KRING n i e u w s uitgave van kring ‘vrienden van ‘s-Hertogenbosch’
Jaargang 28
2002
nummer 2
INHOUD Adviseurs van de Kring Rolf Hage, stadsarchivaris
3
maart 2002
bossche historie
Vijf jaar Werkgroep Vestingwerken
Tweedaagse fietstocht: De stad verder uitgelegd
4
De voorzitter duikt in de namen
5
Van Station tot Brugplein
6
Herhaling excursie Mechelen
9
Historische wetenswaardigheden uit periode 1140-1699
9
Hotel Café Restaurant Terminus 10 Piet Verdonk
12
Een wandeling langs de zuidelijke vestingmuur
13
Agenda 13 Van Gevangenpoort tot Tuchthuis 14
In 1995 neemt de gemeente ‘s-Hertogenbosch deel aan het landelijk project Vestingsteden. Er wordt aan de Kring gevraagd mee te werken aan de samenstelling van een vestingwandeling voor ‘s-Hertogenbosch, zoals dat ook in Grave, Heusden, Zaltbommel en naburige forten gebeurt. De Kring
wordt in dezelfde periode gevraagd om commentaar te geven op een tweetal rapporten, die in opdracht van de gemeente geschreven zijn in het kader van de renovatie van de vesting ‘s-Hertogenbosch. Genoeg aanleiding voor de Kring om op 18 november 1996 de Werkgroep Vestingwerken in te stellen.
Uitvaartgewoonten in de loop der tijden
15
Dialezing over Mechelen
15
Ingezonden brief
15
Auto- wandel- fietstochtexperiment naar Ravenstein
16
Tussen zorg en genezing
16
Kringnieuws maart 2002
UITNODIGING LEDENVERGADERING OP 15 MEI 2002
DE VERGADERING BEGINT OM 19.30 UUR EN EINDIGT OM 20.30 UUR. OOK GEEFT DE HEER J.TIMMERMANS DAN OM 20.50 UUR EEN LEZING OVER ASTROLOGIE De uitgave van dit Kringnieuws is mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van Jacques Stienstra. 1
Vijf jaar Werkgroep Vestingwerken In januari 1997 gaat de werkgroep voortvarend van start, onder leiding van werkgroepvoorzitter en vestingdeskundige Cor Gillhaus. Een van de belangrijkste taken van de werkgroep is het kritisch volgen van de plannen voor de restauratie van de vesting. De werkgroep zet zich ook in voor meer publieke belangstelling voor de vesting. Restauratieplannen De bestudering van de rapporten Renovatie Vestingwerken van bureau Witteveen en Bos en Restauratie van de Vesting van de Dienst Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten (BAM) is een van de eerste opdrachten. De werkgroep komt tot de conclusie dat de vesting ‘s-Hertogenbosch niet los gezien kan worden van de stelling ‘s-Hertogenbosch, een uitgebreid verdedigingswerk waar onze stad destijds deel van uitmaakte. De gemeente is het wel met die opvatting eens, maar acht het geen haalbare kaart om de hele stelling te restaureren. Dat is te ingewikkeld en daarvoor ontbreken in de planperiode voldoende middelen. De werkgroep neemt vanaf oktober 1997 zitting in de door gemeente ingestelde Klankbordgroep Vestingwerken. Die klankbordgroep geeft de gelegenheid recente ontwikkelingen omtrent de restauratie bij te houden en zo mogelijk positief te beïnvloeden. Die intentie wordt van gemeentezijde niet altijd waargemaakt. Soms duurt het meer dan een half jaar voordat de klankbordgroep weer bij elkaar wordt geroepen.
Aan de orde komen de verschillende plannen voor een parkeergarage op het Vonk en Vlamterrein, het rapport Het Onzichtbaar Gordijn, waarin de mogelijkheden staan voor het tracé Groote Hekel - Bastion Baselaar, de uitwerking 1ste fase vestingwerken van Hekel tot Hekel en natuurlijk het rapport Versterkt Den Bosch, het ontwikkelingsplan voor alle 2
vestingwerken van ‘s-Hertogenbosch. Het bevreemdt de werkgroep dat het Kruithuis als belangrijk monument en markant onderdeel van de vesting op geen enkele wijze in de plannen wordt betrokken. De analyse van deze bestemmingsplannen is inmiddels afgerond. De kritische punten zijn in kaart gebracht met een korte toelichting. Deze notitie wordt in februari 2002 door de werkgroep vestingwerken in discussie gebracht. De plannen rondom en met het Kruithuis zijn voor de Kring en nog drie monumentenbelangengroeperingen aanleiding tot het indienen van twee gezamenlijk bezwaarschriften bij de Raad van State, in augustus en december 2000. Ook de sloop van de archeologisch zeer waardevolle resten van het Keizershof ten behoeve van een parkeerkelder voor het nieuwe stadskantoor schiet de werkgroep in het verkeerde keelgat. Opnieuw worden bezwaarschriften ingediend; overigens zonder het gewenste gevolg. Aan het einde van het jaar 2000 wordt door de gezamenlijke monumentenbelangenorganisaties aan de gemeente ‘s-Hertogenbosch duidelijk gemaakt dat de huidige vorm van communicatie zinloos is, dat er ernstige misleiding plaatsvindt rond de planprocedure van het Keizershof en het Kruithuis en dat uitspraken van de gemeentelijke Monumenten Commissie door de gemeente worden misbruikt. Stelling ‘s-Hertogenbosch De Kring wil een onderzoek laten uitvoeren naar de resten van de stelling ‘s-Hertogenbosch. In samenwerking met bureau Bilan/Fontys te Tilburg is in de loop van 1999 een subsidieaanvraag ingediend bij Belvedere, een gezamenlijk fonds van de vijf ministeries die actief zijn op het terrein van landschapsinrichting en cultuur. In januari wordt contact gezocht met potentiële deelnemers aan het project, zoals de provincie, het project Waardevolle Cultuur Landschappen van het ministerie van Landbouw en gemeenten uit de regio. Helaas wijst Belvedere de subsidieaanvraag in eerste instantie af. Na een verhelderend gesprek met de projectleider hoopt de werkgroep in het voorjaar van 2002 op meer succes. Desondanks is Bilan/Fontys op 1 oktober 2001 met het onderzoek naar de stelling ‘s-Hertogenbosch begonnen.
bossche historie
De binnenstad In oktober is binnen de werkgroep Vestingwerken een onderzoeksgroepje gevormd dat de bestemmingsplannen van de stad binnen de vestingwerken gaat inventariseren en analyseren op het punt van de bescherming van de monumentale en cultuurhistorische waarden. De deelnemers worden op weg geholpen door Wim Vughts van de werkgroep Binnendieze. Deze heeft met anderen een zelfde exercitie uitgevoerd met de bestemmingsplannen waarin de Binnendieze is gelegen. Dat rapport mondt uit in een aantal aanbevelingen. Het is de bedoeling dat beide plannen een basis vormen om met de gemeente in gesprek te komen over een betere bescherming van de waardevolle cultuurhistorische objecten en monumenten, binnen de regels van de monumentenwet en het bestemmingsplan. Belangstelling vergroten De werkgroep wil ook de belangstelling van het publiek voor de vestingwerken vergroten. De vesting leent zich er bij uitstek voor om de geschiedenis van de stad te beleven. In dit kader zijn verschillende fietstochten en wandelingen samengesteld. De werkgroep haakt ook in op het project Scholen Adopteren Monumenten. In ‘s-Hertogenbosch is gekozen voor het ontwikkelen van een lespakket over de vesting ‘s-Hertogenbosch. Na drie jaar voorbereiding is het zover. In december 2001 is het lespakket over de vestingwerken gepresenteerd en aan de vier deelnemende scholen voor middelbaar onderwijs aangeboden. Het lespakket bevat veel informatie, zowel op papier als op CD-rom, een handleiding voor de docent en een wandeling langs de Zuidwal. Een belangrijke activiteit van de werkgroep is het geven van cursussen en inleidingen. Paradepaardje is de module VestingBoschlogie. Op 22 september 1997 is een eerste cursus Boschlogie III / vestingwerken van start gegaan met maar liefst 15 cursisten. Bijna elk jaar startte een nieuwe groep. De eerstvolgende begint in september 2002. De Vesting-Boschlogen leveren met hun werkstukken een nuttige bijdrage aan kennis over de vestingwerken. Sipke van der Werf Kringnieuws maart 2002
Adviseurs van de Kring Rolf Hage, stadsarchivaris De Kring “Vrienden van ‘s-Hertogenbosch” heeft een aantal adviseurs: mensen die een brede kijk hebben op de cultuurhistorische ontwikkelingen in ‘s-Hertogenbosch en op de randgebieden daaromheen. De redactie wil in dit en komende nummers van het Kringnieuws deze adviseurs aan u voorstellen. Rolf Hage bijt het spits af. Er zijn in ‘s-Hertogenbosch zeker vijftien organisaties die activiteiten ontplooien op het terrein van de cultuurhistorie. “Ik vind het belangrijk dat er een overkoepelend idee is hoe we samen dat cultuurhistorisch bewustzijn van Bosschenaren en bezoekers zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen.” Rolf Hage is geen Bosschenaar van geboorte, maar in de vijf jaar dat hij hier werkt en woont heeft hij de stad leren waarderen: al die verschillende gevels met hun eigen kenmerken, de kleine straatjes met rare namen en de belangstelling van veel Bosschenaren voor de cultuurhistorie van hun stad. Hage studeerde geschiedenis en culturele antropologie. Daana volgde hij de postdoc opleiding tot archivaris in ’s-Gravenhage. In tegenstelling tot de meeste archivarissen ging hij niet in een archief werken. Hij startte een eigen bedrijfje dat instellingen en organisaties adviseerde hoe ze hun archief het beste konden inrichten. Later was Hage werkzaam bij een grote landelijke organisatie op het terrein van advisering inzake archiefverzorging. In die functie kwam hij bij diverse grote landelijke bedrijven over de vloer. Hij verzorgde de acquisitie, ontwikkelde projecten en wierf archivarissen voor zijn cliënten. In 1996 werd het toch een baan op een archief: stadsarchivaris van ‘s-Hertogenbosch. Door zijn eerdere werkzaamheden is Hage meer een manager en beheerder van gegevensbestanden, en minder een historicus zoals zijn voorgangers bij het Stadsarchief, Pirenne en Kuijer. In 1997 vroeg de toenmalige voorzitter van de Kring, Hein Kurvers, Rolf Hage als adviseur. “Uit traditie,” denkt Hage, “mijn voorgangers waren ook adviseur. Ik had natuurlijk wel van heemkunde gehoord, maar wist niet precies wat de Kring deed. Kringnieuws maart 2002
Je zegt dan geen nee. De motivatie is gekomen toen ik de Kring beter leerde kennen.”
