Kring Nieuws uitgave van kring
vrienden van ’s‑Hertogenbosch
Jaargang 32 nummer 1 januari 2006
Voorwoord
2
Harry Blankert
2
Uitnodiging
3
Geslaagd
4
Onthulling
4
Prijs voor Kring
5
De orgelkast in de Sint-Jan
6
Boschlogiecursus bestaat 15 jaar 8 Een avond 3+1
9
Bestuurstafel
9
Binnendieze op de schop
10
’s-Hertogenbossche Filatelisten Vereniging 75 jaar 12 We gaan naar Münster
14
Lezingen LEF
16
‘Je moet een beetje verliefd zijn op de stad’
17
De Oude Schuts
18
Stad van Lieve
20
Een nieuw thuis…
V H Voorwoord
Een nieuwe lente, een nieuw geluid. Hoewel het voorjaar nog enkele maanden op zich laat wachten is op de uitgave van het KringNieuws deze regel toch een beetje van toepassing. Want met dit eerste nummer van 2006 luidt de Kring een nieuwe uitgave in. Vanaf heden zal het KringNieuws voortaan in kleur verschijnen. Daar is de redactie heel verguld mee en we hopen dat ook de lezer deze verandering weet te waarderen.
Ook in dit eerste nummer van de 32ste jaargang vindt u weer veel nieuws over de cultuurhistorie van ’s‑Hertogenbosch. Er is de afgelopen maanden dan ook het nodige gebeurd. Groot nieuws is het feit dat de Kring een nieuw pand heeft aangekocht aan de Lombardpassage. Gidsen, schippers, leden van werkgroepen, maar ook belangstellenden zullen er in de toekomst niet alleen een gezellig onderkomen, maar ook een sfeervolle ambiance vinden om met elkaar te praten over heemkundige zaken die de stad aangaan. De Kring Vrienden van ’s‑Hertogenbosch is niet meer weg te denken uit de stad. Onlangs won diezelfde Kring de Vrijwilligersprijs oftewel de prijs Actief Burgerschap van de stad. Redactielid Nik de Vries was erbij en doet via foto en tekst verslag van de bijeenkomst in dit nummer. Jan Korsten volgde de aspirant-gidsen van de Kring toen zij een proeve van bekwaamheid aflegden. Zijn ervaringen vindt u ook in deze uitgave. Werkgroep LEF heeft in het nieuwe jaar weer grootse plannen. Ditmaal wordt een tweedaagse reis naar Munster georganiseerd. Vanaf heden kunt u zich aanmelden voor deze reis. En u weet: de reizen zijn snel volgeboekt dus wacht niet te lang. Ook het Binnendiezekoor deed weer van zich spreken in de afgelopen maand. Rinus van Rijswijk, zelf lid van het koor, doet verslag. Er staat nog veel meer in deze uitgave van het KringNieuws maar dat ziet u zelf wel. Kopij blijft altijd welkom bij de redactie. Graag verzoeken we u alle kopij te verzenden naar redactie@kringvriendenvanshertogenbosch.nl. Te vaak komt er kopij binnen op andere emailadressen van de Kring; het blijkt af en toe moeilijk om dan op tijd te kunnen reageren.
Kopij voor het maartnummer van het KringNieuws dient uiterlijk woensdag 22 februari 2006 in ons bezit te zijn. De redactie wenst u veel kijk- en leesplezier toe en staat open voor uw reacties! Foto omslag: Sum-em
Gerdie de Zeeuw-Nieuwenhuis
KringNieuws januari 2006, jaargang 32 nummer 1
In Memoriam
Harry Blankert
Op 1 december 2005 overleed, voor ons toch nog vrij onverwacht, op 75-jarige leeftijd Kringlid Harry Blankert. Harry begon zijn loopbaan bij de Kring als stadsgids. Enthousiast wist hij toeristen voor ’s‑Hertogenbosch te winnen. Harry is daarmee een echte Bosschenaar geworden, hoewel hij een Zeeuw van geboorte was. Behalve als stadsgids zullen vele Kringleden hem ook kennen als de man van de winkel in het oude Kringhuis aan het Tweede Korenstraatje. Van 1992-1997 was hij lid van de redactie van het KringNieuws. Vele bijdragen van zijn hand verschenen in die jaren in het KringNieuws. In december 1998 werd hij in de synagoge met een aantal anderen in het zonnetje gezet vanwege zijn 12 ½-jarig vrijwilligerschap bij de Kring. Harry zal echter de geschiedenis ingaan als de auteur van de Bossche vraagbaak, een vademecum voor een ieder, die in de Bossche geschiedenis is geïnteresseerd. Enkele voorproefjes van deze vraagbaak, overzichten van Bossche poorten en bruggen, verschenen in het Kringnieuws van maart en juni 1997. In 2003 verscheen de vraagbaak op cd-rom. Harry, bedankt voor alles wat je voor onze Kring hebt betekend. Theo van Herwijnen (oud-redactielid Kringnieuws)
U
Uitnodiging
Alle leden worden van harte uitgenodigd voor de Algemene Ledenvergadering van de Kring Vrienden van ’s‑Hertogenbosch op 12 april 2006 in de Azijnfabriek, Bethaniestraat te ’s‑Hertogenbosch. Vanaf 19.15 uur bent u welkom. De vergadering begint om 19.45 uur en duurt tot 21.00 uur. De agenda luidt als volgt: 1. Opening en welkom door de voorzitter. 2. Berichten van verhindering, ingekomen stukken en mededelingen. 3. Jaarverslag Kring over 2005. Verslag kascommissie. Vaststelling jaarrekening 2005. Decharge van de penningmeester. Verkiezing nieuw lid van de kascommissie. 4. Vaststelling contributie 2007. 5. Rondvraag. 6. Sluiting. 7. Ook vrijwilligerswerk. Lezing van de heer Sjef Hamers over vrijwilligerswerk in Soedan. Na afloop is er tot 22.45 uur gelegenheid om onder het genot van een drankje gezellig met elkaar na te praten. Frans van Sundert Secretaris
Toelichting op punt 7 van de agenda van de ledenvergadering Vught 23 november 2005
Zeer geachte Vrienden van ’s‑Hertogenbosch,
In september 1999 bereikte mij, adjudant bd der Genie, Hamers C.J., het verzoek van het Regiment Genietroepen of ik bereid was om in Zuid-Soedan een Bailybrug te willen bouwen. Het verzoek was afkomstig van Bisschop Paride Taban van het Diocees Torit in Zuid-Soedan Deze had zich gewend tot Pater M. Haumann van de Mill Hill Congregatie in Nederland met het verzoek het regiment Genietroepen om hulp te vragen bij de bouw van een Baileybrug. Aangezien het Regiment Genietroepen deze vraag niet kon en mocht honoreren, wendde de leiding van het regiment zich tot de gepensioneerde oud-instructeur van de KMA, Sjef Hamers.
KringNieuws januari 2006, jaargang 32 nummer 1
Soedan is het grootste land van van Afrika, met ongeveer 1 miljoen vierkante kilometer en de bevolking wordt geschat op 25 miljoen mensen. De regering wordt gevormd door het Nationaal Islamitisch Front, dat een fundamentalistisch bewind voert op basis van de sharia-wetten. In het christelijke zuiden wonen ongeveer 5 miljoen mensen waarvan de helft behoort tot de Afrikaanse stammen, waarvan de Dinka-stam de grootste is. Winkels zijn er niet en ook vergelijkbare infrastructuur is er niet. Met geld kun je niets kopen, alles gaat via de ruilhandel. Tot 1999 had World Food Programme, in de droge periode, voedsel gedropt in het zuiden van Soedan, voor het geval dit deel van het land dreigde om te komen van de honger. Door de burgeroorlog in dit deel van het land, verbood de regering van Soedan alle vluchten boven ZuidSoedan en moest WFP haar voedseldroppings staken. De bisschop besloot toen om deze voedseltransporten met vrachtauto’s te laten plaatsvinden. Tijdens de natte moesson komt echter het water met zo’n grote hoeveelheden uit de lucht en van de bergen dat het water in de rivieren stijgt tot soms wel zeven meter hoogte! Rivieren die doorwaadbaar zijn, veranderen dan in kolkende watermassa’s die niet meer zijn over te steken door mensen of dieren. Pater Haumann wendde zich tot hulporganisaties om gelden in te zamelen voor de koop van baileybruggen en daarna tot ons, voor de hulp bij de bouw. Met geldelijke steun en medewerking van: Cordaid Nederland,Cordaid Ierland, Cordaid Zwitserland, Mensen in Nood, Misio Munchen. Misio Aken, People Aid Noorwegen. De Duitse Bundeswehr, Strassenbauambt Ingolstadt. Verder door: door mij gehouden lezingen voor verenigingen, instellingen, politieke partijen en scholen, alsmede het schrijven van artikelen in kranten en tijdschriften en het houden van inzamelingen bij evenementen. Zo zijn wij er nu reeds in geslaagd om vier bruggen te bouwen in Zuid-Soedan. Deze bruggen aan de grenzen met Ethiopië, Oeganda en Kenya werden gebouwd onder leiding van drie Brabanders, te weten: Adjudant bd der Genie, Harrie Brekelmans uit Bokhoven, Adjudant bd der Genie, Sjef Hamers uit Vught en Adjudant der Genie, Henk Schuurs uit Boxtel.
