KringNieuws mei 2004

Page 1

KRING n i e u w s uitgave van kring ‘vrienden van ’s‑Hertogenbosch’

Jaargang 30

2004

nummer 3

INHOUD Bokhovense kerk ouder dan gedacht........................ 1

mei 2004

bossche historie

Bokhovense kerk ouder dan gedacht

Voorwoord...................................... 2 Agenda............................................... 2 Opvolger gezocht !!!!!................... 2 De zuilen van Herakles en Karel V ........................................ 3 Binnendiezekoor trad op ............. 4 Spreuken van Domien..................... 5 De penningmeester bericht........... 6 Reisboek koning Lodewijk Napoleon in de maak .................... 6 Dat gaat naar Den Bosch toe…... 7 Sint-Jacob in de Sint-Jacob............ 8 Wandeling over het Albertusen het Galgenbolwerk................. 10 Week of Bell’s van 15-23 mei 2004......................... 13 Floating Time 2004......................... 14 Plaquette voor Gimbrère............ 15 Kleine excursie per auto of per fiets...................................... 16 Werkgroep Bouwplannen............ 16 LEF-excursies................................... 16

Kringnieuws mei 2004

De kerk van de H. Antonius Abt in Bokhoven (gemeente ’s-Hertogenbosch) is ouder dan gedacht. Onderzoek van het hout boven het schip en het koor van de kerk leverde voor het eerst een exacte datering van de kap op. Hieruit blijkt dat deze in 1531 werden gebouwd, terwijl men tot nu toe uit-

ging van een datering van rond 1610. Het onderzoek werd gedaan in het kader van het binnenkort te verschijnen boek Bijzonder Bokhoven. Tijdens de voorbereiding van deze uitgave werd onlangs ook de oude ambtsketen van Bokhoven teruggevonden. 1


Voorwoord Dit is het derde Kringnieuws van 2004. U vindt in dit nummer zeer verschillende onderwerpen. Bijzonder wordt de Dag van de Lach van Zoete Lieve Gerritje. U vindt er alle gegevens over. Opnieuw werd er door de Kring een plaquette uitgereikt. U leest er meer over in dit Kringnieuws. Ook de Beiaardweek komt er weer aan. Marjan Vonk bericht over dit onderwerp. Van Jan van Rijnsoever ontvingen we een boeiend verhaal dat we graag onder uw aandacht brengen. De heer Hoffman verdiepte zich in een triptiek van Jeroen Bosch. Interessant om zijn verhandeling te lezen. Vlak voor Pasen verscheen er een seizoensspecial, gemaakt door de redactie van het Kringnieuws. Dat die Special uitermate in de smaak viel, bleek uit de tientallen positieve reacties die binnenkwamen. Ter informatie het volgende: er zijn nog Specials te koop voor 2 euro per stuk! Bij Het Bossche Prentenmuseum (Kringhuis), aan de balie van het Binnendiezekantoor en in het Zwanenbroedershuis zijn nog exemplaren voorhanden! Graag wil ik wijzen op de mogelijkheid om uw bijdrage te leveren aan redactioneel nieuws. Alleen: we willen dat heel graag via email of floppy aangereikt krijgen. Te vaak worden er in het redactiebakje in het Kringhuis artikelen gedeponeerd die nog helemaal overgetikt moeten worden. Van foto’s ontvangen we nog steeds het liefst een goede afdruk. Veel leesplezier toegewenst! Gerdie de Zeeuw-Nieuwenhuis

Agenda 15 t.e.m. 23-05-04 27-05-04 27-05-04 29 t.e.m. 31-05-04 04 t.e.m. 06-06-04 20-06-04 27-06-04

Beiaardweek Binnenstad Geraniummarkt Binnenstad Braderie Visstraat Jazz in Duketown Tweede LEF excursie naar Trier

Fietstocht LEF De Lach van Zoete Lieve Gerritje 18 en 21 Excursie LEF naar Middelburg -08-04 2

Vervolg van pagina 1

Jaarringen Het Bossche bedrijf BAAC (bouwhistorie en archeologie) heeft onlangs houtmonsters uit de kap van de Bokhovense H. Antonius Abtkerk genomen voor datering. Dat gebeurt door onderzoek te doen naar de jaarringen in het hout, de zogenaamde dendrochronologie. Niet alle monsters waren dateerbaar, vanwege het feit dat ze onvoldoende jaarringen bevatten of dat ze waren gebroken en niet verantwoord aan elkaar konden worden gekoppeld. De planken van het oorspronkelijke dakbeschot bestaan uit hout dat stamt uit Hessen/Rheinland Pfalz en kan worden gedateerd op 1523 +/- 6 jaar. Een monster van de kapconstructie leverde een exacte datering op, namelijk van de kapconstructie boven schip/koor: datering voorjaar/zomer 1531 (= kapdatum). Deze datering is zo exact omdat de schors van de boom nog aanwezig is! We weten dat dergelijk hout binnen een jaar na kap verwerkt werd, dus de Bokhovense schip/koorkap kunnen we dateren in 1531/1532. Ambtsketen Tijdens de voorbereiding van de illustratie van het boek Bijzonder Bokhoven werd in maart ook de ambtsketen van de burgemeester van Bokhoven opgespoord. In Nederland werd de ambtsketen voor

burgemeesters in 1852 ingesteld; het Bokhovense exemplaar dateert uit die tijd. De Bokhovense ambtsketen die is aangetroffen is de oorspronkelijke en enige keten die de gemeente ooit heeft gekend. Dat blijkt uit nader onderzoek in het archief van de voormalige gemeente Bokhoven en aan de ambtsketen zelf. De keten werd in december 1852 aangeschaft bij de Bossche boekdrukker P. Stokvis en bestond uit een zilveren penning met daarop aan de ene zijde het rijks- en aan de andere zijde het gemeentewapen, en uit een zilveren schakelketen volgens het Nederlandse, in serie vervaardigde, standaardmodel no. 1. De Bokhovense keten werd door de Bossche zilversmid C.J.H. van Gemert (werkzaam circa 1840-1897) vervaardigd en kostte indertijd 23 gulden. De Bokhovense ambtsketen is in gebruik geweest van 1852 tot de opheffing van de gemeente in 1922 en is momenteel in particulier bezit. Nieuw boek Het nieuwe boek Bijzonder Bokhoven verschijnt in juni 2004. Meer informatie en een intekenformulier vindt u op de website www.parochiebokhoven.nl. Bij voorintekening vóór 1 juni 2004 is de prijs van het boek € 22,50, na verschijnen kost het boek in de boekhandel € 27,50 Jac Biemans

van de werkgroepen

Opvolger gezocht !!!!! Eind 2004, na meer dan 5 jaar trouwe dienst als secretaris/coördinator van de Kring Monumenten Commissie (KMC), wil ik langs deze weg het stokje overdragen aan een andere enthousiaste Kring-vrijwilliger. De KMC is binnen de Kring een soort overkoepelend orgaan, die de activiteiten van de diverse monumentenwerkgroepen coördineert en stimuleert. De voorzitters van de werkgroepen vormen tezamen met de KMC-voorzitter en de secretaris/coördinator de Kring Monumenten Commissie, die 6 à 7 keer per jaar vergadert, meestal op een doordeweekse avond in ons ‘clubhuis’ in de Molenstraat. De secretarisfunctie is veelzijdig en neemt ongeveer een halve dag per week in beslag. Het is met name een uitdaging voor iemand die vanuit historisch perspec-

tief de ontwikkelingen en toekomstige inrichting van ’s-Hertogenbosch op de voet wil volgen. Naast de gebruikelijke secretaristaken (agenda samenstellen, notulen e.d.) moeten er contacten onderhouden worden met de Gemeente en andere instanties. Het is een spilfunctie, met een grote vrijheid van handelen en ruimte voor initiatief, die u in staat stelt uw Bossche kennis op bovengenoemde terreinen te verrijken en te verdiepen. Secretaris KMC, een begerenswaardige functie, zondermeer! Voor meer informatie kunt u terecht bij de KMC-voorzitter, Cor Gillhaus (tel. 073-6561303) Johan Verharen Kringnieuws mei 2004


De zuilen van Herakles en Karel V In het voorjaar van 1999 heb ik de module Bossche bouwstijlen van Boschlogie III gevolgd. Het lukte onze enthousiaste cursusleider gedaan te krijgen dat ter afsluiting van de module op een zaterdagmorgen in april de deuren van het refugiehuis Mariënhage voor ons opengingen. De archivaris van F. van Lanschot Bankiers, de instelling die het historische gebouw heeft aangekocht, heeft laten restaureren en als kantoor in gebruik heeft genomen, was aanwezig om ons rond te leiden. Tot op de zolder mochten we doordringen en de nokgordingen, sleutelstukken, consoles etc. deden ons duizelen.

