Kring Nieuws uitgave van kring
vrienden van ’s‑Hertogenbosch
Jaargang 35 nummer 5 september 2009
Vooraf 2 Kermis 1909
2
Beeld van Leonardus van Veghel 4 “En nou even bier…”
5
Jhr. Van der Does de Willebois 6 Cultuurprijs voor het JBAC
7
Lekkerbeetje versus De Bréauté
8
De School voor de Toekomst 9 Steegje van Adel
10
Van Stokkum
11
Plannen Jheronimus Boschjaar 12 Korte berichten
14
Studiedag Goed en Fout anno 2009
15
Oud ’s-Hertogenbosch
16
Vaarvaardigheidsproef 18 November Music ’09
19
Korte berichten
19
Vrijheid en Vriendschap
20
Bedevaart 22 Muziek uit de tijd van Bosch 23 De eendenkooi Maaspoort
24
Bewakers van het culturele erfgoed (6) Werkgroep Vestingwerken 26 200 jaar Bossche Koek
28
Welsh Division
Memorial
V K Vooraf
Kermis 1909
Nik de Vries
De zomer is weer voorbij. De komkommers zijn hopelijk op. We gaan opnieuw aan de slag. Het KringNieuws kent geen komkommertijd. De vakantie is bij uitstek ook de tijd om eens te gaan grasduinen in het Bossche Stadsarchief. Afgelopen weken heb ik dat ook gedaan. Aanvankelijk was ik alleen op zoek naar een oud-burgemeester. Je bekijkt dan onder andere de aanwezige kranten uit die tijd, in mijn geval uit 1909. En al bladerend zie je steeds weer andere interessante of gewoon (eigen) aardige zaken. Ik noem dat de bijvangst. En door die bijvangst van deze keer (de kermis van honderd jaar geleden) kwam ik weer op andere dingen, zoals films en bioscopen. U weet nu al wat de toekomst brengt: een stuk over Bossche bioscopen.
Op het moment dat ik dit schrijf, is de Bossche kermis nog in volle gang. Er is van alles aan gedaan om deze zo interessant mogelijk te maken. De inspanningen hebben succes: de belangstelling is groot, de waardering evenzeer. Ook honderd jaar geleden deed het gemeentebestuur er alles aan om tot een aantrekkelijke kermis te komen. Die zag er overigens wel grotendeels anders uit dan die van nu.
Op 3 juni 1909 staat een opvallende advertentie in de Provinciale Noordbrabantsche en ’s-Hertogenbossche Courant. Het is een oproep om deel te nemen aan de kermis in september, van oudsher een traditionele kermistijd voor ’s-Hertogenbosch.
In oktober komen voor de laatste keer onze bevrijders officieel naar ’s-Hertogenbosch. We vonden dat een goede gelegenheid om te kijken naar verleden, heden en toekomst van de herdenking van de bevrijding van onze stad. Ook over de oorlog gaat een groot deel van de studiedag Goed en Fout. We ruimen er graag plaats voor in, aangezien de Kring ook hierbij zijdelings betrokken is. Natuurlijk zaten ook mijn mede-redactieleden niet stil. En van buiten kregen we eveneens enkele aardige stukken aangereikt. Een aantal series gaat inmiddels gewoon door: het voorstellen van de werkgroepen van de Kring Vrienden en de heiligenbeelden in de gemeente. Wat dat laatste betreft: vorige keer hebt u een aflevering gemist. Deze paste er net niet meer in. In dit nummer gaan we gewoon verder. Daardoor hebben we opnieuw een gevarieerd nummer kunnen maken met voor elk wat wils. Enfin, graag wens ik u weer veel lees- en kijkplezier. En uiteraard blijft gelden: hebt u zelf iets voor het KringNieuws, aarzel dan niet het in te sturen, het liefst via ons mailadres. Illustratiemateriaal kunt u sturen of brengen naar het Kringhuis in het Lombardje. Kopij voor het volgende nummer moet binnen zijn uiterlijk 30 oktober.
Foto voorpagina: Ellie de Vries Het 53rd Welsh Division Memorial werd op 25 oktober 1944 onthuld door generaal Coleman. Het ontwerp is van John Harrison. Het is een herinnering aan de 144 Britse militairen die sneuvelden bij de bevrijding van de stad.
2
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
Als we de attracties uit de advertentie vergelijken met nu, merken we op dat we de carrousel nog steeds kennen, evenals de poffertjeskraam. Ook wafels en beignets worden nog verkocht. De kermis van nu kent eveneens vele spelletjes. Opvallend is de bioscope. Nu zijn we gewend aan bestaande bioscopen, toen werd er nog met een reizende bioscoop gewerkt. Ook is er ruimte voor een fotografietent, ondanks de aanwezigheid in de stad van een aantal gerenommeerde fotografen. Een toboggan is ons in eerste instantie vreemd, maar dankzij Wikipedia leren we dat dat een soort grote glijbaan is met sleden die hard naar beneden glijden. Deze attractie heeft haar oorsprong in Canada. Een hippodroom is al in de klassieke oudheid een paardenrenbaan. Tegenwoordig staat het woord vaak voor een theater. Wat we ons moeten voorstellen van een hippodroom op de kermis weet ik niet. Bioscoop Zoals gezegd komt er op de Bossche kermis van 1909 een reizende bioscoop. Het is niet voor het eerst dat zo´n instelling in ´s-Hertogenbosch te bezoeken is. De eerste reizende bioscoop doet onze stad aan tijdens de kermis van 1899: Hermann Fey´s Reizende onderneming komt langs. Het programma is helaas niet bekend. De film op zich is dan nog jong: in
foto Ellie de Vries
tekst en foto’s: Nik de Vries, afb.: Stadsarchief
1895 vindt in Parijs de eerste voorstelling van de gebroeders Lumière plaats. De eerste vaste bioscoop in ´s-Hertogenbosch dateert van 1911. September 1909 is het de beurt aan de onderneming van Albert Frères uit Breda. Het is een oude bekende voor het Bossche publiek. Vanaf september 1902 doet deze bioscoop diverse keren onze stad aan. De directie is in handen van de bekende B.A. en Willy Mullens, pioniers op het gebied van de cinematografie in Nederland. Op het programma van 1909 staan onder andere de Tocht van Blériot over het Kanaal, gemaakt per vliegtuig op 25 juli 1909, en de Doopplechtigheid van H.K.H. prinses Juliana. Daarnaast zijn films te zien als De Vliegweek te Reims, Le Coup de Fusil, Flora Tosca, Het Circuskind, De Pelsjagers, Napoleon Bonaparte, Jeanne d´Arc en Création Serpentine. Alle films zijn gemaakt in 1908 of 1909, vrijwel alle zijn Frans. Daarnaast worden eigen opnamen getoond van de carnavalsfeesten in 1909 in Oeteldonk: De Boerenbruiloft op het Stadhuis, de Optocht en de deelname der verenigingen. ‘Duizenden bezoekers zullen zich herkennen en terugvinden tusschen de gemaskerden en feestvierenden.’ Tot slot de grootste attractie: De Revue der hedendaagse Sporten. Problemen? In 2009 hebben we te maken met de Mexicaanse griep. Niemand heeft zich afgevraagd of daarvoor de kermis moest worden afgelast.
In 1909 zijn enkele gevallen van cholera in Rotterdam aanleiding voor een discussie in de Bossche gemeenteraadsvergadering van 7 september. Er is enige ongerustheid inzake de kermis. Het College van B&W vindt dat de kermis gewoon kan doorgaan. Als eerste krijgt Jhr. Mr. Van Sasse van IJsselt het woord. Hij ‘…heeft met veel genoegen gezien dat orgeldraaiers en dergelijke dit jaar van de kermis zullen worden geweerd (…) ook omdat door toelating van dergelijke personen de landlooperij wordt bevorderd, die toch al in den laatsten tijd aanmerkelijk is toegenomen.’ A.J.A. van Lanschot `kan niet er mee instemmen, dat het houden der kermis geen gevaar zou opleveren en als lid van den raad kan hij zich niet er mee vereenigen, dat de kermis zal worden gehouden. Klein geldelijk belang weegt niet op tegen ’t gevaar en al zou ook slechts een enkel ziektegeval ’t gevolg zijn, dan zou spreker zich als raadslid niet verantwoord achten.’ Jhr. Mr. Schade van Westrum schaart zich achter deze opvatting. De voorzitter wijst erop dat er in Rotterdam slechts 13 gevallen op meer dan 400.000 zielen bekend zijn en dat de inspectie geen bezwaar heeft. Bovendien zijn er voorzorgsmaatregelen getroffen op het gebied van de reinheid. Er is zuiver drinkwater. Het lid Bogaerts wijst nog op een ander probleem ‘den verkoop ter markt van onrijp, schadelijk fruit, te slecht voor den mesthoop en beveelt B&W aan, hierop toezicht te doen houden.’
Tot slot De discussie in de gemeenteraad wordt afgesloten met een stemming. 16 leden stemmen voor het doorgaan van de kermis, drie tegen, namelijk de leden Sweens, A.J.A. van Lanschot en Jansen. De kermis gaat op 12 september van start. Er is een uitgebreid randprogramma, van optredens van komische duo’s tot complete opera´s en operettes als Carmen en De Dollar Prinses. En net als in onze tijd vermaken tallozen zich kostelijk met de vele attracties.
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
3
B
Beeld van Leonardus van Veghel
Leonardus werd in 1527 in de Postelstraat te ’s‑Hertogenbosch geboren. Hij werd priester en was vanaf 1558 pastoor in Gorcum. Hij was een van de 19 martelaren van Gorcum. Het verhaal van de martelaren van Gorcum speelde in het begin van de Tachtigjarige Oorlog. De leider van de watergeuzen, Lumey, was met zijn vloot min of meer per ongeluk de Zeeuwse wateren ‘ingeblazen’. Hij veroverde op 1 april 1572 Den Briel en trok van daaruit naar Gorcum. Hier werden 19 geestelijken gevangen genomen en gemarteld. Daarna werden ze in Den Briel in juli 1572 opgehangen in een schuur. In 1675 werden de 19 martelaren zalig verklaard en
In de jaren ’30 van de vorige eeuw maakte hij een aantal beelden voor kapelletjes die het Brabants Studentengilde tijdens zijn zomerkampen door heel Brabant bouwde. In 1934 vervaardigde hij een beeld voor het Fraterhuis Petrus Donders in Tilburg en een beeld van Sint Oda voor de gelijknamige kapel in SintOedenrode. In deze rij past ook het Leonardusbeeld voor het Fraterhuis van ’s‑Hertogenbosch. In de periode vóór de Tweede Wereldoorlog maakte Evers zijn beste werk en kreeg hij de meeste opdrachten. Leonardus’ naam is op verschillende plaatsen in de stad zichtbaar. Zo is uit het atelier van de firma Van Bokhoven en Jonkers een beeld van Leonardus geplaatst aan de voorgevel van de Jacobkerk (nu: Jheronimus Bosch Art Centrum) aan de Hinthamerstraat. Het beeld dateert uit het begin van de jaren ‘20 en is op een meer traditionele wijze vormgegeven. Ook in het stratenplan is Leonardus
in 1867 volgde hun heiligverklaring. Dit laatste jaartal had een kerkpolitieke achtergrond. Na eeuwen van onderdrukking en achterstelling was een tijdperk van katholieke emancipatie aangebroken. Daarin paste een heiligverklaring van 19 martelaren heel goed. In 1932 werd in Den Briel een kerkelijk complex bestaande uit een kerk en een zogenaamd martelveld gewijd. Hier werd, tijdens de vele bedevaarten, de dood van de martelaren herdacht. De maker van het beeld is Manus Evers (1903-1981). Hij werkte als beeldhouwer geruime tijd in Tilburg.
vernoemd in de Leonardus van Veghelstraat. En de wat oudere Bosschenaar betreurt nog steeds het verlies van de neogotische Leonarduskerk aan het Emmaplein. Ook deze kerk werd vernoemd naar de H. Leonardus van Veghel. Ten slotte: onder het wonderlijke gedraaide baldakijn in de Sint-Janskathedraal staat ook een beeld van Leonardus. Hij is als priester gekleed, draagt een palmtak als teken van martelaarschap en heeft om zijn hals een strop. Dit beeld is afkomstig uit het atelier van J. Graven.