U O
Onthulling
Alle bruggen werden gebouwd met mensen van de lokale bevolking, waarbij iedere werknemer 30 kg voedsel cq een pakketje kleding kreeg voor de uitgevoerde werkzaamheden. De adjudanten deden en doen dit als vrijwilligerswerk en zij die nog in actieve dienst zijn of waren, nemen hier vakantiedagen voor op. In januari 2006 vertrekken bovengenoemde personen om de vijfde en zesde brug te gaan bouwen. De materialen zijn reeds verscheept en moeten 27 november in de haven van Mombassa aankomen. Vervolgens met vrachtauto’s via Kenya en Oeganda naar Zuid-Soedan. Op dit moment vinden er vredesbesprekingen plaats tussen het Islamitische Noorden en het Christelijke Zuiden. Er heerst nu een wapenstilstand. Massa’s mensen willen terugkeren naar hun geboortegrond, doch dat is niet mogelijk zonder bruggen. Vandaar onze inspanning. Met vriendelijke groet, Sjef Hamers
Dit lied ontvingen wij van mevrouw Schrover. Het werd gezongen bij de onthulling van het standbeeld van Jeroen Bosch in 1934.
Geslaagd Wij staan hier in ’t hart onzer Stede geschaard En zingen een Bosschenaar ter eer, Want Meester Jeroen als een schilder vermaard Komt heden temidden van ons weer. Refrein: Gedrochten en duivels en kraters en vlam, Je snapt niet hoe Meester Jeroen er toe kwam, En daarom hoezee,hoezee,hoezee den Bosschenaar Hoezee,hoezee,hoezee den Bosschenaar. Hij was een kerel van zessen klaar, Hoezee den Bosschenaar! Jheronimus Bosch met je wonder penseel Je grillig en grollig genie, Je schilderde gaarne een Bijbels tafreel Maar liever nog spookse fantasie!
Als kroon op hun intensieve opleiding laten de geslaagde schippers van 2005 trots hun diploma zien. Van links naar rechts voorste rij: Paul Diekman, Bernadette Woerdman, Richard Teulings, Bert Migchielsen, van links naar rechts achterste rij: Loet Bos, Hans Smits, Gerda de Rouw, Martin van Zanten, Ad Vos. Niet op de foto maar ook geslaagd: Maarten Spaargaren. KringNieuws januari 2006, jaargang 32 nummer 1
Refrein: Gedrochten en duivels en kraters en vlam, Je snapt niet hoe Meester Jeroen er toe kwam, En daarom: Hoezee, hoezee, hoezee den Bosschenaar Hoezee, hoezee, hoezee den Bosschenaar, Hij was een kerel van zessen klaar, Hoezee den Bosschenaar!
P
Prijs voor Kring
De Kring Vrienden van ’s‑Hertogenbosch heeft dit jaar de Prijs Actief Burgerschap van de gemeente ’s‑Hertogenbosch gewonnen. De prijs, bestaande uit een beeldje en een bedrag van € 2500, werd op vrijdag 9 december uitgereikt door wethouder B. Eigeman.
Het was druk in het nieuwe bestuurscentrum achter het oude Stadhuis. Daar zouden de Prijs Actief Burgerschap en de Jongerenprijs worden uitgereikt. Voor beide prijzen waren verschillende nominaties bekend gemaakt. Tijdens de bijeenkomst werden de nominaties toegelicht door mevrouw M. van Iersel, voorzitter van het comité Prijs Actief Burgerschap. Eerst waren de jongeren aan de beurt. Hier waren twee genomineerden: Stijn Dunnewijk, die onder andere zich inzet voor een binnenvoorziening voor skaters, en Ufuk Kahya, die zich inzet voor imagoverbetering van Turkse jongeren. De prijs ging naar Stijn. Vooral diens inspanningen om overlast van skaters te voorkomen werden door de jury geroemd.
De Rosmalense Judo Club kent een aantal vrijwilligers. Zij plaatsen hun sport in een breder kader door kinderen weerbaarder te maken in deze voor hen soms zo moeilijke tijd. Ze brengen hun bij respect te tonen en te leren omgaan met winnen en verliezen. Zo kunnen de kinderen opgroeien tot volwaardige burgers. De Kring Vrienden van ’s‑Hertogenbosch kent meer dan 300 vrijwilligers. Op tal van terreinen zijn zij actief: wandelingen, rondleidingen, rondvaarten en andere speciale activiteiten verzorgen ze. Ze worden daarbij vakkundig begeleid en geschoold. Zo wordt een grote bijdrage geleverd aan de promotie van ’s‑Hertogenbosch. En dat is weer van onschatbare waarde voor de culturele, maatschappelijke en economische positie van onze stad. Als we zo de woorden van de jury horen, zal het niemand verbazen, dat de Kring met de prijs aan de haal ging. Een aantal bestuursleden en vrijwilligers betrad het podium om deze prijs in ontvangst te nemen. “Eindelijk,” zo vertolkte voorzitter Jo Timmermans de gevoelens van veel Kringleden. Het had al veel eerder kunnen gebeuren, maar de wegen van een onafhankelijke jury zijn soms ondoorgrondelijk. In zijn dankwoord vroeg Jo Timmermans nog eens aan de wethouder om herziening van het besluit de uithangborden van de Kring te doen verwijderen. “We willen ze graag terughangen aan onze panden, zodat deze voor toeristen en andere voorbijgangers makkelijker als zodanig te herkennen zijn. Daardoor komen deze mensen eerder binnen, wat weer goed is voor de promotie van onze stad,” aldus Jo Timmermans. Hij merkte verder op dat de Kring zich niet alleen bezig houdt met het verleden, zoals moge blijken uit de waardering voor het Paleiskwartier. Hij schonk de helft van het geldbedrag aan de beide andere genomineerden, welk gebaar zeer op prijs werd gesteld. De redactie feliciteert alle vrijwilligers met deze prijs. Het is een erkenning van het grote belang dat zij hebben voor de stad. Nik de Vries
De ‘grote’ prijs Na een spannend optreden werden de nominaties voor de Prijs Actief Burgerschap toegelicht. Het Buurtvader Comité Oost-Muntel, Graafsewijk is een positieve stimulans in roerige tijden. Tien vrijwilligers zetten zich in voor grote groepen kinderen en jongeren, gaan zo overlast tegen en doen verder mee aan tal van wijkactiviteiten. Zij hebben zo een voorbeeldfunctie, niet alleen voor hun etnische groep, maar voor de hele Bossche gemeenschap.
KringNieuws januari 2006, jaargang 32 nummer 1
Het beeldje dat hoort bij de Prijs Actief Burgerschap is vervaardigd door Cor Litjens uit Deesd. Hij maakt sinds vijf jaar deze beeldjes. Eerdere winnaars van de prijs waren: Stichting jeugdwerk Maaspoort (2001), Speeltuin ’t Kwekkeltje Rosmalen (2002), de dierenambulance (2003) en de Stichting Vrijwilligers terminale thuiszorg (2004). Het is een mooi lijstje, waar de Kring Vrienden van ’s‑Hertogenbosch prima in past.
D
De orgelkast in de Sint-Jan
Frans Sluijter is sinds 1984 enthousiast lid van de Kring en is al meer dan 20 jaar gids. Eerst leidde hij mensen de toren van de Sint-Jan op. Nu is hij actief als stadsgids en gids voor de Sint-Jan. Enkele jaren geleden stonden er rolsteigers in de kerk, voor de opbouw van de kerststal. Een goede gelegenheid voor Sluijter om eens naar boven te klimmen en de orgelkast van dichtbij te bekijken. Dat levert ruim 150 foto’s op van de houten beelden en reliëfs die de orgelkast versieren. Bijna allemaal zijn ze in prachtige conditie. Sluijter: “Als je in de kerk zit, zie je ze niet. Maar kijk bij het verlaten van de kerk maar eens goed omhoog. Een rijkdom aan houtsnijwerk uit de Renaissance.”
de Dom van Keulen te gaan om het timmerwerk daar eens te bekijken. De orgelkast in de Keulse Dom moet dienen als inspiratiebron. Simons gaat drie maal naar Keulen. De kerkmeesters kopen intussen een partij hout voor de orgelkast: geen planken, maar een aantal eikenbomen. Simons maakt een tekening en zaagt planken en balken, midden oktober is het materiaal voor de orgelkast klaar. Simons kan beginnen.
Het orgel van de Sint-Jan, het muziekinstrument, de pijpen, de registers, dat is allemaal beschreven. Maar de orgelkast, daarvan was tot voor kort niets bekend. Onderaan staan twee monogrammen: die van François Simons en van Gregorius Schysler. Wie zijn zij? Frans Sluijter wilde wel eens weten wie de orgelkast gemaakt heeft. Al snel krijgt hij contact met Leo Peters, archivaris van het bisdom. De geschiedenis van de orgelkast moet in het archief te vinden zijn. Geleid door Peters, die het archief kent als zijn broekzak, pluist Sluijter de archiefstukken uit van 1584 tot en met 1634. Hij leert het oude Nederlandse handschrift lezen. Soms zijn de brieven en contracten in het Latijn opgesteld. Frans heeft er een hele kluif aan. De historie wordt stukje bij beetje ingevuld.
