Kring Nieuws uitgave van kring
vrienden van ’s‑Hertogenbosch
Jaargang 35 nummer 6 november 2009
Vooraf 2 Jheronimus Bosch 500 van start
3
Museum virtueel
4
Vrijwilligersdag 2009
5
Honderd jaar ‘Bossche Herrie’ 6 Korte berichten
7
Bewakers van het culturele erfgoed(7) 8 Louis Pirenne op de praatstoel 10 Feestavond burgemeester
11
De Maasuiterwaarden
12
Open Monumentendag 2009 14 Charles Limonard onderscheiden 16 Beeld van Sedes Sapientiae 18 Nieuwe schippers
19
Dagelijks voedsel in de Middeleeuwen (1) 20 Winter ’09-’10
22
Groepsarrangement 22 Winterprogramma Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch 22 Met LEF op reis
23
Korte berichten
23
Sleuteloverdracht 24
Klein
Monument
V J Vooraf
Jheronimus Bosch
Nik de Vries
Het laatste nummer van deze jaargang hebt u zojuist opengeslagen. Hopelijk voldoet ook dit nummer weer aan uw verwachtingen. De redactie heeft haar best gedaan opnieuw een scala aan artikelen en foto’s tevoorschijn te toveren. Mede dankzij artikelen van buitenaf hoopt ze daarin geslaagd te zijn.
’s-Hertogenbosch was weer de bruisende stad die het graag wil zijn: elk weekend van september en oktober was er wel iets te doen, soms meer dan een ding tegelijk. Je loopt je benen onder je lijf uit als je alles wilt meemaken. Ook de kring Vrienden liet zich niet onbetuigd. De Vrijwilligersdag was dit jaar op een andere leest geschoeid en die viel bij de meeste deelnemers zeer in de smaak. En dat was dan misschien een voorproefje van volgend jaar, wanneer de stad Hoofdstad van de Smaak is. En komend jaar gaan ook de activiteiten van start rond Jheronimus Bosch 500. U leest erover in dit nummer.
Over de Parade is inmiddels weer veel te doen. Een meerderheid van een minderheid Bosschenaren heeft gekozen voor het plan, waarbij onder andere de kastanjebomen gaan verdwijnen. Ze worden vervangen door kleine lindeboompjes. U merkt het: ik ben er niet kapot van. Op enkele plaatsen liggen voorproefjes van wat het moet worden. Nu al zijn die stukken vuil en kapot. Hebben we gekozen voor een kat in de zak? Onder de Parade liggen de restanten van het Groot Begijnhof dat tot in de 17de eeuw als zodanig gefunctioneerd heeft. Daar hoorde ook een kerk bij, gewijd aan Sint-Nicolaas. Zou het niet een idee zijn op de Parade zichtbaar te maken hoe dat Begijnhof eruit heeft gezien? Niet door het opnieuw op te bouwen, maar gewoon zichtbaar maken. Misschien zoals dat gebeurd is met de stadspoorten. Als er dan op de hoek van de Torenstraat en de Kerkstraat een mooi bord geplaatste wordt, waarop afgebeeld het Groot Begijnhof, met duidelijk uitleg erbij, zou de stad weer iets historisch kunnen toevoegen aan alles wat er op dat gebied al is. Tot slot wens ik u veel lees- en kijkplezier. Mede namens de redactie wens ik u ook alvast fijne feestdagen en een goed 2010. Laten we er weer veel moois van maken. Hebt u een artikel voor KringNieuws, dan kunt u dat via het mailadres inzenden. Illustraties erbij graag via het Kringhuis. Uiterste datum is 30 december 2009.
Foto voorpagina: Ellie de Vries De werkgroep Het Kleine Monument heeft ervoor gezorgd dat de oude entree van het Sint Jozefhuis verwerkt werd in de nieuwe toegang van het appartementencomplex.
2
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
Op 1 oktober 2009 was de presentatie van een nieuwe stichting onder voorzitterschap van Essent-topman Michiel Boersma, geboren en getogen Bosschenaar, waarmee feitelijk de voorbereiding startte van een reeks activiteiten naar 2016, het vijfhonderdste sterfjaar van Jheronimus Bosch. De aanloop van de introductie van de nieuwe Stichting Jheronimus Bosch 500 vond plaats in het Noordbrabants Museum. Daar werd de expositie rond De zeven zonden van Jheronimus Bosch geopend. Hierin stond de presentatie van De verzoeking van Sint Antonius centraal. In de Statenzaal van het museum verwelkomde directeur Charles de Mooij de aanwezigen met een korte toelichting op de expositie.
De jonge, in Parijs wonende, Belgische kunstenaar Antoine Roegiers (Braine l’Alleud, 1980) heeft een uitzonderlijke animatiefilm gemaakt van Jheronimus Bosch’ triptiek De verzoeking van de heilige Antonius. Antoine Roegiers gebruikt animaties als een vorm van schilderen, tekenen of fotograferen. Met zijn tien minuten durende animatiefilm brengt Roegiers de figuren, de demonen en Antonius tot leven. In deze verbluffende weergave zijn zowel de animatiefilm op groot formaat als de making of te zien. Roegiers is er in geslaagd een 500 jaar oud drieluik van Jheronimus Bosch met moderne ict-technieken te muteren naar 2009. Het Noordbrabants Museum toont tevens Roegiers’ filmversie van het schilderij De Vlaamse Spreekwoorden van Pieter Bruegel de Oude. Zijn olieverfschilderijen naar Bosch en Bruegel maken de performance compleet.
h 500 van start Ed Hupkens Vanwege de bijzondere relatie met Jheronimus Bosch 500, werd de expositie officieel geopend door wethouder van cultuur Rodney Weterings. In zijn rede maakte Weterings duidelijk dat het om de kunst ging, om datgene wat Jheronimus Bosch gemaakt heeft en dat anderen heeft geïnspireerd en betekenis aan onze stad gaf en geeft. Na bezichtiging van de expositie verplaatste het gezelschap zich naar het Theater aan de Parade.
foto Ed Hupkens
De Belgische kunstenaar Antoine Roegiers.
Bijpraten In het Theater praatte burgemeester Ton Rombouts de aanwezigen op hoofdlijnen bij over wat er in de afgelopen maanden aan werk en besluitvorming heeft plaatsgevonden. ’s-Hertogenbosch staat de komende jaren nadrukkelijk stil bij de herdenking van het 500ste sterfjaar van Jheronimus Bosch in 2016. In oktober 2008 presenteerden de intendanten Ad ’s-Gravesande en Martijn Sanders hun advies Jheronimus Bosch 500 aan het gemeentebestuur. De gemeenteraad nam in juni 2009 het besluit om het project Jheronimus Bosch 500 te beschouwen als een meerjarig structuurversterkend programma. Om de ambitie van een dergelijk project te garanderen en de koers stevig te verankeren, stelde de raad een gemeentelijke bijdrage van € 8 miljoen in het vooruitzicht. Sinds oktober 2008 is er veel in beweging gebracht. Voormalig intendant Ad ’s-Gravesande informeerde de zaal over de nieuw opgerichte Stichting Jheronimus Bosch 500 en het activiteitenprogramma voor 2010. Als voorzitter van de Raad van Toezicht van de stichting is benoemd de aftredende Essenttopman Michiel Boersma. Als penningmeester gaat optreden Mike Hartkoorn (Ernst & Young). De
Activiteiten in 2010 Een van de eerste activiteiten van het Jheronimus Boschproject, volgend jaar mei, is een diner op de markt voor honderden inwoners uit alle Bossche wijken. Daarbij wordt ingehaakt op de manifestatie Hoofdstad van de Smaak. Elf wijken gaan strijden om de titel Beste Bossche Wijkkoks 2010. De Bosch Parade, in juni 2010, is een manifestatie in de openlucht, en moet een jaarlijks hoogtepunt worden. De Binnendieze speelt hierbij een belangrijke rol. Er komt een Internationale Filmweek met verscheidene categorieën en diverse mediavormen, met als onderwerp beeldende kunst en beeldende kunstenaars. De opzet gebeurt in samenwerking met het tv-programma Het Gesprek van de VPRO en de Verkadefabriek. In het kader van een Bosch Talenten Beurs gaan vijftig getalenteerde, pas afgestudeerde, beeldende kunstenaars in een ruimte van 5 x 5 meter hun werk maken en tonen, dat beoordeeld gaat worden door een internationale jury. Jonge Makers Biënnale is een samenwerking van Cement, Theaterfestival De Boulevard, November Music, Artemis, Verkadefabriek en Productiehuis Brabant. Het doel is het tot stand brengen van coproducties die in ’s-Hertogenbosch en elders worden geëxposeerd. De Bosch Vision Award is een prestigieuze prijs, toe te kennen aan innovatieve personen die actief zijn op het gebied van cultuur en duurzaamheid. Het Bosch’ Requiem wordt een jaarlijks terugkerende herdenkingsmis aan Jheronimus Bosch onder leiding van Marc Versteeg, op de zaterdag na Allerzielen. De finale van deze presentiedag was de uitvoering van de muziektheatervoorstelling van Camerata Trajectina onder de titel De zeven zonden van Jheronimus Bosch. De voorstelling voerde naar de wereld van de
We beginnen 2009 met lekker eten. dagelijkse leiding van het project is in handen van Ad ’s-Gravesande (artistiek/inhoudelijk), Paul van der Eerden (zakelijk directeur, tevens tot maart 2010 directeur financiën bij de gemeente ’s-Hertogenbosch) en Lian Duif (projectmanager).
beroemde schilder, die in zijn werken de menselijke gedragingen uitbeeldde die naar hemel en hel leidden. De zeven zonden traden een voor een zingend naar voren. Medewerking verleende Gerrit Komrij, de regie was in handen van Jos Groenier.
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
3
MV Museum virtueel
Vrijwilligersdag 2
Over enkele maanden wordt in de binnenstad van ’s-Hertogenbosch een begin gemaakt met de grootschalige uitbreiding en renovatie van het Noordbrabants Museum. Dat is tevens het startsein voor de realisatie van een omvangrijk Museumkwartier waarin ook het SM’s (Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch) wordt gevestigd. Daaraan voorafgaand plaatste het Tielse bedrijf Design8 bv, in nauw overleg met architectenbureau Henket & Partners, het nieuwe museumcomplex alvast in 3D op Google Earth. Vanaf 12 september kunnen bezoekers van de vernieuwde website www. noordbrabantsmuseum.nl een virtuele tour maken door de vernieuwde zalen of zélf door het state-of-the-art museumcomplex navigeren.
foto Ellie de Vries
Redactie
Zelf virtueel wandelen door het nieuwe museum Design8 heeft drie ruimten in het museum tot in detail en inclusief kunstwerken nagebouwd. Het betreft hier de Statenzaal, de Erkerzaal en een nog te bouwen Driehoekszaal. Daarnaast zijn zowel op het toekomstige voorplein als in de binnentuin kunstwerken te zien. De overige ruimtes in en rond het museum zijn ook in 3D nagebouwd en bevatten een selectie aan kunstwerken uit de museumcollectie. Het webvenster bevat navigatieknoppen waardoor direct naar de gekozen ruimte gegaan kan worden. Met de muis kan de gebruiker zelf in 3D rondkijken en besluiten welke route hij of zij neemt. Daarnaast bevat het programma een virtuele tour, waarbij de bezoeker tijdens de route kan pauzeren om op het gemak rond te kijken.