Boven de ingangsdeur van het voormalige Fraterhuis van de Fraters van Tilburg aan de Sonniusstraat staat een beeld van de H. Leonardus van Veghel. De heilige, op een console, is uitgebeeld als priester met een grote kelk in de rechterhand. Bij zijn voeten ligt een opgerold touw: zijn martelwerktuig.
4
tekst: Geert Donkers, foto’s: Ellie de Vries
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
E
“En nou even bier…” tekst: Nik de Vries, foto’s: Ellie de Vries
Het is zondag 6 september 2009. Rond kwart over vier arriveren de renners van Coureurs Club Jeroen Bosch bij café-restaurant Carras in de Karrenstraat. Ze hebben er een tocht vanuit Leuven opzitten en snakken naar een koel glas bier. ’s Morgens hebben ze in Leuven een wedstrijd verreden. Het was hetzelfde rondje dat in 1956 door Gerrit Schulte was verreden en gewonnen. Diens beker wordt in triomf terug gebracht naar ’s-Hertogenbosch. Gerrit Schulte was een fenomeen in de wielersport. Hij leefde van 1916 tot 1992. Tussen 1937 en 1960 was hij professioneel wielrenner. Hij fietste een indrukwekkende erelijst bij elkaar. Zo werd hij in 1948 wereldkampioen achtervolging. Liefst negen keer werd hij Nederlands kampioen in die discipline. 19 zesdaagse wedstrijden bracht hij op zijn naam. Vier keer werd hij nationaal kampioen op de weg. Zijn bijnaam Le Fou Pédalant had hij onder andere te danken aan de derde etappe van de Tour de France in 1938, die hij op zijn naam schreef.
Plaquette Nergens in ’s-Hertogenbosch werd Schulte tot nu toe herdacht: geen standbeeld, geen plaquette. Daar is nu verandering in gekomen. Dankzij de Coureurs Club Jeroen Bosch prijkt er sinds 6 september een koperen plaquette op de zijgevel van Carras, uitgebaat door zoon Jan Schulte. Nort Lammers, voorzitter van de Werkgroep Het Kleine Monument van de Kring Vrienden vindt de plaquette ook een eer voor zijn werkgroep, hoewel het initiatief hier niet van uit ging. In zijn jeugd, zo vertelt hij, woonde Nort in de buurt van de Ridderstraat, waar de heer en mevrouw Schulte een etablissement hadden. Gerrit Schulte maakte altijd veel indruk op de jeugd. Het verhaal ging dat hij de befaamde Fausto Coppi had verslagen (dat wordt ter plaatse bevestigd door kenners). In de Uilenburg worden veel initiatieven ondernomen op het gebied van het kleine monument. Deze plaquette is er weer een voorbeeld van. Vanaf vandaag is ’s-Hertogenbosch de stad van Gerrit Schulte.
Wielrennen en de stad Burgemeester Ton Rombouts zegt dat het goed is een ode te brengen aan Gerrit Schulte, vanwege diens grote carrière. Hij dankt Gerrit Schulte postuum voor diens verdiensten voor de stad en de wielrennerij. De prijzen voor beste wielrenner en wielrenster van het jaar worden vanaf 1955 op initiatief van Schulte in onze stad uitgereikt. Met deze plaquette wordt nieuw leven geblazen in ’s-Hertogenbosch als wielrenstad. Te denken valt aan 2012, als de zusterband met Leuven 750 jaar oud is, en 2016, het Jheronimus Boschjaar. Tot slot spreekt ook Peter Post een kort woordje. Hij was de laatste koppelgenoot van Gerrit Schulte. Hij vertelt dat hij in zijn jeugd in Amsterdam in contact kwam met Schulte via de winkel van diens ouders. Door Gerrit Schulte is Peter Post gaan wielrennen. Hij is erg trots op ’s-Hertogenbosch, onder andere door de jaarlijkse uitreiking van de wielerprijzen. Die uitreiking blijft in ’s-Hertogenbosch plaatsvinden. Hierna onthult hij samen met mevrouw Toos SchulteVan de Kley de plaquette aan de zijmuur van Carras. En daarna was er tijd voor nog wat bier.
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
5
J
Jhr. Van der Does de Willebois tekst: Nik de Vries, afbeeldingen: collectie Nik de Vries
Van 26 maart 1884 tot 1 juli 1917 was Jhr. P.J.J.S.M. van der Does de Willebois burgemeester van ’s-Hertogenbosch. Hij stamde uit een voornaam en adellijk geslacht en was een aristocraat in hart en nieren. Hij vond dat het bestuur –landelijk, provinciaal en stedelijk- het best uitgevoerd kon worden door mensen uit zijn eigen klasse. Arbeiders hoefden van hem geen politieke invloed te krijgen. Toch wordt de invloed van de werkende klasse juist in zijn tijd als burgemeester steeds groter. Bij zijn aantreden had slechts 15% van de Bosschenaren stemrecht. In 1917 wordt het algemeen kiesrecht voor mannen ingevoerd, tegelijk met het passief kiesrecht voor vrouwen. Deze laatsten kregen pas in 1919 algemeen kiesrecht. Zou Van der Does de Willebois daarom in 1917 teruggetreden zijn als burgemeester? Jhr. P.J.J.S.M. van der Does de Willebois werd geboren op 9 januari 1843 te ’s-Hertogenbosch. Hij overleed daar op 11 mei 1937. Na het gymnasium volgde hij zijn vader op als directeur van de Maatschappij van Brandverzekering voor het Koninkrijk der Nederlanden. Van 1868 tot 1898 was hij lid van Provinciale Staten van Noord-Brabant; tussen 1870 en 1883 was hij Gedeputeerde. Tot slot was hij van 1898 tot 1923 lid van de Eerste Kamer.
In ’s-Hertogenbosch was hij, deels uit hoofde van zijn functie als burgemeester, kapitein der Schutterij, lid van het College van Regenten over de Godshuizen, plaatsvervangend voorzitter van de schoolcommissie, voorzitter van de Ridderschap, lid van het hoofdbestuur van de Sint Radboud Stichting en voorzitter van de Koninklijke School voor nuttige en beeldende kunsten.
6
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
Verdiensten voor de stad Naast al die bovengenoemde functies was Van der Does de Willebois een belangrijke stimulator van verschillende nieuwe zaken in onze stad. Onder zijn bestuur is onder andere het volgende tot stand gekomen. In 1874 verloor ’s-Hertogenbosch haar status als vestingstad. Dat betekende dat de vesting ontmanteld mocht worden en dat de stad zich buiten de wallen kon uitbreiden. Pas met de komst van de nieuwe burgemeester werd hiermee een begin gemaakt: Het Zand was de eerste stadsuitbreiding. Hierdoor kreeg de stad een geplande wijk met onder andere deftige huizen en brede wandellanen. Daarnaast was er aandacht voor de sociale woningbouw. Bovendien kon nu een waardig station gerealiseerd worden. De lokale overheid kreeg op het eind van de 19de eeuw nieuwe taken, onder andere op het gebied van de volksgezondheid. ’s-Hertogenbosch kreeg een waterleiding met een goede kwaliteit drinkwater. De nieuw gebouwde watertoren zorgde voor voldoende druk om de hele stad van water te kunnen voorzien. Daarnaast richtte de stad een eigen gasfabriek op. De eerste telefoonaansluitingen kwamen tot stand. Vanaf 1916 trok de Plechtige Omgang door de straten van ’s-Hertogenbosch. Ook dat geschiedde op initiatief van onder anderen de burgemeester. Daarom is het logisch dat zijn ambtsjubileum in 1909 groots gevierd werd. Bijna de hele maand juni van dat jaar was er ontzettend veel te doen in de stad. De burgemeester werd ruim gefêteerd door alle lagen van de bevolking. Iedereen kon deelnemen aan (onderdelen van) het feest. In een aantal artikelen wordt verteld wat er zoal aan festiviteiten plaatsvond.
C
Cultuurprijs voor het JBAC
Op 4 september 2009 heeft het Jheronimus Bosch Art Center (JBAC) de Albert Swaneprijs uitgereikt gekregen. Als vertegenwoordiger van alle bij het centrum werkzame vrijwilligers nam Theo Walschots de oorkonde en een cheque van 2500 euro in ontvangst. De Vereniging Sociëteit Casino (VSC) reikt deze cultuurprijs om de twee jaar uit aan een persoon of instelling, die zich bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt voor het culturele leven in ’s-Hertogenbosch. De prijs is in 1979 ingesteld als hommage aan mr. Albert A. Swane, die ruim veertig jaar secretarispenningmeester van de sociëteit was.
