Ecunomist, Year 15, Issue 2

Page 1

Jaargang 15, editie 2

Aad Veenman Operatie Recidivist Een Schitterend Brein


Supermensen zijn we niet, maar ons werk stelt wel ongewoon hoge eisen. Logisch, als je het toezicht hebt op de andere Nederlandse banken. Als je, na de fusie met de Pensioen- & Verzekeringskamer, ook toeziet op pensioenfondsen en verzekeraars. Als je de overheid adviseert over het economisch beleid, micro en macro. De geldcirculatie reguleert en het gehele interbancaire betalingsverkeer door je computers ziet gaan. De Nederlandse deviezenreserves beheert en belegt. Samen met je Euro-partners medeverantwoordelijk bent voor het beleid van de ECB. Als je vóór moet blijven op de nieuwste financiële en monetaire ontwikkelingen. Een heel unieke positie, voor mensen die verder heel gewoon zijn. Maar zich als professional nu juist voelen aangesproken door onze bijzondere werkomgeving. Aan de ene kant innovatief, actueel en dynamisch. Aan de andere kant een eeuwenoude traditie van doordachtheid, betrouwbaarheid en stabiliteit. Werkomstandigheden en ontplooiingsperspectieven waarin je als econoom, econometrist, actuaris, jurist, accountant of HEAO’er alles kwijt kunt: kennis, ervaring, talenten en ambities. Als doener of beleidsmaker. In een sfeer die meer casual is dan krijtstreep. Kijk eens op www.dnb.nl en laat ons weten wat je zoekt.

‘Innovatief is zo’n modewoord hè, wij zijn ’t al sinds 1814 en zullen het over twee eeuwen nog zijn. Alleen zal ’t dan wel weer anders heten.’

Verder zijn wij ook maar gewone mensen. De Nederlandsche Bank.


Inhoud & Colofon Redactioneel Van de voorzitter Verenigingsnieuws Werken..Moet het nu echt? Onderwijs SECU

4 5 6 7 8 9

Paspoort: Yolanda Grift

12

Interview met...Dhr. Aad Veenman

16

Bedrijvendag 2005

21

Studeren enzo... Computers

10

DGEFP

15

Beroemde Econoom: John Forbes Nash 19 De Hoofdredacteur vraagt

22

Economic dynamics in... ...Southern Europe

24

Schaarste

26

Lezing Dr. Ir. A.W. Veenman.

29

Reflections of an Anodontosaurus

32

Paspoort: Elena Cefis

Uitsmijter: Operatie Recidivist

30

34

De Ecunomist verschijnt viermaal per jaar in een oplage van 1300 voor leden, begunstigers, Æcunomen en externe contacten van ECU'92. De bedrijvendagspecial verschijnt eenmaal per jaar in een oplage van 2500 exemplaren. Uitgave van Studievereniging ECU’92 Vredenburg 138 3511 BG Utrecht Tel.: 030-253 9680 E-mail: info@ecu92.nl Internet: www.ecu92.nl

Hoofdredacteur: Silvester Bosma Eindredactie: Joëlle Tabak

Redactie: Silvester Bosma Rob Grootendorst Joëlle Tabak Lay-out: Rob Grootendorst

Drukwerk: Hakker van Rooijen

Verder werkten mee: Het bestuur van ECU’92 Y.S. Brenner Florian Krätke Yde Starreveld Linda Keyzer

Kopij Stukken kunnen worden aangeleverd op diskette bij een van de redacteuren, of via de e-mail (ecunomist@yahoogroups.com). De redactie houdt zich het recht voor om stukken in te korten of te weigeren voor publicatie.

De redactie v.l.n.r.: Joëlle Tabak, Silvester Bosma en Rob Grootendorst.

De Ecunomist - Januari 2006

3


Ecu’92, Hoofdredacteur redactie

Redactioneel

Silvester Bosma - "Je begint pas echt te leren als je eenmaal aan het werk bent." Het is een constatering die door bijna iedereen uit het bedrijfsleven gemaakt wordt. Dat werd voor mij vorig jaar bij de bedrijvendag van ECU'92 nog eens bevestigd. Bij een workshop werd verteld dat voor een traineeship het niets uitmaakte wat je gestudeerd had, als je maar afgestudeerd was. Natuurlijk had je met een studie economie iets van een voorsprong, maar veel was het niet. Dus als ik het goed begrijp heb ik vier jaar lang geworsteld met getallen en lijnen om te laten zien dat ik hersens heb…. Maar als je er even over nadenkt, hebben ze bij die workshop ook wel gelijk. Want denk je nu echt dat Gerard Kleisterlee, topman van Philips, nog een formule met alle Griekse letters uit het alfabet kan differentiëren en oplossen? Misschien kunnen we Anders Moberg, topman van Ahold, wel voorstellen aan Cournot, Bertrand en Stackelberg? En in hoeverre zal Ad Scheepbouwer, topman van KPN, nou echt met de IS/LM aan het schuiven zijn? Dat laatste kunnen we aan hem vragen als hij begin volgend jaar een lezing komt geven, maar tot die tijd blijft het gissen.

Voor mensen die de ambitie hebben om onderzoeker te worden is 80% van de studie economie interessant en belangrijk. Maar hoeveel procent van de economiestudenten wil(de) nou daadwerkelijk onderzoeker worden? Ik vind het dan ook geen wonder dat veel studenten er de 6-jes mentaliteit op nahouden. De vakken zijn niet verkeerd, maar worden aan de verkeerde mensen gegeven. Natuurlijk kun je je eigen vakkenpakket samenstellen, maar dat schiet in de praktijk ook niet op. Feit is dat veel mensen na hun studie het bedrijfsleven in willen. Maar zoals gezegd: dat leer je pas in de praktijk. Een stage zou uitkomst bieden, maar die is alleen te volgen als je een aantal vakken laat lopen. Met als gevolg dat je weliswaar zes maanden stage loopt, maar vervolgens wel zes maanden langer door moet studeren…..

4

Heb ik dan de verkeerde studie gekozen? Dat zou goed kunnen, maar wetenschappelijk onderwijs blijft wetenschappelijk. Dan zou ik naar het HBO kunnen gaan, maar dan kan ik een traineeship wel op mijn buik schrijven, omdat ik minder hersens zou hebben.

Begrijp me niet verkeerd; economie studeren aan de Universiteit is niet verschrikkelijk. De vakken die worden gegeven zijn niet rampzalig, maar het klopt niet. Waarom blijf je van iedereen horen dat je het in de praktijk moet leren? Je zit toch op de universiteit om te leren? Het antwoord op deze vragen moet ik jullie schuldig blijven; daarvoor zal ik toch eerst af moeten studeren. Tot die tijd houd ik me vast aan de gedachte dat ik nog 40 jaar praktijk voor de boeg heb. Laat ik dan maar genieten van dat laatste jaartje theorie. Met de Ecunomist proberen wij de theorie wat meer met de praktijk te verenigen. Een interview met de topman van de NS, Aad Veenman, vormt hiervan een voorbeeld. Maar ook onze nieuwe rubrieken 'Paspoort' en 'De Hoofdredacteur Vraagt' zullen hier hun bijdrage aan gaan leveren. Verder in deze editie de nodige verslagen van ECU'92 activiteiten, het onder de loep leggen van een beroemde econoom en een wetenschappelijk artikel geschreven door Frank Lindner.

De Ecunomist - Januari 2006


ECU’92, Voorzitter

Van de voorzitter Kasper Stuijvenberg - Het bestuursleven gaat je niet in de koude kleren zitten. 30 uur per week werken, in de avonden borrels, feesten en soms vergaderingen en dan ook nog je sociale leven. Het is echter wel zo dat je bepaalde dingen extra gaat waarderen. De was doen bijvoorbeeld.Waar je vroeger iedere dag tijd had om even een wasje te draaien moet je daar nu een gaatje in je agenda voor vinden. Overdag zit je al onrustig op je stoel, omdat je weet dat je morgen weer in schoon ondergoed kunt lopen, heerlijk robijnfris! Het levert echter ook zeer grote frustraties op als blijkt dat één van je huisgenoten net de wasmachine in gebruik heeft op het moment dat jij een gros kledingstukken in zaligheid wilt onderdompelen.

Naast het wassen is er nog een huishoudelijk karwei dat je extra waardeert tijdens je bestuursjaar: koken. Inmiddels is het assortiment kant en klare maaltijden van de Albert Heijn enkele malen langsgekomen en kan je werkelijk genieten van de andijviestamppot met gehaktballetjes. Maar er zijn speciale dagen, waarop je met de benenwagen in rustige tred naar de supermarkt loopt en heerlijk struinend door een doolhof van gangpaden tot een beslissing komt over wat voor maaltijd vanavond de revue passeert. Als een ware Jamie Oliver vliegen de verse specerijen en groenten in het rond en je vraagt jezelf af waar deze passie zo ineens vandaan komt.

op moesten staan met een '6' in het uur, was de bedrijvendag tot nu toe het hoogtepunt van het jaar. Het was hét bewijs dat je in korte tijd, met veel inzet en capabiliteit, een fantastische dag kan samenstellen met mooie bedrijven op een schitterende locatie en met geïnteresseerde studenten. Niets dan lof voor de bedrijvendagcommissie 2005. Helaas, nu moet ik weer vergaderen. Iets waar ik op dit moment nog niet de meeste lol aan beleef en meer als een noodzakelijk kwaad beschouw. Misschien dat ik over een tijdje deze activiteit ook in het rijtje van koken en wassen kan scharen…

Maar genoeg over minder voor de hand liggende zaken waar je voldoening uit kunt halen. Waar je in dit jaar natuurlijk het meeste van geniet, zijn de dingen die je als vereniging bereikt met behulp van de grote schare aan actieve leden. Hoewel we voor het eerst dit jaar

De Ecunomist - Januari 2006

5


ECU’92, Coördinator Intern

Agenda en Verenigingsnieuws Harry van Zijl Belangrijk nieuws over het ECU'92-feest In verband met het wiskunde / statistiek tentamen op 3 februari zal het ECU'92-feest van 2 februari worden verplaatst naar dinsdag 7 februari. Het thema van het feest is: 'Black and white dancing together'. Kom jij in het zwart, samen met vriend of vriendin in het wit (of omgekeerd), binnen dan krijg je bij entree een drankje gratis! 3, 6 en 7 februari - Vredenburg, Blauwe zaal Boekverkoop Heb je voor 10 januari je boeken besteld en hiervan een e-mailbevestiging ontvangen, dan kun je op vrijdag en maandag tussen 10:00 en 16:00 uur en op dinsdag tussen 10:00 en 13:00 je boeken komen afhalen. Op de derde dag is er vanaf 13:00 uur vrije verkoop waar nog niet opgehaalde boeken aangeboden worden voor wie er het eerste bij is. 6 februari - Café De Steeg BODEM Het is weer de eerste maandag van de maand, wat niet alleen betekent dat de sirenes zullen klinken, maar ook dat het tijd is voor de BODEM! Deze maand zal de eerstejaarscommissie een spetterende presentatie van haar smoelenboek houden.