4
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
foto Ellie de Vries
Volledig beeld Vorig jaar al waren kunstwerken van het museum Prado in Madrid via Google Earth te bezichtigen. Echter het verschil met Prado is dat het Noordbrabants Museum niet alleen van de buitenkant, maar óók van de binnenkant is te bezichtigen. Waar men bij Prado de kunstwerken via een pop-up bekijkt, ziet men in het virtuele Noordbrabants Museum een selectie van kunstwerken en objecten in de zalen waar zij in de toekomst in het echt te zien zijn. Op die manier krijgt de websitebezoeker een goed beeld van de toekomstige expositiezalen in functie.
foto Ellie de Vries
Bezoekers kunnen op deze manier alvast op detailniveau kennis maken met het resultaat dat de nieuwbouw en de verbouwing van het Noordbrabants Museum gaat opleveren; een selectie van kunstwerken en objecten geeft een indruk van de nieuwe ruimten. Ook in de periode dat het huidige museum gesloten is (tot 2011), kan men zo te allen tijde een ‘bezoek brengen’ aan dit toekomstige museum.
foto Jos Holland
foto Ellie de Vries
foto Ellie de Vries
foto Ellie de Vries
foto Jos Holland
foto Jos Holland
foto Ellie de Vries
foto Ellie de Vries
foto Ellie de Vries
foto Ellie de Vries
2009 Redactie
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
5
H
Honderd jaar ‘Bossche Herrie’
Het ’s-Hertogenbosch’ Muziekkorps bestaat honderd jaar. Het bereiken van een dergelijke leeftijd is alleen weggelegd voor de ijzersterken; dat geldt voor zowel mensen als muziekverenigingen. Het behalen van deze mijlpaal werd op zondag 4 oktober 2009 feestelijk en uitbundig gevierd met een jubileumconcert, een gedenkboek, een expositie en een receptie in café/zaal De Lachende Vis in OudEmpel. Het ’s-Hertogenbosch’ Muziekkorps werd op 4 juli 1909 opgericht. Naar verluidt is het korps ontstaan uit de congregatieharmonie van de Gregoriusvereniging van de parochie Sint-Pieter, het bestond in die begintijd uit 23 man. Aan de wieg van de ‘Bossche Harmonie’, zoals het korps ook wel werd genoemd, stonden de muzikale maten Frans van Esch, Karel van Rijswijk en Guus Zaunbrecher. Inmiddels is de tijdsbalk 100 jaar verder opgeschoven. Er kan teruggekeken worden op een rijke historie, die zowel hoogtepunten als diepe dalen laat zien. Het muziekkorps kende zijn grootste bloeitijd in de jaren veertig, vijftig en zestig van de vorige eeuw. Het trad onder meer op tijdens het veertigjarige ambtsjubileum van koningin Wilhelmina en bij diverse interlands van het Nederlandse voetbalelftal in het Olympische Stadion in Amsterdam en de Rotterdamse Kuip.
Ed Hupkens bijnaam ‘Bossche Herrie’. De oorlogsjaren tussen 1914 en 1918 en die van 1940 tot 1945 heeft het korps amper overleefd. ’s-Hertogenbosch’ Muziekkorps heeft anno 2009 geen drumband en majorettekorps meer en is nu een harmonie van 30 muzikanten en 10 ondersteunende leden. Jubileumdag Na een exercitie op de parkeerplaats buiten en het vakkundig laden van het daar opgestelde kanon door de Schutterij ’s-Hertogenbosch ontstak harmonievoorzitter Gerard van der Tol de lont. Met een daverend kanonschot werd het jubileumfeest officieel geopend. In de zaal van café De Lachende Vis volgde een spetterend jubileumconcert. Het ’s-Hertogenbosch’ Muziekkorps kent, onder leiding van dirigent Jan Hueber, een breed repertoire. Het speelt muzieksoorten variërend van country, big band, Zuid-Amerikaans, filmmuziek, koralen, populaire en lichtklassieke muziek. Gedurende de hele dag was een expositie te bezichtigen. Die bestond uit materialen uit de historie van het korps, waaronder vaandels, kostuums, schilderijen en nog veel meer. Een doorlopende diavoorstelling liet oude foto’s zien.
Het korps kan altijd versterking gebr
foto Ed Hupkes
De Schutterij en het startschot voor de festiviteiten
Daarnaast werd er veelvuldig in het buitenland opgetreden (België, Frankrijk en Duistland). Naast een harmonie beschikte het toentertijd over een majorettekorps en een drumband. Het telde in die hoogtijdagen maar liefst honderd leden; en die kunnen een flink aantal decibels voortbrengen, vandaar de
6
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
Gedenkboek De Bossche harmonie koestert haar roemruchte geschiedenis. Die is terug te vinden in het boek ’s-Hertogenbosch’ Muziekkorps 1909 - 2009, auteurs Rien van Beusichem en René Bouman. In dit boek worden de hoofdzaken uit het rijke verleden van de harmonie beschreven. Aandacht wordt geschonken aan de band tussen militair gezag en blaasmuziek, die een lange periode omvat. Verscheidene in ’s‑Hertogenbosch gelegerde regimenten infanterie en cavalerie hadden hun eigen professionele muziekkorpsen. Zij verzorgden vele openluchtconcerten, zodat er bij feestelijke gelegenheden altijd muziek in de stad was. In de periode rond 1800 komen de eerste burgerharmonieën tot stand, die vaak na enkele jaren al ophielden te bestaan. Pas aan het einde van de 19de, maar vooral in de eerste decennia van de 20ste eeuw, blijkt er voldoende draagvlak te zijn om dergelijke muziekverenigingen in stand te houden. Vroeger was de Schutterij een militaire organisatie die een eigen orkest had, dat de schutters voorging om het moreel van de troepen hoog te houden. Daarom speelt
K
Korte berichten
foto Ed Hupkes
Oproep
De harmonie in concert
foto Ed Hupkes
ruiken
’s-Hertogenbosch’ Muziekkorps muziek (militaire marsen) die voorheen door de Schutterij gespeeld werd en zet daarmee een traditie voort. Verder bevat het boek een schat aan (oud) fotomateriaal en een uitgebreide naamlijst van (oud-)leden. Het boek is een waardevol naslagwerk voor iedere (muziekminnende) Bosschenaar. Het is in de boekhandel voor € 19,95 te koop, of via de website van het korps te bestellen. Het gedenkboek geeft aan dat het korps een vriendenclub was en nog steeds is. Al honderd jaar lang. Gezelligheid staat voorop. Het korps kan altijd versterking gebruiken; als iemand interesse heeft, kan hij of zij contact opnemen. Het belangrijkste is dat men noten kan lezen en een instrument enigszins beheerst. Voor de rest spijkert het korps hem of haar wel bij.
Uitreiking gedenkboek
Bij de ingebruikneming van het Kringhuis in de Put, vele jaren en Kringhuizen geleden, heeft het toenmalige Kringbestuur een elektrisch gemaakte antieke kroonluchter cadeau gekregen van Elektr. Bureau Jack Mulders. Wie weet waar deze kroon in de loop der tijden is gebleven? Inlichtingen via de redactie van KringNieuws. Herstel
Als beschrijving van de foto op de voorpagina van KringNieuws van september 2009 schrijft u dat het memorial is onthuld op 25 oktober 1944. Ik ben in het bezit van het tekst boekje Unveiling and Dedication of the memorial. Deze inzegening vond plaats op zaterdag 25 oktober 1952 om 10:30 uur. Daar mijn vader als stadsarchitect nauw betrokken was bij de plaatsing van het memorial was hij bij de inzegening aanwezig, en heeft het tekst boekje bewaard. Groet van Peter. P.A.van Kessel
’s‑Hertogenbosch, de katholiekste stad van Brabant? Werkgroep LEF Een vergelijking van ’s-Hertogenbosch met Eindhoven, Tilburg en Breda ligt dan voor de hand. Maar hoe bepaal je dat? Dr. Theo Hoogbergen geeft zijn mening in een lezing De katholiekste stad van Brabant? voor Kringleden op dinsdagmiddag 15 december om 14 uur in het Kringhuis aan het Lombardje. Hoogbergen kijkt naar cijfers, naar historische feiten, naar het stedelijk beleid en naar wat je misschien het karakter van een stad zou mogen noemen. Veel stof dus voor een naar verwachting boeiende discussie.
Verdere informatie: www.s-hertogenboschmuziekkorps.nl
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
7
B
Bewakers van het culturele erfgoed (7) We Een serie artikelen over de werkgroepen van de Kring die samen het Kenniscentrum (KC) vormen
foto Nico Bosters
De werkgroep Het Kleine Monument viert dit jaar haar 20-jarig bestaan en is daarmee de oudste werkgroep van de Kring Vrienden. Opgericht in 1989 en nog steeds springlevend. Ons motto: Kleine monumenten zijn geen wegwerpartikelen. De Werkgroep Het Kleine Monument houdt zich bezig met het opsporen van, het in ere herstellen én de juiste aandacht vestigen op kleine monumenten van cultuurhistorische waarde in ’s-Hertogenbosch en het, mede hierdoor, enthousiasmeren en activeren van direct betrokkenen.
Leeuw van het (voormalige) station van Eduard Cuypers, nu aan de achterzijde van het station.
foto Nico Bosters
Gevelsteen slangentoren van de voormalige brandweer kazerne. Nu Water- en Vuurplein.
8
Het Kringnieuws nr. 80 van 1 augustus 1988 vermeldt op pagina 42: “De meesten van U zullen in het logboek van het Brabants Dagblad van enige tijd geleden, wel gelezen hebben over de “Zwarte Arend”. De initiatiefnemer tot plaatsing van een replica op het oude sociëteitsgebouw aan de Markt is ons lid de Heer M.Boelens. Het bestuur vindt een dergelijk initiatief van een van onze leden zeker de moeite waard en wil dat graag steunen. Wij denken aan het oprichten van een werkgroepje van enkele mensen die het “kleine monument”een goed hart toedragen. Wij doen een oproep aan degenen die geïnteresseerd zijn. De werkzaamheden behoeven niet beperkt te blijven tot de verdwenen “Zwarte Arend”. Andere voorbeelden waaraan zowel het bestuur als dhr. Boelens denken zijn: de gebrandschilderde ramen uit het trappenhuis van de oude V&D van Huib Luns; de inventaris van het oude Bossche Koekhuis aan de Hinthamerstraat; de St.Pieter die op de St. Pieterskerk heeft gestaan; de steen “Oe gotte kèk daor” van Domien van Gent. De vragen die beantwoord moeten worden zijn: 1. waar zijn de kleine monumenten gebleven? 2. kunnen zij weer voor het publiek ‘zichtbaar’ gemaakt worden en hoe moet dat gebeuren? 3. hoeveel financiën zijn er mee gemoeid? Etc. Geïnteresseerden kunnen zich opgeven in het Kringhuis. Na de vakantieperiode wordt dan een eerste bijeenkomst belegd.” Dan wordt de eerste bijeenkomst voor geïnteresseerden uitgeschreven door de toenmalige secretaris van de Kring, Jan Kleyne, voor woensdag 14 december 1988. Vijf personen geven acte de présence. Die avond is de eerste aanzet gegeven tot een volwaardige werkgroep. Mart Boelens werd de enthousiaste secretaris en Nort Lammers de vasthoudende voorzitter. Met zijn zwierige schrijfstijl wist Mart in de loop der jaren menigeen te overtuigen van het belang van een monumentje. 10 januari 1989 was de werkgroep een feit en ging vanaf dat moment voortvarend aan de slag. Toen reeds kwam de zogenaamde Pelikaanfontein van de Hekellaan op het programma. Het ziet er naar uit dat deze fontein volledig gerehabiliteerd gaat worden en een plekje krijgt in het Museumkwartier.
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
Met medewerking van F. van Lanschot Bankiers NV werd het beeld van Sint Pieter een half jaar later gered van de ondergang en opgeslagen bij wat nu heet de BAM. Op 11 september 1992 werd het gerestaureerde beeld officieel onthuld op de huidige plek. En de Zwarte Arend? Deze stond weldra in de warme belangstelling van het gelijknamige sociëteitsbestuur, en is uiteindelijk na jaren op zijn oorspronkelijke plek teruggekeerd als replica. En hoe is het afgelopen met de gebrandschilderde ramen van Huib Luns? In 1996 hebben de meeste een plek gekregen in de aula van de Hoge School aan de Onderwijsboulevard, door de inspanningen van onder anderen enkele leraren. U moet er maar eens gaan kijken, een prachtig gezicht! De inventaris van het Bossche Koekhuis van Suijs aan de Hinthamerstraat 4 is uiteindelijk verloren gegaan, alleen de spiltrap is gered en staat bij de BAM in de voormalige Sint-Jacobskerk. “Oe gotte kèk daor” van Domien van Gent is een echt project geworden. In de loop der jaren zijn er inmiddels ruim 35 Bossche spreuken op allerlei locaties in de binnenstad aangebracht. Ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van de werkgroep worden er twee nieuwe speur/ wandeltochten langs de geplaatste spreuken uitgegeven (begin 2010). U kunt daar veel genoegen aan beleven. Hoe is het verder gegaan met de werkgroep in de loop der jaren. Vanaf maart 1996 heeft Sjef Beekwilder gedurende 6 jaar de voorzittershamer gehanteerd, waarna Nort weer zijn functie heeft over genomen. In 1996 kwam ook Marijke Janssens bij de werkgroep en zij is tot eind 2007 onze zeer gewaardeerde secretaris geweest. Op de foto staan de leden van onze werkgroep, bestaande uit negen personen. Ieder van ons heeft zijn of haar specifieke kwaliteiten die met veel plezier ingebracht worden in de werkgroep. Met gepaste trots kunnen we melding maken van de mooie resultaten die we boeken. D’n Bosschenaar en de vreemdeling kunnen daar van genieten. Kleine monumentjes hebben ieder hun eigen verhaal en hun eigen charme. Zij zijn de pareltjes van de stad. Zij vormen een onmisbaar deel van onze couleur locale. Een welgemeende dank is zeker op zijn plaats voor de medewerking van particulieren en instanties, de gemeente en zeker ook het bestuur van de Kring. Wij zouden zonder hen als werkgroep niet zo veel hebben kunnen bereiken. Hieronder volgen enige voorbeelden van geslaagde projecten. Eén van de verantwoordelijkheden van de werkgroep is het toekennen van de plaquette van de Kring Vrienden. Deze kan worden uitgereikt aan de eigenaar/
erkgroep Het Kleine Monument Nort Lammers/Leo Vos
Leden van de werkgroep “Klein Monument”: Staand: v.l.n.r.: Piet van Leeuwe, Leo Vos (secr.), Jan Venrooy, Nico Bosters, Dik Loch. Zittend v.l.n.r.: Riet Bosters, Nort Lammers (voorz.), Sjef Beekwilder, Frits Keser.
beheerder van een historisch pand met commerciële functie, waarbij met respect voor de cultuurhistorische waarde, gerestaureerd/vernieuwd is. Te zien valt de rebus van de armband van de stadspijpers, het vignet van de Kring Vrienden en het onderscheiden pand. De plaquette is reeds elf keer uitgereikt. De werkgroep is vooral bekend geworden door haar niet aflatende inzet voor restauratie van de Vaas van Vreugde op het Julianaplein, het fraaie uithangbord In de Palmboom aan Hinthamerstraat 212, het Heilig Hart beeld op het Emmaplein, de wapenborden van de Ridders van het Gulden Vlies, en dergelijke. Minder bekend is haar inzet voor monumentjes als: Pastoor de Kroon, Bokspringende kinderen (Stationsweg), Kardinaal van Rossum, Otters van de vooroorlogse stationsbrug (Schout van Hanswijkplein, Maaspoort), tegeltableau Marktstraat, borstbeeld
Domien van Gent: nieuwste spreuken zijn onder andere: Abbescheje veur alle pùtjes, niks roeps! Van wie bende gij d’r eentje? Spul van de rul. ’T is klaor goeie botter. Rikkemedaosie. Met enige bescheidenheid: de leste drie Bossche spreuken slaon zekers ok op de gehele werkgroep!
foto Nico Bosters
Plaquette (2006) van de Kring Vrienden van ’s-Hertogen bosch (fa. Pauw Kolperstraat).
Op dit moment houdt de werkgroep zich bezig met een grote diversiteit aan onderwerpen waaronder: inventarisering en digitalisering van de honderden gevelstenen, ook langs de Binnendieze. Een van de twee vlaggenmasten van het derde Bossche station (Sybold van Ravensteyn). Nog steeds na 20 jaren: de Pelikaanfontein (verwaarloosde fontein aan de Hekellaan), plaquette burgemeester Loeff (opening van Stadion de Vliert in 1951), puntdichtjes in de Hinthamerstraat, voormalig puthuis, het bènkske van de Kikvorschen, ramen (Marius de Leeuw) van de voormalige Sint-Anthoniuskerk (Muntelkerk), Zeeman, Vanilia, fonteintjes Burgemeester Loeffplein.
foto Nico Bosters
foto Nico Bosters
van Karel V (Hof van Zevenbergen), wapenbord voormalige brandweerkazerne, oorlogsmonumentje van Piet Kerssens (Stationsbrug), entreepartij van het voormalige Sint Jozefhuis (Graafseweg), inventarisatie van alle uithangborden binnen de wallen, tekstplaquette ter gelegenheid van de ingebruikneming van de nieuwe mèrt, het van de Stokkummonumentje (Achter het Stadhuis), te veel om op te noemen.
In deze reeks komen de volgende werkgroepen aan bod: Archeologie, Binnendieze, Bouwplannen, Empel, Het Kleine Monument, Industrieel Erfgoed, Kerken & Kloosters, Molens, Openbare Ruimte, Toponymie, Verzamelaars Hertog Jan en Vestingwerken.
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
9
L
Louis Pirenne op de praatstoel Een persoonlijk tijdsbeeld in boekvorm vastgelegd
Als stadsarchivaris en later als rijksarchivaris speelde Louis Pirenne jarenlang een belangrijke rol bij het behouden en toegankelijk maken van het cultuurhistorisch erfgoed. In het boek De archivaris vertelt heeft hij zijn eigen geschiedenis en die van zijn directe voorouders vastgelegd. Het levert een levendige kijk op het reilen en zeilen van familie en gezin in de roerige twintigste eeuw.
De archivaris vertelt. Tilburgse en Bossche herinneringen kost E 19,95
Na al meer dan een halve eeuw in ’s-Hertogenbosch te hebben gewoond beschouwt de inmiddels 85-jarige in Tilburg geboren Louis Pirenne zich een echte Bosschenaar. Zijn appartement aan de rand van de stad weerspiegelt zijn persoonlijke geschiedenis: kasten vol historische boeken, stapels tijdschriften om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen, muziek en een fraai uitzicht over de Bossche binnenstad én de Bossche Broek. “We waren zo Bels als wat,” aldus Pirenne over de Belgische wortels van zijn familie. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwam zijn vader na allerlei omzwervingen in Tilburg terecht. Hij vond daar als technicus een baan bij de plaatselijke elektriciteitscentrale. Elektriciteit was toen nog een nieuwe sleuteltechniek die volop in ontwikkeling was. Pirenne herinnert zich nog de bezoeken die hij samen met zijn vader bracht aan de Tilburgse centrale met zijn indrukwekkende machinepark en stoomturbines en aan de reis die zijn vader per vliegtuig – destijds eveneens een nieuwe techniek – maakte naar Zweden om nieuwe turbines aan te schaffen. Toch koos de jonge Louis Pirenne niet voor een technische opleiding, maar ging hij geschiedenis studeren in Nijmegen. In dat opzicht week hij overigens ook af van zijn vier broers die allemaal voor het priesterschap kozen. Op de bres voor het historisch erfgoed Enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog vond Louis Pirenne een baan op het Bossche Stadsarchief. Een instituut dat weinig leek op het historisch informatiecentrum zoals we dat vandaag de dag kennen. Een stoffige kamer ergens achter in het stadhuis vormde het domein van de toenmalige stadsarchivaris Henri Ebeling. Na het overlijden van Ebeling nam Pirenne zijn taken over. Van het begin af aan raakte de jonge archivaris betrokken bij het behoud van de Bossche binnenstad. Die werd bedreigd door plannen van bestuurders die in het kader van de moderne tijd streefden naar bredere wegen en moderne gebouwen. In 1954 schreef de jonge stadsarchivaris een kritisch rapport naar aanleiding van de al lang in de vergetelheid geraakte plannen van het gemeentebestuur om bochtige wegen recht te trekken. Dat zou de doorstroming van het
10
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
Jan Korsten
verkeer bevorderen. De plannen zouden natuurlijk wel ingrijpende gevolgen hebben voor de oude stad. Pirenne becijferde dat in totaal zo’n 1,7 kilometer aan historische gevelswanden zou moeten verdwijnen om de straten recht te kunnen trekken. De plannen verdwenen gelukkig al snel van tafel. Ze vormden wel het begin van een voortdurende strijd voor het behoud van het karakter van de stad. In het boek komen verschillende voorbeelden aan bod.
De Citadel als droomlokatie In 1963 verruilde hij het gemeentearchief voor het rijksarchief in de provincie Noord-Brabant. Twintig jaar lang leidde hij dit instituut. Als de dag van gisteren herinnert hij zich nog de lange weg naar de realisatie van het nieuwe rijksarchief. Er was een ‘droomlokatie’ nabij het centrum voorhanden. Midden jaren zestig had het Ministerie van Defensie de Citadelkazerne vrijgegeven. De Rijksarchiefdienst had bewerkstelligd dat het complex in elk geval voorlopig zou worden gereserveerd voor de vestiging van het nieuwe rijksarchief. Verschillende partijen keken echter begerig naar het complex. Al met al zou het uiteindelijk zo’n twintig jaar duren voordat de plannen werden gerealiseerd. Het resultaat mocht er wezen. Volgens Pirenne niet alleen het mooiste archiefgebouw van Nederland, maar ook een van de best uitgeruste.
