Kringnieuws 1997 08 23 141

Page 1

UITGAVE VAN KRING

"VRIENDEN VAN

's-HERTOGENBOSCH' JAARGANG

23

-

NUMMER

4

- AUGUSTUS

1997

OPEN MONUMENTENDAG 13 SEPTEMBER 1997 Ook van andere monumenten langs de route, die de moeite van het bekijken meer dan waard zijn, zullen de deuren wijd open staan. Op enkele plaatsen langs de route zullen lezingen worden gehouden over architectuuronderwijs en daaraan verbonden bouwstijlen. Ook zal de mogelijkheid worden geboden om een rondrit per historische bus te maken langs bezienswaardige scholen buiten de binnenstad. Nadrukkelijk zal worden getracht de jeugd bij deze Open Monumentendag te betrekken. Al met al wordt het de moeite waard om deze dag nu al in uw agenda vast te leggen!

VAN DE BESTUURSTAFEL: Open Monumentendag 13 september 1997 c11

AGENDA(lJ VAN DE BESTUURSTAFEL: (2·4en·l6)

BOSSCHE HISTORIE:

Maten en gewichten (Sl Jos M. Oretlo 1854-1926 (12} Een 300-Jarlge beschermt 's·Hertogenbosch tegen hef water (13} Een grafsteen uit 1519 (14) Van kerkhof naar begraafplaat$ {t5) VAN DE REDACTIE: Redacfloneet verslag leden· vergadering (71

Een gevelsteen In Vlissingen (7)

INGEZONDEN BRIEF:

fax een de ledenvergadering {9}

VAN DE WERKGROEPEN: Vesting 's·Hertogenbosch in bestekken c101 Rondom hef station (11) Werkgroep Industrieel Erfgoed 'Winde• (11) $TICHtlNG GASTHEERSCHAP (bijlage}

K-N AUGUSTUS l 99 7

Op zaterdag, 13 september a.s. zal de jaarlijkse Open Monumentendag ' plaatsvinden. Tijdens deze dag kunnen de bewoners van stad en regio genieten van vele monumentale panden in het land en voor ons met name in's-Hertogenbosch. Het thema van Open Monumentendag 1997 is: 'Monument als school, . school als monument'. Het Comité Open Monumentendag heeft voor 's-Hertogenbosch een 'onderwijswandeling' als rode draad samengesteld, waarbij de route loopt langs scholen, die als zodanig zijn gebouwden al dan niet (meer) in gebruik zijn langs andere gebouwen, met oorspronkelijk een andere functie, te. genwoordig of in het verleden herbestemd als school.

AGENDA 17-08 30-08/ 31-08 13-09

Fietstocht-Drunense Duinen Tweedaagseexcursie Groningen Open monumentendag

Degenen onderu, die een actieve bijdrage zouden willen leveren tijdens die dag, willen wij daartoe graag in de gelegenheid stellen. Het betreft dan met name het fungeren als gastheer of gastvrouw bij de opengestelde monumenten. Er zullen waarschijnlijk monumenten open zijn, waarvan de eigenaar ofbewoner de bezoekers zelf ontvangt, maar dat is niet bij alle monumenten zo. Als u belangstelling hebt dan verzoeken wij u dat nu alvast te melden. U kunt hiervoor (persoonlijk oftelefonisch) terecht bij de balie van de winkel van de Kring 'Vrienden van 's-Hertogenbosch', Visstraat 42b in 's-Hertogenbosch; telefoon nr.: 073-6135098. Kok de Bekker-Dupont en Elly Strang-Overmeijer 13-09/ Expositie Verzamelaars 30-11 'HertogJan Thema 'Rondom het station' 11-11 Lezing 18-11 Lezing 25-11 Lezing


VAN DE BESTUURSTAFEL

VAN DE BESTUURSTAFEL Toekomst Binnendieze Afgelopenjuli is de tweede druk verschenen van het rappon over de mogelijke toekomst van het gebruik en de inrichting van de vaarroute van cl~ Binnendieze. Prijsf 14,95 A.

Het vestingverleden van de stad In het vorige nummer van Kring-Nieuws werd verslag gedaan van de werkzaamheden van de kringwerkgroep "vestingwerken". De werkgroep heeft zich allereerst gezet aan een bestudering van de gemeentelijke nota van februari 1997 waarin een renovatie en restauratieplan voor de vestingwerken wordt geschetst. De reactie van de werkgroep dd 31 mei 1997, is verschenen in een publicatie getiteld: "Het toekomstig vestingverleden van de stad 's-Henogenbosch". Bijzonder is met name de aandacht die wordt gevraagd voor de restauratie en het beheer van de stelling 's-Hertogenbosch. . De reactie is in het kringhuis in te zien en verkrijgbaar voorf 7,so in het kring"' huis.

Fietstochten In verband met het verschijnen van het Kring-Nieuws begin augustus is de fietstocht naar de Drunense Duinen verzet van 27 juli naar 17 augustus. De mensen die zich al gemeld hadden zijn telefonisch op de hoogte gebracht van de verandering. We gaan deze keer vroeg op stap en zijn dan ook weer redelijk vroeg thuis. Waarom zo vroeg? In De Rustende Jager drinken wij koffie en daar voegt zich onze gids bij

ons, diediedagjarigis. Toch wil hij met ons mee, maar dan graag een beetje bijtijds. Vandaar dus! 09.00 uur verzamelen bij het Kringhuis - koffieenf 15,-afrekenen. 09. 30 uur op de fiets naar de Drunense Duinen 1i.3ouur koffie bij De Rustende Jager. 12.00Fietsen door het Nationale 14.00 uur Park de Loonse en Drunense Duinen onder leiding

van natuurgids Piet van Ier-

se! 14.00 uur einde in Giersbergen. 15.oouur terug naar 's-Hertogenbosch De heer Van Iersel vindt vijfentwintig personen een mooi aantal, niet meer. Dus: rap aanmelden!!

Kok de Bekker-Dupont

Tweedaagse excursie naar Groningen 30 en 31 augustus 1997 Wij zijn een heel eind rond met het programma. We gaan toch met de bus, onder andere minder gesjouw met koffers en we worden voor het hotel afgezet en zondag bij het station opgehaald. De Gouden Eeuw in Groningen is een sprankelende zomermanifestatie met veel exposities en talrijke activiteiten. Het Groninger Museum, de Groninger Borgen en Groninger Kerken voeren u terug naar het einde van de 17e eeuw, begin van de 18e eeuw, een periode waarin het artistieke leven in stad en provincie als nooit tevoren bloeide. U kunt volop genieten van kunstwerken, schilderijen, beeldhouwwerken, meubels, orgels, houtsnijwerken en zilveren voorwerpen. Aldus de folder uit Groningen. Om van alles zoveel mogelijk te kunnen genieten en toch wat eigen invulling te geven (dus vrije tijd) hebben wij

het volgende programma samengesteld. Zaterdag 30 augustus: 06.00 uur vertrek vanaf de Oranje Nassaulaan 10.00 uur aankomst Groningen en koffie in Het Schimmelpenninck Huys 10.3ouur stadswandeling onder leiding van twee gidsen 12.3ouur vrijetijd 18.00 uur diner in ons "eigen" hotel 20.00 uur rondvaart door de Groningse grachten 2.1.00Uur vrij Zondag 31 augustus: ??.??uur reveille - koffers pakken kamers ontruimen - ontbijt 09.40 uur wandelingetje naar het Groninger Museum 10.00rondleiding in het muse1i.3ouur urn onder leiding van gidsen

Il.JO-

12.45uur 13 .oo16.3ouur 16.3017.45 uur 18.oouur

lunch in het restaurant van hetmuseum bustocht met de Gouden Eeuwexpress "iets" eten in de stations restauratie vertrek naar huis

De kosten bedragenf 275,- per persoon. Daarin is alles begrepen wat in het programma vermeld staat. U zorgt wel zelfvoor uw eten op zaterdagmiddag. Hoeveel personen kunnen er mee? Maximaal vijftig. Dan is de bus vol en het hotel ook bijna. Speciaal voor ons zijn ze een hele vleugel aan het bijbouwen (grapje). Het bouwen is geen grapje. Toen wij in Groningen waren om de reis voor te bereiden, waren ze volop aan het werk. Er is een grote MAAR. Mochten er onverhoopt minder mensen meegaan dan veertig personen dan moeten we de reis afgelasten, dan is het namelijk financieel onverantwoord.

K-N AUGUSTUS 1997

2


VAN DE BESTUURSTAFEL

Wij hopen van ganser harte dat dit niet hoeft te gebeuren. Er hebben zich al een aantal mensen gemeld in het Kringhuis, heel fijn. En ook, zoals gebruikelijk, worden mensen die zich opgeven als de bus al vol is, op een reservelijst geplaatst. U wordt ingeschreven als u (het liefst contant of met een cheque) betaald bij inschrijving. Betalen per giro is echter ook mogelijk maar dan zeer tijdig op Postbank 3119716 t.n.v. Penningmees-

ter Kring "Vrienden van 's-Hertogenbosch", Postbus 1162,5200BE 's-Hertogenbosch. En ook zoals gebruikelijk mocht u onverhoopt op het laatste moment niet mee kunnen, dan zorgt u zelf voor een vervang(st)er, raadpleeg dan even of er een reservelijst is.

over Groningen, met onder andere suggesties voor de vrije zaterdagmiddag en late avond. Hopelijk tot ziens 30 augustus o6.oo uur Elly Strang, Kok de Bekker en Stan Swarts.

Nog een laatste puntje Wanneer u inschrijft, ontvangt u tijdig een aardig informatie-pakketje

Nieuwe impulsen gemeentelijk monumentenbeleid Het is verheugend dat het gemeentebestuur nu toch is gekomen met een nota waarin taak, samenstelling en werkwijze van de gemeentelijke monumentencommissie opnieuw worden geformuleerd. Op basis van deze nota zal worden gestart met de procedure voor een nieuwe bezetting van de gemeentelijke monumentencommissie. De nota wordt in juli in de raadscommissie besproken. Kritiekpunten vanuit de Kring betreffen onder andere het voorstel de monumentencommissie niet meer in

het openbaar te laten vergaderen en het ontbreken van de bescherming het interieur in de nieuwe regeling. De organisatie binnen de gemeente zal in september voor wat betreftde sector monumentenbeleid, een belangrijke wijziging ondergaan. Met de oprichting van een afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumentenbeleid (BAM) wordt een voorwaarde geschapen om te komen tot een samenhangend beleid op het terrein van behoud/ herstel van het cultureel erfgoed

van onze stad. In ieder geval kan een dergelijke afdeling er toe bijdragen dat in de beleidsvoorbereiding aandacht voor monumenten en de karakteristiek van onze stad op de agenda staan en er ook op blijven! Bij het ter perse gaan van dit nummer was ons de precieze invulling in taken en personen van de nieuwe afdeling nog niet bekend.

Hein Kurvers

Verslag van de Ledenvergadering van maandag 30 juni 1997 in het Eurohotel Agendapunt 1: opening, mededelingen, ingekomen stukken. Na enige huishoudelijke mededelingen door de secretaris opent de voorzitter, de heer H. Kurvers, de vergadering. Aanwezig: het voltallige, 7 leden tellende bestuur en 37 leden. Bericht van verhindering: de heer J.Hendriks en mevrouw L.Vervoordeldonk. Mevrouw van Lanschot deelt mee, dat zij een faxbericht heeft ontvangen van de heer Van Uden, die wegens vakantie niet aanwezig kan zijn; de fax is gericht aan de leden en het bestuur. De ledenvergadering was verdeeld over het feit of dit een ingekomen stuk betrofen of de fax een rol moest spelen in de vergadering. De secretaris kreeg

toch het verzoek om de briefvoor te lezen. Aldus is geschied. Overigens moest de secretaris de fax weer inleveren aan mevrouw van Lanschot, omdat die aan haar gericht was; wel zou zij een copie hiervan aan de secretaris doen toekomen. De voorzitter stelt voor de fax samen met de reeds uitgedeelde notitie van het bestuur over de jaarrekening 1996 te bespreken. De vergadering gaat hiermee akkoord maar wel zo, dat, overeenkomstig de wens van de heer P. Hellings, aan de notitie van het bestuur voorrang wordt verlèend. Agendapunt 2: jaarrekening 1996 De voorzitter geeft een korte samenvatting van de bovenbedoelde notitie en de eventuele rol hierin door de kascommissie. Mevrouw J. van Gulik vindt, als reactie op een van de suggesties van de heer Van Uden, dat de oor-

spronkelijke taak van de kascommissie niet moet worden uitgebreid. Enige leden maken de opmerking dat de kritische vragen van de heer Van Uden wat merkwaardig overkomen, daar hij als penningmeester tot half 1996 toch ook gedeeltelijk verantwoordelijk was voor de jaarrekening 1996. De veel hogere uitgaven voor de huidige accomodatie aan de Visstraat kwamen pas in de loop van het najaar 1996 in volle omvang in beeld. Een uitgebreide uiteenzetting aan de leden hierover zou veel twijfel en kritiek hebben kunnen wegnemen. Het bestuur erkent dit ook. Maar van de andere kant zouden berichten hierover in het Kring-Nieuws van december al vroeg in november bij de redactie op tafel moeten liggen. Dat was niet haalbaar, hetgeen de voorzitter van de redactie ook erkent. Het zou wenselijk zijn geweest te zijn gekomen tot een totale huisvesting (dus samen met de Binnendieze),

K-N AUGUSTUS 1997

3


VAN DE BESTUURSTAFEL

maar een probleem hierbij was, dat de Gemeente 's-Hertogenbosch (nog) geen toezegging over de continuering van de concessie na 1999 aan de Stichting Binnendieze heefi: gegeven. Kortom de keus voor de Visstraat bleek op dat moment de enige juiste. Wat betreft de plannen omtrent het bezoekerscentrum deelt de voorzitter mee dat de gemeente hier nog lang niet uit is en dat de Kring hiervoor nog altijd in beeld is. In de financiĂŤle opzet van het centrum zijn ook de kosten van een eventueel voortijdig vertrek uit de Visstraat meegenomen De penningmeester, de heer A.v.d. Heijden, legt op zijn beurt nog eens de extra uitgaven voor de huidige huisvesting toe. Hij concludeert dat het budget VOOR DE KRING ZELF slechts met f 17.000,= is overschreden. De rest van de overschrijding komt ten laste van de Binnendieze en Gastheerschap. Bovendien gaat de penningmeester in op de gestelde vragen over bancaire faciliteiten en op de huurprijs perm'. Al bij al zo concludeert de penningmeester is het resultaat over 1996 beter dan het jaar daarvoor nog werd voorzien. De heer de Peuter dringt aan op duidelijkheid. Het bestuur legt vervolgens

een conclusie voornamelijk dat het gevoerde beleid ten aanzien van de huisvesting en financiering verantwoord en rechtmatig is geweest en vraagt daarover een standpunt. Over de huisvesting zelf maakt de heer J. van Haren nog de opmerking dat de nieuwe huisvesting een gtoot bezwaar heeft: er is geen (ontvangst)ruimte voor de gidsen, er is geen sprake van een eigen home! De heer P. Van Spaandonk uit nog eens de wens dat het bestuur in het vervolg eerder en beter de leden moet informeren over belangrijke zaken zoals bijvoorbeeld een forse overschrijding van het budget. Het bestuur zal een en ander ter harte nemen en concludeert vervolgens dat, met de geuite kanttekeningen, de hiervoor genoemde conclusie van het bestuur wordt gedeeld en bedankt de vergadering voor het gestelde vertrouwen in het bestuur. Bij de begrotingsbehandeling over 1998 zal het bestuur ook reageren op de door de heer Van Uden gedane suggesties met betrekking tot de versterking van het financiĂŤle toezicht. Ook de definitieve voorstellen met betrekking tot eventuele deelname in het bezoe-

kerscentrum zullen vooraf aan de ledenvergadering worden voorgelegd. Agendapunt 3: jaarverslag 1996 en andere verslagen

Er worden geen vragen gesteld ofopmerkingen gemaakt ten aanzien van het jaarverslag van 1996 en de diverse jaarverslagen van de werkgroepen en van de beide andere stichtingen. Agendapunt 4:verkiezing plaatsvervangend lid van de Kascommissie Tijdens de vergadering meldt zich niemand hiervoor. De voorzitter spoort deleden aan op korte termijn toch hierin te voorzien. Agendapunt 5: Rondvraag en sluiting Er worden verder geen vragen gesteld en de voorzitter sluit de vergadenng. Na de vergadering geefi: de heer Frans Sluyter nog een heldere uiteenzetting over de plannen voor het komend lustrum. 's-Hertogenbosch, 3juli 1997 StanSwarts, secretaris

Lezingen najaar 1997

Kroniek deel 2 is uit!

De Commissie 'lezingen, excursies en fietstochten' kan u nu al vast mededelen, dat in november aanstaande door het stadsarchiefdrie lezingen zullen worden gehouden. Deze lezingen zullen staan in het teken van de geschiedenis van' s-Hertogenbosch; de data hiervoor zijn: 11, 18 en 2 5 novemberi 997. N oreer deze data nu vast in uw agenda!

Onder de titel "Bouwen en Wonen indeschaduwvandeSintJan" is vorige maand deel 2 van de kroniek bouwhistorisch en archeologisch onderz ) 's-Hertogenbosch verschenen. Uiteraard verkrijgbaar in het Kringhuis / erfgoedwinkel.

Wij staan bekendom onze grote collectie boeken over onze stad. Ook deMeierij van 's-Hertogenbosch,

De leden die bij voorintekening een exemplaar hebben besteld worden verzocht de kroniek op te halen in het Kringhuis en daar ook te betalen.

onzeprovincie en geschiedenis in het algemeen is bij ons goed vertegenwoordigd. Het is de moeite waard eens om bij ons binnente stappen.

Ă„di:Hcfncn B OE K H A N DE L

Kerkstraat 23-27, 5211 KO's-Hertogenbosch. Tel. (073) 613 00 12, fax (073) 612 09 90. E-mail: adr.heinen@pi.net

(advmmtit)

K-N AU GU STU S 1997

4


BOSSCHE HISTORIE

BOSSCHE HISTORIE 's-Hertogenbosch gezien vanuit het recht op Gerechte maten en gewichten. 13 Over het broodcontract van 31 maart1605

)

In mijn artikel nummer 10 beschreef ik het contract tussen de heren Filips Boxhorn, raadsheer van Brabant en Jan Franssen van Innevelt, over de levering van brood aan het garnizoen gedateerd 31 maart1605. Ditcontractwasvooréén jaar, maar blijkt vele malen verlengd. In 1617 blijkt er een groot conflict over de betalingen van Van Innevelt voor de ingekochte granen aan de leverancier van deze granen. De naam van deze leverancier wordt nergens genoemd en stel ik dus maar op de familie X. Bestaande uit de heer X, mevrouw X, de kinderen Xen de vertegenwoordiger van deze kinderen, de momboir J. van Deventer. Ik beschrijf voor U een brief van de juridisch adviseur van de heer Van Innevelt, de heer mr. J. van der Meulen aan mevrouw X.

2juni 1617. Brief van Mr. J. van der Meulen aan mevrouw X Van der Meulen schrijft; de huisvrouw van Van Innevelt toonde aan mij een kopie van de uitslag van hoger beroep, aangetekend door mevrouw X,

uitgereikt aan Mevrouw van Innevelt in verband met de afWezigheid van de heer van Innevelt. Deze kopie is door Van der Meulen gelezen en hij verbaast zich dat de hoger-beroepsbrieven op naam staan van de vertegenwoordiger van de kinderen X, de heer J.van Deventer. Zij vragen om het laten vervallen van de quitantie en de regeling van betaling die mevrouw X aan Van Innevelt heeft gegeven. Zij verzwijgen dat deze betalingsovereenkomst, door J.van Deventer als vertegenwoordiger van uw kinderen X is gemaakt en getekend. Ook verwondert het mij, dat Van Innevelt U 100 gulden heeft beloofd, boven de 200 gulden die hij U gaf, om de kwelling te verminderen. Met de 200 gulden was U voldoende genoegdoening gedaan, waarbij Van Innevelt verklaarde U niets verplicht te zijn. Hij zou alles duidelijk hebben geregeld als zijn ziekte en uw (Mevrouww X.) vertrek, dat mogelijk hadden gemaakt. Om verdere problemen te voorkomen en ten behoeve van de gezondheid van de heer Van InnevelthebikO. vanderMeulen)U, op eigen initiatief 250 gulden geboden, uit medelijden met Van Innevelt die van

zijn ziekte maar niet beter wilde worden, door het onrecht hem aangedaan door een slecht rapport van Jan de Cremer (pachter der vivres.). Zo slecht dat Van Innevelt daardoor werd gekweld en de zware ziekte veroorzaakte waardoor hij zes weken in doodsnood lag. Zoals de medecijns en doktoren verklaren. Daarna sprak ik Van Innevelt en vertelde dat ik U 250 gulden had aangeboden. Daar was hij mij niet dankbaar voor, omdat hij U alleen schuldig was, wat uit zijn administratie bleek. Dat waren circa 21 melders terwe waarvoor hij U 200 gulden gaf. Hij ging uit van een vrienschappelijke relatie, verwachte geen beschuldigende teksten, tegen beter weten in. Met processen is niemand geholpen. Hij ging uit van het gemaakte contract en de gevoerde administratie engaf5 U 200 guldens. Toch ging U in hoger beroep, alsof de goedkeuring van de finale quitantie door U en Jan van Deventer als momboir van uw kinderen niet was gegeven. Hoe kunt U vragen dat Van Innevelt U andere betalingsvoorstellen zal doen, dan hij aan uw man (Heer X.) en zijn voorgangers deed. Die voorgangers gaven meer korting dan uw man deed, en die werden door de pachter van de vivres geaccepteerd. Hoe lang heeft uw man dit werk niet gedaan, evenals de Raadsheer Boxhorn. De heer Boxhorn heeft later Vanlnnevelt aangesteld als administrateur van de vivres. Zodat deze heel goed wist hoeveel gewicht één molder tarwe hier normaal bevat. Boxhorn had zoveel vertrouwen in Van Innevelt dat hij hem de administratie der vivres liet doen, die Boxhorn toekwam. Deze stelde ook de regels vast waarmee Van Innevelt moest werken. Hoeveel ponden gewicht ieder molder tarwe moest zijn. Te weten 235 pond, zoals hier voorheen onder de bakkers werd gerekend, en later 236 pond omdat het graan lang op de zolders had gelegen en geheel droog was. En wat het daaronder of boven woog zjuni1617.

