deed ik een project voor Bronks jeugdtheater, Daarnaast was ik aLs freeLancer aan het werk bij verschiLLende gezeLschappen. De Laatste drie en een haLf jaar werkte ik voor TroubLeyn/Jan Fabre, voornameLijk buitenLandse tournees. Nu werk ik sinds vier maanden voor Barndoor aLs verkoper / technische ondersteuning. Bert: Ik reisde voor Studio Orka met ‘Mijnheer PorseLein” en “Lava, . . .
1 Vicky Vermoezen
Veerte Nijs
PROSCENIUM: TIEN JAAR OPLEIDING PODIUMTECHNIEK RITS 19
o
een bodemonderzoek” in combinatie met techniek bij Kc nOna. Tussendoor werkte ik aLs backiner, wat ik in de jaren ervoor al in de zomer deed. Verder startte ik mijn eigen atelier voor reparatie van gitaar- en basversterkers en de bouw van gitaareffecten. Ik deed ook nog de belichting voor een kleine productie bij Danscentrum Jette en freelance werk bij CC Ier Dilft en KC Campo. Zowel in 2007 als 2008 was ik bij Theater Aan Zee te vinden als technicus. Thomas: Onmiddellijk na het afstuderen ben ik als freetancer binnen het kindertheater aan de slag gegaan. Ik werkte bij zowel de kleinere gezelschappen zoals Scharlaekendak als bij de grotere zoals Bronks en de Kopergietery. Sinds dit seizoen werk ik vast bij Braakland/Zhe Bilding, niet omdat ik het freelancen of het kindertheater beu was, maar om dichter bij mijn passie, de muziek, te staan. Jan: Ik ben me na mijn studies meer gaan bezig houden met kunst in een bredere context; de sociale relevantie van kunst, centrum- en periferieden ken in de kunstwereld, en hetbegrijpen van artistieke expressie als een taaldie nog watte vertellen heeft, naast de populaire media, Eurocentrische white-cube kunst en de geglobaliseerde netwerken van instituten en kunstmarkten. Na mijn studies ben ik meteen naar het Midden-Oosten vertrokken, waar ik tijdens mijn studies heel kort kennis gemaakt heb met enkele theatermakers en critici. Tijdens mijn verblijf in de regio werkte ik aan verschillende projecten; zowelin houdelijk, tech nisch als organisatorisch; workshops, artikels, documentaires. Ik richtte me daarbij meer en meer op potentiëlen van stedelijke omgevingen en individuele expressie, het ( niet) bestaan van netwerken en platforms en de mogelijkheden tot samenwerken in een strikt geregulariseerde maatschappij als Syrië. Daarbij ben ik heel wat mensen tegengekomen die met dezelfde problematiek bezig zijn of beter ermee geconfronteerd worden. Zo ging ik in 2007 een samenwerking aan met NewYorkRioTokyo e.V (Berlijn), Al Makan (Damascus) en PAIN vzw (Brussel) om het project Reloading Images Damascus te organiseren. Momenteel werk ik vanuit Beiroet als projectcoördinator voor Reloading Images Damascus. Dat is een artistiek onderzoeksproject met negen Syrische en negen buitenlandsejonge kunstenaars en denkers/theoretici die samenwerken rond thema’s als kunst en sociale relevantie, beeld en verbeelding, de stedelijke ruimte als onderbewust systeem en kunst, xenophobie en exotica. Het project tracht een platform op te richten voor dit soort collaboratieve projecten, dat, vooral in Syrië, nieuwe mogelijkheden schept voor jonge kunstenaars die buiten de officiële en geïnstitutionaliseerde netwerken willen opereren. De deelnemers werken in alle vrijheid, en hebben zelf een budget om kunstenaars naar Damascus uit te nodigen voor lezingen, workshops en presentaties. Het project duurt twaalf maanden en zal resulteren in twee publicaties en een drie weken durende workshop in Damascus in oktober van dit jaar. In september begin ik aan mijn mastercursus Photography and Urban Cultures, een sociologieprogramma dat stedelijke cultuur onderzoekt aan de hand van haar fotografische representatie. . .
-
Karet Cteminck
-
Pieter Smet
PROSCENIUM2 TIEN JAAR OPLEIDING PODIUMTECHNIEK RITS
Wat is de ervaring uit de opteiding die je het meest is bijgebLeven? Waar heb je nu het meeste nut van? Hoe kijk je terug op de opLeiding? Vicky: De vrijheid die ik kreeg om mezelf te gaan ontdekken, dan uitzoeken waar ik de meeste interesse in had en in welke discipline’ ik me het beste voelde. De opleiding was een goede voorbereiding voor de realiteit. Ik heb er geleerd mezelf op de hoogte te houden van nieuwigheden en wetgeving op vlak van administratie en boekhouding. Als productieleider heb ik een goede basis gehad op technisch vlak, dit heeft alleen nog maar zijn voordelen gehad. KareL: De enorme veelheid en verscheidenheid aan mensen waar we oefeningen mee deden, is voor mij de belangrijkste ervaring die ik meekreeg. Stef De Paepe, Marijs Boutogne, Anna Vercammen, Ruud Gielens, .WAV,. Het zijn allemaal heel verschillende mensen en projecten, waar je telkens anders mee om moet gaan. Met vallen en opstaan denk ik zo geleerd te hebben wat technische ondersteuning allemaal kan betekenen. GaLina: Ik denk dat een opleiding is wat je er zelf van maakt en zeker met zo’n jonge opleiding als deze. Wat op het RITS gegeven wordt is een schitterende basis om, met het nodige enthousiasme, verder op te bouwen op eigen initiatief. Ik denk dat gepoogd wordt de studenten met zoveel mogelijk verschillende disciplines en aspecten van de sector in contact te brengen en dat ze hierin ook slagen. VeerLe: Het meeste nut had ik uiteindelijk van het laatste jaar, dat bij ons bijna integraal stage-tijd was. Daarin heb ik werkervaring opgedaan en contacten gelegd met de branche, zodat ik daarna als freelancer kon beginnen. In het begin was het nog redelijk rustig, maar van de ene job komt de andere, en al snel werd mijn agenda goed gevuld. Ik heb ook mijn plan leren trekken en ik werd er een stuk zelfzekerder. Wat me het meeste is bijgebleven, is hoe we in de Bottelarij ons materiaal bij elkaar sprokkelden. Wij waren het eerste jaar en er was letterlijk niets, we sleepten zowel zetels, tafels en stoelen, als lampen en boxen aan. Langzaam maar zeker kwamen steeds meer dingen in orde (zoals het afwerken van de studio’s). Pieter: De belangrijkste ervaring binnen de opleiding was voor mij het ontdekken van de sector. Er goed mee leren omgaan, samen met een team collega’s-vrienden. Allemaal punten die terugkomen in de praktische uren en de stageperiodes. Daarnaast blijken de theoretische vakken ook wel hun nut te hebben als leidraad en hulp bij het onderzoek datje voert tijdens maken van theater. Of anders gezegd: ‘Het is fijn te weten hoe de lamp brandt...” JeLLe: De vrijheid, het aanspreken van de eigen creativiteit. Weten dat het niet louter gaat om hoe een lamp in elkaar zit, maar vooral waar en waarom ze ergens naartoe schijnt. De vele overschrijdende projecten met DK en het samen werken met meerdere regisseurs zowel binnen als buiten de bottelarijmuren. Door het feit dat er in de opleiding weinig budget was voor producties was je constant op zoek naar goede maar goedkope oplossingen. Wat in de praktijk niet onbelangrijk bleek te ..
..