Uitreiking Albert Swaneprijs
In haar welkomstwoord ging voorzitter Elly ZwitserSchouten van de VSC kort in op de ambities van Theo Walschots, die vrijwilliger is bij het JBAC. Via allerlei studies heeft Walschots zich in het werk van Jeroen Bosch verdiept. Hij wijdde specifiek een studie aan de Temptatie van de heilige Antonius –een drieluik uit ca. 1501 vol met duivelse verleidingen- en gaf daarover een boekje uit. Volgens Zwitser-Schouten geldt de toekenning van de prijs alle vrijwilligers van het Jeroen Boschcentrum. Laudatio Juryvoorzitter Coen Free gaf een chronologisch overzicht van de gebeurtenissen die hebben geleid tot het ontstaan van het JBAC. Na de succesvolle Jeroen Boschtentoonstelling in 1967, met ruim 270.000 bezoekers, werd het oorverdovend stil. In 1986 kwam op initiatief van Antoine Jacobs een foto-expositie van veertig panelen, Jeroen Bosch op ware grootte, tot stand. Vervolgens kon de daarvoor verantwoordelijke Stichting Jeroen Bosch Atelier in de jaren 1987 – 2001
tekst en foto: Ed Hupkens vooral rekenen op veel tegenwerking en misprijzen van plaatselijke kunstpausen. Een ommekeer betekende het jaar 2001, het Jeroen Boschjaar. Centraal stond de discussie over de stichting van een Jeroen Boschcentrum. Eind 2001 was de Stichting Jeroen Bosch Atelier in contact gekomen met Jo Timmermans. Die toonde véél belangstelling voor de fotocollectie. Wat volgde, is inmiddels boeiende geschiedenis. Op 22 november 2005 was de laatste vergadering van de Stichting Jeroen Bosch Atelier. Op 2 mei 2006 was de eerste vergadering van de Stichting Jheronimus Bosch Centrum. Op 26 maart 2007 volgde de officiële opening van het JBAC door mr. Pieter van Vollenhoven. “Jeroen Bosch komt eindelijk thuis,” oordeelde het gezaghebbende kunsttijdschrift Origine, “’s-Hertogenbosch krijgt eindelijk waar het al eeuwenlang recht op heeft: een Jeroen Bosch Centrum.” De grote meerwaarde die het JBAC biedt is de actieve kunstbeleving, die uitdaagt tot meedenken over de lijnen van verleden naar heden en vervolgens naar toekomst. Een extra meerwaarde is het Second Life dat een belangrijk monument als de voormalige Sint-Jacobskerk gekregen heeft. Coen Free sloot de laudatio af met het unanieme oordeel van de jury de Albert Swaneprijs 2008 toe te kennen aan het JBAC. “Daarmee eert de jury degenen die een rol hebben gespeeld in de geschiedenis van het JBAC en daaropvolgend de bestuursleden, medewerkers, leden van de Wetenschappelijke en Educatieve Raden én de vele vrijwilligers die het JBAC gemaakt hebben tot een parel aan de hertogkroon. In de rij van laureaten van de Albert Swaneprijs neemt het Jheronimus Bosch Art Center een meer dan waardige plaats in,” aldus Free. Dank- en slotwoord Na uitreiking van de oorkonde en de cheque van 2500 euro bedankte vrijwilliger Theo Walschots alle mensen van het JBAC, speciaal Willeke en Thomas, van harte. De vrijwilligers zien het als een erkenning voor al het werk dat elke dag gedaan wordt. “Het is een hele eer deze prijs in ontvangst te mogen nemen,” aldus Walschots. Jo Timmermans hield een kort slotwoord waarin hij verwees naar de vele tegenslagen in het voortraject. Hij refereerde aan enkele personen die een grote rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van het centrum. Specifiek noemde hij Ton Frenken, oudwethouder Roderick van de Mortel, Jos Koldeweij, Jan van Oudheusden en Ed Hoffman. Timmermans sprak de hoop uit dat er samen met alle medewerkers en vrijwilligers nog veel leuke dingen gedaan gaan worden. Op korte termijn kan de benoeming van een nieuwe directeur van het JBAC verwacht worden.
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
7
L
Lekkerbeetje versus De Bréauté
In de wijk ’t Zand liggen de Lekkerbeetjestraat en De Bréautéstraat tegenover elkaar. Dat was ook de positie die de naamgevers van deze straten innamen op de Vughterheide op 5 februari 1600. Wat is daar gebeurd? Het is de tijd van de Opstand van 7 van de 17 gewesten, later de 80-jarige oorlog genoemd, tegen de Heer der Nederlanden, toen in de personen van aartshertogin Isabella en aartshertog Albrecht. ’s‑Hertogenbosch had in 1579, na veel interne spanningen tussen katholieken en calvinisten, gekozen vóór de Spaanse koning, tevens Heer der Nederlanden, en vóór het katholicisme.
tekst: Ton Graus, foto: Ellie de Vries Zijn bijnaam is waarschijnlijk ontleend aan zijn ‘vogelvrijverklaring’ en de ‘prijs’ op zijn hoofd, een ‘lekker hapje’. Pierre de Bréauté, Frans edelman, afkomstig uit Normandië, was kapitein van een compagnie Franse soldaten, in dienst van de Staatsen en opereerde onder opperbevel van Maurits. Confrontatie De gevangengenomen De Visé vroeg aan zijn comman dant De Bréauté het losgeld te betalen, dat werd geëist voor zijn vrijlating en voor die van zijn soldaten. In een reactie daarop liet De Bréauté zich laatdunkend uit over het feit dat De Visé zich als echte militair door zo’n ongeregelde troep had laten gevangennemen. Lekkerbeetje, die natuurlijk meelas, accepteerde dat niet en daagde De Bréauté uit tot een duel. Na veel heen-en-weer geschrijf en met inmenging van hun hoogste bazen heeft op 5 februari 1600 de confrontatie in Vught plaatsgevonden. Een gevecht van 21 ‘Staatsen’ tegen 21 ‘Spaansen’. De afloop was rampzalig. Lekkerbeetje sneuvelde als eerste. Zijn broer Antoni van Houwelingen kwam eveneens om in, wat genoemd wordt, dit laatste ridderduel. Uiteindelijk overwonnen ‘die van ’s‑Hertogenbosch’ de Staatsen. De Bréauté raakte gewond en werd gevangengenomen. Onderweg naar de stad werd hij, in strijd met de afspraken, vermoord.
Dat betekende dat de stad en de Meierij herhaaldelijk aanvallen te verduren kregen van de huurlegers van de 7 gewesten, de ‘Staatsen’. Deze troepen stonden rond 1600 onder leiding van Maurits. Op een dag in november 1599 werden bij een van de confrontaties door een groep militairen onder leiding van ‘Lekkerbeetje’ 20 Staatse soldaten, inclusief hun commandant Jacques de Visé, krijgsgevangen gemaakt en meegenomen naar ’s‑Hertogenbosch. Deze groep maakte onderdeel uit van de compagnie onder bevel van De Bréauté. De hoofdpersonen Lekkerbeetje was de bijnaam van Gerardt Abrahamsz van Houwelingen. Hij was luitenant onder Antonie Schets van Grobbendonk, de militaire gouverneur van de stad. Voordien had hij onder Maurits gediend. Tegen een geldelijke beloning heeft hij in 1589, samen met anderen, Geertruidenberg verraden aan de Spanjaarden. Hij liep daarna over naar de Spaansgezinden en kwam zo in ’s‑Hertogenbosch terecht.
8
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
De gebroeders van Houwelingen zijn begraven in de kloosterkapel van de Predikheren. Het stoffelijk overschot van De Bréauté is aan zijn familie overgedragen en begraven in zijn geboortestreek, Normandië. De namen van de hoofdpersonen uit dit drama zijn vereeuwigd met straatnamen in Vught en ’s‑Hertogenbosch.
D
De School voor de Toekomst
Het Koning Willem I College is voor leerlingen uit een wijde omgeving van de stad een vooruitstrevend Regionaal Onderwijscentrum voor primair onderwijs, (v)mbo, mavo, havo, vwo en educatie. De inzet is om de leerlingen en cursisten zo te ontwikkelen dat deze een toegevoegde waarde hebben voor arbeidsmarkt en vervolgonderwijs. Denkend vanuit de behoefte van bedrijfsleven en individu, rekening houdend met de mogelijkheden van nieuwe media en technieken, ontwikkelde het Koning Willem I College een nieuwe visie op onderwijs en opleidingen voor de 21ste eeuw. Een visie die tot uitdrukking wordt gebracht in het concept School voor de Toekomst. Nieuwe media en een bijbehorende nieuwe manier van creatief en patroondoorbrekend denken zijn hierbij belangrijke pijlers. School voor de Toekomst is een initiatief van Coen Free, voorzitter van het College van Bestuur van het Koning Willem I College. Coen Free is van huis uit literatuurhistoricus. Hij werd in 1999 uitgeroepen tot de Bosschenaar van het jaar, dit vanwege zijn bijzondere verdiensten voor onderwijs en opleiding. Daarnaast is hij enorm betrokken bij de stad ’s-Hertogenbosch en nam hij vele initiatieven op het gebied van cultuurhistorie. School voor de Toekomst is de kraamkamer van onze leerprocessen. De linker en rechter hersenhelft van het Koning Willem I College. Logisch en analytisch denkwerk aan de ene kant. Creativiteit en meervoudige intelligenties aan de andere kant. Gebundelde professionaliteit van onderzoek, ontwikkeling en uitvoering van innovatieve, betekenisvolle leerprocessen in een eigentijdse, dynamische leer- en werkomgeving. School voor de Toekomst combineert op inspirerende wijze de drie ruimtes van het digitale tijdperk: de fysieke ruimte, de mentale ruimte (de wereld van de verbeelding en het denken) en de digitale ruimte: cyberspace. Cyberspace is te karakteriseren als een gemeenschappelijke, grensoverschrijdende, virtuele leer- en werkomgeving. Technologieën volgen elkaar in hoog tempo op. Dit leidt tot een stortvloed van
tekst: Jos Holland, foto’s: Gerard ter Steege informatie. Leren je weg te vinden in steeds nieuwe en groter wordende kennisgebieden is veel belangrijker dan zoveel mogelijk feiten in je geheugen op te kunnen slaan. Het nieuwe leren kenmerkt zich door de overgang van een passieve consumptie van onderwijs naar een actieve vorm van leren. Het nieuwe leren is: leren denken, leren samenwerken, leren reguleren, leren leren. Vrijwilligersdag In deze leerzame omgeving gaan de vrijwilligers van de Kring kennis maken met de nieuwe leermogelijkheden. Begin oktober wordt de jaarlijkse vrijwilligersdag georganiseerd onder het motto: Voor elk wat wils, geen verplichtingen. In de School voor de Toekomst zijn dan docenten, trainers en studenten aanwezig om de vrijwilligers in de gelegenheid stellen zelf deze nieuwe leerprocessen te ervaren. Niet alleen om zelf een ervaring rijker te worden, maar ook om de kinderen, kleinkinderen en anderen beter te kunnen begrijpen. Er wordt een aantal workshops georganiseerd, een 3-D presentatie wordt vertoond over Onderwijs in ’s-Hertogenbosch, nu en in de toekomst en studenten staan klaar om de gasten alles te vertellen over het gebruik van de computer en het omgaan met internet. Natuurlijk wordt ook de heemkunde niet vergeten. Doorlopend zijn er PowerPoint presentaties over Bossche heemkundige onderwerpen. Bovendien wordt het nieuwe Kennisinformatiesysteem van de Kring gedemonstreerd. Een natje en droogje zullen daarbij niet ontbreken. Overdag wordt een ‘Buitengebeuren’ georganiseerd speciaal voor de kinderen en kleinkinderen. In Empel bij boerderij De Werd kan een rondleiding worden gemaakt en is een schaapherder aan het werk te zien. Even verderop is het nieuwe gemaal Gewande te bezichtigen. In Bokhoven worden rondleidingen in de kerk en op de begraafplaats verzorgd. Verleden, heden en toekomst staan centraal op de komende Vrijwilligersdag. Voor de bijna 300 vrijwilligers van de Kring een welverdiende geste als waardering voor de belangeloze inzet bij de Kring en voor de stad. Bron: www. School voor de Toekomst.nl
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
9
S
Steegje van Adel De Tijdreiziger had voor het jaar 2007 Straten en Pleinen als thema gekozen. De Werkgroep Toponymie van de Kring Vrienden had in het kader van dit centrale onderwerp onder meer een speurtocht naar onbenoemde steegjes in de historische binnenstad uitgezet. Gezien het groot aantal ingeleverde formulieren moet de speurtocht in de herfstvakantie van 2007 veelvuldig gelopen zijn. Uit de vele creatieve en soms geestige inzendingen koos de jury één prijswinnaar. Het werden de zusjes Anne-Fleur (toen 11 jaar) en Femke Finkers (toen 5) die voor het afgesloten steegje aan de Keizerstraat, gelegen tussen de nummers 12 en 14, de naam Steegje van Adel hadden bedacht. Deze originele en historisch verantwoorde straatnaam bleek het beste te passen bij een van de zeven steegjes van de speurtocht.
