Kringnieuws 1996 07 22 134

Page 1

UITGAVE

VAN

KRING

"VRIENDEN

VAN

'S-HERTOGENBOSCH"

JAARGANG

22

-

NUMMER

5

-

JULI

1996

Van de redactie 1 •

Agenda 2

• Lief en leed

2 •

Van de bestuurstafel 3

• Van de redactie 4 •

Van de werkgroepen 10

• Voor ugelezen

11

• Bossche historie 13

füt iswmrnstig in's-fürtllgm6oscL

Foto:Atilindm

VAN DE REDACTIE Stap in de goede richting (30) In het leven staan verdriet en vreugde heel dicht bij elkaar. Dat blijkt ook in dit Kring-Nieuws waarin we twee overleden Kringleden betreuren maar ook een felicitatie uitspreken. In het vorige Kring-Nieuws was het niet mogelijk iets te plaatsen over de opening van het seizoen, alsmede de excursie naar Genk en Bokrijk. Dat verzuim wordt nu ingehaald. Verder maken we kennis met de activiteiten van een nieuwe werkgroep van de Kring; Kalenderfeesten.

Het vervolg van gerechte maten en gewichten vind U terug in de rubriek Bossche Historie. Ik ben van mening dat er al aardig wat stappen in de goede richting gezet zijn. Dat is ook de reden dat ik met stap nummer 30 het wil afsluiten. Indien er daar reden toe is zal het te vinden zijn onder de rubriek "Van de redactievoorzitter". Voor nu en in het vervolg heel veel leesplezier!

AtiLinders

KN - JULI 1996


AGENDA • LIEF EN LEED

AGENDA 14-07 Rondleiding begraafplaats "Groenendaal"

Kantoor begraafplaats -Aanvang 10. 30 uur 01-04/ Geveltekst- Woonhuisproject 01-10 Achter den Boogaard 10-12 16-05/ Tentoonstelling "Aardse Paradijzen" z.5-08 Noord brabantsmuseum z.3-05/ Tentoonstelling "De Binnendieze" z.5-08 Noord brabantsmuseum 1z-06/ Tentoonstelling"Tour de France" 14-07 Noord brabantsmuseum

19-07/ Tentoonstelling "Kees Bol 80 jaar" 01-09 Noord brabantsmuseum 08-09 Boerderijen-Pannekoek fietstocht

14-09 OpenMonumentendag 14-09/ Tentoonstelling "De muze als Motor" 01-12. Noord brabantsmuseum z.9-09 Orgel fietstocht 06-10 Boerderijen-Pannekoek fietstocht

(Herhaling)

LIEF EN LEED Hartelijk Gefeliciteerd Jack van Elten

In Memoriam Henk Wiggers Henk was Stadsgids, vanaf 1985. Heel wat gesprekken\ hebben wij gevoerd onder aan de toren. Een daarvan za _) nooit vergeten. "Ik heb nog zeven jaren te leven". Heel laconiek deelde hij dat mee. Hij had een paar jaar terug een hart operatie ondergaan en de dokter (Henk was zelf arts) had tegen hem gezegd: zo je bent nu weer aardig opgeknapt, je kan nog tien jaar mee. En met die tien jaar heeft hij gewoekerd. Onder andere veel gegidst in de stad. Op den duur werd het toch minder, moest hij twee ofdrie keer rusten van het Kringhuis naar zijn auto. Een nieuwe ingreep (inderdaad na ongeveer tien jaar) deed hem weer opleven. Hij kwam zelfs op de fiets naar het Zwanen broeders huis. Zijn heengaan is nu toch definitief Ik wens zijn vrouw en zijn familie veel sterkte in de komende tijd. Wij zijn dankbaar dat wij Henk hebben mogen meemaken als stadsgids en als Vriend van 's-Hertogenbosch en de Kring. Kok de Bekker-Dupont

In memoriam Frans Teulings

Het gebeurt binnen de Kring niet zo vaak dat een actieflid in het huwelijksbootje stapt. Op 3 mei trad Jack van Elten in het huwelijk. Al de leden van de Kring komen met de werkzaamheden van Jack in aanraking. De opmaak van het Kring-Nieuws is grotendeels van zijn hand. Af en toe wordt hij daarbij gesteund door zijn vrouw Karin maar sinds kort ook door Alexander Franssen. Wij wensen Jack en Karin een lang en gelukkig leven. Atilinders

Frans Teulings is niet meer, 'n echte Bosschenaar is op 11 juni 1996 van ons heen gegaan. Een Bosschenaar die in deze stad geboren en getogen was, liefen leed van de stad heeft meegemaakt. Frans was een verzamelaar van zijn stad maar dan ook 'n echte verzamelaar. Hij hield van zijn stad. Als je bij hem over de drempel van de voordeur stapte waande je je echt in de binnenstad, het was net 'n museum. Frans had graag mensen om zich heen die met hem over 's-Hertogenbosch konden praten. Daarom richtte hij bij de Kring "Vrienden van' s-Hertogenbosch" in 1991 een verzamelaarsgroep op, die later de naam kreeg van "Verzamelaars Hertog Jan" Na enige tijd werd Frans tot voorzitter benoemd en dat is hij tot het laatst gebleven.

KN - JULI 1996

2


LIEF EN LEED • VAN DE BESTUURSTAFEL

Frans'feufings

Hij was apetrots toen zijn verhaal "Het Moffejong", wat hij als jongetje zelfhad meegemaakt, geplaatst werd in het 's-Hertogenboek in het jaar 1995. De nieuwe expositie in het kader van 200 jaar 's-Hertogenbosch hoofdstad van Noord-Brabant in september, waar we druk mee doende zijn, mag hij niet meer meemaken. De "Verzamelaars Hertog Jan" zullen zijn kennis over 's-Hertogenbosch missen. Frans houdoe wèr.

Je vrienden van "Verzamelaars Hertog Jan"

Foto:

Rob Hoogm6oorn

Annemarie van Haaren Marijke Janssens Jan Masselink SjefBeekwilder Frits op ten Berg Rob Hoogenboom Jo Hendriks

VAN DE BESTUURSTAFEL Herinnering Enige maanden geleden is aan een aantal leden een herinnering gezonden, omdat zij de contributie voor i 996 nog niet hebben voldaan. Sommige leden hebben naar aanleiding daarvan hun bijdrage betaald; er zijn echter nog leden, die verzuimd hebben hun bijdrage te voldoen. Graag wil het bestuur een beroep op hen doen hun contributie alsnog over te maken.

Excursies Orgelfietstocht Op 29 september aanstaande gaan we weer op de fiets. Nu langs een aantal kerken met prachtige Smits-orgels. Wij hebben vijfkerken op het oog waarvan we er waarschijnlijk drie uitkiezen. In iedere kerk zal ons wat verteld worden over het orgel daar, en mogelijk wat van het hele gebouw en zal de plaatselijke organist ons vergasten op mooie orgelmuziek. Maurice Pirenne, u waarschijnlijk allen bekend heeft deze tocht mee voorbereid en zal ook van de partij zijn. Op maandag 16 september zal mevrouw Angeline Kersten in het stadsarchief een lezing houden als voorbereiding op onze orgel tocht. Mevrouw Angeline Kersten is voorzitter van de Stichting Het Brabantse Orgel. Ook zij zal van de partij zijn als we gaan fietsen. In het volgende Kring-Nieuws zult U nog veel meer kunnen lezen over lezing en fietstocht. Maar noteert U vast de beide datums in uw agenda:

• Maandag 16 september lezing in het stadsarchief • Zondag 29 september Orgel fietstocht In het Kringhuis kunt U zich al opgeven. Hier zijn ook nog enige exemplaren te koop van het boekje "Bossche Orgeldagen" voorf 1,-. Misschien al iets om zelf wat aan voorbereiding te doen. Hopelijk tot dan. Kok de Bekker-Dupont

Vooraankondiging! Wat Waar Wanneer Gids Lengte

Boerderijen-Pannekoeken fietstocht Land van Heusden enAltena zondag 8 september Dr. Ir. SjefHendrikx 65km

Maximaal 30 personen (bij overtekening: herhaling zondag 6 oktober) Programma en nadere gegevens in het volgende KringNieuws. Intekenen kan tot I september in het Kringhuis.

KN - JULI 1996

3


VAN DE BESTUURSTAFEL • VAN DE REDACTIE

Mini-excursie Voor belangstellende leden wordt de mogelijkheid geboden om op zondag 14juli vóór de middag, aanvang 10. 30 uur, een bezoek te brengen aan de begraafj:>laats "Groenendaal" te Orthen, waarbij de bijzondere parkaanleg van deze begraafplaats centraal staat. De rondleiding wordt verzorgd door een deskundige gids van de Kring. Aansluitend aan deze rondleiding over het park is een bezoek aan de crypte niet

Hartelijk welkom Wij verwelkomen als nieuwe leden. de heer M. Smits,' s-Hertogenbosch de heer J. Kurvers, 's-Hertogenbosch de heer K. Nouws, Boxtel de heer I.C. Qyaars, 's-Hertogenbosch mevrouw M. van Neyenhoff, Cromvoirt de heer W. Damkot, Oss mevrouwC. Katan, Vught de heer G. Wasser, Deurne mevrouw F.F. van Schravendijk, 's-Hertogenbosch J.W. Toonssen, 's-Hertogenbosch J. van Raay, 's-Hertogenbosch

uitgesloten. Hiervoor is een aanvraag ingediend bij het bestuurvan de Stichting"Solamen". Geïnteresseerden kunnen zich melden op de dag zelfbij de gids, die zich bevindt in het kantoor van "Groenendaal".

