Kringnieuws 2000 09 26 157

Page 1

KRING JAARGANG 26

1

SEPTEMBER 2000

INHOUD ERIC OVERDIJK OVER TOERISTENMANAGEMENT ......... 1 MELDPUNT ARCHEOLOGISCHE BODEMVONDSTEN ............................. 3

Eric Overdijk

over toeristenmanagement

NOGMAALS GERRIT SCHULTE .... ......... 3 VAN DE VOORZITTER ........................... 3 GAAN WE NAAR DEN BOSCH TOE? ..... 4 DE KEERZIJDE VAN DE MARKT ............ 4 LIEVE VROUWE, NIEUW BOEK MARIANNE KESER .......... 5

DE SCHUTTERIJ ......... ................ ........... 6 DOOR DE BOMEN DEN BOSCH ZIEN .. 8 OPGRAVINGEN KEIZERSHOF ..... ........... 9 TENTOONSTELLING 75 JAAR IN SINTJANSMUSEUM DE BOUWLOODS ........ 9

DE GRUYTER - GESCHIEDENIS VAN EEN KRUIDENIERSIMPERIUM .... 10 EEN 'BOSSCHE' VEILING .................... 11 'S-HERTOGENBOSCH VOL MUZIEK: BOSSCHE ORGELDRAAIERS: SEMLER, SCHEFFERLIE, PAGANO

Eric Overdijk is sinds mei 1999 bestuurslid van de kring 'Vrienden van 's-Hertogenbosch'. Tot die tijd was hij manager van de ANWB-vestiging in 's-Hertogenbosch. Reizen en toerisme hebben hem van jongsaf aangetrokken. Voor de Kring wil hij met name de toeristische activiteiten begeleiden. Eric ontvangt me in zijn zonnige tuin. Liever niet in het Kringhuis, zei hij, toen we een afspraak maakten. Daar ben ik al vaak genoeg. In zijn huis hangt een prachtige Indonesische doek. Ik ben in Indonesië geboren, vertelt Eric. Mijn vader werkte bij een grote oliemaatschappij en we moesten nogal vaak verhuizen. In die tijd heb ik op verschillende eilanden van de Indische archipel gewoond. Misschien hebben die reizen in mijn jeugd wel de basis gelegd voor mijn belangstelling voor reizen en toerisme. Na zijn middelbare school ging Eric Overdijk naar de hogere hotelschool in 's-Gravenhage. Na zijn diplomering stonden er twee wegen open: de hotelwereld in of iets met reizen doen. Het werd een reisbureau en met die ervaring kwam Eric bij de ANWB H1 's-Gravenhage. Eén van zijn activiteiten was de opzet van het reisbureau van de ANWB. Tenslotte werd hij vestigingsmanager in 's-Hertogenbosch. 'Een fijne tijd is dat geworden,' aldus Eric. 'We zijn van 's-Hertogenbosch gaan houden.'

EN HEESBEEN ................................... 12 LEZING MONUMENTENZORG ............ 14 LEVEN IN DE BROUWERIJ MET BARBERSHOP SINGERS ............. 15

Bestuurslid De Kring zocht mensen voor het bestuur met ervaring als manager. Eric Overdijk ging

foto: Marjan Vonk

met de vut en zag aanknopingspunten: toerisme, 's-Hertogenbosch en het werken met vrijwilligers. Hoewel veel mensen dat niet weten, kent ook de ANWB een goed georganiseerd netwerk van vrijwilligers. In het bestuur houdt Eric Overdijk zich bezig met toeristenmanagement en de nieuwe locatie voor het Kringhuis. Verder is hij bestuurslid van èn de stichting Gastheerschap èn de stichting Binnendieze. vervolg op pg. 2

TENTOONSTELLING DRIE GENERATIES VAN BALKOM, AL 85 JAAR EEN BEGRIP .............................................. 16

Kringnieuws september 2000

De uitgave van dit vernieuwde Kringnieuws is mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van Jacques Stienstra. 1


vervolg van pg . 1

Toeristenmanagement Eric Overdijk noemt deze taak: 'initiatieven nemen op cultuurhistorisch toeristisch gebied.' Hij wil met name activiteiten ontwikkelen in de dorpen die onlangs aan de gemeente 's-Hertogenbosch toegevoegd zijn, de buitengebieden van de gemeente. Een van de eerste activiteiten in dit kader is de rondleiding op het landgoed Coudewater te Rosmalen. Die wandeling is in april voor het eerst aangeboden. Op dit moment is er druk overleg over het museum van Coudewater. Dat zou volgens de GGZ verplaatst moeten worden naar Boxtel, de hoofdplaats van de regio voor de Geestelijke Gezondheidszorg . Maar het is doodzonde dat museum weg te halen uit de omgeving waar het zo nauw aan verbonden is. Het museum van Coudewater moet in Rosmalen blijven! In de nieuwe buitengebieden van de gemeente zijn meer objecten die zich lenen voor een cultuurhistorisch toeristisch bezoek. Denk bijvoorbeeld aan de kerk van Rosmalen. Een prachtig voorbeeld van Maasland-gotiek. Daar moet je een interessante rondleiding kunnen geven.

Jeroen Bosch Jeroen Bosch is in 's-Hertogenbosch geboren, hij heeft hier gewerkt en hij is hier gestorven. Dat is bijna alles van we van deze beroemde oude schilder weten. 2

Rotterdam is volgend jaar culturele hoofdstad van Europa en heeft dat jaar uitgeroepen tot Jeroen Bosch jaar. In Rotterdam komt een grote tentoonstelling over het werk van de schilder. Natuurlijk wil 's-Hertogenbosch ook een graantje meepikken van die belangstelling. De VVV ontwikkelt een rondleiding door de stad met een walkman. Dat is niet de manier waarop de Kring haar activiteiten wil aanbieden. Wat we wel gaan doen, is nog niet bekend. Als het een wandeling wordt, is dat een wandeling met een gids, die kan vertellen, zijn of haar enthousiasme kan overdragen en kan inspelen op de vragen van de gasten. De Kring mikt niet op een eenmalige activiteit, we willen een aanbod ontwikkelen waar we langer mensen een plezier mee kunnen doen. Er is een werkgroep gevormd. Die heeft een gesprek gehad met Ton Frencken, Jeroen Bosch-kenner bij uitstek. Hij heeft in 1967 in 's-Hertogenbosch de Jeroen Bosch-tentoonstelling georganiseerd. De werkgroep probeert zich door verder onderzoek een beeld te vormen van de tijd waarin de schilder leefde. Uit dat onderzoek komen veel ideeën naar voren, maar niet alles kan tegelijk. Daarom denken we eerder aan iets in de vorm van een Jeroen Bosch Project dan aan een eenmalige activiteit.

De Binnendieze De Stichting Binnendieze biedt een duidelijk product: rondvaarten. Als je die goed verzorgt, is het klaar, zou je denken. Maar niets is minder waar. Het is de Stichting een doorn in het oog dat de boten niet toegankelijk zijn voor gehandicapten. Mensen die de trap bij de aanlegsteiger niet af kunnen, kunnen niet varen. Dat moet veranderen. Er zijn twee nieuwe boten besteld. Op die manier kan het aantal afvaarten, indien nodig, uitgebreid worden tot zes per uur. Die nieuwe boten hebben een iets sterkere motor en zijn daarmee ook geschikt om in de toekomst op de singel te gaan varen. Die nieuwe route, daar zitten we ook achteraan. We hebben een concessie tot de Sint-Cathrien, maar we mogen niet op de Singelgracht. De gemeente voert nog overleg met verschillende gegadigden. De Kring is daar één van . Huisvesting Eric Overdijk is niet het enige bestuurslid dat zich zorgen maakt en druk bezig is met

de huisvesting van de Kring. Over enkele jaren loopt het huurcontract van de huidige ruimte af. De kelders zijn absoluut ongeschikt voor de administratie en als vergaderruimte. Het zijn letterlijk middeleeuwse toestanden. Er moet iets nieuws komen . Lang geleden is er een plan ontwikkeld voor een bezoekerscentrum in de stad. Daar zouden VVV, ANWB, het Noordbrabants Museum, de dienst Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten (BAM) en de Kring gezamenlijk de bezoekers van de stad ontvangen. Het was een soort utopie, maar iedereen vond het een aardig initiatief. Toen er verder werd gepraat, haakten de potentiële deelnemers een voor een af. ""'\ De organisaties zijn anders gaan denken J en willen zich presenteren in hun eigen vestiging. Er is sprake van geweest de VVV en de Kring in één pand te huisvesten . Eric Overdijk vindt dat beide organisaties, wat samenwerking betreft, door één deur moeten kunnen, maar daar zitten wel veel haken en ogen aan. VVV en Kring hebben elk een andere doelstelling. Een commerciële instelling als de VVV en een vereniging die activiteiten aanbiedt op basis van idealen vormen geen gemakkelijke combinatie. Er is inmiddels overleg met de gemeente geweest. We zijn in onderhan deling over een geschikte locatie voor een nieuw Kringhuis. Die onderhandelingen bieden goede perspectieven. Zo tussen neus en lippen door komen nog andere activiteiten van Eric Overdijk aan bod: de voorbereiding van de activiteiten op Open Monumentendag op 9 september, waarbij ook de stichting Maritiem een rol zal spelen, is daar één van. Daarnaast is hij examinator van verschillende opleidingen die de Kring verzorgt. Maar de Kring vult niet alle tijd. Aan het eind van ons gesprek vertelt hij enthousiast over een van zijn hobby's: reizen. Als reisleider gaat hij regelmatig naar Indonesië. Eric Overdijk is een rustig bestuurder. Veel inzet, maar ook wat afstand. 'Niet alles kan tegelijk,' zegt hij een aantal keren, als het over zijn activiteiten gaat. In de soms wat turbulente sfeer van het Kring huis lijkt me dat een vertrouwenwekkend uitgangspunt. Marjan Vonk

Kringnieuws september 2000

)


INGEZONDEN BRIEF

Hln de voorzitter

Geen

Gerrit Schulte

column

In elk nummer van het Kringnieuws vindt u de bekende column van Cor Gillhaus. Omdat hij onlangs met vakantie was, was het dit keer niet mogelijk een column van hem op te nemen. Maar in het volgende nummer wordt u ongetwijfeld weer door hem bijgepraat. Gerdie de Zeeuw-Nieuwenhuis

0

Nogmaals

Metdpu~;,-g archeologische bodemvondsten

Op 17 juni jongstleden is een telefonisch meldpunt voor archeologische bodemvondsten in Noord-Brabant in gebruik genomen. Het meldpunt is van dinsdag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 16.00 uur bereikbaar voor vondstmeldingen en het maken van afspraken op locatie. Het ) telefoonnummer is 06 - 53844548. Het meldpunt gaat een centrale rol spelen bij het vastleggen en bezichtigen van archeologische vondsten en vondstlocaties. Er wordt nadrukkelijk gestreefd naar een goede samenwerking tussen de mensen van het meldpunt en amateurarcheologen. Deze laatsten zijn vaak de eersten die het bodemarchief ontsluiten. Ze vormen zo een belangrijke schakel in de Nederlandse archeologie. Met de opening van het meldpunt wil de provincie Noord-Brabant de aandacht voor het archeologisch erfgoed vergroten. We hopen dan ook dat leden van de Kring die een archeologische vondst doen, dit melden bij de provincie. Daardoor kunnen waardevolle gegevens beschikbaar komen voor een groter publiek.

In het vorige nummer van het Kringnieuws stond een stukje van Jan van Haaren over de Bossche wielrenner Gerrit Schulte. Een opmerking hierin prikkelde mij vooral. Gerrit Schulte zou namelijk een etappe in de Tour de France hebben gewonnen. Ik was nieuwsgierig gemaakt: wanneer zou dat zijn geweest? Via internet ben ik op zoek gegaan. Eerst startpagina.nl opgestart, daarvandaan naar de 'dochters' van die startpagina en daar verder naar de wielrennenpagina. Een heel scala van informatie is daar te vinden. Uiteindelijk vond ik wat ik zocht. En wat nog mooier is: ik vond een kort verslagje van de door Gerrit Schulte gewonnen etappe. U kunt het nalezen op www.sportweek.nl/wielrennen/Tour_ 1938.html Gerrit Schulte reed zijn enige Tour de France in 1938. In de eerste etappe -van Parijs naar Caen over 215 km- finishte hij als achtste op 38 seconden van winnaar Oberbeck. In de derde etappe -over 238 km van Saint-Brieuc naar Nantes- sloeg hij toe. Aanvankelijk leek het niet de goede kant op te gaan met Schulte. Tot drie keer toe reed hij lek, moest zijn band wisselen en zijn achterstand op het peloton goedmaken. Op 20 km van de finish rijdt hij in een flinke kuil, waarbij zijn voorwiel breekt. Kennelijk steekt hij in een bloedvorm, want van teamgenoot Domenicus krijgt

hij een nieuw wiel. Opnieuw gaat hij in de achtervolging op het peloton. Daar gearriveerd houdt hij zijn snelheid aan, passeert het verbaasde peloton en wint met 5 seconden voorsprong op Meulenberg en 9 seconden op het peloton. Hij houdt er in Frankrijk de bijnaam 'Le Fou PÊdalant' -de Gek op de Fiets- aan over. In de achtste etappe houdt hij het voor gezien. Hij zal die 'stomme rondjes door Frankrijk' nooit meer rijden, ook niet na de Tweede Wereldoorlog, terwijl hij dan op het hoogtepunt van zijn carrière is. Hij wordt in 1948, 1950 en 1953 Nederlands kampioen op de weg en in 1948 wereldkampioen achtervolging door de beroemde Fausto Coppi in de finale te verslaan. De Tour van 1938 wordt overigens gewonnen door Gino Bartoli.

Nik de Vries

(advertentie)

OJI

DE FLEURIST Boeketten en bloemdekoraties

Hinthamerstraat 97

5211 MH 's-Hertogenbosch

Tel/Fax: 073- 6141633

Nik de Vries

Kringnieuws september 2000

3


De keerzijde

van de markt De achterkant van het gelijk. Op deze manier is het min of meer symbolisch om prentbriefkaarten te bepalen op hun ouderdom. Een manier waarop de Verzamelaars Hertog Jan de ouderdom bepalen, is de achterkant van een ansicht bekijken. Hoewel de voorkant ons het meeste boeit, heeft juist de achterkant ook veel te vertellen. Het is net of je een boek ter hand neemt met allemaal kleine verhaaltjes over wat zich in een betreffende tijdsperiode afspeelt.

Een eerste bron van informatie is de postzegel. Als je eenmaal in de verzamelwereld zit, weet je dat legio mensen de prentbriefkàarten verzamelen juist vanwege die beroemde postzegel. Zo nu en dan ziet men kaarten waarvan de postzegel is afgeweekt of erger nog een hoek van de kaart is afgescheurd. Maar zit die postzegel erop, dan heeft men een mooie bron van informatie. Met een postzegelcatalogus in de hand krijgt men als Verzamelaars

Hertog Jan een vrij goede indicatie hoe oud de kaart is. De tweede bron van informatie is de poststempel. Hierop kan men terugvinden wanneer en waar de kaart is afgestempeld. De oudste marktprentbriefkaart die ondergetekende in zijn bezit heeft, is voorzien van zulke kenmerken: afgestempeld in 1901 zowel op 's-Hertogenbosch STATION als in Amsterdam. De postzegel is er een van 2,5 cent, kleur groen, gemaakt tussen 1899 en 1913 in een totale oplage van 1,5 miljoen stuks. Op zich is dit zelfs een zeer speciale kaart, want het stadhuis (zonder bordes) en de mensen zijn (in)getekend. Het is een soort fototekening, een techniek die vroeger meer werd gebruikt. Ook werden veel kaarten ingekleurd. En leuk om te weten is dat je deze kaart op de kop tikt voor f 2, - op de Deventer boekenmarkt. Geen Bosch boek gevonden, wel Bossche prentbriefkaarten van onder andere de Markt. Prentbriefkaart: Verzameling van R.Hoogeboom

Rob Hoogeboom

Bronvermelding: Postzegelcatalogus 1995 (54e editie)

NADER BEKEKEN

Gaan we naar Den Bosch toe? Als wij in onze jeugd in de meimaand, de Mariamaand, ter beevaart naar 's-Hertogenbosch tippelden, zongen wij natuurlijk altijd: 'Dat gaat naar Den Bosch toe.".' Wij beseften toen niet wat de achtergrond van dat schone lied kon zijn en waarom wij het juist toen, op weg naar Maria, zongen. Want Gerritje zette ons op het verkeerde been. Later maakten wij de donkere bezettingsjaren 1940 - 1944 mee waarin wij ontdekten dat je niet zo maar kon zeggen of zingen wat je dacht. Wij riepen in die dagen wel eens tegen elkaar 'O zo' -een heel gewone uitdrukking die zoiets betekende als 'zo is dat'- maar als wij het in die nare dagen riepen of het op een schutting schreven, wist iedere ingewijde landgenoot dat dat betekende 'Oranje Zal Overwinnen'. Wij doelden dan niet op een of ander voetbal-EK of -WK maar op het herstel 4

van onze persoonlijke vrijheid tegelijk met de terugkeer van de naar het vrije buitenland uitgeweken Oranjes. In de jaren van de bezetting van 's-Hertogenbosch door Frederik Hendrik na 1629 ontbrak voor de katholieke bevolking van onze stad die persoonlijke vrijheid om haar godsdienst in het openbaar te belijden. Marialiedjes, hoe mooi ook, kon je toen niet hardop zingen. Je kon dus niet zingen zoals het hoorde: Dat gaat naar Den Bosch toe - Zoete Lieve Vrouwe Dat gaat naar Den Bosch toe - zoete lieve meid." En om geen achterdocht te wekken moest je dus kiezen voor 'Gerritje' - en dat had natuurlijk ook 'Sjareltje' of zo kunnen zijn. Onze Maria in de Sint-Jan is een Zoete Lieve: lees maar het gebed waarvan de woorden bij haar kapel hangen: Moeder van de Heer en Zoete Lieve Vrouw van deze stad.

De Nederlanden kennen veel Mariakerken. Ze heten, ook als ze tegenwoordig hervormd zijn, Lieve Vrouwekerk, of Onze Lieve Vrouwe, of ze hebben een naam met Maria erin. Hetzelfde geldt voor de vele Mariabeelden die door bedevaartgangers bezocht worden. Er is (voor zover als ik heb kunnen vinden) maar één Zoete Lieve en die is in 's-Hertogenbosch en we weten dat het woord 'meid' in de tekst 'maagd' betekent (zie bij voorbeeld Van Dale). Goedbedoelende lieden hebben wel eens gemeld dat de 'Gerritje' in het lied een boef was die wegens kwalijke praktijken was gevat en gevankelijk naar 's-Hertogenbosch opgebracht. Maar het zal toch echt wel duidelijk zijn dat een lied waarin wij zingen, binnen één tekst: 'Den Bosch' en 'Zoete Lieve Maagd' een echt Brabants Marialied is. Kees Veerman Kri~nieuws

september 2000

)


Lieve Vrouwe nieuw boek van Marianne Keser Van heinde en verre komen telkenjare de pelgrims naar de schone stad van 's-Hertogenbosch. Ze gaan naar de Sint-Jan om daar via het wonderbeeld van Maria te bidden tot de moeder Gods. Het verhaal van dat beeld is eeuwenoud en is al vaak opgeschreven en nog vaker verteld. Geestelijken, ouders, leraren, gidsen (bijvoorbeeld van de Kring) vertelden ieder op eigen wijze het bekende verhaal. In de winter van 1380 - 1381 was het bitter koud. Er moest vuur gemaakt worden, zodat de mensen die bezig waren met de bouw van de Sint-Jan zich wat konden warmen. In een hoek van de bouwloods lag een oud stuk hout. Dat wilde men gebruiken als brandstof, maar toen een der bouwmeesters zag dat het een Mariabeeld was, ging dat feestje niet door. Uiteindelijk belandt het onooglijke beeld in de kathedraal. Er gebeuren wonderen, mensen komen erheen om te bidden en genezing te vragen. Meer wonderen gebeuren. Ze worden opgetekend in het Mirakelboek. Het beeld wordt opgeknapt, krijgt kleding en groeit zo uit tot het centrum van devotie. Die devotie bestaat ook in onze dagen nog steeds.

opent. Elk hoofdstuk heeft als titel een paar versregels. Deze komen in dat betreffende hoofdstuk ook weer terug in het verhaal. Langzaamaan ontstaat zo een enorme devotie, eerst en vooral bij de 'kleine luyden', later ook bij de notabelen. Het boek is doorspekt met voetnoten, zodat de lezer steeds weet waar Marianne Keser bepaalde gegevens vandaan heeft; achterin staat een lijst van geraadpleegde werken als een keurige verantwoording. Soms wordt er mijns inziens wat te veel uitgelegd, een enkele keer zelfs op een vreemde plaats, bijvoorbeeld tijdens een gesprek. Wat mij ook wat vreemd voorkwam, was het feit dat twee (redelijk) belangrijke mensen elkaar niet zouden kennen, terwijl ze een slechts een fikse steenworp van elkaar wonen. De uitgever is het aan te rekenen dat er nogal wat spelfouten in het boek voorkomen; met name komma's ontbreken soms op plaatsen waar ze onontbeerlijk zijn.

Tot slot: Marianne Keser heeft een mooi boek geschreven, dat een boeiend beeld oproept van de late Middeleeuwen. Zo komt het wonderbeeld van Maria nog meer tot leven. We kunnen nu ook beter begrijpen hoe dit beeld kon uitgroeien tot het middelpunt van echte volksdevotie. Het Mariagedicht is overigens los bijgevoegd, inclusief woordverklaringen. Zowel voor- als achterin het boek is een plattegrondje van 's-Hertogenbosch op het eind van de 14e eeuw getekend. Hierop zijn ook de belangrijke plaatsen uit het boek aangegeven, lekker handig, als je snel wilt weten waar iets zich afspeelt. Het boek heet Lieve Vrouwe, sij waert verheven Tsertoghenbossche. Het is keurig gebonden, telt 192 pagina's en kost f 34,50. Het is verkrijgbaar in het Kring huis. Nik de Vries

Marianne Keser heeft nu haar versie van het verhaal te boek gesteld. En niet alleen dat, maar ze roept een tijdsbeeld op, dat boeiend is om te lezen" Ze schreef een ) roman, waarin het verhaal van het wonderbeeld een belangrijke rol speelt. Maar er gebeurt veel meer in. Centraal staan enkele mensen uit het laat 14e-eeuwse 's-Hertogenbosch. We maken kennis met Thijske, een wees, met broeder Wouterke, met joffrouw Oda, met Peter Goossen Moedel, de eigenaar van een steenfabriek, met wereldlijke en geestelijke notabelen. Telkens kruisen hun levens elkaar en het wonderbeeld van Maria. Wouterke heeft zich over dat wonderbeeld ontfermd, maar wordt gaandeweg gedwarsboomd door enkele hoge heren. Goossen Moedel ontmoet Thijske en zorgt ervoor dat deze op een goede plek terecht komt. Oda is verbrand en heeft de hoop op een huwelijk haast opgegeven. Daar mengt Marianne Keser de wederwaardigheden van het 'lelijke' Mariabeeld doorheen. Ze gebruikt daarvoor het Mariagedicht, waarmee het Mirakelboek Kringnieuws september 2000

5


De schutterij Officieel heten ze de 'Halve kompagnie artillerie der dienstdoende schutterij van 's-Hertogenbosch'. Een dozijn mannen, een enkele vrouw, mensen die gegrepen zijn door de stadschutterij, zoals die van 1813 tot 1907 gefunctioneerd heeft. Ze proberen die schutterij zo precies mogelijk te laten herleven. Af en toe wordt het kanon op de Citadel afgeschoten. Eén zaterdag per maand patrouilleren ze door de Uilenburg onder leiding van sergeantmajoor Van Den Bogaert. Regelmatig verlenen ze medewerking aan plaatselijke en landelijke evenementen. Jan van Ee, plaats-majoor, vertelt. Na de Napoleontische tijd werden in Nederlandse steden schutterijen opgericht. Het waren infanterie- en artilleriecorpsen met een dubbele doelstelling. Hun voornaamste taak was de ordehandhaving in de gemeente waar ze gestationeerd waren. Ze assisteerden de politie bij bijzondere gebeurtenissen. Ze deden dienst bij brand, rampen en oproer. Ze patrouilleerden op drukke dagen. Als er oorlog was, werd de schutterij als een soort reserveleger opgeroepen. Zo heeft de infanterie van de Bossche schutterij in 1831 meegedaan aan de Tiendaagse veldtocht tegen België. In 1907 werd de algemene dienstplicht ingesteld. De schutterij was overbodig en werd opgeheven. Re-enactment groepen Sinds een aantal jaren zijn overal in WestEuropa en Amerika zogenoemde re-enactment groepen actief. Zij willen een bepaalde activiteit of een bepaalde periode zo getrouw mogelijk doen herleven. In Amerika zijn er veel groepen die zich richten op de vrijheidsoorlog in dat land. In een aantal landen, waaronder ook (advertentie)

Handboekbinden - boekrestauratie beginnerscursus boekbinden

Stephan Pas Mgr. Prinsenstraat 35 5211 LN 's-hertogenbosch Telefoon 073 - 612 07 46

6

schieten met musketten Nederland, zijn er groepen die zich verdiepen in het leven tijdens de Romeinse tijd. En in Frankrijk, België, Nederland, Duitsland, Hongarije en noem maar op zijn er groepen die de Napoleontische tijd of de periode kort daarna opnieuw gestalte geven. De Schutterij van 's-Hertogenbosch behoort tot die laatste. Hun voorbeeld is de 'halve compagnie artillerie' van de toenmalige schutterij van 's-Hertogenbosch. Het bijzondere van de Napoleontische tijd is, dat bijna alles beschreven is. Allerlei voorschriften en regels over de uniformen, de titulatuur, de manier van exerceren, de bewapening: in het archief zijn duizenden stukken bewaard. We weten hoeveel man de schutterij telde, we hebben de appèllijsten met hun namen, we weten wie wanneer marketentster was - meestal de vrouw van de korporaal wasbaas. Deze gegevens maken het mogelijk de halve compagnie schutterij van de stad 's-Hertogenbosch zo realistisch mogelijk te laten optreden. Exercitie We kennen de Schutterij als de groep die regelmatig een kanon afvuurt op de Citadel. De laatste maanden is dat niet doorgegaan omdat het terrein in juli en augustus op zaterdag gesloten is. We kennen de Schutterij ook van de patrouille die ze loopt door de Uilenburg. Net als vroeger, toen de patrouille bij extra drukte zorgde voor orde in de stad. Op verzoek kan de Schutterij ook extra glans geven aan een bepaalde gebeurtenis. Het jaar 2000 werd door de Bossche schutterij met kanongebulder verwelkomd. Patrouille lopen, het kanon afschieten, dat

kan niet zonder voorafgaande oefening. In· de eerste plaats moet er geoefend worden op het lopen. Als je een schutterij van omstreeks 1830 tot leven wilt brengen, dan moet je ook lopen op de manier zoals dat in die tijd gebruikelijk was. En dat is veel langzamer dan wij gewend zijn te lopen. Toen liep men 60 passen per minuut. Er werd gemarcheerd in een soort begrafenistempo. Daarbij werden de voeten laag bij de grond gehouden en plat neergezet. Re-enactment groepen willen tot in de perfectie de oude tijd nadoen. Maar dat is niet de enige reden voor het exerceren. Met name bij het afschieten van het kanon of van de musketten moeten de voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen, die bij dat type wapen van belang is. Ook dat moet geoefend worden. Bij het hanteren van oude wapens is het exerceren op de oude manier een voorwaarde voor efficiency en veiligheid. Als vroeger een kanon afgevuurd werd, moest een van de manschappen controleren of het schootsveld vrij was. Dat gebeurt nu nog. Stel je voor dat je onder langs de Citadel loopt en je krijgt de hete hooiprop, waar nu mee geschoten wordt, in je nek. De soldaat die het schootsveld controleert, zal u tijdig waarschuwen even opzij te gaan. Studie Om de Schutterij zo echt mogelijk te maken is veel studie nodig . Hoe zagen de uniformen er uit? Hoe kunnen we die zo natuurgetrouw namaken? Welke wapens werden gebruikt? Hoe werkten die? Waar is de Bossche Schutterij actief geweest? Die studie levert een aantal aardige verhalen op. In 1831 is de infanterie van de Kringnieuws september 2000

)


)

Bossche schutterij actief geweest tijdens de Tiendaagse veldtocht. Vier Bossche schutters, te weten de kapitein der schutterij, J. F. de van der Schueren, 1e luitenant der schutterij, A. van Galen, de schutters mr. J. Verstelt en J. P. van Blarkom, hebben toen de Militaire Willemsorde verdiend. De Bossche schutterij kreeg de eervolle opdracht vijf kanonnen, die tijdens de veldtocht op de vijand veroverd waren, naar 's-Hertogenbosch te brengen. Eén daarvan staat nu in het legermuseum te Delft, het andere in het Artilleriemuseum in Oldebroek. De overige drie zijn omgesmolten. Van dat brons zijn medailles geslagen die aan de deelnemers van de veldtocht zijn uitgereikt. De studie levert ook gegevens op over de uniformen . Niet zomaar een broek, nee een broek met de in die tijd gebruikelijke klepsluiting. De jassen van 1813 passen de huidige schutters niet meer. Wij zijn breder, en vooral langer dan de mensen uit die tijd. Natuurlijk moeten er aanpassingen gezocht worden. Onlangs is een partij legerjassen uit Oost-Duitsland aangekocht. Ze hadden de goede kleur en waren van de juiste stof gemaakt. Alleen de kraag moet helemaal veranderd worden. In Pakistan worden geweren gemaakt die overeenkomen met de musketten uit 1830. De sjako, de hoge pet van de schutters is van heel dik vilt dat in model geperst wordt. Dat vilt is niet meer te krijgen, nu is de sjako van plastic, overtrokken met vilt. Het karakteristieke rode bolletje? Niet meer van met wol omwonden koperdraad, maar een plastic balletje met daarom heen een badstof-babysokje. Om het juiste effect te krijgen worden alle badstoflusjes doorgeknipt en de pompoen nog wat opgeruwd. De wapens De Schutterij schiet tegenwoordig met twee vestingkanonnen, zogenoemde 24-ponders, op de Citadel. Daarnaast beschikt de Schutterij over een klein veldkanon en een zwaarder veldkanon met voorwagen. De affuit en voorwagen zijn getrouwe replica's van die welke tijdens de Tiendaagse veldtocht zijn gebruikt. Tot het arsenaal behoren ook tien vuursteen musketten . Grote evenementen Samen met schutterijen uit andere gemeenten en andere landen wordt er af en toe een groots spektakel nagespeeld . Kringnieuws september 2000

de Bossche Schutterij in actie op de Citadel

Jaarlijks wordt de vesting Bourtange in Groningen genomen. De Bossche Schutterij treedt op bij verschillende gelegenheden zowel in 's-Hertogenbosch als elders in Nederland. Afgelopen jaar werkte de Schutterij mee aan manifestaties in Den Briel, Krimpen en had zij een aandeel in het gevecht rond slot Loevenstijn. Af en toe is de Schutterij ook over de grenzen actief. Eens in de vijf jaar wordt de slag bij Waterloo nagespeeld. Afgelopen jaar is het daar helaas niet van gekomen. De Europese Kampioenschappen voetbal gooiden roet in het eten. Als je zo'n spektakel bijwoont, zie je hoe zo'n veldslag vroeger verliep. Een slag begint met veel kanongebulder. Als de rookwolken optrekken, zie je de vijand aardig dichtbij. De geweren dragen niet meer dan 100 tot 200 meter. De infanterie stond in een carré: rijen soldaten naast elkaar, schouder aan schouder. Een prachtig doel om op te schieten, was mijn eerste reactie. Maar nee, het werkt anders. De cavalerie moet zo'n carré uit elkaar zien te jagen. Ruiters wagen hun paard niet aan een dichte haag soldaten Dit jaar kunt u de schutters nog in actie zien op 14 oktober. Om 11.00 uur wordt het kanon op de citadel afgevuurd. Plaats-majoor Van Ee geeft uitleg . Om 13.00 uur loopt de hoofdwacht van de schutterij patrouille door de Uilenburg. Vertrek vanuit het Kring huis. Voor informatie over de vereniging de Schutterij kunt u bellen of schrijven naar