Het verhaal van de orgelkast In juli 1584 slaat de bliksem in de hoge middentoren van de Sint-Jan. Er ontstaat brand in de houten toren, die vervolgens neerstort en een groot deel van het dak vernielt. Ook het oorspronkelijke orgel van Niehoff wordt onherstelbaar beschadigd. We zitten midden in de Tachtigjarige Oorlog en de middelen voor herstel zijn schaars. In 1592 wordt het dak hersteld. Dan komt er in 1608 een bestand dat 12 jaar duurt. De oorlogshandelingen worden gestaakt, de economie leeft op. Er komen middelen voor verder herstel van de kerk. Ook voor de verfraaiing van de kerk is geld beschikbaar. In 1616 maakt Johan de Weert het veelbesproken oksaal dat het koor scheidt van de kerkruimte. Op dat oksaal wordt een klein orgel geplaatst. De kast is van François Simons. De kerkmeesters besluiten vervolgens een groot nieuw orgel aan de westzijde van de kerk te plaatsen. Dat orgel moet rusten op twee stenen kolommen. De westmuur is niet sterk genoeg om daar een orgel aan te bevestigen. Jozef Duer krijgt, eveneens in 1616, opdracht die kolommen te plaatsen. Ze staan er nog steeds; het kost Duer 3 maanden werk, de rekening bedraagt 200 gulden. François Simons krijgt in 1617 de opdracht voor het timmerwerk voor de nieuwe orgelkast. De kerkmeesters raden hem aan naar KringNieuws januari 2006, jaargang 32 nummer 1
De kast kan uiteraard niet gemaakt worden voordat het orgel, het instrument, klaar is. Op zijn minst moet Simons de precieze afmetingen kennen. En dan gebeurt wat nu ook zou kunnen gebeuren: orgelbouwer Kiespenning uit Nijmegen krijgt het verzoek een bestek te schrijven. Vervolgens vragen de kerkmeesters een Engelse orgelbouwer die in Brussel werkt, John Bull, dat bestek te beoordelen. Bull heeft wat opmerkingen bij de tekening van Kiespenning en beveelt een protégé, de Brusselse orgelbouwer Matthijs Langendul aan. Kiespenning voelt zich gepasseerd, maar de kerkmeesters verzekeren hem dat hij nog in de race is. Ondertussen wordt met Langendul onderhandeld. De kerkmeesters hebben 6000 gulden voor het orgel gereserveerd, Langendul vraagt 9000. Hij vraagt bovendien uitstel, hij heeft het te druk. Langendul werkt ook voor het Spaanse hof en dat is belangrijker dan een orgel in een Brabantse provinciestad. In maart 1618 wordt Langendul door de kerkmeesters ontslagen van zijn verplichtingen, maar ook de naam van Kiespenning komt niet meer in het archief voor.
In juni 1618 tekenen de kerkmeesters Verschure en Van den Heuvel een contract met de Nijmeegse orgelbouwer Florentius Hocque. Zijn vader is een bekend orgelbouwer en deze zoon is ook getalenteerd. Beide partijen worden het eens over de prijs van 9600 gulden, heel wat meer dan het oorspronkelijke bedrag, zelfs meer dan Langendul in eerste instantie vroeg. In oktober 1618 is het ontwerp voor het orgel klaar en kan François Simons beginnen met het timmeren van de kast. Hij gaat opnieuw naar Keulen, waarschijnlijk via Venlo. In Venlo ontmoet hij Gregorius Schysler, een daar wonende beeldhouwer en schrijnwerker. Hij komt oorspronkelijk waarschijnlijk uit Tirol of ZuidDuitsland. Wat is de rol van deze beeldhouwer? De orgelkast van het Bossche orgel draagt de beeltenissen van zijn makers: François Simons en Gregorius Schysler. Maar heeft deze laatste echt aan het orgel gewerkt? Er is een brief bewaard waarin Simons aan Schysler vraagt hem te helpen. Het moet dus bijna wel.
Sluijter stuit op vragen Gregorius Schysler, ook bekend als Joris van Veenloo is een in die dagen bekend beeldhouwer in Venlo. Uit diverse rekeningen blijkt dat hij een vermogend man is. Waarom zal een bekend en vermogend beeldhouwer werken onder leiding van een Bossche timmerman? Hoewel, Simons is ook niet de eerste de beste. Naast het orgel dat vroeger op het oksaal in de kerk stond is ook de vierschaar in het Bossche Stadhuis door hem gemaakt. Het beeld dat in Venlo van Gregorius Schysler bewaard is lijkt niet op de beelden aan de orgelkast van de SintJan. Werkte hij in zulke verschillende stijlen? Zijn de beelden op de Bossche orgelkast inderdaad van hem of is het beeld dat nu in het Limburgs Museum in Venlo staat niet van Schysler? Andere beelden van Schysler zijn moeilijk op te sporen. Misschien staat er een heilig avondmaal van hem in Hamburg. Frans Sluijter maakt nu een beschrijving van de orgelkast: welke bijbelse figuren zijn afgebeeld, welke symboliek is tot uitdrukking gebracht, welke heiligen kijken ons vanuit de orgelkast aan. Hij vraagt zich af: wie heeft deze compositie ontworpen, hoe is de kast werkelijk tot stand gekomen. De fantasie ligt op de loer: het zou zo aardig zijn om te concluderen dat … Leo Peters kijkt voortdurend mee en waakt voor misstappen. Beweringen moeten natrekbaar zijn. Conclusies mogen niet zonder voldoende feitenkennis genomen worden. U hoort vast nog eens meer over François Simons en Gregorius Schysler KringNieuws januari 2006, jaargang 32 nummer 1
Hoe het verder ging In 1619 of misschien 1620 is het orgel klaar. De kast zit erom. Hocque is inmiddels overleden en de kerkmeesters moeten nog 800 gulden betalen aan zijn erven. In 1629, voordat het orgel officieel gekeurd is, komt de Sint-Jan in handen van de gereformeerden. Zij stellen andere eisen aan een orgel. In de rooms-katholieke mis ondersteunt het orgel het koor. In de reformatorische dienst heeft het orgel een solistische functie en ondersteunt de samenzang. Aan het orgel wordt door Galtus Germeisen en Gerard Galtussen een groot aantal pijpen toegevoegd, het front wordt gewijzigd. In 1634 is het eindelijk klaar en goedgekeurd. Later is het orgel nog diverse malen gerestaureerd. De restaurateurs van nu hebben de restauratie van Heinemann uit de 18de eeuw gekozen als ijkpunt. Marjan Vonk Foto’s: Frans Sluijter
V
Boschlogiecursus bestaat 15 jaar
Op zaterdag 29 oktober 2005 werd het 15-jarig jubileum gevierd van de cursus Boschlogie. De belangstelling voor deze viering overtrof de stoutste verwachting van de organisatie. Het is een uniek fenomeen in Nederland: de cursus Boschlogie, waarin de cultuurhistorie van de gemeente ’s‑Hertogenbosch centraal staat. Meer dan 1600 mensen hebben inmiddels het felbegeerde certificaat van afgestudeerd Boschloog op zak. Sinds enige tijd is de cursus uitgebreid met een cursus Jeugdboschlogie en RAMBO: Raadsleden en Ambtenaren Boschlogie. Tijdens de feestelijke bijeenkomst eind oktober werd opnieuw een cursus ten doop gehouden: de stad Gouda is onlangs gestart met de eerste cursus Goudologie in navolging van de cursussen Boschlogie. Vertegenwoordigers van de gemeente Gouda waren tijdens het jubileum aanwezig en genoten met volle teugen van de Boschlogensfeer die de hele dag voelbaar was in het Koning Willem I College De organisatie had een bijzonder feestelijk programma georganiseerd met veel activiteiten zoals lezingen, film en een informatiemarkt waarbij diverse Bossche culturele en cultuurhistorische organisaties zich presenteerden. Het thema van de dag luidde: De toekomst van het Bossche verleden. De redactie vroeg (vesting)Boschloge mevrouw Annie van der HorstBraks om een reactie op die jubileumdag. Hier volgt haar relaas.
