7 minute read
In de taalklas begint de toekomst
IN DE TAALKLAS BEGINT DE TOEKOMST » Twents Carmel College opent deuren voor jonge statushouders
Je bent voorgoed in Nederland komen wonen, je bent tussen de 11 en 14 jaar oud en dus is het tijd om naar de middelbare school te gaan. Maar je spreekt nog niet goed Nederlands. Wat nu? In de regio Oldenzaal kunnen leerlingen terecht in de taalklas van het Twents Carmel College aan de Potskampstraat.
Advertisement
Het is een belangrijk moment voor Raed (14) en Naima(14). Deze week gaan ze voor het eerst meedraaien in een reguliere onderbouwklas. Hoe gaat het er in zo’n klas aan toe? Kunnen ze het niveau en het tempo bijbenen? ‘We beginnen met drie lesuren en als het goed gaat, bouwen we dat uit naar meer’, zegt Eric Steffens.
Taal en cultuur Raed en Naima zitten in de taalklas waar Eric de mentor van is. Het is een speciale klas waar kinderen de Nederlandse taal en cultuur leren kennen voordat ze naar een gewone middelbareschoolklas gaan. Leerlingen van de taalklas zijn uit hun eigen land gevlucht. Ze hebben een verblijfsstatus, maar wonen nog niet lang in Nederland. De taalklas is hun poort naar het Nederlandse voortgezet onderwijs. Ze leren er vooral veel taal, want dat hebben ze straks nodig bij alles wat ze doen. Daarnaast werken ze veel aan sociale vaardigheden (hoe ga je hier met andere mensen om?) en zelfredzaamheid (hoe zorg je voor jezelf?). Dit alles gebeurt binnen vakken als taal/Nederlands, rekenen/wiskunde, Engels, mens & maatschappij, lichamelijke opvoeding, drama, handvaardigheid en digitale vaardigheden. Afhankelijk van hun voorkennis en vorderingen volgen de leerlingen hun eigen route door de leerstof. Elke week krijgen ze een weektaak waarop staat wat ze moeten doen. Ze worden geholpen door een team van leraren, een onderwijsassistent en een orthopedagoog. Hebben ze de taalmethode bijna uit, dan krijgen ze er andere vmbo-vakken bij, zoals natuur- en scheikunde en mens & gezondheid. Ook komen ze dan op het punt waar Raed en Naima nu staan: de geleidelijke overstap naar een reguliere klas. Dat is een hele overgang, zegt Eric Steffens: ‘Eén van onze leerlingen is al eerder overgestapt. Je merkt dat ze de ontspannen sfeer in de taalklas mist. Daarom komt ze vaak een uurtje terug om even op adem te komen.’ >>
School voor iedereen Op de meeste plekken in het land zouden Raed en Naima hun Nederlandse schoolloopbaan niet in een taalklas, maar in een internationale schakelklas (ISK) zijn begonnen. Waarom biedt het Twents Carmel College een taalklas aan? ‘Wij willen dicht bij huis onderwijs bieden aan alle kinderen in onze regio’, antwoordt Julisca Prins, die als adjunct-directeur van het Twents Carmel College, locatie Potskampstraat, verantwoordelijk is voor de taalklas. ‘In de missie van Carmel staat het heel mooi: voor elke mens, voor heel de mens, voor alle mensen. Onze school is er voor iedereen.’ Daar zitten ook praktische voordelen aan. De leerlingen van de taalklas wonen grofweg in een straal van tien kilometer rond Oldenzaal. Om naar de dichtstbijzijnde ISK te gaan, zouden ze dertig kilometer moeten reizen. Op je twaalfde helemaal naar Enschede, in een land dat je nog niet goed kent? Dat is niet ideaal. Als je dicht bij huis naar school gaat, voel je je ook sneller thuis, denkt Prins. ‘Dan kom je ’s middags op straat kinderen tegen die naar dezelfde school gaan als jij.’ Bovendien is de overstap naar een reguliere opleiding makkelijker als de instroomklas in dezelfde school zit. ‘Er moet in korte tijd veel gebeuren om deze leerlingen met succes te laten doorstromen’, legt Prins uit. ‘Het gaat niet alleen om de taal. Ze zijn allemaal uit hun land van herkomst gevlucht; door de situatie daar zijn ze soms weinig naar school geweest en hebben ze veel meegemaakt. Hoe eerder ze bij ons op school zijn, hoe beter we zicht krijgen op hun mogelijkheden en behoeften en hoe makkelijker we een passende plek voor ze vinden. Binnen de school zijn de lijntjes kort.’
