Het kennismagazine voor de professional.
September 2024
Eerste editie de BouwZo Bron
Vertrek directeur Rob van Bergen
Toenemend belang van koeling
BouwZo lanceringsevent
Het kennismagazine voor de professional.
September 2024
Eerste editie de BouwZo Bron
Vertrek directeur Rob van Bergen
Toenemend belang van koeling
BouwZo lanceringsevent
Voor jullie ligt de eerste editie van de BouwZo Bron, ons nieuwsmagazine waarin we de belangrijkste informatie, inzichten en updates van BouwZo rechtstreeks met jou delen. Na 74 edities van de ISSO Info vervangt deze eerste BouwZo Bron dit voormalige nieuwsmagazine.
Voor ons als team is dit een spannende stap. We treden sinds deze zomer niet alleen met ons nieuwe platform naar buiten, maar ook met een compleet nieuw merk met een eigen gezicht. Daar hebben we de afgelopen maanden heel hard aan gewerkt. Bij dit nieuwe merk hoort ook dit nieuwsmagazine: de BouwZo Bron.
Betrouwbare informatie
De naam ‘BouwZo Bron’ is zorgvuldig gekozen omdat we daarmee de essentie van BouwZo weergeven. Net als een bronvermelding de oorsprong en betrouwbaarheid van informatie aanduidt, zo maken wij van de BouwZo Bron jouw betrouwbare bron van informatie in de bouwsector. Elke editie kun je rekenen op:
nieuws van onze partners,
informatie over de producten die eraan komen,
nieuws over producten die onlangs zijn verschenen,
trends en ontwikkelingen op ons online platform,
Bij BouwZo zijn we toegewijd om jou de juiste kennis te bieden. Met de BouwZo Bron blijf je daarvan altijd op de hoogte.
Waarom een nieuw merk?
Bij de stap naar een nieuw merk gingen we niet over één nacht ijs. We hebben er lang over nagedacht. ISSO is inmiddels een bekend begrip. Gooien we die naamsbekendheid weg? Nee, zeker niet! De ISSO-kennis is en blijft een begrip als het gaat om gevalideerde kennis. Het goede nieuws is dat ISSO niet als enige partij belangrijke kennis vervaardigt waarmee de professional geholpen is. Al die kennis is hard nodig en verdient daarom één centrale plek waar iedereen die kennis kan vinden. Het creëren van deze plek faciliteren wij graag. Het leek ons echter verstandig om dit niet onder
de ISSO-vlag te doen. Vandaar dat we een nieuw merk introduceren.
Ruimte voor meer kennisaanbieders
We hebben BouwZo, samen met meerdere collega’s en met Danny Verroen (verderop in deze nieuwsbrief lees je meer over hem als merkontwikkelaar) een gezicht gegeven. Daar ben ik super trots op! Het gezicht van BouwZo draagt alles uit waar we voor staan; betrouwbaarheid, centraal en toegankelijk voor iedereen. Dit kunnen we alleen doen samen met al onze partners, waaronder natuurlijk ISSO, maar ook InstallQ, het Rijksvastgoedbedrijf en, naar we hopen, op termijn steeds meer partijen. Met een groeiend kennisaanbod kunnen we de professional zo goed mogelijk bedienen.
Meer mogelijkheden met
Die kennis kan ons vakgebied zowel op als buiten het platform toepassen, want we kunnen de kennis ook in software toepassen. Een mooi voorbeeld is de Makeonline software van KWA, waarmee zij de professional helpen bij het ontwikkelen van een visie op compliance of het verbeteren daarvan. Het enthousiaste team ‘Klant & Verkoop’ van ISSO houdt zich bezig met het aanbieden van de kennis op BouwZo. Zij zorgen dat het platform optimaal functioneert (in samenwerking met team ‘Platform development’) en verzorgen het productiewerk, zodat de kennis op BouwZo wordt gepubliceerd, maar handelen ook alle vragen af die binnenkomen. Natuurlijk zorgt deze afdeling ook voor de marketing en communicatie rondom BouwZo. Onder meer deze nieuwsbrief maken we in huis op.
Nadere kennismaking
Wil je nader kennismaken met de medewerkers die zich bezig houden met BouwZo, dan kan dat op 1 oktober in het Depot in Rotterdam. Daar vieren we de lancering en laten we mensen nader kennismaken met BouwZo! Ontdek, leer en groei met ons mee. Zo maken we van BouwZo jouw bron voor alle informatie die met de bouw te maken heeft.
Kom je ook kennis maken met BouwZo? We zien je graag op 1 oktober*.
Tot dan!
1 oktober 15:00-20:00 Depot Rotterdam
Anneli Pijpers Manager Klant & verkoop
Programma
*aanmelden is gratis en kan via info@bouwzo.nl Kom kennis maken met BouwZo! Hou je agenda vrij op 1 oktober*.
Het team van BouwZo vertelt over het ontwikkelen van het platform en het creëren van een merk.
Michiel Muller, ondernemer en oprichter van Picnic, vertelt over het opstarten van de online supermarkt en het merk Picnic.
Er is entertainment en een hapje en drankje, kortom een interactief programma voor iedereen die kennis wil maken met BouwZo.
Danny Verroen, de blije merkontwikkelaar, is gespecialiseerd in het ontwikkelen van een merk en heeft ook BouwZo een gezicht gegeven. Hoe verbind je het product, de organisatie en de doelgroep met elkaar?
Sinds 1 juli kunnen de relaties van ISSO terecht op BouwZo, het volledig in eigen beheer ontwikkelde kennisplatform. Deze nieuwe online omgeving bevat alle kennis die tot op heden via ISSO Open beschikbaar was. Maar veel meer dan een nieuwe jas voor bestaande kennis, is BouwZo een modern portal waarop de hele bouwwereld actuele kennis kan aanbieden en vinden. Het nieuwe platform is flexibeler, sneller, beter doorzoekbaar en zeker ook klantvriendelijker.
“De afgelopen jaren hebben we veel ervaring opgedaan met ISSO Open, het platform waarop we tot op heden onze kennis en dat van derden publiceerden. We kwamen erachter dat de technologie van dat platform zijn grenzen had, waardoor we niet alle wensen, van onszelf en van derden, konden realiseren. Zo ontstond de wens om een nieuw platform te creëren”, vertelt Michel Verkerk, directeur van ISSO. Samen met Jeanpaul van den Haspel, product owner bij ISSO, vertelt hij dat langzaamaan binnen de organisatie het idee groeide dat ze beter zelf het gedroomde platform konden bouwen. Alle beschikbare software die zij onderzochten, bood niet het pakket aan functionaliteiten die zij nodig hebben. “Er bestaat ook niet, voor zover wij weten, een ‘Platform-as-a-Service’ dat je kunt afnemen en kunt inzetten om daarmee je eigen platform te bouwen”, zegt van den Haspel. “Zo besloten we om zelf te gaan bouwen, wat best een ingrijpend besluit was.”
IT-team
Tot twee jaar terug had ISSO maar 2,5 FTE die zich met IT en het platform bezighielden. Door het besluit om zelf een nieuw platform te bouwen, moest dit team fors worden uitgebreid. “Anderhalf jaar geleden kwamen daarvoor twee developers uit Zuid-Afrika ons team versterken, en een jaar terug vulden we dit team aan met nog twee ontwikkelaars uit Zuid-Afrika. De afgelopen periode hebben we met 6 ontwikkelaars aan het platform gewerkt en zo is het gelukt om een omgeving te creëren die veel voordelen biedt”, zegt Van den Haspel. “Naast verbeterde prestaties, zoals meer snelheid en flexibiliteit, bieden we met BouwZo een grotere gebruiksvriendelijkheid. Klanten kunnen in hun
eigen omgeving veel meer zaken zelf regelen. Ook bedrijven kunnen in een bedrijfsabonnement nu zelf rechten toewijzen en aanpassen. Daarnaast loopt de betaling veel eenvoudiger. Mensen kunnen direct een abonnement afsluiten, een licentie afrekenen, waarna ze meteen toegang hebben tot de kennis op het platform. Bij ISSO Open kon dat niet, waardoor het soms een werkdag, of nog iets langer duurde voordat mensen toegang kregen”, zegt Verkerk.
Sterk verbeterde gebruikservaring Het nu gelanceerde platform biedt zowel ‘kenniszoekers’ als ‘kennisaanbieders’ meerdere nieuwe en verbeterde functies. “Die nieuwe functies variëren van het vastleggen van kennis, het controleren en het publiceren maar ook het personaliseren van kennis. Al die processen kunnen we zodanig inrichten dat elk type klant daar op zijn of haar manier toegang tot krijgt”, vertelt Verkerk. Voor de ‘kenniszoekers’ staat zijn of haar profiel centraal. Vanuit dat profiel kan iemand veel meer zaken zelf regelen. Niet alleen een abonnement afsluiten en betalen, maar ook upgraden of koppelen aan bepaalde producten of een bedrijf. Dit werkt voor iedereen veel efficiënter.
“Ook de gebruikservaring is verbeterd”, gaat Van den Haspel verder. “De wijze waarop we de kennis presenteren is aangepast. De paginabreedte is net wat ruimer, wat ook op mobiele apparaten een verbetering is. En ook het zoeken binnen het platform is, ten opzichte van ISSO Open, een stuk beter. Dit komt doordat we de metadata en het verrijken van de kennis nu zelf konden optimaliseren, waardoor alle kennis beter vindbaar is.
Kortom, de gebruikerservaring is echt een stuk beter en daarmee werkt het eigen maken van kennis voor de gebruiker ook veel gemakkelijker.”
Afzender van kennis is herkenbaar
Wat Verkerk ook belangrijk vindt, zeker ook voor de ‘kennisaanbieders’, is dat de afzender van de kennis veel herkenbaarder is. “Bij elk zoekresultaat ziet de gebruiker direct wie de kennisleverancier is. Je kunt daarop ook filteren. Zo maken we het zoeken nog weer relevanter maar ook intuïtiever. De verwachting is dat we daardoor voor meer partijen met kennis over de gebouwde omgeving een waardevolle aanbieder worden.” Er is wel een belangrijke voorwaarde voor aanbieders die hun kennis op BouwZo willen aanbieden. “Het moet gevalideerde kennis zijn”, zegt Verkerk. “Er moet een ‘peer review’ hebben plaatsgevonden van tenminste twee externe deskundigen. Maar als aan die eis is voldaan, is het platform de ultieme plek om kennis over bouw, bouwfysica en installatietechniek aan te bieden.”
Hoewel BouwZo nu al een zeer gebruiksvriendelijk kennisplatform is, zullen de IT’ers de komende periode functionaliteiten blijven toevoegen. “We willen het zoeken in de kennis verder verbeteren en uitbreiden. Het zoeken binnen de kennisproducten zullen we optimaliseren. Deep search is een wens die bij veel gebruikers leeft, zodat we mensen direct naar de juiste paragraaf in een tekst kunnen leiden. En voor de langere termijn bekijken we hoe Artificial Intelligence (AI) kan helpen bij een nog betere zoekervaring. Het doel is dat we gebruikers zo snel en gericht mogelijk naar de kennis leiden die ze nodig hebben”, vertelt Van den Haspel.
‘BouwZo heeft al 15.000 geregistreerde gebruikers’
ISSO Open uitfaseren
BouwZo heeft al 15.000 geregistreerde gebruikers, over het algemeen mensen die tot voor kort via ISSO Open actief waren. “Sinds we op 1 juli zijn gestart, hebben we alle bestaande relaties overgezet van ISSO Open naar BouwZo. De verwachting is dat we na de zomer ISSO Open uitfaseren en uiteindelijk stopzetten. Een ander, belangrijk voordeel van het nieuwe platform is de mogelijkheid om
de gebruikerservaringen van al die 15.000 mensen aan te wenden om kennis nog gerichter en beter te maken. Via BouwZo kunnen we, op een manier die AVG-proof is, veel effectiever zien hoe en welke kennis de mensen gebruiken. Dit helpt ons bij het bepalen welke kennis in elk geval up-to-date moet zijn of aan welke kennis we daarbij voorrang moeten geven. Verder bieden die gebruikerservaringen ook belangrijke inzichten in trends; bij welk vakgebied of bij welke onderwerpen ligt de grootste behoefte, zodat we weten waar we ons kennisaanbod moeten uitbreiden. We zien ook waar en wanneer mensen in- of uitstappen, zodat we op basis van die informatie de gebruikerservaring verder kunnen verbeteren. Door het verzamelen van al die data en deze op een slimme manier aan te wenden, maken we van BouwZo een uniek kennisplatform.”
Michel Verkerk Directeur
Product owner
Bij de lancering van BouwZo kwam veel meer kijken dan enkel de bouw van het platform en het vullen van de inhoud. Kijk nog maar eens goed naar dit magazine. Van het logo, de kleuren en het lettertype tot de achterliggende visie en missie van het merk; alles is uitvoerig besproken en uitgedacht. De man achter dit hele traject is Danny Verroen, ofwel ‘De blije merkontwikkelaar’.
Heb je je al afgevraagd waarom dit magazine BouwZo Bron heet? Die naam is niet zonder reden gekozen. Het woord ‘bron’ staat namelijk centraal in de merkidentiteit van BouwZo, die merkontwikkelaar Danny samen met de medewerkers van ISSO op papier zette. “Als kennisplatform is BouwZo toch vooral een bron van kennis”, licht hij toe. “Daarbij is er ook een haakje te maken naar bronvermelding. Dat deden we in de vorm van de asterisk, die de basis vormt van de gehele vormgeving.”
‘Als kennisplatform is BouwZo toch vooral een bron van kennis’
Merkfundament
Die vormelementen bedacht Danny niet zomaar. Hieraan gingen ten eerste twee gezamenlijke sessies vooraf. “De eerste stap is altijd om in zulke sessies het merkfundament scherp te krijgen. Dit is de basis van het hele merk: de missie, de visie, beloftes, bewijs en behoeftes van de doelgroep.” Om dit alles op papier te zetten, stelde ISSO een achtkoppig team samen van mensen binnen de organisatie. “Een belangrijke voorwaarde voor zo’n team is dat alle afdelingen erin zijn vertegenwoordigd. Al hun antwoorden op de vraag waar het merk BouwZo voor staat, vormen samen het merkfundament.”
“ISSO had een leuk en divers team samengesteld”, vond Danny, die tijdens de sessies zelf de rol van gespreksleider vertolkte. “Ik hoorde de verschillende perspectieven goed terug, en toch sloten de antwoorden wel op elkaar aan. Waar ze het bijvoorbeeld over eens waren, was dat samenwerking – tussen de gehele bouwkolom – een belangrijke merkwaarde was. Daarbij ging het veel over
het voormalige ISSO Open. De merkidentiteit van BouwZo is anders dan die van zijn voorganger, maar kent tegelijkertijd wel veel overeenkomsten.”
De Wijze, De Gewone Man/Vrouw en De Schepper
Om het merkfundament verder te specificeren, maakte Danny gebruik van de archetypen van psycholoog Carl Jung. Dit zijn 12 persoonlijkheden waar mensen zich in kunnen herkennen, en die daarom vaak worden ingezet voor merkontwikkeling. “Het eerste archetype dat bij BouwZo past, is De Wijze. Dit personage draait op kennis: willen weten hoe de wereld werkt. De link met het kennisplatform is dan ook snel gemaakt. Aan dat archetype hebben we de woorden ‘kennis’ en ‘betrouwbaarheid’ gekoppeld.”
Danny noemde eerder al dat ook ‘samenwerking’ een belangrijk begrip is voor het merk BouwZo. “Hier hoort De Gewone Man/Vrouw bij. Dit archetype gaat over het gemeenschappelijke en sociale: bij elkaar horen, het samen willen doen en er voor iedereen zijn. Op het platform is gevalideerde kennis te vinden, voor en door professionals, maar tegelijkertijd proberen we de algemene communicatie vanuit BouwZo voor iedereen zo toegankelijk mogelijk te houden. ‘Toegankelijk’ is naast ‘samenwerking’ dan ook het tweede kernwoord bij dit archetype.
Het laatste archetype is De Schepper, met daarbij de woorden ‘innovatie’ en ‘inspiratie’. Door kennisdeling inspireert BouwZo mensen; op vakopleidingen en op de werkvloer. Dat past weer bij de ambitie om de gehele branche te helpen om beter en duurzamer te gaan bouwen. Innovatie dus.”
Bouwen op BouwZo
Het merkfundament, de archetypes en bijbehorende toelichtingen verwerkte Danny vervolgens in een presentatie, die door ISSO goed werd ontvangen. “Zo werd die presentatie de basis – het merkverhaal – van het merk BouwZo. Daarna was het aan mij om met dat merkfundament aan de slag te gaan en het merk ook visueel én verbaal vorm te geven. Daarbij horen de kleuren, het logo, maar bijvoorbeeld ook de pay-off ‘Bouwen op BouwZo’. Die pay-off spreekt enerzijds direct de bouwwereld aan, maar laat anderzijds ook zien hoe BouwZo die doelgroep wil bedienen.”
‘Die pay-off spreekt enerzijds direct de bouwwereld aan, maar laat anderzijds ook zien hoe BouwZo die doelgroep wil bedienen’
In het logo staat de eerder al genoemde asterisk centraal. Danny maakte drie varianten van het logo: één met een klein asterisk, één met een grote en één met de pay-off ‘Bouwen op BouwZo’ erin verwerkt. “Voor verschillende gelegenheden kan BouwZo schakelen tussen deze drie varianten, en spelen met elementen uit de vormgeving. Hangt op een evenement bijvoorbeeld een doek met daarop een tekst? Dan kunnen ze daar dezelfde asterisk bij plaatsen, en eronder het eigen logo. Zo verwerken ze niet alleen de huisstijl in het doek, maar speel je ook met het element bronvermelding.” Sowieso voegde hij op basis van de asterisk nog meer stijlelementen toe. “Pijlen, lijnen en hoeken die je in de huisstijl terugziet, zijn allemaal te herleiden naar dit basiselement. Of beter gezegd: naar de bron.”
Wil je de kracht van jouw merk testen? Kijk dan eens op www.deblijemerkontwikkelaar.nl! Hier lees je ook meer informatie over merkontwikkeling.
Met de lancering van BouwZo komt ook een einde aan het dienstverband van Rob van Bergen als directeur van ISSO. Niet dat de twee een direct verband met elkaar houden, maar voor Van Bergen is de lancering wel het moment om een nieuwe stap in zijn carrière te zetten. Bijna 15 jaar was hij directeur van de kennisclub, dat onder zijn leiding een enorme transitie onderging. “Van een input- en vraaggestuurde organisatie ontwikkelden we ons in een vrij rechte lijn tot een ‘Internet of Knowledge’.”
Toen Rob van Bergen in 2010 aantrad en Jaap Hogeling als directeur opvolgde, was ISSO hét gerenommeerde kennisinstituut voor de installatiesector. Jaarlijks ontwikkelde het instituut nieuwe kennisproducten. “Deze projecten waren, eigenlijk bijna zonder uitzondering, input- en financieringgestuurd. Er was een opdrachtgever, er was financiering en er was een kennisbehoefte. Vervolgens gingen we bij ISSO aan de slag om in die behoefte te voorzien. In negen van de tien gevallen verscheen uiteindelijk een gedrukte bundel, een ISSOpublicatie, waarmee de mensen in het veld aan het werk konden.”
Werken aan digitale toekomst
“In de jaren na mijn aantreden begonnen we al direct met een kleine groep mensen te reflecteren op de toekomst van ISSO, onze werkwijze en ons bedrijfsmodel. Natuurlijk zagen we toen al dat de vraag naar en de wens om kennis digitaal te ontsluiten flink toenam. Tijdens de viering van ons 40-jarig bestaan, in 2014, schetste ik – ik stond daar in mijn korte broek met een koe ‘in de wei’ op het podium – een toekomstvisie die we de werktitel ISSO 3.0 meegaven. Daarin gaven we duidelijk aan dat we een digitale toekomst voor ons zagen, waarin kennis steeds meer online beschikbaar is en we deze ook digitaal ontwikkelen en onderhouden. Vanaf dat moment begonnen we in vrijwel een rechte lijn te werken aan de digitalisering van onze kennis.
In 2018 maakten we nog een studiereis naar
Estland die praktisch volledig in het teken stond van
de digitalisering en platformisering van ons kennisaanbod. Daar zijn veel van de ideeën ontstaan voor het platform ISSO Open, dat we deze zomer hebben doorontwikkeld tot BouwZo.”
