UITGAVE VAN
KRING
"VRIENDEN
VAN
's-HERTOGENBOSCH"
JAARGANG
22
-
NUMMER
l
-
JANUARI
1996
UITNODIGING Besturen van de vereniging Kring "Vrienden van' s-Hertogenbosch" en van de Stichting Binnendieze nodigen leden, donateurs en belangstellenden van harte uit voor de
VAN DE REDACTI,E
Nieuwjaarsreceptie
1,8
zondag 7 januari 1996
• AGENDA
•
Tussen 15.oo en 17.oo uur bent u van harte welkom in het Kringhuis. Langs deze weg al vast onze beste wensen voor 1996. Namens beide besturen: H. Kurvers, voorzitter F. Peters, secretaris Kring P. v.d.Heuvel, secretaris Stichting Binnendieze
VAN DE BESTUURSTAFEL 2
STICHTING GASTHEERSCHAP 1.0.
Ere wie ere toekomt ... ! Hein Bergé is onderscheiden met de Stadspenning van de gemeente 's-Hertogenbosch. Op de nieuwjaarsreceptie in het Kringhuis zal er gelegenheid zijn hem te feliciteren! Een goede gelegenheid om hem tevens te feliciteren met zijn aanstaande tachtigste verjaardag.
5
• STICHTING BINNENDIEZE
6 • BOSSCHE HISTORIE
12
• VAN DE WERKGROEPEN 19
• MOETIE NOU TOCH'S ,KfJKE
20
VAN DE REDACTIE Stap in de goede richting (26) Voor U ligt een Kring-Nieuws met een nieuwe layout. Deze stap in de goede richting vonden wij een mooi begin aan het begin van het voorzitterschap van Ati Linders. Zij zal voorlopig voor drie jaar het voorzitterschap, bij de redactie gaan vervullen. Jan Bruijstens heeft met ingang van 1 januari 1996 het voorzitterschap neergelegd. Hij zal zijn werk aan de technische kant van de vervaardigingvan het Kring-Nieuws voorlopig nog blijven vervullen. Dit omdat zich tot op heden nog niemand aangemeld heeft die zijn plaats in wil nemen. Dus wie heeft er zin en uiteraard verstand van het opmaken van een tijdschrift?
Bossche Historie, met een artikelreeks van J. van Roosmalen. Daarin kunt U lezen hoe men in onze stad af en toe de postwet met voeten trad.
Buiten de nieuwe layout wordt er ook een begin gemaakt, in de rubriek
Veel leesplezier Atilinders
Verdervragen wij Uw aandacht voor een paar onderzoeken, die zeker een interessant resultaat zullen hebben. Enige gebeurtenissen van het jaar 1995 passeren in dit Kring-Nieuws de
revue. Kortom het is alleszins de moeite waard dit Kring-Nieuws in één adem uit te lezen.
AGENDA • VAN DE BESTUURSTAFEL
AGENDA Nieuwjaarsreceptie Kringhuis 15.00-17.oouur Lezing "De wooncultuur in de stad's-Hertogenbosch" - Stadsarchief- 20.00 uur.
Data en bijzonderheden van onderstaande activiteiten elders in dit Kring-Nieuws: Zwanenbroedershuis, Stadhuis, Citadel/Rijksarchief, Vaartochten Binnendieze en Bosch Culinair Wandelen.
VAN DE BESTUURSTAFEL Mededelingen Contributie 1996 In december ontving U de acceptgiro voor het jaar 1996. U doet ons een groot plezier als U zo snel mogelijk het bedrag overmaakt. Voor alle duidelijkheid: het minimum bedraagrf 25.- per jaar. Een hoger bedragis zeer welkom! Uw lidmaatschapskaart zal U direct na ontvangst van de contributie worden toegezonden.
Bestuursfunctie Zowel in de vereniging als bij de Stichting Gastheerschap i.o. zijn vrijwillig(st)ers met interesse voor functies welkom. Hetgaatnietalleenombestuursfuncties.Ookhetlustrum 1998 vraagr om een tijdige voorbereiding; Iets voor U? Aanmeldingen bij Hein Kurvers, p/a Ktinghuis.
Concierge Kringhuis De heer Henk Janssen heeft zich voor de vrijwilligersfunctie van concierge Kringhuis beschikbaar gesteld. Hij is geboren in' s-Hertogenbosch; na vele jaren elders te hebben doorgebracht is hij weer terug in zijn geboortestad. Per l januari 1996 begint hij officieel met zijn werk.
Lezingen Lezing 'wooncultuur' Op maandag 4 maart 1996 zal de heer drs. Aart Vos, medewerker van het Stadsarchief, een lezing verzorgen over de wooncultuur in de stad's-Hertogenbosch. Deze lezing vindt plaats in het Stadsarchief aan de Bloemenkamp te' s-Hertogenbosch en begint om 20.00 uur. Bij het perse gaan van dit Kring-Nieuwsnummer is er nog weinig bekend over de inhoud van deze lezing, maar met de keuze van deze inleider kunt u verzekerd zijn van een zeer boeiende en interessante inleiding. Noteer deze datum derhalve in uw agenda.
Oproep Wie wil Torengids worden Welke leden van de Kring "Vrienden van 's-Hertogenbosch" hebben interesse om opgeleid te worden tot gids in de toren van de Sint-Jan. Een leuke hobby en echt niet zo zwaar als de meeste mensen wel denken. Het zijn zes verdiepingen waar de gids steeds zijn verhaal verteldaandeaanwezigen, waardoor er steeds een pau-
2
ze in de beklimming komt. Heel wat mensen denken, och het is maar een bakstenen toren wat valt daar nou over te vertellen maar als je de geschiedenis en de achtergronden weet dan is er heel veel over te vertellen en plezierig om te doen. Wij als gidsen vinden het fijn datdeSint-Janstorenafwijktvan de kerk want daardoor kunnen we een goed verhaal brengen. In de toren is ook veel van de geschiedenis waar te nemen. Op de expositieruimte kan men aan de hand van foto's en oud materiaal een goed beeld krijgen van deze toren. Op een andere verdieping het oude uurwerk dat zo grt s als een slaapkamer, met er naast de speeltrommel met een doorsnee van 152 cm en een lengre van 210 cm en 16000 gaatjes. Op de verdieping daarboven de luidklokken, al deze klokken hebben namen zoals de N oteman uit 1642 met een doorsnee van 210 cm en een gewicht van bijna 6000 kg. Daarna krijgen we het carillon, met een mooiere naam de beiaard, die officieel in gebruik is genomen met het tweede beiaardcongres in 1925. Al deze klokken zijn in de Tweede Wereldoorlog niet gevorderd door de Duitsers en zijn blijven hangen, dat is ook weer geschiedenis. Het hoogste waar we mogen komen is de zesde verdieping, de torenspits of torenhelm waar we naast de wijzerplaten naar buiten kunnen en mogen, hier kunnen we bij gunstig weer zeer ver weg kijken. Hierboven kunnen we de stratenloop van de stad zien maar ook de markante gebouwen waar dan ook weer veel over te vertellen valt. Geefje op, doe hetll Ik denk bijvoorbeeld aan afgestudeerde Boschlogei. misschien toch iets met hun kennis willen gaan doen, maar natuurlijk zijn andere leden ook van harte welkom, schroom niet, doe hetll! Voor meer informatie Jo Hendriks, telefoon(o73)6213127
Onderzoek Hoe beleven wij cultuur-historische objecten? Gelukkig bestaan er nog veel cultuur-historisch objecten, ook in onze stad en omgeving: of wij nu denken aan de SintJan of aan het Kruithuis of aan de stadswallen, de Binnen dieze ofaan de Leuvense Poort: hetzijnallemaal cultuur-historische objecten. Maar ook buiten de stad bestaan cultuurhistorische objecten: ik noem bijvoorbeeld de Moerputten, de Wamberg, de IJzeren Man ofde Tempel van Empel. Al deze cultuur-historische objecten, zowel van stad als van land, kunnen onder het begrip landschap vallen in de meest wij de
VAN DE BESTUURSTAFEL
betekenis. (d.i. zowel het onbebouwde alsook het bebouwde land.) Het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij heeft delaatste jaren bijzondere aandacht voor hetlandschap en heeft daarvoor meerdere studies laten verrichten. Thans is een studie voltooid betreffende het waarnemen en het waarderen van cultuur-historische objecten. Vervolgens is een andere onderzoeker, een omgevingspsycholoog, met in de hand dit theorieverhaal over het waarnemen, nagegaan hoe de mensen de cultuur-historische objecten waarderen; hoe ze deze beleven: een belevingsonderzoek. Dit is gebeurd in de vorm van een aantal indringende en uitvoerige interviews met in de hand een groot aantal foto's van cultuur-historische objecten. Het proefgebied voor dit onderzoek was 's-Hertogenbosch en omgeving. Uitdrukkelijk is medewerking verleend door de afdelingen Bouwhistorie, Archeologie en Stadsarchief van onze stad. Ook het Stadsgewest verleende medewerking. De Kring Vrienden is eveneens uitdrukkelijk betrokken bij deze onderzoeken van het Ministerie; ondergetekende is namens de Kring voorzitter van de Begeleidingscommissie van dit onderzoek. Een cultuur-historisch object moet op de eerste plaats mooi zijn: het moet een gevoel geven van schoonheid. Dit is, volgens het onderzoek, de voornaamste eis, die men stelt aan het waarderen van een dergelijk object. Een tweede belangrijke eis is: Men moet kennis hebben over het object: informatie, kennis: "ik vind het object boeiend, omdat het het verleden aanschouwelijk maakt". Behalve het mooi zijn en de kennis van het verleden, komt er nog een derde belangrijk element kijken bij het beleven van cultuur-historische objecten: de binding, die men er mee heeft; dit geldt ook voor jeugdherinneringen: "de Sint-Jan, daar heb ik nog mijn eerste communie gedaan"; maar ook: "oude gebouwen versterken het wij-gevoel". Dus drie elementen in het waarderen zijn het belangrijkst: - schoonheid - informatie -binding. Natuurlijk komt nog een heleboel andere aspecten kijken bij het waarderen, zoals de eenheid van het object, het gebruik ervan, de ruimtelijke ligging, de natuurlijke wijze waarop het tot stand is gekomen (vooral bij landschappen), en uiterlijke kenmerken als kleur en materiaalgebruik. Maar de drie eerstgenoemde elementen blijken de voornaamste te zijn. Ik kom nog even terug op de eerste, belangrijke eis: het cultuur-historisch object moet mooi zijn: dus de schoonheid. De onderzoeker gaat een stap verder: hij zegt: het cultuur-historische object moet vooral" esthetische kwaliteit bezitten en dat is meer dan alleen schoonheid: het omvat bovendien nog drie andere eisen: het cultuur-historische object moet zo compleet mogelijk zijn, het moet ook uniek zijn, en het moet er nog degelijk uitzien ook (onderhouden en verzorgd). Ik vat het nog even samen:
een cultuur-historisch object wordt hoger gewaardeerd, naargelang het: i. mooi is: schoonheid met daarbij: compleet, uniek en degelijk 2. meer erover bekend is: informatie 3. een bepaalde binding met me heeft. Voor ons is het meest interessant tot welke aanbevelingen voor het beleid dit onderzoek komt. Om deze aanbevelingen goed te begrijpen was bovengegeven samenvatting noodzakelijk. De beleidsaanbevelingen: 1. Laten de politici bij hun besluitvorming zich goed voorlichten, wanneer het gaat om beslissingen betreffende cultuur-historische objecten: cultuur-historische objecten zijn een erfgoed voor iedereen en wat je eenmaal kwijt bent, krijg je nooit meer terug. Betrek bij de besluitvorming uitdrukkelijk de omwonenden en ook experts. Bij deze experts wordt dan minder gedacht aan architecten en andere vormgevers, maar vooral aan historici en bouwkundigen, die meer kennis hebben van technische zaken en de daarbij behorende kosten. 2 . Bewaarwatjehebten beheerdatzo goed mogelijk. Tot een goed beheer behoort ook: een passende bestemming geven aan het object. Het cultuur-historisch object moet een functie vervullen, wantdatverhoogtdeduurzaamheid van het object. Bij eventuele verandering van functie wordt als belangrijkste eis gesteld dat de oorspronkelijke vorm in tact blijft. Een mooi voorbeeld van dit laatste is het Rijksarchiefin de Citadel. Dus: stel regels en beperkende voorwaarden op bij aanpassingen van cultuur-historische objecten bij het bestemmen. De herbestemming moet zich ook voegen naar de gebruikelijke norm (d.i. ethisch verantwoord): "geen supermarkt in een kerk". 3. Geefzo veel mogelijk en op zo veel mogelijke manieren informatie. Dit is een algemene en dringende wens. Er moet zowel informatie gegeven worden dĂ t er iets is als wĂ t het lS.