VincentVerberk

de heer P. van Cruysen, 's-Hertogenbosch deheerJ.C.M. Bouwmans, Veghel de heer Brouwers, Rosmalen mevrouw G. v.d. Meijs-de Graauw,' s-Hertogenbosch H.C.Th. Persoons, ' s-Hertogenbosch de heer R.J. van de Ven Renardel de Lavalette, Helmond mevrouw J. Glaudemans, 's-Hertogenbosch mevrouw I.A. Hengelholen, 's-Hertogenbosch de heer en mevrouw Bertrums, 's-Hertogenbosch W. Werps, Heerewaarden C. Thijssen, 's-Hertogenbosch mevrouw R. van Nuland,' s-Hertogenbosch mevrouw E. Vervoordeldonk-v.d. Wiel,' s-Hertogenbosch • mevrouw Duym-Rovers, 's-Hertogenbosch

VAN DE REDACTIE Een nieuw begin Net voor het verschijnen van het vorige Kring-Nieuws, op 21 april, stond er een excursie naarGenkenBokrijkop de evenementenlijst van de Kring. Deze werd gehouden in het kader van" 1996 jaar van het Industrieel Erfgoed". Zesenveertig mensen konden genieten van een uitzonderlijk mooie zomerse dag. Wat mij opviel was dat er, zover ik kon bepalen, niemand bij was van onze werkgroep de Winde. Tijdens de busrit naar onze bestemming werden we door Ir. J. Hendrikx vergast op een "lezing" over het ontstaan en doel van het fenomeen Openluchtmuseum. Een Openluchtmuseum is er ter bevordering van de studie van de leefsituaties van de mensen. Het bevat elementen van stad, land en industrie. De eerste musea werden opgericht in Scandinavië. Voor Bokrijk is het museum 'Den fynske Landsby' in het Deense Odense van belang. Er zijn twee manieren waarop men een museum inricht. De eerste manier, toegepast in ons Openluchtmuseum in Arnhem, beginnen en zodra er iets beschikbaar komt er het volgende bijplaatsen. In 1912 is men in Arnhem begonnen. Door deze manier van werken zit er niet al te veel structuur in. De tweede manier is het museumgeografisch indelen. Dit principe geeft veel beter de leefsituatie weer die men in vroeger tijde kende. Zo kan men onderscheid maken tussen arme en rijke streken. Bokrijk werd gesticht in 1938, men had eerst eens zijn voelhorens uitgestoken, en staat in het kader van Vlaams België. Na deze boeiende vertelling stond ons in Genk koffie met vlaai te wachten. Tijdens het tweede bakje kregen we een be-

toog door de heer Lucien Bogers, gemeente archivaris van de stad Genk, met als onderwerp, hoe kan het ook anders, Genk. Het huidige Genk is tot stand gekomen door een fosie van twaalf gemeenten in 1977· Het eerste geschreven bewijs dateert uit 1096. De eerste gemeente grenzen werden bepaald in 1391. Inde middeleeuwen was Genk geen plaats van betekenis, het lag niet aan een doorgaande weg, er was geen kasteel ofeen grote waterloop. De huidige naam is via een aantal ver~ basteringen als Geijnke, Geunke, Genek, Genghe, Gheinke, Gheinick, Gij nick, Geinick, Ghink, Ghenk uiteindelijk Ge · geworden en wel werd deze schrijfWijze bepaald op de eerste: gemeenteraadsvergadering, na het verschijnen van de raalwet, van8december1933· In 1901 wordt er steenkool ofWel "Het Zwarte Goud" gevonden. Het duurde echter tot 1917 voordat de eerste steenkolen in dit gebied het daglicht zagen. In tegenstelling tot de Nederlandse mijnen zijn de Belgische nooit staatsbezit geweest. De exploitatie was volledig in handen van particulieren en daardoor veel gevoeliger voor economische achteruitgang. Men had veel mijnwerkers nodig waardoor er in 1923 een aantal inwijkelingen uit Polen kwamen om hier te werken. Jammer genoeg voor Genk bleef de nevenindustrie weg. Van het oude centrum van Genk is niet veel meer over. Veertien dagen nadat men bevrijd was van het Duitse juk werd het centrum door de Amerikanen gebombardeerd. Hierdoor is zo goed als het hele oude centrum verwoest, Pas in de zestiger jaren kwam de nevenindustrie eindelijk naar Genk.

KN - JULI 1996

4


VAN DE REDACTIE

Etn nieuw 6cain

Na het bezoek aan de mijn zijn wij door de zogenaamde ruinwijk gereden. Deze wijk was bedoeld als lokmiddel voor de mijnwerkers. Het wooncomfort was er vele malen groter dan in de andere volkswijken. Deze wijk is volledig gefinancierd door de mijnen. De kenmerken zijn: geringe bebouwingsdichtheid, beperkt inwonersaantal, eengezinswoningen met romantische vormgeving en aparte tuin. Het lag ook in de bedoeling het contrast tussen de woningen van de directeur en de laagst betaalde arbeider zo klein mogelijk te houden. Verder is er ook veel openbaar groen in de wijk aanwezig. Zo zien we dat als we zaken een tijdje op zijn beloop laten het bijna altijd mogelijk is een nieuw begin te maken. Onze magen begonnen toch wel te knorren. Dus vertrokken we naar Bokrijk waar ons in het Koetshuis een uitgebreide lunch te wachten srond. Daar konden we op ons gemak eten zonder dat er van ons verlangd werd dat we ergens naar luisterden.

Foto:

Na de lunch werd de groep in tweeën gesplitst voor een rondleiding over het terrein van Bokrijk. Het Domein kent de volgende indeling: de Kempen, hetarme heidelandschap, Brabant, Limburgs Haspengouw en het Maasland, het vruchtbare heuvelland, Oost- en West-Vlaanderen, het vruchtbare laagland, en als laatste de oude stad.

Atilirnft11 N ti is Genk een plaats met grote industrieterreinen en veel werkeloosheid. Dit laatste is eengevolgvan de grote hoeveelheid jeugd en het grote aantal laaggeschoolde arbeiders. Na deze lezing hebben we onder leiding van de heer Bert Van Doorslaer, de verantwoordelijke persoon van het bureau Industrieel Erfgoed van de gemeente Genk, een bezoek gebracht aan de mijn van Winterslag. Deze mijn werd in 1917in produktie genomen. Er zijn een aantal manieren om schachten te maken. Het zou hier te ver gaan deze volledig toe te lichten.Wel wil ik kwijt dat dit de eerste grote mijn was waar de schachten middels de zogenaamde vriesmethode gemaaktwerden. De mijn telt vier ondergrondse verdiepingen; op 600, 660, 735 en 850 meter. Het maximaal aantal te werk gestelde mijnwerkers, zijnde 6250 werd geregistreerd in 1953, de maximum produktie, i.635.514 ton, behaalde men in 1967. De mijn werd gesloten op 31 maart 1988 en staat sinds die tijd leeg. Tussen 1917 en 1988 werd er 66.593.000 ton kolen uit de mijn gehaald. Men is in België meestal niet zo sterk in het nemen van impulsieve beslissingen zoals in Nederland. Hier zijn de mijnen of afgebroken of hebben een andere bestemming gekregen. Het is niet meer mogelijk om iets van het fimctioneren van de mijnen te laten zien. Jammer maar helaas. Doordat men in België alles heeft gelaten zoals het was ten tijde van de sluiting is men nu schitterend in staat de mijnen te restaureren. Tijdens onze rondgang hebben we slechts een fractie van de mijn gezien. Verdere bezichtiging was uit veiligheidsoverwegingen nog niet mogelijk. Het zal nog wel een aantal jaren duren voor dat haalbaar is. Al met al was het zeer indrukwekkend.

Onze gids heeft slechts een minimaal deel van het arme heidelandschap behandeld. Dit was echter zo sprekend dat we ons inde respectievelijke 16e, 17e, 18e en 19e eeuw waanden. De evolutie is duidelijk. Frappant is het hoe de mensen, met uiterst eenvoudige hulpmiddelen, zich het leven roch heel aangenaam konden maken. Ook bezat men in die tijd een grote dosis vernuft. Daar kunnen wij tegenwoordig met al onze hightech zaken eigenlijk niet mee concurreren. Het is niet zo dat alle mensen in de Kempen arm waren. Ook hier kende men rijke boeren en burgers. Dit kwam rot uitdrukking in beter gebouwde behuizing voor mens en dier maar ook had men wat meer luxe en wooncomfort rot zijn beschikking. Het was reuze jammer dat we maar zo kort de tijd heb ben gehad, alhoewel twee uur toch niet echt kort te noemen is. Deze waren in een vloek en een zucht voorbij . Na de wandeling konden we in het treintje een beetje onze vermoeide ledematen laten rusten en toch van de uitgestrektheid van het Domein genieten. Daarna nog een dorstlesser voor we met de bus koers zetten in de richting van Poste!. Een laatste laving voor we de thuisreis aanvaarden. Jammer genoeg konden we niets van de heerlijkheden van de abdij van Postel kopen, omdat de winkel reeds gesloten was. De dagindeling was goed doordacht, gepland en voor herhaling vatbaar. Vincent bedankt namens alle Genk-Bokrijk gangers.

AtiLinders

KN - JULI 1996

5


VAN DE REDACTIE

Opening toeristisch seizoen Op zaterdag 27 april 1996 werd 'met enige feestelijkheid' het toeristisch seizoen voor 1996 geopend. Het officiële gedeelte van de opening stond geheel in het teken van de Binnendieze, het Bossche stadsriviertje dat reeds eeuwenlang zijn weg zoekt door onze binnenstad. Niet verwonderlijk, want dit water mag zich de laatste tijd verheugen in een nog steeds groeiende populariteit. Rond de klok van elf uur is het in de Bossche dansschool Voettisch een gezellige drukte. Een groot aantal genodigden en belangstellenden zijn samengekomen om deelgenoot te zijn van de openingsfestiviteiten van de Kring "Vrienden van 's-Hertogenbosch" en de Stichting Binnendieze: de aanbieding van een boek over de Binnendieze, de onthulling van een plaquette en de ingebruikname van de vierde rondvaartboot. Na het bekende onthaal met een kopje koffie en een chocolade bol heet Hein Kurvers, voorzitter van de Kring, de aanwezige dames en heren hartelijk welkom. Een bijzonder welkom is er voor de speciale gasten: mevrouw Schram, wethouder van toerisme, de heer Bierens, directeur van Rabobank 's-Hertogenbosch, en de heren Meulman en Van Oudheusden, respectievelijk (mede)uitgever en auteur van het boek Binnendieze, de stadsrivier van' s-Hertogenbosch. In zijn welkomstwoord gaat Kurvers in op de enorme belangstelling die er de laatste jaren is ontstaan voor de Binnendieze en in het bijzonder voor de vaartochten op deze stadsrivier. Jaarlijks komen daar ongeveer 50.000 mensen op af Als toeristische rrekp leister is het een waardevo 1bezit voor zowel de Kring als de gemeente's-Hertogenbosch. Nu ieder-

Ontliuffing yfaquttu

Foto:

