Merel van Gasteren Gedichten
Fluister zachtjes in mijn hand kruip en kietel op mijn wang badend in de zoute rivieren en huil mee
Wees een rilling die dreunt van mijn schedel langs mijn rug
tot het kleinste topje in mijn teen Verlaat en laat mij
Hier en nu Verlaat en laat mij
Achter
Geestend door de gaten
in mijn hoofd
Zo voelt het al dagen
dwalend in de gangen
die mijn gedachten zijn
Spoorloos op de wegen
die verbinding maken
Verdoofd van het prikkeldraad
die zich om mij bindt
Snijdend in de huid
elke porie afgaand
Zoekend naar Asterion in het labyrint
maar vergeten het touw te binden
aan elke vezel in mijn lichaam
en zo schreeuwend om licht te verdwalen
nooit mijn vleugels te verbranden aan de zon
Hier hang ik mijn gedachten te drogen in een omhulsel van wie ik ooit was Een vervelling van mezelf
Mijn huid liet los na zo lang gedoken te hebben
Het zout kristalliseerde zich en vereeuwigde mij in deze staat compleet losgelaten en verstoten
zwevend van deze aarde
Want zwaartekracht heeft geen zwaarte meer de warmte van de zon geeft alleen maar schaduw
Het brak mijn botten verpletterd door de kracht leeggezogen door alle lucht in elkaar getrokken van de ademloosheid veroordeeld tot eeuwige kalmte
Het begon heel klein
een nagel viel
Zo insignificant in al het grote
totdat langzaam
De vinger
beetje bij beetje ging
De huid trok weg
en het vlees
Het bot brak
Verpulverd tot sneeuw
Stuk voor stuk
brokkelde ik
Stuk voor stuk
ging ik
Stuk voor stuk was ik
Ik lig hier ‘s avonds starend naar het plafond wachtend tot de schaduwen samenvloeien in dans
Ik laat een notitie achter op jouw huid een gedachte die mij ontglipte een souvenir van deze avond En vraag mij af
Wat als elke aanraking zichtbaar was?
de vingers zwart aan het eind van de dag Geheimen ontbloot en getoond obsessief wrijf ik langs m’n armen in de gedempte uren van de nacht
Zou je nog voorzichtig zijn als je wist dat ik niet brak?
Fragmentatie van het lichaam.
In deze bundel onderzoek ik hoe een persoon met de tijd kan verbrokkelen. Letterlijk en figuurlijk. Het lichaam is constant in verandering en een verzameling van sporen. Denk aan: sproeten, littekens en huidschilfers.
Fragmenten van het lichaam die een impressie achter laten van wie je was. En nooit meer zal zijn.
Wat zal er in de toekomst van jezelf overblijven?
Wordt je in gedachten bewaard?
Of wordt dit leven gereduceerd tot een paar stoffelijke resten?