27 februari DLC Lezing A. Scheepbouwer, voorzitter Raad van Bestuur KPN Op 27 februari 2006 zal dhr. Scheepbouwer een lezing verzorgen. Scheepbouwer is voormalig topman van het jaar, en is sinds 1-11-2001 bestuursvoorzitter van KPN. Houd voor verdere informatie over deze lezing onze website in de gaten. 6 maart - Café De Steeg BODEM Alsof er niets is gebeurd, is het wederom de eerste maandag van de maand. De sirenes zullen weer klinken en dat betekent dat het als vanouds tijd is voor de BODEM.

15 februari - O'Daniells REBO-Gala Na drie succesvolle feesten hebben de REBOverenigingen besloten dit jaar tevens samen een gala te organiseren. Dit zal plaatsvinden in de O'Daniells, bij de Galgenwaard. Houd voor verdere informatie de website in de gaten. De kaarten zullen uiteraard verkrijgbaar zijn op beide ECU'92-kamers.

6

De Ecunomist - Januari 2006


ECU’92, Secretaris

Werken…moet het nou echt? Elias Hermans - Mensen zouden mij 'lui' kunnen noemen.Veel mensen doen dat ook daadwerkelijk. In het weekend trek ik op vrijdagmiddag meer dan eens mijn sloffen aan, om ze pas maandagochtend weer te verruilen voor de schoenen. Mijn moeder weet dit niet altijd te waarderen en noemt mij dan, heel kort door de bocht, lui. Dit kortzichtige standpunt vergeef ik haar natuurlijk, ze is immers niet zo economisch onderlegd als ik. Ze ziet niet in dat ik constant mijn economisch optimum verkeer wat betreft mijn tijdbesteding. Als ik ergens anders meer nut vandaan zou halen, zou ik dat ook wel doen natuurlijk. Nut is immers waar ik het als model homo-economicus allemaal voor doe.

Nu blijkt het echter zo te zijn dat ik vrije tijd dermate hoog waardeer ten opzichte van werken, dat mijn eventuele loon wel erg hoog moet zijn, wil ik werken überhaupt in overweging nemen. Daar is niets lui aan, het is gewoon een gegeven waar ik mee moet leven! Daarbij komt nog dat bijlenen ten opzichte van werken naast het studeren veel slimmer is, volgens een bepaalde docent. Immers, als student krijg je nog niet echt een flink loon, of je moet er echt veel tijd in steken. Die tijd kun je beter in je studie steken om je diploma te halen en vervolgens veel meer geld te verdienen. Je schulden bij de IB-groep zijn dan zo afgelost. En ondertussen hou je ook nog je hele studietijd ruim de tijd voor allerlei fijne dingen, zoals op de bank zitten, of liggen. Als je tijdens je studie werkt, doe je dat relatief voor te weinig geld. Dank u wel docent, voor het duidelijk maken van zulke essentiële inzichten.

sta je er alleen voor, moederziel alleen. En dan maak ik mij stiekem toch wel eens milde zorgen over mijn (grotendeel ontbrekende) arbeidsethos. Niet voor niets ben ik deelnemer aan menig loterij en probeer ik voorzichtig of ik niet kan leven van pokeropbrengsten. De beslissing een bestuursjaar te doen, kan als ambitieus beschouwd worden, ook als een vorm van uitstel. Ik kan niet ontkennen dat dat mee heeft gespeeld bij mijn beslissing. Kortom, ik ben het geheel niet eens met de slogan "Arbeit macht frei". Dat moet natuurlijk zijn: "Freizeit macht frei!"

Maar óóit… zal het moeten. Werken, het moet echt. Het moment komt dat de IB-groep de stekker uit de spreekwoordelijke geldkraan haalt en dan

De Ecunomist - Januari 2006

7


ECU’92, Coördinator Onderwijs

Onderwijs Klaas Damstra - Coördinator Onderwijs, was dat niet die jongen bij wie je kunt zeuren over boeken en zaken die je in het onderwijs niet aanstaan? Volkomen waar, maar daarnaast kent het onderwijs ook zoveel goede en mooie kanten.Tijd dus voor de 'goed nieuws' show.Vandaag enkele 'goed nieuws' items, ook hier te lezen in geheel vernieuwde Ecunomist-huisstijl en zonder toepassing van de allernieuwste spellingsregels. Goedendag beste lezer, welkom bij het onderwijsjournaal 2 van dit jaar. We schakelen meteen over naar de onderwijsredactie voor 'breaking news'. Velen zullen een enigszins zakelijk verhaal verwachten met enkele actuele problemen. Informatief, maar verder niet erg inspirerend. Helaas, deze keer kun je hier iets geheel anders lezen. Goed nieuws voor iedereen!

Het hoofditem van dit journaal betreft de bekendmaking van de nieuwste verkiezingsuitslagen. Ook ECU'92 organiseert eens per jaar een democratische volksraadpleging. Deze bestaat slechts uit twee vragen en bevat geen politieke partijen of lijsten. Het gaat om de docentprijzen, waarvoor jij als student gevraagd wordt wie je de beste docent en de beste jonge docent van het afgelopen studiejaar vindt. Natuurlijk waren er veel geschikte kandidaten, want laten we wel wezen: kwaliteit heeft USE genoeg in huis. Maar net als bij andere verkiezingen kan er in elke categorie maar één echte winnaar uit de bus komen.

And the winners are… Als docent van het jaar zetten we in het zonnetje: Frank van der Salm. Al jaren actief bij vele verschillende vakken, en daarnaast ook in de weer met stages en roosters. In het bijzonder zijn persoonlijke benadering en actualiteiten in werkgroepen konden op veel waardering rekenen. Als meervoudig winnaar van de docenttalentverkiezing wist hij nu door te stoten naar het podium van de gehele docentprijs, en wel op de hoogste trede! Dat we ook voor de toekomst goed zitten

8

bewees het grote aantal genomineerden in de categorie 'docent-talent'. Uiteindelijk stak er één kandidaat duidelijk boven de rest uit. Ook haar hoorcolleges hebben het kenmerk van aansprekende voorbeelden die de lastige theorie duidelijker maken, ondanks onhandige collegetijden en bioscooplocaties. De goede lezer begrijpt al dat de winnares Claire Economidou is. Beide kandidaten gaan nu verder in de verkiezing voor universitair docent van het jaar, waar zij hopelijk ook op waarde geschat zullen worden.

Binnenlandse ontwikkelingen Voor het korte binnenlandse nieuws schakelen we over naar de bureauredactie. De Onderwijs Discussie Avond van 6 december was vrij goed bezocht en kende een levende discussie over recidivistenonderwijs en het timeslotmodel. Uitkomst van dit debat was dat studenten groot belang hechten aan een werkgroep, ondanks dat het systeem zal moeten gaan veranderen. In welk timeslot dit zal vallen maakt niet zo veel uit, maar met het ingevoerde systeem wordt de vrijheid hierin beperkt. Achtergronden Na het blok vol broodnodige boodschappen volgen de achtergronden bij het nieuws. Boekenstichting ECU zal u hierin verklaren waarom zij het gehele jaar de goedkoopste boekenleverancier voor economieboeken is geweest en dit vermoedelijk ook zal blijven. Stay tuned dus! Ik wens u nog een heel prettig 2006 en 'ut moarn' misschien!

De Ecunomist - Januari 2006


ECU’92, Stichting ECU

SECU, taking care of the book sale and more! Yde Starreveld - Of course you have been told by your mental coaches repeatedly during the introduction week to become a member of ECU'92.That would enable you to buy your study books with large discounts.Your economic mind warned you not to reject such an offer and before you know it you're being bombed with emails or postage packing containing information about all sorts of activities.

But what about that book sale? Four times a year the Utrecht School of Economics (USE) starts with a new study period and in all their wisdom the teachers of the different courses force you to buy new literature which cost you hundreds of euros. Don't they know that life already is expensive enough? By now you almost have to sell your organs or something similar, to get the most recent edition of Wooldridge and his Econometrics. Foundation Fortunately in 1994 some students stood up and said: "No more! We can organize the book sale ourselves and thereby help the poor students at least a bit." These students of the student association ECU'92 came up with SECU, also known as 'Boekenstichting ECU'. Alongside the association a second association was founded. Since these days a group of about three or four students tries to help you students in reducing the costs for obtaining the necessary literature. And so it came that we are now occupied with bargaining for the best contract, building up and breaking down the Blue Room at Vredenburg every ten weeks, discussing the best possible service and organizing the summary sale. It even happens that some slavery labour is performed in carrying boxes of about seventy kilogram's up and down stairs and through the basements of Hoog Catherijne. Committee members As you can imagine, a description as 'having your own little shop' is not applicable here -

there really is more to it than that. That makes it about time to introduce those students who are spending time and energy in making the book sale happen. First there is our most beloved chairman Antoine Burgers. Also Petra Helming, the treasurer, and Folkert van Wier, the man responsible for all the promotional affairs. And least, but not last, there remains the author of this text: mister secretary. Final remarks Finally we would like to say thanks for buying your study books at ECU'92. We are happy to provide you with the necessary service in accrediting the literature for your study. But people, please order your books in time! We have to go through a lot of trouble in acquiring all these titles from abroad, mostly from the US, and for which we and Bruna have to know in time what has to be to shipped in. That's also the reason why the deadlines are set more than a month in advance of the new periods. Let me remind you once again of the deadlines: 27th of March for the fourth period and 31st of July for the first period of 2006-2007.

Since we are selling with a discount that can rise as high as 17%, we at least lay less stress on your budget than would you not have become a member or have bought your books at Broese. For this reason we hope to welcome you at the next book sale at which you can fully profit from one of the many benefits a membership can offer. It is our pleasure.

De Ecunomist - Januari 2006

9


Studeren enzo...

Studeren enzo….. Computers Silvester Bosma - Op de universiteit wordt steeds meer gebruikt gemaakt van computers en hun toepassingen. Met het internet in de lift zijn de mogelijkheden op de elektronische snelweg eindeloos. In de bibliotheek zitten doet de gemiddelde student alleen nog maar om rust voor het tentamen te zoeken. Ook bij de Utrecht School of Economics (USE) wordt er in toenemende mate gebruik gemaakt van wiskundige programma's die onderzoek doen vergemakkelijken. Maar ook voor analyses van buitenlandse bedrijven, een paper over de ontwikkeling van een bedrijf of jurisprudentie voor een bepaalde zaak zijn we als studenten op de computer aangewezen. En daar begint het gedonder… Want computers moeten er wel zijn. Utrecht is een mooie stad met leuke grachten, maar goede onderwijslocaties in de binnenstad zijn schaars. Dat maakt het niet verwonderlijk dat het Centrum voor Informatisering en Mediagebruik (CIM) zo ongeveer uit zijn voegen barst. Ruimte voor computers is er in de meeste locaties niet en studenten zijn dan aangewezen op het CIM. Een knappe jongen die er binnenloopt en direct een computer voor twee uur kan vinden. Vorig jaar was er voor de economiestudenten nog de mogelijkheid om op het Vredenburg aan het paper te gaan. Het waren dan maar vijftien computers, maar de kans was groter dat je rustig achter een computer kon gaan zitten. Dat deze computers plaats moesten maken voor een aantal AIO plekken is onbegrijpelijk, want daarmee is de laatste mogelijkheid voor economiestudenten om in de binnenstad te studeren verdwenen.