Atilirufm

een het belang van de vaartochten op dit binnenwater heeft ontdekt zijn er ook velen die een bijdrage willen leveren om het nog aantrekkelijker en nog interessanter te maken. En juist daar schuilt volgens Kurvers een groot gevaar. Daarom is het van groot belang dat de Kring zich gaat bezinnen over de vraag wat er in de toekomst met deze activiteit verder moet gaan gebeuren. Momenteel buigt een denktank zich over dit vraagstuk. Naar alle waarschijnlijkheid zal die zich nog deze zomer uitspreken over de toekomst van de rondvaarten op de Binnendieze. In ieder geval, zo weet Kurvers al wel te melden, zou het onwrikbare uitgangspunt van alle toekomstplannen het behoud van het karakteristieke van het water in onze stad moeten zijn.Want alleen met een kleinschalige aanpak kan de typische charme van de Binnendieze behouden blijven. Na deze waarschuwende openingswoorden is het tijd voor de presentatie van het boek Binnendieze, de stadsrivier van 's-Hertogenbosch van de hand van bekende Brabantse historicus Jan van Oudheusden. Het 'pittoreske boekwerkje over het wel en wee van en over de Binnendieze' zal zeker in een behoefte voldoen. Zoals bekend verdiepen Bosschenaren ziP • graag in de geschiedenis van hun eigen stad en er is dan O<>- grote belangstelling naar boeken over dit onderwerp. Ondanks deze grote belangstelling, zo constateert Van Oudheusden in zijn toespraak enigszins verbaasd, is dit boekje pas de eerste publikatie waarin de Binnendieze centraal staat. Volgens de schrijver is de verklaring voor dit merkwaardige feit toch niet zo moeilijk te vinden. Want, zo stelt hij, de liefde van de Bosschenaar voor zijn binnen water is nog maar pril. Nog geen dertigjaar geleden liet het plan van het Bossche gemeentebestuur om de Binnendieze te dempen de meeste inwoners volkomen onverschillig. Mensen als Hein Bergé en Jan van der Eerden, die zich met al hun ziel en zaligheid inzetten voor het behoud van de Binnendieze, werden uitgela~ chen en voor gek uitgemaakt. De Binnendieze was in veler ogen een vieze vuile stinksloot, die zo snel mogelijk moest verdwijnen.Hetheeftdanookmaareenhaargescheeldofonze binnenstad had grote gelijkenis vertoond met het centrum van Eindhoven en Tilburg. Gelukkig heeft de Bossche geschiedenis een gunstige wending genomen en zal eir ' 1997 de gehele Binnendieze in een nieuw jasje zijn gestoke ... Aan het slot van zijn toespraak roept Van Oudheusden de Bossche beleidmakers op niet weer omwille van de vooruitgang grote delen van onze monumentale binnenstad te slachtofferen. Want, zoals hij terecht opmerkt, de toekomst van een stad is pas echt gewaarborgd als er ook zorg is voor het erfgoed uit het verleden. Daarop overhandigt Van Oudheusden het eerste exemplaar aan Jan van der Eerden. Een symbolisch eerbetoon aan al diegenen die zich voor het behoud van de Binnendieze hebben ingezet. Nu alle ogen op de Bossche architect zijn gericht, maakt hij van de gelegenheid gebruik een kritische kanttekening te plaatsen bij het succes van de Diezetochten. Dertig jaar geleden werd de Binnendieze gezien als een bouwvallig open riool dat je zo vlug mogelijk moest dichtgooien. Gelukkig, zo stelt hij, is de laatste jaren de waardering voor de Binnendieze veranderd en gegroeid. Maar we moeten oppassen dat we niet doorslaan naar het andere uiterste. Eén van de gevaren die ons cultureel erfgoed in onze tijd bedreigen, is dat van het massa-toerisme. Dat kan het

KN · JULI 1996

6


VAN DE REDACTIE

Nimfen

oycfe Bimttndlm

Foto:

Atilinckrs

J

broodnodige evenwicht in het omgaan met monumentale structuren in de binnenstad ernstig verstoren. Ook de capaciteit van de Binnendieze heeft zijn grenzen en, zo wordt door Van der Eerden benadrukt, die zijn eerder bereikt dan de toeristenindustrie wel zou willen. Daarom doet hij de oproep verstandig om te blijven springen met de Diezetochten. Dit gezegd heb bende, wenst Van der Eerden de stichting Binnendieze een succesvol vaarseizoen toe. Met de vermanende woorden van Jan van der Eerden in gedachten verplaatst het gezelschap zich naar de opstapplaats voor de boottochten over de Binnendieze in de Molenstraat. Daar wordt door de heer Bierens, directeur van Rabobank 's-Hertogenbosch, een glazen plaquette onthuld met daarop de loop van deBinnendieze gegraveerd. De plaquette moet de opstapplaats van de vaartochten duidelijker markeren en tegelijkertijd meer informatie verstrekken over de loop van de stadsrivier. De plaquette is nog maar net van zijn omhulsel ontdaan als uit de Uilenburg de Schutterij van' s-Hertogenbosch met 'geswinde pas' komt aangemarcheerd. De gehele dag geeft de 'Halve KompagnieArtillerie der dienstdoende Schutterij van 's-Hertogenbosch' in de Bossche binnenstad acte de présence. Gekleed in de originele uniformen uit 1831 loopt de Halve Kompagnie Artillerie de gehele dag patrouille en demonstreert zij op het stadhuis een 'Brandpiket'. Bij de opstapplaats van de Diezetochten houdt de Schutterij halt. Na enige bevelen van een besnorde sergeant-majoor wordt door twee leden van de Schutterij de rood-wit geblokte vlag van Brabant in top gehesen. Na dit ceremoniële vertoon wordt het tijd voor de feestelijke ingebruikname van de vierde boot van de Diezevloot. Wethouder Schram valt de eer toe de gloednieuwe boot ten

doop te houden. In haar toespraak sluit Schram aan bij de woorden van Kringvoorzitter Kurvers. Het elfde vaarseizoen gaat zich richten op de toekomst. Zij is dan ook blij 111.et de door de Kring geformeerde denktank. Met grote belangstelling wordt het advies over de toekomstige ontwikkelingen van de vaartochten op de Binnendieze tegemoet gezien. Het thema 'Binnendieze', zo deelt Schram mee, zal ook hoge prioriteit krijgen binnen het te ontwikkelen 'visitors management'. Ten overstaan van al de aanwezigen belooft de wethouder de eerder geuite waarschuwingen van Hein Kurvers, Jan van Oudheusden en Jan van der Eerden ter harte te zullen nemen. Ook Schram is van mening dat de vaartochten beslist niet mogen gaan behoren tot een soort 'Efteling-attractie'. Behoud van de kleinschaligheid acht ook zij van levensbelang. Misschien dat hertog Godfried III, wiens naam verbonden is aan de nieuwe boot, met zijn geschrei de mogelijke vijanden op de vlucht zal doen slaan. Het is hem op het slagveld eerder gelukt. Met het uitspreken van de wens dat de Hertog Godfried III samen met de andere boten zal bijdragen aan een goed seizoen 1996 opent Schram het toeristisch seizoen van de Kring "Vrienden van' s-Hertogenbosch" en haar zusterorganisaties de Stichting Binnendieze en de Stichting Gastheerschap. En dan na enige tijd gespannen afWachten, verschijnt vanonder de gewelven van het restaurant 'Van Puffelen' het nieuwe vaartuig. In de rijk versierde boot zit tussen de bebladerde takken de gemaskerde Hertog Godfried lil. Aan zijn voeten liggen een drietal dames in verschillende stadia van ontkleding neergevleid. Met hun sensuele gebaren trachten zij de hertog te behagen. Het zijn Dieze-nimfen. Plotseling maakt een groen-goud beschilderde nimfzich uit het gezelschap los en voert op de mysterieuze klanken met haar ogen dicht een eigentijdse figuurdans op. Nadat iedereen zijn ofhaar ogen goed de kost heeft kunnen geven aan dit interessante kijk- en luisterspel, verdwijnt de boot wee ronder de gewei ven van het restaurant. Daarmee ook een einde makend aan een prima verzorgde opening van het toeristisch seizoen 1996. AartBogers

De beiaardier en de torengidsen van de Sint-Jan. Jo Hendriks, coördinator voor de gidsen voor de Sint-Janstoren, doet er alles aan om een goede collegialiteit en saamhorigheid onder de gidsen te bewerkstelligen. In dit kader heeft hij dan ook de beiaardier, Joost van Balkom, uitgenodigd om zijn verhaal over de toren, maar vooral over de klokken en de uurwerken, te laten vertellen. Dit keer duurde de rondleiding ruim twee uur en ik weet zeker dat niemand van de gidsen zich verveeld heeft. Sterker nog: de aanwezige gidsen kunnen weer een aantal nieuwe verhalen en feiten vertellen in de toren. De avond was niet alleen leerzaam, maar nog uitermate ongedwongen ook. Aangetekend mag worden dat het enigszins vertroebelde contact tussen beiaardier en gidsen behoorlijk verhelderd is. Op voorstel van de beiaardier en door de gidsen met enthousiasme ontvangen zal deze bijeenkomst jaarlijks terugkeren. Voor het initiatiefvan deze avond: chapeau!!! John Vermulst