Adviseurs De adviseurs van de Kring komen, samen met het bestuur, twee maal per jaar bij elkaar. Op de agenda staan dan onderwerpen die bij de Kring veel aandacht vragen, zoals begroting en huisvesting. Hage: “De adviseurs zijn mensen met een open en kritische geest. Zij hebben op verschillende terreinen ervaring en geven hun mening. Als het bestuur die mening overneemt: prima, als het bestuur dat niet doet, is het ook goed.” In de herfst van 2001 is het bestuur met de adviseurs een dag de hei op geweest om samen van gedachten te wisselen over missie en doelstelling van de Kring. Een enkele keer kan een adviseur bemiddelen of vanuit zijn specifieke vakkennis de Kring verder helpen. Rolf Hage heeft Jos Viguurs op weg geholpen om het Kring-archief te ordenen. Nu adviseert het Stadsarchief het bestuur van de Kring ten aanzien van de uitgave van een boek ter gelegenheid van het dertigjarig jubileum van de Kring. Geschiedenis beleven Veel mensen hebben belangstelling voor geschiedenis. Niet altijd voor de geschiedenis zoals die in boeken wordt beschreven, maar de geschiedenis van hun wijk,
bossche personages
van de stad, van hun familie, van een bepaald gebouw of monument en noem maar op. De interesse van Bosschenaren in de cultuurhistorie blijkt onder andere uit de belangstelling voor jeugd Boschlogie, voor het Jeroen Bosch-congres, voor de boeken die bij Heinen uitgegeven worden en voor de wandelingen en vaartochten van de Kring. “In onze stad zijn wel 15 organisaties die iets doen met cultuurhistorie. Het Stadsarchief is één van de instellingen die een bijdrage leveren aan het beleven van die cultuurhistorie, net als de Kring, de Dienst Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten (BAM), het Noordbrabants Museum, de vereniging Boschboom, het Prentenmuseum en noem maar op. Al die organisaties zijn aanvullend op elkaar. Het is belangrijk dat ze van elkaar weten waar ze mee bezig zijn en wat hun motivatie is. Die organisaties werken ieder voor zich aan een optimale ontwikkeling van het cultuurhistorisch bewustzijn van de mensen die in ‘s-Hertogenbosch wonen of belangstelling hebben voor de stad.” Hage vindt het belangrijk dat al die organisaties werken vanuit een gezamenlijk idee. “Het is belangrijk dat al die organisaties in ‘s-Hertogenbosch die de belangstelling voor cultuurhistorie promoten, dat doen vanuit een zelfde idee van cultuurhistorie. Op die manier kunnen zij elkaar aanvullen en versterken. Het Stadsarchief wil graag een rol spelen in het proces om zo’n overkoepelende gedachte te formuleren.” Het Stadsarchief Het Stadsarchief is een gemeentelijke instelling. Zijn oorspronkelijke taak was het bewaren en beheren van de documenten van de gemeente. Veel mensen denken bij een archief nog steeds aan depots vol manuscripten. Die zijn er natuurlijk ook en als u iets met betrekking tot de stad en haar inwoners wilt nazoeken kunt u in het stadsarchief terecht. Vorig jaar bezochten 1670 personen de studiezaal, een aantal komt regelmatig terug. Een groep vrijwilligers doet onderzoek naar schilderijen die genoemd worden in notariële akten uit de 17de en de 18de eeuw. Zo wordt onder andere inzicht verkregen in de welstand van Bossche 3
families en wordt kennis verkregen over het schilderijenbezit in de stad. Maar het Stadsarchief doet veel meer. Het geeft het tijdschrift Bossche Bladen uit, vol informatie over de geschiedenis van ‘s-Hertogenbosch. Medewerkers van het Stadsarchief hebben een behoorlijke inbreng gehad bij de totstandkoming van de tentoonstelling De Wereld van Bosch in het Noordbrabants Museum. Die tentoonstelling heeft meer dan 40.000 bezoekers getrokken. Rolf Hage rekent dat ook tot de verdienste van het Stadsarchief. Aart Vos, medewerker van het Stadsarchief was redacteur van het boek bij die tentoonstelling; daar zijn 10.000 exemplaren van verkocht. Voor de tentoonstelling heeft Jac Biemans, medewerker educatie en public relations van het archief, met anderen een jeugdrondleiding gemaakt. Daarvan zijn 3500 exemplaren gebruikt. Het Stadsarchief stond ook mede aan de wieg van de speurtocht door de stad Loop naar de hel met je trechter. Tenslotte heeft het Stadsarchief een congres over Jeroen Bosch georganiseerd, waar 80 wetenschappers uit de hele wereld aan deelnamen.
Ook bij het ontwikkelen van de plannen voor het bezoekerscentrum van ‘s-Hertogenbosch is het Stadsarchief nauw betrokken. In dit bezoekerscentrum zal veel cultuurhistorische informatie over de stad te vinden zijn en worden bezoekers doorverwezen naar de verschillende activiteiten die in de stad mogelijk zijn. Digitalisering Een nieuw onderwerp voor het archief is de toenemende digitalisering van documenten. De vraag is, hoe je nu verder moet archiveren. Verslagen van raadsvergaderingen bestaan straks niet meer op papier, alleen nog maar als digitaal bestand. Hoe bevries je de originele versie, hoe blijven de documenten leesbaar als er een nieuwe computertaal geïntroduceerd wordt? Uiteraard adviseert het Stadsarchief de gemeente. Het principe is hetzelfde, vindt Hage, of je nu kleitabletten met spijkerschriftinscripties ordent of digitale documenten op een schijfje. Het is natuurlijk prachtig dat oude en minder oude documenten nu gescand worden en binnenkort door iedereen digitaal te
Tweedaagse fietstocht:
Stadsarchief ’s-Hertogenbosch Bloemenkamp 50, 5211 XK ‘s-Hertogenbosch Tel. 073-615 52 95 Fax.073-615 52 87 E-mail: stadsarchief@s-hertogenbosch.nl Website: www.stadsarchief.nl Tijdschrift: Bossche Bladen (4 x per jaar) Openingstijden: Dinsdag tot en met vrijdag: 09.30-17.00 uur Zaterdag (m.u.v. juli-augustus): 09.00-15.00 uur raadplegen zijn. Het is de bedoeling dat veel materiaal van het Stadsarchief te zijner tijd via internet komt. Nog een klein poosje, dan kunt u thuis op internet oude foto’s bekijken en bij het Stadsarchief een kopie bestellen. Marjan Vonk Aankondiging
De stad verder uitgelegd
Midden vorig jaar heeft het BAI (Bosch Architectuur Initiatief) een fietsgids uitgebracht: De stad verder uitgelegd. Het is een fietstocht van oost naar west van de stad in de meest brede zin: van de binnenstad naar Vlijmen en terug en wederom van de binnenstad naar Rosmalen en terug. De fietstocht tracht een architectuurbeeld te geven van de recente en toekomstige veranderingen in en tussen stad en dorp. De gids is samengesteld door Peter Ligvoet, stedenbouwkundige, Henk van Loon, architect en stedenbouwkundige, Vincent Verberk, planoloog en Sip van der Werf, tuin- en landschapsarchitect. Ik heb mijn collega’s zo ver gekregen, dat wij, alle vier auteurs samen deze tweedaagse fietstocht zullen begeleiden en uitvoerig toelichten. U krijgt dus informatie uit de eerste hand! Als zodanig is het meer een unieke architectuur-excursie, waarbij de fiets een middel van verplaatsing is over steeds vrij korte afstanden. We zullen niet meer dan 12 à 13 kilometer per dag fietsen. 4
Om alles goed te bekijken, knippen we de tocht in 2 dagen (met thuis slapen!): van de binnenstad naar Vlijmen en terug èn van de binnenstad naar Rosmalen en terug. Op de eerste dag bekijken we de Arena, het Paleiskwartier, het oude Veemarktkwartier, het Heinekencomplex en de Schutskamp, de Helftheuvelpassage, de Kruiskamp, het buitengebied richting Vlijmen en Vlijmen zelf. Dan terug langs de Gement en de Moerputtenbrug, Deuteren en Westerpark, de Onderwijsboulevard, het Heetmanplein, de Synagoge en het Keizershof. De tweede dag gaat via Zuid-Willemsvaart, Muntel en Graafsewijk naar Hintham, Coudewater en Rosmalen, vervolgens de Avenue 2, de Structuurweg en HinthamNoord, het Eccostadion en het Sportion, de IJzeren Vrouw en de Vogelwijk, Citadel en het Kruithuis (nog vòòr de verwoesting!). We beginnen op zaterdag 15 juni om 9.30 uur bij het Kringhuis aan de Molenstraat. Eerst zal ondergetekende daar (bij een