2 Juni 1617 . J . v.d.Meulen geeft goede raad .

]. v.d: Meullnauft8oalt raad:

K-N AUGUSTUS 1997

5


BOSSCHE HISTORIE

was ten voordeel of nadeel van Van Innevelt. En omdat men in zulke onzekere jaren niet het uiterste wil rekenen, accepteerde Boxhorn dat van Innevelt voordeel had van het overwicht van het graan en het daaruit gebakken brood, boven het loon dat hij betaalde. Te weten 600 guldens perjaar. Zodat Boxhorn stelde dat Van Innevelt, het eerste jaar van zijn administratie des vivres wel honderd mauwer (molder) tarw:e voordeelhadbovenzijnloon. Wathemdoor de uitzonderlijke grote van het garnizoen niet werd misgund. Zo heefthij gewerkttotheteindevan zijn administratie van de vivres. Want na de dood van Boxhorn zaliger heeft president Van Etten dat contract met Van Innevelt voortgezet. Zoals ook stilzwijgend werd accoord bevonden door de ontvanger Gual. Loberri. Die Van Innevelt volmacht gafdoor te gaan zonder andere voorwaarden toe te voegen. Zoals ook uw man zaliger (Heer X.) heeft gedaan, die altijd de door hem ontvangen rekeningen goed vond en betaalde. Want zouden zij om andere rekeningen hebben gevraagd, en de gewichten van het graan hoger gesteld willen hebben, dan zou dat moeten zijn besproken en in de instructie moeten zijn opgenomen. Waarna Van Innevelt die nieuwe regels zou heb ben uitgevoerd. Hij heeft de granen met min ofmeer juist gewicht ontvangen. De arbeiders die het wegen uitvoerden, hebben dit door steekproeven gedaan. Om de molenaars in toom te houden. Zij wogen één op de drie zakken, hoewel zij ze allemaal noteerden. Zij hebben eerder meer dan minder opgeschreven, dan het juiste gewicht. Ook opdat Van Innevelt tevreden zou zijn, zoals is te zien in de boekjes van diegenen die het meel ontvingen en opgeschreven hebben. Zoals bijvoorbeeld Antonis Diericxsz. (slechte weger, noteerder. ). Het is gebeurd dat de meelgewichten, ook van dezelfde soort van graan, zo verschillend staan opgeschreven dat er niet alleen 1, 2 of 3 ponden op het molder verschil is, maar 8, 9 en 10, en soms wel 12 pond. Zoals te zien is in het notitie-boekje van Anthonis Diericxsz. (bij deze briefgevoegd.), waarvan een copie is bij Jan de Cremer. Praat eens over deze boekjes en kijk ofdit verhaal juist is. Zie de granen die uit het Gasthuis zijn gehaald. De eerste partij van 12 moldersgehaaldop 11januari1613. Ge-

wogen 243 ponden. De zes molderen gehaald op 28 februari en op 17 juni 1613 wogen 243,-44, -45, -46, -47, -48,49, -50 en -51 en meer. Evenzo met de granen gehaald uit De Moriaan. 18 Molders op 4 september, die steeds geen 235 pond wogen, maar 238, -39, 40, -43 en meer. De eerste 5 molders uit De Druyf, gehaald op 15 januari 1613 wogen maar 234 3/5, daarna 243,-44en -48. Van de grote partij die bij de Predikheren is gehaald op 16 september, hebben maar 238 pond gewogen en de 12 molders gehaald op 2 december, 241 1/2, de 12 molders van 27 juni, 241 1/6 en de rest over de 254 pond. Hoe is het dan mogelijk dat op zulke onzekere, uit de lucht gegrepen notities men recht denkt te kunnen doen. Ook omdat Anthonis Diercxsz uit gewoonte meer heefu genoteerd en nooit minder. Dan Laureyns van Breugel (goede weger, i1oteerder.), zoals blijkt uit zijn notities van granen die hij in de stadswaag heeft laten wegen en dan 239 pond per zak zijn. Waarbij hij dan stelt daten40,-47,-42, -43 ponden meel van komen. Waarbij het meel altijd meer weegt dan het graan. Maar omdat het graan wordt gekort voor het zolderverlies en voor de pacht van de vivres, met één procent, zoals de heer Hambroeck, de voorganger van Van Innevelt altijd deed. Dat zou op het molder 2 1/4 pond zijn. Dat de molder meel, minder zou moeten wegen dan het graan. Als hij het juiste gewicht van het meel had gesteld van de voornoemde hoeveelheden graan, zou dit voor 239 pond graan op 237 pond meel moeten zijn gesteld, inplaats van 242 en 243 . Zouden de granen 244 pond gewogen hebben zoals U (Mw.X.) in uw brief stelt, maar wat U niet als werkelijk zult vinden, moet op elk molder gekort worden 4 pond. Voor het zakgewicht, iedere zak gesteld op 3 ponden, zoals dat gewoon is. En omdat er op 3 molders altijd4zakken zijn geweest, komje op iedere molder 4 pond tekort, en blijft er van de 244 pond maar 240 pond zuiver meel. Nu bedraagt het steeds 4 pondopelkmoldermeerdan Vaninnevelt heeft gerekend. En over een aantal van meer dan 1790 molder zou dat zijn, 30 molder en in geld circa 270 guldens. U (Mevrouw X.) erkent te hebben ontvangen 200 guldens, hoewel Van Innevelt tot betalen daarvan niet was ver-

plicht. Ik zal U nu laten zien in hoeverre U gerechtigd bent om te procederen. Zou Van Innevelt de bedoelde partijen graan zo hoog in rekening brengen als U stelt, dan nog kan men hem niets verwijten. Omdat hij voldaan heeft aan het contract, waarvoor hij door diverse personen en ook uw man zaliger is gecontracteerd en de rekeningen voor goed zijn gewaarmerkt. Tot dat moment heeft ook zijn voorganger de heer Hambroeck nooit meer dan 236 pond voor het Bosch' malder tarwe in rekening gebracht, maar wel lager en met wettige certificaten bewezen niet te laag gewogen te zijn. Dit is te zien in de rekeningen en in de hoeveelheden die aan Jan de Cremer zijn geleverd. Waarbij voor tarwe, tot 114molster toe, nooit hoger is gerekend dan met 225 pond na aftrek van het molster. Ook kan\ worden bewezen dat de aan hem geleverde granen niet de beste granen waren, en als hij goed graan leverde, hij zijn voordeel zocht door de aanvoerende schepen over de rivier om te laten varen, om het graan te laten zwellen. Wat de schippers graag deden. Daarvan heeft Van Innevelt van de schippers een wettig bewijs gekregen. Daarin staat dat zij op de zes pleyten nauwelijks één droge hebben binnengebracht. Van de bedoelde granen, die uit Vlaanderen werden verzonden is verantwoording afgelegd, gerekend en gewogen in aanwezigheid van de graan commissaris Gijsmans. Zodat daarover geen verschil van mening kan ontstaan. Als U dit allemaal goed hebt gele; ) mag U doen wat U juist vindt. Ik heb U dit uit medeleven alleen (dat kenne Godt!) willen aantonen, opdat U niet op verkeerde gronden de zaak zou doorzetten. En grote problemen krijgen, die U nadien zouden berouwen. Zou U denken het proces te kunnen winnen en van Jan Franssen van Innevelt andere rekeningen te krijgen, geef ik U te bedenken dat alle richtlijnen die de vivres regelen en de vele veranderingen daarin, te laten ontdekken door de Procureurs en Advocaten. Die daarop de Raedsheren zullen informeren, waardoor U groot nadeel zou ondervinden. Ik eindig met U in de genade Godts aan te bevelen te 's-Hertogenbosch den 2' juni1617. Uw dienstwillige J. van der Meulen.

K-N AUGUSTUS 1997

6


VAN DE REDACTIE

VAN DE REDACTIE Redactioneel verslag ledenvergadering Op 30 juni 1997 is een extra ledenvergadering uitgeschreven omdat tijdens de reguliere vergadering van 6 mei jl men op een aantal punten niet tot sluitende oplossingen kon komen. De knelpunten lagen voornamelijk op het financiĂŤle vlak. De op 6 mei 1996 afgetreden penningmeester J. van Uden vond het namelijk vreemd dat de begroting voor 1996 zeer fors overschreden werd. Tot het moment van zijn aftreden diende deze overschrijding zich nog niet aan. Dit noodzaakt hem om het bestuur om opheldering te vragen. Tot zeer grote spijt van Jack van Uden werd de vervolgvergadering gepland tijdens zijn reeds ruim van te voren geboekte vakantie.Wel had Jack van Uden een van de aanwezige leden van de Kring een fax gestuurd met het verzoek deze tijdens de vergadering voor te lezen. De aanwezigen, ongeveer vijfenveertig, kregen bij het betreden van de vergaderruimte een lijvig stuk uitgereikt waarin een aantal standpunten van het bestuur werd toegelicht met betrekking tot de vergadering van 6 mei jl. Diegenen die de moeite hadden genomen op woensdag 25 juni tussen 19.00 en 2i.oo uur naar het Kringhuis te komen hadden deze stukken dan in ontvangst kunnen nemen. De leden die het exemplaar nu ontvingen waren niet of nauwelijks in de gelegenheid de stuk-

ken te bestuderen. Op zijn minst had de voorzitter een leespauze in kunnen lassen. Om de leden hetlezen van het stuk te besparen gaf de voorzitter beknopt de inhoud weer met enige mondelinge toelichting. Na deze samenvatting werd de ingekomen fax van Jack van Uden voorgelezen. De inhoud hiervan vind u elders in dit Kring-Nieuws. De leden van de kascommissie hadden problemen met de verantwoordelijkheid die Jack van Uden bij hen neer wilde leggen. De voorzitter draagt een aantal punten aan. In het kort kan men die samenvatten door te stellen dat het gemeentebestuur laks en onduidelijk is in zijn beleid en bew~egredenen. Wel is men tot de conclusie gekomen dat het bij hoge uitgaven zinvol is de leden hierover vooraf te informeren of te raadplegen. Een reactie van de aanwezigen wil ik U niet onthouden. Dit kleine zinnetje verwoord de gevoelens van veel van de aanwezigen. "Zijn wij nu een Kring 'vrienden' of niet?"

Na een pauze gafKok de Bekker enige toelichting op de excursies die in de maand augustus gepland staan. Daarna werden de resterende agendapunten afgewerkt. De jaarverslagen van zowel het secretariaat als van de werkgroepen werden onder dankzegging goedgekeurd. Het volgende punt leverde problemen op in die zin dat er niemand bereid gevonden werd in de kascommissie zitting te nemen. Niemand wildevanderondvraaggebruikt maken. Hierna kwam een ingelast agendapunt: een presentatie van de lustrumcommissie. Deze werd gehouden door de voorzitter Frans Sluyter. Hij had veel werk gemaakt van sheets. Deze waren echter achter in de zaal niet of nauwelijks te lezen. De lustrumcommissie heeft grootse plannen maar hierover zult u ongetwijfeld in de komende uitgaven van ons Kring-Nieuws het een en ander kunnen lezen. Na zijn betoog dankte Frans Sluyter de aanwezigen voor hun aandacht. De voorzitter van de vergadering heeft diegene die het horen konden een wel thuis gewenst. AtiLinders

Een gevelsteen in Vlissingen Het was voor diverse Bosschenaren wellicht geen verrassing om in de rubriek "Oe gotte kèk daor", die Henny Molhuysen schreefin het Brabants Dagblad in de jaren 1984/85, een artikel te lezen met deze titel. Hoewel het later niet was opgenomen in het boek, met dezelfde naam als die rubriek, dat verscheen in 1994, bleef het me intrigeren of het voorval, dat in het artikel werd beschreven, in Zeeland met dezelfde tekst bekend zou zijn. Tenslotte vermeldde Henny al dat de gevelsteen niet de nu bekende toren van de St.-Jan afbeeldt, maar de afgebrande middentoren die in 1629 dus al lang verdwenen was. Toen ik in 1991 een aantal verenigingsbladen van de Heemkundige Kring Walcheren onder ogen kreeg, kwam ik op de gedachte deze vereniging te vragen ofdit onderwerp wellicht al in hun blad was behandeld. Het antwoord bleef men toen schuldig. U begrijpt mijn vreugde

toen ik in hun verenigingsblad "De Wete" 24e jaargang, no. 3 van juli 1995 het navoldende verhaal aantrof. Uiteraard is inmiddels toestemming gevraagd om het "Walchers" verhaal in ons blad te mogen opnemen. Bijna per kerende post werd die toestemming verleend, waarvoor hartelijk dank aan zowel de schrijver, de heer L. Nonnekes, als de vereniging Heemkundige Kring Walcheren. Ik denk de schrijver het meeste recht te doen door letterlijke overname van het boeiende verhaal, ook al wordt beschreven dat men al in 1629 op de Parade aankwam. Toen was daar immers nog het GrootBegijnhofen kreeg deze plaats pas haar tegenwoordige naam na de bouw van de militaire stallen aan de oostelijke rijbaan van wat nu de Parade heet. Harry Blanken

K-N AUGUSTUS 199 7

7


VAN DE REDACTIE

Het verhaal van Pieter Janssen

Dtgevtfuun in V[issingm

ifoto H.Bfanktrt).

Er zullen niet veel wandelaars door de Vlissingse St.-Jacobspassage gaan, die de tijd vinden om een blik van de fraaie etalages af te wenden en naar de bovenliggende gevelwand te richten. Zij, die dat wel doen, treffen boven de deur van pand nummer 10 een merkwaardige gevelsteen aan. Het is een afbeelding van de Bossche St.-Janstoren. ZelfS rasechte Vlissingers zijn vaak niet op de hoogte van het interessante verhaal, dat achter die steen steekt.

Pieter Janssen, gehuwd met Cornelia Laevan en te Vlissingen werkzaam als kleermakersknecht, had zich door ronselaars laten overhalen om als vrijwilliger te dienen in het Staatse leger. Vroeger hadhij bij de Spaanse bezetters gediend en daar dankte hij zijn bijnaam "De Spanjool" aan. Op grond van zijn ervaring kreeg hij al snel de rang van vaandrig in het leger van Frederik Hendrik. Met het beleg van 's-Hertogenbosch in 1629 was de 80-jarige oorlog weer op een hoogtepunt. Frederik Hendrik had

met de zilvervloot van Piet Hein voldoende geld tot zijn beschikking gekregen om op 1 mei van dat jaar zijn legerrondom die strategisch zo belangrijke stad samen te trekken. Onze nationale waterbouwkundige Leeghwater werd belast met het droogleggen der omringende moerassen om de vesting tot schootsafstand te kunnen naderen en het beleg dat maanden zou duren nam een aanvang. Toen het op 11 september eindelijk lukte om een bres in de Zuidwal te schieten, ontstond een hevig gevecht van man tot man op de brokstukken der stadsmuur. Vaandrig Janssen had zijn oranjevaandel van de stok genomen en om zijn middel gebonden. Zo wist hij tussen de vechtenden door in de stad te geraken. Op de Parade aangekomen vond hij de torenopgangvande St.-Janskerk en even later hadhij zijnOranjevaan op het kruis van de toren bevestigd. Ongetwijfeld droeg deze moedige daad bij tot het ontstaan van een algehele verwarring onder de bezetters. En Anton Schets, baron van Grobbendonck en gouverneur van' s-Hertogenbosch, restte niets anders dan te onderhandelen over de overgave der stad. Janssen kreeg als beloning voor zijn moedige daad een hogere rang aangeboden. Maar hij gaf er de voorkeur aan om naar Vlissingen, zijn vrouw en de snijderstafel terug te keren. Bij zijn afscheid kreeg hij uit handen van de prins een beurs met 500 dukaten, een loffelijk getuigschrift en naar de overlevering meldt- een kleine zilveren toren, versierd met de wapenschilden van de prins, van de stad Vlissingen en enige toepasselijke rijmregels. Het is echter waarschijnlijker dat Janssen die zilveren toren zelf heeft laten vervaardigen. In zijn woonplaats Vlissingen teruggekeerd, liet hij van het verkregen kapitaaltje in de St.-Jacobsstraat een huisje bouwen. Boven de deur werd een gevelsteen aangebracht, waarop de Bossche toren is afgebeeld en het bijschrift: Der Bossche torenbov Die heb ick hier doe stelle Ter eere van Nassov Tot spit van syn rebelle.

Janssen liet twee dochters na, die na de dood der ouders spoedig stierven. Een oom erfde de toren maar omstreeks 1760 had de verarmde familie nog slechts een lombardbriefje overgehouden. De zilversmid Lambrecht van der Woordt kocht het gevaarte voor 63 gulden om het voor de smeltkroes te bestemmen. Maar de ouderling Samuel Bonnecroi redde het van de ondergang en bepaalde bij testament, dat de "toren" na het overlijden van zijn vrouw aan de regering der stad zou komen. "Om voorts door Hun Ed. Achtb. ten allen tijde bewaard te worden". Tijdens de Franse overheersing liet de eigenaar der woning, de speksla1 Einwachter, de gevelsteen wegnemeu en opbergen, uit vrees voor de Franse censuur. Maar in 1814 werd de steen door een latere eigenaar, de heer Louws, nunietinmaartegende geveigevat. Op de lijst werden in lood de wapens van Zeeland en Vlissingen geplaatst en de lettersT( er) H(eere) V(an) D( eze), namelijk Zeeland, Vlissingen en Janssen. En zo is deze Bossche St.-Janstoren nog altijd te zien in de Vlissingse St.-Jacobspassage. De zilveren toren viel uiteindelijk ten offer aan het chronisch geldgebrek der Vlissingse magistraten. Met andere zilveren gedenkstukken onder andere een fra~ie kelk, waarmee het eerste avondmaal in het geheim werd gevierd, ) zou het kunstwerk waarschijnlijk de meest biedende zijn verkwanseld geweest, indien het Rijksmuseum er zich niet over had ontfermd. Bij raadsbesluit van 23 mei 1881 werd het zilver voor achttienduizend gulden aan het rijk afgestaan. Een kronikeur uit die jaren schreef misnoegd: "Zulk een daad tekent, en het is niet te verwonderen, dat de eens zo fiere heldenstad der republiek, tevergeefS worstelt om er bovenop te komen". Het gevaarte, dat 38 centimeter hoog zou zijn, staatwaarschijnlijk nu nog op een stoffige plank in een opslagruimte van het Rijksmuseum. Op het achtzijdige gevaarte staat gegraveerd:

De lotgevallen van het zilveren kunstvoorwerp zijn als volgt. Pieter

K-N AUGUSTUS 1997

8


VAN DE REDACTIE • INGEZONDEN BRIEF

Hoogh loffelicke Prins Keysers Bloet vanNassov. Winder van SHertogenBosch Slants Voorstander Getrov. Beschermer van Godts Kerck Dwynger van Tweeld' Spangie. Boven dit Spidts Gebov Stait Tvwer Eer Oraingie Orainge Tvwer Eer Die Nimmermeer Vergaet Ist Dat D' Oraingie Vlagh op vlissings TorenStaet

Vlissingh Oraingie Lieft want Dachbaer Magistraten Groeyt Oraingie Int Hert Soo Doet Oock D' ondersaten Als Wt SHertogenBosch Most Rvymen Den Vyandt Een vlissings Borger Cloeck Nam Een Vremt Stve Bydhant Pieter Jansen Genaemt HeeftEen Vaendel Gedragen op Den Toren Gestelt Daert Die VyandenSagen

Oraingie Streeft En Sweeft Opt Krvys Boven Den Haen Twelck Men Twee Maenden Lanck Daer Naer Noch Heeft Sien Staen. L.Nonnekes

INGEZONDEN BRIEF Fax aan de ledenvergadering 's-Hertogenbosch, 30 juni 1997

hebben, tot de huur van dit pand is overgegaan.

Beste leden, geacht bestuur, Middels deze verklaring wil ik verslag doen van de gebeurtenissen tussen de ledenvergadering van 6 mei jl en vandaag, 30 juni 1997. Op 5 mei heb ik het bestuur een brief met vragen in tweede termijn gestuurd. Het betreurt mij u te moeten mededelen dat ik vorige week hiervoor een herinnering heb moeten sturen. Naar aanleiding daarvan kwam een notitie omtrent de huisvesting met slechts een deel van de antwoorden op mijn gestelde vragen.