Jette Moerman
Jan Ackenhausen
zijn. Ik kijk met vee p’ezier terug naar de opLeiding. Zeker door het zeer verscheiden aanbod, bLijkt wet dat je over ates we iets weet, maar niet specifiek over eLke richting. Dit kon je we opvangen door je tijdens de op’eiding op een bepaaWe discipLine te concentreren. Bert: Absouut het beLangrijkste voor mij waren de praktijkprojecten, zowe die binnen de Bottearij as die daar buiten. Je kan zo ongeofetijk vee op korte tijd Leren en ervaring opdoen. Ook de vrij uitgebreide technische en theoretische kennis die je opdoet, komt van pas op de werkvLoer. Ik ben natuurLijk nog niet zo Lang afgestudeerd maar ik heb nu aL spijt dat ik niet nog meer kansen gegrepen heb om aan meer projecten te werken tijdens de opLeiding. ALs student heb je zoveeL mogeLijkheden en vrijheid. Dat is Luxe. En er komen eLkjaar nieuwe Lessen, verbeterde omstandigheden... daar had ik gerust nog wat van wiLLen meepikken. Thomas: In de opLeiding heb ik vooraL geLeerd mijn pLan te trekken. Ik Leerde dat je met beperkte middeLen het (schijnbaar) onmogeLijke toch nog waar kon maken. Na mijn opLeiding Leerde ik aL sneL dat het in het Theater, hoe groot het gezeLschap ook is, het aLtijd een beetje knutseLen bLijft. Ik denk dat ik mede door de opLeiding actiever (en misschien ook creatiever) naar een opLossing zaL gaan zoeken. Jan: Ik denk dat de beLangrijkste ervaringen vooraL uit de stageperiodes komen. Daar krijg je de mogeLijkheid een beetje uit te kijken naar wat je precies wiL doen. Ik weet nu niet hoe de opLeiding geëvoLueerd is, maar destijds was het een zeer ‘schooLs” systeem, wat zeker zijn nut heeft, maar ook erg betutteLend kan zijn. Wat me misschien ook erg is bijgebLeven is het feit dat aLs je kan argumenteren waarom je iets wiL doen, dat dit ook weL mogeLijk is. Dat is het voordeeL van een kLeine opLeiding; die is fLexibeLer. Wat zijn de betangrijkste eigenschappen die een afgestudeerde podiumtechnicus moet hebben? WeLke richting moet de opLeiding uit? Waar moet nog meer aandacht aan besteed worden? Vicky: ik ben niet aLs technicus gaan werken en weet niet wat de studenten nu op vLak van productie krijgen. In mijn jaar Leerden we dit vooraL uit de eindwerken waar we aan mee moesten werken en de refLecties van de docenten. WeL heb ik ondervonden dat er soms heeL ‘straffe’gasten uit de opLeiding komen. Maar ik vraag mij weL af of drie jaar niet te kort is om goeie technici op te Leren. Ik weet niet juist waar de opLeiding nu staat, maar praktijk kan je nooit genoeg krijgen! Karel: VoLgens mij moet iemand met een dipLoma podiumtechnieken over twee heet beLangrijke troeven beschikken. Kennis en ervaring. Ervaring door veeL, goed begeLeide, oefeningen te doen, zoweL binnen het rits, aLs in de sector zeLf. Dit zoveeL mogeLijk gedifferentieerd binnen de verschiLLende vakdiscipLines. Maar voLgens mij moet een student ook de theatergeschiedenis kennen, weten hoe een geLuidsgoLf zich gedraagt, de krachtenontwikkeLing in een bridLehoek kunnen berekenen, subtractieve kLeurenmenging kunnen toepassen, en weten waar je weLke wetgeving terugvindt. Dat is misschien veeL, maar Laat
Thomas Verachtert
Gatina 5ets
dat de uitdaging zijn. GaLina: FLexibiliteit, enthousiasme en Liefde voor de job. Het is en bLijft een ‘speciaaL wereLdje” maar ik denk dat aLs je aLs student podiumtechnieken openstaat voor aLLes wat er op je afkomt je heeL veeL kan Leren uit deze opleiding. ZoweL technische aLs artistieke aspecten worden aangehaaLd tijdens de opLeiding zodat deze een (toch behoorlijk) voLLedig programma aanbiedt. Misschien zijn drie jaar niet voLdoende om iemand te doen uitbLinken in iets en zou er een vierde jaar moeten worden georganiseerd. Veerte: Communiceren. Niet bang zijn om te Laten horen hoe het zit. Omdatje zo nauw samenwerkt metje coLLega’s, en omdatje van mekaar afhankeLijk bent. Het werkt veeL efficiënter en vLotter aLs je duideLijk kan verteLLen hoe je iets wiL aanpakken, En wat er weL gaat Lukken voorjou, en wat niet. De opLeiding duwdeje richting theater, ik denk dat er net aLs ik nog weL veeL studenten zijn die uiteindeLijk eerder in de “Rock and RoLL” terecht komen, en wiLLen komen. Wat ook echt beLangrijk is: praktische eLektriciteitsLeer. Maar ik vermoed dat dit ondertussen weL degeLijk meer in de opLeiding verwerkt zit. Pieter: Inzicht, efficiëntie en zorg in het werk zijn uiterst beLangrijk! Wanneer dit samengaat met een persoon die enthousiast is, goed kan samenwerken en er nadien over kan napraten met een frisse pint, dan denk ik dat we er een gedroomde coLLega bij hebben. De opLeidingis aLvergevorderd sindsikzeverLiet. Uitgoede bron weetik dat ervoortdurend gezocht wordt naar betere Lesgevers, andere benaderingen van vakken, goed opvoLgen van de studenten. Ik heb hetvoLste vertrouwen dat dit de goede richting bLijft uitgaan. Doe dus maar verder JeLLe: FLexibiLiteit, passie, ervaring, gevoeL voor theater. Wij zijn geen techneuten, wij maken deeL uit van het creatieve proces met behuLp van onze technische kennis bouwen mee aan een voorsteLLing. De opLeiding moet proberen zo dicht mogeLijk te staan bij het werkveLd, niet aLLeen door stages, maar ook door intensieve samenwerking met onder meer fabrikanten, theaterhuizen enz. Verder denk ik dat het goed zou zijn om meer aandacht te besteden aan het voLLedige videogebeuren. En een paar fiLms, montagebLokken... in de opLeiding te steken. Bert: Een afgestudeerd podiumtechnicus moet voor mij geen techneut zijn. Theorie is overaL zeer sneL te vinden. Het beLangrijkste is voLgens mij een goede basiskennis, een gezonde portie werkLust en een passie voor wat je doet. ZoaLs KareL aL zei: eLders kan je meer geLd verdienen en nog binnen de kantooruren ook... Thomas: Een technicus bLijft iemand die een ruime technische kennis moet hebben. Of je Later nu Licht, geLuid, rigging of iets anders wiL gaan doen, is het beLangrijk datje kan meedenken metje coLLega’s. Ik vind de basiskennis van de opLeiding voLdoende, maar vind het jammer dat je je niet kan verdiepen in een bepaaLd onderwerp. Het zou mooi zijn dat je er echt voor kan kiezen om je in Lichtcreaties,
Bert Van Dijck
PROSCENIUM: TIEN JAAR OPLEIDING PODIUMTECHNIEK RITS 27
Riggng
Stage engineering
Seats, stage curtains
Lîghting
Audio 1 Sound
Security
Training
Service providers
Regïster on line
InternationaI Techniqal Show for
scenic12equipment edïtion ( CANDELA LIGHT TECHNOLOGY ‘%•_
www.jtse1fr
technisch richt of geWid te gaan speciaUseren. Voor mij mag de opleiding ook nog meer praktijkgericht zijn. Ik vind het goed dat je vakken krijgt zoals dramaturgie, fysica en theatergeschiedenis. Alleen verbaast het mij soms hoe laag het technisch niveau van sommige afgestudeerden is. Zij beschikken wel over een verstandelijke technische kennis, want ze slagen wel voor het technische examen van de gemeenten, maar kunnen deze vaak niet praktisch uitvoeren. Dit uit zich dan ook tijdens opbouwen die technisch zeer moeizaam verlopen. Jan: Ik denk dat het vandaag belangrijk is dat men een beetje meer over de grenzen heen kijkt. Dat is natuurlijk een individuele keuze, maar ook praktisch is dit erg belangrijk: we wonen en werken niet meer in België, we doen dat in Europa... en dan kom je al gauw voor verrassingen te staan. Ik denk dat het zeker aangemoedigd moet worden om stages in het buitenland te doen; dat er samenwerking met buitenlandse scholen moet worden georganiseerd, en dat de opleiding zelf zich een beetje verrijkt door verder te kijken dan enkel theater. Podiumkunsten is geen eilandje, je staat daar met enkele honderden jaren kunstgeschiedenis op de planken, en die is het wel waard even te belichten. Ik vond destijds dat de opleiding een beetje een beperkte blik wierp op de dingen; weinig context. Natuurlijk kan je niet alles in een opleiding proppen, maar er zouden wat meer aanzetten mogen zijn, aanzetten die je pushen om eens om de hoek te kijken. Een goede raad voor toekomstige en huidige studenten? Vicky: Weet waarje aan begint, denk niet dat zeje blaasjes wijsmaken bij de oriëntatieproef, het is een hard vak. Maar eens je er passie voor hebt, wilje in geen andere sector meer werken KareL: Als passie, kunde en gedrevenheid de basis zijn van je werk, dan wachtje een mooie toekomst. In alle andere gevallen kan je meer geld verdienen in een andere sector. GaLina: Wees alert en sta open voor alle kansen die op je pad komen, er zitten er zeker mooie bij! Eens je je hart verliest aan de podiumsector
Vicky Vermoezen studeerde in 2002 afen freelancte enkelejaren als productieleider en/of zakelijk leider, ondermeer bij HushHushHush, Action Malaise vzw, Buelens Paulina vzw, Bâtard festival, STUK, Sabbatinni. Ze werkt sinds januari 2007 vast bij CREW vzw als productielleider en dagelijks leider. Veerle Nijs studeerde af in 2002 en begon als zelfstandige te freelancen. Ze werkte voor o.a. Soundfield, JDM, Stageteam, ALC, Demon (Beat&Sound), ASP en EML. Daarnaast ging ze op tournee met Theatergezelschap De Tijd, Night of the Proms, en een Indische dansmusical (Bharati).