De meeste indruk op mij maakte echter de bij dit artikel afgebeelde wapensteen van Karel V (zie afbeelding 1). Bij het verlaten van het pand kregen we het boek van H.W. Boekwijt, Van woning tot pastorie, Vijf eeuwen refugiehuis Mariënhage, als souvenir in handen gedrukt (1). Het oudste gedeelte van het pand is circa 1501 tot stand gekomen. Rond 1549 is er een gotische traptoren aan toegevoegd (2). Het is niet duidelijk wanneer de wapensteen van Karel V met de zuilen boven de toegang tot de traptoren is aangebracht. Heeft de steen van meet af aan in de toren gezeten? Of is hij pas aangebracht toen het gebouw een andere functie kreeg, namelijk refugiehuis van de reguliere kanunniken van Mariënhage uit Eindhoven? Zij hebben het pand in 1593 aangekocht (3) en verbleven er tot 1629. Kwam de steen met hen mee? Louter als versiering? Of zou het een ‘sauvegarde’ Kringnieuws mei 2004

wezen, een teken van vrijwaring van inkwartiering en andere privileges, zoals Van Sasse van Ysselt als mogelijkheid suggereert (4)? Dan zou de steen het tegenhouden van ongewenste personen aanduiden. Maar waarom staat er dan zo uitnodigend ‘Plus Oultre’ op een banier tussen de zuilen op de steen, de oud-Franse vertaling van het Latijnse ‘Plus Ultra’ wat ‘Nog verder’ betekent? We moeten meer dan 2000 jaar terug om daar een verklaring voor te vinden, naar het wereldbeeld van de oudheid. Een schijf was het, onze aarde, onder een immense koepel, drijvend op de wereldzee, zoals hiernaast weergegeven (zie afbeelding 2). Wie het waagde buiten die schijf te komen, zijn lot was ongewis. Hij zou in de watermassa omkomen of misschien wel van de schijf vallen. Een mogelijkheid om naar buiten te varen was er wel. In het westen was een doorgang die wij tegenwoordig de Straat van Gibraltar noemen naar de rots aan een kant van de doorgang. Aan de andere kant lag de rots in Marokko die momenteel Ceuta heet. Daar ligt wat verderop het Atlasgebergte, genoemd naar de reus die zich tegenover de goden misdragen had en als straf de hemelkoepel moest torsen. De twee rotsen droegen als naam de zuilen van Herakles, een godenzoon die de rotsen de vorm van zuilen gegeven zou hebben. Wat is de positie geweest van zo’n godenzoon? Ik kan dit niet beter duidelijk maken dan de lezer te doen delen in een gebeurtenis die ik eind augustus 1965 in Griekenland heb meegemaakt. ‘s Avonds laat was ik met de internationale trein uit Athene vertrokken. Ik had met drie studiegenoten een schitterende vakantie achter de rug. Van slapen in de trein kwam die nacht niet veel. De coupés waren vooral gevuld met Griekse gastarbeiders die na hun vakantie naar Duitsland terugkeerden. De trein stopte in alle vroegte bij een klein stationnetje in het noorden van Griekenland. Daar werden we overweldigd door het indrukwekkende zicht op de Olympos, met zijn bijna 3000 meter de hoogste berg van Griekenland, die met zijn besneeuwde kruin door de ochtendzon werd beschenen. Wie wilde, zei de conducteur, mocht even uitstappen. Hij vroeg om doodse stilte, dan zouden we het feestgedruis met harp- en citerspel van

bossche historie

de op de Olympos wonende goden kunnen horen. Dat ‘wonen’ wisten we, dat ‘feestgedruis’ was ons onbekend. Opeens staken twee Amerikaanse dames van middelbare leeftijd, bril met paarlemoeren montuur aan een schijnbaar gouden kettinkje om de hals, enthousiast de handen omhoog en riepen zoiets als “We got it”, bevoorrecht door de goden als ze leken. Wij dachten dat zij en de conducteur met de touroperator onder een hoedje speelden. Maar of we nu wilden of niet, die majestueuze berg imponeerde ons zeer. Daar woonden nu de goden. Onsterfelijk waren ze, maar met menselijke trekken. Zeus, de oppergod, keek vanuit zijn verheven positie graag naar aardse vrouwen, dit tot ergernis van zijn gade Hera. Steeds benaderde hij ze in de gedaante van een menselijk of dierlijk wezen. Zo vermomde hij zich als een makke stier om op de koningsdochter Europa indruk te maken. Tegenover het Theater aan de Parade heeft Marius van Beek dit uitgebeeld. En tegenover de koningsvrouwe Alkmene trad hij in de gestalte van haar eigen man naar voren. Uit hun relatie werd Herakles geboren, een godenzoon dus. Tot onuitsprekelijke woede van Hera. Zij kreeg het klaar hem in dienst te stellen van een stadskoning uit Griekenland in wiens opdracht hij twaalf haast onmogelijke werken tot stand moest brengen. Hera hoopte en verwachtte natuurlijk dat hem dit ergens het leven zou kosten, maar Herakles faalde niet. Ook de laatste en moeilijkste opdracht bracht hij tot een goed einde: het uit de onderwereld halen van Kerberos, de driekoppige hellehond. Naast de twaalf 3


werken heeft Herakles nog een aantal andere heldendaden verricht zowel alleen als met anderen. Hij nam ook met 49 Griekse helden deel aan de verovering van het Gulden Vlies, een gouden ramsvacht door een draak in een ver land bewaakt. De helden slaagden natuurlijk. Het sprak Philips de Goede, hertog van Bourgondië, aan en door hem werd in 1430 de orde van het Gulden Vlies opgericht, misschien te vergelijken met een Europese Unie of beter een NAVO avant la lettre. Onder tussen de zuilen op de wapensteen wordt het Gulden Vlies afgebeeld. Zijn opvolger, vier generaties later, Karel V, werd bovendien koning van Spanje en keizer van het Heilig Roomse Rijk. Hij noemde zich Caesar en Augustus, zoals de Romeinse keizers. Maar Divus, goddelijk zoals zij (5), durfde hij zich niet te noemen. Aansluiting bij een godenzoon vond hij wèl. En er was alle aanleiding. Ontdekkingsreizigers in Spaanse dienst durfden tussen de zuilen van Herakles door de wereldzee op te varen, zuilen die

door Herakles van de tekst ‘non plus ultra’ (= niet verder), waren voorzien (6). En zo was het eeuwen gebleven. Maar nu werd het ‘plus ultra’. Aanvankelijk leverden de verkennende expedities wel land, maar nog niet de juiste inzichten op. Columbus meende het oosten van Azië en de weg naar India ontdekt te hebben. Hij noemde de inwoners van de eerste eilanden waar hij aanlegde, dan ook Indios. Vandaar onze benaming Indianen. Pas geleidelijk drong het in Spanje door dat Karel V een wereldheerser werd. Grote gebieden in Midden- en ZuidAmerika vielen onder zijn machtsgebied. En toen hij in september 1517 per boot uit Vlissingen (7) vertrok om zijn Spaanse koninkrijk in bezit te nemen, droegen de zeilen van het schip dat hem vervoerde een embleem dat de Zuilen van Herakles voorstelde, omcirkeld met een banier waarop ‘PLUS OULTRE’ (= nog verder), alsof hij de godenzoon minstens geëvenaard had. Deze waarschuwde nog niet verder te gaan. Maar Karel V stond

hierboven. Zijn aspiraties reikten over de gehele wereld. Maar zou in het refugiehuis toch ‘non plus ultra’ zoals Herakles schreef, niet beter gepast hebben? Jan van Rijnsoever, namens de werkgroep Kerken en kloosters Noten 1. ’s-Hertogenbosch 1993, door F. van Lanschot Bankiers zelf uitgegeven. 2. Boekwijt a.w. pag.38. 3. Boekwijt a.w. pag.15. 4. Boekwijt a.w. pag.53. Zie ook P.J. van der Heijden – Henny Molhuysen, Kroniek van ’s-Hertogenbosch, ’s-Hertogenbosch 1981, pag.41. 5. Na hun dood werden de Romeinse keizers onder de goden opgenomen. 6. Latijnse weergave van de Griekse tekst. 7. A. Pagden, Van mensen en wereldrijken, Amsterdam 2002, pag. 171.

nader bekeken

Binnendiezekoor trad op In de winter wordt er niet gevaren op de Binnendieze. De schippers zien elkaar dan wat minder. Om die tijd gezellig door te komen is op 1 januari 2000 een koor opgericht. Het bestaat uit schippers (m/v) en dames die de balie bemensen. Inmiddels zijn er, tot onze vreugde, ook vier vrijwilligers van de Kring bijgekomen, te weten twee sopranen, een alt en een tenor. De dirigent heeft er inmiddels al een aardig (soms zelfs 4-stemmig) repertoire ingestampt. We worden regelmatig gevraagd voor een optreden of schrijven zelf ergens op in. Een paar jaar geleden hield de Rotary een wedstrijd. Liedjes over de Binnendieze was de opdracht voor dit concours. Vorig jaar hebben we meegedaan met het Zeeliederensongfestival tijdens ’s-Hertogenbosch Maritiem. Het koor heeft genoten van deze evenementen. Deelname bij Maritiem leverde ons een derde plaats op. De afgelopen twee jaar hebben we ons laten horen op een middag van de Zonnebloem, de Katholieke Bond voor Ouderen, afdeling centrum, op een gezellige avond die gehouden werd voor de bevrijders van ‘s‑Hertogenbosch, in diverse bejaardenhuizen waar de 4

bewoners genieten van de hen bekende Bossche liedjes. 24 maart heeft het koor gezongen in het Cultureel centrum de Helftheuvel tijdens de jaarvergadering van de KBO-west. Na de vergadering mocht het Binnendiezekoor zorgen voor de nodige ontspanning. Razend enthousiast was men; onze dirigent Theo Kroon betrok de aanwezigen regelmatig erbij en men had zichtbaar plezier. Na afloop bedankte de voorzitter namens alle aanwezigen. Hij stak de dirigent een veer op zijn hoed omdat het koor alles a capella had gezongen en zuiver, zei hij erbij, want ik heb goed geluisterd. En

met “ Mijn complimenten aan de kapitein en z’n matrozen” sloot hij af. Maandag 5 april hebben we in de Taling gezongen, de aktiviteiten voor de bewoners worden daar gehouden in het Atrium, een mooie ruimte met veel planten en bloemen. We moesten daar even op gang komen, maar achteraf bleek dat men het optreden van het koor zeer gewaardeerd had. Er werd na afloop gevraagd of we spoedig weer eens wilden komen zingen. Voorlopig staan we aan het begin van een nieuw seizoen. Komt u ook eens luisteren? Agnes Heyting

