reisjournaal Japan 2019

Page 1

japan 2019 KULeuven

geert de neuter



 

printed on 41 copies


13 travel notes. .reisjournaal


I

donderdag 24 januari

UN TRAIN PEUT EN CACHER UN AUTRE / JAPAN TRAINING We laten niets aan het toeval over of net wel? Deze week hebben we getraind op “wat als dingen niet lopen zoals gepland op reis?”. Elk jaar zijn er wel zaken die anders ingepland stonden maar last minute gecanceld worden, opportuniteiten die zich de dag er voor aandienen en zorgen dat alles door elkaar moet gegooid worden, … 8 maanden geleden planden we een bezoek aan het Maison de Verre van Pierre Chareau. Een unieke kans : alles was dan ook voorzien om deze week naar Parijs te reizen en in de namiddag de woning te bezoeken. Dat was uiteraard gerekend zonder de weergoden die maandag de Parijse daken geselden, waardoor we dinsdag een mail kregen dat een aantal schoorstenen onstabiel waren


geworden. Onze veiligheid kon niet gegarandeerd worden én het bezoek moest geannuleerd worden ter elfder ure. Twee dagen voor vertrek hadden we dus géén programma. Wat Japan ons vorig jaar leerde : ‘dingen die mislopen, zijn gewoon aanleidingen voor nieuwe opportuniteiten’. Uiteindelijk werd Parijs een opwarmertje voor Japan : we kregen een bezoek aan de UNESCO gebouwen (Marcel Breuer, Pier Luigi Nervi & Bernard Zehrfuss) geregeld, waar de prachtige Japanse tuin van Isamu Noguchi en de mystieke meditatieruimte van Tadao Ando de absolute uitschieters waren. Hoewel de UNESCO gebouwen ook een mooie catalogus Constructie van Gebouwen waren met kolom- en portiekstructuren in beton in alle maten en soorten, vouwdaken in beton, Nervi-luifel en balancerende hypars. Uiteraard aan te vullen met projecten van Bruther en Eric Lapierre. Niet slecht voor een namiddagje improviseren ter plaatse .


Zoals de bordjes aan de Franse spoorwegovergangen waarschuwen : ‘un train peut en cacher un autre’. Als je trein gepasseerd is, komt er misschien nog wel een volgende. Wij zijn er klaar voor met een eerste lading Japanse architectuur!


II

zaterdag 6 april

VISUELE PRELUDE De eerste PASMO kaarten zijn opgeladen. De JR passen omgeruild. Tegen de middag zitten we in Yanaka en wandelen we door het kerkhof naar het hotel. Na een korte, lekker lunch in de bloemenzaak van Nicolai Berghof beginnen we er aan. We stappen vandaag een kleine 18 km : kwestie van even op te warmen. Omotesando, Herzog & de Meuron, SANAA, Kengo Kuma, Tadao Ando, Akisha Hirata, Issey Miyake ‘homme plissé’ … het passeert allemaal onder een stralende zon. Overal spatten en dwarrelen de kersenbloesem in het rond. Onbekende parken, reigers, zwanen (al dan niet echt) ontvouwen zich aan de volhardende


wandelaar. Als je blijft stappen, ontmoet je onverwachte dingen. De Shakuji appartementen van Sanaa en de Tokyo appartementen sluiten de rij vandaag. Morgen meer weer waarschijnlijk. 



III

zondag 7 april

THESE BOOTS ARE MADE FOR WALKING Vandaag laten we Tokyo achter ons en trekken de Japanse Alpen in. De eerste shinkansen van onze reis is weer een verademing : treinen stipt op tijd ! Propere treinen ! Comfortabele stoelen ! Elke stoel een stopcontact ! De stoelen kunnen draaien in de richting die je wil! Beenruimte, beenruimte, beenruimte ! Én ze komen rond met koffie en eten. Een droom aan 300 per uur naar Karuizawa : één van de lievelingsplekken van The Beatles en waar John en Yoko enige maanden verbleven. Godzijdank heb ik mijn Beatlessokken aan. We vertrekken zonder plan met slechts één project dat we gaan zien : het Hiroshi Senju Museum van Ruye Nishizawa


(de helft van SANAA). Misschien zijn Ruye en Kazuyo wel de Japanse John en Yoko tandem. De shinkansen stopt in het mondaine Karuizawa, maar dan volgt nog een charmante boemelrit met een antieke elektrische trein naar Naka-Karuizawa. Een wandeling door de bossen en langs de rivier; langs het vreemdste koffiehuis in het bos dat we al zagen : een bijeen getimmerd terrasje met tafeltjes op een rij dat uitkijkt op eveneens zelf getimmerde vogelhuisjes, verbonden met een loopplank telkens naar een tafeltje. Onthoud de term vogelhuisje : dat komt nog terug vandaag. Nishizawa ontwierp een glooiend betonnen landschap, met een volgend dak. Glazen bossen bevolken het centrum van het gebouw en je dwaalt als wandelaar tussen Senju’s schilderijen.Binnen mag niet gefotografeerd worden en daar wordt hier niet mee gelachen ! Als David iets te opzichtig toch ‘stiekem’ foto’s neemt, trekt de wachter van aan de andere kant van het museum ineens een razendsnelle spurt. Het lijkt wel of Tati tot leven komt in Jour de Fête :


de jongen in zijn veel te grote kostuum, die ineens begint te rennen. Het lijkt ergens wel te passen : een gebouw als een wandeling door het bos, daar moet je kunnen rennen. Er is geen plan, dus besluiten we om niet naar Tokyo te gaan maar naar de andere kant van de berg, naar Matsumoto. Terugwandelend nemen we de vlonderpaden door de rivierbossages. De zon schijnt net niet, het is 15° C, een lichte bries : kortom fantastisch wandelweer ! Aan het station nemen we tickets voor Shinonoi, om daar van trein te wisselen voor Matsumoto. We zijn net vertrokken als we vaststellen dat we misschien wat optimistisch zijn en we pas zeer laat terug zullen zijn in Tokyo : we besluiten onmiddellijk om door te sporen naar Nagano : dan moeten we in Shinonoi enkel verderrijden. Na een half uur treinen op de elektrische boemel door het bergachtige landschap of door grote landslenken, is David wat projecten aan bekijken in Nagano : vooral huizen. Ik pik in en ineens valt mijn oog op het vogelhuis (hier is ie !) van Studio Nendo in Komoro. HÊ, Komoro is binnen 3 haltes !