Femke en AnneFleur Finkers
De naam Steegje van Adel verwijst naar de adellijke titel van de Keizerstraat zelf en de gebeurtenissen die zich hier hebben afgespeeld. In vroegere tijden stond hier de Hof van Zevenbergen. Dat gebouwencomplex droeg deze naam omdat de heren van Zevenbergen de eerste eigenaren waren. De Hof van Zevenbergen is een gerestaureerd 15de-eeuws hofcomplex met binnenplaats en enkele recente woningen op het achtererf. Oorspronkelijk is het gebouwd als adellijk stadspaleis. Later raakte het in bezit van burgerlijke families en werd het in drie herenhuizen opgedeeld. In 1778 werd het pand een Roomsch Armenweeshuis, de 19de-eeuwse gevelsteen van het weeshuis bevindt zich bij de poort op de binnenplaats. Enkele jaren geleden is het gebouw ingrijpend gerestaureerd tot kantoor en zijn op het achtererf kleine woningen geplaatst, in aangepaste nieuwbouw. Ook is aan de voorzijde een zogenaamde loofgang toegepast met diverse soorten perenbomen.
Tegenover de Hof van Zevenbergen heeft een huis gestaan dat in bezit was van de welgestelde Hendrick Proening van Deventher, schepen en zwanenbroeder, een belangrijke man in een voornaam huis. De zeer grote woning is vermoedelijk door de Lombarden
10
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
tekst en foto’s: Ed Hupkens gebouwd en kwam rond 1530 in bezit van Van Deventher. Afgezien van de Sint-Joriskapel (hoek Sint Jorisstraat/Keizerstraat) besloeg het pand de gehele westzijde van de straat. Deze Hendrick verleende meermalen gastvrijheid aan adellijke personen. Ook keizer Karel V verbleef nog wel eens bij hem; daar was de vorst verzekerd van de grootst mogelijke luxe. Het beviel de keizer daar blijkbaar heel goed, want het bezoek van 1545 gaf hem aanleiding om zijn gastheer in de adelstand te verheffen. Van toen af droeg het huis de naam Keizershof, werd een beeld van de keizer boven de poort geplaatst en werd de straat Keizerstraat genoemd. Op woensdagmiddag 21 november 2007 namen beide prijswinnaars bij het straatje aan de Keizerstraat hun prijs in ontvangst: een echt straatnaambord van het door hen benoemde steegje!
Hobbels Binnen de Werkgroep Toponymie was het idee ontstaan om, nu het onbenoemde steegje toch een naam had gekregen, er ook daadwerkelijk een straatnaambord op te hangen. De werkgroep nam daartoe contact op met de eigenaren van het pand Keizerstraat 14, waaraan het steegje is gelegen. De eigenaren van het steegje waren direct erg enthousiast over het plan, maar hadden nog wel enkele vragen. Zouden er geen juridische tegenstrijdigheden ontstaan door het ophangen van een straatnaambord? Zouden zij van adres moeten veranderen? De werkgroep heeft zich met deze vragen tot de gemeente ’s-Hertogenbosch gewend. Het aanbrengen van een straatnaambord leverde in dit geval geen bezwaar op, omdat het steegje particulier bezit is. Er hoefde dus geen toestemming gevraagd te worden. De eigenaren hoefden ook niet van adres te veranderen,
V
Van Stokkum Nik de Vries
Wie vanaf Achter het Stadhuis het Lombardje inloopt, richting ons Kringhuis, is het oude verwijsbordje boven het steegje wel eens opgevallen. Het verwees naar L.J. van Stokkum, autohandel. Sinds kort is het opgeknapt. Helaas valt nu niet meer op hoe oud dat bordje is.
De eigenaresse, Femke Finkers, Tilly Buyn (Wg Toponymie) en Anne-Fleur Finkers
de postbezorging zou door het ophangen van een straatnaambord niet ontregeld worden. Nadat deze rechtskundige en praktische hobbels genomen waren, wilden de eigenaren graag meewerken aan een definitieve afronding van de Speurtocht uit 2007. Het is trouwens al eerder binnen de gemeente voorgekomen dat een onbenoemd, particulier steegje een naambord kreeg. Achter het pand Sint Josephstraat 7 bevindt zich een woning die oorspronkelijk een koetshuis is, en waarvan de ingang via een steeg toegankelijk is. In dit koetshuis heeft een familie gewoond, waarvan zowel de vader als zoon Bart heette. Ter ere van een verjaardag of andere gelegenheid is er een straatnaambord aan hen cadeau gedaan. Sindsdien heet dit zijsteegje bij Sint Josephstraat 7 Achter het Bartje. Reprise Woensdagmiddag 22 juli 2009, ruim anderhalf jaar na de prijsuitreiking van de Speurtocht, verzamelde zich een groep mensen bij Keizerstraat 12 – 14. Met enig ceremonieel schroefde een lid van de Werkgroep Toponymie het straatnaambord Steegje van Adel tegen de muur van het pand Keizerstraat 12. Nort Lammers, voorzitter van de Werkgroep Klein Monument, kent de eigenaren persoonlijk. “Het naambord is een monumentje, daarom is onze werkgroep erbij betrokken geraakt.” Anne-Fleur en Femke Finkers kregen andermaal een straatnaambord uitgereikt. Nu heeft ieder van de zusjes een eigen straatnaambord. De ouders van de breed lachende meisjes vinden het eervol en uniek dat hun kinderen een dergelijke prijs hebben gewonnen. Er zijn maar weinig mensen die op zo’n jonge leeftijd met hun eigen naam op een heus straatnaambord vermeld staan. “Het is hartstikke leuk dat je over vijfentwintig of dertig jaar aan je eigen (klein)kinderen kunt laten zien, dat je een nieuwe straatnaam hebt bedacht.”
Afb. Stadsarchief
Blijkens een advertentie in het nummer van 20 mei 1909 van de Provinciale Noordbrabantsche en ’s-Hertogenbossche Courant was Van Stokkum gevestigd in de Kruisstraat. En dat is nog een eindje van het Lombardje af.
Wat echter het meest opvalt is het tarief dat gerekend wordt voor de huur van een auto per dag. Liefst 60 gulden kost dat. Dat was ongeveer een maandsalaris van een onderwijzer. Een flinke knecht (vrij van drankmisbruik, zoals een personeelsadvertentie erbij vermeldt) moet er zes weken voor werken, een schrijver op een notariskantoor zelfs tien weken. Autorijden was dus alleen weggelegd voor welgestelden. Maar ja, wie kon er in die tijd autorijden? De auto was toen een relatief nieuw vervoermiddel: Carl Benz bouwde zijn eerste auto in 1885, Gottlieb Daimler bouwde de zijne in 1886. Overigens had de Belg Etienne Lenoir al in 1862 een auto op gas gebouwd. Fietsen waren wat voordeliger te huur: voor ƒ 1,25 kon je een hele dag rijden. Als je een fiets wilde kopen, kostte een goed model al gauw meer dan 100 gulden. Dat was het jaarsalaris van een werkmeid.
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
11
P
Plannen Jheronimus Boschjaar
In 2016 is het 500 jaar geleden dat de beroemde Bossche schilder Jheronimus Bosch stierf. Reden voor de gemeente om in dat jaar hieraan uitgebreid aandacht te gaan besteden. Hoewel nog ver weg, wordt al geruime tijd gesproken over de wijze waarop invulling kan worden gegeven aan het Jheronimus Boschjaar. De gemeente heeft een ‘bidboek’ laten opstellen, waarin vele mogelijke activiteiten de revue passeren. Voorstellen worden gepresenteerd met mogelijke uitvoerende instanties en een kostenraming voor het aandeel van de gemeente. Tenminste drie dingen zijn hierbij duidelijk geworden: het Jheronimus Boschjaar wordt zeer groots aangepakt; de financiële middelen komen beschikbaar en iedereen kan met ideeën komen.
tekst en afb.: Peter Ligtvoet en Jeroen Dingemans worden. Door de onlangs bekend geworden plannen voor de reconstructie van de Groote Stroom komt deze plaats extra naar voren als een overstapmogelijkheid voor het varen binnen en buiten de stad. Door de denklijnen voor het Jheronimus Boschjaar met een Narrenschip en die van de gewenste op- en uitstapvoorzieningen op de Kop van de Haven te combinerente, worden twee hoofddoelstellingen voor de promotie van de stad bereikt, te weten ’s-Hertogenbosch- Waterstad en ’s-HertogenboschStad van Jheronimus Bosch.