F
Feestavond burgemeester
In het vorige nummer van KringNieuws hebt u al kunnen lezen over het zilveren ambtsjubileum van de burgemeester van ’s-Hertogenbosch, Jhr. P.J.J.S.M. van der Does de Willebois, in 1909. Uiteraard hoorde bij zo’n jubileum een officiële feestavond. Deze vond plaats op 6 juni 1909. De feestavond in het Bossche Stadhuis werd de jubilaris aangeboden door het gemeentebestuur. De avond bestond uit een uitgebreid feestmaal, enkele toespraken en muzikale optredens. Eregasten waren, naast de burgemeester en diens echtgenote, mevrouw Van der Does de Willebois-Bosch van Drakenstein, de heer en mevrouw Jhr. Thom. Van Rijckevorsel-van der Does de Willebois en de heer en mevrouw mr. E. Baron van Hövell tot Westerflier-van der Does de Willebois. Liefst zes leden van de gemeenteraad moesten om diverse redenen verstek laten gaan. Ze hebben heel wat moois en lekkers gemist. Het diner De heer Th. Hermsen tekent het menu van het feestmaal, met onder andere een fraaie afbeelding van nieuw ’s-Hertogenbosch. “De tafel in de versierde raadszaal prijkt met een weelderig rijken bloementooi, aangebracht door den heer J.M. Maréchal, terwijl de uitgeleezen keur van spijzen de keuken van den heer Theod. Goulmy, confiseur-cuisinier alhier, alle eer aandeed, evenals de wijnen de kelders des heeren H.A.W. van Banning,” aldus het verslag in de Provinciale Noordbrabantsche en ’s-Hertogenbossche Courant van dinsdag 8 juni 1909. Ook het menu wordt de lezers niet onthouden: Hors d’Oeuvres Potage au Velouté Saumon à la Hollandaise Filets mignons à la Polonaise Ris de Veau aux pointes d’asperges Punch à la Romaine Poulets de grain à l’Estragon Cailles reties sur Canapé Compôte Glaces fleuries Fruits Dessert
Nik de Vries Toespraken De avond wordt geopend door wethouder Jos J. van de Ven, die een toost uitbrengt op de koningin en het koninklijk huis. Daarna volgt een toost en een rede op de burgemeester. Hij somt de grote verdiensten van de jubilaris op en biedt hem namens de leden van de gemeenteraad en de gemeentesecretaris aan “een kostbaren prachtigen mat zilveren beker, geheel uit de hand gedreven, een prachtwerk uit de ateliers des heeren Jos Jonkergouw, Kerkstraat alhier, die hiermee opnieuw heeft bewezen een artist in zijn vak te zijn. (…) De beker is versierd met afbeeldingen van het stadhuis, het station met de fontein enz. en draagt tot opschrift: Burgimagistro Busco-duc. P.J.J.S.M. v/d Does de Willebois Equiti. Jubileum agenti argenteum Senatus oppidi D.D. MCMIX.” Wethouder Jhr. mr. F.J.J.M. van Rijckevorsel wijst op het grote aandeel van de burgemeester bij de totstandkoming van de uitbreiding van de stad “en deelt de jubilaris als een surprise mede, dat de raad heeft besloten den Kloostersingel en den Westersingel te herdoopen in den Van der Does de Willeboissingel, aldus diens naam te vereeuwigen in ons nieuwe stadsgedeelte.” Hierna dankt de burgemeester allen hartelijk voor de lovende woorden en de schitterende geschenken. Muziek en slot Het diner wordt opgeluisterd met strijkmuziek van het Stedelijk Muziekcorps onder leiding van directeur M.J. Ogier. Later zingt het ’s-Hertogenbosch Mannenkoor onder directeur P. Kallenbach, Hij leve lang van P.J. van Paeschen, Haralds Bruid van Fr. Roeske, Sterrennacht van Storck en Lentelied van Joh. J.H. Verhulst. Het is logisch dat dit koor optreedt: burgemeester Van der Does de Willebois is beschermheer ervan. “Hiermee was het officieel gedeelte van het diner afgeloopen en keerden de dames huiswaarts waarna het overige gezelschap nog eenigen tijd bijeen bleef, gedurende welken over en weer nog vele hartelijke woorden werden gesproken.”
Er wordt dus, zoals in die tijd gebruikelijk bij deftige feestmaaltijden, zeer uitgebreid gegeten: zalm, twee soorten vlees (tournedos en kalfszwezerik), twee soorten gevogelte (kip en kwartels). Het is altijd weer aardig te zien dat de krant ook het menu compleet opnam in het verslag van zo’n feestavond.
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
11
D
De Maasuiterwaarden Marjan Vonk
foto Marjan Vonk
De Maas is een regenrivier en krijgt haar water voornamelijk uit de Ardennen. In de zomer, de droge periode, staat het water laag. In de herfst wordt die kabbelende Maas een brede rivier. Al eeuwen worden de Maasoevers aangepast aan dit wisselende gedrag, met dijken en overlaten en door kanalisatie van de rivier.
De Maas is een regenrivier
foto Marjan Vonk
De uiterwaarden hebben een agrarische bestemming
De eerste oplossing om landbouwgrond en dorpen te beveiligen tegen hoog water, waren de dijken. Als het water dan nog te hoog stond, werd het via een overlaat, een laag stuk in de dijk, afgevoerd. Een bekende overlaat was die tussen Cuyk en Grave, de Beerse Overlaat. Als die in werking trad, kwamen grote gebieden stroomafwaarts en zuidelijk van de Maas, onder water te staan. Om het water zo snel mogelijk te kunnen afvoeren, moest de doorgang van de zo genoemde Beerse Maas vrij zijn van bebouwing, bomen, houtwallen en heggen. Men beveiligde de dorpen en polders aan weerszijden van de ‘groene rivier’ door keerkades aan te leggen en alleenstaande boerderijen op een terp te bouwen. Enkele van deze terpboerderijen zijn nog te zien in onder andere Rosmalen en Kruisstraat. In 1834 werden extra
12
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
overlaten aangelegd bij Bokhoven en Vlijmen. Een nieuw hoofdstuk in het waterbeheer is de kanalisatie van de Maas in 1933. De overlaten zijn niet meer nodig. In 1942 wordt de Beerse overlaat gesloten, in 1965 volgen die van Bokhoven en Vlijmen. De Maasuiterwaarden krijgen voor het overgrote deel een agrarische bestemming. Klimatologen voorspellen nu weer een grotere watertoevloed. Ecologen vragen aandacht voor de natuur. De nieuwe plannen voor het beheer van de Maasoever ten noorden van ’s-Hertogenbosch sluiten hierbij aan. Nieuwe natuur De Maasuiterwaarden liggen in een strook van 70 kilometer tussen Ravenstein en Waalwijk. De Stichting Natuurmonumenten wil hier een nieuw natuurgebied realiseren dat aansluit op Nationaal park de Biesbosch. Om de watercapaciteit van de rivier te vergroten worden de uiterwaarden verlaagd en diepere nevengeulen gegraven. De afgegraven klei wordt verkocht aan de baksteenindustrie. Met de opbrengsten bekostigt Natuurmonumenten het aanleggen van nieuwe natuur. De Maasuiterwaarden in de gemeente ’s-Hertogenbosch, van Gewande tot Bokhoven, maken deel uit van dit plan. Het gebied heeft veel kwaliteiten. Er zijn zeer zeldzame planten te vinden en de Maasuiterwaarden zijn ook een belangrijk broedgebied voor weide- en watervogels. We vinden er ook overblijfselen uit onze geschiedenis terug. De wielen en de dijk vertellen van het eeuwige gevecht tegen hoogwater. Fort Crèvecoeur herinnert aan de militaire geschiedenis. Hier kan een prachtig natuuren recreatiegebied komen voor wandelaars, fietsers en watersporters. Natuurlijk zijn er ook knelpunten. Het gebied is versnipperd, wordt doorsneden door de A2, de A59 en door het tracé van de nieuwe Zuid Willemsvaart. De verschillende belangen van natuur, recreatie en landbouw staan elkaar soms in de weg. Er zal nog veel overleg nodig zijn voordat alle plannen gerealiseerd kunnen worden. Drie gebieden met elk een eigen aanpak Binnen de gemeentegrenzen liggen drie gebieden, samen zo’n 1000 ha., waar de nieuwe visie op de Maasuiterwaarden gestalte krijgt. Van de 45 hectare Maasuiterwaard bij Bokhoven beheert Natuurmonumenten inmiddels de helft. De 22 resterende hectare wordt nog voor agrarische doeleinden gebruikt. Natuurmonumenten verlaagt
Wiel in de beboste voet van de maasdijk in de Koornwaard polder
De Koornwaard en de Empelse waard omvatten een ontgrindingsplas, een kleine jachthaven, graslanden, enkele wielen en een bosrijke dijkvoet. Beide uiterwaarden grenzen direct aan de nieuwe woonwijken in het noorden van de stad. Ze bieden kansen voor nieuwe natuur en recreatie. De Koornwaard is botanisch gezien al één van de meest waardevolle uiterwaarden in Nederland. Dit jaar is Rijkswaterstaat begonnen met het saneren van de voormalige vuilstortplaats. Voor de verdere herinrichting werkt Natuurmonumenten samen met de gemeente en het waterschap Aa & Maas. Delfstoffenwinner Dekker van de Kamp, eigenaar van de Koornwaardplas, neemt het initiatief voor de herinrichting van de plas. Het natuurbeheer over dit gebied richt zich op een landschap met een moerassige en boomrijke dijkvoet, een hoge zandige oeverwal langs de rivier en natte bloemrijke graslanden. De Diezemonding, het gebied ten noorden van de Ertveldplas tot de Maas en tussen de Dieze en Treurenburg, had jarenlang een agrarische bestemming. Nu krijgt de natuur er weer de vrije hand. Er wordt gewerkt aan een parkachtig natuurlandschap, waar loofbos wordt afgewisseld door rietmoeras en bloemrijke graslanden. De Dieze krijgt ook meer vrij spel. De eerste fase van het plan is gerealiseerd. Langs de Dieze is een ecologische verbindingszone aangelegd, die aansluit op de ecologische zone langs de Stadsdommel. Op 11 april 2008 is in het gebied een kleine kudde Rode Geuzen vrijgelaten. Dit zijn rustige en vriendelijke roodbruine runderen, die zorgen voor meer variatie in de plantengroei. Momenteel staat de kudde in het gebied ten zuiden van de Kerkhoekweg. Op korte termijn wordt een fietspad aangelegd. In overleg met Defensie wordt bekeken hoe het voormalige fort Crèvecoeur in dit landschapspark kan worden opgenomen.
foto Marjan Vonk
het niveau van de uiterwaarden. De afgegraven grond wordt gebruikt om eerder uitgegraven binnendijkse kleiputten op te vullen. Achter in de uiterwaard is een nevengeul gepland voor de afvoer van extra Maaswater. Door de werking van het rivierwater ontstaat in de verlaagde uiterwaarden langzamerhand een nieuw natuurgebied met getijdengeulen, rietgorzen, wilgengrienden en zandige hoogten. In de toekomst is het rivierlandschap hier weer net zo, als dat vroeger was. Op zandige delen is de begroeiing al in ontwikkeling. Grote grazers gaan zorgen voor variatie in de vegetatie.