witje nergens anders meer werken. VeerLe: Jobkes gaan doen, overal waarje maar kunt. Jette: Theater is geen 9 to 5 job en podiumtechnieken is niet weten ‘hoe’ men een lamp moet indraaien, maar ‘waarom Bert: Maak je eigen opleiding. Er word zeer veel aangereikt, maar daar doe je zelf mee wat je wil. Je vult dat zelf aan. Het kan een relatief makkelijke drie jaar zijn of een uitdaging. Ik raad de tweede optie aan. Stuurje opleiding in de richting dieje nadien wil uit gaan en legje eigen accenten. En werk al zoveel mogelijk in de sector tijdens de opleiding. Thomas: Doe wat je graag doet! Binnen de sector is er een grote flexibiliteit. Hou je dromen niet voor jezelf. Praat met je collega’s over wat je echt wil en de kans is groot dat je langzamerhand je droomjob kan gaan doen. Jan: Ik denk dat iedereen zijn kans moet wagen te gaan waar ie gefascineerd door is. Zoals gezegd, dat is het goede aan een kleine opleiding, je kan er met de mensen praten, en als je weet wat je wil kan je dat ook geregeld krijgen. Natuurlijk is het altijd anders als je terugkijkt op je studie dan als je er zelf voorstaat... Iets anders dat je kwijt wit? Thomas: Hoewel ik vaak sceptisch was over de opleiding, ben ik toch heel blij dat ik deze gevolgd heb. Vicky: Wanneer is die feestelijke bijeenkomst? Karet: Ik wil ook wel weten waneer het feestje gepland is. Gatina: Een feestje? Wil ik ook wel bij zijn. Pieter: Leuk idee! Hou me op de hoogte! Jetle: Wanneer is dat feestje ik heb nu al dorst. Bert: Quote Karel Clemminck”
( Na zoveel enthousiasme komt er natuurlijk een feestje, ergens in de tweede helftvan het jaar)
. gezelschap op “De verenigde Planeten’ waar hij zorgt voor lichtontwerp en scenografie. www.verenigdeplanten.be Momenteel aan het werk bij Barndoor Belgie. Jan Ackenhausen studeerde af in 2005. Hij trok naar het MiddenOosten en werkte zowel inhoudelijk, technisch als organisatorisch aan verschillende projecten, workshops, artikels, documentaires... In september begint hij aan een masteropleiding Photography and Urban Cultures.
Karel Cleminck is in 2003 afgestudeerd en ging vervolgens in kunstencentrum Nieuwpoorttheater aan de slag als technisch coördinator. Hij is momenteel productieleider voor kc Campo.
Thomas Verachtert studeerde af in 2005. Na de opleiding ging hij als freelancer aan de slag in het jeugdtheater. Hij werkte ondermeer bij Aqua, De Kopergietery, Bronks en Scharleakendak. Nu is hij vast verbonden aan Braakland/Zhe Bilding die muziektheater maken voor zowel jong als oud.
Pieter Smet studeerde af in 2004, na een korte verkenning bij o.a. Bronks en LOD, werkt hij nu voor Laika in het productioneel en tech nisch team. Hij heeft al een dochter en het tweede kindje is op komst voor eind augustus. (En hij is dus uiteraard aan het bouwen).
Galina Sels studeerde in 2007 af en ging het jaar daarop een postgraduaat stagemanagement aan het RWCMD in Cardiff volgen. Ze doet momenteel stage bij EML en Piet Winten en wil nadien freelance aan de slag te gaan.
Jelle Moerman, afgestudeerd in 2004 werkte als freelancer voor Bronks, abatoir fermé, swan lake, en werkte drie en een halfjaar voor Troubleyn/]an Fabre en bij verschillende verhuurbedrijven. Verder startte hij in 2006 samen met een paar gelijkgestemden een theater-
Bert Van Dijck is afgestudeerd in 2007 en werkt naast zijn reparatie atelier en freelance werk voornamelijk voor Kc nOna, Studio Orka, Kick Artist Service en Theater Aan Zee. Volgend seizoen is nog wat mistig maar daar komt wel verandering in.
PROSCENIUM: TIEN JAAR OPLEIDING PODIUMTECHNIEK RITS 23
EN WERELD VAN VERSCHIL
E
OISTAT EDUCOM OISTAT HISTORY AND THEORY COMMISSION, HELSINKI 200$ JAN STRICKX
Van 5 tot 9 juni vond in het Finse Hetsinki de jaarLijkse meeting pLaats van EduCom (Education Commission van OISTAT). Gastheer en moderator van de discussies was Markku Aimonen, departementshoofd van het VÂS, het “Departement of Lighting and Sound Design of the Theatre Academy of FinLand, eveneens de tocatie van de bijeenkomst. Enke’e dagen voor de aanvang van de meeting ging ik op verkenning in de omgeving. Wat mij a dadelijk opvieL, en dat was ook a het gevat bij de vorige meeting in Vancouver (Canada) vorig jaar, is de netheid van de steden. In beide gevaten is de reden eenvoudig. Op de wegwerpverpakkingen staat statiegeW: 0,20 voor een bhkje en 0,15 voor een pastic flesje. Minder gegoeden schuimen dan ook de straten, parken en vuitbakken af om met gevutde zakken richting grootwarenhuizen te trekken waar hun buit cash verzitverd wordt. In Canada zijn er zetfs warenhuizen waar de”dochards” tockers ter beschikking krijgen om hun schamete bezittingen in op te bergen, een zithoekje waar zij zich tijdens de koudere perioden even kunnen opwarmen en een winketwagentje met extra grote ptastic zakken. Zo tost men voor een deet tegetijk het probteem van de bedetaars en werktozen op. Ook mijn visie over de “dure Scandinavische tanden” moet ik herzien. Tien jaar geteden, bij mijn taatste bezoek aan Noorwegen, was alles er votgens onze normen extreem duur. Nu was ik btij verrast dat de meeste prijzen zeer dicht bij die van ons tagen. Voor een “steak friet” betaat je tussen 13 en 18 euro, terwijt benzine en dieset even duur zijn ats bij ons en voeding soms zetfs goedkoper. Uitschieters btijven echter sterke drank en wijn, die atteen in de “Atko”-winkets verkrijgbaar zijn. Een warm wetkom Voor een junimaand tagen de temperaturen in Eintand extreem hoog: at dertig dagen geen regen en pieken tot ver in de 20°C. Lettertijk een warm wetkom! Druppetsgewijs vieten op donderdag 5 juni 2008 de vertegenwoordigers uit 25 tanden binnen in het hotet. Voor de eerste maat ook een vertegenwoordiger uit Oeganda en Austratië. Tijdens het wetkomstetentje begroette Pauta Tuovinen, rector van de theateracademie van Fintand, op een hartetijke, warme manier de tatrijke vertegenwoordigers. De theateracademie houdt er rekening mee dat kteine departementen in de toekomst zutten moeten samensmetten en men hoopt te kunnen samengaan met andere artistieke opleidingen. Van waar kennen we dat? De academie telt twaalf richtingen: Acteren in Fins en Zweeds, Regie, Dramaturgie, Licht- en ktankontwerp, Live Art and Performance Studies, Theaterpedagogie, NorMa (the Nordic Master), Dance, Choreografie en Danspedagogie... Michael Ramsaur, voorzitter van OISTAT Internationaal, begroette de twee aanwezige commissies en legde vervolgens de nadruk op het belang van Finland binnen OISTAT. Als een van de eerste aangesloten landen leverde Finland immers gedurende vete jaren de voorzitter van de EduCom: Maija Pekkanen. Onderzoek De eerste werkdag startte met een welkomstwoord van Reija Hirvikoski, voorzitster van het Finse Oistatcenter, en Markku Aimonen, departementshoofd van de ontvangende Theateracademie, waarna de respectievetijke voorzitters van de Educom en de History and Theory
24 PROSCENIUM: OISTATT EDUCOM
--
-
::—»z-
t—’ Inkompartij Studio
