Kringnieuws januari 14

Page 1

Kring Nieuws UITGAVE VAN KRING

VRIENDEN VAN ’S‑HERTOGENBOSCH

JAARGANG 40 NUMMER 1 JANUARI 2014

Vooraf 2 ‘Kringbreed’ naar BAM/ Groot Tuighuis

3

Vrijwilligersdag 2013

4

Bossche klokken 10: Relaties 6 Een nadere kennismaking 9 7 Kringwandeling 1 revisited

8

Paradepaardjes 11 Ebeling ruim 100 jaar een bekende naam in ’s-Hertogenbosch 12 Ladderwedstrijd 6

16

Aspiranten worden schippers 17 Boekenbeurs Bossche Vincentiusvereniging 40 jaar 19 2500 Boschlogen!

21

25 jaar Heemkundekring Rosmalen

22

Hier staoi ik dan 13 24 Broeders van Maastricht in ´s-Hertogenbosch 1 26 Antonius van Padua

28

Kringwandeling 1

Revisited


V K Vooraf

‘Kringbreed’ naar B

Nik de Vries

Laat ik beginnen met u allen een voortreffelijk 2014 toe te wensen. Ik doe dat mede namens de hele redactie van KringNieuws.

Nu de fusie met De Boschboom goedgekeurd is, kunnen we met de redactieraad van Bossche Bladen aan de slag met het maken van een mooi, dik blad vol artikelen zoals u die van ons gewend bent, aangevuld met meestal langere artikelen van de kant van Bossche Bladen. Het geheel moet meer worden dan de optelsom van beide onderdelen. Vanaf het maartnummer kunt u zelf beoordelen of we in onze opdracht geslaagd zijn.

Dit is derhalve het laatste nummer oude stijl. Ik val meteen met de deur in huis: in het vorige nummer ontbrak de ladderwedstrijd. Deze stond echter wel op de voorpagina aangekondigd. Dat laatste was een foutje, waarvoor mijn excuses. In dit nummer deel 6 van de ladderwedstrijd en voor de trouwe inzenders: dat is het laatste deel van de eerste reeks. Uit de inzenders van de meeste goede oplossingen wordt de winnaar geloot. En hem of haar wacht een leuke verrassing. Ook in dit nummer een mooi artikel over de horlogerie Ebeling, dat al enige tijd op de plank lag. We hebben weer een aantal nieuwe schippers: zij hebben de zware tests doorstaan en mogen nu varen en vertellen zonder begeleiding. En nog een groep cursisten staat in het zonnetje: aanleiding was het uitreiken van het 2500ste certificaat Boschlogie I. Onze collega’s van de Heemkundekring Rosmalen vieren hun zilveren jubileum: in dit nummer een eerste artikel over dit feest. Ed Hupkens voltooit zijn tweeluik over de Vincentiusvereniging in onze stad met een artikel over de befaamde boekenbeurs. Twee nieuwe series mag ik u aankondigen: een viertal artikelen over de broeders van Maastricht en hun werk in ’s-Hertogenbosch en een reeks oude Kringwandelingen, die we opnieuw lopen. Daarbij kijken we vooral wat er in een goede 30 jaar veranderd is. Tot slot: blijft u schrijven en inzenden! Dat kan via het mailadres van de redactie. Illustraties graag in een zo hoog mogelijke resolutie als bijlage verzenden of aanleveren via ons postvakje in het Kringhuis op de Parade. De uiterste inleverdatum voor kopij is 24 februari. En u weet het: als u wel iets hebt te melden, maar geen zin of tijd om het zelf op te schrijven, dan komen we graag bij u langs. Foto voorpagina: Ellie de Vries Tijdens het nalopen van de eerste Kringwandeling (zie elders in dit nummer) zagen we opnieuw hoe mooi Het Bossche Broek is. Ellie maakte onder andere dit sfeerplaatje.

2

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1

Bijna 80 vrijwilligers van de Kring hadden zich opgegeven voor een nadere kennismaking met wat de voormalige Jacobskerk aan de Bethaniëstraat in zijn nieuwe naam van Groot Tuighuis aan het publiek te bieden heeft. Het gebouw biedt onderdak aan de medewerkers en ‘spullen’ van de gemeentelijke afdeling voor Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten.

Vooral die ‘spullen’ moeten bij het publiek nieuwsgierigheid wekken omdat ze zoveel vertellen over het rijke verleden van de stad. En om dat publiek daarvoor gevoelig te maken zouden de vrijwilligers van de Kring Vrienden het voortouw moeten kunnen nemen en dus eerst zelf eens komen kijken. Zo gezegd, zo gedaan. In een gezamenlijk optreden van vertegenwoordigers van de Stadsgidsen, het Kenniscentrum en de Binnendieze werd ‘Kringbreed’ uitgenodigd om de beschikbare 70-80 plaatsen op 19 november 2013 te vullen.

Presentaties ’s Ochtends ontving Cees Roodnat; ’s middags ontving Nell Hogenboom. Na enkele inleidende woorden nam archeoloog Ronald van Genabeek het woord om uit de doeken te doen hoe de lotgevallen van die oude Jacobskerk gedurende afgelopen eeuwen waren geweest. Hij lichtte een tipje van de sluier van presentatietechnieken die bij BAM ontwikkeld en gebruikt worden om gebouwen in hun ontwikkeling driedimensionaal en vanuit allerlei gezichtspunten te bezien. Na zijn presentatie liet Jan Viguurs een kleine demo zien van iets wat op termijn voor Stadsgidsen te verwachten is: op iPads aan de gasten laten zien hoe bouwwerken in het huidige zichtveld in het verleden stap-voor-stap werden tot wat ze nu zijn. Nu nog toekomstmuziek maar eens zullen de gidsen met deze techniek de verworvenheden van onderzoek binnen BAM zo uit kunnen dragen.


BAM/Groot Tuighuis Pieter van der Schoot Joke de Ridder vertelt over leerresten.

Hans van Boxtel vertelt over scherven en potjes.

Na deze presentaties werd de aandacht gevraagd voor de kleine expositie van de recente vondsten van het Neanderthalerkamp – op de locatie waar momenteel de parkeergarage aan de Grote Hekel wordt gebouwd (zie KringNieuws van november 2013). Kleine rondleiding Kringgidsen Dymph van Gorp, Cuup Hofhuizen, Jan van den Berg en Nell Hogenboom stonden na deze inleiding klaar om groepjes van 10-15 Kringcollegae een kleine tour te laten maken langs enkele van de

klaarmaken. Joke de Ridder gaf een prachtig exposé van wat leerresten haar vertelden; Hans van Boxtel liet zien hoe uit ogenschijnlijk ordeloze bakken met scherven in de puzzelkoek stap-voor-stap soms heel complete aardewerken potjes konden worden opgebouwd. Een andere vitrinekast was geheel gewijd aan de geschiedenis van ’s-Hertogenbosch als handelsstad. Voor alles wat gebouwd werd waren materialen nodig die van elders werden aangevoerd. Handel betekende ophalen van spullen elders, voor kortere of langere tijd opslaan, en dat weer uit de stad te laten verdwijnen. Welvaart kon worden afgelezen aan wat van verre landen voor het alledaagse gebruik of demonstratie van de verworven welvaart in huizen was opgeslagen.

Vooral die ‘spullen’ moeten bij het publiek nieuwsgierigheid wekken Cees Roodnat (midden) ontvangt; Ronald van Genabeek staat naast hem.

spectaculaire vitrinekasten die de centrale ruimte van het Groot Tuighuis omlijnen, door het archeologisch laboratorium, en langs tafels met daarop (delen van) skeletten van Franse soldaten die twee jaren geleden uit de ondergrond van Bastion Baselaar te voorschijn waren gekomen (zie ook KringNieuws van november 2013). Eén van de vitrinekasten stond in het teken van archeologische vondsten in het algemeen, vondsten uit een ruime beerput in het bijzonder. In het naastgelegen laboratorium werd aanschouwelijk gemaakt hoe de diverse medewerkers (meest: vrijwilligers !) de vondsten uitzoeken, prepareren en voor verder behoud

Aan het slot van deze veelzijdige kennismaking had de BAM nog een informatieve en interessante video in de aanbieding: in kort bestek wordt aangegeven hoe de vondst van Bastion Baselaar tot stand kwam en hoe getracht is optimaal gebruik te maken van het zomaar in de schoot geworpen archeologisch materiaal. Na meer dan twee uur had de BAM, in de woorden van sommigen, er bijna 80 Bossche ambassadeurs bij van haar Groot Tuighuis. Zeg het voort! Foto’s: Pieter van der Schoot

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1

3


V

Vrijwilligersdag 2013 Het is een goede traditie van de Kring Vrienden om haar vrijwilligers een keer per jaar te trakteren. Elk jaar ook wordt deze zogenaamde Vrijwilligersdag georganiseerd door een werkgroep van de Kring. Dit jaar was de organisatie in de goede handen van Jos Holland, Coen Boode, Paul de Wildt en Hans Louvet. 24 november 2013 is het zo ver: ruim 300 vrijwilligers worden ontvangen in het Theater aan de Parade. Dit is een bijzondere samenwerking: het Theater is even oud – of jong, zo je wilt – als de Kring, 40 jaar. Van 16.00 tot 21.00 uur is een gevarieerd programma samengesteld, deels formeel, maar vooral informeel, gezellig samenzijn.

Het formele deel Na een informele ontvangst met koffie/thee en een chocolade bolletje nemen we plaats in de Pleinzaal. Daar speelt Hans Louvet de ceremoniemeester. Hij doet dat met verve. Het centrale thema is uiteraard 40 jaar Kring Vrienden. Het Binnendiezekoor laat horen dat het in de loop van de jaren gegroeid is: vol plezier brengt het een aantal liederen ten gehore, deels meegezongen door sommigen uit het publiek. Hierna krijgt onze voorzitter Joop Thissen het woord. Hij begint en eindigt met de vrijwilligers. Zij immers vormen het kloppende hart van de vereniging. Er is in de loop van de 40 jaar veel gebeurd, veel ook is er veranderd. De Kring is professioneler geworden, vooral onder het voorzitterschap van Jo Timmermans. Ook de andere voorzitters worden genoemd en bedankt. De Kring is vooral zichtbaar bij het werk van de gidsen en de schippers. Daarnaast wordt er veel werk verzet achter de schermen: onderzoek naar geschiedenis, vestingwerken, monumenten, bewoners, kortom: alles wat te maken heeft met de stad ’s-Hertogenbosch. Van tijd tot tijd zien publicaties het licht, voortgekomen uit dit onderzoekswerk. Ook het adviseurswerk van Kringleden mag niet onvermeld blijven. Door al deze actieve vrijwilligers vormen we een echte en hechte Kring. Tot slot gaat Joop Thissen nog even in op de voorgenomen fusie van de Kring met de Boschboom. De combinatie van twee sterke verenigingen maakt een nog sterkere club, die niet meer uit de stad is weg te denken. Vervolgens mag de voorzitter het eerste exemplaar ontvangen van een speciale uitgave van KringNieuws. Hij is er zichtbaar verguld mee. Overigens krijgen na afloop alle aanwezige vrijwilligers ook een exemplaar mee naar huis.