Informatie over het cultuur-historisch object moet ook ter plaatse worden gegeven. Hier blijkt hoe belangrijk het is voor de cultuur-historie van onze stad, wat de Kring "Vrienden van' s-Hertogenbosch" doet in al haar geledingen: werkgroepen (informatie vergaren), toeristische activiteiten (informatie verstrekken), en pleiten bij instanties (meer gerichte informatie aandragen). 4. Houdt rekening met bestaande gevoelens van binding. Veel mensen voelen een sterke binding met hun directe woon- en leefomgeving. In een gebied, waarmee mensen zich verbonden voelen, blijken zij vaak bereid extra bij te dragen tot het behoud van het cultuur-historische object, zoals nu gebeurt bij kerken van Sint-Oedenrode en Helvoirt. Voor leden van onze Kring is deze binding een belangrijk motiefom zich in te zetten als actiefvrijwilliger. 5. Onderschat de betekenis van het cultuur-historisch object niet voor de beleving. Het rapport stelt: "Zij vormen ankerpunren in een snel veranderende maatschappij, zij helpen mensen wortels vormen in hun leefomgeving en
3
VAN DE BESTUURSTAFEL
bevorderen het identiteitsgevoel, individueel en collectief'. 6. Probeer de cultuur-historie objecten op te nemen in het dagelijkse leven. Geefze dus een functie, maar betrek daarbij dan wel de omgeving; het cultuur-historisch object moet in zijn omgeving passen (het Kruithuisl). De theoriepsycholoog, dr. Fr. Boselie, zegt dan ook: "het bereiken van eenheid (met de omgeving) is moeilijker dan het aanbrengen van verscheidenheid". 7. Bewaar meer dan alleen de experts waardevol vinden. Leken vinden veel meer oud en mooi dan experts. 8. Besteed net zoveel aandacht aan oude landschappen als aan oude gebouwen. De oude vormen van het landschap moeten herkenbaar blijven, niet alleen van gebouwen, maar ook van elementen zoals zandpaden, beken, houtwallen en reliĂŤfverschillen; zij moeten overigens niet alleen herkenbaarzijn, maar ook nog een functie hebben in het landschap. 9. Besteed veel aandacht aan onderhoud en verzorging van cultuur-historische objecten, inclusief hun omgeving. Onderhoud en verzorging zijn zeer belangtijk. Wat deze laatste aanbeveling betreft: het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij heeft onlangs een nieuw onderzoek gestart nl. naar het beheer, onderhoud en verzorging van cultuur-historische objecten. Ook hier is 's-Hertogenbosch en omgeving proefgebied; ook is de Kring weer op dezelfde wijze (voorzitterschap Begeleidingscommissie) betrokken bij dit onderzoek. De aanbevelingen van dit onderzoek liegen er niet om. Ook voor de Kring is kennis hiervan interessant. Vandaar dit artikel. Binnenkort zal het volledige rapport van dit onderzoek voor geĂŻnteresseerden ter inzage worden gelegd in het Kringhuis. Rapport: "De beleving van cultuur-historische objecten" door J.F. Coeterier. DLO-Staringcenttum, Wageningen 1995.
Er ligt nu op tafel een theorie-rapport over het waarnemen van cultuur-historische objecten, ook ligt er op tafel een verslag van een onderzoek betreffende het waarderen van cultuur-historische objecten (overigens is hierover nog niet het laatste woord gezegd). Het Ministerie overweegt, om hieraan nog een derde deel toe te voegen, nl. het aangeven van een methode, hoe de verschillende regio's in het land kunnen nagaan, of de thans gevonden conclusies ook gelden voor hun eigen regio(s), of welke regionale en lokale aanvullingen gegeven kunnen worden. Vincent Verberk
Vrijwilligers gevraagd voor een onderzoek naar kalenderfeesten in 's-Hertogenbosch ,Op initiatief van de Stichting Brabants Heem is met ingang van 1 februari 1994 aan de faculteit der Sociale Wetenschappen van de Katholieke Universiteit Brabant te Tilburg een bijzondere leerstoel Cultuur in Brabant in sociaal-wetenschappelijk en historisch perspectief, met inbegrip van de
4
volkscultuur, gevestigd. Benoemd tot hoogleraar is prof. dr. P. Nissen uit's-Hertogenbosch. In het kader van deze leerstoel zal onderwijs gegeven worden en onderzoek verricht en bevorderd worden naar culturele ontwikkelingen en uitingsvormen in Noord-Brabant. De nadruk ligt daarbij op de volkscultuur, de cultuur van alledag en alleman. In het historisch onderzoek naar de cultuur van alledag heeft de studie van feesten en feestgebruiken steeds een belangrijke plaats ingenomen. Feestenzijn juist een onderbreking van hetleven van alledag: het gewone maakt plaats voor het ongewone. Mensen doen tijdens een feest dingen die ze niet iedere dag doen, dragen vaak kleding die ze niet altijd dragen, eten gerechten die ze niet elke dag eten, en drukken zich uit (bijvoorbeeld in voordracht, lied, muziek en toneel) op een niet alledaagse wijze. Tegelijk wordt in feesten op ongewone wijze vaak iets van het gewone leven uitgedrukt. Dat geldt nog in sterkere mate wanneer het gaat om jaarlijks terugkerende feesten, de zogenaamde kalenderfeesten: Kerstmis en Pasen, Carnaval en Kermis, Nieuwjaar en K"ninginnedag, Meifeesten en Oogstfeesten, Driekoningen ) Sinterklaas, Sint-Mathijs en Sint-Thomas, Sint-Maarten en Sint-Jan, vastenavond en halfvasten. Juist doordat ze ieder jaar opnieuw gevierd worden, worden ze toch min of meer onderdeel van het gewone leven. Feesten wijken dus af van het alledaagse leven maar versterken tegelijk ook dat alledaagse leven. Vaak willen groepen mensen als ze feestvieren bepaalde door hen gekoesterde waarden inzake het leven en samenleven uitdrukken ofversterken. Het onderzoek naar feestcultuur leent zich bij uitstek voor een studie naar veranderingen in vormgeving en tegelijk voor een studie naar veranderingen in functie en betekenis van gebruiken. Het is dus tegelijkertijd een studie naar veranderingen in cultuur en mentaliteit. Verschillende heemkundige kringen in Noord-Brabant zijn gevraagd om in hun eigen plaats detailstudies te verrichten naar de ontwikkelingen van kalenderfeesten. Deze kunnen vervolgens met elkaar worden vergeleken en zo kan verantwoord historisch en volkskundig overzicht van ) feestcultuur in Noord-Brabant worden opgebouwd.
r"
Ook de Kring'Vrienden van' s-Hertogenbosch' wil aan dit onderzoek graag haar medewerking verlenen. Omdat 's-Hertogenbosch in de geschiedenis van Noord-Brabanteen belangrijke rol speelt, en omdat hier veel informatie over de geschiedenis opgeslagen ligt is een onderzoek over feestcultuur in's-Hertogenbosch een studie op zich. Daarom willen we dit onderzoek niet alleen beschouwen als een onderdeel van het brabantse onderzoek, maar willen we metde gevonden gegevens zelfeen aantal activiteiten ontplooien. Hierbij kun je denken aan het schrijven van artikelen in het Kring-Nieuws ofin de lokale bladen, iets doen met de BLOS, ofeventueel het uitgeven van een boekje. Wat is nu het plan voor het onderzoek in 's-Hertogenbosch: Graag willen we met een aantal mensen een detailstudie verrichten naar de geschiedenis van de feestcultuur in
VAN DE BESTUURSTAFEL • STICHTING GASTHEERSCHAP 1.0 .
's-Hertogenbosch. De vrijwilliger zal zich in beginsel verbinden voor een periode van een halfjaar (februari tot juli 1996). Na deze periode zal een evaluatie plaatsvinden en bestaat serieus de mogelijkheid dat het onderzoek een verdere doorgang vindt. In principe kan men uitgaan van een werkfrequentie van 2 ochtenden ofmiddagen in de week. In groepjes van ongeveer 3 personen zal er onderzoek gedaan worden door het verzamelen van gegevens uit archieven, kranten, boeken en andere documentatie. Het zoeken van de gegevens op zich lijkt misschien erg saai, maar de inhoud, datgene wat men vindt in de bronnen, is dat zeker niet. Zo kan men in de rekeningen van het Reinier van Arkel gegevens vinden over hetvieren van feest. De' dollen' in het Reinier van Arkel kregen met de kermis namelijk 'warme bollen'. Het eten van dezelekkemij door getroubleerden was voor de Bosschenaar weer een gelegenheid om dat schouwspel te gaan bekijken. De volgende vragen zijn bij het onderzoek van belang. - Wanneer vond/vindt het feest plaats: op welke dag van het jaar, sinds wanneer (indien te achterhalen is wanneer het feest voor het eerst gevierd werd) en tot wanneer (als het om een verdwenen feest gaat) - wie waren/zijn betrokken bij het feest (bepaalde beroepsgroepen, leeftijdscategorieën, sociale laag) en in welke rol? waar werd/wordt het feest gevierd: in welke ruimte of op welke locatie, werd deze voor het feest op een speciale wijze ingericht, aangekleed ofversierd? hoe werd/wordt het feest vorm gegeven: wat deden de feestvierders, wat gebeurde er, welke handelingen vonden er plaats endoorwie werden die verricht, hoe werd het feest voorbereid, hoe was men gekleed, kwamen er teksten, toespraken, liederen, toneel bij te pas, waren er speciale feestgerechten of dranken mee gemoeid, gebruikte men speciale voorwerpen in verband met het feest?
- valt er iets te achterhalen over de motieven van de feestvierders: welke functie vervulde het feest in de plaatselijke gemeenschap, is er een verschuiving in de betekenis die men toekent aan bijv. kerkelijkefeestenoffeesten rond natie en koningshuis. In eerste instantie zal in deze periode de geschiedenis van twee feesten onderzocht worden. Hierbij denken we aan Driekoningen ofSint-Jan (deze feesten werden in 's-Hertogenbosch uitgebreid gevierd) en aan oranjefeesten (in hoeverre vierde men in 's-Hertogenbosch deze feesten). Is er tijdens bovengenoemde periode tijd over dan kan het onderzoek uitgebreid worden naar meerdere feesten. Het onderzoek zal deskundig begeleid worden. Vanuit de Kring "Vrienden van 's-Hertogenbosch" wordt het onderzoek begeleid door mevrouw P. van der Elst (coördinator en contacrpersoon) en mevrouw K. de Bekker (inhoudelijke ondersteuning). Vanuit het Stadsarchief is Drs. A. Vos aanspreekpunt. Prof. dr. P. Nissen is de projectleider en zal regelmatig aanwezig zijn om antwoord te geven en bezig te zijn met ingewikkeldere zaken. Wij hebben er zin in om aan dit onderzoek te beginnen. Heeft u ook zin ofinteresse om aan dit onderzoek uw medewerking te verlenen, dan kuntu zich v66r 18 januari 1996 opgeven bij Petra van der Elst. Hier kunt u ook terecht voor nadere informatie. Petra is in principe te bereiken op de Binnendieze, Molenstraat 15a, telefoon 073-6120255. U kunt ook een briefje schrijven aan: Kring 'Vrienden van' s-Hertogenbosch' t.a.v. Petra van der Elst Postbus 1162 5200 BE' s-Hertogenbosch
STICHTING GASTHEERSCHAP 1.0. )
Inleiding Stichting Gastheerschap organiseert in de maanden januari en februari diverse cultuur-historische activiteiten, die zowel voor Bosschenaren als voor toeristen zeer interessant kunnen zijn. En al die activiteiten gaan door, ondanks eventuele slechte weersomstandigheden.
Citadel/Rijksarchief Op de zaterdagen 13 en 27 januari en op 10 en 24 februari vinden er rondleidingen plaats van ca. 1 uur door de Citadel/het Rijksarchief, Zuid Willemsvaart 2. Aanvang: telkens 11.00 uur. Kaartverkoop in het Kringhuis (dus NIET op de Citadel). Kosten: f 4,per persoon; kinderen t/m 12 jaar: f 2,per persoon. Ook kuntu hiervoor in het Kringhuis gratis kaartjes krijgen door
inlevering van de betreffende bon van uw lidmaatschapskaart 1995of1996.
Zwanenbroedershuis Gelegen aan de Hinthamerstraat 94. In principe zijn hier iedere vrijdag gratis rondleidingen. Telkens om 1i.oo, 12.15en 13.3ouur. Voorafaanmelden is nietnoodzakelijk. Het is wel verstandig vooraf het Kringhuis te bellen of e.e.a. doorgang kan vinden. Zo'n rondleiding duurt 1 uur.
daarom v66r 1i.00 uur aan te melden bij het Gemeentelijk Voorlichtingscentrum: 073-615 57 55. Daarnaast organiseert de Stichting i.o. op zaterdagmiddag om 14.30 uur een rondleiding. Tarieff 4,- p. p.; kinderen t/m 12 jaar f 2,-. Aanmelden en kaartverkoop in het Kringhuis: 073 - 613 50 98. Ook bij zeer minimale belangstelling gaan deze rondleidingen door.