KN - JULI 1996

7


VAN DE REDACTIE

Verslag van de ledenvergadering op 6 mei 1996 De voorzitter opende om 20.00 uur de vergadering in een zaal van het Theater aan de Parade voor een gehoor van 67 Kringleden en introducés. Hij deelde mee, dat er in de pauze (om 20.50 uur) gelegenheid zou zijn voor het bekijken van een tweetal videobanden: de ene is een promotie band voor de stad, die te koop ofte leen is in het Kringhuis, de andere een door een particulier gemaakte band over de afbraak van het station. Ook kon de voorzitter meedelen, dat er een nieuwe Kringpublikatie is verschenen. Het betreft het stripboek "Johanna, de strijd om 's-Hertogenbosch", met tekst van Paul Deckers en tekeningen van Piet Wijn. Het verhaal verscheen eerder in afleveringen in Donald Duck van 1988. Het is vanafheden te koop in het Kringhuis voorf 9,95. Kringleden kunnen met de C-bon van de lidmaatschapskaart 1996het boek verkrijgen voorf7,95. Het belangrijkste deel van de vergadering stond in het teken van de jaarverslagen en de jaarrekening. Hetverslagvandevorige ledenvergadering van 11 december 1995 werd onder dankzegging aan de secretaris goedgekeurd. De jaarrekening 1995 werd vervolgens door de penningmeester Jack van Uden gepresenteerd met de inmiddels vertrouwde overhead-projector. Het was de laatste keer, dat de jaarrekening in zijn huidige vorm werd gepresenteerd. Dat kwamnietalleen, omdat de penningmeester zijn functie neerlegt, maar ook omdat de Stichting Gastheerschap met ingang van 1996 een eigen jaarrekening zal presenteren: de baten en lasten betreffende de toeristische activiteiten zullen dan niet meer op de jaarrekeningvan de Kring voorkomen. Zoals u in het Kring-Nieuws van april l 996hebt kunnen lezen, kon de Kring het jaar 1995 afSluiten met een batig saldo van ruimf 10.000.-. De penningmeester moest constateren, dat de opbrengsten van de activiteiten in 1995, evenals in 1994, waren gedaald, ondanks de prijsstijging in 1995. Ook de opbrengsten van de verkopen bleven achter bij de verwachtingen. Dat viel deels te verklaren door de teruglopende aantallen bezoekers en deels door te weinig nieuwe Kringpublikaties. De post donaties viel hoger uit dan begroot door een onverwachte gifi: vanf 5000.- van de Vereniging Sociëteit Casino. Overigens zijn er enkele fouten geslopen in het financieel overzicht, zoals dat in het Kring-Nieuws van april 1996 is afgedrukt: 'Begroting 1996' dient u te lezen als 'Begroting 1995' en de optelsom bij de vorderingen aan de activa-kant van de balans moet als eindbedrag} 26.300,04 hebben in plaats van

}28.300,04. De kas van de Kring is gecontroleerd door een kascommissie, bestaande uit de heren W. Bechtold, P. Hellings en J. v.d. Voren. De heer Hellings las het verslag van de commissie voor. Naar aanleiding daarvan dechargeerde de vergadering de penningmeester. De heer Bechtold verlaat de kascommissie en in zijn plaats werd benoemd: mevrouw J. van Gulik. Als reservelid meldde zich aan de heer P. van Spaandonk. Na dit financiële verhaal was het tijd voor de jaarverslagen van Kring en werkgroepen. De voorzitter merkte naar aanleiding van het jaarverslag van de secretaris op, dat de Kring momenteel 14o6leden heefi:, van wie circa lOO hun contributie nog niet heb ben betaald. Het streven is erop gericht aan heteind van het jaar 1500 (betalende) leden te heb ben. De verslagen van secretaris en werkgroepen werden door de vergadering goedgekeurd onder dankzegging aan de verslag-

leggers. Hetjaarverslag van de werkgroep de Winde was niet ondertekend, maar is gemaakt door de heer F. Smits van Waesberghe. De voorzitter deelde verder mee, dat de Knipselkrant 1995 is samengesteld door de heer J. van Haaren. In deze krant, die ter inzage ligt in het Kringhuis, zijn onder andere alle perspublikaties vermeld, waarin de Kring wordt genoemd, en ook artikelen over het verleden van' s-Hertogenbosch. Voorgaande knipselkranten zijn eveneens ter inzage en werden samengesteld door de heer J. v.d. Voren. In de pauze van 20.45- 2i.05 uur was er voor geïmeresseerdengelegenheidomde beide videobanden te bekijken. De pauze was echter te kort om beide banden te bekijken. De band over het station, gemaakt door de heer Bureynmet als titel "In en om de draak" werd daarom na de pauze voor de voltallige vergadering vertoond. Daarna was het tijd voor de bestuursverkiezing. De heren Kleyne en Kurvers werden herbenoemd voor een periode van 3 jaar. De heer van Uden trad tussentijds af en in zijn plaats is de heer A. van der Heyden tot penningmeester 1 noemd. De heer F. Peters trad ook afen stelde zich niet herkie,baar. Er zijn enige kandidaten in de picture voor de functie van secretaris van de Kring, maar zij willen zich nog eerst verder oriënteren op de exacte invulling van deze functie. Er kon dus nog geen nieuwe secretaris benoemd worden. Op de volgende ledenvergadering zal een voordracht voor de secretarisfirnctie plaatsvinden. Tot die tijd zullen de bestuursleden onderling de secretariële werkzaamheden verdelen. Ook bij de raad van adviseurs hebben mutaties plaatsgevonden. Stadsarchivaris Loo per heefi: elders een functie aanvaard en de heer Bergé heeft te kennen gegeven tussentijds te willen aftreden. Er kon tijdens de vergadering een nieuwe adviseur benoemd worden: de heer W. van Leeuwen. Vervolgens kwam de contributie van de leden aan de orde. Het bestuur heefi: besloten het huidige tariefte handhaven. De heer Duym stelde naar aanleiding daarvan een vraag over invoering van een gezinslidmaatschap. De penningmeester antwoordde daarop, dat daar nogal wat haken en ogen aanzitten. Het is hem bekend dat het bij andere verenigingen best maar daar zijn de contributies veel hoger. Een persoonlijk humaatschap verdient de voorkeur. De heer Duym kon daar vrede mee hebben: hij meldde zijn echtgenote als nieuw Kring lid aan. Aan het eind van de vergadering werd afscheid genomen van enkele Kringvrijwilligers. De heer J.v.d. Voren nam afscheid als coördinator van de torengidsen en de heer J. Bruijstens als voorzitter van de redactie Kring-Nieuws. Beiden waren niet aanwezig. De huidige redactie voorzitter van het Kring-Nieuws, mevrouw A. Linders, overhandigde het bestuur het tweede exemplaar van een boek, waarin alle Kringnieuwsen zijn ingebonden, waaraan Jan Bruijstens zijn medewerking heeft verleend. Het eerste exemplaar heeft Jan al eerder zelfontvangen. Jacques op 't Hof, die wel aanwezig was, nam afScheid als beheerder van het Kringhuis. De bestuursleden Peters en Van Uden namen eveneens afscheid met als consequentie het inleveren van de Kringbestuursspeld. De voorzitter sloot de vergadering om 22.00 uur. Theo van Herwijnen

KN - JULI 1996

8


VAN DE REDACTIE

Nationale Fietsdag Dit jaar ging de nationale fietsdag officieel van start op de Parade in 's-Hertogenbosch. Om enig cachet te geven aan deze manifestatie gafde Bossche Schutterij een staaltje van haar kanonsexcercitie weg; een oorverdovende knal van dat kanon deed de stad op haar grondvesten schudden. Ik denk dat sinds die tijd de Zoete Lieve Vrouw in de SintJan niet goed meer in haar jas zit. Er gaan zelfs geruchten dat de mantel bijna van haar schouders gegleden was! In ieder geval vertrokken even later, onder de woordenstroom van een "Hollandse" speaker, de prominenten voor hun fietstocht van circa 25 minuten, waaronder onder andere Burgemeester en Wethouders, de Commissaris van de Koningin, de bestuursvoorzitter van KPN en de hoofddirecteur van de ANWB. Niets heb ik tegen Hollanders ofzo, maar een echte Bossche speaker had zeker meer gezelligheid en vooral meer smeuigheid aan deze openingshandeling gegeven.

Een aantal kramen op de Parade, waaronder eentje van de Kring "Vrienden van' s-Hertogenbosch" moest de feestvreugde verhogen en het geheel een fleurig aanzien geven, maar ik kon er niet warm ofkoud van worden. Heel bijzonder was echter wel het optreden van een groep musicerende mensen op zeer oude fietsen hetgeen bij de bezoekers zeer in de smaak viel. Wat ook in de smaak viel was de Franse kaas door één van de vrijwilligers van de Kring ongewild en buiten haar medeweten aangeboden. De voorzitter alsmede enkele vrijwilligers waaronder ondergetekende, hebben bijzonder genoten van die uitstekende kaas. Bema Rekkers kon haar gasten 's avonds thuis dan ook meedelen dat de kaas uitstekend was ... Natuurlijk was er ook een groot aantal fietsers die op deze dag de uitgezette fietsroutes hebben gereden. Helaas kan ik daar geen verslag van doen, want ik heb niet meegefietst. John Vermulst

Een toevallige ontmoeting in Mechelen! Onlangs vertoefde ik een dagje in Mechelen (België) en ik bezocht uiteraard de Sint-Romboutskathedraal, de metropolitaanse kerk sinds 1559. De bouw van deze kerk kent drie periodes, in de eerste van 1200 tot circa 13 20 werden de zuidelijke en noordelijke kruisbeuk alsook de zijbeuken en het schip opgetrokken. Na een pauze tot 1365 begon de tweede bouwfase tot 1451, waarin het schip hoger werd opgetrokken en van een nieuw triforium voorzien, het koor en de straalkapellen werden gebouwd. De derde bouwfase was aansluitend en duurde tot 1520. In deze bouwfase is in hoofdzaak gewerkt aan de toren on-

der leiding van leden van de bouwmeestersfamilie Keldermans. De toren zou volgens het oorspronkelijke plan een hoogte moeten krijgen van 167 meter. De bouw van deze toren was mogelijk door gifi:en van de gelovigen die vanaf 1451 naar Mechelen kwamen om de jubileumaflaat te verdienen die door paus Nicolaas V aan de stad Mechelen verleend werd. Rond 1520 werd de bouw van de toren stopgezet; op dat tijdstip was de hoogte van de toren 97 meter. Het gaat niet om het hele interieur in dit kader te beschrijven, maar twee specifieke dingen vielen mij wel op: In de kapel van de Relieken hangen de wapenschilden van de Ridders van het

Wij staan bekend om onze grote collectie boeken over onze stad.

Ook de Meijerij van 's-Hertogenbcsch, onze provincie en geschiedenis in het algemeen is bij ons goed vertegenwoordigd. Het is de moeite waard eens bij ons binnen te stappen.

BOEKHANDEL

Ker1<straat 27, 's-Hertogenbosch, tel. (073) 6130012, fax (073) 612 09 90.