“De Binnenstad is het podium van ’s‑Hertogenbosch.” Met deze conclusie van Burgemeester Rombouts waren alle 750 aanwezigen bij de viering van 15 jaar Boschlogie het roerend eens. Zaterdag 29 oktober, een zonnige dag, een uitgelezen gezelschap, veel blikken van herkenning. Het reüniegevoel typeerde het feestje van de Boschlogen. Wat was het gezellig in en rondom Hal W op het terrein van het Koning Willem I-College. De stadspijpers bliezen ijverig hun ouverture en probeerden met hun oude instrumenten het rumoer te overstemmen. Pas nadat iedereen in de grote hal een plaatsje gevonden had, heette Coen Free de Boschlogen welkom. Hij riep de initiatiefnemers in herinnering en benadrukte nog eens het belang van het onderhouden en bewaren van de cultuurhistorisch waarden van de stad. Burgemeester Rombouts die ook aanwezig was complimenteerde Coen Free, Nort Lammers en wijlen Peter Jan van der Heijden met het succes van de cursussen Boschlogie. Hij bedankte alle afgestudeerde Boschlogen die enthousiast blijken te zijn van de stad en dus haar beste ambassadeurs zijn. Ook bracht KringNieuws januari 2006, jaargang 32 nummer 1
Rombouts onder de aandacht dat hij beseft dat de stad veel meer is dan de gemeente, dat investeren in cultuur ook economisch aantrekkelijk blijkt te zijn. Hij vroeg of alle Boschlogen mee willen denken over de viering van de 500ste sterfdag van Jeroen Bosch in 2016 zodat het een spetterend Jeroen Boschjaar kan worden waardoor ’s‑Hertogenbosch als stad van Jeroen Bosch op de wereldkaart komt. Vervolgens was er een lezing door Prof. dr. Gerard Rooyakkers, hoogleraar Nederlandse etnologie. Zijn onderwerp luidde: De toekomst van de Bossche cultuurhistorie. Rooijakkers meldde daarna dat de toestand in de wereld “ernstig” is. Hij haalde de journalist Tonnie van der Meulen aan. Volgens deze heerst er in ’s‑Hertogenbosch een “oude heldenvirus”. De ontwikkeling van de stad wordt volgens hem daardoor in de kiem gesmoord. Maar de bedreiging van cultuurhistorie zal altijd tot reddingsoperaties aanleiding blijven geven. Wat en hoe moet iets bewaard blijven? Hoe ver kunnen we gaan? Van de binnenstad een openluchtmuseum of toch een folkloristisch pretpark maken? Roooijakkers had als belangrijkste aanbevelingen voor de stad: de ethiek van de onthouding en cultuur van langzaamheid waardoor de omloopsnelheid van de dingen niet te hoog wordt en deze de tijd en de kans krijgen om oud te worden (de Markt). De leesbaarheid van de stad, met sporen uit allerlei episodes, is belangrijk voor mensen, voor het collectief geheugen van ouderen en voor jongeren. Als de Boschlogen warm lopen voor het cultuurhistorisch bewustzijn, de ontwikkelingen niet angstig maar wel kritisch volgen, ook sporen van deze tijd in ’s‑Hertogenbosch durven achterlaten, dan zal Het Oude Heldenvirus een geuzennaam worden. Daarna waren er tal van lezingen waarvoor de Boschlogen zich van tevoren hadden aangemeld. Zeer veel hilariteit ontstond er toen dr. Cees Slegers aan het eind van de dag zijn humoristische lezing gaf. Het slot werd erg gezellig door de komst van de Kikvorschen. Toen deze begonnen aan hun muziekske stonden de echte Bosschenaren opeens massaal op, verlieten de zaal en kwamen met een biertje in de hand allemaal terug en gingen aan de hangtafels staan. Kennelijk zijn Kikvorschen en bier onverbrekelijk met elkaar verbonden!
E B Een avond 3+1
Bestuurstafel
Eén Kringhuis voor alle vrijwilligers
Vrijdag 2 december vond er in Het Kikkertje een Korenfestival plaats. Maar liefst drie koren en een blaaskapel hebben deze avond opgeluisterd en het publiek een onvergetelijke avond bezorgd. Hier traden op het mannenkoor Cantaros, het koor ’t Kumpt Vaneiges, het Binnendiezekoor en de blaaskapel Navenant onder leiding van Pieternel Klösters. Er werd om de beurt gezongen door de drie koren en in de pauze speelde Navenant. Aan het einde van de sessies traden de koren gezamenlijk op.
Laat ik even uitleg geven van de koren, zodat u kunt begrijpen dat het geheel een groot succes was. Cantaros: de naam even mooi als de liederen die men ten gehore bracht. Er daalde een serene rust neer tijdens de uitvoering, soms dartel dan weer maestoso. Maestro Theo Kroon leidde dit koor tot in hogere sferen. Bravissimo! Het koor ’t Kumpt Vaneiges is een groepje zangers, te weten Brabanders pur sang. Grappige liedjes over het Brabantse leven, levensechte verhaaltjes met name van vroeger. Zo leuk en zo herkenbaar dat men de krentenmik, de balkenbrij en de brandewijn als het ware kon proeven. Met een beetje fantasie kon men het hooi ruiken. Tussen de liedjes gaf de koorleider enige uitleg en dat op zijn Ballekums, wat het al opgeroepen Brabants sfeertje alleen nog maar versterkte. Pure Brabantse cultuur dus. Leven wij niet op deze grond die zo liefdevol bezongen wordt? Denkend aan Brabant komen de liedjes Vaneiges. U ziet hoe weinig men nodig heeft om gelukkig te kunnen zijn. Het Binnendiezekoor zal u bekend zijn. Kent u het niet, of heeft u het nog nooit gehoord, dan is dit een uitnodiging voor de eerstvolgende keer om te komen luisteren. Laat het u gezegd zijn! Het koor brengt een keur van liederen in de Nederlandse en de Engelse taal, vrolijke en iets minder vrolijke, of mooie luisterliedjes. Ook hier zwaait Theo Kroon de dirigeerstok. Onder zijn bezielende begeleiding hoort u wat u maar zelden hoort. Aanvaard onze dank hiervoor, maestro! Tot ieders genoegen heeft de blaaskapel Navenant in de pauzes haar beste beentje voorgezet. Leuke deuntjes, meezingers of stampers, voor elk wat wils. Mooi koperwerk, zowel in uitvoering als in aanschouwing. Samengevat was dit een schitterende avond en onze dank gaat uit naar de organisatie, de gastvrouwen en gastheren van O.O.S.H.V. die ons onderdak hebben verleend. Tot slot hebben de drie koren gezamenlijk het lied Brabander ben ik gezongen. Publiek en koren waren één massa Brabanders op dat moment. Imposant en huiveringwekkend ontroerend. En iedereen zong oprecht, sommige met een brok: “Brabant, O, Brabant, je zingt in mijn bloed, dat ik hier mag leven, dat doet me goed!” Tot een volgende gelegenheid! Houdoe, Rinus van Rijswijk
KringNieuws januari 2006, jaargang 32 nummer 1
Na lang zoeken is het gelukt. Op de valreep van 2005 hebben we een nieuw Kringhuis gevonden. Het bestuur heeft besloten tot aankoop over te gaan van het pand gelegen aan de Lombardpassage 10-16. Het nieuwe onderkomen wordt dé ontmoetingsplek van alle vrijwilligers: gidsen, schippers, werkgroep- en commissieleden. Hiermee gaat een lang gekoesterde wens van velen in vervulling. Het nieuwe Kringhuis wordt tevens de werkplek voor de medewerkers van het bestuurssecretariaat, de administratie en de reserveringen, biedt onderdak aan de bibliotheek en fungeert als bestuurscentrum. De baliefunctie blijft gehandhaafd in het Prentenmuseum. Overigens worden de mogelijkheden onderzocht om ook een balie voor de verkoop van wandelingen en rondleidingen te openen in het Diezehuis. Eén Kringhuis voor alle vrijwilligers: een plek om elkaar te ontmoeten, koffie te drinken voor of na het gidsen en/of varen of rustig de post en tijdschriften te lezen. En om te werken natuurlijk: er komen diverse flexibele, goed geoutilleerde werkplekken waar de vrijwilligers gebruik van kunnen maken. Een bouwcommissie, onder leiding van Frans van Sundert, treedt in overleg met de belanghebbenden om wensen en ideeën over de inrichting en verbouwing van het Kringhuisgedeelte te verzamelen. De overdracht van het nieuwe pand is op 1 februari 2006. Het plan is de verbouwing rond de zomer gereed te hebben en daarna te starten met een gefaseerde verhuizing. Het doel is in januari 2007 het nieuwe Kringhuis geheel gereed en operationeel te hebben. Foto’s: Sum-em
B
Binnendieze op de schop
De restauratie van de Binnendieze was een gigantische operatie. Ze is uitgegroeid tot het grootste, langdurigste en kostbaarste waterbouwkundig restauratiewerk van Nederland. De totale lengte van de huidige Bossche stadsrivier is 3630 meter, waarvan 2340 meter open en 1290 meter overkluisd. De eerste fase van de herstelwerkzaamheden startte in januari 1973 in de Uilenburg, de gehele restauratie van de Binnendieze heeft zo’n 25 jaar geduurd.
De drooggelegde Kleine Vughterstroom ter hoogte van de Kruisbroedershof
schoongespoten. Daarna worden loszittende stenen verwijderd. Boven de waterlijn worden drie lagen voegwerk uitgekrabd en weer gevoegd met een mortel die meer resistent is tegen de zure omgeving van het Binnendiezewater dan destijds bij de restauratie is gebruikt. Onder de waterlijn worden de muren dichtgepleisterd, wat een betere bescherming geeft tegen agressieve stoffen in het water,” vertelt projectleider Arnold de Haart van de gemeente ’s‑Hertogenbosch.
Ruim 30 jaar na het begin van de restauratie bleek er meer onderhoud nodig te zijn aan de gerestaureerde Binnendiezemuren dan aanvankelijk was geraamd. Tijdens het reguliere onderhoudswerk kwam naar voren, dat er veel slecht voegwerk onder de waterlijn zat. Bovendien waren er meer plaatsen die gerepareerd moesten worden dan eerst gedacht. De gemeente ’s‑Hertogenbosch heeft daarop het bestaande onderhoudsplan aangepast en is in 2004 gekomen met het Projectplan Reparatie Voegenwerk Binnendieze. De uitvoering van de eerste fase van dit groot onderhoudsplan heeft plaatsgevonden in november 2004 aan de Binnendiezemuren van de Vughterstroom in de Uilenburg. Met de opgedane ervaringen uit dat jaar is afgelopen najaar fase 2 van het onderhoudsplan uitgevoerd. In het kader hiervan is een ander deel
Troep Toen het waterpeil van de Binnendieze in november 2005 zo laag was, werd allerhande troep zichtbaar die normaal door het water niet te zien is. Aan de achterzijde van restaurant De 4 Azen aan de Vughterstraat lagen zelfs twee grote koekenpannen, een zoutvaatje, een pepermolen en borden op de tijdelijk drooggelegde bodem. Volgens schippers van de rondvaarten ligt de hele Binnendieze vol spul uit de horeca. Wat behalve de vele troep op de bodem echter ook heel goed te zien was: de dichtgemetselde overkluizing van de uitmonding van de in 1950
van de Binnendieze, de Kleine Vughterstroom en het gedeelte waar de Kerkstroom en de Kleine Vughterstroom samenvloeien, tot op de bodem drooggelegd. Beschadigd voegwerk onder de waterlijn wordt dan beter zichtbaar. “Eerst worden de muren en funderingen onder zeer grote druk (400 bar)
gedempte Parkstroom. In totaal was zo’n 550 meter van de Kleine Vughterstroom drooggelegd. Vanaf de Kruisbroedershof en het Kruisbroedersstraatje (bij het bruggetje tegenover de sacristie van de SintCathrienkerk) kon je een deel van de drooggelegde Kleine Vughterstroom goed in ogenschouw nemen.
