Kringnieuws 2000 07 26 156

Page 1

KRING JAARGANG 26

INHOUD VIJFENTWINTIG JAAR BOUWHISTORIE .1 LEZING DE GRUYTER ""."""""".""" .. 3 BLOEMEN VAN DE NIEUWE TIJD ".".".3

Vijfentwintig jaar

bouwhistorie

GERRIT SCHULTE """""""."""."."""".4 RONDLEIDING .""" ........ """ ... """."" .. 4 VOOR ALLE LEDEN ""."""""""""".""4 ALLE AANDACHT VOOR HET CULTUURHISTORISCH ERFGOED""""".5 VAN DE VOORZITTER""""""""""""".5 SOLLICITATIE .. " .. """"" .... """".""".""6 DE FABELACHTIGE EENHOORN "".""".6 'T VLIETJE ........... " ..... " ................... " .... 7 MUZIEK OP DE BINNENDIEZE """""""7 CURSUS STADSGIDS GESTART .""""""7 WEDERGEBOORTE DRIJ HAMERKENS "8 ABDIJEN FIETSTOCHT ZATERDAG 6 MEI EEN SUCCES """"""9 BEZOEK AAN HET ASIELZOEKERSCENTRUM (AZC) IN ROSMALEN"".""10 DOOR DE BOMEN DEN BOSCH ZIEN (4) SOLDATESK."."11 EXCURSIE KPN """""""""".""".""".12 de noordkant van de Markt, volgens een

LAATSTE MOGELIJKHEID

computertekening

VOOR DE EXCURSIE NAAR DE VLAAMSE ABDIJEN "."""""."".".12 PRESENTATIE BOEK MARIANNE KESER""""""."""""""".13 VERSLAG VAN DE ALGEMENE LEDENVERGADERING VAN DE KRING "VRIENDEN VAN 'S-HERTOGENBOSCH" """"""""""""14 GENEALOGISCHE DAG BRABANT OP HET RIJKSARCHIEF IN '$-HERTOGENBOSCH ."".""""""""".16 AANVULLING DE GRUYTER"".""."""16 OVER DE FIETSTOCHTEN """"""""".16 EN KLEINE EXCURSIES """"""""".""16

Kringnieuws juli 2000

Na de goed bezochte ledenvergadering van 17 mei jongstleden houdt Ad van Drunen een inleiding over het bouwhistorisch onderzoek in 's-Hertogenbosch. De dienst voor Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten (BAM) bestaat inmiddels 25 jaar. Ad van Drunen heeft, als eerste medewerker, de bouwhistorische dienst vorm gegeven. Nu werken bouwhistorici, archeologen en medewerkers van het stadsarchief samen om de middeleeuwse geschiedenis van de stad zichtbaar te maken.

's-Hertogenbosch is een van de eerste gemeenten die een bouwhistoricus in dienst nam en is nog steeds een van de weinige gemeenten met een bouwhistorische dienst. De gemeente heeft ook wel wat goed te maken als het om haar oude gebouwen gaat. Toen het rijk inventariseerde welke gebouwen op de rijksmonumentenlijst opgenomen moesten worden, was de gemeente 's-Hertogenbosch nogal terughoudend om de oude panden van de vervolg op pagina 2

De uitgave van dit vernieuwde Kringnieuws is mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van Jacques Stienstra. 1


stad op die lijst te zetten. Dat heeft tot gevolg gehad dat in onze stad met zijn historische kern toch relatief weinig gebouwen de status van rijksmonument hebben. Dat betekent nu dat veel oude panden niet beschermd zijn als het gaat om verbouwing en sloop. Enkele zeer oude panden in de binnenstad zijn nog volledig intact. Er is alleen een nieuwe gevel voor geplaatst. Ze staan niet op de monumentenlijst. Als in zo'n pand onderzoek mogelijk is, is de BAM er als de kippen bij. Bouwhistorie Bouwhistorie is archeologie boven de grond, formuleert Ad van Drunen. De bouwhistoricus onderzoekt oude panden en resten van oude panden om de bouwgeschiedenis van die plek te achterhalen. Soms staan oude gebouwen nog overeind. Een andere keer zijn in de nieuwere bebouwing delen van eerdere panden te herkennen: dichtgemetselde bogen in de kelders, oude balklagen en overkappingen. Een andere waardevolle informatiebron zijn de zijmuren. Naast elkaar gelegen huizen delen vaak de zijmuur. Als een huis afgebroken wordt, blijft de zijmuur staan. Die zijmuur geeft veel details over het gesloopte pand. De plaats van de verschillende balklagen, de aftekening van een trap, eerdere verbouwingen en de aanzet van de kapconstructie zijn vaak uit de zijmuur af te leiden. De bouwhistoricus klimt de steiger op en 'leest' de muur zo nauwkeurig mogelijk. Hij tekent zijn bevindingen in en via de computer

komt een prachtige kaart tevoorschijn waarop alle details zichtbaar zijn. Op deze manier werd bijvoorbeeld duidelijk dat de Torenstraat vroeger veel smaller was. De gevels van de huizen tegenover de Sint-Jan zijn op een gegeven moment afgebroken en een eindje weer opgebouwd. Vragen over de historische bebouwing van de stad kunnen soms ook op een andere manier worden opgelost. Hoe zag bijvoorbeeld de noordkant van de Markt er precies uit? Dat deel van de markt kunnen we zien op het schilderij De lakenmarkt uit 1530 in het Noordbrabants Museum. De afbeeldingen op het schilderij zijn met onderzoeksgegevens gecombineerd. De computer laat nu een realistisch beeld zien van de markt van toen. Bouwhistorie gaat niet alleen over middeleeuwse huizen. Ook nieuwere panden bevatten soms verborgen informatie. Pleisterlagen verbergen in een enkel geval oude beschilderde muren en achter oud behang zit misschien nog behang uit de 19e eeuw. Stadsarcheoloog en stadsarchief De BAM nam al gauw na haar oprichting een archeoloog in dienst. Aanvankelijk om bodemonderzoek te doen op die plaatsen waar een parkeerkelder moest komen. Immers, de aanleg van een parkeerkelder verwoest eventuele resten van bewoning, het zogenoemde bodemarchief, volledig . Maar ook op andere plaatsen in de stad is de stadsarcheoloog aan het werk gegaan.

(advertenties)

Ook het stadsarchief wordt regelmatig bij het onderzoek betrokken . De samenwerking tussen archeoloog, bouwhistoricus en archivaris levert soms aardige verrassingen op. Bij een opgraving in de kelder van een huis aan de Pensmarkt vond de archeoloog op de plek waar men resten van een huis verwachtte, de muren van twee huizen: een oud natuurstenen huis uit het eind van de 12e eeuw, en daarnaast een bakstenen huis uit de 13e eeuw. Met behulp van informatie uit het archief bleek dat de resten van de tufstenen fundering waarschijnlijk hebben toebehoord aan het huis van de hertog dat op deze plaats gestaan heeft. Later is hier een groter bakstenen huis gebouwd, het Lombardisch kasteel. Dat perceel strekte zich uit van de Pensmarkt tot de Dieze. Een ander voorbeeld van samenwerking tussen BAM en stadsarchief is het inmeten van de oude panden. In de 16e eeuw werd belasting, cijns, geheven onder andere op de bebouwde grond. De cijnsmeester kwam uit Brussel en bezocht de huiseigenaren . Hij tekende de breedte van ieder pand in zogenaamde 'Bossche voeten' op inzijnzakboe~e. Datzakboe~eis in het archief bewaard gebleven. Samen met archeologisch en bouwhistorisch onderzoek is de oude bebouwing van de Bossche binnenstad nu opnieuw in kaart gebracht. De kelders onder de Markt De aanwezigen vragen natuurlijk naar de kelders onder de markt. Ja, er waren en er zijn kelders onder de Markt. In ZuidNederland heeft men in de 15e en 16e eeuw bij reeds bestaande huizen zogenaamde voorkelders aangelegd . De kelders zijn jonger dan de huizen waar ze toe behoorden . Ze zijn later uitgegraven. Deze overwelfde kelders bevinden zich voor het pand onder het straatniveau. Vanuit de kelder onder het huis zijn die voorkelders vervolg op pagina 10

Aifr:Hefncn

Handboekbinden - boekrestauratie beginnerscursus boekbinden

Kerkstraat 27 's -Hertogenbosch. Tel. (073) 613 00 12. Fax: (073) 612 09 90. Interne!: www.boekhandelheinen.nl. E- mail:heinen@boekhandelheinen.nl

Mgr. Prinsenstraat 35 5211 LN 's-hertogenbosch Telefoon 073 - 612 07 46

BOEKVE R KOPE R S SlNDS 1 863

2

Stephan Pas

Kringnieuws juli 2000

)


Bloemen

van

de

Nieuwe Tijd Nederlandse

bloemschilderkunst

1980-2000

27 mei tot en met 3 september 2000 Van 27 mei tot en met 3 september brengt het Noordbrabants Museum de tentoonstelling Bloemen van de Nieuwe Tijd - Nederlandse bloemschilderkunst

1980 - 2000. Bloemen

0

Bloemen zijn niet weg te denken uit ons bestaan. In het bloembollenland dat Nederland is, zijn bloemen altijd en overal aanwezig. Zij markeren de hoogte- en dieptepunten van ons leven en fleuren ons dagelijks bestaan op. Zij zijn een exportproduct van betekenis, worden wekelijks op de markt aangeboden en dagelijks bij bloemist en stalletje. Bloemstilleven

Het bloemstilleven zoals zich dat van de 16de tot de 18de eeuw tot een superieure graad van verfijning had ontwikkeld, veranderde in de 19de eeuw van betekenis en aanzien. Academisch geschilderde boeketten verloren eerst hun rijke inhoud en in de tweede eeuwhelft hun vorm, toen ze uiteenvielen in losse bloemen en zelfs per stuk geschilderd werden. Kunstenaars gingen bloemen voor hun eigen opvattingen over kunst en maatschappij gebruiken en rond 1900 was de bloem hÊt symbool van het fin de siècle gevoel. Vervolgens verdween het bloemenschilderij met het ontstaan van overheersend abstracte tendensen lang buiten beeld. Het dook pas weer op in de jaren tachtig, toen er sprake was van een massale terugkeer naar de figuratie in de beeldende kunst. Het ecologisch bewustzijn en onze gewijzigde houding ten opzichte van de natuur hebben waarschijnlijk ook een rol van betekenis gespeeld. Tentoonstelling

Tot welke oplossingen deze vraag geleid heeft is te zien in de tentoonstelling, die komende zomer in het Noordbrabants Museum loopt. Zonnebloemen, lelies, irissen, amaryllissen, rozen, gladiolen, magnolia's, viooltjes, ze zijn allemaal terug, maar in een volstrekt andere gedaante en in meer variaties dan ooit Kringnieuws juli 2000

Erik Andriesse (Bussum 1957 - 1993

Daan van Golden (Rotterdam 1936)

Amsterdam) Magnolia 1992

Heerenlux 1998

tevoren. 45 Nederlandse kunstenaars zijn vertegenwoordigd met 75 werken uit de periode 1980-2000: schilderijen, tekeningen, collages, ruimtelijk werk, objecten, foto's, video's, sieraden. Dit wel zeer gemengde boeket onderscheidt zich zowel door een grote visuele rijkdom als door een meerduidige inhoud. Het zal verrassen, vermaken en ontroeren door de

veelzijdigheid in voorkomen en betekenis. Catalogus

Bij de tentoonstelling verschijnt een catalogus met een inleiding op het onderwerp door Marty Bax, een bloemlezing van gedichten door Willem van Toorn en toelichtingen per kunstenaar door Marty Bax, Els Hoek en Maureen Trappeniers.

Lezing De Gruyter In het najaar wordt in het Noordbrabants Museum een tentoonstelling geopend over De Gruyter. Heel wat Bosschenaren hebben gevolg gegeven aan de oproep, om interessante De Gruytervoorwerpen uit te lenen ten behoeve hiervan. In het kader van deze unieke tentoonstelling organiseert de Kring op woensdag 13 september aanstaande in De Azijnfabriek een lezing over De Gruyter. Aanvang is 20.00 uur. Wij hebben drs. Charles de Mooy, conservator van het Noordbrabants Museum en organisator van de tentoonstelling, bereid gevonden om een introductie te geven op De Gruyter en de tentoonstelling. Na de pauze zal een forum van bekende oud-werknemers van De Gruyter, zoals Arie Booster, Cor Versteeg en anderen, ingaan op herinneringen aan vroeger en op vragen vanuit de zaal. Dit wordt een boeiende avond! Vincent Verberk 3


Gerrit Schulte Gerrit Schulte werd in 1916 in Amsterdam geboren, maar had toch iets Bourgondisch over zich. Misschien lagen zijn roots wel in Brabant, want eind 16e eeuw zijn veel Brabanders als economisch vluchteling naar Amsterdam gegaan. Op de weg was Gerrit een groot kampioen. Helaas haalde hij hier geen wereldtitel. Deze wereldtitel haalde hij wel op de baan in de achtervolging. Deze finale sprak alleen al tot de verbeelding omdat Gerrit het op moest nemen tegen Fausto Coppi en als je Coppi kon kloppen, was je een hele grote. Voor deze wereldtitel op de baan had Gerrit ook al heel wat prijzen bij elkaar gefietst. Dit was niet slecht voor iemand die begonnen is op een slagersfiets. Deze slagersfiets werd al snel ingeruild voor een fiets van f 25. -, die Gerrit op afbetaling kocht. Behalve de fiets had Gerrit nog meer bagage, namelijk zijn fanatieke karakter, 'n deurdouwer zeggen ze in 's-Hertogenbosch. Hij zal ongetwijfeld ook veel teleurstellingen hebben gekend. Als ik goed ben ingelicht is hij in 1934 als broodrenner begonnen en als zodanig kon je je domicilie beter in het zuiden van het land hebben, gezien het bereik van de wedstrijden en om die reden heeft hij zich in onze stad gevestigd. In eerste instantie bleef hij talloze malen overnachten bij Jan van der Kley, totdat hij verliefd werd op de dochter des huizes en het tot een huwelijk kwam. Gerrit was een allrounder en heeft dan ook van alles gedaan. De olympische spelen in Berlijn, een maal de Tour de France, waar hij een etappe won en het daarna voor gezien hield met de uitspraak "nooit van mijn leven meer een Tour de France".

In de oorlogsjaren heeft Gerrit veel op de baan gereden met Gerrit Boeyen. Dat was in die jaren wat men noemt een koningskoppel. Ik kan me nog krantenkoppen herinneren als 'Schulte overheerst de Ronde van Nederland', hij kon aan kop sleuren als geen ander. Ook heeft hij nog jaren gereden als Koning van de zesdaagsen, want na Boeyen kwam Peter Post bij hem in het vizier. Het verschil in leeftijd (18 jaar) deerde hem niet. Na de Tweede Wereldoorlog werd er een wielerclub opgericht, waar hij zijn naam aan gaf. En wat dacht u van de bekende Gerrit Koning d·er: · zEiSd~èrl -. ·· 'L;.: : :: .i; ~-:· · Schulte Trofee die jaarTUBE-BOY AU--:~ENNREIFEAf ~~;.01Ó'r4'.::_RUBBER" . lijks wordt uitgereikt MAAsi:R1cf:i-r'..:' HOllANo en waar de ontvanger nog altijd trots op is? De stad 's-Hertogenbosch heeft hem met een stadspenning J. van Haaren geëerd. Gerrit heeft altijd voor zijn sport geleefd, al was hij daarnaast nog caféhouder, zowel in zijn café in de Ridderstraat als in stadion De Vliert. Hij was een goede gastheer. In 1994 blies hij zijn laatste adem uit in 's-Hertogenbosch.

~E~RI~, ~f~~;r:~:/,

.

RONDLEIDING

VOOR ALLE LEDEN Op zondag 27 augustus aanstaande is er weer een rondleiding op de begraafplaats Groenendaal, bestemd voor alle leden van de Kring. Gidsen Jan van Haaren en Ad van Zantvliet zullen de rondleiding verzorgen. Er wordt gestart om 11.00 uur. De toegang is gratis. Men kan zich opgeven in het Kringhuis tot 15 augustus. Joos van Zandvliet

4

Kringnieuws juli 2000

)


Van de voorzitter Alle aandacht voor het

Il

cultuurhistorisch erfgoed 's-Hertogenbosch nog aantrekkelijker maken voor toeristen. Zij zegt geen massatoerisme op de Binnendieze te beogen, 's-Hertogenbosch moet geen Giethoorn worden. De gemeente mikt wel op herhalingsbezoek en langere verblijfsduur van gasten. Dat lijkt strijdig met elkaar, want de Binnendieze is een van dé toeristische topattracties van onze stad. Ik vind het een opportunistisch plan en we zullen daar zeker onze eigen visie tegenover zetten. Het bestuur van de Kring heeft een tweeledige taak. Naar buiten moet het belang van het cultuurhistorisch erfgoed bewaakt worden, naar binnen moet een vrijwilligersorganisatie aangestuurd worden. Op dit moment vraagt met name de behartiging van de belangen van het cultuurhistorisch erfgoed veel aandacht. De gemeente 's-Hertogenbosch heeft een aantal nota's uitgebracht die implicaties hebben voor dat erfgoed. De inspraak is gestart en de Kring wil een krachtig geluid laten horen. De komende drie à vier maanden zal de monumentencommissie van de Kring haar krachten zoveel mogelijk inzetten voor het _; bestuderen van beleidsnota's en het reageren op de in die nota's verwoorde plannen. Ik noem hier vijf van die nota's in het kort: 1. Binnenstadsvisie: het gaat om het ontwikkelen van nieuw beleid voor de binnenstad en mogelijk ook 't Zand. In deze nota krijgt de cultuurhistorie veel te weinig aandacht. 2. Van hekel tot hekel: de eerste uitwerking van de restauratie van de vestingwerken. De Kring maakt zich ècht zorgen over de plannen die er zijn met betrekking tot Bastion Oranje. 3. Structuurplan varen: Dit structuurplan is een marketing plan. De gemeente wil Kringnieuws juli 2000