Gulden Vlies die deel hebben genomen aan het Vijfi:iende Kapittel in 1491 in de Sint-Romboutskathedraal onder voorzitterschap van Philips de Schone, die overigens zelf als driejarig kind tot ridder was geslagen tijdens het Veertiende Kapittel in 1481 in de Sint-Janskathedraal in' s-Hertogenbosch. Van de tweeëndertig wapenschilden (67x85 cm) zijn ernogvijfentwimig authentiek. Zeven stuks zijn verdwenen en in 1838 nieuw aangebracht. Binnenkomend aan de westzijde, de toreningang, staat achter in de kathedraal aan de linkerzijde het beeld van Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans. Dit beeld trok mijn bijzondere aandacht toen ik de geschiedenis van dit beeld hoorde. Sedert de Franse Revolutie bevindt dit beeld zich in de kathedraal, voor die tijd echter was het eigendom van de Dominicanen of Predikheren en tot voornoemde Revolutie stond dit beeld in hun kerk in Mechelen ... Echter. .. Het beeld van Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans is afkomstig uit 's-Hertogenbosch, alwaar het stond in de kerk van de Predikheren aldaar. Bij de val van 's-Hertogenbosch in 1629 moesten alle mannelijke geestelijken de stad direct verlaten, maar kerkelijke goederen mochten wel worden meegenomen. Sinds die tijd bevindt het beeld zich in Mechelen, voor mij een "toevallige" ontmoeting tijdens een dag in deze stad. John Vermulst

KN · JULI 1996

9


VAN DE WERKGROEPEN

VAN DE WERKGROEPEN Oegotte kèk door Met de herplaatsing van de keien Oegotte kèkdaor op Monumentendag 1995 is er toch iets gaan leven, naar de wens van Domien van Gent, om elders in de stad meerdere spreuken te plaatsen. Behalve de voornoemde spreuk zit er nu een steen in de tuinmuur van het pand Hofvan Zevenbergen met het gezegde: "'ris klikveurd'n bult'theetnetgespeuld". Voorts in het pandSt.-Jorisstraat78 met de tekst"Hoezedde gij dè". Inde nieuwe stadsvilla in de Prins Bernardstraat is de tekst verschenen "En mar Kwaojtonge".

Feest in de stad! Brabanders, en in het bijzonder Bosschenaren, hebben de naam graag en goed feest te vieren. Dat zal best waar zijn, maar mensen met enige historische interesse - en die interesse mag bij de leden van de Kring "Vrienden van's-Hertogenbosch" toch wel verondersteld worden - vragen zich snel af: hoe wordt er dan feest gevierd? En vooral: is dat feestvieren in de loop van de geschiedenis veranderd? Welnu, sinds enkele maanden is de Kring "Vrienden van 's-Hertogenbosch" een nieuwe werkgroep rijk, die zich met deze vraag bezighoudt: de werkgroep kalenderfeesten. Zij bestaat momenteel uit een zevental leden, die, al naar gelang zij tijd beschikbaar hebben, een ofmeer dagdelen per week in het archiefbezig zijn met het verzamelen van gegevens over de manier waarop in de stad's-Hertogenbosch in vroeger tijden feest werd gevierd. Vanuit de Kring wordt de werkgroep gecoördineerd door Petra van der Elst en begeleid door ondergetekende, Peter Nissen. Aart Vos is onze contactpersoon in het stadsarchief. Wat is eigenlijk een feest? De 'dikke Van Dale' geeft als tweede betekenis-omschrijving een bondige definitie: 'bijeenkomst en samenzijn ter viering van een heuglijk feit' . In die definitie zitten drie elementen die een feest tot feest maken. Om te beginnen is er sprake van een 'bijeenkomst en samenzijn': voor een feest komen mensen bij elkaar, het is iets van meer dan één persoon, feesten zijn een sociaal gebeuren, zij worden door een groep gevierd. Vervolgens is er sprake van het element 'vieren': tijdens een feest gebeuren er dingen, er worden handelingen verricht, er worden rituelen voltrokken, mensen doen andere dingen dan ze normaal doen, kleden zich soms anders, eten en drinken anders (en meer!) enzovoorts. En ten slotte spreekt het woordenboek van' een heuglijk feit', dat wil zeggen een feit dat het waard is 'geheugd' te worden, dus herinnerd, te worden: een feest heeft een aanleiding, er is een motief waarom er gevierd wordt, of liever nog: er kunnen heel uiteenlopende motieven zijn waarom één en hetzelfde feest gevierd wordt. Deze drie elementen wijzen op allerlei aspecten van feesten die onderzocht kunnen worden. Eerst kan gekeken worden naar de feestende groep: wie zijn de organisatoren van een feest, en wordt het feest door kinderen anders gevierd dan door

Toezegging is er gekomen van de eigenaar van een pand in de Kerkstraatdie tijdens de verbouwing de tekst laat plaatsen "Krèk wè'k wou". Wij als werkgroep Het Kleine Monument streven ernaar om elders nog meerdere gezegden te plaatsen. Als er iemand belangstelling heeft graag even een berichtje. SjefBeekwilder volwassenen? Vervolgens kan gekeken worden naar wat mensen allemaal doen tijdens (en voor en na) een feest. En ten slotte kunnen we proberen te achterhalen waarom mensen een feest vieren: welke betekenissen kennen zij aan een feest roe? Nu zijn er feesten in verschillende soorten en mar Daarom is het voor het onderzoek nodig een keuze te makeu. De werkgroep van de Kring heeft zich beperkt tot kalenderfeesten, dat wil zeggen tot feesten die jaarlijks op een vaste dag ofdatum terugkeren (ook wel jaarfeesten ofseizoenfeesten genoemd). Daarmee sluit de werkgroep aan op een zwaartepunt in het onderzoek van ondergetekende, die zich één dag per week aan de KUB (Katholieke Universiteit Bra~ bant) in Tilburg op de door de Stichting Brabants Heem ingestelde leerstoel 'Cultuur in Brabant' ook vooral met publieke kalenderfeesten in Noord-Brabant bezighoudt. De werkgroep van de Kring concentreert zich in de komende tijd op drie kalenderfeesten: Driekoningen, Sint-Jan (met name de Sint-Jansmarkt) en Sinterklaas. Bij het verzamelen van gegevens is een start gemaakt met de bron die voor de meesten het gemakkelijkst te lezen is: de Bossche krant. Ieder lid van de werkgroep werkt een reeks van jaargangen door op zoek naar gegevens over de drie genoemde feesten. Zelfs als een bericht pas enkele decennia oud is, kan een kJ detail al een wereld van verschil oproepen. Wat bijvoorbee1c1 te denken van het feit dat nog in de jaren zestig tijdens de Driekoningen-optocht werd gecollecteerd voor' de stille armen'? Nog zo'n klein detail: op 2 december 1960 drukte de krant een 'Open briefaan Sinterklaas' afvan dr. Cornelis Verhoeven. Hij beklaagt zich bij de goedheiligman over het lawaai in de winkelstraten: Sinterklaas gaat met zijn 'blikkerige herrie' de straat tyranniseren. De brief illustreert de in voering van een fenomeen dat ons nu al zo vertrouwd is dat we ons niet realiseren dat het er ooit niet was: de muziek die in de dagen voorafgaand aan Sinterklaas onafgebroken uit luidsprekers door de winkelstraten schalt en waarvoor we het mooie woord 'muzikaal behang' hebben bedacht. In de komende nummers kunt u in het Kring-Nieuws met enige regelmaat een kleine bijdrage vanuit de werkgroep kalenderfeesten verwachten: kleine krenten die de leden van de werkgroep bij hun onderzoek zijn tegengekomen en die zij graag ook aan u willen voorschotelen. Peter Nissen

KN - JULI 1996

10


VAN DE WERKGROEPEN • VOOR U GELEZEN

Lustrumcommissie Sinds begin maart is een lustrumcommissie geformeerd naar aanleiding van het 25-jarig bestaan van de Kring in 1998. De commissie bestaat uit de volgende leden: Frans Sluyrer, voorzitter Joke van Gulik, secretaris Voorts: Jan de bruin, Piet Hellings, Ad Kranendonk, Jacques Qyaars en Vincent Verberk. Deze laatste tevens als verbinding met het bestuur van de Kring. De commissie heeft nu twee keer vergaderd. Zij is begonnen met een brede inventarisatie van mogelijke activiteiten ten behoeve van de viering van het lustrum en van de doelgroepen voor deze activiteiten. Om hieruit een selectie te kunnen maken wordt deze lijst van activiteiten tegen het

licht gehouden van een tweetal belangrijke criteria: inhoeverre voldoen zij aan de doelstellingen van her 25-jarig bestaan en zijn ze behapbaar in geld en mankracht? Centraal staat de doelstelling om meer bekendheid re geven aan de Kring. De Commissie heeft het voornemen, om vanaf nu regelmatig verslag te doen in het Kring-Nieuws. En vraagt nu reeds aan de leden, om, als men bepaalde suggesties heeft rond de viering van het 25-jarig bestaan, deze in re dienen bij de secretaris van de Commissie: Joke van Gulik( via het Kringhuis ). Vincent Verberk

VOOR U GELEZEN Binnendieze, de stadsrivier van 's-Hertogenbosch Op zaterdag 27 april 1996 werd als onderdeel van de festiviteiten in het kader van de opening van het toeristisch seizoen 1996 het boek Binnendieze, de stadsrivier van 's-Hertogenbosch door boekhandel Adr. Heinen gepresenteerd. In deze jongste publikatie over de geschiedenis van 's-Hertogenbosch belicht de bekende Brabantse historicus Jan van Oudheusden op luchtige wijze het wel en wee van de Bossche Binnendieze door de eeuwen heen. De uitgave is rijk geïllustreerd met historische prenten en prachtig fotomateriaal. Bijzondere aandacht verdienen de sfeervolle foto's van de huidige situatie van de jonge Bossche fotograafOlafSmit. Achter in het boek is een duidelijke overzichtskaart opgenomen van bestaande en verdwenen waterlopen in de binnenstad van' s-Hertogenbosch.