KringNieuws januari 2006, jaargang 32 nummer 1
scheurwijdtemeters in huizen en muren aangebracht. Reeds aanwezige scheuren werden hiermee door een onafhankelijk expertisebureau in kaart gebracht. “Dat bureau heeft zijn bevindingen bij de notaris gedeponeerd. Huiseigenaren konden dan achteraf vaststellen dat scheuren zijn ontstaan door de werkzaamheden. Anderzijds kon de gemeente hiermee aantonen dat ze zorgvuldig te werk is gegaan,” licht Arnold de Haart toe. Voor zo ver bekend, zijn er geen problemen (scheuren en zettingen) ontstaan als gevolg van de verlaging van de grondwaterstand aan de andere kant van de Binnendiezemuren. Het punt waar de Kerkstroom (rechts) uitmondt in de Kleine Vughterstroom Een dam van kleigrond aangebracht in de Kerkstroom. Op de achtergrond de overkluizing waarop de apsis van de SintCathrienkerk is gebouwd
De dichtgemetselde overkluizing van de in 1950 gedempte Parkstroom
Huiseigenaren De Binnendiezemuren en overkluizingen, die in veel gevallen onderdeel vormen van de funderingen van de bovenstaande huizen, zijn voor het grootste deel in particulier bezit. De gemeente ’s‑Hertogenbosch bezit zelf slechts een gering aantal eigendommen rondom de Binnendieze. Desondanks heeft de gemeente het besluit genomen om de kosten van het groot onderhoud voor haar rekening te nemen. Alle betrokken huiseigenaren werden aangeschreven
Verdere plannen November 2004 is de Vughterstroom gerepareerd, medio december 2005 was het werk aan de Kleine Vughterstroom klaar. De muren aan deze Binnendiezetakken kunnen er weer enkele tientallen jaren tegen. “Wat resteert zijn de Verwersstroom, de Groote Stroom en de Kerkstroom, die zijn de komende jaren aan de beurt. Het repareren van de Binnendiezemuren aan de Groote Stroom zal waarschijnlijker moeilijker worden, omdat daar
en kregen een overeenkomst ter ondertekening aangeboden. De gemeente zou het onderhoud uitvoeren en de kosten ervan dragen. De eigenaren moesten toestemming verlenen, maar konden geen rechten ontlenen aan de overeenkomst. Zij bleven zelf verantwoordelijk voor de muren en overkluizingen. Bij de sacristie van de Sint-Cathrienkerk en in het Kruisbroedersstraatje zijn peilbuizen geplaatst. Een peilbuis meet het grondwaterpeil en registreert hoe ver het grondwater zakt als gevolg van de verlaging van de waterstand in de Binnendieze. Ook werden er
minder met het soort funderingen is gewerkt dan bij de Vughterstroom en Kleine Vughterstroom,” aldus Arnold de Haart.
KringNieuws januari 2006, jaargang 32 nummer 1
Tekst en foto’s: Ed Hupkens Lid Werkgroep Binnendieze Bronnen Frans van Gaal en Peter Verhagen, ’s‑Hertogenbosch binnen de Veste, een historische verkenningstocht, ’s‑Hertogenbosch 2001 Ed Hupkens, Pannen in de Binnendieze, Brabants Dagblad, in de rubriek Logboek, 24 november 2005 Jan van Oudheusden, Binnendieze, de stadsrivier van ’s‑Hertogenbosch, ’s‑Hertogenbosch en Zwolle 2001
H
’s-Hertogenbossche Filatelisten Verenigi De Vereniging is opgericht op 8 oktober 1930 tijdens een vergadering in Hotel Central aan de Bossche Markt. Het hotel bestond toen overigens 25 jaar, zodat in 2005 het 100-jarig bestaan gevierd werd. Tijdens een feestelijke avond op 8 oktober 2005, natuurlijk in Hotel Central, is het 75-jarig bestaan van de vereniging gevierd. Tevens werd het boek Jubileumboek 75 jaar ΄s-Hertogenbossche Filatelisten Vereniging ten doop gehouden. Is de werkgroep Verzamelaars Hertog Jan bekend met de voorkant van ansichten, de filatelisten zijn meer geïnteresseerd in de achterkant waar zich de postzegels bevinden. Althans dat was mijn gedachte voor ik dit verhaal ging schrijven. Er zijn meer raakvlakken dan ik eerder voor mogelijk had gehouden. In mijn jeugdjaren spaarde ik ook postzegels en kende ik alleen postzegelboeken om ze in te stoppen. Tijdens het interview met Peter Teurlings, de huidige voorzitter van de filatelistenvereniging, werd mij al snel duidelijk dat filatelie heel wat meer betekent dan postzegels sparen.
Concertgebouw, gebouw van de Liedertafel Oefening en uitspanning
Voordat in 1930 de (toen nog) ‘s-Hertogenbossche Vereeniging van Postzegelverzamelaars werd opgericht, was onze stad niet verstoken van activiteiten op filatelistisch gebied. In 1895 werd er in de Brabantse hoofdstad een propagandatentoonstelling gehouden, georganiseerd door de afdeling Utrecht van de Nederlandsche Vereeniging van Postzegel-Verzamelaars, in samenwerking met de ‘s‑Hertogenbossche Club van Postzegelverzamelaars. Een en ander blijkt uit een advertentie in de Provinciale Noordbrabantsche en ’s‑Hertogenbossche Courant van 30 mei 1895, met de introductiekaart voor de tentoonstelling op 2 juni 1895 en een bewijs van toegang. De expositie vond plaats in het gebouw van de Liedertafel Oefening en uitspanning, het latere Concertgebouw. Tegenwoordig staat er de Eurocinema. De tentoonstelling werd ook aangekondigd in het Nederlandsch Tijdschrift voor Postzegelkunde van mei 1895. In dat tijdschrift werd de tentoonstelling uitgebreid beschreven, er was zelfs een plattegrond afgedrukt. De Bosschenaren die wat exposeerden, waren H. Cleerdin, Verhagen,
H. de Jong en L. Rijkhoek. Daarnaast waren er nog vijf deelnemers van buiten de stad. Aan het einde van de 19de eeuw werden er nog niet vaak postzegeltentoonstellingen gehouden, er bestonden ook nog geen tentoonstellingsklassen. Waarschijnlijk werd er ook niet gejureerd, het was immers een propagandatentoonstelling. De Nederlandse Vereniging van Postzegelverzamelaars is de oudste van Nederland en werd in 1884 opgericht. Ze vierde haar 100-jarig bestaan met de tentoonstelling Filacento, die in 1984 in Den Haag werd gehouden. Ze telt tegenwoordig 21 afdelingen en ongeveer 2500 leden. De pioniers Begin oktober 1930 namen drie Bossche postzegelverzamelaars, J.L. Frissen, J.H.M. Prinssen en Fr.F.G. Scheefhals, het initiatief om een vereniging op te richten. Zij vonden een drietal verzamelaars bereid om lid te worden van de op te richten vereniging: J. van de Merendonk, A. Berendsen en A. Kirchholtes. Afgesproken werd dat de heer Prinssen een ingezonden brief zou plaatsen in Het Huisgezin en de Provinciale Noord-Brabantsche en ‘s‑Hertogenbossche Courant. Hierin zouden de Bossche verzamelaars worden opgeroepen lid te worden van de postzegelvereniging in oprichting. Op 29 november 1968 werden bij Ministerieel Besluit de statuten van de vereniging gewijzigd en veranderde de naam van ‘s-Hertogenbossche Vereeniging van Postzegelverzamelaars in ‘s-Hertogenbossche Filatelisten Vereniging. Van 9 tot 11 oktober 1970 werd in het Noordbrabants Museum een tentoonstelling gehouden bij het 40-jarig bestaan van de vereniging. In 1975 werd groots uitgepakt met een regionale tentoonstelling in de Brabanthallen, genaamd Jeroen Bosch. Er werden een speciale envelop en een kaart uitgegeven ter gelegenheid van de Dag van de Postzegel. Ook tijdens het 800-jarig bestaan van onze stad heeft men van zich laten spreken, wederom in de Brabanthallen, met een expositie van internationale allure. De locaties Vanaf de oprichting in 1930 tot 1965 vertoefde men in Hotel Central. Aardig om te weten is dat juist op deze plaats van 1870 tot 1896 het Bossche postkantoor was gevestigd. De andere gastlocaties waren ook wel van aparte klasse: Hotel de Postzegel in de Karrenstraat, Oranje Hotel in de Verwersstraat, Cosmopoliet in de Snellestraat. Bij deze laatste verbleef men ook permanent van 1965 tot 1968. Daarna ging men over de grens naar Hotel Modern aan het Marktveld in Vught. Daar bleef men ruim 20 jaar zitten. In deze jaren maakte men ook een grote bloei