‘kennis uit de hele bouwwereld ontsluiten’
Inspelen
Belangrijk in die ontwikkeling waren de innovatieonderzoeken die ISSO samen met andere partijen in de installatiebranche uitvoerde. Connect 2030 is zo’n rapport dat uit dergelijk onderzoek naar voren kwam en dat duidelijke kennisbehoeften identificeert. “Connect 2030 en de innovatie-analyse zijn belangrijke drivers geworden en vormen de input voor onze kennisagenda. We zijn hierdoor steeds beter in staat om proactief kennis te ontwikkelen, vooruitlopend op een kennisbehoefte die nog grootschalig moet ontstaan.”
Naast de koerswijziging naar digitale kennisontwikkeling zorgde Van Bergen ook voor een flinke verbreding van het werkveld van ISSO. “In 2018 kwam het portfolio van SBRCURnet op ons pad. Wij zagen direct in dat hun portfolio een goede match kon zijn voor ons kennisinstituut. Zeker als je bedenkt, en dat zien we de laatste jaren steeds nadrukkelijker, dat installatietechniek, bouw en bouwfysica meer in elkaar opgaan en integreren. Dat komt deels door de verduurzaming van ons vastgoed, maar ook door zaken als circulariteit, BIM en energieprestatieadvisering.”
Eén platform voor hele bouwwereld
Zo heeft ISSO, in het jaar dat deze kennisontwikkelaar zijn 50-jarig bestaan viert, zijn plek in kennisecosysteem stevig verankerd. Met de lancering van BouwZo kan ze nu kennis uit de hele bouwwereld ontsluiten, terwijl ze daarnaast haar rol als kennisontwikkelaar als andere kernactiviteit positioneert.
“De bouwwereld is momenteel, als het gaat om kennisaanbod, nog erg versnipperd. Ik hoop dat de bouw zich de komende jaren steeds meer aansluit bij BouwZo om al die eilandjes, die het nu nog vaak zijn, via één platform te ontsluiten voor de professionals in onze sector”, vertelt Van Bergen. BouwZo kan daarin een cruciale rol vervullen. Van Bergen is extra trots op het feit dat het platform een volledig eigen ontwikkeling is, waarmee het veel beter mogelijk wordt om kennis van derden te ontsluiten “Met de lancering van dit platform zijn de taken beter verdeeld: ISSO blijft kennis ontwikkelen, terwijl BouwZo deze kennis uitgeeft en zorgt voor een gebruiksvriendelijk platform.”
‘vooruitstrevend en een tikje eigenwijs’
Goed toegeruste organisatie
Volgens Van Bergen is het huidige team daar goed op toegerust. Michel Verkerk volgt hem op als directeur en geeft leiding aan ISSO. Hij wordt daarin ondersteund door Marco Hofman, verantwoordelijk voor de bestaande en normatieve kennis, Berend Koudstaal voor de projectacquisitie van nieuwe kennis en Anneli Pijpers, verantwoordelijk voor BouwZo en de marketing en communicatie. “Ik ben heel trots op hoe we onze organisatie de afgelopen jaren hebben ontwikkeld. De collega’s die hier werken, verzetten bergen werk en het kennisniveau ligt erg hoog. Er staat een volwassen organisatie met een goed gestructureerd team dat weet wat het moet doen. Daarnaast heeft ISSO ook een prominente plek in het kennissysteem van de branche verworven. We zijn bijvoorbeeld een belangrijke en actieve deelnemer in DigiGo. Ook vervullen we een vooraanstaande rol in de vakmanschapsroute, door het skills- en taakgericht ontwikkelen van kennis. ISSO is echt een ankerpunt geworden als het gaat om kennisontwikkeling en kennisaanbod voor de verduurzamingsopgave waarvoor we staan. Het
belangrijkste is dat we blijven werken aan standaardisatie en opschaling door digitalisering. Dit zijn noodzakelijke voorwaarden voor taakgericht leren en werken. ISSO is er klaar voor. In 50 jaar zijn we uitgegroeid tot een volwassen club, vooruitstrevend en een tikje eigenwijs.”
BouwZo is een onderdeel van ISSO. ISSO ontwikkelt al sinds 1974 kennis voor de professional. De missie van ISSO is beter weten, beter bouwen. Want van beter bouwen komt een beter leven voor ons allemaal. Bij ISSO werken we met ruim 30 enthousiaste medewerkers aan het ontwikkelen van kennis voor de professional. Daarnaast zijn er een aantal collega’s die werken aan het platform BouwZo. We stellen ze graag aan je voor:
“We hebben maandenlang hard naar dit moment toegewerkt. Als de lancering dan eindelijk zover is, is dat best spannend. De livegang van BouwZo markeert voor ons toch ook de afronding van een eerste fase. Er ligt nog genoeg werk, want we hebben nog diverse nieuwe en aanvullende functies die nuttig zijn. Daar werken we de komende tijd aan verder”, vertelt AJ Williams, software developer bij ISSO.
In het team van zes mensen leverde AJ Williams belangrijke bijdragen aan de ontwikkeling van BouwZo. Dit nieuwe kennisplatform voor de bouw en installatiewereld is door ISSO volledig in eigen beheer ontwikkeld. Dit was nodig omdat uit een inventarisatie bleek dat de platformen die marktpartijen konden aanbieden, niet aan onze wensen en vooral niet aan de wensen van onze partners in de bouw- en installatiekolom voldeden. “In oktober vorig jaar ben ik samen met een collega vanuit Zuid-Afrika bij ISSO aan de slag gegaan. Daar waren inmiddels al vier andere IT’ers – onder wie nog twee Zuid-Afrikaners – met deze ontwikkeling gestart. Wij werden aan dat team toegevoegd en vanaf dat moment hebben we continu aan de ontwikkeling van BouwZo gewerkt.”
‘Work items’ op mijn naam “Op een reguliere werkdag start ik om circa half 9 en werp dan een blik op mijn ‘task management’. Daarin staan de ‘work items’ die op mijn naam staan. Dit zijn technische softwareontwikkelingen die ik die dag moet afwerken. De belangrijkste staat bovenaan, met daaronder alle andere taken die nog open staan in volgorde van belangrijkheid. Om half 10 ’s ochtends volgt er meestal een ‘stand-up’. Dan komen we met het hele softwareteam samen en
bespreken we kort alle issues die spelen. Ook lopen we de planning door en kunnen taken worden toegewezen. Als ik of iemand anders een probleem heeft waar hij zelf niet uitkomt, kan hij bij dit overleg ook hulp vragen. Zo’n stand-up duurt meestal 20 á 30 minuten. Daarna gaat iedereen weer aan de slag met zijn eigen work items.”
Frontend en backend
AJ – hij wordt eigenlijk altijd met zijn voorletters aangesproken – werkt zowel aan de voorkant (frontend) als de achterkant (backend) van het kennisplatform. “Ik heb mijn opleiding gevolgd aan een universiteit in Canada. Toen ik daarna naar Zuid-Afrika terugging, begon ik mijn carrière in de softwareontwikkeling. Ik had alleen al sinds mijn middelbare school de ambitie om naar Europa te emigreren, dus ben ik in het buitenland naar werk gaan zoeken. Zo kwam ik uiteindelijk bij ISSO terecht.” Van huis uit praat AJ Zuid-Afrikaans, dat in zekere zin op het Nederlands lijkt. “90% van de woorden in het Zuid-Afrikaans is uit het Nederlands afkomstig. Toch is het Nederlands qua grammatica en stijl een stuk complexer. Ik ben daarom druk bezig om Nederlands te leren. Mijn ambitie is om mijn niveau van deze taal flink op te halen, maar als Zuid-Afrikaner is het vooral lastig omdat ik dingen moet afleren.”
Heel veilig in de stad
“Het leren van een taal vind ik leuk om te doen. Het is eigenlijk een van mijn hobby’s. Daarnaast sport ik graag; ik ben regelmatig in de sportschool te vinden. Als het mogelijk is, ga ik ook golfen. Ik was eigenlijk op weg om professioneel golfer te worden, toen ik mijn motivatie verloor en besloot om in Canada te gaan studeren. Daarna ben ik de golfsport als hobby blijven uitoefenen.” Ook het leven in Rotterdam – “ik woon op wandelafstand van mijn werk, en dat is heerlijk” – vindt AJ een verademing. “Het is een heel groot verschil met waar in ZuidAfrika woonde. Daar had elke woning tralies en/of camera’s om de criminaliteit buiten te houden. Hier voelt het wonen in de stad zo enorm veilig. Ik vind het fantastisch in Rotterdam.”
Met het publiceren van de herziene ISSO-publicatie 55.1 ‘Legionellapreventie in leidingwater’ op BouwZo.nl beschikt de professional over de meest actuele kennis. Aanleiding voor de herziening van deze uitgave is de overgang van Bouwbesluit naar Besluit bouwwerken leefomgeving en de praktische barrières die de markt soms ervaart bij de steeds complexer wordende installaties en beheersplannen. Daarbij zijn recente wijzigingen in de Waterwerkbladen meegenomen bij de herziening. Tevens zijn verbeteringen aangebracht in de teksten naar aanleiding van feedback van gebruikers.
Om besmetting met legionellabacteriën te voorkomen hanteert de overheid regels voor legionellapreventie in collectieve leidingwaterinstallaties. Deze zijn vastgelegd in de Drinkwaterwet, het Drinkwaterbesluit en de Regeling Legionellapreventie in drink- en warmtapwater. De Regeling Legionellapreventie beschrijft hoe de vakman een risicoanalyse en beheersplan moet opstellen. ISSO-publicatie 55.1 helpt medewerkers
bij bedrijven met een nadere uitwerking voor het uitvoeren van de risicoanalyse en het opstellen van een beheersplan voor collectieve leidingwaterinstallaties.
Spanningsveld gecreëerd
Ondanks de zoektocht naar verdergaande energiebesparing, maakt het opwarmen van tapwater in nieuwe woningen inmiddels 50% uit van het energiegebruik. Nog zuiniger warmtapwatersystemen schuren inmiddels aan de volksgezondheid en creëren een spanningsveld. Om bacteriële aangroei en legionellagevaar uit te sluiten, moet tapwater echt goed worden verhit. Tegelijk merkt men in de praktijk ook dat de aanvoertemperatuur in koudwaterleidingen toeneemt door interne en externe hittestress. Die loopt soms op tot 25°C of meer. Dat werkt legionellagroei in de hand. Vooral in gebouwen als ziekenhuizen, verzorgingshuizen, sauna’s en
zwembaden; dat zijn risicogebouwen met vaak een hoog temperatuurregime.