Kringnieuws mei 2004


Spreuken van Domien Op 28 maart zijn opnieuw enkele stenen onthuld met spreuken uit de verzameling van Domien van Gent. De stenen zijn een initiatief van de werkgroep Het Kleine Monument van de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch. 25 jaar geleden, op 17 maart, is Domien van Gent gestorven. Hij was een markante Bosschenaar, kunstenaar en kikkerverzamelaar in hart en nieren. Een van de mooie onderwerpen die hij verzamelde, was een lijst van typisch Bossche uitdrukkingen en zegswijzen. De werkgroep Het Kleine Monument heeft deze lijst als uitgangspunt genomen bij een initiatief om op tal van Bossche gevels stenen met zo’n uitdrukking aan te brengen. De werkgroep bestaat dit jaar 15 jaar. Men is toe aan steen nommer 25. Twee stenen Bij de onthulling van twee stenen was ik aanwezig. Dat gebeurde in de SintJorisstraat. De Kikvorschen speelden enkele nummers, waarna Wiet van Gent, een neef van Domien, al snel het woord gaf aan Chrisje van Gent, een zus van Domien. Ook zij hield het kort en ging snel over tot het verwijderen van een boerenzakdoek, waarachter de steen met de spreuk ‘Gaoi mar rech deur’ zat. Met de genodigden gingen we rechtdoor, een gangetje in, dat de straat verbindt met de voordeur van het huis van Wiet. Daar hing een nieuwe zakdoek, die door Yvonne van Gent, opnieuw een zus van Domien, werd weggehaald. De steen vermeldt de spreuk ‘Wè denkte’. Natuurlijk moest daar op gedronken worden: brandewijn met of zonder suiker. Roggebrood met zult hoorde erbij. De Kikvorschen speelden nog enkele nummers, waarna het hele gezelschap richting Markt ging, de muziek voorop. Daar zou opnieuw een steen onthuld worden, maar helaas voor uw verslaggever duurde het allemaal te lang. Gaat u dus zelf kijken welke mooie spreuk er staat op het terrasje van de Paternoster, want dat is de 25ste van het gezelschap. Hopelijk is het niet de laatste. Nik de Vries Kringnieuws mei 2004

5


van het bestuur

De penningmeester bericht

Onderstaand ziet u de destijds gemaakte begroting alsmede de werkelijke cijfers over het afgelopen jaar en tevens in de 3e kolom de begroting van 2004.

BATEN

2003

2003

2004

LASTEN

2003

2003

2004

Begroot

Werkelijk

Begroting

Begroot

Begroot

Werkelijk

Begroting

29.400

31.309

31.000

Aktiviteiten leden

3.000

2.395

3.000

Donaties

3.000

5.194

3.000

Werk- en projectgroepen

4.000

4.418

4.000

Advertentie/sponsoring

2.500

400

-

Huisvesting

19.000

21.075

23.000

Afschrijving

6.500

6.059

6.000

Bestuurkosten

2.000

1.145

2.000

Secretariaat

6.000

4.924

6.000

Kantoorkosten

14.000

14.369

15.000

13.000

10.858

14.000

Ledenbijdrage

Rente

1.000

1.896

1.250

-

85

-

Rondleidingen

73.000

76.354

73.000

Artikelen balie

8.000

6.693

5.000

Kringnieuws

Reserveringsbijdrage

2.500

2.197

2.250

Kosten lustrum

5.000

428

-

Abonnem/bibliotheek

2.200

1.884

2.000

10.000

14.003

15.000

Algemene kosten

1.500

1.324

1.500

Personeelskosten

3.500

3.000

3.500

Onkosten vrijwilligers

21.000

24.026

23.000

Inkoop artikelen balie

7.000

5.622

4.000

Opleidingskosten

2.000

66

7.000

Kosten rondleidingen

6.700

8.236

8.000

126.400

123.832

137.000

7,000-

296

21,500-

119,400

124,128

115,500

Diversen

Representatie/promotie

119,400

124,128

115,500 Resultaat

119,400

124,128

115,500

Reisboek koning Lodewijk Napoleon in de maak Aankondiging

Van 14 april tot en met 4 mei 1809 bracht koning Lodewijk Napoleon een werkbezoek aan Brabant. Doel van de reis was om inzicht te krijgen in de problemen van Brabantse bestuurders, organisaties en de burgerij. De Stichting voor cultuureducatie Lyra gaat deze reis reconstrueren. De stichting is gevestigd in Heusden. Zij richt zich op het bevorderen van cultuureducatie in Nederland. De resultaten van het onderzoek zullen worden neergelegd in een handzaam reisboek. De reis van de koning werd gemaakt van Oost- naar West-Brabant. Als een lint werden verschillende plaatsen, dorpen en steden aangedaan. Overal waren erebogen opgesteld en liep de burgerij uit. De route liep via tal van gehuchten en dorpen globaal van Cuyk via Helmond naar 6

Eindhoven. In Tilburg verleende de koning de stad stadsrechten. Verder werden onder meer de volgende plaatsen aangedaan: ‘s‑Hertogenbosch, Boxtel, Veghel, Heusden, Waalwijk, Breda, Willemstad, Roosendaal en Bergen op Zoom. Binnen de context van de Bataafs-Franse tijd, waarin het bezoek plaatsvond spreekt deze reis tot de verbeelding. De reis werd in een gele reiskoets gemaakt die door zes rijpaarden werd getrokken. In het gezelschap van de koning bevonden zich tal van autoriteiten. De koning werd vergezeld door een lijfwacht die uit zestig huzaren bestond. De broer van keizer Napoleon Bonaparte toonde zich maatschappelijk betrokken bij zijn bezoek aan Brabant. “De grote lijnen van de reis zijn in de breedte bekend. We willen ons met

het bronnenonderzoek met name gaan richten op de lokale situatie. Daarom zijn we op zoek naar eerder verschenen artikelen, onderzoek, verslagen, en afbeeldingen,” aldus de stichting. Ook is deze op zoek naar bronnenmateriaal over andere Brabantse reizen van zowel de koning als zijn broer keizer Napoleon Bonaparte. Het reisboek zal worden samengesteld door de freelance journalist Hans van den Eeden. Eerder schreef hij voor het Brabants Dagblad een serie over enkele dagen uit de reis van de koning. Lezers die suggesties voor bronnen hebben worden verzocht om contact met de Stichting Lyra op te nemen. Stichting Lyra, Postbus 35, 5256 ZO Heusden. Fax: 0416 660665. Email: hvdeeden@home.nl Kringnieuws mei 2004


Dat gaat naar Den Bosch toe…

Aankondiging

Dat zongen op 9 juni 2002 meer dan 50 kankerpatiëntjes uit het hele land, samen met hun ouders, broertjes en zussen, toen ze op weg gingen naar ‘s‑Hertogenbosch om daar een heerlijke, leuke en avontuurlijke dag te beleven waarover nog lang is nagepraat. Zo’n dag komt er weer! En wel op zondag 27 juni 2004. Wat is er dan te doen in de stad van Zoete Lieve Gerritje ? Iets heel speciaals! Drie organisaties, namelijk de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch, het Vicki Brownhuis (inloophuis voor mensen met kanker) en de Vereniging Ouders, Kinderen en Kanker hebben de handen ineen geslagen om ook nu weer rond de 50 kinderen in de leeftijd tussen 5 en 14 jaar, samen met hun ouders en broertjes of zusjes een gezellige en ontspannende dag te bezorgen. Je gaat de boot in! Het motto van de dag is De Lach van Zoete Lieve Gerritje en dat is niet voor niks, want de ‘zoete lieve meid’ staat centraal. Hoogtepunt is een boottocht op de Binnendieze. Schrijfster Marianne Keser heeft speciaal voor die tocht een verhaal geschreven, dat tijdens het varen zal worden verteld door een acteur, terwijl zich in en op het water en langs de kant allerlei toneeltjes afspelen, compleet met duikers, veldwachter, muzikanten en niet te vergeten Zoete Lieve Gerritje zelf! Maar dat is lang niet alles! De gasten worden tussen tien en half elf verwacht op het station ’s-HertogenboschCentraal. Vandaar gaat het per speciale pendelbus naar de Uilenburg. Na een korte wandeling langs het beeldje van Zoete Lieve Gerritje komen de gasten aan in de prachtige tuin van het klooster Mariënburg. Dat is voor de rest van de dag de centrale plek waar of van waaruit alle activiteiten plaatsvinden. Daar is ook de registratie en ontvangen alle kinderen een T-shirt met het logo van deze dag. In die tuin is een aantal fleurige tenten opgebouwd waar alle gasten `s middags kunnen lunchen. Verder staan er ook kraampjes waar de kinderen zich kunnen laten grimeren, maskers kunnen beschilderen of spelletjes doen onder leiding van gediplomeerde CIOS-spelleidsters. Dat alles gepresenteerd en in goede banen geleid door entertainer en kindervriend Mijnheertje Peertje. Iedereen krijgt bij binnenkomst een knipkaart die recht geeft op deelname aan de Kringnieuws mei 2004

De dag wordt rond vijf uur op een spectaculaire wijze afgesloten. Hoe? Dat blijft nog even een verrassing, maar ieder gezin krijgt in elk geval een mooie herinnering mee naar huis om nog lang aan dit unieke evenement te kunnen terugdenken.

boottocht: tussen 11 en 15 uur varen er 16 boten. Ook een ritje door de binnenstad met de paardentram, het beklimmen van de toren van de Sint-Jan of meedoen aan een stadswandeling onder leiding van een gids behoren tot de mogelijkheden. Vendelzwaaien en… Een ander programmapunt is een demonstratie vendelzwaaien door leden van een eeuwenoud Gildebroedersgenootschap. De kinderen mogen ook zelf met een aantal aangepaste vendels laten zien of zij aanleg hebben voor deze edele kunst. Natuurlijk zal ‘s‑Hertogenbosch ook zijn faam als Oeteldonk waarmaken door een optreden van de befaamde komische fanfare De Kikvorschen.