)

In de notitie wordt een motivatie gegeven voor de huisvestingskeuze. Geheel voorbij wordt gegaan aan de status van de begroting. In de begroting van 1996, welke is vastgesteld in deledenvergadering van december 1995 wordt gewag gemaakt van een grote investering vanf 25.000,-. In de voorjaarsvergadering van 1996 wordt deze omhoog geschroefd naarf 60.000.-. Het is mij te makkelijk om de verdubbeling naarruimf 130.000,-goed te praten door te zeggen (ik citeer) 'dat in een bestaand pand onverwachte zaken nu eenmaal onontkoombaar zijn'. Als dit zo is, had hiermee ook vooraf rekening gehouden kunnen worden. De sterke indruk bestaat dat uiteindelijk te overhaast, zonder de financiële consequenties grondig bestudeerd te

Van groot belang is de toekomstige betrokkenheid van de Kring bij een bezoekerscentrum. Nu gaat deze betrokkenheid voor een periode van tien jaar aan de neus van de Kring voorbij, wil men althans niet overgaan tot kapitaalvernietiging. Het bestuur maakt er nu melding van dat, reeds een halfjaar na de ingebruikname van het nieuwe Kringhuis de gemeente thans komt met het advies voor een bezoekerscentrum. Dit moet toch wel een zure appel zijn ". Zowel als oud-penningmeester als lid van de vereniging vind ik de omvang van de investering vanf 130.000,- welke gepaard is gegaan met de verhuizing onverteerbaar. f 130.000,- geïnvesteerd in niet eens een monument, onopvallend weggedoken achter in een passage. Omtrent de bruikbaarheid laat ik de actieve leden liever zelfoordelen. Ik realiseer mij echter ook dat het genomen besluit voor huisvesting in de Visstraat niet terug te draaien is.

nanciën kan op de volgende wijze gestalte krijgen: uitbreiden bevoegdheden kascommissie (het gehele financiële beleid te toetsen) instellen van een separate financiële comm1ss1e benoeming van een adviseur specifiek belast met toezicht op de financiën. Een invulling hiervoor laat ik graag aan de ledenvergadering over. Tevens verzoek ik het bestuur een antwoord te geven op de nog niet beantwoorde vragen: 1 medegedeeld is dat de huur verlaagd is als compensatie voor de verrichte investeringen. Graag verneem ik om welk bedrag het hier gaat. 2 welke aanpassingen zijn aangebracht in de jaarrekening van de Stichting Gastheerschap ten opzichte van de concept-versie (niet alleen de tekstmatige doch ook de cijfermatige)

J. van Uden

Aangezien het bestuur geen enkele reactie heeft gegeven ten aanzien van de status van de begroting, dient het bestuur naar mijn mening zeer kritisch gevolgd te worden. Het bestuur zal zich dienen uit te laten over de waarde die zij toekent aan een door de leden goedgekeurde begroting. Het kritisch volgen van het bestuur ten aanzien van de fi-

K-N AUGUSTUS 1997

9


VAN DE WERKGROEPEN

VAN DE WERKGROEPEN Vesting 's-Hertogenbosch in Bestekken Een aantal weken geleden moest ik in Den Haag zijn en had tussen twee afspraken een paar uur te overbruggen. De tijd vullen is daar niet zo moeilijk. Naast het station Den Haag CS !igt het ARA, het Algemeen Rijks Archief. Daar ben ik toen binnengelopen. Eens kijken of er archiefinateriaal is over 's-Hertogenbosch en haar vestingwerken. Eerst heb ik me netjes gemeld natuurlijk. Met mijn "Citadel-bezoekerspasje", want dat werkt in alle rijksarchieven in Nederland. Heb je zo'n pasje niet, dan geen archiefStukken op je tafel. Bij het archiefonderzoek begin je met het "Numeriek Overzicht van de Toegangen in het Algemeen Rijksarchief'. Het ARA heeft dat overzicht voor stukken van v66r 1795 en een voor ná 1795. Vandaag heb ik gekozen voor "na 1795". Jeverwacht"vestingwerken" natuurlijk onder het "Ministerie van Oorlog" waarvan het toegangsnummer 2..13 blijkt te zijn. Ga naar blz. 40, zegt het dikke boek en jawel hoor. Een opsomming van wel honderd inventarissen onder die i..13 code. Om een echt stuk te laten opduiken moetje één van die honderd inventarissen doors.pitten. De inventaris onder code2.13.02leekmewel wat:"Alphabetische en chronologische beschrijving van het archief contracten betreffende vestingwerken van het Ministerie van Oorlog, 1814-1844". Contracten over vestingwerken zijn altijd door de Genie gesloten met aannemers op basis van een bestek met tekening( en). Daarin staat dan wat er moet gebeuren. Dat zit dus wel goed. En de periode 1814-1844 is ook bijzonder interessant. De start van de nieuwe Nederlanden tussen Scheveningen en Waterloo!Datwilzeggenhetkortetijdvak van onze geschiedenis, dat is verlopen tussen de komst van koning Willem I (30 november 1813) en de val van Napoleon (18 juni 1815). Maar ook de tijd van de bouw van de "echte" Lunetten in Vught (1844-1846) die als onderdeel van de vesting' s-Hertogenbosch de veldwerken moest vervangen die het Nederlandse leger tegen een

dreigende aanval van de Belgen in 18311839 heeftopgeworpen in de lijn Cromvoirt-Helvoirt-Esch. En jawel hoor, het bestek van de Lunetten uit 1844zit in de verzameling! Dat heb ik trouwens in het archieflaten liggen. Komt nog wel eens een keer. Terug naar de inventaris 2..13.02 "Contracten vestingwerken 18141844''. Die inventaris van archiefstukken staat temidden van zijn vrienden, voor iedereen voor het grijpen. Neem je die dan onder handen, dan verwijst zijn register - de inhoudsopgave - je naar "'s-Hertogenbosch, blz. 140 e.v.", waar je vervolgens een opsomming vindt van wel 180 bestekken/contracten die tussen 31 mei 1814 en i.3 december 1844 zijn aanbesteed. Ik heb er toen een paar opgevraagd. En dan doe je verrassende ontdekkingen.

Voorbeeld? Omdat we bij de Kring bezig zijn met een werkgroep 'Vestingwerken' en wij de Gemeente hebben beloofd een aanvullend advies te geven over de beplantingen op de wallen en bastions, heb ik een bestek van 6 oktober 1814 over dat onderwerp laten komen. Hoewel niet met zoveel woorden gezegd, proef je toch de euforie over de overwinning op deFransen(1813) wanneer ruim duizend bomen op de wallen geplant moeten worden. Het bestek draagt op "het grootste gedeelte der capitale -wal" te beplanten met "jonge Ypen en Vlaamsche of zogenaamde Canadasche populierenboomen om den anderen". Onder meer op plaatsen waar bomen hebben gestaan maar "vorig jaar (1813) onder Fransch bestuur zijn gevallen". De iepen moesten zes à zeven duim(ruim 16 cm) en de populieren vijf à zes duim (ca. 15 cm) in omtrek zijn op 5 voet van de grond (dus op ca. 1,5 meter). De hoogte van beide soorten moest 9 voet( ca. i.,7ometer)zijn. Interessant is dat die jonge bomen ook toen al beschermd moesten worden tegen vandalisme. De aannemer is opgedragen de bomen te omwinden met doornen, tot 5 voet (1,50 meter) vanaf de grond. Die

doorntakken moest hij dan met 3 of 4 "taaije wegen" vastzetten. "Wegen" komt van wegedoorn, een heesterachtige, doornige plant uit de wegedoornfamilie (Rhamnus catharctica), die in bossen (en) als struikgewas voorkomt. De aannemer is overigens niet het bos ingestuurd om aan doornstruiken te komen. Hij mag ze oogsten van" de bermen der gracht" (dáár staan ze dus!) en van Fort Crevecoeur.

Nog een voorbeeld? In een bestek van 2.2. oktober 1816, NederlandisdanechtvanNapole' } moet een gedeelte van het oude gewelf binnen de St.-Janspoort worden afgebroken. Op dat gewelf schijnt vroeger een "huysje" te heb ben gestaan, althans volgens de plaatsaanduiding in het bestek. Het afbreken was nodig omdat de aannemer daarna "een nieuw front, vleugel en borstweringen en muur boven Dezelfde" moest maken. Zo'n 65 jaar later-nade Vestingwetvan 1874-is alles wat aan de St.-Janspoort herinnert, gesloopt. En nu ... in 1997 in het kader van de "Toekomst van het vestingverleden van de stad 's-Hertogenbosch" willen we die poort dolgraag terugzien.

Voorbeeld drie? In 1824 sluit de Genie een cor ? voor het herstel van vestingmuren. In of vanaf 1997 doet de gemeente dat. Zeer precies is voorgeschreven hoe de aannemer zwakke plekken in het metselwerk moet uitbreken, de afkomende stenen moet reinigen en stapelen, en vervolgens weder inmetselen. Het is wellicht raadzaam die werkwijze en dat voorschrift eens te raadplegen bij de komende restauratie of herstel van de huidige vestingmuren.

Laatste voorbeeld? Op 2.2. mei 1840 zit de schrik voor een Belgische aanval (1831-1839) er blijkbaar nog goed in. Behalve dat Koning Willem II start met de bouw van de Lunetten, spreidt hij ook de kruit- en munitieopslag over de rondelen in de stadswal. In het bestek van genoemde

K-N AUGUSTUS 1997

10


VAN DE WERKGROEPEN

datum staat het beschreven. "Herstellen en inrichten tot bergplaatsen voor buskruit van: - de toren tussen bastion Vught en de gebroken courtine achter het tuchthuis (bij de St.-Cathrien); - de toren in de courtine tussen de Grote Hekel en bastion Baselaar tegenover de zogenoemde Papenhulst (tegenwoordig duiden we dat rondeel aan 'tegenover de "Judas brug"'). De aannemer moet de houten toegangsdeur sieren met een wit ovaal met daarop-in zwart-een cijfer. Twee sleutels moet hij leveren met koperen plaatjes. Voorde"toren" -nuaandeParklaan - met het opschrift "Kruidtoren no 1"

en voor de "toren" tegenover de Judasbrug "Kruidtoren no. 3". Helaas heb ik geen tijd gehad de tekening bij dit bestek (in kleur) te laten kopiĂŤren, maar ik verzeker u dat het een ingrijpende verbouwing is geweest. Misschien stammen de trap en de toegangsdeur in het rondeel onder het monument van vliegenier Bakker nog uit 1840. De ruimte in dat rondeel is vrij uniek, zou hersteld moeten worden. Het is de enige bergplaats voor buskruit in rondelen die min of meer intact is. Ook historisch een belangrijk feit. Dat rondeel moet dus gespaard worden en niet benut om van daaruit ondergronds te verbinding tot stand te brengen tussen de parkeer-

garage op het Vonk en Vlamterrein en de Casinotuin. Verder heb ik geen voorbeelden meer. De tijd was op. Maar er is in het ARA in Den Haag vast en zeker nog veel meer kennis te vergaren. En die moeten wij de onze maken, in het belang van de "Toekomst van het vestingverleden van de stad 's-Hertogenbosch". Wie helpt?