Vaartochten Binnendieze Stadhuis Op verzoek van ons Gemeentebestuur organiseert de Stichting i.o. op donderdagavondom 19.oouureengratis rondleiding van ca. 1 uur. Deze rondleidingen vinden echter uitsluitend plaats bij voldoende deelname (minimaal 5 personen). U dient zich
Eind april 1996 starten weer de vaartochten op de Binnendieze. Met ingang van 2 januari kunnen hiervoor reserveringen en boekingen worden gedaan in het Diezehuis. Tot die datum zijn aanvragen dus niet mogelijk: het heeft ook geen zin hierover naar het Kringhuis te bellen!
5
STICHTING GASTHEERSC HAP 1.0. • STICHTING BINNENDIEZE
Groepsactiviteiten
Nieuwe vrijwilligers
Op verzoek organiseert de Stichting i.o. ook allerlei activiteiten voor gezelschappen (groot en klein) op elke gedatum en tijdstip. wenste Stadswandelingen, rondleidingen door het stadhuis, de Citadel, het Zwanenbroedershuis, de Sint-Janstoren, museum De Bouwloods, de Sint-Jan, enz. Aanvragen dienen uiterlijk 3 weken tevoren in het Kringhuis te worden ingediend. Alle informatie (ook over de nieuwe tarieven, arrangementen met lunches, e.d.) in het Kringhuis.
Voor het nieuwe seizoen staan vele extra activiteiten rondom de Sint-Janstoren op het programma. Hiervoor zijn nog nieuwe torengidsen nodig. Op korte termijn start dan ook weer een opleiding tot torengids. Meer informatie hierover staat op een speciale folder over objectgidsen, die in het Ktinghuis kan worden afgehaald. Hierin staat alle informatie over de betrokken objecten en de opleiding hiervoor. Aanmeldingen hiervoor dienen uiterlijk 14januari binnen te zijn in het Kringhuis ofvia de
postbus. (zie ook de oproep van de torencoĂśrdinator J. Hendriks elders in dit Kring-Nieuws).
Bosch Culinair Wandelen Ook in r996 verleent de Stichting i.o. haar medewerking aan de Culinaire wandelingen. Bij het ter perse gaan van dit Kring-Nieuws waren de juiste data nog niet bekend. Informatie via 073 -621 67 57-
STICHTING BINNENDIEZE Diezehuismedewerkers m/vgezocht Voor de uitbreiding van het eam diezehuismedewerkers is de Stichting Binnendieze nog op zoek naar enkele vrijwilligers voor kaartverkoop en reserveringen. Naast affiniteit met de toeristisch sector, een dosis enthousiasme en stressbestendigheid, verdient het de voorkeur als U enige kennis hebt van de computer of bereid bent deze kennis te verwerven. Heeft U interesse en bent U minimaal twee dagdelen per week beschikbaar, dan kunt U schrijven naar: Stichting Binnendieze t.a.v. Lian Duif, hoofd publiekszaken Postbus 1162 5200 BE 's-Hertogenbosch
Diderom In het kader van het 10-jarig bestaan van de Stichting Binnendieze zijn er gedurende het afgelopen vaarseizoen enkele bijzondere vaartochten georganiseerd onder de naam Diderom. De doelstelling van deze thematische vaartochten was de kinderen van groep 8 van de Bossche basisscholen op een speelse manier kennis te laten maken met dit stukje cultuur histotische binnenstad. Het gehele project werd gedragen door zo'n 50 vrijwilligers. De samenstellers van de lesbrief, de figuranten, schippers, het produktieteam, de mensen van de techniek. HetSchuttersgilde 'de Oude Schuts', de Jeroen Bosch verkennersband. Al deze mensen hebben het mogelijk gemaakt dat zo'n 600 kinderen en een kleine 300 volwassenen hebben kunnen genieten van dit spek-
6
takel. De tekeningen en verhalen van de kinderen getuigen van hun enthousiasme. Een kleine selectie uit deze kunstwerkjes tezamen met enkele foto's is te zien tot begin januari 1996 in de etalage van Vroom en Dreesman in de Minderbroedersstraat. Diderom, een dramatische liefdesgeschiedenis, een spookverhaal.." De onderstaande verhalen van enkele kinderen geven een impressie van het gebeuren op de Binnendieze. LianDuif
Spoken zie je niet die hoor je alleen maar....... . We mochten er niet voor half acht zijn, toen mochten we naar binnen. We moesten een trap op naar boven en gingen een zaal in waar toneel werd gespeeld. Het toneelstuk ging over spoken. Er was eens een huis en in dat huis woonden mensen, het was een heel oud huis. In de krant stond dat het in dat huis spookte en dat was ook zo. Die mensen zaten in de huiskamer maar daar waren ook spoken. Annabel was een meisje, verder had je de moeder van Annabel, de vader van Annabel en Leonardo enDiderom. Diderom was een minstreel en Leonardo een nar, samen dus 5 spoken. Die spoken zaten mee aan tafel maar eigenlijk zag je ze dus niet terwijl de twee mensen de krant zaten te lezen. Opeens begon iemand te zingen. De twee mensen zeiden tegen elkaar heb je de radio harder gezet maar de radio stond niet aan.
De mensen gingen naar bed en de twee spoken gingen ook, maar Annabel kwam weer terug naar de huiskamer en Diderom ook. Diderom was verliefd, _ ) Annabel enAnnabel was ook verliefd op Diderom. Opeens kwam de vader van Annabel de huiskamer binnen gevlogen en Diderom werd meegenomen door de vader van Annabel. Diderom werd vermoord en zijn lijk werd in de Dieze gegooid. Annabel was weggevlogen en in het huis werden de twee mensen wakker van het lawaai. Toen moesten we meekomen en stapten we in bootjes, in ons bootje stapte ook de moeder van Annabel; die wou ook mee met de spooktocht. We hadden een klein eindje gevaren en werden gekontroleerd door de Diezewacht. Alles ging goed, we hadden een stukje gevaren onder de huizen en we stc... ten voor een Mariabeeld voor de moeder van Annabel. Toen we daarna verder voeren vielen de motoren uit, dus moesten we punteren. Toen riep de moeder van Annabel naar Diderom want we hoorde iemand zmgen. Het was echter Leonardo die zat te zmgen, Toen vaarden we door de Verwerstroom, waar mensen lakens aan het wassen en drogen waren en toen kwamen we langs een gek die riep dat hij Diderom had gehoord. Op het laatst kwamen we bij een overdekte brugwaarbovenop Leonardo weer zat te zingen. Er kwamen nonnen
STICHTING BINNENDIEZE
de brug oplopen en de moeder van Annabel had zo het gevoel dat Annabel daar tussen liep en dat was ook zo. De moeder van Annabel zei Annabel ben jij dat en toen zei ze ja en toen kwam Diderom ergens uit de bosjes. Diderom en de moeder riepen tegelijk kom naar beneden.Annabel wou springen maar de nonnen trokken haar mee en toen kwam er heel veel misten deden de motors het ineens weer en vaarden we naar het eind. Marjolijn Bertrurns BJ Titus Brandsmaschool
Diderom en Annabel
)
14september zijn we met de bus naar Den Bosch geweest want om 18.00 u vertrok de boot. We gingen met de boot over de Binnendieze varen. Geen gewone tocht maar met toneel ertussen door. Voor we metde boot vertrokken kregen we een stukje van de voorstelling te zien in hetAmmecitiahuis. Het ging over de minstreel Diderom en het meisje van adel Annabel. De ouders van Annabel dachten dat het spookten in hun huis. Ze hadden de minstreel Diderom een slaapplaats geboden in ruil dat hij iedere avond een liedje zong. Hij zou maar een paar dagen blijven maar hij was er al meer dan 1 week. Dat kwam omdat hij een oogje had op Annabel. Toen Diderom en Annabel op een nacht beneden waren hoorden de ouders hun gestommel. Ze kwamen naar beneden en waren heel boos op Annabel omdat een meisje van adel niet met een minstreel kon trouwen. Ze waren zo verschrikkellijk boos dat de vader van Annabel
Diderom vermoordde en Annabel in het klooster gooide. Toen begon de vaartocht. De moeder van Annabel was in het zwart gekleed. Ze ging met een boot mee. Want ze wou Diderom en Annabel terug vinden. De vader ging niet mee. Hij had Diderom met stenen aan zijn lijf in de Dieze gegooid. Leonardo was de clown van het stel. Overal waar we doorheen vaarden was Leonardo. Hij riep de hele tijd "Ik heb hem gezien.... ik heb Diderom gezien!!" Heel onverwachts lachte hij dan. Best wel griezelig!! Aan het einde liep Annabel tussen de nonnen bovenop een bruggetje. Diderom kwam toen uit het water met allemaal planten op zich. Maar de nonnen namen Annabel weer mee terug het klooster in. Ze mocht niet meer weg. Eigenlijk liep het dus niet zo goed af. Alle mensen die mee deden waren heel mooi verkleed en maakten mooie muziek. Het was echt de moeite waard. Heel mooi gedaan. Groetjes Claudia vd Tier Kempenaarschool groep 8
Diderom We gingen binnen bij een gebouw. Er werd een leuk spannend toneelstuk gespeeld. Dat vond ik heel leuk. Dat ging over diederom, een minstreel die smoorverliefd was op Annabel. Haarvadervonddatverschrikkelijk, vermoord diederom, verzwaard hem met stenen en gooit hem in de Binnendieze. Wij stapten in de boot. De moeder van Annabel & de nar gingen mee op zoek naar Annabel - die in het klooster zat - en Diederom - die nu een geest was - om
hun bij elkaar te brengen. We gingen varen en onderweg zag je steeds de nar, die met een gemeen lachje verscheen. We kwamen een bijna brakende man tegen en muzikanten die trommelden en trompetterden; de poortwachters. Tot slot kwamen we bij 7 zingende nonnen, toen die uitgezongen waren zagen alle kinderen en de moeder van Annabel, dat één van de nonnen Annabel was. Diederom - die was nu een begroeide geest- zag je aan de anderekant verschijnen. Annabel wilde naar haar moeder toe, en omgekeerd. Ze stonden elkaar kapot te schreeuwen, maar niets hielp. de nonnen stuurde haar weg, arme Annabel. Toen voeren we terug, maar het was heel leuk. Van Marleen
De binnendieze Het was best wel saai op de binnedieze Als eerste moesten we in het herenhuis naar een toneelstuk kijken. Daarna liepen we door naar de boten en daar wou een lelijke non die te veel parfum op had meevaren. En die zat tijdens de vaartocht allemaal te roepen: "Diderom!" "Diderom!" "Annabel?'' En ook kwam er steeds een joker en die zei: "Vanavond, Vanavond!" En toen ik de kaarsjes uit zat te blazen sloeg de schipper mij voor m'n kop met de stok en toen moest ik naast de body guard gaan zitten. En de schipper zij alles heel lullig. Jeroen v Heugren
Aantekeningen uit het Gastenboek van de Tochten Binnendieze 1995 Op de balie van hetDiezehuis is een Gastenboek aanwezig, waarin passagiers hun ervaringen en indrukken over hun vaartocht kwijt kunnen. Van het Vaarjaar 1995 willen wij U enkele leuke en fijne aantekeningen niet onthouden. Het KVG Edam heeft genoten van de tocht over de Dieze. Het is de moeite waard om zuinig te zijn op deze grachten. - Indrukwekkend. Houwezo. Simone en Karin. - Good luck with your wonderfull work. B. &M. Davis, Texas USA
- Nooit geweten dat dit er was. K. en T. Verboven - Mijn moeder kreeg claustrofobie. Alleen toen we keerden. Maar ik vond het heeeeel leuk. Sofie, 8 jaar.
~)1 l1'l'~""'1"": rJ;·~: - Ik wist niet meer hoe de stilte'sprak'. Houden zo. Het was prachtig. Tessens Antwerpen.
- Pech gehad. Boten vol.
7
STICHTING BINNENDIEZE • VAN DE REDACTIE
- You boot-tour was very cool. I enyoyed it very much. Like my sister said. It was better than the boot-tour in Rotterdam or Utrecht. But, ofcourse it rained. (that' s Holland). - WatisDenBoschtochmooi.
.J8/.-f3~ror_,---- - ~--·-- · ------=-
----~~ · · ··>
-
~ . -
-
.
-
.
- It was very interesting. I enyoyed it very much. Teresa K. Vancouver, Canada - Aan de loketten uitstekende en charmante bediening. Dat mag ook wel eens gezegd worden.
a
.-f,.
..
-=-·
~~~
~~U.U....-~-~&.~~" -~
··--·-
-- - - - - - -. ---
- ik vont het haretlek bedankt. Yvette de Snayer.
Ik vond alles leuk. Rik - EinRegentag,einSchönerTag.
- An incredible trip under the city into another world. Excellent. Bridgeworth, England. - Heerlijke tocht onder Oeteldonk. Paters Assumptionisten.
Frans van Belkum
VAN DE REDACTIE Goede afspraken
Een Bossche scriptie.