kop koffie) met behulp van kaarten een kort overzicht geven van de stedenbouwkundige uitleg van de stad in de loop der jaren. Daarna gaan we rond 10.30 uur op de fiets. We verwachten rond 16.00 uur terug te zijn. Zondagmorgen 16 juni starten we om 9.30 uur bij het Provinciehuis en we verwachten dan eveneens rond 16.00 uur terug te zijn. Het aantal deelnemers voor deze fietstocht moet beperkt blijven tot 25 personen. Ieder zorgt voor eigen proviand (mogelijkheid tot gebruik in eetcafé). Kosten 2 x € 7, te voldoen bij inschrijving. De intekenlijst ligt vanaf verschijnen van dit nummer in het Kringhuis in de Verwersstraat. Bij deelname ontvangt U gratis het boekje De stad verder uitgelegd, fietsroute Oost West, uitgave BAI, juli 2001. Dit boekje is overigens ook te koop bij Heinen voor ongeveer € 3,50. Vincent Verberk Kringnieuws maart 2002
van het bestuur
De voorzitter
duikt in de namen
Namen van gebouwen zeggen vaak iets over hun functie. Namen waar ook de locatie van dat gebouw in verwerkt is hebben nog meer ‘lading’. Met namen van gebouwen moet je zorgvuldig omspringen, er kan iets mis gaan. Stelt u zich een bezoeker van onze stad voor, hij komt aan bij het station en wil naar een lunchconcert in de Azijnfabriek. Het cultureel centrum de Azijnfabriek startte jaren geleden in een echte azijnfabriek in Achter het Azijntonnetje, een zijstraat van de Korte Putstraat. De Azijnfabriek zit nu al jaren in de apsis van de oude Sint-Jacobskerk. De locatie is veranderd, de naam is gebleven. Cultuurminnende Bosschenaren weten dat natuurlijk. Als onze bezoeker naar het Kruithuis wil, waar wordt hij dan naar toe verwezen? Naar het Kruithuis natuurlijk, zult u zeggen, maar het is mogelijk dat de bezoeker naar het gelijknamige museum wil, dat jaren in het Kruithuis gevestigd was, maar dat nu, in afwachting van restauratieplannen, in de Oude Manege aan de Hekellaan ondergebracht is. Als u andijvie en spruitjes wilt kopen in De Brusselse Poort, kon u vroeger terecht in de groentezaak die op de plek van de voormalige Brusselse Poort in de Orthenstraat gevestigd was. De groentezaak is verhuisd, eerst naar het Fonteinplein en nu naar de Helftheuvelpassage. Wie had gedacht daar ooit de Brusselse Poort terug te vinden? Het Theater aan de Parade is zijn oude naam Casino nog lang niet kwijt. Die naam was natuurlijk niet terecht, in het Casino van ‘s-Hertogenbosch kon je geen roulette spelen. Het Theater aan de Parade is een naam die de lading beter dekt. Maar er zijn nieuwe plannen. Mogelijk komt er, op termijn, een groot theater Kringnieuws maart 2002
annex mediatheek op het terrein van het Groot Ziekengasthuis. Het Theater aan de Parade, zijn oude naam is nog niet versleten, moet nu al weer denken aan een nieuwe naam. Al deze voorbeelden zijn een opstapje voor wat er met de Citadel kan gebeuren. De Citadel, u kent de versterking aan de noord-oostkant van de stad, had twee functies. Zij was een dwangburcht: vanaf de citadel kon de bevolking in de stad onder controle gehouden worden. Zij was ook een reduit: de meest versterkte plaats van de stad. In tijden van oorlog, als alles mis ging, konden stadsbestuur en legerleiding zich daar terugtrekken om vanuit dit fort de stad tot het uiterste te verdedigen. ‘s-Hertogenbosch heeft als enige stad in Nederland zijn Citadel behouden. Daar zijn we trots op. We zijn ook blij dat de gebouwen op de citadel zo’n goede bestemming gevonden hebben, doordat het Rijksarchief van Noord-Brabant hier gevestigd is. Nu wordt in het Paleiskwartier een nieuwe citadel gebouwd. Een kantorencomplex aangevuld met enkele riante woningen. In het kantoorgedeelte komt het kantoor van de Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND) . Waarom wordt hier door de projectontwikkelaar de naam van De Citadel misbruikt? Gaat de IND vanuit deze citadel, als moderne dwangburcht, immi-
granten onder controle houden? En als het nieuwe gebouw klaar is, aan het eind van dit jaar, wat gaat er dan met de oude echte citadel gebeuren? Verliest die haar naam en wordt dat het Rijksarchief? Laten we zuinig zijn op onze oude gebouwen en zorgvuldig met hun namen omgaan. De dwangburcht, het reduit, dat blijft de Bossche Citadel. Veel heemkundekringen doen aan toponymie of plaatsnaamkunde. Ze verzamelen veld- en objectnamen, analyseren die namen en doen verrassende ontdekkingen in historische zin. Ik zie het over 200 jaar al voor me: -een Casino dat geen casino blijkt te zijn geweest; -een Kruithuis dat een manege bleek te zijn, of was het toch een museum? -een Brusselse poort in de Helftheuvel, daar is toch geen vestingwerk geweest? -een Theater aan de Parade, dat niet aan de Parade, maar op het terrein van het voormalige Geertruiklooster heeft gestaan. De Kring wil graag een werkgroep toponymie oprichten. Als u daar belangstelling voor heeft en actief wilt zijn, wilt u zich dan melden bij het Kringhuis? Cor Gillhaus
advertentie
5
Van Station tot Brugplein Vanaf het derde station dat sinds 1998 op het Stationsplein staat (architect Rob Steenhuis) - het eerste station (1896-1944) op deze plaats was van architect Ed. Cuypers en het tweede station (1952-1995) van architect S. van Ravesteyn - lopen we richting fontein met de gouden draak of zoals ze in ’s-Hertogenbosch zeggen ‘monument voor de schoonmoeders’. Terloops lopen we voorbij de plaats waar de Vaas van beeldhouwer L. Vreugde stond en die in 1913 gemaakt is. De vaas heeft tot 1978 op het Stationsplein gestaan en ligt nu ergens opgeslagen. Naar ik meen is de werkgroep Klein Monument van de Kring bezig om hem herplaatst te krijgen, maar ja hoe lang duurt dat nog?
Elisabeth stierf bijna drie jaar later, op 20 augustus 1884. Prijsvraag zonder genade De uitgeschreven prijsvraag leverde drie bekroonde ontwerpen op, die echter in de ogen van het gemeentebestuur geen genade konden vinden, zelfs niet het met de eerste prijs bekroonde ontwerp van gebroeders De Leeuw uit Nijmegen. Men koos voor het ontwerp van de stadsarchitect en directeur van de Koninklijke
J. Dony Rechts op de hoek (Stationsweg 2) zien we een in Hollandse neo-renaissancestijl uitgevoerd pand, in 1903 ontworpen en sindsdien lang bewoond door J. Dony. Op de achtergevel bevindt zich een zeer fraaie zonnewijzer. De uit België afkomstige Dony (toen kende men ook al buitenlandse architecten) heeft als architect een groot stempel gedrukt op de bebouwing van Het Zand. De draak van bladgoud viel op 13 oktober 2000 spontaan van zijn sokkel en is op 14 december 2001 teruggekeerd na in restauratie te zijn geweest bij de firma Van Dijk in Tilburg. De oorzaak van de val was corrosie van de ijzeren constructie waar de Draak mee vast zat. Het monument was een geschenk van de in 1894 overleden jhr. mr. P. Bosch van Drakenstein, in leven commissaris des konings in de provincie Noord-Brabant.
School voor Kunst, Techniek en Ambacht in ‘s-Hertogenbosch. De Bossche firma N. Glaudemans & Zn. heeft het beeldhouwwerk uitgevoerd, terwijl de firma Braat uit Delft de metalen onderdelen vervaardigde.
19 juli 1903 De fontein met draak is vervaardigd naar een ontwerp van de al genoemde architect J. Dony. Onder grote belangstelling werd het monument op 19 juli 1903 in gebruik gesteld. Het was een kroon op het uitbreidingsplan Het Zand. Het bedrag van ƒ 10.000 uit het legaat van de jonkheer moest worden besteed aan een monument ter nagedachtenis aan zijn te vroeg overleden tweelingdochters en zijn echtgenote. Deze tweeling, Paulina Maria en Henriëtte Wilhelmina Frederica waren op 16-jarige leeftijd op 19 en 20 november 1881, daags na elkaar overleden. Zijn vrouw
Polder werd wijk Het Zand In 1889 werd zand aangevoerd vanuit de Vughtse hei, waardoor de IJzeren Man is ontstaan. Ongeveer 800.000 m2 à ƒ 0.35 ging naar de eerste stadsuitbreiding Het Zand. Het aanvoeren van het zand gebeurde met stoomtreintjes met zandkarren. Het zand werd door arbeiders met kruiwagen en schop verdeeld, zes dagen lang van ‘s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Door oververmoeidheid kwamen er nogal eens ongelukken voor. En dan spreekt men wel eens over de goeie ouwe tijd! In de winter lag het werk stil, alles bevroor. De ophoging was in 1892 voltooid.