KringNieuws januari 2006, jaargang 32 nummer 1
ing 75 jaar Speciale activiteiten In een actieve vereniging gebeurt veel. Elke 5 jaar wordt het lustrum gevierd. Elke maand doet men iets extra’s tijdens de ledenvergadering, zoals een gastspreker die over iets anders praat dan filatelie. Elke maand is er een gewone veiling en twee keer per jaar een wilde veiling voor leden. Met het eigen blad Hertogpost, dat maandelijks verschijnt, worden de leden op de hoogte gehouden van wat er speelt in hun eigen vereniging en in filatelieland. Er gebeurt dus van alles en er is veel meer te doen rondom een filatelist. Overdenk dit eens als u een postzegel, brief of poststempel bekijkt. Werkgroep Verzamelaars Hertog Jan Rob Hoogeboom
Hotel Café Restaurant De Postzegel
Station van P. Cuypers, gewoonte om voorkant te beschrijven
13
door met ruim 600 leden in 1985. In 1988 verhuist men naar het restaurant van het Brabantbad aan de Grobbendoncklaan in ’s‑Hertogenbosch. Nooit geweten dat in de tijd dat ik daar aan het zwemmen was, deze vereniging tussen het biljarten door haar bijeenkomsten organiseerde. Vanaf januari 1994 wordt er tot op de dag van vandaag onderdak gevonden bij Sociaal Cultureel Centrum De Helftheuvel. Bij het begin van het jubileumjaar 2005 telde de vereniging 355 leden. Meer dan postzegels alleen In het begin van dit verhaal haalde ik het al aan. Als men het jubileumboek erop naslaat, kan men lezen dat filatelie meer inhoud heeft. Men treft er artikelen over de geschiedenis van de Sint-Janskathedraal van ’s‑Hertogenbosch in de filatelie, het postkantoor aan de Kerkstraat, reclame-uitingen op zakelijke post in ’s‑Hertogenbosch, de reclamehandstempels van ’s‑Hertogenbosch, Jan Sluijters (1881-1957) Bosschenaar van geboorte, kunstenaar en postzegelontwerper, aangetekende verzending in ’s‑Hertogenbosch, de typenraderstempels van ’s‑Hertogenbosch en automatische briefpostverwerking in ’s‑Hertogenbosch. In dit verhaal gaat het te ver om al die onderwerpen verder uit te diepen, maar dat het boek met aandacht gelezen zal worden, daar twijfel ik niet over. Bij mij heeft het geholpen om wat breder te kijken en de eigen verzameling nog eens letterlijk onder de loep te nemen. Op de laatst bezochte verzamelaarsbeurs viel mij inderdaad op dat menig persoon veel meer aandacht had voor alleen de achterkant van een kaart of de voorkant van enveloppen.
KringNieuws januari 2006, jaargang 32 nummer 1
Bronvermelding; Interview met Peter Teurlings Jubileumboek 75 jaar Jubileumcatalogus Hertogpost 2005 www.hertogpost.nl Ansichten: Rob Hoogeboom
W
We gaan naar Münster Na de geslaagde weekendtrips naar Lille (2003), Trier (2004) en Maastricht en Luik (2005) staan voor het voorjaar 2006 twee excursies naar Münster op het programma. De Werkgroep LEF heeft een aantrekkelijk programma opgesteld met veel aandacht voor cultuur, stedenschoon en culinaire genietingen.
Münster, de hoofdstad van Westfalen, is een van de mooiste steden van Duitsland. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd 90% van de historische binnenstad verwoest. Na de oorlog werd de stad op bewonderenswaardige wijze herbouwd. Met handhaving van het middeleeuwse stratenpatroon werden historische monumenten als de Domkerk, het Raadhuis en de vele koopmanshuizen praktisch van de grond af minutieus gereconstrueerd. Resultaat is een compacte, sfeervolle binnenstad met een uitgebreid winkelareaal, grotendeels “onder de bogen”, interessante musea en vele gezellige restaurants en terrassen. Maar ook de directe omgeving van de stad heeft veel fraais te bieden in de vorm van prachtige kastelen en landgoederen, zoals u tijdens een bustocht kunt ontdekken. De excursies vinden plaats gedurende de weekends van 20-21 mei en 10-11 juni 2006.
De Lambertuskirche
KringNieuws januari 2006, jaargang 32 nummer 1
Het programma voor beide reizen is als volgt: Zaterdag 07.30
Vertrek van de BBA-bus vanaf parkeerplaats Barkhotel (station Oost) te ’s‑Hertogenbosch. 09.00 - 10.00 Frohes Frühstücksbuffet in Bauerncafe Büllhorsthof bij Kevelaer. Grote keuze uit eigengebakken biologisch brood en broodjes, vleeswaren en kaas van de boerderij. 11.30- 12.00 Aankomst te Münster, inchecken in viersterren-Hotel Conti Am Hauptbahnhof. 12.30 - 14.00 Westfaalse middagmaaltijd in Gaststätte Großer Kiepenkerl 14.00 - 16.00 Stadswandeling onder leiding van Nederlandstalige gidsen. Onder meer met bezoek aan de Domkirche en de Friedenssaal waar de Vrede van Münster in 1648 werd getekend. 16.00 - 19.00 Vrij te besteden. 19.00 - 22.00 Diner in historisch restaurant Stuhlmacher naast het Raadhuis aan de Prinzipalmarkt.
Het Raadhuis
15
Zondag 08.00 Ontbijtbuffet in Hotel Conti. 10.00 – 16.00 Onze bus staat klaar voor het eerste deel van de bustour: Drei Perle des Münsterlandes. Bezocht worden het barokke waterkasteel Nordkirchen, ook wel het Westfaalse Versailles genoemd, de burcht Vischering in Luedinghausen waar de Middel eeuwen en de vroege Renaissance weer tot leven komen en tot slot de burcht Hülshoff, gelegen voor de stadspoorten van Münster en geboortehuis van de dichteres Anette von Hülshoff. 16.00 - 17.00 “Kaffee mit Kuchen” in Gasthaus Am Schlossgarten in de botanische tuinen van de universiteit van Münster. 17.00 Aanvang terugreis. 18.30 – 19.30 Dinerbuffet in Bauerncafe Büllhorsthof bij Kevelaer. 21.00 Aankomst bij Barkhotel ’s‑Hertogenbosch. Onze vorige reizen waren snel volgeboekt. Wacht dus niet te lang met u op te geven voor deze speciale vriendenreis. Het aanmeldingsformulier
De Hülshoff KringNieuws januari 2006, jaargang 32 nummer 1
De Dom kunt u downloaden van de website www.kringvriendenvanshertogenbosch.nl of tijdens de openingsuren afhalen bij het Kringhuis. Paul Nuijten
De deelnameprijs bedraagt 2 195,- per persoon. In dat bedrag zijn inbegrepen: – Vervoer per luxe touringcar; – Uitgebreid ontbijtbuffet op heenreis; – Overnachting en ontbijt in 4-sterren hotel; – twee lunches; – twee diners; – koffie met gebak; – stadswandeling met Nederlandstalige gidsen; – bezoek Friedenssaal; – bustocht door Münster en omstreken met bezoek aan drie waterburchten; – dinerbuffet tijdens terugreis; – entreegelden Friedenssaal en Waterburchten.
L J Lezingen LEF
Voorjaar 2006 organiseert de Werkgroep LEF opnieuw een aantal lezingen. Ze vinden plaats in de Azijnfabriek, Bethaniestraat 4 te ’s‑Hertogenbosch. Alle lezingen beginnen om 20.00 uur en de toegang is gratis.
Dinsdag 17 januari: Presentatie Historische Atlas van ’s‑Hertogenbosch De Historische Atlas van ’s‑Hertogenbosch laat aan de hand van fraai historisch beeldmateriaal stap voor stap zien hoe de ruimtelijke ontwikkeling van ’s‑Hertogenbosch zich heeft voltrokken. De auteurs Ernest Verhees en Aart Vos verzorgen een uitgebreide presentatie aan de hand van een groot aantal illustraties en kaarten. Beiden zijn als historicus werkzaam bij het Stadsarchief van ’s‑Hertogenbosch. De Historische Atlas schetst een bijzonder helder en rijk geïllustreerd beeld van de groei van de stad vanaf de vestiging van enkele kolonisten op de Markt in de vroege Middeleeuwen tot de stad van 130.000 inwoners die ’s‑Hertogenbosch vandaag is.