Ook voor 1996 zullen er vaste afspraken gelden voor de inlevering van kopij om een Kring-Nieuws op tijd te laten verschijnen.
Het afgelopen jaar werd de bibliotheek van de Kring verrijkt met een bijzondere aanvulling. Het is de doctoraalscriptie die in 1988 werd geschreven door Mw. M.B. Grotens-Kos. De titel luidt "Beeldhouwkunst in de Open Lucht in 's-Hertogenbosch". Het bevat de beschrijving van maar liefst 276 beeldhouwwerken in de ruimste zin van het woord. Gevelstenen, beelden, reliefs ofomgevingskunst. Naturalistisch of minder gedetailleerd, dan wel grover van uitvoering. Gemaakt van staal, beton, cement, kunststeen, polyester, glas of ander materiaal. Gehakt of gegoten en bevindend aan ofvoorpanden, maar ook in plantsoenen. Het is een gedegen stuk werk dat is verdeeld in 4 hoofdstukken.
In het algemeen werken deze afspraken goed, hoewel zo nu en dan door ons extra aan de bel getrokken moet worden! Elk Kring-Nieuws zal tussen de eerste en de vijftiende van de maanden januari, maart, mei, juli, september en november verschijnen. Inleveren kopij voor maart op vrijdap februari mei op vrijdag 5 april juli op vrijdag? juni september op vrijdag 2 augustus november op vrijdag 4 oktober Januan 1997 op vrijdag 29 november Wanneer activiteiten en/ofevenementen in de naaste toekomst dienen te worden gepubliceerd zal men met bovengenoemde data rekening moeten houden. Op tijd publiceren voorkomt extra drukkosten om belanghebbenden in kennis te stellen van de voor hen belangrijke berichten. Redactie
8
Hoofdstuk!: Alles wat nog aanwezig is van voor de l 9e eeuw. Hoofdstuk II: Dertig stukken uit de 19e eeuw. Hoofdstuk III: Bezienswaardigheden van 1900tot1945· Hoofdstuk IV: Werken vanaf1945tot1988.
)
Het blijft niet alleen bij de beschrijving. Er wordt aandacht besteed aan de oorzaken van de verdwijning van religieuze- en andere beeldhouwwerken door b.v. de Beeldenstorm en de verovering door Frederik Hendrik. Wat er nu nog van voor de 19e eeuw resteert, bestaat voornamelijk uit gevelstenen en omamentaal beelhouwwerk dat meestal niet door beeldhouwers werd gemaakt maar door steenhouwers. In de 19e eeuw komt er een enorme opleving door de restauratie van de teruggegeven kerken aan de Rooms-Katholieken, maar ook door de bouw van kerken, kloosters, scholen en gasthuizen. De stad was in die tijd de derde handelsstad van Nederland en dat kwam ook ten goede aan de kunst. In de loop van die eeuw werden veel kunstacademies
VAN DE REDACTIE
opgericht en ook het Provinciaal Genootschap bestond al voor 1900. De schrijfster wijst op de rol van de Belgische beeldhouwkunst, het was een tijd lang een richtpunt voor Nederland. Pas in de dertiger jaren van de 20e eeuw kwamen er in Nederland meer individuele kunstenaars. De Vestingwetvan 1874zorgde voor een nieuwe impuls, de stad kon zich uitbreiden en er verrezen veel spraakmakende gebouwen, helaas soms wel eens ten koste van oudbouw. De schrijfSter besteedt ook ruim aandacht aan de naoorlogse kunstvaardigheid. Uiteraard gaat zij in op de financiering in de loop van de eeuwen. Van particulier initiatieftot de B.K.R" of wel de Beeldende Kunstenaarsregeling, alsmede andere stimuleringen door de Gemeentelijke-, provincialeof rijksoverheid. Zij heeft een enorm stuk werk verricht dat wordt ondersteunt door een kleine 200 voemoten en vergezeld van een seriefoto's.
Persoonlijk vind ik speciaal de onderverdeling van een twintigtal groepen van kunst aan de buitenzij de van de SintJan, maar verrassend is ook dat diverse grafinonumentenzijn behandeld. Het geheel is een bezoek aan de bibliotheek ten volle waard, maar neemt u er wel de tijd voor. Het is zeker tijdrovend als u die gegevens wilt toevoegen aan uw eigen archief. U mag immers niets van de documentatie van de Kring mee naar huis nemen. Alleen inzage is mogelijk. Zelfheb ik er al menig uurtje aan besteed. Het bestuur heeft contact opgenomen metdeschrijfSterwat hopelijk mag leiden to teen verdere voorziening van Bossche gegevens, zeker als ze op dezelfde uitvoerige wijze zijn beschreven. Harry Blankert.
Verslag van de ledenvergadering op 11 december 1995 De voorzitter opende de vergadering in het Golden Tulip hotel Central om 19 uur voor een gehoor van 80 Kringleden en introducĂŠs. Hij deelde mee, dat het huishoudelijk gedeelte van de vergadering tot uiterlijk 20.00 uur kon duren in verband met de lezing van mevrouw dr. Pey. Naar aanleiding van de vorige vergadering had hij het volgende op te merken:
)
"' De nieuwjaarsreceptie is op 7 januari 1996 in het Kringhuis en duurt van 15.00-17.oouur. "' De hand van Sint-Pieter is wederom verdwenen "' Door het vertrek van stadsarchivaris Looper zijn er nog slechts twee Kringadviseurs, te weten de heten Nissen en Stienstra. Het bestuur is ijverig op zoek naar meer adviseurs. Zoals gebruikelijk bij een najaarsledenvergadering stond ook deze in het teken van de begroting voot het volgende jaar. Penningmeester Van Uden presenteerde de begroting en memoreerde de drie hoofddoelstellingen van de Kring: heemkunde, gastheerschap en gespreksparmervoor andere organisaties in de gemeente. Het gastheer-
schap zal met ingang van 1996 worden verzelfStandigd in de vorm van een Stichting Gastheerschap i.o" die in zeker opzicht is te vergelijken met de Stichting Binnendieze. Enkele aanwezigen hadden vragen over de nieuwe Stichting. De voorzitter antwoordde, dat de Stichting Gastheerschap wordt opgericht om duidelijk(er) de belangen van Kringleden en gasten te scheiden. Vooralsnog is het niet mogelijk om de nieuwe stichting en de Stichting Binnendieze in een stichting te verenigen. Het gastheerschap is er mede de oorzaak van, dat het Kringhuis te klein is om alle Kringactiviteiten daar te doen plaatsvinden. Het Kringbestuur heeft daarom besloten om binnen zeer korte tijd (de voorzitter noemde een termijn van 14 dagen!) een nieuwe huisvesting te vinden voor de heemkundige activiteiten. Het huidige Kringhuis wordt de thuisbasis voor de nieuwe Stichting. Deze nieuwe constructie is ook terug te vinden in de twee begrotingen, die er voor 1996 zijn, een voor de Kring en een voor de Stichting. De Kring wil zijn activiteiten ten behoeve van de leden nog verder uitbreiden. Dat kan helaas niet meer bekostigd worden uit de belang-
Perronoverkappingen In het vorige Kring-Nieuws stond vermeld dat de foto's van de "Perronoverkappingen" ter inzage lagen bij de fotograaf, dit moet zijn: ter inzage in het Kringhuis!
rijkste inkomstenbron: de contributies. De huidige minimumcontributie vanf 25 is eigenlijk te laag. Het bestuur stelt daarom voor de contributie voor 1996 ongewijzigd te laten, maar deze voor 1997 te verhogen met een bedrag vanf 10,-. Er kwamen al enige suggesties uit de zaal om speciale contributies vast te stellen voor gezinsleden en leden, waarvoor de verhoging onoverkomelijk is in financieel opzicht. Ook vroeg een Kringlid ofhet aantal bonnetjes op de lidmaatschapskaart niet zou kunnen worden verminderd. Kringsecretaris Peters deelde naar aanleiding daarvan mee, dat al met ingang van 1996 gebeurt. Op de voorjaarsledenvergadering in mei 1996 zullen de contributieverhoging en de suggesties aan de leden ter goedkeuringvootgelegd worden. De voorzitter sloot de vergadering om 19.50. Na een korte pauze konden de leden en andere belangstellenden een lezing bijwonen van mevrouw dr. Pey, waarover elders in dit KringNieuws een uitgebreid vetslag is te vinden. Theo van Herwijnen
Er is iets metje aan de hand, wanneer je mond sneller is danje verstand Jan van Haaren
9
VAN DE REDACTIE
Open monumentendag 1995 Soms wordt een artikel wel eens bezocht door het bekende 'zetduiveltje'. T0or wat betreft het onderstaande artikel heeft een 'horde' van dat soort huisgehouden. Het artikel werd helemaal niet geplaatst! Met excusses aan de schrijver!!!
Levende monumenten Op 9 september jl. vond de negende Open Monumentendag plaats. De gemeente had dit jaar als thema gekozen voor "levende monumenten". Op verschillende lokaties werden toneelsrukjes opgevoerd, die iets te maken hadden met de geschiedenis van het betreffende pand. En dat thema is een schot in de roos geweest. Het was erg druk bij de "levende monumenten". Bij Reinier van Arkel werd de bezoeker zelf bij het spel betrokken, dat de krankzinnigenverpleging in vroeger tijden uitbeeldde. Nu weten we, waardeuitdrukking"het lijkt hier wel een gekkenhuis" vandaan komt. Ook in het stadhuis, waar een aantal rechtszaken werd nagespeeld, was het druk. Rustiger ging het toe in de Nederlands Hervormde kerk waar de Bossche geschiedenis uit de jaren 1798-
1822 ten tonele werd gevoerd, in het kader van de teruggave van de Sint-Jan (de Grote Kerk} aan de katholieken. Reinier van Arkel was dit jaar voor het eerst open op OM-dag. Men kon er het toilet bezichtigen, dat speciaal gemaakt is voor koningin Wilhelmina, maar waar zij nooit gebruik van heeft gemaakt. Ook kon men het beeld van de H. Dymphna, patroonheilige tegen de krankzinnigheid, bekijken, dat in 1816 door een onbekende patient is gemaakt. In het gebouw van Rijkswaterstaat aan de Waterstraat was een fotoexpositie ingericht rond het thema "loo jaar verkeer in Den Bosch", die de bezoeker meenam naar de tijd van de paardetram. De synagoge was dit jaar voor de tweede keer opengesteld. Eerder gebeurde dat bij de eerste OM-dag in 1987. Er is sindsdien wel het een en ander veranderd. De synagoge staat nu in de steigers en zal, als de weersomstandigheden mee zitten, half 1996 klaar zijn.
sen vaak een overvloed aan informatie over het betreffende monument gegeven. Het is dan prettig om deze info thuis nog eens na te kunnen lezen, voor zover deze nog niet in het programmaboekje is opgenomen. De Kring heeft dat ook ingezien en publiceerde ditjaar een (vernieuwde} brochure over de Citadel en een over het Vondelingenhuis. Het is langzamerhand een traditie geworden, dat de Stichting Open Monumentendag ook een publikatie verzorgt op OM-dag. Dit jaar verschenen er zelfS twee boekjes: een over archeologische monumenten en een over historische verdedigingswerken (beiden verkrijgbaar in het Kringhuis}.
Publicaties
Theo van Herwijnen
Met ingang van 1 januari jl. is Rosmalen bij 's-Hertogenbosch gevoe~ Ik hoop, dat het gemeentebesruur er bij de volgende OM-dag rekening mee houdt, dat Rosmalen ook het een en ander op monumentaal gebied te bieden heeft.