In de toekomstige plannen wordt de zuiveringsinstallatie vernieuwd en komt er een milieueducatiecentrum bij Treurenburg. De Diezemonding wordt een natuur- en recreatiepark, van hartje ’s-Hertogenbosch tot aan de Maas. Daarmee wordt het naast Het Bossche Broek en De Gement het derde grote natuurgebied dicht bij de stad.
Natuurgebied Diezemonding ten zuiden van de Kerkhoekweg: het gebied is via een hek bij de kruising Engelsedijk / Kerkhoekweg vrij toegankelijk. Houd u zich wel aan de adviezen op de bordjes bij de klaphekjes. Er zijn geen aangelegde paden, u kunt zelf uw weg zoeken in het gebied. Via het VVV kantoor zijn twee wandelingen te krijgen die rond de stad lopen en langs de Maasdijk voeren. Voor beide geldt dat een korte omweg via de Kerkhoekweg de moeite waard is. Fietsen kan langs de Maasdijk en de aangelegde wegen in het gebied. De fietsroute langs de Circumvallatielinie voort ook door de Diezemonding.
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
13
O
Open Monumentendag 2009 Nik de Vries
foto Ellie de Vries
De dag werd dit maal geopend op het plein voor het Noordbrabants Museum. Niemand minder dan Gerardus Mercator vertelde in sappig Vlaams over zijn reizen en zijn jeugd. Die bracht hij door deels in Vlaanderen, deels in ’s-Hertogenbosch, waar hij leerling was op de Latijnse school. Hij was geboren in Rupelmonde en dankzij zijn oom Gisbert kon hij in ’s-Hertogenbosch komen studeren. Daar groeide vooral zijn interesse in aardrijkskunde en dan speciaal de landkaarten. Die konden beter, vond hij. Later zou hij bewijzen dat ze inderdaad beter konden: Mercator groeide uit tot een van de grootste kaartenmakers aller tijden.
foto Nik de Vries
wat minder nauwkeurig dan die van Van Deventer, maar wel staan er de in de 17de eeuw opgetrokken vestingwerken goed op. In 1789 tekende Bosschenaar Johannes Henricus Alexander Camp zijn Plan der Stad Forten en Environs van ’s-Hertogenbosch. Hij heeft als militair veel aandacht voor militaire objecten. Door zijn manier van werken met inkt en ingewassen kleuren is het verschil tussen bebouwing en open gebieden goed te zien. M.J.A. Damen laat in 1918 een kaart als litho verschijnen. De eerste nieuwe wijken buiten de wallen (Het Zand, De Muntel en de Graafsewijk) staan hier al aangegeven. Deze waren mogelijk door de Vestingwet van 1874, waardoor ’s-Hertogenbosch zijn functie als vestingstad verloor.
Stadsplattegronden Zoals gezegd stonden vijf stadplattegronden centraal deze dag. De oudste kaart dateert uit 1545 en is gemaakt door Jacob van Deventer die als een van de eersten de door Mercator ontwikkelde driehoeksmeting toepaste. ’s-Hertogenbosch is op deze kaart nog niet veel meer dan de huidige binnenstad. Joan Blaeu staat garant voor een prachtige kaart uit 1645, afkomstig uit een stedenatlas. De kaart is
14
foto Nik de Vries
Zaterdag 12 september was het weer zover: Open Monumentendag. Voor de liefhebber is dat telkens opnieuw een dag om naar uit te kijken. Het thema dit jaar was ’s-Hertogenbosch op de kaart. Vijf belangrijke historische stadsplattegronden stonden daarbij centraal.
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
foto Nik de Vries Als je weet waar je moet kijken, is er nog ontzettend veel van over. Op allerlei manieren wordt geprobeerd zo veel mogelijk vast te leggen. Een andere verrassing waren de oude bussen. Twee ervan, uit 1968 en 1969, zorgden voor vervoer naar Rosmalen en Engelen en Bokhoven. In een ervan draaide oud-chauffeur Jan van de Akker zoals vroeger de kaartjes tevoorschijn in ‘zijn’ bus uit 1934. Daarbij vertelde hij leuke anekdotes uit zijn lange loopbaan. We besloten de dag op de Citadel en genoten er in het lekkere zonnetje van de Bossche Stadspijpers, die vooral muziek uit de Renaissance ten gehore brachten.
foto Nik de Vries
foto Ellie de Vries
foto Nik de Vries
Bijzondere lokaties Je houdt het niet voor mogelijk, maar elk jaar weer slagen de organisatoren erin om nieuwe lokaties te vinden die opengesteld worden voor het publiek. Daarnaast zijn er steeds weer verrassende attracties. Zo konden we dit jaar meerijden met een treintje op zonne-energie. Dat reed door het Bossche Broek. Het viel niet mee een plaatsje te veroveren voor een van de tochtjes, die onder andere gingen langs kasteel Haanwijk. Onderweg werden we ruimschoots bijgepraat over vooral de restanten van de linies van Frederik Hendrik bij diens beleg van de stad in 1629.
foto Ellie de Vries
foto Ellie de Vries De meest recente kaart is in 1963 gemaakt door de Dienst Gemeentewerken. Hierop is te zien hoe desastreus het toenmalige plan voor de binnenstad zou uitpakken: veel huizen moesten verdwijnen, drukke straten vol autoverkeer zouden gecreëerd worden. We mogen ons gelukkig prijzen dat de plannen niet zijn uitgevoerd.
Binnen was een leuke tentoonstelling ingericht rond ’s-Hertogenbosch als waterstad: kaarten, plattegronden en foto’s vertelden het verhaal van het belang van water voor de stad, maar ook van de bedreigingen door dat water. Graag complimenteren we de organisatoren voor opnieuw een zeer geslaagde dag.
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
15
C
Charles Limonard onderscheiden Ed Hupkens
Charles Limonard heeft de Coehoornmortier van de Stichting Menno van Coehoorn toegekend gekregen. Deze landelijk werkende stichting (opgericht 1932) stelt zich ten doel het bevorderen van de instandhouding en herkenbaarheid van voormalige verdedigingswerken en de daarbij behorende militair-historische infrastructuur, teneinde het behoud van het militair-culturele erfgoed te bevorderen. De onderscheiding aan Limonard werd verleend als blijk van waardering voor de vele bijdragen die hij sinds 1996 in verscheidene functies heeft geleverd. De uitreiking van de Coehoornmortier vond op 6 juni plaats in hotel Central aan de Markt.
foto Charles Limonard
De uitreiking van de Coehoorn mortier aan Charles Limonard (links).
Als beroepsofficier bij de infanterie heeft Charles Limonard (1934) tal van functies gehad. Na zijn studie aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda, werd hij in 1956 pelotonscommandant op het Derde Depot Infanterie in Roermond. Eind 1958 werd hij op de Kaderschool Infanterie op de Isabellakazerne te ’s-Hertogenbosch geplaatst in de functie van pelotonscommandant. Aan het einde van zijn carrière werd hij in begin 1988 commandant van het Opleidingscentrum Algemeen en tevens commandant van de Isabellakazerne en keerde hij dus terug op zijn oude kazerne uit het begin van zijn loopbaan. Het kazernecommando is altijd een nevenfunctie geweest van het troepencommando, en niet omgekeerd. Hij ging in 1991 met functioneel leeftijdsontslag en verliet de Koninklijke Landmacht in de rang van luitenantkolonel.
Erin gerold Tijdens zijn actieve diensttijd op de Isabellakazerne werden bij het Drongelens kanaal wel eens oefeningen in camoufleren gehouden; Limonard had er in die tijd geen notie van dat deze plaatsvonden op de
16
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
vroegere wallen en ravelijnen van het voormalige fort. Op het kazerneterrein kwamen ook oude termen voor, die hem toentertijd niets zeiden. De kantine voor de manschappen droeg de naam Het Reduit. De mess voor onderofficieren heette Het Ravelijn. De officiersmess werd Fort Sint Anthonie genoemd. De op het kazerneterrein aanwezige oude toegangspoort van het voormalige Fort Isabella dateert uit 1618. Daar bovenop werd in 1703 een wachthuis, een Corps de Garde gebouwd, door soldaten steevast als De Puist betiteld. Als kazernecommandant was Limonard qualitate qua voorzitter van de Stichting Fort Isabella en daardoor moest hij zich noodgedwongen verdiepen in de historie van het fort en in die van ’s-Hertogenbosch. Op deze manier is Limonard de (militaire) cultuurhistorie ingerold. Na een goed ontvangen presentatie over de geschiedenis van Fort Isabella voor bestuurs- en commissieleden van de Stichting Menno van Coehoorn, werd hij gevraagd om correspondent voor de stichting te worden. En zo rolde het cultuurhistorische balletje steeds verder. Vaak gevraagd Na zijn pensionering ontpopte Charles Limonard zich als een actieve vrijwilliger. Sinds 1996 treedt hij voor de Stichting Menno van Coehoorn (Stg MvC) op als correspondent in ’s-Hertogenbosch en omstreken (rayon Noord-Brabant III). Van 1997 tot 2004 was hij bestuurslid (secretaris) van de stichting en in laatstgenoemd jaar trad hij toe tot de redactie van het tijdschrift Saillant (het secretariaat en het documentatiecentrum van de stichting is gevestigd aan de Mariaplaats in Utrecht). Onder zijn leiding is het secretariaat gemoderniseerd, onder meer door de invoering van kantoorautomatisering en het gebruik van internet. Voor de Stg MvC heeft hij enkele jaren historisch bronnenonderzoek verricht over het beleg van ’s‑Hertogenbosch. Vanuit militair-historisch perspectief heeft hij daarover gepubliceerd in Saillant. In dezelfde periode speelt Charles Limonard een actieve rol in de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch, in het bijzonder in de werkgroep die zich bezighoudt met de bestudering en verspreiding van de kennis van de vestingwerken in deze stad. Eind 1996 werd de Werkgroep Vestingwerken formeel door Kring Vrienden ingesteld, Charles behoorde tot de eerste leden ervan. In 2005 nam hij de voorzittershamer over van Cor Gillhaus. Limonard heeft meegewerkt aan de herziene uitgave van Dagboek 1629, ooggetuigen van het Beleg van ’s-Hertogenbosch. Hij schreef daarin over het beleg vanuit militair-historisch oogpunt. Hij
Het gerestaureerde Bastion Anthonie.
is voorzitter van de Stichting Fort Isabella. Verder is hij lid van de gemeentelijke Klankbordgroep Vestingwerken, een samenwerkingsverband van het Ingenieursbureau van de gemeente, Kring Vrienden, Stichting ’s-Hertogenbossche Monumentenzorg, Vestingwerken en Natuur en Ondernemersvereniging
Menno van Coehoorn (1641-1704) maakte naam als vestingbouwer en belegeraar. Hij ontwikkelde aan het eind van de zeventiende eeuw, speciaal voor de infanterie een klein, licht en draagbaar mortier(de coehoornmortier). De mortier kon door twee mannen worden gedragen. Een mortier is een stuk geschut met een in verhouding tot het kaliber (diameter) zeer korte loop, dat projectielen in een hoge, sterk gekromde baan afvuurt. Dit in tegenstelling tot het kanon, dat granaten in een vlakke baan wegschiet. Mortieren werden in de 17e en 18e eeuw met groot succes ingezet tegen doelen die zich achter een muur of hoge wal bevonden (zoals bij vestingen). Het Nederlandse leger gebruikte de coehoornmortier tot 1921.