4

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1

Toegewerkt wordt het spe


naar etterende slot

Nik de Vries Het is tijd voor een bijzonder optreden: de Stadspijpers samen met Capella Ducis. Op een mooie manier komen ze achter elkaar het podium op. Daar spelen en zingen ze, soms samen, een andere keer om de beurt. Een ferm applaus is hun beloning. Wethouder Huib van Olden feliciteert hierna de Kring, mede namens het College van B&W van ’s-Hertogenbosch. In een korte, maar fraaie toespraak staat hij stil bij wat er in 40 jaar zoal gebeurd is. Ook hij krijgt na afloop een exemplaar van de speciale KringNieuws. Daarbij ontvangt hij een pakketje met exemplaren voor zijn collega’s. Het formele gedeelte wordt afgesloten door leden van rederijkerskamer Moyses Bosch. In een speciaal voor deze gelegenheid geschreven stuk vertellen ze op humoristische wijze dat ze met de schippers van de Kring gaan concurreren. Daartoe gaan ze vooral ’s avonds en ’s nachts varen. Zo kunnen ze bijvoorbeeld een griezeltocht organiseren. Dat een en ander niet mee blijkt te vallen, moge duidelijk zijn. Het informele deel We mogen de Pleinzaal weer verlaten om in de foyer wat te drinken en bij te praten. Het is er vooral gezellig. Intussen wordt de Pleinzaal omgetoverd in een eetgelegenheid, want vanaf een uur of zeven kunnen we ons te goed doen aan een voortreffelijk buffet. Dat daarbij niet iedereen kan zitten, het kan gebeuren. Toegewerkt wordt naar het spetterende slot. Het programma gewaagt van een gewoon en een ludiek toetje. Ludiek klopt: een voor een komen de Kleinkeinder op. En als die eenmaal bezig gaan, is er geen houden aan. Voor de meeste aanwezigen is dit het hoogtepunt van de dag. De zaal gaat uit zijn dak, iedereen doet mee en de Kleinkeinder gaan graag en goed in op reacties uit de zaal. En als ze klaar zijn - “dit had best wat langer mogen duren,” vang ik op – is er het gewone toetje, dat niet zo gewoon is: schalen en schotels vol lekkernijen staan opgesteld. Het is, samen met nog een tas koffie of een kop thee, een prima afsluiter van een geweldige dag. Graag besluit ik met mijn complimenten aan de organisatie. Het zal een hele klus zijn dit volgend jaar te evenaren. Foto’s: Ellie de Vries

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1

5


B

Bossche klokken 10: Relaties Jan de Bont

De feestdagen zijn weer voorbij. Alle spullen die sfeer brachten, zijn wellicht al opgeruimd. De kerstboom, de sterren, de kaarsen, de stal en, jawel, de kerstklokken. Waar meestal nog wel een restant van voorhanden is, zijn de relatiegeschenken. Het ‘gebaar’ van werkgevers, leveranciers, instanties en verenigingen aan werknemers, klanten en vrijwilligers. Een blijk van waardering voor de samenwerking in het afgelopen jaar en het uitspreken van de wens om op dezelfde voet verder te gaan. We willen elkaar blijven herkennen als belangrijke relaties. De klok van het bestuur van de Sint-Jan.

De klok in de San Salvator.

De klok SintHonoratus.

6

Ook in de klokkenwereld lezen we opschriften waaruit blijkt dat er sprake is van relatiegeschenken. Niet vanwege de jaarwisselingen, maar meestal naar aanleiding van aansprekende ontwikkelingen. Zo werden enkele malen de carillons van de Sint-Janstoren en het Stadhuis uitgebreid of deels vervangen. Het te verwachten geschenk was dan uiteraard een klok. Een kenmerkende presentatie in de opschriften was: een meestal sobere naamsvermelding of functiebeschrijving; de aard van het geschonkene of aangebodene; en soms een karakteristieke naamgeving aan de klok.

Gemeente initiatiefnemer De gemeente was steeds de initiatiefnemer van de uitbreidingen van de beiaarden. De Sint-Janstoren is, naast uiteraard het Stadhuis, ook eigendom van de gemeente. In 1789 namen de Fransen al het besluit dat de toren onderdeel werd van de tactische verdedigingswerken. Al van veraf konden mogelijk naderende aanvallers worden getraceerd en bespied. De torenklokken sloegen zo nodig alarm. Natuurlijk was, voor wat de Sint-Janstoren betreft, het “BESTUUR DER KATHEDRALE KERK VAN ’S-HERTOGENBOSCH” een van de vooraanstaande relaties. Zij leverde naar eigen zeggen “EEN MILDE BIJDRAGE”. Logisch dat de klok de naam “JOANNES DE EVANGELIST” draagt. Ook “DE BROEDERSCHAP VAN DE ILLUSTERE GELUKZALIGE MAAGD MARIA VAN ’S-HERTOGENBOSCH” betoonde haar betrokkenheid. Hetzelfde geldt voor toenmalig (1925) burgemeester. Hij laat dat de sprekende klok zelf als volgt bescheiden melden: “.. EEN BESTUURDER GEEFT MIJ AAN ZIJN VADERSTAD...”, wel nog begeleid door het familiewapen van Van Lanschot. Noblesse oblige: beide teksten werden in het Latijn gesteld. “DE MAATSCHAPPIJ VAN BRANDVERZEKERING VOOR HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN TE ‘S-HERTOGENBOSCH IN 1838 OPGERICHT” schonk een klok. Die maatschappij stond bij vele Bosschenaren beter bekend als ‘de grote Bossche

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1

van 1838’. Ze was zichtbaar aanwezig met een groot mozaïek-tablau aan de zijgevel aan het begin van de Marktstraat en al sinds 1925 hoorbaar vanuit de toren. Het “DEPARTEMENT ‘S-HERTOGENBOSCH VAN DE MIJ. TOT NUT VAN HET ALGEMEEN” presenteert zich ook als schenkende relatie met uitsluitend de naam. “SINT-HONORATUS” is de schutspatroon van de bakkers. Niet verrassend dat “DE INTERNATIONALE BAKKERIJTENTOONSTELLING IN 1924 TE ‘S-HERTOGENBOSCH GEHOUDEN” voor die klokkennaam koos. Het zijn relaties met klinkende namen en met klankvolle geschenken.

San Salvatorklok Relaties vinden elkaar op vele platforms. De San Salvatorkerk kreeg een klok ten geschenke van een zeer nabije relatie: de kaartclub San “SALVATOR”. Vijf namen van mannen uit de Orthense gemeenschap staan in de klokwand gegraveerd. Hoe de nodige geldelijke middelen bij elkaar werden geklaverjast of gerikt, is niet duidelijk. Foto’s: Harrie Kelder en Frans van der Smissen


E

Een nadere kennismaking 9 Redactie

In het weekend van 11 en 12 januari 2014 werd in het Jheronimus Bosch Art Center een lezingenweekend georganiseerd. Men kon genieten van allerhande verhalen, historische feiten en anekdotes in boeiende verpakkingen. Tussen de gerenommeerde sprekers ontdekten wij een nieuwkomer: Jeff van Schijndel, vrijwilliger van de Kring Vrienden. Reden voor de redactie om Jeff aan de hand van vijf vragen nader aan de lezers voor te stellen. 1) Wie is Jeff van Schijndel? Ik ben geboren in ’s-Hertogenbosch in het Kruisbroedersstraatje. Later verhuisden wij naar de Graafseweg. Mijn lagere school was de Pater Damiaanschool. Hierna heb ik op de St-Paulus-mulo in de Sint Josephstraat gezeten. Gevolgd door de UTS, toen nog in de Lederstraat (tegenover Cooymans). Na deze opleiding volgde het St Janslyceum. Al vrij snel heb ik gekozen voor een militaire loopbaan. Als militair ben ik 38 jaar werkzaam geweest. Tijdens de koude oorlog lag het werkterrein voornamelijk in WestDuitsland. Later heb ik onder meer in Bosnië dienst gedaan. 2) Wat heb je met ’s-Hertogenbosch? Na mijn werkzame periode was het niet moeilijk om me voor onze prachtige stad in te gaan zetten. De rijke historie van de stad is voor mij een inspiratiebron. Zo luister ik graag naar verhalen die vertellen over deze geschiedenis. Als schippergids vaar ik nu onder het huis door waar wij in de vijftiger jaren zelf hebben gewoond, dat blijft telkens weer een bijzondere belevenis.

uitdaging. Nu ben ik druk bezig met de 80-jarige oorlog, vooral door mijn studie over de campagne van 1629. 5) Wat is het verhaal van ‘1629 Het beleg compleet’? Het verhaal is meer dan het beleg alleen. Het behandelt de hele campagne van 1629. Dat is de kern van het verhaal waarin zelfs het optreden op de Veluwe aan

Nu ben ik druk bezig met de 80-jarige oorlog 3) Wat doe je bij de Kring? Na mijn diensttijd ben ik in 2006 schippergids geworden. Verder ben ik lid van de werkgroep Vestingwerken. Daarnaast verzorg ik regelmatig lezingen bij de Boschlogie, bij de Kringopleidingen en ad hoc voor belangstellenden in de stad en in de regio. 4) Wat boeit je bij de werkgroep Vestingwerken? De interesse voor de vestingwerken komt voornamelijk voort uit mijn militaire verleden. Het is niet alleen een actieve werkgroep met veel specialisme, maar ook een gezellige groep mensen. De grote verscheidenheid aan onderwerpen op zowel vestingbouwkundig als op krijgskundig gebied vormt voortdurend een nieuwe

bod komt. De uitdaging is om vooral het Spaanse optreden tijdens het beleg beter te belichten. Verder behandel ik het politiek spectrum en de economische situatie, die mede het beleg hebben veroorzaakt. Ik vertel over de financiering, de samenstelling en het functioneren van legers in die tijd. De tijd/ ruimte factoren tijdens het optreden te velde waren belangrijke aspecten die van grote invloed zijn geweest op de strijdende partijen tijdens de campagne van 1629.

Foto: Ellie de Vries

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1

7


K

Kringwandeling 1 revisited

In november 2013 heeft de redactie een special uitgebracht. Een van de zaken die ons opvielen, waren de wandelingen van weleer. Vaak deden daar duizenden mensen aan mee. Toen we de eerste boekjes bekeken, viel ons ook op dat er inmiddels het een en ander veranderd is. Daarom lopen we de eerste wandelingen na en doen verslag van die veranderingen. Hier volgt de allereerste, de Wallenwandeling uit februari 1974. De start is op de Markt, voor Hotel Noord-Brabant, ook bekend als Piet Mulders. Inmiddels staat daar al meer dan 30 jaar het pand van C&A. De middeleeuwse gewelfde kelders zijn verdwenen. Dan volgt een stukje over de architectuur van gevels, toen begeleid door tekeningen. Nu laten we de foto’s ervan zien. Ook verderop in het boekje staan steeds teksten die de nodige uitleg geven over waar je langs komt. Toen kon je de wandeling individueel maken - dat kan nog steeds -, maar tegenwoordig is het veel leuker met een gids van de Kring mee te gaan.

Waar elders vind je een natuu tegen het ce

Keershuis in de Uilenburg.

Via de Pijp naar de Uilenburg Vanuit de Hinthamerstraat gaan we via de Korte Waterstraat naar de voormalige Pijp. De Sint-Pieter staat er nog, bezig te verkrotten, want in 1972 gesloten. Meer dan 10.000 handtekeningen – op initiatief van mede-oprichter van de Kring Vrienden Louis Aarts – kunnen gemeentebestuur, kerkbestuur en bisdom niet ertoe brengen iets met deze bijzondere kerk te doen: in 1982 wordt ze gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Als je nu in deze buurt rondloopt,

Trapgevel Smalle Haven.

8

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1


Nik de Vries

SintGeertruisluis in beginnende mist. Klokgevel Kolperstraat 2.

Halsgevel 2de Korenstraatje.

urgebied entrum van de stad aan?

kun je je bijna niet meer voorstellen hoe het er ooit heeft uitgezien. De Geertruisluis wordt gepasseerd, waarachter de brandweerkazerne inmiddels is vervangen door nieuwbouw. Even naar de Citadel en het Kruithuis en dan langs de haven naar de Uilenburg. Hier is de eerste stop in café ’t Kroontje, dat ook niet meer bestaat. Maar als u even wilt zitten: er zijn horecagelegenheden te over. Verder naar de Sint-Cathrien en de Rode Leeuw Na de stop gaan we verder door de Uilenburg. In het wandelboekje staat nog: “Over dit oude gedeelte van ’s-Hertogenbosch is de laatste jaren al heel wat gepraat en geschreven. De bedoeling is, dat in de toekomst de Uilenburg geheel gerestaureerd zal worden.” Dat laatste is inmiddels gebeurd. Ik denk wel eens: “Goh, zo zou de Pijp er ook hebben kunnen uitzien…” Over de Sint Janssingel, dan naar de Vughterstraat en via de Kuipertjeswal naar de Sint-Carthrien. Deze is in 1974 open en er is iemand om uitleg te geven. Ook in onze tijd kun je die uitleg krijgen: er zijn gidsen van de Kring opgeleid om in deze kerk rondleidingen te geven.

SintCathrienkerk.

Waaierzwikken Hinthamerstraat 4.

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1

9


MU Bastion Oranje.

Refugiehuis Spinhuiswal.

Hierna volgt het altijd imposante uitzicht over het Bossche Broek. Waar elders vind je een natuurgebied tegen het centrum van de stad aan? We komen op Bastion Oranje, waar de Boze Griet inmiddels ondergebracht is in het fraaie Bastionder. In 1974 lag het kanon nog gewoon boven en kon je erop gaan zitten voor een foto. Kijk ook even om naar het Refugiehuis. Het tweede deel van de wandeling eindigt in de Rode Leeuw aan de Oude Dieze, waar een diaprogramma over de restauratie van de Sint-Jan bijgewoond kon worden. Nu ligt de Rode Leeuw er verlaten bij; ook deze zaak is gesloten.

Deel drie van de wandeling Nu wordt het even lastig, want vanaf hier moeten we volgens het boekje langs het oorlogsmonument, rechts over het parkeerterrein om de wallen van buiten goed te kunnen zien en dan weer verder over die wallen. Het monument is tijdelijk verplaatst naar Bastion Antonie en aan de buitenkant van de wallen ligt de bouwput van de parkeergarage Hekellaan, waar onlangs resten van een Neanderthalerkamp zijn gevonden. We gaan kruip-door-sluip-door naar Bastion Antonie, langs het kunstgrasveld van rugbyclub The Dukes. Als u geluk hebt, kunt u een (deel van een) wedstrijd bekijken. Op het mooi gerestaureerde Fort Antonie staan nu enkele gedenktekens van de Tweede Wereldoorlog bij elkaar: het oorlogsmonument, het monument ter nagedachtenis aan de joodse kinderen en de soldaten van het bevrijdingsleger. Linksaf voor de brug, langs Antoniegaarde, weer linksaf de Hinthamerstraat in met veel op de monumentenlijst staande panden. In 1967 zijn hierop de oorspronkelijke namen opgehangen op fraaie houten bordjes. Nu zijn de meeste ervan aan opknappen toe en dat gaat gebeuren dankzij een prijs die de Kring heeft gewonnen. Als we de Hinthamerstraat helemaal doorlopen, komen we vanzelf weer op de Markt. Het was in 1974 een mooie wandeling, het is nog steeds mooi, maar anders dan toen. Wat mij betreft een aanrader om deze wandeling nog eens te lopen. Goed kijken leert je daarbij de stad nog beter kennen. Ik wens u veel plezier.

Foto’s: Ellie de Vries

10

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1


P

Paradepaardjes Fusie Boschboom en Kring Op 18 december 2013 hebben zowel de Algemene Leden Vergadering van de Cultuurhistorische Vereniging De Boschboom als die van de Vereniging Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch ingestemd met de voorgestelde fusie tussen de Boschboom en de Kring. Het gevolg van deze fusie is dat de Boschboom ophoudt te bestaan en wordt opgenomen in de Kring met behoud van de activiteiten die de Boschboom doet. Het doet het bestuur een groot genoegen om te constateren dat de Algemene Leden Vergadering van de Boschboom met een zeer ruime meerderheid en die van de Kring met algemene stemmen het fusievoorstel hebben aanvaard. Dit geeft zeer veel vertrouwen in een goede afronding en vervolmaking van deze fusie. Wij verwelkomen van ganser harte de leden van de Boschboom als leden van de Kring.

Leo Vos benoemt tot lid van verdienste

Deze fusie betekent ook dat het tijdschrift “Bossche Bladen” dat voorheen mede door de Boschboom werd uitgegeven wordt opgenomen in het zes maal per jaar verschijnende KringNieuws. Het KringNieuws krijgt zodoende een omvang van ca. 52 pagina’s met enerzijds artikelen over de Bossche cultuurhistorie van de Kring en anderzijds artikelen van wetenschappelijke kwaliteit over allerlei aspecten van de cultuurhistorie van ’s-Hertogenbosch. Als u dit leest hebben de redacties van Bossche Bladen en het KringNieuws hun eerste gezamenlijke redactievergadering al achter de rug: op naar het eerste uitgebreide nummer van het KringNieuws dat in de loop van maart bij u in de bus zal vallen. Vincent Verstappen, oud-voorzitter van De Boschboom, tekent hierbij het volgende aan.

De cultuurhistorische vereniging De Boschboom gaat op in de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch. Dat gaat gepaard met teleurstelling en twijfels bij sommigen, maar ook met positieve verwachtingen bij velen. De Boschboom verliest haar zelfstandigheid maar houdt niet op te bestaan. De Kring Vrienden heeft De Boschboom gastvrij en hartelijk ontvangen en ervoor gezorgd dat het activiteitenprogramma van de Boschboom kan blijven doorgaan. De helft van de Boschboomleden die geen lid van de Kring Vrienden was, zal zich er als nieuw lid van De Kring zeker thuis gaan voelen. En de Kringleden die geen lid van de Boschboom waren, kunnen voortaan deelnemen aan lezingen, excursies, het historisch diner en allerlei andere activiteiten uit het Boschboomprogramma. Het inmiddels oud-bestuur van de cultuurhistorische vereniging De Boschboom heeft er alle vertrouwen in

dat de positieve verwachtingen behorend bij deze fusie bewaarheid zullen worden. Beleidsplan Het bestuur heeft het beleidsplan definitief vastgesteld. Alle leden zullen dit plan binnenkort ontvangen. Het concept ervan is in de Algemene Leden Vergadering van juni 2013 gepresenteerd. In de Algemene Leden Vergadering van 2014 zal het nu vastgestelde beleidsplan aan de orde komen.

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1

11


E

Ebeling ruim 100 jaar een bekende naam

In 1834 vestigde de eerste Ebeling zich in ‘s-Hertogenbosch in de persoon van Hendrik Christiaan, die door het vervullen van zijn dienstplicht bij de Nationale Militie in deze stad terechtgekomen was. In datzelfde jaar trouwde hij met Maria Jacoba Coomans en richtte de Horlogerie H.C. Ebeling op die drie generaties lang ruim 100 jaar in ‘s-Hertogenbosch heeft bestaan.

Gemeenteontvanger Antoon Ebeling.

Antonius Maria Ebeling.

Briefhoofd H.C. Ebeling.

12

Henri, zoals hij genoemd werd, is de stamvader van de Bossche tak Ebeling. Samen met zijn Maria heeft hij een groot gezin gekregen. Nazaten trouwden ook weer met telgen van Bossche families waardoor onder anderen namen als Rooijakkers, Kruse, Bergé, Reelick, Burg, Hoynck van Papendrecht, Van de Veerdonk, Hillenaar en Suijskens in de familie kwamen. Als nazaat van Henri (mijn moeder is zijn achterkleindochter Willy Ebeling) heb ik de familie uitgezocht en er een boek over geschreven. Henri Ebeling bleek niet de eerste Meester Horlogemaker in de familie te zijn: zijn vader Willem beoefende het vak al en niet alleen Henri maar ook zijn jongere broers Karel Lodewijk en Lourens evenals enkele van Karels zonen werden horlogemaker. Karel Lodewijk heeft een horlogerie in de Amsterdamse Kalverstraat gehad. Er is tussen beide broers contact blijven bestaan tot aan hun dood. In het kort een overzicht van de voorouders en het nageslacht van Henri Ebeling waaronder enkele bekende personen zoals zijn kleinzoon, de Bossche stadsarchivaris Henri Ebeling.

Voorgeschiedenis In 1775 werd in het Duitse Minden gedoopt Traugott Eberhard Wilhelm Ebeling als zoon van Heinrich

Conrad Ebeling en Wilhelmina Charlotte Schurffius. Hij had zeer vooraanstaande doopgetuigen, namelijk Herr Cammer Präsident von Breitenbauch, Herr Regierungs Präsident Freiherr von der Reck en Herr Domdechanten von Vincke. Zijn grootvader was Conrad Gerhard Friderich Ebeling die van beroep Verwalter (rentmeester) was, eerst op Schloss Crollage te Lübbecke-Holzhausen, vervolgens op Rittergut Viegenburg te Börninghausen en later weer op Schloss Crollage, twee kastelen die beide in de buurt lagen van Minden en in bezit waren van de familie Von Ledebur.

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1

Schloss Crollage bestaat nog en is in particuliere handen. Een broer van moeder Wilhelmina Charlotte was Carel Lodewijk Schurffius ook wel Schorffius. Hij werd in 1772 ingeschreven als poorter van Amsterdam waar hij goede zaken deed als Meester Tinnegieter. Eind 18de eeuw hebben Heinrich en Wilhelmina samen met drie kinderen ook de stap gezet en zich eveneens in Amsterdam gevestigd. Hun oudste zoon Traugott veranderde zijn naam in het Hollandser klinkende Willem en trouwde met Neeltje van Hulst. Ze kregen een groot gezin. Willem was horlogemaker geworden en drie van zijn zoons traden later in zijn voetspoor. Genealogisch overzicht 1. Conrad Gerhard Friderich Ebeling (*ca. 1700+na 1763) X 01-12-1729 Anna Maria Kollmeijer (*1697) Uit dit huwelijk 7 kinderen waaronder: Heinrich C. (2)


in ’s-Hertogenbosch Mieke van Thiel-Leijten(-Ebeling) 7. Charles Joseph Ebeling (*1882+1938) X 15-021909 Theodora M.H. Hoynck van Papendrecht (*1882+1931) Uit dit huwelijk 6 kinderen

Charles Ebeling in toren SintJan in 1934. Ebeling Kerkstraat in 1902.