Tijdens de bezoeken aan de monumenten wordt door de aanwezige gid-
Herstel in oude- of nieuwe luister? Tijdens de druk bezochte lezing over de 19e- en 20e-eeuwse restauraties van de Sint-Jan door Dr Ineke Pey op 11 december jl., stond deze vraag centraal.
specteur voor het ministerie in Den Haag nog vaak de steigers van de kathedraal beklimmen en zijn kritiek over de restauratie, vooral over de uitvoering van de beelden, niet onder stoelen of banken steken. Men kan zich afVragen wat men beDe Sint-Jan die in 1816 definitief terugkwam in katholieke handen, na 180 doelde in de 19e eeuw met de restaurajaar protestantse erediensten, zag er de- ties. Gesteld kan worden dat de solaat uit. Een nagenoeg afgekloven restauraties sterk eigentijds waren. Het torso, haar huid zwaar beschadigd en motto was vooral: "Corrigeren en comvele verdwenen beelden. In de loop van pleteren", deze ideeĂŤn, vooral aangede 19e eeuw werd door het Provinciaal hangen door Violet le Duc en Kuypers, Genootschap een prijsvraag uitge- werden dan ook op grote schaal uitgeschreven waarop slechts twee inzen- voerd. Corrigeren, aanpassen aan de eiders, te weten de gebroeders Donkers gen tijd en completeren, aanvullen wat en Van der Geld, de moeite namen om ontbreekt en zelfS veel meer dan dat, hieraan deel te nemen. Ondanks deze was geoorloofd. Een van de meest sprekende voorcompetitie werd Veneman met assistentie van L.Hezemans tot restauratie- beelden van corrigeren en completeren architect benoemd. Hezemans zou al was de Munsterkerk in Roermond, snel de restauratie van de Sint-Jan ge- waar zelfs torens werden toegevoegd en heel op zich nemen. Opvallend is ook andere gedeeltes werden verwijderd. dat de architect Kuypers uit Roermond Zo ook het gotisch portaal van de Sintniet is gevraagd. Deze zal later als in- Servaas in Maastricht waarvoor zelfS
10
een iconografisch programma werd samengesteld en gecompleteerd en veel beeldhouwwerk in het atelier van Kuypers werd gerestaureerd. In 's-Hertogenbosch heeft L. Hezemans zo ook alle 96 luchtboogbeek _ ) ontworpen. Van de oude van rond 1500 waren er maar enkele meer over en ook deze waren zo vergaan dat ze nog moeilijk herkenbaar waren. Een serieus plan van het Provinciaal Genootschap was in 1840 ook om de toren af te breken en er twee neogotische voor in de plaats te bouwen. De restauratie van de Sint-Jan begon bij het noord-transept en daar is zeer veel gecorrigeerd en gecompleteerd. Er waren nagenoeg geen beelden meer aanwezig en de huid van de kathedraal is hier volledig vervangen. Voor ons is nu het meest spijtige dat in die tijd niets is gedocumenteerd of (later ook} gefotografeerd. De nieuwe, donkere naruursteen aan de noordzijde van de Sint-Jan werd he-
VAN DE REDACTIE
inttritur van ck Sint-Jan in 1840 gmfufámf door Jofuuws Bos6oom, eigaulOm van litt museum Jan Cuntn in Oss en mommtufin 6mifflllt 6ij litt Noordbra6ants Museum ten 6tlioeve van ck liistorisclit afdtGng.
lemaal gladgepolijst tijdens die eerste restauratiefases midden vorige eeuw. Overigens hebben, naar alle waarschijnlijkheid, vrij weinig beelden op de Sint-Jan gestaan, in ieder geval beduidend veel minder dat zich er nu op bevinden. Vervolgens werd de westzijde (inclusiefhet onderste gedeelte van de toren) de zuidzijde, oostzijde en tot slot in 1940 de Gerfkamer gerestaureerd. Opvallend zal zeker zijn dat de zuidzijde op een andere manier is aangepakt dan de noordzijde van de kerk. De nog in goede staat verkerende Bentheimerzandsteen werd er niet afgekloven, alleen de versleten gedeeltes werden vervangen. Ongetwijfeld zal het opgevallen zijn dat deze kant van de kerk veel lichter is dan de noordzijde. Opgemerkt dient wel te worden dat oorspronkelijk de gehele Sint-Jan zo licht van kleur is geweest. Vanaf 1905 gingen er stemmen op om meer terughoudend te restaureren, laat zien wat nieuw is en breng niet terug wat er niet is. In 1918 resulteerde dat in 24 stellingen over restauraties waarbij de meest belangrijke was: "behouden gaat v66r vernieuwen". In dat
licht bezien is hetjuist zo merkwaardig dat bij de Gerfkamer, rond 1940 gerestaureerd door architect Van Heeswijk één van de architecten van de grondbeginselen uit 1918, deze principes volledig overboord zijn gezet. Aan de WimbergreliëfS is goed na te gaan hoe men in de loop der tijd de restauratiemethodiek veranderde; vier keer is de werkwijze aangepast: 1. men maakte een schets, daarna werd een afbeelding van gips gemaakt, vervolgens werd uit steen een nieuw reliëfgehakt. 2. de oude Wimberg werd afgenomen en werd afgegoten in gips. De ontbrekende delen werden bijgewerkt, waarna aan de hand van dit voorbeeld een compleet nieuw reliëf werd gehakt. 3. afuame van de oude Wimberg, daarna werd deze bijgemodelleerd in gips en vervolgens werden de ontbrekende gedeeltes gehakt en bevestigd aan het origineel. 4. het oude reliëf wordt afgenomen en opgeslagen en een nieuw wordt gehakt naar het oude model, waarna het nieuwe reliëfwordt geplaatst. /Een, althans mij onbekend feit was dat gedeeltes van de Sint-Jan aan de
buitenzijde bepleisterd en/ofbeschilderd zijn geweest. Boven het noordportaal in het timpaan is dit bij restauratie waargenomen. Voor de buitenzijde van de Sint-Jan is al die tijd een subsidiestroom geweest om de restauratie te financieren. Gelukkig is altijd ingezien dat de SintJan niet alleen een Bosch monument is. Voor het interieur van de Sint-Jan was er geen subsidiestroom. Mgr Zwijssen, de eerste bisschop na 1853, moest weinig hebben van bemoeienissen van de burgerlijke overheid. Immers, zijn zorg was zielzorg en geen monumentenzorg. De aanpassingen aan het interieur zijn in die tijd dan ook volledig bekostigd door de bovenlaag van de Bossche bevolking, die dan ook vaak een stem had in de iconografie (let eens op de namen in de ramen!). Duidelijk is dat het interieur is hersteld in 'nieuwe luister', nagenoeg geen enkele overeenkomst is er nog met vroeger. In de vorige eeuw was er een sterke anti-klassieke geest en daaromookzijnhetaltaarenhetoksaal(van Van Noremborgh) verdwenen uit de Sint-Jan, daarom ook verdween de graftombe van bisschop Masius uit het Hoogkoor. De enige middeleeuwse navolging is wel het plaatsen van de beelden van vrouwelijke heiligen links en van mannelijke heiligen rechts. Vaak werden er "moderne" heiligen geplaatst zoals Bernadette van Soubiroux. Wel nog middeleeuws zijn de sluitstenen van de gewelven. Voor bestudering hiervan is het beter de gipsen afdrukken in de bouwloods te bekijken om pijn in de nek te vermijden. In 1840 zijn de gewelven voor het laatst beschilderd. Bij restauratie in de 70-er jaren van deze eeuw is ervoor gekozen om de oudste beschilderingen, die vaak onder diverse lagen kalken andere beschilderingen verborgen zaten, tevoorschijn te halen en te conserveren. Daar waar geen middeleeuwse beschildering meer aanwezig was door de brand van de Sint-Jan in 1584isde 19e-eeuwsebeschildering gehandhaafd. Met recht kan worden gesteld dat de Sint-Jan niet in oude maar in nieuwe luister is hersteld. John Vermulst.
11
BOSSCHE HISTORIE
BOSSCHE HISTORIE Brievenvervoer vanuit 's-Hertogenbosch (gedeeltelijk) buiten de posterijen om Inleiding Dat de posterijen in de allervroegste rijden van haar bestaan het brievenvervoer in ons land bij lange na niet alleen in eigen beheer hadden, valt niet te verwonderen. De wat belangrijke Nederlandse stadjes rond 1700 hadden hun eigen boden en koeriers, aan wie poststukken werden meegegeven. Naast de postkarren bestonden er verder de diligence-diensten, die de ring rond de stad, dorp en land onderling sloten. Verschillende van deze ondernemingen hebben mede het brievenvervoer in stand gehouden. Daarnaast bestond er - hoe kan het ook anders in een land van water, dijken, bruggetjes en nog eens water- een vrij behoorlijk georganiseerde scbipperspost.
ajb
Vandaar, dat nogal wat poststukken toen geheel of gedeeltelijk buiten de posterijen om moesten worden verzonden, aansluiting gevend op onze nationale postroutes in Nederland, geënt op de Europese verbindingen ervan. Pas in 1794 werd de Statenpost van Holland en West-Friesland opgericht. Daaruit groeide tenslotte geleidelijk aan het monopolie op het brievenvervoer, dat heden ten dage nog geldt.
REGLEMENT Voor den Wisfelw:igcn der Steden
UTRECHT en 's HERTOGENBOSCH. Gc:irrefrcerd by de Hoeren Regeerders der Stod Utrecht op den z8 Juny J 784 en gepubliceerd v:m den ' S<odhuize (morefalito) op den 24 july daar :ian v.olgcnde.
Te Utrecht by G• .VAN Dl!:N BRINK, Jansz. StadJ. druklter, over 't Stadhuis, 1784.
Met Ptj_wkgit,
o.jb.2
No. 39
'sHERTOGEN Vrydagfe
Den 16 Mev
BOSSCHE
COURANT 1777.
In dit artikel en de volgende afleveringen behandelen we aan de hand van een aantal goed bewaard gebleven postale stukken uit eigen collectie 1), die natuurlijk ook op onze stad betrekking hebben: " Overeenkomsten tussen steden en plaatsen over (brieven-)vervoer. " Voorbeelden van diligence-diensten met onder andere een tweetal brutale ontduikingen van het postrecht. " Het persbrievenvervoer per trein en bus van en naar 's-Hertogenbosch naar de redactie van de Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche Courant.
Ajb. 3'sHtrroJm-Bosscttt Vrydii!Js' Courant no. 39
dtn 16M9' im
12
Overeenkomsten tussen steden en plaatsen over (brieven-)vervoer Ook van onze stad is een aantal voorbeelden voor handen van een dienstverlening buiten het officiële brievenvervoer om. Zo hadden de steden 's-Hertogenbosch en Utrecht in 1784 een onderlinge uitwisseling van personen-, goederen- en brievenvervoer met een particuliere wisselwagenonderneming. (afb.1en2) Het "Reglement op den wissel-wagen van' s-Hertogenbosch op Utrec behoort tot één der oudst bekende documenten uit onze stad, waarvan vaststaat, dat er behalve personen en goederen ook poststukken meegingen. Het werd gedrukt bij de stadsdrukker de Wed. C.A. Vieweg waar toen ook de 's-Hertogenbossche Dinsdagse en Vrijdagse Courant - één van de voorlopers van het Brabants Dagblad - werd uitgegeven. (afb.3) Als wisselplaats (Relais) kozen beide steden "het veerhuis in Geldermalsem" (Reglement Utrecht spreekt van Geldermalsum). Deze dienst moest in Utrecht tijdig aansluiting geven op de nachtschuiten naar Amsterdam en Leiden. Voor de voerman van 's-Hettogenbosch gold de harde regel, dat hij 's-midci ) om 12 uur in Geldermalsen had te zijn, "tenzij de postwagen van 's-Hertogenbosch komende, buiten om moest rijden, wanneer dezelve ten langste ten een uur aan de wisselplaats zal moeten wezen". Zo niet, dan wachtte hem een zware boete van drie gulden op zijn vrachtloon, "ten ware bij goede getuigen bleek, dat het te laat komen buiten zijn schuld veroorzaakt was". Bij noodweer, sneeuw en gladheid kon zoiets gebeuren. Arts' "Reconstructie van de verbindingen van's-Hertogenboschinde 18e eeuw" 2) (afb.4) hebben wij zelf uitgebreid met de routes van de wisselwagen 's-Hertogenbosch-Utrecht v.v., die aansluiting gaf op de nachtschuiten van Amsterdam en Leiden. Datzelfde deden wij met de diligence-route Con-
BOSSCHE HISTORIE
_...
___
"
----"...
ê§-:.;2-~-"SL/
------....?.."_.
-"~1~~~~~~::-~:=r;'.~:: ".-1
-------1
....W"A•·•• ) ::::: :''-""'=:!::l ---·:___.,-.=---'::: ~=.:; --·:
---'. "",;:_~ H~IJl
.....naa aal
ap-.
H:>S09N3~iti3H-S.
ve" uaOul~ ~ ue11 ~\:ln..ll~>a.J M)
Mlril:lll.SOd lD Nllltlll lllflT~l~)
'K)S:OlltJOO.Ut1J.t-Co llrt#A l:IXWllJMB\JlHll
AJb4Arts' "Ruonstructit van át vtr6irufingm van's-HtrtDgm6osdi in át 18t uuw", aangtvuGfmtt átwimfwagtrufitnstuit 1784m át d!Ggma Concordia. cordia 's-Hertogenbosch naar Breda, waarover in de volgende aflevering. Wat er allemaal zo met de wisselwagen meegegeven kon worden, vinden we in de Tariefslijst (afb.5) van paragraaf.XVIII (pag 15 t/m 17) vermeld. Bij die opsomming staan ook de brief en "een klynpakje met of zonder brief', waarvoor respectievelijk een port van 3 en 6 stuivers aan de voerman moest worden afgedragen. Voor een normale briefwas daq stuivers 3). De inning ervan moest de voerman weer betalen aan de beide steden, die het alleenrecht tot heffing hadden. "Voor het bestellen der brieven zal de Voerman van zyn vragrloon moeten missen voor elken briefvier Penningen" 4).
neerde verslagen in de Bossche bladen over de dramatische overstromingen in de jaren 1876 6) en 1880 5) brachten de trieste toestand van de stad en het Brabantse platteland in woord en beeld. (afb 6) Het valt derhalve niet te verwonderen, dat 's-Hertogenbosch al in de vroegste jaren van haar bestaan een uitgebreid web van schuitenveren onderhield met haar direkt omliggende plaatsen: Den Dungen (1764), Deuteren (1728), Gorinchem (1825), Onsenoort(Nieuwkuik (1789), Orthen (ongedateerd), Rosmalen (1762), Vlijmen (1734) en Vught (1775), om de voornaamste te noemen 6).