Uithof Second best option zou dan de Uithof moeten zijn. Het vormt tenslotte het studentenhart van Utrecht. Computers zijn er zeker wel, maar voor een externe student onvindbaar en onbereikbaar. Ergens in het Langeveld gebouw kun je als socioloog vast goed terecht, maar als econoom ben je aangewezen op de nieuwe, moderne en state-of-the-art bibliotheek. Toegegeven:

10

het ziet er zowel van de binnen- als buitenkant best mooi uit. Maar de inefficiënte indeling van het gebouw doet een beetje econoom gruwen. Het begint al met de ruimteverspillende enorme hal tot aan het dak. Als die ruimte nou eens werd opgevuld met computers zijn we al een stuk verder. Computers zijn namelijk schaars op deze locatie. De enige computer die altijd beschikbaar is, blijkt alleen maar toegang te geven tot een interne zoekmachine. UCU Wat overblijft, is het University College Utrecht (UCU). Daar zijn de afgelopen jaren zo'n 40 computers bijgekomen. Een goede zaak. Daar moet wel bij opgemerkt worden dat de helft daarvan waarschijnlijk uit het Vredenburg komt - broekzak, vestzak dus. Het is echter wel bedroevend om te zien hoeveel computers er op een dag kapot zijn. 10% uitval per dag is zeker niet overdreven. Misschien is het een idee om wat informaticastudenten te vragen om ernaar te kijken? Deze mensen zijn goedkoop en voorhanden. Maar zelfs als we uitgaan van 0% uitval, dan is het aantal computers nog steeds niet optimaal. Zeker aan het einde van periodes waar papers en projecten ingeleverd moeten worden zitten alle computerzalen vol. Dat kan een keer gebeuren, maar bij herhaling is het zeer hinderlijk.

De Ecunomist - Januari 2006


Studeren enzo... Voor studenten die willen afstuderen komen daar nog wat problemen bij. Voor een afstudeerscriptie heb je vaak Eviews of STATA nodig. In sommige gevallen kun je daarmee thuis aan de gang, maar bij grote datasets wordt dit al lastiger. Als je met een duo werkt is het vaak toch praktischer om in Utrecht af te spreken en dan kom je al gauw op het UCU uit. Zat je vroeger nog op het Vredenburg, dan kon je bij problemen naar boven lopen om een professor aan te spreken. Op het UCU kom je niet verder dan een groep bouwvakkers die, hoewel aardige mensen, weinig kaas zullen hebben gegeten van multivariate regressies. Inspirerend is het UCU verder allerminst; tijdrovend wel. Precies aan de kant waar de bussen niet kunnen komen en een half uur van het station. En dat allemaal omdat ergens anders computers niet voorhanden zijn. Het klinkt misschien zeurderig, maar het kan het onderwijs niet ten goede komen.

WEBCT Als we verder kijken naar het probleem waar het in eerste instantie om ging, computers, doet het volgende obstakel zich voor. Webct is in theorie een mooi platform, maar in praktijk gaat er het een en ander mis. Inloggen duurt lang en je moet gemiddeld twaalf waarschuwingen wegklikken. Ben je ingelogd dan blijkt Webct vaak traag en log. Op de universiteit is men er mee bezig, maar als ik zo lees over observeren, adviseren en vergaderen kan het nog wel even duren.

Landelijk probleem Als voorbeeld zijn USE en de mogelijkheden voor economiestudenten genomen, maar de problemen met computers zijn landelijk. Voor een studie voor diëtiste in Amsterdam heb je een programma nodig dat op 60 computers beschikbaar is. Alleen in het eerste jaar zitten al 300 studenten. De universiteit stelt vervolgens voor om zelf het programma te kopen voor € 800,-….. Of een studie Nederlands waar je filmpjes van een half uur vanaf Webct moet kijken vanuit het CIM of boven de bibliotheek. Concluderend kunnen we stellen dat de mogelijkheden de faciliteiten ver vooruit zijn. Docenten hebben ontdekt dat er veel meer mogelijk is als je gebruik maakt van computerprogramma's en dat je ook meer van studenten mag vragen als zij gebruik kunnen maken van internet. De universiteiten moedigen dit aan maar zitten tegelijkertijd wel met de handen in het haar. Want ruimte en geld voor de nodige faciliteiten zijn er niet. Ervaring met Webct of een ander netwerkprogramma is er niet en overleg tussen universiteiten is schaars. De overheid draagt ook schuld, want zij stelt aan de ene kant (terecht) vast dat er per een X-aantal studenten één computer moet zijn. Maar aan de andere kant gaat wel (onterecht) de geldkraan dicht. Toch zal de oplossing niet van de overheid moeten komen. Een oplossing voor het hele probleem lijkt er niet te zijn. Wellicht zullen de faculteiten samen moeten werken of is een eenmalige investering noodzakelijk. Wie het weet mag het zeggen.

De Ecunomist - Januari 2006

11


Paspoort

Yolanda Karin Grift

Geboortedatum: 23 augustus 1959 Geboorteplaats: Amsterdam Opleiding/studie: Econometrie Hobby's: Bridgen, Ruimtelijke Ordening in de directe omgeving. Functie UU: Docent/Onderzoeker Muziek: Klein Orkest, met name het nummer 'Over de Muur' Film: Once Upon a Time in the West, Meisje met de Paarlen Oorbel Boek: Er is een Land Waar Vrouwen Willen Wonen - Joke Smit Voorbeeldeconoom: Professor Muhammad Yunus

Stellingen Tegenwoordig leren studenten op de middelbare school omgaan en werken met een grafische rekenmachine. Dit apparaat neemt veel ingewikkelde berekeningen uit handen. Hierdoor denken veel studenten minder na over wat ze doen en vertrouwen alleen op het resultaat van de rekenmachine De grafische rekenmachine moet worden verboden op de universiteit. "Hoewel het een gevaarlijk apparaat is, denk ik niet dat het verboden moet worden, Studenten hebben het en het hoort er nou eenmaal bij. Voorwaarde is wel dat studenten weten wat ze aan het doen zijn. Als docent moet je dit goed sturen door bijvoorbeeld naar een uitleg te vragen. In zo'n geval heb je al snel door of iemand de stof begrijpt of niet. Je zou er ook voor kunnen kiezen om de grafische rekenmachine pas later te introduceren om zo eerst voor een goede basis te zorgen. Ik zou graag de vaardigheid bezitten om de GR goed en zinvol in te zetten in het onderwijs."

12

Onderzoekers doen uitspraken op basis van regressies en anderen nemen deze conclusies klakkeloos over. Vaak blijkt dat de gebruikte data en regressies helemaal niet gebruikt hadden moeten worden vanwege econometrische onzuiverheden. Onderzoekers verwaarlozen het wiskundig/econometrisch deel van onderzoek. "Deze stelling zou ik graag veranderen in: Beleidsmakers verwaarlozen te makkelijk het wiskundig/econometrisch deel van onderzoek. Men wil vaak te snel, te vlug. Je hebt gegevens nodig en modelleren valt dan niet altijd mee. Er komen dan nogal wat voetnoten bij kijken en beleidsmakers willen hier wel eens overheen lezen. Doordat ze veel vertrouwen hebben in de onderzoekers en zelf in veel gevallen onvoldoende econometrische kennis hebben worden beslissingen genomen zonder dat er een goede onderbouwing voor is. In dit verband wil ik graag nog eens de uitspraak herhalen die Richard Blundeel (LSE) eens deed op een congres, namelijk dat het hem verbaasde dat zoveel arbeidsmarktbeleid was gebaseerd op louter (geschatte) lineaire arbeidsaanbodvergelijkingen (de lezing ging alleen over arbeidsaanbod). Uiteraard zijn er goede en slechte onderzoekers, maar empirische economisch onderzoek is zeker niet eenvoudig."

De Ecunomist - Januari 2006


Paspoort Een groot deel van de studenten dat momenteel economie studeert, is van plan om later in het bedrijfsleven te gaan werken. Slechts een fractie van de afgestudeerden wordt uiteindelijk ook echt onderzoeker. Toch lopen veel studenten studievertraging op, of moeten zelfs afhaken, door een vak als Econometrie dat vooral een onderzoek-ondersteunend vak is. Wiskunde en Statistiek is voor een aanzienlijk deel van de studenten te moeilijk. "Veel studenten klagen dat het bij dit vak te snel gaat en dat de stof te moeilijk is. Terwijl een groot deel van deze stof ook al op de middelbare school moet zijn behandeld. Ook zou ik kunnen zeggen dat het beter is om Wiskunde en Statistiek op te splitsen in twee verschillende vakken. Dit omdat er dan meer en langer aandacht besteed kan worden aan bijvoorbeeld differentiëren. Op deze manier hoeft niet de gehele stof in een zeer korte periode doorge-

werkt te worden. Ik ben daar nu echter geen voorstander van omdat ik denk dat de oorzaak van de lage slagingspercentages bij Wiskunde en Statistiek ergens anders ligt: er wordt te weinig gestudeerd, uren gemaakt, gepuzzeld - wat is er leuker dan zelf een opgave bij Wiskunde en Statistiek opgelost te hebben … ;-) ? Daarnaast ben ik van mening dat het misschien handig is om meer aandacht te schenken aan bijvoorbeeld matrixrekenen; deze techniek wordt relatief veel gebruikt binnen de economie, maar binnen Wiskunde en Statistiek wordt dit niet behandeld." Econometrie is in economieopleidingen op universiteiten te nadrukkelijk aanwezig en zal meer als keuzevak aangeboden moeten worden. "Dit is onzin, het slagingspercentage voor het vak Econometrie is relatief hoog. Ik denk dat het vak voor de meeste studenten ook niet te moeilijk is. Aan

Keuzes Aanwezigheidsverplichting: Ja of Nee? Nee Wiskunde of Statistiek? Statistiek, want dit gebruik je meer bij econometrisch onderzoek Eviews of Stata? Eviews, voor het onderwijs Doctoraal of BaMa? Doctoraal Onderzoeker of Docent? 50/50 bevalt prima Links of Rechts? Links Studio Sport of de Wedstrijden? Studio Sport, want daar zit geen voetbal meer in De Stones of De Beatles? Beatles (maar mag de Moody blues ook?) UCU of de Binnenstad? Binnenstad, het liefst op één locatie Trein of Auto? Trein, is ook beter voor het milieu Carriére of Familie/Vrienden? Familie/vrienden