Dinsdag 21 februari: Volksgerichten in oostelijk Noord-Brabant Wie zich niet hield aan algemeen geaccepteerde waarden en normen, waarbij vooral het begrip ‘eer’ een centrale plaats innam, kon onderworpen worden aan ongenadige bestraffingen. De overheid begon in de loop van de 18de eeuw dit soort volksgerichten dan ook als ongeoorloofd te beschouwen. Over dit onderwerp geeft Prof. dr. Gerard Rooijakkers onder de titel Het recht in eigen hand op dinsdag 21 februari 2006 een lezing. Gerard Rooijakkers is hoogleraar in Amsterdam en woont in ’s‑Hertogenbosch. Hij studeerde geschiedenis en volkskunde en promoveerde op een onderzoek naar het Oost-Brabantse volksleven
16
Dinsdag 21 maart: Marius de Leeuw Eind oktober is in het Koning Willem I-College een oud, maar eerder nog niet gerealiseerd ontwerp van een Bevrijdingsraam van Marius de Leeuw (1915-2000) onthuld. De realisatie van dat raam gebeurde mede dankzij de tussenkomst van Dr. Theo Hoogbergen, de auteur van een tegelijkertijd verschenen boek over de Bossche glaskunstenaar. Met het ontwerp voor het Bevrijdingsraam verwierf De Leeuw in 1947 de prestigieuze Prix-de Romeprijs. Tijdens zijn lezing geeft auteur Theo Hoogbergen een toelichting over zijn onderzoek naar het verloren ontwerp van het veelgeprezen raam en gaat, ondersteund met beelden, in op de persoon en het werk van de talentvolle Marius de Leeuw. Paul Nuijten, Werkgroep LEF
KringNieuws januari 2006, jaargang 32 nummer 1
‘Je moet een beetj Stadsgidsenopleiding 2004 nadert afronding
Al jarenlang treden vrijwilligers van de Kring Vrienden van ’s‑Hertogenbosch op als stadsgids en laten zij grote aantallen bezoekers kennis maken met de stad en het Bossche verleden. Momenteel zijn 32 nieuwe stadsgidsen bezig met de afronding van hun opleiding. In het kader daarvan leidden zij in oktober en november 2005 tijdens een aantal toetswandelingen enkele groepen door de stad. Geen eenvoudige opgave, het publiek bestond namelijk uit personen met kennis over de stad ’s‑Hertogenbosch en haar geschiedenis.
Pittige opleiding De laatste opleiding werd in 2002 afgesloten. Om in te kunnen spelen op de toenemende vraag naar begeleide stadswandelingen en om het vanzelfsprekend optredende verloop onder het bestaande stadsgidsenkorps op te kunnen vangen, besloot de Kring in 2004 een nieuwe opleiding te starten. Er bleek veel animo voor te zijn en een groot aantal mensen reageerde op de oproepen in het KringNieuws en de Bossche Omroep. Na een serie intakegesprekken bleef uiteindelijk een enthousiaste groep over. De Kring pakt de opleiding van de stadsgidsen als vanouds grondig aan. Er wordt gestreefd naar professionaliteit en kwaliteit. Stadsgids word je niet zomaar, de cursisten doorlopen een pittig tweejarig opleidingsprogramma. Zo bevat de cursus theoretische lessen over stadsgeschiedenis, algemene geschiedenis en bouwstijlen. Presentatietechnieken zijn een ander belangrijk onderdeel: hoe kun je verhalen op een boeiende wijze vertellen en hoe ga je om met groepen. Om praktijkervaring op te doen lopen cursisten daarnaast een aantal keren mee met reguliere stadswandelingen. Ervaren gidsen treden daarbij op als mentor. Proefwandelingen De proefwandelingen vormen een belangrijk onderdeel van de opleiding. Het publiek bestaat daarbij uit de cursusleiding, bestuursleden van de Kring, ervaren stadsgidsen, medecursisten en externe deskundigen afkomstig uit andere werkgroepen van de Kring of instanties als het stadsarchief. De cursisten waren verdeeld over zes groepen. Iedere groep aspirantgidsen presenteerde gezamenlijk een stadswandeling volgens een van te voren uitgereikte route. Doel van de wandeling was zicht te krijgen op de (historische) kennis van de nieuwe gidsen, de wijze van presenteren, het begeleiden van de groep en zo meer.
e verliefd zijn op de stad’
Tijdens de toetswandelingen scheen veelvuldig de zon en werden alle mooie plekjes van de stad “aangedaan”
Kijken naar mooie plekjes en luisteren naar aankomende gidsen was een groot genoegen op die mooie zondagen in oktober en november van het afgelopen jaar
Redactielid Jan Korsten beoordeelt mede de toetswandelingen Op een mistige zondagochtend vertrok één van de wandelingen vanaf het Zuiderportaal van de SintJan. De stad zag er uit als een plaatje en ademde de verstilde sfeer van de beroemde foto’s van Martien Coppens. De twee uur durende tocht voerde kriskras door de stad, van de Sint-Jan over de Parade, dan een stukje langs het helaas in de mist verborgen Bossche (advertentie)
17
Broek, vervolgens terug de stad in over de Binnendieze naar de Verwersstraat, vandaar in de richting van de Markt. Daarna onder andere langs het Misverstand, door de Postelstraat, het Lamstraatje, de Molenstraat, de Walpoort, de Sint Janssingel en de Sint Jansstraat. De tocht eindigde bij de vergaderlocatie van de Kring in de Molenstraat. Onderweg vertelden de gidsen het verhaal van de stad en moesten ze antwoord geven op vragen van de toehoorders. Bij de evaluatie achteraf overheerste een gevoel van tevredenheid. De aspirantgidsen waren erin geslaagd een boeiende tocht door de stad op een goede en vooral enthousiaste manier vorm en inhoud te geven. Boeiende eindwerkstukken De cursisten leveren binnenkort een schriftelijk eindwerkstuk af. In kleine groepjes doen ze onderzoek naar zaken die te maken hebben met verleden, heden en toekomst van de stad. In het KringNieuws zullen we daar zeker nog op terugkomen. Alvast een tipje van de sluier: een groepje kijkt naar de gevolgen van de voorspelde zeespiegelstijging voor ’s‑Hertogenbosch. Wordt het uiteindelijk ’s‑Hertogenbosch aan zee of ’s‑Hertogenbosch in zee? De geschiedenis van allerlei Bossche steegjes is een ander onderwerp. Weer een andere groep onderzoekt de mogelijkheden om een Bossche tuinenroute te ontwikkelen, dit naar het voorbeeld van Amsterdam waar eenmaal per jaar een aantal grachtentuinen wordt opengesteld. Het gaat om tuinen van particulieren, kloosters en bedrijven die normaliter door huizen, muren en heggen aan het oog ontrokken worden en die niet toegankelijk zijn. Motivatie Waarom wil iemand stadsgids worden? ‘Je moet eigenlijk een beetje verliefd zijn op de stad,’ aldus stadsgids-in-opleiding Janine van de Kamp. Datzelfde geldt voor medecursist Frans Wijtmans. Als echte Bosschenaar wil hij mensen van buiten graag de stad laten zien en kennis laten maken met het boeiende verleden. Hij liep al veel langer rond met het idee om stadsgids te worden. Door zijn drukke werkzaamheden was dat echter niet mogelijk. Na zijn prepensionering kwam daarin verandering. Beide cursisten erkennen dat de opleiding zwaar is. Dat is straks, na afronding van de opleiding, begin april 2006, echter snel vergeten wanneer de nieuwe stadsgidsen zelfstandig groepen mogen rondleiden door hun stad! Jan Korsten Foto’s: Mathieu de Schwartz
KringNieuws januari 2006, jaargang 32 nummer 1
D
De Oude Schuts
Het schuttersgilde De Oude Schuts is een van de bijzondere historische verenigingen in onze stad. De oorspronkelijke schutterijen dateren uit het eind van de 13de eeuw. Zij verdedigen de stad en handhaven de orde. Tot 1567 wordt ’s‑Hertogenbosch uitsluitend verdedigd door zijn eigen inwoners. In de Napoleontische tijd worden de schuttersgilden opgeheven. Nu zijn er in Brabant en Limburg opnieuw talrijke schuttersgilden actief. Niet om de stad te verdedigen, maar om de cultuur van het verleden te bewaren en anderen daarvan te laten genieten. Zo is het middeleeuwse schuttersgilde van ’s‑Hertogenbosch, De Oude Schuts, in 1991 opnieuw opgericht. De ‘hoge deken’, de voorzitter in hedendaags Nederlands, is Frans Sluijter, geboren en getogen in ’s‑Hertogenbosch. Zijn wieg stond in de Muntelstraat. Een echte poorter dus. Hij vertelt met veel enthousiasme over de geschiedenis van de vroegere schutterijen en de huidige De Oude Schuts.
In de 13de eeuw ontstaan in veel steden en dorpen schuttersgilden. Dat begint in Vlaanderen en wat later zijn er ook Nederlandse schutterijen. Tot die tijd mogen alleen edelen wapens gebruiken. Nu krijgen de meer vooraanstaande burgers het recht te oefenen met pijl en boog en deze wapens te gebruiken bij de verdediging en ordehandhaving. Een schutterij uit die tijd is dan ook een groep gegoede burgers, verenigd in een broederschap, die de opdracht krijgt de stad of het dorp te verdedigen en waar nodig de orde te bewaren.
18
Een beetje geschiedenis In de 15de eeuw is West-Europa heftig in beroering. Er treden grote veranderingen op, zowel op economisch en politiek als op religieus terrein (de godsdiensttwisten). De verhouding tussen bestuur en bevolking verandert. Phillips de Goede (1433 – 1467) centraliseert de macht en parallel daarmee ook de militaire macht. Hij heeft geen aandacht voor de lokale schutterijen en richt een leger op van huursoldaten. Karel de Stoute (1467 – 1577) verstevigt de positie van dat staande leger. Onder Maximiliaan van Oostenrijk wordt het leger nog beter georganiseerd. Er worden tamboers en pijpers aan toegevoegd. Zij ondersteunen de commando’s van de bevelvoerend officier. Nieuw zijn ook de marketentsters die de huishoudelijke taken in het leger voor hun rekening nemen. Karel de Vijfde (1506 – 1555) tenslotte herstelt de schutterij: de grote legers blijken niet toegerust om de interne orde in de steden te handhaven. Daarvoor is een plaatselijke schutterij beter geschikt. Ook nu bestaat de schutterij uit nette burgers: woekeren, overspel, wangedrag zijn ten strengste verboden. De schutterij heeft niet alleen de taak om de orde en rust te bewaren, ze heeft net als de ambachtsgilden ook een aantal sociale taken, zoals het verzorgen van armen en ouden van dagen.