Binnen de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch zijn voor dit herdenkingsjaar twee projecten in ontwikkeling te weten: Het Narrenschip en De Meelpoort. Beide projecten zijn ondertussen al op een informele wijze besproken met de gemeente. Via het KringNieuws willen wij hiervoor in een breder verband aandacht vragen. Overeind blijft hierbij wel de vraag of en zo ja welk(e) project(en) door de gemeente word(t) en overgenomen en welke rol de Kring Vrienden bij de uitvoering hiervan wil en kan spelen. Maar ook zonder deze projecten zal de Kring Vrienden het Jheronimus Boschjaar niet ongemerkt voorbij laten gaan. Zeker in 2016 zullen de Jheronimus Boschvaartochten en -wandelingen meer aandacht krijgen en wellicht ook meer mogelijkheden. Hierna volgt in het kort een nadere beschouwing over de beide projecten. Het Narrenschip Het Narrenschip is een van de bekende schilderijen van Jheronimus Bosch. Dit Narrenschip, maar dan ongeveer 10 keer uitvergroot, zal worden afgemeerd in de Binnenhaven, direct aansluitend aan de Visstraat en nog voor de onlangs gerealiseerde klepstuw. Daarmee ligt het schip goed herkenbaar, direct in het blikveld van bezoekers van de stad komende vanaf het station. Ook is het schip rechtstreeks met bootjes vanaf de Binnendieze te bereiken. Het idee van het Narrenschip is ontsproten aan het samenkomen van twee denklijnen. Al in een eerdere structuurvisie heeft de gemeente aangegeven met de zogenaamde ‘Kop van de Haven’ iets in toeristisch opzicht te willen doen. Deze plaats is aangewezen als Toeristisch Attractie Punt. De Kring Vrienden is daarop ingesprongen door in zijn publicatie Varen in en onder ’s-Hertogenbosch de Kop van de Haven aan te wijzen als een mogelijke optie voor een nieuw Diezehuis. Een en ander in samenhang met de invulling van het nieuwe GZG-terrein en het Voldersgat. Naar aanleiding van het voornemen van de gemeente om al een steiger aan te leggen is de Kring momenteel met de gemeente in overleg om te bezien hoe een dergelijke voorziening verantwoord gebruikt kan
12
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
De Kop van de Haven was in het verleden, ook in de tijd van Jheronimus Bosch, een van de levendigste plekken van de stad, vanwege het overladen, stapelen en verhandelen van levensmiddelen en goederen. Het beeld werd bepaald door een woud van masten en hijskranen met daar tussendoor een wirwar van sjouwers, karren, handelaren en kopers. Dit beeld kan natuurlijk niet worden terug gebracht, maar de uitvoering van een Diezehuis in combinatie met een Narrenschip zal zeker voor een vergelijkbare drukte zorgen. Nu is het door Jheronimus Bosch geschilderde Narrenschip niet veel groter dan een flinke sloep, waarin eigenlijk alleen plaats is voor een zingende non en een pater, omgeven door zatlappen, van wie een aantal al in het water is terechtgekomen. Op het roer, bestaande uit een afgebroken boomtak, zit hoog boven het gewoel, een nar rustig van zijn bier te genieten. In de mast van het bootje, ook een boomstam, maar dan compleet met kruin, klimt een figuur gewapend met een mes naar boven. Waarschijnlijk om een daar
opgehangen kalkoen of zo los te snijden. Vanuit de kruin kijkt iemand (God of de Duivel), misprijzend of juist goedkeurend toe. Het geheel lijkt op een uit de hand gelopen feestje in de Middeleeuwen met als ondertoon de spot met de ernst van het bestaan en de plaats van de kerk daarin. Een belangrijke plaats in het bootje wordt ingenomen door de tafel waaraan de non en de pater zitten of staan. Dit beeld heeft geleid tot de gedachte om op een sterk vergroot Narrenschip de wereld van Jheronimus Bosch na te spelen, waarbij de tafel de speelvloer vormt, met aan beide kanten plaats voor toeschouwers of medespelers. Via deze toneelvloer kan aan de ene kant een steiger in de Haven worden bereikt, terwijl aan de andere kant een trap toegang geeft tot de wallenkant aan de Brede Haven. Genoemde trappen en steigers geven dan niet alleen toegang tot het Narrenschip, maar ook tot de reguliere op- en uitstappunten van de bootjes, zowel op de Binnendieze als op het buitenwater (Haven- ZuidWillemsvaart- Dommel) met als bestemmingen onder andere de Citadel, het Kruithuis, de Westwal en de Groote Stroom. Komende vanaf het station is de Kop van de Haven een van de eerste plekken waar de bezoeker daadwerkelijk geconfronteerd wordt met de begrippen ‘Waterstad’ en ‘Stad van Jheronimus Bosch’. Het Narrenschip in een
omgeving van steigers, hijskranen, trappen en bootjes is daarbij de blikvanger. Het Narrenschip is tevens bij uitstek de plek waar de tijd van Jheronimus Bosch en zijn schilderijen tot leven gebracht kunnen worden, zoals bijvoorbeeld De Goochelaar, De aanbidding van de wijzen tijdens de kerstdagen, De verleiding van Antonius, Taferelen uit de Hooiwagen, De zeven Hoofdzonden of De Keisnijding. De voorstellingen worden begeleid en aangekondigd door de zingende non, de pater, de marskramer, de verloren zoon en de nar met de zatlappen. Een groot schouwspel van toneelspelers en muzikanten te midden van bezoekers en aangevuld met op schermen te projecteren achtergronden van stadsbranden, helen hemelbeelden zoals we die van Jheronimus Bosch kennen. Ook het bouwen van het Narrenschip kan op zichzelf al een spektakel zijn: een middeleeuwse scheepswerf. Het moet een fantastisch gezicht zijn hoe een dergelijk schip zonder moderne hulpmiddelen in elkaar wordt gezet. Een bedrijvigheid die ook heel goed past in het gewenste beeld van de Kop van de Haven. De Meelpoort Op het eerste gezicht lijkt het alsof de Moriaan altijd een hoekpand is geweest. Toch is de rommelige restruimte naast het VVV-kantoor tot in de jaren ’50 bebouwd geweest. In de tijd van Jheronimus Bosch heeft hier een typisch Bosch woonhuis gestaan, genaamd De Meelpoort. Dit pand was een voorbeeld van een smal woonhuis. Dit type woningen is verdwenen in de stad of niet meer als zodanig herkenbaar. Ook het woonhuis van Jheronimus Bosch, enkele panden verder gelegen, was in zijn tijd op deze wijze geconstrueerd. Het voorstel is om het skelet van De Meelpoort zo natuurgetrouw mogelijk terug te bouwen in het kader van het Jheronimus Boschjaar, waardoor een grote meerwaarde voor de stad wordt verkregen. Het bouwwerk op zich kan samen met zijn invulling laten beleven hoe de stad er in de tijd van Jheronimus Bosch uit moet hebben gezien en daarnaast hoe de stad zich van toen tot nu heeft ontwikkeld. Dit kan door het gebruik van uitvergrote replica’s, van oude kaarten, maquettes en multimedia inzichtelijk worden gemaakt. Verder kan het bouwwerk op de begane grond onder meer ruimte bieden voor een openbaar toilet wat helaas in onze stad ontbreekt en zeker in het Jheronimus Boschjaar nuttig kan zijn. Op de begane grond kan een infobalie en/of organisatiekantoor komen, eventueel aangevuld met een commerciële ruimte. De verdieping vormt een platform met een uitzicht over de Markt, waar voorstellingen kunnen worden opgevoerd en plaats is voor een horeca gelegenheid.
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
13
P K
Korte berichten
De vormgeving moet een robuuste eikenhouten constructie zijn zoals er in de Middeleeuwen in deze streek werd gebouwd, compleet met karakteristieke houtverbindingen. Alles wat geen onderdeel uitmaakt van de verantwoord uitgevoerde constructie krijgt een eigentijdse vormgeving en materialisering. Voor de bezoeker moet direct afleesbaar zijn wat er wel bij de middeleeuwse constructie hoort en wat niet. Een eikenhouten balustrade zou bijvoorbeeld tot verwarring kunnen leiden voor de bezoeker omdat niet duidelijk is of deze nu wel of niet onderdeel is van de middeleeuwse constructie. Het duidelijke contrast tussen de authentiek eiken constructie en hedendaagse vormen van wit kunststof of metaal kan een zeer verrassend beeld opleveren. De natuurgetrouwe herbouw van een middeleeuwse constructie vergt een zorgvuldig onderzoek. Hierbij kan de kennis binnen de Kring, van het Stadsarchief en de BAM van grote betekenis zijn. Verder kunnen onderwijsinstellingen zoals de Hogeschool en het Koning Willem I college benaderd worden om studenten te werven die in het kader van hun bouwkundige opleiding een rol kunnen spelen bij de realisatie van het bouwwerk. In Europa zijn zeker bedrijven te vinden die in staat zijn om op geheel ambachtelijke wijze deze eikenhouten constructies te bouwen zoals men dat ook deed in de Middeleeuwen. In het Jheronimus Boschjaar is het bouwwerk geschikt als informatiecentrum voor de Bosschenaren en de bezoekers die naar de stad komen. Daarna zijn voor behoud van het gebouw twee scenario’s mogelijk. Het gebouw laten staan en geschikt maken voor de exploitatie van een winkelruimte, appartementen of als uitbreiding voor het VVV-kantoor. Een tweede optie is om het bouwwerk te demonteren en elders in de stad te herbouwen.
Tot slot Beide projecten zijn nog maar een ruwe schets. Er moet nog veel speurwerk en onderzoek worden verricht om te bereiken dat in het Jheronimus Boschjaar daadwerkelijk voor één of voor beide projecten wordt gekozen. De realisatieproblemen en de commerciële invulling komen daarbij ook naar voren. De Kring wil graag meedenken om te komen tot een spectaculaire invulling van het Jheronimus Boschjaar in 2016. De blauwdrukken van de beide projecten liggen op tafel. Het is nu afwachten of deze ideeën de toets van de kritiek kunnen doorstaan. Mocht dat zo zijn, dan zal bij de realisatie hiervan de Kring zich niet onbetuigd laten. Uiteraard willen wij ook graag de mening van de lezers horen over deze plannen. Reacties hierop zien wij met veel belangstelling tegemoet via info@kringvrienden.nl o.v.v. Plannen Jheronimus Boschjaar.
14
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
LEF-excursie naar Coudewater Sonja van Rosmalen
Op velerlei verzoek en aansluitend op onze rondleiding in het voorjaar organiseert de Werkgroep LEF in het najaar een rondleiding op het landgoed Coudewater. Deze excursie vindt plaats op 16 oktober.
U ziet het park in de prachtige herfstkleuren en zult een ander stukje van het gebouw kunnen bezichtigen. Wij hebben de heer Leo Balmer weer bereid gevonden om deze rondleiding te verzorgen. U kunt inschrijven bij de balie aan de Parade of telefonisch op nr. 073-6135098.