Commission, Marina Raytchinova en Kate Burnett, de doelstellingen van beide meetings uiteenzetten. Daarna kwamen er een aantal onderzoekers aan bod. Het ging zowel om docenten als doctoraatstudenten. Gezien de school is omgevormd tot een academische master in de kunsten, maakt onderzoek deel uit van de opleiding. Dit onderzoek moet er immers voor zorgen dat een opleiding gelijke tred houdt met het werkveld. Onze speciale aandacht ging uit naar de lezing van Tomi Humalisto (een voormalig RITS uitwisselingsstudent) die dit jaar als eerste zal doctoreren in het vakgebied lichtontwerp. Na de Bolognahervormingen is het in Finland mogelijk om in (en niet over) de kunsten te doctoreren. Het thema van de tweede dag handelde over “ReSEARCH: Design Performance Performing Design” en omval±e drie sessies. Sessie 1 Process: participatory, active and reflexive (Het proces / verloop: deelnemend, actief en wederkerend). Hier gaven drie Britten en een Mexicaanse hun visie en werkwijze in lezingen met de titels: Iteration and Exchange’ toncept, Context and Communication’ ‘Creating in Circles’ ‘Steel and wood’ Sessie 2 Media: orchestrated, intersecting and accidental (Middelen: georchestreerd, elkaar snijdend / overlappend en toevallig). Hier volgden drie lezingen met als titels: ‘Dreams and Visions’ ‘New Theory through practice’ ‘Absence and Unfolding’ Sessie 3 Place: imagined, virtual and materialized (Plaats: ingebeeld, virtueel —
en verstoff&ijkt). Met hier twee bijdragen, een uit Canada en een uit Nieuw Zeeand: ‘Crossing Over’ ‘Three amentations’ Op de Laatste dag raakten een aanta sprekers het thema “Vision or Skllts” aan. Wat is het beLangrijkste, een idee bedenken of het kunnen uitvoeren? Heer wat stof tot discussie. Maar uiteindeLijk moest men toch toegeven dat het ene niet zonder het andere kan, en dat wie ook van aanpakken weet beter de reaUteit en de reaiseerbaarheid van het eindresuftaat kan inschatten. Met andere woorden; de eeuwige discussie tussen het artistieke en het technische Luik van een evenement. Het is daarbij de bedoeLing dat (een aantaL) teksten uit de Lezingen Later worden uitgegeven. -
-
Business meeting Tijdens dit congres hieLden de beide commissies van OISTAT gezamenLijk of afzonderLijk een aantaL “Business meetings’ Op de eerste werkvergadering werden naast een intro en goedkeuring van de agenda een aantaL beLangrijke punten behandeLd. VermeLden we het versLag van de voorbije PO/Scenofest 2007, het versLag van de vergadering in Vancouver 2007, Oistat news, het Ghost FestivaL in Taiwan, de voorbereiding van de voLgende PO/Scenofest 2011 en de verkiezing van een nieuwe voorzit(s)ter. Theatre Words Ook komt er een nieuwe digitaLe versie van “Theatre Words’ Jerôme MaeckeLbergh, bezieLer van dit project gaf een spetterende presentatie die zeLfs de Chinese, Japanse en Taiwanese deLegatieLeden kon bekoren. Deze digitaLe versie zou kunnen geLinkt worden aan de websites van de LocaLe OISTAT-centra. Meeting Educom Vancouver 2007 en Scenofest 2007 De meeting in Vancouver 2007 kwam er aL sneL na de P0 en Scenofest 2007. Er waren dan ook sLechts een beperkt aantaL deLegatieLeden aanwezig, waarvan de meesten niet betrokken waren bij Scenofest 2007. In Vancouver napraten over Scenofest was dus onmogeLijk. Een kort versLag werd dan ook op deze meeting onder woorden gebracht door de aLgemene en artistieke coördinator Sean CrowLey, technisch coördinator Jan Evans en ICT & communicatie coördinator Chris Van Goethem. Scenofest 2007 was het onmogeLijke mogeLijk maken. Een uitgebreid versLag van drie jaar werk weergeven in de toegemeten vijftien minuten was een haast even onmogeLijke taak. Misschien toch een paar cijfers: 200 vnjwiltigers/ 5000 studenten/ 68 landen/ ongeveer 70 pubtïeke voorstellingen en presentaties/ ongeveer 70 workshops/ 1200 aanwezigen bij de workshops/ 50 tezingen, waarbij inbegrepen top 10 voordrachten/ 150 entrees voor de Birds Exhibition met 40 standhouders. 250 entrees voor de Architect exhibition met 40 standhouders. Marina dankte de pLoeg voor de grote inzet, en ook de aanwezigen drukten hun appreciatie uit voor de taLrijke “actieve vrijwiLLigers en studenten” die dit aLLes mogeLijk maakten. De activiteiten in de centraLe haL waren een schot in de roos! EQL Scenofest 2011 Op de voLgende P0 in 2011 zou Scenofest niet meer over de centraLe haL kunnen beschikken. Over weLke Locaties dan weL, bLijft nog een vraagteken! Was Scenofest 2007 en het werk van de studenten te goed? Hadden de organisatoren van de P0 en de professioneLen schrik in de verdrukking te komen? Moest Scenofest weg, uit het zicht van Dat waren aLthans de vragen van een aantaL aanwezige deeLnemers! Na een nachteLijke na-vergadering tussen de vroegere organisatoren, medewerkers en de nieuwe verantwoordeLijke, Cindy Limauro, samen met de organisatoren van 2011, werden de pLooien gLad gestreken. Cindy is professor Lichtontwerp aan Cargeny MeLon University Pitsburg en gastprof aan de HogeschooL Antwerpen Architectuur. -
-
. .
-
...
Opstelling in de lichtstudio
In 2011 wiL Scenofest de grenzen voort doorbreken en nog meer transnationaaL gaan werken. Een thema of een stuk uitwerken voLgens de visie van verschiLLende nationaLiteiten, bevoLkingsgroepen. Twee opties werden weerhouden onder de werktiteL Ship of fooLs’ Een van de opties was een schrijver/stuk te bewerken dat overaL ter wereLd gespeeLd wordt. Wie komt er in aanmerking: Shakespeare! Hier kan bijvoorbeeLd een eerste bedrijf uitgewerkt worden door Europa, een tweede bedrijf door Azië, enz. De verschiLLende onderdeLen zouden in Praag dan samengevoegd worden. Het ganse stuk zou dan de muLticuLtureLe visie weergeven. Een tweede optie: het scheppings- of ontstaansverhaaL in de verschiLLende cuLturen. Voor onze maatschappij is dat Adam & Eva, andere cuLturen hebben andere verhaLen... Verkiezing nieuwe voorzitter In 2009 Loopt de ambtstermijn van de huidige aLgemene voorzitter MichaeL Ramsaur ten einde. Nieuwe kandidaten worden gevraagd! Tweede werkvergadering P0 2011
Nog een korte brainstorming over P0 2011 en de mogeLijke uitwerking van de vooropgesteLde thema’s. Cindy Limauro, die de coördinatie voor haar rekening neemt, deed een oproep naar medewerking en vooraL medewerkers in Praag. Het is en bLijft een gigantische uitdaging voor de EduCom om teLkens weer een dergeLijke manifestatie rond te krijgen. De voLgende EduCom vergaderingen Het is een statutaire verpLichting dat er jaarLijks een bijeenkomst doorgaat. EduCom is echter een van de grootste commissies binnen OISTAT, een dergeLijke bijeenkomst vergt niet aLLeen organisatietaLent, maar ook financiëLe steun. De meeste OJSTAT-centra zijn zeLf niet kapitaaLkrachtig genoeg om deze kost te dragen. Het was dan ook uitzonderLijk dat de drie voLgende vergaderingen in HeLsinki aL konden vastgeLegd worden. De voLgende meeting zou pLaats hebben in Moskou van 24 tot 27 apriL 2009. 74 organisaties, verspreid over RusLand, zuLLen instaan voor de organisatie en reaLisatie van deze bijeenkomst. Maar. Let op, de deLegaties moeten meer dan twee maand vooraf ingeschreven zijn... Dit om de papierwinkeL, visa e.d. in orde te krijgen. In 2010 nodigt Beijing uit. De dramahogeschooL, met haar 58-jarige ervaring, is de voornaamste schooL in China. De bekendste Chinese ontwerpers, regisseurs en technici studeerden afaan deze schooL. En... ook binnen deze wereLd zoekt men contact met het Westen! In 2011 tensLotte nodigt Sjef TiLLy EduCom uit naar Maastricht. . .
