Kring Nieuws uitgave van kring
vrienden van ’s‑Hertogenbosch
Jaargang 32 nummer 6 NOVEMBER 2006
Voorwoord
2
Boschlogie
2
Korte berichten
3
Haikoe
4
Korte berichten
4
Redactie KringNieuws 15 jaar
5
Fietsen naar wijn
6
Molens en bier
6
’s-Hertogenbosch een stad vol verhalen
8
Varen
9
Veranderingen
10
Feest en vertier
10
Nieuw Kringhuis thuisbasis vrijwilligers
12
Gevraagd
13
Muzikaal onthaal twee koninginnen
14
Erasmusfestival
15
Van Gogh terug
16
Excursie Werkgroep Industrieel Erfgoed
17
Een eerbetoon aan Jeroen Bosch
18
In de winter
19
Achter den Engel
20
“Jeroen Bosch Centrum”
V B Voorwoord
Voor u ligt de laatste KringNieuws van 2006. Een jaar waarin er veel gebeurd is bij de Kring. Om te beginnen bij het KringNieuws zelf. Sinds begin dit jaar verschijnen we in kleur en te oordelen naar de vele reacties die bij de redactie zijn binnengekomen, valt dat bij u bijzonder in de smaak. Ook wij zijn er zeer verguld mee dat we die toestemming van het bestuur mochten verkrijgen. In een kort artikel kunt u lezen dat de redactie 15 jaar actief is! Wij hebben dat gevierd met een bijzondere vergadering en een taart. Dan was er dit jaar de aankoop van een nieuw Kringhuis in het Lombardje. We kunnen u melden dat de verbouwing van dit pand inmiddels voltooid is. In december verhuizen we daadwerkelijk naar het Lombardje.
U vindt in dit nummer van het KringNieuws diverse onderwerpen van verschillende auteurs. Fijn dat de oproep in de vorige editie resultaat heeft gehad! Een van de artikelen is geschreven door Rob Hoogeboom. Hij schrijft een verhaal over molens en doet verslag van een lezing. Rob loopt daarmee vooruit op het jaar 2007, dat de vereniging De Hollandsche Molen heeft uitgeroepen tot het Jaar van de Molens. Het jaar van de molens wordt door middel van diverse landelijke en regionale activiteiten ingericht. Een van deze activiteiten is een grote tentoonstelling over Molens in de Nederlandse kunst. Ook worden modellen en objecten uit de geschiedenis van de molen gepresenteerd in het Noord Brabants Museum. De tentoonstelling Meesters en Molens- van Rembrandt tot Mondriaan is in 2007 te bekijken in drie musea in ’s-Hertogenbosch, Den Haag en Assen. In januari zullen we een ruime aankondiging over de tentoonstelling plaatsen in het KringNieuws, omdat ook de Kring meewerkt aan deze unieke expositie. Maar…er zijn meer verrassingen. Daarover kunt u lezen in de eerste editie van het KringNieuws van 2007. Kopij voor het januarinummer kunt u inleveren tot 20 december 2006. Namens de redactie wens ik u vanaf deze plaats gezellige feestdagen toe en een gelukkig en voorspoedig Nieuwjaar!
Gerdie de Zeeuw-Nieuwenhuis
foto omslag Ellie de Vries KringNieuws november 2006, jaargang 32 nummer 6
Boschlogie
Op 11 september is de cursus Boschlogie I voor medewerkers van de Kring van start gegaan. Om met name die vrijwilligers die het eerste contact hebben met klanten voldoende achtergrondinformatie te geven, heeft het bestuur van de Kring besloten hun gratis een cursus Boschlogie I aan te bieden. Baliemedewerkers, mensen van de planning en enkele anderen, die als eerste ‘klantcontact’ optreden zijn voor deze cursus uitgenodigd. Een ander criterium is, dat de belangstellenden niet al een andere, door de Kring betaalde cursus hebben gevolgd.
Margot Scheepens en Nort Lammers delen de eerste cursusmappen uit Er waren voor deze cursus 20 plaatsen beschikbaar. Er zijn ook snel 20 deelnemers gevonden. De aftrap van de cursus vindt plaats in een van de zalen van het Jheronimus Bosch Art Center, de voormalige nieuwe Sint-Jacobskerk. De deelnemers worden verwelkomd door voorzitter Jo Timmermans; Nort Lammers vertelt iets over het ontstaan van de cursus in 1990. Margot Scheepens en Jos van Bruggen coördineren de lesactiviteiten. Margot legt de huisregels van de cursus uit. Belangrijk is, dat om het certificaat te halen, niet meer dan twee lessen verzuimd mogen worden. Tenslotte krijgt iedereen een cursusmap met veel achtergrondinformatie. Naast de cursus Boschologie I, die aangeboden wordt door het Koning Willem I college, zijn inmiddels vervolgcursussen ontwikkeld. Er is een speciale cursus voor kinderen van groep 8, die in het jargon Jeubo(schlogie) heet en een cursus voor raadslieden en ambtenaren, Rambo in hetzelfde jargon. Inmiddels mogen 1655 mensen zich Boschloog noemen! Marjan Vonk
G K
Korte berichten
Nogmaals H.W. Valk
Gastvrouwen en ‑mannen gezocht
Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch is een professionele vrijwilligersorganisatie. Wij stimuleren het bestuderen van de cultuurhistorie en het bewaken van het cultuurhistorische erfgoed van ’s‑Hertogenbosch. Wij dragen onze kennis over via advisering, lobby, participaties, opleidingen en cultuurhistorisch toerisme als varen, rondleiden en museumbeheer. Meer dan 4000 leden ondersteunen onze activiteiten. Wij zijn een hechte vereniging en willen onze ruim 300 actieve vrijwilligers en de inwoners en de bezoekers van ’s-Hertogenbosch een plezierige vrijetijdsbesteding leveren.
Voor het verzorgen van de dagelijkse werkzaamheden in ons nieuwe Kringhuis zijn wij op zoek naar twintig vrijwilligers, die als team het gastvrouw/‑heerschap willen uitvoeren.
Geachte redactie, In het laatste nummer van KringNieuws (september 2006, jaargang 32, nummer 5) las ik in de rubriek Korte berichten een ingezonden brief van de heer Lodewijk van Gorkom over architect H.W. Valk. Hij vroeg zich af of er nog gegevens te vinden zijn over een ontwerp voor een nieuw stadhuis in Amsterdam. Inderdaad, die zijn er. Veel tekeningen, een maquette etc. bevinden zich bij het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) in de Citadel te ’s-Hertogenbosch (Zuid-Willemsvaart 2). Ze bevinden zich in het archief van H.W. Valk (toegangsnummer 199) dat daar bewaard wordt. De inventaris van dat archief is te raadplegen op www.bhic.nl. Op de homepage moet men gaan naar ‘archiefstukken’, daarna in de zoekfunctie ‘valk’ intypen, en daarna gaat men naar de inventaris van architect Valk. Onder de rubriek ‘gemeentehuizen’ vindt men dan de gevraagde gegevens. De stukken zelf kunnen worden geraadpleegd in de Citadel. Wim Lindemann, oud-archivist bij het bhic
Het takenpakket van de gastheren en -vrouwen is zeer afwisselend. Zo bent u verantwoordelijk voor het openen en sluiten van het Kringhuis volgens veiligheidsvoorschriften, ontvangt u bezoekende leden en vrijwilligers, verricht u ondersteunende werkzaamheden bij alle activiteiten die in het Kringhuis worden georganiseerd, verleent u assistentie bij secretariaatswerkzaamheden, beheert u de garderobe en de kluisjes. Om deze taken goed te kunnen uitvoeren, verwachten wij van de gastvrouwen en -mannen dat zij prettig in de omgang zijn met de bezoekers en goed in teamverband kunnen werken. De vrijwilligers dienen zich op de hoogte te stellen van alle activiteiten van de Kring en enige cultuurhistorische kennis van de stad te hebben. Tevens is het noodzakelijk enige basiskennis van het werken met de computer te hebben. De vrijwilligers moeten bereid zijn, indien noodzakelijk, cursussen te volgen.
Spreekt bovenstaande u aan, bent u minimaal twee dagdelen per week beschikbaar en bereid in een team op werkdagen van 9.00 tot 22.00 uur (uitgezonderd de vrijdagavond) de continue bezetting van het Kringhuis te verzorgen, kom dan in actie. Bel met Frans van Sundert (06 225 685 96) of met Rinus van Rijswijk (06 219 664 42) voor meer informatie of stuur een sollicitatiebrief aan: Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch, afdeling Personeelszaken, postbus 1162, 5200 BE ’s-Hertogenbosch.
Duke Burgerhof in Koetshuis Van 21 oktober tot en met 10 december 2006 zijn in het Koetshuis van het Noordbrabants Museum uiteenlopende werken te zien van Duke Burgerhof. Het getoonde is een selectie uit de nalatenschap van de veelzijdige Bossche kunstenaar en beslaat verschillende perioden van zijn helaas te korte leven. Het Koetshuis is tijdens de openingstijden van het museum gratis toegankelijk. Te bezichtigen zijn zowel plat als driedimensionaal werk waarin verschillende, dikwijls onorthodoxe technieken zijn toegepast. Naast het beeld speelt in het werk van Duke ook de taal een grote rol. Soms alleen in de titel, vaker echter ook in het werk zelf. Niet direct voor de hand liggende teksten of tekstdelen leiden in combinatie met het beeld dikwijls tot een glimlach. Niets is wat het heet te zijn. Dat waarvan wij denken dat het geordend en vaststaand is blijkt door de kijker van Duke van een volstrekt andere orde en dwingt de toeschouwer ontegenzeggelijk tot overpeinzing. Rode draad in het werk van Duke zijn de koe, de wetenstand, de I Tjing en de geschriften van Epicurus. Ingrid van Berlo
KringNieuws november 2006, jaargang 32 nummer 6
H K Haikoe
Korte berichten
Een haikoe is een gedicht van 17 lettergrepen, verdeeld over 3 regels (5-7-5 lettergrepen). Deze vorm van literatuur is sinds de16de eeuw klassiek in de Japanse dichtkunst. In een haikoe wordt een verrassende ervaring of een onverwacht nieuw inzicht verwoord. In de warmte van Andalusië schreef José Helmhout–Rhee onderstaande haikoes. Ze werden op 23 augustus 2006 voorgelezen door Oeds Helmhout tijdens een poëzie-vaartocht op de Binnendieze voor de Torengidsen van de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch.
Reactie
Binnendieze
Herfst
de Binnendieze stroomt slingerend door de stad met haar verhalen.
bij de eerste storm valt dood hout uit de bomen de herfst komt eraan.
langs Vuchterstroom groeit muurvaren en leeuwenbek in oude muren.
dophei wordt roestig koekoeksbloem en wilgenroos slapen langzaam in.
oase van rust weerspiegelende togen in helder water.
de lage herfstzon geeft schaduwen op de straat aan de overkant.
oude keermuren langs de Dieze in de stad begroeid met korstmos.
najaarsduisternis hagelbui in de middag genot bij kaarslicht.
flitsend fladderen vleermuizen onder togen bij avondschemer.
klimop omstrengelt langzaam de eikenbomen als in een wurggreep.
Singelgracht
leunend op elkaar een omarming van takken als een liefdespaar.
wuivende rietkraag en dotters geel als boter zij spiegelen zich. kwakende kikkers weiland vol boterbloemen een koekoek die roept.
ondergaande zon palet vol roze kleuren de wind voert ze mee.
in de koplampen lijkt de regen een gordijn van diamanten. een bijzondere herfstzon overgoten dag eindigt in noodweer. na stormachtig weer kwam de wind tot bedaren gevolgd door stilte. veel herfstmiddagen gaan al vroeg in schemer over de openhaard brand. José Helmhout-Rhee
KringNieuws november 2006, jaargang 32 nummer 6
Met veel interesse hebben we het mooie artikel Verdwenen Industrieën van Jan van Haaren in het KringNieuws van september 2006 gelezen. Het geeft in een samengevatte vorm, en toch informatief, weer welke industrieën in ’s-Hertogenbosch in het verleden actief waren. Een prima initiatief om de lezers hierover te informeren. Het is een bijzonder stuk Bossche historie dat niet veel in het daglicht komt. Graag willen we twee inhoudelijke opmerkingen maken over het artikel. In de tekst over de sigarenfabrieken wordt melding gemaakt van 100 werknemers, in dienst van de sigarenfabriek Goulmy en Baar. Deze grootste sigarenfabriek aan de Boschdijkstraat had in zijn beste jaren wel 1000 werknemers in dienst, zowel mannen, vrouwen als kinderen. In 1929 werd de fabriek overgenomen door Willem II uit Valkenswaard. Vandaar dat nu nog op het gebouw deze naam prijkt. In het onderdeel dat gaat over de metaal wordt gezegd dat Grasso zich bezig hield met het inrichten van wasserijen. Dit berust op een misverstand. Grasso produceerde machines voor de margarine-industrie zoals karnkneders, boterdrogers en boterverdeelapparatuur. De grondstoffen die door de margarineindustrie werden verwerkt, waren aan bederf onderhevig en dienden gekoeld te worden. Om deze reden ging Henri, de enige zoon van Willem Grasso zich verdiepen in de koeltechniek. Aanvankelijk bestond de productie slechts uit condensors, verdampers en pekelbakken. In 1910 werd de eerste ammoniak-compressor geheel in de eigen fabriek gebouwd. Het bedrijf Grasso bestaat nog steeds in ’s-Hertogenbosch en produceert de wereldbekende koelcompressoren. Werkgroep Industrieel Erfgoed WINDE
Reactie Jan van Haaren Het aantal werknemers bij Goulmy en Baar kan nooit 1000 zijn geweest. Er was in de fabriek maar plaats voor maximaal 500 mensen. Ooit zijn er 400 werknemers aan de slag geweest. Wat Grasso betreft: het staat vast dat W. Grasso stoomwerktuigen vervaardigde. Wie de afnemers waren vind ik niet essentieel. Zowel boterfabrieken als wasserijen werkten met stoom en waren afhankelijk van toeleveringsbedrijven als Grasso. Of Grasso en Grenco hetzelfde is, kan ik helaas niet beamen.
R
Redactie KringNieuws 15 jaar
Het KringNieuws is bijna net zo oud als de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch. Toch vierde de redactie onlangs haar 15-jarig bestaan. Over de geschiedenis van het KringNieuws kan niemand beter vertellen dan Jack van Elten, die vanaf 1991 deel uitmaakt van de redactie. Het eerste KringNieuws dateert van 1973, kort na de oprichting van de Kring. Het was een mededelingenblad van het bestuur en verscheen dan ook onder verantwoordelijkheid van de secretaris, Jan Kleyne. De leden werden op de hoogte gehouden van verenigingsnieuws en activiteiten. KringNieuws anno 1991 In 1991 gaan er stemmen op om in het KringNieuws meer artikelen over heemkunde op te nemen. Met name Harrie Blankert dringt er op aan een redactie te benoemen, die de bedoelde artikelen kan schrijven, actief kopij van derden werft en ingezonden artikelen beoordeelt. Dat zijn geen taken voor de secretaris van het bestuur. Een aantal vrijwilligers gaat aan de slag. Er wordt een nieuwe lay-out ontworpen, een redactiestatuut gemaakt, er worden richtlijnen voor schrijvers vastgesteld en er komt een begroting. Op 26 september 1991 geeft het bestuur het groene licht. Er zal zes keer per jaar een KringNieuws verschijnen in een oplage van 1200 stuks. Er wordt een redactie gevormd die onafhankelijk is van het bestuur. Namen uit die tijd zijn naast Harrie Blankert: Jan Bruijstens, Jack van Elten, Theo van Herwijnen, Ati Linders en John Vermulst. Een bestuurslid van de Kring woont, als contactpersoon, de redactievergaderingen bij. Het eerste nummer van het KringNieuws nieuwe stijl verschijnt als bijlage bij het decembernummer van het bestaande mededelingenblad. Vanaf 1992 valt het nieuwe KringNieuws bij de leden in de bus. Oude verslagen Bladerend door oude verslagen blijken dat dezelfde vragen steeds opnieuw aan de orde komen. Een daarvan is de relatie tussen het bestuur van de Kring en de redactie. De redactie is autonoom, bepaalt zelfstandig de inhoud van het blad. Maar natuurlijk is de redactie gebonden aan het beleid van de Kring. Soms is de redactie wat te eigenzinnig en dan worden de afspraken weer wat aangescherpt. De ene periode is het bestuur duidelijk zichtbaar in het KringNieuws, zoals in de tijd dat Cor Gillhaus de voorzittershamer hanteerde. Hij vroeg ieder nummer aandacht voor een bepaald thema. Volgend jaar zal het bestuur opnieuw regelmatig van zich laten horen.
foto: Studio Van Elten
Steeds professioneler Het KringNieuws heeft zich voortdurend ontwikkeld. Van een gestencild blad naar een gedrukte versie met een enkele foto. Van een zwart-wit uitgave, via een
KringNieuws november 2006, jaargang 32 nummer 6
voorblad met een steunkleur voor het vignet naar een fullcolour uitgave. Het blad is gegroeid. Van 12 pagina’s per uitgave in 1992 naar 20 in 2006. Ook de oplage is meer dan verdubbeld. De redactie is best een beetje trots op het huidige KringNieuws. Leden laten de redactie weten dat zij het KringNieuws van nu op prijs stellen. Daar zijn we blij mee. Maar we blijven kritisch. Soms is er nauwelijks genoeg kopij. Soms had de opmaak van een pagina beter gekund, soms is een fout blijven staan. Schrijvers gevraagd Het KringNieuws is mede afhankelijk van mensen die artikelen inzenden. Een aantal leden van de Kring stuurt regelmatig een bijdrage. Jan van Haaren schreef al voor het eerste KringNieuws nieuwe stijl in 1991 en van zijn hand zijn de afgelopen vijftien jaar regelmatig artikelen verschenen. De redactie neemt graag artikelen op die gaan over de heemkunde, de cultuur en de culturele geschiedenis van onze stad. Inzending van bijdragen wordt op prijs gesteld. Vindt u schrijven leuk, maar weet u geen onderwerp? Dan weet de redactie vaak wel iets. Heeft u wel een onderwerp, maar vloeit uw pen niet zo gemakkelijk? Dan helpen we u met het redigeren van de tekst, zoals dat deftig heet. Voorwaarde is, dat u uw tekst digitaal kunt aanleveren. De redactie heeft zich tijdens de laatste vergadering tegoed gedaan aan een lekkere taart. We gaan enthousiast verder. Volgend jaar gaan we weer zes prachtige nummers maken. Marjan Vonk
F M
Fietsen naar wijn
Molens en bier
Fietstocht georganiseerd door LEF op 30 september 2006. Bang om zich te verslapen zat Agnes vanaf 8.15 uur op het stoepje voor de Kijkshop te wachten op haar mensen, die zoals afgesproken allemaal om 9.30 uur present waren.
In de laatste jaren is mede dankzij de cursus Boschlogie veel gebeurd op cultureel en historisch gebied. Vele nieuwe ideeën zijn geboren en er zijn verenigingen opgericht als het Bosch Keldergenootschap en Vrienden van molens van ’s-Hertogenbosch. Vooral de synergie die optreedt tussen de verschillende modules is opmerkelijk te noemen. Een van de laatste is de module Industrieel Erfgoed met daarin onder andere de historie van de Bossche bierbrouwerijen, wat al in augustus 2006 is vermeld in het landelijke biermagazine PINT.
De tocht begon bij het Sint-Janslyceum en bracht ons langs Haanwijk richting Sint-Michielsgestel. Wij vervolgden de weg richting Gemonde en arriveerden om 11.00 uur op de Damianenweg in Sint-Oedenrode. Daar ligt de wijngaard Domaine Les Damianes, waar wij werden ontvangen door wijnboer Fons van Boxmeer en zijn vrouw. Na aankomst van de zes personen, die per auto kwamen kregen wij van Fons een zeer enthousiaste en interessante uitleg over de verbouw van zijn drie druivenrassen, de Regent, de Riesling en de Dornfelder. In 1985 plantte hij zijn eerste druivenstokken op kunstmatig aangelegde heuvels, die door middel van windsingels beschermd worden tegen de koude Noorden en Oosten winden. De rondleiding over zijn Domaine gaf het gevoel in een oase van rust te verkeren. Maar door het jaar heen moet er hard gewerkt worden om een goede oogst te verkrijgen. De druiven worden na de pluk vervoerd naar Valwig aan de Moezel in Duitsland om tot wijn geperst te worden. Het Domaine heeft diverse wijnen, waaronder een droge witte, een rode en een dessertwijn. Deze wijnen hebben wij alle drie mogen proeven. Tijdens de proeverij, die plaatsvond in een door Fons zelf aangelegde sfeervolle met kaarslicht verlichte wijnkelder werd een video getoond over de vele arbeid die de wijngaard met zicht meebrengt. De wijngaard dankt zijn naam aan de paters Damianen, ofwel de paters H. Harten. Het klooster van de paters bevond zich op een steenworp afstand van het Domaine. Bij de wijnboer is de interesse voor wijn en wijnbouw ontstaan toen hij een aantal jaren geleden een slijterij was gestart in Sint-Oedenrode. Hij was metselaar, wat ook wel te zien is aan zijn prachtige gemetselde wijnkelder. Bij het vertrek werden door ons de nodige Rooise wijnen ingeslagen en gingen we allemaal op de kiek. De terugreis verliep voorspoedig, misschien zat er iets minder vaart in, maar voor de paaaaaaltjes werd nog steeds netjes op tijd gewaarschuwd. Agnes en Nolly dank jullie wel voor het organiseren van deze fietstocht door een stukje mooi Brabant. Jet Smits
KringNieuws november 2006, jaargang 32 nummer 6
Dit heeft mij ertoe aangezet om eens wat dieper in te gaan op de relatie tussen de verdwenen molens en bierbrouwerijen. Als men op de Binnendieze heeft gevaren, wordt dit verhaal altijd wel verteld: het water in de Middeleeuwen was te vuil om te drinken, maar men gebruikte het wel om er bier mee te brouwen. Behalve water heeft men ook andere grondstoffen nodig zoals graan en gist. Molens In de voorgaande eeuwen zijn er veel molens geweest in ’s-Hertogenbosch. Het oudste document waarin sprake is van een molen is een oorkonde van 16 september 1296. Hierin geeft hertog Jan II van Brabant toestemming aan de poorters Hendrik van Megen en Jan van Vught om een windmolen te bouwen aan de Vugtherdijk. Aanvankelijk staan de molens buiten de stadsmuren in het open veld, in de buurt van de toegangswegen naar de stad. Het aantal molens is steeds wisselend geweest vanwege natuurgeweld, stadsuitbreiding of gebrek aan economische waarde. Rond 1550 staan er 17 molens. Vanaf 1750 zijn er vrijwel constant 9 molens met diverse functies.
In 1938/1939 wordt de laatste molen, die van Van Esch op bastion Deuteren afgebroken. De meeste molens deden dienst als olie- of graanmolen. Echter mout mocht niet zonder meer op een molen worden gemalen. Er werd belasting op geheven en tot dusver is bekend dat de Santvlietmolen op bastion Vught dit alleenrecht had. Niet in alle historische stukken is terug te vinden wat de functie was van de diverse molens, maar gezien het aantal bierbrouwerijen dat de stad in diezelfde eeuwen rijk is geweest, moest er toch nogal wat mout gemalen worden. Een nadeel van een molen is wel dat er wind moet waaien. Wie het eerst komt wie het eerst maalt. En wat gaat nu voor? De olie, het graan of het mout. Daarvoor is het wel bekend dat veel stadsbrouwerijen een eigen kleine watermolen hadden om mout te malen, waardoor ze minder van wind afhankelijk waren. Nu is malen niet helemaal het juiste woord omdat de schil van het mout alleen open moet barsten en niet vermalen behoeft te worden.
Omdat het toch vooral kleine brouwerijen waren, gebeurde het mouten vaak bij de brouwerij zelf. Dit kan een reden zijn dat men maar een molen kan vinden die mout maalde. Men maalde er niet om. Van deze molens is verder weinig terug te vinden zij het dat het onderzoek van Nico Jurgens veel aanknopingspunten biedt om verder te gaan zoeken. Onlangs mocht ik genieten van een boeiende lezing van deze Nico Jurgens. Zijn kennis van Bossche molens is zo groot dat het mij verbaasde dat over dit onderwerp nog geen boek is verschenen. Zoveel boeken over ’s-Hertogenbosch sieren al mijn boekenkast. Maar deze ontbreekt nog tussen al die prachtige boeken over de cultuurhistorie van de stad. Er is een kleine troost. In het voorjaar van 2007 zal er in het Noordbrabants Museum een fantastische tentoonstelling worden ingericht over de historie van de molens. Dit in het kader van het Molenjaar 2007. Er zijn in Nederland wel enkele kleine brouwerijen te vinden met een proeflokaal die zijn gehuisvest in molens. Zoals ’t IJ in Amsterdam en De Molen in Bodegraven. Het is een kleine droom van ondergetekende: een werkende (mout)molen op de Bossche stadswal met daarin een ambachtelijke bierbrouwerij. Rob Hoogeboom Werkgroep Verzamelaars Hertog Jan
Bronnen; Nico Jurgens, ’s-Hertogenbosch jaargang 1997/1998 Paul van Dun, Acht eeuwen uit een goed vat Rene Vogels, Boschlogie III, Module Molens Ad van Drunen, Van Straet tot Stroom Website: www.bosschemolens.nl Ansichten: collectie Rob Hoogeboom
KringNieuws november 2006, jaargang 32 nummer 6
H
’s-Hertogenbosch een stad vol verhalen ’s-Hertogenbosch is een stad met een rijke historie. Die geschiedenis is net een spannend boek. Een groot aantal verenigingen en organisaties houdt zich bezig met het Bossche verleden om te proberen die boeiende en ontroerende verhalen te achterhalen. De vraag is: hoe maak je de verhalen uit het verleden zichtbaar, hoe laat je mensen van nu delen in de gebeurtenissen van vroeger. De gemeente heeft onderzoek laten doen en een van de resultaten is de werkgroep Stedelijke Historische Presentatie. Die werkgroep zal organisaties helpen hun kennis te presenteren.
Rolf Hage met het banier van de tijdreiziger bij de start van de gecombineerde vaarwandeltocht van de Kring.
Stedelijke Historische Presentatie De gemeentelijke werkgroep Stedelijke Historische Presentatie bestaat uit medewerkers van het stadsarchief, de dienst BAM (bouwhistorie, archeologie en monumenten) en de afdeling toerisme van de gemeente. Het ligt voor de hand dat Rolf Hage, directeur van het stadsarchief, waar veel verhalen over de Bossche historie bewaard worden, voorzitter is. Hij vertelt graag over wat de werkgroep inmiddels heeft gerealiseerd. Het is de bedoeling, aldus Hage, organisaties, en met name vrijwilligersorganisaties, die zich bezig houden met de geschiedenis van ’s-Hertogenbosch, te stimuleren met hun gegevens naar buiten te komen en daar wat mee te doen. Een voorbeeld is de Markt. Hage: ‘Op die plek is al bijna duizend jaar een markt geweest, er zijn al bijna duizend jaar mensen die op die plek kopen en verkopen, kermis vieren en vroeger terechtstellingen bijwoonden. In de begintijd van de stad haalden vrouwen water op de Markt, uit de centrale put. En al heel lang zijn er cafés rond de Markt, waar mensen ook vroeger even uitrustten, een glaasje dronken, met elkaar zaten te praten. Die Markt is niet zomaar een plein, dat is een plein met een lange historie. Over die geschiedenis is veel bekend. Dat verhaal moet verteld worden. Mensen gaan dan heel anders naar zo’n stadsplein kijken.
Samenwerking stimuleren De werkgroep heeft drie doelen. Ze wil in de eerste plaats de samenwerking tussen al de ‘historieorganisaties’ bevorderen en de publiciteit voor hun activiteiten versterken. Ze wil ook meer aandacht schenken aan beroemde Bosschenaren. Jeroen Bosch bijvoorbeeld. Bijna iedereen weet dat hij een belangrijke middeleeuwse schilder was die in ’s-Hertogenbosch gewoond en gewerkt heeft. In het pand aan de Markt, waar hij geboren is (waar nu De Kleine Winst in gevestigd is) is een kleine plaquette aangebracht om dit feit te memoreren. Hage: ‘Maar KringNieuws november 2006, jaargang 32 nummer 6
dat de schilder later in een ander pand (waar nu schoenenzaak Invito is gevestigd) woonde en werkte, dat moeten voorbijgangers maar raden. Het is toch leuk dat te weten, daar moeten we wat mee doen.’ De derde taak van de werkgroep is het ontwikkelen van een educatief project voor kinderen in groep 5, geënt op De schat van de Donken, het zoekspel dat deze zomer uitgebracht is. Tijdreiziger De werkgroep Stedelijke Historische Presentatie stimuleert organisaties om iets te doen met hun kennis van historisch ’s-Hertogenbosch. Dat kan een rondleiding zijn, een tentoonstelling, een lezing, het vertonen van historische films of een muziekuitvoering. De werkgroep heeft een budget om die activiteiten
V Varen
mogelijk te maken. Voorwaarden zijn dat de activiteit past in het jaarthema dat de werkgroep kiest, dat de geboden activiteiten voldoende kwaliteit hebben, spannend en verrassend zijn. Meestal is de toegang of de deelname gratis. De werkgroep zorgt dan, naast financiële middelen, voor de nodige publiciteit in de rubriek Tijdreiziger.
Na diverse activiteiten in het kader van 20 jaar varen zoals het ludieke Armadavaren (prachtige voorplaat KringNieuws 5) en het hartverwarmende varen met een intercontinentaal gezelschap zusters van de Mariënburg in gezelschap van mgr. J. Bluijssen, was het op 20 september de beurt aan de aanwonenden van onze Binnendieze.
De Tijdreiziger Het vignet van de Tijdreiziger is regelmatig te zien. Bijvoorbeeld in de Bossche Omroep, op Boschtion, in de krant die met Open Monumentendag uitgegeven is en nu in het KringNieuws. De Tijdreiziger geeft actuele informatie over activiteiten die betrekking hebben op de historie van onze stad. U kunt dit jaar nog naar een lezing over de nieuwe Sint-Jacobkerk en naar een lezing over Johanna de Waanzinnige, hertogin van Brabant, met aansluitend de film Juana la Loca. De Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch heeft dit jaar meegedaan met een gecombineerde vaar- en wandeltocht. Volgend jaar komt er zeker Weer een boeiend programma De werkgroep is inmiddels bezig met de plannen voor volgend jaar. Is dit jaar het thema Brabant 900 jaar, komend jaar staan ‘straten en pleinen’ in de schijnwerpers. De activiteiten moeten nog worden ingevuld. Daarvoor wordt weer een beroep gedaan op de organisaties die het verleden van onze stad koesteren. Via de website (www.detijdreiziger.nl) blijft u op de hoogte van alles wat onder het keurmerk van de Tijdreiziger worden aangeboden. Marjan Vonk
(Advertentie)
Foto Nik de Vries Dit om deze mensen eens het hele verhaal van de schippers te laten horen in plaats van de flarden, die regelmatig hun huiskamers binnenwaaien. Leden van de commissie, Annie Aarens, Toos Neijndorff, Jan van Roosmalen, Jaap Schinkel en auteur dezes, zijn dagen bezig geweest om te traceren wie aan de voorzijde van de panden woonden waar achterlangs gevaren wordt en dat bleek achteraf geen eenvoudige opgave. Daarna zijn de uitnodigingen bezorgd, schippers opgetrommeld, en op de avond van 20 september was het zover. Het werd gezellig druk in de voor deze gelegenheid versierde Molenstraat. In twee vaarten hebben de ruim 200 aanwonenden die gehoor hadden gegeven aan onze uitnodiging de historische route beleefd, nadat een speciaal voor deze gelegenheid vervaardigde “Wij varen 20 jaar”-button was uitgereikt. De reacties waren bemoedigend. Velen beloofden met hun hele familie terug te komen. Al met al wederom een zeer geslaagd evenement. Ger Wiegers Namens de organisatiecommissie “Wij varen 20 jaar”
KringNieuws november 2006, jaargang 32 nummer 6
V F Veranderingen
Feest en vertier
De komende maanden verandert veel bij de Kring. Door de voltooiing van de verbouwing van het nieuwe Kringhuis in het Lombardje moet er verhuisd worden. Tevens is een pand aan de Molenstraat verkocht. Een en ander heeft de nodige consequenties op korte termijn.
Open Monumentendag stond dit jaar in het teken van feest en vertier, een thema dat ’s-Hertogenbosch op het lijf geschreven is. Er zijn weinig steden in Nederland waar, in verhouding tot het aantal inwoners, zoveel gezellige cafés en terrassen zijn als in onze stad. Dat trekt ook veel bezoekers. In de krant die uitgegeven is ter gelegenheid van Open Monumentendag staan veel cafés en restaurants met een verleden genoemd met een aantal historische wetenswaardigheden. Guus Smits, gids van de Kring, die met belangstellenden langs die panden wandelde, voegde nog wat extra leuke weetjes toe.
De verbouwing van onze nieuwe aanwinst in het Lombardje nadert zijn einde. In december gaat het bestuurscentrum van de Kring (secretarie en telefonisch reserveringsbureau) verhuizen van de Verwersstraat naar het Lombardje. De daadwerkelijke verhuizing is gepland van 8 tot 12 december. De voorbereidingen beginnen eerder. Voor de bibliotheek en het archief betekent dit dat de zaken vanaf 20 november ingepakt worden. Voor het reserveringsbureau van de Binnendieze heeft dit geen consequenties. Voor het reserverings- en planningsbureau van het ‘droge’ gedeelte heeft dit wel gevolgen. Om de verhuizing zo goed mogelijk te laten verlopen zal dit van 5 tot en met 12 december 2006 gesloten zijn. Een en ander houdt verband met het verhuizen van de inventaris en het overzetten van de telefooncentrale, het inrichten van de reserveringslijn en het computernetwerk. Het geheel is operationeel vanaf 13 december 2006. Als alles volgens plan verloopt, zal het bestuurs- en administratief centrum van de Kring in de loop van week 50 weer operationeel zijn. De datum van openstelling van het Het Kringhuis volgt. Het Kringhuis is de huiskamer van de vrijwilligers van de Kring waar tevens in de avonduren lezingen kunnen worden gehouden. Op dit moment is nog niet bekend wanneer ze werkzaamheden in dit gedeelte gereed zijn.
10
Sluiting Molenstraat 27b Onze vergader- en lesruimte in de Molenstraat 27b is per 1 december verkocht. Dit betekent dat de Kring deze ruimte leeg en schoon moet opleveren. Dit heeft als consequentie dat vanaf 20 november alle bijeenkomsten, lessen en vergaderingen daar niet door kunnen gaan. Het bestuur vraagt hiervoor begrip. Wanneer u voor uw bijeenkomst geen alternatief heeft, kunt u terecht bij de secretaris van de Kring. Deze zal met u een oplossing proberen te vinden. Voor de planning van les, lezing en vergaderruimte in 2007 volgt een nieuwe aanvangsdatum en hierbij behorende toegangsregeling. Al met al een hele verandering en eindelijk na dik 33 jaar een eigen ruimte! Frans van Sundert
KringNieuws november 2006, jaargang 32 nummer 6
Oud vermaak Oude vormen van vertier en vermaak zijn markten en kermissen. ’s-Hertogenbosch is vanouds een marktplaats. Als tegenprestatie voor het bouwen van de eerste vesting kreeg de stad het recht om markt te houden. En markten trekken kooplui. Boten met graan werden afgemeerd bij de Korenbrug. Sjouwers brachten de zakken rogge en haver via het Eerste en het Tweede Korenstraatje naar de Markt. Zwaar werk. Op de terugweg lustten ze wel een hartversterking. Zo ontstond een rij kleine kroegjes langs die route. Inmiddels zijn er nog enkele bijgekomen. Vertier van stand Kroegen, herbergen, die waren voor sjouwers, voor arbeiders, voor rondtrekkende kooplieden. Heren lieten zich niet zien in dergelijke gelegenheden. Zij gingen hooguit naar een koffiehuis. Aan het einde van de 18de eeuw kondigt de Verlichting zich aan. Vrijheid en ontwikkeling worden belangrijke begrippen. Heren van de stedelijke elite en officieren van het Bossche garnizoen die samen willen debatteren over allerhande zaken worden lid van een sociëteit. Daar kunnen ze onder het genot van een glas wijn praten over van alles en nog wat, ook over zaken en politiek. Aan de Markt vestigen zich verschillende van die sociëteiten. In sociëteit De Zwarte Arend op nummer 11 zijn vooral patriottische heren te vinden. In de sociëteit die gevestigd is in het logement De Gouden Leeuw, op de plaats waar nu V&D staat, vinden Oranjegezinde inwoners elkaar. Er waren nog meer sociëteiten aan de Markt, onder andere op nummer 37, waar al in de 18de eeuw een koffiehuis was gevestigd en in 1786 een sociëteit opgericht werd. In het huidige pand van Mennenmode was het Hollandsch Koffiehuis gevestigd. Op nummer 31, waar nu opticien Pearl zit, waren zelfs twee koffiehuizen, ook voor de ‘betere stand’.