Binnendieze zoekt nieuwe collega’s In verband met het vertrek van enkele collega’s aan het einde van vaarseizoen 2009 is ons team op zoek naar vrijwilligers voor de functie van Baliemedewerker (m/v) Tot uw taken behoren de geautomatiseerd kaartverkoop en het verstrekken van informatie, aan balie en telefoon, over de vaartochten en alle Kringactiviteiten. Voor het werken met het speciale computerprogramma voor de kaartverkoop wordt van u een goede algemene computerkennis (Windows en MS Office) verlangd. Verder worden er vanzelfsprekend eisen gesteld aan uw representatieve en communicatieve vaardigheden en de mate waarin u beschikbaar bent: tenminste twee dagdelen per week, waaronder ook enkele malen per maand in het weekend. Op ons verkoopkantoor aan de Molenstraat maakt u deel uit van een groot enthousiast team van baliemedewerkers en schippergidsen. Collegialiteit en teamgeest staan bij ons hoog in het vaandel. Heeft u interesse voor deze functie, stuur dan een brief met beperkt cv naar Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch t.a.v. Joop Thissen Postbus 1162 5200 BA ’s-Hertogenbosch E-mail: pz@kringvrienden.nl
S
Studiedag Goed en Fout anno 2009 Op 3 oktober aanstaande biedt Nationaal Monument Kamp Vught een schets van de naoorlogse ontwikkelingen ten aanzien van het denken over het morele thema van ‘goed’ en ‘ fout’ in de Tweede Wereldoorlog tot heden. Het zwart-wit schema ‘Goed versus Fout’ dat dr. Loe de Jong met zijn grote geschiedkundig werk over de Tweede Wereldoorlog in Nederland in de jaren ‘70 en ‘80 presenteerde, is sindsdien wel wat genuanceerd, vooral in vakkringen. Pas in het laatste decennium lijkt sprake van een breder doorgedrongen besef dat dit schema niet voldoet om deze ingrijpende periode in de recente Nederlandse geschiedenis te beschrijven en te begrijpen. Van belang is het inzicht dat het niet alleen ging om uitersten, maar dat er onder meer een groot, grijs middengebied bestond van ‘omstanders’ die geen duidelijke positie innamen. De laatste jaren is ook het onderwerp ‘ fout’ in de oorlog meer bespreekbaar geworden. Ad van Liempt, hoofd geschiedenis NPS, eindredacteur van De Oorlog en auteur van onder andere Kopgeld treedt deze dag op als dagvoorzitter. Na een welkomstwoord door Jheronimus van den Eijnde, directeur Nationaal Monument Kamp Vught volgen voordracht door Chris van der Heijden, historicus, schrijver en publicist (Grijs verleden) en door Katrin Himmler, politicologe en auteur van De gebroeders Himmler: een Duitse familiegeschiedenis. Na de lunch volgt een presentatie van de tv-serie De Oorlog (najaar 2009) door Ad van Liempt gevolgd door deelbijeenkomsten. Hierbij kan een keuze worden gemaakt uit vijftal onderwerpen. 1 Het Philips-Kommando in Kamp Vught. Peter Klein is emeritus hoogleraar algemene geschiedenis aan de Rijksuniversiteit van Leiden. Hij schreef met Justus van de Kamp Het PhilipsKommando in Kamp Vught (2003). 2. Goed en fout in de Nederlandse speelfilm. David Barnouw, onderzoeker en voorlichter bij het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD). Hij is voorzitter van de Vereniging Geschiedenis, Beeld en Geluid. Deze vereniging houdt zich bezig met de relatie tussen audiovisuele media en geschiedenis. 3. Kinderen van twee kanten door Rozette Kats en Tineke van Hal. Rozette Kats overleefde de Jodenvervolging in de onderduik; Tineke van Hal is dochter van een NSB’er. Beide vrouwen zetten hun levenservaring positief in door het geven van gastlessen op onder meer scholen via het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WOII-Heden. 4. Over de geest van het verzet. Tom de Ridder is socioloog voor COGIS, het kennisinstituut voor de sociale en psychische gevolgen van oorlog, vervolging en geweld. In september 2009 verschijnt zijn boek De geest van
De redactie het verzet: Ex-politieke gevangenen uit ’40-’45 over de Nederlandse Vereniging van Ex-Politieke Gevangenen (Expogé). 5. Srebrenica en de vraag naar goed of fout. Christ Klep is historicus, verbonden aan de Universiteit Utrecht. Hij is gespecialiseerd in de geschiedenis van de internationale betrekkingen, met name defensievraagstukken en mensenrechten. Klep promoveerde op een onderzoek naar drie recente vredesmissies in Somalië, Rwanda, Srebrenica. In hoeverre zijn de gebeurtenissen rondom de val van Srebrenica van invloed geweest op ons denken over goed en fout tijdens de Tweede Wereldoorlog?
De deelname kosten zijn € 35,00 (voor Vrienden van Nationaal Monument Kamp Vught € 27,50), inclusief informatiemap, lunch en alle consumpties. De daglocatie is het conferentiehotel Huize Bergen in Vught. Er is plaats voor 135 deelnemers. Aanmeldingen wordt verwerkt in volgorde van binnenkomst en deze worden bevestigd. De aanmelding is definitief na overboeking van het deelnamebijdrage. Aanmelden kan door middel van het aanmeldformulier, dat te vinden is op www.nmkv.nl > Themadag ‘Goed en fout anno 2009’.
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
15
O
Oud ’s-Hertogenbosch In 1909 viert Jhr. P.J.J.S.M. van der Does de Willebois het heuglijke feit dat hij 25 jaar burgemeester van ’s-Hertogenbosch is. Natuurlijk laat de gemeente dit bijzondere jubileum niet ongemerkt passeren. Tal van activiteiten worden ondernomen, waarbij alle Bosschenaren betrokken worden. Misschien wel de belangrijkste, en in ieder geval meest in het oog springende activiteit is Oud ’s-Hertogenbosch. Op de Parade worden enkele panden nagebouwd, zoals die in de 16de eeuw in de stad gestaan hebben. De panden worden vervolgens ‘verpacht’, zodat het geen dode stad wordt, maar een levende en levendige. Van 9 tot en met 23 juni 1909 kan een ieder Oud ’s-Hertogenbosch bezoeken. Vanaf 25 mei kan men al doorlopende kaarten kopen. Ze kosten ƒ 6,00 voor een Heer en ƒ 4,00 voor een Dame. Na 5 juni worden de prijzen overigens verhoogd. Losse kaartjes kosten tot 5 uur 25 cent, daarna 50 cent. De eerste dag trekt al 2000 losse bezoekers, zo meldt de krant.
Comité van aanbeveling Een groot evenement als Oud ’s-Hertogenbosch wordt uiteraard georganiseerd door een comité. Hierin zitten tal van belangrijke mensen. Het Bossche comité bestaat uit de volgende personen: Jhr. mr. A.F.O. van Sasse van IJsselt, lid gemeenteraad, voorzitter; Theod. van Gulick, koopman, ondervoorzitter; C, Tilman, particulier, penningmeester; C.J.J. Daniëls, oud-hoofdcommies provinciale griffie, secretaris; E. de Jong – van den Bergh, industrieel, lid gemeenteraad; Mr. W.M. van Lanschot, griffier Staten Noord-Brabant; A Lievegoed, leraar gymnasium; E. van de Mortel, directeur Bossche brandwaarborgmaatschappij; Jhr. mr. B de Roij van Zuidewijn, advocaat en procureur; Jhr. Ern. van Rijckevorsel, assuradeur; H. van de Ven, koopman; Eug. Lutkie, industrieel; Jhr. H. Verheijden, secretaris College van Regenten over de gevangenissen; K. Rouppe van der Voort, wijnhandelaar; alsmede de ontwerpers: Dorus Hermsen, schilder; Jan Mosmans, oudheidkundige en Aug. Su Ying, architect. Voorwaar een rijtje namen waar je u tegen zegt. In ieder geval zijn veel van deze familienamen nog steeds erg bekend in onze stad.
Afb. Stadsarchief
Postkantoor Vanaf 4 juni is het Postkantoor van Oud ’s-Hertogenbosch al geopend. Hier worden brieven en briefkaarten afgestempeld met het officiële poststempel van Oud ’s-Hertogenbosch. De brieven en briefkaarten moeten daarvoor wel voorzien zijn van twee postzegels, een van Oud ’s-Hertogenbosch, die linksboven geplakt moet worden, en een van het Rijk, die rechtsboven hoort.
Tekst en ansichkaarten: Nik de Vries
De Bossche zegel is verkrijgbaar in zes kleurencombinaties en is voorzien van de beeldenaar van de jubilaris. Bossche zegels zijn uitsluitend verkrijgbaar bij de postmeester van Oud ’s-Hertogenbosch, B. van Rijckevorsel. Ze kosten 2½ cent per stuk.
16
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
Een rondgang De Provinciale Noordbrabantsche en ’s-Hertogenbossche Courant neemt een kijkje op het terrein en graag neem ik u op mijn beurt mee. We komen binnen via een “sober Romaansch poortgebouw, de Brusselsche of H. Cruyspoirt vroeger gelegen aan de Bokhovenstraat”. Naar links komen we eerst bij het postkantoor, waar ijverige ambtenaren werken. “Het huisje naast het postkantoor wordt bewoond door een oud schoenmakertje met zijn vrouwtje, hij ijverig aan het lappen, zij werkende op het kantkussen. Voor beide oude luidjes, die moeilijk
in hun behoefte kunnen voorzien, kan de bezoeker een penningske offeren, dat in dank zal worden aangenomen.” Vervolgens de “meisterludse”, waar “bouwmeesters hun optrekje hebben”. Daarnaast wordt brood gebakken in bakkerij In den bakkershoorn. Het brood wordt verkocht over de onderdeur heen. Volgt de Ruische poort, waarna we wijn kunnen drinken in het huis De Drie Roemers; J. Pernet heeft er een taveerne. Dan kunnen we koffie kopen in de Gulden Haan bij de firma Wed. W. van der Steen. De Blauwe Hond is gepacht door F.L. Welsch en Zoon, die “antikiteiten en oud koper” verkopen. Na een complex kleine gebouwtjes, waar zilver werk verkocht wordt en een graveerinrichting zetelt, komen we de poort van de Lieve Vrouwe Broederschap tegen. Hier kunnen we ons laten inschrijven in het Poirtersboek: voor 10 cent krijgen we een burgerschapsbewijs. “Deze inschrijving is wel voor een ieder noodzakelijk om zich zoo noodig bij aanhouding als verdacht vagebond, te kunnen legitimeeren.” Bossche en andere koek kopen we bij Suys in het huis In de drie gezoden Peperkoeken. Het Dorstige Hert vormt samen met De Drie Hamers ,
De overkant In het eerste pand is gevestigd de melkinrichting SintJan. Hier zijn ook oude penningen en prenten van de stad te bewonderen. In In den Soeten Inval verkoopt de heer Rijkers uit Vught zoete lekkernijen; we hadden het kunnen weten. “In ’t Huys genoemd Beziet V zelven heeft de heer A.C. Verhees zich geïnstalleerd, die alléén octroy ende privilegie heeft voor het maken van foto’s en den verkoop van prentbriefkaarten.” Bloemen kopen we bij de Gebr. Verhoeven In ’t Rosenhofke en sigaren bij – natuurlijk – Eug. Goulmy en Baar In Jan Toeback. In het midden van deze straat is een groot open podium, waar de rederijkers van Moyses Doorn enkele malen optreden. Naast het toneel en de kleedkamers bevindt zich het kledingmagazijn van Helmhout uit Amsterdam “met zijn prachtige harnassen en kleedij”. Dan volgt nog een drinkgelegenheid, het Schuttershof, van P. Desmense en zo zijn we weer bij de poort, waarnaast nog het secretariaat en “een lokaal voor de schrijvers van nieumaren of de pers, beiden zeer gezellig en comfortabel ingericht”.
De Wijnpot en De Lelie een groot restaurant. “Thans staan wij voor het stadhuis, gelegen midden in het gedeelte aan de zijde der Weesstraat. Het stadhuis is gebouwd zooals het was in 1529.” We zien het wapen van Karel V, vier keizerstandbeelden en de wapens van de vier voornaamste schepenen uit 1529. Ook de draaiende paardjes, het uurwerk en het klokkenspel zijn aanwezig. Voor het stadhuis staan vier kanonnen. De oud-schepenen vergaderen in het gebouw van het kramersgilde naast het stadhuis. In Dit is in den Jeneverboom huist de firma Wijnand Fockinck. De firma A. Meijering zit In het Paradijs. Daar bevindt zich ook de gruwelkamer “alwaar verschillende foltertuigen uit het vroegere tijdperk zullen zijn te bezichtigen”. Aan het eind van dit straatgedeelte staat nog In den Lavendelblom waar de firma Van Imbeek zit.