De Ecunomist - Januari 2006

13


Paspoort Econometrie wordt al zo weinig aandacht besteed; het aanbieden als keuzevak zal het niveau van de opleiding naar beneden halen. De basis van Wetenschappelijk Onderwijs (WO) is het leren van het geven van een gedegen wetenschappelijke onderbouwing. Je hebt nu eenmaal modellen nodig om je ideeën en gedachten kracht bij te zetten." Onderwijs op WO niveau is te theoretisch "Onderwijs op WO niveau moet theoretisch zijn, omdat je het hier en nu moet leren. Een praktische stage moet heel goed zijn wil je er echt iets van opsteken. Je kunt beter nu studeren en kennis nemen van de literatuur, de boeken, want dat neem je je hele verdere carrière met je mee. Later heb je er niet zo veel tijd meer voor. Ik ben dus niet zo'n groot voorstander van het lopen van stages tijdens een academische opleiding. Een goed initiatief van de Universiteit kan het instellen van een wetenschapswinkel zijn, zoals ze bijvoorbeeld op dit moment al hebben bij Rechten. Bij een dergelijke winkel kunnen vragen worden ingediend door iedereen die daar behoefte aan heeft en studenten kunnen hier dan een antwoord op formuleren." Als ik het bij de UU/USE voor het zeggen had, dan zou ik… meer aandacht besteden aan informatie en communicatie. "Laat mensen weten wat er speelt, zorg voor betere onderlinge informatiestromen. Zo zou je de notulen van verschillende vergaderingen rond kunnen sturen. Zo creëer je betrokkenheid en van een discussie wordt het vaak alleen maar beter. Als je geen behoefte hebt aan notulen (en andere informatie) dan verwijder je ze gewoon. Meer praktische veranderingen zullen zijn: het afschaffen van het verplichte gebruik van de chipknip, zorgen voor een goede verwarming, efficiënter omgaan met papier en het weg laten halen van het waterautomaat: waarom niet gewoon water uit de kraan drinken?" Als ik het in Nederland voor het zeggen had dan zou ik… een Ministerie van Milieu instellen. "Dit wordt een ministerie met een portefeuille die zich bijvoorbeeld gaat bezig houden met het Groene Hart en hoogbouw. Ook zal er het nodige onderzoek gedaan moeten worden naar natuur en milieu. Dit alles mag best wat

14

kosten. Ik blijf het verbazingwekkend vinden dat de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat, mevrouw Smit-Kroes, de snelweg door Amelisweerd heeft aan laten leggen en deze beslissing jaren later motiveerde met de opmerking dat ze toen niet meer terug kon. Puur door de angst voor prestigeverlies is die snelweg aangelegd niet op basis van gedegen onderzoek. Hetzelfde is gebeurd bij de Betuwelijn."

Professor Muhammad Yunus Voorbeeldeconoom: “Professor Muhammad Yunus van de Grameen Bank in India en uitvinder van het micro-krediet. Fantastisch wat die man teweeg heeft gebracht door economie daadwerkelijk in praktijk te brengen”

De Ecunomist - Januari 2006


De Grote ECU’92 FotoPagina!

De Ecunomist - Januari 2006

15


Interview met...

Interview met… de heer Aad Veenman Silvester Bosma & Joëlle Tabak - Na een geslaagde lezing in de senaatszaal van het academiegebouw was dhr. Aad Veenman bereid om ook nog een interview voor de Ecunomist te geven. De directeur van de Nederlandse Spoorwegen (NS) heeft zijn kantoor op de 17e etage van de het hoofgebouw van de NS in Utrecht.Toch was het voor de redactie even zoeken voor het gevonden was. Het bleek een enorm gebouw naast het station te zijn waar bus 12 dagelijks duizenden studenten langsvoert. Als student ontgaat je dat omdat we niet gewend zijn verder te kijken dan onze neus lang is. Dit is natuurlijk niet een eigenschap die je de directeur van een gigantische onderneming toewenst. Over welke eigenschappen moet een directeur van een onderneming als de NS dan wel beschikken? Veenman: "Specifiek voor de NS zochten de commissarissen iemand met ervaring die rust in het bedrijf kon doen wederkeren, leidinggevende kwaliteiten had, het vakgebied beheerste en om kon gaan met de overheid als stakeholder." Dat de keus voor Veenman gelukkig is geweest blijkt uit de feiten. Tot het jaar 2002, het jaar waarin hij aan het roer kwam te staan, maakte de NS een moeilijke periode mee. In de jaren die volgden ontstond er rust en ruimte om te ondernemen (license to operate). De weinige stakingen zijn hier een gevolg van. Ook is het financieel resultaat van negatief naar positief omgebogen en is er weer klantengroei. Veenman zelf is er ook gelukkig mee: "Het leven is nog elke dag boeiend."

NS topman Als je bedenkt dat Veenman een achtergrond heeft in de wetenschap (Technische Universiteit Delft), industrie en milieu (Corus) en internationale industrie (Stork) vraag je je af wat een topman van een vervoerdersbedrijf als de NS doet. Om dit te concretiseren geeft Veenman aan met welke vraagstukken hij die

16

dag te maken heeft gehad: "Vandaag heb ik een directievergadering gehad, waarin zowel strategische als operationele vraagstukken aan de orde komen. De voortgang van de inbouw van een GSMR systeem, waarmee mobiel bereik met hogere treinsnelheden mogelijk wordt, is een voorbeeld van een operationeel probleem. In dezelfde vergadering ben je echter ook bezig met de perikelen rond de Hoge Snelheidslijn, die zowel vandaag, morgen als de lange termijn dekken." Zijn persoonlijke invloed wil Veenman vooral laten terugkeren in de klanttevredenheid: "Deze moet naar een hoger niveau getild worden. Vroeger waarborgde de dienstregeling de continuïteit van de NS. Nu is de klanttevredenheid onze reden van bestaan en de dienstregeling verworden tot een van de middelen daartoe. De onderneming moet zich meer gaan richten op de klanten." Mocht zijn taak bij de NS volbracht zijn, dan zou Veenman wel brood zien in een baan als toezichthouder. "Ik wil mijn achtergrond niet verloochenen. Ik zie mijzelf om die reden niet ergens als bankmanager werkzaam zijn." Voor Veenman gaat het in ieder geval niet enkel om de uitdaging: "Je moet voor jezelf altijd afwegen of je daadwerkelijk een bijdrage kunt leveren

De Ecunomist - Januari 2006


Interview met... aan het bedrijf." Overigens benadrukt Veenman dat het hem, in tegenstelling tot wat mensen denken, niet te doen is om de treinen maar om de mensen met wie hij werkt.

NS als bedrijf Als directeur van een verzelfstandigd bedrijf, moet Veenman bedrijfsmatig bezig zijn in een omgeving waarin tevens de overheid opereert: "Het is voor de onderneming beter om bedrijfsmatig bezig te zijn, dan alleen maar met de politiek rekening te houden. Uiteindelijk profiteert de overheid van de gunstige effecten hiervan op de door haar ontvangen dividenduitkeringen." Veenman ziet er op dit moment nog geen heil in om te privatiseren: "De omstandigheden waren en zijn er niet naar. Als er geen spoorwegwet is, als er geen concessie afgesloten is, als er geen overeenstemming is over het vervoerplan namelijk wat moet je doen en wat zijn de verplichtingen, dan is er geen goede setting voor privatisering. Het zou in de toekomst wel goed mogelijk kunnen zijn dat zich naast het Ministerie van Financiën meerdere aandeelhouders aandienen. Momenteel kan ik me voorstellen dat er nog geen andere partijen staan te springen. Zij hebben te maken met een bedrijf dat ongewis is over zijn eigen toekomst en een

Bedrijfsstructuur NS

Voor een buitenstaander is het moeilijk te doorgronden hoe de bedrijfsstructuur van de NS in elkaar steekt. Duidelijk is dat de exploitatie van het spoor aan de NS toebehoort en dat het beheer ervan is ondergebracht bij Prorail. De NS zelf bestaat uit drie onderdelen: 'Reizigersvervoer' dat een internationale divisie bezit, 'Knooppuntontwikkeling' dat zich bezighoudt met alles wat er in en rondom de stations plaatsvindt en 'Bouw' dat er een beetje buitenvalt maar gaat over spoorwerkzaamheden. Het Ministerie van Financiën is enige aandeelhouder van de NS en het Ministerie van Economische en Sociale zaken de concessieverlener.

overheid die hier niets over wil vertellen." In 2008 vindt er een evaluatie plaats over de scheiding van Prorail en de NS. Wellicht blijkt dat het niet verstandig geweest te zijn, maar dat kan Veenman nu niet inschatten. Het zal in ieder geval bepalend kunnen zijn voor de toekomst van de onderneming.

NS gaat internationaal De NS heeft wat haar ambities betreft al een tip van de sluier opgelicht door haar activiteiten naar Engeland uit te breiden. Volgens Veenman een leerzame ervaring: "In Engeland leren we veel van het functioneren binnen een meer geliberaliseerde omgeving. Bovendien vinden de activiteiten voornamelijk op regionaal niveau plaats. Er zijn veel kleine plaatsen en dus veel stops." Dit leerproces geldt echter voor beide partijen: "In Nederland ligt de focus veel meer op de rol van knooppunten en de faciliteiten op de stations; in Engeland draait het veel meer om de treinen zelf. Wij proberen een omkering in dit denken te realiseren." Verder stelt Veenman dat er natuurlijk ook sprake is van economies of scale en meer rendement. In dit kader heeft de NS Duitsland in haar vizier al is de Duitse markt een stuk ondoorzichtiger. België is voorlopig geen optie. Het staatsbedrijf wordt hevig gesubsidieerd en biedt geen mogelijkheid tot eerlijke concurrentie. NS en de economie Als elk bedrijf merkt ook de NS de gevolgen van de economische conjunctuur. Als het slechter gaat met de economie, bezuinigen mensen op hun vervoerskosten. Ze laten de auto meer staan, maar gaan ook minder met de trein. Het is dus niet zo dat het aantal treinreizigers in een economische laagconjunctuur toeneemt, omdat het openbaar vervoer goedkoper zou zijn. Wat wel een positieve invloed heeft is de hoge stand van de olieprijs. De prijs van benzine neemt toe dus de auto wordt in verhouding duurder. Dit levert de NS meer klanten op. Momenteel vinden beiden ontwikkelingen plaats. Al schijnt de zon steeds feller achter de bijeengepakte economische wolken; per saldo schiet de NS hier momenteel weinig mee op. Hoewel het aantal reizigers redelijk met de economische conjunc-

De Ecunomist - Januari 2006

17


Interview met... tuur gecorreleerd is, wegen ook andere factoren mee: "Een demografische verandering als de vergrijzing zorgt ervoor dat meer klanten in de daluren zullen reizen. Dit is gunstig aangezien er dan normaliter sprake is van overcapaciteit."

NS en reizigers Hoewel Veenman kan aantonen dat de klanttevredenheid over de NS in de afgelopen jaren is toegenomen, neemt de redactie nog regelmatig negatieve geluiden vanuit de maatschappij waar. Veenman: "De NS verkeert nu eenmaal in

een hele zichtbare positie. Als onderneming moeten we echter in staat zijn openbaar vervoer te leveren en als dat niet lukt komt er terecht kritiek. De klant heeft immers niets met de achterliggende oorzaak te maken." Aan de andere kant zijn de reacties volgens Veenman gerelateerd aan de Nederlandse mentaliteit van 'slaan daar waar het niet goed is'. Aangezien de weersgoden niet openstaan voor be誰nvloeding, probeert de NS met een fors investeringsplan de gevolgen van slechte weersomstandigheden te ondervangen. Een dag als vrijdag 25 november 2005, waarop op Utrecht Centraal vanaf spoor 1 rechtstreeks naar spoor 19 kan worden gekeken omdat er geen trein rijdt, zal hiermee niet

18

tot het verleden behoren. Veenman geeft echter aan zelf ook veel met de trein te reizen, dus aan persoonlijke motivatie zal dit niet liggen.