XVI 11.
v" Geld.
pok-
CD
lkl\elgocdcrto ui bc~d .....ico, ·f o - 3 - o ·
.!_van een' to$fc.n Drie!
_,,,.vuiccn ktrnpak;c·metofzonc!crDrid/o- · 6- o \ 'tn ct:n ordinaire (paancn Doos f O: • 1 • O Van een pU:. gttn 10 pond wc~:X f'O • t • o Vtn dito OO.en de 10 tot !10 pond f o - 12 • o
Do~:cnde'.'lo~~IOC?~nn
fo- o~•
Jlo\'en de: 1 oo 'rond voor elk pond Een l'J'pcnm>ndjc met Sclmponbu
f
f
Etndiroklciner • E<nc groot<:' Sluion:ind F..cnc kleine dit0 •
/n- 8-o f o - 16 • o fo- 1-o
-• •.
o • o • + o - 1o - o
Een S.Uk Linnen , • f o• 8-o Ecoc mtve Ton H:i.rini; of2ndttc Vitch / 1 - 10 - o Een quan: Ton dÎ(.O · fo- 16 • o
f f
Een 2~tne Ton dito • Een Vaacjc Haring • Een pj-p:imnd niet ViKh Een M:md. 1'-:m in cene pUlci EcnKocl: Een Trommckjc r~ SoW.=itcn 1lanut
Ecnll..s
J
o • 10 - o o - 1 • o o - 1 - o
· f o • IS • o /o-6-o f o - 6 • o. • f o - 6 - o fo- 6-o ·
.
Een Ko('PCl JDayt.cO • • f o• 4•o Twee H:i:a.en, of ttn H:m en em Kop. . pel p:1uy1cn onder~ Adres f o - 10 • o VO<K ccnqum Laken • • [o - 1_1 - "J
-"''ii.x een
JJrid oi ralJC
met Geld
onder clc 50 Cl. so tot 100 Cl. ?>Bovm de 100 Gl. v:m elke
... no\-en de
boven dczch·c
.
• 100
Cl
f
f
o o -
S • o 6 - o
f o - 4.:
0
· V cri.~nds :alle andere Goederen hier niet geCpccilieecrd rmr mo. .
Mede tegen deze achtergrond dienen wij het "Reglement op het Schuitenveer tusschen de Stad 's-Hertogenbosch en de Gemeente Rosmalen" (afb.7) te zien. De overeenkomst werd op "den 9en van Wintermaand i8o9'' afgesloten. De Stads-drukker H.J. van Gulpen drukte hetin i810. Beide gemeenten stelden "Achtbe-: kwame schippers" aan; uit iedere gemeente vier. Uit hun midden droegen twee "Dekenen" de eindverantwoordelijkheid over het reilen en zeilen van de schuiten. Blijkbaar was dat o.m. nodig, omdat onder dat volkje nog al eens stevig gedronken werd: "Dekenen, ondervindende, dat een schipper beschonken en alzoo buiten staat is om te kunnen varen, zullen denzelven dadelijk verbieden op dien daeenige Vracht te laden (Art.IX pag 5). De strafop zijn dronkenschap loog er niet om. Behalve dat hij ntuurlijk direkt zelfuit de vaart genomen werd, verloor hij ook "de voordelen, welke op denzelven zullen zijn of worden verdiend en daarenboven, naar bevind van zaken, in hunne
21s '':ode~ ~ ~ ~kt~ O:r ~enAWr:t~ StuiYCrS; cdog van een ~rooc Kotrcr of dergclyke 1
Dcilelgocderen dubbel, te weten vier StuivCB. Voor het beftcUen dcc brieven z:tl de V oenmn ~ zyn Vngdooo moeten misCcn voor elktn brief rier
~
Pcnoingcu.
AJb 5.Tariefijst bediening worden geschorst" (Art.XXIII pag 10). Ook op vloeken," onbehoorlijke gesprekken" alsmede op te ·hoge vrachtberekening stonden zware boetes van een tot drie gulden. In de vrachtlijst wordt niet gerept over de mogelijkheid aan de schipper brieven/pakjes metof zonder brief mee te geven (ArtJCXXI pag 13 en XXXII pag 14/15). Dan waren er duidelijke richtlijnen "bij ontsruimigwederofzwaren wind, wanneer de meeste molens, tot op één derde der Zeilen gekort zijnde, malen, alsmede bij zwaren IJsgang ofwanneer hetzelve gebeten en open gehakt is" (Art.XXXIV,XXXV pag I I enXXXVIII pag i7). Dan waren de schippers niet verplicht over te varen. In die situaties werd voor de overtocht een dubbel tariefgerekend.
Vervoer per schuit 's-Hertogenbosch kende van ouds al een wateroverlast, wanneer tijdens de winterperiodes het Maaswater de Dieze overspoelde. Grote delen van de stad liepen daardoor onder water tot hoog in de huizen toe. Brieven en kranten werden aan een lange stok met daaraan een netje aan de bewoners op de eerste verdieping aangereikt. 5) Soms waren de gevolgen van dit hoge water zelfs desastreus. Geëmotio-
ajb.6
13
BOSSCHE HISTORIE • INGEZONDEN BRIEF
Toen ik dit alles gelezen had, gingen mijn gedachten onwillekeurig naar de wateroverlast in onze dagen (1993/94 en 1994/95)!
REGLEMENT 0 P
HET
SCHUITEN-VEER,
J.A.G.M. vanRoosmalen
Tusfchen de Stad 'sffER TOGENBOSCH en de Gemeente RosMALEN, Vasrgefleld den 5'" , en goedgèkeurd door den Heere Landdrost in het Departement BR.\.JJAND den · 9"' yan Wintermaand r 809.
Bij
Te 'sH-ER TOGENBOSCH, Sr:ads·-Drukk~,
H. J. VAN GULPEN,
afo.7
Bronnen: 1) Exemplaren ervan bevinden zich ook in het Stads-archief 's-Hertogenbosch 2) A.W.P. Arts, "Het brievenpostwezen te 's-Hertogenbosch (ontstaan en ontwikkeling 1399-18o6'', 1978 en herdrukt in 1982, 's-Hert. Fil. Ver., Biblo BV's-Hertogenbosch. 3) Portlijstno 10 Den Bosch van 18 mei 1807, Cat. Nat. Postzegeltentoonstelling Hertogpost 1985 pag 54 4) Een penning is 1/16 sruiver 5) Het Huisgezin no 38/771880 6) BulletinProv. Nrdbr. 's-Hert. Crtvan 21maart1876 7) Stads-archief 's-Hertogenbosch, Verkeer en Vervoer map 7
1810.
Als Mozart nog kon zien, en Beethoven nog kon horen, dan zouden ze zeggen, we zijn net op tijd geboren Jan van Haaren
INGEZONDEN BRIEF Een reactie op pag. 9 van Kring-Nieuws no 6, jaargang 2i. Al vaker heb ik geschreven over "de klik veur den bult". Zoals het staat afgedrukt is het geen gezegde van een Bosschenaar, evenmin als de volgende zin "Hoe zeede gij dè". Zoiets dè zedde toch nooit als Bosschenaar ofwèzeetie nou toch. Dus: "Hoe zedde gij dè".
Naschrift: Beste Jan,
Nu is het voor een niet Bosschenaar moeilijk om dialect te schrijven, omdat men gauw geneigd is Brabantse woorden in het algemeen als Bosch' te beschouwen, tetwijl men in de stad al 4 of5 verschillende dialecten sprak. Voorzichtigheid daarom geboden. En mar kwaojtonge, ofhoe zedde gij dè. Met vriendelijke groeten, Jan van Haaren.
Ik geefje volkomen gelijk en als niet Bosschenaar (ik w, ) er zelfs niet eens) is het dan ook nooit aan te raden om Bosch Dialect te schrijven ofte spreken In dit geval heb ik dan ook letterlijk de tekst gebruikt die mij ter hand is gesteld door de Werkgroep Klein Monument Van de Kring.
John Vermulst.
De Kring "Vrienden van 's-Hertogenbosch" zal met een stand aanwezig zijn als op 25, 26, en 27 januari 1996 de firma Heinen boekverkoopdagen organiseert in de Nederlands Hervormde kerk
14
BOSSCHE HISTORIE
BOSSCHE HISTORIE 's-Hertogenbosch gezien vanuit het recht op Gerechte maten en gewichten. (3). Een ordonnantie op de verkoop van zout. Wij kennen allemaal de zegswijze; 'hij is het zout in de pap niet waard', hij presteert niets! Zout als het gehalte van de prestatie. 'Hij verdient het zout in de pap niet', hij verdient heel weinig. Zout was het ingrediënt dat de waarde bepaalde! 'Zoutmorsen', geldt als voorloper van ruzie. Zeker als je zoiets waardevols als zout verloren liet gaan! De belangrijkheid van zout zie je ook in de ordonnantiën. Op 15 october 1486 maakt het stadsbestuur van' s-Hertogenbosch een ordonnantie op de verkoop van zout. Van elk quartiere zout, wanneer in zakken verhandeld moet 25 stuivers accijns worden betaald. Bij meerdere hoeveelheden in verhouding daarmee. Diegene die zout met een schip brengt en als één partij verkoopt is vrij van accijns. Maar diegene die het in de stad verkoopt moet de accijns wel betalen. Ook als het in tonnen is gedaan, dan rekent men één ton voor één zak. Het zout moet door de zoutkopers één hele week de eerst genoemde prijs houden zonder opslag. Zij mogen de prijs wel verlagen, van de eene maandag tot de andere. En als de zoutkoper, die zout in zijn huis heeft, weigert dataan iemand te verkopen, zal hij door de schepenen worden gecorrigeerd. De zoutkopers moeten een door een brandmerk getekende geijkte maat hebben, waarbij een quartier zout een brede zak vol is. Alle kleinere maten 'nae advenant'. Daarnaast mag men een maat van 'de Mechelschen zak' hebben waarin vijf achtendeel, om de vreemde koopman, indien gewenst daarmede te gerieven. · De gezworen zoutmeters moeten bereid zijn terstond te meten als ze dat gevraagd wordt. Zouden er meer dan twee zijn en men moet er om srrijden, dan mag diegeen die het werk heeft dat doen en het niet meer aan een ander overgeven. Geen zoutmeter mag zakelijk betrokken zijn bij enige partij zout.
De meter moet ijken met geijkte maten en rechte strijkstokken. Zij moeten beiden goed bewaren en altijd reinigen. Ook moeten zij altijd een hamer bij zich hebben om daarmede op de maten te kloppen v66r het afStrijken. De meters moeten de maten en strijkers en de hamer alle avonden veilig thuis bewaren. Geen zoutverkoper mag de zoutmeters, die op hun eed werken, met minachtende of kwade woorden toespreken. Iedere zoutkoper mag alleen goed gezakt zout in de stad brengen. Hij moet de schout zeggen van welke plaats hij het zout binnenbrengt. Voor dat hij het mag verkopen. Zout in baaien zakken moet ter herkenning voorzien zijn van ee~ stok met een rood vaantje. Wil men zout uit een schip hier in de stad aan land brengen dan moet men het geladen zout eerst veilen en de prijs noemen hoe duur het zout, uitgemeten aan land wordt verkocht. Hij mag de prijs wel verlagen. Hoe vaak hij de prijs verlaagd, altijd zal hij het zout moeten geven tegen de laatst genoemde prijs en niet hoger. Indien iemand zijn zoutprijs verlaagt, om iemand van buiten ofbinnen de stad te hinderen en van de markt te weren, zal al zijn zout binnen de Meyery, bewaard in schepen en in huizen moeten verkopen zonder de prijs te mogen verhogen of het zout uit te voeren. Maar als iemand zijn zout in prijs verlaagt zonder dat het met iemand anders te maken heeft, die is niet verplicht zijn andere zout, dat hij buiten dat eene schip zou hebben, tegen die prijs te verkopen. Maarmag daarmede doen wat hem het beste lijkt. Dan zijn er enkele bepalingen over zout in twee schepen of twee soorten zout in één schip oftwee schepen met ieder een ander soort zout. Vermenging van verschillende soorten zout wil men niet. Wie zijn zout wil verkopen, iemand van binnen ofbuiten de stad, die moet een weegschaal op het gangboord van zijn schip zetten, ofvanuit een huis, voor zijn deur. Niemand van de zoutschippers ofverkopers ofhun vrienden mogen voorbijgangers 'aenroepen, smeken, wencken', noch lawaai maken of kwaad fluisteren, maar moeten de
Dt liavan ru:liur it nituwt Havmyoort(1441-1448). Was nitt 6rwfmzur dra~ 6fy& uit ttnordönnantitvan1486-1.j87.