KringNieuws januari 2006, jaargang 32 nummer 1
Die schutterij uit de 16de eeuw heeft aanvankelijk geen binding met de kerk en ze viert haar hoogtijdagen op zondag. Dat schiet de katholieke geestelijken een beetje in het verkeerde keelsgat. De schutterij krijgt het etiket ‘ketters’ opgeplakt. Op hun beurt proberen dan de gereformeerden de schutterij in te lijven. Tenslotte krijgt de schutterij toch een plaats binnen de roomskatholieke kerk. Ze hebben de speciale opdracht om tijdens processies het allerheiligste te bewaken. In de Franse tijd (1795 – 1813) worden de schutterijen opgeheven. De bezittingen van de schuttersgilden worden in beslag genomen en vernietigd. De insignes, de zilveren schilden, worden omgesmolten. De SintJoriskapel, Sint-Joris was beschermheilige van de schutters, is afgebroken. Het Bossche schuttersgilde De Oude Schuts Aan het eind van de 14de eeuw kent ’s‑Hertogenbosch vier schutterijen: de oude schutterij, bewapend met voetbogen, de nieuwe schutterij, ook bewapend met voetbogen, een schutterij die de handboog gebruikt en een groep kolveniers: zij schieten met een vuurwapen. In 1988 buigen Peter Jan v.d. Heijden, Herman v.d. Heuvel en anderen zich over de mogelijkheid het schuttersgilde opnieuw op te richten. Ze verrichten veel speurwerk en vinden in het archief ‘caerten’, documenten waarop de orderegels vermeld staan, uit 1453. Deze orderegels zijn die van de oude schutterij. Hoewel het gilde ouder is, zijn er geen oudere bronnen. De huidige, in 1991 opgerichte De Oude Schuts is gebaseerd op de regels uit 1453.
In het nieuwe gilde zijn naast broeders ook zusters opgenomen. Zij zijn helemaal gelijkwaardig aan de mannen. Misschien is dat revolutionair, misschien ook niet. Ook uit de late Middeleeuwen zijn vrouwelijke schutters bekend, Jeanne d’Arc was een van hen. De kleding van de gildebroeders en –zusters is gebaseerd op de kleding uit de eerste helft van de 15de eeuw. De heren dragen een schietjak in de kleuren groen en rood. Dat werd vroeger door de magistraat van de stad voorgeschreven. Die verstrekte de stof in natura. De dames dragen prachtige gewaden, net als de gegoede burgeressen in de 15de eeuw. Deskundigen, onder anderen Henny Molhuyzen, gaan op zoek naar kledingpatronen uit die tijd. Gespen, tassen, hoeden, kaproenen, schoenen, elk detail is uitgezocht. Voor de kleding worden stoffen gebruikt, geweven in technieken die ook in de Middeleeuwen bekend waren: fluweel en laken. Moderne en bedrukte stoffen zijn taboe. De Oude Schuts wil alles in stijl laten voortleven.
19
De Oude Schuts nu Natuurlijk is De Oude Schuts van nu niet identiek aan die van de 15de eeuw. De oude militaristische structuur is vervangen door hedendaagse sociale omgangsvormen. Ook doet de broederschap een oogje dicht als het gaat om het dragen van een bril, een horloge, een paraplu. Het bestuur hanteert wel de functies uit de Middeleeuwen: hoge deken, deken schrijver, deken rentmeester, algemene deken en koning. De Oude Schuts is een schutterij. Ze is ooit opgericht om de stad te verdedigen. Dat aspect wil De Oude Schuts bewaren. De leden moeten na een kennismakingsperiode trouw zweren aan God, Koningin en Vaderland. “Dat betekent niet dat de leden elke zondag in de kerk zitten, maar ze moeten wel een positieve instelling ten aanzien van het geloof hebben,” aldus Sluijter. De jaarlijkse competitie schieten met de kruisboog is voor veel schutters een uitdaging, maar deelname is niet verplicht. Alle leden doen wel mee aan het driejaarlijkse koningschieten. Al is het maar met één schot. Sluijter benadrukt: “De Oude Schuts is naast een schutterij ook een maatschappelijke organisatie.” De leden helpen bij de bouw van de kerststal in de SintJan, ze zijn aanwezig bij de Driekoningenoptocht en ze nemen in mei deel aan de Mariaprocessie. De Bossche schutterij treedt op bij tal van evenementen. De schutters zijn er best trots op: de laatste tien jaar zijn zij vijf maal betrokken geweest bij het opluisteren van koninklijk bezoek.
KringNieuws januari 2006, jaargang 32 nummer 1
Van de leden wordt een sociale instelling verwacht: als broederschap steunen zij elkaar maar zij zetten zich ook in voor de samenleving. Veel leden werken op een zelfgekozen plek als vrijwilliger. Het huidige gilde bestaat uit 25 leden. Frans Sluijter wil dat aantal graag uitbreiden. U kunt kennis maken met de De Oude Schuts op 20 januari 2006. De Schutterij houdt dan vanaf 14.00 uur open dag in haar clubgebouw op het terrein van de citadel. Parkeren op het terrein is toegestaan. Marjan Vonk Foto’s: De Oude Schuts
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de deken schrijver: de heer H. van Eldijk, Pettelaarseweg 369, 5216 BM ’s‑Hertogenbosch, e: heldijk@gmail.com of kijk op www.deoudeschuts.nl
S
Stad van Lieve
Stad van alle vestingboschlogen Secretariaat Postbus 1162 5200 BE ’s‑Hertogenbosch E-mail: algemeen@kringvriendenvanshertogenbosch.nl Internet: www.kringvriendenvanshertogenbosch.nl Betalingen: Postgiro 3.119.716 Jaarlijkse bijdrage minimaal ¤ 14,00 Jeugdleden ¤ 7,00 Kringhuis Verwersstraat 19A ’s‑Hertogenbosch Telefoon
073 - 613 50 98
Telefax
073 - 614 60 21
Openingstijden: Dinsdag tot en met zaterdag van 10.00 - 17.00 uur Zon- en feestdagen van 10.30 - 16.00 uur KringNieuws
De imposante resten van de Bollewerckpoort of DoppelPoorte, een gecombineerde water-en landpoort uit 1506 Foto: Liesbeth Verhoeven
20
KringNieuws is het minimaal zes maal per jaar
Vestingboschlogen gingen op excursie naar de meest Vlaamse stad van Nederland en een van de best bewaarde vestingsteden. Hulst, een verrassende keuze voor de vestingboschlogendag 2005. De perfecte organisatie was andermaal in de deskundige handen van Mieke Kolster, Lieve Lockefeer en Charles Limonard. De geschiedenis van Hulst vertoont veel parallellen met de geschiedenis van ’s‑Hertogenbosch. In 1180 kreeg Hulst stadsrechten van de Graaf van Vlaanderen. In de 15de eeuw werd de stad voorzien van wallen en poorten. Maurits slaagde hier wel in de verovering ervan, maar dat was slechts van korte duur. Hulst was belangrijk voor de beheersing van de linker Scheldeoever. Frederik Hendrik veroverde Hulst definitief en daarmee viel de stad tot 1795 onder de Generaliteit. Veel van de middeleeuwse stadsmuur verdween onder de wallen. De dubbele poort (water- en landpoort) is opgegraven en gerestaureerd; een pronkstuk. Het gave wallencomplex rondom de stad is uitstekend onderhouden. Een wandeling over de stadswallen is een reis door de historie. De verdedigingswerken in de omgeving van Hulst zijn minder goed onderhouden, maar herkenbaar. Voor de verdediging van Hulst werden veel buitenwerken aangelegd; schansen, forten batterijen, redoutes, tezamen ‘de linie van Communicatie’ genoemd. Interessant was de samenhang te zien tussen de vestingstad en de buiten de stad liggende verdedigingswerken. Misschien voor ons vestingboschlogen aanleiding en motivatie meer aandacht te vragen voor reconstructie van voorwerken en andere buitenwerken die voor de verdediging van onze stad belangrijk zijn; de stelling ’s‑Hertogenbosch als een groot verdedigingssysteem. Al met al: Hulst een verrassende en terechte keuze! Charles, Lieke, Mieke, namens de groep nogmaals bedankt. Gerard Ouwens
KringNieuws januari 2006, jaargang 32 nummer 1
verschijnend tijdschrift van de Kring Vrienden van ’s‑Hertogenbosch. Redactie: Jan Korsten, Frans van Sundert, Marjan Vonk, Nik de Vries en Gerdie de Zeeuw-Nieuwenhuis (voorzitter). Vormgeving: Egbert van den Berg en Jack van Elten Redactie-adres: Secretariaat KringNieuws Postbus 1162 5200 BE ’s‑Hertogenbosch E-mail: redactie@kringvriendenvanshertogenbosch.nl Druk: Drukkerij De Regenboog, ’s‑Hertogenbosch Oplage 2.600 stuks Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de redactie.