Andere geschiedenis? Charles Limonard komt oorspronkelijk uit Den Helder. Hij heeft sterk de indruk, dat er op zijn middelbare school andere, specifiek Hollandse, accenten op de vaderlandse geschiedenis zijn gelegd, – bijvoorbeeld als het om de Tachtigjarige Oorlog gaat- dan hier in het zuiden. Tijdens de cursus Vestingwerken van Boschlogie III had Limonard zich wel eens laten ontvallen, dat de Opstand tegen de Spanjaarden een zegen was en dat de inname van de stad in 1629 betekende, dat ’s-Hertogenbosch verlost was van het Spaanse juk. Bosschenaren hebben bij deze historische gegevens uiteraard andere emoties. Zij maakten dat dan ook op duidelijke wijze aan hem kenbaar. Aanvankelijk was het daarom voor hem als ‘noorderling’ heel moeilijk om de geschiedenis van ’s-Hertogenbosch en Brabant te begrijpen. Nu woont hij al enkele decennia in het zuiden en hij begint zich steeds meer Bosschenaar te voelen.
foto Charles Limonard
foto Ed Hupkens
Hartje ’s‑Hertogenbosch. In de loop van de jaren is de samenwerking met de gemeente steeds beter en effectiever geworden, wederzijds is veel expertise, respect en krediet opgebouwd. Een voorbeeld hiervan is de restauratie van Bastion Anthonie en die van de Halve Maan aan het Muntelbolwerk. Hierbij werden de historische en krijgskundige adviezen van met name Limonard grotendeels overgenomen. Limonard is sinds 1997 cursusleider van de module vestingwerken van Boschlogie III, de zeer succesvolle formule over de vesting en stelling van ’s-Hertogenbosch. Cursisten die een onderzoeksopdracht hebben uitgevoerd én hun werkstuk hebben gepresenteerd, mogen zich Vestingboschloog noemen.
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
17
B
Beeld van Sedes Sapientiae Geert Donkers
Aan de zijgevel van het gebouw van de Pabo aan de Frans Fransenstraat in ’s-Hertogenbosch Noord is een merkwaardig beeld van Maria en kind aangebracht. Het is een neogotisch beeld in een moderne gevel. Het beeld is afkomstig van de Bisschoppelijke Kweekschool (BKS), die vroeger gehuisvest was op de hoek van de Sint Josephstraat en het Kardinaal van Rossumplein. De BKS werd in 1895 gesticht door mgr. Van de Ven, de toenmalige bisschop van ’s-Hertogenbosch. De school had naar goedkatholiek gebruik een kapel. In de gevel van de kapel bevond zich dit beeld. Het was een geschenk van de bisschop bij de opening van de school. Het beeld stelt Maria voor met het kind Jezus op schoot. Maria zit op een zetel, haar linkervoet steunt op een bankje. Ze is gekroond en draagt in haar rechterhand een scepter. Het kind op haar schoot maakt een zegenend gebaar. In de iconografie staat deze voorstelling bekend als ‘sedes sapientiae’ of ‘zetel der wijsheid’.
Oorspronkelijk komt deze voorstelling uit Byzantium. Uit het midden van de 5de eeuw is de zogenaamde Nikopoia-ikoon bekend: een zittende madonna met het kind vóór zich op schoot. Een voorbeeld van de ikoon werd door kruisvaarders meegenomen naar het westen. Hier komt de voorstelling voor vanaf de tweede helft van de 10de eeuw: eerst als miniatuur, later als beeld. Maria zit op een troon met het kind frontaal voor zich. Het zijn hiëratische, afstandelijke beelden. Het motief, zetel der wijsheid, is afkomstig uit vroeg middeleeuwse literatuur, waarin Maria vergeleken wordt met de troon van Salomon. Salomon werd geroemd om zijn wijsheid. Maria was de troon voor Jezus, die eeuwige wijsheid is. In oude Mariahymnen wordt Maria als ‘Troon van Salomon’ aangeroepen. Vanaf de 13de eeuw verandert het beeld van Maria met kind. Maria wordt dan vooral voorgesteld als moeder die haar genegenheid voor haar kind toont. Dit meer menselijke beeld van de liefhebbende moeder wordt onderwerp van devotie.
foto Nik de Vries
Een zetel van wijsheid in ’s-Hertogenbosch
18
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
In de neogotiek werd vaak teruggegrepen op thema’s en voorstellingen uit de Middeleeuwen. De Bossche beeldhouwer Hendrik van der Geld vervaardigde dit beeld voor de BKS in 1895. Het beeld van de ‘zetel der wijsheid’, zoals het is ingemetseld in de gevel van de Pabo, is gemaakt van natuursteen en meet 150 bij 60 cm. Aan de bovenzijde is een baldakijn aangebracht. Het beeld rust op een sokkel van 105 bij 105 cm. In reliëf zijn op de sokkel het wapen en de wapenspreuk, Sub tutela Matris (onder bescherming van Moeder), van de bisschop gebeiteld. De inscriptie Anno Domini MDCCCXCV dateert het beeld. De oude voorstelling van de sedes sapientiae kreeg een extra dimensie door het aan te brengen aan de gevel van een onderwijsinstelling. De BKS was immers jarenlang een zetel der wijsheid. Het Sint Janslyceum liet, waarschijnlijk om dezelfde reden, op de dakrand van de gevel een Mariabeeld als sedes sapientiae plaatsen. Dit moderne gestileerde beeld werd vervaardigd, nadat het lyceum in de jaren zestig van de vorige eeuw de nieuwbouw op Zuid betrokken had.
N
Nieuwe schippers Gerard ter Steege
V.l.n.r.: Henk de Vries, Peter Dijkhuizen, Theo Neilen, Cor van Tilburg, Bert Wolters, Joop Hielkema. Zittend v.l.n.r.: André Heijmans, Mathieu Lenaers, Jan Piek.
Vaaroefeningen
In het achter ons liggende vaarseizoen zijn negen personen opgeleid tot schipper/gids. De Binnendieze beschikt daartoe over een geroutineerd opleidingsteam. Onder leiding van coördinator Dick de Rooij heeft dit team voor de zesde achtereenvolgende keer een nieuwe lichting aan het schippersbestand kunnen toevoegen. Dick daarover: “In de loop van de jaren hebben de theoriedocenten en de vaarinstructeurs met veel enthousiasme en in eendrachtige samenwerking vele collega’s vaarklaar gestoomd. (ca 75% van de huidige groep schippers). Iedere cursus vangt aan met theorielessen over de geschiedenis van ’s-Hertogenbosch en van de Binnendieze. Na verloop van tijd worden daar de vaarlessen aan toegevoegd. Vaarlessen, die worden verzorgd door ervaren schippers. Tijdens de koude wintermaanden wordt bij weer en ontij wekelijks door de cursisten geoefend. Speciaal de lessen tijdens regen- of sneeuwbuien worden daarna niet snel meer vergeten. Zeker als de cursist de instructeur vanonder de paraplu vrolijk aanwijzigen hoort geven. Een schrale troost is dan dat beiden koude handen en voeten krijgen. Ondanks de soms miserabele omstandigheden bewaren zowel de instructeurs als de kandidaat schippers prettige herinneringen aan deze lesperiode. Zodra de theorieproef en de vaarproef met goed gevolg zijn afgelegd wordt de cursist als aspirant-schipper
ingeroosterd tijdens het vaarseizoen. Als ook deze proeve van bekwaamheid zonder problemen is volbracht wordt de aspirant werkelijk schipper.” Ingenomen De voorzitter van de Kring heeft aan het eind van de laatste vaardag aan de negen aspiranten het fel begeerde certificaat ‘schipper Binnendieze’ kunnen uitreiken. De opleiding tot schipper Binnendieze vergt een behoorlijke inspanning. Na afloop krijgen de opleiders regelmatig te horen dat daar toch wel met veel genoegen op wordt teruggekeken. Regelmatig zie je dat schippers daarna hun inzet bij de Kring gaan verbreden door ook de opleiding voor stads- of objectgids te gaan volgen. “Bijna ieder jaar gaan wel een paar schippers ons verlaten. Desondanks wordt in het komende winterseizoen geen nieuwe schippersopleiding georganiseerd,” aldus Dick. “Het huidige schippersbestand voldoet qua bezetting aan de dagelijkse behoefte van de Stichting Binnendieze. Dit betekent niet dat de opleiders in de wintermaanden stil zitten. Plannen worden ontwikkeld om de huidige schippers nog beter voor te bereiden op de verschillende vaartochten. De informatie over de verschillende vaarroutes wordt regelmatig geëvalueerd en waar nodig aangepast of geactualiseerd.” Dick laat duidelijk merken bijzonder ingenomen te zijn met zijn opleidingsteam. Een team dat ervoor zorgt dat het cultuurhistorische karakter van de vaartochten op de Binnendieze gewaarborgd blijft. Voorlopig is het weer even stil op de Binnendieze. Maar de vrijwilligers kijken al weer verlangend uit naar het komende vaarseizoen als medio april de boten weer op de historische stadrivier gaan varen.
foto Ton Verbunt
foto Ton Verbunt
Op zaterdag 31 oktober is het vaarseizoen op de Binnendieze gesloten. De vlag is gestreken en de vrijwilligers hebben het seizoen op een passende wijze uitgeluid. Ook dit jaar is de belangstelling wederom groot geweest. De bezettingsgraad van de boten is nagenoeg gelijk gebleven aan die van 2008. Nu het vaarseizoen voorbij is gaan de boten naar de werf om opgeknapt te worden voor het volgende seizoen. De technische dienst krijgt de ruimte om het groot onderhoud te plegen en de leiding is al druk bezig met de voorbereidingen voor het vaarseizoen in 2010 .
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
19
D
Dagelijks voedsel in de Middeleeuwen (1)
Marjan Vonk Groente en peulvruchten In de onderzochte monsters zijn de resten van groenten en peulvruchten minder vertegenwoordigd. Alleen duiveboon en erwt wordt regelmatig aangetoond. Daarvoor is een verklaring. Groenten worden geoogst voordat de zaden gevormd worden. Juist voordat het zaad gevormd wordt, geven groenten en knolgewassen als bieten en rapen een betere opbrengst. Datzelfde geldt voor peulvruchten. Die eten we als de zaden nog klein en zacht zijn. Er is dus weinig kans dat rijpe harde zaden in het huishoudelijk afval terecht komen. Niettemin zijn zaden van komkommer, snijbiet, melde, spinazie, tuinkers, postelein, erwt en selderij gevonden. Bladgroente stond
AA
e
De
z Die
AA
el
7
mm
Do
t
ouw nm
de
Oo
stw
Hin
Schild
tha
me
erst ra
at
rein
ort
St.Jos
eb
sepo
uw Nie
In d
Louw
2
Hinth
amer stra
at
Windmo bergstra len at
straat Bethan ie
ze
at
ra rst
laa
se
Ba
n
Oude Die
la a
Pepers traat
itstr
He ke l
12 Choorstr
4
Papenhulst
Orthenstra
Po ste
nstr aat
Tore
r Putst
lstr aat
str aat
ra a
Korte
rg nbu Uile
ephs traat
at
Kruisstraat
Molenstraat
ing el ille bo iss eW
l ge
Do es d
ns sin .Ja
de r an
St
we g gs
tst
r
Lepelst
nje Ora ijw eg Ma
nin Ko
rk
at
8
oere
sk el nd Ha
aven Buit enh
n Have
Haven Smalle de Bre
n Laa Nas sau
Sta
llelw eg
Ma
9
St.Jan
Parade
Putstra
aat lstr
Lange
nte
e
Kerkstr aat
5
Mu
nad
fs ta d
rt
me
Ho
aa sv
rpro
AA
l
lwa
nte
Mu
em ill
Par a
Haven
singe
l lein
NS tion
nsp tio
Sta
oule vard
al
w rd
ies tra at
oo
N
ortel
15
AA
W id Zu rt aa sv rt m aa lle sv wi m id ille Zu W id Zu
ustr
rt
ijsb
al
w
aa sv
erw
en er st
em ill
W
me
Trinite
tr es ds ur Be
a str rd
ha
rn
Be
Pr.