Wie zal dat betalen, Zoete Lieve Gerritje? Dat doet Zoete Lieve Gerritje zelf! Dankzij de gulle bijdragen van een groot aantal sponsors en de hulp van vele vrijwilligers is deelname aan deze dag geheel kosteloos. Alleen voor gasten De tuin van de zusters is op zondag 27 juni alleen toegankelijk voor gasten, zodat de privacy van de kankerpatiëntjes en hun ouders, broers en zussen gewaarborgd is. Tot slot We kunnen nog melden, dat de kersverse ambassadeur van het Vicki Brownhuis, Albert Verlinde van RTL-Boulevard, aanwezig zal zijn om de opening te verrichten. Paul Nuijten ’s-Hertogenbosch, april 2004

advertentie

7


Sint-Jacob in de Sint-Jacob dagen getoond. Normaal was een drieluik gesloten en voordat het laatste oordeel zal aanbreken, zijn wij mensen gewoon onderweg. Zoals Jacobus de Meerdere op de monochrome buitenkant van het paradijspaneel. Voor zijn doen groot, heeft Bosch de apostel in grisaille geschilderd: als pelgrim op weg naar zijn eigen graf in Compostela, het sterrenveld van zijn relieken in het verre Galicië. De breedgerande hoed met schelp op de rug; de lange, volgens de legende hem door Christus zelf gegeven, staf in de hand, de reistas aan de schouder en een boekbuidel aan de gordel. Tegenwoordig wordt de prachtige, poëtische en moraliserende Brief van Jacobus uit het Nieuwe Testament meestal toegeschreven aan de broeder des Heren, Jacobus de Mindere. Maar de overlevering zag in de late Middeleeuwen ook wel onze Jacobus, de broer van Johannes de Evangelist, als de schrijver. En diens hartenkreet “Zalig de mens die standhoudt in de beproeving”zal Jheronimus hebben aangesproken.

Zelfs onze heetste zomer blijft kinderspel vergeleken met de hitte van de hel. Op het middenpaneel van zijn Het Laatste Oordeel geheten triptiek uit Wenen, toont Jheronimus Bosch dit vurige rijk van Lucifer. Links is de trieste geschiedenis begonnen met de dubbele zondeval van engelen en eerste mensen en hun verdrijving uit hemel en aards paradijs. Op het middendeel, hoog boven in de wolken, toont een meelijwekkend kleine Christus bijna zielig zijn wonden. De doden zijn al uit hun graven geklauterd en een handjevol geredden vliegt geholpen door engelen de hemel in. Zoals Augustinus voorzien had, heeft de grote massa meer genot beleefd aan de zeven hoofdzonden dan aan de Navolging van Christus. De aarde wordt dan ook rechts vanuit de hel overspoeld door vrij spel hebbende, zielen kwellende demonen. God heeft weinig plezier gehad van zijn schepping. Dit door en door zwartgallige, maar kleurige verhaal werd alleen op hoogtij8

Terwijl andere vijftiende-eeuwse schilders zich uitputten in hoopvolle Annunciaties, sombert Bosch meestal; hij was niet de brenger van een blijde boodschap. Maar de zachte, haast troostende blik van Jacobus kon de gelovigen bijna een hart onder de riem steken. Zoals elke schilder moet Bosch het wonderlijke moment ervaren hebben, waarop de geschilderde ineens terugkijkt. Jacobus heeft zo, op zijn gevaarvolle tocht, even langs het penseel begrijpend naar Bosch gekeken. De bedevaart naar Compostela leefde in ‘s‑Hertogenbosch. Voor hun zielenheil, ter verkrijging van een gunst, gedwongen door de rechterlijke macht, als remplaçant of avonturier gingen velen op weg. Frans Jansen vertelt in zijn Pelgrims naar Compostela bijvoorbeeld, met uit de Bossche Schepenprotocollen opgedoken bronnen, van Rombout Jansoen vander Vloet, die op 27 februari 1494 ter vervanging van Gerit Willem Jacobs van Wijck vertrok; op 4 mei stond hij aan het graf van de apostel en op 1 juli was hij weer thuis. Binnen vier maanden op en neer! Via Parijs, door steeds vreemdere dorpen, steden en streken, onbeschut door de ANWB, maar wel geholpen door een netwerk van broederschappen en hospitia.

Onze stad liep daarbij niet voorop. Toen paus Martinus V in 1430 toestemming gaf aan de Bossche Broederschap van SintJacob een kapel en hospitium te bouwen, hadden Leuven, Brussel en Antwerpen al tientallen jaren dergelijke instellingen; en ook Grave, Helmond en sinds 1424 Bergen op Zoom. Zo’n hospitium kon vreemde pelgrims herbergen, maar ook uitgeput teruggekeerde stadgenoten. De kapel werd gevoegd bij de ongeveer veertig kerken en kapellen, die er in en rond ‘s‑Hertogenbosch stonden; waarschijnlijk minder chique dan de in 1491 aan de Hinthamerstraat voltooide, flamboyante Antoniuskapel en zeker dan de haast protserige behuizing van de Lieve Vrouwe Broederschap uit 1494, waar Jheronimus kind aan huis werd. Maar natuurlijk wel volop gotisch. Er zouden ons nog fragmenten resten in de koorpartij van de Azijnfabriek. De Broederschap van Sint-Jacob bood bescherming. Bosch kende natuurlijk broeders en hij kende de gevaren. Hij plaatst de heilige dan ook in een geaccidenteerd en gevarieerd landschap, waarin wel het een en ander gebeurt. Vanuit een typisch middeleeuwse horror vacui schetst hij met dunne verf en impressionistische penseelvoering een reeks kleine genretafereeltjes: Bosch als schilder op zijn best! Omdat wij graag alles willen verklaren tergen deze achtergrondvoorstellingen kennis en fantasie van elke onderzoeker. Zo zou de scène met de gehangene, links boven, verwijzen naar de legende die vertelt, dat Jacobus zo’n, ten onrechte, veroordeelde terug in het leven zou hebben gebeden. Beneden de onder een boom zittende man leidt een kreupele een blinde, beiden in pelgrimsoutfit, langs een kuil; slechts onder speciale bescherming zullen ze Compostela bereiken! De man die rechts door een bandiet wordt beroofd en vermoord zal zover niet komen; zijn hoed en staf zullen blijven waar ze zijn. En dan zien we nog een reeks onheilspellende dieren: een ekster, een pad, een hagedis en een slangetje. Desolaat staat er scheef een kruis in de leegte. Maar boven het hoofd van de heilige blijven vier reizigers, een ruiter en drie wandelaars, verder trekken. Kringnieuws mei 2004


bossche historie

De pelgrimage was de fraaiste metafoor van het aardse leven. De twee marskramers op de buitenkant van de Spaanse Hooiwagens en de derde uit Rotterdam tonen net als Jacobus de doordeweekse, gesloten situatie van een drieluik: het gewone bestaan als gevaarvolle bedevaart. Alle vier trekken ze door een wereld vol achtergrondtafereeltjes, waarin galg en rad, beroving en verleiding en volop dieren en diertjes de problemen van het leven symboliseren. De marskramers en de apostel zetten, moe en gebogen, dezelfde schrede; de heilige met op zijn rug de pelgrimshoed, de anderen een mand met de lasten van het bestaan. Maar Jacobus hoeft zich niet met zijn stok te beschermen: hij draagt de pelgrimsstaf zoals Christus zijn kruis. In tegenstelling tot de marskramers is de Spaanse patroon niet alleen. Gesloten toont de rechtervleugel de heilige Bavo gekleed als gespoorde edelman, een jachtvalk op de linkerhand, tussen bedelaars onder een poort in een Vlaams straatje. De andere hand laat zien hoe hij na een liederlijk leven zijn rijkdommen schonk aan de armen. Daarna was hij opgenomen in een Gents klooster, dat zijn naam ging dragen en trots zijn relieken koesterde. Juist in Gent resideerde sinds 1494 meestal de in Brugge geboren Philips de Schone. Volgens Post begon zich in de kunstmatige verzameling van gebieden van die hertog op dat moment “iets van een natuurlijke nationale eenheid” te ontwikkelen. Als graaf van Holland zal Philips zich ermee bemoeid hebben toen in 1500 enkele stoffelijke resten van Bavo plechtig aan Haarlem werden geschonken. In datzelfde jaar baarde hertogin Johanna te Gent de latere Karel V en werd ze door een reeks sterfgevallen zelf erfgename van de Spaanse gebieden van haar ouders Isabella en Ferdinand. Philips kwam als het ware te staan tussen Bavo en Jacob. In 1504 bestelde hij als hertog van Brabant een groot Laatste Oordeel bij Bosch. Maar zijn allang ernstig zieke schoonmoeder stierf in december; Johanna en haar man moesten ijlings naar Spanje zeilen. Philips zou er in september 1506 plotseling overlijden. De opdrachtgever was dood; het drieluik Kringnieuws mei 2004