Verkiezing nieuwe voorzitter Educom Een Laatste punt op de agenda was de verkiezing van een nieuwe voorzit(s)ter. De ambtstermijn van Marina Raytchinova Liep ten einde. PROSCENIUM: OISTATT EDUCOM 25
s
L A S E fl
a
1
1 0 0 1 14 S
A U S 1 0
c a
โ ขL
4-
S E S
STASINS
a
i2e_
SOUND
#ooO
Antwerpsesteenweg 334 2500 Lier Belgium Tel.: รท 32 3 491 91 70 Fee: + 32 3 489 05 62 E-meil: inlo@phlippo.com URL: www.phlippo.com -
SflLES
a
nEIUraL
Theatertech n ische oplossing op maat 0 ntwerp Fabricage Montage vdledlg In eigen bheer zoewel mechanisch als besturlngchnlsc h
STAKEBRAN D Rodennjt 80, 3930 Hemont-Actiel Tel: 01 1 66789ht Fax 011467895 E-cnail: lWo@-s:akebra,d.be HttplMww szakebrsidbe ,
Na een korte uiteenzetting over de reaUsaties van de kaatste vier jaar stede zij zich opnieuw kandidaat. Evenzo Lee-Zen Chien uit Taiwan. Marina won met meerderheid van stemmen. Lee-Zen Chien werd gekozen as ondervoorzitter van de commissie, naast Sean Crowey en Chris Van Goethem. De vergadering achtte, gezien het af te handeLen aantaL activiteiten de voLgende vier jaar, drie ondervoorzitters geen overbodige Luxe. Eind goed, aL goed Tot sLot bood de Finse host een afscheidsvaart aan op de driemaster “Kathrina” die zijn thuisbasis heeft in de haven van HeLsinki. Dit was een zeer geschikt netwerkmoment: het geeft de kans om informeeL met de verschiLLende deLegaties te spreken. De gebeurtenis kreeg nog een extra tintje omdat die avond de repLica van de Zweedse driemaster “Göteborg”, met aan boord de Zweedse kroonprins FiLip, op feesteLijke wijze, met tientaLLen boten en bootjes, kanonschoten van op het nabije fort en waterkanonnen van op de brandweerboten, de haven werd binnengeLeid. ‘5 Anderendaags was er nog een rondgang voorzien in de departementen van de dramaschooL van HeLsinki. Vs, de opLeiding Licht en kLankontwerp, heeft een eigen gebouw met daarin LesLokaLen, een grote Lichtstudio, kLankstudio’s, videomontagestudio’s, ICT kLassen, enz. ALhoeweL de theaterschooL op Loopafstand Ligt, vindt men het beLangrijk dat de studenten zonder’productiedruk” kunnen werken in hun eigen LokaLen. De theaterschooL, waarin de departementen drama (Fins drama en Zweeds drama FinLand is zoaLs BeLgië meertaLig) en dans de beLangrijkste gebruikers zijn, heeft zijn eigen studio’s, decorwerkpLaatsen, enz. De studenten Licht en kLankontwerp maken voor productiewerk van deze infrastructuur gebruik. De technische staf van de theaterschooL (12 man) begeLeidt hen dan. De verantwoordeLijken gaven graag deskundige uitLeg over hun werkpLek en hun manier van werken. Daarna werden ook de andere Locaties bezocht, fiLmstudio’s, decorateLiers, kostuumateLiers, opsLagruimtes voor rekwisieten e.d. Ook binnen het onderwijs is er een “wereLd van verschiL” met ons BeLgenLandje. Wij kunnen aLLeen maar dromen van de middeLen en Locaties die ter beschikking staan van de studenten. Ander opvaLLend fenomeen: deeL het aantaL studenten door twee en je hebt het aantaL Leerkrachten! Wat er praktisch op neerkomt dat de cursisten individueeL onderricht krijgen. De schooL is open van 8.00 uur ‘s morgens tot 10.00 uur ‘s avonds. In bepaaLde gevaLLen kan er zeLfs ‘s nachts doorgewerkt worden. BijvoorbeeLd bij geLuidsopnames. Ondanks de goede studio’s dringt er af en toe toch nog wat geLuid binnen en dat is ‘s nachts minder het gevaL! Extra aandacht gaat naar het aspect veiLigheid. ALLe LokaLen kunnen op twee manieren afgesLoten worden, via een kLassieke sLeuteL of via een eLektronisch sLot met batch. De studenten en Leerkrachten beschikken over een batch en kunnen te aLLen tijde (tijdens de openingsuren) binnen en buiten in de diverse Locaties. Hun activiteit wordt geregistreerd en op kritische pLaatsen bewaken camera’s nog eens extra de dure uitrusting van de schooL. -
Deze bijeenkomst in FinLand heeft op heeL wat vlakken onze ogen geopend. We hebben er kennis gemaakt met een ‘WereLd van verschiL’ In Oeganda Laat Augustine BazaaLe zijn studenten ontwerpen maken met ‘gevonden materiaaL’, uit noodzaak. FinLand heeft een overvLoed aan materiaaL en middeLen. Maar beiden behaLen eindresuLtaten en weten hun cuLtuur uit te dragen. En wij, waar zitten wij? Waar geLd en middeLen ontbreken, moet creativiteit aangewend worden! En dat brengt ons terug tot een van de gespreksthema’s: ‘Vision or SkiLLs”!
The theatre academy of FinLand, Vs, department of sound en tight design “De opLeiding Licht en kLankontwerp wiL ontwerpers opLeiden die zichzeLf ambitieuze conceptueLe doeLsteLLingen opLeggen en aLs voLwaardige Leden van een artistiek team kunnen functioneren.” Het is een masterprogramma van vijfjaar. ELkjaar neemt de schooL tussen acht en twaaLf LeerLingen aan, die na het eerste jaar een speciaLiteit kiezen. De opLeiding werd recent omgevormd naar het BaMa systeem en de schoot verhuisde van Tampere naar HeLsinki om een betere samenwerking met de andere dramaopLeidingen mogeLijk te maken. Binnen de theatre academy bevindt zich ook het research department, waar afgestudeerden van de ontwerpopLeiding verder onderzoek kunnen doen en begeLeid worden in het behaLen van een PhD. De ontwerpopLeiding staat aan de wereLdtop in zijn gebied. History and Theory Commission meeting Een tweede groep van OISTAT die in HeLsinki vergaderde, was de History and Theory Commission. Jerôme MaeckeLbergh vertegenwoordigde hier BeLgië. Voorzitster Kate Burnett (UK) bracht tijdens de eerste bijeenkomst versLag uit over het symposium “Capturing Scenography” dat pLaatsvond tijdens de P0 07. De Laatste hand wordt geLegd aan de versLagen over de presentaties van dit symposium, die Later verschijnen op de OISTAT website. Een tweede item was een discussie over pubLicaties. OISTAT heeft fondsen ter beschikking, maar deze zijn beperkt. OverLeg met de ‘PubLication Commission” is dus noodzakeLijk, evenaLs het zoeken naar andere bronnen om deze pubLicaties te financieren. Er werd ook de nadruk op geLegd dat deze pubLicaties niet aLLeen goed moesten ogen, maar ook kwaLitatief hoogstaand moesten zijn. ALgemeen OISTAT-voorzitter, MichaeL Ramsaur, Lichtte een aantaL recente en toekomstige activiteiten toe. ‘Theatre Words” een initiatief van de PubLication and Communication Commission, moet worden herzien en aangepast. De pubLicatie van Jean-Guy Lecat uit 2007 zat in 2009 gevoLgd worden door deze van ALan Nieh, en vervoLgens zaL er om de twee jaar een nieuwe pubLicatie voLgen van of over vooraanstaande designers. WorLd Scenography” wordt gepLand in drie voLumes (1975-1990; 1990-2005 en 2005-2015). De samensteLLers,Eric FieLding en Peter McKinnon, zoeken momenteeL nationaLe/regionaLe uitgevers wereLdwijd die hen kunnen heLpen met het zoeken naar de meest invLoedrijke werken. Een aantaL presentaties had aLs thema het archiveren van theatertechnieken en scenografle. Kate Burnett steLde voor een “archive working group” op te starten. Die moet ervoor instaan dat materiaaL dat anders sLechts kortstondig aan het pubLiek getoond verzameLd en gecoLLectioneerd wordt. Kater Burnett richtte ook een oproep naar de OISTAT-centra om boeken in de diverse LandstaLen, maar beLangrijk genoeg om wereLdwijd bekend te maken, te verzameLen. De Leden kunnen deze dan op de website pLaatsen. De titeLs in de origineLe taaL, gevoLgd door een korte beschrijving in het EngeLs. Jerôme MaeckeLbergh steLde er tensLotte ook zijn “vertaaL”-programma voor. Ieder OISTAT-Lid kan via zijn computer in zijn eigen taaL (en aLfabet) zoeken naar de vertaLing van een woord of term in een andere OISTAT-taaL. Dit programma kan geLinkt worden aan de OISTAT-website, maar evengoed aan de website van LokaLe centra. -
-
-
.