NS in de toekomst De landelijke invoering van de OV-Chipkaart is wat er als eerste op stapel staat. Verder staat het doortrekken van de HSL naar het zuiden op stapel. Naast deze projecten heeft Veenman een meer algemene toekomstvisie over het reizen per spoor: "In de randstad zullen treinen met een hogere frequentie gaan rijden en meer de

functie van sprinter krijgen. Je kunt dat dan denken aan een frequentie gelijk aan de metro. De sneltrein en de intercity zullen steeds meer met elkaar versmelten. De net aangekochte treinstellen gaan nog wel een tijd mee, de gemiddelde levensduur van een trein is 40 jaar, maar in de toekomst zal het beeld wat treinstellen betreft enigszins veranderen."

De redactie heeft het idee dat Veenman ook nog wel een tijd mee zal gaan. In tegenstelling tot de gemiddelde student is hij immers wel in staat om verder te kijken dan zijn neus lang is.

De Ecunomist - Januari 2006


Beroemde Econoom

John Forbes Nash Rob Grootendorst - John Nash werd op 14 juni 1928 geboren in het Amerikaanse plaatsje Bluefield,West Virginia. Zijn moeder was lerares in de Engelse taal en zijn vader een elektrotechnicus. Als kleine jongen spendeerde hij veel tijd aan lezen en het uitvoeren van experimenten in zijn slaapkamer die hij had omgebouwd tot een klein laboratorium. Zijn ouders en zusje merkten al snel op dat John Nash geen gewoon jongentje was. Hij was vele malen slimmer dan zijn klasgenootjes en kon moeilijk omgaan met andere kinderen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog studeerde hij aan het Carnegie Institute of Technology. Aanvankelijk wilde hij net als zijn vader elektrotechnicus worden, maar aan Carnegie ontwikkelde hij een bijzondere interesse in wiskunde. Meteen na zijn studie ging hij naar de befaamde Princeton Universiteit. Daar kreeg hij in 1950 zijn Ph. D. (doctoraat) voor zijn theorie over "Niet-coöperatieve spellen" Hiervoor kreeg hij later de Nobelprijs in de economie. In 1951 en 1952 was hij wetenschappelijk assistent aan het wetenschappelijk instituut MIT van de Cambridge universiteit.

Daar ontmoette hij Alicia Lopez-Harrison de Lardé, een wiskundestudent uit El Salvador. Met haar trad Nash in 1957 in het huwelijk. In 1959 kregen ze samen een kind. Het duurde echter meer dan een jaar voordat hij zijn naam kreeg. Lopez-Harrison de Lardé wilde graag dat Nash ook inspraak had in de naam, wat echter niet mogelijk was vanwege Nash zijn opname in een psychiatrisch ziekenhuis. Ondanks hun scheiding in 1963 bleef Lopez-Harrison de Lardé een grote rol spelen in het leven van

Nash. In 1970 kwamen ze weer bij elkaar terug maar ze leidden een apart leven waardoor hun relatie begon te lijken op die van twee huisgenoten. Na het winnen van de Nobelprijs bloeide hun relatie op wat er toe dat Nash en LopezHarrison de Lardé in 2001 hertrouwden.

Schizofrenie In 1958 begonnen de eerste verschijnselen van Nash zijn ziekte, waarna hij werd opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Een jaar later werd de diagnose gesteld dat hij schizofreen was: een ziekte waarbij men de wereld op een andere manier waarneemt dan dat hij in werkelijkheid is. Ondanks het feit dat Nash in 1960 terugkeerde naar Princeton, belemmerde de schizofrenie hem in zijn functioneren. De jaren die volgden werden gekenmerkt door de vele opnames. Hierdoor was het voor hem moeilijk om te werken, te studeren of publicaties van enig wetenschappelijk belang te produceren. Tussen 1966 en 1996 heeft hij geen enkele publicatie op zijn naam staan.

De Ecunomist - Januari 2006

19


Beroemde Econoom Nash Evenwicht Zijn belangrijkste werk, de theorie over "Nietcoรถperatieve spellen" stamt daarom ook van voor die tijd. Later werd het evenwicht in deze spellen een Nash-evenwicht genoemd. Een Nash evenwicht in de speltheorie is een situatie waarin geen van de spelers zijn individuele winst kan vergroten door af te wijken van de huidige keuze. Als een speler in plaats van A zou kiezen voor B dan zal zijn winst daardoor dalen wat A de optimale keuze doet blijven. Elke speler speelt dus gegeven de strategie van de ander zijn meest optimale strategie. De uitkomst van dit evenwicht hoeft niet in elk geval een situatie te zijn waarin de welvaart voor alle spelers bij elkaar opgeteld het hoogste is, maar dit kan wel. Een bekend voorbeeld van een situatie waarin de uitkomst niet optimaal is het zogenaamde prisoner's dilemma. Dit alleen noemen als je het uit gaat leggen; houd rekening met leken. Een schitterend brein. Het levensverhaal van John Nash is zelfs zo bijzonder dat een aantal fragmenten uit zijn leven in 2001 door Ron Howard is verfilmd in de met vier oscars bekroonde film 'A Beautiful Mind'. In deze film, waarin Russel Crowe de rol van John Nash speelt, staat naast zijn leven het Nash evenwicht centraal. Zo test hij zijn zojuist bedachte evenwicht samen met een paar vrienden uit in een bar. Een echte aanrader dus voor elke economiestudent. Vooral wanneer je het levensverhaal van Nash niet kent, kom je er pas laat achter dat veel van de gebeurtenissen in de film enkel in het hoofd van deze man hebben plaatsgevonden. Toch was er ook redelijk veel kritiek op de Hollywood verfilming van het leven van een van de belangrijkste mensen uit de moderne economie. Zo werd er niet stil gestaan bij zijn vermeende homoseksualiteit en het feit dat hij een vrouw zou hebben verlaten kort nadat zij zwanger van hem was geworden.

Nobelprijs Nadat hij begin jaren negentig langzaam zijn ziekte begon te overwinnen, ontving hij in 1994 de kroon op zijn werk. Samen met twee andere

20

wiskundigen, die hem altijd zijn blijven steunen tijdens zijn ziekte, ontving hij de Nobelprijs voor de economie. Zelf zegt hij dat deze erkenning van zijn werk er toe heeft bijgedragen dat hij met zijn ziekte om kon gaan.

Momenteel is John Nash nog steeds werkzaam als: "Senior Research Mathematician" aan de wiskunde faculteit van Princeton University in New Jersey. Ondanks dat hij slecht om kan gaan met andere mensen wordt hij door collega's toch omschreven als iemand met een grote dosis, zeer droge humor. Hij vult zijn tijd momenteel met lesgeven, het geven van lezingen en studeren. Nog altijd hoopt hij goede wetenschappelijke resultaten te boeken. Dat de appel niet ver van de boom valt, blijkt uit het feit dat zijn zoon ook wiskundige is geworden en net als zijn vader te kampen heeft met schizofrenie.

Cover van de Film: A Beautiful Mind (Een schitterend brein. )

De Ecunomist - Januari 2006


Verslag Activiteit

De Bedrijvendag 2005 Joëlle Tabak - Het is woensdag vroeg in de ochtend, té vroeg als je het mij vraagt. Ik kan van het gezicht van de anderen dezelfde toegedane mening aflezen. Met 'anderen' bedoel ik in dit geval de leden van de bedrijvendagcommissie en mijn bestuursgenoten. Allemaal zijn we ruw uit ons slaap gehaald door nietsontziende wekkers, waarna onze morele verplichting ons naar Meeting Plaza voerde. De enige die nergens last van lijkt te hebben is Selma die ons met harde hand omtovert tot een geoliede machine. De plattegronden, badges, lijsten met deelnemers en draaiboeken vliegen ons om de oren en al snel is iedereen bezig - of doet iedereen dat voorkomen.

Aangezien ik zo duf ben dat ik gemist heb dat de rondleiding door het gebouw al is begonnen, is voorzitter Bart zo vriendelijk om Klaas en mij te trakteren op een privé rondleiding. In een moordend tempo worden we langs de verschillende zalen gevoerd, waarbij de ruime setting vooral indruk op mij maakt.

Een goed begin… Veel tijd heb ik niet om de omgeving in mij op te nemen, aangezien ik vrijwillig aangeboden heb om de laptop en beamer op Vredenburg op te halen. Op Vredenburg aangekomen is er echter nog geen levende ziel te bekennen. Het is niet verrassend dat het kantoor van Janet Sartorius nog potdicht zit; wel verrassend is dat niemand een loper heeft om het kantoor te openen aangezien deze tijdelijk ook bij Janet in bewaring is. Er zit niets anders op dan te wachten tot een verfomfaaide Janet uit de lift tevoorschijn komt. Juist vandaag waren er natuurlijk problemen met de treinen, maar dat is voor een ander artikel in deze editie. Met mijn armen vol apparatuur - Janet heeft ook maar meteen een verlengsnoer meegegeven - snel ik naar Meeting Plaza waar Kasper en Harry al als wegwijzer zijn neergepoot. …Is het halve werk Gelukkig is dit voorval niet tekenend voor het verdere verloop van de dag. Een aantal bedrijven mag dan in de file zitten, een workshop kan dan geen doorgang vinden, de eerste prijswin-

naar is dan spoorloos verdwenen… de vaardigheid waarmee commissieleden deze hobbels met grote overtuiging weten te nemen, zorgt ervoor dat de dag gladjes verloopt. Als bestuurslid voel ik me bevoorrecht om een graantje van dit succes mee te mogen pikken, voornamelijk door mijn deelname aan willekeurig gekozen workshops. Zo bleek de directeur van de Vereniging voor Bedrijfstak en Pensioenfondsen een welbespraakte man, die in staat zou zijn om een college over wasknijpers nog boeiend te maken. De volgende workshop, van het Ministerie van Financiën, mondde uit in een interessante discussie over werken onder minister Zalm en leverde me nog een handdoek op ook.

Reflectie Opvallend was dat de meningen over de afzonderlijke workshops sterk verdeeld waren, maar de algemene opinie van deelnemers en bedrijven positief. Vooral het creëren van een aparte ronde voor de bedrijvenmarkt bleek zijn vruchten af te werpen. Bedrijven en studenten prezen de extra tijd die ze hierdoor hadden om met gesprekken de diepte in te gaan. Het resultaat was een geslaagde dag en een gevloerde, maar voldane bedrijvendagcommissie. En dan hoort het natuurlijk om deze dag op een passende wijze met een etentje af te sluiten. Natuurlijk vloeit de drank dan rijkelijk, want dat kan weer.