Waar staat dit? We snorren op dat de boomhut een deel is van meerdere en gebouwd naast een project van Kengo Kuma : het Momofuku Ando Center. De trein stopt in Komoro en we springen er uit. Voor het station staat een taxi en we twijfelen : nemen of 5 km wandelen? Dat wordt wandelen : we duiken de vallei naar beneden en stappen, stappen. Tot aan de rivier en dan steil bergop. Na een bijtende klim komen we er aan, maar lijkt het gesloten? Uiteindelijk trekken we het wandelpad nog door en blijkt het toch open : we mogen zelfs even binnen, hoewel er een conferentie bezig is van berggidsen. We worden enorm vriendelijk ontvangen, we moeten hen volgende zéker mailen zodat ze ons wel goed kunnen ontvangen, maar we mogen kort even op de terrassen én de boomhutten zijn wel beschikbaar om te bezoeken. We krijgen nog een hoop boekjes over het gebouw en het ‘birdhouse project’. Een 7tal ontwerpers mochten ‘birdhouses’ ontwerpen. Studio Nendo’s is zeker het meest poëtische : een twintigtal kleine vogelhuisjes vormen 1 groot in lie bormans - jonas lens - gitte goos


verschillende tinten grijs en blauw. Aan de achterzijde is één groot vogelhuis net groot genoeg voor 1 persoon : elk klein vogelhokje heeft een deurspion zodat je hen kan bespieden. Na eenzelfde wandeling terug, maar nu door de velden, klimmen we laatste berg op naar Komoro. De groene trein boemelt ons naar Karuizawa, waar de shinkansen overneemt. Een fantastisch mooie dag waar de 25 wandelkilometers ons het landschap insleep in ons geheugen, de gewassen schilderijen van Senju door ons spoelden en de vogels vrij over hun huizen zweefden. We eindigen zwevend op de veertiende verdieping boven Tokyo voor een late hap in Gonpachi. Daar past enkel nog een welverdiende ijskoude Junmai Daijingo saké bij. Kanpai !



IV

maandag 8 april

MAKE A LITTLE BIRDHOUSE IN YOUR SOUL Soms drijft een thema vanzelf naar boven tijdens je reizen. Dit jaar is dat overduidelijk vogelhuisjes. Nadat we onze koffers hebben uitgezwaaid en laten verschepen naar Osaka, onze hoteluitbaatster zelf design en interieur blijkt gestudeerd te hebben (en doorhad dat wij waarschijnlijk architecten waren : hoe zou ze dat door hebben?), draaien we onze rug richting de haven van Tokyo. 1 project weerom op het voormiddagprogramma : Shibaura Office van Kazuyo Sejima. Wat eigenlijk kantoren zouden moeten zijn voor een drukbedrijf Shibaura, blijkt in werkelijkheid een open ruimte voor de buurt. Het bedrijf heeft zijn kantoren


op de vierde verdieping, maar alle andere verdiepingen staan open voor de buurt en voor iedereen. Je kan hier binnenwandelen, zitten, je lunch opeten, koffie bestellen, workshops volgen of organiseren, … We ontmoeten de eigenaar : een jonge Amerikaan uit Texas die hier belandde via zijn Japanse vrouw. Het is een prachtig driedimensionaal gebouw waarbij je steeds diagonale zichten over de verdiepingen hebt én van binnen- naar buitenruimtes. Binnen het eenvoudige prisma realiseerde Kazuyo Sejima een fantastische ruimtelijkheid waarbinnen kinderen rondlopen, volwassenen werken, koffie drinken, … De eigenaar vertelt ons dat 3/4 van het gebouw ‘free space’ is : ruimte open voor iedereen. Iedereen mag hier binnen komen, no questions asked. Je wordt niet verondersteld te consumeren. Een wonderlijk idee dat echt werkt : we blijven hier zelf 2 uur zitten en zien de va-et-vient van allerlei soorten publieken. ’s Middags is er English Lunch Time waar de eigenaar zich bij een Japanse dame zet en begint te vertellen over hoe zijn


vrouw ontmoette : een leuke manier om Engels te leren. Wandelend door het gebouw blijkt weer de enorme verbondenheid van Japanners met natuur. Het volledig gebouw is gevuld met planten – zowel binnen als op de buitenterrassen. De vogelhuisjes (hier zijn ze weer) hangen op alle verdiepingen in de hoge bomen. De planten zijn geen versiering maar definiëren een essentiële kwaliteit van het gebouw : zonder de planten zou er enkel een zielloos skelet zijn. We trekken 2 uur tijd uit om gewoon te blijven, te zitten en te kijken. Net zoals gisteren is tijd een belangrijke factor om ruimte te leren kennen. Er is een minimale tijd nodig om een gebouw of ruimte of plek in je op te nemen : net zoals een rivier tijd nodig heeft om zijn keien te polijsten. Van het gestapelde bos van Kazuyo flitsen we nu naar het nieuwe bos van Ishigami. De Water Garden is het resultaat van het rooien en verplanten van 318 volwassen bomen naar een nieuwe


plek, omgeven door 160 kleine meertjes. Alvar Aalto revisited. Na de hevige stortbuien van vanochtend in Tokyo (voorzie jullie op koud en nat, maar ook op zeer warm weer! Het antwoord is ‘laagjes’) klaart de lucht op als de shinkansen Nasushiobara binnenglijdt. De Watergarden hoort bij het Art Biotop Nasu hotel. We zijn in de Nasu Highlands en de bomen staan er kaal en bleek bij. De zon breekt door en de lange schaduwen van de bomen strekken zich eindeloos uit omwille van het late namiddaguur. De meertjes glinsteren tussen de gegroefde stammen en de stenen vormen een pad. Soms niet meer plaats dan een teen om te zetten, zodat je haast moet trippelen. Dan weer breed uitwaaierend, een rechte lijn en éénmaal balanceren door het water over een lengte van 5 m (nét de overkant droog gehaald). Na verloop van tijd blijkt dat er verschillende patronen zijn : in de vorm van de meren, de positionering van de stenen, het mos, de vulkanische sulfaatstenen. Hoe langer je wandelt, hoe meer alles toch


en eigen karakter heeft in wat op het eerste zicht een eindeloos herhalend geheel lijkt. Eindigen doe je op de 2 enige zitstenen, kijkend over het water met de zon in het gezicht. Ineens steekt een sterke topwind op en schudt de bovenkruinen door elkaar. De 25 m hoge bomen beginnen te zwaaien. Even plots als de wind opstak, gaat hij weer liggen en bereiken we veilig het einde van de wandeling. We waren gewaarschuwd door de staf voor de aanwezige fauna die gevaarlijk kon zijn : Japanse wilde apen, giftige slangen, giftige kikkers, mega-bijen en verloren gelopen honden. Helaas, je kan niet alles hebben. Onze ontmoeting met een bosaap op een smal pad in het bos zal voor een andere keer zijn. Morgenvroeg zal de nevel drijven over de plassen en sporen we de groep tegemoet naar Osaka. 