die allemaal bewapend zijn met een geweer met bajonet. Als het carré stand blijft houden, is de cavalerie machteloos. De vereniging Het is een ontzettend leuk spel. Schieten met kanonnen, harde knallen, grote rookwolken. De Schutterij heeft er lol in. Het herontdekken van vroegere gewoonten brengt ons ook veel respect bij: het zat allemaal goed in elkaar, daar bij de Bossche Schutterij van omstreeks 1830. De Schutterij is een vereniging. Daar kunt u lid van worden. U kunt ook actief meedoen in de Schutterij! Er is een aantal vacatures. Er is ook een vereniging van burgers die de periode 1795 - 1815 laat herleven door het organiseren van activiteiten als een Napoleontisch huwelijk, een picknick een banket. De leden flaneren bij militaire gebeurtenissen of gaan - gekleed in de empirestijl naar een tentoonstelling. Het gezelschap dineerde dit voorjaar op Loevenstijn en danste menuetten en de gavotte. Marjan Vonk

de sergeant-majoor van de Schutterij van 's-Hertogenbosch, T. v.d. Bogaert, Vorrinklaan 7, 5237 BN 's-Hertogenbosch, tel. 073-642 62 31 'Het Salet', vereniging voor Levende Burgergeschiedenis in de Franse tijd 1785-1815, kunt u bereiken via de · secretaris: Jenny Luppens, Achterstraat 30, 9693 CX Nieuweschans, tel. 0597-522084. 7


Door de bomen Den Bosch zien (sJ

Crimineel !!! Als U met de auto naar 's-Hertogenbosch gaat om deze criminele wandeling te maken, rijd dan eerst even naar de hoek Aartshertogenlaan/Jasmijnstraat. Hier liep vroeger de grens met het (allang door 's-Hertogenbosch opgeslorpte) Hintham. Voor onze vroegere misdadigers evenwel was deze grens van cruciaal belang. Kijk maar op de grenssteen, die deze hoek nog steeds markeert. Daar staat op te lezen: 'Vrydom Der Stadt 's-Hertogenbosch 1680'. Met andere woorden: passeer deze steen en de schout heeft het nakijken. Iets anders: wist U dat de laatste terechtstelling in onze stad in 1853 heeft plaatsgevonden? Een vader en zijn zoon uit 't Heike (SintWillebrord) werden toen opgeknoopt. De beul was ene meneer J.H. Kleyne, een nog steeds bekende naam voor vele Vrienden van 's-Hertogenbosch, zullen we maar zeggen.

Maar goed, we gaan wandelen onder leiding van de heer Jan van Haaren, stadsgids. Ons startpunt is ditmaal weer het Kringhuis aan de Kruisstraat. Om de hoek in de Visstraat was overigens Hotel Royal gevestigd. En op het terras daarvan werd aan het eind van de Tweede Wereldoorlog de liquidatie voorbereid op ene Petrus van Bussel, alias 'De Kin'. In het verloop van deze wandeling komen we daar nog op terug. Vooralsnog slaan we vanuit de Visstraat linksaf de Lepelstraat en vervolgens de Molenstraat in. Op de hoek van deze Molenstraat en (rechts) de Walpoort staan we even stil. Met de regelmaat van de klok vonden er hier in deze voormalige arbeidersbuurt stevige vechtpartijen plaats. De relatief schaarse koddebeiers van toen hadden hun handen er vol aan. Meestal liep zo'n kloppartij af met een paar ongewild blauwe ogen of plekken. Soms evenwel was het ernstiger. Veel ernstiger! Moord in de Walpoort Zo ook op deze plaats tijdens een donkere sombere oktobernacht van 1928. Er was een kloppartij, zoals zo vaak plaatsvond. Het bloed vloeide al rijkelijk, toen de verontruste buren om hulp riepen. Onder

8

andere bemoeide ene heer Thijssen zich daarmee. De 25-jarige onruststoker N. Damen (bijgenaamd Klaas de Hond) was het met deze interventie niet eens en vroeg aan Thijssen: 'Heb je wat met mij te maken?' en na een ontkennend antwoord kreeg de aangesprokene volgens ooggetuigen te verstaan: 'Nou, ik wel met jou!' Klaas de Hond greep toen Thijssen bij zijn revers, kwakte hem tegen een muur van een timmerwinkel en stak hem met een vlijmscherp mes diep in het hart. Thijssen was vrijwel op slag dood. De dader vluchtte, maar kon even later door twee agenten in de Visstraat worden gepakt. De volgende dagen zongen de Bosschenaren: 'Heb je al gehoord, van die vreselijke moord, die vreselijke moord in de Walpoort?' Ontsnapping We vegen het bloed van onze jasjes en lopen via Uilenburg, links Capucijnenpoort, rechts Postelstraat, links Vughterstraat en vervolgens rechts de St. Jorisstraat in . Aan onze rechterhand zien we dan het Huis van Bewaring, waarin verdachten in afwachting van hun rechtszaak worden opgesloten. Nog geen honderd jaar geleden wisten vier mannen op spectaculaire wijze hieruit te ontsnappen. U kent het wel van de Daltons in Lucky Luke: spijlen doorzagen en via lakens naar beneden . Hoe dan ook, volgens de kranten uit die tijd was het Huis van Bewaring net een vergiet. De gevangenen wisten namelijk met de regelmaat van de klok hun cipiers een loer te draaien. De bevolking heeft dan ook bijvoorbeeld om deze ontsnapping hartelijk gelachen en er zelfs een lied op gemaakt. Den Duvel Smits Wij gaan links de Oude Hulst in en lopen via de Weversplaats naar de Beurdsestraat (links). Nu geheel nieuwbouw, maar vroeger ... ? Vroeger - voor de huidige bewoners dus héél lang geleden - was deze omgeving, net als de Uilenburg, de Bossche hoerenbuurt en dus de plaats waar burgers en buitenlui tegen betaling, onder andere bij ene beruchte Koosje Geenen, hun gerief konden bekomen. Hoe dan ook, aan het eind van de Tweede Wereldoorlog woonde hier naast het

beruchte (en nu allang gesloopte) café Den Duvel Smits een bloedmooie moeder van drie kinderen, die naast haar winkelnering ook nog minder zedige bijverdiensten had. Tijdens de Bossche kermis bemoeide zij zich met een ruzie tussen haar souteneur annex echtgenoot (bijgenaamd De Bult van Hoorn) en een klant uit Tilburg. Dat nam die klant niet en hij stak tot verdriet van heel schoonheidsminnend 's-Hertogenbosch de moeder tussen de fraaie borsten. En zoals het behoort: de dader werd alras gevat. Berenbijt Hier vlak in de buurt (in het verlengde van De Mortel, maar nu gesloopt) was vroeger de beruchte Berenbijt. In de dertiger jaren van de vorige eeuw stak een mandenvlechter een Eindhovenaar neer, die zijn vrouw lastig viel. De zwaargewonde man strompelde de trap af en bleef, aldus een ooggetuige, 'op de hoek van de Berenbijt/Zuidwal tegen een brievenbus hangen.' Een pastoor slaagde er nog in het slachtoffer het H. Oliesel toe te dienen voordat deze overleed. Overigens heeft de dader, die al na enkele jaren weer op vrije voeten kwam, van het gemeentebestuur nog een medaille gekregen voor zijn verdiensten tijdens de oorlog. Gijsje de looddief We gaan rechts de Beurdsepoort in en kunnen niet anders dan de Volderstraat inschieten om dan via de Peperstraat naar de Sint-Jan op de Parade te lopen. Goed kijken naar het zuidertransept waar een beeldje van Gijsje, de looddief, staat. Hoe we dat weten, kunt uzelf zien, want hij zit in de boeien! We gaan nu links de Kerkstraat in. Op 8 augustus 1944 werd hier in hartje stad Petrus van Bussel door een uit Nijmegen te hulp geroepen knokploeg neergeschoten. Van Bussel was een wachtmeester van de arbeidsinzet, die bijzonder ijverig was in het opsporen en uitleveren van joodse families en andere onderduikers. Deze 'De Kin', zoals hij werd genoemd, was voor de Duitse bezetters een zeer waardevolle verrader en klikspaan. Hoe waardevol, bleek wel uit het feit, dat deze collaborateu r na zijn liquidatie met militaire eer in Orthen

Kringnieuws september 2000


Tentoonstelling werd bègràven. Na de oorlog werd zijn stoffelijk overschot herbegraven op de Duitse militaire begraafplaats in het Limburgse IJsselstein, waar hij nu nog ligt. Het Hemeltje Wij lopen de Kerkstraat door tot we links bij de Gasselstraat komen. Op nummer 16 (vroeger 22) vond op 28 februari 1933 hier een klassieke carnavalsmoord plaats. In het café Het Hemeltje kreeg ene Daan Heesbeen het aan de stok met een 19-jarige man uit Rosmalen. De flink in de olie zijnde ruziemaker uit Rosmalen stak het dito slachtoffer met zijn zakmes een paar keer in de hals. De hulp van de in allerijl opgeroepen artsen mocht niet meer baten: het slachtoffer had zoveel bloed verloren dat alleen de eveneens opgeroepen priester De Bree nog iets zinvols kon doen. Toevalligerwijs werd de dader kort daarop door twee oorspronkelijk uit Rosmalen komende, maar nu in 's-Hertogenbosch gedetacheerde, agenten gevat. Ene meneer F. Rombouts heeft er de dag daarop nog een carnavalssmartlap over gemaakt. Via de Kerkstraat, Markt, Hoge Steenweg en Visstraat komen we weer bij ons uitgangspunt. Als u nog niet genoeg gegriezeld heeft, kunt u natuurlijk aansluitend een bezoek brengen aan het Noordbrabants Museum aan de Verwersstraat 41 ) (Openingstijden: dinsdag tot en met vrijdag 10-17 en zaterdag, zondag en feestdagen 12-17 uur), waar een fraaie collectie stedelijke marteltuigen en brandijzers valt te bewonderen. Voor de liefhebbers: als je werd gebrandmerkt, werd je meestal ook uit de stad verbannen en dus over de grens (bijvoorbeeld Hintham) gezet.

Ü

Care/ de Groot

• 75 1aar

Sint-Jansbeiaard in Sint-Jansmuseum de bouwloods In samenwerking met de Bossche Beiaardstichting heeft de Kring 'Vrienden van 's-Hertogenbosch' gemeend aandacht te moeten schenken aan de 75-jarige Sint-Jansbeiaard. Daarmee samenhangend wordt de beiaardiersfamilie Van Balkom belicht, al 85 jaar een begrip in 's-Hertogenbosch. Het Kringnieuws van juli 2000 heeft een speciale bijlage aan deze jubilea gewijd. In Sint-Jansmuseum De Bouwloods is een tentoonstelling ingericht om enkele aspecten te belichten van de 75-jarige Sint-Jansbeiaard, in 1925 geïnstalleerd door de firma Eijsbouts uit Asten met klokken gegoten door Gillett and Johnston uit Engeland. In een vitri.ne in de hal ligt de nadruk op het Wereldbeiaardcongres van 1925, speciaal in 's-Hertogenbosch belegd om de ingebruikstelling van deze beiaard te vieren met onder andere een staatsiefoto voor het stadhuis met alle deelnemers aan dat Congres. Uiteraard is ook burgemeester Frans van Lanschot van de partij. Opmerkelijk is dat de kranten erg veel aandacht hebben gegeven aan dit Congres en de ingebruikstelling van de beiaard met onder andere geschreven en getekende bijdragen van Herman Moerkerk en Albert Mosmans. In de vitrine vinden we ook enkele lettersjablonen. In de bovenzaal van het museum staat een klavier opgesteld dat dienst heeft gedaan in het Bossche stadhuis. Een 'beiaard' van zeven klokken is opgesteld om het bezoekende publiek kennis te laten maken met het beiaardspel. Stoutmoedigen mogen het wagen om hierop te spelen: van het alom bekende liedje over Vader Jacob staat precies aangegeven welke stokken aangeslagen moeten worden. Speciale aandacht is besteed aan het gietproces van klokken. Dit gebeurt door middel van foto's en modellen, alsmede een gietpan en een gietpot voor brons. Op de tentoonstelling ontbreekt uiteraard niet een prachtige pentekening van Herman Moerkerk met een aantal impressies van personen en activiteiten van het Beiaardcongres uit 1925, zoals dr. J. Casparie en Karel Azijnman. Een bijzondere curiositeit is tentoongesteld: pinkbeschermers voor de beiaardier, gemaakt door de echtgenote van Toon van Bal kom. Een interessant stuk op de tentoonstelling is een klokje van Jan Moer uit 1547, een Bossche klokkengieter uit een roemrucht klokkengietersgeslacht. 's-Hertogenbosch heeft twee eeuwen lang een bloeiende klokkengietkunst gekend en deze Moer is de meest productieve klokkengieter geweest. Op diverse plaatsen in Nederland en zelfs Polen zijn nog klokken van hem aanwezig en soms nog in gebruik In 's-Hertogenbosch in de Sint-Cathrienkerk en in Bokhoven hangt nog een klok van Jan Moer. In Gdansk in Polen zijn nog enkele klokken aanwezig en men hoopt daar nog steeds dat de beiaard van Jan Moer wordt gereconstrueerd, maar tot op heden ontbreekt daar het geld. zie ook pagina 16

Opgravingen Keizershof Aan de Keizerstraat in 's-Hertogenbosch zal een nieuw stadskantoor verrijzen. Voorafgaand aan deze bouw wordt momenteel ter plaaatse archeologisch onderzoek verricht. Zoals ook bij eerdere opgravingen in onze stad het geval was, is de publieke belangstelling zeer groot. Kringnieuws september 2000

Daarom heeft de afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten van de gemeente een tentoonstelling ingericht in het huidige stadskantoor aan de Wolvenhoek 1. De tentoonstelling is tot het eind van dit jaar gratis te bezichtigen. Openingstijden zijn: van maandag tot en

met donderdag van 8.30 tot 15.00 uur, donderdag tevens van 18.00 tot 20.00 uur en vrijdag van 8.30 tot 12.00 uur. Van harte aanbevolen!

Nik de Vries

9


AAN KO NDINGING

De Gruyter - Geschiedenis van een kruideniersimperium Noordbrabants Museum, 30 september 2000 - 14 januari 2001 Het kruideniersimperium van de firma P. de Gruyter & Zoon krijgt dit najaar opnieuw gestalte in het Noordbrabants Museum . Een tentoonstelling bestaande uit authentieke winkelinterieurs, winkelvoorraden, productiesystemen en een grote hoeveelheid historisch audiovisueel materiaal voert de bezoeker terug in de tijd van het 'Snoepje van de Week'. Een kwart eeuw na de sluiting van de laatste De Gruyter-winkels roept de naam 'De Gruyter' bij miljoenen Nederlanders nog steeds nostalgische gevoelens op. leder heeft zijn of haar eigen herinneringen: de een denkt met weemoed aan de prachtige winkelinterieurs met fraaie tegeltableaus en het glanzend gepoetste koper, de ander ruikt plotseling weer de zo vertrouwde geur van versgebrande koffie. De leus 'én betere waar én tien procent' is inmiddels legendarisch; het 'snoepje van de week' is onvergetelijk. De tentoonstelling De Gruyter neemt de bezoeker aan de hand van duizenden voorwerpen, reclame-uitingen en bedrijfsfilms mee op een herinnerings- en ontdekkingstocht naar het kruideniersimperium van weleer.

Het begon in 1818 erg eenvoudig: een kleine werkplaats met een paardenmolen waarin graan, bonen en erwten werden verwerkt. De kleine grutterij van Piet de Gruijter in 's-Hertogenbosch groeide uit tot een grote, landelijke onderneming. Vanaf 1896 werden overal in Nederland De Gruyter-winkels geopend. Duitsland en België volgden . Er verrezen fabrieken en er kwamen eigen vrachtwagens, waarmee honderden nieuwe producten door het hele land werden verspreid. Omstreeks 1960 telde het bedrijf alleen in Nederland al 525 winkels en 17 fabrieken en bood het werk aan zo'n 7.000 medewerkers. Maar de nieuwe tijd stelde nieuwe eisen: de traditionele kruidenierswinkel moest plaats maken voor zelfbediening en supermarkt. De klanten wensten een uitgebreider assortiment. Ondanks nieuwe initiatieven verloor De Gruyter terrein aan de concurrenten. Steeds meer winkels werden gesloten. Uiteindelijk werd het hele bedrijf verkocht en ontmanteld.

/

L

J

Tentoonstelling Op de tentoonstelling in het Noordbrabants Museum komt De Gruyter weer tot leven. Bezoekers zien de oude winkelinterieurs, compleet met originele tegeltableaus, toonbanken en winkelvoorraden. Deze interieurs ademen de smaak en de verkoopconcepten van opeenvolgende generaties: van koper tot chroom, van klassieke kruidenierswinkel tot moderne zelfbediening. Op de expositie wordt getoond hoe De Gruyter de klanten aan zich wist te binden: de sfeer van luxe in de winkels, de fraaie productverpakkingen, de vele publiciteitscampagnes. En uiteraard is er aandacht voor het succes van de 10% korting en voor het zo populaire 'snoepje van de week'! Het museum toont ook het industriële gezicht van De Gruyter. Op de expositie, waar de geur van de koffie kan worden opgesnoven, wordt verhaald over de honderden producten die in de eigen fabrieken werden vervaardigd. Daarnaast wordt ingegaan op de invloed van de fabrikant op de Bossche samenleving en worden de dagelijkse bezigheden van koffiebranders, jammakers, inpaksters, chauffeurs en andere De Gruyter-werknemers voo r het voetlicht gebracht. Audiovisueel materiaal Voor de tentoonstelling kon een indrukwekkende hoeveelheid audiovisueel

10

Kringnieuws september 2000

)


Een 'Bossche' veiling"""""' Half aprilツキ valt de dikke catalogus van veilinghuis Beijers in Utrecht in mijn bus. Op zich niets bijzonders, dat overkomt me twee keer per jaar. Zoals gebruikelijk blader ik er wat doorheen om te bekijken wat voor moois Beijers nu weer te veilen heeft. Mijn oog valt op de naam 's-Hertogenbosch en kijk, daar nog een keer. Wat blijkt? Een deel van de veiling bestaat uit boeken, prenten, tijdschriften uit en over 's-Hertogenbosch. Mijn belangstelling is nog groter geworden dan normaal en ik besluit naar een van de kijkdagen te gaan. Daar word ik hebberig: o, als ik eens enkele van die uitgaven zou kunnen kopen! Er zijn echter meer kapers op de kust, de kijkdag wordt druk bezocht. Ik noteer wat bijzonderheden en weer thuis maak ik een plan. Bepaalde uitgaven zou ik erg graag willen aanschaffen.

materiaal bijeen worden gebracht. Daarmee wordt een levendig beeld geboden van de activiteiten achter de winkelpuien en fabrieksmuren: aanvoer van grondstoffen, productie van levensmiddelen, fabriekspersoneel aan het werk, bevoorrading van de winkels, viering van jubilea, ontvangsten van hoogwaardigheidsbekleders en uiteenlopende vormen van reclame. Uiteraard komt ook de ontwikkeling aan de orde die het De Gruyterconcern tussen ) 1818 en 1975 heeft doorgemaakt: de opkomst en gestage groei in de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw, de enorme bloei in de jaren vijftig en zestig en het uiteenvallen van het concern in de jaren zeventig. Daarbij komen talloze ooggetuigen aan het woord : leden van de familie De Gruijter, directie- en stafleden en 'gewone' werknemers uit de kantoren, winkels en fabrieken.

Publicatie Tegelijk met de tentoonstelling verschijnt bij Waanders Uitgevers te Zwolle een boek over de firma P. de Gruyter & Zoon. Daarin wordt in woord en beeld ingegaan op de geschiedenis van het bedrijf, de aankleding van de winkels, het werk in de fabrieken, de producten, de reclamecampagnes enz. Het boek telt 64 pagina's en bevat ruim 100 afbeeldingen in kleur en zwartwit; prijs f 24,50. Kringnieuws september 2000

De veilingdag is daar, 30 mei 2000. Bij toeval hoef ik die middag niet te werken en samen met mijn vrouw ga ik naar Utrecht. Gelukkig hebben we plaatsen gereserveerd, want het kleine zaaltje raakt al snel mudvol. Behalve wat bekende handelaren zijn er weinig mensen die ik ken: niemand uit het 'circuit'. Is dat een gunstig voorteken? We zullen zien. De veiling begint. Geroutineerd worden boeken en prenten ingezet, beroepsmatig wordt er op geboden. Het wordt warmer in het zaaltje. Dan is de grote hap 's-Hertogenbosch aan de beurt. Al snel wordt duidelijk dat de prijzen niet mis zijn. Er wordt

Il

ruim boven de inzetprijs doorgeboden. Mijn plannetje valt in duigen. Een aardig boekje, ingezet voor f 100,- en door mij op het dubbele ingeschat, gaat weg voor f 1100,-. U leest het goed ". Het is een klein Register van alle de voornaamste rariteiten, welke op de Antiquiteit en Konst-Kamer tot 's-Hertogenbosch vertoond worden. 28 bladzijden wordt opgesomd wat zich in dit vreemde museumpje bevond. Overigens: dit werd opgericht in 1677, de verzameling werd in 1799 verkocht; het museum bevond zich in de Vughterpoort. Veel van de aangeboden waar ging naar een meneer, die kennelijk zeer goed in de slappe was zat. Wie hij is? Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat de prijzen vaak veel te hoog waren. Wat bijvoorbeeld te denken van de vierdelige Bossche geschiedenis van Van Heurn uit de 18e eeuw? Dat werk wordt redelijk vaak aangeboden voor prijzen van 300 tot 500 gulden. Op deze veiling ging een exemplaar weg voor /1400,-! Bent u er nog? En dan te bedenken, dat er op deze prijzen nog 23,5% opgeld komt, dus zeg maar bijna een kwart extra. Gelukkig kwam ik niet alleen met een katertje thuis: ik heb een nummertje kun nen kopen, een doosje vol leuke 19eeeuwse overdrukjes van voornamelijk Bossche drukkers. Altijd leuk om inspiratie uit op te doen voor een stukje in het Kringnieuws. Nik de Vries

(advertenties)

Ukunt het zo gek niet bedenken of we hebben er boeken over.