Beperkt of uitgebreid
ISSO-publicatie 55.1 biedt voor de risicoanalyse van een collectieve leidingwaterinstallatie de keuze uit een beperkte en een uitgebreide analyse. Die keuze is afhankelijk van de aard en omvang van aerosolvormende tappunten. In de publicatie staan dan ook duidelijke aanwijzingen hoe professionals in de praktijk de beperkte of uitgebreide risicoanalyse moeten uitvoeren. Om de juiste werkwijze te kunnen bepalen, is ook de beslisboom uit BRL 6010 in de publicatie opgenomen. Uiteindelijk helpt de publicatie bij het vaststellen en elimineren van risico’s door aan te geven hoe men technische installatieaanpassingen of beheersmaatregelen uitvoert.
Opzetten van rapportage
Een ander onderdeel in deze publicatie gaat over de wijze waarop je de rapportage opzet. In aansluiting op de BRL 6010 is de indeling van de rapportage voor risicoanalyse en het beheersplan aangepast. Maar de professional vindt in deze bundel ook een overzicht van algemene voorschriften ten aanzien van veilig ontwerp, realisatie en beheer van leidingwaterinstallaties. Voor de volledigheid bevat
informatie die betrekking heeft op onder meer de wetgeving, componentbeoordelingen, monstername en legionellabacteriën.
Checklist hotspots
Een belangrijke verandering is het verwijderen van de Checklist hotspots uit de publicatie. In de vorige uitgave was deze checklist nog een bijlage, maar nu is besloten om de checklist eruit te halen en als een apart ISSO-rapport op BouwZo te publiceren. De reden daarvoor is dat de Checklist hotspots voor meerdere uitgaven noodzakelijk is. De Checklist wordt binnenkort gepubliceerd op BouwZo.nl.
Publicatie 55.1 is te raadplegen via BouwZo.
Vanaf heden zijn de beoordelingsrichtlijnen voor energieprestatie
BRL9500 Woningbouw en de BRL9500 Utiliteitsbouw van InstallQ gratis te raadplegen op BouwZo. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft deze beoordelingsrichtlijnen als verplichte documenten in wet- en regelgeving aangewezen. Vanaf 1 juli 2024, moeten energie-adviseurs dan ook volgens de bepalingen in deze versies werken.
De 2024-versies van de BRL9500 voor woningbouw en utiliteit bevat wijzigingen die onder meer te maken hebben met:
Een verbeterslag in de scheiding tussen inhoudelijke en procesmatige eisen aan de opname, zoals die van toepassing was in de Beoordelingsrichtlijnen 9500-W en 9500-U en de opnameprotocollen (lees: ISSO-publicaties 82.1 en 75.1);
Een verandering van definities en terminologie als gevolg van:
- de aanwijzing van de BRL9500-W en -U per 1 januari 2024 in de Omgevingsregeling en het Besluit bouwwerken leefomgeving);
- de invoering van de Wet Kwaliteitsborging Bouwen;
Een wijziging van de steekproefmethodiek bij de externe controles in de Woningbouw;
Het verruimen van de mogelijkheden voor het actualiseren van het energielabel zonder de woning of het gebouw opnieuw te moeten bezoeken (herlabeling);
Het uitbreiden van de mogelijkheden om advi seurs die van fraude worden verdacht op te sporen en sancties op te leggen.
De BRL 9500 is gratis te raadplegen op BouwZo met een profiel. Een profiel is gratis aan te maken.
Het vakgebied van warmtepompinstallaties is voortdurend in ontwikkeling.
Nieuwe kennis en inzichten ontstaan bijna dagelijks, en die kennis willen we in de praktijk zo goed mogelijk toepassen. Om professionals daarbij te helpen, verscheen recent de geactualiseerde ISSO-publicatie 98 ‘Lucht/water-warmtepompen in woningen’.
ISSO-publicatie 98 ‘Lucht/waterwarmtepompen in woningen’ biedt professionals handvatten bij het ontwerp, de uitvoering, de oplevering en het beheer van individuele lucht/waterwarmtepompsystemen, met buitenlucht en/of ventilatielucht als bron. Het document beperkt zich in de basis tot één soort systeem: de warmtepomp voor opwekking van verwarmingswater voor ruimteverwarming en tapwater. Eventueel kan dit toestel functioneren in combinatie met een cv-ketel en/of (optionele) koeling.
In de publicatie komen twee varianten aan bod:
Toepassing van een combi-warmtepomp voor verwarming en de bereiding van warm tapwater voor een individueel systeem. De warmtapwater opwekking kan zowel geïntegreerd als separaat bij de warmtepomp zijn geplaatst.
Toepassing van een warmtepompboiler.
Nieuwe kennis
De kennis in de publicatie is nu volledig afgestemd op de meest recente inzichten en installatiepraktijk. Daarnaast zijn de verschillende typen lucht/
water-warmtepompen, over hybride warmtepompen en over afgiftesystemen toegevoegd. Ook zijn er bijlagen over de selectie en dimensionering van deze afgiftesystemen en de ontwikkelingen rond koudemiddelen.
Verwijzingen naar ISSO-publicatie 51
In 2023 verscheen al een nieuwe versie van ISSOpublicatie 51. Deze bevat de meest actuele kennis over het maken van een warmteverliesberekening voor woningen en woongebouwen. Die kennis is van belang om de capaciteit van een warmtepomp zo goed mogelijk te bepalen. Daarom verwijst ISSOpublicatie 98 enkele keren naar de actuele informatie in publicatie 51.
Beschikbaar op BouwZo
De geactualiseerde versie van ISSO-publicatie 98 ‘Lucht/water-warmtepompen in woningen’ is nu beschikbaar op BouwZo.
De geactualiseerde versie van ISSO-publicatie 72 is vanaf nu beschikbaar. De kennis biedt handvatten voor het ontwerp, de uitvoering, de oplevering en het beheer van bodemgebonden water/water-warmtepompen in woningen.
ISSO-publicatie 72 ‘Ontwerpen van individuele warmtepompsystemen voor woningen’ behandelt het gehele proces in de realisatie van bodemgebonden water/water-warmtepompen: van het ontwerp en de uitvoering tot en met de oplevering en het beheer. Naast alle benodigde informatie en handvatten voor iedere fase, besteedt de publicatie ook aandacht aan mogelijke afwijkingen in de praktijk die aandachtspunten opleveren bij het ontwerp.
De kennis beperkt zich in de basis tot één soort systeem: een warmtepomp voor de opwekking van lage temperatuur ruimteverwarming en warm tapwater voor een individuele woning met vrije koeling. Het koelen betreft enkel vrije (passieve) koeling vanuit de gesloten bodemwarmtewisselaar. De systeemopzet die deze ISSO-publicatie behandelt is tweeledig:
Een individuele gesloten bodemwarmtewisselaar als bron van de warmtepomp.
Een combi-warmtepomp voor verwarming, koel ing en de bereiding van warm tapwater voor een individueel systeem. De warmtapwateropwekking kan geïntegreerd zijn of los van de warmtepomp zijn geplaatst.
Deze ISSO-publicatie 72 is een herziening van de versie die in 2022 verscheen. Het normatieve Deel
A beschrijft de programmafase en de benodigde wettelijke activiteiten en werkzaamheden die vereist zijn voor ontwerp, realisatie, onderhoud en beheer. Het informatieve Deel B geeft technische toelichtingen en adviezen voor de uitwerking in de ontwerp-, uitwerkings-, realisatie- en beheerfase.
Daarnaast is er aandacht voor periodiek onderhoud en monitoring. In het document wordt het belang van zorgvuldige selectie van de warmtepomp benadrukt. We verwijzen daarvoor ook naar ISSO-publicatie 51 ‘Warmteverliesberekening voor woningen en woongebouwen’. ISSOpublicatie 72 sluit aan bij ISSO-publicatie 73, die ingaat op het ontwerp en de uitvoering van verticale bodemwarmtewisselaars. Ook sluit ISSO-publicatie 72 aan bij ISSO-publicatie 50 ‘Warmwaterverwarmingsinstallaties’ en het ISSOkleintje Individuele centrale verwarmingsinstallaties die kennis bieden voor het ontwerp en de uitvoering van de cv-installatie in de woning.
Verplichte certificering
Voor ontwerp, installatie, beheer en onderhoud van dit type warmtepompinstallatie in de woning is certificering en erkenning volgens BRL 6000-21/00 noodzakelijk. De BRL 6000-21/00 maakt onderscheid tussen grote en kleine installaties. Kleine installaties zijn individuele installaties met een individuele warmtepomp en een individuele bron voor een individuele woning. Voor de technische invulling van het ontwerp, installeren en beheren verwijst de BRL 6000-21/00 naar de ISSO-publicaties 72 en 73. Voor het boren en installeren van de bodemwarmtewisselaar zijn certificering en erkenning volgens BRL SIKB 2100/11000 en protocollen 2101/11001 noodzakelijk.
De publicatie is te raadplegen op BouwZo.
Er is op korte termijn een uitbreiding nodig in het bijscholingsaanbod voor prefab bouwen, smart grids en intelligente laadsystemen. Deze technologieën stegen de laatste jaren sterk in populariteit en zouden daarom bovenaan de prioriteitenlijst van de technieksector moeten staan. Dat is een conclusie uit het rapport Innovatie Analyse Technieksector 2023, een rapport in opdracht
van Wij Techniek, Techniek Nederland en TVVL, opgesteld door ISSO.
Met de Innovatie Analyse Technieksector geven we inzicht in huidige en opkomende technologieën, de relatie tussen technologieën en soft skills, het huidige bijscholingsaanbod en de match tussen beiden. Het resultaat geeft inzicht in welke bijscholing nog ontbreekt en het verwachte ontwikkeltempo van opkomende technologieën. Daarmee is het rapport in zekere zin een agenda en prioritering voor de ontwikkeling van bijscholing in de komende jaren.
Een leven lang ontwikkelen en leren is, zo stellen wij vast, namelijk cruciaal om de kennis van medewerkers in de technieksector actueel te houden, nu en in de toekomst. Alleen als dat gebeurt, kan de sector opgaves die op haar afkomen naar behoren invullen. Het actueel houden van kennis en vaardigheden vereist dat bijscholing van goede kwaliteit is en aansluit bij de huidige en opkomende technologieën die we in de gebouwde omgeving toepassen.
Het is de vierde keer dat ISSO dit onderzoek voor de installatiesector uitvoert. Kenmerkend verschil met de vorige versie van 2020 is het gebruik van inzichten en thema’s uit CONNECT2030, de derde toekomstverkenning voor Nederland en de installatiebranche.