Cor Gillhaus Voorzitter werkgroep 'Vestingwerken'

Rondom het station Als verzamelaars Hertog Jan is het een genoegen om weer eens voor de overige leden van de Kring "Vrienden van 's-Hertogenbosch" naar buiten te treden, door middel van een mini-expositie. Van 13 september tot en met 30 november 1997 zijn de vitrines in het Kringhuis ingericht met als thema 'Rondom het station'. Deze expositie loopt gelijk met de grote expositie in hetNoord-BrabantsMuseum.Alditalles heeft te maken met de oplevering van het nieuwe station medio september 1997.AlsV.H.J. willen wij een steentje bijdragen om dit feit onder de aandacht te brengen. Rob Hoogeboom

Werkgroep Industrieel Erfgoed 'Winde' Frans Smits van Waesberghe vertrekt Werkgroep de 'Winde' (Industrieel erfgoed) heeft op 2 3junij .1. afscheid genomen van Frans Smits van Waesberghe, die ruim 5 jaar als voorzitter van de 'Winde' zich dienstbaar maakte voor de Kring. Frans moet meer tijd vrijmaken voor zijn primaire werkzaamheden en doet met spijt afStand van zijn taak in de werkgroep.

Een voorzitter met een zeer brede en diepe kennis van het Industrieel erfgoed in Nederland en een markante persoonlijkheid in vele bestuurs- en ovenge organen. Dat Frans een leemte laat in de 'Winde' die zich moeilijk laat vullen is zeker. Maar zijn enthousiast voorbeeld zal de leden van de werkgroep aansporen om op bescheiden schaal hun zoektocht naar het Bossche industrieel verleden voort te zetten.

Namens het bestuur van de Kring sprak Mevrouw Elly Strang een dankwoord en bood Smits van Waesberghe een boek aan datde scheidende voorzitter nog wel eens aan zijn jonge jaren zal laten terugdenken! De werkgroep onderstreept met een passend geschenk haar waardering voor alles wat Frans Smits van Waesberghe voor hen heeft betekend. Piet de Bock

K-N AUGUSTUS 1997

11


BOSSCHE HISTORIE

BOSSCHE HISTORIE Jos M. Orelio 1854- 1926 Jos Orelio, zanger van het Nederlandse lied en schepper van gewichtige operapartijen, wordt geboren op 10 april 18 54 te' s-Hertogenbosch. Al op jonge leeftijd valt hij op door zijn mooie sopraanstem en mag hij als kleine solist het Ave Maria van Cherubini zingen in de St.-Janskathedraal te 's-Hertogenbosch. Een artistiek~ carrière lijkt dan nog een stille wens. Op 16-jarige leeftijd doet hij toelatingsexamen voor de kweekschool in 's-Hertogenbosch en vier jaar later krijgt hij een betrekking als onderwijzer in Dordrecht. Naast zijn werkzaamheden in de klas vindt Jos Orelio -Sjef ofJef voor vrienden - tijd om zijn oude liefde voor muziek weer op te pakken. Hij wordt lid van het zangkoor "Kunstmin" onder leiding van C. van der Linden. Aanvankelijk valt de inmiddels tot bariton uitgegroeide Orelio nog niet bijzonder op. Dit wordt echter anders als hij geïntroduceerd wordt bij de Dordtse zangeres en zangpedagoge Wilhelmina Gips. Als blijkt dat Orelio haar zanglessen niet kan betalen biedt zij hem zelfs aan gratis les te geven. In 1876 geeft hij zijn JosM OreGo 1854-1925

eerste concert en boekt veel succes met onder andere Gotermann' s "Der Todte Soldat". Kort na zijn eerste optreden komt er een grote verandering in zijn leven. Op advies van Wilhelmina Gips geeft hij zijn beroep op om zich geheel aan zijn zangcarrière te wijden. Najaar 1878 doet hij examen voor een door de maatschappij "Toonkunst" beschikbaar gestelde beurs vanf 1.200,- maar slaagt niet. Wederom wordt hij onderwijzer in Dordrecht. In 1881 wordt Orelio gouverneur bij een Rotterdamse familie waardoor hij de in deze stad gehouden Duitse Opera's kan bijwonen. Hier ontwaakt zijn innige verlangen naar de operazang. Om ook Franse opera's te kunnen bezoeken neemt hij vervolgens een betrekking aan als secondant op een kostschool in Den Haag. Om rustig verder te kunnen studeren, vertrekt hij van daar naar Waddinxveen. Via Richard Hol, van wie hij zangles krijgt, wordt Orelio leraar in sol koorzang te Utrecht bij C. Coenen. Ondertussen trekt Orelio ook als solist door het land. Zijn echte doorbraak komt in 1886 als hij wordt geëngageerd door J.G. de Groot, die even daarvoor het "Hollands Opera Gezelschap" had opgericht en daarmee de basis legde voor de Hollandse operacultuur. Orelio krijgt een contract en debuteert in de operette "De Scheepskapitein". Vana(dit moment vindt een grote reeks optredens plaats, die Orelio nationaal en zelfs internationaal beroemd maakt. Zijn debuut als operazanger maakt hij in de rol van Valentijn in Gounods opera "Faust". Ook boekt hij grote successen als "Hamiet". Bij het Hollands Opera Gezelschap komt Orelio in contact met zangeres Amelie 's Jongers die als toneelnaam A. van Zandt gebruikt. In 1888 trouwen zij in Amsterdam. Amelie trekt zich echter na enige tijd terug uit het operagezelschap om zich naar haar zeggen "te wijden aan de huiselijke plichten, het geven van zangles en het componeren van eigen muziekstukken". Orelio's roem groeit die jaren gestaag. In 1894sluit hij zich aan bij de "Nederlandse Opera" die de nieuwe Sr )' schouwburg aan het Leidseplein te Amsterdam als locatie heeft. Orelio heeft beroemde opera's in zijn repertoire, zoals Carmen, Faust, Hamiet, Wilhelm Tell, Paljas, Tosca en Louise. Ook is Orelio regelmatig in het buitenland te vinden met optredens in onder andere St.-Petersburg, Budapest, Berlijn, Moskou en Londen. Niet alleen als operazanger maar ook als oratoriumzanger en Nederlandse liederenzanger, oogst hij veel succes. Orelio zet zich bijzonder in voor een eigen Nederlandse opera. De Nederlandse taal kan volgens hem uitstekend gezongen worden. Graag en veelvuldig zingt hij Nederlandse liederen en maakt zich dan ook zeer geliefd als volkszanger. In veel recensies wordt zijn stem omschreven als "effectvol, krachtig en donker; een prachtig metalen geluid en zeldzaam klankvol en kleurig". In zijn presentatie prijst men "zijn prachtige humor en zijn koddige zeggenskracht, zijn duidelijk declamatie maar ook de geheel eigen interpretatie die hij aan zijn rollen geeft". Het vermogen dat Orelio bij elkaar vergaart stelt hem in staat in 1900 een bu itenverblijf te bouwen aan de St.-Michielsgestelseweg te Vught. Hij noemde deze neogotische

K-N AUGUSTUS 1997

12


BOSSCHE HISTORIE

villa gebouwd door architect Aerden naar zijn vrouw "Villa Amelie", in de volksmond al gauw "Villa Orelio" genoemd. Het echtpaar geniet vooral in de zomermaanden van het buitenleven in en rond de villa. Toch zijn zij slechts kort als inwoners van Vught ingeschreven. Hun eigenlijke woonplaats blijftAmsterdam. In 1902 viert Orelio zijn 25-jarigjubileum als zanger. De entourage waarin dit gebeurt geeft aan dat Orelio' s populariteit groot is. In een groots opgezette jubileumtournee door ons land valt hem veel hulde ten deel. Erwordtzelfs een bronzen borstbeeld van hem in de Amsterdamse stadsschouwburg geplaatst. In Den Haag krijgr hij van graaf Van Hoogendorp het Ridderkruis in de orde van Oranje Nassau. Ook in 's-Hertogenbosch wordt het jubileum gevierd. Speciaal voor Orelio wordt een feestcantate gecomponeerd door Theo van Wamel, met tekst van Jan Mosmans. In 1903 echterraakt de Nederlandse Opera in de versukkeling en valt er voor Orelio een vaste bron van inkomsten weg. Een grote tournee door Nederlands Indië (1904-1905) kan een zeker verval niet tegenhouden. Doordat Orelio steeds minder gevraagd wordt, moet hij vaker zijn toevluchtnemen tot slecht betaalde engagementen in bijvoorbeeld variétéprogramma' sen restaurants. Villa Amelie wordt in 1911 verkocht. In deze periode doet hij een poging om het "Bossche Concertgebouw" te exploiteren. De hele onderneming kost veel geld en mislukt, mede als gevolg van een gebrek aan belangstelling. In 1912 vestigt hij zich officieel als "Leeraar in zang en dramatisch spel" te Amsterdam. Orelio, inmiddels 60 jaar oud, komt in een moeilijke levensfase. Zijn stem, het machtigste wapen van een zanger, laat hem langzaam in de steek. Ook het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog maken de omstandigheden er niet beter op. Om de eens zo beroemde zanger te ondersteunen, wordt er een "Orelio-fonds" in het leven geroepen. De inkomsten uit dit fonds, onder meer gevoed via speciale feestconcerten waaraan diverse vrienden en relaties meewerken, zijn echter nauwelijks toereikend.