4. Het bezoekerscentrum: De gemeente streeft naar het bouwen van een bezoekerscentrum waarin VVV. de Kring en andere organisaties gezamenlijk de bezoekers van dienst kunnen zijn. Dat bezoekerscentrum zal naast de Moriaan aan de Marktstraat moeten verrijzen. De Kring is tegen een samengaan met de VVV. De doelstelling en de belangen van beide organisaties zijn te verschillend. Waar de VVV veel toeristen wil trekken, wil de Kring belangstelling kweken voor cultuurhistorisch erfgoed. Het is ook niet mogelijk een organisatie waarin alle medewerkers betaald worden, zoals de VVV en een vrijwilligersorganisatie, zoals de Kring in èén gebouw samen te laten werken. De Kring wil zich, samen met de VVV, graag inzetten voor een zo optimaal mogelijk bezoekersmanagement. Maar we kiezen voor een eigen locatie. 5. Nota stadspromotie: De Kring is niet bij het maken van deze nota betrokken, terwijl juist door onze activiteiten de stad een grote bekendheid heeft gekregen. In deze nota gaat het om de economische promotie van de stad: om meer toeristen te trekken moeten winkels en horeca opgewaardeerd worden. De cultuurhistorische promotie komt niet aan de orde. Dat is een kwalijke zaak, want economische promotie en cultuurhistorische promotie kunnen strijdig met elkaar zijn. Die tegengestelde belangen moeten ter discussie gesteld worden. Dat

is een voorwaarde voor het te voeren promotiebeleid . De monumentencommissie van de Kring bestaat uit de voorzitters van de volgende werkgroepen: Openbare ruimten, Bouwplannen, Klein monument, Binnendieze, Vestingwerken, Winde en Kerken & kloosters. Ik zit de werkroep voor, Johan Verharen is de secretaris. We zullen veel tijd nodig hebben om de gemeentelijke plannen goed te bestuderen en zowel op ambtelijk, op politiek (raad) als op bestuurlijk niveau (B & W) te reageren. De gemeente wil interactief besturen. Dat interactief bestuur spreekt ons aan: in een vroeg stadium inspraak van betrokken organisaties. Maar we hebben ook enige argwaan. De gemeentelijke monumentencommissie bijvoorbeeld geeft de indruk eerder aan een vorm van torentjesoverleg te doen dan openbaarheid van bestuur na te streven. Wat betreft de bovengenoemde nota's zullen we in het komend overleg graag onze partij meespelen, soms meebouwend, soms confronterend. Vrijwilligersbeleid De genoemde gemeentelijke nota's zijn niet het enige wat ons bezighoudt. De Kring heeft bij de gemeente aandacht gevraagd voor het ontwikkelen van gemeentelijk vrijwilligersbeleid. Een aantal steden in Nederland kent zo'n beleid, in 's-Hertogenbosch ontbreekt dat. De Kring heeft de gemeente gevraagd een nota te ontwikkelen met voorstellen voor een stedelijke vrijwilligersdag en de invulling van het vrijwilligersjaar. De internationale vrijwilligersdag is begin december. In veel plaatsten worden vrijwilligers op die dag in het zonnetje gezet. De Verenigde Naties hebben 2001 uitgeroepen tot internationaal jaar van de vrijwilligers. En dan nog Jeroen Bosch. Onze bijdrage aan de euforie rond deze Bossche schilder zal een speciale wandeltocht zijn, die in 2001 aangeboden wordt. Cor Gil/haus

5


De fabelachtige eenhoorn Meestal wordt het pand van een apotheker of drogist op de gevel aangeduid met een reliëf van een zogenaamde gaper: een mannenkop met wijdopen mond. Alsof het iemand is aan wie wordt gevraagd: 'Zeg eens ááá.' Of het stelt een patiënt voor die een medicijntje gaat slikken. Zo'n gevelversiering in de vorm van een gaper kun je bij allerlei apothekers in ons land zien. Het verband tussen een apotheker en een eenhoorn ligt minder voor de hand. Toch is een van de fraaie eenhoorns bij het begin van de Hinthamerstraat te vinden boven de ingang van de apotheek van Markt 35. Hij is mooi uitgevoerd: fel groen van kleur en met een gouden hoorn. Op het winkelraam staat de naam: Apotheker Albers en daaronder staat 'voorheen Apotheek H. v. Baer'. Hierbij is het aardig te weten dat in hetzelfde huis al in de 17e eeuw een apotheker Van Baer, werkte, maar dat zijn huis toen De Oranjeboom heette. Het huis naast die apotheek droeg in 1648 nota bene de naam De Gapert en ook in dat huis woonde een Van Baer. Toch is de eenhoorn als symbool voor een apotheek niet echt vreemd. De Griekse arts / historicus Ktesias, lijfarts van een Perzische koning, beschreef in circa 400 voor Christus het legendarische dier als volgt een paardachtig dier, wit, blauwe ogen en een lange hoorn 'van een el lengte' op het voorhoofd. Die hoorn had drie kleuren en wie uit de hoorn dronk was beschermd tegen maagklachten, epilepsie en vergiftiging.

Il

Je zou dus kunnen zeggen: de apotheker die de medicijnen levert, is als het ware een wonderdoener die beschikt over zo'n geneeskrachtige hoorn. Daarom is de eenhoorn aan de gevel van de apotheek op de Markt daar echt wel op zijn plaats. Onze stad kent nog een andere interessante eenhoorn die niets te maken heeft met een apotheek. Wie in het begin van de Choorstraat met de rug naar de plebanie staat en kijkt naar de ramen van de Sint-Jan boven de kapellen (dat zijn dus de ramen van de zijbeuk van het koor), kan boven die ramen beeldhouwwerk zien, reliëfs. Oorspronkelijk waren die reliëfs aangebracht rond het jaar 1400, tijdens de bouw van de SintJan, maar in 1922 - 1923 was het noodzakelijk ze te vervangen. In die reliëfs is een soort dieren afgebeeld. Op het derde reliëf van links zijn twee van die fabeldieren te zien: links een eenhoorn en rechts een draak. Het lijkt erop dat de eenhoorn de draak aanvalt alsof de middeleeuwse beeldhouwer heeft willen uitdrukken: de strijd tussen goed en kwaad. In de symboliek, die een belangrijke rol speelt in de geschiedenis van de beeldende kunst, staat de spierwitte eenhoorn voor reinheid en kuisheid. Het dier kon volgens de legenden een 'fabelachtige' snelheid ontwikkelen en het werd, om zijn uitzonderlijkheid en zijn vermogen alles rein te maken wat het aanraakte, veel. gejaagd maar het kon alleen tot staan gebracht worden door een reine

maagd. En het mooie verhaal zegt: dan legde de eenhoorn het hoofd in de schoot van de maagd. Daardoor wordt de eenhoorn in het christendom rechtstreeks verbonden met Maria en vaak vereenzelvigd met Christus. Daarom ook is de eenhoorn een symbool dat past bij onze kathedraal en het is van betekenis ter plaatse het reliëf te gaan bekijken en er een gedachte aan te wijden. Wie het reliëf van het fabeldier van heel nabij wil zien, moet gaan naar De Bouwloods naast de Sint-Jan en daarin even ronddwalen. Daar hangt op ooghoogte een nauwkeurig gipsmodel van het reliëf. Dat werd in 1922-1923 gebruikt voor de restauratie van het versleten reliëf en aan dat model zijn alle details goed te zien. Het wordt nu met zorg in ons museum bewaard en het is bijzonder de moeite waard om dat, en al het andere in het museum, eens te gaan bekijken. Kees Veerman Gegevens uit: De Bouwloods - monografie deel 8 Reimer - Woordenboek Klassiek Oudheid en Cd-rom Hall - Iconografisch Woordenboek / Encyclopedie Symbolen Encyc/opaedia Britannica

Sollicitatie Eerste artikel van Ger de Peuter uit zijn logboek. Met toestemming overgenomen. Toen ik in januari 1993 in 's-Hertogenbosch kwam wonen, had ik nog niet zo ontzettend veel vrije tijd. Dat veranderde in 1995. Dus op zoek naar nieuwe activiteiten. Wat lees ik op een goede dag. De Stichting Binnendieze zoekt vrijwilligers die willen gaan varen als schipper/gids op de Binnendieze. Ha, dat leek me misschien wel! Gauw een telefoontje naar de Stichting Binnendieze. Mijn verhaal verteld, en jawel, ik kreeg de 6

mededeling dat ik zou worden teruggebeld. Dat gebeurde dan ook. Ik werd uitgenodigd voor een gesprek. Ik had de bootjes al zien liggen en dacht: 'Dat is een makkie.' Echter, nadat ik een uur met Jo had gesproken, die mij vol enthousiasme vertelde over de organisatie, de praktijk en techniek van het varen zelf, zakte mij de moed in de schoenen. Zoveel gevaren bij het varen! Was ik daar wel geschikt voor? Nauwe doorgangen met slechts enkele centimeters speling, verraderlijk verborgen betonfunderingen, met moeite te nemen bochten, sterke stromingen, fietsen op de bodem, spinnen op de muur, uitvallende motoren, met de

vaarboom verder, bijna botsingen en echte, foute boekingen, overboekingen, overvolle boten, overtreden regels. Gewone, gezellige, grappige en griepende gasten. Het goede peil en onder peil. Goede schippers, slechte ook. "Ben je bereid om in het water te vallen of moet ik dat zelf doen?" vroeg mij Jo. (Jo bleek later een zelfdoener). Maar toch, ik liet me niet afschrikken.

En toen volgde de opleiding. Hoe het mij verder verging ? Dat leest u een andere keer. Ger de Peuter

Kringnieuws juli 2000

)


lfl

Muziek op

de Binnendieze De Stichting Havenconcert is kort geleden gestart met een nieuwe serie concerten op de Binnendieze. Dit doet ze in samenwerking met De Azijnfabriek. De eerste concerten zijn, als u dit leest, inmiddels achter de rug, maar liefhebbers kunnen zich verheugen in twee concerten wat later in het seizoen. Op zaterdag 26 augustus treden op Oleg Fateev en Jo Hennen. De eerste bespeelt de bayan, een Russische knoppenaccordeon, en zingt Russische liederen. Jo Hennen bespeelt de alt- en sopraansaxofoon. Naast klassieke composities van onder anderen Rachmaninov spelen ze ook werk van Astor Piazola. Zaterdag 2 september treedt het duo Harfago op. Dit bestaat uit An Van den Barre op harp en Jozef Auer op fagot. Ze spelen werken van Donizetti, Schubert,

Kreisler en Mascagni. Op zaterdag 9 september vindt een bijzonder concert plaats. Uitgevoerd wordt dan het Stabat Mater van Pergolesi. Uitvoerenden zijn HenriĂŤtte Feith, sopraan, en Ineke Vlogtman, alt. Ze worden begeleid door Het Bosch Strijkkwartet. De concerten zijn uitsluitend per boot bereikbaar. Per concert vertrekken er vier boten met ieder 16 plaatsen. Er zijn twee concerten per avond. Afvaarten zijn om 20.00 uur en 21.30 uur vanaf de opstapplaats aan de Molenstraat. De kosten bedragen f 17 ,50 per concert. Reservering is noodzakelijk, via telefoon 0900-2020178. Nik de Vries

Cursus Stadsgids gestart Op 8 juni is de nieuwe cursus stadsgids officieel gestart met een openingsles door Rob van Laar. Er hebben zich 50 cursisten opgegeven. Zij starten in september met de twee jaar durende opleiding. 50 vrijwilligers die over twee jaar enkele dagdelen per week hun liefde voor 's-Hertogenbosch niet ondâ‚Źr stoelen en banken zullen steken. Je moet toch maar het enthousiasme kunnen opbrengen om een tweejarige cursus te gaan volgen om daarna voor niets en niemendal met groepen mensen door de stad te gaan lopen. Maar het is leuk! De huidige gidsen weten daarvan mee te praten. Zij vertellen graag over het wel en wee van 's-Hertogenbosch en haar geschiedenis. Ze wijzen met liefde op de kenmerken van de Brabantse gotiek aan de Sint-Jan. Ze willen graag uitleggen waarom 'sHertogenbosch altijd weer zo'n belangrijke vestingstad was. Dat gold tussen 1185 en 1629 voor de hertog van Brabant en na de inname van 'sHertogenbosch in 1629 voor de Republiek, maar na 1815 ook nog voor het Koninkrijk der Nederlanden. Stadsgidsen vertellen met enthousiasme Kringnieuws juli 2000

over de restauratie van de stadswallen die 15 jaar gaat duren en over de Binnendieze die bijna gedempt was, omdat het stadsbestuur er destijds geen brood in zag om dit stadsriviertje te behouden. Zij praten over honderden eeuwenoude huizen in de stad. Zij weten waarom er vroeger zoveel kloosters waren, waarom er in de 17e en 8e eeuw geen kloosters waren en dat na het midden van de 19e eeuw de toenmalige bisschop Zwijsen van 's-Hertogenbosch opnieuw een klein Rome maakte. De cursisten krijgen les over deze en andere wetenswaardigheden van terzake kundige docenten. Regelmatig zullen er toetsen en examens plaatsvinden. Een Raad van Advies, bestaande uit Rick Vercauteren namens het Noordbrabants Museum, Jac Biemans namens het Stadsarchief, Roman Jennen en Stan Swarts namens de Kring staat de organisatie van de cursus stadsgidsen bij. Over twee jaar hopen we een flink aantal nieuwe stadsgidsen te kunnen verwelkomen. John Vermulst

7


Il

Moette nou toch's kijke

Wedergeboorte Drij Hamerkens Oud Bosch Eethuys in de Hinthamerstraat Onder grote belangstelling werd 26 juni 1973 de wedergeboorte gevierd van het overbekende pand Hinthamerstraat 57, de Drij Hamerkens. Met een receptie, gegeven door de nieuwe eigenaars Henk en Will Leenaerts-Hurkens werd het gerestaureerde pand, dat zijn oude naam De Drij Hamerkens behield, feestelijk geopend. Als eethuis kreeg het de naam Oud Bosch Eethuys. Het pand dateert uit ± 1580 Het pand dat tegenover de Nieuwstraat staat, is meer dan 400 jaar oud en heeft een trapgevel waarvan de trappen van de geveltop afgedekt zijn met schuin geplaatste ezelsruggen. Andere gotische details zijn de bergstenen afdekkingen en de klaverbladvormige blindboog boven de kozijnen. Dergelijke vormelementen zijn typerend voor Brabantse gotiek. In 1613 heette het huisje De gulden Egge (De gulden Eegt). Het is in 1920 gerestaureerd zoals het waarschijnlijk in de zeventiende eeuw gebouwd werd. Ten tijde van de Reformatie heeft de kelder zo goed als zeker dienst gedaan als schuilkerk. De naam De Drij Hamerkens is na het jaar 1780 ontstaan. Naar alle waarschijnlijkheid heeft er toen een smid in gewoond. Rond 1865 fungeerde het pand als wateren vuurhuis. In 1881 komt er voor het eerst een horecabedrijf in met als tapper Venrooij. Het staat vast dat er in 1906, 100 liter jenever per week geschonken werd . De naam Oud Bosch Eethuys is genoemd naar het Oud Bosch Bierhuys, dat ooit op de hoek Torenstraat-Hinthamerstraat heeft gestaan, waarin de voorvaderen van Leenaerts een café hadden. Op deze hoek heeft ook nog de bekende bokser Pierre Doorenbosch een café gehad met de naam Poort van Cleve. Bij de verbouwing kreeg men veel medewerking van Monumentenzorg. De 'aankleding' van het restaurant werd door vrienden, kennissen en persoonlijke relaties gedaan. Zo is er veel overgegaan van 8

1i11. '· 1.

11.u", ' z.. ••. 1120

Hinthamer•traat. 'a HERTOGENBOSCH.

ansicht: verzameling Jo Hendriks

het interieur van de bekende Bosschekoekwinkel van de firma Suys in het pand De Eenhoorn aan de Hinthamerstraat vlakbij de Markt, onder andere het fraaie buffet, de mooie bussen en flessen en de toonbank, waarvan men een bar gemaakt heeft. Het pand De Drij Hamerkens heeft een mooie en oude kelder met een gemarkeerde oude waterput en fraai uitgemetselde nisjes. De eigenaar wilde hier ook een restaurant beginnen, maar de brandweer gaf geen toestemming, uit veiligheidsoverwegingen. De huidige eigenaar Marcel van Oirschot vertelde me dat Leenaerts het Eethuys in 1982 aan een ander heeft overgedaan. Sindsdien heeft het café nog zeker drie eigenaren gehad voordat Van Oirschot het

in 1997 overnam. Het is het tweede pand links op de ansicht, die gestempeld is op 3 februari 1906. Jo Hendriks

Bronnen: Gebr. Mosmans, Oude namen van huizen en straten te 's-Hertogenbosch, 1907. Hierin wordt het pand dat toen bewoond werd door H. de Blank, omschreven als oud Gothiek geveltje; het heette toen De Gulden Eegt. AVE, Krantenartikel (krant onbekend), 1973 Bossche Gevels, De Boschboom 32, januari 1985

(advertentie)

~=

Il

DE FLEURIST

. Boeketten en bloemdekoraties Hinthamerstraat 97

5211 MH 's-Hertogenbosch

Tel/Fax: 073- 6141633

Kringnieuws juli 2000

.J


Abdijenfietstocht zaterdag 6 mei

Il

een succes Het was een voortreffelijke gedachte van het bestuur van de Kring en met name van Vincent Verberk om in aansluiting op de excursie naar de Vlaamse abdijen op 8 april een fietstocht te houden naar enige abdijen in de eigen omgeving. Onder een stralende hemel en met een lichte tegenwind koersten we, een achttal "Vrienden", richting Heeswijk naar de abdij van Berne. Probleemloos bereikten we, drie minuten later dan gepland (!), de abdij. In een smetteloos wapperend (lang) wit heette broeder Jan ons welkom. In de ontvangsthal die rijkelijk getooid was met abten uit het heden en verre verleden, vertelde broeder Jan van der Laar de geschiedenis van de Norbertijnen of Premonstratenzers, de reguliere kanunniken en lekenbroeders van de Orde van Prémontré bij Laon in Frankrijk gesticht. Zij namen de regel van Sint Augustinus aan. De orde groeide en rond 1130 telde zij ruim 600 huizen verspreid over heel Europa. De Hervorming en de Franse Revolutie brachten de orde aan de rand van de ondergang. Op dit moment zijn er in Nederland en Vlaanderen nog zes Norbertijnerabdijen: in België, Averbode, Grimbergen, Park Heverlee, Pastel en Tongerlo, en in Nederland de abdij van Berne. We bezochten de refter, de ontvangstzaal, de kapel, de bibliotheek, de trots van broeder Jan, en de kapittelzaal, waar in vroegere jaren niet alleen elke dag een hoofdstuk (kapittel) uit het boek van Augustinus werd gelezen, maar waarin ook de kloosterlin-

gen letterlijk en figuurlijk gekapitteld werden. Het aangeklede kopje koffie in een nabij gelegen restaurant smaakte voorstreffelijk. Met de wind in de rug en de zon langszij gleden de 18 kilometer naar De Lachende Vis in Oud-Empel moeiteloos onder ons door. Wij lagen ruim op schema, zodat wij uitgebreid konden rusten en de inwendige mens konden versterken. De zes kilometer naar het kerkje van Bokhoven was hierna maar 'even tikken'! De pastoor van de parochiekerk, die zelf verhinderd was, had gezorgd voor een plaatsvervanger, die met een map vol gegevens en een groot aantal foto's met aantekeningen de geschiedenis van het kerkje en het interieur uit de doeken deed. De romaans-gotische toren, het oudste gedeelte van de kerk, dateert uit het begin van de vijftiende eeuw en het laat-gotische, eenbeukige schip werd na de brand van 1498 opgetrokken. In 1610 werd met financiële steun van de heer van Bokhoven, Engelbert 1 van lmmerseel het koor vergroot en werden dwarsarmen toegevoegd. In de winter van 1944-1945 liep de kerk evenals de rest van het dorp door het oorlogsgeweld zware schade op. Het interieur van het kerkje is indrukwekkend. Opvallend zijn: het stucgewelf, in 1771 aangebracht door Johannes Goyssens, de pastelkleurig gebrandschilderde ramen, de uitbundig met houtsnijwerk versierde eikenhouten preekstoel, het schilderstuk Maria ten Hemelopneming van de Bossche schilder Theodoor van