CONNECT2030 geeft zicht op de impact van techniek in een Nederland dat op weg is naar 2030. De nu verschenen Innovatie Analyse Technieksector heeft een aangescherpte programmering voor de
middellange en lange termijn en is beter bruikbaar voor toekomstige kennisontwikkeling.
Nieuwe prioriteiten
Uit het onderzoek wordt duidelijk dat voor een aantal technologieën en vaardigheden de ontwikkeling of herziening van cursusmateriaal op de korte (0 tot 1 jaar), middellange (1 tot 3 jaar) en lange termijn (3 tot 5 jaar) prioriteit heeft. Dit gaat onder meer om de onderwerpen prefab bouwen, smart grids, energierenovatie, integrale installatieconcepten en multifunctionele daken en gevels.
De analyse toont ook een aantal nieuwe onderwerpen. Denk daarbij aan biobased ontwerpen en bouwen, legionallapreventie in relatie tot temperatuurverlaging in systemen, wijkgerichte aanpak van verduurzaming en riothermie.
Het ISSO-rapport 107983 Innovatie Analyse Technieksector 2023 is gratis te raadplegen via BouwZo na inloggen met een profiel. Een profiel is gratis aan te maken.
Het opladen van elektrische auto’s neemt nu al, maar zeker de komende jaren, een enorme vlucht.
Deze ontwikkeling vereist dan ook veel nieuwe installaties die het laden kunnen faciliteren. Om die reden heeft ISSO het al eerder verschenen Kleintje Elektrische Laadinfrastructuur vernieuwd. De kennis in dit ISSO-kleintje is relevant voor opdrachtgevers, installateurs en installatie-adviseurs.
Steeds meer automobilisten stappen over op een elektrische auto. Dit zijn nog vaak zakelijke rijders, maar ook particulieren willen de overstap maken. Daardoor krijgen steeds meer installateurs de vraag of ze een laadpaal kunnen installeren. Naast het puur plaatsen of ophangen van zo’n laadpunt, brengt dit vaak ook aanpalende werkzaamheden met zich mee. Denk aan het verzwaren of geschikt maken van de verdeelinstallatie in de woning of het gebouw.
Herziening opzet en inhoud
“We hadden al het Kleintje Elektrische Laadinfrastructuur, maar die moet je echt als een voorloper zien van het Kleintje Laadinfrastructuur dat nu verschijnt”, zegt kennisontwikkelaar Henry Lootens. “Waar het oude Kleintje vooral als introductie op deze techniek gold, is de nieuwe uitgave veel praktischer. Zo behandelen we daarin de ontwikkelingen en veranderingen in zowel techniek als weten regelgeving. Deze gaan de laatste jaren zo snel, waardoor het nodig was om de opzet en inhoud van de oude publicatie volledig te herzien. Feitelijk is het bijna een volledig nieuwe publicatie waarmee we veel beter aansluiten bij de wensen in de markt.”
Aansluiting op wet- en regelgeving
Volgens Lootens sluit de kennis bijvoorbeeld aan op richtlijnen en regels in het nieuwe Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). “De Bbl is weer een uitvloeisel van de Europese regels in de EPBD, waarin bijvoorbeeld de eis is opgenomen dat men bij nieuwbouw van bedrijfspanden ook voorzieningen moet treffen voor het laden van elektrische auto’s.
Ook zijn de technische regels rondom de installatie van laadinfrastructuur de afgelopen jaren steeds duidelijker. Iedereen weet inmiddels dat netcongestie in bijna het hele land een probleem vormt. Dat maakt het nog belangrijker dat installateurs goed weten hoe zij een laadpaal, en zeker een heel laadplein, integreren in de totale installatie van een woning of gebouw.
Zeer praktische kennis
Inmiddels is er ook een harmonisatie aan de gang op het gebied van laadprotocollen, kabels, stekkers, enzovoorts. Ook de communicatie met netwerkbedrijven is geharmoniseerd via de aansluitspecificaties van ElaadNL. “Met dit ISSO-kleintje bieden we praktische kennis over de installatietechnische aspecten van de laadinfrastructuur in elke fase van de realisatie. Dit begint al bij de programmafase, vervolgens is er info voor het ontwerp en de uitwerking, en daarna volgt de benodigde kennis voor het installeren zelf.” Volgens Lootens focust het Kleintje Laadinfrastructuur zich op laadpalen en laadpleinen bij woningen en gebouwen. Het installeren van grote snelladers valt buiten de scope, maar de publicatie besteedt er wel wat aandacht aan.
Kijkje naar de toekomst
“Naast de echte praktijkrichtlijnen voor ontwerp en installatie bevat dit Kleintje ook achtergrondinformatie en kengetallen. Hoe kun je bijvoorbeeld van kWh naar kilometers omrekenen en andersom. Het zijn voor veel installateurs toch nieuwe producten en systemen, dus het is ook belangrijk dat ze meer weten van de hele markt, naast de technische ins en outs van de producten die zij zelf installeren. Daarom komen ook toekomstige ontwikkelingen aan bod, zoals DC-to-DC-laden, Smart Charging, veiligheid en mobiliteit hubs.”
Het kleintje Laadinfrastructuur is beschikbaar op BouwZo.nl
In de bouwketen wordt circulariteit een steeds belangrijker thema. We bewegen langzaam toe naar een circulaire bouweconomie. Maar welke rollen zijn nodig om circulaire strategieën te implementeren? In opdracht van het BUSGoCircular project ontwikkelde ISSO een raamwerk voor circulaire interventies in de bouwketen, dat antwoord moet geven op deze vraag. Het raamwerk is te vinden in het gratis beschikbare ISSO-rapport ‘Kwalificatie raamwerk voor circulair bouwen’.
In het BUS-GoCircular project werken verschillende partijen samen om de vraag naar duurzaam energievakmanschap te stimuleren, met circulariteit als aanjager. Het BUS-GoCircular netwerk bestaat uit partners uit negen EU-landen, waaronder ISSO. Het doel van het project is om de vraag naar geschoolde arbeidskrachten op het gebied van duurzame energie te verhogen, evenals het aantal praktisch geschoolde arbeidskrachten in de bouwwaardeketen.
Sleutelelementen Circulaire Economieraamwerk
In dit kader ontwikkelde ISSO een generiek raamwerk (framework) voor interventies in de circulaire economie in de bouwketen. Het raamwerk is gebaseerd op de acht sleutelelementen van het Circulaire Economie-raamwerk. Deze bestaan uit drie kernelementen en vijf faciliterende elementen.
De drie kernelementen zijn:
Prioriteit geven aan regeneratieve hulpbronnen
Behoud en verleng wat al gemaakt is
Afval gebruiken als bron
De vijf faciliterende elementen zijn:
Ontwerp voor de toekomst
Samenwerken om gezamenlijke waarde te creëren
Heroverweeg het bedrijfsmodel
Integreer digitale technologie
Versterk en bevorder kennis
Circulaire strategieën Verdeeld over de acht sleutelelementen zijn er 25 specifiekere circulaire strategieën opgesteld, bedoelt om de energieprestatie van gebouwen te verbeteren. De beroepen, de vakgebieden en de rollen die betrokken zijn bij de uitvoering van deze strategieën, zijn geïnventariseerd over vijf stadia van de waardeketen, te weten:
1. Plannen (Plan)
2. Inkoop (Procedure)
3. Realiseren (Construct)
4. Gebruiken (Operate)
5. Einde van de levensduur (End of Service Life, EoSL)
Op basis van deze stadia maakte ISSO voor iedere strategie inzichtelijk welke verschillende rollen nodig zijn om deze te implementeren. Het raamwerk werd tot slot toegepast op circulaire strategieën voor multifunctionele daken, gevels en interieurelementen, inclusief strategieën gericht op energie-efficientie.
Het raamwerk, inclusief meer informatie over de ontwikkeling ervan, is te raadplegen op BouwZo.nl
In hoeverre kampt de bouwketen met een tekort aan vaardigheden die nodig zijn voor de energietransitie? Om die vraag te kunnen beantwoorden, ontwikkelde ISSO in opdracht van BUS_NL (BUILD UP Skills Nederland) een skills mapping. Het doel van het rapport waarin dit in kaart werd gebracht, is om het tekort aan deze vaardigheden voor de hele sector duidelijk te maken.
Het ontwikkelen van de ‘skills mapping’ was een doelstelling vanuit BUS_NL. ISSO is partner binnen het BUS_NL-netwerk en valideerde de aanpak en uitwerking op verschillende momenten met de andere consortiumpartners en partijen uit dit netwerk. Wat onder meer in het onderzoek naar voren kwam, is dat inzicht in de uitvoering van de taak door de professional essentieel is bij het in kaart brengen van zijn of haar ‘skills level’. Daarom doet deze rapportage geen concrete uitspraak over wie wat te leren heeft. Het geeft slechts een beeld en richting van de ontwikkeling die de medewerkers in de sector nodig hebben.
Skills mapping-methodiek
Om de tekorten inzichtelijk te maken, paste ISSO de skills mapping-methodiek toe die eerder werd ontwikkeld in het project PROF/TRAC. Later is deze methodiek toegepast en uitgebreid in diverse andere projecten. Via deskresearch verzamelde en inventariseerde ISSO ruim 300 specialismen en 100 beroepen. Dat leverde samen dus meer dan 30.000 mogelijke combinaties op. Om dit aantal terug te brengen, hanteerde het team enkele criteria:
Door sterk te vereenvoudigen, bleef een over zichtelijk aantal specialismen over.
De beroepen zijn ingedeeld in werkvelden, die overeenkomen met de werkvelden uit eerdere projecten. Per werkveld zijn twee typerende beroepen uitgewerkt.
Per beroep zijn maximaal 20 specialismen uitge werkt, die voor dit beroep relevant zijn of worden.
Zo is de skills mapping uiteindelijk teruggebracht tot 25 beroepen met ieder maximaal 20 specialismen.
In Bijlage D van het rapport zijn al deze beroepen uitgewerkt in radardiagrammen.
Aanbevelingen
Tot slot leidde de skills mapping tot enkele aanbeveling om de methodiek te doorontwikkelen:
Inzet van data-analyse kan het in de toekomst wél mogelijk maken om een onbeperkt aantal beroepen en specialismen in kaart te brengen.
In een tijd van snelle veranderingen is het wense lijk om de skills mapping vaker te updaten. Dit vergt nu veel handwerk, maar een vorm van digi talisering kan deze methodiek makkelijker maken.