V

dinsdag 9 april

DE AAP KOMT UIT DE KANTEN MOUW Morgen komt de grote groep aan : tijd om vanuit de Nasu Highlands terug te reizen. 700 km sporen naar Osaka met 6 treinen, want we hebben uiteraard nog iets op het oog in Gifu. De eigenaar van Art Biotop brengt ons om 11h00 naar het station van Nasu Shiobara : we hebben dus nog een hele voormiddag om tot rust te komen. We trekken achter de Watergarden omhoog de rijstvelden in om daar oog in oog te komen staan met een échte wilde Japanse aap. De ‘handleiding’ die we gisteren kregen van de hotelstaf is dus niet overdreven. Onze onverwachte ontmoeting intrigeert ook de aap : onderzoekend speurt hij naar wat we van plan zijn, terwijl zijn collega wat lui in de kant


ligt. Hij is pas gerustgesteld als hij ons ziet vertrekken. Ondertussen zijn de sneeuwbuien van de bergen ook naar de hooglanden gerold en geselen de velden. Tegelijkertijd schijnt echter een zonnetje, zodat een tweede wandeling door de Watergarden toch weer totaal anders wordt. De warrelende vlokjes zorgen voor een bijzonder licht en beweging boven de plassen. Verder wandelend komen we uiteindelijk voorbij de werf voor de Garden Farm (ook Ishigami) die dit jaar wordt voltooid. Aan de overzijde krijgt een betonnen ontspanningscomplex een volledige make-over door Dytham-Klein Architects uit Tokyo. De bestaande Frank Lloyd Wright architectuur werd de voorbije jaren aangevuld met nieuwe betonnen structuren. Na 30 jaar dienst wordt alles vernieuwd en aangevuld met nieuwe uitbreidingen. De wandeling wordt uiteindelijk een werfbezoek waarbij we het volledige complex doorkruisen.


Na een laatste tas thee van het houtgestookt komfoor, worden we in onze gouden shuttle naar het station gevoerd. We moeten drie aanéénsluitende treinen nemen met telkens slechts 5-8 minuten tussen om rond 16h00 Gifu te bereiken. Al wandelend doemt het Minna no Mori Gifu Media Cosmos op : een bibliotheek van Toyo Ito. Aan de buitenzijde toont het zich een bescheiden project, maar eens binnen wordt je overrompeld door open ruimtes met theaters, leeskringen, tatamimatten, publiekslokalen, winkel en Starbucks Café (sommige zaken hou je zelfs in Japan niet tegen). Boven ontploft de ruimte pas echt : één grote ruimte onder een grote houten golf. Hieraan hangen een tiental mega lampenkappen die een aantal verzamelpunten als pleinen in een stad scheppen : leeshoek voor kinderen, werkhoek, secretariaat, speelzone, … De prachtige abstracte papier kappen hebben verschillende groottes, aangepast aan de functies. De kasten zijn gegoten in beton met houten legplanken. De rust die de ruimte uitstraalt zorgt voor een bijzondere


bibliotheek waar het aangenaam toeven is. Een laatste koffie beneden en dan nemen we ons papieren ticketje in de bus naar Gifu Station. Vervolgens dienen er weer 3 treinen feilloos aan te sluiten. Het hotel laat ondertussen weten dat we mogen inchecken tot 22h00, zodat we aan Dotombori aanschuiven voor een sushi maaltijd. Zo vers dat de Japanse Tijgergarnaal zijn staart zelfs nog beweegt (het spijt me enorm voor mijn full vegetarische vrienden ). Kortom : op 1 dag namen we een shuttle, 3 treinen, 1 bus, nog eens 3 treinen en 1 metro om feilloos om 21h30 in het hotel toe te komen. Het volle half uur op overschot. Wij zijn er dus klaar voor ! We zien jullie allen morgen. Ik zie dat jullie er ook klaar voor zijn. 




VI

woensdag 10 april

DAG 1 / HORIZONTAAL WATER –  PRELUDE De dag start vandaag met stortregen en wind. Luifels van 4 m breed geven geen bescherming omdat de regen horizontaal er onder door waait en in de elektrische trein naar Minoh slaagt de regen in je gezicht van de overliggende opengaande deuren. Als klein opwarmertje in de morgen vertrekken we voor het Bisque Doll House van UID in Minoh, daar laten we zelfs een ontbijt voor staan. Op het moment dat onze studenten goed en wel geland zijn, bereiken we Minoh voor de zwevende stalen balken van het poppenhuis. Stipt 11h00 stappen we binnen in het Drop Inn Osaka. Onze studenten hebben wat vertraging met de Railpassen, maar rond 13h00 droppen ze allemaal binnen.


Eerst druppelen ook nog onze 5 free rangers uit Tokyo binnen. PASMO’s uitdelen, afspreken waar we vandaag naar toe gaan en we zijn weg.




VI

woensdag 10 april

DAG 1 / LODEN HEMEL Uiteindelijk blijkt de luchthaven toch voor de nodige vertraging te zorgen. Om 13h00 komt de hoofdgroep aan en rond 14h00 is iedereen gebriefd. Ondertussen is het gestopt met regenen, maar de lucht blijft van zwanger van regen. Omdat we op vertraging zijn (sommige zaken kan je nu éénmaal niet plannen), wordt overwogen wat we wél en wat we niet doen. Shiba Ryotaro Memorial Museum doen we wel, beslist de groep. Sayamaike Museum niet; we kunnen er maar ééntje doen want alle musea sluiten om 17h00. Ook Cofufun Plaza blijft. Blijft enkel de vraag of we Nara aandoen : het zal immers donker zijn. De herten blijven !


We moeten in 2 groepen reizen : er mogen immers maar maximum 19 personen per keer binnen. Goed tellen moeten we nog leren, want de eerste groep zijn 17 mensen en de tweede 24. Ik vertrek als laatste met de grootste groep. In het tussenoverstap station denken we wat tijd te winnen door een eerdere trein te nemen. Tijd wint hij, want we zitten ineens al in de bergen van Nara. Elke trein bedient blijkbaar totaal verschillende stations. Het levert wel prachtige panorama’s op over de Osaka Bay Area. We stappen uit : aan het perron staat een trein te wachten. We nemen deze en … ook deze rijdt verder in de foute richting. Uiteindelijk sporen we terug en bereiken we Shiba Ryotaro Memorial Museum van Tadao Ando. Naast de oude woning van de schrijver (die honderden boeken schreef) ontwierp Ando een betonnen/houten kast van 3 verdiepingen. De kopse kanten worden bezegeld met helder figuurglas als in een transparant glas-in-loodraam waarbinnen het glas gestold lijkt als lava. De tuin kreeg 2 perken in betonnen banken. Dit eenvoudige, maar poëtische museum wordt bevolkt door 8-10 personeelsleden die elkaar haast


voor de voeten lopen met bordjes ‘no photography’. In de spurt naar Tenri Station benen we de eerste groep bij. Ondertussen regent het zachtjes over de heuvels van Nara. De Cofufun Plaza van Studio Nendo ligt er dan ook leeg en verlaten bij. De cirkelfiguren glanzen echter in het water en de opkomende duisternis maakt dat ook de weerspiegelingen zich verdubbelen. Met één figuur (een getrapte cirkel) creëert Nendo een tribune, een luifel, een picknickplek, een renbaan, een springberg, een café/ fietszaak. De cirkels echoën ook door naar de ruimte onder de spoorweg waar Ai Weiwei de studenten nieuwsgierig uithoort. Terwijl we wachten op de trein naar Nara – het is ondertussen donker – gebeurt het ondenkbare : de trein heeft vertraging ! IN JAPAN ! Ghislain maakt een mail klaar om het ontslag te eisen van de minister van Transport. (Is dat niet Ben Weyts?) Uiteindelijk bereiken we Nara waar het oude station opzij werd geschoven – letterlijk, er werden wielen onder gezet en 100 m


opgeschoven. In het donker glanzen de pagode en de Kofuku-ji tempel in de regen. Net achter Kofuku-ji vinden de studenten waarvoor ze eigenlijk kwamen : de wilde herten van Nara die vrij door het park en de bossen dwalen. Een studente zucht : ‘nu ben ik gelukkig”. Als betere mensen in een hoger bewustzijnsniveau wandelen we dan naar Kintetsu-Nara Station om terug te sporen naar Osaka. Om 22h00 zijn de laatste tickets voor de treinen besteld en kunnen ook de laatsten aan tafel schuiven. Iedereen zat vandaag regelmatig met gesloten ogen op de treinen : er zal goed geslapen worden. Morgen wacht Kanazawa. Goodnight Osaka, signing off.




VII

donderdag 11 april

DAG 2 / DE CIRKEL IS ROND Vandaag een blauwe hemel boven Osaka, waarin de wolken gevat worden door Hiroshi Hara’s Sky Building. De begeleiders zijn zo wakker dat we al een uur te vroeg aan het hotel van de studenten staan, waar iedereen nog slaapt. We trekken naar Osaka Station naar de 13de verdieping : hier is de Farm in the Sky; een stadsboerderij zwevend boven Osaka. De oogst is nu nog mager, want het is pas begin april. Een heerlijk zonnetje parelt boven de daken en van hieruit is er een prachtig panorama op Osaka. We treinen vandaag langs Japans grootste binnenmeer Biwa-ko : kilometers glijdt de Thunderbird langs de waterplas met zichten op dorpen, rijstvelden en bergen. Hoewel er werd


aangekondigd dat het berekoud ging zijn én regen, troffen we een mooie zon tussen een paar witte wolken aan bij aankomst in Kanazawa, hoofdstad van het bladgoud. Het was al 13h00 waardoor we in het station wat mondvoorraad kochten voor een picknick. De markt is vaak rond dit uur al gedaan, maar Omichi Market was nog volop aan de gang : levende krabben, zeeëgels, kokkels, tonijn, vissenogen, vinnen, … Wie in Japan geen vis lust, heeft een probleem. De studenten kijken hun ogen uit op de kleurrijke markt. Via de vaste route glijden we binnen op het terrein van Kanazawa Castle, recht onder de kerselaars voor een zonnige picknick. Terwijl er gegeten wordt en de nodige shoots met kersenbloesem worden gemaakt, voeren 3 arenden een gevecht uit. Na de lunch is wat drang nodig om de luilekkerplek te verlaten, richting de kasteelpoort. Wanneer we die doorlopen over de brug over de vallei, ontplooit zich een ontploffing aan kersenbloesem. Japanners worden gek van zoveel bloemen.


Kenroku-en passeren we even heel kort het stukje met de oude theehuizen en het eilandje. We doen eerst het 21 Century Art Museum van SANAA. In de figuur van een grote cirkel, verzonken ten opzichte van de straat, ontwierpen Kazuyo Sejima en Ruye Nishizawa een museum als een stad met een glazen huid. Het zwembad van Leandro vindt iedereen geinig, maar ook de Skypainting van James Turrel verbaast velen. Sommigen zijn stomverbaasd dat het gewoon een opening is en geen schilderij. Het loopt ondertussen al naar 16h00 toe en we willen nog de Nomura Samoerai residentie bezoeken : in de oude Samoeraiwijk is de woning met Japanse tuin en klein theehuis een mooi voorbeeld hoe Japanners ruimtes opbouwen vanuit de centrale kamer met gangen omheen, buitenpaden en luifels. Op die manier bouwen ze een sequentie van overgangen op tussen binnen en buiten. Als laatste staat Kenroku-en op het programma : ĂŠĂŠn van de drie mooiste tuinen van Japan. We bezoeken de tuinen


in 2 delen : bij daglicht en bij avondlijke sfeerverlichting. De opbouw van de landschapdecors, de kerselaars aan de rietvelden, de geschraagde bomen, … niets in deze tuin is natuurlijk. Alles is ontworpen in deze tuin die al een paar eeuwen bestaat. Tussenin schuiven we aan voor een klein restaurant : de Japanner wil weten waar we vandaan komen (Belgi, Brussel, chocolade ! is zijn conclusie). Hij verzekert ons dat het eten hier excellent is en hij heeft niet gelogen. Fantastische sashimi, kippentempura, rijstballetjes met sesamzaad, miso, rijst, pickles, saké, rijst porridge. We nemen de lange route naar het station doorheen Kenroku-en en het kasteel. Sommigen maken het wel wat nipt (de avond had iedereen vrij) : ze halen de laatste trein naar Osaka met ruim 2 minuten overschot. Morgen wacht ons Yo Shimada die persoonlijk een rondleiding geeft door zijn Rokko House. Naast het vogelhuis, is ook de cirkel een terugkerend thema. De cirkels van Studio Nendo’s Cofufun Plaza, de cirkel van Sanaa’s museum en


morgen de cirkel van de Watertempel van Tadao Ando.