6
moette nou toch’s kijke
De Drakentunnel Onder de Draak loopt een tunnel, die in de volksmond de Drakentunnel wordt genoemd. Toen om de Draak nog een rotonde was waar het verkeer vanuit het noorden naar het zuiden van ons land reed en omgekeerd, passeerden daar per dag zo’n 25.435 motorvoertuigen en 14.366 fietsers. B. en W. van ’s-Hertogenbosch waren niet direct voorstander van aanleg van een tunnel onder de Draak door, omdat
zij vreesden dat de uitvoering van de zuidelijke Randweg erdoor zou worden vertraagd. Met de belofte – geen vertraging – op zak kon men aan de tunnelbouw beginnen. Met de voorbereidingen voor de aanleg is in 1959 begonnen. Vooraf moesten wij van het gas- en waterbedrijf de hoofdleidingen van gas en water verleggen. Andere firma’s moesten kabels en rioleringen verleggen Het was niet alleen een tunnel bouwen! De fontein met draak werd voor die periode afgebroken en
Kringnieuws maart 2002
op het gazon aan de Stationsweg opgeslagen.Van die gelegenheid heeft men gebruik gemaakt om enige oorlogsschade aan draak en zuil te herstellen. Op 30 juni 1960 opende burgemeester Loeff in het bijzijn van hoofdingenieur van de Rijkswaterstaat ir. Pabst de nieuwe tunnel. Met de komst van de A2-rondweg is de tunnel overbodig geworden, zodat er plannen zijn om hem te slechten. Wij gaan linksaf de Koninginnenlaan op. Ja, u leest het goed: Koninginnen met een ‘n’ achteraan; dit is te danken aan het bezoek dat beide koninginnen, namelijk Emma en Wilhelmina in 1895 aan onze stad brachten. Links ziet men de tunnel die onder het spoor loopt naar wijk Boschveld. Op deze plaats, de inrit van de tunnel stond tot oktober 1944 aan het Stationsplein 1-3, hotel Du Commerce, dat in de oorlog zwaar werd beschadigd en niet meer is herbouwd. Aan de andere zijde van de laan op de hoek met de Stationsweg was voor de oorlog de stalhouderij van Scheffers. Later heeft hier de Kamer van Koophandel gezeten die bij de bouw van de tunnel het pand moest gaan stutten omdat het scheuren ging vertonen. Op Koninginnenlaan 26 woonde Kees Spierings (’s-Hertogenbosch 26 oktober
1898 - ’s-Hertogenbosch 2 maart 1972). Hij was leraar, maar vooral schrijver van jongensboeken en toneelstukken, zoals Bosch Marieke, en niet te vergeten zijn boeken over ’s-Hertogenbosch, zoals Wij waren nog stadje deel 1 en 2, waar hij aan de hand van ansichtkaarten zijn jeugdherinneringen beschreef. Het waren mijn eerste boekjes die ik in de jaren 60 over onze stad kocht. We passeren de Maaslandstraat waar de dansschool van Wim Voeten zat. Wij dach-
Het plantsoen Aan het Emmaplein lag eens een mooi plantsoen met diverse bomen. Er moet een Emma-Wilhelmina lindeboom hebben gestaan, maar of hij er nog staat? Misschien is het de verhakte boom waar een kunstwerk van is gemaakt? Ik zal in de zomer eens gaan kijken of zij er nog staat. In 1984 is hier door afdeling van de Koninklijke Maatschappij Tuinbouw en Plantkunde/Groei en Bloei bij haar 90-jarig bestaan een boom geplant met de naam Anna Paulowna.
ten toen: daar ga ik niet op dansles, want daar moet je zeker een halve meter van elkaar af dansen, en dat vonden wij niet leuk. Voorbij de Peellandstraat begint het Emmaplein met links op de hoek de drukkerij van C.N. Teulings, een ontwerp van architect J. Stuyt uit 1914. Nadien, tot begin jaren tachtig heeft het Brabants Dagblad erin gehuisd. Het pand is omgebouwd tot wooneenheden en kreeg de naam De Bindery. Ernaast is in juni 1991 het nieuwe arbeidsbureau De Diezeborch gekomen.
Voor ‘Klein Monument’? In het plantsoen staat ook het in verval geraakte bronzen H. Hartbeeld dat eerder op het Julianaplein heeft gestaan. Ondanks heftige protesten in de gemeenteraad werd op 5 mei 1937 met meerderheid de verplaatsing van het beeld aangenomen. Op 16 juni 1939 was het de laatste keer dat bij het H. Hartmonument aan het Julianaplein een hulde werd gebracht. Ik kan mij nog goed herinneren dat wij,
net na de oorlog, eens per jaar in de maand juni met andere katholieke scholen van ’s-Hertogenbosch naar het Emmaplein gingen om daar bij het H. Hartbeeld te zingen en te bidden. Het beeld is ontworpen door de Bosschenaar Dorus Hermsen en uitgevoerd door Aloys de Beule. Het is gegoten in de bronsgieterij van Vindevogel S.A. in Gent. Grobbendonckstraat De huidige Grobbendoncklaan vind je nu bij de Graafseweg, maar voor de oorlog was de Grobbendonckstraat een Kringnieuws maart 2002
7
verbindingsstraat tussen het Emmaplein en de Havenstraat. Door oorlogsgeweld is de hele straat hier verdwenen, evenals de school achter het H. Hartmonument. Op de ansichtkaart is het gebouw Bethel in de Grobbendonckstraat nog in volle glorie te zien. Het gebouw staat er nog wel, maar is nu moeilijk te vinden. Tegenwoordig is het in gebruik bij de Gereformeerde Bond afdeling ’s-Hertogenbosch.
In het verhaal over de groenteveiling wordt overigens niet vermeld, dat de groenteveiling ook aan de Parallelweg heeft gezeten. Het gebouw staat er nog. Aan de overzijde van de straat op Emmaplein 24a staat een pand met hoektorentje in art–nouveau stijl uit 1914 van de architect F.H.J. Pastoor. Sinds jaren is het een koffieshop, Pistache genaamd. Tegenover de koffieshop staat het kan-
Flats in 1922 Op de hoek van het Emmaplein en de Kempenlandstraat staan waarschijnlijk de eerste ‘flats’ van onze stad. Het is een 3-laags appartementenblok in de stijl van de Amsterdamse School, ontworpen door architect H. W. Valk, en gebouwd in 1922. Op deze plaats heeft het eerste spoorwegstation gestaan, ontworpen door K. H. van Brederode. Het station heeft dienst gedaan van 1870 tot 1896. Omdat het bij oorlogshandelingen snel afgebroken moest kunnen worden, was het helemaal van hout opgetrokken. Na 1896 werd het niet afgebroken, maar gebruikt als Tramstation voor de Tramwegmaatschappij De Meierij die de verbinding verzorgde in de Meierij en naar de Langstraat. In 1916 is het station afgebroken.
toorpand van het Brabants Dagblad, in 1976 gebouwd en ontworpen door de architecten Calis, Swinkels en Salemans. Het staat op de plaats waar eens de Leonarduskerk heeft gestaan. Die kerk was een ontwerp van architect J. Dony die deze in neo-gotische stijl in 1905 liet bouwen. Door ontkerkelijking werd de kerk met muurschilderingen van de Bossche kunstschilder Frans Kops in 1973 gesloopt. De kerk die veel oorlogsschade had opgelopen, werd na 1944 grondig gerestaureerd door voortvarendheid van pastoor A. J. Ras. Als je bij de pastoor binnenging moest je goed uitkijken want dan
kon het wel eens gebeuren dat er een aap in je nek sprong die de pastoor als huisdier los in zijn kamer had lopen. Een verscheidenheid aan bouwstijlen De Brugstraat lijkt een donkere en sombere straat en ziet er niet verzorgd uit. Verschillende architecten, zoals H. Dirriwachter, H. Claassen, A.J.van Loon, K.C. Suyling en Zn., F.J.H. Pastoor, J. v.d. Berg en H. Danser, hebben in deze straat huizen ontworpen. Zo’n verscheidenheid aan bouwstijlen is ook aan te bevelen voor andere straten. Op de grens Brugstraat/Brugplein staat een 5-laags appartementenblok uit 1987 van architect Stut. Op deze plaats stond voorheen de Protestantsche ULO-school, gebouwd in 1921. Begin jaren zeventig verhuisde de school naar de Christiaan Huygensweg en kreeg de naam Dr. Piersonschool; later verhuisde de school naar de Vliert. Naast dit appartementenblok aan het Brugplein staan enkele panden uit 1907 en 1908 in art- nouveaustijl. Op Brugplein 6 is lang de winkel van J. van Balen geweest, het adres voor ‘Wasmachines, Televisie en Stofzuigers’, zoals op de zijmuur stond. Maar deze grote muurreclame is verdwenen achter een muur van de nieuwe flat die er tegenaan gebouwd is. Ik heb er nog net op tijd een foto van kunnen maken. Zullen we eindigen met een stukje kaalslag? Aan de rechterzijde op de hoek Brugstraat/ Havensingel is nog een driehoekig stukje kaalslag waar voor de oorlog café Havenbrug heeft gestaan, met als eigenaar H. Fizaan. Het is de bedoeling dat men deze taartpunt weer gaat bebouwen, wanneer was dat ook weer?