テ(li:Hcfnm B O E KV ER KO PE RS SI N DS 18 6 3

Kerkstraat 27 's-Hertogenbosch . Tel. (073) 613 00 12. Fax: (073) 612 09 90. Internet: www.boekhandelheinen.ni. E-mail: heinen@boekhandelheinen.n i

11


BOSSCHE HI STORIE

's-Hertogenbosch vol muziek: Bossche orgeldraaiers: Semler, Schefferlie, Pagano en Heesbeen Aan het begin van dit jaar dreigde er een einde te komen aan de traditie van het beroep van orgeldraaier in de familie Heesbeen: Bart Heesbeen, een kleinzoon van Lange Daan (Cornelis Daniel Heesbeen), liep het risico zijn vergunning om zijn orgel te mogen draaien bij de Lokerenpassage kwijt te raken 11 1• Het is overigens niet de eerste keer, dat een orgeldraaier problemen heeft met de gemeente. Ook in 1861 deed zich dat voor. In december 1861 vragen de Bossche orgeldraaiers Johannes Hendrikus Pagano, Daniel Heesbeen, Cornelis Ludovicus Heesbeen en Johann Semler aan de Commissaris des Konings vergunning om in de winter enkele dagen per week orgel te mogen draaien in 's-Hertogenbosch. De letterlijke tekst van het verzoekschrift luidt 121 : " Aan Zijne Exellentie Den Heer den Heere Staatsraad Gouverneur der Provincie Noord Braband en Commissaris des Konings Neeme met den diepsten eerbied de vrijheid om dit eerbiedig rekwest aan zijn exellentie in te dienen Johannus Hendriekus Pagaanno alsmede Daniel Heesbeen en Cornelus Lodewiekus Heesbeen en Adriaannus Zimmeler 13J waarbij de vier vermelde adressante aan zijne exellentie moete te kenne geefen dat zij alle vier geheuwd zijn hier te sHertogenbosch en ook geboren l<J en woonachtig dog haar beroep is het orgel spee/en waarbij de adressante met alle eerbied moete te kenne (geven TvH) dat hare broodwinning nu op heden geheel gedaan is in de winterdag dog slegts deze zomer niet geheel voordeelig voor hun geweest is wegens den slegte en duren tijd dat zij onmogelijk niets voor de winter hebbe kunne bezuinige dog het hun bij deze alom onmogelijk zal zijn dat zij zouden iets te kunnen verdienen met hun~e huisgezinne zulle kunne blijve bestaan zoo is hun smeekent verzoek dat zijne exellentie dan met medeleidens gevoel op haar zal wille nederzien om toch zoo mededogend te wille zijn om voor hun aan de heere burgemeester dezer stad 's-Hertogenbosch eene gunstige voorspraak te wille doen om gedurende den winter maar eene paar dagen in de week hunne orgels in de stad te moge speelen want dit in verscheidene plaatsen gelijk Schravenhagen Delft Rotterdam Amsterdam Dorecht Nijmegen en Arnhem allemaal aan

12

.

de orgelspeelders die in hunne steeden geboren zijn wordt toegestaan om gedurende des winters het orgel te moge speelen dog wanneer zij daar een van hun alle zijn gekome wierdt hun ten antwoord gegeefen dat zij maar naar hare geboorteplaats moeste gaan speele en wanneer zij hier in den omtrek van den Bosch op de dorpen hun orgel zoude speele worden zij gekaliseerd isJ en een prosesverbaal tegen hun opgemaakt en nader gestraft zoodat zij op heden gedurende alom den winter zonder voerdienste zoude moete zijn maar zulle als dan haar vertrouwe blijve stelle dat zijne exellentie haar smeekende verzoek zal gelieve te wille verhoren om toch zoo goed te moge zijn om aan de heere burgemeesters deze stede 's-Hertogenbosch eene gunstige aanvraag te wille doen dat aan hun geduurende den winter de promissie zal worden toegestaan om maar een paar dagen in de week hun orgel in de stad te moge speele om zoo hun schamelijk stukje brood met eere te kunne voordiennen en daar bij alle vier te 's-Hertogenbosch geboren zijn, zoodat het verzoek daartoe van zijn exellentie wel door de heere burgemeester zal worden goedgekeurd zoo zulle zij dan nogmaals smeekende op de promissie door de bewenking van zijn exellentie blijve hopen waarvoor zij alle hunne dubbelde dankzegging doen voor aan zijn exellentie zulle verschuldig blijven. Het welke doende. Dit is het merk X van Johannus Hendriekus Pagaanno welke niet kan schrijfen"

De commissaris stuurt het verzoekschrift door aan de burgemeester van 's-Hertogenbosch. Deze vraagt op zijn beurt de commissaris van politie om advies. En hij beslist negatief 161 : "'s-Bosch den 21december1861 Aan uedelachb. retournerende het adres van J.H. Pagano c.s. orgeldrayers binnen deze stad woonachtig, verzoekende dat het hen moge worden toegestaan om twee dagen per week gedurende den winter alhier op de straat orgelmuziek te mogen maken, heb ik de eer voor mijn gevoelen mede te deelen, dat indien uedelachb. op dat verzoekschrift eene beschikking zoude willen nemen, deze afwijzend diende te zijn. Immers de ingezetenen in het algemeen houden te weinig van orgelmuziek en het beroep van orgeldrayer is zoona verwant met dat van bedelaar, dat eene aanmoediging geheel te ontraden is vandaar dat voor zoverre mij bekend in onze provincie geene permissien als door verzoekers bedoeld worden uitgereikt. De Commissaris van Politie"

Hoe het ook zij, bijna 140 jaar heeft de familie Heesbeen 's-Hertogenbosch op orgelmuziek getrakteerd. De vader van Lange Daan, Daniel Heesbeen, was de eerste Heesbeen, die als orgeldraaier in 's-Hertogenbosch vermeld wordt. Hij was echter niet de eerste orgeldraaier in 's-Hertogenbosch. Voor het onderzoek naar beroepen van

'

fragment van het rekest

Kringnieuws september 2000

)


Bosschenaren in de 19de en 20ste eeuw komen in eerste instantie drie bronnen in aanmerking: de volkstellings- en bevolkingsregisters, de registers van de burgerlijke stand en de van 1865-1971 in druk verschenen adresboeken. De adresboeken uit de periode 1865-1893 zijn echter onvolledig. Pas in het adresboek van 1894-1895 wordt een naamdrager Heesbeen vermeld, die tot de orgeldraaiersfamilie behoort. Het betreft: C. L. Heesbeen (een broer van Lange Daan), die van beroep visser is. In het adresboek van 1908-1909 wordt bij zijn beroep vermeld : snoepkraam. De eerste orgeldraaier die in het adrersboek wordt genoemd is Lange Daan en wel in het adresboek van 19011902. Ook in de adresboeken van 19021903 en 1903-1904 wordt hij als zodanig vermeld. Volgens de adresboeken van 1908-1915 is hij m.uzikant. In het adresboek van 1919 is hij orgelmuzikant, in die van 1922, 1928 en 1930 is hij orgeldraaier. In het adresboek van 1919 wordt ook de jongste broer van Lange Daan, P.A. Heesbeen, vermeld als orgelmuzikant. In de adresboeken van 1928 en 1930 is hij o.rgeldraaier.

Heesbeen, Heesbeen, Heesbeen, Heesbeen, Heesbeen, Heesbeen, He~sbeen,

Heesbeen, neesbeei:i, Heesbee'it, Heesbeen, Heesbeen, ) Heesbeen, Heesbeerc, Heesbeen, Heesbeen, Hees'.'een, Heesoeen,

De oudste Bossche orgeldraaier: Johann Semler De eerste orgeldraaier die in 's-Hertogenbosch vermeld wordt is Johann Semler, geboren Leipzig 1788. Hij vestigde zich ca. 1840 als venter te 's-Hertogenbosch met twee kinderen en de moeder van die kinderen, Maria Anna Keijzers 171 • Johann Semler trouwt pas op 11 mei 1850 met Maria Anna Keijzers. Hij is dan venter in galanterieën en Maria Anna Keijzers, gedoopt Boekel 24 juni 1810, is dan ventster in galanteriegoederen. Bij dit huwelijk erkent en wettigt de bruidegom zes (!) voorechtelijke kinderen: 1 Wilhelmina, geboren Boekel 12 april 1835 2 Hendrikus, geboren Boekel 3 november 1836 3 Cornelius, geboren 's-Hertogenbosch 7 december 1840, vader is van beroep opkoper der poeliers 4 Conrardus Antonius, geboren 's-Hertogenbosch 18 januari 1843, vader is wildverkoper 5 Antonia, geboren 's-Hertogenbosch 9 oktober 1845, vader is venter in galanterieën

A. M" Parklaan 27, Meube·hnaker. C. D., St. Andriesstraatje 11, Orgeldraaier. C. Th., Z. W. Vaart 62f, Schoenmaker. C. W. M. 11" Kemclsharenhoek ·11, Metselaar. D. A., Beurdscht>straat 41 c, Arbeidei'. Wed. F. D., Kuipertjeswal 23, Winkelierster. H. C" Breede Haven 96. . ' H. 0., Ridderstraat 26, Boekhandelaar. )., Doode Nieuwstraat 6, Schoenmaker, ]. 0., Smalle Haven 48a, Hoefsml~· . L. A., Korte Tolbrugstraat 29, Koopman. M., Rie1polderplein 4, Kantoorbed. le kl. Telegrafie. M., Kemelshar.!nhoek 2, Metselaar. P. A" Beurdschestraat 47, Orgeldraaier. P. J., Acht. het Fortuintje 1, Sigarenmaker. ' ·Wed. P. C., Oude' Hulst 5d. Th. N. 'Y/" Ber~:ibijt 8, ~igaren.~~ aker., " van Weu. F H. M." VJID'hterstr._ l ~. "Winket - W.. S91.