De Ecunomist - Januari 2006

21


Vraag

De Hoofdredacteur vraagt.... Beste Linda, Tezamen met de feestdagen komt altijd de onvermijdelijke zoektocht naar een leuk cadeau.Waar doe ik iemand economisch gezien het meeste plezier mee? Je hoofdredacteur, Silvester

De DLC presenteert: Een lezing van Ad Scheepbouwer Bestuursvoorzitter KPN Topman van het jaar 2002 Maandag 27 februari Aanvang: 20.00 uur Locatie wordt nog bekend gemaakt 22

De Ecunomist - Januari 2006


Antwoord

....Micro Antwoordt Beste Silvester,

Tja, cadeautjes, we zitten er allemaal mee. Vooral in december piekeren we elk jaar weer over de vraag wat we voor vrienden en dierbaren zullen kopen. We willen iets leuks geven, iets persoonlijks, iets waarmee de ander blij zal zijn. We lopen eindeloos te kijken in etalages op zoek naar dat ene, dat ultieme cadeau. Maar begin januari staan er toch weer lange rijen bij de klantenbalies met ontvangers die hun zo zorgvuldig uitgezochte cadeau toch weer willen ruilen. Blijkbaar schatten de gevers de wensen van de ontvangers niet altijd goed in.

Economisch gezien is zo'n zoekproces naar een cadeau op het eerste gezicht natuurlijk niet efficiënt. We beschikken immers over een middel dat de ontvanger volledige vrijheid geeft om precies te krijgen wat hij wil hebben: geld. Als we iemand geld geven, dan kan die persoon de prijzen vergelijken met zijn persoonlijke voorkeur en dan een voor hem of haar optimale situatie creëren. Geld geven gebeurt in de praktijk ook regelmatig. Maar waarom bestaan er dan zoveel soorten cadeaubonnen? Je hebt ze tegenwoordig in elke winkel en dan ook nog eens voor etentjes, bloemen, vakantiereisjes en nog veel meer. En als wij een nieuwe vlam willen betoveren, waarom geven we hem of haar dan geen enveloppe met geld? Een verklaring hiervoor is te vinden bij zowel de gevers als de ontvangers. Blijkbaar vinden we het als gevers helemaal niet leuk om geld te geven. We willen met cadeaus laten weten dat we de ontvanger goed kennen, hem of haar de moeite waard vinden om een origineel cadeau uit te zoeken. We willen de ander ons cadeau geven en die ander blij zien. In die zin is geven een egoïstische bezigheid: je wilt de reactie van de ontvanger zien en investeren in je relatie met hem of haar. Bereikt de gever dit doel met het geven van geld? Het hangt van de situatie af, maar ik denk dat dat meestal niet opgaat. Goed, als de gever jouw smaak niet zo goed kent, dan is het krijgen van geld best prettig: het is een goede oplossing voor opa's en oma's die niet weten welke game hun kleinkinderen nu weer willen hebben. Maar als we de gever goed kennen, dan verwachten we als volwassen ontvangers toch eigenlijk iets persoonlijks. Is die voorkeur van ontvangers ook economisch te verklaren? Jazeker. Want wat wij in ons leven willen bereiken is niet een zo groot mogelijke hoeveelheid geld, maar een zo groot mogelijke hoeveelheid nut. Nut kan je ontlenen aan geld, maar ook aan allerlei andere zaken. We willen namelijk niet alleen materiële dingen om ons heen; we willen ook sociaal worden gewaardeerd. We willen mensen om ons heen die om ons geven. En juist daarom is een persoonlijk en gemeend cadeautje zo belangrijk. Daardoor merken de ontvangers dat ze geliefd zijn. En dat levert nut op voor de ontvanger. Geef je zoiets onpersoonlijks als geld, dan wordt dat ervaren alsof de gever verplicht is iets te geven maar er verder geen moeite voor wil doen: blijkbaar ben je niet echt belangrijk voor hem of haar. Wat zwaarder weegt: het 'harde' economische argument dat er met geld altijd een optimale keuze kan worden gemaakt of het 'zachte' economische argument dat ook affectie en liefde nut kunnen opleveren - het hangt af van de relatie tussen gever en ontvanger.

Dus, Silvester, als je een cadeautje zoekt voor iemand die je niet zo goed kent, geef dan vooral geld. Maar zoek je een cadeautje voor een dierbare, besteed dan vooral veel tijd aan het zoeken naar een persoonlijk en speciaal cadeau. Het eventuele ruilen weegt zeker op tegen het feit dat de ontvanger weet dat jij om hem of haar geeft - ook economisch gezien.

"Linda Keijzer is econoom en werkt als universitair docent bij de leerstoelgroep Toegepaste Micro-Economie van USE"

De Ecunomist - Januari 2006

23


Wetenschappelijk Artikel

Economic dynamics in Southern Europe A comparison of economic growth theories, confronted with empirical data on economic development during the last two decades. Frank Lindner - As a former doctoral student International Economics and Economic Geography and former editor in chief of the Ecunomist, I was asked to write a summary of my final thesis. In the following article I will enlighten you on my work pattern and findings. Please take notice of the fact that 'things' were different in my days, since my doctoral thesis accounted for a half year's work and 39 ECTS. My thesis concerned the economic dynamics of Southern European regions during the last twenty years. The central goal of the study was to find out to what extent various economic growth theories were able to explain regional economic dynamism in Southern Europe in a context of European integration, globalisation and macro economic change. Method The study area in the thesis covers regions on the NUTSII level located in Portugal, Spain, Southern Italy, and Greece. The northern Italian regions were excluded in the analyses, since they possess characteristics of European economic core regions instead of features belonging to the other southern European regions. Through the study of literature, interviews with regional representatives in Brussels, and particularly analysis of empiric data, I tried to find answers to ten proposed hypotheses derived from three economic theories used in my study: 'neoclassical economic growth theory', 'Keynesian growth theory', and the 'evolutionary economic theory', each with their own distinctive features and backgrounds. The role of expectations On the bases of literature and interviews, I expected that neoclassical and Keynesian theory would be able to explain the larger part of economic dynamism in the southern European regions. The evolutionary theory was not

24

expected to have a large share in explanatory power, and should have a supportive role in which anomalies in neoclassical and Keynesian theories could be explained. The first chapter dealt on the background of the study and introduced the subject of the thesis. Next to this, the construction and work pattern of my research were introduced.

The second chapter concerned the theoretical framework of my study. It granted insights into the three economic theories and their backgrounds. Further expectations on explanatory powers of the economic theories were made and ten hypotheses were introduced. The chapter concluded with remarks on theoretical reflections. The third chapter provided insights into the regions of southern Europe. The importance of geography was stressed and some major economic characteristics of the countries in southern Europe were addressed. The paragraph on economic and political aspects revealed the processes and consequences in southern Europe related to European integration and European politics, this in relation to the macro economic environment. The core aspect of my study could be found in the fourth chapter. Not every hypothesis was tested, due to difficulties to quantify some propositions and unavailability of data. Seven out of ten hypotheses could be answered in my thesis. The actual falsification of the hypotheses took place by the analysis of data, after remarks were made on methodology. The data analysis

De Ecunomist - Januari 2006


Wetenschappelijk Artikel made clear that neoclassical theory only had limited explanatory power. Supply side based variables were not able to contribute on elucidation of economic dynamics in Southern Europe. Keynesian theory did not contribute at all on explaining Southern European economic variances (i.e. demand side variables were not of influence on the changes in output). Remarkably, I had to conclude that evolutionary theory explains economic dynamism in southern Europe best. Constant implementation of innovative processes and positive path dependency resulted in a process of catching up to European averages - at least for a substantial number of regions. The fifth chapter addressed the major outcomes of data analysis in relation to explanatory powers of economic theories. I had to be careful when generalising on the outcomes of the data analysis. Some results from chapter 4 could be related to economic growth theories. You have to keep in mind, however, that various processes were at hand. For future research it may be interesting to see how the outcomes of my study fit in broader real world practise. The major conclusion of my study was stated in the final chapter. It has been proven in the thesis that economic growth theories can be explainable for regional economic dynamism. Evolutionary theory had most explanatory power, some power was found in neoclassical theory, and none explanatory power was found in Keynesian theory. This was contrary to my expectations.

Difficulties Some difficulties, points of discussion and recommendations emerged in the thesis. One was the availability of data. In 2005 it still seems difficult to obtain at maximum twenty year old data at the regional level. My study did not reach perfection either, since I had to make use of sub-optimal data in some cases and choices on which variables could be worked with. And I occasionally had to work with estimations. Second was the absence of a level playing field on behalf of analysis on economic dynamics. National and international structural components, different economic development processes, and different roles of stakeholders interfered with the goal of generalisation. Finally, it was recommendable to extend my study by analysing more years instead of a couple of chosen years, or comparing a start year to an end year. This will result in more accurate results. My study could also be re-executed in a twofold manner reflecting the same goal: more accurate results. One of these manners being research in a greater set-up. In this way it should be made possible, if for example the study will be executed by a European research institution, to obtain more accurate results. Another way to obtain the same results is to perform my study for one region, or a group of regions in one country. A final recommendation was to execute my study, or one which is similar, on a different group of regions. In this way you can examine if the same results hold when examining regions with different political economic backgrounds and different economic development trajectories in comparison with southern Europe.

De Ecunomist - Januari 2006

25


Analyse

Schaarste Rob Grootendorst - Misschien is het, zo vlak na de decembermaand, niet het juiste moment om te beginnen over schaarste.Veel mensen zullen de laatste dagen van het vorige jaar niet echt een gevoel van schaarste hebben mogen ervaren.Toch is, zoals wij aankomend economen allemaal weten, schaarste van groot belang. Alle goederen waar een positieve prijs voor moet worden betaald zijn schaars, anders zou iedereen een goed onbeperkt kunnen consumeren. Gelukkig merken wij hier meestal niets zo veel van, maar soms...

Nadat gamers vier jaar hebben kunnen genieten van de eerste generatie van de X-Box van Microsoft kwam het mediaconcern begin december met de opvolger, de X-Box 360. Deze was na de voorinschrijving al voor twee maanden uitverkocht. Volgens vele critici van Microsoft was het een bewuste marketingstrategie van het bedrijf uit Redmond. De zogenaamde "Sold out" strategie. Als er maanden lang op elke gamewinkel staat. "X-Box 360 Uitverkocht" zullen volgens marketing deskundigen mensen gaan denken dat het een bijzonder product moet zijn. Zodra het apparaat dan weer voldoende beschikbaar is zal de vraag naar het product groter zijn. Geheime opslag Op enkele fora op internet zijn bevindingen te lezen van X-box liefhebbers op zoek naar een grote hangar waar Microsoft honderdduizenden apparaten heeft opgeslagen. Microsoft ontkent dit in alle toonaarden. Momenteel draaien er in China twee fabrieken op volle toeren. Volgende maand komt er een derde fabriek bij, maar ondanks de inspanningen van deze zeer actieve, hard werkende wereldburgers kunnen ze nog steeds onvoldoende nieuwe apparaten assembleren. Niet leuk voor Microsoft, want menig kind heeft de kerstdagen door moeten komen zonder het cadeau waar ze maanden op hebben moeten wachten. Teleurstellingen bij klanten zijn geen goede reclame.

26

$10.225 per stuk Toch willen vele mensen nog voor kerst een Xbox hebben. Wanneer er meer vraag is dan aanbod zal dit leiden tot prijsstijgingen. Hoe schaarser het goed, hoe hoger de prijs volgens economen zou worden. Aangezien de winkels door Microsoft werden gedwongen om vaste prijzen voor de consoles te vragen zagen we deze prijsstijgingen dus niet in de winkels. In sommige winkels kon je alleen een X-box kopen als je ook voor 400 euro aan games kocht, maar dat waren uitzonderingen. Op internet gingen de apparaten voor iets meer over de virtuele toonbank. Vlak na de release in Amerika werd er op veilingsite Ebay voor ĂŠĂŠn apparaat maar liefst 10.225 dollar betaald. Dit nieuws zorgde er voor dat ook andere gelukkige bezitters een gokje gingen wagen. In twee weken tijd werden er 100.000 apparaten doorverkocht voor een gemiddelde prijs van ruim 700 dollar. Een mooie winst op een X-box, maar niet iedereen maakte zoveel winst op een verkochte console...

De Ecunomist - Januari 2006


Analyse

Min $126,= Marge Het op de markt brengen van een spelcomputer is geen makkelijke opdracht voor een marketingafdeling. Dit heeft te maken met een aantal oorzaken. Ten eerste het feit dat gameconsoles en de games zelf complementaire goederen zijn. Je hebt niks aan een gameconsole alleen. Je bent afhankelijk van de games die voor dat apparaat op de markt worden gebracht om er nut aan te ontleden. Dit zorgt er voor dat consumenten minder graag een console willen kopen. Microsoft en andere fabrikanten zijn zich hier zeker van bewust. Het Amerikaanse tijdschrift Businessweek berekende dat de productie- en marketingkosten van de X-Box minstens 126 dollar boven de verkoopprijs liggen, enkel om mensen te verleiden hun console te kopen. Natuurlijk hoeven we hierdoor geen medelijden met Microsoft te hebben. Ze makt ten slotte ook fors misbruik van deze marktomstandigheden. Zodra iemand een Xbox heeft kan hij alleen maar X-box games kopen. Kortom: door monopoliewinst op de games (gemiddeld â‚Ź70,= per stuk) proberen ze het verlies goed te maken. Iets wat bij de eerste versie van de X-box overigens nooit is gelukt.

Concurrentie Ten tweede weten alle gamers nu al dat er volgend jaar nog twee nieuwe Japanse game consoles op de markt komen. Naast de Revolution van Nintendo komt de door Microsoft zeer

gevreesde Playstation 3 van Sony. Hoewel de exacte hardware details van deze consoles al lang via internet zijn uitgelekt, leidt deze wetenschap toch tot onzekerheid bij de kopers, omdat zij nog niet op deze apparaten hebben kunnen spelen. Straks kopen ze een apparaat dat in mei 2006 al weer ingehaald is door de concurrentie. En tot slot nog de vele problemen die er in de eerste weken waren met de X-box. Crashende systemen, kapotte voedingen en krassende DVD-spelers waren veel gehoorde klachten, waarschijnlijk veroorzaakt door de te gehaaste ontwikkeling van de console om deze nog voor kerst te kunnen uitbrengen. Ondanks de klachten in Amerika, waar de console drie weken eerder verscheen, kwam de 360 campagne de week voor de release op 2 december pas echt op stoom. Tijdens de Gamexpo, eind november in Utrecht had Microsoft ruimschoots de grootste stand die bijna een halve hal in beslag nam. X-box promobabes probeerden het overwegend mannelijke publiek te verleiden om een van de honderden opgestelde machines eens uit te proberen. Alle gameprogramma's op tv en alle gametijdschriften gingen de beginweken bijna alleen nog over de X-box 360. Kortom de 'honderden miljoenen' campagne van Microsoft deed zijn werk. Nu maar hopen voor Bill dat het een succes gaat worden. De tijd zal het leren.

De Ecunomist - Januari 2006

27


%HVWHO MH VWXGLHERHNHQ ELM (&8¶ HQ SUR¿WHHU YDQ KRJH NRUWLQJHQ RS MH ERHNHQ %LM EXLWHQODQGVWDOLJH WLWHOV ORSHQ GH NRUWLQJHQ RS WRW ZHO .LMN RS GH ZHEVLWH ZZZ HFX QO YRRU PHHU LQIRUPDWLH

3RZHUHG E\


Verslag Activiteit

Lezing Dr. Ir. A.W. Veenman. Rob Grootendorst - De eerste lezing van het nieuwe studiejaar van de nieuwe Discussie en Lezingen Commissie (DLC) was meteen een aansprekende. De president-directeur van misschien wel het meest besproken overheidsbedrijf kwam op bezoek om zijn licht te laten schijnen over de privatisering van de NS en in discussie te gaan met zijn beste klanten. Dit alles vond plaats in de senaatszaal van het academiegebouw. Meneer Veenman is sinds 1 november 2002 de grote baas van de Nederlandse Spoorwegen (NS). Hij kwam in een van de meest roerige tijden uit het bestaan van de NS aan de top. Het personeel stond recht tegenover de directie. Ze hadden het gevoel dat niemand naar hen luisterde, wat nog al wat conflicten veroorzaakte. Met name het zogenaamde 'rondje rond de kerk' was een van de conflictpunten. Inmiddels is deze situatie, mede dankzij de inspanningen van Veenman, voor een groot deel verbeterd. De laatste staking bij de NS was niet eens meer vanwege een conflict binnen het kabinet, maar vanwege een protest tegen het kabinetsbeleid. Volgens Veenman was het gaan luisteren naar het personeel de enige mogelijkheid om dit probleem op te lossen. Alleen door in de huid te kruipen van je werknemers kan je begrijpen wat ze goed en slecht vinden werken en welke problemen binnen de eigen organisatie moeten worden aangepakt.

verwerken. Dit maakte het verhaal een stuk overtuigender, waardoor veel studenten waarschijnlijk met een positiever beeld over de NS naar huis gingen dan waarmee ze kwamen.

Na een leuke discussieronde, waarin menig student de kans greep om een aantal kritische vragen te stellen over waarom het beeld van de NS in bijvoorbeeld de media en bij delen van de bevolking toch zo negatief blijft, liep de avond ten einde. Kortom, de verwachtingen voor dit jaar zijn gewekt en daarom zullen de ECU'92 leden zich graag laten verrassen door de komende activiteiten van deze DLC.

Verder stond Veenman stil bij de positieve en negatieve punten van de NS. Bij menig directeur van een bedrijf zou je een prachtige presentatie verwachten waarin met behulp van indrukwekkende graphics de resultaten van het bedrijf worden getoond. Hier was dit duidelijk niet het geval. Natuurlijk werd er stil gestaan bij de stijgende tevredenheidcijfers, toenemende winst en het groeiende aantal reizigerskilometers. Toch wist hij op een mooie manier ook de negatieve kanten van de NS in zijn verhaal te

De Ecunomist - Januari 2006

29


Paspoort

Elena Cefis

Place of birth: Bergamo, Italy Education: Ph.D in History and Ph.D in Economics Function UU: Assistant Professor, Member of Tjalling C. Koopmans Institute

In recent years we have observed a tendency to a more so called 'active learning'. Students have to hand in more papers, do presentations and research themselves. This in order to handle problems with theoretical models in practice. In every course a student has to perform an empirical analysis. "No, it is not necessary. An empirical analysis of real data asks for different types of knowledge. In order to do it properly, one should have learnt economic theories, statistics/econometrics, how to interpret data/results according to the theoretical economic models and finally how to use appropriate software. In other words, 'you have to learn theoretical before you can get practical'. Therefore, to place a course with an empirical analysis part in the 3rd year is a consistent and correct choice."

Researchers base their conclusions on regressions and their dataset(s). Other researchers copy these conclusions without checking their purity. It often appears that the regressions and datasets should not have been used because of econometric impurity or faulty datasets. Researchers often neglect the mathematical/econometric part of a research. "This is a very serious problem. However, I would add to the theorem a second part: Researchers are sometimes more interested in econometrics and neglect the economic interpretation. Researchers often neglect checking the quality of their data and the robustness of their econometric/mathematical models or methods. This leads to ambiguous, partial and even incorrect results and consequently erroneous economic interpretations. "

30

The acquisition of Antonveneta was a mistake by ABN-Amro. "The stories about a 'sick' market in Italy might be a bit exaggerated, even if the Italian market is in a very intricate situation in which players do not often play their role in a correct way. I think that ABN-Amro did not make such a hazardous step trying to take over Antonveneta. Although the political and social environment is complex and a bit fragile, there are many examples of foreign companies which are successful in the Italian market. ING-Bank is one of them." What is the biggest difference between the relationship student/teacher in Italy and Holland? "In Italy, students have more respect for teachers (especially for female teachers) than Dutch students. For example: in Italy students don't address me as Elena, but as doctor or professor Cefis." Despite of that dr. Cefis still likes to teach, especially to students that are motivated and willing to learn. What is it that Italy can learn from the Netherlands? "How to organize the public administration and the organisation of the labour force. Also the Italian railways can learn from the Dutch: "The railways in the Netherlands are wonderful: I love them!" What is it that the Netherlands can learn from Italy? A little bit more of flexibility in everything.

De Ecunomist - Januari 2006


Paspoort If I could change one thing at Utrecht University I would change‌ the opening hours. Being a researcher does not mean a 9 till 5 job. Vredenburg closes at 8 p.m. and during the weekend.

If I could change one thing in the Netherlands, I would change‌ the 'cuisine'. Actually not the food (you can have very good food here in the Netherlands), but rather the way of having lunch. In Italy you have lunch with your colleagues/friends/family for half an hour/an hour (we do not spend three hours in lunch!), and beyond supplying calories to your body, the lunch is a moment of relax in which you reinforce/construct relationships (even inside a workplace). In the Netherlands, most of the time, people eat alone in front of their computer.

Bergamo, Italy. The 'Italian Utrecht'.