In hetzelfde gebouw of een gedeelte daarvan aan de Kempenlandstraat waar de Bossche groente- en fruitveiling was, waar Jan Korsten over schreef in het Kringnieuws van mei 2001, is een tijd lang een Badhuis geweest. Ik heb er verschillende keren gebruik van gemaakt toen ik aan de Breede Haven woonde waar wij geen douche of bad hadden en ons moesten wassen in een teil met warm water. Dat was in 1960-1966. Het was wel gas- en waterbesparend! 8
Kringnieuws maart 2002
bosch nieuws
Weet u nog de betekenis van de drie Italiaanse populieren die hier en op verschillende plaatsen in de stad staan? Weet u het nog: de drie bomen in het familiewapen van Van Lanschot? Op enkele plaatsen in de stad plantte burgemeester Van Lanschot groepjes van drie Italiaanse populieren omdat hij van een groene stad hield. Jo Hendriks Ansichten, foto’s uit de verzameling van Jo Hendriks Bronnen: Kees Spierings, Zo was het toen, 1968 Kees Spierings en G. Dorenbosch, ‘s-Hertogenbosch. in oude ansichten 1, 1970 Niek de Rooy, Een kwart eeuw Den Bosch, 1975 Harrie Boekwijt en Ad van Drunen, Cultuurhistorische inventarisatie ’s-Hertogenbosch, Het Zand, 1987 ’s-Hertogenbosch: De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 Henny Molhuysen, Oe gotte kèk daor, 1994 Kati Bujdosó, Dat gaat naar Den Bosch toe. De vier stations van ’s-Hertogenbosch, 1870-1998 Noord-Brabantsche Courant Het Huisgezin, 27 juni 1958 Brabants Dagblad, 16 maart 1991; 1 juni 1991; 8 augustus 1992; 29 juli 1993; 27 mei 1999 en 15 december 2001 Tentoonstelling Stedenbouw in Vogelvlucht 1850-1940, in de oude Sint-Jacobkerk, 1989 Frans Michels (?), Hier staat uw foto
van de werkgroepen
Herhaling excursie Mechelen Wegens overweldigende belangstelling en om teleurstellingen te voorkomen hebben we na ampel beraad besloten de excursie naar Mechelen toch te herhalen. Deze extra excursie zal plaatsvinden op zaterdag 11 mei aanstaande. Voor het programma en de voorwaarden verwijzen we u naar het vorige nummer van het Kringnieuws. U kunt zich voor de excursie opgeven bij het Kringhuis in de Verwersstraat. Wacht niet te lang met inschrijven, want deze tweede excursie zit al half vol. Vincent Verberk Kringnieuws maart 2002
Onbekende Bossche kroniek op cd-rom
Historische wetenswaardigheden
uit periode 1140-1699
Eind februari werd in het Stadsarchief in ’s-Hertogenbosch een cd-rom gepresenteerd met daarop de integrale tekst van een tot dusver grotendeels onbekende kroniek van de stad en Meierij van ‘s-Hertogenbosch in de jaren 1140-1699. De tekstuitgave is een gezamenlijk project van het Bossche Stadsarchief en de abdij van Berne te Heeswijk, waar het originele manuscript van de kroniek sinds circa 1917 berust. De inhoud was tot op heden slechts bij een handvol onderzoekers bekend. Met het uitbrengen van de cd-rom komt de tekst voor het eerst beschikbaar voor meer geïnteresseerden en kan de speurtocht naar interessante wetenswaardigheden over stad en Meierij, maar ook naar de nog onduidelijke achtergronden van de kroniek zelf beginnen. De kroniek zelf bestaat twee dikke handgeschreven delen. Oudst bekende bezitters van het manuscript zijn de Bossche bierbrouwer, bestuurder en amateur-historicus Louis Gast (1779-1840) en diens nazaten. Hierna kwam de tekst via A. van den Crommenacker, norbertijn van Berne, kort na diens dood in 1917 in het bezit van de abdij in Heeswijk. Hier hielden de archivaris van de abdij, H. van Bavel, en diens confrater G.M. van der Velden zich vanaf 1977 nadrukkelijk bezig met de bestudering van de kroniek. Omdat in de kroniek enige passages in de ik-vorm voorkomen, die betrekking hebben op een religieuse van het Bossche SintGeertruiklooster, is de kroniek op voorstel van archivaris Van Bavel als die ‘van het Sint-Geertruiklooster te ’s-Hertogenbosch’ aangeduid. Overigens is de identiteit van de auteur onbekend. De onderzoekers vermoeden dat het om een Bossche man van katholieken huize gaat. De tekst van de kroniek geeft aan dat de auteur erg geïnteresseerd was in het grote politieke nieuws, criminaliteit, Bossche schutterijen, maar ook economische en godsdienstige gegevens. De kroniek is de jongste in een traditie van Bossche kronieken die
sinds de late 15de eeuw in de stad zijn opgetekend. De kroniek is voor de geschiedenis van de stad ‘s-Hertogenbosch, maar ook voor de regionale geschiedenis van oostelijk Noord-Brabant van groot belang vanwege vele nieuwe gegevens. Met name geldt dat voor het gedeelte over de periode 1579-1699, omdat er voor die jaren weinig andere kronieken ter beschikking staan en omdat de schrijver een deel van die tijd zelf heeft meegemaakt. De oorspronkelijke tekst van de kroniek van het Sint-Geertruiklooster is door pater Van der Velden geheel getranscribeerd. In 1998 werd het Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch bij het project betrokken om tot een uitgave ervan te kunnen komen. Omwille van de tijd en de wens om de kroniek op afzienbare termijn voor het publiek beschikbaar te hebben, werd afgezien van een klassieke bronnenuitgave en gekozen voor een tekstuitgave. Behalve de al genoemde Heeswijkse paters Van Bavel en Van der Velden hebben dr. Ton Kappelhof, voormalig hoofd bureau Acquisitie en Beheer van het Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch en zijn opvolger drs. Gerrit Verbeek aan de uitgave meegewerkt. De cd-rom met de volledige tekst van de kroniek is vanaf vrijdag 22 februari voor € 12,50 (excl. verzendkosten) verkrijgbaar bij het Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch, Bloemenkamp 50. Jac Biemans 9
Hotel Café Restaurant Terminus Nadat de Tweede Wereldoorlog zijn verwoestende sporen in ’s-Hertogenbosch had achtergelaten, moest een en ander ook weer worden opgebouwd. Zeker in de wijk ‘t Zand waren veel gebouwen zwaar getroffen; een aantal ervan werd hersteld, de rest gesloopt, omdat geld voor volledig herstel niet aanwezig was. Een voorbeeld van zo’n gesloopt gebouw is Hotel du Commerce op de hoek Stationsplein/Koninginnenlaan. Deze bewuste hoek is tot een paar jaar geleden altijd zonder bebouwing gebleven. De hoek verplaatste zich begin 1950 een steenworpje verder naar rechts. Althans als men goed kan gooien en met de rug naar het centrum toe staat. In die tijd groeide John van Tilborg op. Hij zag de verwoesting en de wederopbouw van de wijk. Wat hem het meest bijbleef was dat hij kon ronddrijven met oude benzinevaten op het mengsel van bluswater en wijn in de kelder van het vernielde Hotel du Commerce. De geur van de wijn blijft altijd in zijn neus en geheugen hangen. Maar nadat alles gesloopt is, begon de geschiedenis van HCR Terminus. In 1954 werd eerst het complex Crefcoeur opgeleverd. Zie hiervoor ook de aangebrachte steen aan de inmiddels Boschveldweg geheten zijde. De grote DAF-reclame op het dak van dit pand is tot de jaren tachtig te zien geweest. Ernaast verrees een tweede pand dat weer gesplitst was in de sigarenzaak van Martens en café de Draak van Beckman. Ook hier is een
steen aangebracht. Deze is te zien, maar dan wel op voetzoolhoogte, als men de tegenwoordige hoofdingang binnenloopt. Eigenlijk waren dit de eerste naoorlogse gedenkstenen, die ondanks hun inmiddels historische en culturele waarde nog niet door onze stadsgidsen op een wandeling worden meegenomen. Verderop verrezen de Botermijn, De Nijs en Boeren. 10
bossche historie
John van Tilborg begon in 1954 als 14-jarige bij een banketbakkerij, waar zijn liefde voor het koken is opgebloeid. In de jaren erna werkte hij in de diverse horeca-bedrijven, zoals Hotel Central, de Raadskelder en Royal; hij was op zijn negentiende al een verdienstelijke chefkok in boerderij de Pettelaer.
met twee trapopgangen naar boven. De bestaande kamers moesten aangepast worden. Het interieur stelde ook nog niet zoveel voor. John kon een groot gedeelte van het interieur van boerderij de Pettelaer overkopen. Veel van deze spullen zijn nog steeds aanwezig, de andere artikelen zijn in de loop van vele jaren verzameld. Samen met zijn vrouw Thea opende John op 30 november 1961 Hotel Café Restaurant Terminus. Hun doel was een simpel en niet te duur hotel te runnen met een bargedeelte, een biljart en een restaurant met eenvoudige doch voedzame maaltijden. Aan deze formule is in al die jaren niet zo heel veel veranderd. En wat die maaltijden betreft, gezien de achtergrond van John is Kwaliteit met een hoofdletter geschreven. Zeker in de beginjaren moest er hard gewerkt worden om de kost te verdienen, want de geldboom groeit ook niet op ‘t Zand. Het waren dus zeven lange dagen in de week open. Na ongeveer een jaar kwam Henk Boom bij HCR Terminus werken. Een oud-collega van mij, Arie Vermeulen, in die beginjaren regelmatig te gast, verrichtte wat hand- en spandiensten. Diens bijzondere verlichting van wijnflessen boven de bar is nog steeds te aanschouwen.