Thulden (1606-1669), de vele negentiende-eeuwse beelden, het groot eikenhouten kruisbeeld uit de vijftiende eeuw en uiteraard de vorstelijke graftombe ter nagedachtenis van de eerste graaf en gravin van Bokhoven, Engelbert van lmmerzeel en Helene de Montmorency, een meesterwerk van de beroemde Antwerpse beeldhouwer, Artus Quellinus. Rond de klok van drie vervolgden we de abdijentocht en rond half vier stonden we voor de poort van de abdij Mariënkroon in Nieuwkuyk, het enige klooster van de Cisterciënzers in Nederland. De geschiedenis van de orde werd met behulp van een videovertoning verteld en uitgebeeld. Als gevolg van de anti-kerkelijke wetten werden de Cisterciënzers van Pont-Colbert aangezegd de abdij te verlaten. Men vond onderdak in een oud toeristenhotel in het bisdom Namen. Het gebouw was slecht en het klimaat ongezond en abt Maréchal keek uit naar een beter onderkomen. Een Karmelietes uit Venlo attendeerde hem op een advertentie, waarin de openbare verkoping van het kasteel Onsenoort in Nieuwkuyk werd aangekondigd. Om een lang verhaal kort te maken: op 9 december 1903 werd de definitieve koop gesloten en abt Maréchal werd eigenaar van het kasteel met stallen, koetshuizen, lanen en vruchtbomen voor de totale prijs van f 63.719,-. Na een flinke verbouwing werd in 1906 het gebouw betrokken. In 1910 werd de kloosterschool opgericht en Onsenoort kwam tot bloei. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de school gevorderd voor Belgische vluchtelingen en soldaten en in 1921 keerde het Franse deel van de communiteit terug naar Pont-Colbert. De Nederlands paters kozen in 1924 uit hun midden Franciscus Janssens tot abt en hij gaf Onsenoort weer een volledige kloosterbestemming. In 1936 werd de naam veranderd in Mariënkroon. Met een uitgebreid bezoek aan de kapel met vele moderne kunstwerken werd het verblijf in de abdij besloten en kwam er een einde aan de prima geslaagde abdijentocht. Martin Smits

Kringnieuws juli 2000

9


te bereiken: een mooie extra voorraadruimte. Veel van de voorkelders zijn inmiddels ingestort, volgestort of helemaal vernietigd. Een enkele voorkelder is nog intact. De onderste steen boven Omdat het vak bouwhistoricus nog in de kinderschoenen staat, is ook de opleiding nog in ontwikkeling. De BAM heeft sinds haar bestaan een traditie opgebouwd om studenten en stagiaires de gelegenheid te geven het vak te leren. Dat gaat niet alleen door studiebijeenkomsten en symposia, maar ook door middel van praktische onderzoeken. Ad van Drunen is trots op, maar ook bezorgd over zijn opleidingsinstituut. De toekomst van de opleidingsfaciliteiten is onzeker.

De studenten die gedurende de afgelopen jaren in 's-Hertogenbosch een bouwhistorisch onderzoek hebben verricht, publiceren dat onderzoek ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van de BAM . Het boek heeft als titel meegekregen De onderste steen boven: een onderzoek naar oude huizen, naar kappen, balklagen, kelders en oude interieurs. Maar ook onderzoek naar oude en vergeten waterlopen, de stadmuur en de molens staan beschreven. Een boek met veel nog niet eerder gepubliceerd foto- en kaartmateriaal, aldus de aankondiging.

Publikaties van de BAM i.v.m. het 25-jarig bestaan: De onderste steen boven, 25 jaar bouwhistorisch onderzoek in 's-Hertogenbosch verschijnt in juni. Een inventarisatie van waterstaatkundige werken in 's-Hertogenbosch verschijnt rond open monumentendag. Rond de jaarwisseling verschijnt van de hand van Ad van Drunen een standaardwerk over de bouwhistorie van 's-Hertogenbosch.

Marjan Vonk

Il

BEZOEK AAN HET

ASIELZOEKERSCENTRUM (AZC) IN ROSMALEN Op woensdagavond 23 augustus organiseren we een avondfietstocht naar het Asielzoekerscentrum in Rosmalen. Wij krijgen die avond de beschikking over het restaurant ter plaatse met een capaciteit van 50 personen. In het restaurant wordt een speciale maaltijd van drie gangen geserveerd, verzorgd door een van de nationaliteiten. Over deze nationaliteit wordt informatie gegeven, dikwijls met zang en dans. Tijdens de maaltijd wordt een rondleiding gegeven door mensen van het Asielzoekerscentrum. In eerste instantie is deze avond opgezet als fietstocht, doch om ook niet-fietsers de gelegenheid te geven deze unieke avond bij te wonen, hebben wij besloten om het fifty-fifty te doen: dus 25 fietsers en 25 personen op andere wijze. Met 'op andere wijze' bedoelen we : op eigen gelegenheid. Dat komt waarschijnlijk neer op auto in combinatie met car-poolen ( er is in het begin van de avond wel een bus heen, maar later op de avond terug betwijfel ik). Iedereen die deelneemt dient om 18.45 uur aanwezig te zijn bij de ingang van het Asielzoekerscentrum, Graafsebaan, Rosmalen (voormalig klooster langs de grote weg).

10

Dit betekent voor de fietsers: vertrek om 17.45 uur vanaf het Kringhuis. De kosten van deze avond zijn bepaald niet hoog : de maaltijd kost f 15,- per persoon (bijkomende drankjes voor eigen rekening), de rondleiding is gratis. Voor de overige kosten nemen we een speling van f 5,- (tot tevredenheid van de penningmeester). Totale kosten dus f 20,-, te voldoen bij inschrijving. Let u wel op: ik heb een optie op de zaal tot 1augustus. Dit Kringnieuwsnummer komt officieel uit op 19 juli. Er is dus maar een korte tijd voor inschrijving, namelijk vanaf 19 juli tot uiterlijk 1 augustus. Een eerste peiling laat zien, dat er een grote belangstelling zal zijn voor dit evenement. Dus geeft u zich snel op, om teleurstelling te voorkomen.

Wilt u allen zo vriendelijk zijn, om bij opgave meteen de kosten van f 20,- te voldoen? Bij telefonische opgave dient u de kosten binnen 3 dagen te voldoen in het Kringhuis. Wilt u ook even vermelden, wanneer u het Kringnieuwsnummer hebt ontvangen, zodat wij kunnen proberen een 'rechtvaardigheidsweging' toe te passen. Meldt u snel en ga mee. U hoeft het nergens voor te laten en u hebt een unieke avond!

Vincent Verberk

Vanaf verschijningsdatum van dit nummer liggen er twee intekenlijsten klaar in het Kringhuis, een voor de fietsers, een voor de niet-fietsers, steeds maximaal 25 personen. Willen de automobilisten zo vriendelijk en solidair zijn op te geven of zij bereid zijn om รงar-poolers mee te nemen en hoeveel? (s.v.p. ook telefoonnummer vermelden). Kringnieuws juli 2000


Door de bomen Den Bosch zien r4J

Il

Soldatesk We beginnen onze wandeling bij de ingang van het Kringhuis aan de Visstraat waar achteraan links, vlak bij een glazen deur, twee kaarten hangen. Met name de onderste kaart is interessant omdat eigenlijk alleen op die manier de reusachtige omvang van de vestingwerken van 's-Hertogenbosch zijn te zien. We bestuderen die kaart en ons valt op dat de stad omringd is met nevenvestingen, die alle tot doel hadden om of de toegangs- en bevoorradingswegen te beschermen, dan wel een eventueel vijand te verhinderen over droge gronden de stad binnen te dringen. En dat waren weinig stukjes land, eigenlijk alleen aan de oostelijke zijde van de stad kon je redelijk je voeten droog houden. De vestingwerken, alle met verschillende kleuren, zijn tot stand gekomen in 1185, 1220 en 1318. Na die jaren is er wel voortdurend verbeterd en vermetseld, maar qua essentie bleef alles bij het oude. Tenminste tot Frederik Hendrik kwam, zag en overwon. Onze gids is de heer Jan van Ee (72), gezien zijn militaire achtergrond bij uitstek deskundig ĂŠn een opgewekt prater, waardoor een in beginsel -vind ik- saaie wandeling langs muren en kanonnen plot) seling een genoegen wordt. We verlaten het Kringhuis en slaan linksaf, de Visstraat uit en lopen langs de Dommel links over de St. Janssingel. Na enige tijd zien we links een hofje, het Berewouthofje, dat dateert uit ongeveer 1740. Leuk voor bejaarden, denk je, maar niks daarvan. Het is gebouwd als kazerne (de Barbarakazerne) teneinde het ruwe soldatenvolkje enigszins te kunnen controleren, dat daarvoor somtijds in barakken was gehuisvest, maar meestal toch gewoon was ingekwartierd bij particulieren. Het gezegde 'Moeders hou je dochters thuis', deed na de bouw van deze kazerne iets minder opgeld, zo vertelt mijn gids grijnzend. Het krijgsvolk sliep vanzelfsprekend in bedsteden, tweepersoons dat wel om het ietsje warmer te hebben in de winter, aldus de officiĂŤle verklaring, maar de echte verklaring zal wel zijn dat

Kringnieuws juli 2000

het goedkoper (en misschien ook wel gezelliger) zo was. Wij lopen door en komen op de Westwal en steken bij een brug rechts even over naar de Dommel. Op het gras daarvoor zien we rechts nog een klein restantje van het rondeel (gewoon de militaire term voor een ronde muur) en links van de brug zijn tussen de brokstukken van de op de oude vestingmuur gemetselde muur, nog de oude bakstenen zichtbaar. We gaan terug naar de Westwal en kijken links in een steegje. Zo is goed te zien dat de stad aanzienlijk lager ligt dan de wal. Logisch, maar je moet het wel weten. We volgen de bocht naar links en komen op de Parklaan. Links is de Vughterstraat en op de hoek daarvan vinden we boven een elektriciteitshuisje een gedenksteentje op de plaats waar in vroeger tijden de Vughterpoort stond. Het steentje is helaas nauwelijks leesbaar. Dat komt omdat, toen men de gevel van het pand zandstraalde, de arbeiders 'even' hadden vergeten de gedenksteen af te plakken. Rijk de Gooijer zou zeggen: Foutje, bedankt! We steken bij de voetgangersoversteekplaats de Parklaan over en lopen door een parkje naar rechts tot het einde. De kenners weten dan dat we het hebben over Bastion Vught. Dit was de plaats waar Frederik Hendrik in 1629 zijn doorbraak forceerde. Een plaquette herinnert daaraan. We lopen over het pad terug en passeren een viertal kanonnetjes uit het einde van de 18e eeuw. Minstens zo interessant is, dat aan de overzijde van dit Bastion een prachtig natuurgebied ligt. Waar vind je dat: zo'n weids grasland bijna in het centrum van een stad? Mijn gids legt uit: Oude Bosschenaren weten dat net voor de Tweede Wereldoorlog de gemeente dit terrein wilde bebouwen. Maar goed dat een en ander niet is doorgegaan, want zo'n vijf jaar geleden is de hele boel daar nog ondergelopen. 's-Hertogenbosch heeft niet voor niets de geuzennaam: de Moerasdraak. Als we het (natuurlijk stervormige) Bastion verlaten en ons over de thans veel lagere muur dan vroeger bui-

gen, zien we rechts een verrotte schuif. Dit is de Corneliushekel. We wandelen verder en passeren een ronde uitstulping. Een militair als mijn gids, weet dat zo'n bouwsel een rondeel heet. En rondelen stammen uit de tijd van pijl en (kruis)boog. Later kon op zo'n ding wel een enkel kanonnetje staan, maar ook niet meer. Vandaar dat men toen bastions, met rechte muren, ging bouwen. Daarop konden wel vier kannonnen tegelijk uit de voeten. Met zo'n 'modern' kanon kon je wel 800 meter schieten. Niet al te nauwkeurig, maar dat hoefde ook niet. We wandelen verder en buigen ons opnieuw rechts over het muurtje en zien de buiten gebruik zijnde Kruisbroedershekel. De Kring wil graag dat deze hekel wordt hersteld en (fors) vergroot, zodat hun kapiteins met hun bootjes over de Binnendieze dit water kunnen bereiken. Vooralsnog: toekomstmuziek. We zetten onze wandeling voort langs de Spinhuiswal. Het 'muurtje' rechts is oorspronkelijk, maar was vroeger natuurlijk veel hoger. Tussen 1318 en 1400 is hier de stadsmuur gebouwd, die later de Stadswal is geworden. Uiteindelijk komen we rechts bij het bastion Oranje. Zoals we al eerder tijdens onze wandeling zagen, kwam Frederik Hendrik via het Bastion Vught de stad binnen. En dat was mogelijk omdat dit Bastion niet effectief met kanonvuur kon worden beschermd. Ha, dacht onze Frederik, dat zal mij niet gebeuren. En een van de eerste dingen die hij deed, was het Bastion Oranje bouwen, waardoor diens geschut de Spaanse vijand ver van het door hem veroverde Bastion Vught kon houden. Links zien we een klein beeldje, waarvan de plaquette ons herinnert aan het feit dat 's-Hertogenbosch meer dan 400 jaar een garnizoensstad is geweest. Uiteraard wandelen we ook even naar een lange ijzeren pijp, die naar het moerasland aan de overzijde wijst. Dit is de beroemde, of liever beruchte, Boze Griet. Destijds gebouwd om kogels vanuit 's-Hertogenbosch helemaal zelfstandig naar Zaltbommel te transporteren teneinde die verdraaide Geldersen daar mores te 11


leren. Technisch is het een fraai stukje werk. Van A tot Z gesmeed en niet gego- · ten. Bovendien is het nog kunstzinnig uitgevoerd, kijk maar naàr de kop. Jammer alleen ' dat het nimmer is gelukt daar een kanonskogel uit te persen. In Zaltbommel halen ze alsnog opgelucht adem. Weer verder wandelend zien we rechts de Grote Hekel, waar de Dommel de stad binnenkomt en vervolgens Dieze gaat heten. De sluisdeuren zijn pas in 1999 gerestaureerd. Maar omdat men het niet helemaal vertrouwt, kunnen ervoor ook bij extreem hoog water schutsbalken worden gezet. Daarvoor tenminste dienen de gleuven. We zijn nu bijna aan het einde van onze wandeling en passeren rechts het Verzetsmonument en denken bij de Judastoren en het monument van Henri Bakker: Wat zonde dat hier in die fraaie kelder geen tentoonstellingsruimte is ingericht over de Vestingwerken.

We halen onze schouders maar op en steken de Hekellaan over. Rechts zien we de oude manege van de cavalerie en we dromen dat de soldaten buiten, in hun prachtige kleurrijke uniformen met dansende epauletten, zittend op getooide schimmels, lonken naar onze dochters, verzinnebeeld door twee zuilen die de toegang naar de echte stad markeren. Via de, hoe kan het ook anders, Cavaleriestraat, komen we uit op de Parade, waar nu (nog) vele auto's staan, maar waar in vroeger tijden soldaten onder tromgeroffel marcheerden op de resten van een groot Begijnhof. Al dan niet na het bezichtigen van een interieur van een aan deze parkeerplaats liggend etablissement of terrasje keren we via de Kerkstraat, Markt, Steenweg, Loodgietersstraat en Karrenstraat terug naar ons uitgangspunt: het Kringhuis van de Vrienden van 's-Hertogenbosch aan de Visstraat. Care/ de Groot

Excursie KPN Op 23 mei jongstleden ben ik met een aantal geïnteresseerde Kringleden op bezoek geweest bij het KPN Sorteercentrum 's-Hertogenbosch. Het was geweldig. Wij kregen een duidelijke uitleg over de verzending van de post in al haar facetten. Het is nu goed te begrijpen dat er wel eens iets mis gaat in zo'n organisatie. Men praat daar over miljoenen stukken post en duizenden personeelsleden. Hiermee is KPN het grootste particuliere bedrijf in Nederland. Het meeste van al dit werk wordt 's avonds en 's nachts gedaan. We hebben ook gezien dat er nog veel met de hand gestempeld moet worden, ondanks alle uiterst moderne machines die daar staan. Ook wordt er zeer zorgvuldig omgegaan met beschadigde post, rouwpost, enz. Al met al was het een leerzame avond.

Ook aan de ontvangst mankeerde niets. De koffie, frisdrank en zelfs een hapje ontbraken niet. En onze gids wist haar weetje. Er waren niet veel vragen waarop zij geen antwoord kon geven. KPN Nederland namens de Kring 'Vrienden van 's-Hertogenbosch': hartelijk dank. Joost van Zantvliet

Wel moet mij even het volgende van het hart. Soms geven mensen zich op en blijven zonder bericht weg. Er is voor dit soort excursies altijd maar een beperkt aantal plaatsen. Door zo maar weg te blijven ontneemt men anderen de kans om mee te gaan. Er zijn nog enkele plaatsen vrij voor de excursie op 16 oktober om 19.00 uur. De toegang is gratis en opgeven kan in het Kringhuis.

Laatste mogelijkheid voor de • excursie naarde V/,aamse abdijen Al eerder hebben wij aangekondigd, dat wegens zeer grote belangstelling, de excursie naar de Vlaamse abdijen zal worden herhaald op zaterdag 30 september en zaterdag 14 oktober. De tocht op 30 september is met 100 personen reeds volgeboekt; voor de excursie van zaterdag 14 oktober echter zijn er nog ongeveer 45 plaatsen vrij. Voor degenen, die op deze dag mee willen, ligt vanaf verschijnen van dit Kringnieuwsnummer tot 15 augustus aanstaande een intekenlijst op het Kringhuis. Telefonisch opgeven kan ook. Een uitvoerige toelichting op de excursie vindt u in Bijlage bij het januarinummer van dit blad. Belangrijkste punten: vertrek om 8.00 uur vanaf Station 's-Hertogenbosch-Oost en de kosten f 95,-- all-in per persoon. Evenals bij de vorige excursie zal een inleidende lezing (bedoeld voor beide excursiedagen) gegeven worden op woensdag 27 september respectievelijk door dr. Jan Pifnenbrug, archivaris van het bisdom en dr.Louis van de Meerendonk, historicus en kloosterling van de Norbertijnerabdij van Heeswijk. Vincent Verberk

12

Kringnieuws juli 2000


g

Presentatie

boek Marianne Keser

foto: Gerdie de Zeeuw-Nieuwenhuis.

