Kring Nieuws uitgave van kring
vrienden van ’s‑Hertogenbosch
Jaargang 39 nummer 2 maart 2013
Vooraf 2 Paradepaardjes 2 Wedstrijd 2
3
Wandelen met Hendrik en Willem 4 Korte berichten
5
De Oude Schuts in 2013
7
Archeologie en ZuidWillemsvaart 8 Een nadere kennismaking
9
Bossche klokken 5
10
Het Groot Tuighuis
11
Barre tijden
11
Op bezoek bij… Heemkundekring Rosmalen 12 Fonteintjes 13 Kerkhof van de SintLambertuskerk Rosmalen
14
Hier staoi ik dan (8) 17 Open Dag KringHuis
18
Verbonden stad
19
Uit de oude doos
19
Erfgoedroute van start
20
De hertogen van Brabant (4) 21 Korte berichten
22
Beelden herplaatst
23
Beeld Franciscus Xaverius 24
Lente in
de Uilenburg
MP
Paradepaardjes
Vooraf
Nik de Vries
De Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch heeft haar eerste open huis achter de rug. Op het moment dat ik dit tik, moet dat nog gebeuren. Het is de speling van de deadline. Deze tekst moet eerder aangeleverd worden dan de foto’s van het gebeuren die u elders in dit nummer aantreft. Ook het Lofdicht van rederijkerskamer Moyses Bosch konden we nog meenemen. Misschien was u er ook bij! De ladderwedstrijd die we in het vorige nummer startten heeft een aantal leuke reacties opgeroepen. We hopen dat u naar aanleiding van de nieuwe opgave eens door de binnenstad gaat dwalen om te zoeken naar de juiste oplossing. Er is opnieuw een leuke prijs mee te winnen. We gaan verder met een aantal series: Het beeld van…, Hier staoi ik dan, Bossche klokken, Een nadere kennismaking, De hertogen van Brabant. Daarnaast is een aantal werkgroepen actief geweest met het aanleveren van kopij. Het Rosmalense kerkhof van de Lambertuskerk wordt onder de loep genomen. Door de werkgroep Verzamelaars Hertog Jan is een bezoek gebracht aan onze zustervereniging in Rosmalen. Via de werkgroep Het Kleine Monument hoorden we van de herplaatsing van fonteintjes en van gerestaureerde beelden. We maakten de start mee van de erfgoedroute voor middelbare scholieren.
Kortom: er is weer genoeg variatie in woord en beeld in dit nummer. We wensen u veel lees- en kijkplezier. Wilt u zelf een bijdrage leveren: dat kan tot 5 april. Tekst graag digitaal via de redactiemail. Illustraties in zo hoog mogelijke resolutie aanleveren, anders worden de illustraties te klein om in te voegen. En u weet het: als u geen tijd of zin hebt zelf te schrijven, maar wel iets kwijt wilt, laat het ons weten, we komen graag bij u langs…
Foto voorpagina: Ellie de Vries De Uilenburg was 40 jaar geleden nog een onderkomen wijk. Nu is het een heerlijke buurt om te wandelen, eten of drinken.
2
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
Algemene Ledenvergadering De Algemene Leden Vergadering van de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch heeft dit jaar plaats op dinsdag 25 juni 2013 om 19.30 uur in het Sociaal Cultureel Centrum De Helftheuvel, Helftheuvelpassage 115 in ’s-Hertogenbosch. De zaal is open vanaf 19.00 uur. Het bestuur nodigt u van harte uit deze jaarvergadering bij te wonen. De agenda voor deze vergadering en het jaarverslag over 2012 worden – zoals gebruikelijk – met het meinummer van het KringNieuws mee gestuurd. Archeologie en bouwhistorie in de praktijk De oude Sint-Jacobskerk aan de Bethaniëstraat is de huisvesting van de gemeentelijke afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten (BAM). De gemeente heeft deze huisvesting onlangs grondig laten restaureren. In dat kader is daar een permanente publiekspresentatie ingericht waar het archeologisch en bouwhistorisch erfgoed ten toon wordt gesteld. Aan deze ruimte is de naam het Groot Tuighuis gegeven. De BAM heeft aan de Kring gevraagd om daar rondleidingen te verzorgen. Na overleg tussen de gemeente en de Kring is daarvoor een overeenkomst gesloten. In de afgelopen maanden is een aantal stadsgidsen opgeleid als gids in het Groot Tuighuis. Het is buitengewoon interessant om kennis te maken met dit archeologisch en bouwhistorisch erfgoed in deze fraaie locatie. Zie ook het stukje elders in dit nummer. Gastheren en gastvrouwen Het team van gastheren en gastvrouwen in het Kringhuis behoeft uitbreiding. Deze vrijwilligers zorgen – in dagdeeldiensten: morgen, middag of avond - voor de ontvangst van bezoekers en regelen de verzorging bij ontvangsten en vergaderingen in het Kringhuis. Zij zijn met recht de gastheren en gastvrouwen van de Kring. Graag komen we in contact met personen die de functie van gastheer of gastvrouw als vrijwilliger willen vervullen. Als u belangstelling hebt, kunt u contact opnemen met onze voorzitter, Joop Thissen.
W Wedstrijd 2
Nik de Vries
In het vorige nummer van KringNieuws zijn we gestart met een zogenaamde ladderwedstrijd. Elk nummer laten we u een foto zien met een detail van een gebouw, een deel van een bouwwerk, een opschrift of iets dergelijks.
Op het eerste deel zijn ruim 20 reacties binnengekomen. Alle inzenders hadden het bij het rechte eind: het was een van de medaillons die aangebracht zijn aan het pand op de hoek van de Hinthamerstraat en de Torenstraat, zoals u op bijgaande grote foto kunt zien. Een aantal deelnemers deed de oplossing vergezeld gaan met opmerkingen over het pand. In het betreffende pand – met de mooie naam De Rooie Sluier – heeft vanaf 1848 een sigarenfabriek van de gebroeders Houtman gezeten. Boven de deur hadden ze als hofleverancier het wapen van de koning aangebracht. Op wereldtentoonstellingen wonnen ze twee medailles en die zijn aangebracht aan de gevel in de Hinthamerstraat. Ook heeft in het pand Maison Linette gezeten en ook dit mode-atelier was hofleverancier. Later heeft er een Jaminwinkel in gezeten en de meest recente gebruiker was een fotozaak. Momenteel wordt het pand verbouwd tot eetcafé.
Natuurlijk hebben we een winnaar. Na loting is dat geworden Désiree de Groot. Van harte. Als u uw adres doorgeeft, zorgen we ervoor dat het presentje bij u komt. Alle inzenders hebben hun eerste punt te pakken voor de ladderwedstrijd. Over naar de nieuwe afbeelding. Opnieuw zijn we de Bossche binnenstad ingetrokken. Daar heeft Ellie de Vries bijgaande foto gemaakt. De vraag is simpel: aan welk pand bevindt zich deze lamp? U mag er weer een toelichting over het pand bij geven. Kijkt u vooral goed om u heen, dan vindt u de oplossing wel. Uw oplossing kunt u via de mail of via het Kringhuis (ter attentie van de redactie van KringNieuws) insturen. Dat kan tot en met 5 april. Foto’s: Ellie de Vries
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
3
W
Wandelen met Hendrik en Willem Omdat het langzamerhand weer beter wandelweer wordt, is het goed te vermelden dat in het najaar van 2012 twee nieuwe wandelroutes zijn ontwikkeld door Stichting De Groene Vesting. Eerder al, voorjaar 2012, is Bredero’s ronde, rond en door Den Dungen, uitgegeven. Daar hebben we al over geschreven. Nu zijn eraan toegevoegd Hendriks ronde, een wandeling rond Maurick, en Nassau’s ronde, die de wandelaar leidt rond en door Orthen. Bredero’s ronde is 9,5 km lang. In een kleine twee uur is deze ronde te lopen. Dat geldt ook voor Hendriks ronde. Nassau’s ronde is wat langer: 11,5 km, waar je toch al gauw twee en een half uur op wandelt. Als je wat rustiger wilt kijken en/of foto’s wilt maken, ben je zeker een uur extra kwijt. Het zijn ideale wandelingen, ook voor de gewone wandelaar.
Je ontmoet verschil en buitenpl
Hendriks ronde Deze historische wandeling begint bij de Lambertustoren in Vught, het uitzichtpunt van het leger van Frederik Hendrik in 1629. Al snel schiet je Het Bossche Broek in en vandaar door het Sterrenbos. Je ontmoet verschillende landgoederen en buitenplaatsen aan de Dommel, zoals het Sterrenbosch, Oud Herlaer en Haanwijk. Hier zochten eertijds rijke stedelingen in de zomer hun toevlucht, als het in de stad minder leefbaar werd. Je wandelt ook langs enkele Vughtse buitenhuizen, zoals Villa Elsa en uiteraard Kasteel Maurick. Dit diende tijdens het Beleg
Stichting De Groene Vesting ontwikkelt wandelroutes met als doel de wandelaars te laten beleven hoe de linies van het beleg van 1629 gelopen hebben. Tijdens het wandelen stuit je steeds op min of meer zichtbare overblijfselen van de linies. De mooi uitgevoerde routebeschrijvingen zijn voor 1 euro per stuk te koop via de site: www.degroenevesting.nl.
4
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
van ’s-Hertogenbosch als hoofdkwartier van Frederik Hendrik. Na een beleg van ruim vier maanden gaf de ‘Moerasdraak’ zich op 14 september 1629 over. Deze wandeling is erg afwisselend. Zo loop je door de straten van Vught, door het natuurgebied Het Bossche Broek, het bosrijke Sterrenbos. Je steekt de Dommel een aantal keer over en eindigt in het parkachtige gebied rond Maurick. De meeste wegen zijn erg rustig; alleen het deel naar Maurick toe is best wel druk met gemotoriseerd verkeer.