Op eigen benen Johns kwaliteiten daar bleven niet onopgemerkt en er kwam een aanbod om café de Draak over te nemen en het naastgelegen pand van Martens. Er zaten echter nog wat haken en ogen aan deze overname. Om er een pand van te maken moest men nogal wat muren slopen. Daardoor heeft men nog steeds een hoofdingang
De jaren zestig en zeventig Gezinsuitbreiding kondigde zich aan en in de jaren zestig werd het paar verblijd met de geboorte van dochters Francis en Jacqueline. Werken in de horeca werd ze met de beroemde paplepel ingegeven. Na 13 jaar trouwe dienst ging Henk Boom de zaak verlaten. Men moest een pas op de plaats maken. Vanaf zaterdagmiddag Kringnieuws maart 2002
ging men dicht en een jaar later was men met carnaval ook niet meer open. Ook nu nog is met carnaval dicht de regel. Op het mooie grote driebandenbiljart, overgenomen van Beckman, stootte John op zijn tijd ook een balletje. De biljartclubs De Draak, DVS en Hart van Brabant hadden hier hun thuishonk. Dit alles gaf een mooie afwisseling van bezoekers, ook al vanwege de vele toernooien die werden gespeeld. De panden links van HCR Terminus kwamen leeg te staan. Er kwam een groot tehuis voor Joegoslaven die bij de Michelin werkten en in het pand van Boeren kwam het Vrouwenhuis. De sloop van deze panden ging gepaard met veel protest. Een ‘cadeau’ voor HCR Terminus bij het 20-jarig bestaan op 30 november 1981 was een enorme scheur in het pand. Enige tijd later verrees het kantorencomplex Stationsplein. Bier en whisky Eind jaren tachtig is dochter Jacqueline met haar man Fred van der Meulen gaan meewerken in HCR Terminus, hoewel dat niet hun eerste optie was. Freds opleiding als laborant en haar werk bij de belastingen wezen ook niet direct in die richting. Echter Fred verdiepte zich in de bieren en in 1990 werd hij in ’s-Hertogenbosch de eerste bieroloog en Jacqueline (niet als eerste) vinoloog. Hierdoor werd in ieder geval de bierkaart fiks uitgebreid en na
reclame voor gemaakt. Begin jaren 90 waren er al 500 whisky’s en 100 bieren te verkrijgen. Menig horecaondernemer in ’s-Hertogenbosch is dit niet ontgaan en keek met ontzag, afgunst of bewondering naar het Stationsplein. De klanten en bezoekers hebben er baat bij. Eind 1991 is in Café Anders door de vereniging PINT het idee geopperd om bierproefavonden te gaan houden. De eerste was op 12 februari 1992 en een enkele volgde nog. In datzelfde jaar is Café Anders echter gesloten en al rap kwam men bij HCR Terminus. Sinds 9 september 1992 is de vereniging PINT met haar
een vakantie in Ierland volgde Guinness van de tap en werd de bar een soort Ierse pub met alles wat daar bijhoort. Fred startte ook een whiskycollectie die zijn weerga niet kent. Hierdoor groeide HCR Terminus uit tot een plek met een zeer uitgebreide bier- en whiskykaart. Maar zo bescheiden als ze zijn, is daar in die eerste jaren niet veel
bierproefgroep een vaste gast. Inmiddels is Fred in 2001 begonnen met zijn eigen bierproefavond. Dit omdat de vraag erg groot is en de vlag van PINT niet altijd de lading dekt. Maar de vele whisky’s waren ook niet onbekend en begin 1993 begon Fred op verzoek met whiskyproefavonden, die nu nog een vast punt op de festiviteitenagenda vormen. Hierna volgden al snel
Kringnieuws maart 2002
port-, jenever-, calvados- en armagnacproefavonden. Een andere activiteit werd het organiseren van Ierse avonden. Dit liep zo goed dat het café-gedeelte een tijdje de naam Pub Poitin gehad heeft. Hieruit zijn de volksmuzieksessie en -avonden voortgekomen. Ook het poppodium en ‘muziek-algemeen’ bij Terminus hebben in en ver buiten ’s-Hertogenbosch een goede naam opgebouwd. De interesse en passie voor bier bij Fred heeft ook nogal wat leuke anekdotes. Een daarvan mag ik u zeker niet onthouden. Een andere kunt u nog nalezen in Kringnieuws nr.6 van 2000. Terminus is het enige horecabedrijf dat buiten Schotland het Belhaven bier op de tap heeft. In het Schotse stadje Dunbar is ’s-Hertogenbosch dus wereldberoemd. Sterker nog: dankzij Terminus weet menige Schot ’s-Hertogenbosch te vinden en brengen vele Schotse toeristen een bezoek aan onze stad. Een opmerkelijk feit is dat de Schotse popartiest FISH alleen in Terminus wil logeren als hij optredens heeft in Nederland, alleen al omdat men Belhaven van de tap heeft. Tijdens de bouw van het nieuwe station vanaf mei 1995 was de tijdelijke hoofdingang van het station alleen te bereiken via de zijkant van het Stationsplein waar Terminus staat. Ook de taxi’s hebben in die jaren hun vaste plek voor Terminus gehad. Dit heeft jaren lang tot een inloop gezorgd van vooral koffieklanten. Een nadeel door de nieuwbouw van het station heeft Terminus ook inmiddels gehad. Doordat men uiteindelijk de hoek ging volbouwen waar eerst Hotel du Commerce heeft gestaan, is het gebouw wat aan het oog onttrokken geraakt. Het gevolg was een straatnaamverandering in 1998; het adres veranderde 11
van Stationsplein in Boschveldweg. Dit bracht een niet geringe verandering met zich mee voor een bedrijf dat beschikt over een nationale en internationale klantenkring. Men heeft hier nog een protest tegen ingediend bij de Gemeente, maar het heeft niet mogen baten. Wel leuk: men stuurde een protest naar de Gemeente vanuit het adres op het Stationsplein en het antwoord, binnen een week, is retour gestuurd naar de Boschveldweg met de opmerking dat een en ander in behandeling zal worden genomen. Begin april 1998 hebben Fred en Jacqueline Terminus overgenomen en kon-
den John en Thea van hun rust genieten. Helemaal loslaten kan Thea het nog niet want ze helpt nog wel eens mee. Website Dat sommige gasten Terminus erg waarderen, blijkt wel uit het feit dat een vaste gast, Eric van de Berg, een website heeft gemaakt. Deze is zeer apart, humoristisch en anders dan soortgelijke commerciële websites. Voor de echte freaks onder ons: www.hotel-terminus.nl . En deze freaks zijn er zeker. In het landelijke tijdschrift Pintnieuws van november 2001 is reeds de eerste recensie over deze website te lezen. Zo kan surfend Nederland, en wellicht ver daar buiten, kennismaken met HCR Terminus en ’s-Hertogenbosch. Voor mijzelf heeft Terminus een zeer bijzondere betekenis. Ik heb daar mijn vrouw ontmoet. Het eerste gesprek ging over de Binnendieze, Boschlogie, bier en Sinterklaas. HCR Terminus een plaats waar alles draait om de eenvoud, je gevoel volgen is hun concept. Dit alles heeft inmiddels een stempel gedrukt op 40 naoorlogse jaren van Bossche geschiedenis. Rob Hoogeboom Foto’s: Rob Hoogeboom Bronnen: John & Thea van Tilborg Fred & Jacqueline van der Meulen.
12
Piet Verdonk Schilders kennen we allemaal, schrijvers ook. Maar wie kent er veel beeldhouwers? Ja, groten als Michelangelo en Rodin, die blijven bekend. Maar welke herinnering blijft er hangen aan ambachtelijke werkers in steen en hout? Een van die mensen die in de vergetelheid dreigden te raken is Piet Verdonk. Gelukkig is er nu een boek verschenen, waarin zijn werk en leven belicht worden.
boekbespreking
ISBN
De moeite waard Het boek is meer dan de moeite waard. Het geeft een beeld van vervlogen tijden, een tikje nostalgisch, maar overal boeiend. Soms denk je: hé, is dat ook al een beeld van Verdonk, dat heb ik nooit geweten! Falise, Van der Geld, Goossens, Veneman, dat zijn misschien wat bekendere namen. Maar na lezing van dit boek mogen we aan het rijtje de naam van Piet Verdonk gerust toevoegen. Hij was een
Eind 1997 komt de Stichting Piet Verdonk tot stand. De oprichters willen komen tot een inventarisatie van het werk van deze beeldhouwer. Ook zetten ze zich in voor het behoud van diens werk en het vergroten van de bekendheid ervan. Op 20 oktober 2001 is de 100ste geboortedag van Piet Verdonk gevierd. Bij die gelegenheid is een fraai boek uitgegeven in samenwerking met Adr. Heinen Uitgevers. Een beeld van Piet Verdonk Onder deze titel is het boek uitgekomen. Het behandelt de eerste jaren van het creatieve leven van Verdonk en de oprichting later van een eigen atelier. Daarna wordt aandacht besteed aan zijn oeuvre en aan twee bijzondere thema’s binnen dat oeuvre. De relatie tussen Piet Verdonk en de religieuze beeldhouwkunst van zijn tijd wordt belicht. Na een kleurrijk tussenspel, oftewel een serie afbeeldingen in kleur van zijn werk, volgt een hoofdstuk over de wereld van Verdonk. Een ruime selectie van zijn werk besluit het kloeke boekwerk. Het zou hier te ver voeren om uitgebreid in te gaan op alle aspecten uit leven en werk van Piet Verdonk. Het boek Een beeld van Piet Verdonk biedt genoeg lees- en kijkvoer voor liefhebbers van beeldhouwkunst, maar ook voor mensen met een warm hart voor ’s-Hertogenbosch. Uit een overzicht van tot nu toe getraceerde werken blijkt namelijk dat bijna een derde in onze stad teruggevonden is. Bovendien is Verdonk niet alleen geboren in ’s-Hertogenbosch, in de Schilderstraat, maar hij heeft zijn leven lang hier gewoond en gewerkt; dat laatste vooral in een atelier aan de Breede Haven. Vele kerken, kloosters en pastorieën heeft hij voorzien van beelden met een veelal religieus thema. Daarnaast heeft hij ook profane werken gemaakt, bijvoorbeeld enkele jongenskopjes.
beeldhouwer in hart en nieren, een bovenstebeste ambachtsman. Mij is vooral het hoofdstuk over de wereld van Verdonk prima bevallen. Daar vooral wordt een wereld opgeroepen die echt verleden tijd is. Geen kritiek? Nu, een beetje: ik miste een register, dat het makkelijker zou maken snel een naam na te slaan. Een beeld van Piet Verdonk is ook verkrijgbaar in de Kringwinkel aan de Verwersstraat. Het kost € 31.75. En dat is niet echt duur voor zo’n mooi gebonden boek. Nik de Vries
Kringnieuws maart 2002
Een wandeling langs de
zuidelijke vestingmuur
In het Kringhuis ligt een nieuwe wandelroute op u te wachten, een wandeling voor het hele gezin. Een leuk boekje met mooie foto’s, informatieve teksten en een puzzelopdracht. De wandeling, de foto’s en de beschrijving zijn van Vesting-Boschloog Gérard van Kessel.
ze onvoldoende weerstand boden tegen de zwaardere wapens die inmiddels waren ontwikkeld. Een kanonskogel sloeg een bres in een muur, maar bleef steken in de aarden wal achter die muur. Even verder wandelen we over het Oranje Bastion: wist u dat er acht soldaten nodig waren om zo’n kanon te richten?
Je mag je Vesting-Boschloog noemen als je na de cursussen Boschlogie I en II ook nog de module Vesting-Boschlogie hebt gevolgd. Die laatste module bestaat uit een aantal cursusdagen en excursies. De module sluit je af met de presentatie van een zelfgekozen onderwerp. Gérard vertelt: “De meeste leden van mijn cursusgroep hielden een referaat, ik wilde wel iets anders. Fotograferen is een van mijn hobby’s. Ik kwam op de gedachte een wandeling te maken langs de Zuidwal en aan de hand van foto’s te vertellen over de vestingwerken.” Gérard van Kessel is een rasechte Bosschenaar. Hij is geboren in de Verwersstraat. Zijn vader werkte als fotograaf bij Het Zuiden en heeft veel foto’s gemaakt zowel in ‘s-Hertogenbosch als in de Meierij. Die collectie was zo interessant, dat ze is opgekocht door het Stadsarchief.