In het begin van de meimaand is het nieuwe boek van Marianne Keser, ) Lieve Vrouwe, gepresenteerd in de Bouwloods bij de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch. Bisschop mgr. J. Hurkmans mag het eerste boek in ontvangst nemen. Dat gebeurt allereerst bij de beeltenis van Maria in de Sint-Jan; later wordt de ceremonie voortgezet in de bouwloods. Marianne Keser vertelt aan de groep aanwezige familieleden, uitgevers, afgevaardigden van de broederschap van de Zoete Lieve Vrouwe, het kerkbestuur en intieme vrienden hoe ze ertoe kwam het boek te schrijven. "Tijdens de presentatie van het boek Het meesterteken, mijn verhaal over de erwtenman, vroeg vicaris-generaal Embert Verhoeven mij, om me te buigen over de vondst van het ons allen zo bekende beeld van de Zoete Lieve Vrouwe van Kringnieuws juli 2000

's-Hertogenbosch," vertelt ze, "in een moment van vrouwelijke zwakte heb ik vast toegegeven." Vervolgens vertelt ze op boeiende wijze hoe het haar lukte om het boekte schrijven. "In een oud vers van rond 1400 kon ik gegevens vinden die me voldoende op weg hielpen. Daarna heb ik twee jaar besteed aan het lezen van boeken, oude protocollen, enz. Als ik het niet meer zag zitten, stak ik een kaarsje op bij Maria in de Sint-Jan, omdat het Haar boek moest worden. Ik denk dat het heeft geholpen, anders kan ik het niet verklaren. Op de een of andere manier lukte het me steeds weer om verder te komen; dan las ik in de krant aantekeningen van meer dan 600 jaar oud, die bij toeval gepubliceerd werden. En zo waren er meer wondertjes."

gevoel geeft dat Maria zelf daar voor gezorgd heeft! Tot in het kleinste detail heeft Marianne ervoor gezorgd dat diegenen die haar steunden bij het schrijven van haar boek, tijdens deze presentatie zelf in het zonnetje worden gezet. Met name Ton Meulman van boekhandel Adr. Heinen, uitgeverij Estede-Cantal en de illustrator Peer de Rijk (Marian nes schoonzoon) krijgen een pluim vanwege hun enthousiaste stimulans. Over de inhoud van het boek zal Nik de Vries meer u in het volgende Kringnieuws meer weten te vertellen. Gerdie de Zeeuw-Nieuwenhuis.

De feestelijke happening in de Sint-Jan en bouwloods wordt nog verhoogd door een stralend zonnetje dat de aanwezigen het 13


Verslag van de Algemene Ledenvergadering

van de Kring Plaats en tijdstip: 17 mei 2000 in 't Dommeltje, Havenstraat 7 te 's-Hertogenbosch Aanwezig van het Voorzitter Secretaris Penningmeester

bestuur van de Kring : Cor Gillhaus Frans van Sundert Karel Luyben

Afwezig met kennisgeving: Bestuurslid Eric Overdijk Opgave van verhindering: Phia de Leeuw, A Smits, A van Elten, F van Loon, B van Nistelrooy, G Beks, S v.d. Werf, 1 v.d. Werf, R Bokeloh. M Duimelink, 1 Veltman, M Veltman, J de Bont. Aantal aanwezigen volgens de presentielijst: 74 leden Telling in de zaal 92

Verslag van de vergadering 1. Opening door de voorzitter De voorzitter verwelkomt alle aanwezigen.

Hij maakt bekend dat op het verzoek van het bestuur van de Kring om toe te treden als adviseur van de Kring is benaderd prof. dr. Bijsterveld. Deze heeft op dit verzoek positief gereageerd en zal op de ledenvergadering in januari 2001 worden voorgedragen als adviseur. Het bestuur heeft geconstateerd dat het Huishoudelijk Reglement in het geheel niet aansluit op de vigerende statuten van de vereniging. Thans is een concept reglement gemaakt over de drie zaken die de statuten vragen om nader te regelen: de voordracht van tegenkandidaten bij bestu ursve rki ezi ng en; de bevoegdheden en plichten van de leden van de Raad van Adviseurs; het reglement van de werkgroepen. Het concept is 'om advies' aangeboden aan de Raad van Adviseurs. Het bestuur streeft ernaar om het reglement in januari 2001 aan de ledenvergadering voor te leggen.

2. Berichten van verhindering, ingekomen stukken en mededelingen De voorzitter leest de berichten van verhindering voor. Er zijn voor deze vergadering geen ingekomen stukken.

Abdijentocht De voorzitter benadrukt het hoge aantal inschrijvingen voor de Abdijentocht op 8 april jongstleden. Deze tocht was een initiatief van de werkgroep LEF. Aan de tocht konden maar 100 leden deelnemen. Meer capaciteit was er bij de abdijen niet. In september en oktober van dit jaar zullen nogmaals twee groepen van elk 100 personen aan deze zo succesvolle Excursie deelnemen. Een groot succes voor Vincent Verberk en zijn werkgroep. Meer over dit onderwerp in Kringnieuws nummer 3.van mei 2000. Monumentenprijs Noord Brabant De voorzitter maakt bekend dat de Monumentenprijs Noord-Brabant dit jaar als thema heeft gekozen 'Begraafplaatsen'. De kring heeft de begraafplaats Groenendaal voorgedragen om voor deze prijs in aanmerking te komen (ca 16 november). In het Brabants Dagblad zal hierover nog een interview verschijnen. De voorzitter benadrukt het vele en goede onderzoek dat Jan van Haaren en Ad van Zantvliet over Groenendaal hebben verricht. Internet De voorzitter maakt verder bekend dat de Kring vanaf 17 mei 2000 ook een site heeft op internet. Nog niet te bekijken, maar wel groeiende. De website naam is: www.vriendenvanshertogenbosch.nl Kringnieuws De voorzitter maakt bekend dat Kringnieuws nummer 3 vandaag van

14

Kringnieuws juli 2000

)


''Vrienden van 's-Hertogenbosch'' de drukker is gekomen en speciaal voor deze vergadering ter inzage ligt. De kwaliteit van het blad gaat goed vooruit.

Opleidingen Voor wat de opleidingen tot stadsgids betreft hebben zich 89 kandidaten gemeld. De verwachting is dat ruim 50 personen de opleiding zullen starten. Planning gidsen De planning van de diverse rondleidingen blijft een bron van zorg. Voor de medewerkers van de planning is het elke dag weer een gigantisch gepuzzel om deze planning voor elkaar te krijgen. Bosch log ie In ontwikkeling is de cursus Jeugdbosch-logie, bestemd voor groep 7 of 8 van de basisschool. Binnendieze Naar verwachting komen de twee nieuwe rondvaartboten in juli/augustus in de vaart. Zij zijn bedoeld voor vaartochten over de Singel: Natuur en Cultuur in de muur, maar zolang wij in het ongewisse blijven over de voorwaarden waaronder wij op dit project kunnen varen zullen de boten worden ingezet voor de normale cultuurhistorische vaartochten in ons concessiegebied. 3. Jaarverslag Kring over 1999 In het jaarverslag van 1999 valt het grote aantal bestuursmutaties op. De voorzitter spreekt de hoop uit dat deze trend zich in de toekomst niet zal voortzetten. Het aantal leden neemt gestaag toe: op 2 mei zijn het er 1852. Ook het aantal vrijwilligers neemt fors toe en beloopt momenteel tegen de 300. Er zijn verder geen op- of aanmerkingen over het jaarverslag van 1999. Kringnieuws juli 2000

Vaststelling jaarrekening 1999 Nadat de kascommissie onder leiding van Peter van Spaandonk het verslag van de kascommissie heeft voorgelezen wordt de penningmeester gedechargeerd. Opmerkingen van de kascommissie: deze constateert dat de huisvesting en de secretariaatskosten erg hoog zijn; werkgroepen dienen voortaan met een begroting te werken; jaarverslag, jaarrekening en begroting in een document presenteren; het kostenbesef moet tot alle geledingen van onze vereniging doordringen, de kosten moeten wij beter in de hand houden; ook valt te overwegen om voor het seizoen 2001 de tarieven te verhogen. Verkiezing nieuwe leden kascommissie De heer V Verberk en mevrouw B Rekkers-Walschots stellen zich beschikbaar voor de kascommissie van het volgende jaar.

4. Rondvraag 1. Er wordt door H Janssens een voorstel gedaan de contributie met f 15,- te verhogen . Dit kan niet zomaar omdat er een besluit ligt van de Algemene Ledenvergadering 1999 dat de contributie de eerstkomende jaren met slechts f 1,- per jaar verhoogd mag worden. Het staat een ieder vrij de Kring van een donatie te voorzien. 2. De heer Kok vraagt zich af hoe het mogelijk is om in de ledenvergadering van januari 2000 al aan te geven dat er over 2000 een begrotingstekort zal zijn van f 26.000,-. 3. Burgemeester Rombouts is hedenmiddag voor een informeel bezoek door het bestuur van de Kring ontvangen. 4. Vrijwilligersovereenkomsten zijn eind 1999 afgelopen en hoe gaat het nu verder? Onze juridisch adviseur is gevraagd

5.

6.

7.

8.

9.

om de vrijwilligersovereenkomst nog eens kritisch te bestuderen. Voor 15 juni moet de eventueel gecorrigeerde tekst gereed zijn. Wij zijn ons er inmiddels van bewust dat we hiermee laat zijn. Waarom geen stukje in het Kringnieuws waar het een en ander aan problemen wordt uitgelegd? Het wordt tijd dat alle vrijwilligers van Gastheerschap eens samen met het bestuur vergaderen. Gaarne路 eerst voorleggen aan de bedrijfsleider. In maart kreeg ik het jaarverslag. Het financieel verslag was daar niet bij. Waarom niet, wij zijn toch een in de vereniging? Ik geef u de raad om het advies van de kascommissie op te volgen. (kwartaalrapportages) Waarom handhaven wij het huidige logo? De verandering brengt te veel kosten met zich mee. Wat is de gemiddelde leeftijd van de Kringleden? Het is tijd voor de jongeren? Leden en vrijwilligers van alle leeftijden zijn welkom. Geen enkele leeftijdsgroep heeft een preferente positie. Van belang zijn beschikbare tijd, ambitie en enthousiasme om een taak te verrichten of een functie te vervullen. Die aspecten zijn niet leeftijd gebonden.

5. Sluiting Voorzitter sluit de vergadering. Na een korte pauze vertelt de heer Ad van Drunen over 25 jaar Bossche Bouwhistorie; verhelderend en richtinggevend. Namens het bestuur van de Kring "Vrienden van 's-Hertogenbosch" Frans van Sundert, secretaris

15


Il

OVER DE FIETSTOCHTEN EN KLEINE EXCURSIES

SECRETARIAAT VAN KRING "VRIENDEN VAN 'S-HERTOGENBOSCH" POSTBUS 1162

5200 BE 'S-HERTOGENBOSCH KRINGHUIS: KRUISSTRAAT 34

Wij verheugen ons over de belangstelling voor de fietstochten. Het is dan ook doorgaans oergezellig. Vervelend is echter, dat op de dag zelf nogal eens personen niet komen opdagen, zonder opgave van redenen vooraf. Aangezien wij tot nu toe het inschrijfgeld van f 15,- ter plaatse bij vertrek laten betalen, derven we dus van de wegblijvers het inschrijfgeld, terwijl we op grond van het aantal deelnemers bepaalde bestellingen hebben gedaan. Gevolg: we maken extra kosten.

Na wikken en wegen vinden we het beter, dat de f 15,- reeds betaald worden bij inschrijving. Geen leuk besluit, maar we doen het toch maar zo. Hetzelfde verschijnsel doet zich voor bij de kleine excursies. Voor deelname aan deze excursies wordt voortaan bij inschrijving een klein bedrag gevraagd van f 5,-. Voor kringleden is dit een borgsom; men krijgt dit bedrag op de dag van deelname retour. Voor niet-leden is dit bedrag een bijdrage aan de onkosten. Werkgroep LEF

Genealogische Dag Brabant

's-HERTOGENBOSCH TELEFOON " .... "" .. " ........ 073 - 6135098 TELEFAX .""""""""""""073 - 6146021

OPENINGSTIJDEN: MAANDAG VAN 13.00 TOT 17.00 UUR DINSDAG TOT EN MET ZATERDAG VAN 10.00 - 17 .00 UUR ZON- EN FEESTDAGEN VAN 12.00 -17.00 UUR BOVENDIEN OP DONDERDAG

111

op het Rijksarchief in 's-Hertogenbosch Het RijksarEhief organiseert in samenwerking met Brabants Heem voor de vierde keer de Genealogische Dag Brabant. Op zaterdag 16 september is van 10.00 uur tot 16.30 uur iedereen die op zoek is naar gegevens over voorouders welkom in de citadel. Dit keer is het thema Uw voorouders en de Rechtbank. Het programma biedt onder meer workshops, lezingen, ruilbeurs voor bidprentjes en nog veel meer. Toegangsprijs is f 10,-. Wie vooruit wil betalen, is minder kwijt; dan betaalt men slechts f 7,50. Voor 10 gulden kan een lunch worden gereserveerd. Belangstellenden kunnen voor meer informatie contact opnemen met M Kuijs- Bruggeman of M America, telefoon 0736818500. (G de Z)

VAN 17.00 - 20.00 UUR

BETALINGEN - POSTGIRO 3.119.716 - JAARLIJKSE BIJDRAGE MINIMAAL - JEUGDLEDEN

f 27,-

f 15,-

KRINGNIEUWS IS HET ZES MAAL PER JAAR VERSCHIJNEND TIJDSCHRIFT VAN DE KRING "VRIENDEN VAN 'S-HERTOGENBOSCH". REDACTIE: AART BOGERS, JACK VAN ELTEN, CAREL DE GROOT, THEO VAN HERWIJNEN, NATHALIE VAN DE HEUVEL, HEIN KROPMAN, INGE OPHELDERS (SECRETARIS). JAN KORSTEN, FRANS VAN SUNDERT, MARJAN VONK, NIK DE VRIES EN GERDIE DE ZEEUWNIEUWENHUIS (VOORZITTER) .

Aanvulling De Gruyter

AAN DIT NUMMER WERKTEN VERDER MEE: COR GILLHAUS; JAN VAN HAAREN; JO HEN-

Bij het artikel van de werkgroep Winde over De Gruyter staat een foto, waarop bussen zojuist mensen van buiten 's-Hertogenbosch hebben 'afgeleverd'. Ik heb me een hele tijd afgevraagd waar deze foto gemaakt zou kunnen zijn. Immers, de fabriek in de Orthenstraat kon het niet zijn. Waar dan wel?

Het boek Snoepje van de week van Paul Kriele gaf het antwoord: afgebeeld is fabriek Il aan de Veemarktkade. In genoemd boek staat veel te lezen over ook deze fabriek.

DRIKS; GER DE PEUTER; MARTIN SMITS; KEES VEERMAN; VINCENT VERBERK; JOHN VERMULST; JOOS VAN ZANDVLIET; WERKGROEP LEF.

REDACTIE-ADRES: SECRETARIAAT KRING-NIEUWS

Nik de Vries

POSTBUS 1162

5200 BE ' S-HERTOGENBOSCH

VORMGEVING: JACK VAN ELTEN EN

Kopij voor het eerstvolgende Kringnieuws dient uiterlijk woensdag 16 augustus 2000 te worden gestuurd aan Secretariaat Kringnieuws, Postbus 1162, 5200 BE 's-Hertogenbosch of bezorgd te worden in het Kringhuis. 16

NATHALIE V. D. HEUVEL

DRUK: DE REGENBOOG B.V. ' S-HERTOGENBOSCH OPLAGE 2000 STUKS

NIETS UIT DEZE UITGAVE MAG WORDEN OVERGENOMEN ZONDER SCHRIFTELIJKE TOESTEMMING VAN DE REDACTIE .

Kringnieuws juli 2000

)


KRING JAARGANG 26

1 1

1

INHOUD TWEE EEUWEN KLOKKEN GIETEN IN 'S-HERTOGENBOSCH ........................ 1 TWEE JUBILARISSEN IN DE SINTJANSTOREN WAARVAN 38 BRONZEN .2 PROGRAMMA 11 E BOSSCHE BEIAARDWEEK .............. """."""" ... " .. .4 DE NIEUWE SINT-JANSBEIAARD

Twee eeuwen klokken gieten

in 's-Hertogenbosch (tweede helft 14e eeuw - tweede helft 16e eeuw)

IN 1925 ..... " ...... " ............... " .......... " .... 5 'S-HERTOGENBOSSCHE BEIAARDSTICHTING ..... " ...................... 7 OVER KLOKKEN, VOORSLAGEN EN BEIAARDEN; EEN CAMPANOLOOG AAN HET WOORD """"""""""""""""8 GEDICHT ." ......................... " ...... " ... ".10 TERUGBLIK OP DE BEGINJAREN VAN DE BEIAARDCOMMISSIE ..... """.11 DRIE GENERATIES VAN BALKOM AL 85 JAAR EEN BEGRIP ......... " .. "" ... 12 PASSAGE UIT IN DE NEDERLANDEN ZINGT DE TIJD" .... " ... "" ........ " ..... " .. "15

) Voor u ligt de extra bijlage van het Kringnieuws. Dit keer gaat de inhoud helemaal over klokken. Dat heeft een reden. De beiaard van de Sint-Jan bestaat 75 jaar en de familie Van Balkom is al 85 jaar stadsbeiaardier van 's-Hertogenbosch. De 's-Hertogenbossche Beiaard Stichting, die jaarlijks in mei een beiaardweek organiseert, heeft besloten om die week naar eind augustus te verplaatsen. Er is een extra feestelijk programma samengesteld en men kan van 28 augustus tot en met 3 september genieten van de bespelingen van diverse beiaarden in 's-Hertogenbosch. De Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch is zo blij met dit initiatief dat zij spontaan aanbood een speciale bijlage te vervaardigen. Die bijlage ligt nu voor u. Ik wens u veel leesplezier. Gerdie de Zeeuw-Nieuwenhuis Bijlage bij Kringnieuws juli 2000

Toen Geert van Wou omstreeks 1480 als volleerd klokkengieter 's-Hertogenbosch verliet, was het allerminst duidelijk dat hij in zijn nieuwe woonplaats Kampen tot de belangrijkste luidklokkengieter van de Noordelijke Nederlanden en West-Duitsland zou uitgroeien. In dle hoedanigheid kennen wij hem nog altijd, als bijvoorbeeld de maker van het machtige en indrukwekkende dertientonige gelui uit 1505 in de Domtoren te Utrecht, doch ook als zelfbewuste jonge gieter die, zoals wij straks zullen zien, niet onder wilde doen voor een oudere Bossche collega. Inderdaad was 's-Hertogenbosch op het einde van de middeleeuwen een belangrijk klokkengieterscentrum. En dat zou tot in de tweede helft van de zestiende eeuw zo blijven. Pas daarna werden gieters van elders aangetrokken, zoals Jacob Noteman uit Leeuwarden die in 1641 de nog altijd zwaarste klok van 's-Hertogenbosch zou gieten. Het is een forse dame met een gewicht van 5750 kg, daar hoog in de Sint-Janstoren. Met dat gewicht staat ze vijftiende op de ranglijst van de zwaarste klokken van Nederland. Als de Noteman ging ze de geschiedenis in en dan niet alleen als luid- en uurklok, doch bovendien als de diepste toon van de beiaard. Maar voor de oudste Bossche uurklok moeten wij naar het fragiele Stadhuistorentje. Het opschrift van die klok vertelt ons onder meer: Ik heit Maria d'oercloc. Die lude staen na mi op. Ic werd geslaghen van dezen werc (uurwerk). Daarom ben ic groet ende sterc.

Wie deze klok gemaakt heeft, wordt niet vermeld. WĂŠl dat ze in 1372 werd gegoten. Nochtans bestaat er alle reden om aan te nemen dat de klok door de eerste met name bekende Bossche klokkengieter is vervaardigd en wel door een zekere Willem de Buscoducis, die ook wel Willem van Vechel wordt genoemd. Ofschoon deze Willem en zijn drie zonen en kleinzoon ongetwijfeld fraaie klokken hebben gegoten, zal hun productie nooit groot geweest zijn. Wel waren er belangrijke werken onder, zoals een 7000 pond zware klok voor de Sint-Jan die kleinzoon Willem in 1408 goot. Die klok is inmiddels verloren gegaan. Ook het oeuvre van de Bossche gieters Jan en Goyart van Hyntham zal beperkt zijn gebleven. Zij kwamen in het vak, omdat hun vader Wouter van Hyntham getrouwd was met Lijsbeth, de zuster van de zojuist genoemde Willem van Vechel. En vervolgens zou de geschiedenis zich herhalen, want in de eerste helft van de vijftiende eeuw huwde Lysbeth van Hyntham, de zuster van Jan en Goyart, met Lambert Hoerken, ook al klokkengieter. Ook hun zonen Jan en Willem Hoerken zouden dit ambacht met veel succes uitoefenen. Voor de Antwerpse kathedraal goten zij in 1459 de GabriĂŤlklok met een gewicht van 4840 kg, een buitengewoon fraaie klok die tot op de dag van vandaag de basis van de beiaard vormt. Op de klok zeggen ze het aldus: Gabriel heet dese clocke by vervolg op pagina 6

1


Twee jubilarissen in de Sint-Janstoren De Kring 'Vrienden van 's-Hertogenbosch' verleent medewerking aan de 's-Hertogenbossche Beiaardstichting in het jubileumjaar- 2000. Het jaar 2000 wordt het jaar van twee jubilarissen op de toren van de Sint-Jan. De Kring is gevraagd of zij de klokkeninventarisatie op zich wilde nemen. Het is de bedoeling om de klokken van de hele gemeente 'sHertogenbosch te inventariseren. Dat houdt in dat, naast 's-Hertogenbosch zelf, ook gekeken wordt in Orthen, Deuteren, Engelen, Bokhoven, Empel, Hintham, Rosmalen en Maliskamp. Alle kerken, kloosters en instellingen waar klokken hangen of kunnen hangen, worden of zijn benaderd. Enkele bestuurleden en leden van de werkgroep Kerken en Kloosters van de Kring vroegen mij of ik dit op me wilde nemen. Deze uitdaging wilde ik graag als Bossche verzamelaar aannemen, maar ik had graag dat iemand mij zou helpen, want het was kort dag. Op een torengidsenavond meldde zich spontaan de heer Bert Subelack. Daarna heb ik de heer Harrie Keiler gevraagd of hij interesse had om ook mee te doen. Hij wilde graag, maar ging eerst op vakantie. Bert en ik zijn al enkele malen bij elkaar geweest om te overleggen hoe we dit zouden aanpakken. Intussen hebben wij zo'n 50 verzoeken verstuurd, met de vraag of men in de archieven wil kijken of men iets van de klokken kan vinden. Ook diverse boeken worden door ons geraad-

pleegd om naar klokgegevens te zoeken. Momenteel zijn wij bezig de instanties die wij aangeschreven hebben, te bellen om te vragen hoe de stand van zaken is. Wij zijn ook benieuwd waar de klokken zijn gebleven van de afgebroken kerken in de hele gemeente 's-Hertogenbosch. Wij hebben aangeboden, waar dat mogelijk is, de klokken ter plaatse te inventariseren, dus zelf de torens in te gaan. Bij het Brabants Dagblad hebben wij een verzoek gedaan om een artikel te plaatsen over waar de werkgroep mee bezig is. Dit is bedoeld om de instanties die wij hebben aangeschreven nogmaals erop te attenderen dat dit een serieus project is. Het artikel is op 16 mei jongstleden geplaatst. Van verschillende instanties hebben we al bericht terug ontvangen. Maar wat zeer belangrijk blijkt te zijn is, dat zijn de eigen leden van de Kring. Sommigen van hen wisten wie we het beste konden benaderen bij enkele kerken. Misschien dat er na het lezen van dit artikel nog meer leden zijn die connecties hebben bij de diverse instanties. Laat het ons weten. Gegevens van instanties die we binnen krijgen, maar ook gegevens die we uit boeken halen, worden per kerk of klooster opgeslagen om ze daarna te verwerken.

Waar is deze inventarisatie allemaal voor bedoeld ? Ten eerste om een beeld te krijgen wat er nu in het jaar 2000 nog aan klokken in de

,

gemeente hangt. Door de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog is de inventarisatie van daarvoor niet meer te gebruiken, doordat de bezetter veel klokken heeft geroofd. Een tweede reden is de beiaardmuziek meer bekendheid te geven. Beiaardmuziek is hoofdzakelijk in de lage landen te beluisteren. De Sint-Jan heeft al vanaf 1425 beiaardklokken. Het waren toen maar enkele klokjes waar de beiaardier waarschijnlijk met hamers tegenaan sloeg, maar toch, we hadden een beiaard. Onze stad heeft zelfs diverse klokkengieterijen gehad, onder andere Gobel Moer die in 1462 en in 1495 klokken voor de Sint-Jan heeft gegoten in zijn gieterij aan de Berewoutstraat, bij de Clockgieterspoort. Is het niet jammer dat er geen Bossche klokken meer in onze stad hangen?

Beiaardweek en tentoonstelling Het klokkenspel, de beiaard, van de SintJan bestaat in augustus 75 jaar. Daarom heeft de 's-Hertogenbossche Beiaard Stichting met medewerking van de Kring 'Vrienden van 's-Hertogenbosch' de elfde beiaardweek naar die maand verschoven. In deze week van 28 augustus tot en met 3 september wordt ook de Bossche familie Van Balkom gehuldigd. De beiaardstichting wil tevens een tentoonstelling over beiaardklokken organiseren. Volgens de berichten die we hebben ontvangen, zou er genoeg materiaal voorhanden zijn. 2

Bijlage bij Kringnieuws juli 2000

)


De Bossche familie Van Balkom is met drie generaties 85 jaar beiaardier geweest in de Sint- Jans- en stadhuistoren. De drie beiaardiers zijn: Toon, van 1915-1954, Sjef, van 1955-1988 en Joost van 1988 tot heden. De beiaard bestaat uit 38 bronzen klokken, die gegoten zijn door de klokkengieters Gillett en Johnston te Croydon in England. Bij het 50-jarig jubileum van de SintJansbeiaard in 1975, had, om meer luister bij te zetten, de Nederlandse Klokkenspel Vereniging een compositiewedstrijd uitgeschreven, die tot stand kon komen doordat de Sociëteit Casino twee prijzen beschikbaar stelde. Een eerste -de Toon van Balkom-prijs- van f 2500 en een tweede van f 1500. De jury bestond uit de befaamde componist prof. ir. Henk ) Badings, die tevens juryvoorzitter was, Ype Höweler, voorzitter van de Nederlandse Klokkenspel Vereniging en Sjef van Balkom, beiaardier. Er waren 20 inzendingen binnengekomen waaronder zelfs een uit Amerika.

De beiaard van 1925 Sinds 1872 hing er in de toren een beiaard van de klokkengieter Van Aerschodt uit Leuven. Maar al in het begin van de twintigste eeuw deugde er niets meer van. Na vele malen oplappen is de beiaard in 1918 voorgoed tot zwijgen gebracht. Men heeft zeven jaar moeten wachten op de nieuwe beiaard. De bronzen gedenkplaat rechts naast de hoofdingang vermeldt dat de huidige beiaard een geschenk is van de Bosschenaren: Aan de Vereeniging 's-Hertogenbosch' Belang die bij haar Vijf en Twintig jarig bestaan met medewerking der geheele Burgerij aan deze Stad den nieuwe St.Jans beiaard schonk. 14 mei 1925. Op vrijdag 14 augustus 1925 werd het tweede congres voor beiaardkunst na het gemeenschappelijke noenmaal van genodigden in restaurant Lohengrin op de Markt officieel geopend door de Commissaris der Koningin in de Provincie Noord-Brabant mr. A.E.J. baron van Voorst tot Voorst. 's Avonds had in de tuin van de sociëteit Casino de overdracht plaats van de vernieuwde Sint- Jansbeiaard aan het gemeente bestuur. De bespeling werden in de avond gedaan door de Mechelse stadsbeiaardier Jef Denijn. Zou ons nu ook zo iets te wachten staan? Jo Hendriks

Bijlage bij Kringnieuws juli 2000

t

ansicht I foto I tekening: verzameling Jo Hendriks

Werkgroep 'Klokkeninventarisatie' p/a. Zeppelinstraat 9, 5224 TN 's-Hertogenbosch, Telefoon 073-6213127 3


lle BOSSCHE BEIAARDWEEK

PROGRAMMA

De 11 e Bossche Beiaardweek staat in het teken van twee jubilea: 75 jaar geleden werd het huidige carillon van de Sint-Jan in gebruik genomen, 85 jaar lang komen de stadsbeiaardiers van 's-Hertogenbosch uit het geslacht Van Balkom.

Naast concerten die, zoals gebruikelijk, door binnen- en buitenlandse beiaardiers van naam en faam worden gegeven, is in het programma nadrukkelijk rekening gehouden met deze beide jubilea.

Dag

Tijdstip

Beiaard

Beiaardier

Maandag 28 augustus

20.00-21.00 uur

Openingsconcert: met verwijzing naar het openingsconcert op 28 augustus 1925

Eddy MariĂŤn

Dinsdag 29 augustus

12.30-13.30 uur

Concert op de rijdende beiaard Leonardo da Vinci Plein: Stg Paleiskwartier Concert op de beiaard van de Sint-Jan

Jos Vogel

09.30-10.30 uur 13.00-14.00 uur SYMPOSIUM en 16.15-17 .15 uur HOLLANDSE dag 17.15-17.45 uur

Concert op de beiaard van de Sint-Jan Concert op de beiaard van de Sint-Jan

Nan Los Twan Bearda

Concert op de beiaard van de Sint-Jan

Wim Ruijtenbeek

Concert op de beiaard van de Sint-Jan

Erwin Weerstra

12.00-13.00 uur 17 .00-18.00 uur 19.00-21.00 uur

Concert op de beiaard van Stadhuis Concert op. de beiaard van de Sint-Jan Rijdende beiaard op Kerkplein

Roelof Kok Luc Rombouts Rosemarie Seuntjens en het Philips Trombone Consort Patrick Steenbakkers

20.00-21.00 uur

Woensdag 30 augustus

Donderdag 31 augustus

Geluidsinstallatie ex BTW (15.00-17 .00 uur) Vrijdag 1 september

Zaterdag 2 september

Zondag 3 september

12.30-13.30 uur

Frans Haagen

19.30-21.00 uur

Concert op de rijdende beiaard Leonardo Da Vinci -plein : Van Lanschot Concert op de rijdende beiaard in Rosmalen

Marianne Maras

20.00-21.00 uur

Concert op de beiaard van de Sint-Jan

Joost van Balkom met de Big Band Rosmalen Henk Verhoef

10.00-11.00 uur VLAAMSE dag 14.00-15.30 uur

Concert op de beiaard van het Stadhuis

Jan van der Zwart

Concert op Kerkplein de op de rijdende beiaard

16.15-17.15 uur

Concert op de beiaard van de Sint-Jan

P. v Kemenade/J. v Vliet en Joost van Balkom Henry Groen

12.00-13.00 uur 13.15-14.15 uur 15.00-16.00 uur 20.00-21 .00 uur

Concert op de beiaard van het Stadhuis Concert op de beiaard van de Sint-Jan Concert op de beiaard van de Sint-Jan Slotconcert op de beiaard van de Sint-Jan

Sergej Gratchev en Elena Sadina Sergej Gratchev en Elena Sadina Wim Berteloot Joost van Balkom Totaal 20 concerten

4

Bijlage bij Kringnieuws juli 2000


• De nieuwe Sint-Jansbeiaard ID Het Wereldbeiaardcongres van 1925 in 's-Hertogenbosch werd georganiseerd naar aanleiding van de installatie van de nieuwe beiaard in de toren van de Sint-Janskathedraal.

J

Dr. J Casparie memoreerde in zijn toespraak in 1925 tijdens een van de drie congresdagen De wording en de voltooiing van den nieuwen St. Jansbeiaard, dat een verhandeling over de nieuwe beiaard niet mocht ontbreken. Sasse van Ysselt sprak in zijn voordracht tijdens dit congres: De vroegere Carillons in den Sint-Janstoren te 's-Bosch, hoe de in 1872 in de toren geplaatste 49 Van Aerschodtklokken grotendeels gegoten waren uit de versmolten carillonklokken die voordien in de toren hingen, waartoe ook de Poortklok van Jacob Noteman behoorde en de klok die in 1769 van het dorp Heeze was gekocht. De commissie van deskundigen gaf in 1872 een gunstig rapport over de zuiverheid en de onderlinge stemming van de klokken. Het carillon heeft echter nooit voldaan en Diedrich, de toenmalige 'carillonneur' was dan ook niet in staat het klokkenspel zodanig levendig te houden dat er zorg aan besteed werd. Oorspronkelijk heeft het Van Aerschodtcarillon in de bovenste verdieping van het vierkant in de toren gestaan, maar toen het geluid niet voldoende naar buiten kwam, heeft men op advies besloten om de klokken in de open lantaarn te hangen. In 1912, toen de vereniging 's-Hertogenbosch' Belang een beiaardwedstrijd wilde organiseren, bleek uit het verslag van de onderzoekscommissie dat de stemming van de klokken veel te wensen overliet en dat het bovenste octaaf zelfs geheel onbruikbaar was. In 1918 was het spel dusdanig onbruikbaar geworden dat het stilgezet werd . De Sint-Janstoren zong niet meer, zo schreven de kranten" Toon van Balkom, sinds 1915 klokkenist, heeft er ooit het volgende over geschreven:

Vaste vorm krijgt de vernieuwing in 1923 nadat de eerste stappen zijn gezet door M A Brandts Buys uit Arnhem om het tweede internationale beiaardcongres te houden. Het stadsbestuur stemt van harte in met de vernieuwingsplannen, met het congres en de tentoonstelling en richt zich tot de deskundige stadsbeiaardier van Mechelen, Jef Denijn, om met spoed een onderzoek in te stellen naar klokken en mechanisch speelapparaat. Denijn oordeelde dat alle klokken in de lantaarn hopeloos vals waren zonder mogelijkheid om bijgestemd te worden. Alleen de vijf luidklokken in het vierkant keurde hij goed. Op 1 januari 1924 werd het besluit genomen dat het congres alleen in 'sHertogenbosch zou komen als de nieuwe beiaard er kwam. De Vereniging Bosch Belang belastte zich met het inzamelen van gelden en in juli 1924 kon het spel besteld worden bij Gillet and Johnston, klokkengieterij in Croydon (GB), door tussenkomst van B Eijsbouts te Asten. Negen maanden waren nodig voordat de klokken gereed konden zijn. Het congres is daarvoor verschoven van 1924 naar 1925. Er waren echter wel veel moeilijkheden over de inrichting van het klavier. Denijn zou de technische leiding nemen en wilde het Mechelse systeem laten installeren, maar dat kwam niet overeen met de inzichten van Gillet and Johnston. Hun mening week in vele opzichten af van die van Denijn. Op voorstel van Gillet and Johnston werd B Eijsbouts, fabrikant van torenuurwerken in Asten, door het stadsbestuur van 's-Hertogenbosch benoemd tot uitvoerder van het complete werk. Gillett and Johnston leverde de klokken aan Eijsbouts. Toon van Balkom, M A Brandts Buys, Dr. J Casparie en Jef Denijn werden benoemd om de gemeente voor te lichten en belast met het toezicht en de keuring van de klokken en het mechanisch werk. Op deze keuring was geen beroep mogelijk door de leveranciers.

"De klank van de klokken, vooral die van de bovenste octaaf, is zeer onzuiver. Dit klokkenspel is het omvangrijkste, maar tevens het leelijkste - of in elk geval een der leelijkste - van ons land. Het is zo verschrikkelijk vals, dat het niet om aan te horen is." "Zou de tijd nog verre zijn, dat men in den toren van een der prachtigste bedehuizen van Noord-Nederland een der mooiste beiaarden aanbrengt?"

1925

De commissie stelde de allerhoogste eisen aan de klokkengieter: "het spel moest naar de gelijkzwevende temperatuur worden afgestemd."

Gillett and Johnston had daar geen bezwaar tegen, maar wilde wel eerst een nauwkeurig onderzoek naar de onderlinge stemming van de door Jef Denijn goedgekeurde luidklokken van het oude spel. Cyrill Johnston eiste bijstemming van drie luidklokken, de Hemony noemde hij 'prachtvol', nooit hoorde hij een 'volmaakter klok' en de vijfde was zo slecht, dat deze alleen omgesmolten kon worden. Ondertussen kwam het aanbod van de gemeente Zutphen, waar een Hemony klok gespaard gebleven was van de brand in de Wijnhuistoren in 1920. Deze bleek wonderwel te passen bij de aanwezige Hemonyklok (de basis van het nieuwe carillon). Op 4 juli 1925 werden de nieuwe en de bijgestemde klokken door drie leden van de zeer deskundige commissie gekeurd in Croydon. De slotconclusie luidde: "De commissie was eenstemmig in haar oordeel en bracht lof en dank uit aan Cyril Johnston om zijn buitengewoon kunstvollen arbeid, dien hij met het gieten en stemmen van die klokkenreeks tot stand had gebracht." Op 16 juli 1925 werden 43 klokken in 's-Hertogenbosch uitgeladen en op 14 augustus van dat jaar, "den eersten congresdag, des avonds te ongeveer 9 uur, klonk voor het eerst het 'Oude Wilhelmus' over de stad, gespeeld door de meesterhand van Jef Denijn, nadat in de sociĂŤteit Casino de plechtige overdracht van het carillon aan het gemeentebestuur door de Vereeniging 's-Hertogenbosch Belang had plaatsgehad. Sindsdien heeft dit klokkenspel een zeer bekende klank gekregen in de Nederlandse beiaardwereld, niet in het minst door Toon van Balkom, die tot 1955 stadsbeiaardier van 's-Hertogenbosch is geweest en toen werd opgevolgd door zijn zoon Sjef van Balkom, op zijn beurt opgevolgd door diens zoon Joost van Bal kom. John Vermulst

Bijlage bij Kringnieuws juli 2000

5


vervolg van pagina 1

name et goten se twe gebroeders tsamen Jan Hoerken ende Willem Hoerken. Maar het opschrift vertelt ook iets over haar functie: Sy dept ten brande; sy luyt ten stride. Of anders gezegd, wanneer de klepel tegen de stil hangende klok werd getrokken, want dat was kleppen, was het brandalarm. Maar wanneer ze voluit geluid werd, dan werden de burgers opgeroepen om de naderende vijand te bestrijden. Jan Hoerken stierf in 1472 en twee jaar later zijn broer Willem. De laatste liet zijn vrouw Luitgart met minstens 10 kinderen achter, reden waarom Geert van Wou, die vermoedelijk bij haar man en zwager de kneepjes van het vak had geleerd, de zaken voor haar zou waarnemen. Maar intussen was er een geduchte concurrent gesignaleerd, want omstreeks diezelfde tijd zou de uit Keulen afkomstige klokkengieter Gobellinus Moer te 's-Hertogenbosch actief worden. Eenmaal leidde dat tot een wel heel curieus voorval. Toen namelijk de stad Arnhem voor haar Eusebiuskerk een 3? ton zware luidklok nodig had, waren het Moer en Van Wou die gezamenlijk de klok goten. Dat was in 14 77. De klok is intussen gescheurd, maar kan nog altijd in de kerk bewonderd worden. Waren beide meesters gedwongen tot samenwerking? Of kozen zij een vredig compromis toen zij op die klok vermeldden dat ze gegoten was door Gobellinus Moer et Gherardus de Wou, maar ook door Gherardus de Wou et Gobellinus Moer? Wel opmerkelijk overigens, omdat Van Wou zoveel jonger was dan Moer. Was het daarom ook dat Van Wou spoedig daarna uit 's-Hertogenbosch zou vertrekken? Het heeft er alle schijn van. Vanaf dat moment hadden de klokkengieters Moer die ook wel Moor werden genoemd, het rijk alleen. En om de genealogie volledig te maken, kan nog het volgende worden opgemerkt. Gobellinus had drie zonen, Jan, Jaspar en Willem die ook in het vak gingen. Hun zuster Maria trouwde met Jan Sael wiens zoon Gobel het klokkengietersambacht in Amsterdam zou uitoefenen. Jaspar Moer tenslotte had een zoon Jan die zijn vader zou opvolgen. Na de dood van Jan in 1566 was het gedaan met het klokkengieten in 's-Hertogenbosch aan de Berewoutstraat. De gieterij aldaar werd heel toepasselijk Clockgieterspoort genoemd, een naam die tot diep in de achttiende eeuw bestaan bleef, een tijd dat de laatste sporen van het gieten van klokken in 's-Hertogenbosch al lang waren uitgewist. 6

Toch bleef Brabant met dat ambacht van zich spreken, want in 1703 of kort daarna zouden Jean en Joseph Petit als wezen vanuit Frankrijk bij hun oom Alexius Jullien te Weert ondergebracht worden. Die was klokkengieter en van hem leerden zij dan ook het vak. In Someren tenslotte stichtte Joseph in 1720 zijn eigen klokkengieterij. Maar tegenslagen bleven diens zoon Alexius achtervolgen, reden waarom op het einde van de achttiende eeuw de gieterij naar Aarle-Rixtel werd overgebracht. Aldaar werd in 1815 de nog altijd bestaande klokkengieterij van Petit & Fritsen gevestigd. Want wederom was het een klokkengietersdochter die voor continuĂŻteit zorg droeg, en met name Maria Aldegonda Petit, dochter van Alexius, die huwde met Isaac Fritzen en aldus het vak doorgaf aan hun zoon Henricus Fritsen en diens nakomelingen, tot op de dag van vandaag. Maar ook Petit & Fritsen kreeg tenslotte concurrentie, want Eijsbouts te Asten, fabrikant van torenuurwerken sinds 1872, waagde in de naoorlogse jaren de stap naar het klokkengieten. En met succes. Thans zijn beide gieterijen toonaangevend in de wereld. Met klinkende klokken en een fors aandeel in de wereldmarkt. Maar keren wij terug naar het zestiendeeeuwse 's-Hertogenbosch alwaar vooral de gebroeders Willem en Jaspar Moer zich tot succesvolle klokkengieters hadden ontwikkeld. Overigens is het goed te realiseren dat, ofschoon de Moers in de stad zelf over een gieterij konden beschikken, zij grotere klokken toch ter plaatse moesten maken. Anders immers ontstonden er onoverkomelijke vervoersproblemen. Een mooi voorbeeld van een gieting ter plaatse vinde.n wij in Antwerpen waar de broers in 1507 op het Onze Lieve VrouweKerkhof (Groenplaats) de Karolus-klok goten. Overigens, Jan en Willem Hoerken die in 1459 de GabriĂŤl goten, hadden dit ook al ter plaatse gedaan. Maar de kerkrekeningen uit die periode zijn niet bewaard gebleven. Elke verdere informatie ontbreekt derhalve. In 1507 was dat anders. Dan ook blijkt duidelijk hoe dat financieel geregeld werd. Per schip werd vanuit 's-Hertogenbosch het noodzakelijke gereedschap naar Antwerpen gezonden. Verder werden letterlijk alle uitgaven door de kerk betaald, dus vormleem en andere hulpmiddelen, de bouw van de smeltoven, enz. Jan en Willem Hoerken ontvingen uitsluitend hun honorarium. Jammer genoeg leent dit artikel zich niet voor een riadere analyse van al die uitgaven, hoe interessant dat ook zou zijn.

Op dezelfde wijze zullen zij in 1515 te Maastricht de zogenaamde grameer hebben gegoten, een klok met een doorsnede van 2,20 m en een gewicht van omtrent 6350 kg. Die gieting vond plaats op 21 juni 1515 in aanwezigheid van talrijke kerkelijke en wereldlijke hoogwaardigheidsbekleders. Al in de vorige eeuw was ze gescheurd, maar ze werd pas in 1983 door een nieuwe klok vervangen. Sindsdien staat ze in de Pandhof opgesteld, zonder klank, maar des te meer te bewonderen om haar fraaie vormen en ornamenten. Kortom, Willem en Jaspar Moer waren kennelijk klokkengieters van aanzien en stellig de belangrijkste die de stad ooit heeft voortgebracht. Toch ondervonden ook zij concurrentie, vooral uit Mechelen waar leden van het uit Goirle afkomstige geslacht Van den Ghein en meer nog van de gieters uit de familie Waghevens buitengewoon rijk geornamenteerde klokken goten en daarmee heel wat expressiever dan de gewoonlijk sober uitgevoerde klokken uit 's-Hertogenbosch. Bovendien hielden de gieters in Mechelen zich sinds de jaren dertig van de zestiende eeuw intensief bezig met een geheel nieuwe loot in de klokkengietkunst, namelijk de vervaardiging van kleine beiaarden. Vanuit Mechelen zou de beiaard dan ook zijn triomftocht door de Nederlanden maken. Zeker, ook de Moers goten af en toe een dergelijk spel, zoals voor de abdij van Averbode en zelfs voor het stadhuis van Gdansk, maar in wezen scheen het hun specialiteit niet te zijn, althans heel wat minder dan die van hun collega's in Mechelen. En dat lijkt temeer het geval te zijn, omdat de zwager van Jaspar Moer, de monnik Gerard van Scaeft sinds 1501 abt van het klooster te Averbode was. Het was daarom niet zo vreemd dat de abt in 1522 niet naar Mechelen toog voor een klokkenspel, doch naar de stad waar zijn zuster Lucia met een klokkengieter was getrouwd. Het is een relatie die natuurlijk ook iets over de maatschappelijke positie van de Moers vertelt. Het was overigens niet de eerste keer dat Jaspar Moer voor de abdij werkte. Al in 1504 mocht hij de verbrande luidklokken binnen de kloostermuren hergieten. Het waren er zes in getal die samen ongeveer 6600 pond wogen. Kortom, dankzij zijn zwager was Averbode een goede klant! Wat overigens niet wegnam dat een uitvoerig contract aan laatstgenoemde levering ten grondslag lag. Daarin lezen we bijvoorbeeld dat de abt twee wagens naar 's-Hertogenbosch zond om de nodige gereedschappen op te Bijlage bij Kringnieuws juli 2000


halen. En ook de bepaling dat hij, Jaspar, wanneer de klokken niet perfect met elkaar zouden accorderen, dan wel niet zoet genoeg van geluid zouden zijn, zich verplichtte de klokken te hergieten totdat ze wel sullen accorderen ende dat se goet van thone ende lofbaer spelen syn . Natuurlijk zou hij voor een hergieting geen cent meer krijgen . Is de Mechelse concurrentie het Bossche klokkengieterscentrum tenslotte fataal

geworden? Het lijkt zeker niet de enige oorzaak. Immers de teruggang van de welvaart in 's-Hertogenbosch op het einde van de zestiende eeuw als gevolg van politieke en godsdienstige beroeringen, heeft ongetwijfeld remmend gewerkt op de verdere ontwikkelingen van het klokkengietersambacht in die plaats. Maar dat is natuurlijk een geheel ander verhaal. AndrĂŠ Lehr

's-Hertogenbossche

Beiaardstichting )

Doelstelling van de 's-Hertogenbossche Beiaard Stichting is onder meer het organiseren van beiaardconcerten en andere activiteiten rondom de beiaard. Het bestuur van de Stichting vergadert regelmatig in een ruimte van het kantoor van de VVV 's-Hertogenbosch of bij een van de leden thuis. Alle leden doen deze werkzaamheden in hun vrije tijd en hun enige doel is om de beiaard en de beiaardmuziek meer bekendheid te geven. De Stichting heeft derhalve veel vrienden nodig en sponsors om zo haar de doelstellingen waar te kunnen maken. Het bestuur is als volgt samengesteld: Voorzitter Herman Durville Vice-voorzitter Bob Haan Secretaris Kyra Couvee-van der Zee Penningmeester Jan van der Vaart Overige leden Jan Buil, Noor de Gruyter Adviseurs Joost van Balkom (stadsbeiaardier van de stad 's-Hertogenbosch)

De Stichting is momenteel druk bezig met de 11 e Bossche Beiaardweek, die zal Bijlage bij Kringnieuws juli 2000

plaatsvinden van 28 augustus tot en met 3 september aanstaande. Wij zullen trachten om voor deze 11 e Beiaardweek een interessant programma samen te stellen en de beiaarden nog meer bekendheid te geven. Dit jaar bestaat de beiaard van de Sint-Jan 75 jaar en is de familie Van Balkom 85 jaar stadsbeiaardier in 's-Hertogenbosch. Joost van Balkom is inmiddels de derde generatie Van Balkom die de beiaard van de SintJan bespeelt. Voor ons reden om hier dit jaar aandacht aan te schenken met de spontane medewerking van Kring "Vrienden van 's-Hertogenbosch". Tevens vinden er vanaf 27 mei jongstleden gedurende het gehele zomerseizoen wekelijks op zaterdag bespelingen plaats op de beiaard van de Sint-Jan.

Indien u vragen of opmerkingen heeft, of denkt ons te kunnen helpen of u wilt zich aanmelden als Vriend van de Beiaardstichting voor een bedrag van minimaal f 25,kunt u te allen tijde contact opnemen met

de voorzitter, de heer H Durville, telefoon 073-6125720, of met Noor de Gruyter, telefoon 073-6123719. Ons correspondentieadres is Postbus 1039 5200 BA 's-Hertogenbosch. Bankrekening 67 .17.46.596.

".Hij logeert in de Gulden Nobel, hier in de Kruisstraat, op kosten van het gemeentebestuur. Willem heeft immers de opdracht gekregen een klok te gieten voor de heilige Moeder Gods, Maria. Deze opdracht geldt als afsluiting van zijn leerjaren en moet zijn meesterstuk worden. Het is een idee van het Gemeentebestuur in samenwerking met de leden van de lllustre Lieve Vrouwebroederschap. en let wel, met goedkeuring van Lodewijk de Bourbon, bisschop van Luik! Op het kerkhof, aan de zijkant van de grote kerk, waar ook de achteruitgang is van het vondelingenhuis, moet hij alles in gereedheid brengen voor het gieten van zijn klok. Gieten op de manier die in Lotharingen en ver daarbuiten, heel gewoon is. Gieten op het kerkhof komt nog regelmatig voor, zelfs meester Moer doet het wel eens. Maar liever werkt die in zijn eigen gieterijen in de Berewoutstraat. Daar kan Willem nu niet terecht. Het is er overvol. Want de Bossche gieterijen van Gobel Moer zijn bekend over een groot deel van de wereld, niet alleen vanwege de luidklokken, maar bovenal om de beiaardklokken, die bespeeld kunnen worden van buiten af. Het is een drukke dag en spannende tijd voor Willem, en Hester is er zo vol van dat ze me steeds op de hoogte houdt. "Willem moet uitgebreide voorzorgen nemen, dat kun je begrijpen", zegt ze op een dag. "Allereerst de grond . laten onderzoeken . Wist jij dat 's-Hertogenbosch op veel plaatsen moerassig is, net zoals buiten de wallen?" "Dat heb ik al eerder gehoord ja," knik ik. "Het onderzoek alleen al duurt dagen. En als dat gebeurd is, moeten er nodig afzettingen komen rond de plaats voor de oven. Ook is er behoefte aan een overdekte ruimte om de materialen te verzamelen. De gietkuil moet er komen, vlak naast de schacht, waarin het brons gesmolten moet worden. En verder zijn er nog zo veel andere kleine regelingen te treffen." ". Uit: Marianne Keser, Het Meesterteken

7


Over klokken, voorslagen en beiaarden;

een campanoloog aan het woord Luidklokken hebben een lange historie. Ze gaven in het verleden belangrijke signalen aan de plaatselijke samenleving. De grote klok bijvoorbeeld werd geluid bij het overlijden van een man. Een iets kleinere bij het overlijden van een vrouw. Arbeidstijden werden door de klok aangegeven. En rampen: "als ik kleppe is er brand, als ik luide is er storm in Vlaanderland." In Asten staat een wereldbekende fabriek van slag- en luidklokken. Een bezoek aan Eijsbouts is dan ook een 'must' als het om een verhaal over klokken en klokkenspelen gaat. Campanoloog Bert Augustus van Eijsbouts vertelt over het gieten van klokken, over het stemmen van klokken, over de beiaard van de Sint-Jan en over de h.istorie van het klokkenspel. Eerst iets over het bedrijf. In 1872 start de grondlegger van wat nu de Koninklijke Eijsbouts heet, een fabriek voor torenuurwerken. Enkele tientallen jaren later leverde het bedrijf ook slag- en luidklokken. Die werden niet door Eijsbouts gegoten, maar gekocht bij gerenommeerde gieterijen in het buitenland. Eijsbouts verzorgde dan de installatie. Vanaf 1947 worden in Asten klokken gegoten. Beiaarden. van Eijsbouts hangen nu over de hele wereld .

Een korte historie Een kerkklok geeft de tijd aan. Maar je moet wel alert zijn. Hoeveel slagen waren het? Heb ik de eerste meteen meegeteld? Dat probleem wordt minder als er een 'voorslag' is. Een klein melodietje dat waarschuwt: binnenkort gaat de klok slaan. Die voorslag is de oorsprong van onze hedendaagse beiaard. Archiefbronnen vertellen van de Sint-Jan, dat al in 1425 een zekere Alart 'metten doeken speelde'. Alart speelde waarschijnlijk een melodie voordat de uurslag klonk door met een hamer verschillende klokken aan te tikken . Een echte voorslag voor de SintJan is 1553 aangekocht: 19 klokken die speciaal voor dit doel gegoten zijn. Het klokkenspel werd opgehangen in de houten kruistoren, die ruim 30 jaar later door brand verwoest is. De voorslag werd steeds uitgebreider. Beiaarden hebben in de loop van de tijd 8

)

voor de buitenzijde van de klok wordt begonnen met het maken van een model in zand en was, de valse klok genaamd. Op deze foto wordt het zand met was overgoten. Foto: Gerdie de Zeeuw-Nieuwenhuis

dan ook steeds meer een functie gekregen als muziekinstrument. Er is al lang geen Alart meer nodig om met een hamertje de voorslag te laten klinken. De beiaarden uit de 17e eeuw zijn uitgerust met naast het handspel een speeltrommel. Die speeltrommel zorgt automatisch voor de gewenste melodie. Zo'n concert wordt bijvoorbeeld gegeven als er markt is. iedere week dezelfde melodie. Ter verstrooiing van de marktkooplui en de bezoekers. De Hemony-

beiaard in het stadhuis in 's-Hertogenbosch heeft nog zo'n oude speeltrommel. Een modern automatisch speelwerk wordt natuurlijk aangestuurd door een computer. Maar bij een echt beiaardconcert bespeelt de beiaardier het stokkenklavier dat de hamertjes aan het werk zet. Zo'n beiaardconcert vraagt aandacht. Mooi weer is bijna een voorwaarde. Lekker zitten in de zon en luisteren! Misschien krijgt in ons land daarom het beiaardconcert Bijlage bij Kringnieuws juli 2000


niet altijd die aandacht die het verdient. Als het regent, als het hard waait of als het koud is, luister je even en je loopt weer door, hoe mooi de muziek ook is.