De M
al
id
at tra rss we Ver
at
w
Ka
Zu
Ind
rt
Ond
aa sv
at
tha
erstr
Ridderstr
n
laa
Park
Hin
Kolp
al
aat risstr
sw hu
is
rg
Kard. Van Rossumplein
str Keizer
in
M
be
het Achter is Stadhu
straat Water
St Jo
Kruisbroedersst
Sp ol en
nm
pe
ha
Sc
r
rtje
hte
Markt
t
k ar
het Achter rken Wild Va
at
Vughterstra
ipe
at
ra rst
Nieuwstr
1
Ku
11 g Vu
eg nw
de er rd ht aa Ac oog B
el
m
m
Do
at
V
tr outs Berew
rtstr aat
el ck er
B V.
. ein rg fpl Bu oef L
Mind. Broedersstr
lestra
spo
Walpoort
t
a ra st
at
ra st
ug
br
l To
10
16
tee
sstr
Snel
Tra n
raat St.Jan
Ca laa puc ntje ijne n
3
Visstraat
13
enst
eS
Luyb
14
tra ns
weg
p
m
ka
en
m
oe Bl
oo Kr
Statio ns
Geertrui Kerkhof
Hog
dstr aat
Heinstraat Carolushof
tr ens Karr
Ran
n
De
idstr aat
Ja
Past.
straat
rhe
em ill
g
Haven
Nijve
W
swe
n
id
gen
rlaa
Zu
Huy
a str
en
ld Tu
rt
ate
at
aa sv
ghw
m
Chr.
Lee
lle
ad
wi
e
id
Zu
6
n Va
Zuidwal
Hekella
an
Vugh
terweg
Het Bossche Broek
20
1 Postelstraat 2 Hooghuis van Meegen aan de Hinthamerstraat 3 Ruische Poort 4 Sint Jans Kerkhof 5 Boerenmouw 6 Handelskade 7 Citadel 8 Volderstraat 9 Beurdse straat 10 St. Pieterskerk 11 Katerstraatje 12 Parade 13 Spuistroom 14 Terrein De Gruijter 15 Zuidned Drukkerij 16 Achter de Tolbrug
Dommel
kaart Studio Van Elten
In de jaren negentig van de vorige eeuw is veel onderzoek gedaan naar voedselresten in beerputten. Daarvoor is de inhoud van beerputten in verschillende delen van de stad geanalyseerd. Biologen zoeken naar botten en harde delen van planten, die lang bewaard blijven, zoals zaadkorrels, graanafval en pitten. Zo wordt nagegaan wat het dagelijks menu was van Bosschenaren aan het eind van de Middeleeuwen (1300-1500).
al
De geschiedenis van ’s-Hertogenbosch kennen we uit opgravingen van huizen en historische bronnen. Maar er zijn ook andere manieren om iets te weten te komen over het dagelijks leven in het verleden. Onderzoek van etensresten in beerputten levert interessante gegevens op over het dagelijks menu in de Middeleeuwen.
Zuiderpark Dommel
Rogge en boekweit Belangrijk dagelijks voedsel voor iedereen zijn rogge en boekweit. In bijna alle beerputten zijn resten van deze gewassen teruggevonden. Rijkere inwoners hebben misschien ook het luxe witbrood van tarwemeel gegeten. Omdat bij de bereiding van meel voor witbrood alle onkruid en zemelen verwijderd worden, zijn daar geen resten van gevonden, op een enkele tarwekorrel na. Rogge wordt niet zo gezuiverd. Daardoor is roggemeel vaak ‘verontreinigd’ door stuifmeel van onkruidplanten die op een roggeakker groeien. Klaproos en korenbloem zijn akkeronkruiden die we ons nu ook nog herinneren. In de Middeleeuwen is de vondst van stuifmeel van korensla en ratelaar in een beerput een sterke aanwijzing dat roggemeel gebruikt wordt.
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
pas laat in de Middeleeuwen op het menu. Men ging er lange tijd van uit groente ongezond was. Voor het gebruik van peulvruchten is wel een heel andere vondst van belang: er zijn overblijfselen gevonden van de bonenkever. Als die kever in een beerput gevonden wordt, zijn er zeker bonen gegeten. Fruit In de late Middeleeuwen werd al een rijke variatie aan fruit en noten gegeten. Daarbij gaat het vooral om inlands fruit, zoals appels, bramen, mispel, kwee, moerbeien en aalbessen. Arme gezinnen aten fruit, dat je zelf kon zoeken, zoals bramen en bosbessen. In gegoede gezinnen stonden ook frambozen, kersen, druiven, pruimen en peren op het menu. In een beerput aan de Boerenmouw werden resten van vijftien soorten inlands fruit gevonden.
Er zijn ook pitten gevonden van vijgen en granaatappelen. Deze vruchten moeten, via de havens van Brugge en Antwerpen in onze streken terecht gekomen zijn. Granaatappel pitten komen in de 15de eeuw elders in Nederland weinig in huishoudelijk afval voor. Mogelijk vinden we de resten van granaatappels in ’s‑Hertogenbosch dankzij de goede handelsbetrekkingen die de stad had met de haven van Brugge, waar deze vruchten per boot aankwamen. Onderzoekers vragen zich af of de granaatappel werkelijk tot het menu behoorde, of dat die vrucht gebruikt werd als religieus symbool. De ‘appel van Granada’ met zijn grote aantallen zaadjes, is een bekend Christelijk symbool van de eenheid van de kerk met haar vele leden.
Volderstraat hebben: hier woonden ambachtslieden die wollen weefsel bewerkten. Het doffe geel was in de Middeleeuwen de kleur van veel arbeiderskleding. Specerijen In een aantal beerputten zijn sporen aangetroffen van luxe specerijen, zoals paradijskorrels (een soort rijst), zwarte peper en kruidnagels. Deze specerijen werden door handelaren ingekocht op de markten van Brugge en Antwerpen. Met name deze exotische specerijen waren zeer prijzig. Wij zeggen nog wel dat iets ‘peperduur’ is. Tegen het einde van de onderzoeksperiode, aan het eind van de 15de eeuw, wordt met name de paradijskorrel steeds goedkoper. Er is ook regelmatig stuifmeel van inheemse kruiden gevonden als koriander, dille, peterselie, komkommerkruid, zwarte mosterd, kervel en anijs.
foto BAM
Vlees en vis Op slechts één locatie, het Sint-Jans kerkhof, is de consumptie van vlees en vis onderzocht. Het blijkt dat rundvlees het meest werd gegeten. Schaap, geit en varken stonden ook op het menu. Er zijn ook veel kippenbotjes gevonden en visgraten van paling, baars en haring.
Drie beerputten met stortkokers en een ondelinge overloop uit de 15de eeuw, blootgelegd bij archeologisch onderzoek in de bouwput Snellestraat/ Stoofstraat, juli 2005. Het bijzondere van deze beerput is, behalve zijn extra groot formaat, dat hij ovaal van vorm is.
Oliehoudende zaden In bijna alle beerputten zijn oliehoudende zaden aangetroffen: raapzaad, lijnzaad en maanzaad. Omdat de olie van deze zaden gewoon te koop was, lijkt het niet waarschijnlijk dat deze zaden een restant zijn van huishoudelijke oliewinning. De onderzoekers denken eerder dat de zaden gebruikt zijn in het eten en aan medicinaal gebruik van de zaden. Van maanzaad en hennepzaad werd een slaapdrank gemaakt. Ook andere planten met een genezende werking zijn aangetoond, zoals venkel, hop en het lampionplantje. Wijn van de bes van die laatste werd gebruikt tegen blaaspijn. Vermeldenswaard is de vondst van resten van wouw in de Volderstraat. Wouw is een plant waar een gele kleurstof uit wordt gewonnen. Dat past precies in het plaatje dat we van de middeleeuwse
Rijk en arm Natuurlijk proberen de onderzoekers aan te tonen, dat op het menu van de gegoede Bosschenaren meer luxe levensmiddelen stonden, dan op dat van hun armere stadsgenoten. Gevonden voedsel resten bevestigen dat uitgangspunt. Maar het voedselpatroon veranderd snel. Rijke mensen eten al vroeg geïmporteerde rijst. Maar vanaf 1450 wordt rijst in grote hoeveelheden in de Antwerpse haven aangevoerd. Dit product vond daarna zijn weg al snel naar het zuiden van ons land en komt dan ook in de keukens van de armen terecht. Specerijen zijn ook in eerste instantie voorbehouden aan de rijken. In de beerput op het terrein van de voormalige De Gruijterfabriek kan de relatie tussen voedsel, met veel luxe specerijen en sociale status goed aangetoond worden. Maar al snel ontstaat in Antwerpen een levendige handel in kwalitatief minder goede specerijen, verontreinigd met schimmel, kleine steentjes enz. Die zijn de helft goedkoper. Aan de specerijen die in de beerputten in armere delen van de stad gevonden worden, is die mindere kwaliteit niet meer te zien. Bronnen: H. van Haaster: Archeobotanica uit ’s-Hertogenbosch, dissertatie, Amsterdam 2003. H. W. Boekwijt (red): Bouwen en wonen in de schaduw van de Sint Jan, ’s-Hertogenbosch 1997.
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
21
Winter ’09-’10
Groepsarrangement Naast het reserveren van een van de Kringactiviteiten is het sinds begin 2009 ook mogelijk om een groepsarrangement te laten samen stellen. Wij organiseren graag uw personeelsfeestje, familiereünie of vriendenuitje en stellen in overleg met u een arrangement op maat samen. Een dagje ’s-Hertogenbosch kan er als volgt uit zien: starten met koffie en een Bossche bol, vervolgens een stadswandeling met aansluitend een lunch in een mooie horecagelegenheid. Na de lunch kan er dan nog gevaren en/ of de St.-Janstoren beklommen worden. Bijna alles is mogelijk. Wij denken graag met u mee om het dagje uit in ’s-Hertogenbosch tot een geslaagde dag te maken. De Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch, een vrijwilligersorganisatie die het cultuurgoed van ’s-Hertogenbosch bewaakt, staat al jaren bekend om zijn gedegen cultuurhistorische wandelingen door de prachtige stad, de rondleidingen door de St.‑Jansk athedraal, de beklimming van de St.-Janstoren, de vaartochten over de Binnendieze en nog tal van andere activiteiten. Ruim 300 vrijwilligers met veel kennis van de stad staan voor u klaar en laten u graag genieten van het oude en nieuwe culturele erfgoed. Bent u enthousiast en nieuwsgierig geworden, stuur dan een e-mail naar rv@kringvrienden.nl Wij nemen dan zo spoedig mogelijk contact met u op.