PROSCENIUM: OISTATT EDUCOM 27
WEEBAND YVES DE BRUYCKERE
Foto: Emma De Kimpe
Onder de titeL “Tweeband” pubLiceren we in dit nummer het zesde in een reeks interviews van Yves De Bruyckere met iemand uit de theatersector. De vragenreeks kan aanLeiding geven tot uitgesproken standpunten. DitmaaL is BERT MOERMAN aan het woord. Hij is stafmedewerker-hoofdtechnicus aan het CC Scharpoord te Knokke-Heist. SpeciaList of aLLrounder? Voor mij persoonhjk: at[rounder. M Ugt mijn antwoord in het midden. Het CuLtuurcentrum Knokke-Heist werkt zeer breed. We zijn op ae terreinen van het cufturete werk actief: Podium zeven dagen op zeven; beedende kunsten; sociaaLcufturee werk met ‘ezingen, cursussen, uitstappen; jeugdwerking;. MomenteeL hebben we een kunst- en antiekbeurs. In de zomer zijn er ook ezingen in hot&s, in een saonambiance. Die afwisseUng is pezant. Van het ene in het andere, soms van uur tot uur of minuut tot minuut. Nu, we werken niet enkeL voor het CuLtuurcentrum. ‘s Zomers zijn we de hort op met systemen in open Lucht voor evenementen, gaande van een kermiskoers over aperitief- & jazzconcerten tot de ZwintriatLon. Je kan het zo gek niet bedenken. Tot en met automatisatieprojecten voor de musea. Dus echt weL aLLround. De grenzen van het grondgebied Knokke-Heist vormen in feite de buitenmuren van het cuLtuurcentrum, en dus ook van mijn bezigheden. Het CuLtuurcentrum voert een receptieve podiumprogrammatie, maar ook een redeLijk grote eigen programmatie. We maken er een zaak van om creatieve jongeLingen uit Knokke-Heist en omstreken actief te ondersteunen. Wat zit er in dat emmertje? Er zijn enkeLe jeugdtheatergroepen, een musicaLgroep, twee flLmpLoegen die kortflLms maken; die mannen zitten in het RuS. We geven steun op aLLe vLakken, en proberen daar redeLijk ver in te gaan. Hoe noemt onze directeur dat weer? VrijpLaatsen voor jongeren; zeLf prefereer ik de term ‘broedpLaatsen Hierbij gaan onze technici naar het speciaLisme toe... Iedereen is aLLround, maar de ene doet Liever Licht, de ander doet Liever kLank. We krijgen het budget en de ruimte om het te doen, dus we hebben meer staan dan een Tenor. We beschikken over een uitgebreide set bewegend Licht en onLangs is er een LS9 aangekocht. Er is geLd, maar dat wiL daarom niet zeggen dat we er zot mee doen. We zoeken bijvoorbeeLd aLtijd naar synergieën met andere diensten en organisaties in de gemeente. Er is bijvoorbeeLd voor de musicaLgroep een voLLedig rack met headsets en mengtafeL en “heeL den boeL” beschikbaar, waarvoor ik het bestek heb gemaakt, maar het is aangekocht voor de musicaLafdeLing van de kunstacademie. Het materiaaL wordt uitgewisseLd, met de afspraak dat de voorsteLLingen pLaatshebben in Scharpoord. HetzeLfde met de Lesgevers van de musicaLafdeLing. Ze komen coachen voor de musicaLgroep. Zo proberen we aLtijd maar de banden te versterken. . .
krijgen om een voLLedige toneeLtoren in te vuLLen. De toneeLtoren is gebLeven qua bouwLijnen. Door het grid er uit te haLen konden we in de hoogte nog twee meter inwinnen. Zonder bouwkundig te moeten ingrijpen aan de toneeLtoren, genieten we van het gebruiksgemak om voLLedige changementen te kunnen doen. Eerst beLoofde men ons het budget uit te betaLen in vijf schijven ter waarde van drie trekken, te spreiden over vijfjaar. Toen heb ik een motivatienota gemaakt, want dit was een absurd voorsteL. Je Leeft vijf jaar op een werf, en je steLt het gebruikscomfort nog vijfjaar uit. Boekhoudkundig wordt het totaLe bedrag van de Lening toch afgeschreven over zoveeL jaar, waardoor op het einde van de rit dat geen verschiL uitmaakt. Hierdoor hebben we het budget in een keer ontvangen. We gebruiken de instaLLatie op een heet Logische en arbeidsvriendeLijke manier. Licht hangen we aan de eLektrische trekken, doeken en een spotje in de top aan de handtrekken. Ons huis is grotendeeLs receptief. Reizen is voor technici de kunst van het aanpassen en het centrum is redeLijk goed uitgerust. Er komen maar weinig producties die technische moeiLijkheden opleveren. Wij hebben het geLuk dat zoweL de vorige aLs de huidige directie ons aLtijd voLLedig gesteund heeft en het beLang van technische afwerking onderschrijft. Ik weet dat veeL coLLega’s probLemen hebben met hun directie, dat ze de nodige budgetten niet Loskrijgen, dat er steeds discussie is omdat techniek aLs een aanhangseL wordt beschouwd. We proberen aLLe facetten tot in de puntjes af te werken techniek, catering, Loges, pubLieksonthaaL zodat eLke voorsteLLing in ideaLe omstandigheden kan gemaakt worden. het pubLiek verdient dat. -
-
. .
Architectuur of technische ruimte? PersoonLijk kan ik architectuur enorm smaken. Maar ik ga ‘technische ruimte” antwoorden. Scharpoord is een groot gebouw met vééL faciLiteiten, maar eigenLijk is er een gebrek aan berging en technische ruimte. Het beLang van technische ruimtes, goede technische ruimtes die groot genoeg zijn, wordt ernstig onderschat. We proberen veeL tekorten aan te passen met verbouwingen. Tien jaar geLeden is er een patchkast gepLaatst, knaL in het midden van een gang. TeLefooncentraLes worden moderner en groter, het computernetwerk breidt uit, er komen servers bij. En nu hebben we een probLeem: er moet een rackserver komen in het midden van een gang. Dat doe je niet. Verzet dus eens die patchkast met 400 Lijnen... (kLakt z’n tong). Ook met berging heb je zoiets: ieder huis heeft tekort aan nuttige
Kettingtaket of touw? Da’s een moeiLijke. Ik ga er een ander verhaaL bij verteLLen. In 2002 hebben we onze trekkenwand aangepakt. OmwiLLe van het budget dit is aLtijd een factor bij renovaties hebben we gekozen om de handtrekken te renoveren, en daar eLektrische trekken tussen te pLaatsen. Ik ben van oordeeL dat je geen 50 000 euro moet investeren om een poot of een fries naar boven of beneden te haLen. ZoLang de normen in BeLgië het niet voorschrijven, krijg je er ook niet makkeLijk het geLd voor Los. Er was een zekere wiL bij het bestuur van Knokk-Heist om te investeren in eLektrische trekken, maar ik ging nooit het budget
8 PROSCENIUM: TWEEBAND
:
-
-
c.c. Scharpoord
bergruimte. Aan de andere kant: aLs een bergruimte niet op de juiste Je kan een bergruimte hebben van 100 m2 manier benut wordt waar je minder insteekt dan in een bergruimte van 50 m2. Hoe is de circuatie? De decorberging van onze schouwburg is daar een voorbeeW van. Dat is een ruimte van ongeveer tien op tien, angs waar er geladen en gelost wordt. Vrachtwagens op niveau, direct op het podium. Dat is perfect. Maar het was een rommelkot. Je moest ruimte vrijhouden voor het laden en lossen, dusje kon daar eigenlijk niks in bergen. Maar wat met praktikabels en balletvloer? Er kwam budget, en ik heb twee 1-liggers laten steken, met daarin een vloer van recuperatieroosters van het afgebroken grid, en een stapelaar gekocht die een hoogte van vier meter haalt. De praktikabels worden nu in stapelbakken gestockeerd, zodat we ook winst maken op gebied van arbeidscomfort. De ruimte maximaliseren! Er kan veel in die berging, en het is soms nôg te klein. De regiekamer was een drama. Hij dateerde nog uit de jaren 70. We verbouwden hem 10 jaar geleden, maar nog niet zoals ik hem nu graag zou willen. Je moet vlot aan de achterkant van de racks kunnen. Een regiekamer is tegenwoordig “uit de tijd”, maar wij gebruiken hem nog veel. We draaien zelf onze films, doen er de voordrachten, en draaien er voorstellingen van verenigingen die leven van de kaartverkoop. Bij de bouw van Scharpoord, in de jaren 70, stak men grote kelders zonder een lift of een grote trap daarheen. Er was een smal draaiend trapje van nog geen meter breed. Je kreeg zelfs geen panelen naar beneden. Een goederenlift heeft dat opgelost. De architect noemde dat de vertikale ontsluiting van het Scharpoordgebouw. Het gebouw speelt met halve niveaus. We hebben de goederenlift gestoken waar vroeger loges stonden, op de plaats waar we hem voor alle niveaus konden benutten. De lift opent aan twee kanten: links op -1, 0 en 1, rechts op _1/2, +‘/2 en +1/2. . . .
