2 minute read

Oost-Betuwe, de vergeten strijd voor onze vrijheid

“Opa, hebben de geallieerden ook hier gevochten? Onze meester heeft verteld over operatie Market Garden en de brug bij Arnhem, maar hoe was het in de Betuwe?”

“Dat zal ik je vertellen. Wist je dat er nergens zo lang is gevochten als hier? Maar liefst 198 dagen! En alle oorlogsellende kwam over ons heen: hele dorpen sloegen op de vlucht en uiteindelijk werden er 60.000 mensen uit Oost-Betuwe geevacueerd. Hals over kop moesten ze vluchten en alles achterlaten. Het hele gebied kwam ook nog eens onder water te staan doordat de Duitsers de dijken doorstaken en later nog een keer omdat de dijken nog niet hersteld waren.”

Advertisement

“En ons dorp, opa?”

“Ochten was, als ik het goed heb, het zwaarst beschadigde dorp van heel Euro- pa. Geen steen stond meer op de andere.”

“De geallieerde troepen noemden het gebied hier ‘The Island’, kijk maar eens op Google maps”.

“Waar moet ik dan naar kijken?”

“Kijk, hier links heb je het Amsterdam-Rijnkanaal, dat was toen nog niet helemaal klaar, maar het bestond al wel. Dit kanaal bakende Oost- en West-Betuwe af. Dan heb je in het Zuiden de Waal, in het Noorden de Nederrijn en in het Oosten het Pannerdens kanaal. De geallieerden noemden dit gebied ‘The Island’, omdat het alleen over water te bereiken was. Via een brug of pontonbrug ofwel met een schip of veerboot. Precies zoals bij een echt eiland.”

“En Market Garden, weet u daar ook iets over te vertellen?”

“Zeker wel. De geallieerden wilden naar het Roergebied om de Duitse oorlogsindustrie uit te schakelen en daarna door te stoten naar de hoofdstad Berlijn om de genadeklap uit te delen. Jullie meester heeft vast verteld dat het helemaal misliep. Inderdaad, de brug bij Arnhem was ‘Een brug te ver’. Britse en Poolse soldaten die al aan de overkant van de Nederrijn terecht waren gekomen, moesten zich hals over kop terugtrekken naar ‘bevrijd’ gebied. Er werd zwaar gevochten bij de Nijmeegse Waalbruggen en ook de opmars door het gebied rondom Lent, Ressen en Oosterhout kostte veel slachtoffers, net zoals bij de luchtlandingen van Poolse soldaten bij Driel. In Elst en Bemmel zaten de inwoners dagenlang in de schuilkelders. Maar uiteindelijk hielden de geallieerden stand en bleef een gedeelte van de Betuwe en de Waalbruggen in geallieerde handen.”

“In oktober 1944 werd op rechtstreeks bevel van Hitler een nieuw offensief gestart om de Betuwe en de Waalbruggen weer in Duitse handen te krijgen. De geschiedschrijvers noemen deze periode ‘de frontlijnperiode’. De strijd barste weer in alle hevigheid los: vanuit Doornenburg richting Haalderen, vanuit Huissen richting Bemmel en vanuit Elden richting Elst werd vanuit het oosten de aanval ingezet. Vanuit het westen kwamen de Duitsers opzetten richting Opheusden. Alle aanvallen werden afgeslagen door de geallieerden. Maar ten koste van veel verliezen aan beide zijden.”

“Waar zijn al die gesneuvelde soldaten begraven? En die mensen uit de dorpen die zijn omgekomen?”

“In Huissen en Angeren werden de (tij- dens bombardementen) omgekomen burgerslachtoffers in massagraven begraven. Van de geallieerden, die uit vele nationaliteiten bestonden, kun je graven van Britse en Poolse soldaten vinden in Oosterbeek en Nijmegen, Milsbeek en Uden, Canadezen in Groesbeek, Amerikanen in Margraten en Duitsers in IJsselstein. In The Island zijn nog kleine begraafplaatsen (Slijk Ewijk, Welsh Division 10P), Heteren (Vliegeniers 21 P ) en Dodewaard (vliegeniers 4 P) en nog een aantal begraafplaatsen waar nog een enkele militair begraven ligt. Allemaal stille getuigen van de strijd hier in The Island.”

“Waren er ook vliegeniers bij?” “Jazeker. Er zijn zo’n 135 geallieerde vliegtuigen in het gebied neergestort. Er zijn ook veel Duitse crashes, voornamelijk van jachtvliegtuigen, geweest. Onlangs is nog een Duits toestel geborgen in Angeren. Er zijn menselijke overblijfselen bij gevonden en deze worden geidentificeerd door de BIDKL. Zo hopen wij maar dat er weer een familie rust kan vinden over een vermist familielid.”

“Misschien kan ik er een spreekbeurt over houden, opa. Waar kan ik nog meer te weten komen?”

“Bij het Betuws Oorlog Info Centrum. Die hebben ook een website: www.theisland44-45.nl. O ja, Museum Niemandsland in Gendt, daar kunnen ze je zeker meer vertellen. Je kunt gewoon een e-mail sturen naar: info@boic.nl.”

“Dankuwel, Opa.”

This article is from: