-
krln9-nleuw1 Verschijnt minimaal 6 x per jaar.
N U M M E R 89 3 september
1989
Uitgave van de Kring "VRIENDEN VAN 's-HERTOGENOSCH" KRINGHUIS: Tweede Korenstraatje 18, tel. 073-135098 Openingstijden: maandag tot en met zaterdag van 10-17 uur zondag van 12-17 uur bovendien op donderdag van 18-21 uur. SECRETARIAAT: Postbus 1162, 5200 BE
's-Hertogenbosch
BETALINGEN: - postgiro 3119716 - Van Lanschot reknr. 22 51 91 202 - jaarlijkse bijdrage: minimaal f 25,00 - jeugdleden: f 15,00
==============================================================================================: BESTE LEDEN, Voor U ligt het zesde Kring-Nieuws in dit kalenderjaar. Nu de vakanties er voor de meesten van ons er weer opzitten, pakken we de draad van onze activiteiten weer op. In dit nummer - dat 12 pagina's telt- vragen wij Uw aandacht voor de navolgende zaken: pagina 50/51/52: onze najaarsexcursie op zondag 1 okober as. naar De Peel. pagina 53
dit najaar starten we met regelmatige rondleidingen in De Citadel, waaraan U als lid gratis kunt deelnemen.
pagina 54
Open Monumentendag 1989, torenrondleidingen, vaartochten.
pagina 55
Expositie 's-Hertogenbosch en haar wielrijders.
pagina 56
lezing op dinsdag 26 september as.
pagina 57
publikatie over 150 jaar bedevaart naar Bokhoven.
pagina 58/59
een stukje geschiedenis over de Hooge Steenweg.
pagina 60
- 49 -
:aktiviteiten derden.
Op zondag 1 oktober as. vindt onze najaars-excursie plaats: naar de Peel (één der kwartieren van de Meiery. Het programma voor deze dag luidt als volgt:
Wandelen in Nationaal Park De Groote Peel staatsbosbeheer
8.45 uur verzamelen hoek Stationsplein/ Oranje Nassaulaan. 9.00 uur vertrek 10.15 uur aankomst te Ospel in het Bezoekerscentrum Mijl op Zeven. Hier drinken we een kop koffie en brengen een bezoek aan de permanente tentoonstelling die hier is ingericht. Vervolgens maken we o.l.v. gidsen van Staatsbosbeheer een wandeling door het Nationaal Park De Groote Peel. Hier zijn meerdere wandelingen mogelijk: het tempo van de gids en de lengte der route wordt aangepast aan de deelnemers in een groep. 12.30 uur . vertrek uit Ospel. 12.50 uur aankomst in restaurant Café De Waag te Asten voor een broodmaaltijdmet een consumptie vooraf. 15.00 uur bezoek aan het Natuurstudiecentrum en Museum Jan Vriends en aan het Nationaal Beiaardmuseum te Asten. 17.00 uur vertrek uit Asten. 18.00 uur aankomst te 's-Hertogenbosch. U kunt inschrijven voor deze excursie door betaling van f 35,00 in het Kringhuis óf op een der rekeningen van onze Kring (zie voorpagina). Graag met vermelding van Uw lidnummer. Per lid maximaal 2 personen voor die prijs. Niet-leden betalen f 45,00 p.p., voor zover er nog plaats is. In dit bedrag is begrepen: koffie in Bezoekerscentrum - de busreis - rondleiding Groote Peel lunch + 1 consumptie - entree musea - verzekering informatiemateriaal Het aantal inschrijvingen sluit bij 100 deelnemers. Aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst. Wanneer de deelnemerskaarten U zijn toegezonden, is in principe geen teruggave van inschrijvingsgeld meer mogelijk. De dee l nemerskaarten worden 1 week tevoren verzonden. Het informatiemateriaal wordt in de bus uitgereikt. Naar aanleiding van de oproep in het vorige Kring-Nieuws hebben zich ruim 40 leden al voor deze excursie aangemeld. Haast is dus geboden als U ook meewilt: de openingstijden van het Kringhuis vindt U uiteraard op de voorpagina.
OVER KNUPPELBRUGGEN DOOR DE RUIGE NATUUR Uitgestrekt was ooit het veengebied op de grens van Brabnt en Limburg. En het was een mijl op zeven om van de ene plaats naar de andere te kunnen komen. want de Peel was een moerassig gebied en slechts hier en daar waren betrouwbare wegen te vinden. Grote stukken Peel zijn ontgonnen. Dáár is het verleden niet meer te zien. In het natuurreservaat probeert het Staatsbosbeheer zo goed mogelijk het oorspronkelijke peellandschap te behouden. Gaat U mee op pad?
- 50 -
De Groote Peel is een restant van een vroeger zeer groot hoogveengebied, dat zich uitstrekte over ruim 30.000 hectare. Een ruig en onherbergzaam landschap, met verraderlijke moerassen. De naam Peel stamt af van het Latijn s e Locus paludosus (moerasgebied). Het veen is ontstaan rond 10.000 v.Chr., na de laatste ijstijd. De temperatuur op aarde steeg, waardoor de ijskappen gingen smelten. Hierdoor steeg niet alleen de zeespiegel, maar ook het grondwater. De oude meertjes en beekbeddingen liepen vol en ook elders ontstonden waterplassen. Daarin gingen planten groeien: eerst riet, daarna zegge en vervolgens moerasbos. Deze planten vormden de verschillende lagen van het laagveen. Naarmate het laagveen dikker werd, steeg het steeds verder boven het voedselrijke grondwater uit en werd, mede door het onttrekken van voedsel door de planten, steeds voedselarmer. Uiteindelijk bereikte het laagveen het wateroppervlak. Het was inmiddels zo voedselarm geworden, dat er veenmos kon gaan groeien, de "moeder" van het hoogveen. Veenmos is een klein plantje dat van onderen fsterft en naarboven toe blijft doorgroeien op de eigen afgestorven resten. Het veenmos groeide overal omheen, andere planten en Net als de romeinen over knuppels door de Peel. zelfs bomen verstikkend. De resten van die bomen zijn nog steeds te zien: zij worden veenstobben of kienhout genoemd. Zo ontstond een hoogveengebied van ongeveer 30.000 hectare, met op sommige plaatsen een veendikte van 2 Ă 3 meter. Doordat veenmos als een spons werkt en veel water kan vasthouden, werd de Peel een zompig moerasgebied. Al vroeg ontdekten de bewoners van deze streek dat gedroogd hoogveen een goede brandstof was: turf. Voor eigen gebruik werd er langs de randen van het veenmoeras turf gestoken. Halverwege de vorige eeuw begon men echter technieken toe te passen om de Peel te ontwateren en- zo het gehele gebied toegankelijk te maken voor grootschalige turfwinning. M~n groef greppels en sloteh voor de afwatering en kanalen voor het afvoeren van de turf .' Zo werd het grootste deeI 'v an de Peel afgegraven, vaak tot op de onderliggende zandlaag. De aanvankelijk voor de landbouw min of meer waardeloze zandgronden werden in een later stadium ontgonnen en met behulp van kunstmest geschikt gemaakt. Ook in de Groote Peel heeft turfwinning plaatsgevonden; de sporen hiervan zijn nog uidelijk aan te tonen. aan de BraYbantse kant werd gewerkt met een systeem van vaarten en kanalen; in het Limburgse deel spaarde men peelbanen uit en groef tussen deze wegen het veen weg. Toen turfwinning niet meer rendabel was en ontginning van de restanten als volgde stap dreigde, kwamen er initiatieven om het gebied te sparen en er een reservaat van te maken. Daarmee werd in 1951 een begin gemaakt door Staatsbosbeheer. De Groote Peel is, evenals andere hoogveengebieden, voedselarm. Slechts weinig plantensoorten kunnen hier leven. Omdat voedselarme gebieden zolangzamerhand schaars zijn geworden in ons land, zijn de plantensoorten die er voorkomen vaak zeldzaam. Heide en op drogere delen pijpestrootje, met daartussen de zeldzame veenmossooorten, het vleesetende zonnedauw, veenpluis, eĂŠnarig wollegras, veenbes, witte snavelbies, moerasklauw, klokjesgentiaan en koningsvaren. De Groote Peel is te beschouwen als een van de rijkste vogelgebieden in West-Europa. In het najaar vervult de Groote Peel een belangrijke rol als rust- en verzamelplaats voor trekvogels. Allerlei waadvogels en
- 51-
"
en steltlopers ruien hier en komen op krachten alsvorens hun trek naar het zuiden voort te zetten. Dit geldt ook voor ganzen en kraanvogels,rlie met name in de directe omgeving voorkomen. Naast een aantal ook elders vrij algemeen voorkomende dieren zoals vos en ree, zijn voor de Groote Peel vooral te noemen de verschillende soorten spitsmuizen en de gladde slang. Bijzonder is de insectenwereld, met een grote rijkdom aan libellen en vlinders. In het voedselarme water leeft als enige vis het hondsvisje. Het bezoeken van de Groote Peel kan alleen te voet. Doordat een groot deel van het terrein moerassig is en slechts toegankelijk via een beperkt aantal paden en soms alleen over de specifieke"knuppelbruggen", is fietsen of paardrijden eenvoudig weg uitgesloten. Het bezoekerscentrum 'Mijl op Zeven' ligt aan de rand van het gebied. Het is een naar de stijl van vroeger dagen, nieuw gebouwde peelboerderij. In de directe omgeving ervan is toen een schaapskudde ingezet en de bijbehorende schaapskooi gebouwd.
Het Natuurstudiecentrum en Museum Jan Vriends is genoemd naar de Astense biologieleraar Jan Vriends. Een man die zijn hele leven heeft gewijd aan het overbrengen van informatie over en liefde voor de natuur in al zijn facetten. Het museum ligt tussen twee waardevolle en interessante natuurgebieden: De Strabrechtse Heide en De Groote Peel. Na de opening in 1973 groeide het Astense Museum in de loop der jaren uit tot een volwaardig natuurhistorisch museum met nationale en internationale bekendheid. Het aantal afdelingen bleef toenemen. Alle afdelingen hebben een ding gemeen: ze geven informatie over alles wat leeft in de nabijgelegen natuurgebieden. Er is een vogelafdeling, een zoogdierenafdeling, een insektuariumr, een afdeling met alle informatie over bijen en een unieke bloemen- en kruidentuin. Ook zijn er fossielen uit de verre historie van het Peelgebied te zien, zoals bijvoorbeeld walviswervels. Alle afdelingen zijn ingericht met o.a. diorama's, waardoor z贸veel mogelijk te zien is hoe de betrokken dieren en planten in de natuur zijn terug te vinden.
-
52 -
Heeft U ooit een klok geluid'? op echte klokken gebeierd'! of op een beiaard gespeeld'! Dat kàn en dat màg in ons museum!
Maar ook kunt U rustig vertoeven bij klokjes en bellen: uit de tUd van Mozes, van de oude Chinezen, van de Hindoe-Javanen, van de Inca's enz. enz.
Maar vooral ziet en hoort U: prachtige middeleeuwse klokken, klankrijke oude beiaarden, fascinerende torenuurwerken en imponerende speelwalsen!
Hier vindt U de afdelingen: archeologie, luidklokken, etnologie, beiaarden, gietproces, torenuurwerken, speelwerken. Ook wordt U in de gelegenheid gesteld een filmvoorstelling bij te wonen.
=============================================================================================== R 0 N D L E I D I NGE N
C I T ADE L
Op Uw li.dmaatschapskaart 1989 bevinden zich ook twee kaartjes "ei tadel". Dit najaar vinden daar een reeks rondleidingen van ca. 1 uur plaats, waaraan U als Kringlid gratis kunt deelnemen. U dient zich te melden in het Kringhuis mét Uw lidmaatschapskaart. Tegen inlevering van het betreffende kaartje kunt U een plaats bespreken voor een rondleiding. Per rondleiding kunnen maximaal 25 personen deelnemen: dus wie het eerst komt, het eerst maalt. Bij inschrijving in het Kringhuis, ontvangt U een rondleidingskaartje, waarop datum en aanvangstijd zijn vermeld. Niet-leden die willen deelnemen, betalen f 2,00 voor een rondleiding. De dagen en tijden zijn als volgt: maandag 25 september om 14.00 uur woensdag 27 september om 14.00 uur dus: kaartjes z1Jn ALLEEN verkrijgbaar zaterdag 30 september om 10.00 uur in het Kringhuis! ! ! ! ! ! ! ! ! ! dinsdag 3 oktober om 10.00 uur donderdag 5 oktober om 14.00 uur zaterdag 7 oktober om 10.00 uur zaterdag 14 oktober om 10.00 uur - 53 -
y
1
TORENRONDLEIDINGEN IN SEPTEMBER a ll e zondagen om 13.00, 14.00, 15.00 en 16.00 uur. Maximaal 25 personen per beklimming. Duur: ca. 1 uur. Kaartverkoop aan de voet der toren, telkens vanaf 1 kwartier voor aanvang van de eerste rondleiding. Kosten: f 2,00 p.p.; kinderen t/m 12 jaar f 1,00. Reserveren kan uitsluitend in het Kringhuis. Uiteraard kunt U ook een bon van Uw lidmaatschapskaart inleveren om een gratis kaartje te krijgen. Tijdens de Open Monumentendag zijn er rondleidingen om 12.00, 13.00, 14.00, 15.00 en 16.00 uur.
filml ri1iJ
~~
VAARTOCHTEN BINNENDIEZE tot en met 1 oktober: van dinsdag tot en met zondag; telkens om 11.00, 12.00, 13.00, 14.00, 15.00, 16.00 en 17.00 uur. Duur: ca. 50 minuten. Kosten f 5,00 p.p.; kinderen t/m 12 jaar f 2,50. Uiteraard kunt U ook hier een bon van Uw lidmaatschapskaart inleveren om een gratis vaartocht te krijgen. Kaartverkoop: Diezehuis, Molenstraat 15 a; tel. 073 - 122334. Het verdient aanbeveling vooraf telefonisch te informaren of er nog plaats is. In oktober wordt er nog gevaren op zaterdag 7 en zondag 8,zaterdag 14 en zondag 15, dinsdag 17 tot en met zondag 22 oktober tussen 11 en 16 uur.
zaterdag 9 september is het voor de derde achtereenvolgende keer Open Monumentendag. In het hele land zwaaien dan weer van 10.00 tot 17.00 uur de deuren van monumentale panden gastvrij open om zich van binnen te laten bekijken. Ook in de binnenstad van 's-Hertogenbosch zijn eigenaren en beheerders van monumentaal erfgoed bereid gevonden hun panden open te stellen. Het betreft hier een 17-tal gebouwen, 5 tentoonstellingen, een speciale fietsroute en een walkman-route, speciaal voor jongeren van 10-14 jaar. 9 SEPTEMBER 1989 Er is een uitvoerig programmaboe.kje verschenen. U kunt dit boekje gra,tis ophalen in het Kringhuis. Ook kunt U telefonisch informatie in het Kringhuis verkrijgen. Leden die ver van de stad wonen en toch geinteresseerd zijn, kunnen telefonisch in het Kringhuis een boekje opvragen. Het wordt U dan toegezonden. Op de dag zelf is ons Kringhuis geopend vanaf 9.00 uur!!!!!!!!!
- 54 -
)
Expositie " 's-Hertogenbosch en ha.ar wielrijders " in het Kringhuis, Tweede Korenstraatje 18,
's-Hertogenbosch
van 19 augustus tot en met 17 september 1989
)
In de geschiedenis van de militaire wielrijders heeft de stad 's-Hertogenbosch en in het bizonder de Isabella.kazerne een belangrijke rol gespeeld. Voor het begin van deze geschiedenis moeten we terug naar het jaar 1885, als er in het Nederlandse leger voor het eerst proeven worden genomen met rijwielen met houten wielen, zgn. velocipedes, overigens zonder resultaat. In 1888 biedt de ANWB de diensten van vrijwilligers aan, die, op eigen rijwiel, ordonnansdiensten verrichten bij de stafkwartieren. Zij blijven tot 1899 hun taken uitvoeren. Enkele jaren eerder, in 1894, start bij enkele regimentspat~oui lles van de infanterie de opleiding van dienstplichtigen tot wielrijders. De taken van de wielrijders worden uitgebreid met verkennings- en beveiligingsdiensten. In de jaren 1909-1910 vindt de oprichting plaats van vier compagnieen wielrijders, geformeerd uit de regimentspatroui l les van de infanterie. Deze c~npagnieen worden in 1922 samengevoegd tot het Bataljon Wielrijders met als standplaats: de Isabella.kazerne in 's-Hertogenbosch. Twee jaar later wordt het Bataljon omgedoopt in het Regiment Wielrijders, dat uit vier bataljons gaat bestaan. In 1927, bij de viering van het eerste lustrum, vindt de oprichting plaats van het rijdende muziekkorps, dat voornamelijk uit dienstplichtigen bestaat. In 1939 wordt het Regiment Wielrijders gesplitst in een Eerste Regiment, met als standplaats 's-Hertogenbosch, en een Tweede Regiment., met als standplaats Apeldoorn. In de meidagen van 1940 vochten de beide regimenten in de Alblasserwaard en op het Eiland van Dordrecht. Er werden zware verliezen geleden: 66 gesneuvelden en 74 zwaar gewonden. Na de oorlog zijn de regimenten niet meer heropgericht: In 1946 vindt de officiele opheffing plaats. Het betekende echter niet het definitieve einde van de Wielrijders. In 1972 werd door een aantal ex-wielrijders een museumcollectie bijeengebracht. Deze collectie is jarenlang te bezichtigen geweest in het Poortgebouw van de Isabella.kazerne. Ze verhuisde in 1983 naar het Legermuseum in Delft. Gelukkig was deze verhuizing van korte duur. Sinds 1987 is de collectie weer ter~g op de Isabella.kazerne en na afspraak te bezichtigen. Ook op 9 september, Open Monumentendag 1989, staan de deuren van het Wielrijdersmuseum voor u open. U bent dan ook in de gelegenheid om in de Isabella.kazerne het monument te bezichtigen, dat in 1988 werd onthuld ter nagedachtenis aan de 66 in 1940 gesneuvelde wielrijders.
- 55 -
" BOSSCHENAREN, NIET ALLEEN GESCHAPEN UIT GOUDEN AREN " Dat i--1 de tite)_ van de )_e~9, die ww. Tiny 'i<.omme 3a)_ 9even op di...n--1da9 26 --1eptemb<V?.. 1989, aanvan9: 20. 00 uWl., in het 5tad--1G/1.chi._ef-, fl)_oemenlwrnp 50. "Ui.t 9ouden G/1.en '1chi._ep Çod de Bo--1--1chenG/1.en en uit het /1.e--1tant de /1.e--1t van het )_and". De3e 9ev}_eu9ude ui.td/1.uk.kin[) wa--1 en M he)_aM ni.et op a.Ue Bo--1--1chenG/1.en van toepa--1--1in[): l/1. 3at ook kaf- ond<V?.. het ko/1.en. A)_--1 V/1.0e[Je/1., dat wû J.e99en voo/1. 1810, een i.Juuon<V?.. van de B/1.abant--1e hoof_d--1tad, i.et--1 had 9edaan, wat niet doo/1. de beu9e)_ kon, w<V?..d hi.j, daG/1.v00/1. VV?..00/1.deud doo/1. de Bo--1--1che --1chepenbank, waG/1.van de bevoe[Jdheid ~ch ov<V?..i.[Jen--1 uiut/1.ekte ov<V?.. de 9ehe)_e Meijwj. Lan[J--1 i.lle9a}_e we9 w<V?..d ook meni.ç;rnaa}_ doo/1. de Bo--1--1chenG/1.en 3uf- het /1.echt in ei.9en hand 9enomen. Zij_ /1.i.epen dan 3e)_f- de boo--1doen<V?.. tot de o/1.de doo/1. bij_voo/1.beud in een optocht met veu )_a.waai, de kete}_mu~ek, de man of- V/1.0uw, die het de)_i_ct had be9aan, te be--1potten. Men --1p/1.eekt dan van vo)_k--1[JV?..i.chten. Jn 1811 vond een [)/1.00t--1cheep--1e /1.e0/1.[JanMatie van de /1.echt~ke macht p}_aat.--1. De --1chepenbanken w<V?..den opg,eheven, en, af-hankelij,k van het .-100/1.t delict, w<V?..d men v<V?..00/1.deud doo/1. het Hof- van A--1--1M--1en, de 'Rechtbank van é<V?..'1te A~e9 ofhet V/1.ede9V?..echt. De3e '1iluati.e 3ou 25 j,aa/1. be--1taan. Jn 1838 kwam Vl.. wed<V?..om een vV1..and<V?..in9. De d/1.ie 9enoemde /1.echtbanken w<V?..den opg,eheven en v<V?..van9en doo/1. /1.e--1pecti.evUij_k het ÇV?..echt--1hof-, de A/1./1.ond,i_,j--1ement.-1/1.echtbank en het Kanton9V?..echt. Tiny 3a_J_ de3e avond een b)_oemJ.eJi...n9 9even van eni9e dui.cten, die Bo--1--1chena/1.en in de e<V?..'1te he)_f-t van de 19e eeuw be[Ji...n9en, en waa/1.V00/1. 3-iJ, a)_ of- niet doo/1. de of-f-,i_cië)_e /1.echte/1.lij,ke in--1tantie--1, ve/l.oo/1.deud w<V?..den. Daa/1.bij_ 3u}_)_en ook de bevoe9dheden van de in 1811 ont--1tane /1.echtbanken te/l. --1p/1.ake komen.
============================================================================================== NIEUWE PUBLIKATIE, verkrijgbaar in het Kringhuis. " SINT-CORNELIUS IN BOKHOVEN. 150 JAAR BEDEVAART, 1839-1989". Peter-Jan van der Heyden (medewerker van het Bossche Stadsarchief) en dr. Kees van den Oord (historicus en leraar geschiedenis aan het Rodenborchcollege te Rosmalen) hebben in opdracht van het kerkbestuur van Bokhoven de geschiedenis van 150 jaar bedevaart naar St.-Cornelius in Bokhoven te boek gesteld. Het is een aantrekkelijk, vlot geschreven en fraai geïllustreerd boekje geworden. De auteurq schenken ruim aandacht aan de organisatie van de bedevaart en van de processie in het bijzonder. Interessant is te lezen, hoe het batig slot (=het positief saldo) van de bedevaart, dat jaarlijks overbleef, door de pastoor van Bokhoven geïnvesteerd werd in de verfraaiing van de kerk, in de bouw van een openluchtkapel of in de oprichting van een eigen kerkelijke fanfare. Aan de hand van de vele bewaard gebleven unieke foto's kan men vaststellen dat de bedevaart naar Bokhoven tijdens de jaren twintig en dertig haar hoogtepunt beleefde. Het aantal leden van de broederschap van St.-Cornelius van Bokhoven bedroeg tijdens het eeuwfeest in 1939 om en nabij de 20.000. Over heel Nederland verspreid waren er niet minder dan 63 onderafdelingen. Een plaatselijke broedermeester of zelatrice inde de lidmaatschapsgelden en droeg die na de speciale broederschapsmis in oktober aan de pastoor af. Iedere plaats had een vaste dag om ter bedevaart naar Bokhoven te gaan. De.pelgrims kwamen meestal groepsgewijs te voet, per salon-boot of met paard en kar (later autobus). Velen gingen overigens nooit alleen om te bidden en te zingen voor St.-Cornelius. Ze maakten er een gezellig dagje uit - 56 -
van: trokken naar Trui de waarzegster ("de heks van Bokhoven"), gingen bootje varen op de Maasof knepen er tussen uit en bezochten de Bossche kermis, die deels samenviel met de Bokhovense bedevaart. Ook de naoorlogse periode komt uitgebreid in het boekje aan de orde. De bedevaart naar St.-Cornelius van Bokhoven bleef tijdens de jaren vijftig druk bezocht. Halverwege de jaren zestig verdween echter de animo bij de broedermeesters en zelatricen, die geen opvolgers meer in hun eigen dorp konden vinden. De organisatie van de broederschap begon steeds meer te vervallen. De heiligen devalueerden en de gevreesde kinderstuipen kwamen dank zij de vooruitgang in de medische wetenschap minder voor. De georganiseerde bedevaart naar Bokhoven verdween. De processie werd in 1967 afgeschaft en later volgde de opheffing van de broederschap. Ondanks deze veranderingen is de bedevaart toch blijven voortbestaan. Enkele duizenden pelgrims en toeristen trekken nog altijd jaarlijks in september naar Bokhoven. Een unieke belevenis is dat bij goed weer in de pastorietuin, te midden van appelbomen en bloeiende struiken gezongen eucharistievieringen worden gehouden. Men komt in Bokhoven op verhaal en tot bezinning en rust. Zo "geneest" het hondervijftig jaar oude bedevaartsoord van St.-Cornelius de "zenuwziekten" van de moderne pelgrim.
Deze uitgave kost
f 15,00.