hoefde niet meer afgeleverd te worden; de wapenschilden onder de twee heiligen bleven leeg. Jammer genoeg zijn begin en einde van bovenstaande alinea speculatief. Uitgeklapt klopt de breedte van ons Weense drieluik met de door Philips gewenste maat, maar in de hoogte komt het haast een halve meter te kort. Toch moet zo’n fors Laatste Oordeel op bestelling zijn gemaakt en toch zal de opdrachtgever expliciet Jacobus en Bavo gewild hebben. Gezien de grootte en de stand van de twee heiligen zal hij het bedoeld hebben voor links in een behoorlijke ruimte. Geopend blijft het, net als de andere triptieken van Bosch, kost voor erg scherpe ogen. Maar voor welke ogen, dat blijft de intrigerende vraag! In het begin van de 18de eeuw bevond ons drieluik zich in ieder geval in Habsburgse handen. Een inventaris van de bezittingen van aartshertog Leopold Wilhelm noemt het als: het straffen van de zeven hoofdzonden. En zo is het nu nog, geopend, te zien in Wenen: een pessimistische caleidoscoop van helse verschrikkingen ter vergelding van onze massale zondeval. Prikkelend blijft het probleem, in hoeverre Bosch in zijn persoonlijk leven de moraliserende taferelen die hij schilderde, als leidraad heeft genomen. Hij is vast niet naar Compostela getrokken hij zou een ander landschap achter Jacobus geplaatst hebben- en ook van een grootse geste om bezittingen te verdelen onder de armen is niets bekend. Met zijn rijke vrouw Aleid op stand wonend aan de Markt en als lid van de prestigieuze en gefortuneerde Illustere Lieve Vrouwe Broederschap, moet hij toch wel eens getwijfeld hebben aan zijn eigen zielenheil. Maar misschien is dit wel erg eenentwintigste-eeuws gedacht. Sinds kort is er sprake van een ambitieus plan om in de erfgename van de vroegere Sint-Jacobskapel, de huidige koepelkerk uit 1907 aan de Hinthamerstraat, een Jeroen Bosch Centrum te huisvesten. De foto’s die Alfons Dierick van alle werken van Bosch perfect van maat en kleur heeft gemaakt, zullen daar worden ondergebracht. Het zwartgallige drieluik uit Wenen kan dan zo nu en dan gesloten worden: de troos-

tende Sint-Jacob van Bosch in de Bossche Sint-Jacob. Ed Hoffman

Gebruikte literatuur: L.Baldass, Jheronimus Bosch, Wenen 1959 J.van Herwaarden, Santiago de Compostela, Utrecht 1985 F.Jansen e.a., Sint Jacob ’s-Hertogenbosch, ’sHertogenbosch 1993 J.Koldeweij e.a., Jheronimus Bosch, alle schilderijen en tekeningen, Rotterdam 2001 R.Marijnissen e.a., Hiëronymus Bosch, Antwerpen 1987 R.Post, De Middeleeuwen, ’s-Gravenhage 1959 H.Steemers, Hiëronymus Bosch, een interpretatie van zijn laatste oordeelstryptiek te Wenen aan de hand van Middelnederlandse literaire bronnen, Nijmegen 1979

9


moette nou toch’s kijke

Wandeling over het Albertus- en het Galgenbolwerk Net voor de Vughterbrug links vanuit de stad gezien ligt bastion Vught, gebouwd als Albertusbolwerk in 1619. In de muur van dit bastion plaatste het leger van Frederik Hendrik in 1629 bij het beleg van ’s-Hertogenbosch springstof om van hieruit de stad binnen te geraken (zie bronzen gedenkplaat). De onoverwinnelijke moerasdraak was geveld. Op vele plaatsen op de stadswallen stonden vroeger molens. Op bastion Vught stond een standaardmolen die tot het einde van zijn bestaan een standaardmolen is gebleven. Omstreeks

1900 is deze graanmolen verplaatst naar Best. In de volksmond noemde men hem de Sandvlietmolen, vernoemd naar de molenaar/eigenaar. Na sloop van het oude gedeelte van het ziekenhuis is hier een appartementencomplex neergezet met de naam Sandvliet. Vlakbij, tegen het bastion Deuteren, gebouwd als Galgenbolwerk, stond de in 1772 gebouwde stenen stellingmolen voor olie en graan van Van

Esch. De molen heeft tot 1939 onthoofd aan de ingang van de Vughterstraat gestaan. Sinds die tijd stond hier de in 1994 gesloten Esso-benzinepomp. Het restaurant Chalet Royal op bastion Vught is in 1906 gebouwd als villa Illusio voor Rouppe van der Voort, Industrie en Metaal Mij. N.V. (loodfabriek aan de Zuid-Willemsvaart). In 1937 kocht Cees van Gaalen die in de Visstraat (waar het voormalige Kringhuis heeft gezeten) al een restaurant had, villa Illusio en toverde het om tot een restaurant dat de naam kreeg van Chalet Royal. In de tijd van Cees van Gaalen kwamen regelmatig koninklijke gasten binnen zoals de Belgische prins Albert en prinses Paolo (het huidige koningspaar van België); ook leden van ons koninklijk huis deden het restaurant aan. De kelner Een ‘leuk’ voorval dat ik me nog goed herinner, was bij de aanleg van het Heetmanplein. Werkzaam als gas- en waterleidingmonteur bij de gemeente moesten wij in de avonduren bij Chalet

Royal de waterleiding voor het restaurant verleggen. Zo kwam het restaurant zonder water te zitten. Had men onze waarschuwing niet in acht genomen om water in te nemen of was dat de heer Van Gaalen ontschoten? Een kelner kwam met een kan koffie en schonk in, we waren net van de koffie aan het drinken toen de heer Van Gaalen op zijn achterste benen naar de kelner liep en hem vroeg hoe hij koffie kon geven terwijl er geen water was. Ik zeg: geen punt dan doen we toch alles weer terug in de kan. Van den Boer In 1979 kocht Maison van den Boer Chalet Royal. Een telefoontje naar het huidige restaurant was genoeg om te weten te komen dat het restaurant sinds 1990 geëxploiteerd wordt door de heer G. Greveling. Van het Wilhelminapark zoals dat er voor de oorlog uitzag is niets meer over. Eerst was het een rotonde die rond 1937 gemaakt is en die ik ook als zodanig nog gekend heb. In de jaren 60 van de vorige eeuw ontwierp verkeerstechnicus ir. Heetman dit in de volksmond naar hem vernoemde Heetmanplein. Maar de oorspronkelijke naam is Wilhelminaplein. Tijdens de bezetting (1941-1944) van onze stad door de Duitsers moesten alle namen van leden van het koningshuis in de stad verwijderd worden en zo werd dit park voor enkele jaren Jheroen Boschpark. Midden op het huidige plein stond de in 1890 afgebroken Vughterpoort. Protestanten kregen een eigen ziekenhuis Bastion Vught werd in 1914 de locatie voor een nieuw ziekenhuis, maar er ging lange geschiedenis aan vooraf. Deze gaat terug tot 1836, het jaar waarin de Bossche protestanten voor het eerst behoefte kregen aan een eigen gasthuis. Op 15 januari 1883 ging de kogel door de kerk. De predikant ds. Roldanis zette, als lid van de commissie die zich had beraden over de ziekenverpleging, voor de ouderlingen met een zwak geheugen nog eens uiteen, wat er sinds 1880 was gebeurd. Het was niet langer verantwoord dat protestanten werden verpleegd in het Groot Ziekengasthuis.

10

Kringnieuws mei 2004


Protestanten werden katholiek Het was al verschillende keren voorgekomen dat protestanten tijdens hun verblijf in het katholieke gasthuis waren overgegaan tot het katholieke geloof. Daarna was de situatie nog meer ‘verslechterd’, doordat het College van Regenten van de Godshuizen besloten had dat de verpleging in het gasthuis in handen zou komen van religieuze zusters. Het gasthuis zou dan door en door ‘Roomsch’ worden. Voorzitter Jan de Kort van het College van Regenten van het ziekenhuis deed dagelijks de ronde over de ziekenzalen. Hier sprak hij protestantse patiënten aan of zij zich wilden bekeren tot het katholieke geloof. Ze moesten zelfs getuige zijn van katholieke ceremoniën zoals het toedienen van de Communie en de Laatste Sacramenten. Dit gaf ergenis of, zoals Roldanus zei, “Hun ziek- en sterfbed is een pijnbank”. De oprichting van een eigen Bosch protestants gasthuis zou het enige redmiddel zijn. De kosten zouden ongeveer ƒ 250.000 belopen. Konden ze dit wel bijeen krijgen? Er waren meer bezwaren. De heren uit gegoede burgerstand gingen niet over een nacht ijs. ‘Bekering’ van Peter Appel Peter Appel was lid van de Hervormde Gemeente en met zijn 18 jaar minderjarig. Op 29 september 1881 wordt hij opgenomen in het Gasthuis in ‘s‑Hertogenbosch. Gealarmeerd, dat zijn zoon Peter tot het katholieke geloof was ‘bekeerd’ haastte vader W. Appel zich naar het Gasthuis. Hij vond zijn zoon in opgewekte stemming die vertelde dat hij zich veel beter voelde dan vroeger. De jongen had geld bij zich dat vader hem niet had gegeven, en vroeg zijn vader of hij wat snoep kon gaan kopen. Nader onderzoek had uitgewezen dat de jongen geheel uit vrije wil katholiek was geworden en dat het gasthuis hem geen geld heeft gegeven. Ds. A. Rutgers van der Loeff nam de zaak hoog op en bracht dit op 9 december 1881 in de Kerkenraad. Wat te doen? Sommige ouderlingen, onder wie de heer Van Leeuwen, achtten het verstandig om een eigen gasthuis te stichten en een beroep te doen op rijke geloofsgenoten in Holland. Men wendde zich tot de gemeenteraad van ‘s‑Hertogenbosch waar het College van B & W de zaak grondig liet onderzoeken; dit tot ongenoegen van de heer Jan de Kort. Hij was het die Peter Appel aangeraden had om katholiek te worden. Kringnieuws mei 2004