VIII

vrijdag 12 april

DAG 3 / TUSSEN BERG ENÂ WATER Vandaag speelt heel het programma zich af tussen berg en water. Boven Kobe staan 2 bijzondere projecten op Rokko Mountain. We trappen af met het Rokko House van Yo Shimada (Tato Architects). Het huis zit op een smalle repel terrein die enkel via een smal trappenpad bereikbaar is. We klimmen steil omhoog. Op het ogenblik dat we ons omdraaien, ontvouwt zich een hemelsbreed panorama op de Osaka Bay Area. We worden ontvangen door de bouwheer en Yo Shimada zelf. Japanners zijn zeer gesteld op hun privacy en het bezoeken van een private woning is normaal onmogelijk. Het is dan ongelooflijk dat deze man zijn kleine woning voor ons wil openstellen. De woningopzet is in


wezen zeer eenvoudig : een smalle, lange rechthoek geklampt tegen de berg zich openend naar het machtige panorama. De benedenverdieping is eens soort van glazen serre van bijna 4 m hoog, daarboven zweven de nachtkwartieren met rondom een terras, dat tevens zonnewering is. De woning werd zo ontworpen dat alles manueel naar boven kon gedragen worden op de steile trappen, met stukken die niet zwaarder zijn dan 100 kg. Ook structureel lijkt het project bedrieglijk simpel : de terrassen hebben een staalplaat van ca. 12 mm en zijn de massa die aan de steeldeck platen structureel meetrekken. Deze worden opgespannen als een stalen laken, waardoor ze weinig structurele hoogte nodig hebben en er ook geen balken zijn. Er was weinig tot geen budget (de woning werd gebouwd met 150.000 EUR), maar dat wordt gecompenseerd door in te zetten op basiskwaliteiten die soms enkel op te rapen zijn : licht, het uitzicht, hoogte.


Kortom : een superstart voor deze dag. We blijven parallel met de berg wandelen : de rolstoel wordt getest tot zijn uiterste mogelijkheden. Ook Tanguy perst er alles uit om Zoë boven te krijgen. Ook dat is fijn om te zien dat de studenten als groep de handen in elkaar slaan en gewoon simpel zorgen dat alles op wieltjes loopt. Vanaf nu lopen we voor de rest van de dag in Andoland. Rokko Housing zijn luxueuze appartementen gekleefd tegen de Rokko Mountain. Fase I uit de jaren 80; de overige werden gebouwd na de grote vernietigende aardbeving van 1995 die Kobe verwoeste. Het betonnen complex kreeg op die manier nog 3 uitbreidingen : Rokko II, III en IV. Vooral de open circulatie structuren die in de diepte werken op de berg én het feit dat de appartementen het reliëf van de berg volgen, maakt dit een nieuw soort projecten. Normaal wordt er meestal een verticale slab gebouwd, waardoor er een soort kloof ontstaat tussen berg en gebouw. Ando was bij de eersten die het natuurlijke terrein mee inzette.


We dalen van onze berg af via een kleine tempel en nemen de trein naar Maiko. Aan de Osaka Bay Bridge moeten we zien aan de overkant te raken, op het Awaji eiland. Via liften bereiken we het dek van de brug, waar we de Highlands Bus nemen. Helaas geraken we er niet allemaal niet ineens op, waardoor ikzelf en 14 studenten moeten wachten op de volgende. Samen met nog 12 misnoegde Japanners, die een uur later ter bestemming zullen zijn. Een spelletje waarbij Tanguy ter plaatse spelregels verzint, maakt dat de tijd voorbij vliegt. Onze kleine equippe speelt dan maar verder vals met de bus : we nemen een extra halte verder, zodat we maar de helft van de anderen moeten stappen. We hebben de rolstoel bij. De watertempel ligt op een kort nijdig klimmetje. De betonnen ovalen schaal gevuld met lelies nestelt zich mooi in de heuvel. In het midden daal je af naar het eigenlijk tempeldeel, met de vermiljoen rode kleuren zo typisch voor de Japanse tempels. Dit is een project waar Ando wereldbekend mee geworden is en het is dan ook fantastisch om dit


dan ook in het echt te zien. ZoÍ heeft een dipje door een kleine botsing met haar rolstoel, maar als Mozes niet naar de berg komt, komt de berg naar Mozes. Het laatste kleine stukje is er een berijdbaar wandelpad tot aan de tempel en we duwen haar tot aan de lelievijver. Sterven met zicht op de meet is geen optie. Terug de heuvel afdalend ontvouwt zich het zeelandschap voor onze ogen. Iedereen is toch wel onder de indruk van de rust en stilte, terwijl we door de velden naar het laatste project van de dag wandelen : Yumebutai. Ook van Ando. Wat op de kop een banaal hotel lijkt, is slechts het begin van een uitzonderlijk uitgestrekt Tadao Ando landschap. Waterpartijen, muren, bruggen, patio’s, hellingsbanen, restaurants, serres en een amfitheater nestelen zich allen in de holte die gevormd werd door de afgravingen voor het bouwen van het kunstmatige eiland van de Kansai Airport. Het hele complex wordt getopt met honderdtrappen tuin. Hoewel relatief vroeg op het jaar staan


er toch al mooie bloemen in de plantbedden. De avondschemering valt en de zee lijkt te beginnen trillen doordat het licht het onderscheid niet meer kan maken tussen bergen en zee. De bus voert ons over de verlichte Osaka Bay Bridge. We zijn klaar voor morgen en 4 uur slaap. Op naar de eilanden.