K
Korte berichten
Nik de Vries
Sacramentskerk
Redactie
Onlangs is verschenen een boekje met de titel Kerk en parochie van het Allerheiligst Sacrament te ’s-Hertogenbosch. Het is geschreven door Geert Donkers, schrijver van de reeks Beeld van… in KringNieuws.
llende landgoederen plaatsen aan de Dommel Nassau’s ronde De derde historische wandeling start bij D’n Boerderij op de Herven. Je loopt over de Herven en de Heinis door een mooi klein natuurgebiedje. Langs de dijk word je verrast door wielen, waterplassen die zijn overgebleven van overstromingen van de Maas. Daarna loop je een tijdje door verschillende wijken van Noord en Maaspoort. Vervolgens wandel je richting Vlijmen en via het natuurontwikkelingsgebied De Diezemonding kom je terug in de bewoonde wereld van Orthen. Daar loop je via Fort Orthen, dat overigens dateert van na het beleg, naar je startpunt. De ronde is genoemd naar graaf Willem van Nassau. Deze had tijdens het beleg zijn kampement ten noorden van de stad, bij Orthen. In totaal voerde hij het bevel over 3500 manschappen. Door vanuit loopgraven voortdurend de stad te beschieten leidde Willem de aandacht van ’s-Hertogenbosch af van het zuiden, waar de uiteindelijke aanval was gepland. Ook deze ronde voert je door verschillende omgevingen: van natuurgebied naar bebouwde wijken en vandaar via agrarisch gebied weer naar een stukje natuur in wording.
Het boekje bevat een beknopte geschiedenis van de Sacramentskerk op de Vliert. Het wel en wee van de kerk en haar kunst wordt beschreven. Het betreft een eenvoudige gekopieerde uitgave. De auteur, Geert Donkers, is lid van de werkgroep Kerken & Kloosters van de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch. Voor zover de voorraad strekt is het interessante boekje voor 6,50 euro te koop bij de balie van het Kringhuis. Daarna kan het via een intekenlijst besteld worden. Foto: Stadsarchief
Kenniscentrum
Redactie
Het Kenniscentrum (KC) is de verzamelnaam voor de werkgroepen van de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch. Binnen die werkgroepen worden veel zaken die met onze stad te maken hebben onderzocht en besproken. Het KC heeft een fraaie flyer uitgebracht. Via deze flyer roept het KC leden op om deel te gaan nemen aan een van de werkgroepen. Vrijwilliger van de Kring is een prima manier om een deel van je vrije tijd zinvol te besteden. Wij roepen dan ook een ieder op om zich op te geven. Er is zoveel leuks en interessants te doen: daar zit altijd wel iets bij voor u! M
KENNISCENTRU
NBOSCH?
GE OR ’S-HERTO OOK GEGREPEN DO
Foto’s: Nik de Vries
OGENBOSCH EN VAN ’s-HERT
KRING VRIEND
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
5
D
De Oude Schuts in 2013
In 1991 is de Oude Schuts heropgericht. In vroeger tijden zorgden gilden voor de veiligheid van de stedelijke bevolking. Ze hadden visserijrechten. Ook organiseerden ze evenementen als de kermis en kwamen ze in actie bij branden. Daarnaast traden ze op bij plechtige en bijzondere gebeurtenissen. De ‘nieuwe’ Oude Schuts hoeft niet meer te zorgen voor de veiligheid, maar een ceremoniële functie heeft ze nog steeds. Eens in de drie jaar vindt bovendien het zogenaamde koningsschieten plaats. Dit jaar is het weer zo ver. Tijd om even bij te praten en dat doen we met Diny en Rob de Jong. De aanleiding tot de heroprichting vinden we in 1985. Tijdens de feesten rond de viering van het 800-jarig bestaan van ’s-Hertogenbosch komen veel gilden opdraven. De stad zelf heeft er geen en dus zoekt burgemeester Don Burgers contact met Herman van den Heuvel: ook ’s-Hertogenbosch moet een gilde hebben.
De koningsbreuk. De nieuwe koning loopt over het vaandel.
Samenwerking Vogels van diverse pluimage worden lid van het gilde. Sommigen zijn vooral geïnteresseerd in de historie van ’s-Hertogenbosch en Brabant, anderen zijn gefascineerd door de Middeleeuwen: hoe leefden de mensen toen, welke gebruiken waren er, hoe kleedden ze zich? Daarnaast geeft een gilde een gevoel van gezelligheid, warmte.
Al deze mensen met hun verschillende interesses moeten goed kunnen samenwerken en daar werkt men aan in het gilde. Naast maandelijkse bijeenkomsten komt het gilde vooral naar buiten bij belangrijke ontvangsten, bij begrafenissen, tijdens de Gildedag en bij de Mariavieringen. Optredens “Als de gemeente iets heeft, schakelt ze het gilde in, bijvoorbeeld bij de ontvangst van de koningin en toen het Belgische vorstenpaar op bezoek was,” zo vertelt Rob vol trots. “Die zaken horen zeker tot de hoogtepunten van de Oude Schuts.” Daarnaast is het verplicht mee te lopen in de bidtocht voor Maria. “Doe je dat niet, dan krijg je een boete. Ook als je te laat bent, krijg je een boete. Dat boetegeld wordt traditioneel besteed aan het Sint-Jorisaltaar in de SintJan. Dat is er nu niet, maar er hangt wel een beeld van Sint-Joris en de draak achter in de kathedraal, “ geeft Diny mee. Het gilde treedt naar buiten in zelf gemaakte kleding naar middeleeuwse voorbeelden. “In het begin was het wel even wennen om in die kleding te lopen: veel mensen dachten dat het iets met carnaval te maken had. Nu vinden we het gewoon om er zo bij te lopen.
6
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
Nik de Vries Alleen met de wapens moeten we oppassen; we hebben een wapenvergunning, maar die geldt alleen als we als groep naar buiten treden,” laten Rob en Diny weten. Koningsschieten Zoals gezegd vindt eens per drie jaar het koningsschieten plaats. Aanvankelijk was dat eens per vier jaar, maar die tijdsspanne bleek toch te lang. Overigens: veel dorpsgilden wisselen elk jaar van koning. Alle leden die mee willen doen met het schieten, doen dat om de beurt: het lot bepaalt de volgorde. Wie erin slaagt de vogel definitief van de paal te schieten, kan koning worden. De Hoogheid (dat is het bestuur) bepaalt of je geschikt bent als koning. Zo ja, dan volgen felicitaties en verschillende rituelen. Je voeten worden gewassen, je loopt over het vaandel, je wordt overvendeld, er is erewijn, er zijn klapzoenen en je krijgt de koningsbreuk met de Sint-Jorispenning omgehangen. Deze koningsbreuk is de ambtsketen van de koning. Centraal staat een papegaai, waaraan het koningsschild komt te hangen. Binnen een jaar moet de koning namelijk een zilveren schild schenken. Komt er een nieuwe koning, dan komt het vorige schild te hangen in het ‘clublokaal’ op de Citadel, het voormalige kruithuisje.
Beeld van Sint-Joris in de Sint-Jan. Zondag 21 april is de openbare dag van de Oude Schuts. Vanaf 12 uur is iedereen welkom op de Citadel bij het traditionele koningsschieten. De Oude Schuts heeft momenteel 23 leden. Wie interesse heeft om lid te worden, kan zich op Sint-Jorisdag aanmelden. Het gilde zoekt vooral tamboers, bazuinblazers en gewone leden.
Sint-Jorisdagen 23 april is de feestdag van Sint-Joris. In het weekend dat het dichtst bij deze datum ligt vinden de SintJorisdagen plaats. Dit jaar is dat op zaterdag 20 en zondag 21 april. Het gilde start op zaterdag met de gildemis in de SintJan, waar gildeheer plebaan Van Rossem voorgaat. Na de mis is er een gezamenlijke lunch, daarna de jaarvergadering en de dag wordt afgesloten met een etentje. Zondag is iedereen welkom op de Citadel. Om 12 uur begint het feest met het vrijen van de baan. Daarmee worden de boze geesten verjaagd. “We trekken in gildekleding drie keer om de schietbaan,” aldus Diny, “we mogen niet praten en je moet meelopen, anders mag je niet mee schieten.” Na een gebed zijn de geesten verjaagd, is de baan vrij. Het eerste schot komt van de Deken van Eer, dan mag de oud-koning een poging wagen en vervolgens schieten de leden tot de vogel helemaal gevallen is en de nieuwe koning bekend is. Zoals gezegd: zondags is iedereen welkom. Je krijgt gratis een natje en een droogje en je kunt de spanning mee ervaren. Bijzonder zijn en blijven natuurlijk de rituelen rond de nieuwe koning. Foto’s: Rob en Diny de Jong
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
7
A
Archeologie en Zuid-Willemsvaart
Voordat het nieuwe tracé van het Zuid-Willemsvaart wordt uitgegraven, gaan archeologen aan de slag. Het is wettelijk verplicht om plaatsen die mogelijk historisch materiaal bevatten voor de aanleg te onderzoeken. Dit om te voorkomen dat er belangrijke gegevens voor altijd verloren gaan. In juni 2012 is het onderzoek langs het zuidelijk deel van het nieuwe kanaal afgerond. In november vorig jaar presenteerde de Willemsunie, samen met het archeologisch onderzoekinstituut Vestigia de eerste resultaten. De onderzoeken richten zich op sporen van bewoning, de loop van oude wegen en op de versterkingen die Frederik Hendrik liet aanleggen om de Spanjaarden te beletten ’s-Hertogenbosch te ontzetten. Van die verdedigingswerken, de circumvallatie linie is in 1630 een aantal kaarten gemaakt die alle iets van elkaar verschillen. Historici van nu proberen alsnog het naadje van de kous te ontdekken.
Archeologische vondsten uit het nieuwe traject van de ZuidWillemsvaart. Resten van oude schoen.
8
De oostelijke circumvallatielinie Voor het onderzoek bij Beusing wordt eerst de bovenlaag van de grond verwijderd. In de laag daaronder zijn veel grondsporen bewaard. Met een digitale camera onder een octocopter, een op afstand bestuurbare helikopter met acht propellers, is het opgravingsterrein gefotografeerd van een hoogte van ongeveer 50 meter. Op basis hiervan zoeken archeologen verder. Op de kaart Obsidio et Expugnatio Silvae Ducis uit 1630 staat bij de circumvallatie linie een dubbele lijn aangegeven, alsof aan de oostzijde van de stad, nabij Beusing een gracht gegraven is. Dat blijkt niet het geval. Er is wel een dijk teruggevonden, met een schans die de weg naar Beusing bewaakte. Die weg bestaat niet meer. De schans is ook verdwenen, maar in de omgeving vinden de onderzoekers tientallen loden kogels van musketten en oude pistolen.