15
BOSSCHE HISTORIE • VERSLAGEN
voorbijgangers ongestoort laten gaan. Wel mogen zij hun zout ruilen voor tarwe ofijzer ofandere waren. Verder is het zaak, omdat er schepen met vele waren komen, dat een schip dat zijn zout heeft verkocht niet meer bij een trap mag blijven liggen in de haven. Maar moet hij terugvaren naar die stad waar hij tevoren heeft gelegen. Als een zoutkoper en een koopman onderhandelen mag daarbij geen andere zoutverkoper ofkoopman zich voegen. Er mag geen zout binnen gebracht worden of zout verkocht dat is gezakt in Clinge, Asschen ofHazeldonk. De gezworen meters ontvangen van elke zak zout een 'negemenneken', betaald door de verkoper. Dan blijkt er nog onenigheid tussen Dordrecht en's-Hertogenbosch over de hoeveelheid van een Zevenbergs Mud. Met als gevolg dat de' s-Hertogenbossche poorters bij Dordrecht alleen mogen handelen langs de oever van het water. Uit al deze bepalingen blijkt de voornaamheid van het zout in die tijd. Ook het gedrag van de mensen die bij deze handel zijn betrokken en de omstandigheden kun je uit de bepalingen aflezen.
Iets over de haven. In de ordonnantie over de verkoop van het zo ut zien we dat schepen een belangrijk deel van de aanvoer daarvan verzorgen. De haven blijkt een plaats te zijn van zeer grote drukte. Een ordonnantie uit 1486/1487 geeft blijk van een bijeen gedrongen massa schepen. Op marktdagen heeft men grote moeite om elkaar te passeren. Men noemt dan schepen met steenkolen geladen, grote turfSchepen, kalkschepen, schepen geladen met leien, steen en andere grove substanties. Daarnaast nog schepen geladen met koren en 'pleyten, scuyten en andere soedanige scepen'. Men streeft naar een zodanige ligging van de schepen, dater in hetdiepstvan de stroom een ruimte overblijft van 20 voeten, om andere schepen daardoor te kunnen leiden. Eerder schreefik al o.a. over de handel in haring en verse zeevis. Op de Caart van 14 augustus 1489 van het Gilde der Viskopers staat dat de mosselmaat moet inhouden het twaalfde deel van een sester. Alle soorten vis vormden een heel belangrijk onderdeel van de voedselvoorziening. - {Wordt vervolgd) J.J.van Veldhuizen.
VERSLAGEN Verdwenen kerken en kloosters Op dinsdagavond 24 oktober j.L waren de vrijwilligers van Kring "Vrienden van 's-Hertogenbosch" die in juli en augustus j.L aan de tentoonstelling 'Verdwenen kerken en kloosters' hun medewerking hadden verleend uitgenodigd bij de archeologische en historische dienst van de gemeente. Deze dienst is gevestigd in de Oude Sint-Jacobskerk (gebouwd voor 1430) aan de Bethaniestraat, om daar nog eens gezellig met elkaar van gedachten te wisselen over deze tentoonstelling. We werden in de kantine met koffie en gebak verwelkomd door Ad van Drunen, medewerker van deze dienst. Er werden dia's vertoond van de activiteiten van de archeologische en de bouwhistorische dienst. Met de diá smaakten we een wandeling langs kerken, kloosters en kapellen al dan niet verdwenen. Hij begon bij de Oude Sint-Jacobskerk gebouwd circa 1430 en tot 1569 dienst gedaan als kapel ten behoeve van bedevaartgangers naar Santiago de Compostella. Daarna gingen we naar de Bethanieklooster en Baselaarklooster verderop klommen we
16
in het torentje van de Antoniuskapel aan de Hinthamerstraat waar men het werk van de timmerman vanuit die dagen bewonderde. Van hieruit had men een mooi uitzicht door de hele Hinthamerstraat tot aan de Markt toe. De wandeling ging verder langs het klooster van de broeders van het Gemene Leven aan de Hinthamerstraat 164, het complex liep door tot de Noordwal. Aan de Zuid-Willemsvaart achter de Bank van Lening was men voor kort archeologisch onderzoek aan het verrichten op de restanten van het oude klooster die men in de grond had gevonden. Van de gerestaureerde poort van de Zusters van Orthen had men mooie oude opnamen. De Sint-Janskerk liepen we voorbij om naar het klooster van de Predikheren te kijken die gedeeltelijk over de Binnendieze was gebouwd. Zo is ook de regentenkamer van het Groot Ziekengasthuis over de Binnendieze gç.bouwd. Water was en is nu nog belangrijk daarom zien we vroeger ook al dat kloosters veelal aan waterlopen lagen.
Zo komen we langs het refugiehuis van de Abdij van Mariënhage in het Tolbrugkwartier en wat verder waar het politiebureau heeft gestaan was men ook voor kort ook bezig met archeologisch onderzoek. Men heeft hier in de 'bouwput' ook open dagen gehouden die druk bezocht werden. Men kon dan zien hoe de mensen van de archeologische dienst hun werk dederi Afsluitend het Sint-GeettruikL ter waar men onderzoekingen heeft gedaan toen de huisjes en de werkplaats van Sars met de sanering verdwijnen moesten. Na deze boeiende dialezing werden we getrakteerd op koffie en frisdrank. Er werd de vraag gesteld wat zo'n archeologische en bouwhistorische dienst nu wel eigenlijk doet? Deze diensten proberen zaken te redden die verloren gaan door nieuwbouw activiteiten en verbouwingen in de binnenstad. Met verbouwingen gaan veel historische gegevens verloren die wij dan van te voren pro beren te documenteren en vast te leggen zodat de historische bron niet verloren gaat.En
VERSLAGEN
wij kijkendannietzozeervandatendat willen we weten maar wij gaan kijken waar wordt er gegraven, waar wordt er gebroken, daar gaan we aan de gang en dat is de ene keer bij een kerk de andere keer weer een woonhuis maar het kunnen ook bijvoorbeeld bruggen zijn. Hiervan zetten we dan alle gegevens bij elkaar. Het verzamelen van al die losse gegevens in der loop der tijd, dan komen we tot een resultaat en dan kunnen we tentoonstellingen houden en boeken schrijven. De onderzoekingen zijn noodzakelijk omdat er anders veel verloren gaat. Steden zijn gebruiksvoorwerpen, huizen zijn speculatie-objecten geworden, vernieuwingen alom, doorbraken voor het verkeer, nieuwe en technische eisen aan panden, oude balklagen, beschilderde muren en plafonds die verwijderd worden. Deze soort zaken gaatin een zeer snel tempo verloren niet alleen in's-Hertogenbosch maar overal in het land. Maar hier in 's-Hertogenbosch zijn wij nog in de gelukkige omstandigheid om het allemaal nog vast te kunnen leggen. Straks zijn wij een van de weinige steden in Nederland waar nog van bekend is hoe men in het verleden er uit-
zag, hoe ze geleefd, gewoond en gewerkt hebben, aldus Ad van Drunen. Hij vertelde ons dat ze ook het werk van een missionaris vervulden, om aan andere steden hun werkwijze te vertellen en uiteen te zetten. Bij voorbeeld morgen (25 oktober) dan komt het gemeentebestuur van de Belgische stad Antwerpen op bezoek die hoofdzakelijk geĂŻnteresseerd zijn in het inventariseren bijvoorbeeld van onze bouwblokken, en het aangeven wat de diensten er mee gaan doen voor bijvoorbeeld stedebouwkundige ontwerpen, hoe de stedebouwers en monumentenzorg het kan gebruiken. Het is niet alleen bewaren en het onderzoeken maar het is ook voorbereidend voor restauratie en nieuwbouwplannen. Wij geven aan wanneer er 'n verbouwing plaats vindt, vanletudaarendaarop, want dat moet u zeker laten zitten en tegen de stedebouw, van als je nu die structuur ofdie schaal handhaaft dan krijg je een verbouwing ofbouw die in harmonie met de historische ingeving gaat. Hetisdusooknogeenprakrischnut, aldus Ad van Drunen. Daarna werden we in enkele groepjes rondgeleid over de zolders van de
Oude Sint-Jacobkerk. Verdiepingen die vol liggen met archeologisch en bouwhistorisch materiaal zoals de originele gevelsteen van het pand 'De Steur' aan de Visstraat. Ook een beschilderd houten plafond dat onlangs gesloopt is uit een monumentaal pand aan de Kruisstraat lag daar in stukken en brokken op de zolder uiteengelegd. Aan sommige dingen kon men zien dat het een huisvesting is geweest voor militairen. De functies die de kerk heeft gehad: 1430-1569 Kapel voor bedevaartgangers naar Santiago de Compostella 1569-1629 Parochiekerk 1629-1650 Protestants kerkgebouw 1650-1689 Wagenhuis, begraafplaats 1689-1751 Paardestal van de cavalerie 1751-1900 Arsenaal 190Q-1924 Huisvesting infanterie 1924-1986 NoordbrabantsMuseum vanaf 1988 Gemeentelijke archeologische en bouwhistorische dienst Jo Hendriks
De schutterij in 1995
)
De lezers weten in het algemeen wel dat de Schutterij, oftewel de Halve Compagnie Artillerie van de Schutterij van 's-Hertogenbosch 1831, schiet- en èxercitie-demonstraties geeft in het kader van de rondleidingen die de Kring verzorgr op de Citadel.Welgeteld zeven keer daverden de kanonschoten dit seizoen voor een steeds groter wordende groep belangstellenden, die zeer enthousiast reageerden. Niet alleen voor de Kring, maar ook voor het Lilianefonds, 11 juni, tijdens Open Monumentendag, 10 september, en voor St.-Nicolaas, 12 november, verschoten de schutters hun kruit. Artilleristen hebben echter meer pijlen op hun boog, pardon, kruit in het kanon. Zij traden op voor het Legermuseum in Delft, 23 april; op het Fort Hoek van Ho Hand, 5 mei; bij het Vestingmuseum te Naarden, 17 september en tijdens de Vlootdagen in Den Helder, 8 juli. Zij figureerden, 20 mei, voor een fotorepor-
tage in de kleurenbijlage van het dag- Slag bij Waterloo. Deze historische slag blad De Telegraaf. Maar dat heeft na- wordt om de vijfjaar nagespeeld door tuurlijk niemand gelezen, maar wel het ongeveer 3000 deelnemers uit vele lanoptreden in Geertruidenberg, 28 mei, den. De schutters maakten als artilleriswant dat haalde zelfs het Kring- ten deel uit van de befaamde brigade Bij landt. Deze eenheid kreeg tijdens de Nieuws. Op 19 en 20 mei waren de schutters slag in 1815 de zwaarste klappen. Voor uitgenodigd op de citadel van Dinant. deze historische reconstructie bestond Daar stond een oud kanon waar ver- de brigade uit cavalerie (karabiniers en moedelijk in honderd jaar niet mee ge- dragonders), infanterie Gagers en linieschoten was. De Bossche schutters infanterie) en artillerie. staan nergens voor en na enig boorwerk Voorafgaande aan de heropvoering in het zundgat en langdurig wroeten in van de slag werden de gesneuvelde Nede loop was het schietklaar en tot grote derlanders herdacht bij het monument vreugde van de eigenaar van de citadel, te Q_uatre-Bras waar een krans werd geeen heuse baron, knalden al spoedig de legd. Nadat wij drie dagen in de stroschoten over de stad. Boze lieden die mende regen gebivakkeerd hadden bij verband zouden kunnen leggen met de de historische hoeve Hougoumont beactiviteiten van onze schutters en het gon de slag en hieldhet op met regenen. neerstorten van een rotsblok in Dinant Precies zoals het in 1815 ook gebeurde. moet ik teleurstellen, dat gebeurde De artilleristen zeulden hun kanonnen door de enkeldiepe modder en openma~den latet. Het onbetwiste hoogtepunt voor de den het vuur op de naderende vijand. schutterij was het deelnemen aan de De cavalerie chargeerde in galop en de
17
VERSLAGEN
infanterie rukte met vliegende vaandels, slaande trommen, spelende pijpers en doedelzakken ten aanval. Een tafereel om nooit te vergeten. Het was soms zo realistisch dat de deelnemers stonden te trillen op de benen en de nijging vertoonden de vijand letterlijk te lijf te willen gaan. Dankzij een strakke discipline konden de commandanten dit voorkomen. De vele voorafgaande exercities bewezen hier hun waarde. De spanning bij de cavalerie, zij moesten
niet alleen zichzelfmaar ook hun paard in bedwang houden, liep zo hoog op dat bij één van hen het letterlijk dun door de nauwsluitende broek liep. Een Belgische deelnemer die voor Napoleon speelde moestzelfS meteen hartaanval naar het hospitaal. Hij heeft het overleefd. Gelukkig hadden de Fransen hun eigen Napoleon meegenomen zodat we op historisch verantwoorde wijze de slag konden beëindigen. Door dit spel, want dat was het, hebben we iets
gevoeld van de ontberingen en de geestelijke spanningen die een soldaat uit die tijd moest doorstaan. We heb ben er een diep respect voor gekregen en beschouwen de heropvoering van de slag bij Waterloo als een eerbewijs aan de mannen en vrouwen van 1815. Het was een druk maar mooi en leerzaam jaar voor de schutterij. J.M.vanEe Plaats-Majoor
Excursie Trier 11-1 2 november l 995 In het weekeinde van u en 12 november Ll. organiseerde de Kring voor de eerste keer een tweedaagse excursie. Op zaterdagmorgen om 08 .00 uur vertrok een bus met 48 leden, gevolgd door een auto met nogmaals 4 personen. Na een voorspoedige tocht werd omstreeks 12.30 uur Trier bereikt. In het hotel was alles prima geregeld, zodat binnen enkele minuten iedereen op zijn/haar kamer was. In de middaguren was een wandeling van twee uur gepland, maar door het grote enthousiasme van de uiterst deskundie en vriendelijke gidsen duurde de wandeling meer dan twee en een halfuur. In die tijd werd alleen een bezoek gebracht aan de Kaiser Thermen en de Porta Nigra. Tijdens de wandeling bleek niet alleen de schaal van de binnenstad van Trier veel overeenkomst te vertonen met de Bossche binnenstad, ook het gebruik ervan: gezien de vele skate-boarders op de Konstantinplatz. In de avondurenwerd een bezoek gebracht aan deBisschöfliche Weingarten Trier, waar in de gewelven een tiental verschillende wijnen geproefd konden worden. Deze uitstekende wijnproeverij werd omlijst door een prima warm- en koudbuffet.
