STAPPENPLAN SPICKZETTEL GRAMMATIK Hier kun je vinden WANNEER er iets verandert bij: - der / die / das-woorden en het meervoud; - persoonlijke voornaamwoorden. Wanneer? Stap 1 Staat er in kolom A een woord dat voor een vaste naamval zorgt? Ja > Ga vanuit dat woord naar rechts Nee > Stap 2 Stap 2
Stap 3
Gaat het om een persoonlijk voornaamwoord of een zelfstandig naamwoord? Pers.vnw > Ga naar kolom G en kies de goede vorm Zelfst. Nmw. > Ga naar rechts en neem stap 4
Welke groep? Der-groep Du dies- jenNL deze die
Stap 4
Bepaal of het een der/die/das-woord of meervoud is en kijk in het juiste vak. Neem stap 5
Du NL
einigenige
Stap 5
Begint het zinsdeel met der/die/das of een ander woord uit de der-groep? Ja > Gebruik de uitgangen in het grijze deel Nee > Gebruik de uitgangen in het witte deel
Du NL
Ein-groep kein mein dein geen mijn jouw
Vervang het zinsdeel door één van de HOOFDLETTERvormen uit kolom B > Ga vanuit dat woord naar rechts
kolom A
kolom B HIJ 1e naamval
DER (mannelijk) kolom C der Mann -er
DIE (vrouwelijk) kolom D die Frau -e
DAS (onzijdig) kolom E das Kind -es
meervoud kolom F die Kinder -e
ein Mann
eine Frau
ein Kind
meine Kinder
dem Mann -em
der Frau -er
dem Kind -em
den Kindern -en -n
einem Mann
einer Frau
einem Kind
meinen Kindern
den Mann -en
die Frau -e
das Kind -es
die Kinder -e
einen Mann
eine Frau
ein Kind
meine Kinder
jedieder
mehrermeerdere
solchzulk
welchwelk
manchmenig
allalle
verschiedenverschillende
vielveel
wenigweinig
sein zijn
ihr haar
unser ons
euer jullie
ihr hun
Persoonlijk voornaamwoord ich ik
du jij
er hij
sie zij
kolom G es wir het wij
ihr jullie
sie zij (mv)
Sie u
mir mij
dir jou
ihm hem
ihr haar
ihm hem
uns ons
euch jullie
ihnen hun
Ihnen u
mich dich mij jou
ihn hem
sie haar
es het
uns ons
euch jullie
sie hen
Sie u
voor = vor
- bij plaatsbepaling (wo?) - ….. Geleden
Ich stehe vor der Schule. Vor einer Woche war er hier.
- in overige gevallen (bestemd voor)
Das ist für dich.
> Onderwerp +3 danken helfen gefallen gratulieren +3 aus bei mit nach seit von zu an auf WO? plaatsbep +3 hinter WANN? rust neben ergens zijn of in keuzevoorzetsels über plaatsbep +4 unter WOHIN? beweging vor ergens naar zwischen toe +4 bis durch für gegen ohne um +4 bitten fragen es gibt naar
über/over
= zu = nach
> >
AAN HEM / VOOR HEM 3e naamval >
>
Meewerkend voorwerp Tijdsbep. met vz
HEM 4e naamval > > >
> Lijdend voorwerp Tijdsbep. zonder vz
- bij personen Ich gehe zu meiner Großmutter. - bij aardrijkskundige namen van plaatsen en landen Ich fahre nach Berlin. - in zinswendingen Schau mal nach oben. = in - bij namen van landen met een lidwoord: Ich fahre in die Türkei. - in vaste uitdrukkingen Wir gehen ins Kino. = over +4 - als über in de Nederlandse zin over betekent dan de 4e naamval gebruiken
= für
Ihr uw