Op de toekomst gericht Jaarverslag 2014
Onze visie Betere gezondheid voor kwetsbare jonge vrouwen in Afrika Missie Amref in Nederland werkt aan een betere gezondheid van kwetsbare jonge vrouwen in Afrika. We richten ons op fondsenwerving en het creëren van draagvlak bij publiek en politiek. We ondersteunen Amref in Afrika bij haar werk om gemeenschappen mondig en sterk te maken en duurzame gezondheidssystemen op te zetten. Zodat ook jonge vrouwen de gezondheid en de zorg krijgen waar ze recht op hebben. Onze inzet daarbij is verbindingen leggen, kennis delen en lobbyen. Daarbij gaan we uit van de behoeften, maar vooral van de eigen kracht van de Afrikaanse bevolking. Onze kernwaarden zijn openheid, integriteit en efficiëntie. Statutaire doelstelling Stichting Amref Nederland 1. De stichting heeft ten doel de gezondheid van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen in Afrika structureel te verbeteren, opdat zij de kans krijgen
om te ontsnappen aan de armoede en hun levens standaard te verbeteren. 2. De stichting tracht haar doel te verwezenlijken door: a. Het geven van voorlichting en het bevorderen van de bewustwording in Nederland over de problematiek en de bewezen oplossingen, ten behoeve van de structurele verbetering van de gezondheid in Afrika. b. Pleitbezorging en beïnvloeding van de politiek over de problematiek en de bewezen oplossingen ten behoeve van de structurele verbetering van de gezondheid in Afrika. c. Fondsenwerving en doelmatige besteding van de daaruit verkregen middelen en het verschaffen van onder meer donaties in natura, faciliteiten, kennis en advies. d. Voorts al hetgeen rechtstreeks of zijdelings met het doel verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
3
Inhoud
4
Voorwoord
6
Nieuwe riten houden Masai-meisjes heel Ons werk in Afrika
8
10
Het succes van Amref Flying Doctors Ons werk in Nederland
26
28
Marry de Gaay Fortman: ‘Amref is een bijzonder effectieve organisatie, ook in Nederland.’ 48 Ons werk in 2015
50
‘Nederland kan van ons leren’
56
Verslag van de Raad van Toezicht Verantwoordingsverklaring Jaarrekening
66
72
Overige gegevens Colofon
60
92
94
5
Voorwoord
‘Geweldig dat we dit jaar 1,3 miljoen mensen in Afrika hebben weten te bereiken’, aldus Jacqueline Lampe, directeur van Amref Flying Doctors. 2014 was een veelbewogen jaar, met veel hoogtepunten.
6
Zoals altijd is de blik naar buiten en naar de toekomst gericht. Dit alles met maar één doel: duurzame, betere gezondheid in Afrika. De inkomsten waren er dit jaar naar: € 15.333.000 (begroting: € 14.262.000). ‘Hoe mooi dit bedrag ook, en hoe blij we ook zijn met het vertrouwen van onze stakeholders dat daaruit spreekt, we willen méér. Meer inkomsten, meer samenwerking met anderen, en vooral: meer resultaten voor betere gezondheid in Afrika. Daar gaat het tenslotte om.’ Daarom ook is in het afgelopen jaar, eerder dan gepland, een nieuwe strategie geschreven. ‘Onze huidige strategie loopt officieel dit jaar af en we hebben dus nu al, samen met een aantal van onze belanghebbenden, een nieuw plan gemaakt. Dit plan loopt tot 2020, waarbij 2015 een overgangsjaar is. We zijn eerder gaan schrijven, omdat de omgeving waarin wij actief zijn, veranderd is. Met de nieuwe strategie zijn we goed voorbereid op de uitdagingen die eraan komen.’ Jacqueline doelt onder meer op de aanhoudend kritische geluiden uit de maatschappij, de verdere regulering van particuliere fondsenwerving en de nieuwe financierings structuur van het ministerie van Buitenlandse Zaken, na afloop van MFS II (het Medefinancieringsstelsel) eind 2015. Hierin staat de pleitende en beïnvloedende rol van maatschappelijke organisaties als Amref Flying Doctors centraal. Amref heeft 2 aanvragen ingediend, waarvan er één is gehonoreerd. ‘We zijn een van de 25 strategische partners van het ministerie van Buitenlandse Zaken en daar zijn we trots op. Samen met onze partners, Wemos, HAI, Achest én het ministerie, gaan we een programma ontwikkelen dat bijdraagt aan de versterking van het maatschappelijk middenveld in Afrika.’ Amref Flying Doctors rondt een strategisch plan af. Terugblikkend zegt Jacqueline: ‘Ik denk dat we met recht tevreden kunnen zijn over onze resultaten. Het was een succesvolle periode, waarin we veel geleerd en bereikt hebben. We hebben fondsen op lastige thema’s, zoals ‘seksuele en reproductieve gezondheid en rechten’ kunnen werven, we hebben hard gewerkt aan de diversificatie van inkomstenbronnen – om risico’s te spreiden – en onze organisatie is verder geprofessionaliseerd. We hebben na jaren weer een echte mediacampagne achter de rug. Een prachtige campagne die gefinancierd is door de Nationale Postcode Loterij en waarin op een positieve manier aandacht wordt gevraagd voor ons werk. Onze naamsbekendheid is hierdoor gegroeid. Meer mensen weten wie we zijn en dat helpt ons bij het bereiken van onze doelstelling.’
2014 was ook het jaar waarin Marry de Gaay Fortman en Steve Sichtman na 2 termijnen afscheid namen van de Raad van Toezicht. Jacqueline: ‘Beiden hebben ongelooflijk veel bijgedragen aan onze organisatie. Ze waren lid van onze eerste Raad van Toezicht en hebben op professionele wijze invulling gegeven aan hun toezichthoudende rol. Dat is van grote toegevoegde waarde voor Amref in Nederland geweest. Ook hebben zij zich met name hard gemaakt voor vergaande internationale samenwerking binnen het Amref-netwerk – met als gevolg dat alle Amref-organisaties nu inderdaad onderling nauwer samenwerken en activiteiten op elkaar afstemmen. Ze hebben zich hiervoor erg ingezet, en voor ons betekent het een grote stap voorwaarts.’ Tjark de Lange is de nieuwe voorzitter van de Raad van Toezicht, en zijn plek en die van Steve worden opgevuld door 2 nieuwe leden: Lena Olivier (LinkedIn Nederland) en Dymfke Kuijpers (McKinsey & Company Amsterdam). ‘Ik ben blij met Tjark als voorzitter. Hij is al een aantal jaren verbonden aan onze Raad. Zijn leiderschap komt van pas in de komende periode met alle ontwikkelingen en uitdagingen.’ Ook in de 2 nieuwe leden heeft Jacqueline het volste vertrouwen. ‘Ik ben ervan overtuigd dat ze een grote bijdrage zullen leveren aan de organisatie. Dymfke brengt adviesvaardigheden binnen, Lena is expert in new business. Ik wens ze veel plezier en succes toe.’ Tot slot een woord van dank. ‘Uiteraard ben ik ook erg blij met de inzet van de andere leden van de Raad: Thecla Bodewes, Jacques van Dijken, Jaap Leeuwenburg en Jelle Stekelenburg. Dankzij hun betrokkenheid kunnen wij ons werk beter doen. Ik dank ook onze andere betrokkenen: onze ruim 72.000 donateurs, onze bedrijfs partners, stichtingen, onze ambassadeur Giovanca, de Nationale Postcode Loterij, het ministerie van Buitenlandse Zaken, de Europese Unie en al die anderen die Amref Flying Doctors een warm hart toedragen. En natuurlijk vergeet ik mijn collega’s niet. We werken met een geweldig goed team, dat weer hard gewerkt heeft het afgelopen jaar. We hebben veel verzet en veel bouwstenen gelegd voor de komende periode. Ik ben blij en zeer trots op ons professionele, betrokken, trouwe team. Aan hen is onze succesvolle en structurele groei te danken. En ook in 2015 zetten we ons allen weer met hart en ziel in voor ons doel: betere gezondheid in Afrika.’
7
Dit artikel verscheen eerder in Het Parool op maandag 16 juni 2014. Het is geschreven door Andrea Dijkstra, de foto’s zijn van Jeroen van Loon.
De Amsterdamse zangeres Giovanca in Kenia namens Amref Flying Doctors
Nieuwe riten houden Masaimeisjes heel Zangeres Giovanca was vorige week in Kenia. Ze bezocht er de eerste Masaimeisjes die niet zijn besneden maar een alternatief ritueel hebben doorlopen. ‘Het is bizar hoezeer mijn Curaçaose cultuur op de Afrikaanse lijkt.’ Volledig synchroon werpen tientallen Masaimeisjes in felblauwe jurken ritmisch hun schouders naar voren. Ze zingen met schelle stem terwijl hun kettingen, oorbellen en zilveren hoofdtooien in hetzelfde ritme meerinkelen en hun witte plastic schoenen het stof doen opstuiven. Nieuwsgierig gluren ze ondertussen naar die opvallend lange vrouw met net zo’n donkere huidskleur als zij, die plotseling met hen begint mee te dansen terwijl ze duidelijk niet van hier is. ‘De ene dag gokken ze Nigeria, de volgende dag Senegal en soms is het Kenia. Maar altijd zijn ze supernieuwsgierig waar ik vandaan kom’, zegt Giovanca (37) met een grote glimlach. De Nederlandse zangeres van Curaçaose afkomst is op bezoek bij Masaimeisjes in Kenia die een alternatief ritueel voor meisjesbesnijdenis hebben doorlopen. Giovanca: ‘Zo’n besnijdenis is niet alleen onvoorstelbaar pijnlijk. Op langere termijn geeft het ook een verhoogd risico op onvruchtbaarheid en op pijnlijke bevallingen, die bovendien gevaarlijk zijn voor zowel moeder als kind.’ In de ogen van de Masai kon een meisje dat niet besneden was echter nooit vrouw worden en dus niet trouwen en kinderen krijgen. Amref Flying Doctors, waarvoor Giovanca ambassadeur is, heeft daarom samen met de Masai een speciaal ritueel ontwikkeld waarbij de meisjes wel prachtig worden aangekleed, door stamoudsten met
8
melk en water worden gezegend en dagenlang allerlei festiviteiten ondergaan, maar niet meer worden besneden. ‘Eerst was ik wat sceptisch’, zegt Giovanca. ‘We hebben het hier over zoiets traditioneels, daar moet je eigenlijk niet aan willen zitten.’ De zangeres was echter onder de indruk hoe Amref jarenlang met de gemeenschap er voorzichtig over in gesprek ging en de medische gevolgen uitlegde. ‘Daarbij helpt het dat het een Afrikaanse gezondheidsorganisatie is’, zegt ze. ‘Dat er geen westerlingen de wijze man komen uithangen, maar dat het alternatieve ritueel volledig door Afrikanen is ontwikkeld.’ Op een vrouwenforum waar de gemeenschap wordt voorgelicht over voorbehoedsmiddelen maar ook het alternatieve ritueel, trekt Giovanca zeer de aandacht. De in kleurige doeken geklede vrouwen met versierde uitgerekte oorlellen bestuderen uitgebreid de grote oorbellen van Giovanca en schateren het uit als de Nederlandse vol enthousiasme begint mee te dansen en hen zelfs een liedje leert. Eén van de vrouwen leent de Nederlandse zelf een eigen traditionele jurk uit, die Giovanca op de laatste dag vol trots draagt. ‘Mijn eerste keer in Afrika was ik helemaal in stukjes gebroken’, vertelt ze. Voor Giovanca was het over weldigend om te zien hoe haar eigen Curaçaose cultuur
zo overeenkomt met de Afrikaanse. ‘Toen ik hier voor het eerst ugali, traditionele maïspap, at, schoot ik helemaal vol. Geen idee had ik dat het eten hier zo op dat van ons in Curaçao lijkt.’ Hoe een Afrikaanse vrouw in Sierra Leone zich over haar potten en pannen boog en cassave klaarmaakte, deed haar zelfs aan haar eigen oma denken. ‘In Afrika heb ik altijd een gevoel van jeugdsentiment.’ Het meest is Giovanca onder de indruk van de zestien jarige Leah, één van de inmiddels meer dan 3.000 Masai-meisjes* die het alternatieve ritueel hebben doorlopen. We ontmoeten haar op haar middelbare school waar de afgelopen 5 jaar het aantal meisjes is vervijfvoudigd. ‘Veel Masaimeisjes werden rond hun tiende al van school gehaald, besneden en uitgehuwelijkt aan een veel oudere man’, zegt het in blauw schooluniform geklede meisje. ‘Maar doordat ik het alternatieve ritueel heb doorlopen, kan ik mijn school afmaken. Daarna wil ik gaan studeren om dokter te worden.’ Giovanca vertelt hoe er bij het alternatieve ritueel ook veel aandacht is om de meisjes langer op school te houden en dat de jonge Masaimannen beloven pas met de meisjes te zullen trouwen als die hun schoolloopbaan hebben voltooid. ‘Het is ongelooflijk om te horen dat dertien jaar hier nog altijd een normale leeftijd is om je eerste kind te krijgen.’
De Masaivrouwen op het forum vallen dan ook bijna om van verbazing als Giovanca hen vertelt dat ze 37 is en nog geen kinderen heeft. ‘Ja, ik weet het’, zegt de zangeres lachend. Ze legt uit dat ze erg druk is met haar carrière. ‘Ook mijn moeder en zusje vinden het de hoogste tijd en beginnen voortdurend op hun horloge te tikken.’
‘Een waardevolle herinnering’ In het voorjaar van 2014 vroegen wij, dankzij steun van de Nationale Postcode Loterij, aandacht voor onze strijd tegen meisjesbesnijdenis (zie ook pagina 30) – via advertenties in magazines, social media, online advertenties en radiocommercials. Ook konden mensen een felicitatiekaart voor de onbesneden Masai-meisjes invullen, wat in totaal 3.521 mensen deden. Onze ambassadeur Giovanca bracht de kaarten in juni persoonlijk over en ook degene die de meest originele wens instuurde, ging mee. Tina van der Velde: ‘Emotioneel mooi om zo op deze manier Kenia te beleven. Een waardevolle herinnering die ik mijn leven lang bij me zal dragen. Ik ben een gezegend mens dat ik dit allemaal heb mogen zien, uniek!’
* Inmiddels zijn dat 7.361 meisjes.
9
Ons werk in Afrika
Wij vinden dat iedereen recht heeft op een goede gezondheid. Daarom werkt Amref Flying Doctors, de belangrijkste Afrikaanse gezondheidsorganisatie, samen met de bevolking, zorgpersoneel, private sector en overheden aan betere gezondheid in Afrika – vooral van jonge vrouwen.
10
57 jaar geleden begonnen we in Kenia als the flying doctors of Eastern Africa. Inmiddels zijn we uitgegroeid tot een (Afrikaanse) organisatie die internationaal voorop loopt als het gaat om behoud van gezondheid en voorkomen van ziekte in Afrika. We zijn van oorsprong een Afrikaanse organisatie en het merendeel van onze medewerkers is Afrikaans. Sinds 2014 heet onze internati onale organisatie Amref Health Africa. In Nederland heten we, net als in Duitsland, Frankrijk en Zweden, nog steeds Amref Flying Doctors (zie ook pagina 12). We zetten ons in voor blijvende verbeteringen en goed functionerende gezondheidssystemen in Afrika. Dat betekent dat we ons in onze programma’s richten op zaken als opleiding van zorgpersoneel en het behoud van gezondheid. Maar ook op voorlichting, transport en goede communicatiemiddelen. En op vergroting van zelfbewustzijn en participatie van kwetsbare groepen, wetgeving en onderwijs. En hoewel het niet meer het zwaartepunt van ons werk is, voeren we ook nog steeds medische vluchten uit naar afgelegen gebieden. We pakken verbeteringen van 2 kanten aan. Aan de ene kant werken we samen met de lokale bevolking. We maken ze bewust van de risico’s die ze lopen om ziek te worden en de mogelijkheden die ze hebben om gezond te blijven. En we trainen en informeren ze zodat ze niet afhankelijk blijven van ontwikkelingsorganisaties of de overheid. Aan de andere kant werken we samen met gezondheidsorganisaties, de zorgsector en overheden. We leiden mensen op, hebben programma’s voor beter management, beleid, personeel en financiën en we delen onze kennis met overheden en internationale organisaties als de WHO. Ook oefenen we invloed uit op overheden om hun gezondheidsbeleid aan te passen of te verbeteren. Het netwerk Naast de landenkantoren in Ethiopië, Kenia, Oeganda, Tanzania en Zuid-Soedan, de regionale kantoren in Senegal (ook voor Frans Guinée) en Zuid-Afrika (ook voor Malawi en Mozambique) zijn er Amref-organisaties in Europa en Noord-Amerika. Deze houden zich bezig met fondsenwer ving, bewustwording en beleidsbeïnvloeding, en de juiste besteding van de geworven fondsen. De organisaties in Europa en Noord-Amerika zijn onafhankelijk binnen het netwerk, met een eigen bestuur en/of Raad van Toezicht. De internationale strategie is leidend, echter elke Amreforganisatie – zoals Amref Flying Doctors in Nederland – vertaalt deze naar de eigen lokale omstandigheden. Amref wordt aangestuurd door de International Board (IB) die bestaat uit afgevaardigden van de Amref-organisaties,
en onafhankelijke experts op het gebied van gezondheid in Afrika. De International Board komt 2 keer per jaar bijeen. Daarnaast wordt er jaarlijks 2 maal op afstand vergaderd. Het internationale Senior Management Team (SMT) bestaat uit directeuren van Amref in Afrika, Europa en Noord-Amerika. Zij komen 2 tot 4 keer per jaar bij elkaar. Onderwerpen van gesprek zijn onder meer strategie, planning, efficiënte en effectieve samenwerking en het meten van effect en impact. De huidige (interim-)CEO is Lennie Bazira S. Kyomuhangi. Zij vervangt Teguest Guerma, die na 1 termijn afscheid heeft genomen van de organisatie. Op dit moment is de selectieprocedure voor de nieuwe CEO in volle gang. One Amref Binnen het netwerk wordt nauw samengewerkt onder de noemer One Amref. Hiermee creëren we eenheid en professionaliteit, zodat we ons eensgezind, slagvaardig en duurzaam in kunnen zetten voor onze gemeenschappelijke doelstelling. Vanuit Nederland zijn we in hoge mate bij One Amref betrokken. Er zijn verschillende internationale werkgroepen samengesteld waarin leden van het Nederlandse team deelnemen. De uitkomsten worden voorbereid door het Senior Management Team – waar Jacqueline Lampe lid van is – en ter goedkeuring aan de International Board voorgelegd. Hierin hebben Marry de Gaay Fortman, ook na haar aftreden als voorzitter van onze Raad van Toezicht, en Tjark de Lange, de huidige voorzitter van onze Raad, zitting. Ook andere Raad van Toezicht-leden hebben een rol: Jacques van Dijken neemt deel aan de Audit & Risk Committee en de Finance & Investment Committee en Jaap Leeuwenburg heeft zitting in de Fundraising & Communications Committee. Deze comités brengen advies uit aan de International Board. Thema’s We willen dat de impact van ons werk in Afrika zo groot mogelijk is. Daarom zetten we ons vooral in voor de gezondheid van jonge vrouwen in Afrika. Zij vormen een extra kwetsbare groep, omdat zij vaak worden blootgesteld aan ongezonde of zelfs gevaarlijke omstandigheden en tradities. Tegelijkertijd zijn zij vaak niet in staat hun stem te laten horen om hun situatie te verbeteren. We maken het mogelijk dat deze vrouwen het heft in eigen handen nemen. Zodat zij de gezondheid en de zorg krijgen waar ze recht op hebben. Want als zij zelf meer controle hebben over hun gezondheid, is de impact groot. Méér mensen profiteren: hun kinderen en de complete gemeenschap waarin ze wonen.
11
Ons werk in Afrika
Ons netwerk International Board, inclusief commissies (5 leden uit Afrika, 5 leden uit Europa en Noord-Amerika, 5 onafhankelijke experts) 5 vertegenwoordigers
Ambulanceservice Amref Flying Doctors, met haar eigen board
5 vertegenwoordigers
CEO + Amref Health Africa-hoofdkantoor
Kantoren in Afrika, met hun adviesraden
Kantoren in Europa en Noord-Amerika, met hun Raden van Toezicht Amref Health Africa in Canada
Amref Flying Doctors in Duitsland
Amref Flying Doctors in Frankrijk
Amref Health Africa in Groot-Brittannië
Amref Health Africa in Italië
Amref Health Africa in Monaco
Amref Health Africa in Ethiopië
Amref Health Africa in Kenia
Amref Health Africa in Oeganda
Amref Flying Doctors in Nederland
Amref Flying Doctors Nordic
Amref Health Africa in Senegal (hub)
Amref Health Africa in Tanzania
Amref Health Africa in Zuid-Afrika (hub)
Amref Health Africa in Oostenrijk
Amref Health Africa in Spanje
Amref Health Africa in Zuid-Soedan
Amref Health Africa in de Verenigde Staten
Zo is ons netwerk vormgegeven. Daarnaast worden programma’s uitgevoerd in de landen Guinee, Malawi en Mozambique. Het bereik van onze trainingprogramma’s, veelal via e- en mLearning, is echter nog veel groter – daarmee bereiken we nagenoeg heel Afrika.
Deze focus werkt door in onze 2 themagebieden: ‘seksuele en reproductieve gezondheid en rechten’ (SRGR) en ‘gezondheid en milieu’ (WASH). Op deze manier werken we op geïntegreerde wijze aan betere gezond heid. Daarnaast staat ‘capaciteitsversterking e.o.’ centraal in ons werk. We leiden bijvoorbeeld artsen, verpleegkun digen, verloskundigen en (vrijwillige) gezondheidswerkers op en versterken hun kennis en vaardigheden. Ook daarmee vergroten we onze impact. Tot slot zijn gelijke rechten voor mannen en vrouwen belangrijk, omdat de ongelijkheid tussen seksen bijdraagt aan gezondheids problemen bij de vrouw. Afrika in 2014 Onze gezondheidsprogramma’s voeren we uit in een omgeving die continu aan verandering onderhevig is. 2014 was daarop geen uitzondering. Het Afrikaanse continent is in dat jaar zowel positief als negatief in het nieuws geweest. Om positief te beginnen: Ethiopië en Rwanda behoren
12
volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) tot de top 10-landen die succesvol zijn in hun aanpak van moeder- en kindsterfte. Op bestuurlijk niveau is er vooruitgang geboekt met een toename van het aantal vrouwen dat actief is in de Afrikaanse politiek en de Wereldbank heeft aangegeven dat de economie in met name Sub-Sahara Afrika het afgelopen jaar verder is gegroeid. Helaas zijn er ook factoren geweest die een negatief effect hebben gehad op de Afrikaanse groei en gezond heidssituatie. Er heersten verschillende conflicten. De aanhoudende burgeroorlogen in de Centraal Afrikaanse Republiek, de Democratische Republiek Congo en Zuid-Soedan zorgen voor grote vluchtelingen stromen binnen het continent. Dit geeft extra druk op de omringende landen, op veel terreinen. En onder meer Kenia, Mali, Nigeria en Somalië werden opgeschrikt door terroristische aanslagen, wat de stabiliteit in deze landen niet ten goede is gekomen. Het belang van het versterken van gezondheidssystemen
Programma’s en projecten in 2014
Ruim 1,3 miljoen mensen bereikt
Gezondheid en milieu
21 12
Capaciteitsversterking e.o.
% Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten
67
In ons Strategisch Plan (2010-2015) zijn de volgende streefwaarden opgenomen: 65% voor ‘seksuele en reproductieve gezondheid en rechten’, 15% voor ‘gezondheid en milieu’ en 20% voor ‘capaciteits versterking’. De verdeling in 2014 wijkt daar in geringe mate vanaf. Dat wordt met name veroorzaakt doordat onze inkomsten uit subsidies anders zijn geworden dan we aan het begin van het Strategisch Plan 2010-2015 verwachtten. Vanaf 2015 laten we deze streefpercentages los. We houden vast aan de focusgebieden en willen flexibel omgaan met de financierings mogelijkheden die we zien. Capaciteitsversterking maakt deel uit van vrijwel al onze programma’s.
in Afrika werd het afgelopen jaar extra duidelijk door de uitbraak van het dodelijke ebolavirus in West-Afrika. Na de eerste ziektegevallen in Guinee verspreidde het virus zich naar de Democratische Republiek Congo, Liberia, Mali, Nigeria, Senegal en Sierra Leone. Meer dan ooit maakt deze epidemie duidelijk hoe belangrijk gezond heidssystemen zijn, en wat er fout loopt als die systemen onvoldoende functioneren. Ondanks het feit dat de epidemie in een aantal landen een halt is toegeroepen, zijn er inmiddels vele duizenden ziektegevallen en doden te betreuren en is deze uitbraak de meest dodelijke ooit. De WHO heeft deze uitbraak dan ook uitgeroepen tot ‘medische noodsituatie van internationale zorg’. Dit heeft de nadruk voor het tekort aan zorgpersoneel, opleiding, vergoedingen, slechte werkomstandigheden, risicovolle culturen en tradities en de rol van vrouwen binnen de gemeenschappen in Afrika internationaal weer hoog op de agenda gezet – een thema waar Amref zich al jaren voor inzet. Er zijn ook gevallen van ebola geconstateerd in landen
In 2014 bereikten we via vanuit Nederland gefinancierde projecten en programma’s ruim 1,3 miljoen mensen met medische zorg, voorlichting en onderwijs. Dat is aanzienlijk meer dan in 2013 (ruim 760.000 mensen). Dat komt onder meer door de samenwerking binnen de Youth Empowerment-alliantie (zie pagina 19), waarmee we binnen het gezondheidsprogramma dat we uitvoeren op veel nieuwe, verschillende manieren grote aantallen jongeren weten te bereiken. We trainden in totaal 14.838 mensen: dokters (1.526), verpleegkundigen (4.962), verloskundigen (546), gezondheidswerkers in gemeenschappen (1.439), laboratoriumpersoneel, leden van watercomités, leerkrachten enzovoorts. Net iets meer dan de helft van hen waren vrouwen (52%). In Ethiopië en Kenia werden in totaal 41 waterpunten aangelegd en het aantal Open Defecation Free-dorpen (waar alle mensen beschikken over een toilet of latrine) is nu 84. In die dorpen wonen in totaal 55.000 mensen.
waar we werken: Senegal en Guinee. In die landen hebben we onze kennis en kunde – opgedaan tijdens de ebola-uitbraak in Oeganda – ingezet om de plaatselijke bevolking voor te lichten en de gezondheidzorg in de dorpen te verbeteren door middel van het trainen van gezondheidswerkers en laboratoriummedewerkers. Dit alles uiteraard in nauw overleg met de plaatselijke overheid, want alleen dan kunnen blijvend veranderingen worden doorgevoerd. En in nauwe samenwerking met grote internationale partners als het Center for Disease Control en het International Medical Corps. Tegelijkertijd blijven we internationaal aandacht vragen voor een goede gezondheid(szorg) tot op dorpsniveau en de juiste inzet van mensen en middelen. Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) In 2014 kregen we extra financiering voor 2 SRGRprojecten en sloten we 2 projecten af. Het aantal projec ten bleef dus 11 en 5 van deze projecten en programma’s
13
Ons werk in Afrika
zijn regionaal, wat betekent dat ze in meerdere landen uitgevoerd worden. Het aantal landen waar we SRGRprojecten steunen steeg naar 7 – Ethiopië, Kenia, Malawi, Oeganda, Senegal, Tanzania en Zuid-Afrika. Rechten voor jonge vrouwen Jongeren en vrouwen waren ook dit jaar een belangrijke doelgroep. Het nieuwe SRGR-project ‘Unite Against Child Marriage in Malawi’ richt zich bijvoorbeeld speciaal op het voorkomen van kindhuwelijken in de regio Mangochi in Malawi, waar 12% van de meisjes voor haar 15e trouwt en 50% voor haar 18e. Het land staat daarmee 9e op de ranglijst van landen met de meeste kindhuwelijken. In de meeste van onze SRGR-projecten is preventie van kindhuwelijken een onderdeel van het programma, maar in dit project is dit het enige onderwerp. We besteden in toenemende mate aandacht aan de preventie en behandeling van vaginale fistels. Preventie gebeurt in dorpen en steden door voorlichting, 1 op 1, in groepen of via radioprogramma’s. In trainingen voor gezondheidswerkers en personeel van gezondheids centra is er ook aandacht voor. Belangrijker nog is het aanpakken van de dieperliggende oorzaken en dat gebeurt door in te zetten op het voorkomen van kind huwelijken en tienerzwangerschappen. Om die praktijk uit te bannen zetten we in op bewustwording en advocacy (pleitbezorging), en op seksuele voorlichting over het voorkomen van zwangerschap. Dat betekent dat we op allerlei niveaus werken: gemeenschappen, scholen, gezondheidscentra, lokale en nationale overheden. In 2013 werd Amref in Afrika lid van Girls Not Brides waarin meer dan 400 organisaties wereldwijd samenwerken aan het uitbannen van kindhuwelijken. Het lidmaatschap is belangrijk om ervaringen uit te wisselen met andere organisaties, gezamenlijk activiteiten en advocacy te ondernemen en overheden op te roepen werk te maken van hun beloftes om kindhuwelijken te stoppen. De aandacht voor het probleem is er; hopelijk lukt het om deze achterhaalde traditie in één generatie uit te bannen. Voorlichting We zoeken steeds naar nieuwe manieren om seksuele voorlichting voor zoveel mogelijk jongeren en jonge vrouwen beschikbaar te maken. In Ethiopië bijvoorbeeld werden in samenwerking met de overheid 8 televisie programma’s gemaakt in de lokale taal van de Afar (inwoners van de regio Afar). De programma’s werden tussen december 2014 en februari 2015 elke vrijdag middag uitgezonden, direct na het journaal.
14
The World Starts With Me in Ethiopië Melese Getachew woont en werkt in Debre Birhan (Noord-Showa, Ethiopië) en is docent en decaan van het Debre Birhan Health Science College. ‘Ik heb deelgenomen aan de training voor het The World Starts With Me-curriculum (een voorlichtingsprogramma via de computer, ontwikkeld door Rutgers WPF onder meer met financiering van de Nationale Postcode Loterij) en ik heb verschillende methoden geleerd die me geholpen hebben de lessen aantrekkelijker te maken voor studenten. Seksuele voorlichting is in ons land een genegeerd onderwerp en behoeft veel meer aandacht dan het tot nog toe krijgt. De methode van The World Starts With Me is heel goed om seksuele gezondheid en rechten bespreekbaar te maken, zeker omdat jongeren het interessant vinden om computers te gebruiken.’ ‘De studenten die deelgenomen hebben aan The World Starts With Me bespreken hun problemen opener en vrijer met ons. Door dit curriculum leren toekomstige gezondheidswerkers over SRGR, wat in hun werk van pas zal komen. Na hun afstuderen gaan ze werken in een gezondheidspost en delen dan hun kennis met de mensen in de gemeenschap.’ ‘Ik ben van plan The World Starts With Me ook te onderwijzen aan studenten Verpleegkunde en Verloskunde en ik zou willen dat ook andere gezondheidsgerelateerde opleidingen het programma gaan gebruiken.’
De programma’s waren erop gericht de vraag naar en het gebruik van gezondheidsdiensten te verhogen en een omgeving te creëren waarin het gemakkelijker wordt om over seksualiteit te praten. De onderwerpen: ongewenste zwangerschap, kindhuwelijken, absuma (verplicht huwen met een neef of nicht) en gelijke toegang tot onderwijs en informatie voor meisjes en jongens. Het programma is een praatshow, afgewisseld met muziek, dans en gedichten die veelal worden voorgedragen door jongeren uit ons Unite for Body Rights-programma (zie ook pagina 21). Hoewel niet veel nomaden een televisie bezitten, verspreidt de informatie zich door het traditionele dagu-systeem. Het is in de cultuur van de Afar namelijk gebruikelijk om te stoppen en nieuws uit te wisselen als je iemand tegenkomt die een bepaalde afstand heeft afgelegd. Advocacy Amref in Tanzania is, samen met de SRHR-alliantiepartners (zie pagina 19), betrokken bij een campagne gericht op de
overheid om de National Education and Training Policy (ETP) uit te voeren. Dit beleid maakt het mogelijk dat meisjes terugkeren naar school nadat ze bevallen zijn en beveelt bovendien aan dat op scholen seksuele voorlichting wordt gegeven. De overheid heeft dit beleid aangenomen, maar heeft gezegd te wachten met de uitvoering tot de officiële lancering. Die heeft inmiddels plaatsgevonden. De alliantiepartners houden druk op de ketel zodat er daadwerkelijk uitvoering aan het beleid zal worden gegeven. Ze nemen bovendien al een voorschot door in verschillende regio’s van Tanzania gesprekken te voeren met ouders en schoolbesturen. In een aantal gevallen zijn meisjes ook al teruggekeerd op school. Om echt effect te sorteren, wordt de overheid gevraagd haar verantwoordelijkheid te nemen. Dat Amrefs rol in het versterken van gezondheids systemen en het bijbehorende beleid wordt gewaardeerd zien we terug in de hoeveelheid uitnodigingen om zitting te nemen in Technical Working Groups: overheidswerk groepen waar beleid wordt voorbereid en uitgewerkt. Zo zijn we in Tanzania lid van de Technical Working Committee for Safe Motherhood Initiative van het ministerie van Gezondheid en Welzijn. Het biedt ons een platform om seksuele voorlichting op scholen op de nationale agenda te houden.