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
Marjan Vonk In historische verslagen uit 1629 wordt de dam in de Wambergse beek genoemd. Alle reden om ook op deze plaats onderzoek te doen. De linie wordt over een afstand van ruim 300 meter onderzocht. De loop van de oude Wambergse beek is nu een brede met veen opgevulde strook. De veel kleinere Ingelandse beek mondde hier in de vroegere Wambergse beek uit. Frederik Hendrik lijkt zijn stelling op een strategische plek te hebben aangelegd: precies waar de beken samenvloeien werden ze met één dam allebei afgesloten, zodat het water niet meer naar de stad kon stromen. Ook zijn resten van een kleine schans gevonden. Misschien postten hier groepjes soldaten om de dam te bewaken. Dat die soldaten er geweest zijn, werd duidelijk uit de vele tientallen musketkogels die achter bleven.
Het onderzoek op de verschillende locaties is afgerond. De vondsten van de meer noordelijke locaties worden nog verder onderzocht. Op basis van historisch kaartmateriaal vinden onderzoekers langs de Burg. Jhr. Von Heijdenlaan resten van stelling van Hintham uit 1838, aangelegd om de stad te beschermen tegen een mogelijke inval uit België. Ten noorden van de Graafsebaan is onderzoek gedaan op de locatie Overdijk. Hier liggen waarschijnlijk ook resten van een stelling uit 1626. Er zijn verschillende proefsleuven gegraven. Helaas is de archeologisch interessante laag zo goed als verdwenen door zandwinning rond 1950. Rijkswaterstaat legt de aannemerscombinatie Foto’s: Nik de Vries
E
Een nadere kennismaking
Op 1 april start de Kring met het zomerprogramma 2013. In een kleurrijke folder en op de website worden alle activiteiten duidelijk gepresenteerd. Varen op de Dommel, wandelingen/rondleidingen en varen op de Binnendieze zijn enkele van de toeristische activiteiten. Al deze onderdelen worden verzorgd door vrijwilligers aangestuurd door coördinatoren. Bij de Binnendieze bestaat de bedrijfsleiding uit verschillende personen. Op 1 april verlaat Jan van Roosmalen de ‘waterleiding’. Reden voor de redactie om Jan de vijf vragen voor te leggen.
Redactie ik nu door die straten loop, is er nog steeds veel herkenbaar van de stad die in die tijd ook al bruiste van gezelligheid en van de bijzondere sfeer. Begin 1980 werkte ik in Sint-Michielsgestel bij een instelling voor Gezinsverzorging en Maatschappelijk; deze is later met een Bossche instelling is gefuseerd. Hierdoor werd mijn werkgebied vergroot en leerde ik ’s-Hertogenbosch nog beter kennen en waarderen. Ik ben helemaal aan de stad verknocht geraakt. 3) Wat doe je bij de Kring? Met 60 jaar ben ik met prepensioen gegaan en toen heb ik deelgenomen aan de cursussen Boschlogie I en II. In die tijd ben ik ook begonnen aan de opleiding tot schippergids bij de Binnendieze. Na het behalen van het certificaat Varen ben ik drie jaar later vaarinstructeur geworden bij het opleiden van kandidaat schippers. Sinds december 2005 ben ik naast schipper ook coördinator en weer later ben ik lid geworden van de bedrijfsleiding. Op 1 april aanstaande verlaat ik de ‘waterleiding’, maar ik blijf wel schipper en vaarinstructeur.
Na mijn pensionering ben ik vooral van mijn kinderen en kleinkinderen gaan genieten. 1) Wie is Jan van Roosmalen? Ik ben geboren in Waalwijk, daar heb ik tot mijn 18de gewoond. Na de middelbare school studeerde ik een aantal jaren aan de kweekschool. Na mijn militaire diensttijd ben ik bij de gemeente Waalwijk en Drunen gaan werken als ambtenaar Financiën & Personeelszaken. In die tijd heb ik ook de opleiding Gemeente Administratie gevolgd. Omdat het binnenzitten mij na acht jaar tegen begon te staan, heb ik naast mijn werk de Sociale Academie en de Voortgezette Sociaal Pedagogische Opleiding in Nijmegen gevolgd. Na mijn pensionering ben ik vooral van mijn kinderen en kleinkinderen gaan genieten, die gelukkig in de buurt wonen. Daarnaast is sporten mijn hele leven al een passie. Naast tennissen, wandelen en bergbeklimmen, in-line skaten en skiën heb ik ook een aantal marathons gelopen, onder meer die van New York. In de zomermaanden toer ik met plezier op mijn oude Harley Davidson motorfiets. Graag maak ik ook avontuurlijke reizen naar een bijzonder land: de laatste reis was naar Ethiopië. 2) Wat heb je met ’s-Hertogenbosch? In de zeventiger jaren heb ik in de binnenstad gewoond, in de Orthenstraat en in de Jan Heinsstraat. Met veel plezier denk ik terug aan die tijd. Als
4) Waarom stop je bij de ‘waterleiding’? Met mijn collega’s in de bedrijfsleiding heb ik heel fijn samengewerkt om elk vaarseizoen weer alles op tijd klaar te krijgen. Niet alleen tijdens het vaarseizoen, maar ook daarbuiten moet veel werk worden verzet. Ik heb het altijd met veel plezier gedaan. Vorig jaar besloot ik deze functie in de bedrijfsleiding over te dragen aan een opvolger. Dat wordt nu Hans Fagel, eveneens een schippergids. Na zeven jaren in de waterleiding is het tijd voor een frisse wind, met nieuwe ideeën en ontwikkelingen, dat positief kan werken. 5) Blijf je wel varen op de Binnendieze? Ik ben nu twaalf jaar schippergids en kan dit nog lang niet missen. Wel krijg ik nu meer vrije tijd om ook andere dingen te gaan doen in het vrijwilligerswerk. Ik hoop nog lang te mogen varen en vaarinstructeur te blijven, dat blijft voldoening geven. Ook de onderlinge gezelligheid en collegialiteit binnen het schippersgilde is fantastisch, dat wil ik zeker nog lang niet missen. Foto: Ellie de Vries
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
9
B
Bossche klokken 5
Koningin Beatrix doet binnenkort afstand van de troon. Willem Alexander volgt haar op. Dat is een nieuwe stap in de historie van Nederland en Oranje. Naar te verwachten weer voor een aantal jaren. Oranje leeft en Nederland doet voort. Klinkt Oranje door in de Bossche klokken? Jawel.
Oranje-klok in Provinciehuis. We schrijven 1971: het nieuwe Provinciehuis wordt officieel in gebruik genomen. Koningin Juliana verricht deze opening. Als blijk van waardering schenkt de provincie een klokje aan het koninklijk huis. Het is geen grote klok, wel een grootse klok.
Schepenenklok in SintJanstoren.
Oranjeklok Provinciehuis JULIANA is de eerste naam die we lezen op een klok in de hal voor de Statenzaal van het Provinciehuis van Noord-Brabant in ‘s-Hertogenbosch. “Juliana” in de grootste letters, “Bernhard”, ook in forse letters, maar een slag kleiner. Vervolgens stamboomsgewijs de voornamen van de prinsessen met hun echtgenoten en tenslotte de kleinkinderen. De letters lopen mee in eerst minder grote en daarna in kleinere letters. Een snapshot-familiebeeld van de Oranjes in 1971. Alleen “Juliana” met een ‘voetnoot’ Regina (=koningin), bij de overige namen vinden we geen nadere positieterm. In broederlijk Brabants klonken die van zichzelf royaal genoeg: van een dierbare familie, hun afkomst van of binding met de 20ste-eeuwse Oranje stammoeder Juliana was duidelijk. Dat dit klokje in het Provinciehuis hangt, mag toeval heten. Bij de plannenmakerij voor de gietopdracht van de klok was de tekst zoals hierboven beschreven naar ieders wens. Om ook de schenker in beeld te brengen, moest de zin “Geschonken door de Provincie NoordBrabant” dienst doen. Waarom is niet duidelijk, maar bij aflevering van de klok bleek die zin te ontbreken. Dat drong pas door drie dagen voor de feestelijke datum. In allerijl moest Koninklijke Eijsbouts, de klokkengieter, voor de tweede maal in actie komen. Een bijna nog warme klok ging mee naar Soestdijk. De klok zonder de schenkers-regel bleef achter in ’s-Hertogenbosch. In de hal voor de Statenzaal roept zij
Werkgroep Klokken maandelijks – met de hand geluid door middel van een rood-wit-blauw koord - de 55 Provinciale Statenleden bijeen ter vergadering. Schepenen Hoe anders kwam in de 17de eeuw ook een klok met verschillende namen tot stand. In de Sint-Janstoren hangt een klok met namen van hoogwaardigheidbekleders uit die tijd. Latijn was in religie en wetenschap de gangbare wereldtaal. We lezen eerst: + SCABINI SENATORES AEDILES ET QVAESTORES CAMPANAM HANC D. O. M. SACRAVERE . F : HEMONY ME FEC : A 1663 . + (D.O.M staat voor Deo Optimo Maximo) In het Nederlands van vandaag vertaald: Schepenen, raden, stadstoezichthouders en rentmeesters hebben deze klok aan de opperste en hoogste Godheid gewijd. F. Hemony heeft mij gemaakt in het jaar 1663. De Staten-Generaal in de tijd van de Republiek der Vereenigde Nederlanden maakten algemeen overkoepelend beleid, in toen nog ’s-Gravenhage op afstand. ’s-Hertogenbosch functioneerde als nagenoeg zelfstandige stadstaat. De schepenen stuurden maatschappelijk en juridisch het wel en wee binnen stad en regio: machtige mannen dus. Hun namen ontbreken dan ook niet op de klok: GUIL. VAN HOUT, FLOR. SCHUYL, CORN. KVCHLINUS, FRANC. BRVYNIGH en HENR. VAN SCHRIECK. De voornamen zijn afgekort, maar juist de familienamen staan voluit vermeld. De machtige mannen hechtten er belang aan hun adellijke afkomst duidelijk waarneembaar kenbaar te maken, in weerwil van huidige republikeinse opvattingen. Boven hun namen prijken familiewapens. Tweemaal een lijst namen van personen met aanzien. Historisch bevroren momenten: 1663 en 1971, een tijdsverschil van ruim 300 jaar. Het is echter een wereld van verschil in presentatie van respect en prestige. De drager van die boodschappen was in beide gevallen gelijk: een luidklok in een vele-eeuwen-oud en onveranderd model. Foto’s: Frans van der Smissen
10
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
H F Het Groot Tuighuis
Barre tijden
Redactie
’s-Hertogenbosch is een stad met een rijk verleden. Op allerlei plaatsen zijn daarvan getuigen te vinden. Soms duidelijk zichtbaar, zoals de Sint-Jan en de vestingwerken, maar vaak ook verborgen achter muren en in de grond. Deze verborgen resten komen te voorschijn bij archeologisch en bouwhistorisch onderzoek. Zij vormen een schat aan informatie en laten ons zien hoe de stad er vroeger uitzag. Bovendien geven ze ons een beeld van hoe onze voorouders ooit leefden.