Het voorval kwam op 4 februari 1882 in de gemeenteraad en er werd al snel op de persoon gespeeld, wat tot scherpe debatten leidde. Sommigen richtten hun pijlen op Jan de Kort. Deze liet zich als voorzitter van het College van Regenten in met godsdienstige aangelegenheden. Men vroeg zich af hoe het zat met de juridische status van de Godshuizen. Vele raadsleden wisten niet hoe de vork in de steel zat. Vader Appel gaf tegenstrijdige verklaringen af wat de zaak nog ingewikkelder maakte. Ineens kon de jonge Appel zich ook niet meer herinneren dat hij uit vrije wil had gehandeld. In de raad werd afgesproken: als een minderjarige van geloof wil veranderen, moet men dit eerst aan de ouders of voogden meedelen. De gemeenteraad greep niet in wat Jan de Kort betreft, dit door de geheugenzwakte en tegenstrijdigheden van vader en zoon Appel: de raad kon niet nagaan wat er wel of niet waar was. Vast staat wel, dat Peter Appel op 22 januari 1882 als ‘R.K.’ het gasthuis heeft verlaten en dat hij later een katholieke begrafenis heeft gehad.

Geen joden In de vergadering had ieder zo zijn idee om aan geld te komen; de een wilde ook joden toelaten om zo aan geld te geraken, maar de buurman was daar weer fel op tegen, een ander wilde rijke landbezitters uit Vught erbij betrekken. Ook een idee was om alle Nederlandse protestanten aan te schrijven voor een bijdrage. Op 12 april 1883 werden door de Kerkenraad van de Hervormde Gemeente de statuten voor een Vereniging tot het stichten van een ziekenhuis voor Protestanten te ’s-Hertogenbosch goedgekeurd. Spanning in 1882 Door het geval met Peter Appel nam de spanning binnen het College van Regenten wel toe, zodat de situatie medio 1882 onhoudbaar werd. Sassen en zijn medestanders namen hun ontslag of werden door de gemeenteraad niet herbenoemd. Jan de Kort werd wel gehandhaafd, maar droeg het voorzitterschap over aan jhr. mr. Josephus de La Court.

11


De Godshuizen waren daarmee volledig in katholieke handen gekomen. Voor de protestanten was er nu nog maar een mogelijkheid: een eigen ziekenhuis. Na een tijd van stilte bij de Kerkenraad van de Hervormde Gemeente werd op voorstel van ds. Roldanus besloten om bij de Gemeenteraad om antwoord te vragen. De reacties bleven verdeeld, er waren nog mensen die het toch niet goed aandurfden.

Bossche Broek waar de Dommel als een wit lint doorheen stroomde. Uit een onderzoek uit 1968 blijkt dat de helft van de patiënten uit ‘s‑Hertogenbosch kwam, 18 procent uit de Bommelerwaard, 17 procent uit het Land van Heusden en Altena en 9 procent uit de Langstraat. In 1989 schrijft drs. M. Engelen, bestuursvoorzitter van het pas geopende Willem Alexander, dat de verhoudingen niet zoveel zijn veranderd, misschien dat er iets meer mensen uit ‘s‑Hertogenbosch komen.

Over de gebeurtenissen van 1880–1883 werd niet meer gerept. De neutrale Provinciale Noordbrabantsche en ’s-Hertogenbossche Courant had de hele voorpagina gewijd aan deze opening. Het publiek mocht de dagen na de opening, tegen betaling van een kwartje per persoon, het ziekenhuis komen bezichtigen. Een week na de opening werd in Serajevo aartshertog Ferdinand van Oostenrijk vermoord wat uiteindelijk de Eerste Wereldoorlog inluidde. Na de crisis binnenshuis en de twee oorlogen te hebben doorstaan is het protestants ziekenhuis verhuisd naar Deuteren en zijn de eerste patiënten op 31 januari 1974 daarheen gebracht. Het nieuwe onderkomen kreeg de naam Willem- Alexander. Door een fusie op 1 januari 2002 zijn de drie ziekenhuizen van ‘s‑Hertogenbosch, te weten het Groot Ziekengasthuis, het Carolusziekenhuis en het Willem Alexanderziekenhuis samen gegaan. Ieder ziekenhuis behield zijn eigen naam, maar voor een overkoepelende naam werd een prijsvraag uitgeschreven. De naam die voor de drie ziekenhuizen gekozen werden was Jeroen Boschziekenhuis.

Maar op 27 juli 1883 werden in de Algemene Vergadering de statuten definitief goedgekeurd. Er moest nog veel geld komen. Dat probeerde men bij elkaar te krijgen door middel van collectes, bedelbrieven, giften en legaten. Het moest een ziekenhuis worden voor arme protestantse Bosschenaren.

Jo Hendriks Verzamelaarsgroep Hertog Jan van de Kring

Op 22 april 1912 was het besluit genomen om te gaan bouwen. Het ontwerp van architect K.C. Suijling werd goedgekeurd. De aannemer was Johannes van Rosmalen die het karwei voor ƒ 52.500 zou kunnen klaren.

Even een persoonlijk tussendoortje In 1964 lag ik als katholiek in het oude protestante ziekenhuis. Dat was in de Goede week, de week voor Pasen. Ik was opgenomen voor het verwijderen van ontstoken amandelen; de chirurg die mij toen heeft geholpen was dr. Van Gils. We lagen met tweeën op een kamer, mijn protestante buurman kwam uit het Land van Heusden en Altena. Op Goede Vrijdag lagen wij te luisteren naar de ziekenhuisradio, waar een dienst vanuit de kapel te horen was. Op dat moment kwam de dominee van mijn buurman binnen. Ik merkte wel dat de dominee al op de hoogte was dat ik katholiek was en die zei: u als katholiek luistert ook naar de protestantse Paasdienst. Het enige wat ik toen kon bedenken was: katholiek of protestant, ik geleuf toch dè we dè ammaol veur dieje zèlfde mens doen, dèé is toch zoo.

17 juni 1914 Na lang sparen en veel vergaderen had men de zaken voor elkaar. Op bastion Vught werd op 14 juni 1914 het nieuwe ziekenhuis geopend. De ziekenzalen hadden een schitterend uitzicht op de lager gelegen groene weilanden van het

Opening van het gasthuis De plechtige opening had plaats op 17 juni 1914. Het Huisgezin, de krant met een uitgesproken katholiek signatuur in ’s-Hertogenbosch, schreef zeer waarderend over deze “groote aanwinst voor onze andersdenkende stadgenooten”.

12

Ansichten uit de verzameling van Jo Hendriks

Bronnen: C.J. Gudde, ‘s‑Hertogenbosch, geschiedenis van vesting en forten Chalet Royal jarig, Brabants Dagblad 16 september 1987 ’s-Hertogenbosch. Als de dag van gisteren, Waanders-Heinen 1987-1988 Dr. A.C.M. Kappelhof, Het Protestansziekenhuis 75 jaar, 1914-1989, 1989 Henny Molhuysen, Villa Illusio, in: Brabants Dagblad 19 oktober 1995 ’s-Hertogenbosch nummer 2, 1997, uitgave Stadsarchief C.A. van der Weide-van Dijk, ’s-Hertogenbosch zo was het, 1997 Appartementencomplex “Sandvliet”, Brabants Dagblad 10 oktober 1999 Jo Hendriks, Van Bossche poort tot Piekepoort, in: Kringnieuws januari 2001 Historische kaart van ‘s‑Hertogenbosch Website van Paul Kriele Zie molenkaart van Frans Slager