Versterken van gezondheidssystemen De ebola-uitbraak in 2014 heeft ons nogmaals door drongen van het feit dat een goed functionerend gezondheidssysteem cruciaal is voor het voorkomen en behandelen van ziekten en het bestrijden van epidemieën (zie ook pagina 13). We zullen bij overheden blijven benadrukken dat er geïnvesteerd moet worden, op alle niveaus, te beginnen in de gemeenschappen. Amref in Kenia heeft bijvoorbeeld in 2014 het informatie managementsysteem voor gezondheidswerkers in de gemeenschappen (Community Based Health Management Information System) verder ontwikkeld en getest in Kajiado. Elke gezondheidswerker bezoekt regelmatig ongeveer 20 huishoudens en bekijkt hoe het staat met de gezondheid van de kinderen en de (zwangere) vrouwen. Ze geven voorlichting over hygiëne, voeding en verzorging van baby’s en kleine kinderen en spelen een cruciale rol in het vroegtijdig opsporen van gezond heidsproblemen. Alle gegevens die de gezondheids werkers verzamelen houden ze bij op hun mobiele telefoon. Die data worden direct doorgegeven aan een centrale database waar ook het personeel van klinieken toegang tot heeft. Als een patiënt doorverwezen wordt, zijn de gegevens al op de goede plaats. Na behandeling wordt de patiënt voor nazorg weer overgedragen aan de gezondheidswerker. De kwaliteit van de zorg is daarmee
15
Ons werk in Afrika
beter gewaarborgd. De Keniaanse overheid heeft Amref gevraagd dit systeem in heel Kenia in te voeren. De trainingen die het project aan traditionele vroedvrou wen heeft gegeven, hebben ertoe geleid dat de rol van deze vrouwen is veranderd. Ze begeleiden nu zelf geen bevallingen meer, maar gaan met de zwangere vrouwen mee naar het gezondheidscentrum voor prenatale consulten door professionele opgeleide verloskundigen en zijn aanwezig bij de bevalling in de kliniek, als steun voor de aanstaande moeder. ‘Ik heb een keer een bevalling begeleid waarbij de baby in stuitligging lag. Ik vond het erg moeilijk te begeleiden en het kindje is overleden. Ik denk nog altijd met spijt en verdriet terug aan die bevalling en ben daarom erg blij dat ik nu heb geleerd wat ik wel moet doen bij een stuitligging. Deze training is erg belangrijk voor ons werk en ik ben erg blij dat ik ‘m mocht volgen.’ Verloskundige, werkzaam in een gezondheidscentrum in Noord-Showa (Ethiopië), die deelnam aan een Amreftraining over spoedeisende verloskundige zorg.
‘In onze kebele [dorp, de kleinste administratieve eenheid in Ethiopië] was geen gezondheidscentrum en er was ook geen goede weg of transport. Voor medische zorg moesten we 46 kilometer reizen, te voet. Veel mensen in ons dorp zijn daarom gestorven aan diarree, malaria of tuberculose. Zwangere vrouwen gingen niet naar prenatale consulten en stierven aan complicaties op weg naar het gezondheidscentrum. Ik ben dankbaar dat er nu een gezondheidspost in onze gemeenschap is.’ Man (54) uit Afar (Ethiopië).
Gezondheid en milieu (WASH) In 2014 liepen er 5 programma’s op het gebied van ‘gezondheid en milieu’: 1 in Ethiopië, 2 in Kenia en 1 in Oeganda. Het 5e programma is een alliantieprogramma dat in 3 landen wordt uitgevoerd (Ethiopië, Kenia en Oeganda). Dorpsdouche en latrines In Worer, een klein stadje ten noorden van Awash in Ethiopië, startte 5 jaar geleden een associatie (BIFU) van 36 vrouwen en 15 mannen met de zorg voor mensen met hiv/aids. Een aantal leden is zelf hiv-positief. De groep startte met inkomensgenererende activiteiten en verleende elkaar psychologische steun. De lokale overheid
16
wees de groep een stukje land toe, net buiten het centrum van de stad, dat vooral werd gebruikt voor het dumpen van afval en ontlasting. De groep ruimde alles op en omheinde het land. De regionale overheid bouwde er vervolgens een openbare latrine met 4 plekken en Amref in Ethiopië hielp bij de bouw van 4 openbare douches die werden aangeslo ten op de watervoorziening van de stad. In de eerste 2 weken dat de douches en latrines waren opengesteld, verdiende de groep 2.000 Ethiopische Birr (ongeveer € 85). Per douche betaalt een bezoeker 2 Birr en voor toiletbe zoek 1 Birr. Alle bezoeken worden bijgehouden in een kasboek en ook de uitgaven voor water en schoonmaak middelen worden genoteerd. De groep verdient extra aan de verkoop van zeep. Het aantal bezoekers neemt dagelijks toe, omdat de douche goedkoper is dan de ‘emmerservice’ elders in de stad – die 5 Birr vraagt. In de toekomst wil BIFU graag elektriciteit aanleggen zodat ze ook ’s avonds open kunnen zijn. Ook willen ze koffie en thee gaan verkopen. Tenslotte wil de groep het overgebleven deel van het land opruimen en gebruiken voor de verbouw van groenten, die ook weer verkocht kunnen worden. Een toilet voor iedereen ‘Duurzame toegang tot water, sanitatie en hygiëne’ is de naam van het WASH-alliantieprogramma in Kenia. Binnen dit programma zetten we in op een toilet of latrine voor iedereen, in een proces geleid door de gemeenschap zelf (Community Led Total Sanitation). In 2014 werd bovendien de relatie tussen de gemeenschap en het gezondheids centrum versterkt. In 3 centra werden bijeenkomsten georganiseerd waar de zogenaamde ‘natuurlijke leiders’ (leden van de gemeenschap die al eerder door hun enthousiasme voor het thema opvielen en vervolgens getraind zijn om een aanjagersrol te vervullen) en de gezondheidswerkers gegevens en ervaringen uitwisselden over het aantal toiletten in hun dorpen. De gezondheids werkers voerden de gegevens direct in de rapportagefor mulieren van de overheid in. Tijdens een dorpsoverleg en actiedag ondersteunden de gezondheidswerkers de natuurlijke leiders bij het bezoeken van huishoudens zonder toilet. Gezamenlijk werden – mét de bewoners – plannen gemaakt voor de aanleg, inclusief een tijdsplan ning. Ook schoolkinderen worden door het project gestimuleerd om hun nieuw verworven kennis over het belang van toiletgebruik en handen wassen door te geven aan hun huisgenoten. Dit heeft bijvoorbeeld goed gewerkt in het dorp Emurwa Dikirr, waar meer dan 70 mannen door hun schoondochters dringend gevraagd werd toiletten aan te leggen – en dit ook daadwerkelijk deden.
Capaciteitsversterking Het tekort aan medisch personeel is de grootste bedreiging voor de gezondheid in Afrika. Daarom trainen we zorg verleners in 32 Afrikaanse landen. Die aanpak draagt bij aan de duurzaamheid van ons werk. Projecten hebben immers een beperkte looptijd. Investeren in opleidingen heeft echter een blijvend effect en levert dus meer impact op. Outreach Een dappere chirurg gespt haar vlieghelm en dokterskoffer vast en vertrekt op een heldere ochtend in een kleine Cessna van Wilson Airport (Nairobi) om in afgelegen gebieden operaties uit te voeren. Een romantisch beeld van een flying doctor dat inmiddels enige bijstelling behoeft. Sinds 2012 wordt vanuit ons ingezet op het opereren van fistula. Dokters krijgen van deze chirurgen een on the job training en verpleegkundigen worden getraind in pre-operatieve, operatieve en post-operatieve zorg voor fistelpatienten. In 2014 werden 247 vrouwen geopereerd en werden lokaal chirurgen en verpleegkundigen opgeleid, die vervolgens ook zelfstandig operaties kunnen uitvoeren. Als we echter bedenken hoe groot de groep vrouwen met een vaginale fistel is (zie kader), en dat er in Tanzania alleen al elk jaar 2.000 vrouwen bij komen, is het duidelijk dat een veel groter aantal operaties nodig is. We streven ernaar om ons Outreach-programma zo duurzaam mogelijk te laten zijn. De Amref landen kantoren hebben een goede band met ‘hun’ lokale ministeries van Gezondheid, zodat gezamenlijk plannen mogelijk is en het Outreachprogramma geïntegreerd kan worden in het gezondheidsbeleid van het desbetreffende land. Ook is het onze inzet dat overheden meer dan voorheen gaan bijdragen aan Outreach, zodat de betrokkenheid en impact groter worden. Daarom zal Outreach in de toekomst hoogstwaarschijnlijk niet langer centraal geregeld worden vanuit Nairobi maar decentraal vanuit de Amref-landenkantoren. Een andere verandering is dat fisteloperaties niet altijd meer in zogeheten vvf-kampen met een beperkte tijdsduur zullen plaatsvinden, maar in regionale zieken huizen waar een speciale afdeling wordt ingericht waar het hele jaar door fistelpatienten geholpen kunnen worden. Op die manier is de nazorg voor patiënten beter geregeld. Ze kunnen in het ziekenhuis blijven zo lang als nodig is, in plaats van voor de duur van het kamp. Daarnaast wordt de kennis en kunde van chirurgen beter gewaarborgd: het vaste personeel van het ziekenhuis wordt keer op keer getraind en door het doen van veel
17
Ons werk in Afrika
fisteloperaties wordt het slagingspercentage steeds hoger. Ook de infrastructuur van het ziekenhuis wordt structureel verbeterd. In 2014 hebben we de totstandkoming van 3 van deze centra gesteund, naast de reguliere steun voor het Outreach-programma. Het gaat om het Kapenguria General Hospital in West-Pokot (Kenia), het Monkey Bay Community Hospital in Mangochi (Malawi), en het Bugando Medical Centre in Mwanza (Tanzania). In Tanzania werden in 2014, buiten het Outreachprogramma om, 439 vrouwen geopereerd, waarvan 65% in Bugando. Bovendien werden binnen het ‘Staying Alive’-project in Kenia, Malawi en Oeganda 344 patiënten geïdentificeerd en geopereerd. Een aantal van hen speelt nu een rol bij het identificeren van andere patiënten en bij het geven van voorlichting. Het taboe rond deze aandoe ning is echter nog steeds groot, en schaamte en de angst voor grote uitgaven weerhoudt vrouwen ervan zich te melden. In het ‘Staying Alive’-project in Oeganda zijn in 3 districten zelfhulpgroepen gevormd van elk zo’n 30 vrouwen – voornamelijk vrouwen die een herstel operatie hebben gehad. In de groepen vindt peer counseling plaats. De groepen spelen tevens een rol in het identificeren van fistelpatienten en het geven van voorlichting over prenatale consultaties, veilig bevallen en het voorkomen van fistels. Schaamte over fistels De VN schatten dat wereldwijd tussen de 2 en 3,5 miljoen meisjes en vrouwen lijden aan een vaginale fistel. Een vaginale fistel is een abnormale opening tussen de blaas en/of anus en de vagina waardoor een vrouw constant urine en ontlasting lekt. Een van de belangrijkste oorzaken van vaginale fistels is een langdurige bevalling, en dat is een gevolg van het ontbreken van goed geschoolde verloskundige hulp, (transport naar) gezondheidscentra en het feit dat vrouwen op te jonge leeftijd bevallen. Die oorzaken vinden hun oorsprong in armoede, ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, barrières tot scholing, kind huwelijken en tienerzwangerschappen. Veel vrouwen met een vaginale fistel worden door hun echtgenoot en familie in de steek gelaten, vanwege de geur en omdat vaak wordt gedacht dat het besmettelijk is. Ze leven in armoede. In meer dan 90% van de gevallen wordt het kindje doodgeboren of sterft binnen één week.
18
Jongerenparticipatie Naast het reguliere werk in de gemeenschappen, in de gezondheidscentra en aan de onderhandelingstafels werd ook energie gestoken in (toegepast) onderzoek. In Ethiopië bijvoorbeeld deed een externe consultant, bijgestaan door 4 jongeren die als onderzoeker werden getraind, onderzoek naar betekenisvolle jongeren participatie in het ‘Acces, Services and Knowledge: What Young People Want, What Young People Need’programma. De doelstelling van dit programma is om jongeren steeds meer te betrekken bij het plannen en uitvoeren van activiteiten en het meten van resultaten. Ook sluiten jongeren aan bij vergaderingen van de projectmanagers en binnenkort ook bij de stuurgroep. De rol van Amref in Ethiopië werd erg gewaardeerd. Jongeren die betrokken zijn bij projectactiviteiten en trainingen krijgen een vergoeding voor gemaakte (reis-) kosten of een gratis lunch. De meeste van hen werken als vrijwilliger, hebben geen eigen inkomsten en zijn afhankelijk van hun familie. Om dus hun vrijwillige deelname mogelijk te maken is de onkostenvergoeding een good practice. Amref in Ethiopië heeft de overheid succesvol gestimuleerd om Health Development Agents (HDA’s) aan te nemen die jonger zijn dan 25 jaar. HDA’s zijn vrijwillige gezondheidswerkers die elk 30 huishoudens onder hun hoede hebben, voorlichting geven over moeder- en kindzorg en mensen doorverwijzen naar gezondheidscentra. Amref in Ethiopië traint deze HDA’s in seksuele voorlichting gedurende 3 dagen. Een van de belangrijkste factoren voor de goede beoordeling door de consultant is de relatief jonge projectmanager (27 jaar) die enthousiast is over het betrekken van jongeren en wiens staf ook goed met jongeren samenwerkt. Er is een open en positieve houding, toewijding en belangstelling. Dit speelt een belangrijke rol bij het beslechten van barrières tussen jongeren en volwassenen, en stimuleert partnerschap in plaats van een traditionele hiërarchische rolverdeling. Kijk voor een overzicht van de resultaten van onze gezondheidsprogramma’s en -projecten op al deze gebieden op pagina 20-25.
Samenwerken in allianties Met subsidies van het ministerie van Buitenlandse Zaken voeren we een deel van ons werk in alliantieverband uit: samenwerkingsverbanden tussen meerdere organisaties om zo het bereik en de resultaten te vergroten. In 2014 waren het er 3. Het werk met de SRHR-alliantie, WASH-alliantie en Youth Empowerment-alliantie werd voortgezet. Binnen deze allianties werkt elke organisatie op zijn expertise in de landen waar zij actief zijn. De aansluiting tussen de verschillende expertises zorgt voor een zeer compleet programma. Alliantie
Programma en looptijd
Partners
Sexual and Reproductive Health and Rights Alliance (SRHR-alliantie)
Unite for Body Rights (2011-2015)
CHOICE for Youth and Bangladesh, Ethiopië, Sexuality, dance4life, India, Indonesië, Kenia, Malawi, Rutgers WPF, Simavi Oeganda, Pakistan, Tanzania
Ethiopië, Kenia, Tanzania
Water, Sanitation and Hygiene Alliance (WASH-alliantie)
Duurzame toegang tot water, sanitatie en hygiëne (2011-2015)
Akvo, ICCO, RAIN, Simavi, WASTE
Bangladesh, Benin, Ethiopië, Ghana, Kenia, Mali, Nepal, Oeganda
Ethiopië, Kenia, Oeganda
Child Helpline International, CHOICE for Youth and Sexuality, dance4life, IPPF, Rutgers WPF, Simavi, Stop Aids Now!
Ethiopië, Ghana, Indonesië, Kenia, Oeganda, Pakistan, Senegal
Ethiopië, Oeganda, Senegal
Youth Empowerment- Acces, Services and alliantie Knowledge: What Young People Want, What Young People Need (2013-2015)
Landen waar de Landen waarin alliantie werkzaam is Amref ook een rol in het alliantie programma vervult
19
Ons werk in Afrika
Resultaten van onze projecten voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) in 2014 Naam en land(en) van uitvoering
Looptijd en financier(s)
Enkele resultaten
Betere gezondheid voor moeders en kinderen in Zuid-Afrika
2014-2016, Europese Unie, We hebben de behoeften en de capaciteit van de 51 gezondheidsposten waarmee CZ, eigen middelen* we willen samenwerken getoetst. 348 gezondheidswerkers zijn getraind, in samenwerking met de overheid. Daarnaast stemmen we met andere organisaties af om de moeder- en kindzorg in 2 projectdistricten goed te coördineren. We hebben toestemming van het ministerie van Gezondheid gekregen om met overheidsklinieken te werken.
Gezonde moeders en 2009-2014, Europese Unie kinderen in Afar (Ethiopië) (via Amref in Groot-Brittannië), eigen middelen*
Gehele projectperiode In de dorpen zien we een langere interval tussen geboortes, betere persoonlijke hygiëne en een groter percentage vrouwen dat prenatale zorg krijgt. Het percentage gezondheidsposten dat kindzorg levert, is gestegen van 12 naar 44%. Het percentage verwijzingen door gezondheidswerkers naar gezondheidsposten is gestegen van 0 naar 64%. Het percentage mensen dat gebruikmaakt van een latrine is gestegen van 12 naar 44%. 12.000 mensen kunnen gebruikmaken van nieuwe waterputten.
The World Starts With Me 2013-2016, Nederlandse (Ethiopië) ambassade in Ethiopië
Er zijn 84 leraren getraind in het WSWM-curriculum. 3.984 middelbare scholieren op scholen in Afar, Amhara, Oromiya en Addis Ababa volgen het lesprogramma. WSWM-scholen verwijzen door naar gezondheidscentra in de buurt en 64 personeelsleden van 16 klinieken zijn getraind in jeugdvriendelijk werken. 330 studenten van 4 medische opleidingen zijn getraind in zowel het WSWMcurriculum als jeugdvriendelijk werken en beide trainingen zijn nu geïntegreerd in de opleiding tot gezondheidswerker. Samen met 2 samenwerkingspartners (DEC en YNSD) hebben we een workshop georganiseerd waar jongeren aan ambtenaren hun ervaringen met het WSWM-curriculum presenteerden.
Een gezonde start voor moeders en kinderen in Samburu (Kenia)
2011-2015, Europese Unie, Amref Business Club, een familiestichting, eigen middelen*
We hebben diverse groepen jongeren die niet meer naar school gaan getraind over seksuele en reproductieve thema’s (veilige seks, SOA’s, besnijdenis, anti conceptiemethoden, tienerzwangerschappen, zorg na abortus etc). In totaal waren dat 27.400 mensen. Het project trainde daarnaast 92 gezondheidswerkers. Positief: de morans (jonge Samburu-mannen) – normaal gesproken een moeilijk bereikbare groep – vroegen na de bijeenkomst direct om condooms. Dit is opmerkelijk omdat morans nog geen (moderne) anticonceptiemiddelen gebruiken. Een deel van de bevolking uit dit rurale gebied voelt zich echter nog ongemakkelijk bij een openlijke bespreking van SRGR. Er is een tussentijdse evaluatie uitgevoerd. Het percentage vrouwen dat tenminste 4 prenatale consulten heeft is gestegen naar 56% (was 52%). Het percentage vrouwen dat in een kliniek bevalt is gestegen naar 36% (was 32%).
Afrikaanse moeders, baby’s en kinderen eerst! (Kenia, Tanzania en Zuid-Soedan)
2010-2014, CZ, Europese Unie (via Amref in Groot-Brittannië), eigen middelen*
Gehele projectperiode Het aantal vrouwen dat prenatale bezoeken aflegt, is gestegen van 36 naar bijna 60% in Tanzania en 67% in Kenia. In Zuid-Soedan steeg het percentage van 18 naar 49. Het aantal begeleide bevallingen is toegenomen van ongeveer 50% naar 60% in Kenia en 70% in Tanzania. In Zuid-Soedan steeg het percentage van 8 tot 17%; een indicatie van de nog steeds precaire gezondheidszorg in dat onrustige land.
* Ongeoormerkte bijdragen, onder meer afkomstig van particuliere donateurs, de Nationale Postcode Loterij, bedrijven.
20
Resultaten van onze projecten voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) in 2014 Naam en land(en) van uitvoering
Looptijd en financier(s)
Enkele resultaten
Access, Services and 2013-2015, ministerie Knowledge: What Young van Buitenlandse Zaken People Want, What Young (SRGR-fonds) People Need (Ethiopië, Oeganda en Senegal)
In de 3 landen gezamenlijk hebben we 807.000 jongeren seksuele voorlichting gegeven. En we hebben 1.064 mensen getraind: 54 gezondheidswerkers, 82 verloskundigen, 367 verpleegkundigen, 11 dokters en 532 peer educators. In Ethiopië organiseerden we een bijeenkomst met 130 jongeren uit heel Ethiopië en vertegenwoordigers van de overheid om input te verzamelen voor de herziening van de federale strategie voor reproductieve gezondheidszorg voor jongeren en adolescenten. Onderzoek naar betekenisvolle jongerenparticipatie wees uit dat onze aanpak goed is. In Oeganda hebben we een overeenkomst gesloten met Marie Stopes en UNICEF over het gebruik van U-Report (seksuele voorlichting en counseling via sms). We hebben 60 jongeren getraind die op hun beurt elk 100 anderen trainen in het gebruik van U-Report. In Senegal zijn 5.414 jongeren bereikt met seksuele voorlichting. We hebben 125 leraren getraind en er zijn 7.857 anticonceptiemiddelen verstrekt. Ook zijn 36 personeelsleden van klinieken getraind en 28.959 SRG-diensten verleend. Er waren 7.359 prenatale consulten en 4.166 bevallingen in klinieken. Met diverse SRGR-boodschappen hebben we in totaal 34.658 jongeren weten te bereiken.
Unite for Body Rights (Ethiopië, Kenia en Tanzania)
In Ethiopië hebben we 81.624 jongeren en vrouwen bereikt en 256 verpleegkundi gen getraind. Personeel van overheidsklinieken in Afar bezocht klinieken in Tigray om te zien hoe ze daar ‘jeugdvriendelijk’ werken. Na terugkeer hebben ze hun eigen jongerenafdelingen opgezet. In 2014 werd het UFBR-programma geëvalu eerd in het kader van de gezamenlijke MFS II-eindevaluatie. Ook het WASHprogramma in Afar (zie elders) zat in die selectie. Op dit moment zijn de rapporten nog niet openbaar maar de berichten over beide programma’s zijn positief. In Kenia hebben we 66.220 jongeren en vrouwen bereikt en 44 verpleegkundigen getraind. We hebben in het Kajiado-district een netwerk opgezet dat zich inzet voor betere gezondheidszorg (het Kajiado Health CSO Network). Door lobby van dit netwerk is het budget dat de lokale overheid voor gezondheidszorg reserveert meer dan verdubbeld. We zijn tevens betrokken bij de herziening van de lokale wet op reproductieve gezondheid. In Tanzania wisten we 41.098 jongeren en vrouwen te bereiken. Er zijn 407 verpleegkundigen getraind. Er is traditionele wetgeving in Kilindi aangenomen voor een verbod op meisjesbesnijdenis, het promoten van prenatale zorg en de betrokkenheid van echtgenoten daarbij. Een nieuwe wet op onderwijs is, na lobby door de alliantie, goedgekeurd. Een belangrijk onderdeel is het beleid dat zwangere meisjes na de bevalling terug naar school gaan. De SRHR-alliantie is door UNESCO uitgenodigd om deel te nemen aan de National Technical Working Group for the ESA Commitment. En naar aanleiding van de positieve uitkomsten van de tussentijdse evaluatie is het Amref-project in Kilindi als onderzoekslokatie gekozen voor (wetenschappelijk) onderzoek naar de Theory of Change van de SRHR-alliantie.
2011-2015, ministerie van Buitenlandse Zaken (MFS II)
Alternatieve rituelen voor 2013-2016 (Kenia)/ meisjesbesnijdenis (Kenia 2013-2015 (Tanzania), en Tanzania) Nationale Postcode Loterij, Triodos Foundation, een familiestichting, eigen middelen*
Er is een nulmeting uitgevoerd. En de Masai-grondwet is veranderd: vrouwen praten mee tijdens vergaderingen; de minimum huwelijksleeftijd is 21 jaar geworden; meisjesbesnijdenis is verboden. Margaret Kenyatta, de vrouw van de Keniaanse president, was in mei aanwezig bij een ceremonie in Magadi. Het idee en de uitvoering waren geheel in handen van een lokaal comité, een duidelijk teken dat gemeenschappen zelf verantwoordelijkheid nemen. Tegengeluiden waren er ook: vrouwen demonstreerden voor de voortzetting van hun traditie. Uiteindelijk resultaat was dat een aantal invloedrijke politici zich nogmaals publiekelijk uitsprak tegen meisjesbesnijdenis en dat de leiders en de gemeenschap publiekelijk meisjesbesnijdenis afzworen. Belangrijke les: investeer in het bereiken van geïsoleerde gemeenschappen, het vasthouden aan oude rituelen is daar het sterkst. Het totaal aantal meisjes dat tot nu toe heeft deelgenomen aan een alternatief ritueel is 7.361 (2009-2014).
21
Ons werk in Afrika
Resultaten van onze projecten voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) in 2014 Naam en land(en) van uitvoering
22
Looptijd en financier(s)
Enkele resultaten
Gezonde moeders zonder 2014-2017, eigen fistels in Tanzania middelen*
We hebben een nulmeting uitgevoerd. Er zijn 439 fisteloperaties uitgevoerd, waarvan 65% door 1 ziekenhuis (Bugando Medical Centre in Mwanza). Dat aantal loopt voor op de planning; er zijn echter zorgen over het achterblijven van het aantal operaties in de andere 6 ziekenhuizen in het programma. We bekijken welke hindernissen deze ziekenhuizen ondervinden en zullen daar actie op ondernemen. Alle basisorganisaties waarmee we willen samenwerken om psycho-sociale nazorg te verlenen aan de geopereerde vrouwen zijn nu ge誰dentificeerd; dat deel van het programma start in 2015. Amref in Tanzania is lid geworden van de Technical Working Committee for Safe Motherhood Initiative van het ministerie van Gezondheid en Welzijn. Dit biedt de kans om de preventie en behandeling van vaginale fistels steviger op de nationale agenda te krijgen.
Zorgen voor moeders in Kenia, Malawi en Oeganda
2013-2015, ministerie van Buitenlandse Zaken (SRGR-fonds)
In Kenia werden bijna 120.000 vrouwen en 80.000 mannen bereikt met voorlich足 ting over anticonceptie, het gevaar van niet-medische abortus en het voorkomen van vaginale fistels. We trainden 261 gezondheidswerkers en 214 personeelsleden van klinieken. Het aantal vrouwen dat gebruikt maakt van nazorg bij abortus is nog laag (70) maar het aantal klinieken dat deze dienst aanbiedt is gestegen van 4 naar 14. Het Kapenguria General Hospital heeft een speciale afdeling ingericht voor het behandelen van vaginale fistels en personeel is getraind; 62 vrouwen werden geopereerd. Voorraadbeheer van medicijnen en andere medische zaken gaat nu via de computer en mobiele telefoon. In Malawi wisten we 120.069 vrouwen en 17.209 mannen te bereiken met voorlichting over anticonceptie, het gevaar van niet-medische abortus en het voorkomen van vaginale fistels. We trainden 245 gezondheidswerkers en 136 personeelsleden van klinieken. 101 vrouwen zijn aan een vaginale fistel geope足 reerd. 75% van de vrouwen in Mangochi bevalt nu in een kliniek. In 3 gemeen足 schappen organiseerden we een social audit waarbij leden uit de gemeenschap het functioneren van het gezondheidscentrum evalueren in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de overheid. Voorraadbeheer van medicijnen en andere medische zaken gaat nu via de computer en mobiele telefoon. In Oeganda bereikten we 64.820 vrouwen met voorlichting over dezelfde onderwerpen. We trainden 52 gezondheidswerkers en 133 personeelsleden van 38 klinieken. 151 vrouwen zijn aan een vaginale fistel geopereerd. Het aantal vrouwen dat in een kliniek bevalt was 11.544, dat betekent dat in 1 jaar bijna het doel voor 3 jaar is bereikt.
Unite Against Child Marriage in Malawi
2014-2015, ministerie van Buitenlandse Zaken (extra fonds), eigen middelen*
Vanwege de overstromingen in Mangochi heeft het project iets vertraging opgelopen. Er zijn 35 jeugdclubs (opnieuw) gestart en verbonden aan een gezondheidscentrum. De jongeren zijn erg enthousiast en willen de SRGRboodschap uitdragen. Ook de schoolhoofden zijn graag bereid mee te werken aan een vermindering van het aantal meisjes dat vroegtijdig de school verlaat als gevolg van een huwelijk.
Resultaten van onze projecten voor gezondheid en milieu (WASH) in 2014 Naam en land(en) van uitvoering
Looptijd en financier(s)
Enkele resultaten
Sanitatie is de basis (Oeganda)
2013-2017, Europese Unie, Een young expert Water is in augustus gestart en versterkt ons team in Kawempe. NWP YEP Water, eigen Deelname van gemeenschappen en vertegenwoordigers van districten neemt middelen* toe en dat vergroot de kans op meer gescheiden sanitaire voorzieningen voor vrouwen en mannen op scholen, markten en andere openbare plekken. Scholen en schoolclubs zijn actief bezig met sanitatieplannen en voorlichting over hygiëne en bereikten 18.615 mensen. In de gemeenschappen zijn gemeenschapswerkers actief. 1.523 mensen werden getraind. Er is toenemende aandacht voor participatieve monitoring van voortgang.
Gezond leven in een sloppenwijk van Addis Ababa (Ethiopië)
2013-2016, eigen middelen*, gemeente Hardenberg
Er zijn 4 kiosken (met douches en latrines) gebouwd en overgedragen aan de gemeenschap; 900 mensen maken er gebruik van. Interessante initiatieven voor openbare douches en toiletten bieden werkgelegenheid en inkomsten voor jongeren en vrouwen. In totaal zijn 145 nieuwe banen gecreëerd. 3.400 scholieren (2.140 jongens en 1.260 meisjes) maken gebruik van sanitaire faciliteiten op 3 scholen. 5 vrouwengroepen zijn getraind in het maken van wasbaar maandverband en de verkoop hiervan. We gaven 22.571 mensen voorlichting over hygiëne en 298 mensen werden getraind. Een resultaat uit 2015: Amref in Ethiopië ontving een prijs van de burgemeester van Addis Ababa voor haar bijdrage aan een ‘schone en groene stad’. Een van de met name genoemde projecten was dit project.
Schoon water, gezonde Masai in Kajiado (Kenia)
2012-2015, WML, Amsterdam RAI, Aqua4all (2012-2014), Tauw, Made Blue, Wandelen voor Water, een stichting
We hebben 16.667 mensen bereikt met informatie over hygiëne en sanitatie. 108 mensen zijn getraind als ‘sanitatiekampioenen’: zij bezoeken huishoudens, geven voorlichting over hygiëne en proberen huishoudens te overtuigen om een wc aan te leggen. Gescheiden afvalinzameling levert een inkomen voor een aantal vrouwengroepen. Een proef met wasbaar maandverband leidt tot positieve geluiden van meisjes, die ook hun zussen en moeders leren hoe ze te maken (het is nog niet duidelijk of er een echte markt is voor dit maandverband en of er een inkomen mee te verdienen valt). Hevige regenval leidde tot uitstel van de bouw van een aantal zanddammen. Olifanten vernielden andere dammen. Samen met de Kenya Wildlife Service wordt naar oplossingen gezocht. Op nationaal niveau namen we deel aan de National Environmental Sanitation and Hygiene Promotion Inter Agency Coordination Committee. In dit comité is Amref voorzitter van de werkgroep over sanitatie.
Microfinanciering voor betere sanitatie en gezondheid (Kenia)
2013-2018, RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland), WASTE
We gaven 7.871 mensen voorlichting over hygiëne. ‘Een betere gezondheid’ blijkt onvoldoende reden om thuis een toilet aan te leggen; extra aansporing blijkt nodig. In februari 2015 worden de eerste leningen voor sanitaire voorzieningen aan huishoudens verstrekt. De overheid zal leningen beschikbaar stellen voor openbare gebouwen, zodat zij bijvoorbeeld een biogasinstallatie kunnen aanleggen.
23
Ons werk in Afrika
Resultaten van onze projecten voor gezondheid en milieu (WASH) in 2014 Naam en land(en) van uitvoering
Looptijd en financier(s)
Enkele resultaten
Duurzame toegang tot water, sanitatie en hygiëne (Ethiopië, Kenia en Oeganda)
2011-2015, ministerie van Buitenlandse Zaken (MFS II)
In de 3 landen samen zijn 70.882 mensen bereikt met informatie over hygiëne en werden 415 mensen getraind. Na een lange aanloopperiode omarmen de nomaden uit Afar (Ethiopië) het gebruik van latrines. In een aantal dorpen is het gebruik zelfs algemeen geaccepteerd. Er zijn 1.509 latrines gebouwd door huishoudens en hier hebben 8.299 mensen profijt van. Kleinschalige openbare douches en latrines, beheerd door groepen, zijn een interessante inkomstenbron. Een waterpomp op zonneenergie lijkt een goed alternatief voor motoraangedreven pompen: minder onderhoud en minder duur in gebruik (dit jaar bekijken we of dit inderdaad zo is). In Kenia zijn 45 gezondheidswerkers en 150 jongeren getraind die, elk op hun eigen niveau, werken aan bewustwording en gedragsverandering. Bijna 16.000 mensen bereikten we met de bewustwordingscampagne over hygiëne en sanitatie. Verder hebben nu 1.170 mensen toegang tot een toilet in publieke gebouwen als scholen en gezondheidscentra. In Oeganda dragen 5 gemeenschappen financieel bij ($ 80) aan de aanleg van waterpunten; 3 zijn nog geld aan het inzamelen. De helft van de leden van watercomités is vrouw. Als gevolg hiervan is de positie van vrouwen in de gemeenschappen sterker geworden. Algemeen blijkt dat het aanbieden van sanitaire voorzieningen en voorlichting in scholen doorwerkt in de omringende gemeenschappen. 200 vrouwen zijn getraind in inkomensgenererende activiteiten, bijvoorbeeld manden vlechten en groententeelt. Op deze manier dragen de vrouwen bij aan het gezinsinkomen en schoolgeld. Samenwerking met lokale overheden heeft ertoe geleid dat deze actief meewerken aan de Community Led Total Sanitation-programma’s en in een aantal gevallen ook meer budget beschikbaar stellen.