Al jaren vindt de afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten van de gemeente ’s-Hertogenbosch (BAM) onderdak in de Oude Sint-Jacobskerk aan de Bethaniëstraat. Sinds kort heeft het gebouw een nieuwe naam. Op initiatief van de gemeente is gekozen voor Groot Tuighuis.
Gidsen worden opgeleid.
Rob Hoogeboom
Op de Internationale Tentoonstelling van Filatelistische Literatuur in Mainz op 24 november 2012 is het boek Postverkeer in barre tijden. Post in ’s-Hertogenbosch tijdens en rondom de Tweede Wereldoorlog 1933-1948 van auteur Huber van Werkhoven, bekroond met Groot Vermeil. Op een schaal van 1 tot 100 scoorde het boek liefst 84 punten. Dit betekent voor een boek in dit genre een zeer hoge score. Niet vaak komt een jury beoordeling boven de 80 punten. Op deze manier heeft ’s-Hertogenbosch zich weer eens op internationaal gebied laten zien.
Presentatie In het Groot Tuighuis vindt de presentatie van archeologie en bouwhistorie in de praktijk plaats. Hier werken de archeologen en bouwhistorici van de gemeente, ondersteund door een groot aantal enthousiaste vrijwilligers. Zij geven u graag een kijkje achter de schermen. Daartoe is een publiekspresentatie ingericht, die het archeologisch en bouwhistorisch werk van het begin tot het eind laat zien. Dit gebeurt door middel van een wisselende presentatie van interessante objecten. In het laboratorium kunt u zelf het werk van de archeologen en bouwhistorici ervaren. Tevens laat een film zien hoe het archeologisch en bouwhistorisch onderzoek ‘in het veld’ plaatsvindt. De bezoekers kunnen dus een ‘kijkje in de keuken’ van de archeologie en de bouwhistorie in ’s-Hertogenbosch nemen. Maar dat niet alleen. Er wordt ook gekookt in die keuken: bezoekers kunnen zelf zien en beleven hoe het onderzoek wordt uitgevoerd en wat het oplevert. Dat moet een unieke ervaring worden. Daarnaast verzorgt de BAM ook educatieve workshops voor kinderen en volwassenen. Gidsen van de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch verzorgen er rondleidingen voor geïnteresseerde Bosschenaren en toeristen. Informatie over deze rondleidingen vindt u op www.kringvrienden.nl Het Groot Tuighuis heeft veel te bieden. Kom en ervaar zelf hoe de geschiedenis van ’s-Hertogenbosch wordt ontrafeld!
Het boek zag het levenslicht op de nationale postzegeltentoonstelling Hertogpost 2010. In mei van dat jaar overhandigde Jo Timmermans het eerste exemplaar aan burgemeester Ton Rombouts. De auteur van dit boek is ook binnen de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch geen onbekende. Huber van Werkhoven is onder andere lid van de werkgroep Verzamelaars Hertog Jan. Hij staat ook aan de wieg van het boek ’s-Hertogenbosch op de kaart gezet uit 2007 samen met Huber van mede auteur Jan Masselink. Dit Werkhoven met boek kreeg in december 2008 op zijn oorkonde. de Veendamphilia in Veendam met 75 punten de bekroning Vermeil. Een jaar eerder tijdens Postex 2007 is zijn filatelistische Bach thematentoonstelling bekroond met het Groot Vermeil. Deze is in het voorjaar van 2008 ook te zien geweest in het Jheronimus Bosch Art Center. Als voorloper op zijn boek Postverkeer in barre tijden is er in de zomer van 2010 in het Bossche Stadsarchief een thema tentoonstelling geweest over de Tweede Wereldoorlog. Ook schrijft Van Werkhoven verhalen voor het verenigingsblad Hertogpost van de ‘s-Hertogenbossche Filatelistenvereniging. Zo wordt door hem op een filatelistische manier geschiedenis ontrafeld en beschreven. Dit doet hij door middel van briefkaarten, poststempels, poststukken, brieven en enveloppen. Zo schreef hij onder andere over Henri Bakker en bedrijven zoals De Gruyter, PNEM en Cooymans. Maar ook schreef hij over de locaties van Bossche en Rosmalense postkantoren. Daarnaast schrijft hij voor nationale en internationale filatelie magazines en krijgen zijn artikelen veel lof en waardering. Hij is zo een verzamelaar die door middel van filatelie veel mensen laat kennismaken met onder andere de geschiedenis van ’s-Hertogenbosch en omstreken.
Foto: Rob Hooghuis
Foto: Rob Hoogeboom
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
11
O
Op bezoek bij… Heemkundekring Rosma
De werkgroep Verzamelaars Hertog Jan heeft in de afgelopen jaren al de diverse locaties bezocht buiten de bekende stadsmuren. Heemkundekring Rosmalen is een vereniging die een bezoek meer dan waard is. In hun Heemhuis is voor ons als verzamelaars genoeg te zien en te beleven. De Kring is opgericht op 12 januari 1989 en start de viering van haar 25-jarig bestaan op 12 januari 2014 met een grote receptie. Des te meer een reden voor een bezoek.
Rob Hoogeboom overhandigt Liniebier aan voorzitter Wilma van Creij.
Het clublokaal.
12
In 1988 is binnen de voormalige gemeente Rosmalen de vraag gerezen of er behoefte was aan een heemkundige vereniging. Het initiatief was afkomstig van gemeentesecretaris van de gemeente Rosmalen, de heer Theo Derksen. Bij de oprichtingsvergadering op 12 januari 1989 is hij meteen tot voorzitter gekozen en hij heeft deze functie 10 jaar vervuld. De eerste bijeenkomsten vonden plaats in het gemeentehuis. Al gauw werd een zaal gevonden in sociaal-cultureel centrum De Bron tegenover sporthal De Hazelaar. Dit gebouw is inmiddels gesloopt en op die plek staat nu de school voor VSO van Cello. Na de verhuizing uit De Bron kreeg men een plekje in het hoofdgebouw op Coudewater. Voor een heemkunde club is dit een meer dan perfecte locatie. Coudewater op zich heeft al een eeuwenlange historie. De parkachtige omgeving kent nog steeds een historische bomenwandeling. De module Rosmalen is een van de onderdelen van Boschlogie III. Mocht uw interesse gewekt zijn? Er zijn plannen in ontwikkeling om meer over Rosmalen te gaan vertellen op de basisscholen in Rosmalen. Regelmatig komen de scholen al naar HKR toe. Door allerlei ontwikkelingen moest er op Coudewater zelf van locatie gewisseld worden. Dit duurde ook niet al te lang, want deze plek zou ten onder gaan aan de slopershamer. Begin 2010 moest er snel gezocht worden naar een andere locatie. Men zit nu in de oude schuil- en fietskelder van het voormalige gemeentehuis van Rosmalen. Nu is deze ruimte een onderdeel van Perron 3. Er kleeft wel een groot nadeel aan deze locatie. Deze is lastig bereikbaar, zeker voor mensen die slecht ter been zijn. Met een rolstoel kun je er al helemaal niet komen. Dat maakt het zeker niet minder gezellig en praktisch maar alles is voor verbetering vatbaar. De organisatie De fietskelder is nu ingericht als een multifunctionele vergader- expositie en lezingenruimte. Daarbij vallen vooral de grote tafel en bijbehorende stoelen uit het oude gemeentehuis op. Maar ook de aanwezige maquettes van molens en boerderijen hebben een prominente plek. De schuilkelder is vooral archiefruimte.
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
De Kring heeft nu 240 leden en daarvan zijn er ongeveer 20 actief als vrijwilliger. Er bestaan diverse werkgroepen. Er is een redactie voor het blad Rosmalla. Dan is er de archiefgroep die opgesplitst is in foto+film, papier/kranten, bidprentjes, boeken en ander roerend goed. Denk daarbij aan poststempels, vaandels, schilderijen, poffers, kostuums en wat al niet meer. Het werk van de werkgroep bidprentjes van Arnold van de Veer en Tiny Kappen staat sinds 2012 op de nationale bidprentjes website. Een zeer jonge werkgroep is 25-jarig bestaan HKR: die verzorgt nu in eerste instantie het meer promoten van HKR en uitzetten van activiteiten voor en naar het jubileumjaar 2014. De recent uitgebrachte postzegel van het logo is het eerste wapenfeit.. De eerste postzegel uit deze reeks is op een Rosmalense kaart opgestuurd naar burgemeester van ’s-Hertogenbosch Ton Rombouts. Andere zaken die men wil doen zijn thema/wissel tentoonstellingen op diverse locaties in Rosmalen en het op de markt brengen van een speciaal bier door de Rosmalense brouwerij ’t Levenswater.