Slot De gebouwen zijn meest uit de 16de eeuw. “Gezegd zij, dat de gebouwen met hun kleurige geveltjes en daken en eigenaardige beschilderingen een vroolijk gezicht leveren. Het geheel is gezellig en heeft veel aantrekkelijks. Vooral bij avond, wanneer ales electrisch zal zijn verlicht, zal Oud ’s-Hertogenbosch een magnifiek gezicht leveren.” Zou het niet iets zijn om over na te denken om in 2016, het Jheronimus Boschjaar, opnieuw een Oud ’s-Hertogenbosch samen te stellen, gebaseerd op de tijd van de illustere schilder? Dat zou dan de derde keer zijn, dat zo iets plaatsvindt, want ook in 1935, toen ’s-Hertogenbosch 750 jaar als stad bestond, is in de Casinotuin een oude versie van de stad nagebouwd.
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
17
V
Vaarvaardigheidsproef Iedereen die wel eens een rondvaart heeft gemaakt op de Binnendieze heeft ervaren dat het varen op deze stadsrivier geen eenvoudige zaak is. De veelal smalle waterlopen met haakse bochten en lage onderdoorgangen vereisen van de schippers een ware stuurmanskunst. Daar komt nog bij dat de waterstand regelmatig varieert waardoor de waterstroming soms onberekenbaar wordt. Toch blijft het varen op de Binnendieze een leuke bezigheid. Ondanks dat de schippers beschikken over het officiële vaarbewijs blijft het wel een uitdaging om de vaarvaardigheid te testen en te meten met die van je collega’s. Om aan deze laatste wens tegemoet te komen hebben Nico Aarens en Jaap Schinkel de vaarvaardigheidsproef 2009 georganiseerd. Half augustus werd in het Voldersgat een vaarparcours uitgezet waarvoor concentratie, precisie en stuurvaardigheid vereisten waren. Het ging erom het parcours zo vlot mogelijk af te leggen en daarbij zo min mogelijk fouten te maken. De boot werd op de voorplecht bovendien voorzien van een rechtopstaand houten paaltje. Het raken van de vaste obstakels maar vooral het omvallen van het paaltje werden bestraft met strafsecondes. Behoedzaamheid werd zodoende net zo belangrijk als snelheid.
tekst en foto’s: Gerard ter Steege applaudisseerden vooral als een schipper het parcours wist af te leggen zonder het houten paaltje om te laten vallen. Aan het einde van de week kon de balans worden opgemaakt. De organisatoren waren vooral blij verrast door de grote vaarvaardigheid waarmee in het algemeen het parcours werd afgelegd. Dat het paaltje regelmatig omviel deed weinig af aan de routineuze wijze waarop de schippers van de Binnendieze weten om te gaan met de boot. Alle deelnemers zijn naderhand geïnformeerd over hun eindscore. Aan de hand daarvan kon een scorelijst worden gemaakt van schippers die het parcours foutloos hebben gevaren.
De onbetwiste winnaar werd Frank Gruijters, ondanks een hevige regen- en onweersbui wist hij foutloos en in een supertijd rond te varen. Nadat er een aantal jaren geen vaarproef was georganiseerd, bleek duidelijk dat de animo bij de schippers groot was. Als onbedoeld neveneffect heeft het onderliggende wedstrijdelement wel een stimulerende werking gehad op de vaarvaardigheid van verschillende schippers.
Aan de hand van de parcoursbeschrijving en de spelregels kon men tijdig aangeven aan deze proef mee te doen. Menig schipper heeft in de dagen voorafgaand aan de vaarproef geoefend om toch maar zo goed mogelijk voor de dag te komen. Onpartijdige collegaschippers met voldoende gezag functioneerden bij de vaarproef als ‘official’ om de vaarproef te beoordelen. Op vier avonden konden telkens ongeveer 20 schippers beurt voor beurt hun stuurmanskunst testen en hun vakmanschap tonen aan de talrijke collega’s en belangstellenden op de steiger. Deze lieten zich niet onbetuigd en maakten weer duidelijk dat ‘de beste stuurlui’ meestal op de wal staan. Bij het afleggen van de proef koos de ene schipper voor snelheid met het risico op fouten, terwijl een andere zorgvuldig te werk ging om strafseconden te vermijden. De toeschouwers
18
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
N K
November Music ’09 Korte berichten
Het definitieve programma voor November Music 2009 is bekend en maakt ongetwijfeld bemind bij muziekliefhebbers die graag het avontuur op zoeken. Een keur aan concerten op het gebied van gecomponeerde en geïmproviseerde muziek, alternatieve pop, elektronica, geluidsinstallaties en muziektheater maken ook deze editie weer van ’s-Hertogenbosch ‘the place to be’ tussen 11 en 15 november. Kaarten zijn vanaf nu te bestellen via www.novembermusic.net
Wat te denken van de nu al legendarische Daniel Johnston (‘the greatest songwriter on earth’, volgens Kurt Kobain) wiens werk onder meer werd vertolkt door Tom Waits en Beck. Samen met het Brabantse ensemble BEAM geeft hij zijn enige concert in Nederland. Exclusief is ook het optreden in de W2 van Pesthauch der Entropie, waar onder meer de leden van het Duitse elektro-duo Mouse on Mars deel van uitmaken. Daarnaast treedt Alva Noto op met zijn indrukwekkende solo-programma ‘Xerrox’. Festivalcomponist is dit jaar Martijn Padding. Oud en nieuw werk van deze Nederlandse componist wordt onder meer uitgevoerd door Asko|Schönberg,Veenfabriek en Modelo62. Op het gebied van jazz en improvisatie komen tussen 11 en 15 november onder meer de Engelse succesformatie Polar Bear, Harmen Fraanje Trio feat. Tony Malaby en SOL 12 met onder andere Luc Ex en Veryan Weston naar ’s-Hertogenbosch. Ook vindt de première van Halfgeleiders plaats, een opera van componist Bruno Nelissen. Van Wilbert Bulsink en Thomas Myrmel wordt het muziektheaterstuk PigeonHouse enkele malen uitgevoerd. Op zondagmiddag 15 november vindt weer de KunstmuziekRoute plaats. Voor slechts € 7,50 kunnen bezoekers tal van avontuurlijke optredens bijwonen in de binnenstad van ’s-Hertogenbosch. November Music 2009 wordt afgesloten met een concert van Amsterdam Sinfonietta. Zij spelen een nog niet eerder in Nederland uitgevoerd werk van de beroemde Russische componiste Sofia Goebaidoelina. Kijk voor het volledige programma op: www.novembermusic.net
Nieuw boek op komst
De redactie
Veel verzamelaars van ansichtkaarten van ’s-Hertogenbosch en/of het Brabants dorpsleven zullen de afkorting HdeR kennen. Op tal van kaarten van de firma Loretz uit ’s-Hertogenbosch komen ze deze afkorting tegen.
Achter HdeR gaat Herman de Ruiter schuil. Hij was fotograaf en uitgever. Voor alle mensen die geïnteresseerd zijn in de prentbriefkaarten die De Ruiter maakte verschijnt binnenkort een fraai boek: Brabants stads- en dorpsleven. Prentbriefkaarten van Herman de Ruiter, fotograaf en uitgever. Het boek is geschreven door Pierre van der Pol, conservator van het Breda’s Museum. Het verschijnt in het kader van het project Brabantse fotografie van de twintigste eeuw. Het boek kost € 24,50, maar bij voorintekening kunt u het bestellen voor € 19,50 inclusief verzendkosten. Een folder en antwoordkaart zijn te verkrijgen bij het Bossche Stadsarchief. In het volgende nummer van KringNieuws kunt u een bespreking van het boek vinden.
Rechtzetting In het vorige nummer van KringNieuws is het boek over Hakkie van Rosmalen besproken. Helaas stond daar een verkeerde prijs bij. Het boek kost slechts € 29,00 en ook verkrijgbaar bij de Kringbalie aan de Parade.
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
19
V
Vrijheid en Vriendschap
Nu 65 jaar na de bevrijding van de stad, laat het zich raden dat vele bevrijders niet meer in leven zijn of niet meer in staat zijn in naar ’s-Hertogenbosch af te reizen. Namen in 2004, bij de 60-jarige herdenking, nog rond de 90 bevrijders deel, nu in 2009 worden zo’n 40 bevrijders verwacht. “Tradities achter je laten wil niet zeggen, dat herdenken niet meer nodig is,” aldus Pierre Kisters, voorzitter van de Stichting October 1944 ’s-Hertogenbosch. “Vooral de hoge leeftijd en daardoor vaak beperkte mobiliteit van de nog levende bevrijders zijn voor ons aanleiding om het herdenken anders te gaan invullen. De bevrijders blijven natuurlijk welkom maar niet meer in de georganiseerde vorm. Gelukkig is er volop begrip voor ons standpunt en instemming met de veranderde opzet. ’s-Hertogenbosch gaat dus in oktober nog eenmaal met de bevrijders herdenken en vieren. Dankzij een intensieve samenwerking met de gemeente kunnen wij een prachtig programma aanbieden. Mede mogelijk gemaakt door de steun van vele bedrijven en particulieren en door de spontane medewerking vanuit de burgerij. Dit alles stelt ons in staat op waardige wijze afscheid te nemen van onze Britse bevrijders, Vrienden van ’s-Hertogenbosch bij uitstek.” De bevrijding Na de landing van de geallieerden in Normandië, op 6 juni 1944, leek ook voor de Bosschenaren de bevrijding nabij. Maar het zou nog maanden duren voordat de geallieerden de stad konden innemen. Het optimisme vierde in die dagen hoogtij wat weer zorgde voor vele geruchten. Geruchten waren er mede de oorzaak van dat op dinsdag 5 september 1944 (Dolle Dinsdag) de Duitsers massaal vluchten, dit tot blijdschap van de bevolking, die dachten de bevrijders al te kunnen begroeten. Maar op 8 september 1944 ‘keeren de moffen weer’. De drang naar de vrijheid bleef onderhuids wel bestaan. Op zaterdag 16 september werd begonnen met het beschieten van het spoorwegemplacement door een groot aantal jachtvliegtuigen. De dagen daarna zagen de Bosschenaren een onafzienbare stroom vliegtuigen overkomen, richting het noordoosten.