Resultaten van onze projecten voor capaciteitsopbouw e.o. in 2014
24
Naam en land(en) van uitvoering
Looptijd en financier(s)
Enkele resultaten
Verder bouwen aan het gezondheidsnetwerk (Kenia)
2013-2015, VvAA
We hebben mHealth succesvol geïntroduceerd in Kajiado County. Er komen veel verzoeken voor uitbreiding van de modules en een groter geografisch bereik. We lobbyen bij de overheid voor die uitbreiding door middel van training en bijeenkomsten met vertegenwoordigers van het ministerie. Gezamenlijke activiteiten van het personeel van klinieken en gezondheidswerkers in de gemeenschappen heeft de status van die laatste groep verhoogd en de groep mensen die komt voor medische diensten is gegroeid. Door de bredere beschikbaarheid van goede medische informatie in de gemeenschappen wordt er veel meer over gezondheid(sproblemen) gepraat en ondernemen mensen zelf actie. Het trainen van traditionele vroedvrouwen heeft geleid tot meer vrouwen die in klinieken bevallen. De vroedvrouwen vergezellen zwangere vrouwen naar de klinieken voor prenatale consultaties en bevallingen. In totaal bereikte Amref 10.913 mensen met gezondheidsdiensten en werden bijna 700 gezondheidswerkers getraind.
Meer dokters in Zuid-Soedan
2011-2014, gemeente Den Haag, een familiestichting, eigen middelen*
Ondanks de onveilige situatie in 2014 is het trainingsinstituut in Maridi weer geopend en zijn de meeste van de 21 studenten weer aan het studeren. Enkele studenten verblijven nog in vluchtelingenkampen.
Resultaten van onze projecten voor capaciteitsopbouw e.o. in 2014 Naam en land(en) van uitvoering
Looptijd en financier(s)
Enkele resultaten
Medische zorg en training 2013-2016, Eurocross, in afgelegen gebieden in Stichting Beheer Oost-Afrika Het Schild, Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer NV, QNH Consulting BV, eigen middelen*
In totaal leidden we 7.605 mensen op: dokters (384 vrouwen en 1.041 mannen), verpleegkundigen (2.613 vrouwen en 1.583 mannen), laboranten (98 vrouwen en 213 mannen) en ondersteunend medisch personeel (988 vrouwen en 685 mannen). Er zijn 37.488 mensen geopereerd aan vaginale fistels, hazenlippen, urologische aandoeningen en afwijkingen als gevolg van lepra.
Philips en Amref samen voor een gezond Afrika (Oost-Afrika)
2013-2016, Philips Healthcare
We ontwikkelden samen een training op leiderschap, management en bestuur. We organiseerden een gezamenlijke workshop over zaken doen in Afrika op de conferentie Africa Works! van de Netherlands-African Business Council. Gezamenlijk hebben we 2 voorstellen ingediend bij institutionele donoren voor innovatieve gezondheidsprogramma’s. En onze samenwerking werd zichtbaar tijdens Cape to Caïro Roadshow van Philips. We screenden aanstaande moeders waarin wij tijdige de juiste voorlichting konden bieden en moeders konden doorverwijzen in geval van complicaties.
Training voor medische professionals van Heineken (Oost-Afrika)
2014, Heineken
We trainden 14 medewerkers in spoedeisende zorg (EHBO, traumatologie en acute zorg voor volwassenen en kinderen), en konden speciale apparatuur aanschaffen om dit soort trainingen vaker te geven.
Capaciteitsversterking voor het Amref-kantoor in Zuid-Soedan
2014-2015, eigen middelen*
2014 is gebruikt om plannen voor te bereiden, die in 2015 zullen worden uitgevoerd.
Trainen en opleiden voor betere gezondheidszorg (Kenia)
2012-2014, een familiestichting, eigen middelen*
In het cursusjaar 2013-2014 ondersteunden we gezondheidsopleidingen en -cursussen in 30 Afrikaanse landen voor in totaal 6.722 studenten. Tevens leidden we en adviseerden we 15 e- en mLearning-projecten (op afstand leren via de computer en mobiele telefoon) in 8 verschillende landen.
mLearning voor een gezond Afrika (Kenia, Tanzania en Oeganda)
2012-2015, Nederlandse Postcode Loterij
Er zijn studies uitgevoerd in Kenia, Oeganda en Tanzania. Naar aanleiding van de resultaten is besloten de voorlichting en werving te intensiveren en dat levert een enorme groei van het aantal inschrijvingen op. In de 3 landen samen zijn 10.000 verpleegkundigen en verloskundigen getraind in het gebruik van de Jibu-app, een mobiel naslagwerk voor verpleegkundigen. Het doel was 7.000. Ook ander medisch personeel vraagt om mobiele applicaties voor bijscholing.
Stand Up for African Mothers (Oeganda en Tanzania)
2013-2015, Stichting Retourschip, ASN Bank (Oeganda), een familie stichting (Tanzania), eigen middelen*
We scholen verloskundigen via e- en mLearning bij (115 in Oeganda en 70 in Tanzania). In Oeganda is de animo onder verloskundigen nog niet groot, vooral omdat het programma onvoldoende voor het voetlicht weet te brengen wat het inhoudt en wat de voordelen zijn. In Tanzania is er een nauwe samenwerking met de overheid die een baangarantie van 3 jaar biedt voor deelnemende verloskundigen.
De projecten en programma’s die door ons gefinancierd worden, concentreren zich in een aantal gevallen bewust in dezelfde regio’s. In Ethiopië is de nomadische regio Afar bijvoorbeeld een concentratiegebied met 4 projecten (waarvan er in 2014 1 is afgesloten): ‘Gezonde moeders en kinderen in Afar’, ‘The World Starts With Me’, ‘Unite for Body Rights’ en ‘Duurzame toegang tot water, sanitatie en hygiëne’. We kiezen dan voor een breed aanbod van water en sanitatie, SRGR-dienstverlening voor jongeren en moeders en SRGR-educatie in de verwachting dat de projecten elkaar versterken. Bovendien werken we toe naar een integratie van SRGR- en WASH-elementen, zoals bijvoorbeeld zichtbaar wordt in de verkoop van condooms in waterkiosken. In Kenia is de regio Kajiado een concentratieregio met 5 projecten, opnieuw zowel SRGR als WASH: ‘Unite for Body Rights’, ‘Duurzame toegang tot water, sanitatie en hygiëne’, Alternatieve rituelen voor meisjesbesnijdenis’, ‘Schoon water, gezonde Masai in Kajiado’, en ‘Verder bouwen aan het gezondheidsnetwerk’. In Oeganda is het noorden een concentratiegebied waar we zowel op het platteland als in de steden programma’s uitvoeren. In totaal zijn het er daar 3: ‘Access, Services and Knowledge: What Young People Want, What Young People Need’, ‘Sanitatie is de basis’ en ‘Duurzame toegang tot water, sanitatie en hygiëne’.
25
Het succes van Amref Flying Doctors
Focus op het potentieel
26
Dit is een kader uit: Posthumus, H., Den Ridder, J., De Hart, J. (2014) Verenigd in verandering. Amsterdam: Sociaal en Cultureel Planbureau, pagina 44.
De tweede groeiende organisatie waaraan we een kader wijden, is Amref Flying Doctors. Terwijl de steun voor het totaal aan internationale ontwikkelingsorganisaties licht lijkt af te nemen, geldt dit niet voor alle organisaties. Amref Flying Doctors vormt de duidelijkste uitzondering: het donateursaantal steeg tussen 2009 en 2012 met 72%. Linda Hummel, hoofd Communicatie en Fondsenwerving van Amref, vroegen we in een telefoongesprek om een toelichting op deze groei. Volgens haar is de organisatie gegroeid doordat ze de laatste jaren een meer bedrijfs matige strategie zijn gaan hanteren, waarbij investeren ook belangrijk was. Eerst is grondig bekeken wie de bestaande donateurs zijn en waar het groeipotentieel ligt. Het potentieel bleek groot. Om dit potentieel vervolgens te bereiken, is onderzocht waar deze mensen behoefte aan hebben. Voor een deel bleek het van belang dat de organisatie ook iets voor henzelf betekent: ‘Voor hen organiseren we bijvoorbeeld een enorm uitdagende fietstocht in Afrika waar donateurs ook zelf onze projec ten bezoeken. Dat geeft hun veel voldoening.’ Maar niet iedereen wil dit: ‘Er is ook een groep die liever wil dat je ze met rust laat. Er zijn dus verschillende behoeften waarop je wilt inspelen.’ Volgens Hummel vormt de
intensivering van de samenwerking met het bedrijfsleven een andere belangrijke trend die bepalend is geweest voor de groei van Amref: ‘Met Philips Healthcare werken we bijvoorbeeld samen ten aanzien van de opleidingen van medisch personeel en innovatieve oplossingen voor gezondheidszorg in Afrika.’ Verder wijst ze op het belang om als organisatie op een aansprekende manier naar buiten te treden. Amref wil in haar communicatie Afrika op een opbouwende manier laten zien: ‘We willen niet namens Afrika spreken, maar Afrika zelf laten spreken.’ Van de crisis heeft Amref weinig last gehad. Wel is de organisatie extra oplettend geweest: ‘Soms hoor je van bedrijven dat zij zich meer op Nederland willen richten met hun “maatschappelijk verantwoord ondernemen”beleid, omdat het hier minder gaat. Ook is men voorzich tiger waardoor de besluitvorming wat langer duurt en zijn bepaalde subsidies gedaald.’
Rapport van het SCP Op 27 november 2014 publiceerde het Sociaal en Cultureel Planbureau het rapport Verenigd in verandering: grote maatschappelijke organisaties en ontwikkelingen in de Nederlandse civil society. Hierin schetsen onderzoekers dr. Hanneke Posthumus, dr. Josje den Ridder en prof. dr. Joep de Hart de ontwikkelingen in aantallen leden en donateurs van meer dan 140 grote maatschappelijke organisaties (>50.000 leden en/of donateurs) tussen 1980 en 2012. Amref Flying Doctors wordt hierin genoemd als een van de sterkst groeiende organisaties: 20% groei per jaar tussen 2009-2012.
27
Ons werk in Nederland
Vanuit Nederland zetten we ons in voor betere gezondheid in Afrika. We werven fondsen, zien toe op een goede besteding van die fondsen en brengen het werk van Amref onder de aandacht bij publiek en politiek. We ontvangen steun van (onder meer) de Nederlandse overheid, de Nationale Postcode Loterij, de Europese Unie en ruim 72.000 gevers. Onze focus op jonge vrouwen maakt het mogelijk gerichter fondsen te werven en in te zetten.
28
bevolking, met name op het gebied van ‘seksuele en reproductieve gezondheid en rechten’ (SRGR) en ‘gezondheid en milieu’ (WASH). Door gerichter te werken wilden we nog méér bereiken. We hebben er dan ook voor gekozen om ons in de periode 2010-2015 te concentreren op de gezondheid van jonge vrouwen in Afrika. Zij vormen een extra kwetsbare groep, omdat zij vaak worden blootgesteld aan ongezonde of zelfs gevaarlijke omstandigheden en tradities en tegelijker tijd niet in staat zijn hun stem te laten horen en hun situatie te verbeteren. We helpen deze vrouwen het heft in eigen handen te nemen. Zodat zij de gezond heid en de zorg krijgen waar ze recht op hebben. Ons werk heeft daarmee een maximale impact, omdat niet alleen deze vrouwen profiteren, maar ook hun omgeving. Onze aanpak is succesvol geweest. In allerlei programma’s hebben wij bijgedragen aan de verbetering van hun gezondheid, zoals blijkt uit de bereikte resultaten en de positieve ontwikkelingen op het gebied van PM&E (zie pagina 36).
Voor 2014 gold nog ons Strategisch Plan 2010-2015. Eerder dan gepland zijn we in het afgelopen jaar gestart met het schrijven van een nieuwe strategie, die geldt voor de periode t/m 2020. 2015 is een overgangsjaar. Nieuwe strategie De context waarbinnen we in Nederland ons werk uitvoeren, verandert voortdurend en de veranderingen lijken elkaar ook steeds sneller op te volgen. De econo mische situatie heeft directe en significante impact op onze beschikbare gelden, de mogelijkheden om nieuwe fondsen en overige middelen te werven voor onze projecten in Afrika en onze rol ten aanzien van beleids beïnvloeding in Nederland, en breder in Europa. We zien verminderde betrokkenheid van nationale en internationale donoren bij ontwikkelingssamenwerking. Tegelijkertijd zien we een nieuwe trend: groeiende en sterk opkomende Afrikaanse economieën, die enerzijds interessante investeringsmogelijkheden bieden en aan de andere kant sociale veranderingen teweegbrengen die bijdragen aan problemen binnen Afrikaanse gemeen schappen en dús de inhoud van ons werk in Afrika beïnvloeden. De veranderende context, de kansen die dat brengt, en de invloed die dat op ons werk in Nederland heeft, heeft ertoe geleid dat we onze strategie een jaar eerder hebben herzien. In onze nieuwe strategie 2015-2020 staat ambitieuze groei centraal. We zetten in op het verwerven van (financiële) middelen, op een manier die past bij onze donoren en samenwerkingspartners en waarin wij hen dankzij onze stevige Afrikaanse basis kunnen aanvullen. Daarbij willen we dat er zoveel mogelijk synergie tussen onze inkomsten en uitgaven is; het geld dat we verwer ven, willen we zorgvuldig besteden aan kwalitatief hoogwaardige gezondheidsprogramma’s met een grote impact op de gezondheid van jonge vrouwen in Afrika. We zien daarin voor onszelf ook een duidelijke rol in het bereiken van het Nederlandse publiek en de politiek (in Europa) met het doel beleid te beïnvloeden voor het blijvend verbeteren van de gezondheid in Afrika. Prioriteiten In 2014 gold ons Strategisch Plan 2010-2015. Hierin staat dat wij ons vanuit Nederland richten op 5 strategische prioriteiten: n Meer bereiken in Afrika We hebben een groeiende bijdrage geleverd aan de verbetering van de gezondheid van de Afrikaanse
Meer groei in inkomsten We zetten in op groei en spreiding in fondsenwerving. Daarbij richtten we ons, vaak op creatieve wijze, op grotere institutionele donoren, particulieren en bedrijven. Wij wilden onze inkomsten zien groeien naar € 14 miljoen in 2015. Die grens hebben we in 2013 (€ 17 miljoen – inclusief een extra bijdrage van de Nationale Postcode Loterij) en 2014 (€ 15 miljoen) al doorbroken, en ook in 2015 zullen we daarin slagen. n
n Effectiever samenwerken Samenwerking vonden (en vinden) wij essentieel om de beoogde groei in impact te realiseren. We bereiken ons doel als er een internationaal en nationaal netwerk van strategische samenwerkingsverbanden tussen relevante organisaties bestaat. En als best practices en lessons learned binnen dat netwerk structureel worden gedocumenteerd en gedeeld. De internationale Amref-organisatie heeft zich in dat opzicht sterk ontwikkeld, en Amref Flying Doctors in Nederland heeft daar veel aan bijgedragen. Ook met andere organisaties zijn wij partnerschappen aangegaan en voeren we samen grote meerjarige programma’s uit. Uit de positieve (tussentijdse) evaluaties van die programma’s en van de samenwerkingen blijkt dat er grote waarde ring voor is. De SRHR- en WASH-allianties hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de capaciteitsop bouw van lokale ngo’s en grassroots organisaties. In de
29
Ons werk in Nederland
periode van 2011 tot 2013 werden 22.000 personeels leden van ons gezamenlijk getraind in SRGR, onderwijs rond seksuele voorlichting, jeugdvriendelijk werken, geweld tegen vrouwen en diversiteit. In Tanzania wordt de SRHR-alliantie, waarvan we deel uitmaken, geprezen door samenwerkingspartners: ‘Ze delen hun kennis en ervaringen met ons en stimuleren andere organisaties om advocacy in hun projecten te integreren. Ook betrekken ze anderen bij pleitbezorging voor SRGR.’ n Efficiënter werken Meer bereiken, meer investeren in groei, meer samen werken. Dat betekent ook dat we efficiënter willen werken. We hebben daarvoor in 2009 doelmatigheids normen opgesteld (zie pagina 42-44) die we op alle terreinen behaald hebben.
Doorgaan een lerende organisatie te bouwen We willen een stabiele, open en flexibele organisatie zijn. Een organisatie die zich permanent blijft ontwik kelen. De afdelingen binnen Amref Flying Doctors stellen de verschillende (deel-)plannen, bijbehorende doelstellingen en (deel-)begrotingen op. Deze plannen, inclusief doelstellingen en begrotingen, worden goedgekeurd door het Management Team. Dat we erin slagen om ons daarin te blijven ontwikkelen blijkt bijvoorbeeld uit onze ISO-certificering en het feit dat we in 2013 de eerste organisatie waren die Partos 9001-gecertificeerd werd. Het blijkt ook uit het feit dat steeds meer organisaties en bedrijven waardering hebben voor onze werkwijze en graag met ons samenwerken. n
Kerntaken Onze kerntaken bleven in 2014 onveranderd: bewust wording, beleidsbeïnvloeding (advocacy), fondsen werving, linking & learning en planning, monitoring & evaluatie (PM&E). Bewustwording We vragen graag aandacht voor de gezondheidssituatie in Afrika en ons werk om dit te veranderen. Dat doen we het liefst via free publicity. In 2014 resulteerde dat in meer dan 160 artikelen over onder meer ons werk op het gebied van moedersterfte en meisjesbesnijdenis, onze samenwerking met het bedrijfsleven en onze evenementen de Kenya Classic en Expedition Masai in media als het FD, het NRC, Trouw, AD, Kanjers van Goud (RTL4) en het Achtuurjournaal (NOS).
30
Vorig jaar was ook het jaar waarin we een media campagne lanceerden. Dankzij een extra toegekende trekking van de Nationale Postcode Loterij konden we een media- en communicatiecampagne over ons gezondheidsproject ‘Alternatieve rituelen voor meisjes besnijdenis’ opzetten. Hierdoor hebben we onze zicht baarheid binnen de doelgroep, met name via tijdschriften en online media, kunnen vergroten. Ook werd een aflevering van het televisieprogramma Kanjers van Goud aan het onderwerp gewijd; 608.000 mensen keken ernaar. En zoals verwacht is door de campagne onze naamsbekendheid gestegen. Uit de jaarlijkse Charibarometer van Mediad blijkt een stijging van 22 naar 26 punten op dit vlak. Ook de waardering voor onze organisatie steeg: van 68 naar 72. In de ranglijst ‘Top 40 mate betrouwbaarheid’ stijgen we van plek 39 naar 34. Aandacht voor en betrokkenheid bij ons werk in Afrika creëren we ook door onze Afrikaanse collega’s, die we met enige regelmaat op bezoek krijgen, in te zetten. Zo kwam dr. Asrat Mengiste, een van onze flying doctors, op uitnodiging van het congres Surgical Need naar Nederland. Daardoor konden wij een donateursbijeen komst met hem organiseren. Onder belangstelling van zo’n 50 geïnteresseerde donateurs sprak hij over zijn werk. Onze ambassadeur Giovanca Ostiana, onze ambassadeur, heeft zich ook in 2014 weer belangeloos voor onze organisatie ingezet. Ze was aanwezig tijdens de aftrap van onze mediacampagne op Internationale Vrouwendag, heeft verschillende radio-interviews over het onderwerp gegeven en heeft naar aanleiding van de campagne een afsluitende reis gemaakt. In Kenia bezocht Giovanca meisjes die het alternatieve ritueel voor meisjesbesnijdenis hebben doorlopen en het AD schreef erover. We zijn onze ambassadeur zeer dankbaar voor haar betrokkenheid bij ons werk. Beleidsbeïnvloeding We brengen de gezondheidssituatie in Afrika niet alleen onder de aandacht bij het Nederlandse publiek, maar ook bij beleidsmakers en politici. Onze lobby verloopt deels via de allianties waaraan wij deelnemen, zoals de SRHR-alliantie, en deels via onze eigen organisatie. Speciaal voor dit doel is begin vorig jaar een medewerker aangenomen. We slagen er steeds beter in om ons werk en onze doelen op de (politieke) kaart te zetten. Minister Ploumen noemde onze inzet op het gebied van het verbeteren van gezondheidssystemen in nomaden
Naamsbekendheid Volgens de Chari-barometer van Mediad Algemeen 2010
InternaAmref Flying tionale hulp Doctors
60
49
33
2011
57
46
29
2012
56
43
26
2013
55
43
22
2014
56
43
26
Waardering Volgens de Chari-barometer van Mediad Algemeen
InternaAmref Flying tionale hulp Doctors
2010
65
59
69
2011
65
60
70
2012
65
59
70
2013
63
55
68
2014
67
58
72
Klachten in 2014 We ontvingen in 2014 4 klachten van onze donateurs. Dat is een daling van ongeveer 79% ten opzichte van het voorgaande jaar, toen we 19 klachten ontvingen. Gezien het aantal mailingen dat we verstuurd hebben, 2.608.750 (zie ook de tabel), is het aantal klachten laag. Het merendeel van de klachten heeft betrekking op de frequentie en vragen over de kosten van onze fondsen wervende mailings. We nemen elke klacht serieus en doen we onze uiterste best om elke klacht naar tevre denheid op te lossen. Bij het afhandelen van klachten volgen we de klachtenprocedure, die terug te vinden is op www.amref.nl.
gebieden tijdens het Algemeen Overleg in februari. Ook noemde de minister onze aanpak in het beantwoorden van een kamervraag van Sjoerd Sjoerdsma (D66) over de Nederlandse inzet op meisjesbesnijdenis: ‘In Kenia ondersteunt Nederland Amref Flying Doctors bij het tegengaan van meisjesbesnijdenis. Zo organiseert Amref voor meisjes van 8 tot 15 jaar alternatieve initiatieriten binnen de Masai-gemeenschap, die in de plaats komen van besnijdenis. Sinds 2009 hebben door dit programma zeker 2.140 meisjes, 540 ouders en 311 leiders zich publiekelijk gedistantieerd van meisjesbesnijdenis.’ En
ook in de beantwoording van feitelijke vragen over de begroting 2015 van BHOS (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) noemde de minister het alternatieve ritueel voor meisjesbesnijdenis in Kenia als een voorbeeld met een taboedoorbrekende aanpak in de strijd tegen vrouwenbesnijdenis (oktober). Samen staan we sterk, en daarom zoeken we waar nodig de samenwerking met andere partijen op. Zoals binnen de SRHR-alliantie. Gezamenlijk zetten we ons in om SRGR op de politieke agenda te houden. We ondertekenden de Charter on the role of business, civil society and crosssector partnerships in the post-2015 development agenda. Het charter beschrijft de belangrijke bijdrage die de private sector, het maatschappelijk middenveld en cross-sectorale partnerschappen kunnen leveren aan de post-2015 ontwikkelingsagenda. Door ondertekening spreken partijen zich uit voor het belang van deze vorm van samenwerking en hun intentie om een bijdrage te leveren aan de agenda. Minister Ploumen was aanwezig bij de presentatie van het charter in september. Ook hebben we samengewerkt met de White Ribbon Alliance, die zich inzet voor veilig moederschap wereldwijd. Samen organiseerden we op Internationale Vrouwendag het Diner voor Veilig Moederschap in Amsterdam. Tijdens het goed bezochte diner lichtten we onze campagne ‘Stand Up for African Mothers’ toe. En tijdens de Afrikadag in november vroegen we even eens gezamenlijk aandacht voor hetzelfde onderwerp. Tot slot dienden we als penvoerder een aanvraag in met Achest, HAI en Wemos voor de call ‘Samenspraak en Tegenspraak’ van het ministerie van Buitenlandse Zaken (zie ook pagina 34). Tot onze vreugde hoorden we begin 2015 dat we zijn geselecteerd als strategische partner op het gebied van ‘pleiten en beïnvloeden’. Fondsenwerving We zijn er wederom in geslaagd een groei te realiseren. De inkomsten uit eigen fondsenwerving stegen van € 4.890.000 in 2013 naar € 5.546.000 in 2014 (+ 13%). Hierbij valt vooral de positieve bijdrage van particuliere stichtingen op, waarmee we boven begroting uitkwamen. Als we de bijdragen van de Nationale Postcode Loterij, het ministerie van Buitenlandse Zaken en institutionele donoren zoals de Europese Unie in ogenschouw nemen, dan komen we uit op een totaalinkomen van € 15.333.000 – een daling van 11% ten opzichte van 2013 (€ 17.249.000). We eindigden boven de begroting van € 14.262.000; de daling ten opzichte van 2013 wordt veroorzaakt door de eenmalige gift van € 2,6 miljoen die we in 2013 van de
31
Ons werk in Nederland
Communicatie met onze (potentiële) donateurs 2014
2013
Mailingen aan donateurs
307.641
304.929
Mailingen aan potentiële donateurs
1.980.103
1.731.051
321.006
301.541
67.732
67.078
2.676.482
2.404.599
(Unieke) websitebezoeken
91.795
59.010
Aantal volgers op Twitter
2.990
1.120
Aantal likes op Facebook
5.641
1.550
Nieuwsbrieven E-mailingen Totaal
Het aantal volgers op Twitter en likes op Facebook is erg gestegen. Dat komt door de mediacampagne tegen meisjesbesnijdenis, die een grote online component bevatte.
Nationale Postcode Loterij ontvingen. In totaal steunden 72.495 gevers ons werk. Particuliere fondsenwerving Dankzij de financiële bijdragen van onze particuliere donateurs kunnen we onze gezondheidsprogramma’s in Afrika op structurele basis uitvoeren. Daarnaast dragen zij bij aan het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking in Nederland. Na een daling vorig jaar is het aantal gevers in 2014 weer gestegen: van 68.214 in 2013 naar 72.479 in 2014. Dat is een stijging van ruim 6% en iets boven de begroting van 72.000. Nieuwe donateurs werven we op verschillende manieren: via mailings, inserts, telefonisch, op straat en aan huis. We houden onze donateurs op de hoogte via nieuwsbrieven en e-mailings. We bedanken ze telefonisch en schriftelijk en lichten toe waaraan hun donaties besteed worden. In 2014 organiseerden we 2 keer een donateursbijeenkomst. Een keer over ons alternatieve ritueel voor meisjes besnijdenis, en een keer over Outreach, waarbij flying doctor Asrat Mengiste aanwezig was. Beide bijeenkomsten werden goed bezocht en gewaardeerd. Voor particuliere fondsenwerving hebben we de zeer ambitieuze begroting van € 3.645.000 bijna gehaald. De inkomsten stegen van € 3.126.000 in 2013 naar € 3.481.000 in 2014 (+ 11%). Zakelijke fondsenwerving We vinden samenwerking met de private sector belang
32
rijk. We zijn ervan overtuigd dat we gezamenlijk de gezondheidssituatie in Afrika kunnen verbeteren. We bieden dan ook verschillende mogelijkheden om samen te werken, van eenmalige sponsoring tot inhoudelijke, meerjarige partnerschappen. Voor het afgelopen jaar hadden we € 900.000 aan inkomsten begroot, en uiteindelijk € 687.000 gerealiseerd. De meeste inkomsten zijn afkomstig uit bestaande partnerschappen, hoewel we ook een aantal mooie nieuwe partnerschappen kunnen melden. Zoals met Made Blue, Tauw en Allen & Overy. Ook hebben we een EHBO-training georganiseerd voor het personeel van Heineken in Afrika. Het partnerschap met Eurocross Assistance is verlengd. De hulpverlenende instantie voelt zich erg verbonden met ons werk en steunt onze organisatie al sinds 2009. Een van de manieren waarop Eurocross ons steunt, is via de Cross for Health. Tientallen medewerkers van de alarmcentrale haalden met de sponsorloop € 30.000 op. De medewerkers van onze bedrijfspartners vervullen een belangrijke ambassadeursfunctie en doen mee aan inzamelingsacties. Een grote groep hardlopers van onze partner VvAA heeft de Dam tot Damloop volbracht. Daarmee zamelden ze, na verdubbeling door VvAA, ruim € 60.000 in voor gezonde moeders en kinderen in Afrika. We organiseerden een leiderschapsworkshop in Oeganda, waaraan managers van VvAA en Afrikaanse managers van Amref gezamenlijk werkten aan hun leiderschaps kwaliteiten aan de hand van lokale cases. We komen graag met (potentiële) bedrijfspartners in contact en vertellen dan waarom wij samenwerking met de private sector zo belangrijk vinden. We organiseerden 2 bijeenkomsten met de titel Verbinding in Business, waarin we ingingen op het verbinden van medewerkers aan hun werkgever via betrokkenheid bij een maatschappelijk doel. We gaven een presentatie tijdens het seminar Zakendoen in Afrika van Regina Coeli, samen met Philips organiseerden we een workshop tijdens NABC’s Africa Works! en onze directeur nam deel aan een rondetafeldiscusse tijdens het Nationaal Export Event van Fenedex. De leden van de Amref Business Club hebben 3 bijeen komsten bijgewoond. Het aantal leden is stabiel gebleven op 10. Onderwerpen van gesprek zijn onder meer onze strategie, het programma dat de Business Club steunt (Afrikaanse moeders, baby’s en kinderen eerst!) en een kijkje in de keuken van elkaars bedrijven.
Deze bedrijven steunen ons meerdere jaren Accure, Amsterdam RAI, CZ Fonds, Eurocross, Habo DaCosta, Loyens & Loeff, Made Blue, Nationaal Lucht en Ruimtevaartlaboratorium, Nationale Postcode Loterij, Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn, Philips Healthcare, Projactive, QNH, Tauw, VvAA, Waterleiding Maatschappij Limburg. Zij steunden ons (ook) in 2014 Elmec Handels- & Ingenieursbureau B.V., Talmor B.V. Multiscope, KAPP Nederland B.V., HBM Machines B.V., Medas Holding B.V., Zuijderduijn Art Productions.
Leden van de Amref Business Club Amsterdam RAI, Glasvogel, VvAA Groep, Inshared, Mediq, Pearle Benelux, Rijppaert & Peeters Advocaten, Solera Nederland B.V., Steins Bisschop & Schepel, The Brown Paper Company.
Evenementen Door het jaar heen organiseren we verschillende evene menten. Daarmee werven we fondsen en zorgen we voor bewustwording over de gezondheidssituatie in Afrika. De inkomsten uit evenementen waren dit jaar hoger dan begroot: we ontvingen € 667.000 (€ 595.000 in 2013). De begroting was € 525.000, wat een toename van 27% betekent. Dit jaar organiseerden we voor het eerst Expedition Masai, een wandeltocht met de Masai in Tanzania. Hieraan namen 34 mensen deel; dankzij minimaal € 3.500 aan sponsorgeld leverde de tocht € 136.000 (bruto) op. Een ander sportief evenement, de Kenya Classic, hielden we dit jaar al weer voor de 4e keer. De 70 deelnemers zorgen voor minimaal € 5.000 aan sponsorgeld en fietsen zo € 449.000 (bruto) bij elkaar. Tijdens beide evenementen worden diverse gezondheidsprojecten bezocht. Ook organiseerden we wederom Wandelen voor Water, de sponsorloop voor kinderen uit groepen 7 en 8 van de basisschool. Zij lopen een route van 6 kilometer met 6 liter water op hun rug, en ervaren zo wat de dagelijkse praktijk is van veel Afrikaanse leeftijdsgenoten. Dit jaar liepen meer dan 4.000 leerlingen mee, wat een bedrag van € 105.000 opleverde. Het opgehaalde bedrag is aangevuld door de initiatiefnemer van Wandelen voor Water, stichting Aqua for All. Hierdoor komt een totaalbedrag
33
Ons werk in Nederland
van € 225.000 (idem 2013) ten goede aan ons water-, sanitatie- en hygiëneprogramma in Kenia. Nationale Postcode Loterij Al 15 jaar lang ontvangen wij jaarlijks een ongeoormerkte bijdrage van de Nationale Postcode Loterij. In 2014 mochten wij weer € 900.000 in ontvangst nemen. Ook werd onze samenwerking geëvalueerd. De positieve aanbeveling voor voortzetting van de samenwerking is door de Raad van Commissarissen van de loterij over genomen. Ook in de periode 2015 tot en met 2019 ontvangt Amref Flying Doctors steun voor haar werk zaamheden. Judith Lingeman, Hoofd Goede Doelen van de Nationale Postcode Loterij: ‘Amref Flying Doctors wil een systematische verandering in de gezondheidszorg in Afrika bewerkstelligen. Amref richt zich met name op de verbetering van de gezondheid van jonge vrouwen omdat de impact daarvan het grootst is. Het door de loterij gesteunde project ‘Laat nomadenmeisjes vrouw worden zonder besnijdenis’ is een mooi voorbeeld van de werkwijze van Amref. Ook het project over mLearning is bij uitstek een voorbeeld van hun systematische aanpak. Door via mobieltjes verpleeg- en verloskundigen op te leiden en zich professioneel te ontwikkelen kan er in grote delen van Afrika een structurele verbetering plaatsvinden van de gezondheid. De organisatie levert een belangrijke bijdrage aan de verbetering van de gezondheid in Afrika, met name in Oost-Afrika. Samen met de 2,5 miljoen deelnemers blijft de Nationale Postcode Loterij Amref Flying Doctors de komende jaren dan ook graag steunen.’ Met de bezuinigingen waar het kabinet op inzet, neemt het belang van particuliere fondsenwervers zoals de Nationale Postcode Loterij toe. De goededoelenloterij is een bewezen en succesvol middel tot fondsenwerving. De bijdrage van de loterij en haar deelnemers is uniek, want deze is niet alleen meerjarig, maar goede doelen bepalen ook zelf de besteding ervan, op basis van hun expertise. Inmiddels wordt jaarlijks door de Goede Doelen Loterijen (Nationale Postcode Loterij, BankGiro Loterij en VriendenLoterij) ruim € 425 miljoen geworven voor het goede doel. De Goede Doelen Loterijen zijn hiermee de grootste fondsenwerver van Nederland: 25% van alle private giften in Nederland komt van de deelnemers van de Goede Doelen Loterijen. Maandelijks spelen 3,5 miljoen huishoudens in Nederland met deze loterijen mee, en met de helft van hun lot dragen ze bij aan een betere wereld.