Het doel van de vereniging is het uitdragen van de heemkundige kennis van Rosmalen. Dit doet men via de diverse kanalen. Een vast ankerpunt is elke week de publicatie van een foto met tekst in de Rosbode en op
F
alen
Fonteintjes
Rob Hoogeboom de ROS Kabelkrant. Met de komst van de digitale TV is het verspreidingsgebied in de regio fors toegenomen. Mensen kunnen ook op bepaalde voorwaarden boeken of spullen lenen. Het is tevens mogelijk om het heemhuis in Perron 3 te bezoeken. Dat kan dan weer elke maandagavond van 19.00 tot 21.00 uur. Gelukkig vanwege de toename in bezoek gaat men nu ook op dinsdagochtend en donderdagmiddag met de werkgroepen aan de slag. Het stadsarchief van de gemeente in de persoon van Rob van de Laar heeft ook al meer dan gemiddelde belangstelling voor wat men allemaal heeft. Want sommige zaken vragen wellicht om een andere aanpak om het beter te kunnen bewaren voor het nageslacht. Water De vereniging heeft ook regelmatig contact met andere lokale verenigingen in Den Dungen, Berlicum en Nuland. Men zoekt over en weer naar informatie en men leent onderling spullen uit die bijvoorbeeld nodig zijn voor een tentoonstelling of een bijzondere gebeurtenis. Rosmalen kent op zich een woelige en oude geschiedenis, zowel door oorlogen als ook door moeder Natuur. Overstromingen in de herfst en winter waren tot 60 jaar geleden meer regel dan uitzondering. In het heemhuis zijn hiervan mooie voorbeelden van te zien in boeken, op foto’s en in documenten. Waterhuishouding was en is een noodzakelijk gebeuren om nog erger te voorkomen. In 815 komt de eerste naamsvermelding van Rosmalen voor samen met Orthen, Engelen en Empel. Men schenkt deze gebieden aan Abdij Lorsch in Duitsland. Er zijn nu plannen om in 2015 dit met een groots festijn te gaan vieren. Ook al omdat vandaag de dag de genoemde plaatsen tot de gemeente ‘s-Hertogenbosch behoren. Vanuit de gemeente is al positief gereageerd voor het geven van een financiële steun. Slot Als vrijwilligers van werkgroep VHJ zijn we bekend met het werk binnen een heemkunde vereniging. We zijn goed rondgeleid en het geeft nieuwe contacten en zelfs een nieuw Op bezoek bij, bij een van de HKR leden. Wat vooral opviel was het plezier en de ongedwongenheid in het werk van de vrijwilligers van de Heemkundekring Rosmalen. Onder dankzegging aan de huidige voorzitter Wilma van Creij voor de gastvrijheid overhandigde de auteur een magnum fles Liniebier 1629. Want ook Rosmalen lag in 1629 op en rondom deze linie. Wat dat voor Rosmalen heeft betekend, daar is eigenlijk (nog) weinig van bekend.
Werkgroep Het Kleine Monument
Wandelend door de Uilenburg loop je onder meer langs de Binnendieze en het klooster Mariënburg. De Mariënburg is het moederhuis van de congregatie van de Zusters van Jezus, Maria, Josef (JMJ). Het is een klooster dat jarenlang was voorzien van een eigen kloostertuin, die slechts beperkt toegankelijk was voor bezoekers. Tegenwoordig is het Stadspark Mariënburg voor het publiek beperkt opengesteld als een zogenaamde ‘stiltetuin’.
Het is een stadstuin midden in het bruisende hart van de stad. Een tuin met oude bomen – waaronder een grote sequoia of mammoetboom - en rustieke wandelpaden. Voor peuters en kleuters zijn er speeltoestellen geplaatst en voor ouderen bankjes om even rustig te verpozen. Aan de ene kant heb je een mooi zicht op het klooster, dat zorgt voor een rustieke sfeer. Aan de andere kant van de tuin liggen moderne appartementen, deels gevestigd in de voormalige schoolgebouwen van de congregatie. De fonteintjes In deze oase van rust bevindt zich een aantal opvallende fonteintjes. Deze fonteintjes, geplaatst langs de wandelpaden in de tuin, waren tot aan het eind van de vorige eeuw te vinden op het Burgemeester Loeffplein. De fonteintjes waren een gift van waterleidingmaatschappij WOB aan de stad. De zeven fonteintjes van de kunstenares Irene Fortuyn (Geldrop 1959, Nederlandse beeldhouwer en installatiekunstenaar ) maken deel uit van het kunstwerk Langue perdue (Seven fountains). Enerzijds door de bouw van appartementen en de herinrichting van het Burgemeester Loeffplein en anderzijds door vandalisme werden in 2000 de fonteintjes weggehaald. Lange tijd hebben deze opgeslagen gelegen op de gemeentewerf. Tot begin 2011 de kloostertuin opnieuw werd ingericht en de fonteintjes daar begin december 2011 zijn herplaatst. De officiële ingebruikstelling en aansluiting op het waternet gebeurde op 19 mei 2012. De fonteintjes komen in de ‘stiltetuin’ nu weer volop tot hun recht. De hoop is dat zij binnen de hekken en onder de vleugels van de zusters minder last krijgen van baldadigheid. De fonteintjes zijn trechtervormig uitgevoerd in beige zandsteen, met daarin een bronzen afgietsel van een boomknoest. Zowaar kleine monumentjes met allure.
Bron: www.heemkundekringrosmalen.nlFoto’s: Rob Hoogeboom Foto’s: Rob Hoogeboom
Foto: Ellie de Vries
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
13
K
Kerkhof van de Sint-Lambertuskerk Rosm
Dit artikel handelt over het kerkhof van de Rosmalense Sint-Lambertuskerk. In zijn huidige vorm dateert deze kerk uit de 16de eeuw. Voor deze tijd was er al een kerk, aanvankelijk van hout, later van tufsteen. Waarschijnlijk was er al bij de houten en daarna tufstenen kerk een kerkhof. Hier bevond zich het hoogste punt van Rosmalen. Tijdens overstromingen via de Beerse Overlaat stond het hele dorp onder water. Dan trok de bevolking met het vee óf naar de zandverstuiving óf naar het kerkhof en de kerk in afwachting tot het water weer gezakt was.
Graf dokter Anderegg en erachter acht grafstenen Van de Mortel.
Begraven in en buiten de kerk Na 1430 is grotendeels deze kerk met toren gebouwd. Er werd toen zowel in de kerk als buiten op het kerkhof begraven. Eén grafsteen is in 1976 tijdens een restauratie van onder de plavuizen naar boven gehaald en ligt nu zichtbaar aan de noordkant onderin de kerk. Het is de grafsteen van “Claes Reijnen de Visscher en Neesken sijn huisvrouw, dochter van Gerit Jansen Stochorst van Santen. Sterft den 30.April 1647”. Deze Gerit Jansen Stochorst wordt in 1610 genoemd als schepen “in Heze onder Roosmalen ende Nulant”. Vanaf de Middeleeuwen tot aan de tijd van koning Willem I kon men in de kerk begraven worden. Daarna is het verboden door de regering, vanwege angst voor besmettingsgevaar. Voor deze graven moest wel betaald worden. Van enige dominees is bekend dat ze in de kerk zijn begraven, zoals predikant Isaak Teragun (17 september 1679) en predikant A. Laurentius (2 februari 1795). Hierbij is vermeld “en is met een slee over eijs na de kerk gebragt en de kerk sond vol paarden en beesten, omdat het dorp was ingelopen”. Het kerkhof zal toen waarschijnlijk alleen aan de noordkant gelegen hebben. Daar werden de ‘gewone’ mensen begraven. Nu nog wordt soms nog deze kant de ‘armenkant’ genoemd. Na de teruggave van de kerk aan de katholieken zal ook aan de zuidzijde van de kerk een kerkhof zijn gekomen. Dit wordt nu nog vaak de ‘rijke kant’ genoemd.
Grafstenen omgeven door pilasters en kettingen.
14
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
Eigenlijk kloppen nu die namen niet meer, wat zal blijken in het vervolg van dit verhaal. In later jaren is de zuidkant nog vergroot aan zowel naar het oosten als naar het westen. Er zijn 432 grafplaatsen, waarvan 322 in gebruik. Het columbarium heeft 80 ruimtes, waarvan 42 in gebruik. Dit is gebouwd in 2003. In het midden hangt het laatste houten kruis dat nog op het kerkhof stond. Bijzondere graven Zuidzijde (markt): Hier ligt het familiegraf van de Mortel. Daar liggen onder anderen: >Joannes H.J. van de Mortel, notaris (* ’s-Hertogenbosch 1871; + Rosmalen 1941) gehuwd met Jonkvrouwe Cecile de la Court (* ’s-Hertogenbosch 1876; + Rosmalen 1965); > Eduard van de Mortel (* ’s-Hertogenbosch 1869; + ’s-Hertogenbosch 1949) gehuwd met Jonkvrouwe Cornelis van Ryckevorsel (* ’s-Hertogenbosch 1877; + Vught 1957); > Mr.Joannes > H. van de Mortel, president Prov. Gerechtshof (* Boxmeer 1797; + Rosmalen 1887); > Johannes B. A. van de Mortel, wethouder gemeente ‘s-Hertogenbosch (* ‘s-Hertogenbosch 1835; + ‘s-Hertogenbosch 1897) gehuwd met Jonkvrouwe Rosa van Meeuwen, dochter van Jhr. mr E. van Meeuwen, gouverneur van Limburg (* ‘s-Hertogenbosch 1841; + ‘s-Hertogenbosch 1877); > Victor van de Mortel, notaris (* ’s-Hertogenbosch 1835; + ’s-Hertogenbosch 1910) gehuwd met Catharina van Boxtel, dochter van Johannes Mahie, raadslid in ‘s-Hertogenbosch, Heer van Boxtel en Liempde. (* 1844; + 1923). Victor was een neef van Maria Th. van Meeuwen. Zie grafmonument Van Meeuwen (noordzijde)
malen Antoine de Visser
Columbarium.
Monumentje ongeboren kinderen.
Het grafmonument van dokter Anderegg Dr. Johannes Th. Anderegg (* onbekend; + Rosmalen 1891) en gehuwd met Anna M. C. van den Brandt (1842-1911). Het betreft een vertikaal geplaatst monument met nis. Opgeknapt in 2005 en toen is er een Mariabeeld in de nis geplaatst met een glasplaat ervoor. Deze dokter Anderegg heeft bij zijn jubileum in 1880 aan de kerk een kruisweg geschonken. Deze 14 staties zijn gemaakt door beeldhouwer Hendrik van de Geld (1838-1914). Deze had zijn atelier aan de Oude Dieze te ’s-Hertogenbosch, te herkennen aan het beeldhouwwerk boven de ramen. Helaas zijn er nog maar twee staties van over, die – gerestaureerd in 2004 - weer in de kerk zijn geplaatst. De graven van pastoors Pastoor Johannes van der Heijden (* Sint-Oedenrode 1802; + Rosmalen 1865). Hij was pastoor in Rosmalen van 1848 tot 1865. In zijn periode werd in 1850 het monumentale Smitsorgel geplaatst in de Sint-Lambertuskerk, gebouwd door de orgelmaker F.C. Smits (1800-1876) uit Reek. Pastoor Johannes C. Olifiers (* Oudenbosch 1816; + Rosmalen 1875). Hij was pastoor in Rosmalen van 1865 tot 1875. Hij heeft in 1873 het klooster gesticht met behulp van Maria Th. van Meeuwen als instelling van liefdadigheid. (zie Grafmonument Van Meeuwen; noordzijde) Pastoor Augustus J. Fritsen (* Aarle-Rixrtel 1826; + Rosmalen 1907). Hij was pastoor in Rosmalen van 1875 tot 1907. Hij is deken geweest van het dekenaat Oss, waar toen ook Rosmalen toe behoorde. Hij was een zoon van de bekende klokkengieters.