IX

zaterdag 13 april

DAG 4 / ALLE KLEUREN BLAUW Japan is het land van de rijzende zon. Vandaag mogen we dat beleven in levende lijve : extra vroege start om onze boten naar Inujima te halen. Wandelend door de stad zijn we in “28 days later” beland, maar dan in Osaka in plaats van Londen. Il est cinq heures, Paris s’éveille. Maar op de straten van Osaka is op dat tijdstip letterlijk niets te horen : geen voetganger, geen fietser, geen auto, geen ambulance in de verte. Niets, helemaal niets. De stad is volledig stil, geen geluid, geen rumoer, geen vermoeden van geluid. Helemaal niets. Zelfs in Osaka Station en Shin-Osaka zijn er slechts een paar winkels open. De groep wordt vandaag verdeeld in twee delen, verdeeld over de eilanden. Dit


is de echo van de ochtendploeg die reeds om 6h03 naar Okayama spoort. Eindelijk de eerste shinkansen mét koffie aan boord. Vandaag wordt het boten- en treinendag : we zullen achtereenvolgens 5 treinen, 5 boten en nog 1 trein nemen vooraleer ’s avonds terug in Okayama te staan. Vanuit Okayama spoort de Marine Liner naar Uno : niet zonder tussenin nog te moeten wisselen door op hetzelfde perron van de ene in de andere trein te lopen. We worden al opgevangen voor de eerste boot naar Ieura (op Teshima). Vandaaruit moeten we overstappen op de boot naar Inujima – àls er plaats is. Inujima is een piepkleine eiland met een 100 jaar oude koperraffinaderij. Er is het Sensheiro Museum van Hiroshi Sambuichi. Hij gebruikte de oude schoorsteen om met lucht als ontwerpelement aan de slag te gaan. Een spiegelpaleis leid je uiteindelijk via een bloedhete serre naar de site van de voormalige kopersmelterij : de muren en vloeren zijn opgebouwd uit koperslakken, gebakken tot stenen.


Vanaf daar begint het Art House Project van Kazuyo Sejima. Ze bouwde 3 kunsthuizen, een gazebo en 2 glaspaviljoenen. De huizen zijn spiksplinternieuw maar vormen een mooie echo van de traditionele Japanse huizen. Kunstwerken van o.m. Olafur Eliasson hangen in de kamers. De Inujima Life Garden is een ode aan de bloemen van het eiland. Je kan er zaad meenemen om ook in BelgiĂŤ Japanse veldbloemen te kweken. We eindigen in de haven met een lunch rijst met octopus, misosoep en gefermenteerde groenten. De laatste bol soep 10 minuten voor vertrek van de boot, zorgt voor een venijnige sprint om de boot nog te halen. Nipt op tijd schuimen we weer tegen hoge snelheid naar Ieura op het eiland Teshima. Hier staat het meest poĂŤtisch project van de reis op het programma : het Teshima Art Museum van Ruye Nishizawa. De studenten mogen kiezen : te voet over de heuvelende weg 4 km wandelen, eventueel zelf een fiets huren of met de boot naar Karato varen. Het wordt het laatste : geen echte wandelaars zeggen de studenten zelf. Dat belooft voor


maandag in Kyoto. Na een gezapig boottochtje volgt een korte maar venijnige klim naar Teshima Art Museum, zich nestelend op een heuveltop. De twee betonnen schelpen vleien zich in het landschap. Een paadje kronkelt om de berg om dan op kousenvoeten de grote schaal binnen te glijden. Iedereen wandelt op zijn sokken tot hij een plek vindt bij zijn favoriete waterworm. Onder de betonplaat bevindt zich een bron die zijn water door piepkleine gaten naar buiten duwt. Door de waterafstotende behandeling van de vloer kromt het water zich tot een zelfstandige entiteit : het lijkt wel of het water leeft. Twintig minuten zit iedereen gefascineerd te kijken naar het levende water. Tot een troep Fransen binnenvalt : een Fransman laten zwijgen gaat zelfs de overtuigingskracht van een Japanner te boven. We worden bijna de ruimte uit geĂŤchoot door hun gepraat : dat wordt dan maar met een koffie gecompenseerd of in de studenten hun geval alvast een rondje shoppen in de museumshop.


Hierna gaat het bergafwaarts : we schepen in voor Okayama. Iedereen is moe, licht rood verband door de priemende zon en koele wind. Morgen wacht het laatste eiland. Naoshima. Vandaag zagen we de kleur blauw in al zijn tinten. Morgen wordt een dag van grijzen. 




X

zondag 14 april

DAG 5 / FIETSEN, WATER EN HET ZWARTE GAT Vandaag staat het tweede deel van onze eilandettape op het programma : Naoshima. De Japan Inland Setu Sea is een diepblauw water besprenkeld met honderden kleine en grote eilanden. Vandaag staat de barometer echter op regen. De ferry die we nemen is van een andere categorie dan de passagiersboten van gisteren: ruimte en wat meer luxe om te zitten. We meren aan in het eerste project : de terminal van SANAA. Slanke witte kolommen dragen een nog dunner dak in geplooide staalplaat. Onderin bevindt zich een eigen landschap met aanrijzones, wachtbanken, een ontvangstruimte met catering, toiletten, ‌ Terwijl de studenten de


terminal alvast even verkennen (hopelijk kijken ze ook even naar het dak en vragen ze zich af hoe het kan dat de steeldeck zweeft tussen de stalen balken in plaats van er op te liggen), worden er 20 elektrische fietsen klaargemaakt. Het landschap heuvelt enorm en dus is het geen luxe om elektrische fietsen te hebben. De eerste echte stop is het paviljoen van Sou Fujimoto waarin onze studenten netjes passen, als kanaries in een kooitje. Dat beeld zagen we gisteren al. Na wat aanpassingen dat je in Japan links rijdt (en fietsers dus ook !), vliegen we de heuvels op . Tenminste in ons hoofd. In de klim wordt het panorama op de zee steeds breder. Af en toe krijgen we een regenprik, maar de zee wisselt voortdurend van gedaante : alle kleuren grijs, mist, maar ook blauwen. Voor Bennese House Museum moeten we de fietsen achterlaten en even later begint het door te regenen, waardoor we nat het museum bereiken (mijn paraplu hing nog aan de fiets). Bennesse is het eerste project van Tadao Ando op Naoshima : het bevat werken van Yves Klein, Tom Wesselman,