'DeHatoc!J' JisdionfenclOordtmuf's-HatDJtnbosdi aanliettweafuiztruf..jari9eTritr. z6mti1984
Op de vroege zondagochendkon iedereen een eigen programma invullen: velen trokken naar het StädrischeMuseum, waar een expositie gehouden werd van de Bossche schilder Jan de Mug. Om 11.00 ur waren we weer allemaal bij elkaar op het stadhuis. Daar vond
18
een ontvangst plaats door Herr Beigeordneter P. Dietze, wethouder van stadsontwikkeling van Trier. Behalve de uitwisseling van cade~nç en mooie woorden, waren er ook v. de welkome glaasjes wijn. Onder leiding van Herr Dietze werd vervolgens een bijna twee uur durende bustocht gemaaktdoorTrier. Waarbij onderweg enige keren werd uitgestapt en onder andere bezoeken werden gebracht aan de Universiteitswijken de wijngaarden op de Petrisberg. Hierdoor kregen we een goede indruk van de infra-strukturele problematiek van Trier om goede verbindingen tussen de enorme buitenwijken en de oude stad te realiseren. Na een prima warme lunch in ons hotel stonden de gidsen weer gereed voor een nieuwe wandeling die ver u ;"_) liep. Bezoeken werden gebracht aan . Landes Museum, de Basilica en de Dom. Tegen 18.00 uur was het georganiseerde programma afgelopen. Een uitstekend programma samengesteld door de gemeente Trier en de TouristInformation Trier voor onze Kring uitstekend voorbereid en begeleid door Vincent Verberk. Alle deelnemers waren na afloop ervan overtuigd dat het een uitstekend weekend was geweest en dat meerdaagse excursies in de toekomst nog wel eens georganiseerd zouden mogen worden. JanKleyne
VAN DE WERKGROEPEN
VAN DE WERKGROEPEN Diezehof (vervolg) In het vorige Kring-Nieuws maakte wij meldingvanons beroep bij deRaad van State tegen het besluit van B en W met betrekking tot de ontwikkeling van het gebied Snellestraat/Dode Nieuwstraat. Het beroep zou 21 november dienen. Op ons verzoek kwam op de valreep nog overleg met de ge-
meente tot stand. Het resultaat behelsde de erkenning van Kring en Stichting als parmers bij de uitwerking van een verbinding over de Binnendieze en de bereidheid van de gemeente een overleg met opdrachtgever/architect en Kring te bevorderen opdat bij de uitwerking van de plannen rekening kan
worden gehouden met reeds bekende en nog te ontdekken waardevolle bouwhistorische elementen en archeologische vondsten. Een en ander werd door de gemeente schriftelijk vastgelegd. Reden voor ons om ons beroep in te trekken.
Herinrichting openbare ruimte: Hinthamerstraat en Hinthamereinde aan snee. De eerste fase van de herinrichting Hinthamerstraat en Hinthamereinde is voltooid; aan de inrichting ontbreken nog het meubilair en de verlichting. Duidelijk is al wel dat de beperking in het beschikbare geld het geheel duidelijk parten heeft gespeeld. In vergelijking met de Kerkstraat komt de Hinthamerstraat als hoofdstraat er bekaaid af. De tweede fase omvat het restant van de Hinthamerstraat en het gebied van de Leuvense Poort; bovendien moet de aansluiting met zijstraten en stegen (o.a. Nieuwstraat, Louwsche Poort, Achter het Vuurstaal) worden ontworpen. Sinds kort maakt de Kring deel uit van de projectgroep Hinthamerstraat; in samenspraak metde ontwerpers mevrouw Gali en P. Verhallen van de gemeente kan commentaar worden geleverd op de voorstellen. Uiteraard binnen de reeds eerder vastgestelde uit-
gangspunten. En dat maakt het moeilijk omdat wij ons daar nu juist tegen hebben verzet! Het herkenbaar en zichtbaar houden van de Leuvense Poort nadrukkelijk in relatie met de restanten en vetwijzingen in de belendende panden en het Rozernarijnstraatje vond weerklank. Het wachten is nu op de uitwerking van de suggesties. De aansluiting van de vele stegen heeft onze bijzondere belangstelling. Het rapport Stegen van de kring biedt een goed houvast. Er is ĂŠĂŠn aspect dat tot nu toe weinig aandacht heeft gekregen. Het gedeelte Hinthamerstraat direct na de kruising metde Torenstraat wordt sterk bepaald door de daar vrijliggende noord-zijde van de Sint Jan. Opvallend is nu het afgesloten karakter, het van de openbare ruimte van de Hinthamerstraat afgekeerd zijn van de toegang. Een groot hekwerk bakent onverbiddelijk het domein van de kerk af. De maatvoering wijkt inmiddels beduidend af van hetgeen onlangs voor de zuid-zijde eigenlijk ternauwernood aanvaardbaar werd gevonden. Ook de toegang tot de wel
fotoJ. Marccfuif
zichtbare Bouwloods wordt voor de argeloze bezoeker een kleine puzzel. Wat is er nu mooier dan bij de herinrichting van de Hinthamerstraat de situatie eens op verbetering te bekijken en gezamenlijk aan te pakken? Een gelegenheid ook om in de inrichting van het zich achter het hekwerk bevindende voorterrein meer recht te doen aan de oorspronkelijke functie van begraafplaats. Het huidige" gazon" is wel een erg vreemde invulling van deze stedelijke ruimte. En wat voor een prachtige mogelijkheden biedt een grotere openheid niet voor de inrichting van de ruimte v66r deMuzerije c.a.? De pracht van de kerk voor bezoekers kan nog beter tot haar recht komen als vanuit de Hinthamerstraat een glorieuze en uimodigende entree kan worden gemaakt; de Bouwloods wordt toegankelijker en de cultuurhistorische en religieuze betekenis kan veelzeggender worden uitgedragen. Wordt deze kans niet gezien? Zoals de plannen er nu uitzien gaat het ontwerp geheel aan de pracht van de Sint Jan aan deze zijde voorbij. Het gesloten hekwerk blijft de beleving van dit deel van de straat bepalen: een "fesste Burcht'', haar betrokkenheid op de dynamiek van het stadscentrum ontkennend; niet uimodigend voor gelovigen en bezoekers. Wordt dit "noodgedwongen" niet opgepakt? We kunnen ons niet voorstellen dat Kerkbestuur en Gemeente deze kans niet tenminste zouden willen verkennen. Nu is er het moment voor!
19
MOETTE NOU TOCH' S KIJKE
Secretariaat van KRING ''VRIENDEN VAN 's~HERJO.GENBOSCH" Postbus 11 62 5200 BE's·Herfogenbosch
MOETTE NOU TOCH'S KIJKE Blok op de markt l
's HEBTOGEXBOSCH.
KRINGHUIS Tweede Korenslraa.tJe 18 •s"HertogenbOsch Telefoon 073 - 613 50 98 Telefax 073 - 6146021 Openingstijden: • Maandag t/m zaterdag : van 10.00-11.00 uur , zon· en feestdagen · van 12.00-11.oouur bovendien op donderdag · van 18.00-21.00uur
t
l Groote Markt m+it Stadhuis.
· BETALINGEN ' - Postgiro 3.119.716 - Bank van Lanschot.rek.nr. 22.51 .91.202 - Jaarlijkse bijdrage mlnimao•
f25,-
(col!Urit]. Htrufri~) Men ziet op de oude ansichtkaart wel dat er, net na de eeuwwisseling, ook veel reclame gebruikt werd. Zo ziet men op het dak van het pand "De Wereld" (tegenwoordig heet het "In de Kleine Werelt") een groot reclamebord met de tekst "Lewenstein's-naaimachines zijn onovertrefbaar Vughterstraat H.22." In de vijfi:iger jaren was daar de bontzaak "De Zilvervos" van Truus v.d. Ven gevestigd. Het pand "De Wereld" wordt reeds in 1598 vernoemd. Toen was er een grootse uitvaartdienst, gehouden voor Koning Filips II. Het voetvolk dat aan de stoet deelnam, droeg zwart beklede trommen en averechts (omgekeerd) onder de arm geweren. Zij moesten zich na afloop in rotten van drie opstellen voor het huis "De Wereld". Zijn dochter Isabella trouwde voor zijn overlijden metAlbrecht, aartshertog van Oostenrijk. Rechts daar naast ziet u twee panden waar hoeden en petten verkocht worden. Het linkse pand van Frans Boelens heet "De Vergulde Roos van Jericho" Anno 1623. Mogelijk bestond het in 1623 nog uit twee huizen, waarvan het andere dan "Het Cloofhoot" heette (wat mag een Cloofhoot wel zijn?) "De" Frans Boelens, die zijn zaak in 1990 heeft gesloten, was in 1948 bij zijn tante in de zaak gaan werken. In 1954 heeft hij de zaak overgenomen, 42 jaar heeft hij daar metzijn vrouw hoeden en petten verkocht aan mensen uit onze stad, maar nog meer aan mensen uit de Meijerij. Maar volgens de
ansicht moet er voorheen ook al een Frans Boelens in hebben gezeten die hoeden en petten verkocht. En in 1869 was mr. C. Boelens pettenmaker en winkelier aan de Markt B. 17· Rechts van Fr. Boelens en links van de Paternoster was ook een winkel in hoeden en petten, maar dan van Jan Boelens. Dat pand zou "Het Jesumanneke" heten. Nadien heeft in dit pand het Pijpenhuis van J. Bodar gezeten. Hier verkochten ze sigaren, sigaretten en pijpen. Nu is het een broodjeszaak. Jo Hendriks Bron: - Brabants Dagblad 3-10-'90 - Oude namen van huizen en straten te 's-Hertogenbosch Jan enAlphons Mosmans. - Adresboek der stad 's-Hertogenbosch voor het jaar 1869. - Kroniek van' s-Hertogenbosch
Kopij voor het eerstvolgende Kring-Nieuws dient uiterlijk vrijdag 2 februari 1996 te worden ingeleverd bij Secretariaat Kring-Nieuws Postbus 1162, 5200 BE 's-Hertogenbosch of bezorgen in het Kringhuis
20
. - Jeugdleden f 15,. Kring-Nieuws is het zes maal : per .faar verschijnend tlJd· • schrift van de Kring ''Vrienden . · van 's•HertogenbOsch." REDACnE: i . Harry Blankert, Jack van Elfen,: • 1heO van Herwijnen, Jan Kle- · IJne, Atl Llnders (voorzitter/se- : , cretarls) en John Vermulst.
AAN DIT NUMMER • WERKTEN MEDE: '. Frans van BelkUm, Jan Bruljs• ~ fens, Uan Duif, Jan van Ee, Pe- · • tra van der Elst, Jo Hendriks, · Hein Kurvers, frans Peters, . J.A.G.M. van Roosmalen, J.J~ : van Veldhulien, Vincent Ver. berk en enkele teerlingen van . basisscholen~ REDACTIE-ADRES: '. secretariaat Kring-Nieuws PostbusH62 : 5200 BE 's-Hertogenboscb VORMGMNG: · Jan Bruljstens, Jackvan Elfen . en AH tlnders
•DRUK: . Prlntex 's-Hertogenbosch , Oplage 1600 stuks . Niets uit deze ultgqye mag . worden overgenomenionèler schrlftelllke toestemming van de redactie.