Pastoor Theodorus J. van Beek, pastoor in Den Dungen (* Rosmalen 1848; + Rosmalen 1916). Pastoor Alphonsus Fr. M. Hordijk (* Vessem 1861; + Vught 1926). Hij was pastoor in Rosmalen van 1907 tot 1923. Pastoor Hubertus J. A, van der Meijden (* Boxtel 1877; + St. Oedenrode 1957). Hij was pastoor in Rosmalen van 1923 tot 1956. Hij vierde in deze periode in 1927 zijn zilveren priesterfeest en in 1952 zijn gouden priesterfeest. In dezelfde periode 1923-1955 was jonkheer H.C. van Heijden burgemeester in Rosmalen. Pastoor Cornelis J. A, van Roestel (* Berkel-Enschot 1912; + Rosmalen 1976). Hij was pastoor van 1961-1976 en tevens deken van het dekenaat Rosmalen van 1962-1968 en 1971-1975. Kapelaan Antonius van der Putten (* Stiphout 1846; + Rosmalen 1872. Hij was kapelaan in Rosmalen van 1870-1872.
Oostzijde Hier is onder andere in 2005 een kindermonumentje geplaatst. Dit ter gedachtenis aan alle doodgeboren kinderen van de parochie. Noordzijde (Schoolstraat) Het grafmonument Van Meeuwen. Hierin zijn begraven Bernardus van Meeuwen (+1839) en Franciscus van Meeuwen (+ 1855).
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
15
K H
Hier staoi ik dan (8)
Ik kijk Zoete Lieve Gerritje nog maar eens glimlachend aan, en vervolg mijn route door het oude pittoreske gedeelte van de stad. De Uilenburg is het gebied, waar nog geen vijf decennia geleden op vele pandjes onsierlijk het bordje “onbewoonbaar verklaard” prijkte. De Uilenburg vormt thans het bruisende en kloppende hart van de binnenstad. Waar de opstapplaats voor één van de onvergetelijke vaartochten over de Binnendieze en de vele horecagelegenheden jaarlijks duizenden toeristen de gemoedelijke sfeer van ’s-Hertogenbosch letterlijk en figuurlijk laten proeven. D’n Uilenburg
Hier staoi ik dan, in d’n Uilenburg ge waant oew eige terug in d’n tijd ’t Mooiste stukske van de Stad ‘t is ginnen drôôm, mar werkelijkheid Grafsteen pastoor Olifiers. Dit grafmonument is in opdracht van Maria Th. van Meeuwen geplaatst. Zij stichtte in 1873 in overleg met pastoor Olifiers een instelling voor liefdadigheid (verpleging van oude mannen en vrouwen), waarvoor de Zusters van Schijndel werden gevraagd om hen te verzorgen. Tevens werd er een school bij gebouwd, waar de zusters ook voor gingen zorgen. Op de plaats van dit klooster/verzorgingshuis staat nu Van Meeuwenhof. Maria Th. van Meeuwen zelf ging regelmatig naar Aken, waar deze gegoede dame een woning bezat. Daar overleed ze in 1887. Ze werd begraven in Eynatten. Grafmonument Nieuwenhuizen Hierin liggen de Edelachtbare L. Nieuwenhuizen, burgemeester van Rosmalen en Nuland (*1852; + 1911) en zijn echtgenote Catharina Verhulst (* 1851; +1924). Grafmonument Nieuwenhuizen Hierin liggen Lambertus Nieuwenhuizen (*1808; +1860) en Petronella Nieuwenhuizen (*1802; +1880).
Grafmonument Van Meeuwen en twee graven Van Nieuwenhuizen. Foto’s: Antoine de Visser
16
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
Mee al z’n ouwe hùskes ‘t is daor ok zô prachtig Lôôp ik deur de strùtjes ’t lijkend wel sprookjesachtig Langs de kronkelende Binnendieze in de zomer deur ‘t zunneke beschene Over de togen en de brugskes ge vergit alles om oe hene D’n Uilenburg ’t mooiste stukske van de Stad Ik vuul me daor zô gelukkig ’t heet ’n wèrrem plèkske in m’n hart
Hier konden koetsie kaarsen Voordat we de Molenstraat ingaan, passeren we de Sint Jansstraat, het eerste straatje waar men na het opheffen van de Vestigingswet vrije doortocht naar de stad had. De daar gelegen oude kromme toegangspoort (de Sint Janspoort) verdween pas enkele jaren daarna, bewust krom gebouwd zodat er bij aanvallen op de stad geen kogels doorheen konden worden geschoten. Op de hoek Lepelstraat - Sint Jansstraat staat het Keershuis: hier konden koetsiers die in het donker de stad verlieten, kaarsen voor de lantaarns op hun rijtuigen kopen.
Sjef Brummer
De halve Peer.
Meteen links aan het begin van de Molenstraat, boven de opstapplaats van de vaartochten over de Binnendieze, zien we het beeld van ‘de Halve Peer’ aan de gevelwand hangen. Een carnavalesk bronzen standbeeld ter ere van de Burgervaojer van Oeteldonk, Peer vaan den Muggenheuvel tot den Bobberd. Een geschil tussen carnavalsvereniging de Oetels (met de Peer als lid) en de Oeteldonksche Club van 1882 lag aan dit beeld ten grondslag. De Oeteldonksche Club verzuimde de afgesproken helft van het bedrag voor dit beeld te betalen, de Oetels hielden wel woord en bij het verstrijken van de afgesproken termijn werd een half beeld gerealiseerd. Om het goed te maken heeft de Oeteldonksche Club later een ander beeld laten vervaardigen, de Kleren van de Peer. Het stelt een kapstok met daarop de burgemeesterskleding van de Peer voor, die elders in de stad, in de Sint Josephstraat,
Ook opvallend in de Molenstraat en de Uilenburg zijn de grote poorten van enkele panden. Deze poorten gaven toegang voor de handelaren die met paard en wagen en al naar een in het perceel gelegen luik konden rijden. Door dat luik lieten ze dan hun handelswaar naar beneden zakken naar de gereedliggende vaartuigen op de Binnendieze, die van daaruit de goederen dan weer door de rest van de stad gingen vervoeren. Wat schrijft de Uilenburg toch gemakkelijk, zit ik zowaar weer aan mijn maximaal aantal woorden voor deze editie. Ik besef dat we amper vijfentwintig meter verder zijn gekomen, er valt dus over dit mooie stukje ’s-Hertogenbosch veel te vertellen. Graag maar weer tot de volgende keer, met een welgemeend HOUDOE. Foto’s: Ellie de Vries
iers die in het donker de stad verlieten, n voor de lantaarns op hun rijtuigen kopen. Het Keershus. De witte zwaan in de Molenstraat.
zijn plekje boven de Binnendieze heeft gekregen. Een klein stukje verderop in de Molenstraat, boven het restaurant naast de eerste toog, hangt een plaquette met de afbeelding van een witte zwaan. In de Middeleeuwen stond een witte zwaan symbool voor zuiverheid en reinheid. Jheronimus Bosch zag echter een omgekeerde betekenis van een witte zwaan: losbandigheid, verdorvenheid, prostitutie en dronkenschap. Het is dan ook niet vreemd dat op enkele van zijn schilderijen op uithangborden bij kroegen en bordelen een afbeelding van een witte zwaan te zien is.
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
17
O
Open Dag KringHuis
18
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
Verbonden stad Elf v-tjes, als het grondplan van een vesting. Verdedigend de waarden van de stad. Zich tegelijkertijd openend voor de grote schare welkome toeristen die verleid zijn door de mare van intimiteit en kwaliteit in tijdloze schat. Veertig jaar vestigend vrijwilligers volharding. Elf v-tjes als membraam om een eicel. Gretig aantrekkend de letters ‘d’ en ‘b’. Stoutmoedig verwijzend naar de verboden naam die verloochend het Hertogelijke bestaan maar als koosnaampje groeide, heel gedwee tot gelijkwaardigheid van tweelingstel. Elf v-tjes, inzuigend de penetrerende impuls die in 4 decennia explodeerde tot fors formaat. De liefde wekkend van buitenlui door stadsgenoten daarmee bekendheidsgraad wel wereldwijd vergroten door studie, rondgang, wandeling, en klim kordaat onder gezaghebbend vervoering van boschlogische consuls. Elf v-tjes, even vruchtbaar als de 3 stromenstad. Als Kring symboliserend de vereniging van gelijken. Hun kleine punten olijk binnenwaarts wijzend. Focus en beweging creërend, elan verrijzend. Respect afdwingend en spontane huldeblijken zoals deze- in een Rederijkersvers vervat. Elf v-tjes, als kunstig gesmede roodgouden ring Benadrukkend het precieus juweel binnen de muren. Blijvend én beklijvend promotend - historie en sfeer in alle toonaarden. Hier keert men weer en weer en weer. Dank aan allen die dit initiatief wisten te sturen Naar dit nieuwe huis: een solide stuwende prikkeling.
© Rederijkerskamer “Moyses’ Bosch” te ’s-Hertogenbosch en Jan Pieter van Lieshout, factor. Foto’s: Ellie de Vries
Tijdens de open dagen van het Kringhuis is bovenstaand gedicht voorgedragen. Het is een geschenk aan de Kring. Het is geschreven door een van de factoren van rederijkerskamer Moyses Bosch, Jan Pieter van Lieshout.