2. Heinrich Conrad Ebeling (*1741+1805) X 03-071772 Wilhelmina Ch. Schurffius (*1750+1805) Uit dit huwelijk 6 kinderen waaronder: Traugott E.W. (3) 3. Traugott Eberhard Wilhelm Ebeling (*1775+1836) X 22-08-1800) Neeltje van Hulst (* 1776+1852) Uit dit huwelijk 9 kinderen waaronder: Hendrik Ch. (4) 4. Hendrik Christiaan Ebeling (*1804+1892) X 31-101834 Maria Jacoba Coomans (*1815+1891) Uit dit huwelijk 14 kinderen waaronder: Michel J. (5) en Antonius M. (6) 5. Michel Johannes Ebeling (*1840+1926) X 13-08-1867 Christina le Plais (*1839+1882) Uit dit huwelijk 10 kinderen 6. Antonius Martinus Ebeling (*1846+1928) X 1106-1874 Marianne Josephine Tijtgat (*1851+1903) Uit dit huwelijk 13 kinderen waaronder: Charles J. (7)

Horlogerie Ebeling Zoon Hendrik Christiaan (Henri) leerde wellicht van zijn vader het horlogemakersvak en moest ook zijn militaire dienstplicht vervullen. Hij diende als Sergeant van het 1e Battaillon bij de 1e Afdeling Mobiele Schutters en kwam zo in ’s-Hertogenbosch terecht waar hij kennis maakte met Maria Jacoba Coomans. Haar vader was ook militair, wachtmeester bij het Korps rijdende Artillerie, en woonde met zijn gezin in de Mortelkazerne. Wellicht hebben ze elkaar zo ontmoet. Hun oudste zoon Michel Joannes werd geboren in 1840 en op zijn beurt stapte hij ook weer in de voetstappen van zijn vader en grootvader en werd Meester Horlogemaker. Hij trouwde in 1867 met Christina le Plais en het paar vestigde zich in het pand De Prins van Hessen, gelegen aan de Kerkstraat, destijds wijk A nr. 74, welk nummer nu 24 is. Helaas verkeert het niet meer in originele staat: het is samengevoegd met het naastgelegen pand en deze combinatie heeft een geheel nieuwe voorgevel gekregen. Zij kregen tien kinderen maar geen van hen had interesse om de horlogerie over te nemen. Michel was hoofdbestuurslid van de Horlogemakersbond. De jongere broer van Michel was Antonius Martinus (roepnaam Antoon) die werd geboren in 1846. Ook hij stapte weer in de voetsporen van zijn vader en grootvader en werd eveneens Meester Horlogemaker. Hij trouwde met Marianne Tijtgat. De eerste vijf kinderen van het gezin Ebeling-Tijtgat werden in de Postelstraat geboren, de volgende acht allemaal in de Vughterstraat, wijk G 23. Ze zijn in 1881 ingetrokken bij vader/grootvader Henri en zijn vrouw Maria Jacoba. Antonius Martinus zal zich in de winkel van zijn vader verdienstelijk hebben gemaakt en zijn vrouw Marianne zal behalve voor haar gezin ook voor haar schoonouders hebben gezorgd. We weten dat vader Henri een tremor had: bij het huwelijk in 1874 van zijn zoon Antonius Martinus met Marianne Tijtgat verklaart hij de akte niet te kunnen tekenen vanwege “het beven der handen”. Dit was voor een horlogemaker natuurlijk een drama en dat zal hoogstwaarschijnlijk ook de reden zijn geweest dat Antonius Martinus met zijn gezin bij hen is ingetrokken. In 1882 wordt op dat adres aan de Vughterstraat zoon/kleinzoon Charles Joseph geboren die op zijn beurt de vierde generatie horlogemaker wordt en in 1934 het 100-jarig jubileum van de Horlogerie H.C. Ebeling in het pand De Prins van Hessen gelegen aan de Kerkstraat mag vieren,

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1

13


E Horlogerie H.C. Ebeling.

alsmede zijn 25-jarig jubileum als stadsuurwerkmaker. Van dit heugelijke feit werd een artikel met foto’s geplaatst in het horlogemakersblad Sylvester. Reeds jaren voor het jubileum zijn de twee zaken van Antonius Martinus en zijn broer Michel samengevoegd in het pand aan de Kerkstraat 24. Michel had weliswaar tien kinderen maar geen opvolger en zo kwam het dat Antonius Martinus samen met zijn zoon Charles en diens gezin introkken bij broer/oom Michel en diens vrouw. Charles’ vrouw Theodora kreeg het druk met de verzorging van haar bejaarde schoonvader, diens broer Michel met zijn echtgenote Chrisje en haar eigen gezin. Later zijn Michel en zijn vrouw Chrisje naar het bejaardentehuis in Vlijmen gegaan. Hiernaast een zakhorloge waar op de wijzerplaat de naam “H.C. Ebeling” staat. Gradus de Beus (stadsuurwerkdraaier van ‘s-Hertogenbosch) kreeg in 1942 toestemming van de Ortscommandant om een zakhorloge aan te schaffen omdat hij een uurwerk

Horlogemakersbond, waarvan hij hoofdbestuurslid was. Daags na zijn verjaardag voelde hij zich niet goed en tot zijn grote verdriet mocht hij zijn klokken niet meer onderhouden, al dat trappen beklimmen werd hem teveel. Zijn zoon Charles was naast zijn werkzaamheden in de horlogerie ook stadsuurwerkmaker en secretaris-penningmeester van de Nederlandsche Katholieke Bond voor Horlogemakers, bovendien was hij secretaris van de Diplomacommissie.

Familie Ebeling bij 100-jarig bestaan horlogerie.

Stadsarchivaris Henri Ebeling.

14

nodig had om de uurwerken van den Bosch gelijk te kunnen zetten met de stationsklok. Daarnaast een foto van het pand aan de Kerkstraat 24 waarin de Horlogerie Ebeling het 100-jarig bestaan gevierd heeft. Bekend uit familieverhalen is dat Antonius Martinus Ebeling elke dag de belangrijkste klokken in ‘s-Hertogenbosch ging opdraaien. Zo beklom hij elke ochtend de trappen van de toren van de Sint-Jan om het uurwerk te onderhouden en op te draaien, vervolgens ging hij naar het Stadhuis, de Antoniuskapel en wellicht stonden er nog meer gebouwen op zijn lijstje. Hij zou dit hebben gedaan tot zijn 80ste verjaardag op 1 april 1926 die uitbundig gevierd werd. Ter gelegenheid daarvan stond er een artikel in Sylvester, het blad van de

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1

Meer bekende Ebelingen De oudste zoon van Antonius en Marianne EbelingTijtgat was Antonius Alexander (roepnaam Antoon). Hij ging evenals zijn neef Henri (stadsarchivaris) aan de slag op het Stadhuis en klom op tot Gemeenteontvanger van ‘s-Hertogenbosch. Naast zijn werk was hij medeoprichter van de vereniging Princevlag, verder was hij secretaris-penningmeester van de Stichting Volkshuisvesting in ‘s-Hertogenbosch alsmede bestuurslid van de Nationale woningraad voor Noord-Brabant; daarnaast was hij ook dirigent van het kerkkoor van de Sint-Cathrien oftewel Kruiskerk. Tijdens de oorlog was er een geheime bergplaats in de kelder van zijn kantoor aan de Ridderstraat waarvan de achterkant grensde aan de binnenplaats van het stadhuis zodat van daaruit elke avond de gegevens van


het Bevolkingsregister naar hem toe werden gebracht zodat de Duitsers niet via die gegevens mensen konden oppakken voor de Arbeitseinsatz. Antoon Ebeling gemeenteontvanger, zijn neef Henri Ebeling stadsarchivaris te den Bosch en daarnaast diens broer Jan Ebeling de laatste twee waren ook werkzaam bij het agentschap van de Nederlandsche Bank.

Familiewapen Ebeling.

Hendrik Christiaan Ebeling.

Na zijn pensionering moest Antoon nog enige tijd doorwerken om al die gegevens weer in te voeren. Tijdens de slag om Arnhem slaagde een aantal gevangenen erin om uit Kamp Vught te ontsnappen. Ze hadden doorgekregen dat ze zich bij hem moesten melden en zo had hij opeens vijf onderduikers in huis. Gelukkig had zijn vrouw goede contacten met de marktkooplieden zodat ze af en toe wat extra etenswaren kon kopen. Onder de onderduikers bevond zich Henk Felderhof die later als procureur generaal naar Nederlands Indië is gegaan om daar de oorlogsmisdaden te onderzoeken. Voorouders stadsarchivaris Ebeling De jongste zoon van Hendrik Christiaan Ebeling was Henricus Johannes (roepnaam Henri), geboren in 1851. In tegenstelling tot zijn oudere broers ging hij niet in het horlogemakersvak, maar hij werd handelsreiziger in lakense stoffen voor de Fa. Verschure. Hij reisde per koetsje naar omliggende plaatsen en verkocht zijn stoffen aan de plaatselijke kleermakers. Later werd hij boekhouder en ging hij niet meer op reis.

Henri trouwde met Antoinette van de Veerdonk en zij kregen vijf kinderen waaronder drie zoons, van wie de oudste weer een Henri werd met de doopnamen Henricus Johannes Maria. Hij was Henri Ebeling, de bekende stadsarchivaris van ‘s-Hertogenbosch. Hij was van 1895 tot zijn pensionering in 1945 in dienst bij het agentschap van de Nederlandsche Bank. In zijn vrije tijd ging hij al op jonge leeftijd geschiedenis studeren. Daarnaast was hij vanaf 1903 als volontair werkzaam op het Bossche Gemeentearchief. In 1910 werd hij benoemd tot Gemeentearchivaris van ‘s-Hertogenbosch. Hij schreef vele boeken, had zitting in vele besturen, was conservator voor een aantal genootschappen, was Zwanenbroeder en tevens archivaris van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Deze opsomming is bij lange na niet compleet, het is teveel om hier op te noemen! De jongere broer van Henri Ebeling was Jan, die evenals Henri werkzaam was bij het agentschap van de Nederlandsche Bank, daarnaast was hij directeur van de Patronaatsharmonie van Sint-Cathrien, waarvoor hij al op jonge leeftijd de pauselijke onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifice ontving.

Foto’s Kerkstraat met dank aan Stadsarchief Oude kranten en andere foto’s uit familiebezit

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1

15


L

Ladderwedstrijd 6

In dit nummer presenteren we de zesde opgave. Het is tevens de laatste van dit jaar en dat betekent dat we de eindprijs gaan verloten onder de mensen die alle zes opgaven tot een goed einde wisten te brengen. Wat die prijs inhoudt houden we nog even geheim.

De vorige opgave was opnieuw een pittige. Toch wist een flink aantal Kringleden wat er in beeld gebracht was: een van de kleine plaquettes op de vestingmuur van de Spinhuiswal, nabij het Bastionder. Deze plaquettes dateren van 2005 en ze zijn aangebracht ter gelegenheid van de afronding van dit deel van de restauratie van de vestingwerken. Bovendien had ’s-Hertogenbosch dat jaar nog iets te vieren: de stad was zojuist uitgeroepen tot Vestingstad van Europa. De plaquettes zijn ontworpen door Marlène van Gessel, een van de architecten van de vestingwerken. Men zat met een tweetal lelijke plekken in de muur – hier zitten de hijsogen van de bypass - en toen is van de nood een deugd gemaakt door deze plaatjes erop te monteren. Op de plaquettes zien we profielen van leden van het planteam Vestingwerken 2005 - 2006. Op de wedstrijdplaquette zien we van links naar rechts: Henk Aarts, Harry Boekwijt, Huibert Crijns, Cees Duijx, Marlène van Gessel, William Jans en Hans Meester. Op de andere plaquette staan van links naar rechts: Bas van Zwam, Willem van der Velden, Ivo Scheffers, Peter van Roosmalen, Marc van Roosmalen, Martien van Osch, Emile de Nijs Bik en Eddie Nijhof.

Nik de Vries Na loting is Francien van den Heuvel als winnares uit de bus gekomen. Van harte gefeliciteerd. Uw prijsje ligt voor u klaar in het Kringhuis.