22
Winterprogramma Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch Het winterprogramma is te bekijken op de website www.kringvriendenvanshertogenbosch.nl of te bestellen via telefoon 073 - 613 50 98. Deze winter zijn er naast het reguliere programma de zogenaamde ‘specials’ voor Bosschenaren, zie hieronder. Bosschenaren leer uw stad beter kennen Ervaren gidsen van de Kring leiden u deze winter rond: maximaal twee groepen van vijftien personen. Duur circa 2 uur. Tarief € 4,00 per persoon. Reserveren en vooruitbetaling is verplicht: bij de balie Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch, Parade 23, telefoon 073 – 613 50 98 of per e-mail algemeen@kringvrienden.nl.
Vughterdriehoek
Vestingwandeling Zuid
data en tijden: 30 januari en 7 maart
data en tijden: 9 januari en 31 januari
vertrekpunt: Sint Cathrien om
vertrekpunt: Chalet Royal om 13.00 uur, eindpunt Bastion St.‑Anthonie.
13.00 uur.
Hinthamerdriehoek data en tijden: 6 februari en 14 maart vertrekpunt: Jheronimus Bosch Art
Attentie: u brengt een bezoek aan het Bastionder!
Center om 13.00 uur.
Havenkwartier
Vestingwandeling West
data en tijden: 13 februari en 21 maart
data en tijden: 16 januari en 7 februari
vertrekpunt: Molenstraat 15A om
13.00 uur.
vertrekpunt: Chalet Royal om 13.00 uur, eindpunt Oliemolensingel.
Het Zand
Vestingwandeling Noord
data en tijden: 27 februari en 28 maart
data en tijden: 23 januari en 14 februari
vertrekpunt: Chalet Royal om
vertrekpunt: Watertoren om
13.00 uur, eindpunt Verkadefabriek.
13.00 uur, eindpunt Citadel.
Reinier van Arkel-wandeling data en tijden: 27 november,
22 januari, 26 februari en 26 maart vertrekpunt: Kringbalie, Parade 23 om 14.30 uur.
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
MK Met LEF op reis
Korte berichten
Piet Altorf
Stadsarchief verwerft collectie
Onlangs heeft een groot aantal leden van de Kring een excursiereis gemaakt door het gebied van de voormalige DDR. Deze reis was georganiseerd door de werkgroep LEF en stond onder leiding van Gabriele van de Meijs.
Een gemêleerd gezelschap bestaande uit schippers van de Binnendieze, stadsgidsen en leden van de verschillende werkgroepen heeft veelal samen met de partner of bevriende relaties kunnen genieten van deze reis. Het was geweldig om met zo’n homogene groep op reis te zijn. Tijdens de reis was er voldoende vrije tijd om deze naar eigen goeddunken in te vullen. Opvallend was ook dat iedereen zich goed aan de afspraken hield, dit kwam zeker ook de onderlinge sfeer ten goede. Wat mij in het bijzonder getroffen heeft zijn de prachtige uit de geschiedenis en cultuur belangrijke ‘highlights’ zoals de Wartburg bij Eisenach (Luther vertaalde hier het Nieuwe Testament). Eisenach met het Bachhaus en de Georgenkirche. In deze kerk preekte Luther en is Bach gedoopt. In het Bachhaus kregen wij naast het museum ook een demonstratie van instrumenten uit de tijd van Bach. Weimar is bekend geworden door Goethe en Schiller. Dresden is de stad die in de Tweede Wereldoorlog bijna geheel in puin is geschoten. Nu is het weer het ‘Florence’ aan de Elbe. Onvoorstelbaar ook om te zien hoe na de vernietiging in de oorlog de Frauenkirche in 2005 weer in gebruik kon worden genomen. We bezochten ook Leipzig. De muziekstad van Bach, van Mendelsohn Bartholdy. Leipzig waar de Wende begon die uiteindelijk leidde de val van het communistische regime in Oost-Duitsland (1989–1990) en de hereniging van de beide Duitslanden. Niet onvermeld mag blijven het bezoek aan Wittenberg waar Luther zijn 95 stellingen aan de kerk spijkerde en waar we ook een rondleiding kregen in de Hundertwasserschule. Voor de schippers onder ons was het werelderfgoed het Wörlitzenpark met de rondvaart een bijzondere belevenis. Hier geen fluisterboten maar roeiboten waar de mannen aan de bak moesten. Vanuit Bad Schmiedeberg is een bezoek gebracht aan Potsdam de hoofdstad van Brandenburg. Hier stond een bezoek aan het slot Sanssouci van Frederik de Grote op het program. In de wereldstad Berlijn zijn vele bezienswaardigheden bezocht, zoals de Dom, de Rijksdag, Checkpoint Charlie, de Brandenburgertor en natuurlijk het Holocaust Gedenkteken. Al met al was het een geweldige rondreis waar met veel genoegen op wordt teruggekeken.
Redactie
Op woensdag 21 oktober vond in het Stadsarchief ’s-Hertogenbosch de officiële overdracht plaats van het foto- en negatievenarchief (1959-1999) van de Brabants Dagblad-fotograaf Felix Janssens aan de Bossche stadsarchivaris Rolf Hage.
‘Mensenfotograaf’ De collectie van fotograaf Felix Janssens (71) bestaat uit ruim 300.000 negatieven en vormt een waardevolle aanvulling op de collectie persfoto’s van het archief die aanvangt met de collectie van het voormalige fotopersbureau Het Zuiden in 1927. Felix Janssens is Limburger van geboorte, maar getogen in Brabant en momenteel woonachtig in Zeeland. Veertig jaar fotograferen voor het Brabants Dagblad heeft toch vooral een Brabander van hem gemaakt. Zijn dienstplicht vervulde hij op de luchtmachtbasis Woensdrecht als legerfotograaf. In de zomer van 1959 solliciteerde hij bij het Brabants Dagblad als reproductie-fotograaf, maar al na een paar jaar trad hij toe tot de stadsredactie. Tot zijn afscheid in 1999 bleef hij daar actief. In die veertig jaar maakte hij duizenden opnamen, vooral van mensen uit het Brabantse leven: gewone mensen, maar ook veel prominenten. Al die opnamen schonk hij onlangs aan het Stadsarchief ’s‑Hertogenbosch. Hier is hij regelmatig te vinden om zijn materiaal uit te zoeken.
Gezocht Om mijn verzameling Bossche Bouwstenen compleet te krijgen ben ik op zoek naar deel VII. In dit deel worden de Leefgemeenschappen rond de stad behandeld. Wie kan mij hieraan helpen? Reacties naar: redactie@kringvrienden.nl t.a.v. Gerard ter Steege
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6
23
S
Sleuteloverdracht Gerard ter Steege
KringNieuws is het minimaal zes maal per jaar verschijnend tijdschrift van
Naast de stadsgidsen en de schippers op de Binnendieze kent de Kring ook vele objectgidsen. De meeste van deze objecten zijn in een cluster ondergebracht dat wordt aangestuurd door twee coördinatoren. Het gaat hierbij om de gidsen die rondleidingen verzorgen in de Sint-Jan en de Bouwloods, in de toren van de Sint-Jan, in de Sint-Cathrien, in het kerkje van Bokhoven, op de begraafplaats Orthen en de Kerken & Kloosterwandeling. Frans van der Smissen en Bert van Coenen hebben tot nu toe met veel plezier dit cluster aangestuurd.
Kring Vrienden van ’s‑Hertogenbosch. Redactie: Nik de Vries (voorzitter), Ed Hupkens, Jan Korsten, Gerard ter Steege, Marjan Vonk, Ellie de Vries (fotografie) en Johan Strang (bestuur).
Tijdens de onlangs gehouden vergadering van deze gidsen heeft Frans zijn taak als coördinator neergelegd. Na meer dan tien jaar actief te zijn geweest heeft hij besloten het iets rustiger aan te gaan doen. Wel blijft Frans actief bij de rondleidingen in het kerkje van Bokhoven en bij het opleiden van nieuwe torengidsen. Luidklokken hebben zijn speciale aandacht en ook daar is hij nog volop mee bezig. Tot veel plezier van de vergadering werd een uitspraak van een kloosterzuster aangehaald. Tijdens een ontmoeting had zij opgemerkt: ”Frans je gaat dus nu met emeritaat!” “Heb ik dan toch de uitstraling van een pastoor,” voegde Frans daar lachend aan toe. Tijdens de najaarsvergadering werd met de aanwezige gidsen teruggekeken op het afgelopen zomerseizoen. In het algemeen werd vastgesteld dat de belangstelling iets minder was dan in voorgaande jaren. Geen reden om rondleidingen af te stoten maar wel om hier en daar een vernieuwing door te voeren. In de toren van de Sint-Jan wordt daar al creatief aan gewerkt. De winteractiviteiten van de Kring worden dit jaar weer geheel volgens plan ingevuld. Rond de kerstdagen kunnen de bezoekers dagelijks om 16.00 uur de toren beklimmen om uiteindelijk de verlichte binnenstad van bovenaf te kunnen bewonderen.
Vormgeving: Egbert van den Berg en Jack van Elten Redactie-adres: Secretariaat KringNieuws Postbus 1162, 5200 BE ’s‑Hertogenbosch E-mail: redactie@kringvrienden.nl Druk: Opmeer drukkerij bv, Den Haag Oplage 3.050 stuks Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de redactie. De redactie heeft getracht alle rechthebbenden van het illustratiemateriaal te achterhalen. Personen of instanties die desondanks van mening zijn aan deze uitgave aanspraken te kunnen ontlenen wordt verzocht om contact op te nemen met de redactie.
Secretariaat Postbus 1162 5200 BE ’s‑Hertogenbosch
foto Gerard ter Steege
E-mail: algemeen@kringvrienden.nl Internet: www.kringvrienden.nl Betalingen: Postgiro 3.119.716 Jaarlijkse bijdrage minimaal € 17,50 Jeugdleden € 8,75 Kringhuis Lombardpassage 14
V.l.n.r.: Martin Jansen, Frans van der Smissen, Bert van Coenen.
Aan het eind van de vergadering kwam ook het bestuur van de Kring afscheid nemen van Frans als coördinator Martin Jansen werd als zijn opvolger voorgesteld en onder applaus benoemd. Tot slot had de voorzitter nog een verrassing in petto voor Frans. Vanwege zijn zeer gewaardeerde inzet bij de Kring werd hij benoemd tot Lid van Verdienste. Na afloop van de vergadering was er nog een gezellig samenzijn waarbij velen Frans hebben gefeliciteerd met deze eervolle benoeming.
Kringbalie Parade 23 (Theater aan de Parade) Telefoon 073 - 613 50 98 Telefax
073 - 614 60 21
Ma. gesloten Di. tot en met za. van 10.00 - 17.00 uur, zon- en feestdagen van 12.00 - 16.00 uur.
24
KringNieuws november 2009, jaargang 35 nummer 6