V
Heimelijk Er is in alle tijden, in ieder stad ook veel min of meer heimelijk vertier. Oorspronkelijk waren de huizen aan de Markt ‘vrijstaand’ gebouwd. Naast ieder huis liep een steegje naar de achterdeur. Die smalle steegjes waren op donkere avonden vast en zeker ook plaatsen van vertier. Later zijn de stegen bij het woongedeelte van de huizen getrokken. Aan de gevel is niets meer te zien. Maar let eens op het dak: de kap staat vaak nog op het oorspronkelijke huis, het gedeelte boven het steegje is plat. Er zijn in het archief stukken over ander heimelijk vertier gevonden. Op het stadhuis staat een toren, die niet alleen bedoeld is om het prestige van het pand te benadrukken. Vroeger was dat ook de plek waar een wachter zat die brand of rellen moest signaleren. Torenwacht Gijsbertus zag tijdens zijn dienst ook een aardig Mariken. Hij lokte haar mee naar boven, maar, helaas voor Gijbertus, ze werden betrapt. Hij moest voor het gerecht verschijnen. In de archiefstukken is zijn verklaring te vinden: hun omgang was beperkt gebleven tot enige ‘dartele dijenkletserijen’, maar ‘vleselijke conversatie’ had niet plaatsgevonden. Bordelen De Stoofstraat heeft, bijna zo lang ze bestaat, bekend gestaan als rosse buurt. Hoe kwam dat? De Stoofstraat is niet de straat waar de stovenmakers woonden, zoals u misschien dacht. Nee, het was de straat waar een aantal openbare stoven waren, badhuizen, waar men baden kon in warm water. Uiteraard alleen bedoeld voor mannen. Vrouwen wasten zich binnenshuis of ze wasten zich niet. Lange tijd werd het wassen van het lichaam als ongezond gezien. En als die mannen dan de kleren uit hadden en schoon gebaad waren, ja, dan waren daar altijd dames die hun diensten aanboden. Mede dankzij het mooie weer heerste overal in de stad, op de markt, de terrassen, de straatjes in de binnenstad, een vrolijke stemming. De presentatie van verschillende activiteiten in het kader van Brabant 900 maakte van deze aflevering van Open Monumentendag een extra feestelijke dag. Marjan Vonk
KringNieuws november 2006, jaargang 32 nummer 6
N
Nieuw Kringhuis thuisbasis vrijwilligers
Een eigen Kringhuis staat al geruime tijd boven aan het verlanglijstje van het bestuur. Dat Kringhuis moet naast andere functies ook een huiskamer zijn waar vrijwilligers elkaar kunnen ontmoeten. En omdat het aantal vrijwilligers gestaag groeit, mag die ruimte niet te klein zijn.
12
De Kring is met de huidige locatie in de Verwersstraat altijd zeer tevreden geweest. Het bestuur is dan ook dankbaar dat we de afgelopen zes jaren gebruik hebben kunnen maken van de ruimte achter en in het Prentenmuseum van Jo Timmermans. Maar zoals bijna te voorspellen was, heeft de vereniging een bijzonder grote groei doorgemaakt. Niet alleen qua aantal leden, maar nog meer door het toenemende aantal vrijwilligers. Dit is voortgekomen uit het groeiende aantal schipper-, stads- en torengidsen en het aantal werkgroepen dat actief is bij en voor de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch. Het huidige Kringhuis in de Verwersstraat biedt geen ruimte voor een ontmoetingsplek voor al die vrijwilligers. Naast de bezoekersbalie in de museumruimte zijn daar alleen het secretariaat, de administratie en het reserveringsbureau gevestigd. Omdat binnen afzienbare tijd de huurtermijn van de kantoorruimten in het Prentenmuseum afloopt, werd het zoeken naar een nieuw pand dringend. In februari zijn de panden Lombardje 10, 12, 14 en 16 aangekocht. Dit is sinds het bestaan van de Kring de eerste keer dat de Kring een Kringhuis in eigendom verwierf. De vorige zes locaties werden steeds gehuurd.
KringNieuws november 2006, jaargang 32 nummer 6
Het pand ligt centraal in de oude binnenstad en is heel geschikt voor de Kring. Het nieuwe Kringhuis is in de eerste plaats bedoeld als ‘huiskamer’ voor de vrijwilligers. Het is ook de plaats waar vrijwilligers en werkgroepen in de toekomst hun post ophalen en informatie kunnen uitwisselen; er zijn mogelijkheden om te kopiëren en internet te gebruiken. In het pand worden ook het secretariaat, de administratie en het reserveringsbureau gevestigd. De balie van de Kring blijft gehandhaafd in het Prentenmuseum in de Verwersstraat. Er was in het nieuwe pand een ingrijpende interne verbouwing nodig. Eerst zijn er plannen gemaakt, daarna werd een deel van de bestaande indeling gesloopt, nu komt zo langzamerhand het interieur van de zo gewenste huiskamer in beeld. De prachtige grote ruimte van 110 m², met gedeeltelijk verlaagd plafond, ziet er nog kaal uit. Maar de plannen voor de inrichting zijn klaar. Langs twee wanden komen vaste, afsluitbare, kasten voor de bibliotheek van de Kring. Vrijwilligers kunnen daar het beschikbare materiaal raadplegen aan een gezellige ouderwetse leestafel. Daarop komen ook de tijdschriften te liggen, waar de Kring op geabonneerd is. Nu rouleren die nog en moeten belangstellenden wachten op hun beurt. Straks liggen ze op de leestafel en kunnen alle medewerkers zo even binnenlopen om te kijken wat er aan nieuwe informatie is binnengekomen. Naast de leestafel komt er een drietal zitgroepen om de huiskamerfunctie te benadrukken. Gidsen kunnen voordat een rondleiding start, even een kop koffie drinken of na een rondleiding bijpraten. Zij werken altijd alleen en het is soms heel prettig om ervaringen te delen met collega’s. Daar is die huiskamer de geschikte plek voor. Naast deze ruimte komt een kleine compacte keuken met koelkast, vaatwasser en koffievoorziening. Natuurlijk moeten we ook economisch met onze mogelijkheden omspringen. Daarom wordt deze ontmoetingsruimte zo ingericht dat er ook opleidingen, lezingen, films en dia-avonden kunnen worden gehouden. Naast de grote huiskamer telt het pand vier royale kantoorruimten. In één hiervan komt het reserveringsbureau. De mensen die daar gaan werken zullen dat zeker als een vooruitgang beschouwen: een kantoor met daglicht is te verkiezen boven de huidige ruimte met alleen een lichtkoepel. De Binnendieze loopt langs het pand. In het zomerseizoen, varen hier onze boten!
G
Gevraagd
Ook de administratie en het secretariaat van de Kring krijgen een plaats in dit nieuwe Kringhuis. De twee overige ruimten zijn geschikt voor vergaderingen van bestuur en werkgroepen. In deze ruimten hoort een PC met internetaansluiting tot de vaste inrichting. Om het allemaal betaalbaar te houden wordt het kantoor- en vergadergedeelte van het pand met het reeds aanwezige meubilair ingericht. Als het Kringhuis in het Lombardje in gebruik is genomen, wordt de vergaderlocatie Molenstraat 27b afgestoten. Inmiddels zijn timmerlui, elektriciens en schilders hard bezig. In het administratiegedeelte moest het verlaagde plafond er eerst uit en zijn alle leidingen vernieuwd. Nu wordt het plafond hersteld. In het hele pand is inbraakwerend dubbel glas geplaatst. Er doen zich bijna dagelijks kleine problemen voor: een muurtje dat op de tekening niet, maar in de praktijk wel in de weg staat, het verbreden van de toegang van
(oud-)docenten Alle middelbare scholieren in Nederland hebben in de tweede fase als verplicht vak CKV 1 (culturele en kunstzinnige vorming). Zij moeten voor dit vak een aantal studie-uren maken en het bezoeken van in dit kader passende objecten maakt daarvan deel uit. Gedacht kan worden aan architectuur, kunstwerken, rondwandeling historie/bouwstijlen, musea of ateliers/ galerieën. ’s-Hertogenbosch heeft op dit gebied veel te bieden. Er is al veel toegankelijke informatie vergaard en vastgelegd. De gedachte is om een pakket te ontwikkelen dat zal worden aangeboden aan de vakgroep CKV 1 van de middelbare scholen. Het pakket kan bestaan uit verschillende bezienswaardigheden met informatie daarover en een activerende vragenlijst waarbij naar de eindtermen van het vak toegewerkt wordt. Een samenwerkingsverband van de PR-commissie van Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch, het KW1 College en de werkgroep Boschlogie wil een werkgroep oprichten om dit pakket samen te stellen. Het doet daarvoor een beroep op (oud-)docenten van het voortgezet onderwijs, omdat alle aanwezige informatie in een didactisch verantwoorde vorm moet worden aangeboden. Ervaring in het onderwijs op het gebied van kunstzinnige vorming is niet nodig. Ervaring in het middelbare onderwijs liefst wel. Wie heeft zin om zich aan te sluiten bij de werkgroep en ’s-Hertogenbosch landelijk op de kaart te zetten bij de volwassenen van de toekomst? Als u meer informatie wilt, kunt u contact opnemen met: Nannie van Berkum (n.vanberkum@kw1c.nl) of Annette François (annette francois@hetnet.nl; tel. 073 - 503 40 43).
foto’s: Frans van Sundert
13
de huiskamer, zodat ook mensen met een rolstoel naar binnen kunnen, de eisen die aan de interne telefooncentrale gesteld worden. 1 februari begint de reservering voor het nieuwe seizoen, dan moet er in het nieuwe Kringhuis gewerkt kunnen worden; in het januarinummer van het KringNieuws hoort u meer hierover. Frans van Sundert/Marjan Vonk
KringNieuws november 2006, jaargang 32 nummer 6
M
Muzikaal onthaal twee koninginnen
In twee voorgaande artikelen vertelde ik u over het bezoek van koningin Emma en koningin Wilhelmina aan ’s-Hertogenbosch op 15 en 16 mei 1895. Het moeten slopende dagen zijn geweest voor beide vorstinnen, vooral voor de pas 14-jarige Wilhelmina. Voor en na ’s-Hertogenbosch stonden andere plaatsen op het programma. In het volgende artikel vertel ik u iets over de concerten en dergelijke die plaatsvonden in onze stad. Het grote aantal ervan laat weer eens zien wat een rijk muzikaal leven er was in de oude hertogstad.