Dan moeten we nog even iets rechtzetten: in de oplossing van vorige keer zit een tikfoutje. Het nummer in de Snellestaart is niet 7, maar 17! En dan nu opgave 6. Ellie de Vries heeft opnieuw een detailopname gemaakt. De vraag is helder: waar bevindt zich dit fragment? Uw oplossing kunt u insturen tot en met 21 februari. Dat kan via het mailadres van de redactie of door middel van een kaartje naar het Kringhuis. Veel succes!

Foto’s: Ellie de Vries

16

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1


A

Aspiranten worden schippers Gerard ter Steege

Eind november 2013 hebben tien aspirant-schippers het certificaat Schipper Binnendieze uitgereikt gekregen. In het komende vaarseizoen gaan zij als volleerd schipper aan de slag bij de tochten over de Binnendieze. Het opleidingsteam van de Stichting Binnendieze heeft in het achter ons liggende winterseizoen weer kans gezien om deze kandidaat-schippers succesvol op te leiden. Deze cursus is van start gegaan in het najaar van 2012. De hele winterperiode is doorgewerkt om de kandidaten goed voor te bereiden op het varen met gasten op de Binnendieze.

De geslaagde schippers en de wethouder.

Eindtoets De theoretische kennis over de historie van de stad en de geschiedenis van de Binnendieze is in het leslokaal van het Kringhuis behandeld. Onder leiding van ervaren schippers vinden op de waterlopen van de Binnendieze de vaarlessen plaats. Hier leren de cursisten met de boot om te gaan. Wekelijks is geoefend om probleemloos door de smalle waterlopen te kunnen varen. Ook oefenen de cursisten om met de boot te manoeuvreren, te draaien en netjes aan de steiger aan te leggen. Dat was in de winter

De schippersopleiding is een intensieve en pittige opleiding van 2012/13 beslist geen pretje. Deze winter was kouder dan normaal met uitschieters naar beneden begin december en medio januari. Daarna kreeg de Binnendieze zoveel water te verwerken dat de stroming het varen bijna onmogelijk maakte. Desondanks hebben de vaarlessen toch maar twee weken stil gelegen. IJsgang was toen de oorzaak om niet te gaan varen. Ga je toch varen, dan kunnen de ijsschotsen de boten behoorlijk beschadigen. Het eerste gedeelte van de opleiding eindigt met een laatste vaartoets. Bij deze toets moeten de aspiranten laten zien dat ze het varen en gidsen goed onder de knie hebben. Als dat goed gaat, worden ze tijdens het seizoen als aspirant ingepland bij de reguliere vaartochten. Dat is het tweede en praktische onderdeel van de opleiding. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is het correct omgaan, niet alleen met de bezoekers maar ook met de collega’s en baliemedewerkers. Het bezitten van het Klein Vaarbewijs is wel een vereiste om te mogen varen op de Binnendieze. Volgens Dick de Rooij ligt het in de lijn van de verwachting dat najaar 2014 weer een opleiding voor nieuwe schippergidsen van start zal gaan. Belangstellenden kunnen te allen tijde bij hem alle informatie hierover krijgen.

Embleem Jack Siskens begon in oktober 2012 voor de tweede keer aan de opleiding voor schipper. Door omstandigheden moest hij in 2011 met een onbevredigend gevoel op het laatste moment afhaken. Wel is hij daarna als gids mee gaan varen op de salonboot Fredrik Hendrik. Na enig heen en weer gepraat is het hem uiteindelijk gelukt om in 2012 aan de schippersopleiding te kunnen beginnen. Wel moest hij het hele opleidingstraject over doen. Jack daarover: “Het was voor mij een hele opluchting toen ik eindelijk als aspirant-schipper mocht gaan varen. De Binnendieze was niet nieuw, de collega’s ook niet, maar het dragen van het Binnendieze-embleem. Dat embleem geeft een warm gevoel erbij te mogen horen. We zijn de cursus met 18 mensen begonnen; helaas zijn er acht afgevallen. De opleiding was dan ook pittig. Gelukkig beschikt de Binnendieze over een kundig en ervaren opleidingsteam, dat met veel geduld en overgave ons de theorie en het varen heeft bijgebracht. Alle instructeurs en opleiders onze dank daarvoor en dat wij nog maar lang als collega schipper/gids op de Binnendieze mogen varen.”

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1

17


A B

Boekenbeurs Boss

Certificaat Eind november 2013 was het dan eindelijk zover. De ontvangstruimte in het Kringhuis kleurde blauw. Bijna alle aanwezigen waren gekleed in het bekende schipperstenue van de Binnendieze. De coördinator opleidingen bij de Binnendieze, Dick de Rooij, heette iedereen welkom. De vertoning van de nieuwe virtuele vaartocht over de Binnendieze stond vervolgens op het programma. Deze manier om kennis te maken met de stadsrivier is speciaal ontwikkeld om in het winterseizoen te vertonen in de regionale verzorgingstehuizen.

In het laatste weekend van januari 2014 organiseert de Bossche Vincentiusvereniging voor de veertigste keer haar Boekenbeurs. In de Brabanthallen worden naast honderdduizend boeken ook grammofoonplaten (lp’s, singletjes) en cd’s aangeboden. Toegang en parkeren zijn gratis. De opbrengst van de beurs gaat naar goede doelen in de Derde Wereld.

In dit jubileumjaar wordt getracht om twee hoofdprojecten te realiseren. Het ene project betreft het bouwen van stenen fundamenten voor 48 huisjes voor arme mensen in een kuststreek. Het tweede betreft de bouw van toiletten bij een school en internaat. Een aantal andere goede doelen krijgt een kleinere bijdrage. Het motto van de Boekenbeurs is dit jaar: Boeken steunen India. Men hoopt de opbrengst van 2013 – 54.500 euro – op zijn minst te evenaren.

Eerste beurzen De eerste Boekenbeurs van de Bossche Vincentiusvereniging werd 40 jaar geleden als ‘vlooienmarkt’ in het oude Carolusziekenhuis aan de Jan Heinsstraat gehouden. In de plaatselijke kranten stonden oproepen om bruikbare, overtollige boeken aan het actiecomité te schenken. Het aantal aangeboden boeken bedroeg bijna 10.000, de verkoop ervan via de Boekenbeurs was een doorslaand succes. De opbrengst van 8.000 gulden was toen bestemd voor de bouw van een nijverheidsschool in

Wil Mulders presenteert de virtuele vaartocht.

Na een korte pauze was het wethouder Van Olden die de certificaten kwam uitreiken. “Veertig jaar Kring wil ook zeggen veertig jaar opleiden. De recente vondst van werktuigen van Neanderthalers toont maar weer eens aan dat parate kennis nodig blijft. De schippersopleiding is een intensieve en pittige opleiding. Soms vraag ik mij wel eens af of het niet eenvoudiger is om een autorijbewijs te halen dan om schipper te worden op de Binnendieze.” Vervolgens reikte de wethouder aan de geslaagde kandidaten het schipperscertificaat uit. De bijeenkomst is daarna in een informele sfeer afgesloten met een drankje en een hapje. De geslaagde schippers zijn: Paul Banens, Marja Goffree, Hans van Kasteren, Nico Rip, Jack Siskens, Ad van der Stokker (niet op de foto), Bert Verbruggen, Adriaan van der Vleuten, Jan van de Water en Ad Weck.

Foto’s: Ed Hupkens

18

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1

Kerala, India. De keer daarop werd een boekenbeurs georganiseerd in het parochiehuis van de SintCathrien aan de Kruisbroedershof. Deze bracht ruim 12.000 gulden op, een mooi startkapitaal voor een op te richten, rijdende oogkliniek in India. De organiserende werkgroep heette toen nog Projectontwikkelingsgroep India. In het derde


sche Vincentiusvereniging 40 jaar Ed Hupkens vrijwilligers. Inmiddels is de beurs uitgegroeid tot de grootste van Brabant, waar elk jaar duizenden mensen op afkomen.

Boeken en nog eens boeken. Foto: Henk Brants

jaar van zijn bestaan werd een grote boekenbeurs georganiseerd om een ontwikkelingsproject op Sumatra te financieren. Met de opbrengst konden 10

Logistieke olympiade In de Griekse oudheid was de Olympiade oorspronkelijk de vierjaarlijkse voorbereiding op de Olympische Spelen. Het organiseren van de Boekenbeurs kan beschouwd worden als een jaarlijkse logistieke olympiade. “We zijn er het hele jaar mee bezig”, geeft Frans van Mourik aan. Hij is eindverantwoordelijk voor alles wat met de logistiek te maken heeft. Alle werkdagen en op de zaterdagen worden tijdens de openingsuren vaak honderden boeken het Vincentiushuis aan de Havenstraat 11A binnengebracht en daar voorlopig opgeslagen. In plastic tassen, koffers of samengebonden in bundels worden ze aangeleverd. De vereniging krijgt de boeken van zowel particulieren als bedrijven en instellingen. Als er sprake is van een grote hoeveelheid boeken, of als de boeken niet gebracht kunnen worden, worden deze – na afspraak – bij de mensen thuis of organisatie opgehaald. Van maandag tot en met zaterdag zijn leden van de werkgroep in wisselende samenstelling

Een ploeg van ongeveer 50 vrijwilligers komt de bijna 2.300 dozen uitpakken

Staatssecretaris Jetta Klijnsma op bezoek.

tot 12 jongeren opgeleid worden tot (dorps)onderwijzer door Nederlandse missionarissen. Dat jaar werd voor het eerst de Boekenbeurs in de grote hal van het Provinciehuis gehouden. Jarenlang zou dit het onderkomen van de boekenbeurs zijn. De laatste jaren bieden de Brabanthallen de Boekenbeurs een gastvrij en ruim onderdak. De opbrengsten zijn ondertussen niet meer alleen voor projecten in India of Sumatra bestemd, maar voor goede doelen in de gehele Derde Wereld. Het organiserend actiecomité van de Bossche Vincentiusvereniging gaat tegenwoordig onder de naam Werkgroep Boekenbeurs door het leven, allen

De veertigste Boekenbeurs van de Bossche Vincentiusvereniging wordt gehouden op vrijdag 24, zaterdag 25 en zondag 26 januari 2014 in de Brabanthallen. Toegang en parkeren zijn gratis. Openingstijden: vrijdag 19 – 22 uur, zaterdag en zondag 10 – 16 uur. De opbrengst is bestemd voor goede doelen in de Derde Wereld. Informatie op: www. vincentiusdenbosch.nl; e-mail: boekenbeurs@live.nl.

bezig met het sorteren op genre. De categorieën variëren van romans, kinder- en jeugdboeken (ook stripverhalen), Brabantica (waaronder veel boeken over ‘s-Hertogenbosch), kookboeken, pockets, religie, Frans-, Duits- en Engelstalige boeken, reisboeken, Nederlandse taal en letterkunde, wereldliteratuur, geschiedenis, biologie, muziek, wetenschappelijke werken, sport en spel, informatieve banden, over natuur tot kunstboeken. De op categorieën gesorteerde boeken gaan in dozen, 30 dozen gaan er op een pallet. De pallets worden met de eigen vrachtauto vervoerd naar en opgeslagen in een ruimte van de De Gruyterfabriek. Zodra de laatste volle week van januari in zicht komt, stijgt de spanning bij de leden van de werkgroep. De Boekenbeurs “Vanuit de opslagplaats worden zo’n 100.000 boeken naar de Brabanthallen overgebracht; dat zijn meer dan 74 pallets met elk 30 dozen. Met twee vrachtwagens wordt drie keer de route gereden. Daarnaast gaan 26 pallets met andere materialen mee. Op de eerste plaats