)

De Binnendieze, zo schrijft Van Oudheusden, is ouder dan 's-Hertogenbosch. Zij heeft de stad zien omstaan en groeien. De Bossche stadsrivier vindt zijn oorsprong in de wirwar van stromen en kreekjes die ontstond op de plaats waar Dommel en Aa in het Maas dal samenvloeiden. Op een van de hoger gelegen zandruggen in deze delta werd aan het einde van de twaalfde eeuw de stad' s-Hertogenbosch gesticht. Het alom aanwezige water bood de inwoners van de nieuwe nederzetting volop mogelijkheden voor handel en verkeer. Toen de jonge stad aan het begin van de dertiende eeuw zijn haven en goed ging beschermen door de aanleg van een stenen ommuring werden Dommel enAa als stadsgracht om de versterkingen geleid. De Aa of Groote Stroom werd via de gedeeltelijk nog bestaande waterpoort achter het Groot Ziekengasthuis binnen de vesting geleid. Deze ongeveer 350 meter lange aftakking, ook wel Marktstroom genoemd, mag, zo stelt Van Oudheusden, met recht gezien worden als de oudste tak van de Binnendieze. De snelle bevolkingsgroei halverwege de veertiende eeuw noodzaakte het toenmalige Bossche stads bestuur tot een geweldige uitbreiding. In een klap werd de oppervlakte van de stad vertienvoudigd. Ook nu weer werden Dommel enAa om

de nieuwe versterkingen geleid. De oude stromen bleven echter gehandhaafd en kwamen nu binnen de stadswallen te liggen. De Binnendieze met zijn uitgestrekr stelsel van waterlopen was geboren. In de vijftiende eeuw zochten zes verschillende maar onderling verbonden stromen kronkelend een weg door de stad. Voortdurend werden nieuwe takken en verbindingen gegraven, zodat er in de Bossche binnenstad uiteindelijk een uniek netwerk van stromen en stroompjes ontstond. In de loop der tijd werd de natuurlijke bedding van de Binnendieze vervangen door gemetselde kademuren. Naarmate de bevolking verder toenam werden hele stukken overkluisd om zo, bij gebrek aan bouwgrond, ruimte te creëren voor nieuwe huizen. Een gevolg was wel dat de Binnendieze op verschillende plaatsen in de stad uit het straatbeeld verdween. De belangrijke rol die de Binnendieze door de eeuwen heen voor 's-Hertogenbosch en zijn inwoners heeft gehad, wordt in deze publikatie op heldere wijze beschreven. Zo stelt Van Oudheusden vast dat de loop van de straten in de Bossche binnenstad voor een belangrijk deel is bepaald naar die van de Dieze-armen. Veel straten hebben nu nog hun evenbeeld in de loop van het water. Doordat in her verleden langs die straten langgerekre percelen werden uitgegeven die liepen van straat tot stroom, ontstond de vrij unieke Bossche situatie: een riviertje, ouder dan de stad, die achter de huizen stroomt. Dit stadsbeeld verschilt wezenlijk van die in de meeste Hollandse steden, waar veelal sprake is van geguven grachten aan de voorkant van de huizen. Ook in het dagelijkse stadsleven van vroeger eeuwen nam de Binnendieze eem voorname plaats in. Zo was het stadsriviertje onmisbaar als aan- en afVoerroute van grondstoffen voor en eindprodukten van de vele bedrijfjes die langs het water waren gevestigd. Ook maakten verschillende ambachtslieden, zoals brouwers, smeden, verwers, vollers en leerlooiers, voor de uitoefening van hun beroep dankbaar gebruik van het water. Verder werd het stadswater gebruikt als

KN - JULI 1996

11


VOOR U GELEZEN

ïïïï

11111

Onu stadSrivicr... de Binnmdlcu

iill'

1111

Foto: Ati lirukrs

drinkwaterreservoir voor de stadsbewoners, als wasplaats voor de huisvrouwen, als krachtbron voor de aandrijving van watermolens, als bluswatervoorraad en als riool voor de afvoer van allerhande afValstoffen. Door deze eeuwenlange dienstbaarheid, wordt de Binnendieze door Van Oudheusden dan ook terecht getypeerd als de levensader van middeleeuws' s-Hertogenbosch. Het verval en de plannen voor demping van de Binnendieze wordt door de schrijver breed uitgemeten. Als belangrijkste oorzaak voor het verval noemt hij de bevolkingsgroei die zich in de loop van de negentiende eeuw in de stad volrrok. In een tijdspanne van nog geen honderd jaar was het aantal inwoners van 's-Hertogenbosch verdubbeld. Op deze spectaculaire toename was de woningvoorraad niet berekend. Voor nieuwbouw was binnen de vestingwerken echter nauwelijks plaats. Daarbij kwam nog dat het toenmalige conservatief-liberale stadsbestuur, wars als zij was van iedere vorm van ingrijpen door de overheid, de ontwikkelingen op zijn beloop liet. Dit alles leidde tot een enorme verkrotting van de volkswijken en tegelijkertijd tot een sterke achteruitgang van de kwaliteit van hetDiezewater. De inhoud van honderden riolen kon door het stadsriviertje niet worden verwerkt. Doordat vele Bosschenaren het water toch bleven gebruiken als drinkwater, liep het sterftecijfer in' s-Hertogenbosch op tot de hoogste van heel het land. Het was dan ook niet verwonderlijk dat de gemeentelijke gezondheidscommissie vanaf het begin van deze eeuw meerdere malen verzocht om demping van de Binnendieze. Het eens zo belangrijke binnenwater was verworden tot een haard van ziektekiemen in een overvolle stad. Aanhetbeginvandetwintigsteeeuw,zoschrijfi:VanOudheusden, verkeerde de Binnendieze in een rreurige staat. Het water was ernstig vervuild. Veronrreinigd Dommelwater, rioollozingen en de onhebbelijkheid van vele Bosschenaren om alles wat zij kwijt wilden maar in de Binnendieze te kieperen, waren debet aan deze vervuiling. Een pleidooi in 1941 van de directeur van gemeentewerken, ir. Perey, voor zuivering van de stadsrivier en daarmee het behoud van het typische Bossche stadsriviertje waren aan dovemansoren gezegd.

De naoorlogse stadsbesturen waren niet gevoelig voor de argumenten van Perey. Zij kozen de gemakkelijkste weg: dempmg. In de jaren vijftig en zestig verdwenen steeds meer Diezetakken uit het stadsbeeld. Van de oorspronkelijke twaalfkilometer was halverwege de jaren zestig nog slechts 3.610 meter over. Met het Srructuurplan 1964 had het Bossche stadsbestuur gekozen voor stadsvernieuwing. Ten behoeve van een betere verkeerscirculatie moesten grote doorbraken en omleggingen in de binnenstad worden gerealiseerd. De dagen van de Binnendieze leken geteld. In 1966, zo merkt Van Oudheusden op, namen de ontwikkelingen een dramatische wending. Door nalatig onderhoud vanaf de jaren vijftig verkeerde het metselwerk op vele plaatsen in een deplorabele staat, hetgeen resulteerde in scheuren en verzakkingen in de kademuren en overkluizingen. Op verschillende plaatsen ontstond er zelfs acuut instortingsgevaar. De smerige Binnendieze werd nu ook nog eens gevaarlijk. Om de problemen het hoofd te bieden werd op 21 januari 1969 door de gemeenteraad het besluit genomen tot demping van de Binnendieze. Restauratie van de stadsrivier was vanwr - , de te hoge kosten geen reële optie geweest. Maar, zo stelt Van Oudheusden opgelucht vast, het rampzalige besluit van de gemeenteraad werd gelukkig nimmer uitgevoerd. Het was juist de veel gesmade functie van bin~ nenstadsriool die redding bracht. Voor de aanleg van een moderne gesloten riolering zou het nog ongeveer tien jaar duren voordat aan de demping van deBinnendieze kon worden begonnen. Dit uitstel bleek ruim voldoende om de dreigende ondergang af te wenden. Begin jaren zeventig kwam er een omslag in het denken over de waarde van het culturele erfgoed in de historische binnensteden. In december 1972 werd de Bossche binnenstad door de minister op advies van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg aangewezen als beschermd stadsgezicht. Demping van de Binnendieze was daarmee niet meer aan de orde. In de nota 'Zicht op de Binnenstad' werd door het gemeentebestuur officieel afstand gedaan van hetdempingsbesluit. Restauratie van de Binnendieze en de ontwikkeling van haar cultureel-recreatieve functie kwamen voorop te staan. Aan het eind van zijn boek gaat Van Oudheusden uitvoerig in op het herstelwerk van de overgebleven 3.610 meter Binnendieze en de problemen die dat met zich meebracht. Het grootste probleem was gelegen in de geringe ervaring die er met dit werk bestond. Daarbij kwamnogdatervande funderingen van de kademuren geen tekeningen of documenten bestonden. In de meeste gevallen werd het dan ook een klus van 'al doende leert men'. Vaak kon de aard en de toestand van het metselwerk pas worden achterhaald als een bepaald gedeelte onder handen werd genomen. Maar na een herstel periode van ongeveer 25jaar, is nu bijnadegeheleBinnendieze weer in oude luister hersteld en is het stadsriviertje met zijn rondvaarten uitgegroeid tot de tweede toeristische atrractie van' s-Hertogenbosch na de Sint-Jan. Het boekje is onder andere in het Kringhuis te koop voor f15.-. AartBogers