’s-Hertogenbosch heeft een unieke straatnaam: Koninginnenlaan. Wie weet waar de mast op de achtergrond voor diende?
14
Op woensdag 15 mei zijn er – en dat zal de Bossche Beiaardstichting plezier doen – enkele carillonbespelingen. Van 11 tot half 12 en van kwart voor 12 tot kwart over 12 klinken de klokken van de Stadhuistoren. Van 3 tot 4 uur is er een beiaardconcert vanaf de Sint-Janstoren, gevolgd door “plechtig klokgelui bij het bezoek van Hare Majesteiten aan de kathedraal”. 11 uur is ook het tijdstip waarop de koninginnen muzikaal worden begroet en wel door de fanfare Neerlandia, die gevormd is uit het personeel der firma Eugène Goulmy en Baar. Dit concert vindt plaats op de Parade. Van 1 tot 3 uur vindt er een matinee plaats op de Markt door het muziekcorps der dienstdoende schutterij. Dit corps gaat vervolgens naar de Parade waar het om 5 uur een kindercantate begeleidt. Tussen half 6 en 8 uur is er opnieuw een concert op de Markt, nu door het staforkest van het tweede regiment infanterie. We zijn er nog niet, want om kwart over 9 is er een muzikaal optreden van de fanfare Neerlandia, “bij het passeeren van den Koninklijken Stoet in de Beurzenstraat”. De dag wordt muzikaal afgesloten door het muziekcorps der dienstdoende schutterij, dat van 10 tot 12 uur een slotconcert op de Markt verzorgt. Donderdag 16 mei De tweede dag van het koninklijk bezoek begint om kwart voor 11 muzikaal opnieuw met een begroeting door de fanfare Neerlandia, nu aan de Hinthameruitgang. Intussen wordt het carillon van de Stadhuistoren bespeeld. Dat duurt tot half 12. Van 12 tot 2 uur is er weer een matinee op de Markt door het corps van de dienstdoende schutterij. Aansluitend wordt het carillon van de Sint-Janstoren bespeeld, tot 3 uur. Meteen volgt een matinee op de Parade door de fanfare Neerlandia. Het staforkest van het tweede regiment infanterie is van half 7 tot half 9 present op de Markt voor een concert. Om half 10 is er een uitvoering door de fanfare Neerlandia bij het vuurwerk dat ten noorden van de Stationsweg plaatsvindt.
KringNieuws november 2006, jaargang 32 nummer 6
Deze tweede en laatste dag van het bezoek wordt van 10 tot 12 uur muzikaal afgesloten met een concert op de Markt door het muziekcorps van de dienstdoende schutterij. Daarmee is een eind gekomen aan twee muzikaal enerverende dagen. De verschillende corpsen hebben zich van hun best kant laten zien, de bevolking heeft er ruim van kunnen genieten. Het is jammer dat nergens te vinden was wat er zoal gespeeld is. Er is een uitzondering hierop: er is een feestlied geschreven dat de kinderen van ’s-Hertogenbosch gezongen hebben. De tekst is van W. Zuidema; de melodie is die van het Wilhelmus. Het is een opvallende keus, aangezien dat Wilhelmus eerst in 1932 officieel ons volkslied is geworden. Feestlied Wilhelmus van nassouwe, Oranje bloesemkind, Dra rijp ter Eerste Vrouwe, Die ’t Neêrlandsch harte mint! Aan Moeders hand gekomen Ter grijze Hertogsteê, Hebt gij haar ingenomen Voor ’t rijk van liefde en vree!
E
Erasmusfestival
Trompetten en kartouwen Verkonden d’intochtpraal; Maar uit het hart der trouwen Rijst zachter, zoeter taal, Die, schier te teêr voor woorden, In zangen overvliet; En ruischt in d’oude akkoorden Een galm van Vondels lied: “Frederick van nassouwe “Ben ick, vroom Hollandsch bloed; “Mijn vaderland getrouwe “Met leven, lijf en goed; “Een Prince van Oranjen “Door wapenen vermaert; “Voor Oostenrijck noch Spanjen “En ben ik niet vervaert. “’s Lands rechten en vrijheden “Ick helpen val in swang; “In geen vereende steden “Gewetens felle dwang “Of tyrannye lyen; “Ick wensch de goe gemeent “En trouwe borgeryen “Door liefd te sien vereent.” Zij lang voorbijgevlogen Der vad’ren glorie eeuw – Nog slaan wij fier onze oogen Op ’t vaandel van den Leeuw. En dekk’ geen Held de slapen Met Neêrlands koningskroon – Heel Neêrland staat in ’t wapen Voor ’t kind zoo lief en schoon.
15
En, Moeder onvolprezen! U rijst een harteklank, Die éénig waard mag wezen Uw englenwerk ten dank! Door ’t jublen en het zinden, Door ’t daverend hoezee, Blijft hij naar Boven dringen – U beiden Zegenbeê! Zouden kinderen van de lagere school helemaal begrepen hebben wat ze moesten of mochten zingen? Het maakt natuurlijk niet uit, want wat is er in die tijd spannender dan te mogen zingen voor liefst twee koninginnen?
Van 24 november tot en met 3 december vindt in ’s-Hertogenbosch het tweejaarlijks Erasmusfestival plaats. Het festival heeft als thema Ontwerpen voor het publieke domein. Dit heeft te maken met de toekenning van de Erasmusprijs aan Pierre Bernard, een van de grote Franse ontwerpers van onze tijd. Hij probeert met zijn ontwerpen de wereld wat menselijker te maken. Dat het Erasmusfestival in onze stad plaatsvindt heeft te maken met het feit dat de grote humanist Erasmus hier heeft gewoond en gestudeerd.
Een van de bijzondere zaken betreffende het festival is de eigentijdse uitgave van Erasmus’ grootse werk Lof der zotheid. Drie boeken worden gebundeld in een cassette. Deze is vanaf 27 november te koop bij onder andere boekhandel Adr. Heinen. De prijs is € 49,95. Vanaf 23 november worden in De Verkadefabriek en Theater aan de Parade films vertoond, die alle te maken hebben met het thema van het festival. Ik noem er enkele: Zazie dans le Métro, man uit Marmer, IT (film uit 1923!), Salo of de 120 dagen van Sodom, Im Lauf der Zeit, A Bout de Souffle, Viva la Muerte en Susy Q. Bovendien wordt op 24 november de film Playtime (van Jacques Tati) gedraaid op 70 mm! Op verschillende plaatsen in de stad zijn meer dan levensgroot werken van laureaat Pierre Bernard opgesteld. Erasmus in de stad is een foto-expositie in de openbare ruimte. Langs de Stationsweg, in de Casinotuin en in het Paleiskwartier hangen uitvergrote affiches, die Bernard zelf hiervoor heeft uitgekozen. Voor leerlingen uit alle vormen van onderwijs is een educatief programma opgesteld, onder de titel E-was here. Er zijn onder andere workshops, ontwerpopdrachten en een heus seminar. Tal van scholen en culturele instellingen hebben hierbij samengewerkt. Tot slot zijn er nog enkele specifieke programmaonderdelen. Zo is er een bijzondere dansvoorstelling in het Theater aan de Parade op 25 november, inclusief een echte wereldpremière. Op 27 november vindt er een congres plaats over Vormgeving van zorginstellingen. Er is een modeshow van Frans Molenaar en Addy van den Krommenacker op 3 december in het Provinciehuis. En in het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch is de tentoonstelling Spring THERAPY te bezichtigen. Dit is een parkachtig landschap met in het groen huizen; centraal staat een binnenste buiten gekeerd huis. Voor meer informatie en het volledige programma kunt u kijken op de site van het Erasmusfestival: www.erasmusfestival.nl.
Nik de Vries Nik de Vries KringNieuws november 2006, jaargang 32 nummer 6
V E Van Gogh terug
Excursie Werkgro
Vanaf 25 november is de Van Gogh-presentatie in het Noordbrabants Museum geheel vernieuwd. De nieuwe opstelling is het gevolg van de gelukkige omstandigheid dat het museum de komende jaren zeven Van Goghs kan laten zien. De nieuwe Van Gogh-presentatie is mogelijk gemaakt door het Van Gogh Museum, het Rijksmuseum en de provincie Noord-Brabant. De heer Luijendijk, gedeputeerde van Cultuur van de provincie Noord-Brabant, zal op zaterdag 25 november de presentatie openen.