fragment uit het adresboek van 1928

In de adresboeken van na 1930 komen geen Heesbeens meer als orgeldraaier voor. De informatie uit de adresboeken is onvolledig. Het nu volgende verslag is daarom voornamelijk gebaseerd op onderzoek in de twee andere genoemde bronnen: Volkstellings- en bevolkingsregisters en registers van de burgerlijke stand. Wanneer in het hiernavolgende geen plaatsnaam is vermeld bij een geboorte, huwelijk of overlijden is 's-Hertogenbosch bedoeld. Kringnieuws september 2000

6 Maria Anna, geboren 's-Hertogenbosch 30 augustus 1848 De eerste twee kinderen en het jongste zijn geboren als kinderen van Maria Anna Keijzers, de andere drie als kinderen van Johann Semler en Maria Anna Keijzers. Er is tot dan geen spoor te ontdekken van enige muzikaliteit in het gezin Semler. Dat verandert in 1850. In het volkstellingsregister van dat jaar wordt van Johann weliswaar geen beroep vermeld, maar zijn dochter Wilhelmina is liedjeszangster en zijn zoon Hendrik muzikant 181 . Op 7 oktober 1854 trouwt dochter

Wilhelmina met Jacobus Eduard Denie. Haar ouders zijn dan venter en ventster. Op 15 oktober 1859 trouwt zoon Henricus met Johanna Anna Catharina Hendriks. De bruidegom is dan muzikant en zijn vader orgeldraaier. Op 25 juni 1864 trouwt zoon Cornelius met Antonia van der Linden. Bruidegom en diens vader zijn dan muzikant. Op 9 juli van hetzelfde jaar trouwt zoon Conrardus Antonius met Maria van Gulik. Zowel bruidegom als diens vader zijn dan muzikant. In het bevolkingsregister van 1860-1870 wordt Johann Semler vermeld als orgeldraaier, zijn vrouw Maria Anna Keijzers als liedjeszangster en zoon Cornelius als liedjeszanger191. Op 24 augustus 1867 trouwt dochter Antonia met Pieter Christoffel Heesbeen, een oudere broer van Lange Daan. Zowel de bruidegom als diens vader en diens schoonvader zijn dan orgeldraaier. Johannes Semler overlijdt op 9 april 1869 en is dan orgeldraaier. De orgeldraaiers Heesbeen en Semler zullen elkaar goed gekend hebben, want op 12 augustus 1871 hertrouwt de weduwe van Johann Semler, Maria Anna Keijzers, met Daniel Heesbeen, de vader van Lange Daan. Het vak van orgeldraaier heeft zich niet voortgezet in de familie Semler. Zoon Henricus overlijdt reeds op 10 oktober 1867 en is dan muzikant. De beide andere zoons Cornelis en Conrardus Antonius worden aanvankelijk nog muzikant genoemd, maar zijn later respectievelijk koopman 1101en koopman/venter/ paraplukoopman 11 11 • Ludovicus Schefferlie Ludovicus Schefferlie is in 1866 enkele maanden als orgeldraaier werkzaam geweest in 's-Hertogenbosch. Hij is op 9 augustus 1842 te Veghel geboren als zoon van de uit 's-Hertogenbosch afkomstige 35-jarige Catharina Schefferlie en vestigde zich op 10 april 1866 als orgeldraaier komend van Kampen te 's-Hertogenbosch. Hij vertrekt reeds op 14 juni 1866 naar Culemborg 1121 . Later wordt hij te Zaltbommel als scharenslijper genoemd. Hij vestigt zich aldaar op 23 juli 1872 komend van Nijmegen en vertrekt vandaar met vrouw en kinderen op 14 oktober 1878 naar Rotterdam 1131 . Johannes Hendrikus Pagano Johannes Hendrikus Pagano is op 14 juni 1821 te Nijmegen geboren en trouwt op 6 mei 1854 alhier met Petronella Prinsen. Hij is dan muzikant. Ook bij de geboorte van hun twee kinderen Johannes Jacobus 13


op 6 mei 1856 en Petronella op 27 juli 1859 is hij muzikant. Deze kinderen overlijden respectievelijk op 22 juli 1857 en 16 juli 1913. In de bevolkingsregisters wordt J.H. Pagano eerst muzikant genoemd 1141, later orgeldraaier 1151• Als hij op 27 juni 1894 overlijdt, is hij zonder beroep. De familie Heesbeen Daniel Heesbeen De enige Bossche familie, waarbij het orgeldraaiersvak van vader op zoon is overgegaan is de familie Heesbeen 1161• De eerste Heesbeen, die orgeldraaier was, is Daniel Heesbeen, geboren Vlijmen 9 oktober 1815. Hij trouwt op 1 september 1847 te Vlissingen met Petronella Christina van den Berg 1111 en vestigt zich met vrouw en vijf kinderen op 29 oktober 1849 te 's-Hertogenbosch en is dan arbeider, oud 34 jaar, laatst gewoond hebbende te Middelburg. Zijn vrouw is Petronella

Catharina (lees: Christina) van den Berg, oud 30 jaar, hun kinderen heten: Johannes Hendrikus, 12 jaar, Cornelis Lodewijk, 10 jaar, Pieter Christoffel, 6 jaar, Cornelia 3 jaar en Antoni.us, 4 maanden 1181 • Deze vijf kinderen zijn blijkens het volkstellingsregister van 1850, in vijf verschillende plaatsen geboren, te weten: Amsterdam, Leiden, Zaltbommel, Eibergen en Middelburg 1191 • De jongste twee van deze vijf kinderen overlijden op dezelfde dag, nl. 30 oktober 1853, te 's-Hertogenbosch: Antonius, oud 5 jaar, en Cornelia, oud 6,5 jaar. Daniel en zijn vrouw krijgen ook in 's-Hertogenbosch nog enige kinderen: 1 Johannes, geboren 1 juni 1852, vader is dan arbeider, Johannes overlijdt 22 december 1856; 2 Francisca, geboren 30 december 1857, vader is dan arbeider, Francisca overlijdt 3 december 1865, vader is dan muzikant; 3 Cornelis Daniel, geboren 19 april 1861,

vader is dan orgelspeler 4 Pieter Antonius, geboren 17 december 1864, vader is dan orgelspeler. In het bevolkingsregister over de jaren 1860-1870 worden zowel Daniel als zijn drie oudste zoons vermeld als muzikant 1201 • Daniels vrouw Petronella Christina van den Berg overlijdt op 19 augustus 1866, oud 47 jaar, en geboren te Vlissingen. Daniel hertrouwt op 12 augustus 1871 met Maria Anna Keijzers, weduwe van Johannes Semler, en schoonmoeder van Daniels zoon Pieter Christoffel. Daniel is dan van beroep venter. Daniel Heesbeen overlijdt op 23 juni 1886 en is dan echtgenoot van Maria Anna Keijzers en van beroep muzikant 121l . Wordt vervolgd

)

Theo van Herwijnen

Noten •

Alle geraadpleegde archieven bevinden zich, tenzij anders vermeld, in het gemeentearchief van 's-Hertogenbosch. BR Bevolkingsregister

=

Brabants Dagblad van 19 februari 2000 en De Telegraaf van 21 februari 2000 2 Archief gemeentesecretarie, ingekomen stukken 1861, nummer 1042 3 Adrianus Zimmeler komt noch in de bevolkingsregisters noch in de registers van de burgerlijke stand voor. Ik veronderstel, dat Johann Sem/er is bedoeld. 4 Het zal wel een leugentje om bestwil zijn geweest, dat de vier orgeldraaiers allen verklaren in 's-Hertogenbosch geboren te zijn. Zoals later zal blijken is geen van vieren in 'sHertogenbosch geboren! 5 Kalis vagebond, arme drommel. 6 Archief gemeentesecretarie, ingekomen stukken 1861, nummer 1060 7 Volkstellingsregister 1840 wijk A nummer 323 8 BR 1850-1860 wijk D folio 387 9 BR 1860-1870 deel 17 folio 192 10 BR 1860-1870 deel 20 folio 770 en BR 18701890 deel 15 folio 248 en deel 16a folio 807. Comelius Sem/er wordt muzikant genoemd. Uit zijn tweede huwelijk met Maria Jacoba Pullen worden alhier twee kinderen geboren, Antonia op 29 januari 1884 en Petronella Johanna op 27 januari 1886. Cornelius is dan koopman. Hij vertrekt 111et vrouw en kinderen op 27 september 1887 naar Nij111egen. 11 BR 1860-1870 deel 20 folio 771. Conrardus Antonius Sem/er is dan muzikant. Hij is bij zijn tweede huwelijk alhier op 24 augustus 1894 met Maria van der Neut koopman. Volgens het BR van 1890-1900, deel E2 folio 427 is hij venter. Hij vertrekt met vrouw en

12 13

1

=

14

14 15 16

kind op 1 juli 1897 naar Woe11sel. Als hij aldaar op 3 oktober 1906 overlijdt, is hij paraplukoopman. BR 1860-1870 deel 20Afolio 886 Bevolkingsregister Zaltbommel 1860-1870 wijk B folio 285 (Streekarchief Bommelenvaard te Zaltbo111-111el) BR 1860-1870 deel 14 folio 166 BR 1870-1890 deel 12 folio 168 en BR 18901900 deel Dl folio 176 Er is reeds elders het een en ander over de orgeldraaiersfamilie Heesbeen gepubliceerd: - Paul Kriele & Aart van Woensel: Stadsgezichten, een Bosch' albu111 (1988) , pag. 75-77. - Martien Peters: Herinneringen aan de Lange Daan, in: Rondom de Plaets, uitgave van Heemkundekring De Plaets te Berlicum, jaargang 2 nr. 2, 1991, pag. 3338. - Wim van der Heijden: Familie Heesbeen, 130 jaar in straat- en dansorgels, in:

LEZING

17

18 19 20 21

Rondom de Plaets, jaargang 2 nr. 2, 1991, pag. 39-41. - Henny Molhuysen: J-érhalen en Legenden: Lange Daan, in Brabants Dagblad van 16 juli 1992 en commentaar op dat artikel van M. Peters in Brabants Dagblad van 23 juli 1992 Op 23 april 1843 is te Zaltbom111el geboren: Pieter Christoffel, zoon van Petemella Christna van den Berg, wonende te Vlissingen, thans zich bevindende alhier. 111 de marge van de geboorteakte is aangetekend dat het kind gewettigd is bij huwelijk van de moeder met Daniel Heesbeen op 1september1847 te Vlissingen (Streekarchief Bo111melenvaard te Zaltbommel). Register van vestiging 's-Hertogenbosch, 1847-1850,folio 116, 29 oktober 1849. Volkstellingregister wijk D,folio 728. BR 1860-1870, deel 14, folio 172. BR 1870-1890, deel 12,folio 181