Kringnieuws mei 2004


Week of Bell’s van 15-23 mei 2004

Aankondiging

In de 15de beiaardweek zal er natuurlijk veel aandacht zijn voor de beiaarden van de Sint-Jan en het stadhuis. De klokken van de Sint-Jan zijn kortgeleden opnieuw gestemd en het spel is uitgebreid met zeven klokken. Ook de beiaard van het stadhuis is gerestaureerd. Er komen veel concerten en andere activiteiten. Om te laten zien hoe zo’n beiaard werkt, en wat de restauratie inhield, opent op 15 mei een tentoonstelling in Het Bossche Prentenmuseum. De klokken van de Sint-Jan De Sint-Jan bezit een klokkenspel uit 1925. Niet zo oud, maar wel heel bijzonder. Het is een van de twee complete beiaards in Nederland, die gegoten zijn door de Engelse klokkengieters Gillett & Johnson. Deze beiaard is speciaal uitgekozen door Toon van Balkom, de toenmalige stadsbeiaardier en grootvader van de huidige bespeler van de Bossche beiaarden. Hij en de zeer in klokken geïnteresseerde Bosschenaar dr. Caspari kozen voor de Engelse beiaard omdat deze op een bepaalde manier gestemd was. Ze kozen daarnaast voor een zogenoemde ‘Vlaamse’ tractuur. De tractuur is het mechanisme dat de verbinding verzorgt tussen het pedaal dat bespeeld wordt en de beweging van de klepel in de klok. Bob Haan, voorzitter van de Bossche Beiaardstichting: “Het is een beiaard die een kerk als de Sint-Jan en een stad als ’s-Hertogenbosch waardigheid verleent.” Jammer genoeg verloor de beiaard van de Sint-Jan zo langzamerhand wat van zijn klankzuiverheid. Dat is normaal. Ook kerkklokken ‘roesten’ een beetje. Die corrosie wordt veroorzaakt door zwavelhoudende luchtverontreiniging. Vroeger was daar weinig aan te doen, maar tegenwoordig is de kennis van klokken en de techniek van het meten van klokken zo gevorderd dat een campanoloog, een klokkendeskundige, kan berekenen op welke plek een klok iets afgeslepen moet worden om de toon weer zuiver te krijgen. Restauratie De Bossche Beiaardstichting wilde al heel lang de klokken van de Sint-Jan opnieuw laten stemmen. Maar dat was niet zo eenvoudig. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg, die het karwei deels zou moeten betalen, vond dat er geen materiaal van de klokken afgeslepen mocht worden. De Beiaardstichting, gesterkt door de vakkennis van stadsbeiaardier Joost van Balkom pleitte voor het herstemmen van de klokken. De discussie heeft zich bijna tien jaar voortgesleept. Tenslotte heeft de gemeente, eigenaar van de toren van de Sint-Jan en van de beiaard, de knoop doorgehakt. Kringnieuws mei 2004

Bob Haan: “Het is noemenswaard dat de gemeente de mening van het particulier initiatief, in dit geval de Beiaardstichting, zo liet meetellen. We zijn de wethouder daar zeer erkentelijk voor.” De klokken zijn opnieuw gestemd. Daarmee is het historisch karakter van de klokken allerminst aangetast en is de historische klank van de klokken teruggekomen. Campanoloog Bert Augustus van de bekende klokkengieterij Eijsbouts in Asten heeft de research gedaan. Hij heeft de klokken gemeten, is naar Engeland geweest, waar de klokken gemaakt zijn en vond daar nog de oude stemboeken met de ontwerpen van de beiaard uit 1925. Aan de hand van die ontwerpen en de doormetingen kon hij precies vaststellen hoe te klokken herstemd moesten worden.

mogelijk te laten klinken. Hij is dan ook extra blij met de uitbreiding van de beiaard van de Sint-Jan. Er zijn zeven nieuwe kleine klokken toegevoegd, passend bij de bestaande klokken. Een half octaaf meer is een hele aanwinst. Hierdoor wordt het repertoire van te spelen stukken aanzienlijk uitgebreid. De beiaard telt nu 57 klokken. Het is daarmee een monumentale concertbeiaard. Joost van Balkom is ervan overtuigd dat zijn grootvader die zeven kleine klokken al had besteld als het in het begin van de 20ste eeuw mogelijk was geweest zulke kleine klokken met een zuivere toon te gieten.

Niet alleen zijn de klokken gestemd en is de tractuur hersteld, ook het klavier is vernieuwd. Het is zo gebouwd, dat ook wat grotere beiaardiers er plezierig kunnen spelen en de wat ronde vorm garandeert dat de musicus ook gemakkelijk bij de wat verder weg liggende pedalen kan komen.

17de eeuw. Bij de restauratie van deze beiaard is de historische situatie zoveel mogelijk teruggebracht. Al in 1950 zijn de klokken, die niet meer te repareren waren, vervangen door klokken van Eijsbouts. Nu kan de beiaard, ook weer goed bespeeld worden. Waar de tractuur in de Sint-Jan uit ijzeren staven bestaat, bestaat de tractie van de beiaard op het stadhuis uit staaldraden. Dat heet een broeksysteem. Het lijkt mooi: doordat er relatief dunne draden gebruikt worden, blijft het torentje doorzichtig.

De Bossche Beiaardstichting Bob Haan is zichtbaar blij met de restauratie. Hij omschrijft het doel van zijn stichting eenvoudig: de twee Bossche beiaarden zo vaak en zo luid en zo mooi

Stadhuis Hier hangt een Hemony-carillon. Dat is echt oud, het stamt voor een deel uit de

13


Maar er zijn ook nadelen. De draden lopen niet rechtstreeks van pedaal naar klepel, maar worden op diverse plaatsen door andere draden in de juiste stand gehouden. Zo’n broeksysteem is moeilijk in te richten. En als het wat gaat slijten, komen er problemen: soms schuren de draden tegen elkaar aan, soms haken ze in elkaar. Alles is nu weer in de oude situatie hersteld. De klokken zijn, net als vroeger, buiten het torentje gehangen. Ook de klepel in de vorm van een halve maan hangt weer buiten de klok. De trommel, die het speelwerk aanstuurt loopt net als vroeger op gewichten. De elektromotor is verdwenen, die past niet in een historische restauratie. Al met al is de beiaard van het stadhuis niet alleen een mooi instrument, het is ook mooi om ernaar te kijken. Ga eens op de markt staan, neem uw verrekijker een keertje mee, bewonder een prachtig stukje 17de-eeuws vakmanschap. Beiaardweek In de jaarlijkse beiaardweek laat De Bossche Beiaardstichting zien wat de mogelijkheden zijn van de beiaard van de Sint-Jan in de hedendaagse klassieke muziek. Deze 15de beiaardweek heet niet voor niets de Week of bell’s. Naast beiaardiers van internationale faam komen componisten als Charlemagne Palestine en de Bosschenaar Paul Frankhuizen hun

composities spelen. Het conservatorium komt in het muziekcentrum met een computergestuurde uitvoering. Er wordt door de twee bekende beiaardiersopleidingen in Amersfoort en Mechelen een masterclass gegeven. Een van de hoogtepunten in het programma is een vaarroute over de Groote Stroom, genaamd Klokkenspoor. Al varend hoort u verschillende beiaards: die van het stadhuis, die van het seminarie, een rijdende beiaard en ten slotte luid en veelzijdig de beiaard van de Sint-Jan Een andere aanrader is een concert van drie verschillende instrumenten: die van de Sint-Jan, het stadhuis en een rijdende beiaard. De mooiste plek om daarvan te genieten is het bovenste dek van de parkeergarage Wolvenhoek. Dan heeft u ook zicht op de torens waar de muziek vandaan komt. Tentoonstelling De Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch verzorgt al jaren rondleidingen in de toren van de Sint-Jan. Natuurlijk komt u dan ook langs de klokken van de beiaard. Maar daar zijn allerlei details over de restauratie niet te zien. Daarom organiseert Het Bossche Prentenmuseum, in samenwerking met de Kring een tentoonstelling over de restauratie van de Bossche beiaarden.

Floating Time 2004 Het museum voor Hedendaagse Kunst er opnieuw in geslaagd een aantrekkelijke tentoonstelling te laten zien aan de oevers van de Groote Stroom. Langs het water staan de ‘plezante mannekes’ van de keramist Rik Delrue. Bij de opening van de tentoonstelling spreken Saskia Noorman-Den Uyl en de Belgische ambassadeur in Nederland, de heer L. Teirlinck. Mevrouw Noorman benadrukt dat het in het project Floating Time opnieuw gelukt is, een synthese te bewerkstelligen tussen werkervaringsplaatsen, kunst en toerisme. De heer Teirlinck introduceert de kunstenaar. Rik Delrue is docent keramiek aan de stedelijke kunstacademie van Oostende. Hij heeft een grote voorliefde voor kabouters. De kabouters van Floating time hebben nauwelijks nog een relatie met de tuinkabouter. Zij hebben alle ‘een moderne jas aan’. Rik Delrue heeft een aantal interna14

tionaal bekende kunstenaars gevraagd de kaboutermodellen naar eigen inzicht te bewerken of te beschilderen. De opening van de tentoonstelling vindt uiteraard plaats op het water. Na een korte muzikale act vanuit het scheepje De notendop, voeren de talrijke genodigden een kort en klankrijk muziekstuk uit met de klaarliggende handbellen. Een vaartocht over de Groote Stroom besluit de officiële opening.