De puzzelopdracht Bij de Groote Hekel voert de wandeling verder door het Bossche Broek. Hier begint de puzzelopdracht. De foto’s op de achterste bladzijde van de beschrijving moeten gekoppeld worden aan de foto’s uit de beschrijving van het eerste deel van de route. Dat is soms gemakkelijk, maar het valt niet altijd mee. De Kruisbroedershekel is van de zuidzijde gemakkelijk te herkennen. Maar vanaf de kant van de stad ziet u van de eigenlijke hekel alleen maar een klein stukje van het mechaniek. Aan het einde van de wandeling, bij Bastion Vught, moet u weer terug naar de Pettelaarseweg. Kijk nog eens rond: wat een unieke plek is dit. De stadsmuren, die nog net als in de 16de eeuw oprijzen uit het drassige land. Er zijn plannen om in de toekomst een voetgangersbrug over de singel te leggen. Dan is er sprake van een echte rondwandeling.
Twee perspectieven De Zuidwal leent zich natuurlijk zonder meer voor een mooie serie foto’s. De locatie biedt ook de mogelijkheid om de vestingwerken te zien vanuit de stad, de belegerde vesting èn vanuit het perspectief van de vijand. De wandeling begint bij Chalet Royal en loopt tot de Groote Hekel. Daarna is hetzelfde traject vastgelegd vanuit het Bossche Broek. Gérard: “Mijn medecursisten moesten de foto’s van de stadskant en de foto’s genomen vanuit het Bossche Broek met elkaar vergelijken en zoeken naar ‘wat hoort bij wat’. Dat leverde een aantal aardige discussies op.” De foto’s hebben soms iets van een zoekplaatje en de overeenkomsten zijn niet altijd gemakkelijk te vinden. Welke vuurmond hoort nu bij welk kanon? Tijdens de presentatie werd de suggestie gedaan: hier moet je iets mee doen, dit moet niet bij deze ene keer blijven, het idee is het waard verder uitgewerkt te worden. Kringnieuws maart 2002
Gérard van Kessel met de door hem gemaakte routebeschrijving bij de Groote Hekel
De wandeling Uiteindelijk is het dan een routebeschrijving geworden. Gérard: “Daar ben ik nog best lang mee bezig geweest, het moest niet alleen een leuke informatieve wandeling worden, maar de foto’s moesten ook naar mijn zin zijn. Ik heb heel wat uurtjes in de donkere kamer doorgebracht. Het lukte daarom niet om de route voor de vestingdagen klaar te krijgen.” Maar nu ligt de beschrijving, mooi uitgevoerd op A4-formaat op de balie van het Kringhuis. De route is, samen met andere informatie over de vestingwerken, door de Kring ook opgenomen in het lespakket Scholen adopteren Monumenten, aangeboden aan deelnemende middelbare scholen in ‘s-Hertogenbosch. We lopen een stukje en ik lees in de tekst: De middeleeuwse muren stonden vrij en hadden schietgaten. Pas later, in de 16de eeuw zijn de muren aan de stadskant verstevigd met aarden wallen. Dat was nodig omdat Een wandeling langs de zuidelijke vestingmuur, uitgave van de Kring “Vrienden van ‘s-Hertogenbosch”; idee, tekst en fotografie Gérard van Kessel; te koop in het Kringhuis voor € 2,–.
Marjan Vonk
Agenda 24-04-02 27-04-02 27-04/ 08-09-02
Dialezing Mechelen Excursie Mechelen Liefde op het eerste gezicht Tentoonstelling vrouwenportretten Noordbrabants Museum Beiaardweek Binnenstad
05-05/ 12-05-02 11-05-02 Excusie Mechelen 11-05-02 Auto-wandel-fietstocht Ravenstein 15-05-02 Lezing Uitvaartgewoontes 15-05-02 Algemene Ledenvergadering 02-06-02 Bossche amateur schilderdag 09-06-02 De lach van Zoete Lieve Gerritje 09-06-02 Tour d’elegance Paard en Gerij 15/22 en Muziek op de Binnendieze 29-06-02 13
Van Gevangenpoort tot Tuchthuis Enkele jaren geleden verschijnt het eerste bericht in de pers over het cellentekort in Nederland. Het is nauwelijks meer stil geworden. Er moeten meer cellen gebouwd worden. Het plan om meer gevangenen in een cel te stoppen wordt geopperd. Was het vroeger dan zo veel beter dan nu? Hoe zat het met de huisvesting van gevangenen in ’s-Hertogenbosch? Dit is een eerste verkenning. Tot de 19de eeuw bestaat gevangenisstraf niet. Verdachten worden hooguit tijdelijk opgesloten in afwachting van hun berechting. Bij een veroordeling kan het stadsbestuur, bijvoorbeeld dat van ’s-Hertogenbosch, kiezen uit de doodstraf, een boete, een afranseling of een – al dan niet tijdelijke – verbanning uit de stad1. Daarnaast kent men zoiets als huisarrest, vooral voor gegoede veroordeelden, omdat het gemeentebestuur het zich niet altijd kan veroorloven deze al te hard aan te pakken2. Overigens is het zo, dat voordat het gemeentebestuur een zaak in behandeling krijgt, er eerst pogingen tot schikking zijn ondernomen. Pas als deze op niets zijn uitgelopen, komt de zaak voor.
Gevangenpoort De oudste muur om de jonge stad ’s-Hertogenbosch dateert van begin 13de eeuw. In deze muur zijn poorten vrijgelaten: drie grote en twee kleine landpoorten en twee waterpoorten. De drie grote zijn op verzoek van de hertog geschonken door Leuven, Antwerpen en Brussel. De Brusselse poort bevond zich halverwege de huidige Orthenstraat, de Antwerpse poort stond op de scheiding van Schapenmarkt en Vughterstraat en de Leuvense poort markeerde het begin van de Hinthamerstraat3. Deze laatste poort wordt ook wel de Gevangenpoort genoemd. Resten ervan kunnen we nog steeds zien vanuit de Hinthamerstraat, op de hoek van de Gasthuisstraat. Bovendien zijn de contouren van de poort aangegeven in het plaveisel van de Hinthamerstraat. Het gaat hier te ver om de volledige poort en omgeving te beschrijven. Dat is bovendien al eerder uitgebreid gedaan4. Bij Van Sasse van Ysselt lezen we ook iets over de behandeling van een verdachte. Deze wordt door ten minste een schepen van de stad verhoord. Aanvankelijk gebeurt dit buiten het zicht van martelwerktuigen. Als de verdachte zijn onschuld volhoudt, worden de foltertuigen gebruikt,
Tot 1804 doet de Gevangenpoort in de Hinthamerstraat dienst als ‘wachtruimte voor voor te geleiden verdachten’. In dat jaar komt het Tuchthuis aan de SintJorisstraat gereed. Daar worden niet alleen de verdachten, in afwachting van het voorkomen van hun zaak, vastgehouden, maar ook de veroordeelden gevangen gezet.
althans als het om een halsmisdrijf gaat. De meeste verdachten breken bij deze martelingen, waarna het een koud kunstje is hen te veroordelen. Het vonnis wordt plechtig voorgelezen op de Vierschaar, die zich nog steeds bevindt achter in de hal van het Stadhuis. Moet de veroordeelde opgehangen worden, dan geschiedt dit in het openbaar op de Markt. Straffen
14
dienen niet alleen als wraakmiddel, maar ook als voorbeeld. De Gevangenpoort wordt niet geëxploiteerd door de stad zelf, maar verpacht aan een ingebieder of cipier. Hij is niet alleen verantwoordelijk voor de Gevangenpoort zelf, maar ook voor de gevolgen van slechte behandeling van gevangenen. Bovendien mag hij een gevangenisknecht aanstellen. Opsluiting Veel opschudding ontstaat, als enkele jaren geleden het idee wordt geopperd meer gevangenen in een cel te stoppen. Verwezen wordt daarbij onder andere naar de Verenigde Staten, waar dit heel gewoon is. Kennelijk is de indiener van het plan ontgaan, dat dit samen opsluiten in vroeger tijden heel normaal is. We kunnen nog steeds de Gevangenpoort in ’s-Gravenhage bezoeken en huiveren bij de verhalen van de gids aldaar. Laat je maar eens even opsluiten met een hele groep tegelijk. De Bossche Gevangenpoort heeft twee verdiepingen met hokken voor gevangenen; elke verdieping heeft vier van die hokken. Soms zit het er zo vol, dat verdachten in een tijdelijke gevangenis worden opgesloten, of gewoon vrijgelaten. Wie houdt nog vol, dat er veel nieuws onder de zon is? Dit vrijlaten wordt door de bewoners van het platteland niet met vreugde ontvangen. Frisse lucht komt slechts mondjesmaat naar binnen, zodat de hokken bedompt zijn. In elke hok bevindt zich slechts een brits, waarop wat stro en twee dekens. Zouden de gevangen bij toerbeurt geslapen hebben of wordt er gevochten om de beste plaats? Naast de hokken is er onderin de Gevangenpoort een onderaardse put, zonder stro of brits. Hier worden de zwaarste gevallen opgesloten. Men kan zich voorstellen hoe het leven daar geweest moet zijn. Wel luchtig en gezond zijn op de eerste verdieping drie vertrekken, waar gegijzelden vastzitten. Hun mag immers niets ernstigs overkomen5. Wie tijdens zijn of haar detentie niet in het levensonderhoud kan voorzien, wordt onderhouden vanuit een speciaal daartoe opgericht fonds. Lijsten van dit fonds laten zien, dat er in de tweede helft van de 18de eeuw 770 mannen en 340 vrouwen korte of lange tijd op de poort hebben gezeten. Per jaar verschilt het aantal gevangenen Kringnieuws maart 2002
van de werkgroepen
Dialezing over Mechelen
echter aanzienlijk. Na een klopjacht in de Meierij zit de poort meestal mudvol6. De Gevangenpoort wordt in 1813 grotendeels afgebroken. Na 1804 heeft hij zijn functie verloren. Bovendien is hij dermate bouwvallig, dat gevreesd wordt voor de veiligheid van de inwoners van ’s-Hertogenbosch. Hoezo, gedogen...? Tuchthuis In 1806 wordt begonnen met de bouw van een nieuw onderkomen voor gevangenen, het Tuchthuis7. Mannen en vrouwen zitten hier apart van elkaar vast en werken om in hun onderhoud te voorzien. Mannen en vrouwen spinnen, vandaar kennen we de benaming Spinhuis, waarnaar de Spinhuiswal in onze stad is genoemd. Het gebouw is aanvankelijk bedoeld voor circa 200 personen, maar wordt uiteindelijk veel groter. Het Tuchthuis wordt gebouwd op de plaats waar zich tot 1794 het logement Plaats Royaal bevindt. In dat jaar brandt het af door een bombardement van de Fransen. Het logement bestaat dan zo’n 13 jaar en is opgericht door Samuel Hirschig. Deze verkast in 1795 naar de Zwarte Arend op de Markt8.