Uit de oude doos Jeroen Bosch Jan van Haaren Eigenlijk is maar weinig bekend van deze Bosschenaar. Zelfs naar zijn geboortejaar moeten we maar gissen, maar men vermoedt 1453. Hij is in ieder geval wel in ‘s-Hertogenbosch gestorven en begraven in het jaar 1516. Ook is hij gehuwd geweest. Hij trouwde op 24 jarige leeftijd met Aelijt van de Neervenne, een meisje van welgestelde ouders en hij krijgt door dat huwelijk wat bezittingen. Werkopdrachten waren er volop want hij had goede opdrachtgevers. Een van de bekendste was Philips de Schone van Spanje, die op zijn slaapkamer het drieluik “Tuin der Lusten” had hangen. Momenteel zijn zijn werken over Europa en Amerika verspreid. Van zijn hand zijn er ongeveer dertig werken bekend. Ook weten we uit de archieven van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap, of zoals u wilt de Zwanenbroeders, dat hij vanaf 1486 lid was van deze Broederschap. Daarna lijkt alles zo’n 350 jaarte slapen maar eind vorige eeuw krijgt Jeroen weer belangstelling van het publiek, dat zijn werk als het ware is gaan herwaarderen. Zo geeft burgemeester van Lanschot, begin deze eeuw, te kennen dat hij deze wereldberoemde Bosschenaar wil eren (geen wonder want een tweede zo’n beroemde moet nog geboren worden). Deze Burgemeester had een grote wens en die ging in vervulling bij zijn 12,5 jarig ambtsjubileum. Via hem wordt aan de stad een standbeeld van Jeroen Bosch aangeboden. August Falise krijgt opdracht dat beeld te maken. In juni 1930 is het zo ver. De markt ziet zwart van het volk en wat voor volk. Onder de aanwezigen zijn Jhr. van Rijckevorsel, Commisaris van de Koningin; Burgemeester F.J. van Lanschot; OudBurgemeester v.d. Does de Willebois; Eerste Kamerlid Jhr. Mr Sasse van Y sselt; Tweede Kamerlid Mr. F. Teulings en de pastoors Barten en van de Kant. Als zulke belangrijke personen aanwezig zijn bij de onthulling van een standbeeld van iemand die al 400 jaar dood is, dan zeg ik: dat moet wel een bijzonder mens geweest zijn. En wat voor een mens? Probeert u zijn werk maar eens te doorgronden. Gaat u maar eens kijken, dan zult u het met mij eens zijn dat het een bijzonder ofbijzonderling persoon was. Dat kijken kunt u op de bovenverdieping van de Moriaan, boven de V.V. V. Jeroen is zelf niet thuis, maar hij heeft wat foto’s achter gelaten. Uit KringNieuws 4, juli 1992
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
19
M
Erfgoedroute van start Nik de Vries en Ed Hupkens
Erfgoed is alles wat we koesteren uit het verleden. Zoals wethouder Ruud Schouten zegt: “Geschiedenis is niet alleen iets van vroeger, maar werkt door in vandaag.” Hij krijgt maandag 25 februari 2013 het eerste exemplaar aangeboden van de Erfgoedroute, een boekje waarmee middelbare scholieren het verleden van ’s-Hertogenbosch kunnen ontdekken. De aanbieding vindt plaats in het Technasiumlokaal - “wellicht de mooiste plek van de school” - van het Jeroen Bosch College (JBC). Tien jaar geleden begint het verhaal. Aart Bogers, docent geschiedenis aan het Jeroen Bosch College vertelt dat leerlingen van de brugklas bezig zijn met de middeleeuwse stad. Via een wandeling laat hij hen kennismaken met de historische Bossche binnenstad. Zo leert hij hun hoe de eigen omgeving van vroeger bepalend is voor de huidige omgeving. Daarmee voldoet de school ook aan een van de kerndoelen: aandacht schenken aan omgevingsonderwijs. Tel daarbij op dat binnen erfgoedinstellingen meer aandacht komt voor educatie en je zet een samenwerking in gang, die vandaag resulteert in een fraai boekje. Het boekje biedt een combinatie van een stadswandeling en een bezoek aan drie bewaarplaatsen van het Bossche erfgoed: het Stadsarchief (vooral papier), de BAM, Bouwhistorie Archeologie en Monumenten (vooral vondsten) en het Noordbrabants Museum (vooral kunst en kunstnijverheid). Leerlingen Zonder leerlingen geen Erfgoedroute. Enkele groepjes leerlingen uit de huidige brugklas presenteren hun ‘producten’: ze hebben de erfgoedroute al gelopen
en de verschillende instellingen bezocht, waarbij ze onderweg opdrachten hebben gemaakt. De leerlingen laten door middel van zelfgemaakte filmpjes iets zien van hun beleving bij de BAM, het Stadsarchief en het Noordbrabants Museum. Omdat het museum nog volop bezig is met de herinrichting, hebben leerlingen hier een helm gepoetst en het speciaal hiervoor opgehangen schilderij De Lakenmarkt bekeken. Reactie van een van hen: “Waarschijnlijk wordt het heel mooi…” Duidelijk wordt dat de leerlingen deze vorm van onderwijs erg op prijs stellen: ze zijn op een andere manier bezig dan op school en ze steken er – soms ongemerkt – veel van op. Rector Lian Derks heeft nog een uitdaging voor hen: wie maakt van het boekje een app, zodat erfgoed en techniek en moderne tijd echt verbonden worden. Eerste exemplaar Jac Biemans van het Bossche Stadsarchief vertelt dat naast de drie instellingen de stad zelf nummer vier is. Deze zijn nu verbonden met het onderwijs. Bij de totstandkoming van het boekje zijn veel mensen betrokken geweest. Hij laat enkele voorwerpen zien, waarmee leerlingen op hun tocht geconfronteerd worden. Vervolgens biedt hij het eerste exemplaar van de Erfgoedroute aan aan wethouder Ruud Schouten. Deze zegt in zijn dankwoordje: “De geschiedenis niet inhalen, maar kennen. Als je in de stad mensen naar boven ziet kijken en wijzen, zijn het vrijwel altijd toeristen. Ik hoop dat binnenkort ook Bosschenaren omhoog kijken om hun stad nog beter te leren kennen. Met dit boekje kunnen jonge mensen al aan de slag.” Foto: Ellie de Vries
Het technasium is een onderwijsstroom voor gymnasium, vwo en havo. Centraal in deze onderwijsvorm staan de bètavakken. Zoals een gymnasium een vwo is met het examenvak Grieks en/of Latijn, is een technasium een vwo of havo met het examenvak Onderzoeken & Ontwerpen. Het JBC is de enige school in de regio met een technasium.
20
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
De Erfgoedroute is te boeken vanaf 28 mei 2013. Er kan gelopen worden van dinsdag tot en met vrijdag tussen 10.00 uur en 16.00 uur. De kosten bedragen 1 euro per boekje. Reserveren kan via: educatie@hnbm.nl.
D
De hertogen van Brabant (4) Resy Rabou
In de vorige aflevering zijn we aangekomen bij Filips van St.-Pol. Intussen vordert de bouw van de Sint-Jan gestaag. De eerste bouwperiode, waaronder de straalkapellen, het hoogkoor en de kooromgang, is afgerond.
Orde van het Gulden Vlies.
Filips de Goede. Karel de Stoute.
Filips van St.-Pol sterft kinderloos. Nog steeds geldt: Brabant moet ongedeeld blijven. Daarom valt het besluit dat het hertogdom wordt overgedragen aan ziin neef: Filips van Bourgondië (1396 – 1467), bij ons beter bekend als Filips de Goede, een deftig heer, die vanaf de dood van zijn vader – Jan zonder Vrees – in het zwart gekleed gaat. Daarmee wordt Brabant opgenomen in het groeiende Bourgondië, maar de zelfstandigheid van Brabant moet daarbij gewaarborgd blijven.
Filips de Goede Al tweemaal weduwnaar, huwt hij voor de derde maal, nu met de intelligente dochter van de koning van Portugal, Isabella (1397 – 1472), een vrouw, zowel politiek goed geschoold als ook in talen en in de jacht. De eerste kennismaking van Filips met Isabella verloopt via een portret, dat Jan van Eyck van haar geschilderd heeft. Bij zijn huwelijk met haar wordt de orde van het Gulden Vlies ingesteld. Filips – een geslepen politicus - houdt van pracht en praal aan zijn hof. Een kleine greep uit zijn veldtochten: zijn bemoeienis in de 100-jarige oorlog, waarbij hij toekijkt bij de ‘verkoop’ van Jeanne d’Arc aan de Engelsen, de opstand tegen Brugge, de inname van Luxemburg, de expeditie tegen de Turken. Hij wil altijd zijn zin krijgen en als ’s-Hertogenbosch met hem in conflict raakt vanwege een zeer hoge belasting, die de stad moet betalen, stuurt hij een delegatie uit Leuven, Brussel en Antwerpen om zijn zin door te drijven. ’s-Hertogenbosch blijft weigeren, maar moet uiteindelijk toch het hoofd buigen.
De Sint-Jan Bij de bouw van de Sint-Jan is inmiddels de tweede bouwperiode aangebroken (1425 - 1478). Het hoogkoor is klaar en er wordt daar gewerkt aan de koorbanken. Op die koorbanken kan men nog steeds ‘het volk Gods’ bewonderen: boemelaars, zangers, prelaten… Er wordt verder gebouwd aan het noorderportaal, het zuiderportaal en het kapittelhuis. In 1463 breekt er weer een grote stadsbrand uit. Er branden ook zoveel vuren in de stad. Denk eens aan de bakkers, de brouwers, de ververs, de zeepzieders… en het vuur moet brandend gehouden worden. Een onvoorzichtigheid bij een lakenverver is de oorzaak van de brand. Na deze grote brand worden de daken van stro verboden. De daken moeten bedekt worden met leien of pannen, maar dat kunnen alleen de rijken zich permitteren. Het gezegde “hij is onder de pannen” stamt uit deze tijd. Karel de Stoute In 1467 sterft Filips op 71-jarige leeftijd. Zijn zoon Karel (1433 – 1477), bij ons bekend als Karel de Stoute, neemt het heft in handen. Karel is een strenge, maar ook rechtvaardige man met veel talenten. Hij is een hertog, die zeer gedisciplineerd te werk gaat en correct is tegenover zijn soldaten. Hij maakt er kerels van. Karel is een harde werker. Hij wordt dan ook wel genoemd “le Travaillant” . Karel is veel op oorlogspad . Hij stuurt aan op één groot, aaneensluitend land. In 1454 trouwt hij met Isabella van Bourbon en uit dat huwelijk wordt Maria van Bourgondië geboren, een dochter tot grote teleurstelling van vader Karel en grootvader Filips. Zij zijn dan ook niet aanwezig bij de doop van Maria.