De historie van de beiaard van de SintJan wordt er toegelicht: in 1874 hing er voor het eerst een beiaard in de toren, maar men was niet tevreden. Daarom is er rond 1925 actie gevoerd voor de aanschaf van een nieuwe beiaard. Dat werd de beiaard van Gillett & Johnson, die nu gerestaureerd en uitgebreid is. Er is veel fotomateriaal van de laatste restauratie. De manier waarop een klok gestemd wordt, is inzichtelijk gemaakt; er zijn oude klokken en gietmallen. Voor de muzikale noot is er ook een rijdende beiaard. De opening van de tentoonstelling, zaterdag 15 mei om 15.00 uur, luidt tevens de start van de 15de beiaardweek in. U kunt de tentoonstelling bezoeken tot en met zondag 27 juni. De Bossche Beiaardstichting en de stadsbeiaardier denken inmiddels alweer aan een verdere restauratie. De firma Eysbouts heeft aangegeven dat het mogelijk is de aansturing van het uurwerk van de Sint Jan en de klokslag terug te brengen naar de oude staat. Het grote uurwerk zou weer op gewichten moeten gaan lopen, en niet op een elektromotor zoals nu, misschien zou de slag dan ook weer via een trommel aangestuurd kunnen worden, en, en … Een volgend plan is dus al in de maak. Marjan Vonk Aankondiging

De vaartocht wordt verzorgd door De Groote Stroom, in opdracht van Stichting de Binnendieze. En u weet, die laatste valt weer onder de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch. Vanaf 10 april kunt ook u weer over de Groote Stroom varen en genieten van honderden kabouters die daar tot en met 31 oktober op u wachten. Marjan Vonk Kringnieuws mei 2004


Plaquette voor Gimbrère Zoals bekend bij de meeste Kring-leden verstrekt de werkgroep Het Kleine Monument van de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch plaquettes aan bedrijven in onze stad, die hun pand met respect voor de historie ervan gebruiken. Dit gebeurt sinds 1990. Dit jaar is de plaquette toegekend aan Gimbrère. Ze werd op 2 mei onthuld aan het ‘nieuwe’ pand op de hoek Kerkstraat-Gasselstraat.

de koperen doopvont van de Sint-Jan in stukken gesmeten hebben. Het pand had toen de naam Den sueten Naem. In 1603 was er een bakkerij in gevestigd. Het achterhuis in de Gasselstraat heette De Hooge Kamere. Begin 20ste eeuw was er de winkel van Kitslaar in gevestigd. Zoals gezegd is in 1912 dit pand vervangen door een nieuw pand voor de Nederlandsche Bank. De architectuur is traditioneel, uitgevoerd in baksteen, met een

Na Van Warmerdam (Ridderstraat) in 1990, Café Tijl Uilenspiegel (Markt) in 1992, Salon De Roosenkrans (Hinthamerstraat) in 1995, Harperink (Vughterstraat) in 2000, De Gulden Engel (Hinthamerstraat) in 2002 en De Cameren (Peter de Gekstraatje) in 2003, was het op 2 mei de beurt aan Modezaak Gimbrère. Deze heeft het pand op de hoek van de Kerkstraat en de Gasselstraat op een fraaie manier verbouwd. Het pand is in 1912 gebouwd als kantoor met bovenwoning voor de Nederlandsche Bank. Het pand leek in eerste instantie niet zo geschikt om er een winkel in te vestigen. In goed overleg met de BAM, de afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten van de gemeente ’s-Hertogenbosch, heeft Gimbrère het aangedurfd het leegstaande bankgebouw te kopen en aan te passen aan de nieuwe functie.

vloer van gewapend beton, wat voor die tijd erg modern was. De verdiepingen hebben traditionele houten balklagen. De kappen zijn voorzien van Hollandse spanten. Het ontwerp is van het Bossche architectenbureau K.C. Suijling en Zn, die eerder tekenden voor het PNEM-gebouw aan de Koningsweg. De betonconstructie is ontworpen door de N.V. Nederlandse Betonijzerbouw.

Monument en verbouwing De voorname uitstraling die past bij een bankgebouw is afkomstig van de rijke baksteenversiering, de toepassing van natuursteen en de detaillering van de vensters, deurpartij en dakkapellen. De BAM heeft geconcludeerd dat het pand een grote architectonische en stedenbouwkundige waarde heeft. Bij verbouwingen in 1975 en in 20022003 is het interieur praktisch geheel vernieuwd. Bij de laatste verbouwing heeft architect Ibotec uit Boxtel gekozen voor een modern en smaakvol interieur. Betonnen vloeren en houtconstructies zijn nog volledig aanwezig. De uitstraling naar buiten is niet aangetast. Kijkt u maar eens naar de afgeronde hoek met balkon en de gevel aan de Gasselstraat met de bijzonder rijk uitgevoerde hoofdingang. Ik denk dat de plaquette volkomen terecht is toegekend aan Gimbrère. Het vergt nogal wat durf zo’n pand aan te kopen. Daarnaast heeft men zich goed laten informeren over hoe de verbouwing het best kon worden aangepakt, waardoor het pand zijn cultuur-historische waarde bleef behouden. Hopelijk weet het winkelend publiek een en ander ook te waarderen. In ieder geval is er opnieuw een pand in de binnenstad mooi opgeknapt. En dat verdient aller waardering. Nik de Vries Noot: (1) Mosmans, Jan en Alph. G.J. Mosmans, Oude Namen van Huizen en Straten te ’s-Hertogenbosch, 1906 (tweede druk 1907, herdruk 1973). Op pagina 63 staat het pand beschreven onder nommer 1124.

Historie Op de hoek van de Kerkstraat en de Gasselstraat is al lang geleden het eerste gebouw neergezet. Volgens de gebroeders Mosmans (1) was het ooit het woonhuis van Andries en Jan de Beckere, die in 1566 Kringnieuws mei 2004

15


Kleine excursie per auto of per fiets

van de werkgroepen

Secretariaat van KRING VRIENDEN VAN ’s‑Hertogenbosch Postbus 1162 5200 BE ’s‑Hertogenbosch E-mail:

bestuur@kringvriendenvanshertogenbosch.nl

Internet: www.kringvriendenvanshertogenbosch.nl

Op zondag 20 juni gaan we naar Museum ’t Brabantse Leven, Spurkstraat 70 in Den Dungen. In dit museum zijn meer dan 35 ambachten uit het leven van vroeger tentoongesteld; ze worden toegelicht -op geheel eigen wijze- door de gastheren Jo en Willem van der Heyden. De rondleiding duurt ongeveer anderhalf uur. Er kunnen niet meer dan 20 personen per keer worden rondgeleid. We hebben voor twee groepen besproken. De eerste groep wordt verwacht om 10.30 uur, dit

voor de mensen die per auto of op eigen gelegenheid erheen willen gaan. U wordt daar opgewacht door mevrouw J. van Zantvliet. De tweede groep gaat gezamenlijk per fiets; start om 11.00 uur vanaf het Kringhuis. U kunt zich voor deze excursie inschrijven in het Kringhuis. Kosten: € 5, inclusief entree, rondleiding en koffie met iets lekkers. Wilt u vermelden of u meefietst of op eigen gelegenheid gaat? I v.d. Werf, Werkgroep LEF

KRINGHUIS: verwersstraat 19A ’s‑Hertogenbosch Telefoon.....................073 - 613 50 98 Telefax........................073 - 614 60 21

COLOFON Openingstijden: Dinsdag tot en met zaterdag van 10.00 - 17.00 uur Zon- en feestdagen

Werkgroep Bouwplannen

van 10.30 - 16.00 uur maandag 10.30 - 14.00 uur

BETALINGEN – Postgiro 3.119.716

De Werkgroep Bouwplannen is een van de werkgroepen van de Kring; zij houdt zich met het wel en wee van onze stad bezig. Dit omvat zoals de taakomschrijving luidt: “Het beoordelen van alle bouwkundige activiteiten in de binnenstad en aanpalende gebieden, voor zover deze van invloed zijn op erkende monumenten en het beschermd stadsgezicht. De werkgroep legt haar bevindingen voor aan het Kringbestuur.” Dat is weliswaar kort gezegd maar betekent heel wat. Een paar voorbeelden.

LEFexcursies De LEF-excursies op 14-16 mei en 4-6 juni naar Trier en op 18 en 21 augustus naar Middelburg waren binnen de kortste keren volgeboekt. Voor de werkgroep LEF is dat voldoende aanleiding om op de ingeslagen weg door te gaan en alvast plannen te ontwikkelen voor 2005. Wij houden u op de hoogte! Paul Nuijten

Het bekijken, soms ter plekke, bespreken en beoordelen van bij de gemeente ‘sHertogenbosch voorliggende bouw- en verbouwplannen. Het formuleren van adviezen, zo nodig in samenwerking met de werkgroep Openbare Ruimte, aan het bestuur. Het als vertegenwoordiger van de Kring bijwonen van de openbare vergadering van de gemeentelijke Monumentencommissie. Het aanwezig zijn en inspreken bij gemeentelijke presentaties van grootscheepse plannen omtrent bouwen in de binnenstad. Kortom, heel wat werk dat op het ogenblik door vijf enthousiastelingen wordt gedaan. En dat is te veel werk voor te weinig mensen. Daarom zoeken we versterking met mensen met bouwkundige kennis of achtergrond en inzicht in de gebruikelijke procedures daaromtrent. Maar vooral mensen met een warm hart voor onze mooie stad. Belangstellenden kunnen contact opnemen met het secretariaat van de Kring.

– Jeugdleden  7,00

KringNieuws is het zes maal per jaar verschijnend tijdschrift van de Kring Vrienden van ’s‑Hertogenbosch. Redactie: Jan Korsten, Frans van Sundert, Marjan Vonk, Nik de Vries en Gerdie de Zeeuw-Nieuwenhuis (voorzitter).

Vormgeving: Egbert van den berg en Jack van Elten

Redactie-adres: Secretariaat KringNieuws Postbus 1162 5200 BE ’s‑Hertogenbosch E-mail: redactie@kringvriendenvanshertogenbosch.nl

Druk: De Regenboog b.v. ’s‑Hertogenbosch

J.M.van Ee Voorzitter/secretaris Werkgroep Bouwplannen

Kopij voor het eerstvolgende Kringnieuws dient uiterlijk woensdag 16 juni 2004 vóór 17.00 uur te worden ingeleverd bij Secretariaat Kringnieuws, Postbus 1162, 5200 BE ’s‑Hertogenbosch. Bezorgen in het Kringhuis of e-mailen naar redactie@kringvriendenvanshertogenbosch.nl mag natuurlijk ook. Uw beeldmateriaal dient u echter nog steeds analoog aan te leveren. 16

– Jaarlijkse bijdrage minimaal  14,00

Oplage 2350 stuks

Niets uit deze uitgave mag Worden overgenomen zonder Schriftelijke toestemming van de redactie.

Kringnieuws mei 2004


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.