Op 3 oktober rond half tien verzamelden 7 van de 9 werkgroepleden zich bij het station van ’s-Hertogenbosch voor een excursiedag naar Arendonk en Turnhout in België. Na een uurtje bereikten we ons eerste doel: Sigarenfabriek P.P. Rubens in Arendonk. Enkele medewerkers van dit bedrijf komen uit ’s-Hertogenbosch, zoals Ton Buenen en Lambert Vorstenbosch, waarmee de verbinding tussen Industrieel Erfgoed en deze sigarenfabriek snel verklaard is. Immers ’s-Hertogenbosch was in het verleden een echte ‘sigarenstad’.
Vincent van Gogh (Zundert 1853 -1890 Auvers-surOise) Kop van een vrouw, 1885 Olieverf op doek, 43,5 x 30 cm Collectie Van Gogh Museum, Amsterdam
16
De provincie Noord-Brabant beijvert zich om een ruimere plaats in te ruimen voor wie misschien wel de belangrijkste en zeker de meest bekende Brabantse kunstenaar is: Vincent van Gogh. Niet alleen heeft de in Zundert geboren domineeszoon in deze provincie zijn wortels, maar ook heeft hij hier een groot aantal schilderijen en tekeningen gemaakt. Daarin waren het landschap, de armoedige boerderijen en de boerenmensen uit de late 19de eeuw zijn inspiratie. Zijn betrokkenheid bij het leven op het platteland was meer dan alleen geografisch bepaald. Van Gogh voelde zich emotioneel betrokken bij de mensen die hier met hard werken een armoedig bestaan wisten op te bouwen. Hoewel hij later, na zijn vertrek naar Frankrijk, in artistiek opzicht zou veranderen, is die grote rol die hij aan het gevoel gaf altijd gebleven. Vanuit die optiek is de Brabantse periode dan ook meer dan alleen een vroege fase in de ontwikkeling van deze kunstenaar.
Bruikleengevers Die vier nieuwe doeken zijn in bruikleen afgestaan door het Van Gogh Museum en het Rijksmuseum uit Amsterdam. Het zijn alle vier schilderijen uit de Brabantse tijd van Vincent van Gogh: Boerendorp in de avond uit de zomer van 1884, een Garenspoelende vrouw uit maart 1885, de Kop van een vrouw uit maartmei 1885 en Mand met aardappels uit september 1885. Zij zijn een buitengewoon welkome aanvulling op de drie al aanwezige doeken: Raderen van de watermolen te Gennep uit november 1884, Zittende boerin met daagse muts uit maart 1885 (beide bruiklenen van het Instituut Collectie Nederland) en Spittende boerin op de rug gezien uit de zomer van 1885, het enige schilderij door Van Gogh dat ons museum in eigendom heeft. Ingrid van Berlo
KringNieuws november 2006, jaargang 32 nummer 6
Sigaren Het huidige bedrijf, dat 8 personeelsleden in dienst heeft, is gevestigd in een pand dat al lange tijd in gebruik is voor het produceren van sigaren. In de hoogtijdagen werkten er ongeveer 70 mensen. Er is veel ruimte in gebruik voor opslag van grondstoffen, machines en oude productiegereedschappen. De huidige directie is begonnen om de werkplekken, waar nu geproduceerd wordt, op te knappen. Het grootste deel van het bedrijf is redelijk oud, industrieel erfgoed uit de 30’er jaren van de vorige eeuw. Kantoor en directievertrekken zijn nog ingericht met meubels, telefoons en telmachines van 60 jaar geleden. We zagen ook een boekhoudmachine van ongeveer 40 jaar oud. We kwamen natuurlijk voor het maken van sigaren: zowel het echte ambacht, geheel handmatig snijden en aanbrengen van het dekblad, alsook voor de vele soorten machines die nog in gebruik zijn. De oudste daarvan dateert uit 1929. Er staan ook redelijk recente automatische machines uit 1980 tot 1990. Alles is in eigen beheer weer in bedrijf genomen, onderhouden en waar nodig gerestaureerd. Veel machines zijn de laatste jaren opgekocht uit bedrijven die met de productie stopten. Ook de houten sigarenplanken,
oep Industrieel Erfgoed nodig om het binnenwerk (het zogenaamde bosje) om een sigaar te laten drogen in de juiste vorm, zijn in veel soorten en maten aangekocht. Hiermee produceert het bedrijf sigaren voor een aantal eigen merken en voor gerenommeerde merken als De Graaff in Den Haag. De betere en duurdere soorten hebben een met de hand aangebracht dekblad, bij de overige soorten wordt dit mechanisch aangebracht. We hebben de verschillende handelingen die bij het maken van een sigaar nodig zijn uitvoerig kunnen zien. Van het snijden en mengen van tabak na binnenkomst, het fermenteren en mengen, tot het maken van het binnenwerk voor de duurdere soorten. De goedkopere soorten worden gemaakt met machines in een geautomatiseerd proces. Het maken van de cederhouten kistjes voor de verpakking wordt, in eigen beheer, met machines bedrukt, gemonteerd en voorzien van scharnieren. Het is interessant om een dergelijk klein bedrijf te zien, dat met behulp van oude machines, maar vooral met veel kennis en ervaring van het vak, in deze tijd nog winstgevend kan blijven bestaan. Speelkaarten Na de lunch op de markt van Turnhout zijn we naar het Nationaal Museum van de Speelkaart in de binnenstad gegaan. Het is gevestigd in een mooi gerestaureerd fabriekspand, van voorheen de gebroeders Mesmaekers. Dit museum heeft lang dienst gedaan als drukkerij van speelkaarten. In Turnhout was een aantal drukkerijen gevestigd die speelkaarten maakten. Deze zijn verdwenen of gefuseerd tot het grootste productiebedrijf van speelkaarten ter wereld, Carta Mundi. Het is in een moderne drukkerij op het industrieterrein aan de rand van de stad. In het museum werden we enthousiast welkom geheten en rondgeleid door een vrijwilliger die zelf 40 jaar drukker is geweest van speelkaarten en bijbels. Een
wat merkwaardige combinatie, speelkaarten die vaak gebruikt worden voor gokken of spelen om geld en het belangrijkste boek voor alle christelijke kerken. In het museum kregen we bij de machines, die daar fraai gerestaureerd staan opgesteld, uitleg over de ontwikkeling van het drukproces in het algemeen en de bewerking van speelkaarten in het bijzonder.
Van de eerste, een 17de-eeuwse handmatig bediende houten drukpers, via de steendrukpersen die veelal aangedreven werden door stoomkracht tot de moderne offsetpersen. De diverse machines, speciaal voor het maken van speelkaarten, werden getoond en de werking ervan duidelijk gedemonstreerd. Indrukwekkend was een grote centrale stoommachine zoals die vroeger alle machines in een bedrijf aandreef. Mooi opgeknapt en goed zichtbaar door glazen panelen in vloer en wand werd de stoommachine ook in werking getoond. Ook hier een interessante combinatie van geschiedenis (hoe speelkaarten werden gemaakt voordat de boekdrukkunst uitgevonden was) en vele machines en gereedschappen die in de loop van eeuwen gebruikt zijn, tot een overzicht van alle soorten speelkaarten die nu nog gemaakt worden. Het Nationaal Museum van de Speelkaart is gevestigd in de Druivenstraat 18 te Turnhout. Dit museum bevelen wij graag bij u aan voor een bezoek. Naast de opgestelde drukmachines worden ook demonstraties gegeven van oude druktechnieken. Al met al hebben we veel industrieel erfgoed gezien; de onderlinge banden in de werkgroep versterkt, dus echt een succes. Met dank aan de organisatoren van de dag. Werkgroep Industrieel Erfgoed Winde
KringNieuws november 2006, jaargang 32 nummer 6
E
Een eerbetoon aan Jeroen Bosch
Al geruime tijd wordt hard gewerkt aan de ombouw van de voormalige Sint‑Jacobkerk tot het Jheronimus Bosch Art Center. De werkzaamheden naderen hun voltooiing en binnenkort opent het centrum zijn deuren. Iedereen kan dan op verschillende manieren kennis maken met leven en werken van Jeroen Bosch. Nieuwe functie Sint-Jacob Volgens kunsthistorici is het niet goed mogelijk de schilderijen van Jeroen Bosch te begrijpen zonder meer te weten over de omgeving waarin de schilder leefde en werkte. Centrale factoren in die leefomgeving waren de stad ’s-Hertogenbosch, het speciale karakter van de Bossche stedelijke samenleving in de tweede helft van de 15de eeuw en het katholieke geloof. Vanuit deze optiek is het niet meer dan logisch juist in ’s-Hertogenbosch een centrum te wijden aan Jeroen Bosch. In de loop der jaren is een aantal pogingen ondernomen om de schilder een meer permanente plaats in de stad te geven. Zo is op verschillende locaties de collectie met fotopanelen van de schilderijen te zien geweest. Verder waren er allerlei plannen voor een combinatie van een documentatieen expositiecentrum. De vestigingsplaatsen varieerden van historische panden in de binnenstad tot een nieuw cultureel centrum in het Paleiskwartier. De totstandkoming van het Jeroen Boschcentrum kwam in een stroomversnelling nadat Jo Timmermans, onder andere voorzitter van de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch, de voormalig Sint-Jacobkerk aan de Hinthamerstraat kocht van het bisdom. Timmermans nam het initiatief om de kerk een nieuwe functie te geven in de vorm van het Jheronimus Bosch Art Center met het doel om iedereen –van kunsthistorici tot toeristen– kennis te laten maken met de wereld van Jeroen Bosch. De afgelopen jaren is hard gewerkt aan de realisatie van de plannen, het opknappen van de gebouwen en het voorbereiden van een activiteitenprogramma.