Op de arbeidsmarkt draait het steeds meer om vaardigheden dan om vastomlijnde beroepen. De skills mapping kan hierop inspelen door meer uit te gaan van een takenpakket dan van een beroep.
Het ISSO-Rapport 104773.1 ‘Skillsmapping voor energietransitie van de gebouwde omgeving’ is gratis te raadplegen via BouwZo.
De tweede druk van publicaties 75.2
‘Maatwerkadvies utiliteitsgebouwen’, 82.2
‘Maatwerkadvies woningen en woongebouwen’ en rapport 110293 ‘Modelbeschrijving Maatwerkadvies Woningen, Woon- en Utiliteitsgebouwen’ zijn verschenen. In alle drie de uitgaven zijn diverse correcties en verduidelijkingen doorgevoerd.
ISSO-publicaties 75.2 en 82.2 beschrijven de methode voor het opstellen van maatwerkadvies voor energiebesparing en/of verduurzaming bij respectievelijk utiliteits- en woongebouwen, gebaseerd op de rekenkern van de NTA 8800. De achterliggende formulestructuur staat beschreven in de modelbeschrijving, welke de afwijkingen van de basis NTA 8800 beschrijft. De drie producten verschenen in 2023, maar bleken in de praktijk nog enkele onduidelijkheden en inefficiënties te bevatten. Mede daarom is deze tweede druk nodig.
Afzonderlijke woonfuncties binnen woongebouw
Een goed voorbeeld hiervan is het aantal woonfuncties bij opname van een woongebouw. Eerder ging het opnameprotocol bij woongebouwen altijd uit van één woonfunctie. Dit leidde tot veel vragen en tot onjuistheden in de berekeningen, bijvoor-
beeld wanneer het ging om warmtapwatergebruik. Met name voor woningcorporaties is het wenselijk om de verschillende woningen in een woongebouw afzonderlijk te benaderen. In het geval van VvE’s zijn de gegevens van afzonderlijke woningen juist vaak niet bekend. In de 2e druk is het daarom aan de gebruiker zelf om deze woningen wel of niet apart op te nemen.
Correctiefactoren bij ventilatie
De labelberekening volgens NTA 8800 gaat er vanuit dat de hoeveelheid ventilatie voldoet aan de normen in het Besluit bouwwerken leefomgeving. Maar in de praktijk is dit niet altijd het geval. In de vorige druk werd, afhankelijk van het type ventilatiesysteem, bij het maatwerkadvies gerekend met een correctiefactor van 0,75 (ventilatiesysteem D), 0,5 (systeem C) of 0,25 (systeem A).
Voor spuiventilatie en infiltratie hanteert het de opname een correctiefactor van 0,5. De 2e druk biedt de mogelijkheid om hiervoor zelf een correctiefactor in te vullen.
luchtbehandelingskast
Een van de vereenvoudigingen is de invoer voor de inblaastemperatuur voor de luchtbehandelingskast (LBK). Voorheen kon de gebruiker hier iedere waarde invoeren, maar deze vrije invoer is vervangen door drie standaard stooklijnprofielen: hoog, midden of laag. Het profiel is afhankelijk van de interne warmtelast en de mate van isolatie.
Daarnaast is deze paragraaf over het berekenen van de stooklijn van de LBK, die eerder alleen in publicatie 75.2 stond, ook toegevoegd aan publicatie 82.2. Hoewel LBK’s in de woningbouw minder voorkomen dan in de utiliteit, is er nu ook de mogelijkheid om deze mee te nemen in de opname als deze wél aanwezig is.
Bepaling interne warmtelast en setpointtemperatuur
De methode om de interne warmtelast te berekenen aan de hand van het gemeten elektriciteitsgebruik is vervangen door vrije invoer. Hierbij wordt niet voorgeschreven hoe dit te bepalen. Dit kan naar eigen inzicht berekend worden bijvoorbeeld met behulp van een berekening. De andere methode, op basis van gebruikersprofielen, blijft ook een mogelijkheid. Daarnaast is ook de setpointtemperatuur voor verwarming en koeling vrijgegeven als vrije invoer.
Beschikbaar op BouwZo.nl
Naast de genoemde wijzigingen, sluit de 2e druk van de producten ook aan op de nieuwe NTA8800:2024. De wijzigingen in deze nieuwe bepaling, die per 1 juli van kracht zijn, zijn direct meegenomen in de maatwerkadviezen.
Een overzicht van de wijzigingen ten opzichte van de eerste zijn in PDF beschikbaar op BouwZo.nl. Deze zijn te vinden op de productpagina onder het kopje ‘specificaties’.
De tweede druk van ISSO-publicatie 75.2, 82.2 en ISSO-rapport 110293 zijn te raadplegen via BouwZo.nl.
Op 1 april 2024 heeft het Bestuur van InstallQ de herziene versie van de BRL1201 ‘BliksemVeilig systeemcertificaat voor het ontwerpen, leveren, installeren, beheren, onderhouden en inspecteren van bliksembeveiligingsinstallaties’ bindend verklaard.
Nieuwe certificaathouders moeten per deze datum voldoen aan de eisen van deze nieuwe versie. Bestaande certificaathouders kunnen vanaf dit moment werken met deze nieuwe versie en moeten uiterlijk 1 januari 2026 over een certificaat op basis van deze nieuwe versie beschikken.
Wijzigingen
Belangrijkste wijzigingen in de BRL1201 hebben te maken met:
Het toevoegen van de werkzaamheden beheren, onderhouden en inspecteren. Om in aanmerking te komen voor een certificaat moeten certificaat houders alle mogelijke werkzaamheden in huis hebben (al dan niet via een holding) en voldoen aan de eisen die de BRL hieraan stelt;
Vernieuwing van de hoofdstukken ‘Beheer van meet- en persmiddelen’ en ‘Vakbekwaamheidseisen’. De vakbekwaamheidseisen zijn voor alle onderscheiden functieniveaus inclusief de nieuwe functie van inspecteur, nieuw gedefinieerd via een examencommissie onder de vlag van de Vakbekwaamheidscommissie van WijTechniek;
Actualisatie van de lijst van technische begrippen.
De BRL is gratis te raadplegen na inloggen met een profiel. Het aanmaken van een profiel is gratis.
We werken samen met verschillende partners zoals kennisleveranciers als ISSO, InstallQ, Rijksvastgoedbedrijf, etc. Door een centrale plek te bieden voor alle betrouwbare kennis heeft de professional alle bouwkennis die nodig is in de dagelijkse praktijk. Deze kennis kan weer beschikbaar worden gemaakt in relevante software, en daarvoor werken we samen met softwareleveranciers.
Opleiders kunnen de kennis gebruiken in hun opleidingen. Zo kan iedereen bouwen op BouwZo.
Lees meer over deze samenwerkingen op over.bouwzo.nl
In deze rubriek lees je meer nieuws van onze partners (BouwZo is niet verantwoordelijk voor onjuiste informatie).
Nederland heeft zo’n
2800 EP-adviseurs die energielabels van woningen en gebouwen mogen afgeven en registreren. Slechts een deel van hen mag de energielabels registreren van woningen die na 1 januari 2021 zijn opgeleverd. Inmiddels worden er regelmatig (vakantie) woningen en gebouwen verkocht met een opleverdatum van na 1-1-2021.
Daardoor moeten vele EP-adviseurs deze opdrachten noodgedwongen naar een collega adviseur doorschuiven. Toch kunnen ook zij, met wat extra training, deze nieuwere panden voor hun rekening nemen.
Wil jij als EP-adviseur beter inzetbaar zijn binnen je eigen werkgebied? Zorg dan dat je ook de vakbekwaamheid voor de Detail-methode binnenhaalt. Met die aanvullende kennis mag je alle woningen (en bij EP-U ook gebouwen) voorzien een energielabel. Bovendien mag je ook BENG-berekeningen maken die nodig zijn voor de aanvraag van een omgevingsvergunning.
Doorgroeien naar maatwerkadviseur
De Detailmethode is ook een mooie opstap richting maatwerkadviseur. Wanneer je als maatwerkadviseur (MWA) aan de slag gaat, moet je RC-berekeningen van de constructies kunnen maken. Eerst verzorg je een ‘nulmeting’ van de woning en daarbij geef je de mogelijke verbetermaatregelen op. Zodra de klant de verbetermaatregelen heeft uitgevoerd en om een verbeterd energielabel vraagt, is het fijn dat je ook de waardering aan dat verbeterde energielabel kunt geven, zoals
je vooraf hebt geadviseerd.
Ben je EP-WB/UB adviseur dan moet je bij verbetering van de woning de isolatie weer opnemen met de isolatiedikten in centimeters, eventueel aangevuld met een verklaring uit BCRG. Maar op die wijze kom je helaas niet op de berekende Rc-waarde die je in het advies opnam. Daarmee haal je ook niet altijd het energielabel waarop je het verbeteradvies hebt geschreven. Dat zou jammer zijn en je zou zelfs een flater slaan, omdat je niet kunt leveren wat je zelf hebt geadviseerd. Wanneer je, naast MWA, tevens Detail-adviseur wordt, mag je bij het verbeterde energielabel wél de Rc-waarde berekenen, zoals je ook behoort te doen bij de opmaak van het MWA-adviesrapport aan de klant.
Alle EP-adviseurs moeten voortaan kennis hebben van de BRL9500 én als het goed is ook van het kwaliteitshandboek van uw organisatie. Is dat ook zo? De kwaliteitscoördinator van uw organisatie weet die vraag wel te beantwoorden. Vraag het gerust eens na. En vraag dan niet om de formaliteit maar vraag eens naar de inhoudelijke kennis van de bij uw organisatie aangesloten EP-adviseurs over uw eigen kwaliteitshandboek en de daarbij behorende BRL9500. Juist, het zou mooi zijn als iedereen inhoudelijk weet hoe de processen binnen de organisatie zouden moeten werken.
Of ze dat weten, maakt in grote lijnen niet direct uit voor de processen en de manier van werken. Maar het zal iedereen, en zeker de kwaliteitscoördinator, wel enorm helpen bij de uitvoering van alle processen en de overloop van de processen in elkaar. Dat heeft uiteindelijk weer een positief effect op de interne en externe controles die plaatsvinden. Het doel en resultaat is dat de totale kwaliteit van de opgemaakte energielabels beter wordt.
Training volgen?
Middels een incompany-training geven wij uw EP-adviseurs graag uitleg over de processen binnen uw eigen organisatie en geven we hen een inhoudelijke cursus over de toepassing van de BRL9500. Wilt u meer weten, neem contact met ons op en ga naar onze website: www.BengOpleiding.nl
Etran is sinds april 2024 officieel scholingspartner van UWV. Hierdoor kan nu ook UWV de basisopleiding tot
Energieprestatieadviseur Woningbouw (EP-W/B) aanbieden. Deze training is geschikt voor bijvoorbeeld zij-instromers met een WW-uitkering en mensen die toe zijn aan een carrièreswitch. Etran verwacht vanaf september 2024 een flinke impuls aan deze opleiding te geven.
Opleiding tot EP-W/B adviseur
In de zevendaagse EP-W/B opleiding, waarin de ISSO-kennis centraal staat, leren kandidaten over het beoordelen van de energieprestatie van woningen en het opstellen van een energielabel. Daarnaast organiseert Etran zeven gezamenlijke leerochtenden. Hierin staat het toepassen van de theorie en het kennismaken met de praktijk centraal.
examens. Verder verzorgt Etran bezoeken aan bedrijven om praktische kennis op te doen over isolatie, ventilatie, afgiftesystemen, warm tapwater en het opwekken van duurzame energie.
De praktijkgerichte aanpak met klassikale lesdagen en gezamenlijke leerochtenden, begeleiding van ervaren adviseurs, praktijkopdrachten en meeloopdagen onderscheidt Etran van andere aanbieders. Dit alles met als doel de slagingspercentages te verhogen.
Bemiddeling naar een baan
Etran zorgt ervoor dat de professionals na het afronden van de opleiding naar een passende baan worden begeleid. Bijvoorbeeld als energielabeladviseur, energiecoach, verduurzamingsadviseur en coördinator Fixteam/bestrijding energiearmoede bij gemeenten, provincies en bouwkundig adviesbureaus.
De opleiding is niet alleen geschikt voor zij-instromers, maar ook voor zzp’ers en bouwkundigen of installateurs die hun kennis willen verbreden. Op dinsdag 17 september 2024 start de praktijkgerichte en klassikale EP-W/B opleiding in Oosterwolde. Op dinsdag 24 september 2024 start hetzelfde traject in Zwolle.
Ga voor meer informatie en aanmelding naar de website van Etran: www.etran.nl.
Investeer in de nieuwste Bouwfysica kennis en kunde.
Opleiding Bouwfysica
Post-hbo-opleiding over de integrale aanpak ter bevordering van een gezond binnenmilieu
Start: 12 september 2024 in Utrecht
Tijdens de post-HBO-opleiding Bouwfysica leer je meer over de theoretische beginselen van de bouwfysica. We behandelen een integrale aanpak om een gezond binnenmilieu te bevorderen. Daarnaast leer je over de toepassing van advisering en onderzoek in de praktijk en krijg je meer kennis van de bouwfysische onderzoeks- en bepalingsmethodieken. Andere onderwerpen die in deze opleiding zitten, zijn:
alles over bouwfysica en de achterliggende theorieën,
problemen in de bouwpraktijk voortijdiger signaleren en oplossen,
meetmethoden en -instrumenten die gebruikelijk zijn,
benodigde berekeningen maken, zoals geluidsisolatie-, ontvluchtings- en dampspanningsberekeningen,
meer over gebouwsimulatieprogramma’s.
By BouwZo
Post-hbo-opleiding op het gebied van geluid en het voorkomen van geluidsoverlast
Start: 10 september en 12 september 2024 in Utrecht
In deze opleiding leer je om de problemen op het gebied van geluid en trillingen op een onderbouwde wijze te signaleren en op te lossen. Hiervoor gebruiken we het brede scala aan meetmethoden, instrumenten, berekeningen en simulaties.
Na het volgend van deze opleiding heb je inzicht in:
de fysische grondbeginselen van geluid en trillingen,
de oorzaken van geluidsoverlast en trillingen en de ingrepen om dit te beperken (lawaaibeheersing),
zelfstandig rekenen aan de geluidoverdracht, ten gevolge van industrie, installaties en weg-, railen luchtvaartverkeer,
rekenen aan geluid in en rond gebouwen, al dan niet beïnvloed door scheidingsconstructies,
de relevante wetgeving: de Wet geluidhinder, de milieuwetgeving, het Activiteitenbesluit en het Bouwbesluit.
Haal deze expertise in huis en verbeter je kennis op het gebied van bouwfysica, regelgeving en akoestiek. Kijk voor
Om te voldoen aan de verplichtingen van een systeemdossier voor alle zonnestroominstallaties, zoals omschreven in NEN-EN-IEC 62446-1, lanceert Solar Techniek Nederland (STN) het Systeemdossier.nl. Dit geeft klanten, inspecteurs en installateurs toegang tot alle relevante documentatie van een pv-systeem.
Het systeemdossier omvat alle belangrijke systeemdocumenten en de categorie 1 meting. Tegelijk vormt het een onmisbaar onderdeel bij een eerste en vooraf bepaald onderhoudsmoment.
Voor wie is Systeemdossier.nl
Installateur
Het systeemdossier helpt pv-installateurs om te voldoen aan de NEN-EN-IEC 62446-1 verplichtingen. Daarnaast geeft men elke pv-eigenaar via systeemdossier.nl inzicht in de verplichte nulmeting. Deze scan gebeurt aan de hand van een Quick Scan met een Vitale Punten Inspectie-plan (VPI-plan). De inspectie wordt uitgevoerd door een installatie/inspecteur die de klant zelf uitkiest. De installateur/inspecteur verdient €295 euro ex. btw aan deze VPI. Deze wordt nadien gefactureerd aan Solar Quality. Voor eventuele herstelwerkzaamheden die uit de inspectie voortvloeien kan de installateur/inspecteur een offerte opstellen. De klant kiest dan of de installateur/inspecteur de werkzaamheden mag uitvoeren.
Pv-eigenaren
Pv-eigenaren kunnen zich aanmelden bij het systeemdossier als ze zonder installateur zitten en een kwaliteitskeurmerk willen ontvangen voor de pv-installatie. Om het systeemdossier up to date te houden, betaalt de pv-eigenaar €3 per maand.
Andere belanghebbenden
Verzekeraars: om te bevestigen dat pv-installa ties veilig zijn.
Makelaars: om klanten te informeren over de staat van de pv-installatie bij aan- en/of verkoop van woningen.
Woningcorporaties: kunnen hun pv-systemen
hierin kwijt. De verschillende installateurs die betrokken zijn kunnen per project aan het dossier worden toegevoegd.
Garantiefondsen: waarin onderhoud en calamiteiten-inspecties zijn ondergebracht.
Zorgwekkende gebreken
Uit onderzoek blijkt dat meer dan 98% van alle particuliere pv-installaties geen opleverdocument heeft. Meer dan 90% van alle bestaande pv-installaties vertoont zelfs (ernstige) gebreken. Daarom initieerde Solar Techniek Nederland (STN) het Systeemdossier.nl. Via Solar Quality, net als Systeemdossier.nl een handelsnaam van STN, biedt zij VPI’s (Vitale Punten Inspectie) aan met als basis het opleverdocument van InstallQ. Het VPI-plan is een aanvulling op het InstallQ document. De VPI is inclusief het melden van de gebreken en classificatie daarvan wat verwerkt wordt in een hersteladvies.
Klant niet de dupe van faillissementen
Via het systeemdossier kan de pv-installateur installaties van klanten die getroffen zijn door faillissementen van hun eigen installateur inzien. Eventuele gebreken komen direct aan het licht en kunnen spoedig worden hersteld.
VPI inspectie (inclusief InstallQ opleverdocument)
Met behulp van het opleverdocument van InstallQ wordt met de VPI de status van het pv-systeem in kaart gebracht. Waarna een minimale status van redelijk & aanvaardbaar volgt. De pv-eigenaar betaalt hiervoor €395 euro aan Solar Quality via
systeemdossier.nl. Is er geen opleverdocument van InstallQ, dan wordt deze alsnog gemaakt en aangevuld met de VPI.
Het plan bestaat uit een visuele inspectie en de categorie 1 pv-meting gebaseerd op de NEN-ENIEC 62446-1.
Herkenbare visuele vitale punten zijn onder andere:
- Geen kabels door regenpijp en/of waterafvoer kanaal
- Geen kabels door rookgasafvoerkanaal
- Geen kabels door ventilatiekanaal
Herkenbare vitale pv-metingen zijn onder andere:
- Ononderbrokenheid van de vereffeningsleiding en een juiste Rpe-waarde
- Riso-waarde AC/DC-kabels
- Circuitimpedantie Zi en Zs
Soorten inspecties
De pv-eigenaar kiest de benodigde inspectie. De basis is altijd de VPI waarbij de redelijkheid en aanvaardbaarheidstoets wordt afgenomen. De keuzemogelijkheden zijn:
Eerste basisoplevering (nieuwe installaties)
Kwaliteitseisen aan installateur/inspecteur
Om als installateur/inspecteur toegang tot het systeemdossier te krijgen en er gebruik van te kunnen maken, betaalt hij €295 euro ex. btw per maand. Ook moet hij voldoen aan deze kwaliteitseisen:
Het installatiebedrijf is InstallQ Erkend en voldoet aan het aanwijsdocument en outillagelijst.
De Installateur beschikt over de juiste en gekali breerde meetinstrumenten, inclusief een teles coopcamera, zoals beschreven in de outillagelijst van InstallQ.
De medewerker die de inspectie en/of de ople vering uitvoert heeft minimaal 3 jaar ervaring als InstallQ-gecertificeerd allround pv-installateur. Het certificaat is niet ouder dan 3 jaar.
Er is een inspectiecertificaat Praktijkgericht Inspecteren (PI) van Solar Techniek Nederland nodig om aan te tonen dat de vakbekwaamheidseisen ten behoeve van de VPI ook daadwerkelijk aanwezig zijn.
Deze cursuskosten voor de 2-daagse Praktijkgericht Inspecteren bedragen € 1.120 ex btw.
Als het gaat over binnenklimaat, is er al jaren veel aandacht voor comfortabele en energiezuinige verwarming. Maar aan de andere kant wordt ook koeling steeds belangrijker. Met iedere zomer lijkt de vraag naar koeling in zowel woningen als utiliteitsgebouwen verder toe te nemen. Daarom is het logisch dat deze ontwikkeling ook in diverse ISSO-publicaties meer naar voren komen.