Choices Coffee or Cappuccino? Coffee Researcher or Teacher? Researcher The Stones or Thee Beatles? The Stones Pavarotti or Andrea Bocelli? Andrea Bocelli Utrecht or Bergamo? Bergamo is the Italian Utrecht Train, Car or Bike? Bike Banca Popolare Italiana or ABN-AMRO? Banca Popolare Italiana

De Ecunomist - Januari 2006

31


Column

Reflections of an Anodontosaurus Y.S. Brenner - Reading about the recent disturbances in the Parisian suburbs took me back in thought to another time. I remembered the studentdemonstrations and riots in Paris of almost four decades ago. Unlike nowadays, unemployment and abject destitution then appeared to have almost been banished from the Welfare States, and many, including myself, felt that democracy's provisions to make peoples' wishes known at the ballot box were bound to usher in a humane and equitable world. We believed that the progress in science and technology, and the increasing economic security it provided, would eclipse much of the miscreant mentality that ages of poverty and fear of starvation had imposed on our ancestors. We refused to consider the possibility that the roots of the pursuit of profit may be deeper than individuals' dire need to forestall poverty and destitution, and we underrated the tenaciousness of old ideas and institutions. We did not recognise the tenacity of norms of conduct communicated by elders and teachers from one generation to the next, and did not appreciate the chances this offered to those wishing to restore their lost privileges to revive the relentless pursuit of gain. We took it for granted that the Capitalist era's almost unbridled materialism would eventually taper off. In the climate of the social engagement of the late nineteensixties and early 'seventies, it seemed unimaginable that the new affluence, which relieved the young from the fears of earlier generations, would give rise to trite materialism. We listened to the vocal denunciations of "false wants" and to the calls for a new agenda for society, but turned a deaf ear to the other slogan of the then relatively well off students: "We want it all, and we want it now!". We recognised that the Free Market's competition-driven system promoted economic growth and endowed the citizens of the technologically-advanced countries with previously unmatched material affluence. But we rejected

32

the fuel which powered this mechanism, namely fear. We were aware that it was the fear of being forced out of business by more efficient competitors that drove employers to search for, and introduce, superior technological and organizational methods of production, and that faced with an increasingly well organized and powerful labour movement. It was fear which pressed them to introduce innovations which helped to raise output per worker sufficiently to maintain the necessary profit to finance the innovations required to compensate for rising wages. We did not deny the effectiveness of this dual mechanism of competition between entrepreneurs for their share of the market, and between employers and workers for their relative shares in the fruits of production, but we believed that an intelligent society was able to replace it by a more humane and equitable mechanism, namely planning. After all, if mankind was able to overcome the retentiveness of nature and to produce affluence, and if it was able to overcome the gravitational attraction of the earth, should it not be able to plan its economic advancement and an equitable distribution of its fruit - why should it not be able to shape the kind of society it desires? We simply did not wish to see that Capitalism's progress-promoting mechanism has imposed on society a spirit of acquisition which seized not only upon all phenomena within the economic realm but reached over into the entire cultural sphere including social

De Ecunomist - Januari 2006


Column relations. That it established the supremacy of business interests over almost all other values and imposed on society a utilitarian valuation of people, objects and events. We did not appreciate that although the motives of entrepreneurs could be many - the simple urge to action, the desire for power, the craving for acclaim, or even the impulsion to serve the common good - but that by virtue of an inner necessity they all became subordinate to profitmaking. Without economic success almost none of these desires could be attained. We did not recognise that the need to compete in order to survive, invested egoism with almost moral

quality, and that Capitalism's habits of thought and modes of conduct have become habitual and seemed to be "human nature", which, of course, they are not. At this point my thoughts were interrupted by the telephone. Some woman called to sell me a subscription of some weekly magazine. I told her that I was not interested and that I already had a subscription of another weekly. She asked if I minded telling her which one it was. I told her it was Donald Duck. She laughed, thanked me and put down the phone.

Study trip 2006 to Budapest As you've probably already seen on some posters, on the 11th of January, the information evening for this year's study trip took place. Budapest is often referred to as 'Paris of the east', for it's diverse culture, beautiful scenery and romantic sights. The trip will be a mixture of activities related to economics and also fun activities. We'll be visiting the faculty of economics and will probably get a tour around the campus by the ECU'92 equivalent in Budapest. The programme also contains visits to for instance ING, the parliament and the Dutch embassy, from which we hope to get a good insight in the Hungarian economy and the role the Dutch play. Off course, there will be lots of fun stuff to do, like shopping, partying, a water world park, a boat trip etc. And‌ Queens day will be celebrated in orange in a way we only know in Holland! We'll be staying in a very nice hostel downtown, close to where all the action is. So for all you people out there who are anxious to discover the vibrant Hungarian nightlife, this trip offers enough opportunity. The trip will take place from April 27th to May 4th. If you are interested, visit one of the ECU'92-rooms quickly, because only 30 people can join the trip.

De Ecunomist - Januari 2006

33


Uitsmijter

Operatie Recidivist: Student start tegenaanval Florian Krätke - Er komt een tijd in het leven van elk mens waarin hij zich begint af te vragen wat zijn werk heeft volbracht. Schilders hebben hun beste werk op het doek gezet door de druk die dit gevoel met zich meebrengt. Musici hebben liederen geschapen die hele generaties definieerden. Sommige grote films hebben hele genres voortgebracht door hun effectiviteit, allemaal door dit constante gevoel van zelfevaluatie. Iedereen krijgt dit gevoel, vroeg of laat. Iedereen, behalve…de recidivist. En wat blijkt nu, uit de eeuwige wijsheid die impliceert dat oudere mensen niets geven om anderen? De recidivist wordt een extra blok om het been gebonden, om zo de last van deze gehandicapte volkshelden te verzwaren. Het is ongekend dat de boegbeelden van het principe 'vallen en weer opstaan' - een principe waarop onze samenleving is gebouwd en waar wij allen voorbeeld aan nemen - worden gebrandmerkt als lui en onvolwassen. Deze groep, de meest moderne vorm van veteraan, kan niet meer ongehoord worden.

Jazeker, het is tijd voor actie. Derhalve verwelkom ik u bij de lancering van het nieuwste en meest vruchtvolle initiatief van deze eeuw: de Recidivistencommissie. Ons doel: 'Op de meest nadrukkelijke manier opkomen voor de rechten van de recidivist en diens diepe lijden verzachten.' Ons motto: 'Herkansing baart kunst'. Natuurlijk kan niet zomaar elke tweevoetige nietsnut zich in ons midden begeven. Het is daarom van uiterst belang dat wij ons als rasechte recidivisten onderscheiden van de meute.

34

Een echte, vaderlandlovende recidivist moet en zal: - minimaal voor 1 vak per jaar monsterlijk falen, liefst meermaals; - jaarlijks een tiental klachtbrieven en klaagzangen schrijven aan hogere instanties. Verder moet een trotse recidivist herkenbaar zijn. Om dit doel te vervullen wordt van hem/haar verwacht dat deze gedurende de ontgroeningfase de officiële recidivistenpet™ draagt. Tegenover deze verplichtingen staan natuurlijk een hoop beloningen. Ten eerste het gevoel deel te nemen aan iets wat de Nederlandse geschiedenis ingrijpend zal veranderen. Ten tweede een vergunning om te zeuren - ook geldig tegenover treincontroleurs en politie. Dan noem ik ook de gigantische hoeveelheden drank die verschaft worden op onze tweemaandelijkse recidivistenpicknick, waar wij met zijn allen tot diep in de nacht gulzig drinken en jammeren in het bijzijn van onze mascotte, Zoeff de Luiaard (zie afbeelding), met als afsluiting het altijd populaire recidivistenlied - dit jaar: 1 Voor Allen van Guus Meeuwis. Tot zover hebben jullie alleen gestreden broeders en zusters, en sneuvelen jullie ook zo. Dus voel je je machteloos, depressief, onderdrukt, verwaarloosd en veel te nuchter? Wil je ook een flitsende recidivistenpet, en heb je daar €6,95 voor over? Meld je dan nu aan door dat bedrag te storten op girorekeningnummer 6928118! En mocht je geen recidivist zijn…waarom lees je dit dan in godsnaam?

De Ecunomist - Januari 2006


Bekijk ons eens van de andere kant

www.ingmasterclass.nl Je hebt het vast wel eens gezien, het hoofdkantoor van ING langs de A10 in Amsterdam. Hier bevindt zich het hart van een grote, internationaal opererende bankverzekeraar waar bekende merken als ING Bank, Postbank, Nationale-Nederlanden en RVS deel van uitmaken. ING biedt laatstejaars academici (masters) met een eigenzinnige en ondernemende instelling de unieke kans om dit spraakmakende gebouw eens van de andere kant te bekijken tijdens de ING Masterclass. In drie dagen leer je ING van binnenuit kennen: je ontmoet trainees, recruiters en directieleden, maar

je gaat ook actief aan de slag met praktijkcases en andere activiteiten. Op deze manier kun je zelf ontdekken of ING als werkgever bij jou past. Hierbij spitsen we ons vooral toe op je mogelijkheden binnen het ING Talent Programme, ons traineeship met maar liefst zes verschillende startrichtingen, exclusief voor academisch talent.

ING is een internationaal opererende financiële instelling. Wereldwijd zijn zo’n 114.000 medewerkers actief op het gebied van bankieren, verzekeren en vermogensbeheer. 33.000 van hen werken in

Ben jij die bijna afgestudeerde master die de zaken ook écht eens van de andere kant wilt bekijken? Meld je dan vóór 27 maart 2006 aan op:

Nederland bij bekende merken als ING Bank, Postbank, Nationale-Nederlanden en RVS. De veelzijdigheid van ING staat garant voor een grote diversiteit aan mensen, functies

www.ingmasterclass.nl

ING Masterclass 2006

en loopbaanmogelijkheden.

@#


M/V DEN HAAG

www.denhaag-vacatures.nl

wat een ambitie. En zodra je binnenkomt voel je het: dit is een grote gemeenschap. Met een veelheid aan mensen, culturen, architectuur en bedrijvigheid. Zo divers als het stadhuis, is heel Den Haag. Mensen die de grote stad draaiende houden door haar te organiseren, besturen en moderniseren. Daar wil je toch bij horen, daar wil je toch aan proeven, daar wil je van leren. Als dat voor jou opgaat, is werken in het traineeprogramma misschien wel iets voor jou.

Gemeente Den Haag Het traineeprogramma start elk jaar in september. Per 1 februari kun je je aanmelden via www.denhaagtrainees.nl.

Bij de gemeente Den Haag werken ruim 8000 mensen verdeeld over 14 diensten. Deze diensten zorgen gezamenlijk voor een enorm pakket aan dienstverlening aan haar inwoners. De ene dienst is meer met uitvoerend werk, de andere dienst meer met beleidstaken bezig. De miljardenbegroting dwingt tot een bedrijfsmatige en zakelijke werkwijze. Sommige onderdelen moeten zelfs concurreren met het bedrijfsleven om interne opdrachten te verwerven. De gemeente Den Haag heeft daarom zowel een maatschappelijke als bedrijfsmatige oriëntatie. Meer informatie en meer banen? www.denhaag-vacatures.nl

TRAINEE In Den Haag kun je twee jaar als trainee aan de slag op niveau Financiën & Control, Advies & Management en op Personeel & Organisatie. Je bent verantwoordelijk voor in elk geval twee projecten bij twee verschillende onderdelen van de organisatie. Met je coach en je mentor maak je een persoonlijk ontwikkelingsplan. Tijdens de eerste negen maanden volg je naast je werk een introductieprogramma. Daarnaast werk je nog gemiddeld 1 dag per week met andere trainees aan een gemeentebreed project of volg je een training. Meer weten? www.denhaag-trainees.nl of bel Nathalie Denz (070) 353 2502; mail: n.denz@bsd.denhaag.nl.

Kennis en vaardigheden • universitaire opleiding; • maximaal twee jaar werkervaring; • initiatief, teamgeest en een resultaat- en veranderings-gerichte houding. Arbeidsvoorwaarden • startsalaris ± € 2.483,-; • uitstekende opleidingsfaciliteiten; • baangarantie en postdoctorale opleiding na traineeprogramma.

Talentenjacht Foto: Bestuursdienst

128 x 184 mm - ECU'92

Waarom niet Den Haag ? Als je voor het stadhuis staat dan zie je het pas. Wat een gebouw,


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.