)

Klokken gieten In de werkhal van Eijsbouts lijken een paar grote zandbakken te liggen . Diepe bakken vol zand en klei: daarin worden de klokken gemaakt. De campanoloog (een deftig woord voor klokkenkundige) tekent de gewenste klok met behulp van de computer. Alle toonkenmerken van de gewenste klok worden ingevoerd. Zo ontstaan mallen met het profiel van de klok. Medewerkers maken aan de hand van die mal, van zand vermengd met klei het binnenprofiel van die nieuwe klok. Daaromheen wordt, opnieuw van zand, aangehard met een vuurvaste massa de gewenste klok gemaakt, compleet met versieringen en opschriften. Dit is de 'valse klok'. Hij lijkt echt, maar is slechts een model. De ruimte daaromheen wordt weer opgevuld met een zand en klei mengsel. Dat is de buitenmantel. Als die hele constructie goed droog is, wordt de buitenmantel voorzichtig verwijderd. Een hijsapparaat tilt de valse klok van het binnenprofiel en de buitenmantel wordt weer op zijn plaats gezet. Zo ontstaat een holle ruimte die nauwkeurig overeenkomt met de vorm die de klok moet hebben. Die ruimte wordt gevuld met vloeibaar brons. Dat is een spannend moment. De wijze van gieten bepaalt voor een groot deel de klank van de klok. Als de klok afgekoeld is, rest nog het schoonmaken en het stemmen. Met elkaar is dit een proces van weken. Vooral als het om grote klokken gaat. Enkele voorbeelden: de grootste beiaard van Europa hangt in Berlijn, omvat 68 klokken en de zwaarste klok daarvan weegt 8.000 kg. De allerzwaarste klok die Eijsbouts gegoten heeft weegt 10.000 kg en hangt sinds vorig jaar in Dordrecht. Die klok maakt deel uit van een beiaard van 67 klokken. Iedere gieterij een eigen stijl Geen beiaard is hetzelfde. Dat ligt voor de hand, een beiaard telt meer of minder klokken en vaak ook klokken met andere toonhoogten. Daarnaast is voor kenners een verschil in stijl te herkennen, die eigen is aan de gieterij . Die eigen stijl komt tot uiting in het klankkarakter van de klokken. De Bossche beiaard is gegoten door het Engelse bedrijf Gillett and Johnston. Van die gieterij zijn er nog twee complete beiaarden in Nederland. Daarmee heeft de beiaard van de Sint-Jan een bepaalde Bijlage bij Kringnieuws juli 2000

historische waarde. De klokken die Eijsbouts giet, hebben hun eigen stijlkenmerk. Dat heeft te maken met het profiel van de klok, de dikte van de klokken en de manier waarop een homogene reeks van verschillende toonhoogten samengesteld wordt. Maar die eigen stijl heeft ook vooral met de condities in de gieterij te maken: de samenstelling van het metaal, de temperatuur en de wijze van gieten . Die bepalen voor een groot deel het klankkarakter van de klok. Eijsbouts probeert met name de kleine klokken relatief dik te maken. Het stemmen De toon van een klok wordt bepaald door de grootte van de klok, de vorm, de dikte van de mantel. Met behulp van de computer kan tegenwoordig het formaat en de dikte van het materiaal goed berekend worden. Het stemmen is dan een kwestie van slijpen. De wand een klein beetje dunner betekent dat de klok iets hoger van toon wordt. Een klok heeft overigens niet ĂŠĂŠn toon, maar naast de slagtoon nog vier partiaaltonen. De belangrijkste daarvan is de toon die een kleine terts hoger is dan de slagtoon. Dat meeklinken van de kleine terts maakt beiaardmuziek tot wat ze is. Sommige musici hebben daar moeite mee, ze vinden een beiaard met die kleine terts niet een echt muziekinstrument. Zij kiezen voor een klok waarvan de belangrijkste partiaaltoon een grote terts hoger is dan de slagtoon. Zo'n klok kan tegenwoordig gemaakt worden, dankzij de computer die de berekeningen uitvoert. Maar de klank van een beiaard die gestemd is in een grote terts geeft een heel andere klankkleur. Denk maar aan het verschil tussen een klavecimbel en een piano, zegt Bert Augustus. Al met al wordt de klok die gestemd is met een grote terts toch niet zo gewaardeerd. Oude klokken Klokken die lang in gebruik zijn gaan een beetje corroderen, roesten zeg maar. Die corrosie wordt veroorzaakt door zwavelhoudende luchtverontreiniging. Door de roestvorming worden de klokken wat dunner. U raadt het al, klokken klinken na lange tijd wat hoger van toon. Dat geldt vooral voor de kleine klokken van een beiaard. Bij kleine klokken is de verhouding tussen massa en oppervlakte nu eenmaal ongunstiger dan bij grote klokken. Nu er veel meer aardgas gestookt wordt, en het zwavelgehalte van de lucht aanzienlijk gedaald is, is de corrosie gelukkig veel minder.

Het stemmen van oude klokken levert een aantal vragen op. De klok weer een beetje dikker maken is geen oplossing. De klank van de klok wordt dan lelijk. Een andere manier is het opnieuw gieten van de kleine klokken en het dunner maken van de grotere klokken van de beiaard. Dan passen de klokken weer mooi bij elkaar wat toonhoogte betreft. Maar historici zijn daar niet zo voor: wat je van oude klokken afslijpt is weg en kan nooit weer toege" voegd worden. Ook het vervangen van klokken levert wel en mooi instrument, maar het oude instrument gaat verloren. Daarmee verdwijnt ook de kennis over die oude instrumenten. Historici staan op het standpunt: we hebben al zo weinig oude beiaarden meer, bewaar wat je hebt. Een extra probleem bij het stemmen van oude beiaarden is, dat er weinig bekend is van de oorspronkelijke klank van het klokkenspel. In de 17e eeuw waren klokkengieters vooral ervaringsdeskuadigen. Zij hebben geen tekeningen achtergelaten of klankberekeningen gemaakt. Het lijkt erop dat die oude klokken ook niet helemaal 'in een rechte lijn' gestemd zijn, maar dat de kleine klokken iets hoger gestemd zijn, dat je volgens de klankleer zou verwachten. Dat hoger stemmen van de hoge tonen klinkt nu eenmaal prettiger in onze oren. Dat gebeurt ook bij het stemmen van piano's. De beiaard van de Sint-Jan Het voorspel dat in 1553 aangekocht is, is met de brand van 1584 verloren gegaan. Daarna is er een poosje geen sprake van een voorslag . Mogelijk was er geen geld om nieuwe klokken te kopen. Zo langzamerhand groeit het klokkenbezit echter weer. Verschillende klokkenspelen volgen elkaar op, niet altijd naar ieders tevredenheid. In 1918 klinkt de beiaard van de Sint-Jan zo vals, dat men besluit de klokken niet meer te gebruiken. In 1924 wordt een nieuwe beiaard voor de Sint-Jan besteld. Er is gekozen voor een instrument met klokken van Gillett and Johnston, dat door Eijsbouts uit Asten geĂŻnstalleerd wordt. Die beiaard bestaat nu 75 jaar. Nu beginnen sommige klokken van deze beiaard op hun beurt wat te corroderen. Daarmee is de discussie over de klokken weer gestart. Opnieuw stemmen ten koste van historisch materiaal? Behouden wat je hebt ten koste van de muzikaliteit? Gelukkig zijn van de klokken die in de 20e eeuw gegoten zijn, de berekeningen wel bekend . Bij het eventueel . herstemmen vervolg op pagina 10

9


Gedicht Vast, om 't metselwerk gesloten, Staat de vorm, uit leem gebrand; Heden wordt de klok gegoten, Dus gezellen! bij de hand! Warde uw voorhoofd heet, Gutse u daarvan 't zweet Z贸贸 zal 't werk zijn meester eeren: Doch de zegen is des Heeren! Bij 't werk, waartoe we ons thans bereiden, Past immers wel een ernstig woord! Als goede reden d' arbeid leiden, Dan gaat hij steeds zoo lustig voort. Laat ons aandachtig overdenken Wat al door zwakke kracht ontstaat; Wie kan den werkman achting schenken, Die op zijn werk geen blik ooit slaat? Dit voorrecht mocht den mensch behooren, En daartoe kreeg hij zijn verstand, Dat hij inwendig na zou sporen Wat hij volbrengt met zijne hand. Witte blazen stijgen, springen, Heel de massa is 茅茅n vloed; Laat nu sodazout 't doordringen: 't Maakt haar voor het gieten goed. 't Vuil er afgeschuimd Dat mag niet verzuimd! Moog' de klok dan aan onze ooren Rein en vol heur klank doen hooren! Neemt nu hout van pijnboomstammmen, Maar het zij vooral toch droog; Dat de fel-gejaagde vlammen Knettrend opslaan naar omhoog . Kookt den koperbrij, Voegt snel 't tin erbij, Dat de klokspijs, onder 't gieten, Op de recht wijs moog' vlieten!

Sint-Jan zijn bekend. Deze informatie helpt de klokkengieter van nu om een beiaard van toen zo optimaal mogelijk te laten klinken.

Wat we in den diepen aardkuil vormen, Geholpen door het krachtig vuur, Zal daar omhoog, trots wind en stormen, Luid van ons tuigen, lang van duur. Ja, duren zal 't een reeks van dagen, En treffen menig menschlijk oor: 't Zal met den droeve stemming klagen En stemmen tot der vromen koor. Wat toekomst hier, den zoon der aarde, De wisseling van zijn lot ook draag', Wat hem ooit vreugde of droefheid baarde, Klinkt van de klok tot ons omlaag.

Marjan Vonk

Anoniem

ook versiering en opschrift worden in was aangebracht. De belettering vergt het uiterste geduld van de medewerker. Foto : Gerdie de Zeeuw-Nieuwenhuis

vervolg van pagina 9

van de klokken kan de bedoeling van de maker achterhaald worden. In het kantoor van Bert Augustus staan rijen boeken met klankberekeningen van verschillende beiaarden. Ook die van de beiaard van de 10

Bijlage bij Kringnieuws juli 2000


Terugblik op de beginjaren

van de beiaardcommissie In 1950 schaarden enkele Bosschenaren zich rond Toon van Balkom met het doel de vooroorlogse avondconcerten op de Sint-Jansbeiaard voort te zetten. Dat leidde tot de vorming van de Bossche Beiaardcommissie. Hoewel ik pas drie jaar in 's-Hertogenbosch woonde, werd ook voor mij een plaats in die commissie ingeruimd. Misschien wel omdat ze iemand zochten met een organisatie achter zich (eerst het stadhuis, daarna VVV) die het secretariaatswerk en de publiciteit er wel even bij kon doen. Zo is het gegaan en zo is het gebleven, 37 jaar lang. Voor deze terugblik moet ik putten uit mijn geheugen en wat bewaarde krantenknipsels, want het archief van de beiaardcommissie ligt ergens op zolder van de Moriaan , het pand waarin de VVV is gevestigd.

)

In de zomer van 1951 werd met de zomeravondcon_certen een begin gemaakt. De beiaardcommissie had alles goed voorbereid. In de stad en daarbuiten hingen opvallende affiches, voor een prix de familie, ontworpen door mijn broer Carel, beeldend kunstenaar. Artikelen en berichten in allerlei kranten. De Avro liet weten, een deel van het concert rechtstreeks te zullen uitzenden. Er was gezorgd voor een piekfijn, met foto's en tekeningen ge誰llustreerd programmaboekje. Met de directie van schouwburg Casino had de commissie het kunnen regelen dat er op de Parade tijdens elk concert met tafels en stoelen een luisterplaats werd ingericht. En de politie was bereid de omgeving van de Parade voor het gemotoriseerde verkeer af te sluiten! Het eerste concert begon op donderdagavond 7 juni 1951. Dat kreeg meteen al een bijzondere noot, omdat het door stadsbeiaardier Toon van Balkom en zijn zoon Jan beurtelings werd uitgevoerd. En het verrassende van het achtste en tevens laatste concert van dat seizoen was, dat er andermaal twee beiaardiers te beluisteren vielen: Toon en Sjef van Bal kom, de derde en jongste beiaardier uit hetzelfde gezin. Sjef, die zich nu voor het eerst in zijn geboortestad liet horen, behaalde in 1950 de eerste prijs van de 1Oe Nationale Beiaardwedstrijd in Delft en had al ongeveer 60 beiaardcomposities op zijn naam staan. Bijlage bij Kringnieuws juli 2000

Dat was tevens het begin van een blijvende traditie. In het dagblad Het Huisgezin en vanaf 1959 in het Brabants Dagblad heb ik gedurende dertien jaar de ruimte gekregen, elke beiaardier aan de lezers voor te stellen en ook het te spelen programma te publiceren. Daarna maakte de krant zelf een bericht aan de hand van het programmablad, bestemd voor de luisteraars op de Parade. Die waren overigens meestal te tellen, maar misschien, zo zeiden de commissieleden tegen elkaar, luisterden veel beiaardliefhebbers thuis naar de concerten, bij het open raam of in hun tuin. Niettemin bleef de commissie doorgaan met het bedenken van variaties in de programmering. Zoals: een concert van beiaardiers en koperblazers, met een balletgroep, met de reizende beiaard, met een muziekkorps, met een om-en-om concert op de SintJansbeiaard en het stadhuiscarillon, met luisterproeven (rara, wat speelt de beiaardier?), met het uit de toren strooien van genummerden kartonnen klokken die de vangers kans op een prijs gaven. Ook kregen de beiaardiers af en toe de opdracht, te improviseren op een bepaald thema, zoals het gedicht Carillon van Jan van Sleeuwen en het liedje Dat gaat naar Den Bosch toe. Heel bijzonder was de avond van donderdag 26 augustus 1954. Enkele honderden beiaardliefhebbers waren naar de Parade gekomen om te luisteren naar het afscheidsconcert van stadsbeiaardier Toon van Balkom, die bijna 40 jaar de torens van de Sint-Jan en het stadhuis had laten zingen. Het publiek heeft hem gehuldigd met applaus na elk nummer, en hem tot slot aan de voet van de toren opgewacht voor een hernieuwd en dankbaar applaus. Vanaf 1 januari 1955was Sjef van Balkom de nieuwe stadsbeiaardier. Wie er allemaal in de Bossche Beiaardcommissie hebben gezeten - ik weet het zo precies niet meer. Ik kan wel een paar namen noemen, maar die zullen weinig mensen nu nog iets zeggen. De stadsbeiaardier en ik vormden in elk geval steeds de vaste kern. Bij tijd en wijle werd er een trouwe bezoeker van de zomeravondconcerten bijgehaald. En ook wel iemand uit de muziekwereld, zoals Piet

Hormann, Flor van der Putt, en Simon Kieft. De laatste jaren echter bestond de hele commissie uit twee man: Sjef van Balkom en ik. Voor de buitenwereld hebben we dat maar verborgen gehouden. Jan Bruens

... Maar de heer Gebel Moer, die lachte alleen toen ik het vroeg en zei: de eieren komen pas over een paar dagen. Dan komt er een vuur mensen, zo heet dat je niet in de buurt mag zijn! Je zou geroosterd kunnen worden! Toen moest ik opzij, want opnieuw werd er een laag leem op de vorige gesmeerd. De laatste laag, hoorde ik Willem zeggen. Als die droog is, dan kan ik met een slechtbeitel de vorm nauwkeurig bepalen. "Bij mij in de gieterij," vertelde Gebel Moer. "werken we alleen met mallen die de vorm van een klok hebben, zodat het lemen model des te sneller de goede omvang heeft en de zuivere klokkenvorm. Willem maakt straks het lemen patroon met de hand." "En is dan de klok klaar?" vraag ik, want ik begrijp er niets van, een klok van leem. "Nee, dan wordt er een klok van was over aan gebracht, wie weet vanmiddag al. Als het kan, dan ben ik erbij"".

Uit: Marianne Keser, Het Meesterteken 11


Drie generaties Van Balkom

路AL 85 JAAR EEN BEGRIP De beiaard van de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch bestaat in augustus 75 jaar. Reden voor de 's-Hertogenbossche Beiaard Stichting om de elfde editie van de jaarlijkse Bossche Beiaardweek extra feestelijk te vieren van 28 augustus tot en met 3 september 2000. Dan dient zich nog een heuglijk feit aan. De familie Van Balkom brengt dit jaar al 85 jaar lang een stadsbeiaardier voort. Reden voor de Beiaard Stichting en de Kring "Vrienden van 's-Hertogenbosch" om de familie Van Balkom extra in het zonnetje te zetten. Anno 2000 is het met name Joost van Balkom die de familietraditie om de beiaard en zijn muziek onder een brede publieke belangstelling te krijgen en te bewaren, in ere houdt. Met hem hadden we een interview. Joost Van Balkom Joost van Balkom is de zoon van Sjef en de kleinzoon van Toon van Balkom. Sinds 1988 is hij de stadsbeiaardier van 's-Hertogenbosch. "Ik kreeg via mijn ouders en grootouders de muziek als het ware met de paplepel ingegoten," begint Joost van Balkom zijn verhaal. Als leerling van de basisschool in de Sint Josephstraat in 's-Hertogenbosch hoorde hij vaak de klanken van de beiaard van de Sint-Jan. "Dan wist ik dat mijn vader weer speelde," vervolgt hij. "Vaak mocht ik met hem mee naar boven; dat vond ik echt spannend. Want ik mocht overal komen en kon over de hele zolder rondlopen. De klokken van de beiaard klonken me vooral vertrouwd in de oren. Als kind al genoot ik van de magistrale klanken van de beiaard en ik heb onbewust altijd geweten dat dat mijn wereld zou worden. Ik kan me nu nog herinneren hoe het stof op die zolder rook, zo zit dat beiaardgevoel in mijn hoofd. Ik was dan ook heel erg blij dat ik met mijn vader mee mocht naar veel torens in Nederland waar deze de beiaard bespeelde. Toch duurde het nog een hele tijd voor ik ook daadwerkelijk de beiaard mocht aanraken en bespelen. Ik weet ook nog hoe heerlijk ik het vond om beneden op het grasveld nabij de Sint-Jan te luisteren naar het klok12

kenspel." Dan vertelt Joost dat zijn vader behoorlijk streng kon zijn. "'Als je 15 jaar bent, mag je aan de beiaard zitten' hield mijn vader mij voor." En zo geschiedde en niet eerder. Van zijn zestiende tot zijn eenentwintigste volgde Joost (1959) de opleiding aan het Brabants Conservatorium in Tilburg waar hij klarinet studeerde. Aan de Franse Beiaardschool L'.Ecole Francaise de Carillons in Douai studeerde hij beiaard. Hij volgde deze opleiding tijdens zijn studie aan het conservatorium. "Het was een heel gedoe," vertelt hij. "In die tijd vergde het 3 uur reizen voor ik in Noord-Frankrijk was. Ik heb daar 3 jaar gestudeerd. Ondertussen speelde ik veel in ensembles. En in de grote vakantie ging ik niet op reis, maar bleef gezellig thuis in 's-Hertogenbosch. Als vakantiewerk mocht ik dan de beiaard bespelen van de SintJan of het stadhuis." Na de beiaardschool studeerde Joost nog aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, waar met name de compositie een

Antonius van Ba/kom 20-05-1886 - 17-11-1958.

belangrijk vak voor hem was. "Dat was een echt hoofdvak voor mij," vervolgt de jonge beiaardier. Als bijvakken had hij tijdens zijn opleidingen orkestdirectie, Gregoriaans, contrapunten en harmonieleer op zijn studieprogramma staan. Joost is dus van alle muzikale markten thuis en

Sjef en loost van Ba/kom bespelen samen de beiaard. De twee beiaardiers leerden hun vak via hun muzikale vaders.

Bijlage bij Kringnieuws juli 2000


brengt dat met liefde over op zijn leerlingen van de Muziekschool in Bodegraven waar hij docent is.

Stadsbeiaardier In 1988 begint Joost officieel als beiaardier naast vader Sjef, die op dat moment nog de hoofdbeiaardier is. "In de loop van de jaren ben ik het helemaal gaan overnemen," aldus Joost. In Nederland zijn ongeveer 150 beroepsbeiaardiers actief. Dan zijn er nog veel amateurs die op uitnodiging concerteren. Op dit moment is er in Nederland zelfs een heuse opleiding tot beiaardier. Daarvoor kan men studeren aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Een dependance in Amersfoort beschikt over die opleiding. Misschien iets voor de kinderen van Joost als ze wat ouder zijn? Joost lacht. "Ik heb een zoon van 5 en een dochter van 7. Muzikaal zijn ze heus wel, maar of het er echt van gaat komen, moeten we toch wel afwachten. Toch constateer ik met genoegen dat mijn dochter aanleg heeft. Ze speelt reeds klarinet, dus de appel valt misschien niet ver van de boom." Uiteraard is vader Joost de trotse leraar van zijn dochter.