KN - JULI 1996

12


BOSSCHE HISTORIE

BOSSCHE HISTORIE Waar is kapelaan Bekkers? DankaandeheerG. vanZantvlietuitWijchen voorzijnreactie op het verhaal van de Bartjes kerk. De heer van Zantvliet liet mij via het Kring huis weten dat hij in mijn verhaal Kapelaan Bekkers heeft gemist, de latere bisschop van' s-Hertogenbosch. Dat klopt; omdat kapelaan Bekkers van 18 augustus 1933 tot en meqo september 1939 als tweede kapelaan in de Bartjesparochie aan de Graafseweg is geweest. En dat kan ik als tweejarige niet herinneren. Kapelaan Bek kers werd in 193 3 al spoedig tweedeadviseur van DOS (Door Oefening Sterk), achter kapelaan Pijnenborg, de twee kapelaans konden het goed vinden met elkaar. Later, volgens mij net na de oorlog herinner ik mij wel kapelaan Pijnenborg (de 'Pijn' werd hij genoemd) nog heel goed, maar ja die was dan ook 'altijd' op straat en hij bleef tot 1947 in de parochie. Wat de heer van Zantvliet ook naar voren haalde was dat kapelaan Bekkers ook actiefwas bij de voetbalclub. Kapelaan Pijnenborgis op 10 juni 1947 (ik was toen 10 jaar oud) tot pastoor in Groesbeek benoemd. Op de afscheidsavond van de 'Pijn' werd rector Bekkers feestelijk binnengehaald als de nieuwe adviseur. Hij was inmiddels rector geworden in Eindhoven (1939), 's-Hertogenbosch (1942) en in 1945 rector van KAB, en van de NCB, werd daarna pastoor in Tilburg waarna hij in 1956 benoemd werd tot bisschop-coadjutor met recht van opvolging bij mgr. Mursaerts; In 1956 geeft hij het adviseurschap van de voetbalclub op . In 1957 wordt hij tot bisschop gewijd waarna hij in 1960 mgr. Mutsaerts opvolgt. Op 58 jarige leeftijd in 1966 overlijdt mgr. Bekkers. Ook had de heer v. Zantvliet het over het terrein 'Stabilitas'. Toen DOS in het seizoen 1930-1931 promoveerde, moest de club een andere naam gaan gebruiken. Het werd uiteindelijk Sport Vereniging DOS, het werd afgekort totS.V.D. De tweede verandering bij het promoveren was de verhuizing naar een ander terrein, dit werd het "Stabilitas"-terrein, gelegen aan de huidige Elzenstraat (tegenover het Brabant Bad), ze speelde tot dan op het Julianaterrein in Hintham. Het terrein was welwillend ter beschikking gesteld door de broeders van 't St.-Jozefhuis (weeshuis) aan de Graafseweg hoekMuntelbolwerk. Het terrein lag in een diepte wat eind jaren veertig volgereden is met zand dat afkomstig was van de Tweeberg in Rosmalen. Het zand werd per spoortreinje met kipkarren aangevoerd. Het was mooi speelgoed om met de kipkarren op de rails te rijden maar wel gevaarlijk. Maar de club heeft ook nog een eigen stadion gehad. Na de voetbalpromotie 1934-1935 was de wens maar ook de noodzaak dat er een waardig sportcomplex zou komen. De keus viel op een stuk grond aan de Aa, ongeveer waar nu de Nutschool DeAastroomstaat, Palmboomstraat hoekAcaciasingel en de Dr. Poelsstraat.

Onder leiding van architect Valk was door aannemer Fa. van Drunen, en met medewerking van Fa. N ederveen (?) een prachtig stadion van de grond gekomen dat plaats kon bieden aan niet minder dan tienduizend toeschouwers. Op 17 maart 1935 werd het stadion plechtig ingezegend door plebaan Brekelmans deken van' s-Hertogenbosch. In de oorlogsjaren 1940-1945 is het stadion waar veel hout aan zat gesloopt door de mensen die het gebruikte voor de kachel. Eerst werden er nog dure reparaties uitgevoerd, maar dat hielp ook niet zodat toen besloten werd om de tribune waar zo'n 400 mensen op konden te verkopen aan de club T.S.C. uit Oosterhout. Als kind kan ik me er nog wel iets van herinneren dat het daar gestaan heeft, maar mgr. Bekkers heb ik in mijn jeugd niet meegemaakt. Jo Hendriks. Bron: Gedenkboek ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum van r.k.s. v. Concordia S. V.D. 's-Herrogenbosch.

Walter Breedveld. Het is weer zo ver dat we kunnen gaan varen op de Binnendieze met de schippers van de Stichting Binnendieze. Zelfheb ik al diverse tochten mee mogen maken en toch is het iedere keer weer anders. Alleen een ding blijft bij m.ij hetzelfde, bij iedere tocht gaan mijn gedachten naar een bepa:ild boek van Walter Breedveld, "De Kieviten", het verh:ial van een familie aan de Hervensedijk, een verhaal d:it grotendeels op de Binnendieze afspeelt. Nu heeft de gemeente deze schrijver geĂŤerd door een pleintje naar hem te vernoemen. Het pleintje ligt bij de Fr:ins Fransenstraat (schrijver van Puk en Muk) en tegen de Hervensedijk aan. Piet v.d. Bogaert werd in 1901 in Orthen geboren, want dat is zijn eigenlijke naam, dus een pleintje in zijn geboorteomgeving. Hij is in 1977 in Tilburg overleden. Zijn maatschappelijke status was bedrijfsleider bij V& D, rnaa ra ls zodanig kennen de meeste mensen hem niet. Wel v:in zijn hobby, het schrijven vanonder:indere 32 romans en vele korte verhalen waaronder "De Heks van Bokhoven". Gezien de Binnendieze toeristisch internationale bekendheid heeft gekregen, komt ook het boek "De Kieviten" weer in de bebngstelling. Het is een jaar of vier geleden herdrukt en kort daarna was het opnieuw uitverkocht. Zijn boek "Hexspoor" verscheen in het Duits en het Pools. Walter Breedveld was geen typisch Bossche schrijver maar meer een Brabander en ook een beetje Gelderlander. Hij hield van zijn stad, rna:ir ook het polderland trok hem enorm aan. Menig verh:ial speelt zich afbij een ofandere rivier. Hij kon zijn verh:ial vol fantasie schrijven, in een omgeving die voor de lezer herkenbaar was en dan gaan de werkelijkheid en de fantasie samen. Zelfs nuzijnernogmensen die, na het lezen van een van zijn

KN - JULI 1996

13


BOSSCHE HISTORIE

boeken, op lokatie gaan kijken waar het zich heeft afgespeeld. Dat is ook het gevoel dat men krijgt als men op de Binnendieze vaart en daardoor krijgt zo'n tocht een meerwaarde. Er zijn vele liefhebbers die zijn boeken verzamelen, boeken die je nog regelmatig tegen komt in de tweede hands boekhandel. En dan nu, na het verkrijgen van diverse culturele prijzen waaronder de Jeroen Bosch penning, komt er een pleintje met zijn naam. Het is mijnsinziens een terechte keuze. J. van Haaren.

Sociëteit Casino aan de Papen hulst. Koning Willem I stuwde 'oecumene' in 's-Hertogenbosch. Bijna anderhalve eeuw geleden werd er in 's-Hertogenbosch al aan culturele' oecumene' werd gedaan. Dit stond in het Brabants Dagblad van 7 augustus 1965 te lezen. Het was koningWillemI, die bij Koninklijk Besluit van 22 mei 1829 een voorschotvanf 20.000.- toekende met deze motivering: "In aanmerking nemende dat de adressanten bij oprigting eener nieuwe sociëteit bepaaldelijk ten doel hebben om den minzamen omgang tusschen de belijders der onderscheidene kerkgenootschappen te 's-Hertogenbosch te bevorderen, verleen ik een voorschot vanf 20.000.-". In 1828 was het zover nog niet. Toen warenerindestadeen vijftal instellingen te weten "De Zwarte Arend", "Amicitia", "De Harmonie" (het Zwartmakershof), "Het Muzijk en Redoute-Kollegie" (onder Redoute versta men bals) en "De Zomersociëteit". De twee laatsten beoogden vooral aan hogere standen gelegenheid te bieden tot toneel, concert en dans. Het is uit de samenstelling van deze twee, dat de "Sociëteit Casino" ontstond. "Het Muzijk en Redoute-Kollegie" was opgerichtop 11 november 1798 en tot een sociëteit uitgbreid op4novemben815. Sociëuit Casino

Het hield zijn bijeenkomsten in de Grote Concert- en Danszaal, welke zich bevond boven een hooimagazijn in het voormalig statenlogement, dat stond in de Orthenstraat. De kastelijn was destijds Jan van Duuren die gedurende de Bossche kermis in 1818 van 28 juli rot 2 augustus een groot bal organiseerden. Het was toegankelijk voor een heer met of zonder dames tegen elfstuivers. De "zomersociëteit" werd gehouden in een huis aan de Papenhulst, eertijds een voornaam herenhuis, waarin de generaals Pichegru en Moreau nog hebben verbleven na hun verovering van de stad in 1794. Kees Spierings die het gedenkboek goed bestudeerd had, constateerde dat het huis een bijzondere aantrekkingskracht kreeg op de militairen, want de "Zomersociëteit", die er zich later in vestigde, bestond voornamelijk uit officieren van het destijds grote Bossche garnizoen. Jan van Duuren kocht het huis aan de Papenhulst van een zekere Sopers en dat was voor het "Kollegie" noodlottig, want van Duuren trok de meesten zijner leden naar diens nieuwe onderkomen. Dit deed bij de commissarissen, die allen behoorden 1- : · het garnizoen van' s-Hertogenbosch, het plan ontstaan c, __ _ uit de leden der beiden sociëteiten in het gebouw aan de Papenhulst een nieuwe sociëteit op te richten "die het middelpunt zoude(n) worden van het verkeer van het beschaafde publiek van' s-Hertogenbosch". De vereiste 200 leden meldden zich nagenoeg en op 27 oktober 1828 werd besloten tot de oprichting en de verkiezing van een bestuur. Zij noemde zich "Sociëteit Casino". Als eerste voorzitter werd gekozen mr. Arnold G. Verheijen. burgemeester van' s-Hertogenbosch en lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal. De sociëteit Casino werkte echter voort en bouwde een concert- en danszaal, zijnde een houten tent, waarin" de liefhebbers zich veel koude en ongemak moesten getroosten". De tent werd in 1853 vervangen door een schouwburgzaal maar na een kleine 40 jaar voldeed ook deze niet meer. Zij werd afgebroken en in 1892 verrees het welbekende Casino aan de Papenhulst (zie postkaart) dat op dezelfde terreinen kwam te staan van he_t oorspronkelijk, herenh· · · waarin zij was opgericht.

Foto: cotfutitJo HtrufrikS

Dat de gift vanf 20.000.- weleens veel stof zou kunnen doen opwaaien, dat kon men gevoeglijk aannemen, dat schreefKees Spierings in het Brabants Dagblad van 9 augus~ tus 1965, omdat naast de reeds bestaande sociëteiten nog een nieuwe was opgericht n.l. "De Unie" (1829) endatnogwelgeheel uit eigen middelen. De "Oude Casino" aan de Papenhulst sloot in 1935 zijn poorten en de sociëteit vestigde zich toen aan de Parade. De grond en opstand aan de Papenhulst werd verkocht aan de Congregatie van de Zusters in de Choorstraat; de C1sinotuin werd aan de gemeente verkocht.

Jo Hendriks Bronnen: Brab.Dagblad7 augustus 1965. Brab.Dagblad9 augustus. 1965.