MONUMENTENZOR~~--

Op woensdagavond 25 oktober aaanstaande zal dr. ir. J. Hendrikx, voorzitter van de Monumentencommissie van 's-Hertogenbosch, een lezing geven over de monumentenzorg in onze stad. Wat betekent vandaag de dag monumentenzorg? Het gaat hierbij zowel om het behoud als ook het beheer van het monument. Hoe gaat, in grote lijnen gezien, de gemeente 's-Hertogenbosch om met de monumentenzorg? Welke

zijn de specifieke problemen die hierbij komen opduiken? En welke is de speciale rol van de Monumentencommissie hierin? Het is een onderwerp, dat direct aansluit bij de doelstellingen van de Kring: aandacht voor cultureel erfgoed. U bent van harte welkom om 20.00 uur in de Azijnfabriek, Bethaniëstraat te 's-Hertogenbosch. Vincent Verberk

Kringnieuws september 2000

)


NADER BEKEKEN

Leven in de brouwerij

met Barbershop Singers Het toch al luidruchtige stadsleven van 's-Hertogenbosch werd op vrijdag 12 augustus extra leven ingeblazen, of liever ingezongen, door een groep Amerikaanse Barbershop Singers. Een hier en daar te beluisteren valse noot mocht de pret van de 74 deelnemers en hun Nederlandse gastheren bepaald niet drukken. Het plezier was van hun gezichten af te lezen en daar ging het toch om. Hun wandeling door de binnenstad verliep in een uiterst traag tempo. Overal waar de fraai uitgedoste heren - met ... pikant detail: een appeltje (voor de dorst?) als eerste knoop op hun zwart/wit geruite vestjes - ook maar even konden halt houden, deden ze dat ook en lieten uit volle borst - tot genoegen van de toevallige binnenstadsbezoeker - zonder verdere muzikale begeleiding hun repertoire van Amerikaanse volksliedjes uit volle borst en met veel mimiek horen. Hun zang kenmerkt zich, zo vertelden mij ingewijden, door een bepaalde opbouw van het akkoord . Kortom, Jan Moors lid van de Nederlandse tak van de Barbershop Singers en lid van de kring 'Vrienden van 's-Hertogenbosch', kan vooralsnog tevreden achterover leunen. Wat hij had georganiseerd, klopte als een bus. ) Hoofdkwartier Het hoofdkwartier van de Barbershop Singers bevindt zich in Kenosha, in de

Kringnieuws september 2000

Amerikaanse staat Michigan. In 1938 werd dit hoofdkantoor onder de naam Society for the Preservation and Encouragement of Barbershop Quartet Singing in America (afgekort: SPEBSQSA, echt waar!) formeel ingericht. De Nederlandse tak ontstond in 1977. Over de hele wereld zijn er zo'n 74.000 Barbershop Singers, waaronder 40.000 vrouwen. De naam Barbershop Singers, en dat was ver voor 1938, zo werd mij verteld, slaat op het feit dat de Europese immigranten in Amerika zich toentertijd bij de kapper stierlijk verveelden. In die tijd namelijk knipten en schoren deze lieden niet alleen, maar hielden zij zich ook bezig met tanden en kiezen trekken en hier en daar een aderlating behoorde ook tot de mogelijkheden. Om de soms lange wachttijden wat op te vrolijken begonnen ze dan maar, mede tot vreugde van de patiĂŤnten een liedje te zingen. Het eerste 'formele' lied ontstond in 1910 en was Mr. Jefferson Lord give us that Barbershop Cord. Ook nu hebben de zangers nog steeds een internationaal repertoire, bestaande uit zo'n 18 verschillende liedjes, die onder geheimtaal, zoals A, F en AS etcetera, door alle ingewijden waar ook ter wereld prompt kunnen worden meegezongen en dat gebeurde in 's-Hertogenbosch dan ook veelvuldig. De Amerikanen hadden zelfs de moeite genomen om het Oeteldonkse volkslied in te studeren!

Vaartocht Hun dag begon met een toespraak van wethouder Rottier op het stadhuis, waarna een bezoek werd gebracht aan de SintJan. Vervolgens kregen de mannelijke zangers een rondleiding door de stad die eindigde in de Uilenburg. Hun partners, die uit muzikale overwegingen niet samen met de mannen kunnen zingen, hadden een ietsje ander programma en wandelden van de Sint-Jan naar de Markt om daarna in de binnenstad wat boodschappen te kunnen doen. Om 5 uur kwamen beide groepen weer tezamen om een vaartocht over de Binnendieze te maken. En met name dĂĄt was een daverend succes. Niet alleen dat ze nog nooit eerder zo'n tocht hadden beleefd, maar de muren resoneren zo lekker. Op de Grote Hekel werd dat akoestisch effect dan ook, tot genoegen van de Bosschenaren en toeristen op de kant, volledig uitgebuid met songs als Down over the way en Sweet roses. Hun ongetwijfeld geslaagde dag werd besloten met een hapje ergens in de Kruisstraat. Care/ de Groot

15


TENTOONSTELLING DRIE GENERATIES VAN

BA::~':' Il

Al 85 jaar een begrip In de hal van het stadhuis wordt aandacht geschonken aan de Bossche beiaardiersfamilie Van Balkom, al 85 jaar een begrip. Niet uniek is dat de derde generatie nu speelt, immers Breda kent in de familie Maassen ook drie generaties, maar de Van Balkoms zijn samen al wel langer beiaardier. Door Bertus Aatjes is Toon van Balkom in 1949 "de Meester van de Bossche ether" genoemd. Deze begaafde musicus was een markante persoonlijkheid en mede aan hem is het te danken dat de Sint-Jan een nieuwe beiaard heeft gekregen in 1925. Sjef van Balkom, 78 jaar inmiddels, is nog steeds actief in de muziekwereld, maar niet meer als beiaardier. Een groot aantal composities voor beiaard, muziekgezelschappen en koren staat op zijn naam. Veel heeft hij gespeeld op beiaarden buiten 's-Hertogenbosch, vermoedelijk is er niet een beiaard in Nederland waarop hij niet heeft gemusiceerd. Ook in België, Frankrijk en de Verenigde Staten heeft Sjef op menig beiaard zijn muzikale kunnen getoond . Als examinator van de beiaardscholen in Nederland, België en Frankrijk heeft hij menig toekomstig beiaardier beoordeeld. Joost van Balkom, de derde generatie, is sedert 1988 stadsbeiaardier van 's-Hertogenbosch . Hij laat zijn muzikale talent geenszins ongebruikt, getuige de lange lijst van composities die hij op zijn naam heeft staan. Ook gebruikt hij zijn muzikale talenten om in Bodegraven de jeugd aldaar les te geven aan de plaatselijke muziekschool. In het Sint-Jansmuseum De Bouwloods is een tentoonstelling ingericht die enkelg aspecten laat zien van klokken en beiaarden.

De tentoonstelling is te bezichtigen tot en met 30 september van dinsdag tot en met zondag en in okt.ober op woensda'g/zaterdag/zondag van 13.00 tot 16.30 uur. In de hal van het Bossche stadhuis zal van 28 augustus t/m 30 september aandacht worden gegeven aan: Drie generaties Van Bal kom al 85 jaar een begrip. Deze tentoonstelling is gratis te bezichtigen tijdens kantooruren en op donderdagavond tot 20.00 uur.

SECRETARIAAT VAN KRING "VRIENDEN VAN 'S-HERTOGENBOSCH" POSTBUS 1162

5200 BE 'S-HERTOGENBOSCH KRINGHUIS: KRUISSTRAAT 34 's-HERTOGENBOSCH TELEFOON " .. " ... " """"".073 - 6135098 TELEFAX """""""""""" .073 - 6146021

OPENINGSTIJDEN: MAANDAG VAN 13.00 TOT 17.00 UUR DINSDAG TOT EN MET ZATERDAG VAN 10.00 - 17.00 UUR

John Vermulst

ZON- EN FEESTDAGEN VAN 12.00 - 17.00 UUR BOVENDIEN OP DONDERDAG

Dat de Kring 'Vrienden van 's-Hertogenbosch' veel leden heeft, is algemeen bekend. Maar dat er niet-leden zijn die toch graag kennis willen maken met het Kringhuis is minder helder. Op vrijdag 18 augustus jongstleden was er zelfs iemand die ongevraagd door het hekwerk stapte naast de bakkerij van Den Otter, op weg naar de kelder. Bij de administratie zag hij twee dames bezig; nu is het niet helemaal duidelijk of hij zich wilde opgeven als lid, of dat hij andere bedoelingen had. Feit is wel, dat een van de twee dames plotseling haar tas zag verdwijnen, met daarin niet alleen alle sleutels van het gebouw, maar ook van de boten. Goede raad was duur. U begrijpt dat zowel de politie als de slotenmaker veel werk nodig hadden om deze onverwachte avances van een aspirant-lid weer tot bedaren te brengen. U bent gewaarschuwd! G. deZ.

VAN 17.00 - 20.00 UUR

BETALINGEN - POSTGIRO 3.119.716 - JAARLIJKSE BIJDRAGE MINIMAAL - JEUGDLEDEN

f 27,-

f 15,-

KRINGNIEUWS IS HET ZES MAAL PER JAAR VERSCHIJNEND TIJDSCHRIFT VAN DE KRING "VRIENDEN VAN 'S-HERTOGENBOSCH". REDACTIE: AART BOGERS, JACK VAN ELTEN, CAREL DE GROOT, THEO VAN HERWIJNEN, NATHALIE VAN DEN HEUVEL, HEIN KROPMAN, INGE OPHELDERS (SECRETARIS), JAN KORSTEN, FRANS VAN SUNDERT, MARJAN VONK, NIK DE VRIES EN GERDIE DE ZEEUW. NIEUWENHUIS (VOORZITTER).

AAN DIT NUMMER WERKTEN VERDER MEE: ROB HOOGEBOOM, KEES VEERMAN EN JOHN VERMULST

REDACTIE-ADRES: SECRETARIAAT KRINGNIEUWS POSTBUS 1162

5200 BE 'S-HERTOGENBOSCH

VORMGEVING:

Kopij voor het eerstvolgende Kringnieuws dient

JACK VAN ELTEN EN NATHALIE VAN DEN HEUVEL

uiterlijk woensdag 11 oktober 2000 te worden gestuurd aan Secretariaat Kringnieuws, Postbus 1162, 5200 BE 's-Hertogenbosch

DRUK: DE REGENBOOG B.V. 'S-HERTOGENBOSCH OPLAGE 2000 STUKS

NIETS UIT DEZE UITGAVE MAG WORDEN OVERGENOMEN ZONDER SCHRIFTELIJKE TOESTEMMING VAN DE REDACTIE.

of bezorgd te worden in het Kringhuis. 16

Kringnieuws september 2000

)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.