)

Vaste bespeling Wie Joost van Balkom wil horen spelen, kan hem elke woensdagochtend horen van 10.00 tot 11.00 uur. Dan bespeelt hij de stadhuisbeiaard van 's-Hertogenbosch. De klanken waaieren uit over de hele stad. "Inderdaad," zegt Joost, "die beiaard hoor je overal. Het is een Hollandse beiaard met een open klokkenhuis." Van 11.30 uur tot 12.30 uur is de beiaard van de Sint-Jan aan de beurt. "Die hoor je minder ver," geeft Joost toe. "Maar hoe hoger de toren, hoe verder het geluid verwaait. Bovendien is de Sint-Jansbeiaard er een met een Mechels klavier en d.ie heeft een gesloten klokkenhuis. Vroeger had je echte luisterplekken in de stad, zoals in de Boerenmouw en op binnenplaatsen. Helaas is dat tegenwoordig niet meer mogelijk. Het zou heel fijn zijn als we een echte luisterplek op het grasveld nabij de Sint-Jan zouden mogen creĂŤren. We hebben steeds meer belangstellenden in de stad, en waar kunnen ze nu beter deze muziek beluisteren dan dicht in de buurt van die prachtige kathedraal." Ook tijdens de beiaardweek kan men

Bijlage bij Kringnieuws juli 2000

Toon van Ba/kom was als cultureel ambtenaar belast met de muziekkeuring. Ook de draaiorgels werden door hem gekeurd.

Joost van Balkom beluisteren. Op vrijdag 1 september zal hij van 19.30 uur tot 21.00 uur een concert geven op de rijdende beiaard in Rosmalen. Medewerking verleent dan de Big Band Rosmalen . Op zondag 3 september zal Joost van 20.00 uur tot 21.00 uur het slotconcert verzorgen op de beiaard van de Sint-Jan.

van de gemeente 's-Hertogenbosch. Hij werd cultureel ambtenaar en werd belast met de muziekkeuring. In die hoedanigheid keurde hij onder meer jaarlijks de draaiorgels (zie foto). Toon van Balkom kreeg zijn muzikaliteit van huis uit mee. Zijn moeder zong bij koren in 's-Hertogenbosch en zijn grootvader hield ontzettend van opera's.

Geschiedenis van de Van Balkoms Ongeveer rond 1925 werd in de SintJanstoren de nieuwe beiaard geĂŻnstalleerd In die tijd had iedereen er veel voor over om een nieuwe beiaard in de machtige kathedraal te krijgen. Maandenlang hielden de Bosschenaren acties om het benodigde geld bijeen te vergaren. Geen wonder dat ze er veel voor over hadden: de Parade was in die jaren nog een paradijs van groen, waar het goed toeven was en waar geen blik het straatbeeld ontsierde. Als er gemusiceerd werd op het carillon van de Sint-Jan, was er alle aandacht voor, alle tijd en alle rust en ruimte.

Toon van Balkom begon zijn loopbaan bij Jacob Vincent, de beiaardier van het Paleis op de Dam. Maar juist omdat hij hield van de Mechelse klankkleur die veel melodieuzer klinkt dan de kille harde klank van de Hollandse beiaards, verruilde hij zijn opleiding voor die van de muziekschool van Jef Denijn, de stadsbeiaardier van Mechelen. Daar studeerde hij af op de Mechelse speelwijze. Kort voor de Tweede Were1doorlog kreeg Toon van Balkom een beroerte. Om zijn vader te helpen klom zijn zoon Sjef vaak met hem de toren van de SintJan op. Af en toe viel hij zelfs voor hem in.

Toon van Balkom Toon van Balkom (1886-1958) was stadsbeiaardier van 1915 tot 1955 en maakte dus de entree van de nieuwe Mechelse beiaard mee. Hij was musicus bij het Stedelijk Orkest. Na opheffing van dit orkest kwam Toon van Balkom in dienst

Sjef van Balkom In 1955 volgt Sjef zijn vader op. Ook hij had een groot muzikaal gevoel. Reeds op zijn vijfde kreeg hij vioolles van zijn vader. Toen hij zeven was, mocht hij met zijn vader mee naar Marinus Ogier. Deze musicus was niet alleen de nestor van de

13


Van Ba/kom zet nieuwe muziekstukken op de trommel van het Sint-Janscarrillon.

Bossche klassieke muziek, maar tevens directeur van de Bossche harmonie. Toen Sjef wat ouder werd, koos hij zelf voor een studie aan de muziekschool van Peter Kallenbach. In 1937 volgde het Tilburgs Conservatorium. In 1943 studeerde hij af in de muziektheorie en de instrumenten piano, orgel en viool. Sjef van Balkom nam, zo jong als hij was, al deel aan optredens. Zijn vader dirigeerde een kamerorkest en Sjef. werd uitvoerend musicus in dit orkest dat"ook koren begeleidde. Van Balkom bleek een muzikale duizendpoot. Hij werd muziekdocent aan de huishoudschool, aan een kweekschool, aan een klein seminarie; hij bespeelde tal van beiaards zoals die in Veghel, Helmond en Drunen . Uiteindelijk volgde hij zijn vader op als stadsbeiaardier. De keuze van het vak muziektheorie op het conservatorium bleek geen slechte te zijn. In 1957 werd hij aan het Tilburgs Conservatorium benoemd als docent theorie en vioolmethodiek. Ook stond hij aan 14

de wieg van de rijkserkenning van het Brabants Conservatorium. Van Balkom deed veel voorbereidend werk hiervoor. In 1968 volgde de Mammoetwet en werden de muziekdocenten van het conservatorium gelijkgesteld met de docenten aan de diverse opleidingscentra in Nederland. Financieel gezien een enorme vooruitgang. Sjef van Bal kom reisde over de hele wereld. Hij gaf concerten in Amerika en in zowat alle landen van Europa.

meer dan 30 jaar het koor van de SintJacob. Voor zijn vele verdiensten voor de gemeenschap en het culturele leven van de stad 's-Hertogenbosch kreeg hij in 1983 de Jeroen Boschpenning uitgereikt. Ook werd hij in dat jaar Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Gerdie de Zeeuw-Nieuwenhuis

Om gezondheidsredenen heeft Sjef van Balkom de muziek wat vroeger de rug moeten toekeren dan hem lief was, maar hij kan terugzien op een creatief, muzikaal arbeidsintensief leven met veel kleurrijke hoogtepunten. Jarenlang was hij bestuurslid van de Nederlandse Klokkenspelvereniging, van de Internationale Beiaardfederatie, van de Docentenvereniging en het Pensioenfonds Brabantse Conservatoria en ook werd hij erelid van de stichting 's-Hertogenbosch Muziekstad en lid van de Culturele Raad Noord-Brabant. Verder was hij meer dan 50 jaar organist en leidde Bijlage bij Kringnieuws juli 2000


Passage uit

In de Nederlanden zingt de tijd

)

)

's-Hertogenbosch, september 1949 Wie ItaliĂŤ kent en bereisd heeft tot in zijn kleine stadjes en dorpjes, heeft zich kunnen verwonderen over de stereotiepe vraag, die de Italiaan steeds weer aan de Nederlander stelt: "Loopt gij thuis op klompen, signore? Bloeien in uw land de tulpen en hyacinten al. signora? En beweegt gij u nog steeds zo traag voort in de trekschuit van Amsterdam naar Haarlem?" Zelfs de eenvoudigste Italiaan heeft in zijn jeugd het boek gelezen, waarin de beroemde schrijver Edmondo di Amicis zijn reisavonturen in de Nederlanden uit de vorige eeuw op papier heeft vastgelegd. Omdat het boek zo oud is, heeft menige Italiaan zulk een ouderwetse en bijna kinderlijke opvatting over ons land. Hij ziet het als het klein intieme Paradijs van een Hollandse meester, zoals wij ItaliĂŤ vaak plegen te zien als een groot paradijs van een groot renaissance-kunstenaar. Edmondo di Amicis, die met zulk een genoegen klompen en tulpen, trekschuit en hyacinten bekeek, schreef in zijn boek enkele zinrijke woorden, welke hem werden opgedrongen door de vele carillons, die zijn reis door stad en land met hun metalen gezang begeleidden en opvrolijkten. Plotseling, toen hij op de Sint Laurenstoren te Rotterdam stond, constateerde hij, dat in Nederland de tijd maar niet zo zonder meer voorbij ijlt, gelijk in andere landen, neen, hij schreef de onvergetelijk regel neer: In Olanda l'ora canta, in de Nederlanden zingt de tijd, waar men meer trots op kan zijn, nu Nederland weer zijn beiaardiers telt, die in de oude kostelijke steden de tijd als wonderlijke alchimisten met behulp van hun carillonklokken omzetten in een hemel vol muziek. Creman in Zwolle, Van Balkom in 's-Hertogenbosch, Vincent in Amsterdam en naast hen zovele anderen ... Het carillon is het enige instrument dat de hemel kan bespelen. Het behoeft geen kerk, gelijk het orgel en geen concertgebouw gelijk het orkest. Het vraagt alleen een toren om in te hangen en een beiaardier om te bespelen en het vult de ganse hemel boven een stad met zijn metalen monden. Het is publiek, het is van straat en plein en het is daarom dat alle dichters ernaar luisterden om het op hun beurt te bezingen. Bijlage bij Kringnieuws juli 2000

Melchior Fokkens dichtte, toen hij de klokken over Amsterdam hoorde galmen: Dit soet gespeel door straat en boom en burchwal zwiert ... En Vondel luisterend naar Salomon Verbeek, in die dagen beiaardier in de Oude Kerk, geraakte zo verrukt, dat hij naar de pen greep om te getuigen dat het spel van deze beiaardier schoner was dan het gezang van de beste koren in de kerk, ja zelfs vanuit de hemel keken de hemelkoren toe, om iets van dat klokkenspel op te vangen, terwijl de Koningin der Zee, Amsterdam, daarbij haar hoofd eens zo trots in de hemel stak. Sinds Vondel zo verrukt naar het klokkenspel luisterde is er echter veel veranderd. De zingende torens werden steeds meer verwaarloosd, totdat eindelijk in Vlaanderen de wederopstanding van het carillon begon. Toen de oude klokkenist Denijn van de trotse toren in Mechelen blind werd, liet diens zoon, die voor ingenieur studeerde, de universiteit in de steek en nam de plaats van zijn vader in. Hij werd de wereldberoemde beiaardier Jef Denijn. Op een augustusavond heb ik hem in Leuven beluisterd en het lijkt mij niet overdreven met Vondel te zeggen dat 's hemels koren uitkeken op zijn geluid. Het Leuvense plein was zwart van het volk. Plotseling zetten de klokken in en het was of een stormvlaag van geluid over het plein woei, gevolgd door een hagel van klanken. Het kleinste en het grootste geluid der carillonklokken was hoorbaar door geheel Leuven in stortregens van klanken. Denijn speelde Bach. Het was of in het midden van de oude stad een reus op een gigantische klavecimbel speelde. Carillonklokken zijn bijna werkelijk levende wezens en zij dragen daarom ook van oudsher haar naam op haar metalen mantel. Mijn naam is Roelant, Als ik kleppe dan ist brandt, Als ik luye dan ist storm Vlaenderlandt.

in

Op een Bossche klok uit 1372 kan men de prachtige regel lezen: Ic heit Maria d' oercloc De buitengewoon fraaie klok, die Noteman in 1641 goot en die in de

Bossche Sint Janstoren hangt, vermeldt op haar zware mantel 'In het jaar Onzes Heeren MDCXLI heeft mij Jacob Noteman gegoten voor 's-Hertogenbosch' en dan volgt het wijze versje: lek luid op ieder Heil'ge Dach, lek maek bekent des Doods beklach, Ik drun U 't Goddlyk bidden aan, Doch Hert en Stem moet verder gaan. Waarvan men vooral de laatste regel in zijn oren mag knopen. Ge behoeft niet te weten hoe een carillon in elkaar zit, hoe klokken gegoten worden, wat een trommel is, een broek- of een tuimelaarverbinding. Al wat wij willen is: de klokken horen luiden en liefst zo min mogelijk weten waar hun klepels hangen. Daarom moet ge meegaan naar de bekende beiaardier, wiens naam zelf is als de klank van een zware klok: Toon van Balkom, oud-leerling van Jef Denijn, beiaardier van 's-Hertogenbosch. Van Balkom bespeelt twee carillons, het magistrale klokkenspel van de kathedrale Sint Jan en het lieflijke, bijna boerse carillon van het Raadhuis. Eerst de zware Sint Janstoren op met Van Balkom. De beiaardier beklimt de trappen van deze bakstenen kinkhoorn nu al 35 jaar lang. Als ge hem vraagt, hoeveel treden die trap wel heeft, iets wat duizenden voor u hem reeds vroegen, dan zegt hij: "Dat weet ik niet". De meester van de Bossche ether is al lang blij als hij boven is. Hij heeft het aan zijn hart. Zijn hartspecialist is uit interesse eens met hem mee naar boven geklauterd en zei halverwege: "Maar dat kan niet met uw hart. Ik kan al bijna niet meer". En toen hij de handen van de beiaardier op de stokken zag neerdalen dacht hij: "Dat gaat helemaal niet meer". Maar zeggen kon hij het niet, want de toren galmde reeds zo luid, dat mensentaal onverstaanbaar geworden was. En Van Balkom beierde voort. De meesters weten dat de werkelijke kunst ten koste van het eigen hart gaat. .. Al klimmende en hijgende belandt ge tussen de eerste klokken, die stil en onbeweeglijk als grote metalen paddestoelen tussen de gewelven hangen. Het is als een fantastisch stuk woud uit een sprookje van Grimm. Nog hogerop te midden van 15


een hele uitwas van zulke monsterpaddestoelen, staat in een kleine, afgeschermde ruimte, het klavier van de beiaardier. Hij zet zich ervoor. Dan doet hij duimen van lappengoed aan als of hij zere duimen heeft. En steeds beuken zijn handen neer op de stokken. Wanneer ge nu dacht dat de wanden van het huisje u tegen het klokgelui zouden beschermen, dan zijt gij mis. Bij de eerste vuist die op een stok neerdaalt, is het alsof gij een klap met een metalen klok tegen uw slapen krijgt. Van alle kanten beginnen de metalen klokken te brullen, zij beuken tegen uw schedelpan, zij balken de torenkamer vol geluid -en persen dat door de galmgaten. Onwillekeurig hebt ge uw lippen vaneen gedaan, wetend dat men zijn mond openen moet bij het afschieten van een kanon en in uw gefolterd brein gromt het kinderliedje: "Moeder, moeder de beer is los, Hoor dat dier eens brullen". Ja, het is of tussen de klokken een reusachtige metalen beer van geluid is opgestaan, hij wil de dikke torenwanden met zijn schouders vaneen drukken, het lukt hem niet en hij brult het uit van woede door de galmgaten over de stad. Carillonmuziek hoort ge niet naast de beiaardier. Ge wordt half verpletterd door het bonken van het metaal. Hoort de beiaardier zelf iets? Ja, hij hoort de muziek met zijn handen. Hij, die voor de vuist weg speelt: Bach, Schubert, Mozart, Debussy, Diepenbrock, Pijper ... De teerste muzikale bloem wordt her ter plaatse een kanonsduel. Vraag niet wat een fortissimo wordt. Dat groeit uit tot een onverhoorbaar laatste oordeel van geluid. Het gezicht van de beiaardier is bleek geworden. Zijn haar sliert nat op zijn voorhoofd als wier, dat men vochtig en vormeloos aan een stok uit het water omhoog tilt. Als hij het eerste lied eindigt, dreunt de toren nog na . De beiaardier keert zich om. "Mijn visitekaartje," roept hij ons toe. Ons is dit geluid na vijf minuten te machtig geworden en wij besluiten de trapp~n .van de toren weer af te dalen om 路het t贸l'Tcerl .vanaf de Parade verder te beluisteren. De Parade, het grote plein, bezijden de kathedraal, ingesloten door groene olmen, waaruit reeds een eerste herfstblad omlaag tuimelt. Het plein is 16

precies een oude gravure, men mist erop alleen de statige wandelaars uit vroeger dagen: Napoleontische officieren met schone dames aan de arm, oude kapiteins met veel tressen en franjes en een sjako op het hoofd. Maar de hondjes die eeuwig naar een boom zoeken zijn er te over. Wij zetten ons op een bank en kijken naar de witte flank van de Sint Jan, vol heiligenbeelden. en daar begint de beiaardier opnieuw. De muziek spuit uit de galmgaten als champagne, wanneer de kurk wegvliegt. Heel de hemel is in een oogwenk verzadigd van de klank. Het bromt, het dondert, het hagelt, het klettert en plotseling valt er weer een meiregen van geluid.

COLOFON: AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE: Jo HENDRIKS, MARIANNE KESER, DR. ANDRE LEHR, JOHN VERMULST,

De man is een wonderdoener. Daar strooit hij ineens de hemel vol ragfijne windveren van geluid. Hij is een fakir. Het is of hij een touw van klank de lucht in slingert, het ontrolt zich in knopen en lussen, het golft omhoog; 茅茅n oogwenk staat het strak in de hemel om dan weer omlaag te storten in een waterval van melodieusheid. Telkens gooit hij opnieuw en telkens jubelender. Toen er in de oorlog vele vliegende bommen over de stad Den Bosch vlogen, prevelden de Bosschenaars in hun angst dat het projectiel omlaag zou komen: "Onze Lieve Vrouwke, Gift 'm nog 'n douwke". Maar als men aanhoort hoe deze beiaardier worstelt met het heelal, om op arendswieken van geluid steeds machtiger en hoger ten hemel te varen, dan neemt men onwillekeurig dit schietgebedje over en prevelt: "Onze Lieve Vrouwke, Gift 'm nog 'n douwke". Op de Parade, die zoete oude prent, zijn de mensen verspreid blijven staan. Een meideke steekt bij een voois van Schubert haar armen rechtuit ten hemel als slagpennen, waaruit maar geen twee engelenwieken groeien gaan. Een kreupele vrouw op een stok sleept zich voort over de Parade en zingt luidkeels het lied van Schubert mee. De muziek krioelt over het plein en de straatjes vol roomgele huizen. "Daar worde beter van", zegt een Brabantse boerin van de buiten tegen haar boerenbuitenman. En hij die dit alles teweegbrengt zit daar hoog in de toren: Het hamert in zijn hoofd, het hamert in zijn handen, het hamert in zijn hart .. .

Bertus Aatjes

MARJAN VONK EN GERDIE DE ZEEUW-NIEUWENHUIS.

LAY-OUT: JACK VAN ELTEN EN NATHALIE VAN DEN HEUVEL.

EINDREDACTIE: . NIK DE VRIES EN GERDIE DE ZEEUW-NIEUWENHUIS.

... Het zal een klok moeten worden met een hoge zoete klank, een klok Onze Lieve Vrouw waardig. Een klok met extra tin, zoals Willem uit Lotharingen heeft uitgelegd. De inzamelingen die gehouden worden, bieden voor de eerste keer ook aan de armen en zelfs bedelaars de gelegenheid een steentje bij te dragen. Men heeft namelijk ook gevraagd, voor het gieten van de Lotharingse klok, kleine gaven mee te brengen uit eigen hof of streek: leem, zand, turf, houtskool en beukenhout. Maar ook eieren en spek, paardenmest en huiden van nog niet lang geleden geslachte dieren. Nooit eerder is men zo betrokken geweest bij het gieten van een klok. Op het kerkhof staan manden klaar voor de gulle gaven". Uit: Marianne Keser, Het Meesterteken Bijlage bij Kringnieuws juli 2000


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.