Om zijn roem voor de laatste keer nog eens op te vijzelen viert Orelio in 1916 uiteindelijk zijn 40-jarig jubileum met een tournee door Nederland. 's-Hertogenbosch haalt datjaar de zanger in met een groots feestconcert in het Concertgebouw. De persoonlijke omstandigheden zijn echter heel wat minder glorieus dan tijdens zijn vorige jubileum in deze stad m1902. Nadien treedt Orelio nog maar sporadisch op in ons land. Mede door suikerziekte loopt zijn gezichts- en loopvermogen steeds verder terug. Het echtpaar verhuist van Amsterdam naar Zantvoon en van daaruit naar 's-Gravenhage. Hier overlijdt Jos M. Orelio uiteindelijk op 25 maart 1926. Hij is dan 72 jaar oud. Orelio werd door tijdgenoten omschreven als een man meteen "kloek figuur, stevig gebouwd, breede borsten recht opgerichte gestalte''. Hij straalde zelfbewustzijn uit. Opvallend waren zijn" donkere tintelende ogen" en vooral de "gitzwarte" wenkbrauwen die afstaken bij zijn spierwitte haren. Terwijl hij als kind zo in zichzelf gekeerd zou zijn geweest, wordt in latere beschrijvingen vooral gewezen op zijn innemende persoonlijkheid en gevoel voor humor. Deze "joviale Hollandse Brabander" bezat als gastheer" de beste Brabantse eigenschappen". Hij was echter ook een man die, met een weinig zakelijke instelling, gemakkelijk leefde en zeer genoot van zijn rol als "grand seigneur". In de volle betekenis van het woord was hij een beroemd en geliefd operazanger en .een ware apostel van hetNederlandse lied, "die, dankzij een groot kunstenaarschap en intelligentie, alles kon zingen, en hoe!" In 's-Hertogenbosch houden een Oreliostraat en in Vught een Oreliosingel de verbleekte herinnering aan de eens zo beroemde inwoner van Vught in ere.

Jacolien v.d. Sluys Beheerder Vughts Historisch Museum

Een 300-jarige beschermt 's-Hertogenbosch tegen het water Op 29 juni 1995 verrichtte de minister van Verkeer en Waterstaat, mevrouw Jorritsma, de eerste - symbolische - meting voor de Vijfde Nauwkeurigheidswaterpassing. Dit is een activiteit van Rijkswaterstaat, die als

een van zijn kerntaken beschouwt: de bescherming van het land tegen het (stijgende) water. Ook en vooral voor een 'waterstad' als' s-Hertogenbosch is dat van het grootste belang.

:1

.1

Daarom is het interessant in het artikel van de heer Hendriks over de Berewoutstraat in het Kring-Nieuws van maart 1977 een prentje te zien van dat stenen peilmerk in de Berewoutstraat. Heel attent om zo'n ogenschijnlijk onbelangrijk detail niet over het hoofd te zien. Dat hardsteenen peilmerk is in meer dan een opzicht 'historisch' te noemen. Omdat het van een type is dat al vrij lang geleden zal zijn geplaatst en dat ook weinig meer voorkomt als

Bijgrott ontffenheUf en obsta~&, wa& straten in de stad; waarbij vanafde werkyfek de yGutts van hetyáfmerk niet zichtbaaris,ae6ruikt mm an aantafwattryasinstrummtm(wy)mbakm(b). Door w;9efijkina van de mattn oy de 6ab bpaa& de

[andmeur deyricim hooau van de werky~(

K- N AUGUSTUS 1997

13


BOSSCHE HISTORIE

meetpunt en bovendien staat het niet meer op de offici毛le lijsten van Rijkswaterstaat. Die lijsten zijn samengestels door de Meetkundige Dienst van Rijkswaterstaat. Het NAP is Normaal Amsterdams Peil dat al ruim 300 jaar aangeeft 'hoe hoog we zitten' en dat dus rechtstreeks verantwoordelijk is voor onze bescherming tegen de gevaren van overstroming. Dat Nederlandse NAP is ook vergelijkingsmateriaal voor het Europese waterpasnet. Let wel: in ons land zijn bijna 50.000 van die peilmerken aangebracht, voomamelij kaan soliede gebouwen en bruggen. In en rondom' s-Hertogenbosch zijn enkele tientallen peilmerken te vinden. Die merken zijn nagenoeg allemaal van hetzelfde type namelijk een ronde bout in de muur met de letters NAP. Zo'n bout heeft een rode bronzen kop van ongeveer 2 centimeter middellijn en dat is hetenigewatjevanzo'n bout ziet. Heel onopvallend dus. Alleen de meetkundige dienst van Rijkswaterstaat weet ze dankzij die lijsten precies te vinden. In onze stad zitten peilmerken aan het Raadhuis, aan de Wilhelminabrug (zelfs 2), aan de westelijke muur van het Kruithuis, aan de brugleuning

van de Vughterbrug en er zijn er nog veel meer. Maar dat zijn dus niet van die mooie hardstenen met een hoogtemaat erop maar eenvoudige bouten. Die peilmerken zijn de grondslag voor hoogtemetingen die noodzakelijk zijn voor bouwactiviteiten; en daaraan heeft 's-Hertogenbosch geen gebrek. Via die peilmerken kan de bouwer nauwkeurig opmeten op werke hoogte ten opzichte van het NAP hij aan het werk is. Daarom zijn al die duizenden peilmerken vrijwel overal aangebracht binnen een afstand van 1 kilometer en dus vindt de bouwer overal de nodige vaste punten. Dat vergelijken van de werkhoogte en de hoogte van het peilmerk gebeurt in het algemeen met kijker en waterpas. Een interessant peilmerk is uiteraard dataanonspronkstukdeSint-Jandatal in 1879 is aangebracht. Het is te zien aan de noordwand van de kerk daar waar tegenover de Bouwloods de fietsenstalling is. De lijst van Rijkswaterstaat zegt daarvan dat het 2.15 meter boven de grond zit en 854 centimeter en 9 milimeter(!) boven NAP. Op de muur van de kerk heeft het brons een duidelijke groene vlek afgegeven en als je er bij

gaat staan, sta je dus ongeveer 6.40 meter boven zeeniveau. Daarom heeft minister Jorritsma nu het startsein gegeven voor de 5e Nauwkeurigheidswaterpassing! Wat vaste punten leken te zijn daarvan bleek uit onderzoeken dat die niet zo stabiel waren maar dat ze omhoog of omlaag bewogen. Oorzaken zijn: - natuurlijke bewegingen van de aardkorst; - inklinken van diepere grondlagen; - werkzaamheden van zeer grote omvang; - boringen en winning van bijvoorbeeld aardgas. Om die redenen zijn rond 1875, 1929, 1950 en 1965 controlemetingen uitgevoerd en nu is de 5e serie gestart die dank zij nieuwere meettechnieken - hoogtemeting middels satel' 路 met name - veel sneller zijn beslag zal kunnen krijgen. Als dat alles achter de rugis zal' s-Hertogenboschernogveiliger bij liggen.

Jil

Kees Veerman Ilfustratic Kus Vurman Bron:Mutkund~eDitnst(ddnkzijDfir. D. Vunstra)

EEN GRAFSTEEN UIT 1519 In het Kring-Nieuws van december 1996 nam de heer Hendriks in zijn artikel over de 'Kerstnacht in het jaar 1653' een foto van de oude steen die al heel lang op de Parade ligt. Enige tijd geleden is die steen 'ompaald' om te voorkomen dat hij door auto's bezet wordt en zo blijft hij voor belangstellenden goed te bekijken. Het is een niet zo grote steen, niet meer dan tachtig bij vijftig centimeter, en het is een grafsteen destijds bestemd voor het grafvan een begijn. Zij zal het Groot-Begijnhofbewoond

hebbendattoeneengrootdeel van de plek besloeg die nu Parade heet. Er was zoals bekend nog een tweede (Klein-) Begijnhof waaraan ons Begijnstraatje tussen de Snellestraat en Postelstraat nog herinnert. Buiten deze twee waren er in de Meierij nog drie begijnhoven; namelijk in Helmond, Eindhov )n Oisterwijk. In 'hoogtij-jaren', zoals 1526, bewoonden wel honderdzestig vrouwen het Groot-Begijnhof, maar bij de inval van Frederik Hendrik in 1629 waren er maar achtenzeventig vrouwen, begijnen en meesteressen, die het hof bewoonden. In 1675 stierfde laatste begijn. Nederland heeft nu nog maar twee begijnhoven: in Amsterdam en Breda. Op de grafSteen staat in hier en daar lastig te herkennen letters (u kunt het op de afbeelding meelezen) "Hier leet begve ij ken goevaert haubrakens dochter baghij die sterfa-XVc XIX des sodachs nae belok paeschen." De tekst op de steen ziet er een beetje afgebrokkeld uit alsofde steenhouwer steeds in de war was maar het was in die dagen niet ongewoon om allerlei woorden afte korten zoals dat hier is gedaan met: begraven - baghijn - zondags - beloken. Het 'afgekort zijn' wordt met streepjes erboven aangegeven. Dat afkorten van gehouwen woorden kan men ook heel goed zien op het grafsteentj e datAlart Duhamel voor zijn gestorven vrouw Margriete van Auweninge heeft gemaakt en dat te zien is aan de muur van dezuiderzijbeuk van deSt.-J an.

K-N AUGUSTUS 1997

14


BOSSCHE HISTORIE

Ook op dat grafsteentje zijn heel veel afkortingsstreepjes gebruikt. Op de grafsteen van de begijn luidt de tekst in hedendaags Nederlands: 'Hier ligt begraven ijken, Goevaert Haubrakens dochter, begijn, die stierfanno 1519 des Zondags na beloken Pasen'. Zij is dus gestorven op zondag 24 april 1519. Haar naam staat in steen gehakt als: 'ijken' met twee puntjes op de ij. Het zou kunnen zijn een afkorting van Marijken maar misschien staat er 'liken' en dat kan afkomstig zijn van Angelica ofElisabeth. Wie weet het? Wie op een heldere dag eens gaat kijken en even de tijd neemt kan aan de letters, en vooral bijvoorbeeld bij het woord"sodachs",zienhoegroothetvakmanschapvande16e eeuwse steenhouwer was. Marijken heeft in ieder geval de bouw van de St.-Jan van nabij meebeleefd. In het jaar van haar overlijden was de gotische toren al helemaal klaar en moesten de bouwers nog aan de mooie middentoren beginnen. Kees Veerman FotomsdĂŽtts: KusVunnan Grgmns: StadSarcliitf

VAN KERKHOF NAAR BEGRAAFPLAATS Zondag 2 5 mei 1997 verzamelden een kleine vijftig Kringvrienden zich bij de ingang van de begraafplaats "Groenendaal". Ditmaal niet vanwege een droevige gebeurtenis, maar om onder leiding van Jan van Haaren en Ad van Zantvliet de geschiedkundige achtergronden te vernemen van de stadsbegraafplaats in Orthen.

Ook is het verschil tussen arm en rijk, bekend en onbekend, ook na de dood nog duidelijk zichtbaar. Wat mij persoonlijk met name zeer shockeerde was, wat ik maar zal noemen het verdomhoekje, waar de lichamen van jonge kinderen, om mij duistere redenen, zijn en nog steeds worden weggestopt.

Als ergens de geschiedenis tastbaar aanwezig is dan is dat wel op een kerkhofofbegraafplaats. Begroef men vroeger zijn doden in de kerk of in de ruin rondom de kerk (vandaar kerkhof), tegenwoordig gebeurt dit steeds meer op een centrale plaats, elders, vandaar de benaming begraafplaats inplaats van kerkhof.