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1

19


B Stilte voor de storm. Foto: Henk Brants

zijn dat dozen met cd’s, lp’s, en singletjes, die ook op de Boekenbeurs verkocht worden. Verder gaat het om praktische spullen, zoals elektriciteitskabels, lampen, een complete winkelinrichting (stellingkasten), kassa’s, plastic tassen, boekenleggers et cetera”, verduidelijkt Frans van Mourik. Op de woensdag komt de firma Eekels professionele marktkramen plaatsen. Daags daarop (donderdag en vrijdag) komt een ploeg van ongeveer 50 vrijwilligers de bijna 2.300 dozen uitpakken, de boeken worden keurig per categorie verdeeld in de kramen gezet. De vrijdagavond, zaterdag en zondag zijn de dagen waarop de Boekenbeurs uiteindelijk haar deuren opent. Op vrijdag gaan de (gebonden) boeken voor 2,50 euro per stuk over de toonbank (niet-gebonden boeken zijn goedkoper). Op zaterdag kost een boek 1,50 euro, terwijl op zondag het restant voor de kiloprijs van 3 euro van de hand zal worden gedaan. Kinderboeken en strips hebben vrijdags en zaterdags een eigen prijs, strips ook op zondag. Vrijwilligers van de Speelgoedbeurs – een andere activiteit van de Vincentiusvereniging – zorgen alle beursdagen voor de inwendige mens van zo’n 150 vrijwilligers, die gedurende drie dagen acte de présence geven. Wat na de Boekenbeurs overblijft aan boeken, wordt geschonken aan zusterinstellingen in de regio met gelijke doelstellingen. Als op zondagavond rond 16.00 uur de laatste bezoeker is vertrokken, worden in razend tempo de niet verkochte restanten ingepakt in dozen en afgevoerd naar de De Gruyterfabriek. Stellingkasten en dergelijke materialen worden afgebroken en opgeborgen. Een schoonmaakploeg is dan al bezig met het grondig ‘kuisen’ van de ruimtes. Meestal rond 21.00 uur worden de Brabanthallen weer opgeruimd en stofvrij opgeleverd. De vrijwilligers worden bedankt en gaan huiswaarts. Voor de leden van de werkgroep wordt de Boekenbeurs afgesloten met een maaltijd in het Vincentiushuis. Dit ‘diner’ bestond traditioneel uit erwtensoep en pannenkoeken. Maar in 2013 werd men verrast door een andere lekkere maaltijd, bereid door de voorzitter van de Vincentiusvereniging, Frans Koeman en zijn vrouw. Delicatessenhoek De Boekenbeurs kent al jaren een ‘Delicatessenhoek’. Daar worden bijzondere, soms antiquarische boekwerken tegen speciale prijzen verkocht. De werkgroepsleden Henk Brants en René Kok geven enkele voorbeelden. Twee schoolboekjes van de beroemde drukker Plantijn uit Antwerpen hebben enkele honderden guldens opgeleverd. Een uitzonderlijke vondst was een 16de-eeuws, theologisch werk, een Duitstalig missaal. Nogal wat boeken en theologische tijdschriften zijn afkomstig van kloosters

20

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1

en congregaties. Soms zitten daar bijzondere werken tussen, zeker als die in het Nederlands geschreven zijn, want meestal zijn die in het Latijn opgesteld. Een aparte vondst was een Arabisch handschrift, door een Utrechtse hoogleraar gedateerd als Laatmiddeleeuws. Een ander voorbeeld is het handgeschreven klantenregister van het voormalige hotel De Hut aan de Loonsebaan in Vught. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden er SS-officieren in ondergebracht. Het register is geschonken aan Nationaal Monument Kamp Vught. Een fotoboek ter gelegenheid van het afscheid van oud-burgemeester Van der Does de Willebois is aan het Stadsarchief geschonken. In het algemeen worden archiefwaardige stukken die over ’s-Hertogenbosch gaan, aan het Stadsarchief overgedragen. Persoonlijke spullen Vrij regelmatig komen met de boeken ook persoonlijke spullen mee. Meestal worden die bewust meegegeven, maar soms – blijkt achteraf – is dat niet de bedoeling. Het gaat hier om diploma’s, (koninklijke) onderscheidingen met soms het lintje erbij, poëziealbums, fotoboeken. Daarnaast zijn munten, bankbiljetten (gebruikt als boekenlegger), postzegels, bidprentjes, geschenkbonnen en ansichtkaarten met boeken meegekomen. Als de Werkgroep vermoedt dat spullen van persoonlijke aard per vergissing zijn meegegeven, probeert zij de rechtmatige bezitters te achterhalen. Zo kon ooit een fotoboek met verstilde foto’s uit het voormalige Nederlands-Indië aan de gelukkige eigenaar teruggegeven worden. Ook twee geborduurde schilderijen, in 1942 gemaakt door een 12-jarig meisje in een jappenkamp, konden worden teruggebracht naar de zielsgelukkige familie. De Boekenbeurs is van plan om deze persoonlijke zaken te fotograferen en die op de website van de Vincentiusvereniging te plaatsen, met de vraag aan het bezoekende publiek of deze wellicht per abuis zijn weggegeven. Foto’s: Ed Hupkens en Henk Brants


B

2500 Boschlogen! Nik de Vries

In 1990 is de eerste cursus Boschlogie georganiseerd, nog zonder getal erachter, dat komt pas later. De organisatie is in handen van het Koning Willem I College, het Stadsarchief en Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch. Nu, 23 jaar later, wordt het 2500ste certificaat uitgereikt. We schrijven zaterdag 7 december 2013. Tijdens een feestelijke bijeenkomst in de Oranjegalerij van het Stadhuis ontvangen 44 deelnemers aan de cursus Boschlogie I hun getuigschrift, hun certificaat. Loco-burgemeester Jan Hoskam is er compleet met burgemeestersketting op zijn vrije zaterdag voor gekomen om de certificaten uit te reiken. In zijn korte toespraak wijst Hoskam erop dat deelnemers aan de cursus niet alleen uit ’s-Hertogenbosch zelf komen, maar in feite overal vandaan. Hij is er trots op geboren en getogen Bosschenaar te zijn en pleit ervoor overal en altijd de naam ’s-Hertogenbosch te gebruiken. “In die naam Elvi Donkers en wethouder Jan Hoskam.

Als laatste is het de beurt aan nummer 2500: Elvi Donkers

De twee groepen cursisten. zitten geschiedenis, cultuur en uniciteit opgesloten,” zegt hij. Hoewel de deelnemers geen diploma krijgen, worden ze toch “apostelen van de bisschopsstad en de bestuursstad, die ’s-Hertogenbosch is.” Hoskam moedigt de deelnemers aan vooral verder te gaan met vervolgcursussen als Boschlogie II: “Een stad als de onze is zo rijk aan historie, dat die niet in één cursus te vatten is.” Tot slot zegt hij dat hij het als binnenstadsbewoner mooi vindt als deelnemers aan de afsluitende speurtocht bij hem langs komen. Hierna reikt de voorzitster van de Stichting Boschlogie, Jeanette Noordijk van het Koning Willem I College, de certificaten uit. Ze zegt trots te zijn op de 44 kandidaten die het getuigschrift vandaag ontvangen. Alvorens ze tot de uitreiking overgaat, maakt ze de uitslag van de speurtocht bekend. Carla Munsters en Wil Kuijpers (gedeeld 3de), Hans Heesbeen (2de) en

Heleen van de Paverd (winnares) krijgen ieder een fles wijn aangeboden. Dan krijgen alle kandidaten een voor een hun felbegeerde papiertje. Als laatste is het de beurt aan nummer 2500: Elvi Donkers. Met een bedankje aan de groepsleiders, Gerard van Drunen en Heleen van de Paverd, eindigt het formele gedeelte. Tot slot wil ik alle deelnemers geluk wensen met hun certificaat en de organisatoren en inleiders bedanken voor een boeiende cursus Boschlogie I.

Foto’s: Ellie de Vries

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1

21


H

25 jaar Heemkundekring Rosmalen Dit jaar viert de Heemkundekring Rosmalen het 25-jarig bestaan. De vereniging is al lange tijd druk bezig om dit jubileumjaar niet ongemerkt voorbij te laten gaan. Naast enkele kleinschalige evenementen wordt hard gewerkt aan het realiseren van enkele aansprekende tentoonstellingen, die in Sociaal Cultureel Centrum Perron-3 worden opgezet. De geschiedenis van Rosmalen gaat terug tot in 815. In een oorkonde van de Abdij van Lorsch bij Mentz wordt dan melding gemaakt van een hoeve in Rosmalla met weiden en zes varkens.

We hebben een omvangrijk archief met vele waardevo

Gerard van Lokven, Arnold de Veer en Jan Ketterings bekijken kaarten uit 1832.

Oorkonde De naam ‘Rosmalen’ wordt vaak onterecht in verband gebracht met de rosmolens die in de Middeleeuwen veelvuldig zijn gebouwd. Ook bij het Beleg van ’s-Hertogenbosch in 1629 is gebruik gemaakt van deze door paarden aangedreven molens. Volgens de oorkonde uit 815 is ‘Rosmalla’of ‘Rosmella’ de naamsverklaring. De naam Rosmalla is een samenstelling van de Oudgermaanse woorden ‘rausa’ en ‘malho’. Het eerste woord betekent ‘riet of drassig land’, het tweede woord heeft de betekenis van ‘een (verheven) plaats van samenkomst voor een volksvergadering of rechtplaats.’ Volgens het Oudnederlands Woordenboek heeft ‘malla’ de betekenis van paardenmarkt. In dat geval verwijst ‘malen’ naar de eetzak die de paarden op de markt droegen. In de Middeleeuwen was Rosmalen een plaats waar Gelderse en Brabantse boeren hun paarden verhandelden. Wilma van Creij en Henda Pennings, respectievelijk voorzitter en penningmeester van de heemkundekring, zijn van mening dat de oorkonde uit 815 de oorsprong is van de naamgeving van Rosmalen. 1989 Pratend over de heemkunde zegt Van Dale daarover: “Kennis van de eigen omgeving in al haar aspecten.” Wilma van Creij geeft daarbij aan dat gisteren ook al historie is. Ook na 25 jaar is de heemkundekring nog springlevend. De vereniging kent rond de 300 leden en beschikt over een aantal werkgroepen met ieder voor zich een specialistisch aandachtsveld. Na enkele mislukte pogingen in de tachtiger jaren om een eigen heemkundekring op te richten, kwam in 1988 de Heemkundekring Nuwelant de Rosmalenaren te hulp. Dit resulteerde uiteindelijk in een bijkomst op 12 januari 1989 in De Kentering

22

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1

waar met de hulp uit Nuland de oprichting van de Heemkundekring Rosmalen met grote vreugde wereldkundig werd gemaakt. Statutair gezien is de officiële datum van 18 oktober 1989 bepalend; op die datum werd de vereniging door notaris Huijbregts in de registers ingeschreven. In de jaren daarna groeide de vereniging uit tot een niet meer weg te denken aspect in de Rosmalense samenleving. Het oprichtingsbestuur stond onder voorzitterschap van de oud-gemeentesecretaris Theo Derksen. Verdere bestuurleden waren toen: M. van Heumen, J. van Poppel, H. de Werd en F. Janssen. De eerste grote klus voor de jonge vereniging was het verder uitdiepen van de gemeentelijke inventarisatie van de beeldbepalende panden in de gemeente, dit was ook de aanzet tot het vormen van een eerste van vele werkgroepen.