34
De 3 loterijen hebben als missie het steunen van goede doelen die werken aan: een rechtvaardige en groene wereld: Nationale Postcode Loterij; cultuur en behoud cultureel erfgoed: BankGiro Loterij; verbetering van welzijn en gezondheid in Nederland: VriendenLoterij. Het huidige kabinet heeft aangegeven het kansspelbeleid te willen moderniseren. Wij hopen dat de voorgestelde wijzigingen in het kansspelbeleid de Nationale Postcode Loterij voldoende ruimte geeft om de succesvolle fondsenwerving op dit niveau voort te zetten. Zonder de Postcode Loterij en haar deelnemers zouden wij immers een groot deel van onze initiatieven niet kunnen realiseren. Institutionele fondsenwerving In 2014 hebben wij extra tijd geïnvesteerd in het benade ren van particuliere stichtingen. Hun (on)geoormerkte giften zijn voor ons immers van groot belang. Onze inspanningen hebben succes opgeleverd: we ontvingen ongeoormerkte giften van onder meer de Willem Nico Scheepstra Stichting, Stichting Eekhoorn en Stichting Mebi, en van nieuwe relaties zoals Ophorst van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V., Stichting FFFCVM, Triodos Foundation en Stichting Beheer het Schild. Daarnaast ontvingen we geoormerkte giften van enkele stichtingen die anoniem wensen te blijven. Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Europese Unie Het ministerie van Buitenlandse Zaken is en blijft onze grootste donor. In 2014 ontvingen we € 6.567.000 (2013: € 6.971.000). Andere institutionele donoren, zoals de Europese Unie, leverden € 2.121.000 aan inkomsten op (2013: € 1.813.000). In het afgelopen jaar dienden we 2 aanvragen in voor het nieuwe programma Samenspraak & Tegenspraak van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Via dit programma wil het ministerie een krachtiger maatschappelijk middenveld creëren waardoor burgers hun stem kunnen laten horen. Tot onze blijdschap zijn we geselecteerd als een van de 25 strategische partners van het ministerie. Samen met Achest, HAI en Wemos zijn we verenigd in het HS4A (Health System Advocacy for Africa) Partnership. Wij delen de opvatting van minister Ploumen over duurzame en inclusieve (economische) groei om armoede te bestrijden. We willen hieraan bijdragen – en groeiende ongelijkheid tegengaan – door effectief beleid én implementatie op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) actief te ondersteunen. Adequaat functionerende gezondheidssystemen zijn hierin cruciaal
en 2 belangrijke bouwstenen van het grootste belang: human resources op het gebied van SRGR en de toegang tot essentiële SRGR commodities. Op deze 2 terreinen zullen wij samen met het ministerie de politieke agenda’s en de uitvoering daarvan in de praktijk beïnvloeden, zodat gestelde doelen voor SRGR, zowel in Nederlands beleid als internationaal, zullen worden behaald. Het ministerie heeft ons maximaal € 6,4 miljoen per jaar toegekend voor de periode 2016-2020. Op basis van hiervan zullen we gezamenlijk een programma ontwikkelen. We ontvingen een toezegging (€ 1.355.000) van de Europese Unie voor ons nieuwe gezondheidsprogramma ‘Betere gezondheid voor moeders en kinderen’ in Zuid-Afrika. Dit programma loopt tot en met 2016 en richt zich op het verbeteren van de gezondheid van in totaal 147.000 moeders en kinderen in Limpopo. Daarnaast financiert de EU nog 2 andere, al langer lopende projecten: ‘Sanitatie is de basis’ in Oeganda (€ 2.500.000) en ‘Gezonde start voor moeders en kinderen in Samburu’ in Kenia (€ 1.000.000), dat tevens door de Amref Business Club gesteund wordt. Linking & learning Een integraal onderdeel van ons beleid is van elkaar en van eerdere ervaringen leren. Dat geldt voor alle organisaties binnen het Amref-netwerk en de allianties waaraan we deelnemen. We wisselen onderling ervarin gen uit en verbeteren onze werkwijze en de samenhang in ons programmaportfolio. In het afgelopen jaar hebben we aan verschillende leerbijeenkomsten deelgenomen – deze bijeenkomsten zijn een toevoeging op alle capaciteitsversterking en trainingen die we regulier verzorgen. Zo kwamen de nationale programma coördinatoren uit 4 Aziatische en 7 Afrikaanse landen van de SRHR- en Youth Empowerment-allianties, de country leads (programmemedewerkers van de alliantieleden in Nederland met de verantwoordelijkheid voor een land) en PM&E-adviseurs van de alliantieleden bij elkaar in maart om gezamenlijk de landenreportages te schrijven, met als uitkomst een betere analyse van de resultaten per land. De PM&E-medewerkers van bovengenoemde allianties kwamen in juni bijeen om het proces en de uitkomsten van de tussentijdse evaluatie van het ‘Unite for Body Rights’-programma in 2013 te bespreken. Een maand later werden hier alle medewerkers van de allianties bij betrokken tijdens een speciale ‘leerdag’. De projectteams van het programma ‘Zorgen voor moeders in Kenia, Malawi en Oeganda’ hielden 2 regionale bijeenkomsten om de voortgang te monitoren en ervaringen uit te
wisselen. Onder meer de identificatie van fistelpatiënten (maart) en onderzoek en advocacy (oktober) stonden op de agenda. Ook de projectteams van de ASK-alliantie in Ethiopië, Oeganda en Senegal kwamen bijeen (oktober) om ervaringen uit te wisselen over het betrekken van jongeren bij seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. Een vorm van linking & learning is ook de leiderschapstraining die we samen met VvAA en Amref in Oeganda organiseerden (november, zie ook pagina 32). In het gezondheidsprogramma ‘Schoon water, gezonde Masai in Kajiado’ is er een formeel uitwisselingstraject met Waterleiding Maatschappij Limburg. Elk jaar worden 1 tot 2 kennisuitwisselingen georganiseerd. In 2014 waren er 2, 1 in juli (op het gebied van diversificatie van water bronnen) en 1 in december (hydro-geologische kennis opbouw). Daarbij waren de Nederlandse portfoliohouder, Nederlandse consultants, projectmedewerkers en -managers van de zuidelijke partners van de alliantieleden en de projectmanager, -medewerkers en -technici aanwezig. Een belangrijke bijeenkomst in 2014 was de 1e Amref Health Africa International Conference (november) in Kenia waaraan ook Nederlandse collega’s deelnamen. Het thema was From Evidence to Action: Lasting Health Change for Africa. De conferentie richtte zich op de uitwisseling van wetenschappelijke resultaten en er werden debatten gevoerd over de financiering van gezondheidszorg, personeelsbeleid in de gezondheids zorg, het versterken van maatschappelijke systemen en de gezondheidsagenda na 2015. De conferentie bracht leiders, wetenschappers, het bedrijfsleven en vertegen woordigers van maatschappelijke organisaties bij elkaar en eindigde met een oproep aan de politieke leiders van de Afrikaanse landen om goed gezondheidsbeleid te ontwikkelen, te investeren in de kwaliteit van de gezond heidszorg en een grotere politieke wil te tonen om de oorzaken van slechte gezondheid aan te pakken.
35
Ons werk in Nederland
Planning, monitoring & evaluatie (PM&E) Het meten van resultaten was ook in 2014 een belangrijk onderdeel van ons werk. De medewerkers die verant woordelijk zijn voor de kwaliteit en tijdigheid van rapportages werken daarbij nauw samen met de collega’s van de Amref-organisaties in Afrika. In 2014 waren er 2 ontwikkelingen die het werk rond PM&E positief zullen beïnvloeden. De 1e was de introductie van een Amref-brede database (AIMS, Amref Information Management System). Alle projectteams hebben toegang tot deze database en houden daarin hun resultaten bij. Een aantal standaardindicatoren zorgt ervoor dat bijvoorbeeld het aantal zwangere vrouwen dat een verloskundige bezoekt voor een prenataal consult overal op dezelfde manier wordt geteld. Een ander voorbeeld is dat we overal op dezelfde manier tellen hoeveel peer educators er worden getraind en hoeveel jongeren zij op hun beurt met seksuele voorlichting bereiken. Die standaardisatie leidt ertoe dat Amref resultaten van de overkoepelende gezondheids programma’s kan meten om ze vervolgens te gebruiken voor interne monitoring, verantwoording en bij advocacyactiviteiten richting overheden en donoren. Ook voor ons
36
geeft AIMS een up-to-date inzicht in de resultaten van de projecten die vanuit Nederland gefinancierd worden. AIMS is in 2014 gestart en bevindt zich momenteel in de laatste testfase, we verwachten dat in 2015 alle landenkantoren getraind zijn in het werken met AIMS. De rijkdom aan gegevens kan dan ten volle gebruikt worden voor planning, verslaglegging, landenvergelijkingen en management. Een 2e ontwikkeling op het vlak van PM&E betreft de aansluiting bij IATI, een wereldwijde database waarin organisaties en overheden die fondsen besteden aan ontwikkelingssamenwerking hun resultaten en bestedin gen openbaar kunnen maken. Wij zijn in 2014 begonnen met het invoeren van alle gegevens over bestedingen en resultaten en zullen begin 2015 de eerste gegevens openbaar maken. De voordelen van IATI zijn betere samenwerking binnen de sector, transparantie, verbe terde interne informatievoorziening en sturing, vermin derde rapportagelasten en een duidelijkere zichtbaarheid van geldstromen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft aangekondigd IATI vanaf 2016 verplicht te stellen voor verslaglegging.
De organisatie in Nederland In 2014 bestond Amref Flying Doctors 45 jaar. Wat in 1969 begon als Medisch Werk Afrika (inkomsten: fl 42.698 in 1969) is uitgegroeid tot een professionele organisatie met hoog opgeleide en zeer betrokken medewerkers. Speerpunten We hebben ons jubileum op bescheiden wijze gevierd met een reünie van iedereen die een bijdrage levert of heeft geleverd aan de ontwikkeling van onze organisatie: (oud-) medewerkers, stagiairs, vrijwilligers en (oud-) Bestuur en Raad van Toezicht-leden. Om het jaar onderzoeken we hoe onze medewerkers hun werk bij Amref Flying Doctors ervaren. Begin 2014 is daartoe een vragenlijst uitgezet. De uitkomsten waren op hoofdlijnen vergelijkbaar met die van 2 jaar geleden. Het algemene beeld is dat medewerkers het naar hun zin hebben en zich erg verbonden voelen met de doelstelling en het werk van Amref Flying Doctors. Er waren ook aandachtspunten, zoals interne communicatie en de gevolgen van ‘de flexibele organisatie’. Een interne werkgroep heeft aanbevelingen gedaan die zijn overge nomen en opgepakt. De flexibele organisatie is en blijft voor ons een focus punt. Door allerlei ontwikkelingen van buitenaf willen we snel kunnen inspelen op veranderende omstandigheden. Dat heeft zowel betrekking op de flexibele inzet van medewerkers (door tijdelijke contracten en de inhuur van freelancers bij piekwerkzaamheden) als een flexibele werkwijze (niet te veel bureaucratie) en flexibiliteit in ons huurcontract. Omdat ook in 2014 meerdere nieuwe collega’s ons zijn komen versterken, hebben we veel tijd besteed aan de werving en selectie en het vervolgens inwerken van de nieuwe medewerkers. Tot slot hebben we in het afgelopen jaar aandacht geschonken aan de verdere ontwikkeling en professiona lisering van de organisatie. Alle teams en het Management Team hebben afzonderlijk aan teamontwik keling gedaan. Naast reguliere individuele opleidingen is er een dag georganiseerd voor de gehele organisatie, met workshops op het gebied van communicatieve vaardig heden, werken in global teams en interculturele samen werking.
andere bezoldigingscomponenten vastgesteld. We actualiseren dit beleid periodiek, voor het laatst in 2014. In 2015 zullen we dat weer doen. Bij de bepaling van het bezoldigingsbeleid en de vaststelling van de beloning volgen we de Adviesregeling Beloning Directeuren van Goede Doelen van de VFI en de Code Wijffels (zie ook www.vfi.nl). De Adviesregeling geeft aan de hand van zwaartecriteria een maximumnorm voor het jaarinkomen van de directeur. Onze Renumeratiecommissie heeft deze weging in 2014 uitgevoerd, wat leidde tot een Basis Score voor Directiefuncties van 390 punten met een maximum jaarinkomen van € 98.257 voor onze directeur. Het relevante werkelijke jaarinkomen van de directeur bedroeg in 2014 € 97.439. De hoogte en de samenstelling wordt besproken in de toelichting op de staat van baten en lasten in de jaarrekening (zie pagina 90). Naast het jaarinkomen maken ook betaalde pensioen- en socialeverzekeringspremies, belaste vergoedingen en een eventuele uitkering bij de beëindiging van het dienst verband deel uit van de bezoldiging. Een dergelijke uitkering hebben wij nog nooit gedaan. Medewerkers In 2014 zijn 7 nieuwe medewerkers in dienst gekomen; 3 collega’s zijn uit dienst getreden. Het verloop percentage, waarmee de uitstroom wordt aangegeven, lag daardoor op 8% (2013: 22%). De instroom is deels voor vervanging van zwangerschapsverlof, deels voor ver vanging van de uitstroom. Gemiddeld werkten er in het afgelopen jaar 37 mensen (2013: 32), de meesten in deeltijd (zie kader). Er was een formatie van 28,6 fte begroot; het werkelijke aantal lag op 29,6 fte. Deze stijging ten opzichte van de begroting is vooral te verklaren uit het aannemen van extra medewerkers vanwege vervanging in verband met zwangerschapsver lof. Daarnaast is op verschillende afdelingen incidenteel gebruikgemaakt van de diensten van uitzendkrachten en freelancers voor kortere en langere perioden. Het ziekteverzuim lag in 2014 op 1,7% (2013: 2,8%), opnieuw lager dan in het voorgaande jaar. Preventie en begeleiding blijven onze aandacht houden. Hiervoor schakelen we tevens onze arbodienst in.
Bezoldiging van de directie Op advies van de Remuneratiecommissie heeft de Raad van Toezicht enkele jaren geleden het bezoldigingsbeleid, de hoogte van de directiebeloning en de hoogte van
37
Ons werk in Nederland
Directie en medewerkers (per 25 maart 2015) Directie Drs. Jacqueline Lampe Bedrijfsvoering Frank Wijngaard (Hoofd) Drs. Angela van der Woude (HR) Jolanda Hoek Sjanneke den Hollander (parttime) Santa Moi Jenifer Partodikromo Roos Venema MSc Sylvia Wiebing Debby van der Zalm Conny van Zijp Programma Management Dawn Betteridge (Hoofd) Dr. Gudule Boland Drs. Nicole Bos Hilke Conradi MA MSc Linda Fokkema MSc Drs. Dirkje Jansen Noortje van Langen MSc Drs. Marlijn Lelieveld MA Maarten Mulder MSc Drs. ir. Marjolein Ooijevaar Ir. Astrid van Rooij Drs. Annemieke Verburg Drs. Veerle Ver Loren van Themaat
Communicatie & Fondsenwerving Drs. Linda Hummel (Hoofd) Ineke Bakker Bente Bergmans (stagiair) Wouter Boeser Sylvia Castelijn Drs. Suzanne van Esser Amy Greve MSc Drs. Taika van der Harst Sjanneke den Hollander Drs. Trix van Hoof Marielle Hendrichs Drs. Mirjam Jansen op de Haar Jobien Keijser Amber Lingmont MSc Drs. Bertine Pries Drs. Michèle Rabouw Koen Snijders (stagiair) Ilonka Teekens
Medewerkers in fte’s (per 31 december 2014) Begroting 2015
Werkelijk 2014
Begroting 2014
Directie
1,0
1,0
1,0
Bedrijfsvoering
6,2
5,8
5,1
Programma Management
11,7
11,9
11,0
Communicatie & Fondsenwerving
11,7
10,9
11,5
Totaal
30,6
29,6
28,6
2014
2013
2012
1,7%
2,8%
3,5%
Verlooppercentage (o.b.v. aantallen)
8%
22%
7%
Gemiddeld aantal werknemers
37
32
29
Aantal mannen als % van het totaal
10%
11%
10%
Aantal fulltimers als % van het totaal
26%
29%
17%
Tijdelijke contracten (excl. freelancers e.d.)
40%
36%
17%
Overige personele gegevens (per 31 december 2014) Ziekteverzuim
38
Samenstelling Comité van Aanbeveling (per 25 maart 2015) Mr. Marry de Gaay Fortman, sinds 2015 Mr. Ton Gardeniers, sinds 2010 Drs. Marc van Gelder MBA, sinds 2009 Prof. dr. Désirée van Gorp LL.M, sinds 2015 Chirfi Guindo MBA BSc/MSc, sinds 2009 Drs. Jaap Maljers, sinds 2010 Mr. Marten Pieters, sinds 2009 Steve Sichtman MBA MPC, sinds 2015 Vacature
Vrijwilligers en stagiairs We onderscheiden 3 vormen van vrijwilligerswerk: vrijwilligers die structureel of incidenteel ondersteunende werkzaamheden doen en professionals die om niet werkzaamheden verrichten, zoals het coachen van onze medewerkers. Om vrijblijvendheid tegen te gaan, worden afspraken zoveel mogelijk vastgelegd in contracten. Onze vrijwilligers ontvangen geen vergoeding. We zijn erg blij met de structurele inzet van onze vrijwilligers: Joan Admiraal, Ivo van der Avert, Lia la Lau, Chantal van Liere, Martyna Rzymska. Zonder hen zouden wij ons werk niet zo goed kunnen doen. Wij danken hen dan ook hartelijk voor hun inzet en betrokkenheid. Noëlle van der Hagen, Jan Kars, Tino Kreijns, Barbara van Laere en Janneke Wielaart-Moret zijn professionals die zich om niet voor ons inzetten. Zij leveren een grote bijdrage aan onze organisatie, waarvoor wij hen dankbaar zijn. Daarnaast maken we zo nu en dan gebruik van de diensten van Public Support en Secretary Plus, die hun medewerkers ter ondersteuning van onze afdeling Office Management eveneens om niet inzetten. Hier hebben we regelmatig profijt van. Tot slot zijn er vrijwilligers die zich op incidentele basis voor ons inzetten, zoals de gastdo centen voor Wandelen voor Water die vol enthousiasme gastlessen geven op deelnemende basisscholen. Ook hen zijn we erkentelijk voor hun inzet. Kwaliteitsbeleid en certificeringen Via ons kwaliteitssysteem dragen we zorg voor een professionele organisatie en voldoen we aan de wensen en eisen van onze belanghebbenden. Ons kwaliteits handboek bevat een beschrijving van al onze processen en werkwijzen. Met het boek werken we nieuwe medewerkers in en wijzigingen erin delen we met alle medewerkers. We zijn tevreden over deze aanpak, gezien
39
Ons werk in Nederland
onze goede resultaten in de afgelopen jaren en de positieve terugkoppeling van belanghebbenden. Sinds 2009 is ons kwaliteitssysteem ISO-gecertificeerd (ISO 9001:2008). Net als het CBF-Keur geldt deze certifice ring voor 3 jaar; jaarlijks vindt een tussentijdse keuring plaats. Interne audits worden door 4 van onze mede werkers uitgevoerd om na te gaan of iedereen volgens de afspraken werkt. De tussentijdse keuringen in 2013 en 2014 zijn positief verlopen. Begin 2015 heeft de driejaarlijkse herkeuring plaatsgevonden en zijn we wederom voor de komende 3 jaar ISO-gecertificeerd. We voldoen sinds 2013 tevens aan de branchegerichte toepassing van ISO 9001, die is ontwikkeld door Partos, de branchevereniging voor internationale samenwerking. In Partos 9001 is specifiek uitgewerkt wat de eisen van ISO 9001 betekenen voor ontwikkelingsorganisaties. Met onze CBF-certificering voldoen we ook aan de Code Wijffels voor Goed Bestuur van Goede Doelen, die in het CBF-Keur is geïntegreerd. We houden ons tevens aan de in 2011 aangepaste Adviesregeling Beloning Directeuren van Goede Doelen. Het salaris van onze directeur is terug te vinden op onze website, en in dit jaarverslag (zie pagina 90). In maart 2015 is onze CBF-certificering weer voor een periode van 3 jaar verlengd. Gedragscodes Op diverse terreinen zijn gedragscodes vastgesteld. Zo zijn er richtlijnen voor gedrag en communicatie, als onderdeel van ons internationale HR-beleid. Daarnaast hebben we in Nederland een fraudepreventiebeleid geformuleerd dat aansluit op de – in 2013 geactualiseerde – Fraud Prevention Policy van Amref in Afrika. Het arbeids voorwaardenreglement met bijbehorend handboek beschrijft wat we verstaan onder goed werkgever- en werknemerschap. Er is een ethische code opgesteld, met criteria voor potentiële samenwerkingspartners. Deze criteria zijn objectief te toetsen, bijvoorbeeld op basis van marktinformatie over ethische waarden of op basis van informatie van mensenrechtenorganisaties. Bij het werven van fondsen houden we ons aan de gedragscodes van de Vereniging voor Fondsenwervende Instellingen (VFI) en Partos. Duurzaamheid We willen onze taken uitvoeren op een manier die voldoet aan een modern mvo-beleid (maatschappelijk verantwoord ondernemen) en daarom hebben we in 2013 ons mvo-beleid vastgesteld. Hierin beschrijven we onder meer hoe we ons personeelsbeleid vormgeven, hoe we
40
Veiligheid De gebieden waar we werken, hebben in toenemende mate te maken met bedreigingen die invloed hebben op veiligheid. We hebben daartoe een reisveiligheidsbeleid opgesteld. Het doel is om de effecten van risico’s die deze (kunnen) hebben op de organisatie, de medewer kers, de reputatie en de middelen te verkleinen. Daarom is ook een intern crisismanagementteam geformeerd, dat regelmatig bijeenkomt en oefent. En medewerkers die regelmatig op reis gaan, hebben allen een reisveilig heidscursus gevolgd, die we om de 3 jaar herhalen.
inkopen, hoe we onze CO2-uitstoot beperken en, indien nodig, compenseren. Veel van deze elementen behoren al langere tijd tot onze standaardwerkwijzen. Amref in Afrika Hoewel we een onafhankelijke organisatie zijn, maken we deel uit van het wereldwijde Amref Health Africa-netwerk (zie pagina 12), dat nauw samenwerkt op verschillende vlakken. Geconsolideerde financiële informatie Amref in Afrika kent een gebroken boekjaar (oktoberseptember). Sinds boekjaar 2011-2012 worden voor heel Amref wereldwijd geconsolideerde begrotingsen jaarrekeninggegevens (in $) gepresenteerd. Wij leveren hiervoor gegevens aan die zijn gebaseerd op geactualiseerde prognoses en begrotingen. De geconsolideerde begroting voor 2014-2015 bedraagt ca. $ 125 miljoen. Hiervan wordt $ 110 miljoen door Amref in Afrika besteed (zie kader) en $ 15 miljoen door de overige Amref-organisaties in het netwerk. Er is sprake van structurele groei en ook voor het komende jaar verwachten we dat. De begroting (20142015) is grotendeels gebaseerd op reeds toegezegde financieringen. De ervaring leert dat de werkelijke cijfers door nieuwe toezeggingen gedurende het jaar vrijwel altijd hoger uitvallen. Een kanttekening daarbij: de recente, sterke koersdaling van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar kan een negatief effect hebben op de inkomsten (in dollars), omdat een fors deel van de inkomsten van Amref uit Europa afkomstig is. Het eigen vermogen van Amref in Afrika is voor het merendeel vastgelegd in materiële activa: grond, gebouwen, de inrichting van gebouwen, voertuigen
en vliegtuigen. De meeste activa zijn via donaties in het bezit gekomen. Activa die met geld van Amref Flying Doctors in Nederland worden aangeschaft, zijn eigendom van Amref in Afrika. Onze bijdrage Ons aandeel aan de totaalbegroting bedraagt ca. $ 17 miljoen. Onze directe bijdrage aan de totale bestedingen van Amref in Afrika is de afgelopen jaren gegroeid van 5% naar circa 15%. Ten opzichte van 2013 is er een lichte daling, vanwege de daling van onze eigen inkomsten én de koersdaling van de euro. Daarnaast geven we ook indirect een bijdrage, door bijvoorbeeld onze kennis en ervaring in te zetten om andere Amref-organisaties te laten groeien. We zijn vrij in onze prioriteitsstelling en bestedings keuzen, mits die binnen het internationale Business Plan 2011-2014 vallen. Daarbij stellen we onze eigen doelmatig heidsnormen (zie pagina 42-44). Al onze eigen activiteiten worden uit onze eigen inkomsten gefinancierd en daarnaast treden we regelmatig op als co-financier van grotere gezondheidprogramma’s. Financieringspartners kunnen andere Amref-organisaties of de Europese Unie zijn – de laatste financiert meestal niet meer dan 75%. Dankzij onze ongeoormerkte inkomsten en fondsen die bijvoorbeeld binnen de MFS II-allianties beschikbaar zijn, zijn we in staat om flexibel in te spelen op specifieke behoeften van Amref in Afrika. Daarbij kan het bijvoor beeld gaan om het versterken van de capaciteiten van onze collega’s, eenmalige investeringen of uitwisselingen. Door deel te nemen aan diverse werkgroepen en overleggen spelen we een actieve rol in de verdere professionalisering van onze internationale strategie. Hierbij komen onze eigen geleerde lessen goed van pas, net als de kennis die we eerder hebben opgedaan. Partnerbeleid Amref in Afrika is verantwoordelijk voor de uitvoering van onze gezondheidsprogramma’s. Daarom hebben wij hiervoor beleid geformuleerd, waarin we vragen beantwoorden als: Welke eisen stellen we aan de samenwerking met Amref in Afrika? Hoe beoordelen we programmavoorstellen? Hoe bewaken we de kwaliteit van de uitvoering? Wij financieren alleen die programma’s die binnen onze eigen prioriteiten vallen, van goede kwaliteit zijn en voldoende en heldere resultaten laten zien. We zijn goed vertegenwoordigd in het Amref-netwerk. Onze directeur is lid van het Senior Management Team, de voorzitter en de voormalig voorzitter van onze Raad
Bestedingen van Amref in Afrika (x $ 1 miljoen) 2014-2015 (begroting)
110
2013-2014
104
2012-2013
101
2011-2012
81
2010-2011
65
Balansgegevens van Amref in Afrika (x $ 1.000) 2013/14
2012/13
7.950
8.276
Activa Materiële activa Voorraden
357
385
25.380
18.476
4.319
4.387
558
510
21.204
22.715
59.768
54.749
Reserves
8.836
11.426
Fondsen
1.701
1.506
Projectverplichtingen
38.900
30.648
Overige schulden
10.331
11.169
59.768
54.749
Te ontvangen projectbijdragen Overige vorderingen Beleggingen Liquide middelen
Passiva
van Toezicht zijn lid van de International Board en 2 leden van de Raad nemen deel aan commissies van diezelfde International Board. Verder zijn we altijd aanwezig bij internationale bijeenkomsten, met medewerkers, het Management Team en/of de Raad van Toezicht. We zijn actief betrokken bij beleids ontwikkelingen binnen het netwerk en zorgen voor vertegenwoordiging in belangrijke werkgroepen. We dragen actief bij aan de ontwikkeling van kleinere Amref-organisaties en financieren en monitoren diverse gezondheidsprogramma’s samen met andere Amreforganisaties in Europa en Noord-Amerika. Bestedingen en rapportages Voor elk programma worden afspraken gemaakt over de bestedingen en bijbehorende rapportages, die we vastleggen in een overeenkomst. Als aan alle voorwaar den is voldaan, maken we één keer per maand geld over naar Amref in Afrika, waarna onze collega’s ervoor zorgen dat het geld volgens afspraak wordt besteed.
41
Ons werk in Nederland
Per programma stellen we vast welke gezondheids resultaten moeten worden behaald en hoe daarover wordt gerapporteerd. Deze resultaten zijn vastgelegd in projectindicatoren die deel uitmaken van een totaalset die voor alle programma’s geldt. Deze indicatoren zijn aan ontwikkeling onderhevig (zie ook de paragraaf over PM&E op pagina 36), zeker omdat de eisen die gesteld worden aan (het meten van) impact steeds hoger worden. Een internationaal erkende externe accountant (Deloitte) controleert jaarlijks de boekhouding van Amref in Afrika. In 2014 is wederom een goedkeurende controleverklaring verstrekt. Daarnaast heeft Amref een eigen interne auditor en een Compliance Officer. De auditor rapporteert zijn bevindingen aan de International Board. In januari 2015 heeft hij een controlebezoek gebracht aan Amref Flying Doctors in Nederland, en daarover positief gerapporteerd. Wij houden specifiek de bestedingen van alles wat wij financieren in de gaten. Samen met KPMG Nederland hebben we hiervoor een controleprogramma ontwikkeld. Om de administratieve druk in Afrika zo laag mogelijk te houden, streven we er bij de controles naar om zoveel mogelijk gebruik te maken van bestaande elementen, zoals eerder afgesproken rapportages en reeds beschikbare accountantsrapporten. In aanvulling hierop voeren we regelmatig extra controles uit. Doelmatigheid Per strategische prioriteit hebben we vastgesteld welke financiële en niet-financiële resultaten we, met bij behorende indicatoren, willen behalen. Elk kwartaal stellen we een interne rapportage op. Hierin staat financiële informatie op basis van de begroting – met een actuele prognose – en inhoudelijke informatie over de voortgang van onze plannen. Dat gebeurt deels op basis van de indicatoren, en deels door middel van korte analyses van de belangrijkste ontwikkelingen. Deze rapportage wordt besproken door het Management Team, en de Auditcommissie, wat kan leiden tot bijsturing en aanbevelingen. Er zijn 4 belangrijke indicatoren waarmee onze doelmatigheid wordt vastgesteld: de normen voor ‘Doelbesteding’, ‘Kosten eigen fondsenwerving’, ‘Kosten beheer en administratie’ en ‘Bestedingen aan gezondheidsprogramma’s in Afrika’. Over deze normen rapporteren we elk kwartaal aan onze Raad van Toezicht.
42
Norm ‘Doelbesteding’ (in €) Norm Begroting 2015 Werkelijk 2014 Begroting 2014 Werkelijk 2013 Totale inkomsten
14.437.000
15.333.434
14.262.012
17.249.338
Totale uitgaven
14.537.000
15.215.696
14.397.012
16.864.529
Besteed aan de doelstelling
12.375.780
13.177.644
12.335.402
14.885.324
Als % van de totale inkomsten
81%
86%
86%
86%
86%
Als % van de totale uitgaven
81%
85%
87%
86%
88%
86%
87%
87%
87%
Als % van de totale inkomsten excl. beleggingen
Voor de norm ‘Doelbesteding’ hanteren we 2 berekeningen: het totaalbedrag dat besteed is aan de doelstelling als percentages van de totale uitgaven en van de totale inkomsten. Voor beide streven we naar minimaal 81%. In 2014 realiseerden we 86% van de inkomsten en 87% van de uitgaven. Voor de begroting van 2015 gaan we uit van 86% van de inkomsten en 85% van de uitgaven. We zitten al enkele jaren ruim boven onze eigen norm. Dit valt te verklaren door de sterke groei in inkomsten van institutionele donoren.
Norm ‘Kosten eigen fondsenwerving’ (in €) Norm Begroting 2015 Werkelijk 2014 Begroting 2014 Werkelijk 2013 Inkomsten uit eigen fondsenwerving Kosten eigen fondsenwerving Als % van de inkomsten eigen fondsenwerving
25%
5.842.000
5.546.205
5.589.525
4.890.425
1.417.827
1.371.026
1.422.392
1.278.262
24%
25%
25%
26%
Voor de norm ‘Kosten eigen fondsenwerving’ geldt de definitie van het CBF: het totaal van de kosten van eigen fondsenwerving gedeeld door de baten uit eigen fondsenwerving. Het CBF stelt hiervoor een maximum van gemiddeld 25% over elke periode van 3 opeenvolgende jaren. We streven ernaar om de beschikbare ruimte voor fondsenwerving efficiënt te benutten, zoals ook gesteld in ons Strategisch Plan 2010-2015 en in ons nieuwe Strategisch Plan 2015-2020. In 2014 zijn we uitgekomen op 25%. Omdat we in 2013 en 2012 op respectievelijk 26% en 24% uitkwamen, komen we gemiddeld over deze 3 jaar ook uit op 25%. Conform ons streven behalen we dus precies de CBF-norm. De investeringen in eigen fondsenwerving in de afgelopen 5 jaar hebben gezorgd voor een stijging van de inkomsten met 134%: van € 2.371.000 in 2009 naar € 5.546.000 in 2014. Gemiddeld hebben we al die jaren 25% van onze inkomsten in eigen fondsenwer ving geïnvesteerd. Voor 2015 is voor deze norm 24% begroot om de 26% van 2013 te compenseren.
Norm ‘Kosten beheer en administratie’ (in €) Norm Begroting 2015 Werkelijk 2014 Begroting 2014 Werkelijk 2013 Totale uitgaven Kosten beheer en administratie Als % van de totale uitgaven
4%
14.537.000
15.215.696
14.397.012
16.864.529
683.593
634.777
596.499
685.431
4,7%
4,2%
4,1%
4,1%
De norm ‘Kosten beheer en administratie’ definiëren we als volgt: de kosten voor beheer en administratie, gedeeld door de totale uitgaven. We streefden naar een daling van ca. 7% in 2009 naar ca. 4% in 2015. Deze structurele daling willen we bereiken door een goede budgetbeheersing en de toerekening van kosten aan activiteiten. We letten er daarbij expliciet op dat onze overhead op termijn minder snel groeit dan onze totale inkomsten en uitgaven. In 2014 was 4,1% begroot. Uiteindelijk werd 4,2% behaald doordat de personeelskosten iets hoger uitvielen. Voor 2015 is 4,7% begroot. De kosten zullen iets stijgen, terwijl de totale inkomsten en uitgaven vooralsnog iets lager zijn ingeschat dan in 2014. De sterke groei en de groeiende complexiteit van fondsenwervingsproces sen vraagt om goede bedrijfsvoering, kwaliteitssystemen en controleprocessen.
43
Ons werk in Nederland
Norm ‘Bestedingen aan gezondheidsprogramma’s in Afrika’ (in €) Norm Begroting 2015 Werkelijk 2014 Begroting 2014 Werkelijk 2013 Totale inkomsten
14.437.000
15.333.434
14.262.012
17.249.338
Gezondheidsprogramma’s in Afrika
10.047.374
11.108.137
10.603.975
13.297.762
70%
72%
74%
77%
Als % van de totale inkomsten
67%
We investeren in onze activiteiten in Nederland, zodat we uiteindelijk meer kunnen besteden aan de kern van ons werk: het financieren van gezondheidsprogramma’s in Afrika. Daarvoor hanteren we een specifieke norm: ‘Bestedingen aan gezondheids programma’s in Afrika’ (de bestedingen aan gezondheidsprogramma’s in Afrika, gedeeld door de totale inkomsten). We streven naar minimaal 67% in 2015. Vooruitlopend accepteren we dat we daar soms onder blijven. Zolang we blijven groeien en onze bestedingen in Afrika blijven stijgen, vinden we dat acceptabel. In 2014 was 74% begroot, en hebben we uiteindelijk 72% behaald. Het percentage bestedingen aan doelstelling is conform de begroting. Daarbinnen is een groter deel aan bewustwording/voorlichting besteed door de mediacampagne die door de Nationale Postcode Loterij gefinancierd is. De bestedingen aan gezondheidsprogramma’s in Afrika stegen wel, maar maakten daardoor een iets kleiner aandeel van onze totale bestedingen uit. Voor 2015 is 70% begroot. Hiermee blijven we boven onze norm.