-
n
- 57 -
Er mag aangenomen worden, dat in de romeinse tijd al mensen hebben gewoond op en nabij de huidige Hooge Steenweg. Er is nl. bij opgravingen een romeinse voorraadp ot - een dolium- gevonden uit de tweede eeuw. En bij latere onderzoekingen is gebleken, dat die pot echt door de bewoners uit die tijd is gebruikt. Hoe was het nu mogelijk, dat daar al zo vroeg mensen gewoond hebben? Het mag worden aangenomen, dat de nederzetting het tracĂŠ heeft gevolgd van de naar he t noorden afbuigende en lanzamerhand dalende zandrug, de huidige Hooge Steenweg en het begin van de Orthenstraat. Er is nogal wat bekend over het akkerkomplex, dat bij de nederzetting heeft gehoord en waarvan talrijke sporen ZlJn teruggevonden op de flanken van de zandrug ten noordwesten van de markt en ten oosten van de Orthenstraat, waar het geleidelijk afliep naar het beekdal van de Aa. Waarschijnlijk weet U, dat Hertog hendrik rond 1185 diezelfde hoge zanddonk heeft gebruikt om de stad in het Noorden van zijn rijk te stichten. Hij had een aardig jachtslot of iets dergelijks in Orthen en kwam hier geregeld jagen. Die eerste stad besloeg een ruime driehoek rond de Markt. En de weg naar Orthen was een van de drie straten, die op de Markt uitkwamen. En vanaf het Aa-dal omhoog kijkend naar de stad werd het eerste gedeelte al gauw de Hooge Steenweg genoemd. Ook nu is een en ander nog duidelijk waar te nemen. Loop maar eens de Scheidingstraat - tussen Van Beek en Schellekens en de modezaak Suisse- in en U ziet dan dat de weg duidelijk naar beneden loopt. Het gedeelte van de Orthensedijk vanaf de Scheidingstraat tot de Ruische Poort heette dus Hooge Steenweg en het tweede gedeelte tot het Bokhovenstraatje Orthenstraat en van daaraf Ortheneind. De huizen die men toen bouwde waren veelal van hout en met stro bedekt. Rond 1350 gaat men denken aan een forse uitbreiding van de stad. Op 30 september 1352 is de uitleg zover gevorderd, dat de oude stadsmuur tussen de Orthen- en de Vughterpoort geen dienst meer doet. Acht poorters krijgen tegen betaling toestemming om er huizen tegenaan te bouwen. Opvallend is het, dat het stenen huizen moeten zijn voorzien van dakpannen. Op 30 april 1419 is er een grote stadsbrand vanaf Hinthamereinde. Het grootste gedeelte daarvan, de Hinthamerstraat en een deel van de Markt gaan in vlammen op. Dat niet alleen, maar ook hebben 112 mensen het leven verloren bij deze brand. Op de Hooge Steenweg stond een huis, de Zwarte Hond genoemd. In de kronieken wordt vermeld,dat de brand bij dat huis ophield. Een tweede grote stadsbrand in 1463 ontstond in de Verwersstraat in het huis De Grote Ketel. Ook nu werd de Hooge Steenweg gespaard .. Wel verbood daarna het stadsbestuur de bouw van huizen met daken van riet en stro. Van de bestaande huizen moesten binnen tien jaar het riet of stro vervangen z1Jn door leien of tegels. Ter aanmoediging wordt er een premie opgezet: voor iedere roede lei 40 stuivers en voor iedere roede tegels 24 stuivers. Men zou dit nu subsidie noemen. Om deze premie te bekostigen werden de accijnzen op bier, wijn en medeverhoogd. Dus ook hier niets nieuws onder de zon. Zover ik heb kunnen nagaan zijn er aan de Hooge Steenweg nooit kloosters, kerken of openbare gebouwen geweest. Is het meer een handelscentrum geweest met zeer bekende winkels en banken? Zou dit komen door de nabijheid van de haven en later het station?
- 58 -
t
•
Ik heb U al verteld, dat bij het huis de Zwarte Hand de stadsbrand van 1419 ophield. In het daarnaast gelegen huis "de Gapert" heeft in 1693 een kind gewoond, dat zo'n groot hoofd had, waarschijnlijk een waterhoofd, dat voor zijn eerste muts vijf vierendeel stof nodig was. "Noyt is dergelijk gesien" staat in de kronieken. Als U nu ook nog weet, dat het straatje dat nu Scheidingstraat heet vroeger het Gaperstraatje heette, dan weet u ook waar dat huis stond. Wie van U kent nog de Lohengrin, gesitueerden in de stad. Het lag hebben de Duitsers het gevorderd eind van de bevrijding is het in
)
een etablissement voor de iets beter aan het begin van de Hooge Steenweg;, In de oorlog en namen als dank o.a. al het zilver mee. Op het brand geschoten en later daar niet meer opgebouwd.