Band met leerlingen Het team van de taalklas is met de leerlingen begaan. Alle teamleden hebben bewust ja gezegd tegen dit werk en brengen iets mee dat in de taalklas van belang is. Zo is mentor Eric Steffens ooit opgeleid als docent Nederlands als tweede taal en wil hij in de slotfase van zijn loopbaan graag nog een keer voor leerlingen het verschil maken. Onderwijsassistent Meryem Tunc is zelf als kind met haar ouders vanuit Turkije naar Nederland gekomen en wil iets terugdoen voor het land dat haar en haar ouders kansen heeft gegeven. En Saskia During, in de taalklas docent Nederlands, Engels en mens & maatschappij, vindt het een mooie uitdaging om hier minder “talig” les te geven dan in haar andere klassen. Alle teamleden waarderen de band die ze met de leerlingen opbouwen. ‘De taalklas zit in een centraal gelegen lokaal; rustig maar toch midden in de onderbouw. Als ik op mijn kamer aan het werk ben, heb ik vaak even oogcontact met leerlingen die langslopen’, zegt Julisca Prins. ‘Nog niet zo lang geleden was er een meisje dat maar voor mijn raam bleef staan. Toen ik haar naar binnen wenkte, zei ze: “Ik wil alleen even zeggen dat ik u zo lief vind, u kijkt zo blij.”’ Saskia During heeft soortgelijke ervaringen. ‘Soms komt een leerling zomaar even een knuffel halen. Ik krijg zo veel van deze leerlingen terug!’ En Meryem Tunc houdt van ze ‘alsof het mijn kinderen zijn’. Juist daarom is ze af en toe streng. ‘Ze denken soms dat Nederland een luilekkerland is waarin alles vanzelf gaat. Ik snap het: ze zijn moe van alles wat ze hebben meegemaakt en sommigen dromen nog van wat ze hebben moeten achterlaten. Maar als je hier iets wilt bereiken, moet je wel hard werken. Die les wil ik meegeven.’
Andere taalklassen De taalklas draait nu voor het tweede jaar. Het Twents Carmel College begon ermee op verzoek van de gemeente Oldenzaal, die het belangrijk vindt dat statushouders wortelen in de regio. Om die reden, en omdat de taalklas relatief duur is (de groepen tellen maximaal 14 leerlingen en er is veel begeleiding), levert de gemeente ook een financiële bijdrage, bovenop de standaardbekostiging
per leerling die scholen van het Rijk krijgen. In de aanloop naar de start zijn Eric Steffens en zijn collega’s eerst bij soortgelijke initiatieven gaan kijken. Ze brachten onder meer een bezoek aan een taalklas in het voortgezet onderwijs in Hardenberg en aan een taalklas in het speciaal basisonderwijs in Oldenzaal: De Regenboog. Die laatste klas levert veel leerlingen aan de Potskampstraat; reden voor de twee teams om te gaan werken aan een doorlopende leerlijn. De overige leerlingen komen van een islamitische basisschool in Hengelo, van basisscholen in Losser en Denekamp en uit de eerdergenoemde ISK in Enschede.
Doorstroom Leerlingen kunnen maximaal twee jaar in de taalklas blijven. Afhankelijk van hun leeftijd en mogelijkheden stromen zij door naar een reguliere klas in de onderbouw vmbo, de bovenbouw vmbo, het praktijkonderwijs of een entreeopleiding van het ROC. Aanvankelijk was het idee dat leerlingen op zijn vroegst na een jaar zouden doorstromen. Maar sommige leerlingen bleken al eerder zo ver. Nu bekijkt het team elk halfjaar of leerlingen aan een overstap toe zijn. De eerste resultaten zijn veelbelovend: van de eerste ‘‘lichting’’ had maar één leerling een tweede jaar in de taalklas nodig. De rest is eerder doorgestroomd. Een garantie dat het de leerlingen verder in Nederland voor de wind zal gaan, is dit natuurlijk niet, zegt Eric Steffens. ‘Ze zullen hard moeten werken. Maar de eerste stap naar de samenleving is gezet. Ook dat is een doel dat we met de taalklas hebben. Onze leerlingen helpen bijvoorbeeld geregeld mee bij activiteiten in verzorgingshuizen in de buurt, zoals een high tea.’ Deze “bijdragen aan de buurt” tellen bovendien mee voor een ander maatschappelijk project waar de leerlingen warm voor lopen: de FC Twente Cup. In zes maanden tijd werken voetbalteams uit de hele regio met trainingen, oefenwedstrijden en “sociale buurtbijdragen” toe naar een eindtoernooi dat plaatsvindt in het Trainingscentrum van FC Twente. Ook de taalklas levert hiervoor een team. ‘De taal van het voetbal spreekt iedereen’, lacht Steffens.