Sanctie- en fraudepreventiebeleid We houden de resultaten van onze gezondheids programma’s nauwlettend in het oog, bijvoorbeeld doordat onze portfoliohouders regelmatig veldbezoeken afleggen. Soms worden afspraken niet nagekomen: Amref in Afrika loopt achter in planning van implementatie en bestedingen of, in het ergste geval, is er sprake van fraude of corruptie. Uiteraard nemen we dan maatregelen, die omschreven staan in ons sanctie- en fraudepreventiebeleid dat aansluit op het beleid van Amref in Afrika. Maatregelen kunnen variëren van een verzoek om uitleg tot het stopzetten van alle betalingen aan een Amref-organisatie in Afrika. De enige sanctie die in 2014 is opgelegd, is het uitstellen van betalingen omdat rapportages te laat werden aangeleverd. In 2014 is geen fraude geconstateerd in door ons gefinancierde bestedingen. Evalueren Reflecteren maakt deel uit van onze dagelijkse werkzaam heden. We doen dat tijdens (interne) bijeenkomsten en leertrajecten. Hulpmiddelen om vast te stellen of we hierin daadwerkelijk slagen, zijn strategie- en programmaevaluaties, metingen van klantentevredenheid en het vaststellen van lessons learned. n Strategie- en programma-evaluaties Het Strategisch Plan 2010-2015 is eerder dan gepland opgevolgd door ons Strategisch Plan 2015-2020, om ons snel aan te kunnen passen aan in- en externe ontwikkelingen die elkaar steeds sneller opvolgen. In de periode 2010-2014 hebben we onze ambitie op alle vlakken ruimschoots waargemaakt. Een analyse
44
van de behaalde resultaten en input van diverse belanghebbenden vormden mede de basis van de nieuwe strategie. Halverwege de looptijd zullen we samen met een aantal van onze belanghebbenden een midterm review uitvoeren en naar aanleiding van de uitkomsten, waar nodig, bijsturen. Elk gezondheidsprogramma wordt aan het eind van de looptijd geëvalueerd. Bij grotere meerjaren programma’s gebeurt dat ook tussentijds. Hiervoor schakelen we externe deskundigen in; na een dergelijke review sturen we waar nodig bij. n K lantentevredenheid De mening van onze belanghebbenden is belangrijk voor ons. Zo hebben wij een aantal van hen betrokken bij de ontwikkeling van onze nieuwe Strategisch Plan. Ook meten we op verschillende manieren en op verschillende tijdstippen hun tevredenheid. Bijvoorbeeld via de Chari-barometer (zie pagina 31), de klachtenprocedure (zie pagina 31) en ons PM&E-systeem (zie pagina 36). Daarnaast voeren we elke 3 jaar een onderzoek uit waarin we specifiek meten hoe tevreden onze belanghebbenden zijn over onze organisatie en (communicatie)middelen. De aanbevelingen die hieruit volgen, verwerken we in onze jaarplannen. Begin 2015 staat een nieuw onderzoek in de planning. n Lessons learned We formuleren lessons learned om na te gaan wat het effect is van onze werkzaamheden. Als we nieuwe activiteiten ontwikkelen, gaan we na of eerder relevante lessen zijn geleerd. Die gebruiken we dan als startpunt voor onze nieuwe plannen.
Risicobeheersing We zijn ons bewust van de risico’s die aan ons werk en onze organisatie kleven. Daarom hebben we alle risico’s in kaart gebracht. In dit overzicht delen we risico’s in naar bestuur en beleid; de strategische keuzes die we maken; gezondheidsprogramma’s in Afrika; onze eigen organisa tie in Nederland en specifieke financiële risico’s. Voor elk risico maken we een inschatting van de kans dat deze zich voordoet en de impact ervan. Ook beschrijven we preventieve en corrigerende maatregelen, die variëren van verdere diversificatie van inkomensstromen, beleids beïnvloeding en goede samenwerking en afstemming met al onze partners, tot kwaliteitscontroles, keurmerken en goede administratieve systemen met betrouwbare, maandelijkse rapportages. Deze risicobeheersingsmatrix heeft betrekking op de doelstellingen in ons Strategisch Plan. Er is geen enkel risico waarbij we zowel de kans dat het zich voordoet als de mogelijke impact in 2015 hoog inschatten. De risicobeheersmatrix wordt regelmatig besproken en geactualiseerd in vergaderingen van het Management Team en de Auditcommissie, en jaarlijks door de Raad van Toezicht. In het algemeen zien we de belangrijkste risico’s in de veranderende aard van fondsenwervingsprocessen, tegenvallende inkomstengroei en mogelijke reputatie schade in Nederland of het netwerk. Waar nodig treffen we altijd aanvullende maatregelen. In 2014 hebben we bijvoorbeeld veel aandacht besteed aan onze relaties met belanghebbenden, en hebben we onze systemen verbeterd om dat te ondersteunen. We houden continu langere-termijnontwikkelingen scherp in het oog, proberen er waar mogelijk invloed op uit te oefenen, en richten onze organisatie op flexibele wijze in zodat we kunnen inspelen op interne en externe ontwikkelingen. Daarnaast hebben we in 2014 veel aandacht besteed aan betere informatie over de gezondheidsresultaten van ons werk in Afrika en de daarvoor benodigde monitoring- en evaluatiewerkwijzen. Financieel beleid Ons financiële beleid is continu in ontwikkeling – binnen
de richtlijnen van het CBF en de VFI uiteraard. Dat is een belangrijke randvoorwaarde voor de realisatie van ons Strategisch Plan, om fondsen te kunnen werven en partnerschappen aan te kunnen gaan. Kosten en baten worden zoveel mogelijk direct toegerekend aan de juiste activiteiten, wat een goed inzicht in de totaalkosten oplevert. Als directe toerekening niet mogelijk is, vindt een verdeling van de kosten plaats volgens verdeelsleu tels die jaarlijks opnieuw worden vastgesteld. Inkomsten die beschikbaar zijn voor doelstelling worden zo snel en verantwoord mogelijk hieraan besteed. Om duurzaam heidsredenen zijn veel programma’s voor meerdere jaren gefinancierd. We kunnen dat doen als een partner de financiering garandeert, als we op andere wijze voldoen de zekerheid hebben of als we inschatten dat we voldoen de fondsen kunnen werven. Ook werken we met een continuïteitsreserve, waarmee we de continuïteit aan onze medewerkers, Amref in Afrika en derden kunnen waarborgen. Als basis hiervoor geldt de definitie van de VFI. Daarnaast houden we rekening met de betrouwbaarheid van inkomstenbronnen. Daardoor kunnen we een bovengrens vaststellen die binnen de grenzen van het CBF en de VFI blijft. In 2012 hebben we een bestemmingsreserve voor organisatie ontwikkeling gecreëerd. Van hieruit kunnen wij in de toekomst investeringen doen in de verdere versterking van de organisatie, zowel in Nederland als internationaal. Beleggingsbeleid Geld dat we niet op korte termijn nodig hebben voor de uitvoering van programma’s, kunnen we uitzetten in deposito’s of beleggingen (onder voorbehoud van eventuele eisen van onze donoren). Het extra rendement besteden we aan onze doelstelling. De portefeuille wordt beheerd door onze huisbankier en hij adviseert over mutaties. Het Hoofd Bedrijfsvoering houdt de portefeuille bij op basis van informatie van de huisbankier, en beslist over kortlopende deposito’s. De directeur legt omvang rijke veranderingen in de samenstelling van de porte feuille – op dit moment geclassificeerd als zeer defensief – voor aan de Auditcommissie. De Auditcommissie draagt
45
Ons werk in Nederland
bij aan de totstandkoming van het beleggingsbeleid en houdt toezicht op de uitvoering. We beleggen ethisch en maatschappelijk verantwoord en hebben hiervoor in ons beleggingsstatuut een aantal uitsluitingscriteria vastgesteld: beleggingen in instellingen en fondsen waarbij sprake is van schending van de mensenrechten, corruptie, discriminatie, overtreding van wet- en regel足 geving, productie en handel in wapens, tabak, pornografie, kinderarbeid en gedwongen arbeid zijn uitgesloten. Ons beleggingsstatuut is in 2008 vastgesteld en voldoet aan de Handreiking Verantwoord Vermogensbeheer Fondsenwervende Instellingen en de Richtlijn Financieel Beheer Goede Doelen van de VFI. Accountant Voor het 10e achtereenvolgende jaar heeft KPMG de controle van onze jaarrekening voor zijn rekening genomen. De Auditcommissie evalueert de samen足 werking met de accountant periodiek; meest recent in 2012. In 2015 staat wederom een evaluatie gepland.
46
47
Speech van Marry de Gaay Fortman tijdens het symposium ‘No guts, no glory: Hoe Afrikaanse vrouwen lef tonen voor hun recht op een gezonde toekomst’, dat is georganiseerd ter ere van haar afscheid als voorzitter van de Raad van Toezicht van Amref Flying Doctors.
Marry de Gaay Fortman:
‘Amref is een bijzonder effectieve organisatie, ook in Nederland’ ‘Ik ben vereerd dat Amref Flying Doctors deze middag ter ere van mijn afscheid als voorzitter van de Raad van Toezicht organiseert, en – dat wil ik wel even benadrukken – dat ze in korte tijd zo’n prachtig programma hebben weten neer te zetten. Amref Flying Doctors – voor deze organisatie heb ik mij met veel plezier 8 jaar lang ingezet, en ook na mijn aftreden als voorzitter ga ik nog even door. Maar daarover later meer. Het voorzitterschap was een eervolle en vooral een mooie functie, een functie waarin ik steeds meer waardering heb gekregen voor deze organisatie. Amref is de grootste gezondheidsorganisatie in Afrika. Een organisatie die het voor die vrouwen en mannen met lef mogelijk maakt om hun visie op goede zorg en goede gezondheid waar te maken. Om hun recht op gezondheid te claimen. Amref werkt vanuit een onwrikbare overtuiging, namelijk dat het fundamentele recht op gezondheidszorg en gezondheid voor íedereen geldt. Het is een recht dat in verschillende VN-verdragen verankerd is, en dat bijvoorbeeld ook in de Nederlandse grondwet staat. Dat recht geldt óók in Afrika. In het African Charter on Human and People’s Rights is bepaald: Every individual shall have the right to enjoy the best attainable state of physical and mental health and that they receive medical attention when they are sick. In Afrika is het echter vaak veel moeilijker dan hier om het recht op gezondheidszorg te realiseren. Er zijn overheden die wel
48
de wil hebben, maar die soms simpelweg niet kunnen. Denk bijvoorbeeld aan de verafgelegen gebieden, geïsoleerd, zonder goede wegen, zonder goede scholen, zonder klinieken. Ik ben zelf regelmatig in zulke gebieden geweest tijdens mijn jaren voor Amref – hobbelend in een four-wheel drive over stoffige paden. Je waant je aan het einde van de wereld. Létterlijk. Verder weg van Amsterdam kun je niet zijn. Lieve Amref-vrienden, stelt u zich eens voor hoe moeilijk het is om dáár, in die verafgelegen gebieden waar nog niets is, toch een goed functionerende gezondheids zorg op te zetten. Maar Amref doet het. Met de steun van overheden, maar vooral ook in samenwerking met mensen uit het land zelf, en met bevlogen mensen die zelf uit die geïsoleerde gebieden komen. Zo is Amref ingebed in de lokale cultuur, en op die manier is er heel veel mogelijk. Wat bijzonder is, is dat Amref daarbij ook heel
moderne technieken gebruikt, zoals mHealth – gezondheidszorg via mobiele telefoons. Amref is een bijzondere effectieve organisatie, ook in Nederland. Ik geef u een paar cijfers ter illustratie. Toen ik 8 jaar geleden begon als voorzitter van de Raad van Toezicht, bedroegen de inkomsten € 2,8 miljoen. In de tussenliggende jaren is dat gegroeid naar € 15 miljoen. 8 jaar geleden bedroegen de inkomsten uit particuliere donaties € 0,5 miljoen. Nu is dat € 3,5 miljoen. Dat betekent dat de steun onder de Nederlandse bevolking enorm is toegenomen – en dat in een tijd van economische crisis, en ook een tijd waarin er terecht kritisch naar de besteding van ontwikkelingsgelden wordt gekeken. 8 jaar geleden waren er nauwelijks partnerschappen met bedrijven, nu is Amref Flying Doctors partner van bijvoorbeeld Amsterdam RAI, Philips en VvAA. In de afgelopen 8 jaar hebben we van de Nationale Postcode Loterij tot 2 maal toe een belangrijke extra bijdrage gekregen voor innovatieve projecten. En het is ook 8 jaar geleden dat voor het eerst langdurige partnerschappen met de Nederlandse overheid voor grootschalige programma’s in Afrika zijn gestart.
Jacqueline Lampe en de rest van het team. Ik ben trots op jullie. In de 8 afgelopen jaren heb ik Amref Flying Doctors leren kennen als een moedige en innovatieve organisatie, een organisatie die het waard is om je voor in te zetten. Een organisatie met lef. Ik vind het jammer om afscheid te nemen, maar ik blijf Amref uiteraard volgen. Eerst nog dit jaar als lid van de International Board van Amref in Afrika. En ook daarna zal ik deze bijzondere organisatie niet uit het oog verliezen. Tegen iedereen die hier vandaag aanwezig is, wil ik zeggen: Laat je overtuigen door de verhalen van de sprekers die hier straks op het podium staan. En als je na afloop inderdaad overtuigd bent, sluit je dan aan bij Amref Flying Doctors. Zorg dat je bij deze club gaat horen, ze zijn het meer dan waard!’
Die indrukwekkende groei heeft te maken met visie, durf om te investeren en natuurlijk de kwaliteit van
49
Ons werk in 2015
2015 is het 1e jaar van onze nieuwe strategie (2015-2020). We zien dit jaar als een overgangsjaar, waarin we activiteiten zullen ontwikkelen en implementeren om onze doelen in 2020 te behalen.
50
Nog meer impact in Afrika. Amref Flying Doctors blijft bijdragen aan de kwaliteit en duurzaamheid van gezondheidsprogramma’s. De afgelopen jaren hebben we een groeiende bijdrage aan de gezondheid van de Afrikaanse bevolking. Voor 2015-2020 kiezen we voor behoud van onze focus op jonge vrouwen en werken we verder aan de kwaliteit van onze programma’s. We willen onze kennis, middelen en capaciteit optimaal gebruiken voor een betere gezond heid van Afrikaanse jonge vrouwen – en daarmee onze impact op de gezondheid in Afrika vergroten. We zullen in het komende jaar een meerjarenstrategie voor ons programmaportfolio (inclusief PM&E) ontwikkelen. Wellicht betekent dit dat we onze thematische keuzen aanpassen, zodat we in lijn zijn met het nieuwe Business Plan 2015-2018 van Amref in Afrika. We zullen de ver houding SRGR (65% van onze inkomsten), WASH (15%) en capaciteitsversterking (20%) loslaten, zodat we makkelijker in kunnen spelen op actuele veranderingen. In 2015 sluiten we een groot aantal meerjarige (alliantie-) programma’s af. Dat betekent dat er veel eindevaluaties zullen worden uitgevoerd door externe consultants of door de teams in de landen zelf (Ethiopië, Kenia, Malawi, Oeganda, Senegal en Tanzania) met behulp van PM&E-ers. Samen met de teams in Afrika ontwikkelen we zorg vuldige exitstrategieën en zorgen we voor een administratieve afsluiting begin 2016. De SRHR- en WASH-allianties zullen zich focussen op de post-2015 agenda’s. We bekijken hoe en of we hieraan deelnemen. Nog meer duurzame inkomstengroei en blijvende politieke steun. Amref Flying Doctors intensiveert de dialoog met publiek en politiek voor meer inkomsten en beter gezondheidsbeleid. Onze doelstellingen voor 2020 zijn ambitieus. Om ze te bereiken, voeren we niet alleen ons ‘gewone’ werk uit, maar zullen we ook nieuwe initiatieven ontplooien. De keuzen die we hiervoor moeten maken, zullen zeer zorgvuldig moeten zijn. We kunnen niet op elke mogelijkheid die zich voordoet, inspelen; de kwaliteit van ons werk moet gewaarborgd blijven. Dit jaar zullen we hiervoor mechanismen ontwikkelen, zodat we weloverwogen keuzen kunnen maken. De groei in inkomsten hangt sterk samen met de samen stelling van ons programmaportfolio. We willen de balans vinden tussen een portfolio dat gebaseerd is op kansen die de markt ons biedt en een portfolio dat een meer voorspelbaar en duurzaam karakter voor Afrika heeft. 2015 is ook het jaar dat Amrefs Global Fundraising Strategy
van start gaat. Op internationaal niveau zullen we op gestructureerde wijze gaan fondsenwerven, en waar nodig veranderingen op dit vlak doorvoeren. Begin vorig jaar is de naam van Amref gewijzigd in Amref Health Africa. In Nederland hebben wij vooralsnog onze naam, Amref Flying Doctors, behouden. Dit jaar zullen we testen uitvoeren om de effecten van een mogelijke naamswijziging te minimaliseren. We zijn ISO- en Partos-gecertificeerd. Dat vinden we belangrijk, ook omdat onze (institutionele) belang hebbenden daar om vragen. Dit jaar zullen er wijzigingen optreden in de eisen van het CBF-Keur. Uiteraard volgen we de veranderingen nauwgezet en zullen we ons aan die nieuwe eisen aanpassen. Onze donoren en hun netwerk, en andere belang hebbenden zijn erg belangrijk voor ons. Zij zijn cruciaal voor het werven van fondsen, het bereiken van onze resultaten en het vergroten van bewustwording. We willen hen inspireren en betrekken bij ons werk. Daarom willen we een goede relatie met hen onderhouden en eventueel ook intensief met hen samenwerken – het is de kern van ons werk. We bekijken daarom dit jaar hoe we hier onze organisatie op kunnen inrichten, en welke specifieke aanvullende kennis we hiervoor nodig hebben. Eens in de 3 jaar houden we een onderzoek onder onze stakeholders. We onderzoeken onder meer wat hun mening over onze communicatie is en zullen deze keer de kans benutten om onze nieuwe strategie te testen. De uitkomsten verwerken we in toekomstige (jaar-)plannen. Bij goed stakeholdermanagement hoort een goed CRM-systeem. Op dit moment bekijken we wat mogelijk is; in 2016 zullen we een dergelijk systeem implementeren en gebruiken. Onze Business Club is een belangrijk onderdeel in ons stakeholdermanagement. In 2015 willen we nieuwe leden aantrekken en het tot ‘stakeholderforum’ maken. Ons advocacywerk voeren we met name in alliantie verband uit en is gefocust op SRGR, WASH en gender. Advocacy neemt de laatste jaren een steeds grotere plaats in, en is tevens een aanzienlijk onderdeel van onze nieuwe strategie. In 2015 zullen we onze doelen op dit vlak verder definiëren. Het verstevigen van de relaties met bepaalde belanghebbenden, zoals het ministerie van Buitenlandse Zaken en politici, blijft prioriteit, net als actieve deelname aan het Meerpartijen Initiatief Hiv/Aids en SRGR. Uiteraard blijven we dit deels met onze alliantiepartners of via bestaande netwerken als Wo=Men, Partos en VFI doen. Een van de punten op onze agenda van 2015 is inmiddels uitgevoerd. Ter ere van het afscheid van de voorzitter van
51
onze Raad van Toezicht, Marry de Gaay Fortman, hielden we begin 2015 een symposium met als titel No guts, no glory: Hoe Afrikaanse vrouwen lef tonen voor hun recht op een gezonde toekomst. Sprekers als Gerdi Verbeet (oud-Kamervoorzitter), Kees van Baar (mensenrechtenambassadeur) en Noerine Kaleeba (mede-oprichter The AIDS Support Organization) spraken over hoopgevende veranderingen en het doorzettingsvermogen dat daarvoor nodig is. Blijvende groei in professionaliteit en kwaliteit. Amref Flying Doctors als effectieve en efficiënte organisatie met een focus op innovatie, zowel in Nederland als in Afrika. Om onze doelen te behalen, willen we waar mogelijk innoveren. Voor 2016 hebben we hiervoor specifieke doelen geformuleerd; dit jaar zullen we gebruiken om ons daarop voor te bereiden. In 2015 bekijken we tevens of een pilot kunnen doen met Participatory Assessment of Development (PADev), in samenwerking met het Amrefhoofdkantoor, een andere Amref-organisatie, andere ontwikkelingsorganisaties en het PADev-team. PADev meet resultaten en impact van werkzaamheden in een bepaald gebied (van gemeenschap tot regio), beoordeeld door de inwoners van dat gebied. We kunnen tegelijker tijd onze eigen impact en die van andere organisaties meten, wat interessant kan zijn in die gebieden waar wij al langere tijd aanwezig zijn. Omdat wij onze manier van verslagleggen over onze resultaten willen verbeteren, kan PADev een handige tool zijn. Ook willen we in 2015 voldoen aan IATI-standaarden, wat onze transparantie eveneens ten goede zal komen. We bekijken of en welke aanpassingen hiervoor nodig zijn in onze eigen (wereldwijde) Amref-database AIMS. De flexibele organisatie Omdat we 2015 als een overgangsjaar zien, bekijken we dit jaar hoe we onze organisatie zullen inrichten om onze doelen in 2020 kunnen te behalen. Dit proces is enige tijd geleden in gang gezet en de ervaringen die we daaruit op hebben gedaan, zullen we gebruiken om waar nodig
52
veranderingen in werkprocessen door te voeren. Vanzelfsprekend zullen we tevens nieuwe kpi’s (key performance indicators) invoeren, die in lijn met onze nieuwe strategie zijn. Toelichting op de begroting Ons nieuwe strategisch plan bevat een meerjarenbegroting 2015-2020 op hoofdlijnen (zie pagina 54). Op basis daarvan en het jaarplan is de gedetailleerde begroting voor 2015 opgesteld. De Raad van Toezicht heeft deze vervolgens goedgekeurd. De uiteindelijke begroting voor 2015 komt uit op € 14,4 miljoen aan inkomsten en € 14,5 miljoen aan uitgaven. Het negatieve saldo zal worden gedekt vanuit de bestemmingsfondsen die we hebben. Het betreft kosten die we in 2015 zullen maken, en waarvan de bijbehorende inkomsten al in eerdere jaren zijn verantwoord. De begrote inkomsten vertonen een lichte daling ten opzichte van 2014. We verwachten verdere groei in particuliere en zakelijke fondsenwerving; bij institutionele fondsen werving hebben we alleen die inkomsten begroot die al contractueel zijn vastgelegd. Elke nieuwe financiering zal dus tot extra inkomsten leiden. Ons beleid van maximaal investeren in fondsenwerving, diversificatie van inkomstenbronnen, het aangaan van nieuwe partnerschappen en het ontwikkelen van nieuwe (fondsenwervende) evenementen zal onverminderd worden uitgevoerd. In particuliere fondsenwerving willen we blijven groeien. We zijn ons ervan bewust dat er risico’s en uitdagingen zijn die vragen om proactief management. Ons team van zakelijke fondsenwervers is sinds 2012 op sterkte. Het opbouwen van relaties met het bedrijfsleven en het uitwerken van mogelijke samenwerkingsvoorstellen zijn langdurige trajecten. Sinds 2014 zien we hier de resultaten van. Onze doelmatigheidsindicatoren (zie pagina 42-44) blijven leidend bij het opstellen van de begroting. In ons nieuwe Strategisch Plan hebben we daar wederom normen voor vastgesteld. De begrote scores voldoen allemaal aan de gestelde normen. Door het jaar heen houden we ontwikkelingen continu in de gaten en sturen bij als dat nodig is (ter vergelijking zijn de werkelijke cijfers van 2014 toegevoegd).
Begroting (in €) BATEN
Begroting 2015
Werkelijk 2014
Baten uit eigen fondsenwerving
LASTEN
Begroting 2015
Werkelijk 2014
Gezondheidsprogramma’s in Afrika
Stichtingen
550.000
625.797
Directe projectbijdragen
8.971.593
10.031.616
Bedrijven
865.000
686.835
Reis- en verblijfkosten buitenland
75.000
80.831
3.500.000
3.480.602
Kwaliteitsversterking
25.000
-
Evenementen
677.000
666.894
Kosten doelstelling
184.290
146.756
Nalatenschappen
250.000
86.077
Uitvoeringskosten
791.491
848.934
5.842.000
5.546.205
10.047.374
11.108.137
-
314.724
1.390.756
908.265
Particulieren
Totaal baten eigen fondsenwerving
Overige baten
Bewustwording/voorlichting
Aandeel in acties van derden Nationale Postcode Loterij Subsidies institutionele donoren Resultaat beleggingen/spaartegoeden Totaal overige baten
Totaal programma’s in Afrika
Bewustwording 900.000
925.000
7.570.000
8.689.042
125.000
173.187
8.595.000
9.787.229
Voorlichting Uitvoeringskosten
937.650
846.518
2.328.406
2.069.507
12.375.780
13.177.644
Wervingskosten eigen fondsenwerving
927.170
908.265
Uitvoeringskosten
490.657
462.761
1.417.827
1.371.026
2.500
12.455
Totaal bewustwording/voorlichting
Besteed aan doelstelling
Kosten werving baten
Totaal kosten eigen fondsenwerving Kosten beleggingen Kosten werving overige baten
57.300
19.794
Totaal kosten werving baten
1.477.627
1.403.275
683.593
634.777
14.537.000
15.215.696
-100.000
117.738
Kosten beheer en administratie
Totaal baten
14.437.000
15.333.434
Totaal lasten
Resultaat
53
Ons werk in 2015
Meerjarencijfers (x € 1.000) werkelijk
begroting
meerjarenbegroting
2013
2014
2015
2018
2020
4.890
5.546
5.842
7.266
9.904
Overige inkomsten
12.359
9.787
8.595
8.574
10.186
Totaal inkomsten
17.249
15.333
14.437
15.840
20.090
14.885
13.177
12.376
13.189
16.681
1.294
1.403
1.478
1.932
2.606
685
635
683
719
803
16.864
15.215
14.537
15.840
20.090
385
118
-100
-
-
Inkomsten Eigen fondsenwerving
Uitgaven Besteding aan de doelstelling Fondsenwerving Beheer en administratie Totaal uitgaven
Resultaat
Meerjarenbegroting In ons Strategisch Plan 2010-2015 was een meerjaren begroting opgenomen, met uitgangspunten voor het opstellen van de jaarplannen en begrotingen. Deze is na de midterm review in 2012 voor 2013-2015 aangepast. Vooral door de extra subsidies die in 2012 werden toege kend, zijn de uiteindelijke inkomsten hoger uitgevallen. Ook het nieuwe Strategisch Plan 2015-2020 beschikt over een meerjarenbegroting. We continueren ons beleid van maximaal investeren in eigen fondsenwerving tot 2020. Mede door de successen bij institutionele fondsenwerving blijven we daarbij goed scoren op onze doelmatigheids normen. Door ons beleid met betrekking tot de continuï teitsreserve is het mogelijk om een relatief lage reserve aan te houden. De variaties in het resultaat worden grotendeels verklaard door de eenmalige bijdragen van de Nationale Postcode Loterij. We ontvingen die in 2012 en 2013, en zullen die tot en met 2016 besteden. Risico’s in 2015 We hebben eventuele risico’s en bijbehorende maat regelen in kaart gebracht. Voor 2015 zien we een aantal specifieke risico’s: veel werk aan aflopende programma’s, groeiende rapportage-eisen, een terugval in inkomsten in 2016 en groeiende kosten voor fondsenwerving en programma-ontwikkeling. Veel van de door ons gefinancierde programma’s lopen in 2015 af, net als de bijbehorende subsidies. De afronding
54
zal veel van ons vragen. We zullen aandacht besteden aan een zorgvuldige afronding en aan het zichtbaar maken van de behaalde resultaten. In 2014 zijn we bijvoorbeeld al begonnen met het benoemen van successen binnen deze programma’s. In 2015 zullen we die verder uitwerken, en analyseren wat we er mee kunnen, zowel in vervolgprogramma’s als in communica tief opzicht. Voor de afronding is voldoende budget vrijgemaakt, net als voor de uiteindelijke, definitieve afronding en rapportage in 2016. Een ander risico betreft de groeiende verwachting met betrekking tot het zichtbaar maken van resultaten. Onze belanghebbenden willen die resultaten zien, en hun eisen groeien. We blijven aandacht besteden aan het steeds beter zichtbaar maken van de impact van ons werk in Afrika. Samen met Amref in Afrika werken we aan systemen, heldere indicatoren en een goede registratie van resultaten. We volgen Nederlandse en internationale ontwikkelingen op de voet, en maken gebruik van nieuwe rapportagetools als wij daar het belang van inzien, of als dat vereist wordt (zoals IATI). In onze meerjarenbegroting voorzien we in 2016 een krimp doordat financiering van het ministerie van Buitenlandse Zaken ophoudt. Net als in eerdere jaren zullen we er ook in 2015 alles aan doen om die krimp te compenseren. We zullen daarbij vol blijven inzetten op ons beleid van diversificatie van inkomstenbronnen en blijven investeren in alle vormen van fondsenwerving.
Fondsenwervingstrajecten worden de laatste jaren steeds complexer. Veel fondsenwerving vindt in partner schap met overheden, nationale en internationale ngo’s en/of bedrijven plaats, in Nederland of Afrika. Dat stelt hoge eisen aan de organisatie. Intern vereist het samen werking en afstemming. Investeringen in tijd en geld nemen daardoor toe; de kans op toekenning en de uiteindelijke opbrengsten per inkomstenbron nemen door slinkende overheidsbudgetten en veel concurrentie af. Dit betekent dat het opbouwen en goed onderhouden van externe relaties steeds belangrijker wordt, en dat we onze bestaande relaties intensief dienen te beheren. In onze nieuwe strategie hebben we dat ook expliciet zo benoemd. Amref-medewerkers zijn hiervan doordrongen, en processen en systemen zullen hierin ondersteunend zijn. We blijven daarin investeren, net als in de kwaliteit van onze medewerkers. De flexibele inrichting van onze organisatie blijft daarbij belangrijk, zowel qua mede werkers als qua huisvesting. Zodat we snel kunnen schakelen als zich belangrijke ontwikkelingen voordoen. De groeidoelstelling bij particuliere en zakelijke fondsen werving is realistisch. We blijven maximaal gebruikmaken van de ruimte die de CBF-norm ons biedt. Doordat we in 2013 26% van onze inkomsten uit eigen fondsenwerving weer aan fondsenwerving hebben besteed, hebben we in
2015 24% beschikbaar. Ons streven om de ruimte maximaal te benutten, brengt het risico met zich mee dat we af en toe de norm licht overschrijden, als de inkomstengroei minder is dan begroot. Dat zullen we dan altijd in een volgend jaar compenseren. De effecten daarvan zijn beperkt, en goed te beheersen.
55
Dit is een artikel uit Vice Versa (december 2014), geschreven door Selma Zijlstra.
‘Nederland kan van ons leren’ Dit jaar zijn voor het eerst zuidelijke organisaties uitgenodigd om direct deel te nemen aan allianties die bij de Nederlandse overheid subsidie aanvragen. Hoe kijken zij tegen de strategische partnerschappen aan en wat betekent lobby en advocacy in de Afrikaanse context? Vice Versa maakte in Oeganda kennis met het African Centre for Global Health and Social Transformation. Het is regenseizoen in Oeganda. Francis Omaswa moet op zijn kantoor in Kampala regelmatig zijn stem verheffen om boven het geraas van de regen uit te komen. Het zet zijn boodschap zo mogelijk nog meer kracht bij. Een boodschap die gaat over het belang van een nieuw zelfvertrouwen en goed functionerende gezondheids systemen voor Afrika. Omaswa is uitvoerend directeur van het African Centre for Global Health and Social Transformation (ACHEST), een ngo die in Afrika onder lokale gemeenschappen onderzoek doet naar gezondheid en lobbyt voor betere gezondheidssystemen. Het is een van de 28 zuidelijke organisaties die binnen een alliantie meedingen naar overheidssubsidie in het kader van de strategische partnerschappen van minister Ploumen. Ook al werden zuidelijke ngo’s eerder al direct gefinancierd via ambassa des of specifieke tenders, het is dit keer voor het eerst dat het subsidiekader voor financiering van het maatschappe lijk middenveld openstaat voor zuidelijke organisaties. De Nederlandse organisaties Wemos en Amref Flying Doctors maakten van die nieuwe gelegenheid gebruik. Ze besloten te werken aan betere gezondheidssystemen
56
om seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) te bevorderen en zochten naar een sterke Afrikaanse partner. Die vonden ze in ACHEST. Ook het in Amsterdam gezetelde Health Action International (HAI) schoof aan. En zo werd de alliantie Health Systems Advocacy for Africa geboren. Zelfbewuste partner Met ACHEST is een zelfbewuste partner binnengehaald. Omaswa vertelt: ‘We willen oplossingen die door Afrikanen zelf zijn bedacht en worden beheerd. Het is ons doel dat we in Afrika excellentie nastreven, zelfvertrouwen terug winnen en zaken voor onszelf kunnen regelen. We willen Afrika een houding teruggeven van yes, we can!’ Deze houding zit Omaswa in het bloed. Nadat hij in Groot-Brittannië studeerde voor hartchirurg en vijf jaar lang in Nairobi werkte, kwam hij na de val van dictator Idi Amin in de vroege jaren tachtig terug naar Oeganda. Hij was toen 39. In een ziekenhuis in het afgelegen gebied Ngora in het noordoosten van het land begon hij te werken als Medical Superintendent. Zijn ogen glinsteren als hij eraan terugdenkt. ‘Het was een spannende tijd.