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
21
D K
Korte berichten Boekaanbieding
Uitgeverij Matrijs heeft het boek Tekens van leven. Opgravingen en vondsten in het Tolbrugkwartier van ’s-Hertogenbosch (redactie H.L. Janssen en A.A.J. Thelen) in prijs verlaagd. Het boek is nu in het Kringhuis te koop voor € 17,95.
Verzetsmonument
Slag bij Nancy (schilderij van E. Delacroix).
22
Na de dood van Isabella huwt Karel met Margaretha van York en over deze huwelijksdag raakt men niet uitgepraat. Er wordt geschreven over deze dag: “op de bruiloftsdag werd het voedsel ter tafel gebracht op veertien schepen, deels van zilver, deels van goud… er werden vlammenspuwende pauwen de eetzaal binnengebracht…” Maar al ras gaat Karel weer op oorlogspad. Op een koude namiddag van zondag 5 januari 1477 wordt in het modderige dal in de buurt van Nancy het trotse leger van Karel genadeloos afgeslacht. Ook Karel sneuvelt daarbij. Hij ligt begraven in een praalgraf in de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Brugge naast dat van zijn dochter Maria, die hem na zijn dood opvolgt als hertogin Maria van Bourgondië (1457 – 1482).
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
Redactie
12 maart 2013 is het Verzetsmonument van zijn sokkel gehaald. Het moet verplaatst worden door de aanleg van de parkeergarage. Medio 2014 wordt het herplaatst in de Casinotuin. In het beeld bleken geen oude kranten te zitten, wat iedereen verwacht had, maar wel een brief van beeldhouwer Peter Roovers (1902 - 1993). De brief zat in een loden pijpje. In de brief schrijft Roovers dat het initiatief tot oprichting van het monument al in 1940 is genomen door musicus Joop Goosen, bakker Leo Verhoeven en cineast Jac. Pompe. Via burgemeester Van Lanschot is Roovers aangezocht het te ontwerpen. Na de nodige problemen is het in 1953 gegoten door bronsgieter A. Binder te Haarlem en voltooid in maart van dat jaar. Het beeld is 1.15 meter hoog, 1.20 meter breed en 3 meter diep. Op de voet lezen we dichtregels van prof. Michels:
“Gedenk die tot der dood getrouw, in ‘t zicht van tirannieke machten, het vege lijf ten offer brachten, opdat de geest verwinnen zou.”
B
Beelden herplaatst Redactie
Het is een secuur werkje: het herplaatsen van de twee beelden Minerva en Mercurius aan het pand van Vanilia in de Kerkstraat. Beeldhouwer Ton Mooy, die de beelden gerestaureerd heeft, zorgt er persoonlijk voor dat ze op de juiste plaats terecht komen. Die middag worden ze onthuld door wethouder Huib van Olden.
Herplaatsen is een secuur werk. De originele beelden.
Werkgroep Klein Monument trok aan de bel bij de gemeente en de BAM! Het heeft even geduurd voor de beelden gerestaureerd konden worden. In 2007 werden de eerste vernielingen geconstateerd. Een jaar later is een van de beelden voorzien van een nieuw kopje, maar dat bleek geen succes. De werkgroep het Kleine Monument van de Kring Vrienden heeft zich er mee bemoeid. Ze trok aan de bel bij de gemeente en de BAM (afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten). In 2009 werd ook het tweede kopje door vandalen eraf gehakt. Vervolgens verdwenen meer uitstekende delen van de beelden. Daarna is geprobeerd met de eigenaren tot overeenstemming te komen over het herstel. Halverwege 2012 werd eindelijk resultaat geboekt en ging de gemeente over tot restauratie van de beelden. De BAM heeft hierin een fantastische rol gespeeld: met veel tact en geduld lukte het de eigenaren mee te krijgen.
De beelden De nu geplaatste beelden zijn niet de originele uit de 19de eeuw. Die zijn veilig opgeslagen bij de BAM. In plaats daarvan zijn beelden gemaakt van kunststof. Dankzij oude foto’s kon Ton Mooy de hoofden namaken. Dat was minder lasting dan het leek, omdat de beelden typisch 19de-eeuws zijn: daarbij lijken de gezichten veel op elkaar. Bij een eerdere restauratie in de jaren ’70 zijn de beelden verkeerd om geplaatst. Dat is nu hersteld: ze kijken weer naar elkaar toe. Minerva en Mercurius staan voor nijverheid en handel, twee pijlers waarop de welvaart van ‘s-Hertogenbosch gebouwd is. Ze zitten weer goed vast aan hun houten gevel. De toeristen en de Bosschenaren zelf kunnen de beelden zien zoals ze bedoeld waren. Foto’s Nort Lammers en Nik de Vries
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
23
B
Beeld Franciscus Xaverius Geert Donkers
Tegen de voorgevel van de Sint-Landelinuskerk in Empel staat sinds enige tijd een beeld op een sokkel. Het beeld stelt Franciscus Xaverius voor. Het is duidelijk dat het beeld van Franciscus uit een andere tijd dateert dan de kerk. Aan de andere kant staat overigens nog een beeld. Een beeld van Maria Immaculata. De twee vormen een merkwaardig geheel.
Franciscus werd in 1506 geboren op het kasteel van Javier bij Pamplona in Spanje als kind van een adellijke familie. Vanaf 1525 studeerde hij in Parijs en hij sloot zich in 1533 aan bij de kloosterorde van de Jezuïeten. Deze orde was gesticht door zijn streekgenoot Ignatius van Loyola. Na zijn priesterwijding in 1541 vertrok Franciscus als pauselijk legaat naar Goa in India. Van daaruit maakte hij een reis naar Japan waar hij de eerste christengemeente stichtte. Na zijn terugkeer in Goa ging hij al snel weer op reis. In 1552 was China zijn doel. Ook hier wilde hij een missie stichten. Franciscus stierf echter op een eilandje voor de kust van China. In 1622 werd hij heilig verklaard. Vanwege zijn missionaire activiteiten stelde paus Pius X hem aan tot patroon van de missionarissen en van de Voortplanting des Geloofs. Het beeld van Franciscus is afkomstig van het klooster Sparrendaal in Vught. Sparrendaal was een klooster van de Congregatie van het Onbevlekt Hart van Maria (Maria Immaculata), beter bekend als de paters van Scheut. Deze paters verrichtten missiewerk in China, Mongolië en Congo. In Vught werd in 1930 een nieuw complex gebouwd. Het bevatte onder andere een klein seminarie waar jongens hun eerste opleiding tot missionaris kregen. Dit missiecollege kreeg een toepasselijke naam: Xaverius College. Boven de ingang van het gebouw stond in een nis het beeld van Franciscus Xaverius. Het beeld werd gevonden net voor een groot deel van de gebouwen gesloopt werd. Franciscus Xaverius werd op traditionele wijze uitgebeeld: als priester met een korte baard, gekleed in toog en superplie en een stola. In de linkerhand draagt hij een crucifix waar hij met de rechterhand naar wijst. Voordat het beeld in Empel werd geplaatst, vond er een restauratie plaats. Het beeld bleek voor een deel hol en was verstevigd met een ijzeren geraamte. Het werd met een soort cement gemodelleerd en daarna in zijn geheel wit geschilderd. Het beeld werd waarschijnlijk gemaakt in een atelier voor kerkelijke kunst. De naam van het atelier is vooralsnog niet bekend. Het Xaverius College fuseerde in de jaren 60 met de MMS Regina Coeli tot het huidige Maurick College. In 1994 werd het landgoed Sparrendaal aangekocht door het Brabants Landschap. Het grootste deel van het kloostercomplex werd in 2008 gesloopt. Kort daarvoor waren de laatste paters van Scheut naar een verzorgingshuis elders verhuisd. Bij het toegangsportaal van de voormalige Sint-Jacobskerk in de Hinthamerstraat (nu Jheronimus Bosch Art Center) staat ook een beeld van Franciscus. Het portaal heeft de missie als thema en daar paste Franciscus Xaverius zeker bij. Hij is hier afgebeeld met een crucifix en met een jacobsschelp. De beelden van dit portaal waren afkomstig uit het atelier van de firma Van Bokhoven en Jonkers.
KringNieuws is het minimaal zes maal per jaar verschijnend tijdschrift van Kring Vrienden van ’s‑Hertogenbosch. Redactie: Nik de Vries (voorzitter), Michele van den Heuvel, Ed Hupkens, Jan Korsten, Gerard ter Steege, Ellie de Vries (fotografie) en Johan Strang (bestuur). Vormgeving: Jack van Elten Redactie-adres: Secretariaat KringNieuws Postbus 1162, 5200 BE ’s‑Hertogenbosch E-mail: redactie@kringvrienden.nl Oplage 2.400 stuks Niets uit een editie mag worden gekopieerd of elders gepubliceerd zonder uitdrukkelijke toestemming van Kring Vrienden en de redactie; dit geldt ook voor het in enige vorm elektronisch beschikbaar stellen. De redactie heeft getracht alle rechthebbenden van het illustratiemateriaal te achterhalen. Personen of instanties die desondanks van mening zijn aan deze uitgave aanspraken te kunnen ontlenen wordt verzocht om contact op te nemen met de redactie.
Secretariaat Postbus 1162 5200 BE ’s‑Hertogenbosch E-mail: algemeen@kringvrienden.nl Internet: www.kringvrienden.nl Betalingen: ING Bank 3119716 Jaarlijkse bijdrage minimaal € 17,50 Kringhuis en Kringbalie Parade 12 Telefoon 073 - 613 50 98 Telefax
073 - 614 60 21
Ma. gesloten Di. tot en met za. van 10.00 - 17.00 uur
Bron: J. Timmers, Christelijke symboliek en iconografie; Wikipedia Foto: Ellie de Vries
24
KringNieuws maart 2013, jaargang 39 nummer 2
zon- en feestdagen van 12.00 - 15.00 uur