Gerard ter Steege en Ed Hupkens

Heemhuis Rosmalen.

Heemhuis Het duurt niet lang of de vereniging gaat op zoek naar een eigen verenigingslokaal. Na enige omzwervingen komt uiteindelijk de voormalige huishoudschool De Bron in beeld. Eind 1991 wordt deze locatie als het eerste Heemkundehuis in gebruik genomen. Later wordt deze gevestigd bij Coudewater en vandaag de dag is het Heemhuis ingericht in het souterrain van het voormalige gemeentehuis, nu onderdeel van Perron-3. Wilma van Creij noemt dit eerder een praktische

olle en historische zaken dan een ideale oplossing. “Bij de verhuizing van Coudewater naar deze locatie hebben we vooral op de ruimte moeten inleveren. We hebben een omvangrijk archief met vele waardevolle en historische zaken. Om deze verantwoord en overzichtelijk op te kunnen slaan, zijn de ruimte en het klimaat de belangrijkste elementen.” Henda Pennings maakt daar ook nog een financiële kanttekening bij. “Wij moeten voor dit Heemhuis een behoorlijke huur betalen naast de overige kosten die op ons afkomen. Aan het gewone verenigingswerk en in het verlengde daarvan het uitdragen van de heemkunde zijn begrijpelijk ook vele onkosten verbonden. Wij prijzen ons gelukkig met een behoorlijk ledenbestand, maar voor het overige zijn wij afhankelijk van subsidies, sponsoren en donaties. Maar deze laatste bijdragen nemen eerder af dan toe en dat is toch wel zorgelijk”, aldus de penningmeester. Belangstelling “De belangstelling voor de Heemkunde is tegenwoordig wel enigszins aan het ‘vergrijzen’. De jeugd heeft duidelijk andere interesses. Desondanks probeert men ook voor deze doelgroep aansprekende activiteiten te organiseren om de jeugd de belangstelling voor de geschiedenis van Rosmalen bij te brengen. Op stap met Jet en Jan is daar een voorbeeld van”, aldus Wilma. In dit project voor scholieren wordt het verhaal verteld van de wederwaardigheden van een Rosmalens gezin in het begin van de 20ste eeuw. Het dorp Rosmalen kende toen slechts een paar straten en de rest bestond uit ‘gebiedjes’, zoals de Varkenshoek, Kerkenhoek, Krommenhoek, Bruggen, Heinis. Jet en Jan zouden, als hun huis nog zou bestaan, nu in de Rozenstraat hebben gewoond.

“Tijdens en na de annexatie van de gemeente Rosmalen door ’s-Hertogenbosch in 1996 is de belangstelling voor onze heemkundekring aanzienlijk toegenomen. Samen met de lokale politiek hebben wij onder meer kunnen bereiken, dat de Grote Wielen op Rosmalens grondgebied ook de postcode van Rosmalen kreeg.” Doelstelling De vereniging kent een omvangrijke doelstelling. Zij stelt zich als doel het in brede kring wekken van belangstelling voor en bevorderen van kennis over alle aspecten van de heemkunde. Speciale aandacht hierbij krijgen de geschiedenis van Rosmalen, het volksleven, het landschap en het milieu. Daartoe behoort ook het bewaren en/of beschermen van heemkundig gezien belangrijke roerende en onroerende goederen, oude voorwerpen, de volkstaal en oudheidkundige gegevens. Belangrijke relicten zijn onder meer foto’s, bidprentjes, schilderijen, boeken, documenten, gebruiksvoorwerpen en overige oudheidkundige zaken. Tentoonstelling De Heemkundekring Rosmalen beschikt over een eigen website (www.heemkundekringrosmalen.nl) waar nog voortdurend aan wordt gesleuteld om deze zo informatief mogelijk te houden. Geregeld worden ook lezingen, excursies, wandelingen en tentoonstellingen georganiseerd. De leden ontvangen bovendien regelmatig het eigen periodiek Rosmalla en krijgen daarnaast informatie via de digitale Nieuwsbrief. Naast enkele kleinere activiteiten in het kader van het 25-jarig jubileum staat voor 14 en 15 juni een grote tentoonstelling gepland in Perron-3. Deze tentoonstelling geeft informatie over de religie, de zorg en het onderwijs zoals deze zich door de eeuwen heen in Rosmalen hebben ontwikkeld. Het KringNieuws gaat dit jaar regelmatig aandacht besteden aan het jubileum van deze zustervereniging van de Kring in de regio ’s-Hertogenbosch. Foto’s: Ed Hupkens

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1

23


H

Hier staoi ik dan 13 De Sint-Jan

Hier staoi ik dan, ‘t is pracht en praol de Sint-Jan; Basiliek, Kathedraol ’t mooiste bouwwèrk van allemaol Honderde beelde die naor oe straole ieder mee z’n eigeste verhaole ge kunt’r ure in wegdwaole D’n Èrwteman, onze Vaoder en z’nne Zôôn Duvelkes en d’n Engel mee hulliejen tillefôôn ’t Epke op ‘t stepke, allemaol hil gewôôn

In de kèrk spult ’t ùrgel ‘n prachtige nôôt ‘t drèèiende uurwèrk, beschene deur ’t glas-in-lôôd veurstellende de mythe van ’t leve en d’n dôôd Efkes bij de Zute Moeder naor binne, deur onrust gedreve veur ’n speciaol verzuuk of steun die zij me zeker zal geve kèk mar naor de tallôze wondere in ’t Miraokelboek beschreve De Sint-Jan; Kathedraol, Basiliek veur de Stad al bekant 800 jaore symboliek karakteristiek, authentiek en uniek

Er valt natuurlijk veel te vertellen over de Grote Kerk, zoals menig Bosschenaar de Sint-Jan noemt. Over de twee verschillende bouwstijlen, de Beeldenstorm, de grote brand na een blikseminslag in 1584 (als

Voor de vele bezoekers aan het Mariabeeld een ogenblik van rust en vergelding op de moord van Willem van Oranje, zoals wel verteld wordt), de Sint-Jan als protestantse kerk en natuurlijk de vele restauraties. Talloze boeken zijn er geschreven en een bezoek aan museum De Bouwloods of de diverse rondleidingen in en om de kathedraal bieden u naast een bijzonder uitstapje ook alle informatie over het belangrijkste monument van ’s-Hertogenbosch. Ik zal mij voor deze keer beperken tot het opsteken van een kaarsje bij Onze Zoete Lieve Moeder, voor de vele bezoekers aan het Mariabeeld een ogenblik van rust en bezinning. Nog filosoferend hoe men in godsnaam eeuwen geleden, zonder de huidige moderne technieken, dit wonderbaarlijke bouwwerk heeft kunnen realiseren, zet ik mijn weg voort richting de Choorstraat. In deze kronkelende en hobbelige straat, genoemd naar het ‘choor’ van de SintJan, woonden en werkten de zusters van één van de oudste seculaire zustercongregaties van Nederland. Deze Zusters van de Choorstraat verzachtten de nood onder de vele daklozen en wezen van ’s-Hertogenbosch en verrichtten pionierswerk op het terrein van onderwijs aan doven en slechthorenden. Onze ouwe Sint-Jan van de legendarische Twee Pinten neuriënd, slaan we halverwege linksaf het Sint Janskerkhof in. In het midden van het Sint Janskerkhof biedt een mooi stil binnenplaatsje een oase van rust en groen, en dat zo dichtbij het drukke voorbijrazende gemotoriseerde verkeer van de Hinthamerstraat. Meteen gaan de herinneringen hier op dit

24

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1


Sjef Brummer

bezinning

pleintje uit naar mijn jeugdjaren: met goede vriend en bakkerszoon Kees van bakkerij Korengoud heb ik hier tussen de geparkeerde auto’s menig balletje getrapt en kattenkwaad uitgehaald. Richting Hinthamerstraat vallen mij nog twee panden in het oog. Allereerst het monumentale Sint Janshuis waar de Schola Cantorum Die Sangeren Onser Liever Vrouwen der Kathedrale Basiliek van Sint-Jan is

gehuisvest. Het oorspronkelijke jongenskoor, waarvan de oudste registratie van jongenskoorzang in de SintJan een testament uit 1274 is, heeft sinds 1972 ook een meisjesafdeling: de Schola Puellarum.

En even verderop rechts op de hoek met de Hinthamerstraat het perceel van café De Keulsche Kar, waar je op het terras nogmaals oneindig kunt genieten van het prachtige uitzicht op de basiliek. De naam van dit gezellige etablissement verwijst naar het Duitse Keulen toen de Hertogstad begin 13de eeuw onder de heerschappij van de Keulse bisschop kwam. De aangelegde weg daar naartoe lag voor de Bosschenaren open om met paard en kar profijt te halen uit de levendige handel in deze stad aan de Rijn. Nog even achteromkijkend, om voorlopig afscheid te nemen van de Sint-Jan, steken we de Hinthamerstraat schuin naar rechts over naar het majestueuze monumentale gebouw op huisnummer 94. Het domicilie van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap, beter bekend als het Zwanenbroedershuis. Een mooi eindpunt na letterlijk een rondje om de kerk, hopelijk bent u er de volgende keer ook weer bij.

HOUDOE WOR! Foto’s: Ellie de Vries

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1

25


B

Broeders van Maastricht in ´s-Hertogenb

De congregatie van de Broeders van de Onbevlekte Ontvangenis van de Maagd Maria werd gesticht in 1840, met de bedoeling arme kinderen en weeskinderen een christelijke opvoeding te geven. De stichter van deze onderwijscongregatie, de priester Ludovicus Rutten (1809 -1891), een rijke bierbrouwerszoon en idealist die zijn hele vermogen spendeerde aan de ondersteuning van de armen, kreeg datzelfde jaar hulp van een praktische bestuurder, Jacobus Adrianus Hoecken (1810 -1880), zoon van een Tilburgse houtdraaier. Na zijn geloften werd hij broeder Bernardus genoemd. De broeders van Maastricht zijn heden ten dage over de hele wereld werkzaam, maar het eerste klooster buiten Maastricht werd in ´s-Hertogenbosch gesticht, in 1843. Uit hun annalen blijkt waarom de congregatie zich hier vestigde. “In mei 1843 werd het Maastrichtse klooster (een huis aan de Capucijnengang aldaar) bezocht door pastoor Antonius van den Heuvel van de parochie van Sint Pieter in Den Bosch. Deze buitengewoon actieve pastoor legde zijn plannen voor met betrekking tot het onderwijs aan de arme Bossche jeugd en vroeg de kloosterleiding enkele broeders naar zijn parochie te sturen om zijn ideeën te realiseren. Bij eerste oogopslag

bang om afgewezen te worden en het zou niet gunstig zijn voor het aanzien van hem, de kloosteroverste. Daarop antwoordde de edele heer: ´Broeder, gij zult passeren, daar blijf ik borg voor.´ Op de morgen van 26 juli, de feestdag van moeder Anna, zou het examen plaatshebben. De broeders bereidden zich erop voor door de H. Communie en vurige gebeden, vervolgens gingen ze er met vertrouwen op af, de harten klopten, doch niet zonder reden. Zij verschenen voor de commissie, werden beleefd ontvangen, ofschoon het slechts aan een paar leden bekend was wie ze waren. Op de vragen van de heren examinatoren bleek dat er geen aangifte gedaan was, dat ze niet als kwekeling werkzaam waren geweest, geen geboortebewijs hadden, noch een bewijs van goed gedrag, enzovoort. Niets van dat was voorhanden. De drie waren hierop niet voorbereid, evenmin als op het examen. Ze durfden ook niet te zeggen dat ze uit Maastricht kwamen, want juist enkele dagen geleden was de Schoolcommissie

Het examenwerk was ook zeer gebrekkig, de drie broeders hadden elkaar wat nag leken de voorstellen van de pastoor uitzinnig. Welke broeders moesten gestuurd worden? Nog geen enkele broeder was gekwalificeerd of bekwaam om een parochiale armenschool te leiden. De pastoor stelde de kloosterleiding gerust. Hij kende de heer De Wijs, de voorzitter van de schoolcommissie en die was in groot aanzien en een der ijverigste voorstanders van de goede zaak. En in het overleg werd nog afgesproken dat, wanneer alles goed uitpakte, één der broeders zich zou belasten met de bestiering van een parochiale armenschool in de parochie.” (uit de Annalen van de broedercongregatie 1843, pag. 62 - 63)

Sint-Pieter in 1962 vanaf het zuiden. Sloop woningen en demping Binnendieze.