18
Toren Voor bezoekers aan de stad wordt de markante toren van het centrum een nieuwe toeristische trekpleister. Niet alleen kan vanaf de toren een blik worden geworpen op de stad van Jeroen Bosch, in de toren zelf is ook het werk van de schilder te zien. Verdeeld over verschillende verdiepingen hangen reproducties op ware grootte van alle schilderijen. Een film plaatst daarbij alles nog eens in het juiste perspectief. In een nagebouwd atelier onder in de toren kunnen bezoekers ervaren hoe 15de-eeuwse schilders te werk gingen. Welke materialen gebruikten ze bijvoorbeeld? Hoe bouwden ze hun compositie op?
KringNieuws november 2006, jaargang 32 nummer 6
Gerlach-collectie De bibliotheek van het centrum bevat een schat aan informatie in de vorm van boeken, tijdschriften, krantenknipsels en allerlei op digitale media vastgelegde bronnen. Een unieke bron is hier de collectie die is opgebouwd door pater Gerlach. De in Leuven tot kunsthistoricus opgeleide Gerlach hield zich vanaf 1939 intensief bezig met Jeroen Bosch. Hij wilde met name de invloed van de Brabantse en katholieke leefomgeving op het werk van de schilder zichtbaar maken. Na zijn overlijden in 1986 kwam het door hem verzamelde materiaal terecht bij de Brabantcollectie van de Universiteit van Tilburg. Een deel van dat materiaal is nu overgebracht naar het nieuwe documentatiecentrum. Naar ’s-Hertogenbosch kwamen de artikelen die pater Gerlach in de loop der jaren schreef en zijn correspondentie met kunsthistorici en Bosch-kenners uit de gehele wereld. Pater Gerlach beheerde ook de rijke Jeroen Boschverzameling van Jan Mosmans, de in 1966 overleden archivaris van de Sint-Jan. Ook dit materiaal is nu ondergebracht bij het nieuwe centrum.
I
In de winter
Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch organiseert dit jaar van november tot april iedere maand winteractiviteiten. Breek er eens uit en verstevig uw bekendheid met de stad!
• Een deskundige gids wandelt met u door wijken die u anders misschien zelden of vluchtig betreedt en waarover zoveel interessante dingen te vertellen zijn. Het betreft de wijken Het Zand, De Muntel, De Vughterdriehoek, De Hinthamerdriehoek en het haven/vestinggebied rond de citadel. • Op verschillende zaterdagen wordt u rondgeleid in het prachtig gerenoveerde Stadhuis en eveneens kunt u een bezoek brengen aan de Raadskelder, waarvan de historie nauw verbonden is met die van het Stadhuis. Een kopje koffie/thee met Bossche bol zorgt voor de afsluiting. • In de kerstvakantie zijn er extra rondleidingen in de Sint-Janstoren. U krijgt uitleg over het klokkenspel en kunt genieten van een schitterend uitzicht over de stad die er van boven heel anders uitziet dan wanneer u er doorheen loopt. In deze tijd zal de feestverlichting de sfeer verhogen.
foto: Ellie De Vries
19
Vooruitblik naar 2016 Volop wordt ook al vooruitgekeken naar 2016. Dan is het vijfhonderd jaar geleden dat Jeroen Bosch overleed. Onder andere is dan een internationale conferentie voorzien. Grote droom is het organiseren van een Bosch-tenstoonstelling met de echte schilderijen, net zoals in 1966/1967 in het Noordbrabants Museum. Een expositie die toen het recordaantal van meer dan 300000 bezoekers trok. Meer informatie over het centrum en de geplande activiteiten is onder andere te vinden op de website www.jheronimusbosch-artcenter.nl.
Noteer in uw agenda Ken uw Stad-wandelingen: • 18 november 2006: Het Zand, eens de mooiste stationswijk van Nederland; • 16 december 2006: De Muntel met zijn geheel eigen bouwkundige signatuur; • 13 januari 2007: De Vughterdriehoek, het stiltegebied achter de Vughterstraat met bijzondere pleintjes en steegjes; • 10 februari 2007: De Hinthamerdriehoek, Anthoniegaarde en omgeving; • 17 maart 2007: haven/vestingwandeling, de omgeving van de haven en de citadel. Rondleiding Stadhuis/Raadskelder: • Op de zaterdagen 11 november en 9 december 2006, 20 januari, 3 en 31 maart 2007 van 14.00 uur tot 16.00 uur. Afsluiting met een kopje koffie of thee en een Bossche bol. Rondleiding in de Sint-Janstoren: • Op 26 december 2006 starten de rondleidingen om 16.00 uur. Daarna tot en met 6 januari 2007 iedere dag, met uitzondering van Nieuwjaarsdag.
Jan Korsten De prijs van de wandelingen en rondleidingen bedraagt € 3,50, Stadhuis/Raadskelder-rondleiding € 8,-. Reserveringen aan de balie van het Kringhuis, Verwersstraat 19 A, telefoon: 073 - 613 50 98. Mieke Plasmans
KringNieuws november 2006, jaargang 32 nummer 6
A
Achter den Engel
KringNieuws is het minimaal zes maal per jaar verschijnend tijdschrift van de Kring Vrienden van ’s‑Hertogenbosch.
Verhalen uit het bos van de hertog Het straatje Achter den Engel, gelegen tussen de Vughterstraat en de Westwal, is een van die typisch Bossche straatjes, waar sinds mensenheugenis door arbeiders is gewoond. Die bewoning is niet altijd ideaal geweest.
20 foto’s: Ellie De Vries
In de 19de eeuw zijn het al krotwoningen. In 1886 besluit het gemeentebestuur de bouwvallen te slopen en een jaar later valt het besluit er vijf nieuwe woningen te bouwen. Nou ja, woningen is een groot woord voor hedendaagse begrippen. Het zijn eenkamerwoningen van 5,65 m bij 6,17 m; daarin is een portaal aanwezig en een bedstede. Deze is voor de ouders, want de kinderen, en dat zijn er meestal veel, slapen op zolder, onder de pannen waar in de winter de sneeuw doorheen wordt geblazen. Uiteraard staat er ook een trap in de kamer of een ladder. Als iemand een keer teveel van het gerstenat heeft gedronken, slaapt hij onder aan de ladder en is hij dus ‘ladderzat’. Aan de overkant van de woningen is er een stukje grond voor elk van die woningen. Dat is te gebruiken als moestuin of als bleekveld en dat is voor die tijd een pluspunt. Verder zijn er buiten aan de zijde van de Vughterdijk nog twee privaten en een ruimte voor afval. Aan de kant van de Westwal kan men water pompen, als het niet te hard gevroren heeft tenminste. Zo heeft men altijd wel een ongemak, maar daar leren de mensen wel mee leven. Burenhulp is onder de bewoners vanzelfsprekend. Nu, anno 2006, heb ik contact gezocht met de huidige bewoners. Ik heb een bezoekje gebracht en onder het genot van een kop koffie en een stuk Bossche koek heb ik indrukken op kunnen doen zoals het nu geworden is. Van de vijf huisjes zijn er nu drie gemaakt: twee grotere en een met de oorspronkelijke afmetingen. De vijf stukjes grond zijn in een grote tuin veranderd, met een vijver en een zitje, zodat het geheel meer ruimte biedt. Ik heb daar dezelfde ervaring opgedaan, zoals op de Binnendieze, zo midden in de stad een oase van rust. Ook de saamhorigheid van vroeger is nog aanwezig wat ook een vereiste is om in zo’n straatje samen te kunnen leven. De harmonie is er nog, zo heb ik mogen constateren. De woningen zijn wat interieur betreft eigentijds, al moet je wel enig gevoel voor historie hebben en dat hebben de huidige bewoners. Het straatje is afgesloten voor vreemde bezoekers. Hoewel de bewoners niet mensenschuw zijn, stellen ze privacy erg op prijs. Ik heb van mijn bezoek genoten en ik heb de indruk dat dat wederzijds is. Graag bedank ik de bewoners dat ik een kijkje mocht nemen in Achter den Engel.
Jan van Haaren KringNieuws november 2006, jaargang 32 nummer 6
Redactie: Jan Korsten, Frans van Sundert, Marjan Vonk, Nik de Vries en Gerdie de Zeeuw-Nieuwenhuis (voorzitter). Vormgeving: Egbert van den Berg en Jack van Elten Redactie-adres: Secretariaat KringNieuws Postbus 1162 5200 BE ’s‑Hertogenbosch E-mail: redactie@kringvriendenvanshertogenbosch.nl Druk: Drukkerij Opmeer bv, Den Haag Oplage 2.700 stuks Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de redactie.
Secretariaat Postbus 1162 5200 BE ’s‑Hertogenbosch E-mail: algemeen@kringvriendenvanshertogenbosch.nl Internet: www.kringvriendenvanshertogenbosch.nl Betalingen: Postgiro 3.119.716 Jaarlijkse bijdrage minimaal ¤ 14,00 Jeugdleden ¤ 7,00 Kringhuis Verwersstraat 19A ’s‑Hertogenbosch Telefoon
073 - 613 50 98
Telefax
073 - 614 60 21
Openingstijden: Dinsdag tot en met zaterdag van 10.00 - 17.00 uur Zon- en feestdagen van 12.00 - 16.00 uur