We hadden helemaal niets. Bewoners uit de regio en zelfs het personeel dachten dat we dat ziekenhuis nooit succesvol konden laten draaien. Als er iets misging, lachte men en zei: “Zie je wel, dit is Oeganda, niets werkt hier.” Maar mijn geloof hield stand. Ik overtuigde de lokale medewerkers, de doktoren, verpleegsters, medische assistenten en zelfs de tuinman en de chauffeurs, dat ze het kònden, dat ze een inkeping konden maken, dat ze operaties konden uitvoeren en dat ze zieken konden verzorgen. Door kleine bijdragen te vragen aan patiënten en dankzij de steun van donoren konden we de basis instrumenten voor ons ziekenhuis verzamelen. Ik leerde ze verantwoordelijk te zijn: als iemand in de ochtend naar alcohol rook, sprak ik ze erop aan. Mensen waren enorm gedemotiveerd in het begin, maar langzamerhand werden ze positief. Ze zagen dat verandering mogelijk was. Na twee tot drie jaar liep dat ziekenhuis heel erg goed. De vliegtuigen van Amref Flying Doctors brachten patiënten mee vanuit het hele land en zelfs uit Kenia. Evenals koekjes en snoep’, glimlacht hij terwijl hij mijmerend terugdenkt. ‘Het is een van de beste dingen die ik tijdens mijn leven heb gedaan.’ Heeft u het gevoel dat donoren meegaan in de trend dat Afrikanen het heft in eigen handen moeten nemen? Omaswa: ‘Ze zeggen van wel. Maar de uitdaging is om die
woorden in actie om te zetten. To walk the talk. Donoren geven nog steeds veel geld aan hun eigen ngo’s om met ons samen te werken. Maar zij bouwen vervolgens vooral hun eigen capaciteit op en niet die van lokale organisaties. Wanneer het project ophoudt, wordt het niet voortgezet. Daarnaast kunnen we niet altijd doen wat we willen. Al sinds het moment dat ik binnen het ministerie voor gezondheidszorg werkte, probeer ik donoren zover te krijgen dat ze interventies op gemeenschapsniveau financieren zodat lokale regeringen versterkt kunnen worden. Op lokaal niveau begint alles. Daar gaan mensen naar het ziekenhuis, daar worden ze geboren, daar gaan ze dood. Als die systemen op gemeenschapsniveau goed wor den georganiseerd, kun je zoveel meer doen. Maar het lukt niet – ik denk vooral omdat donoren graag snel resultaten willen laten zien aan hun achterban. Het is gemakkelijker te zeggen dat je voor 100 ambulances hebt gezorgd.’ Hoe zit dat bij de strategische partnerschappen? Zijn die gelijkwaardig? Omaswa: ‘Ja. Ieder van ons heeft duidelijk te onder scheiden rollen. Amref is sterk in capaciteitsopbouw en relaties met gemeenschappen, wij zijn sterk in onderzoek en ook in capaciteitsopbouw, en hebben connecties met Afrikaanse leiders. Health Action International deed mee vanwege haar expertise op het gebied van
57
capaciteitsopbouw en haar effectieve lobby als het gaat om toegang tot medicijnen. Wemos is goed in de internationale lobby. We vullen elkaar dus aan.’ Wat zijn de belangrijkste uitdagingen voor seksuele en reproductieve rechten in Afrika? Omaswa’s collega Peter Eriki, die tot nu toe het gesprek met stille interesse heeft gevolgd, vertelt: ‘Moedersterfte. Het dichtstbijzijnde ziekenhuis met voldoende personeel en medicijnen is vaak ver weg en vooral als vrouwen ’s nachts bevallen lukt het ze vaak niet op tijd het ziekenhuis te bereiken.’ Omaswa: ‘Ook culturele gebruiken zoals vrouwen besnijdenis zijn alom tegenwoordig, of het gebruik van traditionele medicijnen tijdens de zwangerschap die complicaties in de baarmoeder veroorzaken. Meisjes die op hun 14e of 15e al trouwen. Of weduwes die verplicht met de broer van hun man moeten trouwen. Als hun man hiv/aids had, dragen ze dat weer over. Daarom is het belangrijk om te werken met lokale leiders. Als je culturele praktijken wilt veranderen, heeft het geen zin om naar dorpen te gaan en mensen zomaar te vertellen wat ze moeten doen.’ Ik hoorde van een jonge Oegandese vrouw dat ze tijdens de geboorte van haar eerste kind met zeventien vrouwen tegelijkertijd beviel. Er was slechts één verloskundige. Twee vrouwen over leefden het niet. Wat is de oorzaak hiervan? Omaswa: ‘Te weinig geld om verloskundigen te trainen en te betalen. Maar planning is nog belangrijker. Daarmee kun je creatieve oplossingen verzinnen en per kliniek uitrekenen hoeveel bedden en zusters er nodig zijn.’ Eriki: ‘Ook gezinsplanning is essentieel. Als er niet zoveel kinderen geboren zouden worden, zouden er misschien zeven in plaats van zeventien vrouwen tegelijkertijd bevallen.’ Omaswa: ‘Precies. Daarom zijn voorbehoedsmiddelen ook zo belangrijk. Je moet ervoor zorgen dat je deze verstrekt in toiletten en dergelijke, zodat adolescenten er niet voor naar de winkel hoeven.’ Hij lacht: ‘Anders wil niemand meer met je trouwen als je voortdurend condooms komt kopen.’ Wat houdt lobby en advocacy voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten in de Afrikaanse context precies in? Omaswa: ‘Een van de belangrijkste dingen is sterke gezondheidssystemen. Zonder een goed werkend zorgstelsel kun je geen SRGR verbeteren. Laat ik het
58
uitleggen aan de hand van een voorbeeld: immunisatie vaccinaties. Het begint bij regeringsbeleid dat ouders hun kinderen moeten laten vaccineren. Dan moet je een importsysteem hebben om het materiaal in te voeren. Je moet kunnen tellen hoeveel vaccinaties het land binnenkomen. Dat moet je het materiaal van het vliegveld naar de klinieken kunnen transporteren. Je hebt de vloeistof nodig, de injectienaalden, koelsystemen, auto’s en bovenal gezondheidswerkers die de kinderen kunnen vaccineren. Het gaat om het hele systeem achter gezond heid: de organisatie, de planning, onderzoek, een workforce en leiderschap. Zie wat er gebeurt in landen als Liberia en Sierra Leone: ebola kon zich daar verspreiden, want het ontbrak aan een goed gezondheidssysteem.’ Wat is de belangrijkste uitdaging om zo’n systeem op poten te krijgen? Omaswa: ’Dat is de mindset en het gevoel van eigenaar schap. Hoe overtuigen we mensen op het ministerie dat ze verantwoordelijk zijn voor de gezondheid van hun mensen? Vaak denken ze nog steeds: de donoren doen het wel, ik doe dit gewoon voor de lol. Ik kan schoolgeld voor de kinderen betalen, mijn eten en de huur. Straks kan ik met pensioen en komt alles goed. Ze kunnen af en toe eens naar Genève vliegen, en als ze terugkomen verandert er niets. We willen dat ze zich ervan bewust worden dat ze die baan niet voor de lol hebben. We vertellen ze: “Dit is jouw baan. Geef andere niet de schuld. Neem verantwoordelijkheid, pak het leiderschap op.” Wat voor concrete successen hebben jullie weten te behalen op het gebied van lobby en advocacy? Eriki: ‘We mobiliseren bijvoorbeeld ngo’s om bij lokale regeringen te lobbyen voor meer budget voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. Die budgetten gaan vervolgens naar de nationale regering waarna het parlement erover beslist. Twee jaar geleden lobbyden ngo’s succesvol voor een hoger salaris voor zusters. Ze stuurden massaal sms’jes naar parlementariërs die er vervolgens voor zorgden dat het salaris van het zorgpersoneel werd verdrievoudigd. Een enorm succes.’ In Nederland is het de eerste keer dat ngo’s en regering zo nauw samenwerken. Sommigen vrezen dat ngo’s hun onafhankelijkheid ten opzichte van de overheid verliezen. Wat denkt u daarvan? ‘Omaswa: ‘Als je geld krijgt van de regering, kun je niet zomaar wat doen. In Oeganda krijgen faith-based organisations geld van de overheid en wordt er een
Memorandum of Understanding getekend waarin ze het eens worden wat ze doen met het geld. Het moet een wederzijdse relatie zijn waarin je elkaar steunt. Ngo’s moeten regeringen helpen om hun rol te vervullen, niet om hen naar beneden te trekken. Als je aan naming and shaming doet, zal de regering een volgende keer wellicht niet meer met je willen praten. Maar als je ze probeert te beïnvloeden, te inspireren, zullen ze nog een keer met je willen praten.’ Eriki vult aan: ‘Het is belangrijk om te focussen op het positieve en de mogelijkheden tot verandering. Als de regering ook maar een klein succesje heeft gehaald, applaudisseren we voor ze; dan voelen ze zichzelf goed en belangrijk en praten ze ook de volgende keer graag met je. Er zijn hier ook activistische groeperingen. Die hebben nu de regering voor het Gerechtshof gesleept omdat twee moeders zijn gestorven terwijl ze bevielen. Dan kun je wel bezig blijven. Hoe wil je de regering bevechten? Hun apparaat is te groot voor je. Op die manier kun je geen structurele invloed uitoefenen. Het gaat om resultaten.’ Als er een mogelijkheid was om directe financiering te krijgen zonder allianties met Nederlandse part ners, zou u dat liever doen? Eriki: ‘Als de verschillende verantwoordelijkheden duidelijk zijn afgebakend, dan zijn partnerschappen heel waardevol. Dit is de nieuwe wereld, waarin Noord en Zuid op een gelijkwaardige manier samenwerken om te werken aan een gemeenschappelijke agenda.’ Omaswa: ‘Een heel belangrijk punt. Het zijn niet alleen meer Afrikanen die leren van het Westen, maar het is ook andersom. Ik heb verschillende keren het Britse parlement toegesproken. Ze hebben dingen van ons overgenomen, zoals taskshifting, dat inhoudt dat bepaalde, minder complexe zaken uitgevoerd kunnen worden door mensen die minder training hebben gehad. Ook Nederland kan van ons leren. Jullie gezondheidszorgsystemen zijn zo duur, dat kan een stuk goedkoper. In Afrika hebben we geleerd creatieve oplossingen te bedenken. Als er geen chirurg was, kan ook een technicus een bepaald deel van een operatie uitvoeren, of een verpleegster. Daarnaast worden er in Nederland heel veel dure labtests uitgedraaid. Terwijl we in Afrika naar de hele mens kijken. We praten met ze, luisteren naar ze, we onderzoeken ze en zo komen we achter een heleboel dingen. Daar hoeven niet altijd direct dure tests aan te pas te komen. Het is goedkoper en geeft een menselijk gezicht aan de gezondheidsdiensten. En de patiënten waarderen het enorm.’
59
60
Verslag van de Raad van Toezicht ‘2014 was een prachtig jaar met successen op veel fronten.’ Namens de Raad van Toezicht blikken de vertrekkend voorzitter Marry de Gaay Fortman en de nieuwe voorzitter Tjark de Lange terug op het afgelopen jaar.
Marry de Gaay Fortman en Tjark de Lange kijken beiden met tevredenheid terug op het afgelopen jaar, dat voor Amref Flying Doctors in opvallend veel opzichten goed is verlopen. Voor de Raad van Toezicht zelf was het ook een jaar van afscheid. Marry de Gaay Fortman legde na 8 jaar in december 2014 haar functie als voorzitter van de Raad neer vanwege het verstrijken van de statutaire termijn. Tjark de Lange, eerder vice-voorzitter, is haar per 1 januari 2015 opgevolgd. Thecla Bodewes is de nieuwe vice-voorzitter. Daarnaast nam ook Steve Sichtman na een 8-jarig lidmaatschap aan het einde van 2014 afscheid. 2 nieuwe waardevolle leden van de Raad werden gevonden in Lena Olivier (LinkedIn Nederland) en Dymfke Kuijpers (McKinsey). De Lange: ‘We realiseren ons dat Amref haar kennis en netwerk op het gebied van de nieuwe media en new business verder moet uitbreiden, en de expertise van Lena Olivier sluit daar naadloos bij aan. Dymfke Kuijpers is bij uitstek expert op het gebied van complexe organisatievraagstukken, en past daarmee ook heel goed in het profiel dat we hadden opgesteld.’ De Remuneratiecommissie leverde een belangrijke bijdrage aan de selectieprocedure. Welke financiële zaken speelden in 2014? Bij elke vergadering van de Raad kwamen de financiële
prognoses en actuele resultaten aan de orde, waarbij prognoses zo nodig werden bijgesteld aan de hand van relevante ontwikkelingen. De accountant was aanwezig bij de vergadering in maart, waarin de Raad de jaar rekening en het jaarverslag over 2013 goedkeurde. Het nieuwe Strategisch Plan voor 2015-2020 en de bijbehorende meerjarenbegroting werden besproken en goedgekeurd in de juni-vergadering. In november werden het jaarplan en de begroting voor 2015 goedgekeurd. De Auditcommissie bereidde al deze goedkeuringen voor. De Auditcommissie heeft in het afgelopen jaar ook een scherp risicoprofiel vastgesteld ten aanzien van activitei ten en financiële stromen. Hiermee is goed in kaart gebracht waar eventuele risico’s liggen en hoe daarmee om te gaan. De Raad van Toezicht is ook blij met de interne audit, die begin 2015 voor het eerst vanuit het hoofdkantoor van de organisatie in Afrika bij Amref Flying Doctors in Nederland heeft plaatsgevonden en naar alle tevredenheid is verlopen. Hoe staat het met het draagvlak in Nederland? De Gaay Fortman en De Lange benadrukken dat de inkomsten zich in het afgelopen jaar opnieuw goed ontwikkelden. De inkomsten bedroegen € 15.333.000 tegen een begroting van € 14.262.000, een stijging van
61
Verslag van de Raad van Toezicht
7,5%. De Gaay Fortman: ‘Dit laat zien dat er draagvlak is onder grote delen van de Nederlandse bevolking. Dat is van grote betekenis, juist in een periode van economische crisis en een periode waarin de activiteiten van de ontwikkelingssector onder een publiek vergrootglas liggen.’ Zij memoreert dat het Sociaal en Cultureel Planbureau vorig jaar constateerde dat Amref Flying Doctors tot de sterkst groeiende non-profit organisaties van de afgelopen jaren behoort (zie ook pagina 27). Communicatie speelt een belangrijke rol in het creëren en in stand houden van dit draagvlak. Zo werd in 2014 in Nederland een grote publiekscampagne gevoerd over de alternatieve rituelen voor meisjesbesnijdenis die samen met de Masai ontwikkeld werden (zie pagina 21). De Lange: ‘Dit programma is zeer succesvol. In Kenia en Tanzania zijn 7.361 meisjes gespaard gebleven voor besnijdenis. De campagne toonde dit succes, maar laat ook zien dat het belangrijk is om dit werk verder voort te zetten.’ Ook op tal van andere momenten was Amref in 2014 in de Nederlandse media aanwezig (zie ook pagina 30). Waar lag in 2014 het zwaartepunt van de fondsenwerving? De fondsenwerving van Amref in Nederland heeft 3 pijlers, stelt De Lange. ‘De individuele donoren zijn de 1e pijler, daarnaast staan het bedrijfsleven, stichtingen en legaten. De 3e pijler wordt gevormd door de institutio nele donoren, overheden, semi-overheden en de Europese Unie en ook Nationale Postcode Loterij.’ Op al deze vlakken zijn goede resultaten behaald. De Gaay Fortman en De Lange belichten met name het partner schap met Philips dat in het afgelopen jaar zijn beslag kreeg. De filosofie van Amref Flying Doctors dat een zakelijk partnerschap gelijkwaardig dient te zijn, en dat dit waarde moet bieden aan beide partners, ondervindt steeds meer weerklank in het bedrijfsleven. De Communicatie en Fondsenwervingcommissie en ook de andere leden van de Raad werkten actief mee aan de vooruitgang die op dit vlak is geboekt. Een ander belangrijk resultaat dat de Raad vermeld wil zien, is de beslissing van het ministerie van Buitenlandse Zaken om Amref Flying Doctors als strategisch partner te benoemen. Deze beslissing werd begin 2015 bekend gemaakt. De Gaay Fortman: ‘Dit is een erkenning van de strategie die Amref volgt. Deze strategie die erop gericht is om de gezondheidsstructuur in Afrika te versterken, draagt ertoe bij dat de economische ontwikkeling van het continent stabiliseert. Gezondheid blijkt in die context
62
een belangrijke factor bij het stimuleren van handel, ook met Nederland.’ De Lange voegt toe: ‘In Nederland is sinds 2007 actief gewerkt aan de profilering van Amref als belangrijke organisatie voor het pleiten voor en beïnvloe den van beleid, en ziet dat nu gekapitaliseerd in het strategische partnerschap.’ In 2014 ontving Amref Flying Doctors wederom een structurele bijdrage van de Nationale Postcode Loterij. De loterij is daarmee een belangrijke partner voor Amref. In 2013 ontving de organisatie nog een extra bijdrage uit de 13e trekking. Deze fondsen werden in 2014 gebruikt om het succesvolle programma voor alternatieve rituelen voor meisjesbesnijdenis vanuit Kenia uit te rollen naar andere Afrikaanse landen, waaronder Tanzania. Leden van het management van de loterij namen in november deel aan een reis ter gelegenheid van het afscheid van Marry de Gaay Fortman. Daar konden zij met eigen ogen de grote impact van het werk van Amref op het gebied van meisjesbesnijdens zien. Was 2014 een succesvol jaar op het gebied van programmamanagement? De stappen die vorig jaar zijn gezet op het gebied van de kwalitatieve, tijdige implementatie, verantwoording en evaluatie van programma’s, ervaart de Raad als zeer tevredenstemmend, benadrukken de scheidend en de nieuwe voorzitter. Waarbij er eerder zorgen waren of de organisatie in Afrika de gevolgen van de groei in inkomsten ‘in het veld’ voldoende effectief kon onder vangen, liet de organisatie vorig jaar op dit vlak grote voortgang zien. De Lange: ‘Dat geldt met name voor behaalde resultaten volgens planning en het meten van progressie. Dit betekent dat de processen aangaande transparantie en verantwoording naar donoren soepeler verlopen.’ De Gaay Fortman benadrukt dat dit zeker een grote prestatie is, vooral gezien de moeilijke omstandig heden in de geïsoleerde gebieden waarin veel van Amrefs programma’s worden uitgevoerd. De afdeling Programma Management van Amref Flying Doctors en de collega’s in Afrika hebben in deze positieve ontwikkeling een belangrijke rol gespeeld, gesteund door de Programmamanagementcommissie. Wat waren de belangrijkste ontwikkelingen rondom de internationale Amref-organisatie? De Raad van Toezicht was ook in 2014 nauw betrokken bij het beleid van Amref Health Africa. Marry de Gaay Fortman maakt deel uit van de International Board – en blijft dat tot eind 2015. Tjark de Lange is als voorzitter van
de Raad van Toezicht toegetreden tot de International Board. Jacques van Dijken en Jaap Leeuwenburg zijn lid van verschillende internationale commissies (zie kader). In die hoedanigheid waren zij vorig jaar aanwezig bij een aantal vergaderingen van de internationale Amreforganisatie. Gespreksonderwerpen in de International Board waren onder meer de voortgang van het One Amref-proces. Dit proces is een aantal jaren geleden ingezet om de onderlinge samenhang in het netwerk te vergroten. Dit proces is in feite voltooid, benadrukt De Gaay Fortman. ‘Nu gaat het erom de uitkomsten nog beter in de hoofden en harten van de betrokken mede werkers te krijgen.’ Ook waren verschillende leden van de Raad betrokken bij overleg rondom het vinden van een opvolger van de CEO van Amref Health Africa, Teguest Guerma. Momenteel is er een interim-CEO aangesteld, Lennie Bazira S. Kyomuhangi, voormalig directeur van Amref in Kenia. De directeur van Amref Flying Doctors initieerde vorig jaar een Global Fundraising Strategy, die zij met verschillende internationale collega’s verder ontwikkelde. De Raad is er trots op dat deze strategie door de International Board is aangenomen en vanaf 2015 geïmplementeerd zal worden.
Wat zijn de verwachtingen van de Raad van Toezicht ten aanzien van 2015? ‘We hebben er alle vertrouwen in dat ook 2015 weer een heel mooi jaar wordt’, zegt De Lange. 2015 is het eerste jaar waarin het nieuwe Strategisch Plan van Amref Flying Doctors wordt geïmplementeerd. Dit voorziet in een groei in inkomsten naar € 20 miljoen in 2020, met als doel om nog meer duurzame impact op het gebied van gezond heid in Afrika te behalen. ‘Dit vraagt uiteraard om investeringen’, stelt De Lange. Het zal in eerste instantie mogelijk gepaard gaan met een daling van de beschik bare middelen voor gezondheidsprogramma’s – een noodzakelijke tussenstap op weg naar verdere uitbrei ding, innovatie en versterking van het werk in Afrika. Veel mensen en organisaties hebben meegewerkt aan de goede resultaten van 2014. Wie zijn zij? ‘De Raad van Toezicht is trots dat Amref Flying Doctors in het afgelopen jaar opnieuw zoveel steun van individuele donateurs heeft gekregen. We zijn onze donateurs zeer dankbaar voor hun niet aflatende trouwe steun. Ook willen wij het ministerie van Buitenlandse Zaken danken voor de steun, en voor de keuze voor Amref als strategisch partner voor de komende 5 jaar. De Nationale Postcode
63
Verslag van de Raad van Toezicht
Taken van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft als taak om toezicht te houden, vooraf en achteraf op het beleid en de dagelijkse gang van zaken bij Amref Flying Doctors. Daarbij gaat het om de grote lijnen, de Raad treedt niet in details. Een 2e belangrijke taak van de Raad is om erop toe te zien dat de inkomsten op efficiënte, effectieve en transparante wijze worden besteed volgens de doelstellingen van de organisatie. Daarbij gaat de Raad uit van de richtlijnen van het CBF, de Code Goed Bestuur voor Goede Doelen en de interne richtlijnen van Amref. De Raad kent 4 commissies: de Auditcommissie, de Communicatie en Fondsenwervingcommissie, de Remuneratiecommissie en de Programmamanagementcommissie. De Raad van Toezicht is in 2014 4 keer in plenaire samenstelling bij elkaar gekomen. Daarnaast hebben de 4 Commissies regelmatig overleg gehad, en is er indien nodig overleg geweest tussen de directeur en leden van de Raad over actuele kwesties.
Loterij danken wij voor haar loyale en structurele steun, wij zijn blij met de jarenlange relatie die we hebben opgebouwd. Onze dank gaat ook uit naar onze zakelijke partners, zoals Philips en Amsterdam RAI. VvAA zijn wij dankbaar voor de bijdrage in expertise en fondsen aan het werk van Amref, en natuurlijk ook voor de inzet om van de Amref Business Club een succes te maken. Graag noemen we hier ook onze institutionele partners en spreken we ook onze dank uit naar onze Nederlandse en internationale partners in de SRHR-alliantie, de WASHalliantie, FINISH en de Youth Empowerment-alliantie. Samen met hen hebben we op deze gebieden mooie resultaten bereikt. De Raad dankt tevens de directeur van Amref Flying Doctors, Jacqueline Lampe, haar capabele en energieke team, en de collega’s in Afrika en de andere Amref-organisaties. Dankzij de steun en inzet van al deze mensen, organisaties en bedrijven kan Amref doorgaan met haar werk om de gezondheid van vrouwen en kinderen in Afrika te verbeteren.’ Leiden, 25 maart 2015
Namens de Raad van Toezicht Ing. Tjark R.C. de Lange (voorzitter)
64
Samenstelling en nevenfuncties Raad van Toezicht-leden (per 25 maart 2015) Ing. T.R.C. (Tjark) de Lange (1967) Voorzitter Raad van Toezicht Lid Auditcommissie Lid Remuneratiecommissie Member of the International Board of Amref in Africa General Manager Kapp Nederland B.V. Lid Curatorium VNO NCW Treasurer and Co-Founder The Lisbon Council Commissaris Van Gelder Groep Voorzitter Nederlands Handbal Verbond Ing. T.E. (Thecla) Bodewes (1967) Vice-voorzitter Raad van Toezicht Voorzitter Communicatie en Fondsenwervingcommissie Lid Remuneratiecommissie DGA Bodewes Groep Lid Raad van Commissarissen Loodswezen Lid Raad van Toezicht Koninklijke Nederlandse Reddingsmaatschappij Lid Adviesraad Wetenschap, Technologie en Innovatiebeleid Lid Raad van Toezicht Theater Odeon/ De Spiegel Lid Bestuur Stichting Introdans Mr. J.P. (Jacques) van Dijken (1962) Voorzitter Auditcommissie Lid Programmamanagementcommissie Member of the Audit and Risk Committee and the Finance and Investment Committee of Amref in Africa Co-CEO IPP-SE Lid Bestuur Stichting Vrienden van het WKZ Vice-voorzitter Raad van Toezicht Vrienden van UMC Utrecht
Mr. D.P.M. (Dymfke) Kuijpers (1975) Lid Auditcommissie Lid Programmamanagementcommissie Partner McKinsey & Company Amsterdam Mr. J.W. (Jaap) Leeuwenburg (1949) Lid Communicatie en Fondsenwervingcommissie Lid FRANCC Adviseur Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA) Voormalig Algemeen Secretaris van Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander G.N. (Lena) Olivier (1973) Voorzitter Remuneratiecommissie Lid Communicatie en Fondsenwervingcommissie Head of Talent Solutions LinkedIn Benelux Lid Raad van Advies Resto VanHarte Lid Raad van Toezicht WageIndicator Foundation Dr. J. (Jelle) Stekelenburg (1966) Voorzitter Programmamanagementcommissie Specialist Verloskunde en Gynaecologie Medisch Centrum Leeuwarden Voorzitter Working Party on International Safe Motherhood and Reproductive Health Voorzitter Stichting Steun Internationale Verloskundige en Gynaecologische Zorg Gastdocent Koninklijk Instituut voor de Tropen Associate editor BMC Pregnancy & Childbirth Lid Auditcommissie Maternale Sterfte NVOG
65
Verantwoordingsverklaring
66
Principe 1: Besturen en toezicht houden Stichting Amref Nederland (hierna te noemen: Amref) heeft sinds 2006 een Raad van Toezicht-model als onderdeel van de organisatiestructuur. Conform de aanbevelingen van de Commissie Wijffels zijn hierin de rollen ‘besturen’ – door een statutaire directie – en ‘toezicht houden’ – door een Raad van Toezicht (hierna te noemen: Raad) – gescheiden. De Commissie Code Goed Bestuur voor Goede Doelen (Commissie Wijffels) heeft in 2005 het advies Code Goed Bestuur vastgesteld. Dit advies heeft o.m. betrekking op de relatie tussen het bestuur en toezicht en op de wijze van verantwoording over het gevoerde beleid. In 2008 is deze Code onderdeel geworden van het keurmerk van het Centraal Bureau Fondsenwerving. Amref volgt het advies van de Commissie Wijffels en de richtlijnen van het CBF. Volgens de Statuten bestuurt de directie Amref onder toezicht van de Raad. De directie stelt de beleidsplannen en begroting op en voert het inhoudelijk en financieel beleid uit. De Raad van Toezicht zorgt voor een goed functionerende directie en een goed functionerend intern toezicht. Daarnaast zorgt de Raad ook voor benoeming, beoordeling, schorsing en ontslag van de directie. Zij houdt integraal toezicht op het beleid van de directie en de algemene gang van zaken in de stichting. Ook houdt de Raad op hoofdlijnen toezicht op de voortgang van het strategisch plan, het jaarplan en de begroting. Zij beoordeelt de besluiten van de directie, en keurt ze goed (als dat nodig is). Dit gebeurt volgens de voorschriften die in de Statuten en het Reglement van Amref staan. De Raad dient als klankbord en adviseert de directie. Bij iedere vergadering van de Raad staan de realisatie van de begroting en de financiële prognose op de agenda. Daarbij worden de bestedingen op hoofdlijnen bespro ken. De directie rapporteert over de voortgang. De notulen van de vergaderingen worden gedeeld met de leden van het Management Team, dat wordt gevormd door de directie, de HR-adviseur en de hoofden van de afdelingen Bedrijfsvoering, Programma Management en Communicatie & Fondsenwerving. De Raad en de directie komen minimaal 1 keer per jaar bijeen. In de praktijk komt dit neer op 4 maal per jaar. Daarnaast vindt er ook regelmatig overleg plaats tussen de directie en de voorzitter van de Raad, en de directie en de afzonderlijke leden en commissies. De Raad en de directie kunnen vergaderen wanneer zij dit nodig achten. Jaarlijks vindt ook een besloten vergadering plaats. Daarin worden het functioneren en de samen
stelling van de Raad, de rolverdeling binnen de Raad, en de samenwerking met de directie geëvalueerd. De voorzitter spreekt leden aan als zij meerdere keren afwezig zijn geweest op vooraf geplande vergaderingen of in geval van disfunctioneren zoals beschreven in het reglement van de Raad van Toezicht. Daarnaast komt in deze vergadering het functioneren van de directie aan bod, ter voorbereiding op het jaarlijkse beoordelings gesprek. Een keer per jaar houden de voorzitter van de Raad en de voorzitter van de Remuneratiecommissie een beoordelings- en functioneringsgesprek met de directie. Voor dit gesprek verzamelt de Raad informatie uit gesprekken met eigen leden, werknemers van Amref en leden van het wereldwijde Amref-netwerk. Als dat nodig is, wordt een wijziging in de bezoldiging van de directie aangebracht. Ook worden specifieke afspraken gemaakt voor persoonlijke en organisatiedoelstellingen voor het komende jaar. Remuneratiecommissie De Remuneratiecommissie bestaat uit 2 leden en de voorzitter van de Raad van Toezicht. Zij ondersteunt de Raad bij het zorgen voor een adequaat bezoldigings beleid van de directie en adequate werving, selectie en functioneren van de Raad en de directie. Daarnaast adviseert zij de Raad met betrekking tot wijzigingen in het personeelsbeleid en de arbeidsvoorwaarden die de goedkeuring van de Raad van Toezicht behoeven. Onderwerpen van gesprek zijn onder meer het functione ren van de Raad van Toezicht en de directie. Auditcommissie De Auditcommissie bestaat uit 3 leden van de Raad van Toezicht. Zij ondersteunt de Raad bij het uitvoeren van de verantwoordelijkheden op financieel terrein. De commis sie beoordeelt het financiële verslaggevingproces en het systeem van interne beheersing van financiële risico’s. Daarnaast beoordeelt de commissie het controleproces en het proces waarmee de organisatie de naleving van wet- en regelgeving en de eigen gedragscodes bewaakt. De directie, het hoofd Bedrijfsvoering en de externe accountant kunnen op uitnodiging de vergadering bijwonen. In de commissievergaderingen staan de inhoud en SMART-onderbouwingen van ons werk op de agenda. Programmamanagementcommissie Vanuit de Raad van Toezicht nemen 3 leden deel aan de Programmamanagementcommisie. Deze commissie ondersteunt de Raad van Toezicht bij het toezicht houden
67
Verantwoordingsverklaring
op het beleid, op het gebied van programmamanage ment en bestedingen aan de doelstelling. De commissie adviseert de directie bij de vorming en implementatie van de plannen op het gebied van programmamanagement. Daarnaast beoordeelt de commissie of de plannen en de implementatie stroken met de in de Raad van Toezicht goedgekeurde meerjarenbeleidsplannen, met de weten regelgeving, met mogelijke gedragscodes. Tijdens vergaderingen van de commissie wordt de inhoud en SMART-onderbouwingen van ons werk besproken. Communicatie en Fondsenwervingcommissie De Communicatie en Fondsenwervingcommissie wordt gevormd wordt door 3 leden van de Raad. De commissie ondersteunt de Raad bij het beleid op het gebied van communicatie en fondsenwerving. De commissie adviseert de directeur bij de vorming en implementatie van de plannen op het gebied van communicatie en fondsenwerving. Daarnaast beoordeelt de commissie of de plannen en de implementatie stroken met de in de Raad van Toezicht goedgekeurde meerjaren beleids plannen, wet- en regelgeving en mogelijke gedragscodes. Tot slot is de commissie voor de directie en organisatie adviseur en aanspreekpunt ten behoeve van het mobilise ren en activeren van fondsenwervingactiviteiten door de leden van de Raad van Toezicht. Samenstelling directie en Raad van Toezicht De directie bestaat uit 1 persoon. De Raad van Toezicht bestaat uit minimaal 5 en maximaal 7 personen. Zij worden voor 4 jaar benoemd door de Raad zelf. De directie en leden van de Raad van Toezicht worden zorgvuldig geselecteerd op basis van functieprofielen. Door het opgestelde rooster van aftreden wordt de continuïteit in de samenstelling van de Raad van Toezicht gewaarborgd. De leden kunnen maximaal eenmaal herbenoemd worden en krijgen geen bezoldiging. De leden zijn pleitbezorgers voor het werk van Amref. Ze zijn strategisch, toekomstgericht en op afstand betrokken bij het realiseren van de doelstellingen. Ze beschikken over inhoudelijke kennis en netwerken op het gebied van fondsenwerving, communicatie en financiën; Afrika en de thematische speerpunten en/of expertise op het gebied van gezondheid en gezondheidszorg. De leden zijn actief, werkzaam op hoog niveau en idealiter tussen de 40-50 jaar oud. Er wordt gestreefd naar voldoende diversiteit en een optimale man-/vrouwverhouding. De huidige samenstelling van de Raad van Toezicht staat op www.amref.nl en in dit jaarverslag.