We mochten verder een blik werpen in de kapel die in feite het graf is van Mgr. Zwijsen en in de cripte waar vele bisschoppen zijn bijgezet. Deze beide gebouwen zijn alleen met Allerzielen geopend voor publiek. Aan een paal bij de kapel hangt een oude gerestaureerde petroleumlamp die vroeger diende om duivels en demonen te verjagen. Deze lamp brandt nu alleen nog maar met Allerzielen. De roosters bij de ingang, die dienden om duivels (die hebben immers bokkenpoten!) van de begraafplaats te weren zijn inmiddels verdwenen. Men is gaande de geschiedenis tot de conclusie gekomen dat duivels op de begraafplaats weinig kwaad meer kunnen uitrichten, want de zieltjes van al die duizenden aldaar begraven Bosschenaren genieten al lang veilig en wel in de hemel van hun dagelijks 'sjekladebol' en hun 'brandewijntje met suiker'. Wat er resteert op de begraafplaats zijn immers alleen hun tijdelijke stoffelijke omhulsels.

"Groenendaal", denkt menigeen, is de vredige benaming van de Bossche begraafplaats vanwege de aanwezigheid van prachtig geordend groen dat uitbundig groeit en bloeit en daarmee een volmaakt evenwicht schept tussen de dood en het nieuwe leven. Dit denkende, is het zeer ontnuchterend om dan uit de mond van onze gids te vernemen dat deze romantische verklaring van ons aller "Groenendaal" totale onzin is, omdat de begraafplaats doodsimpel haar naam ontleent aan de aldaar eerst begravene, de heer Van den Groenendaal; geen Bosschenaar, maar nota bene ook nog afkomstig uit St.-Michielsgestel! Dit gebeurde bijna 150 jaar geleden. Een grafsteen die nog herinnert aan deze heer Van den Groenendaal is nog aanwezig op de begraafplaats. Wandelend over de begraafplaats zien we duidelijk verschillen van dodenverering tussen bijvoorbeeld protestanten, katholieken en doden met een zigeunerachtergrond.

Beste gidsen bedankt voor de rondleiding, namens het gehele gezelschap. Jullie verhaal zal velen van ons zeker nog eens naar Orthen voeren, al dan niet vrijwillig!! Theo van Dinther

K-N AUGUSTUS 199 7

15


VAN DE BESTUURSTAFEL

: Secretariaat van

VAN DE BESTUURSTAFEL Wie fietste er niet mee naar Liempde ? Die heeft werkelijk iets gemist! Op zondag 15 juni jl. was onze fietstocht naar Liempde. We vertrokken om 11.00 uur vanafhet Kringhuis terwijl de weergoden ons bijzonder goed gezind waren. Toch was het aantal deelnemers minder dan we hadden gehoopt; zou vaderdag een rol hebben gespeeld? Hoe het ook zij, degenen die wèl hebben deelgenomen aan deze dag waren heel enthousiast. Behalve dat de natuur op zijn mooist was hebben we genoten van de uitlegvandeheerWelvaartsoverhetwelenweevandeKlöskesofWeldefamilieVan de Velden uit Liempde. In het zoldermuseumke van de Klöskes (de vijfkinderen van Klaas= Klöske van de Velden} kregen we een diapresentatie over het leven en werken van deze vijfLiempdse 'kinderen' (die alle vijfrond de 80 jaar oud zijn geworden en alle vijfvrijgezel bleven en trouw aan elkaar}. Zij waren eigenlijk een afspiegeling van de Brabantse boer uit het begin van deze eeuw en de dia's gaven ons daarvan een heel goed beeld. Enkele grote zwart-wit foto's lieten ons de (nu nostalgisch aandoende} kledij uit die dagen zien. Verder konden we aan de hand van de voorwerpen, die tentoongesteld zijn in het museum, heel duidelijk zien hoe in de boerderijen vroeger bijvoorbeeld werd gestookt, met wat voor gereedschappen men op het land werkte, hoe klompen werden gemaakt (en hoeveel verschillende modellen er waren, afhankelijk van de streek waar ze moesten worden gebruikt}. We konden daar bijna niet wegkomen, ook al vanwege het enthousiasme van de heer Welvaarts, die al onze vragen graag beantwoordde. Maar de beugelbaan riep ofbeter gezegd: onze 'begeleiders' op de beugelbaan kwamen ons al ophalen omdat ze ons graag aan het beugelen wilden zetten. En het moet gezegd: hun enthousiasme werkte aanstekelijk. Nadat ons de spelregels waren uitgelegd konden we (letterlijk} aan de slag: met behulp van een houten 'sleger' (een soort grote houten schep} moesten we proberen een zware bal over een lemen vloer door een ijzeren beugel te slaan. We stonden steeds met vier mensen op de baan: 2 x 2 koppels. Ieder koppel probeerde te winnen door een zo groot mogelijk aantal punten te behalen; dat kon ook door de ballen van de tegenpartij weer van de baan afte kaatsen met je eigen bal. Omdat het spel nogal wat energie kostte waren we maar wàt blij met de koffie en 'klumpkesbrood' (Liempdse lekkernij!} die we door een enthousiaste Liempdse vrijwilligster kregen aangeboden. Rond 16.00 uur moesten we Liempde verlaten om op etenstijd thuis te kunnen zijn en ook daarin zijn we weer geslaagd! Elly Strang-Overmeijer

i KRING "VRIENDEN i VAN 's·HERTOG.ENBOSCH" Postbus 1162 5200 BE 's-Hertogenbósch

l KRINGHUIS 1 Vlsstraat 42b

! 5211 DN •s-Hertogenbosoh ~ Telefoon

073 - 613 50 98 073-6146021 t Openingstijden: ! Maandag t/m zaterdag r van 10.00-17.00uur l Zon· en feestdagen van 12.00 • 17 .00 uur bovendien op donderdag van 18.00- 21.00 uur ~ Telefax

BETALINGEN - Postgiro 3.119.116 - Bank van lanschot rek.nr. 22.51.91.202 - Jaar11Jkse bijdrage mlnlmq f25,-

- Jeugdleden f 15,Krfng-Nleuws is het zes maal per jaar verschijnend tijdschrift

van de Kring ''Vrienden van 's-Hertogenbosch".

REDACTIE: Harry Blankert, Aart Bogers, Jack van Elfen, Theo van HerWIJnen, Jan Korsten.Atl Unders (voorzitter/secretaris) en stan Swarts.

AAN DIT NUMMER WERKTEN MEDf: Kok de Dekker-Dupont. Plet de Bock, Theo van Dinther, Uan Duif, Cor Glllhaus, Jan van

Haaren, Jo Hendriks, Rob r Hoogeboom, Hein Kurvers, L. Nonnekes, JacoUen v.d. Sluis, Elly Strang-Oven'nèyer, Jack van Uden, Kees veerman en J.J. van Veldhulzen. REDACTIE~ADRES:

secretariaat Kring-Nieuws Postbus 1162 5200 BE •s-Hertogenbosch

Kopij voor het eerstvolgende Kring-Nieuws dient uiterlijk vrijdag 3 oktober 1997 te worden ingeleverd bij Secretariaat Kring-Nieuws Postbus 1162, 5200 BE 's-Hertogenbosch of bezorgen in het Kringhuis

VORMGEVING: Jack van Elfen en Atl Unders DRUK: Pr1ntex 's-Hertogenbosch Oplage 1700 stuks

Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder schr1fte11Jke toestemming van : de redactie. K-N AUGUSTUS 1997

16


STICHTING GASTHEERSCHAP

CULTUUR-HISTORISCHE ACTIVITEITEN

....,-,: •• : ' :N'Y-' te koop in het Kringhuis, Erfgoedwinkel Kroniek deel 2: 'Bouwen en wonen in de schaduw van de Sint Jan' Laatste oproep: de reeds bestelde exemplaren kunnen nu worden afgehaald in het Kringhuis!

'Het toekomstige vestingverleden van de stad 's-Hertogenbosch' Reactie van de werkgroep vestingwerken van de Kring "Vrienden van 's-Hertogenbosch" op het rapport 'Renovatie Vestingwerken' van Witteveen en Bos aan de gemeente 's-Hertogenbosch. f 7,50

'De Binnendieze, wel vaart of vaart wel: een visie op de toekomst'. De eerste druk was reeds uitverkocht. De tweede druk is nu verschenen! Een uitgave van de stichting Binnendieze en de Kring "Vrienden van 's-Hertogenbosch". Een zeer actueel, baanbrekend rapport over toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden van de binnendieze. f 14,95

·

iL4tUk voor jong en oud, verkrijgbaar in het Kringhuis, Erfgoedwinkel 's-Hertogenbosch Nieuw: Stripboek 'De zaak; het Bossche hart' Een Spannende strip met als decor de stad 's-Hertogenbosch met actuele projecten als de nieuwbouw van het station, Sportiom maar ook de historische binnenstad met het nieuwe Kringhuis en de vaartocht Binnendieze. Verkrijgbaar voor f 12,95

'Het regent het zegent' Bakerrijmpjes vormen een onderdeel van een al eeuwen lang bestaand cultuurgoed. Stevig geworteld in de traditie werden ze van generatie op generatie doorgegeven. 'lene, miene, mutte', 'Zakdoekje leggen', 'Zeg ken jij de mosselman' en vele andere oude bekende bakerrijmpjes, verzameld in een leuk geïllustreerd, gebonden boekje. f 13,90

'Het prentenboek van Ot en Sien' Een bijzonder mooi prentenboek opnieuw uitgegeven in 1995 naar de oorspronkelijke editie van 1909, voor de eveneens bijzondere prijs van f 19,90!

··1'1P$ voor de vakantieperiode: •.

'"

In de maanden juli en augustus kunt u dagelijks deelnemen aan onze stadswandelingen en rondleidingen. Informatie over vertrektijden in het Kringhuis, tel. 073 - 6135098. Natuurlijk kunt u ook op eigen houtje de stad verkennen. We hebben voor u vijf wandelboekjes van de Kring gebundeld en voegen daar dan ook nog de gids 'De Sint Janstoren te 's-Hertogenbosch aan toe. Zes boekjes voor de speciale aanbieding van f 5, 00. De stad op de ·fiets verkennen kan natuurlijk ook. 'De stad uitgelegd: fietsgids voor de architectuur, stedebouw & landschap in 's-Hertogenbosch'. Een uitgave van de Kring. Deze fietsroute geeft de fietsers inzicht in de unieke opbouw en groei van de stad 's-Hertogenbosch. Het verborgen landschap, de vele plassen, de stapsgewijze uitbreiding van de stad, het karakter van de verschillende wijken; dit zijn enkele thema's die worden voorgeschoteld. De gids kan daarom een aanvulling zijn op de vele wandelroutes in de opgeving van 's-Hertogenbosch f 6,00

K-N AUGUSTUS 1997



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.