Bruce Nau, … Van op het dak spreidt zich een wonderlijk panorama tot aan Takamatsu aan de andere kant van de zee. De regen is gestopt en de zon priemt plaatselijk lichtvlekken op het water. De nevel stijgt uit de golven op en in de achtergrond lossen water, bergen en luchten in alle kleuren grijs en blauw in elkaar op. Op terugweg zijn de kleuren zo surreëel dat onze foto’s haast fake lijken. Lee Ufan is het volgende Tadao Andomuseum : piepklein, maar met prachtige buitenruimtes. Een muur als lijn in het landschap leidt je via een trappenpartij naar een voorplein met rost, staalplaat en zuil. Na het slalommen tussen de betonnen muren kom je dan in een driehoekige patio waar ook een rots en staalplaat werden gepositioneerd door de Koreaanse kunstenaar. Tussen 12h en 13h is het dan de beurt aan het Chi Chu Art Museum, opgebouwd rond de lelies van Monet (wiens tuin geëvoceerd wordt in de wandeling naar het ingang van het museum), een skyroom en oneindige kamer van James Turrel en


een barokkerk voor Walter de Maria. Hier kunnen we iets eten om ons klaar te maken voor het bezoek aan de tweede haven van Naoshima : Hommura. De regen plenst ondertussen in grote hoeveelheden naar beneden, maar er zijn toch een viertal projecten die absoluut de moeite waard zijn. Het Tadao Ando museum is een 200 jaar oude huis, waarbinnen een volledig nieuwe betonnen structuur werd geplaatst. Naast de balie hangt Ando’s atelier waar we dinsdag ontvangen worden. Twee Art House woningen pikken we ook op : eentje gevuld let LED’s geeft een bijzondere relatie tussen oud en nieuw. Het andere bevat het werk “the Falls’ van Hiroshi Senju : dit werk zagen we ook al in Karuizawa, wat maakt dat cirkel zich sluit van de reis. Een derde Art House van Tadao Ando is aan de buitenzijde een zwarte doos. Binnenin is het zo mogelijk nog zwarter : we mogen binnen, handen aan de wand. In de ruimte moeten we eerst 8 minuten zitten, zodat onze ogen aan het zwart wennen. Vervolgens mogen we naar een


scherm lopen en dit aanraken. Het blijkt weg en onze handen tasten in de leegte. Een bijzondere, boeiende en efemere ervaring. Hét toppproject is echter Naoshima Hall van Hiroshi Sambuichi. Een eenvoudige sportruimte voor badminton voor bejaarden werkt volledig op natuurlijke trek. Het vlakke houten dak staat in mooi contract met het gepotdekselde dak van de kleinere hal. In de kleine hal staan 4 kleine huizen rond een centrale waterplaats. Het zijn gemeenschappelijke ruimtes voor het dorp om samen te ontspannen en te koken. Met de laatste druppels halen we allemaal netjes op de tijd de ferry. Na de Marine Liner tot in Okayama Station, gaat het shinkansen bewijs naar Osaka. We sluiten de avond af in de regen, maar leven op hoop voor zonnig weer en 18° C morgen!




XI

maandag 15 april

DAG 6 / HET IS AL GOUD WAT BLINKT Kyoto vormt vandaag het dagprogramma. We hebben onszelf een extra half uurtje slaap gegund na de eilandentrip, maar om 8h29 is er een treincrash tussen Osaka en Kyoto. Het hele traject is afgesloten ! Er is geen doorkomen aan. We komen om 8h45 in Osaka Station aan en als we iets na 9h00 op de perrons rijden de treinen al weer. Misschien dat JR de Transformers inzet om de sporen te ruimen, maar ik zie het in België niet gebeuren dat na een half uur alles weer op het spoor staat. Iets na tienen rollen we Kyoto Station binnen, onmiddellijk het eerste project van de dag. Hiroshi Hara – die ook de overbuur van de studenten, de Skytower Osaka, ontwierp – tekende voor het


allereerste multimodale treinstation ter wereld. Kyoto Station is een postmoderne werveling van treinen, roltrappen, congrescentrum, hotel, appartementen, kantoren, theater, museum bovenop het station en een volledig shopping center 3-5 bouwlagen onder het station. Zelfs na meer dan 20 jaar blijft het toch imponeren, zelfs ondanks of mede door de charme van de oubollige architectuur. Onze neus draait naar het oosten en we wandelen richting National Museum en Sanjusangendo tempel. Op maandag sluiten wereldwijd alle musea, dus wordt dit de eerste tempel die we op deze reis bezoeken. Het is dan ook een bijzondere : ĂŠĂŠn grote hal van 120 meter lengte is gevuld met 1000 gouden Kannon beelden. In het halfduister van de hal glimmen ze zachtjes, gewapend tot de tanden om samen met de 28 angstaanjagende wachtergoden het grote Kannon beeld te bewaken. De schaal is immens en de hal zo lang dat er al eeuwen boogschutterswedstrijden worden gehouden. Gedurende 24 uren moeten er zoveel mogelijk pijlen geschoten worden. Rond de tempel wandel je rond


tegen de zon in en eindig je op die manier in een eerste kleine Japanse tuin. Na de Hindoe goden is het de beurt aan de Boedhisten : Kiyomizu-dera is een tempelcomplex op een heuvelflank en overschouwt Kyoto. De hoofdtempel staat op houten kolommen en zweeft boven de heuvel. Over alle variaties van groen kijk je over de valleikom waarin Kyoto gelegen is : langs drie zijden is de stad immers omgeven door bergen. Afdalend van de berg door de benepen straatjes, slaan we rechts een zijweg in naar de Yasakawijk met de vijf verdiepingen hoge pagode. Beneden loopt het charmante straatje uit in een klein park – Komatsucho – met een paar mooie waterpartijen, kersenbloesem, tempels en een shoot met Japanse actrice/ fotomodel waarbij wapperende jurken aan te pas kwamen. Enfin : op slag staan we in Gion, het Red Light District van Kyoto. Thuis van de Geisha’s en Maiko’s van Kyoto. Na een levendige discussie over wat nu het eigenlijke doel een statuut is van een geisha, zijn we de wijk door. Een


aantal kruisen nog een Maiko voor een theater waar ze zich opmaken voor een voorstelling. Bewust kiezen we de smalle straat van Nabeyacho, die steeds nauwer en nauwer wordt. We slaan ineens links in naar een doorsteek waar je alleen achter elkaar kan lopen. Aan de kersenbloesems van Kiyamachi-dori wandelen we tot het einde, waar een kleine deur wenkt. Ongemerkt lopen we Times I+II van Tadao Ando binnen en kronkelen onze weg driedimensionaal door het gebouw, bijna zoals we daarnet in Nabeyacho deden. Pas als we terug buiten aan de gevel staan die iedereen kent, valt de frank van de studenten dat ze zonet door een Ando zijn gelopen. Nadat de rolstoel van ZoĂŤ net niet een duik neemt in de rivier, gaan we de bus nemen naar het laatste project van de dag : de Kinkaku-ji waar ook het Gouden Paviljoen staan. Zoals in een mop, nemen we met 42 man (en vrouw) de bus, waarin we onszelf proppen tot hilariteit/ergernis van de Japanners. Kinkaku-ji is megadruk en bijna georganiseerd als een pretpark.