26

Op weg naar ‘s-Hertogenbosch “Op 23 juli 1843 reisden drie kandidaten, waaronder broeder Bernardus, met een boterham in de zak naar Den Bosch. De wandeling was tot Bree en vandaar met de boot, zij vertrouwden geheel op de Voorzienigheid.” Bree ligt zo´n 40 km van Maastricht, dus minstens acht uur marcheren en daarna met de boot, dat was stukken goedkoper dan over de straatweg, via de ZuidWillemsvaart naar ´s-Hertogenbosch, circa 95 km; met het passeren van de 19 sluizen vanaf Bree zal dit wel twee dagen geduurd hebben. “Het eerste bezoek van Broeder Bernardus was bij de Weled. Heer de Wijs, lid van Gedeputeerde Staten en Voorzitter van de Schoolcommissie. Bernardus was zeer

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1


bosch 1 Ton Vogel voor Limburg benoemd. Daar stonden ze dan, rood van schaamte en met beklemd hart, onbekend aan de heren en onbekwaam voor het examen.” “Altijd durende lof en dankzegging aan de edelmoedige heer De Wijs! Hij dreef manmoedig de zaak door en zodra hij bemerkte dat iets scheef liep en er onraad dreigde, gaf hij aan de meest vertrouwde leden kennis over de zaak ten einde vóór de broeders te stemmen. Eén en ander liep in het oog van de tegenpartij, zo ver dat men zelfs vreesde dat die zich bij de minister zou beklagen over de verregaande knoeierij, doch Gode zij dank, het is er bij gebleven.” Het huis van de broeders, Achter de Tolbrug 5. Ernaast een stukje van de Sint-Pieter.

geknoeid

Geslaagd of niet? “Onder het nazien van het werk en het delibereren over het al of niet toekennen der Akten werd br. Bernardus binnengeroepen, zijn hart klopte en hij beefde als een riet. De heer Spoor, schoolopziener van Tilburg vroeg: ´Mijnheer Hoecken waar is u vandaan, ik ken u niet.´ De broeder kon daarop niet veel antwoorden. Het examenwerk was ook zeer gebrekkig, de drie broeders hadden elkaar wat nageknoeid, ze zaten wel aan afzonderlijke tafels, maar kregen dezelfde opdrachten voorgelegd, dus ze konden elkander helpen. Na afloop der deliberatiën werden ze binnengeroepen om hun vonnis te vernemen. De voorzitter namens de commissie deed uitspraak en kende aan J.A. Hoecken ( Jacobus Adrianus, ofwel broeder Bernardus) , A.J. Froesch (ofwel broeder Aloysius) , en aan J. Rouw (broeder Stanislaus) de derde rang van onderwijzer toe. Maar de heer Spoor nam het woord en zei: ´Wat nu ten opzichte van de heer Hoecken?´ De voorzitter antwoordde: ´Dat is op mijn verantwoording.´ De heer Spoor reageerde echter onverbiddelijk: ´Ik wil hem in mijn district niet.´ Hiermee was de pret afgelopen, spijtig dat de eerste leden van de congregatie die voor hun examen gingen, het niet goed hadden gedaan, anders had dat ook meer voldoening gegeven voor de goede leden van de commissie.” (Annalen 1843 van de congregatie, p. 66 - 69) De broeders beginnen “Nu een gunstig resultaat was bedongen van de examens, verlangde pastoor A. v.d. Heuvel van de parochie van Sint Pieter dat er per 1 november een parochiale armenschool zou worden geopend. De congregatie besloot de pastoor niet teleur te stellen, want het erewoord was gegeven aan deze ijverige man, en ze stuurde broeder Aloysius, weliswaar geheel en al onrijp, doch het moest maar gewaagd worden. O.L. Heer en de H. Maagd zouden de gebreken aanvullen. Men zou met kleine kinderen beginnen;

de oude St. Pieterskerk, de voormalige schuilkerk, werd voor scholen ingericht, drie broeders konden aan de slag. Broeder Camillus was voor de keuken, br. Alexius werd koster van de St. Pieterskerk. Omdat een onderwijzer van de derde rang niet bevoegd was om aan het hoofd van een school te staan, alwaar de tweede rang gevorderd werd, belastte de pastoor zich om dispensatie te vragen aan de minister, hetwelk hem geredelijk werd toegestaan. Het Gesticht te ´s-Hertogenbosch werd op den eersten november begonnen, de school werd druk bezocht, ook deftige ouders verlangden er hun kinderen te doen onderwijzen. Al spoedig opende men er ook een bewaarschool als voorbereiding. Hoe klein van betekenis ook, dit Gesticht gaf de congregatie een weinig oog.” (Annalen 1843, blz. 76) Wie is wie? Broeder Aloysius, in de burgerlijke stand A.J. Froesch, geboren in Maastricht 28 april 1823 ging het onderwijs verzorgen. Alexius, dat is H.A. van den Broek, geboren in Tilburg 12 december 1818, zou werken als koster om daardoor gedeeltelijk in de kosten te voorzien. Broeder Camillus, J. van den Heuvel, geboren 22 november 1818 in Tilburg, verzorgde de keuken. Hij stierf in 1846 als gevolg van een cholerabesmetting tijdens de ziekenverpleging in Maastricht. Wordt vervolgd.

Bronnen: Br. drs. Winifred Ubachs (red.) 1840-1965 Broeders van Maastricht 125 jaar; Annalen van de Congregatie uit de jaren 1840-1870, met dank aan br. Frans Turkenburg, archivaris; Stadsarchief ´s-Hertogenbosch ´Rooms Weeshuis´, inv. nrs. 55, 57, 101, 102; Dr. J.J.M. Franssen, De Bossche arbeider in zijn werk- en leefmilieu in de tweede helft van de negentiende eeuw, Tilburg 1976, p. 386 – 397. Foto’s: Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1

27


A

Antonius van Padua Geert Donkers

KringNieuws is het minimaal zes maal per jaar verschijnend tijdschrift van

Op de hoek van de Van der Does de Willeboissingel en de Capucijnenlaan bevindt zich in de muur een beeld van Antonius van Padua. Het beeld staat in een nis die is afgesloten door een ijzeren rekje en een plaat perspex. Het is een toepasselijke plek, want de muur is de tuinafscheiding van het kapucijnenklooster. Antonius is namelijk een van de bekendste franciscanen.

Kring Vrienden van ’s‑Hertogenbosch. Redactie: Nik de Vries (voorzitter), Michele van den Heuvel, Ed Hupkens, Jan Korsten, Gerard ter Steege, Ellie de Vries (fotografie) en Johan

Antonius werd in 1195 geboren in een adellijke familie in Portugal. Hij trad in 1220 in bij de franciscanen en kwam in Italië terecht. Hij trok rond als prediker. Hij stierf in 1231 in Padua waar hij de laatste twee jaar van zijn leven gewoond had. Hij werd heilig verklaard en Padua werd een druk bezocht pelgrimsoord. Hij verwierf grote bekendheid, omdat hij alom werd aangeroepen bij verloren zaken.

Strang (bestuur). Vormgeving: Jack van Elten Redactie-adres: Secretariaat KringNieuws Postbus 1162, 5200 BE ’s‑Hertogenbosch E-mail: redactie@kringvrienden.nl

Antonius werd aanvankelijk in de kunst uitgebeeld als een jonge baardloze man in een franciscaans habijt. Hij droeg vaak een boek en soms een lelietak als teken van zuiverheid of een crucifix dat zijn werk als prediker symboliseerde. Later werd hij uitgebeeld met het Christuskind op de arm. Ook zag men afbeeldingen van hem met een vis of een ezel. Dit had te maken met legendes rond Antonius. Het Antoniusbeeld in de Bossche muur werd gemaakt van natuursteen en is ongeveer 100 cm hoog. Over de herkomst van het beeld is niet veel meer bekend dan dat het vroeger in de achtertuin van het oude Carolusziekenhuis in de Jan Heinsstraat stond. Het beeld werd vervaardigd door Hendrik van der Geld.

Oplage 2.250 stuks Niets uit een editie mag worden gekopieerd of elders gepubliceerd zonder uitdrukkelijke toestemming van Kring Vrienden en de redactie; dit geldt ook voor het in enige vorm elektronisch beschikbaar stellen. De redactie heeft getracht alle rechthebbenden van het illustratiemateriaal te achterhalen. Personen of instanties die desondanks van mening zijn aan deze uitgave aanspraken te kunnen ontlenen wordt verzocht om contact op te nemen met de redactie.

Deze beeldhouwer werd in 1838 geboren in een boerenfamilie. Hij kreeg zijn opleiding in ’s-Hertogenbosch en aan de academie van Antwerpen. Hij stichtte een atelier voor kerkelijke kunst aan de Oude Dieze in ’s-Hertogenbosch. Hij vervaardigde veel beeldhouwwerk voor de Sint-Jan en andere Bossche kerken en voor talloze kerken in Brabant en daarbuiten. Hij overleed in 1914, alom gerespecteerd en gewaardeerd.

Secretariaat Postbus 1162 5200 BE ’s‑Hertogenbosch

Het Antoniusbeeld werd volgens de traditie gehakt. Antonius werd uitgebeeld als een jonge franciscaan met een schoudermantel. In de rechterhand draagt hij een lelie en aan de linkerzijde zit het Jezuskind op een gesloten boek. Om het middel van de man is een rozenkrans geknoopt. Henri Jonkers maakte in 1947 een kopie van het oorspronkelijke beeld. Het versje “Heilige Antonius, beste vrind, zorg dat ik mijn ….. vind”, vond zijn oorsprong in een historische gebeurtenis. Antonius miste op een zeker moment een boek met aantekeningen voor zijn preken. Na een gebed bracht de geschrokken dief het boek ijlings terug.

E-mail: algemeen@kringvrienden.nl Internet: www.kringvrienden.nl Betalingen: ING Bank 3119716 Jaarlijkse bijdrage minimaal € 17,50 Kringhuis en Kringbalie Parade 12 Telefoon 073 - 613 50 98 Telefax

073 - 614 60 21

Ma. gesloten Bronnen:

Di. tot en met za. van 10.00 - 17.00 uur

Bossche Encyclopedie

zon- en feestdagen van 12.00 - 15.00 uur

W. Knippenberg, Devotionalia 2

Foto: Ellie de Vries

28

KringNieuws januari 2014, jaargang 40 nummer 1


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.