Het Tuchthuis wordt in de loop van de 19de eeuw ‘omgezet’ in gewone gevangenissen voor vrouwen, mannen en militairen. Elk jaar vindt er een inspectie plaats. Daarbij wordt gelet op gebouw en lokalen, meubilair, bevolking en onderhoud van de gevangenen. In het volgende Kringnieuws zal ik een voorbeeld van zo’n inspectierapport behandelen. Nik de Vries 1 Zie: Drs. Jacques Brummans (eindred.), Van Gevangenpoort tot Orthenpoort, 1994, pag. 14 2 Zie: Petrus Lievens Kersteman, De Vrouwelyke Cartouche, 1756 3 Zie: Drs. P.Th.J. Kuijer, ’s-Hertogenbosch stad in het hertogdom Brabant ca. 1185-1629, 2000, pag. 46 4 Bijvoorbeeld door: Jhr. mr. A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voorname huizen en gebouwen van ’s-Hertogenbosch, reprint 1975, deel 3, pag 289 en verder 5 Feitelijke gegevens zijn te vinden in Van Sasse van Ysselt, zie noot 4 6 Zie: A. Vos (voorzitter redactie), ’s-Hertogenbosch. De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990, 1997, pag. 119 7 Zie: A. Vos, a.w. , pag. 120-121 8 Zie: Van Sasse van Ysselt, a.w., deel 1, pag. 408
Uitvaartgewoonten in de loop der tijden (lezing)
van de werkgroepen
Op woensdag 22 mei zal Ad van Zantvliet een lezing geven over uitvaartgewoonten in de loop der tijden. Ad heeft hiervan een studie gemaakt en wil ons op de hoogte brengen van de resultaten. Hij zal aandacht schenken aan de wijze van begraven door de eeuwen heen, alsook het omgaan met de dood. De behandeling van het onderwerp is zeker niet zwaarmoedig. Aarzel dus niet om te komen. De avond zal worden omlijst met toepasselijke gedichten en muziek. De lezing wordt gegeven in het Kringgebouw in de Molenstraat, aanvang 20.00 uur. Vincent Verberk Kringnieuws maart 2002
Op woensdag 24 april, aanvang 20.00 uur, verzorgt de voorzitter van de gidsenkring in Mechelen, de heer Herman Vermeulen, een dialezing over Mechelen, ter voorbereiding op de excursies naar Mechelen op 27 april en 11 mei. Wij verwachten hiervoor een grote belangstelling. De lezing zal plaats hebben in het Koningstheater van het Koning Willem I College, Vlijmenseweg 2. Wij hebben de heer Vermeulen al gesproken in Mechelen: het is een zeer boeiende spreker, die prachtige dia’s meebrengt. Kom dus naar deze avond. De heer Vermeulen zal ook één van de stadsgidsen zijn op de excursie van 27 april. Deze lezing is bedoeld als voorbereiding op beide excursies, dus ook die van 11 mei. Overigens is iedereen die avond welkom, ook zij, die niet deelnemen aan de excursie. De avond is gratis. Vincent Verberk ingezonden brieven
Aanvulling De redactie van het Kringnieuws ontving een ingezonden bericht van mr. C. de Kort uit ’s-Hertogenbosch. Hij gaf ons een waardevolle aanvulling op het artikel Mechelen waar muziek uit de hemel valt, te lezen in het Kringnieuws van januari 2002. Een citaat:” Het lijkt mij de moeite waard, de deelnemers aan de excursie te wijzen op de Madonna, die in de SintRomboutskathedraal in Mechelen vereerd wordt. Dit beeld is namelijk afkomstig uit de destijdse Dominicanenkerk in ‘s-Hertogenbosch, van waaruit het in 1629 – na de val van de stad – werd meegenomen en in veiligheid werd gebracht. Na diverse omzwervingen is het eindelijk in Mechelen terecht gekomen.” Wij danken de heer De Kort voor zijn reactie waaruit we mogen concluderen dat het Kringnieuws goed gelezen wordt! En we zullen onze ogen in Mechelen goed de kost geven ! Redactie 15
Auto- wandel- fietstochtexperiment naar Ravenstein Aankondiging
Na de fietstocht door de eigen stad gaat LEF het eens elders proberen. Op zaterdag 11 mei gaan we per auto naar Ravenstein. Ravenstein is een vestingstadje, gesticht in 1360 door Walraven van Valkenburg. Smalle straatjes, het oorspronkelijk middeleeuwse stratenplan en mooie gevels ademen de sfeer van vroeger. Ravenstein was een katholieke enclave. De huidige Luciakerk-met sauvegardestamt uit de 18de eeuw, de hervormde kerk uit de 17de eeuw. In Ravenstein maken we een stadswandeling, we drinken koffie en gaan rond 12 uur per fiets verder. De tocht voert langs Batenburg (een van de oudste stadjes van Nederland) en Appeltern. Met het pontje naar Megen, dan via Dieden terug naar Ravenstein, waar we rond 17.00 uur aankomen. Duur stadswandeling: 1.5 uur.
De fietstocht is 35 km. Onderweg houden we een lunchpauze en wellicht een theepauze. Zin om mee te gaan? Schrijf dan in in het Kringhuis. We vragen een bijdrage van € 7.- (routebeschrijving, gids, koffie, pontje). Wilt u bij inschrijving vermelden of u een of meer plaatsen in uw auto over hebt, of dat u juist mee wilt rijden? Ook als u een plaats op het fietsenrek over heeft, horen we dat graag. Er is een mogelijkheid in Ravenstein een fiets te huren, kosten: € 7,–. U kunt de fiets reserveren bij Stadsherberg de Keurvorst, Marktstraat 14, tel: 0486411371.
Secretariaat van KRING “VRIENDEN VAN ’s-HERTOGENBOSCH” Postbus 1162 5200 BE ’s-Hertogenbosch KRINGHUIS: verwersstraat 19
A
’s-Hertogenbosch Telefoon.....................073 - 613 50 98 Telefax........................073 - 614 60 21
COLOFON Openingstijden: Dinsdag tot en met zaterdag van 10.00 - 17.00 uur Zon- en feestdagen van 12.00 - 16.00 uur en van 1 april
Tot zaterdag 11 mei. We verzamelen om 8.45 uur bij het Provinciehuis. Vertrek om 9 uur!
tot 1 oktober van 12.00 - 17.00 uur Maandag gesloten
BETALINGEN
Ien van der Werf
– Postgiro 3.119.716 – Jaarlijkse bijdrage minimaal ( 13,50)
boekbespreking
Tussen zorg en genezing Onder de titel Tussen zorg en genezing, 125 jaar Carolus-Ziekenhuis ’s-Hertogenbosch verscheen in 2001 een jubileumboek in een coproductie van genoemd ziekenhuis en Adr. Heinen te ’s-Hertogenbosch. Het boek telt 64 pagina’s, is gebonden en kost 12,48. Tussen zorg en genezing is geschreven door Jan Brouwers uit Breda. In zijn voorwoord zegt hij dat na het Willem-Alexanderziekenhuis en het Groot Ziekengasthuis alle Bossche ziekenhuizen nu een geschiedschrijving hebben. Het boek viel me tegen. Slechts hier en daar staan er interessante zaken vermeld, maar het is absoluut niet volledig en soms inconsequent. Bijvoorbeeld: sommige doktoren worden met name genoemd, andere moeten het doen met de aanduiding van hun specialisme. Het excuus, dat het archief niet geordend is, is acceptabel, maar waarom dan niet begonnen met de ordening? Het was me liever geweest als
ISBN
het boek later was uitgekomen, waardoor het vollediger kon zijn. Toch is Tussen zorg en genezing geen boek dat je moet laten liggen. Eerder schreef ik al dat er ook veel interessants in te lezen valt. Vooral de ontwikkelingen in de beginjaren zijn boeiend weergegeven. Veel, veelal onbekende illustraties maken het bovendien tot een aardig kijkboek. De vormgeving is keurig verzorgd. Jammer alleen, dat op een enkele plaats een fotoonderschrift ontbreekt, bijvoorbeeld op bladzijde 48. Al met al heb ik een dubbel gevoel overgehouden aan het lezen en bekijken van dit boek. Enerzijds had ik een gedegener werkstuk verwacht, anderzijds staat er best veel lezenswaardigs is. Koop het boek dus maar en oordeel zelf. Het ligt onder andere in de Kringwinkel in de Verwersstraat.
– Jeugdleden ( 7,00)
KringNieuws is het zes maal per jaar verschijnend tijdschrift van de Kring “Vrienden van ’s-Hertogenbosch”. Redactie: Egbert van den Berg, Jack van Elten, Theo van Herwijnen, Jan Korsten, Frans van Sundert, Marjan Vonk, Nik de Vries en Gerdie de ZeeuwNieuwenhuis (voorzitter).
Redactie-adres: Secretariaat KringNieuws Postbus 1162 5200 BE ’s-Hertogenbosch E-mail: redactie@kringvriendenvanshertogenbosch.nl
Vormgeving: Egbert van den berg en Jack van Elten
Druk:
Nik de Vries
De Regenboog b.v. ’s-Hertogenbosch Oplage 2200 stuks
Kopij voor het eerstvolgende Kringnieuws dient uiterlijk woensdag 17 april 2002 te worden ingeleverd bij Secretariaat Kringnieuws, Postbus 1162, 5200 BE ’s-Hertogenbosch. Bezorgen in het Kringhuis of e-mailen naar redactie@kringvriendenvanshertogenbosch.nl mag natuurlijk ook. Uw fotomateriaal dient u echter nog steeds analoog aan te leveren. 16
Niets uit deze uitgave mag Worden overgenomen zonder Schriftelijke toestemming van de redactie.
Kringnieuws maart 2002