Het is bovendien zeer klein. Dat neemt niet weg dat het een bijzonder park is, waarbij de aanleg van de waterpartijen, de tempel en de droge rivier een sterk geheel vormen. Vanop de heuveltop versmelt het gouden dak met park en de omliggende bossen : een mooi voorbeeld hoe Japanners hun tuinen en omgeving laten versmelten en daardoor diepte genereren. Het is 17h00 en we rond het officiële deel af. Iedereen is vrij om zij avond in te vullen : in Kyoto of in Osaka. We bieden echter nog een deur nummer 3 aan : we nemen nù de shinkansen naar Nagoya, daarna de trein naar Gifu en we wandelen dan tot de Minna No Mori Gifu Media Cosmos van Toyo Ito. We komen dan aan rond 19h45. Om 21h30 nemen we dan de trein terug en we zijn dan om halftwaalf terug in Osaka. Veertien die-hards gaan samen met de begeleiders all-the-way en sporen naar Gifu. De bibliotheek is nog kort open zodat we door de boekenafdeling kunnen lopen, de rest van het gebouw blijft open tot 21h00. 3 studentes komen nét toe op het moment dat de wacht het lint voor de trap hangt. Na een smeekbede van mij


dat deze dames 2 uur reisden vanuit Kyoto om de bibliotheek te zien, mogen we samen toch kort even de bovenverdieping zien. Onder het golvende gridshell dak hangen de grote lampenkappen, die leesplekken, speelzones, administratie, … markeren. Het gebouw was al bijzonder toe we vorige week hier alleen waren bij daglicht, maar ook het nachtelijke gebouw is een aangename huiskamer waarin de inwoners van Gifu zich thuis voelen. Paulien – die Japans verstaat en een beetje spreekt – wordt aangesproken door een Japanse. Deze is helemaal ondersteboven dat we in België hun bibliotheek kennen én dat wij ’s avonds laat speciaal vanuit Osaka hier naartoe sporen om te komen bekijken. Nog gekker vindt ze dat we dan bovendien nog terug sporen en niet blijven slapen in Gifu. Om halftwaalf zijn we allen terug in Osaka. Het was een mooie dag en een mooie introductie voor Kyoto onder een stralende zon. Morgen wacht ons het bezoek aan het atelier van Tadao Ando.




XII

dinsdag 16 april

DAG 7 / END OF THE ROAD Zoals The Doors zongen “this is the end”. Aan alle mooie liedjes komt finaal een einde. Onze laatste dag in Japan was een dubbel Osaka-Okayama. We hadden vrijdagnacht nog onze lijst met projecten die we bezoeken, moeten doormailen naar Ando Architects. Vanmorgen bleken ze toch lichtjes onder de indruk over de hoeveelheid en verscheidenheid aan projecten die we bezochten. Om stipt 9h30 ontmoeten we Shogo Soga voor de deur van Maruzen & Junkodo, de grootste boekhandel van Japan (7 verdiepingen boeken) in een gebouw van Ando. We worden in 3 liftbewegingen van 1 naar 10, van 10 naar 22 en van 22 naar 23 gesluisd : we schrijden binnen in de Chapel in the Sky. Een bijna 360°


panorama ontvouwt zich rondom over de Osaka Bay Area, 90 m boven de grond. Nadat Tanguy en Sofie de nodige formaliteiten afhandelen, pikken we de boeken beneden op. We wandelen door naar het atelier van Ando. In het atelier mogen we kort even doorwandelen. Aan de overkant is de annex waar vergaderingen worden gehouden. In een wat theatrale setting , de studenten zittend op de grond, zet Ando zich vooraan voor een private lezing/speech. Hij vertelt in het Japans over waar ze mee bezig zijn. Het is bij momenten een wat vreemde ervaring voor ons omdat we soms ook niet goed weten of iets Japanse humor is of niet. Het is natuurlijk een unieke ervaring voor de studenten om oog in oog te zitten met een levende legende ĂŠn zelfs vragen te mogen stellen. Op het einde houdt Ando nog een loterij : Jeroen & Ghislain mogen papier-steen-schaar spelen met als prijs een gesigneerd fotoboek. Ook hier weer : Japanse humor?


Het tweede luik van de dag is weer in Okayama. Onze laatste shinkansen (de Railpass heeft prima gerendeerd). In de broeierige warmte van de grootstad wandelen we door een woonwijk, een schoolcomplex en een park voordat aankomen aan het J Fukutake Café. Dit project van SANAA is een herneming van het Serpentine Pavillon uit Londen (ondertussen alweer lang afgebroken). Een ondulerende lijn beweegt tussen de bomen en verweeft op die manier binnen en buiten. Onder de dunne stalen schil nestelt zich een glazen café. Even verderop staat een tweede luifel voor de universiteit : een gesloten kronkelfiguur die schaduw of bescherming tegen regen moet geven. We keren nu volledig om en wandelen opnieuw 4 km richting Koraku-en : een prachtig park uit de 17de eeuw opgericht door de Daymo’s van Okayama. Hun kasteel grenst aan het park, dat op een eiland in de rivier ligt. Het is aangenaam wandelweer en het park is een oase van stilte en rust; in tegenstelling tot Kinkaku-ji gisteren (dat eerder een gouden melkkoe is, dan een gouden tempel). Vooral het kleine


paviljoen waar de rivier doorheen stroomt is gewoonweg fantastisch : een prachtige versmelting tussen natuur en architectuur. De tijd vliegt snel en velen vinden een uur maar net krap genoeg. Het geeft vooral aan wat voor mooie en fijne plek deze tuin is, waar je uren kan vertoeven zonder je te vervelen. De laatste 4 km brengen ons bij het finale project van deze reis : de Junko Fukutake Hal. Een auditorium voor de universiteit. De dansende vlakken omringen den ruimtes. De onderzijde in een zacht bleek hout. Met deze laatste klotsende vlakken als in Hokusai’s tekeningen nemen we afscheid van Japan. Het was een mooie week met mooie projecten, alle soorten weer, weergaloze natuur. Gemiddeld staan er 20 wandelkilometers per dag op de teller. Volgende jaar zal het iets anders worden.


No way we’re going back to Japan, but maybe there’s No(r)way. Arigato Gozaimasu. geert de neuter
 april 2019



Š

2019, geert de neuter all rights reserved


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.