Circus Ronatdo of Cirque du Soteit? Heb je niets met paarden? (lacht, Bert doelt op ‘Cavatia”, een paardenshow met Cirque du Soteit-attures, die momenteel in Knokke Heist loopt) Het heeft alle twee z’n charme, al heb ik Cavalia nog niet gezien. CavaUa spreekt me aan omdat ze enorm veel met nieuwe technieken werken, speciale projecties en zo. Dat charmeert me. Vorig jaar hebben we het seizoen gestart met een circusvoorstelling. Kleine tent, 10 meter diameter. Miserie met elektriciteit tot en met, omwille van het materiaal dat ze mee hadden. Dat had ook z’n charme. Ik vind het plezant dat je van het ene uiterste naar het andere gaat. Ik werk in een gemeente en cultuurcentrum waar de grenzen enorm ver uit elkaar liggen. Ze spreken er over een Casino te bouwen van een paar miljard, en de volgende dag ben je bezig met een k[einscha[ige voorstelling met vier spotjes. GezinsLeven of weretdtournee? Gezinsleven, omdat ik dat persoonlijk nogal belangrijk vind. Tien jaar geleden zou ik misschien een ander antwoord gegeven hebben, maar Ik heb een dochter van twee jaar. Ik ben er ook op dit moment. van overtuigd dat mensen die wereldtournees doen geen gezinsleven kunnen hebben. Mijn voorganger is naar XL Video getrokken, heeft de wereld rondgetoerd om LED-walls te plaatsen voor U2 en Formule 1-toestanden, alles erop en eraan. Hij heeft op een bepaald ogenblik overplaatsing gevraagd naar het atelier van XL Video in Oostende om herstellingen te doen, omwille van het gezinsleven. Je moet daar echt voor gemaakt zijn. (twijfelend) Soms denk ik daar aan en zie ik zo’n wereldtournee wel zitten. Maar dan bots ik op de muur van: niettegenstaande het telkens ergens anders is, is het toch elke dag dezelfde voorstelling. Ik heb liever de afwisseling. Je pikt bij het ene iets op datje bij het andere kan gebruiken. Als ik naar een concert ga of zo. (lacht) Iedere technicus heeft dat wel dat je meer kijkt naar sferen dan naar het concert, je beleeft het anders. Je kijkt naar boven. Naar wat er hangt. En vooral: wat doen ze ermee? . .
. .
.
Bert Moerman (2 van rechts) met zijn medewerkers
Live-cd of concertzaat? Concertzaal. Het livegevoel. Als ik thuis een cd of meestal een dvd opleg, zijn dat meestal live cd’s en dvd’s. Ik probeer dat gevoel van erin te zitten op te roepen. In mijn living is dat met volledige surround en dergelijke. Ik ben geen liefhebber van studio cd’s. Ik hoor liever de scherpe randen er nog aan. In mijn werk streef ik er zoveel mogelijk naar om “af te werken”, maar ik heb het liever ruw, live en écht, dan “gemaakt”, gepolijst. -
-
Eer of toonfiche? Eer. Voor de loonfiche, dat loont de moeite niet. Ik vind het plezant om ergens mijn naam onder te kunnen zetten. Ik zeg dat in een positie waar ik me over dat loon minder zorgen moet maken. Al zijn er wel dagen dat ik me afvraag “welke zot ben ik dat ik voor dat loon dit doe, en al die verontwoordeljkheid neem?” Als ik een productie neerzet, of na het werk naar huis vertrek, wil ik het gevoel hebben dat het “af” is. De laatste jaren heb ik minder en minder de tijd om zelf producties te draaien, maar ik maak er een erezaak van om dat toch te doen. Alle drie jaar hebben we een eigen dansshow met jazzballet en een eigen decorontwerp. We hebben carte blanche, wat ideaal is om nieuwe systemen uit te testen, om bij te blijven. Eens je louter vanachter je bureau stuurt, verlies je de voeUng, zowel qua investeringen als personeelsbeleid. Ik probeer ècht te volgen wat er gebeurt. Met hoeveel mensen ik werk? In de dagelijkse praktijk met 20 tot 25 man: een ploeg theatertechniek van vier, drie voor elektra en het onderhoud gebouwen, vier tentoonstellingsbouwers, zes ‘bewakers’ van het gebouw/zaalwachters voor lokalen e.d. drie zaalwachters voor tentoonstellingen, drie poetsvrouwen, Ik zit op het spilpunt tussen de onderbouw en bovenbouw, tussen programmatoren en technici. Mijn buurvrouw vroeg me ooit: “Wat doeje eigenlijk in dat Scharpoord? ‘5 Avonds wat aan knopjes draaien?” Mensen verstaan niet dat je ‘s morgens al aan een voorstelling werkt die pas ‘s avonds om acht uur speelt. Makkeljkst is om dan te zeggen: al wat programmatoren en creatieve mensen in hun hoofd halen moet ik gerealiseerd zien te krijgen. ,
. . .
Leiding of coaching? Ik ben absoluuteen voorstandervan coachen. In onsvakis betrokkenheid van je medewerker van levensbelang. Als juist die medewerker op het slechte moment te weinig betrokken is bij de voorstelling kan ze in de soep gaan, waardoor er 400 of 600 mensen met een slecht gevoel naar huis gaan. Nu ik een grote ploeg leid, kom ik er achter datje sommige mensen meer moet leiden dan coachen. Waarom? Omdat sommige mensen minder ‘coachbaar’ zijn. Maar het is veel belangrijker dat de medewerkers gecoacht worden en datje het maximum uit de medewerkers haalt, dan dat iemand naar zijn werk komt met het ‘kip zonder kopgevoel’ en je zegt “Kip zonder kop, ga naar daar, en los die camion.” Leidinggeven moet er ook zijn. Op bepaalde ogenblikken moetje knopen doorhakken, waar je op een coachende manier niet doorgeraakt. Het leven is niet zwart-wit. Voorbeelden? Je mag nog zoveel coachen als PROSCENIUM: TWEEBAND 29
=—-
je wiL maar op een bepaaW moment moetje de eidinggevende figuur zijn en iemand die niet rendeert een negatieve evauatie geven of op straat zetten. Een situatie waar een op de vijf man niet rendeert, kan je niet blijven volhouden, niet Lang laten aanstepen. “Als hij niet moet renderen ga ik het ook taten hangen.” En als dât te ver komt, is je systeem om zeep. Dan kom je er niet meer met de coachende figuur te zijn, met te zeggen: “Zouje het nietzo ofzo aanpakken?” of “Heyjong, Dan moet je echt met de hamer kloppen, hé. let een keer op dat. . .“
De perfecte voorste[Ling, of twee koffiepauzes en twee maattijden? Het kan samen. Naar mijn idee kan je het ene bereiken én het andere. Ook hier weer: betrokkenheid. Ik maak geen planning waar uren op staan. In overleg maken we een maandrooster op. We proberen dat te verdelen, zodat het haalbaar en leefbaar blijft in combinatie met hun gezinsleven en andere dingen: trouwfeesten waar ze naar toe willen, en jonge gasten die een sortietje willen doen en zo. In het maandrooster staan in de laatste kolom twee uren: aankomst techniek, en uren CC. Wij beginnen bijvoorbeeld om 1 uur te bouwen, terwijl het gezelschap pas aankomt om drie uur. Ik zet nooit einduren. Bij eigen producties gaat het anders. Dan geef ik de uren van de repetities door. De rest is up to them. Ik ga niet zeggen: je moet er ‘5 morgens om acht uur staan om aan de voorstelling te werken, en ‘5 avonds om tien uur heb je gedaan, want dat kan je niet zeggen. Er wordt gewerkt tot het âf is. Hoe ze dat spreiden in die week. is ergens mijn zaak, omdat ik verantwoordelijk ben voor het eindresultaat, maar ik geef ze de vrijheid om het combineerbaar te maken en te kneden naar hun eigen wensen. Het eindresultaat moet er wel zijn. Iemand die zelf aanvoelt: ‘verdomme, dat licht is nog niet af, daar moet nog iets aan gebeuren” of “dat geluid klinkt nog die fractie niet goed genoeg”, dat is betrokkenheid. We draaien zonder probleem heet het seizoen met dat systeem, weliswaar met piek- en datmomenten. Zeggen dat er nooit discussies ontstaan omwille van planning is ook niet waar, maar dat heb je in een ander . .