KN • JULI 1996

14


BOSSCHE HISTORIE

's-Hertogenbosch gezien vanuit het recht op Gerechte maten en gewichten. De regering van de stad stelt een meter aan voor de smidskolen. Op 28 november 1595 spreekt de regering van de stad over smidskolen, die over water en over land in de stad worden gebracht om te worden geleverd ofverkocht. Aangesteld wordt Hendrik Corneliszoon van 's-Hertogenbosch 'ketelaer'. Hij vertegenwoordigt als knecht het ambacht van de smeden. Iedereen wordt verboden de kolen te wegen op een boete van zes carolus guldens. Een derde deel voor den Heere, een derde deel voor de stad en een derde deel voor de aanbrenger. Een verplichtende voorwaarde is dat de meter Hendrik Corneliszoon altijd bij koop, verkoop en leverantie van kolen be-

(6). Op 1december1595 wordt uit de regering van de stad een commissie benoemd, waarin een schepen, een gezworene, een raadsheer en drie dekenen van de ambachten. Deze commissie moet een behoorlijke instructie opstellen over de nuten voor de koren, mout, zout en dergelijke waren. De commissie heeft op 11januari1596 een bespreking met de ijkmeesters van de maten in de herberg 'In den David' en eten en gebruiken vuur en bier voor 6 guldens en 2 sruivers. Ook laten zij nog 12 potten wijn halen. De weegschalen van de weegmeesters worden gerepareerd op diezelfde dag door Jannen Suysen voor 6 stuivers.

Instructie aangaande de koren en zoutmaten van 's-Hertogenbosch.

_)

28 November 1595, een meter voor de smidskolen.

z8Novim6cn595 · unmmrvoordcsmidifoftrt

reidwillig beschikbaar zal zijn om voor mensen van binnen ofbuiten de stad de kolen te meten. Hij mag met geen andere maat meten dan een' oprechten behoorlicken gebranden sester'. Deze sester moet tenminste één maal per jaar door de gezworen ijkmeester worden geijkt en herbrandt of gemerkt. En tussentijds gecontroleerd als de meter denkt dat de door hem gebruikte sester fout zou zijn. De meter Hendrik zal voor het meten een salaris mogen rekenen. Voor het meten ineen schip, pleytofschuit, van elk 'thoetsmedecoolen', zijnde 'twee ende dartich zes teren', drie stuivers. Van elke sester kolen die met karren of wagens wordt binnengebracht, één 'oirt'. Te betalen door de verkoper of diegene die aanlevert. Op diezelfde dag nog legt de voornoemde Hendrik Corneliszoon van 's-Hertogenbosch tegenover de schout de eeda[

25 Januari 1596. Alle koren en zoutmaten van deze stad, te wete n; sester, vat of loopen, halfvat, vierdelvat, halfVierdelvat, m:i.etken, thalffende vierendeel van dien, die tot nu roe berusten onder de ijkmeesters, die daarmede de maten ijken, moeten zij in bewaring brengen op de kamer van de rentmeester van de stad. Aan de ijkmeesters worden gelijke maten gegeven om daarmee alle maten te ijken. Deze moeten zij goed bew:i.ren om eventueel over te geven aan hun opvolgers. Dat men van nu afaan binnen deze stad al het koren, grJ.J.n en zaad bij het ontvangen of uitmeten zal meten met opgehoopte maat (de maat gevuld met een kop erop). Dus niet metdestrijkmaat(afgestrekenlangs de rand). Waarbij de behoorlijke oprechte Bossche sester zal inhouden 25 Bossche quarten potten of kannen, en drie vierendeel of drie pinten. Halve sesters ofloopens en andere kleinere 'nJ.er advenJ.nr'. Daarmee zal ook worden gemeten hop, kolen, houtskool en uien en dergelijke. Die vanouds met sesters en lopens gemeten worden. Al het zout zal men bij het ontvangen en uitmeten meten metde strijkmaat, zoals tot nu toe de gewoonte was. WJ.arbij de sester inhoud 26 potten en de kleinere naar verhouding. Smidskolen, kalk en buystel moet gemeten met opgehoopte maat. De sester inhoud 26 potten. Met deze regel dJ.t hop en buystel zal worden neergedrukt na oude gewoonte. De potten, mengelen en pinten etcetera die gebruikt worden voor het meten van zaad zullen voor ze worden geijkt en gemerkt worden gecontroleerd op hun juiste maat, zijnde opgehoopte maat. De opgehoopte maat moet inhouden een Bossche pot zaad. De pannen van het molster van één sester koren, die bij de molenaars worden geschept, moeten het twintigste deel v:i. n een Boschsester inhouden. En van het loopen naar verhouding. Zij zullen net als voorheen door de ijkmeesters worden geijkt en gemerkt. De molenaars moeten één pan bezitten voor de sester en één voor de halve sester. Dan is er een lijst met te betalen ij kloon voor de ijkmeesters. Tot twee maanden na da rum van deze instructie kan men de oude maten nog gebruiken en in die tijd laten ijken en kenmerken.

KN - JULI 1996

15


secretariaat van

BOSSCHE HISTORIE

De molenaars moeten hun pannen binnen veertien dagen laten ijken. Met boetebepaling. Ook alle andere ingezetenen, hetzij geestelijke of wereldlijke, die in deze instructie genoemde maten hebben of gebruiken moeten binnen de zes eerst komende maanden deze maten laten ijken. Om verschil te maken tussen het normale brandmerk en de door deze instructie verplichte ijk wordt daarvoor in dit jaar 96 gebrand en in het vervolg de laatste twee cijfers van het lopende jaar. De ijkmeesters kunnen iedereen die koopt en verkoopt met de in deze instructie genoemde maten verzoeken hun maten te tonen om ze te controleren. Zonder er' achterwaerts' te houden en niet te voorschijn te brengen. De ijkmeesters moeten vrij worden toegelaten bij diegenen die kopen of verkopen, graan, zout als cremers, beckers, molders, coorencoopers, brouwers en dergelijken. Om alle maten en pannen te visiteren. Bij aantreffen van valse of ongerechte maten volgt boete. Voortaan moeten alle sesters en maten worden gemaakt op dezelfde wijd-

Postelstraat 38-40. Het huis valt meteen op met zijn twee veldheren boven in de gevel. Deze heren heten "Ambiorix" en "Vercingetorix". Op de plaats van die veldheren zaten vroeger twee oude vensters die op de zolder uitkwamen. De gevel was toen van zichtbaar metselwerk met vijf speklagen, maar door de slechte staat waarin zij ver keerde moest ze later worden voorzien van pleisterwerk zoals dat ook wordt aangetroffen aan de pastorie van de Kruiskerk. Nu wil het verhaal dat een van de bewoners een voorliefde had voor de twee Galliërs. Dat was de heerTjard van Berchuys die het huis in 1749 had gekocht van de familie Karsmakers uit Brugge. Tjard van Berchuys had de zorg over' s-lands magazijnen en de daarbij behorende forten onder andere De Citadel, het Krui thuis, de stadswallen en dergelijke. Hij ver-

te, hoogte en diepte als die bij de ijkmeesters zijn. Ook de bestaande moeten daaraan voldoen voor zij geijkt mogen worden. Ook de ijkmeesters worden een boete aangezegd als zij in strijd met de instructie handelen. Ook mag niemand zich meter van koren of zout noemen zonder door de stadsregering te zijn aangesteld en beëdigd. 31januari1596wordtdoor de stadsregering een ijkmeester belast met de uitvoering van de werkzaamheden uit de instructie van 25 januari 1596. Het wordt Rogier de zoon van Jans Rutten en Jan de zoon van HenrickAelberts, de laatst afgetreden ijkmeester. Hij zal echter het salaris niet ontvangen voor en alleer hij 'zall wesen gecommen tot zijne mondigen jaeren'. Op 30 januari 1596 legde Rogier ten overstaan van de schout de eed afin het bijzijn van de schepenen.

Wordt vervolgd.

KRING ''VRIENDEN VAN 's-HERTOGENBOSCH" Postbus 1162 5200 BE 's-Hertogenbosch KRINGHUIS lWeede Korenstraatje 18 's-Hertogenbosch Telefoon 073 - 613 50 98 Telefax 073-6146021 Openingstijden: Maandag t/m zaterdag van l0.00 - 17 .00 uur Zon- en feestdagen van 12.00 - 17 .oo uur bovendien op donderdag van 18.00 - 21.00 uur BETALINGEN - Postgiro 3.119.716 - Bank van Lanschot rek.nr. 22.51.91.202 j - Jaarlijkse bijdrage minlmaat , /25,. -Jeugdleden f 15,Krlng-Nleuws is het zes maal . per jaar verschij.nend tijdschrift van de Kring ''Vrienden van 's-Hertogenbosch". REDACTIE: Harry Blankert, Aart Bogers, Jack van Etten, Alexander Franssen, Theo van Herwijnen, Jon Kleyne, Atl llnders (voorzit- • ter/secretaris) en John Vermulst.j

J.J.van Veldhuizen.

kochtzijnhuisin 1753 aandefamilieD. Vissers. Conclusie: Als de hoofden inderdaad ; AAN DIT NUMMER zijn aangebracht door Tjard Berchuys, WERKTEN MEDE: dan moet dat gebeurd zijn tussen 1749 Sjef BeekWilder, Kok de Bekker- • Dupont, Frits op ten Berg, Lian · en 1753. Althans dit is mijn visie. Er mag Duif, Annemarievan •Haaren, een vraagteken bij geplaatst worden, Jan van Haaren, Jo Hendriks, maar als je dat doet, schrijf dan maar Rob Hoogenhoom, Marijke: eens op hoe het anders is. Janssens, Jan Masselink, Peter Voor de volledigheid de huidige eiNl$Sen, Frans Peters, J.J. van genaar van het pand is de heer Persoons Veldhulzen en Vincent Verberk. en als ik goed ben ingelicht had het de naam "Het Wit Lam", wat heel goed REOACTIE-ADRES: mogelijk is gezien het nabij gelegen Secretariaat Kring-Nieuws Lamstraatje. J. van Haaren.

Kopij voor het eerstvolgende Kring-Nieuws dient uiterlijk vrijdag 2 augustus 1996 te worden ingeleverd bij Secretariaat Kring-Nieuws Postbus 1162, 5200 BE 's-Hertogenbosch of bezorgen in het Kringhuis

Postbus 1162 5200.BE 's-Hertogenbosch

À

VORMGEVING: Alexander Franssen, Jack van Etten en Afi Llnders DRUK: Printex 'Hiertogenbosch Oplage 1600 stuks Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de redactie. KN - JULI 1996

16


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.