Wie van U is niet bij Van Miert eens binnen geweest voor een ons spijkers of iets dergelijks? Wat was dat een zalige winkel met zijn talloze bruine laadjes waar aan de voorkant het artikeltje bevestigd was. In het Binnenhuisje kon je vóór en ook nog in de oorlog al mooie dingetjes kopen. Toen vader Van Rosmalen (van Borzo) uit de Verwersstraat een zaak zocht in het centrum- om vandaaruit de eventuele kopers naar de Verwersstraat te verwijzen, viel zijn oog én zijn hart op dit pand. Toen werd het dus het Binnenhuisje zoals het nu nog is. Weet U trouwens, dat Hakkie van Rosmalen hier geboren is als een van de jongste kinderen? Hij heeft o.a. de nieuwe beelden voor de kerststal in de St. Jan gemaakt en zijn vrouw de kleren. Een ander beroemde Bosschenaar, die op de Hooge Steenweg is geboren, is Gerard Abrahamsz van Houwelingen, alias Lekkerbeetjen. Hij is geboren in het huis "De Gulden Zon". Deze Lekkerbeetjen is beroemd geworden om het ruitergevecht, dat op de Vughterheide heeft plaatsgevonden rond 1600. Lekkerbeetjes was dus een Bosschenaar. Ondanks de snelle dood van Van Houwelingen hebben de Bosschenaren toch overwonnen. Ze namen de Franse ritmeester Breauté gevangen en hebben hem later gedood toen ze hoorden van de dood van Lekkerbeetjen. De Slag op de Vughterheide is vele malen geschilderd of op gravures uitgebeeld. In het Bossche stadhuis hangt een heel bekend schilderij van deze slag. Het huis Rome is rond 1650 een soort schuilkerk. Jan Joosten van Veghel krijgt een boete van 300 gld wegens "ene verbodene ende onbehoirlijcke vergadering gehouden soude wesen". Huis de Roos of de Pijnappel. Het laatste huis op de hoek van de Hooge Steenweg-Ruysche Poort. Nu Van Lanschot. Al eerder in 1870 kocht Fried van Lanschot het pand de Roos no.29. In 1879 koopt hij de Zijde Spek en in 1946 de Pijnappel. Architect Valk restaureert het.
)
" " " ko~r~ u f
t
- 59 -
t
Aktiulteiten derden. De Bossche Carnavalsvereniging "de Tierelantijnen" gaat, met medewerking van het Brabants Museum, op 10 september 1989 een speurwandeltocht organiseren door de Bossche bi.nnenstad. Belangstellenden kunnen hiervoor inschrijven ad. f 5,00 per persoon. Bij het inschrijfgeld is inbegrepen: een bezoek aan het Brabants Museum en een consumptiebon. Bovendien ontvangt iedere deelnemer die de wandeltocht foutloos heeft afgelegd, een fraaie oorkonde. Inschrijven bij cafĂŠ De Unie aan het Kardinaal van Rossumplein en kunt dan gelijk aan de speurtocht beginnen, en wel vanaf 11.00 uur. Sluiting inschrijving 15.00 uur. NOORDBRABANTS MUSEUM 2 september t/m 24 oktober
Maarten Beks: Reis naar Itali~ in gezelschap van Goethe (tekeningen en gouaches)
9 september t/ m 29 oktober
Foto in omslag. Het Nederlandse documentaire fotoboek na 1945.
8 september t/m 22 oktober
Kunst rond 1900. een selectie uit de collectie van het Drents Museum te Assen.
MUSEUM SLAGER: de tentoonstelling "Een Zomerboeket" is verlengd tot en met 10 september (zie ook het vorig Kring-Nieuws). 8 september
Fireworks, openluchtconcert Brabants Orkest met vuurwerk op De Pettelaarse Schans
8 t/m 10 sept.
Brabant Perspectief in De Brabanthallen.
10 september
Den Bosch popwerk op de Markt, Kerkstraat.
8 t/m 10 sept.
Drie Dagen Muntelen, Kapelaan KoopmanspleinLvan Lanschotlaan
15 t/m 17 sept.
Den Bosch Maritiem
17 september
Internationaal Loopgala 1989
24 september
Den Bosch Fashion '89
29 sept.t/m 1 ok Antiekbeurs in Brabanthallen. 30 september
3e Nationale Vleesveetentoonstelling in de Brabanthallen.
1 oktober
Nationale Kampioenschappen Drumbands en Majorettes in Maaspoort
Over al deze activiteiten kunt U uitgebreid informatie verkrijgen in het Kringhuis. Vaak zijn er ook speciale folders verkrijgbaar!!!!!!
- 60 -