ASTT-N 1 EUWS SIEBER MARLY Een contactdag van BASTI staat ondertussen al garant voor een zonnige dag, wij schreven het in onze notulen! Op 16 juni was Limburg, meer bepaald het CC Hassett en haar bewoners ons gastvrij welkomstcomité. Jan Strickx stelde, na een korte intro van onze voorzitter, de nieuwe evolutionaire website van BASTI voor, die je nog steeds kan vinden op de alom gekende URL www.bastt.be. Geert Iorfs lichtte een tipje van de sluier op betreffende een gloednieuwe Iheatertechnische Beurs die zat plaats vinden in juni 2009 in het hospitalitycenter van het Antwerpse sportpateis. De uitnodiging van deze contactdag voorspelde ons een zwaar programma met als hoofdthema: “Geluid, van digitaal naar anatoog’ Maar vooreerst maakte Arch. Dimitri Minten ons wegwijs in de recente verbouwingen van dit CC. In Proscenium nr 46 werd deze realisatie al toegelicht, maar ter plekke besef je pas dat een periode van vier maanden voor de realisatie van een nieuwe tribune en de installatie van een akoestisch systeem en elektrische trekken heet nipt was. In functie van de nieuwe akoestiek werd de tribune vernieuwd zowel qua capaciteit, pubtiekscomfort en klank. Ampco installeerde er het befaamde MCR systeem, dat staat voor Multi Channel Reverb. Een
systeem ook. We proberen dat op een evenwichtige manier te verdelen, zodanig dat koffiepauzes en maaltijden kunnen genomen worden. Dat moètje ook doen, anders blijft het niet duren. Je kan dat één seizoen, twee seizoenen volhouden, maar dan valt het als een kaartenhuisje in elkaar. Dus, beide opties kunnen samen. Maar het vergt enorm veel communicatie, planning, en feeling met watje bezig bent. Als een gezelschap bij ons binnenkomt is het éérst koffie drinken (herhaalt: éérst koffie drinken), niet beginnen met die camion! Bij sommigen staan er al vijf kisten binnen voorje het weet. Ofwel is het éérst lossen en dan koffie drinken, en even overlopen: Wat komt erin? Wat wordt er gebouwd? Hoe ziet het eruit? Op wat moeten we tetten? Voor technici die binnen komen is dat ook belangrijk: Hoe zitjuttie huis eigenlijk in mekaar? Waar zitjuttie brandscherm? Dat doe je beter met een tas koffie, hé? En dét gaat dan weer over: mensen een gevoel geven van ‘je bent welkom’ (vol vuur) Als je dat bereikt ga je ook méér halen uit de voorstelling. Als een technicus heel de dag tegen zijn gedacht moet werken, gaat het resultaat ook wel Peins” ik, hé. Improvisatie of voorbereiding? Voorbereiding en planning is alles. Een voorstelling waar je geen technische fiche van hebt is een niet-voorbereide voorstelling. Iets wat binnen komt moet je kunnen inschatten, kunnen voelen wat dat gaat geven. Je kan niet alles voorzien, maar je moet voorbereiden. Ik weet dat er centra zo werken, waar de voorstelling binnen komt en het aankomstuur het enige is dat geweten is. Hoeveel centra zijn er niet waar technici geen eigen e-mailadres hebben, of niet rechtstreeks gebeld kunnen worden, tenzij op hun privé-gsm? Hoe vaak gebeurt het niet dat een reizend technicus binnenkomt in een centrum met: ‘hebje de technischefiche gehad?” of “hebje de taatste update van het lichtptan gehad?” en dat het antwoord “nee” is. Communicatie en structuur is in elke organisatie nodig, in een fabriek of een theatertechnische ploeg of eender wat. Als je dat kan bereiken . .
. digitaal systeem dat een zo perfect mogelijke akoestiek kan weergeven in een ruimte bij elk mogelijk soort optreden en performance. Dit resultaat wordt bereikt door een systeem van vele microfoons en luidsprekers die door de opnamen, herkenning en terug uitsturen een bepaalde akoestiek kunnen nabootsen. Door een eenvoudige druk op de knop kunnen zij van een kathedraalconcert overgaan tot een intiem zetelconcert. Bij het opstellen van het budget voor deze werken had de “betalende structuur” de realisatie ervan even op ‘hold’ gezet. Om de mogelijke uitvoering te bespoedigen had Ampco tijdens de verbouwing toch al de nodige kabels getrokken. Gelukkig maar, want het groen licht kwam er pas na de opening!
Ampco-demo op de scene (foto Sieber Martey)
PROSCENIUM: BASTT-NIEUWS
.
. . .
1 Da_I D
II SPORTPALEIS I1IANTWERPEN
LÖUNE DS 41
-
b
.
THEATERTECHNISCHE VAKBEURS
WWW.LOUNGEO9.BE ----
Peter van Der Geer maakte ons wegwijs in de theorie van het MCR systeem: de gaLm, versterking en verstaanbaarheid werden ons haarfijn uitgeLegd. De HasseLtse gastvrijheid kunnen wij aLLeen maar bejubeLen, het middagmaaL was om te smuLLen. Met de koffie in de hand konden wij kennis maken met de aanwezige bedrijven. EVDV toonde er de nieuwe Line array. Amptec pronkte met een uitgebreid gamma aan digitaLe kLankapparatuur, en we maakten ook kennis met de reLatieve nieuwkomer M-pro. Op de scène demonstreerde Ampco haar instaLLatie. De interactieve activiteiten situeerden zich rond het dagthema ‘GeLuid Steven Bontinck sprak over digitaLe of anaLoge mengtafeLs, en hun voor en nadeLen. De discussie over dit onderwerp kent duideLijk geen einde.
-J
]I
4.,b
t
n It (I
Waar de theatertechnicus een voordeeL kan terugvinden bij digitaaL mengen, zaL de specifieke geLuidstechnicus er het nut niet van inzien. En tweede workshop handeLde over de digitaLisering van het Luchtruim en de wetgeving. 0p het eerste zicht een ver-van-mijn-bedshow maar dan vooraL omdat wij er zo weinig van afweten. Wanthetgebruikvan draadLoze eLementen gestuurd door het frequentie netwerk, waar onder meer ook veeL staatsbedrijven zoaLs poUtici, brandweer en andere veiLigheidsinstituten hun werk in vinden. Net daarom en vooral door het gLobaaL onveiLigheidsgevoeL wiL men de frequenties personaLiseren waardoor we straks voor iedere draadLoze microfoon een papierwinkeL moeten opsteLLen. Zo zou pLots BIPT (BeLgisch Instituut voor Postdiensten en TeLecommunicatie) aan de deur van je centrum kunnen staan, om aLLe ‘niet correcte’ materiaLen in besLag te nemen, terwijLje geen enkeL idee hebt van wat er fout Liep. Concreet komt dit neer op het feit dat het frequentiemateriaaL verdeeLd wordt in een internationaaL onderdeeL, een TV kanaaL indeLing, het BIPT, het ERC/REC 70-03 en de vergunningen. De TV kanaaLindeLing is een nationaLe frequentiereguLator en verdeeLt frequenties over gebruikers en toepassingen zoaLs overheidsdiensten, Luchtvaart, radar, GSM, miLitaire diensten, enz. BeLgië voLgt ten deLe het ERC/REC 70-03. Net omdat het gebruik van Letters in een vreemde voLgorde, waar zeer beLangrijke betekenissen aan verbonden zijn, door niemand begrepen wordt en de overheid aLLeen maar de wetgeving vastLegt zonder informatie te verstrekken, kan dit een oproep zijn om eLkaar te informeren via een forum dat nog moet opgericht worden. De kLassieke, maar sterk gewaardeerde 0ne for the road’ sLoot ook deze contactdag af.
Van links naar rechts EVDV, Amptec en BASTT-info
PROSCENIUM: BASTTNIEUWS 37
J[z::=;Âą:: J
1
L[
1 :
-
montageliften nacelles