68
Principe 2: Optimale besteding van middelen (beleid en doelstellingen) a. Strategisch Plan Ons Strategisch Plan dat in 2014 nog geldig was, is in 2009 ontwikkeld en liep van 2010 tot 2015. Dit plan was geba seerd op een uitgebreide evaluatie van het Strategisch Plan 2006-2010. In nauwe samenwerking met Raad van Toezicht, directie, Management Team en medewerkers zijn de strategische richting, visie, missie, strategische prioriteiten en operationele doelstellingen afgestemd op de interne en externe ontwikkelingen, zowel in Nederland als internatio naal. Bovendien pastte ons plan binnen de internationale strategische richtlijnen, die zijn vastgesteld in het Business Plan 2011-2014. Jaarlijks werd dit Strategisch Plan (20102015) herijkt. We beoordeelden, in samenspraak met onze belanghebbenden, waar Amref stond ten opzichte van de beoogde positie in 2015. Op basis daarvan stelden we de plannen en activiteiten bij. In 2014 constateerden we dat veel van de beoogde resultaten gerealiseerd of overtroffen waren, en dat de omgeving waarin we opereren snel verandert. Daarom is een nieuw Strategisch Plan voor de jaren 2015-2020 geschreven, inclusief een meerjarenbegro ting. Hierbij zijn wederom alle belangrijke stakeholders betrokken. Ook dit plan sluit nauw aan bij de internationale ontwikkelingen binnen het Amref-netwerk en maakt goed duidelijk wat onze specifieke rol binnen het netwerk is. In het nieuwe Strategisch Plan staan 3 strategische prioriteiten beschreven met doelstellingen en onze beoogde positie in 2020. Het is een voortschrijdend strategisch plan, waarbij de prioriteiten per jaar in een jaarplan worden vertaald naar SMART-geformuleerde jaardoelen (jaarplannen 2015-2020). De evaluatie van die jaardoelen leidt, indien nodig, tot aanpassing van de strategische prioriteiten (jaarverslagen 2015-2020). Hetzelfde geldt voor de tussentijdse evaluatie van het Strategisch Plan die in 2017 zal worden uitgevoerd. Onze 3 strategische prioriteiten: 1. Nog meer impact in Afrika. Amref Flying Doctors blijft bijdragen aan de kwaliteit en duurzaamheid van gezondheidsprogramma’s. 2. Nog meer duurzame inkomstengroei en blijvende politieke steun. Amref Flying Doctors intensiveert de dialoog met publiek en politiek voor meer inkomsten en beter gezondheidsbeleid. 3. Blijvende groei in professionaliteit en kwaliteit. Amref Flying Doctors als effectieve en efficiënte organisatie met een focus op innovatie, zowel in Nederland als in Afrika.
b. Monitoring en evaluatie van fondsenwerving De basis voor het fondsenwervingsbeleid is het Communicatie & Fondsenwervingplan 2010-2015 en de daarvan afgeleide jaarplannen. Voor de fondsenwerving zijn prestatie-indicatoren gedefinieerd. 4 maal per jaar rapporteert het afdelingshoofd aan de directie en het Management Team over de inhoudelijke en financiële voortgang van de fondsenwerving. Het hoofd geeft daarbij ook een prognose ten opzichte van de begroting. In deze tussentijdse rapportage staan ook de resultaten en kosten van fondsenwerving ten opzichte van het totaal baten eigen fondsenwerving. Hierbij wordt ook het percentage kosten fondsenwerving nauwkeurig gevolgd. Op basis van deze rapportage wordt bijgestuurd, als dat nodig is. Regelmatig wordt in het overleg van de afdeling Communicatie & Fondsenwerving expliciet aandacht besteed aan de lessons learned in de communicatie- en fondsenwervingsactiviteiten. Deze worden gedeeld met de rest van de organisatie. c. Monitoring en evaluatie van programma’s en projecten Amref heeft vanuit Nederland een aantal meerjarige gezondheidsprogramma’s lopen met daarnaast een aantal projecten. We streven naar een zo groot mogelijke samenhang tussen de kleinschalige projecten onderling en binnen de geïntegreerde gezondheidsprogramma’s. Ook streven we naar steeds grotere en strategischer programma’s om zo effectief en efficiënt mogelijk te zijn. Onze programma’s en projecten worden systematisch gecontroleerd en geëvalueerd, op basis van financiële en inhoudelijke voortgangsrapportages. De medewerkers van de afdeling Programma Management bezoeken regelmatig de programma’s in Afrika die Amref vanuit Nederland ondersteunt. Zo blijven ze op de hoogte van de ontwikke lingen. Hun ervaringen worden teruggekoppeld en de afspraken worden vastgelegd. De kwaliteit van program ma’s meten we door tussentijdse en eindevaluaties uit te voeren. Waar nodig wordt een programma aangepast. Door middel van e-mail en telefoon onderhouden we regelmatig contact. Het succes van onze activiteiten voor de program ma’s meten we aan de hand van een aantal indicatoren. De indicatoren worden periodiek gemeten op basis van kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeken, interviews en enquêtes. Minimaal 2 keer per jaar rapporteert het afde lingshoofd over de inhoudelijke en financiële voortgang van de programma’s en projecten aan de directie en het Management Team. Planning, monitoring en evaluatie (PM&E) neemt een belangrijke plaats in binnen ons werk,
het wordt in vrijwel alle disciplines toegepast. Daarom blijft PM&E de komende jaren prominent op de agenda. d. Monitoring en evaluatie van kwaliteit Sinds 2009 is Amref ISO-9001-gecertificeerd, en we voldoen sinds 2013 aan de nieuwe norm Partos 9001. De administratieve organisatie is vastgelegd in een kwaliteitshandboek. Het functioneren van het kwaliteits proces in de dagelijkse praktijk wordt jaarlijks intern door de directie geëvalueerd. En om de naleving van de procedures in het handboek te controleren, worden jaarlijks interne kwaliteitsaudits uitgevoerd. Daarnaast vinden sinds 2009 externe audits in het kader van ISO, Partos en CBF plaats. Ook is Amref aangesloten bij de VFI – een regelgevende en controlerende instantie die toeziet op de naleving van de richtlijnen en regelgeving door en op de kwaliteit van de leden. e. Evaluatie algemeen Het eindresultaat van Amref wordt op verschillende niveaus beoordeeld. Door de medewerkers van de verschillende afdelingen wordt een gedetailleerde jaarevaluatie voorbereid. Deze jaarevaluatie wordt op hoofdlijnen beschreven in het jaarverslag. Daarnaast wordt de jaarrekening opgesteld. Een onafhankelijke externe accountant (KPMG) controleert het jaarverslag en de jaarrekening. Vervolgens stelt de Raad van Toezicht, na beoordeling door de Auditcommissie, het jaarverslag en de jaarrekening vast. De onafhankelijke accountant wordt minimaal iedere 4 jaar geëvalueerd. f. Bijsturing na evaluaties Leren vormt binnen de organisatie een integraal onder deel van het beleid. Amref zoekt binnen alle activiteiten actief naar lessons learned en best practices om zo de effectiviteit en efficiëntie van de organisatie te vergroten. Dat geldt voor het leren van de activiteiten in Nederland en voor het leren binnen het werk in Afrika. Monitoren, evalueren en leren zijn vaste onderdelen in de plannen en verslagen om successen in te bedden in de dagelijkse praktijk. En om herhaling van ongewenste resultaten te voorkomen (Strategisch Plan 2015-2020, jaarplannen, jaarverslagen, afdelingsverslagen). Door de lessen internationaal te delen, ook binnen het internationale Amref-netwerk, streven we naar kwaliteit en meer impact. Amref werkt continu aan een optimale besteding van de middelen, zodat de doelstellingen gerealiseerd kunnen worden. 3 voorbeelden van de manier waarop onze strategie in 2013 in de praktijk heeft gewerkt:
69
Verantwoordingsverklaring
1. In 2013 was een aantal nieuwe programma’s begonnen die door het ministerie van Buitenlandse Zaken zijn gefinancierd. De looptijd van deze programma’s is relatief kort: in 3 jaar moest een programma zijn opgestart, de activiteiten volgens planning zijn uitgevoerd en de resultaten goed gemonitord en geëvalueerd zijn. Nadat we in 2013 leerden dat het implementatietraject van relatief kortlopende programma’s net zoveel tijd en aandacht vergen als die van programma’s met een langere looptijd, hebben we in 2014 veel geleerd van onze inspanningen om opgelopen achterstanden in te lopen, plannen bij te stellen en ondanks dat toch de gewenste – en toegezegde! – resultaten te behalen. Op creatieve wijze hebben we gezocht naar oplossingen om in minder tijd toch de juiste resultaten neer te zetten. Er is intensief overleg op alle niveaus binnen het Amref-netwerk geweest om op alle vlakken overeenstemming te bereiken. Het management van Amref Flying Doctors, het Afrikaanse hoofdkantoor en de Afrikaanse landenkantoren zijn bij elkaar gekomen om een doorbraak te bewerkstelligen. Deze aanpak is zeer effectief geweest, waardoor resultaten binnen de vastgestelde planning 2013-2015 zullen worden behaald. We hebben niet-bestede gelden uit 2013 ingezet om, waar nodig, aanvullende activiteiten te financieren. 2. We hebben wederom duidelijk gezien dat investeren in communicatie en fondsenwerving loont. De door de Nationale Postcode Loterij gefinancierde media campagne tegen meisjesbesnijdenis zette niet alleen het onderwerp op de kaart, maar ook onze organisatie. We worden steeds meer gezien als een relevante partij op het gebied van SRGR en worden bijvoorbeeld vaker voor presentaties gevraagd en voor bijeenkomsten uitgenodigd. Ook onze naamsbekendheid is hierdoor gestegen blijkt uit metingen door Mediad: van 22 naar 26 (zie ook pagina 31). 3. In 2014 hadden we een hoger investeringsbudget voor fondsenwerving dan in 2013, en hebben we bewuste keuzes gemaakt in de besteding van extra tijd. Als gevolg daarvan zagen we niet alleen een mooie groei bij particuliere fondsenwerving, maar ook bij stichtin gen, waar we extra aandacht aan besteed hebben. Onze in 2013 gestarte samenwerking met Philips vraagt veel van ons, zowel in Nederland als in Afrika, en begint zijn eerste vruchten af te werpen: Philips heeft een
70
financiële bijdrage geleverd aan de Amref Health Africa International Conference in november 2014, en we gaan in 2015 gezamenlijk een training op het gebied van leadership, management en governance ontwikkelen. Daarnaast zien we meer mogelijkheden voor toekom stige samenwerking en gezamenlijke fondsenwerving. Principe 3: Optimale relaties met belanghebbenden Een optimale relatie met onze belanghebbenden blijft onze prioriteit. De belanghebbenden van Amref zijn divers: het Nederlandse publiek in het algemeen, onze voormalig beschermheer koning Willem-Alexander, het ministerie van Buitenlandse Zaken, de Nationale Postcode Loterij, internationale, nationale en regionale media, bezoekers van al dan niet door Amref georganiseerde evenementen, stichtingen, institutionele donoren, bedrijven, toeleveranciers en politici en beleidsmakers. En daarnaast ook interne doelgroepen zoals de medewerkers van Amref en overige leden van het Amref-netwerk, voormalig medewerkers, stagiairs en vrijwilligers, huidige en voormalige leden van de Raad van Toezicht en het Comité van Aanbeveling. Om alle belanghebbenden zo goed mogelijk te informeren en te betrekken bij ons werk, biedt Amref informatie in verschillende vormen aan: nieuwsbrieven, e-mailnieuwsbrieven, jaarverslag, infomails, websites (Nederland en internationaal), de inzet van social media als Twitter en Facebook, bijdragen aan websites en e-mailnieuwsbrieven van derden, rapportages op maat, televisie-uitzendingen, brochures, persberichten, artikelen, (gratis) advertenties en presentaties en workshops. Interne belanghebbenden informeren we door middel van vergaderingen, reguliere bijeenkomsten, interne presentaties, specifieke schriftelijke communicatie en documentatie, verslagen van overleggen en overige middelen. Veel informatie (zoals dit jaarverslag) is volgens de Open Information Policy terug te vinden op www.amref.nl. Daarnaast verstrekt Amref informatie op aanvraag en vragen we onze belanghebbenden iedere 3 jaar om input in het ‘stakeholderstevredenheidsonderzoek’. Met de kwetsbare groepen in Afrika voor wie we werken, hebben we een indirecte relatie. Net zoals met gezond heidswerkers, lokale, nationale en internationale organisaties, instituten en overheden met wie we samenwerken aan betere gezondheid in Afrika. Amref in Nederland ziet er op toe dat de organisatie
in Afrika met al deze belanghebbenden een optimale relatie onderhoudt. En dat zij snel en proactief betrokken worden bij het werk van Amref Health Africa in Afrika. Dus bij het ontwikkelen en uitvoeren van de gezond heidsprogramma’s, het bepalen van urgentie en prioriteiten, en het beïnvloeden van het beleid en de uitvoering daarvan in de praktijk. Communicatiedoelstellingen De communicatie is opgezet in lijn met de doelstellingen in het strategisch plan en het jaarplan. Deze doel stellingen staan beschreven in het jaarverslag. Waar mogelijk zijn de communicatiedoelstellingen vastgesteld op basis van kernindicatoren met SMART-streefwaarden. Om goed in te kunnen spelen op de informatiebehoeften van de belanghebbenden en tegelijkertijd consistentie in alle uitingen te bereiken, is er beleid op de diverse onderdelen geformuleerd. Aan de hand van gesprekken en online onderzoeken gaan we na of de diverse commu nicatie-uitingen relevant en toegankelijk zijn en aan de behoeften van de belanghebbenden voldoen. Daarnaast draagt elke medewerker van Amref op individuele basis bij aan communicatie met de belanghebbenden, ieder vanuit zijn eigen expertise en werkzaamheden voor de organisatie.
e-mail benaderd willen worden en of hun adresgegevens verhuurd mogen worden. Tot slot kunnen ze ideeën, opmerkingen, wensen en klachten melden. Dat kan telefonisch, via de website, per fax, social media, e-mail en brief. Ideeën, opmerkingen en wensen worden op basis van het onderwerp doorgespeeld aan de specifieke medewerker. Binnen 2 weken krijgt de belanghebbende bericht over het verloop van zijn suggestie of vraag. Klachten worden conform ISO-richtlijnen genoteerd en zo mogelijk binnen een week afgehandeld via de Klachtenprocedure die op de website te vinden is. Amref Flying Doctors is zich ervan bewust dat, voor een ontwikkelingsorganisatie die afhankelijk is van donaties, vertrouwen – en de daarmee samenhangende verantwoording – van het grootste belang is. De Raad van Toezicht, directie en medewerkers spannen zich ieder jaar weer in om dit vertrouwen te verdienen. Leiden, 25 maart 2015
Namens de Raad van Toezicht Ing. Tjark R.C. de Lange (voorzitter)
Transparantie In al onze communicatie met belanghebbenden staat transparantie voorop. Dit is terecht een terugkerend onderwerp in de publieke discussie over ontwikkelings samenwerking. Wij zijn ons er dan ook scherp van bewust dat wij de besteding van fondsen van donateurs, instellingen, organisaties, overheid en bedrijven altijd op een heldere en onderbouwde manier moeten kunnen verantwoorden. Ook voor wat betreft de vaststelling en uitvoering van ons beleid, inclusief de gemaakte keuzes, wil Amref steeds inzicht kunnen geven. Gevraagd en ongevraagd geven wij daarom relevante, op de doelgroep gerichte informatie. Ook dit jaarverslag is zo gestructureerd dat wij zo optimaal mogelijk aan de eisen van transparantie voldoen. In dit geval nemen wij de criteria van de jury van de Transparantprijs als uitgangspunt. Omgaan met ideeën, opmerkingen, wensen en klachten van belanghebbenden Belanghebbenden kunnen bij Amref aangeven hoeveel en welke informatie ze jaarlijks willen ontvangen. Ook kunnen ze aangeven of ze al dan niet per telefoon en
71
Jaarrekening
72
Balans per 31 december (in ¤) (na resultaatbestemming)
Activa MateriĂŤle vaste activa
2014
2013
20.430
20.408
1
Bedrijfsmiddelen
Vorderingen Overlopende activa
2
2.174.699
1.339.900
Debiteuren
2
71.350
87.500
Beleggingen
3
1.493.427
1.508.404
Liquide middelen
4
2.223.141
4.444.563
5.983.047
7.400.775
2014
2013
23
23
Passiva Reserves Stichtingskapitaal ContinuĂŻteitsreserve
5
1.195.067
1.181.745
Bestemmingsreserve activa bedrijfsvoering
6
20.430
20.408
Bestemmingsreserve organisatieontwikkeling
7
650.000
100.000
Bestemmingsfonds Nationale Postcode Loterij
8
198.028
657.769
Bestemmingsfonds Buitenlandse Zaken-subsidies
9
64.236
50.101
10
190.465
683.045
Toegekende projectbijdragen 2015
10
1.833.346
2.705.216
Crediteuren
11
167.441
111.878
Nog te betalen bedragen/overlopende passiva
11
1.664.011
1.890.590
5.983.047
7.400.775
Fondsen
Schulden op lange termijn Toegekende projectbijdragen 2016-2017
Schulden op korte termijn
73
Jaarrekening
Staat van baten en lasten (in 造) Baten
Begroting 2015
Werkelijk 2014
Begroting 2014
Werkelijk 2013
Baten uit eigen fondsenwerving Stichtingen
550.000
625.797
370.000
420.780
Bedrijven
865.000
686.835
900.000
559.909
3.500.000
3.480.602
3.644.525
3.126.421
Evenementen
677.000
666.894
525.000
594.685
Nalatenschappen
250.000
86.077
150.000
188.630
12
5.842.000
5.546.205
5.589.525
4.890.425
Nationale Postcode Loterij
13
900.000
925.000
900.000
3.481.055
Subsidies institutionele donoren
13
7.570.000
8.689.042
7.649.389
8.783.661
Resultaat beleggingen/spaartegoeden
14
125.000
173.187
123.098
94.197
8.595.000
9.787.229
8.672.487
12.358.913
14.437.000
15.333.434
14.262.012
17.249.338
Particulieren
Totaal baten eigen fondsenwerving
Overige baten Aandeel in acties van derden
Totaal overige baten
Totaal baten
74
Staat van baten en lasten (in ¤) Lasten
Begroting 2015 Werkelijk 2014 Begroting 2014 Werkelijk 2013
Gezondheidsprogramma’s in Afrika Directe projectbijdragen
15
8.971.593
10.031.616
9.518.248
12.396.665
Reis- en verblijfkosten Buitenland
75.000
80.831
105.000
77.417
Kwaliteitsversterking
25.000
-
25.000
13.423
Kosten doelstelling
184.290
146.756
205.715
154.055
Uitvoeringskosten
791.491
848.934
750.012
656.202
10.047.374
11.108.137
10.603.975
13.297.762
-
314.724
-
78.331
1.390.756
908.265
934.274
832.276
937.650
846.518
797.153
676.955
2.328.406
2.069.507
1.731.427
1.587.562
12.375.780
13.177.644
12.335.402
14.885.324
Wervingskosten eigen fondsenwerving
927.170
908.265
934.274
832.276
Uitvoeringskosten
490.657
462.761
488.118
445.986
1.417.827
1.371.026
1.422.392
1.278.262
2.500
12.455
2.500
1.139
57.300
19.794
40.219
14.373
59.800
32.249
42.719
15.512
1.477.627
1.403.275
1.465.111
1.293.774
683.593
634.777
596.499
685.431
14.537.000
15.215.696
14.397.012
16.864.529
-100.000
117.738
-135.000
384.809
Totaal gezondheidsprogramma’s in Afrika
Bewustwording/voorlichting Bewustwording Voorlichting Uitvoeringskosten Totaal bewustwording/voorlichting
Besteed aan doelstelling
16
Kosten werving baten
Totaal kosten eigen fondsenwerving
17
Kosten beleggingen Kosten verkrijging subsidie overheden Totaal werving overige baten
18
Totaal kosten werving baten
Kosten beheer en administratie
Totaal lasten
Resultaat
Resultaatbestemming -
22
-
-3.265
Toevoeging bestemmingsreserve organisatieontwikkeling
Toevoeging bestemmingsreserve activa bedrijfsvoering
50.000
550.000
-
-
Onttrekking bestemmingsfonds Nationale Postcode Loterij
-85.000
-459.741
-155.000
-112.520
Toevoeging bestemmingsfonds Nationale Postcode Loterij
-
-
-
573.379
Toevoeging bestemmingsfonds Buitenlandse Zaken-subsidies
-
14.135
20.000
22.658
-65.000
-
-
-
Toevoeging continuïteitsreserve
-
13.322
-
-
Onttrekking continuïteitsreserve
-
-
-
-95.443
-100.000
117.738
-135.000
384.809
Onttrekking bestemmingsfonds Buitenlandse Zaken-subsidies
75
Jaarrekening
Kasstroomoverzicht (in ¤) (directe methode)
2014
2013
5.546.205
4.890.425
925.000
3.481.055
7.497.909
7.658.927
114.332
135.250
14.083.446
16.165.657
11.396.066
11.528.951
4.969.762
4.201.744
16.365.828
15.730.695
-2.282.382
434.962
-12.872
-11.593
-
-
-12.872
-11.593
Aankoop beleggingen
-324.526
-341.005
Verkoop beleggingen
398.358
411.296
73.832
70.291
-2.221.422
493.660
Liquide middelen per 1 januari
4.444.563
3.950.903
Liquide middelen per 31 december
2.223.141
4.444.563
-2.221.422
493.660
Ontvangsten Eigen fondsenwerving Aandeel in acties van derden Subsidies institutionele donoren Beleggingen
Uitgaven Gezondheidsprogramma’s in Afrika Overige betalingen
Kasstroom uit operationele activiteiten
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen Desinvesteringen
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Totale kasstroom
Mutatie liquide middelen
De liquide middelen nemen ten opzichte van 2013 af met € 2.221.000 tot € 2.223.000. Dat wordt met name veroorzaakt door een sterke afname van reeds ontvangen inkomsten voor nog te betalen projectbijdragen. De projectbijdragen die voor 2015 zijn toegezegd, zullen gespreid over het jaar worden uitbetaald. Tezamen met het saldo van de beleggingen van € 1.493.000, de nog te ontvangen projectbijdragen van € 2.116.000 en de te verwachten inkomstenstromen in 2015 kunnen we ruimschoots voldoen aan onze korte verplichtingen van € 3.665.000 per balansdatum.
76
Grondslagen voor de jaarrekening Stichting Amref Nederland (Amref Flying Doctors) is gevestigd in Leiden.
weergeven van de financiële positie en vereisen schattin gen en veronderstellingen: berekeningen van te ontvan gen projectbijdragen en toegekende projectbijdragen.
Richtlijnen voor de verslaggeving De jaarrekening 2014 is opgesteld volgens de in 2011 aangepaste Richtlijn 650 Verslaggeving Fondsenwervende Instellingen. In het model van de staat van baten en lasten is een afzonderlijke post opgenomen voor de kosten van beheer en administratie. We zijn vrij om te bepalen welke kosten daaraan worden toegerekend, zolang we een consistente methodiek hanteren. De Vereniging van Fondsenwervende Instellingen (VFI) heeft aanbevelingen gedaan over de toepassing van de richtlijn, om transpa rantie en vergelijkbaarheid in onze sector te waarborgen. We volgen deze aanbevelingen sinds 2008. Daarnaast is in 2011 de Richtlijn Financieel Beheer Goede Doelen van de VFI vastgesteld. Hierin worden aanwijzingen gegeven met betrekking tot reserves en fondsen en het verantwoord beheer ervan. Specifiek betreft het richtlijnen met betrekking tot beleggings beleid en beheer, de hoogte van de continuïteitsreserve en de presentatie van beleggingsresultaten. Leden van de VFI zijn vrij om af te wijken van de richtlijn, mits zij dat toelichten en verantwoorden. Wij kiezen ervoor om de richtlijn in zijn geheel toe te passen. Dit is onder meer vastgelegd in het beleggingsbeleid en het beleid met betrekking tot de continuïteitsreserve. De uitkomsten worden gepresenteerd in dit jaarverslag.
Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs, verminderd met de lineair berekende afschrijvingen, gebaseerd op de economische levensduur. We hanteren de volgende afschrijvingstermijnen: n Computerapparatuur: 3 jaar n Kantoorinventaris: 5 jaar
Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat ons Management Team oordelen vormt, en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van de grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. We beoordelen de schattingen en onderliggende veronderstellingen voortdurend. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekom stige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. De volgende waarderingsgrondslagen zijn naar de mening van het management het meest kritisch voor het
Bijzondere waardeverminderingen Vaste activa met een lange levensduur dienen te worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijk heid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de geschatte contante waarde van de toekomstige netto kasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen en obligaties, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financierings verplichtingen, afgeleide financiële instrumenten (derivaten), handelsschulden en overige te betalen posten. In de jaarrekening zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: obligaties, overige vorderingen, geldmiddelen, handelsschulden en overige te betalen posten. Amref Flying Doctors maakt geen gebruik van afgeleide instrumenten en houdt geen handelsportefeuille aan. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien echter financiële instru menten bij de vervolgwaardering worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeverande ringen in de staat van baten en lasten, worden direct toerekenbare transactiekosten direct verwerkt in de staat van baten en lasten.
77
Jaarrekening
Na eerste opname worden de in de balans opgenomen financiële instrumenten gewaardeerd tegen geamorti seerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. Indien er geen sprake is van (dis)agio of transactiekosten, is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde van de balanspost. Continuïteitsreserve De continuïteitsreserve is bedoeld om in voorkomende gevallen de verplichtingen aan derden en de eigen medewerkers te kunnen nakomen. De continuïteits reserve dient ook als buffer bij tegenvallende inkomsten of onverwachte calamiteiten, om zo het activiteitenniveau gedurende enige tijd te kunnen handhaven. In 2011 heeft de VFI de Richtlijn Financieel Beheer Goede Doelen vastgesteld waarin onder meer is bepaald wat de maximale omvang van de continuïteitsreserve mag zijn: 1,5 maal de jaarlijkse kosten van de werkorganisatie, waarbij eenduidig is gedefinieerd wat tot de kosten van de werkorganisatie moet worden gerekend. Dat betekent voor ons: het totaal aan uitvoeringskosten van de eigen organisatie – inclusief de uitvoeringskosten van fondsen werving, gezondheidsprogramma’s in Afrika en bewust wording/voorlichting – plus alle overige kosten voor eigen fondsenwerving en werving van overige baten. De directe bestedingen aan gezondheidsprogramma’s in Afrika en aan bewustwording/voorlichting worden niet tot de werkkosten gerekend. In 2011 is ons eigen beleid met betrekking tot de gewenste omvang van onze continuïteitsreserve aangescherpt. We sluiten aan bij de VFI-richtlijn en gebruiken de berekening van de kosten van de werk organisatie als basis voor de eigen berekening. Vervolgens worden daar 2 aanpassingen op gedaan zodat rekening wordt gehouden met de betrouwbaarheid van inkomens stromen. Tot slot is een duidelijke onder- en bovengrens vastgesteld. De omvang van de continuïteitsreserve dient in het vervolg minimaal 50% en maximaal 100% van de grondslag te bedragen, die gevormd wordt door de begrote kosten van de werkorganisatie van het volgende boekjaar minus 50% van de inkomsten uit particuliere fondsenwerving van het lopende boekjaar en 10% van de overige inkomsten voor het volgende boekjaar die al in contracten zijn toegezegd. Daarmee valt de reserve ruimschoots binnen de maximaal toegestane norm volgens de richtlijnen van het CBF en de VFI. We zijn van mening dat onze continuïteit hiermee voldoende is gewaarborgd, zonder dat tot onnodige reservevorming wordt overgegaan. We kennen al jaren
78
groei en diversificatie in inkomsten en verwachten dat die doorzetten. Onze particuliere donateurs zorgen voor een stabiele financiële basis. Daarnaast wordt een aantal van de overige inkomstenbronnen, zoals de bijdragen van het ministerie van Buitenlandse Zaken, de Europese Unie, de Nationale Postcode Loterij en Aktes van Schenkingen, telkens voor een aantal jaren zeker gesteld. Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves worden gevormd om tot uitdruk king te brengen welk deel van het besteedbaar vermogen bestemd is voor bijzondere bestedingsdoeleinden. De omvang en de specifieke bestedingsdoeleinden worden ieder jaar door de Raad van Toezicht goedgekeurd. Eind 2014 hebben we de bestemmingsreserve ‘Activa bedrijfsvoering’, die aangeeft welk deel van het vermogen in materiële vaste activa is vastgelegd. Daarnaast hebben we de bestemmingsreserve ‘Organisatieontwikkeling’. Deze dient voor de financiering van activiteiten ter verdere ontwikkeling en versterking van de organisatie, zowel in Nederland als in Afrika. Bestemmingsfondsen Bestemmingsfondsen worden gevormd als door een derde een specifieke bestemming is gegeven aan middelen die nog niet besteed zijn. Eind 2014 waren er 2 bestemmingsfondsen. Het bestemmingsfonds ‘Nationale Postcode Loterij’ betreft de in 2012 en 2013 ontvangen extra inkomsten uit 13e trekkingen, die in de jaren 2014-2016 worden besteed. Het bestemmings fonds ‘Buitenlandse Zaken-subsidies’ betreft de renteopbrengsten die toe te rekenen zijn aan de subsidies (ontvangen in 2011-2014), die in 2015 binnen de betreffende programma’s zullen worden besteed. Schulden De waardering van de overige, kortlopende schulden is beschreven onder ‘Financiële instrumenten’. Vorderingen en effecten De grondslagen voor de waardering van vorderingen en effecten zijn beschreven onder ‘Financiële instrumenten’. Leasing Amref kan financiële en operationele leasecontracten afsluiten. Een leaseovereenkomst waarbij de vooren nadelen verbonden aan het eigendom van het leaseobject geheel of nagenoeg geheel door de lessee worden gedragen, wordt aangemerkt als een financiële
lease. Alle andere leaseovereenkomsten classificeren als operationele leases. Bij de leaseclassificatie is de economische realiteit van de transactie bepalend en niet zozeer de juridische vorm. Financiële leases: Amref heeft geen financiële leases afgesloten. Operationele leases: als Amref optreedt als lessee in een operationele lease, wordt het leaseobject niet geactiveerd. Leasebetalingen inzake de operationele lease worden lineair over de leaseperiode ten laste van de staat van baten en lasten gebracht. Pensioenen We kennen een toegezegde bijdrageregeling. Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Er is geen sprake van additionele verplichtingen.
Kostentoerekening Kosten worden toegerekend aan de activiteit waarop zij betrekking hebben. We onderscheiden daarbij 4 hoofdactiviteiten: gezondheidsprogramma’s in Afrika, bewustwording/voorlichting, fondsenwerving, en beheer en administratie. Onder beheer en administratie verant woorden we de algemene overheadkosten van onze organisatie. Sinds 2009 vindt zo veel mogelijk directe toerekening van kosten plaats. Een deel van de kosten wordt volgens vaste verdeelsleutels verdeeld over de hoofdactiviteiten, naar rato van de tijdsbesteding of de kosten van de medewerkers. Deze verdeelsleutels worden jaarlijks opnieuw vastgesteld op basis van actuele gegevens. Het toerekeningspercentage voor wervings kosten en voorlichting is voor 2014 vastgesteld op respectievelijk 50% en 50% van het totaalbudget voor fondsenwerving en voorlichting. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld op basis van de directe methode.
Grondslagen voor de bepaling van het resultaat Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten Baten uit fondsenwerving worden bruto verantwoord (voor het ontvangen bedrag). Nalatenschappen worden verantwoord in het jaar waarin de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Ontvangen voorschotten verantwoorden we in het jaar van ontvangst. Onder acties van derden vallen uitsluitend acties waarvoor we geen risico dragen. Directe projectbijdragen Toekenningen van projectbijdragen worden ten laste gebracht van het boekjaar waarin het besluit tot toeken ning schriftelijk aan de ontvanger wordt meegedeeld. Bij toekenning van een meerjarige projectbijdrage waarbij een voorbehoud wordt gemaakt voor de financiële ontwikke lingen binnen onze organisatie, wordt de bijdrage per jaar toegekend en als besteding verantwoord.
79
Jaarrekening
Toelichting op de balans 1 Materiële activa (in €)
2014
2013
Boekwaarde per 1 januari
20.408
23.673
Desinvesteringen
-
-
12.872
11.593
33.280
35.266
Afschrijvingen
-12.850
-14.858
Boekwaarde per 31 december
20.430
20.408
Investeringen
In 2014 hebben we geen bijzondere investeringen gedaan. Afgeschreven computers zijn vervangen, en er is beperkte uitbreiding geweest van het aantal computers.
2 Overlopende activa en overige vorderingen (in €)
2014
2013
Interest
24.413
41.189
Vooruitbetaalde bedragen
16.566
11.529
Debiteuren
71.350
87.500
2.116.119
1.265.094
17.601
22.088
2.246.049
1.427.400
Te ontvangen projectbijdragen Overige nog te ontvangen bedragen
De te ontvangen projectbijdragen betreffen subsidiebedragen die wij nog dienen te ontvangen, de eindafrekening van de Kenya Classic en Expedition Masai, en toezeggingen van bedrijfspartners voor specifieke projecten. In alle gevallen zijn de bijbehorende toezeggingen voor projectbijdragen opgenomen in de toegekende projectbijdragen. De stijging ten opzichte van 2013 wordt vooral verklaard door de toegenomen EU-subsidies.
3 Beleggingen (in €)
2014
2013
1.508.404
1.619.748
Aankoop
324.526
341.005
Verkoop
-398.358
-411.296
58.855
-41.053
1.493.427
1.508.404
Stand per 1 januari
Waardevermeerdering/-vermindering Stand per 31 december
We hanteren een zeer defensief beleggingsbeleid dat in lijn is met de Handreiking Verantwoord Vermogensbeheer Fondsenwerving Instellingen (2009) en de Richtlijn Financieel Beheer Goede Doelen (2011). De ‘dakpanconstructie’ in onze beleggingsportefeuille zorgt ervoor dat er over de jaren een goede spreiding van vrijvallende fondsen is. De vermelde aankoop betreft de administratieve omzetting van 2 beleggingsfondsen, en staat voor eenzelfde bedrag onder de verkopen.