Een goed voorbeeld hiervan is het ISSO-rapport Integraal Ontwerpen voor Zomercomfort, waar een team van ISSO-experts momenteel hard aan werkt. Een van hen is Technisch Specialist Noortje Alders. “We merken dat het onderwerp hittestress in de zomer heel actueel is, maar in de winter al snel weer naar de achtergrond verdwijnt”, vertelt ze. “Wanneer het heel warm is, worden bijvoorbeeld airco’s of koelmachines geplaatst. Maar eigenlijk ben je dan achteraf ‘brandjes aan het blussen’.”
‘eigenlijk ben je dan achteraf brandjes aan het blussen’
Hittestress al in ontwerpfase voorkomen
Mede daarom ging ISSO met deze nieuwe publicatie aan de slag. “In dit rapport geven we aanwijzingen en adviezen om hittestress in de gebouwde omgeving al in de ontwerpfase tegen te gaan”, legt Alders uit. “We richten ons daarbij op zowel nieuwbouw als bestaande bouw, en zowel woningen als utiliteitsgebouwen. Naast het gebouw zelf komen ook terreininrichting, stadsontwerp en gebiedsontwikkeling aan bod. Hierbij baseren we ons op de Ladder voor Koeling.” De Ladder voor Koeling, ontwikkeld door OSKA (Overleg Standaarden Klimaatadaptatie), verdeelt de verschillende koelingsmaatregelen die we kunnen nemen in schaalniveaus van groot naar klein.
“Dat begint met natuurlijke koeling in de omgeving, door bijvoorbeeld vegetatie en water. Dit vormt een
goede basis voor een koel gebouw. Ten tweede kijken we naar het gebouw zelf; in eerste instantie door te voorkomen dat warmte de woning binnenkomt. Dit kan door zonwering, maar ook de manier waarop een gebouw is ingedeeld speelt een rol. Dan volgen vormen van passieve koeling, zoals thermische massa en zomernachtventilatie. Voor de laatste schaal op de ladder kijken we naar de inzet van actieve koeling.
“Door op de hogere schaalniveaus al ontwerpmaateregelen te nemen, is de benodigde capaciteit voor actieve koeling vaak veel lager”, licht Alders verder toe. “Dit kunnen we daardoor makkelijker duurzaam realiseren, door bijvoorbeeld het gebruik van een warmtepomp of relatief kleine airco’s en koelmachines”. Deze ladder hanteert ISSO dus ook in het rapport Integraal Ontwerpen voor Zomercomfort, dat naar verwachting eind 2024 verschijnt.
Naast dit nieuwe rapport, krijgt ook de bestaande ISSO-publicatie 74 ‘Thermische behaaglijkheid’ een grondige update. “Ook dit heeft te maken met de groeiende aandacht voor koeling”, aldus Alders. “Er gelden steeds meer richtlijnen en eisen op dit vlak, zoals de TOjuli die in de NTA8800 is opgenomen. Daardoor neemt het gebruik van ISSO-publicatie 74 de laatste jaren sterk toe. Dat terwijl de publicatie in 2014 voor het laatst is herzien. Het was dus hard nodig om dit document eens goed onder de loep te nemen. Dat zullen we ook blijven doen; in de toekomst willen we deze en andere publicaties vaker
van korte updates voorzien.”
In dit geval ging het vooral om de nodige verduidelijkingen. “Inhoudelijk verandert er weinig, maar we merkten dat lezers sommige zaken in de publicatie wel eens verkeerd interpreteren. Om dat te voorkomen, brengen we duidelijkere definities, uitleg en nuances aan. Ook maken we een scherper onderscheid tussen de verschillende fases: de ontwerp-, bouw- en gebruiksfase. En ook de verschillende doelgroepen: de opdrachtgever, ontwerper, installateur, gebruiker en gebouwbeheerder. Daarmee maken we voor de lezer duidelijker wanneer en voor wie bepaalde eisen gelden.” Ook de herziening van ISSO-publicatie 74 staat gepland voor eind 2024.
‘Het was dus hard nodig om dit document eens goed onder de loep te nemen’
Meer aandacht voor passieve koeling Naast de twee bovenstaande publicaties, verschijnt Deel 5 van het Handboek Bouw- en Installatietechniek over Binnenklimaat. Het is na Deel 1 (Basis), Deel 6 (Sanitairtechniek), Deel 8 (Duurzame energietechniek) en Deel 9 (Model kwaliteitsborging gebouwde omgeving) het vijfde deel van het handboek dat ISSO per deel uitbrengt. “De inhoud van Deel 5 is grotendeels overgenomen van hoofdstuk 4 van het oude Handboek Installatietechniek”, vertelt Alders. “Maar dan wel met de nodige actualisaties. Zo schrappen we enkele verouderde technieken voor verwarming en koeling, en voegen we juist nieuwe technieken toe.” Het is opnieuw een nieuwe publicatie met veel meer aandacht voor koeling. “Dit kwam al aan bod in het handboek, maar lang niet zo uitgebreid als verwarming. Bovendien ging het vooral over luchtkoeling met airco’s en koelmachines. Manieren van passieve koeling, zoals bijvoorbeeld vloerkoeling of WKO, werden nog niet of nauwelijks behandeld. Dat voegen we nu toe. Daarnaast besteden we meer aandacht aan gebouwbeheersystemen: hoe stem je de verschillende aspecten van binnenklimaat –verwarming, koeling, maar ook ventilatie – op elkaar af?”
De producten verschijnen dit jaar op BouwZo.
Noortje Alders Specialist
Wie werkt met klimaatinstallaties, heeft te maken met een snel veranderend werkveld. Hierbij kun je denken aan nieuwe technieken, veranderende wet- en regelgeving en automatisering. Bijvoorbeeld de eisen voor brandveilige doorvoeringen voor installaties. Voor ISSO is het daarom zaak om haar publicaties actueel te houden. Jos de Leeuw, specialist Klimaatinstallaties in gebouwen, vertelt welke publicaties binnen zijn vakgebied een herziening te wachten staat.
ISSO-publicatie 809 ‘Brandveilige doorvoeringen’ beschrijft hoe professionals brand- en rookwerende doorvoeringen van leidingen, kabels en kanalen kunnen realiseren. De huidige versie, uit 2014, wordt veelvuldig gebruikt door de installatiesector en controlerende instanties. Daarom is het van belang om deze weer in lijn te brengen met de meest actuele wet- en regelgeving. “In 2020 verscheen de nieuwe NEN 6075, met daarin informatie over het weren van relatief koude rook. Dat nemen we mee in de herziening van ISSO-publicatie 809”, vertelt De Leeuw. “Dat geldt ook voor de nieuwste regelgeving uit het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).”
‘Daarom is het van belang om deze weer in lijn te brengen’
Aandachtspunten en handvatten
Naast deze updates met betrekking tot regelgeving, voert ISSO nog meer wijzigingen door om het document te actualiseren. “Zo voegen we nu railkokers toe als nieuw type doorvoer, evenals nieuwe producten voor het brand- en rookwerend doorvoeren van leidingen”, somt De Leeuw op. “Bij kunststof en metalen leidingen maken we onderscheid tussen geïsoleerde en niet geïsoleerde leidingen. En we voegen een hoofdstuk toe dat ingaat op kwaliteitsborging, zowel tijdens de bouwfase als daarna.”
Tot slot verschuift de insteek van de publicatie van het bieden van kant-en-klare oplossingen, naar het aanreiken van aandachtspunten en handvatten. “Het document staat nu nog vol met specificatiebladen, met daarin tot in detail uitgewerkte oplossingen. Maar dergelijke voorbeelden zijn tegenwoordig niet meer geschikt als onderbouwing op een project. In plaats daarvan is altijd een geteste oplossing nodig.
‘Daarmee is het ook voor beginners in het vak een handig document’
Bovendien kun je gedetailleerde uitwerkingen nu veel makkelijker online vinden dan vroeger.
Daarom beperken we ons in ISSO-publicatie 809 tot de – eveneens vernieuwde – overzichtsbladen, waarin we de meest voorkomende oplossingen globaal uitwerken. Daarmee is het ook voor beginners in het vak een handig document om te zien wat er allemaal beschikbaar is.”
Twee keer Kleintje Gas
Een ander project is het vernieuwen van ‘Kleintje Gas - ontwerp’ en ‘Kleintje Gas - montage & onderhoud’. In 2019 werd het ‘Kleintje Gas’ al opgesplitst in deze twee afzonderlijke publicaties. Het ‘Kleintje Gas – ontwerp’ richt zich met name op ontwerpers, terwijl de kennis die installateurs en monteurs nodig
hebben, te vinden is in het ‘Kleintje Gas – montage & onderhoud. “Maar vanwege vernieuwde regelgeving was een nieuwe update van beide documenten noodzakelijk”, vertelt De Leeuw. Daarbij heeft hij het enerzijds over een vernieuwing van de NEN 1078, de normering voor gasinstallaties met een werkdruk tot en met 500 mbar. Daarnaast zijn ook een aantal delen van de NPR 3378 – een praktische invulling van deze NEN-norm – aangepast. Momenteel voert ISSO al deze wijzigingen dus ook door in de twee Kleintjes Gas.
De updates van ISSO-publicatie 809 en de beide Kleintjes Gas verschijnen dit jaar op BouwZo. Voor de iets langere termijn staan nog enkele andere herzieningen op de planning. “Zo zijn we nu bezig met ISSO-publicatie 44 over het ontwerp van hydraulische schakelingen voor verwarmen.
De huidige versie van dat document stamt nog uit 1998, dus het is zaak om deze volledig aan te passen aan de wereld van nu.
‘Denk bijvoorbeeld aan veel extra aandacht voor verduurzaming’
Denk bijvoorbeeld aan veel extra aandacht voor verduurzaming. Deze herziening publiceren we in 2025. Aansluitend nemen we dan ook ISSOpublicatie 47 over het ontwerp van hydraulische schakelingen voor koelen onder handen.”
“Daarnaast zijn we bezig met een herziening van ISSO-publicatie 81 over het ontwerpen van warmtepompinstallaties voor utiliteitsbouw, die ook in 2025 zal verschijnen. Tot slot staat een update van ISSO-publicatie 49 ‘Kwaliteitseisen vloer- en wandverwarming en vloer- en wandkoeling’ op de agenda. Hiermee beginnen we na de zomer, dus ook deze herziening staat gepland voor volgend jaar. Als de publicatiemomenten van deze documenten dichterbij komen, zullen we hierover meer communiceren via ISSO.nl en BouwZo.nl”, besluit De Leeuw. Uiteraard zijn de huidige versies hiervan nog gewoon te raadplegen via BouwZo.