80
4 Liquide middelen (in €) Lopende rekeningen Kortlopende spaardeposito´s
2014
2013
2.223.142
3.974.276
-
470.287
2.223.142
4.444.563
Het saldo liquide middelen is ten opzichte van 2013 afgenomen. Dit wordt onder meer veroorzaakt door de extra bijdrage van de Nationale Postcode Loterij die we in 2013 ontvingen en die grotendeels in 2014 is besteed. Daarnaast is in 2014 meer besteed aan een aantal programma’s die door het ministerie van Buitenlandse Zaken en de EU gefinancierd zijn, dan we aan subsidiegeld vooruit ontvingen. De afrekening daarvan zal in 2015 plaats vinden. Gezien de lage rentestand is in 2014 alleen gebruikgemaakt van vrij opneembare spaarrekeningen en kortetermijnspaardeposito’s.
5 Continuïteitsreserve (in €) Stand per 1 januari Toevoeging/onttrekking Stand per 31 december
2014
2013
1.181.745
1.277.188
13.322
-95.443
1.195.067
1.181.745
2.903.000
2.632.000
987.000
977.000
-1.740.000
-1.563.000
-757.000
-765.000
1.393.000
1.281.000
86%
92%
5.835.000
5.413.500
Berekening grondslag Uitvoeringskosten volgend boekjaar Overige kosten werving baten volgend boekjaar -/- 50% particuliere fondsenwerving huidig boekjaar -/- 10% contractueel toegezegd volgend boekjaar Grondslag
Hoogte continuïteitsreserve ten opzichte van de grondslag Maximaal toegestaan volgens CBF en VFI
De continuïteitsreserve van € 1.195.000 staat aan het eind van 2014 op 86% van de grondslag, en dus binnen de in 2011 vastgelegde bovengrens van 100%. Volgens de norm van het CBF en de VFI zou de continuïteitsreserve op basis van de begroting van 2015 maximaal € 5.670.000 mogen zijn. Daar blijven we ruim onder. In 2015 zal op basis van het Strategisch Plan 2015-2020 een nadere financiële onderbouwing plaats vinden van de risico-inschattingen (zie pagina 45) en de daarbij behorende continuïteitsreserve.
6 Bestemmingsreserve activa bedrijfsvoering (in €) Stand per 1 januari Toevoeging/onttrekking Stand per 31 december
2014
2013
20.408
23.673
22
-3.265
20.430
20.408
De bestemmingsreserve ‘Activa bedrijfsvoering’ is dat deel van het eigen vermogen dat vastligt in vaste activa. Het saldo is dan ook gelijk aan de waarde van de activa per 31 december.
81
Jaarrekening
7 Bestemmingsreserve organisatieontwikkeling (in €)
2014
2013
Stand per 1 januari
100.000
100.000
Toevoeging/onttrekking
550.000
-
Stand per 31 december
650.000
100.000
De bestemmingsreserve ‘Organisatieontwikkeling’ is in 2012 gevormd, en dient voor de financiering van activiteiten ter verdere ontwikkeling en versterking van de organisatie, zowel in Nederland als in Afrika. In 2014 wordt hieraan vanuit het resultaat € 550.000 toegevoegd. In 2015 zal een meerjarenplan voor de besteding worden opgesteld.
8 Bestemmingsfonds Nationale Postcode Loterij (in €)
2014
2013
657.769
196.910
Onttrekking
-459.741
-112.520
Toevoeging
-
573.379
198.028
657.769
Stand per 1 januari
Stand per 31 december
Het bestemmingsfonds ‘Nationale Postcode Loterij’ is in 2012 en 2013 gevormd uit de extra bijdragen die we ontvingen uit de 13e trekkingen van de Nationale Postcode Loterij. Een deel van de bijdragen dient ter dekking van kosten die we in de jaren 2014-2016 in Nederland maken voor communicatie, programmamanagement en andere ondersteunende activiteiten.
9 Bestemmingsfonds Buitenlandse Zaken-subsidies (in €)
2014
2013
Stand per 1 januari
50.101
27.443
Toevoeging/onttrekking
14.135
22.658
Stand per 31 december
64.236
50.101
In het bestemmingsfonds ‘Buitenlandse Zaken-subsidies’ zijn de rente-opbrengsten opgenomen die in 2011-2014 zijn gerealiseerd op de subsidies van het ministerie die we in die jaren ontvangen hebben. Deze opbrengsten zullen in 2015 binnen de betreffende programma’s worden besteed.
10 Toegekende projectbijdragen (in €)
2014
2013
Toegekende projectbijdragen 2016
190.465
683.045
Toegekende projectbijdragen 2015
1.833.346
2.705.216
Stand per 31 december
2.023.811
3.388.261
Het saldo aan toegekende projectbijdragen zal grotendeels in 2015 besteed worden. De daling ten opzichte van 2013 wordt vooral verklaard door de in 2012 en 2013 ontvangen extra bijdragen van de Nationale Postcode Loterij die in 2014-2016 besteed worden.
82
11 Nog te betalen bedragen/overlopende passiva (in €)
2014
2013
55.831
47.649
Vooruitontvangen subsidies
1.201.716
1.541.823
Ontvangen omzetbelasting
162.803
-
Crediteuren
167.441
111.878
Loonbelasting
Accountantskosten
32.140
43.802
-
40.283
Vakantiegeld personeel
66.377
59.046
Nog te betalen aan Amref-hoofdkantoor
42.856
-
102.288
157.986
1.831.452
2.002.468
Nog te betalen kosten samenwerkingspartners
Overige nog te betalen bedragen
De vooruitontvangen subsidies betreffen diverse in 2014 ontvangen subsidiebetalingen die we in 2015 zullen besteden. De ontvangen omzetbelasting betreft 2013. Gezien de nog bestaande onduidelijkheid over de definitieve aanslagen over de jaren 2007-2014, verwerken we deze ontvangst nog niet in onze baten (zie ook: niet uit de balans blijkende vorderingen en verplichtingen). De overige nog te betalen bedragen betreffen onder meer € 67.000 aan kosten van de Kenya Classic en Expedition Masai die wij aan Emolife moeten betalen en € 28.000 voor nog niet opgenomen verlofuren van onze medewerkers.
Niet uit de balans blijkende vorderingen en verplichtingen Amref Flying Doctors heeft bezwaar aangetekend bij de Belastingdienst tegen de aangifte omzetbelasting 2012-2014, en gevraagd om ambtshalve herziening van de aangiftes omzetbelasting over 2007-2011. Dit vanwege de nog niet verwerkte toepassing van het 0%-tarief op MFS-gefinancierde en andere activiteiten. Gezien de omvang van de betreffende bedragen en de nog bestaande onduidelijkheid over de te verwachten uitspraken van de Belastingdienst, zijn in dit kader geen vorderingen op de Belastingdienst op de balans opgenomen. De ingediende claim over 2013 is begin 2014 uitbetaald, en ook op de balans opgenomen.
Per 31 december 2014 zijn er voorwaardelijke project verplichtingen voor 2015-2017 van € 11,2 miljoen, waarvan € 8,0 miljoen voor 2015.
Er is een huurcontract van € 117.000 per jaar afgesloten voor de huisvesting aan de Haagse Schouwweg 6G te Leiden, met een looptijd tot 30 november 2017, en de mogelijkheid tot tussentijdse opzegging per 31 juli 2016. Voor de huur is een bankgarantie van € 40.000 afgegeven. Daarnaast is er een leasecontract van € 4.500 per jaar afgesloten voor de multifunctionele printer, met een looptijd tot 22 augustus 2016. En er is een leasecontract voor een Fiat Panda van € 5.100 per jaar afgesloten, met een looptijd tot 15 juli 2015. Onze bedrijfspartner VvAA sponsort hiervan ca. € 1.400 per jaar.
83
Jaarrekening
Toelichting op de staat van baten en lasten Baten
Begroting 2015
Werkelijk 2014
Begroting 2014
Werkelijk 2013
Inkomsten uit eigen fondsenwerving
5.842.000
5.546.205
5.589.525
4.890.425
Overige inkomsten
8.595.000
9.787.229
8.672.487
12.358.913
14.437.000
15.333.434
14.262.012
17.249.338
Totale inkomsten (in €)
De totale inkomsten daalden van € 17.249.000 in 2013 naar € 15.333.000 in 2014, een daling van 11%. Deze daling was voorzien; in 2013 ontvingen we immers een eenmalige extra financiering van € 2.581.000 van de Nationale Postcode Loterij. Ten opzichte van de begroting van € 14.262.000 stegen de inkomsten met 8%.
12 Eigen fondsenwerving (in €)
Begroting 2015
Werkelijk 2014
Begroting 2014
Werkelijk 2013
Totale inkomsten (in €) Stichtingen
550.000
625.797
370.000
420.780
Bedrijven
865.000
686.835
900.000
559.909
3.500.000
3.480.602
3.644.525
3.126.421
Evenementen
677.000
666.894
525.000
594.685
Nalatenschappen
250.000
86.077
150.000
188.630
5.842.000
5.546.205
5.589.525
4.890.425
Particulieren
De inkomsten uit eigen fondsenwerving stegen met € 656.000 van € 4.890.000 in 2013 naar € 5.546.000 in 2014, een stijging van 13%. De stijging vond plaats bij alle inkomstenbronnen, behalve de nalatenschappen. De inkomsten van stichtingen stegen sterk, zowel bij de kleinere (familie)stichtingen als bij de grotere stichtingen. Dit is het gevolg van onze intensieve benadering van deze stichtingen. Veel bestaande bedrijfsrelaties werden voortgezet en diverse nieuwe relaties kwamen tot stand, waaronder de samenwerking met Tauw, Made Blue en Allen & Overy. De Amref Business Club leverde wederom een belangrijke bijdrage. Vanuit het CZ Fonds ontvingen we in de jaren 2012-2014 een totaalbedrag van € 225.000 (3 jaarlijkse donaties van € 75.000). Dit betrof een bijdrage aan het Tanzaniaanse deel van het programma ‘Afrikaans moeders, baby’s en kinderen eerst!’ in Kenia, Tanzania en Zuid-Soedan. In totaal hebben wij aan dit programma de afgelopen jaren € 1.036.000 besteed, waarvan € 279.000 was bestemd voor het Tanzaniaanse deel van het programma. Dat werd dus grotendeels gedekt vanuit de bijdrage van het CZ Fonds. Het programma is inmiddels afgerond. Het CZ Fonds heeft voor de komende jaren een nieuwe bijdrage van € 150.000 voor het programma ‘Betere gezondheid voor moeders en kinderen’ in Zuid-Afrika toegezegd. De inkomsten uit particuliere fondsenwerving namen toe met € 354.000 van € 3.126.000 in 2013 tot € 3.481.000 in 2014. Eind 2014 waren er 72.000 gevers aan onze stichting verbonden tegenover 68.000 een jaar eerder. Ook de gemiddelde gift per donateur steeg: van € 46,19 in 2013 naar € 48,52 in 2014. De inkomsten uit evenementen stegen van € 595.000 naar € 667.000. Aan Wandelen voor Water deden 84 scholen mee (in 2013 73). De Kenya Classic had minder deelnemers (68 tegen 88 in 2013) echter hun gemiddelde sponsorbijdrage steeg. Expedition Masai vond in 2014 voor het eerst plaats, met 34 deelnemers. In 2012 ontvingen we € 86.000 uit 13 nalatenschappen (in 2012 € 189.000 uit 10 nalatenschappen). Deze inkomstenbron fluctueert door de jaren heen. Bij onze fondsenwervende activiteiten werven we vaak met specifieke thema’s als ‘malaria’ en ‘medische zorg en training in afgelegen gebieden’. Uit ervaring weten we dat themagericht werven tot hogere opbrengsten leidt. Onze programma’s in Afrika zijn echter altijd geïntegreerde programma’s, waarin zoveel mogelijk van deze specifieke thema’s aan bod komen. De fondsen die met de thematische campagnes worden geworven, worden daarom niet alleen aan het specifieke onderwerp besteed, maar aan onze geïntegreerde programma’s. Dit melden wij overigens altijd in onze mailings en andere fondsenwervende activiteiten.
84
13 I nstitutionele inkomsten en acties van derden (in €)
Begroting 2015
Nationale Postcode Loterij Subsidies institutionele donoren
Werkelijk 2014
Begroting 2014
Werkelijk 2013
900.000
925.000
900.000
3.481.055
7.570.000
8.689.042
7.649.389
8.783.661
8.470.000
9.614.042
8.549.389
12.264.716
De inkomsten zijn ten opzichte van 2013 gedaald, maar hoger dan begroot. In 2013 ontvingen we een eenmalige bijdrage van € 2.581.000 uit de 13e trekking van de Nationale Postcode Loterij. In 2014 ontvingen we onze reguliere bijdrage van € 900.000 en een eenmalige extra bijdrage van € 25.000 tijdens de Kanjers van Goud-aflevering over ons alternatieve ritueel voor meisjesbesnijdenis. In de jaren 2011-2015 ontvangen we diverse financieringen van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Er is in totaal een bedrag van € 25.284.000 toegezegd onder voorbehoud van jaarlijkse begrotingsgoedkeuring door het parlement. Hiervan is in 2014 € 6.567.000 ontvangen. Daarnaast ontvingen we € 1.312.000 van de Europese Unie, € 200.000 van Aqua for All, € 418.000 vanuit het Fonds Duurzaam Water, € 179.000 van de Nederlandse ambassade in Ethiopië en € 12.000 van het Netherlands Water Partnership.
Ten behoeve van specifieke verantwoording over de subsidie van € 179.000 van de Nederlandse ambassade in Ethiopië, die wij via ICCO ontvingen, vermelden wij de volgende informatie: The World Starts With Me (I can, but I won’t - I decide) – programme Statement of income, expenditure and balances 2013-2014 Date
Description
Amount (in €) Amref NL Expenditures
Amref ET Reported
2-10-2013
Annual budget year 1, received from ICCO
134.496
15-10-2014
Annual budget year 2, received from ICCO
178.643
30-9-2013
Transferred to Amref in Ethiopia
-124.096
31-3-2014
Transferred to Amref in Ethiopia
-84.122
31-8-2014
Transferred to Amref in Ethiopia
-84.121
31-12-2013
Programme coordination by Amref NL, as according to agreement
-10.400
31-12-2014
Programme coordination by Amref NL, as according to agreement
-10.400
31-12-2013
Expenditures 2013, as reported to Amref NL
-17.750
31-12-2014
Expenditures 2014, as reported to Amref NL
-248.706
31-12-2014
To be reported in 2015 (balance)
-
292.339
25.883
85
Jaarrekening
14 Rente en beleggingen (in €)
Begroting 2015
Bruto beleggingsresultaat Rente
Werkelijk 2014
Begroting 2014
Werkelijk 2013
-
117.868
-
8.172
125.000
55.319
123.098
86.025
125.000
173.187
123.098
94.197
De inkomsten uit rente en beleggingen namen ten opzichte van 2013 toe. Door de onzekerheden op de financiële markten realiseerden onze obligaties in 2014 een koersstijging. Onze liquide middelen en de rente namen af, waardoor de renteinkomsten daalden. Hiervan wordt € 14.000 toegerekend aan de programma’s die door het ministerie gefinancierd worden. Deze opbrengsten worden apart gezet in een bestemmingsfonds, en zullen in 2015 binnen de programma’s worden besteed. In de begroting maken we geen onderscheid tussen de verschillende vormen van resultaat uit beleggingen en spaartegoeden. Wel worden de resultaten gespecificeerd weergegeven. De Richtlijn Financieel Beheer Goede Doelen van de VFI bepaalt daarnaast dat een vijfjarenoverzicht van de beleggingsopbrengsten op onderstaande wijze moet worden gepresenteerd. Hierin zijn ook de kosten van beleggingen opgenomen, die conform Richtlijn 650 in de staat van baten en lasten onder de lasten zijn vermeld. Vanwege wettelijke voorschriften worden de kosten van beleggingen met ingang van 2014 transparanter verantwoord. Dat verklaart de sterke stijging van deze kosten.
Beleggingen (in €) (vijfjarenoverzicht)
Werkelijk 2014 Werkelijk 2013 Werkelijk 2012 Werkelijk 2011 Werkelijk 2010
Obligatierente
11.887
11.890
13.331
33.464
25.228
Dividenden
13.554
24.820
25.018
18.711
31.166
Gerealiseerde koersresultaten
33.572
12.514
37.035
7.769
-2.783
Ongerealiseerde koersresultaten
58.855
-41.052
79.081
17.533
-4.576
117.868
8.172
154.465
77.477
49.035
12.455
1.139
2.372
4.001
12.050
Netto beleggingsresultaat
105.413
7.033
152.093
73.476
36.985
Rendement beleggingen
7,02%
Gemiddeld rendement 2010-2014 %
4,49%
Bruto beleggingsresultaat Af: Kosten beleggingen
Gemiddeld rendement 2010-2014 €
8,86%
3,98%
2,11%
75.000
Lasten Op de volgende pagina vindt u een uitgebreide specificatie van de projectbijdragen, verdeeld over onze focusgebieden: ‘seksuele en reproductieve gezond heid en rechten’, ‘gezondheid en milieu’, en ‘capaciteits versterking e.o.’ Na de afronding van het jaarverslag over 2013 bleek in het voorjaar van 2014 dat een project bijdrage van € 496.960 voor het programma ‘mLearning voor een gezond Afrika’ per abuis in de lasten van 2013 was meegenomen. De bijdrage had ten laste van de schulden op korte termijn moeten worden gebracht; de
86
0,45%
volledige lasten van dit programma waren al in 2012 verantwoord. Dit is gecorrigeerd in 2014; in de tabel staat bij dit programma een negatieve toezegging van € 496.960 vermeld. Hierdoor ontstond in 2014 extra financiële ruimte voor nieuwe projectverplichtingen. Als de vergissing in 2013 tijdig was geconstateerd, waren we al in 2013 extra projectverplichtingen aangegaan voor ongeveer dat bedrag. Het resultaat over 2013 zou dan ongeveer gelijk zijn geweest aan het in de jaarrekening verantwoorde resultaat. Per saldo is het effect op het resultaat over de jaren 2013 en 2014 nihil.
15 Specificatie directe projectbijdragen (in â‚Ź)
Bijdragen in 2014 Begroting 2015
Betalingen Toezeggingen 2014 2015-2017
Bijdragen in 2013 Totaal
Betalingen Toezeggingen 2013 2014-2016
Totaal
Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten Medische zorg en training in afgelegen gebieden in Oost-Afrika (REG)
303.778
294.930
294.930
Unite for Body Rights (REG)
966.324
1.715.997
1.715.997
Veilig bevallen voor Masai-vrouwen in Magadi (KE) Seksuele voorlichting voor en door jongeren in Oeganda (OEG) mLearning voor een gezond Afrika (REG)
-496.960 37.500
-496.960
286.340 1.644.117
1.644.117
82.114
82.114
85.809
85.809
496.960
496.960
Alternatieve rituelen voor meisjesbesnijdenis (REG)
492.580
112.410
149.910
731.252
The World Starts With Me (ET)
142.141
168.243
168.243
124.096
Gezonde moeders zonder fistels (TZ)
270.939
245.341
270.939
Access, Services and Knowledge: What Young People Want, What Young People Need (REG)
1.032.013
740.498
297.298
1.037.796
1.324.782
Zorgen voor moeders in Kenia, Malawi en Oeganda (REG)
1.792.424
1.130.920
699.939
1.830.859
2.039.785
Een gezonde start voor moeders en kinderen in Samburu (KE)
298.896
124.245
237.171
361.416
Betere gezondheid voor moeders en kinderen (SA)
519.848
406.157
406.156
812.313
Philips en Amref samen voor een gezond Afrika (REG)
50.000
50.000
5.843.345
50.000
286.340
1.173.398
1.904.650 124.096
50.000
1.374.782 2.039.785
269.740
50.000
269.740
50.000
6.195.443
8.358.393
Gezondheid en milieu Schoon water, gezonde Masai in Kaijado (KE)
291.205
607.464
330.267
856.238
Water voor gezond leven in Mtwara (TZ) HygiĂŤne, sanitatie en gezondheid (REG) Gezond leven in de sloppenwijk van Addis Abeba (ET) Sanitatie is de basis in Oeganda (OEG)
11.483
11.483
12.112
868.350
610.294
848.312
610.294
48.490
896.802
81.066
170.000
40.121
210.121
76.947
76.947
607.136
273.875
262.890
536.765
1.394.552
1.394.552
7.500
7.500
15.512
15.512
314.500
390.000
390.000
150.000
150.000
Versterking WASH in Kenia (KE) Microfinanciering voor betere sanitatie en gezondheid in Kenia (KE)
607.464
1.624.174
2.631.683
3.144.107
Capaciteitsversterking e.o. Verder bouwen aan het gezondheidsnetwerk (KE)
128.783
128.783
Bijdrage aan One Amref-organisatiewijzigingen (HQ)
150.000
150.000
128.782
257.565
112.244 150.000
150.000
128.720
257.440
Bijdrage aan het One Brand-proces (HQ)
-8.500
-8.500
Trainen en opleiden voor betere gezondheidszorg (HQ)
-5.853
-5.853
Meer dokters in Zuid-Soedan (ZS)
64.363
64.360
Vervolg trainen en opleiden voor betere gezondheidszorg (HQ)
Capaciteitsopbouw in Zuid-Soedan (ZS)
64.360
128.720
100.000
100.000
100.000
100.000
181.935
278.933
283.065
283.065
171.000
229.000
229.000
52.500
47.500
47.500
9.700
77.131
Stand up for African Mothers (REG)
Unite Against Child Marriage in Malawi (MA)
150.000
112.244
96.998
Training voor medische professionals van Heineken (HQ)
67.431
Bijdrage aan zoektocht nieuwe voorzitter internationale bestuur (HQ)
5.769 566.646
Saldo
937.428
Totaal
8.971.593
1.204.489
7.712.628
2.318.987
10.031.615 10.304.330
5.769 894.165
2.092.335 12.396.665
87
Jaarrekening
16 Besteed aan de doelstelling (in €)
Begroting 2015
Werkelijk 2014
Begroting 2014
Werkelijk 2013
Gezondheidsprogramma’s in Afrika
10.047.374
11.108.137
10.603.975
13.297.762
Bewustwording en voorlichting
2.328.406
2.069.507
1.731.427
1.587.562
Totaal besteed aan doelstelling
12.375.780
13.177.644
12.335.402
14.885.324
De bestedingen aan de doelstelling worden uitgesplitst naar gezondheidsprogramma’s in Afrika en bewustwording/voorlichting. Ze zijn met 11% gedaald van € 14.885.000 in 2013 naar € 13.178.000, veroorzaakt doordat we in 2013 een eenmalige bijdrage van de Nationale Postcode Loterij ontvingen. De bestedingen zijn wel hoger dan de begroting van € 12.335.000, vooral door extra inkomsten uit EU-subsidies.
17 Kosten eigen fondsenwerving (in €)
Begroting 2015
Werkelijk 2014
Begroting 2014
Werkelijk 2013
1.417.827
1.371.026
1.422.392
1.278.262
Kosten eigen fondsenwerving
Hieronder worden alle voorlichtings- en wervingsmiddelen opgenomen en verantwoord. Bestedingen worden continu geëvalueerd op effectiviteit en een juiste inzet van middelen. De kosten van eigen fondsenwerving zijn van € 1.278.000 in 2013 toegenomen tot € 1.371.000 in 2014, een stijging van 7%. Doordat de inkomsten uit eigen fondsenwerving sterker groeiden, bleef het CBF-percentage net onder de 25%. Het gemiddelde over de afgelopen 3 jaar zit met 25% op het beoogde CBF-maximum. Het is ons streven om dit maximum optimaal te blijven benutten, zodat we verder kunnen groeien. De verdeling van de uitgaven over wervingskosten en voorlichting is tijdens het Strategisch Plan 2010-2015 verschoven van 70-30 naar 50-50. Hierdoor wordt het groeiende belang van onze eigen fondsenwerving zichtbaar gemaakt, die het mogelijk maakt dat we elk jaar meer aan onze doelstelling kunnen besteden.
18 Werving overige baten (in €) Kosten beleggingen
Begroting 2015
Werkelijk 2014
Begroting 2014
Werkelijk 2013
2.500
12.455
2.500
1.139
Kosten werving overige baten
57.300
19.794
40.219
14.373
Totaal overige wervingskosten
59.800
32.249
42.719
15.512
Onder de werving overige baten vallen voorbereidingskosten van voorstellen voor de Nationale Postcode Loterij en subsidie-aanvragen.
88
Staat van lasten per afdeling (in â‚Ź) Doelbesteding Verdeling kosten naar bestemming Subsidies en bijdragen Overige programmabestedingen Voorlichting en werving Personeelskosten Huisvestingskosten Kantoor en algemene kosten Afschrijving en rente Totaal
Werving baten
Programma’s in Afrika
Bewustwording/ voorlichting
10.031.616
-
Eigen fondsen werving
Overige subsidies -
Kosten Beheer en beleggingen administratie -
-
Totaal werkelijk 2014
- 10.031.616
Begroot 2014
Werkelijk 2013
9.518.248
12.396.665
227.586
-
-
-
-
-
227.586
335.715
244.895
-
1.222.989
908.265
19.794
12.455
-
2.163.503
1.911.267
1.758.395
681.407
721.308
394.253
-
-
441.546
2.238.514
2.134.282
1.966.560
41.346
43.999
24.231
-
-
24.446
134.022
130.000
153.862
122.218
76.991
41.953
-
-
166.441
407.603
352.500
329.294
3.964
4.219
2.323
-
-
2.344
12.850
15.000
14.858
11.108.137
2.069.506
1.371.025
19.794
12.455
634.777 15.215.694
14.397.012
16.864.529
89
Jaarrekening
Uitvoeringskosten (in €)
Begroting 2015
Kosten beheer en administratie
Werkelijk 2014
Begroting 2014
Werkelijk 2013
683.593
634.777
596.499
685.431
Gezondheidsprogramma’s in Afrika
791.491
848.934
750.012
656.202
Bewustwording/voorlichting
937.650
846.518
797.153
676.955
Eigen fondsenwerving
490.657
462.761
488.118
445.986
2.903.391
2.792.990
2.631.782
2.464.574
Overige uitvoeringskosten
Totaal uitvoeringskosten
De uitvoeringskosten van de eigen organisatie stegen met € 328.000 van € 2.465.000 in 2013 naar € 2.793.000, een stijging van 13%. We eindigden daarmee € 161.000 boven de begroting van € 2.632.000. De stijging wordt vooral verklaard door extra inhuur van personeel vanwege zwangerschapsvervanging en door de inzet van externe deskundigheid op strategische trajecten.
Personeelskosten (in €)
Begroting 2015
Werkelijk 2014
Begroting 2014
Werkelijk 2013
1.712.292
1.541.791
1.519.569
1.353.596
Sociale lasten
291.090
257.567
247.690
216.981
Pensioenlasten
144.719
143.360
151.957
130.565
Overige personeelskosten
260.790
295.840
215.066
265.449
2.408.891
2.238.558
2.134.282
1.966.591
Bruto lonen
Totaal personeelskosten
De stijging van de personeelskosten was begroot in de formatieplanning. De overschrijding ten opzichte van de begroting wordt vooral veroorzaakt door inhuur van extra personeel.
Bezoldiging leden Raad van Toezicht, directeur en medewerkers De leden van de Raad van Toezicht ontvangen geen bezoldiging of andere vergoedingen voor hun werk zaamheden. Reizen die zij voor hun werkzaamheden voor Amref maken, betalen ze zelf – tenzij ze deze reis maken vanuit een specifieke opdracht en/of functie binnen het internationale netwerk. Slechts werkelijk gemaakte kosten worden in zo’n geval aan hen vergoed, tegen overlegging van betalingsbewijzen. In 2014 is aan dergelijke vergoedingen niets uitbetaald. In VFI-verband is afgesproken dat alle leden op dezelfde wijze de bezoldigingsgegevens van hun directie in het jaarverslag vermelden. Het jaarinkomen van de directeur (in loondienst) blijft volgens de VFI Beloningsregeling binnen het maximum van € 98.257. Voor een toelichting op het beleid en de uitgangspunten voor de directiebezoldiging verwijzen we naar pagina 37 van het jaarverslag.
90
De rubriek ‘Belastbare vergoedingen/bijtellingen’ betreft de bijtelling wegens privé-gebruik van de Fiat Panda, die deels uit sponsorbijdragen wordt betaald. De pensioenlast betreft het werkgeversdeel van de premie die aan onze collectieve pensioenverzekering verschuldigd is. Noch aan de directeur, noch aan leden van de Raad van Toezicht zijn leningen, voorschotten of garanties verstrekt. De overige medewerkers die bij onze organisatie in dienst zijn, worden beloond conform ons arbeids voorwaardenreglement en de daarin opgenomen salarisschalen. Allen verdienen minder dan de directeur. Jaarlijks worden de salarissen geïndexeerd volgens de CBS-index voor CAO-lonen in de sector ‘Overige dienst verlening’ waaronder charitatieve instellingen vallen. Periodiek vindt een benchmark van het salarisgebouw en de belangrijkste arbeidsvoorwaarden plaats. Dat houdt in dat onze arbeidsvoorwaarden worden vergeleken met die van vergelijkbare organisaties. Uitgangspunt is dat onze arbeidsvoorwaarden van gelijk niveau zijn. In 2014 heeft deze benchmark weer plaatsgevonden.
Bezoldiging directie 2014
De Remuneratiecommissie van de Raad van Toezicht ziet toe op een correcte uitvoering van het bezoldigingsbe leid en evalueert dit jaarlijks.
Naam Jacqueline Lampe Functie directeur
Leiden, 25 maart 2015
Dienstverband Aard (looptijd) onbepaald Uren per week 37,5
Namens de Raad van Toezicht Ing. Tjark R.C. de Lange (voorzitter)
Part-time percentage 100 Periode 01-01-14 t/m 31-12-14
Bezoldiging jaarinkomen (in €) Bruto loon/salaris
83.759
Vakantiegeld
6.700
Eindejaarsuitkering
6.980
Variabel jaarinkomen
-
Totaal jaarinkomen
97.439
SV-lasten (werkgeversdeel)
9.357
Belastbare vergoedingen/bijtellingen
1.343
Pensioenlasten (werkgeversdeel)
13.658
Overige beloningen op termijn
-
Uitkeringen beëindiging dienstverband
-
Totaal overige lasten en vergoedingen
Namens de directie Drs. Jacqueline G.A.M. Lampe
24.358
Totaal 2014
121.797
Totaal 2013
120.647
91
Overige gegevens Resultaat (in €) Het positieve resultaat over 2014 van € 117.738 wordt volgens onderstaande tabel bestemd: Tovoeging aan bestemmingsreserve activa bedrijfsvoering
22
Toevoeging aan bestemmingsreserve organisatieontwikkeling
550.000
Onttrekking aan bestemmingsfonds Nationale Postcode Loterij
-459.741
Toevoeging aan bestemmingsfonds Buitenlandse Zaken-subsidies
14.135
Toevoeging aan continuïteitsreserve
13.322 117.738
92
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan: de Raad van Toezicht van Stichting African Medical Research Foundation Nederland Wij hebben de jaarrekening over 2014 van Stichting African Medical Research Foundation Nederland te Leiden gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de staat van baten en lasten over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van de directie De directie van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeen stemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 650 ‘Fondsenwervende instellingen’, alsmede voor het opstellen van het directieverslag in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 650 ‘Fondsenwervende instellingen’. De directie is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controle standaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accoun tant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een
afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risicoinschattingen neemt de accountant de interne beheer sing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de directie van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controleinformatie voldoende en geschikt is om een onderbou wing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting African Medical Research Foundation Nederland per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 650 ‘Fondsenwervende instellingen’. Verklaring betreffende het directieverslag Op basis van onze werkzaamheden overeenkomstig de Nederlandse controlestandaard 720 vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het directieverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 650 ‘Fondsenwervende instellingen’ is opgesteld. Tevens vermelden wij dat het directieverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Den Haag, 14 april 2015 KPMG Accountants N.V. H. Visser RA
93
Colofon
Dit is een uitgave van Stichting Amref Nederland Haagse Schouwweg 6G 2332 KG Leiden T 071-576 9476 E info@amref.nl I www.amref.nl Tw @Amref_NL F www.facebook.com/amrefflyingdoctors IBAN NL68ABNA0707070457 BIC ABNANL2A KvK 41150298
Tekst en samenstelling Amref Flying Doctors, Annette Zeelenberg Beeld Amref Flying Doctors, Sacha de Boer, Lila Boucher, Jeroen van Loon Vormgeving Annemarike Pieterse Dit jaarverslag kunt u tevens via de website www.amref.nl gratis downloaden. Het Afrikaanse jaarverslag, waarvoor eveneens een goedkeurende controleverklaring is afgegeven, kan tegen verzendkosten worden opgevraagd via info@amref.nl. Het kan ook worden gedownload via www.amref.org. Maart 2015 Š Stichting Amref Nederland
94
Met dank aan Dankzij diverse personen en bedrijven blijven onze kosten in Nederland laag en kunnen we de fondsen die we werven zo veel mogelijk in Afrika besteden. In 2014 hebben we veel baat gehad bij de diensten, producten en faciliteiten van onderstaande bedrijven. Daarnaast danken we onze vormgever, Annemarike Pieterse, voor haar bijdrage aan dit jaarverslag.
Foto: Robin Utrecht/ANP
We komen ook op plekken zonder postcode.
In Kenia bijvoorbeeld, met Amref Flying Doctors. Amref vliegt naar afgelegen gebieden om daar mensen te behandelen en ter plekke artsen te trainen. Daarnaast wordt het zorgpersoneel in Afrika opgeleid via computers en mobiele telefoons. Zo worden mensen op moeilijk bereikbare plekken geholpen. Het werk van Amref Flying Doctors wordt mede mogelijk gemaakt door de financiĂŤle bijdrage van de Nationale Postcode Loterij. Deelnemers van de Postcode Loterij; bedankt. U maakt de steun aan Amref en 91 andere organisaties mogelijk.
Dankzij de deelnemers groeide een Nederlands loterijinitiatief uit tot de grootste fondsenwerver ter wereld. De Postcode Loterijen geven niet alleen veel prijzen weg, maar schonken ook al meer dan 6 miljard euro aan goede doelen. Amref Flying Doctors heeft sinds 2000 een bijdrage ontvangen van â‚Ź 20,5 miljoen. Met elkaar kunnen we het verschil maken, ook in de komende jaren. Voor een betere, duurzame en rechtvaardige wereld: postcodeloterij.nl
Dankzij u.