20
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
Deze gigantische luchtvloot vervoerde manschappen en materieel om bruggenhoofden te vormen voor een snelle doorstoot van de geallieerde troepen van Eindhoven naar Arnhem. De enthousiaste bevolking begroette de vliegtuigen vanaf de grond en vanaf de daken. De commandant van de Duitse troepen bracht zijn troepen in gereedheid om de stad tot het uiterste te verdedigen tegen de troepen die in de omgeving van Heeswijk waren geland. Maar het duurde nog meer dan een maand voordat de Bosschenaren de bevrijders te zien kregen.
foto archief Studio Van Elten
De Stichting October 1944 ’s-Hertogenbosch en de gemeente hebben ervoor gekozen om in de week van 25 tot en met 30 oktober nog eenmaal op de traditionele wijze de bevrijding van ’s-Hertogenbosch op 27 oktober 1944 te herdenken, met als thema Vrijheid en Vriendschap. Traditioneel wil zeggen in aanwezigheid van vele nog in leven zijnde oud strijders van de 53e Welsh Division. In 1985 werd begonnen met het herdenken van de bevrijding in aanwezigheid van talrijke bevrijders. Sindsdien komen jaarlijks bevrijders naar ’s-Hertogenbosch om gezamenlijk met de Bosschenaren de bevrijding te herdenken en de onderlinge vriendschapbanden te verstevigen.
tekst Gerard ter Steege
Vanuit Oss werd op 22 oktober 1944 de aanval ingezet door de 53e Welsh Division. Na de bevrijding van Rosmalen en Hintham slaagde een eenheid er ongemerkt in om via de spoorbaan bij de Orthenseweg onverwacht de brug over de Dieze te veroveren voordat de Duitsers de eerste brug konden opblazen. Deze opzet mislukte omdat de Duitsers één voor één de bruggen over de Dieze en de Zuid-Willemsvaart opbliezen. De kleine groep
Herdenken om de soldaten die een bruggenhoofd had gevormd op de zuidelijke Diezeoever raakte geïsoleerd en moest zich overgeven. Voor de Welsh Division bleven toen alleen de sluisdeuren van Sluis 0 nog over. Vanaf de Oostwal werden vlammenwerpers ingezet om de Duitse soldaten uit de huizen aan de overkant te verjagen en tegelijk een enorm rookgordijn aan te leggen. Zo konden de bevrijders via de sluisdeur ongezien de overkant bereiken en ‘het Stortje’ bezetten.
Vrijheid blijvend te waarderen de stad kwamen. Op 22 december 1944 stortte zo’n V-1 neer in de Antonius van Alphenstraat in de Vliert. Negentien burgers verloren het leven en twaalf raakten gewond. Twintig huizen werden verwoest en dertig zwaar beschadigd. Ook op 20 maart 1945, de dag dat Koningin Wilhelmina de stad bezocht, vielen weer enkele granaten op de stad waardoor nog drie Bosschenaren om het leven kwamen. Pas op 5 mei 1945 werd het volledig rustig in de stad.
foto Ellie de Vries
foto Henk van Esch
Op de Hekellaan werd een bruggenhoofd gevormd van waaruit de volgende dag de binnenstad tot aan de Dommel kon worden bevrijd. In de stad werden grote verwoestingen aangericht. De strijd om het Zand was het hevigst, omdat de terugtrekkende Duitse troepen zich hier hadden verzameld. Een groot aantal bewoners vluchtte in de richting van Deuteren. Anderen zaten in schuilkelders het verloop van de strijd af te wachten. Na de bevrijding van de stad kon de droeve balans worden opgemaakt. Bij de slag om ’s-Hertogenbosch sneuvelden 146 militairen van de Welsh Division. De bevrijding kostte 236 burgers het leven. Meer dan 400 Bosschenaren raakten min of meer ernstig gewond. Ruim 700 gebouwen en huizen werden vernield en 10.000 panden liepen lichte schade op. De stad was weliswaar bevrijd, maar de oorlog duurde nog voort. Bijna dagelijks werd de stad vanaf de overkant van de Maas beschoten. De Luchtbeschermingsdienst telde tussen half december 1944 tot eind maart 1945 bijna 2.000 V-1’s die over
Programma Nu 65 jaar later wil de stad nog eenmaal de bevrijders officieel bedanken. Een omvangrijk programma is daartoe samengesteld. Jacqueline van den Wildenberg is als secretaris al vele jaren intensief betrokken bij het ontvangen van de bevrijders en de organisatie daar omheen. “Uitgangspunt bij de samenstelling van het programma is dat Bosschenaren en bevrijders elkaar zoveel mogelijk ontmoeten. De bevrijders worden nog eenmaal uitgebreid bedankt voor hun bijzondere betekenis voor de stad, en tevens krijgen onze inwoners de gelegenheid op gepaste wijze afscheid te nemen. Naast de bevrijders zijn er ook enkele gasten vanuit The Welsh Assembly Government, The Royal Regiment of Wales en rond de 80 militairen uit Wales enkele dagen in ’s-Hertogenbosch om aan de feestelijkheden en plechtigheden deel te nemen. Vanuit Wales komen eveneens The Band of the Prince of Wales Division, die verschillende activiteiten muzikaal opluistert en het militair rugbyteam The Second Battalion Royal Welsh.
Het hoogtepunt van het programma vindt plaats op dinsdag 27 oktober, de dag dat de stad 65 jaar geleden werd bevrijd,” vervolgt Jacqueline. “Die dag wordt begonnen met een oecumenische kerkdienst in de Sint-Janskathedraal, gevolgd door een parade van de Britse bevrijders met militaire voertuigen naar het Stadhuis waarna ’s middags de officiële
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
21
V B
Bedevaart
Toekomst “’s-Hertogenbosch wenst ook na dit lustrum stil te blijven staan bij één van de belangrijkste episodes uit de geschiedenis van de stad,” aldus Jan de Wit, kabinetsmedewerker van de gemeente en verantwoordelijk voor de herdenkingen in onze stad. “Het blijft een moment van herdenking, bezinning en vreugde. De wijze van invulling van de nieuwe manier van herdenken krijgt mede vorm door de betrokkenheid van het voortgezet onderwijs. Die weg is sinds januari 2009 ingeslagen en wordt in 2010 vervolgd. In dit stadium wordt nog druk nagedacht en gewerkt aan de definitieve vorm voor het ‘nieuwe’ herdenken. De vreselijke oorlogsjaren liggen ondertussen ver achter ons. De verschrikkingen van die tijd zijn voor velen slechts geschiedenis. De naoorlogse generatie kent gelukkig alleen de vrijheid. Een vrijheid die 65 jaar geleden kon beginnen dankzij onze bevrijders. Herdenken blijft alleen daarom al nodig en om de verkregen Vrijheid blijvend te kunnen waarderen.”
In 1839 verkrijgt pastoor Van Roosmalen enkele botfragmenten met echtheidscertificaat uit Rome van SintCornelius. Het is het begin van een bedevaart die ook dit jaar weer in september plaatsvindt in Bokhoven.
De H. Cornelius leefde in de eerste helft van de 3de eeuw. Hij was paus van 251 tot 253, toen hij werd verbannen door de Romeinse keizer Decius. Cornelius stierf in ballingschap, volgens sommige bronnen door het zwaard, maar meer waarschijnlijk door ontberingen. Hij is beschermheilige voor het hoornvee. Daarnaast wordt hij aangeroepen bij mensenziekten als stuipen, vallende ziekte, jicht, dodelijke kinderziekten, oorpijn, reuma en zenuwziekten. 16 september geldt als zijn feest- en gedenkdag.
Afb. Stadsarchief
herdenkingsbijeenkomst plaatsvindt bij het Welsh Division Memorial. De dag wordt besloten met een spectaculair vuurwerk op de Citadel. Maar er is meer tussen 25 en 30 oktober,” vertelt ze verder. “ Op zondag is er onder meer een fietstocht/ bevrijdingsloop vanuit Uden (oorlogsbegraafplaats) naar ’s-Hertogenbosch met bevrijdingsvuur, een rugbywedstrijd en een bevrijdingstocht (wandelen) naar de Parade. Op maandag worden de bevrijders officieel ontvangen in het Stadhuis gevolgd door een themabijeenkomst ’s-Hertogenbosch 1940-1944 in Het Theater aan de Parade waarna bij het Verzetsmonument de kranslegging plaatsvindt. Op woensdag staat de herdenkingsbijeenkomst op de oorlogsbegraafplaats in Uden op het programma en ’s avonds een bezoek aan de musical Vogelvrij. Donderdag wordt in de ochtend de stad verkend en later die dag verzorgt het Gemengd Koor ’s-Hertogenbosch, samen met een koor uit Wales, in het Jheronimus Bosch Art Center een bevrijdingsconcert. Op vrijdag wordt het programma afgesloten met een defilé: ’s-Hertogenbosch dankt zijn bevrijders met aansluitend een Beating Retreat Ceremony op de Parade.” (korte militaire taptoe).
Nik de Vries
Bedevaart 2009 Zoals gezegd vindt de bedevaart naar de H. Cornelius sinds 1839 telkenjare plaats in de maand september. In vroeger dagen kwamen er tienduizenden mensen op af. Tegenwoordig is het wat rustiger. Het wonderbeeld van de heilige wordt opgesteld in de kapel en neemt daar tijdelijk de plaats in van het Mariabeeld. Iedere zondag draagt pastoor X. van der Spank in het Sint-Antonius Abt kerkje om 9 uur een mis op; bij goed weer is er een openluchtmis om 11 uur. Voor het eerst houden gidsen van de Kring Vrienden toezicht in de kerk. Na de mis verzorgen zij rondleidingen. Het thema is deze keer Met de tijd mee. “Cornelis, wij naadren met kwalen beladen. Kunt Gij Uwe biddende kindren versmaden?”
22
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
M
Muziek uit de tijd van Bosch tekst: Matthieu Hogenboom, afb.: collectie Nik de Vries
In het KringNieuws van maart 2007 is verhaald over het Open huis van de oude Jacobskerk aan de Bethaniestraat. In een klein tussenzinnetje haast lezen we dat we op de plaats waar in het verre verleden de apsis (priesterkoor) heeft gestaan nu het culturele centrum Podium Azijnfabriek vinden. Podium Azijnfabriek is de opvolgster van de in 1981 opgerichte Coöperatieve vereniging culturele evenementen De Voormalige Azijnfabriek. De vereniging begon met het organiseren van lunchconcerten en had in de voormalige azijntonnenfabriek op het adres Achter het Azijntonnetje haar onderdak gevonden. In januari 1989 verhuisde De Azijnfabriek tijdelijk naar de Muzerije om in augustus van dat jaar neer te strijken in de oude Sint-Jacobskerk. In 2004 verandert de naam in Podium Azijnfabriek. Tot dan waren de lunchconcerten het meest kenmerkend voor de activiteiten van De Azijnfabriek. Het is nu een podium met een wat bredere programmering voor verscheidene leeftijdscategorieën. Sinds 1 oktober 2005 worden de lunchconcerten niet meer door het Podium zelf georganiseerd maar door de Stichting Vrienden Kamermuziek ’s-Hertogenbosch. De stichting verzorgt jaarlijks 75 lunchconcerten op de donderdag en zaterdag van half een tot twee uur. Professionele ensembles en solisten, die op grote podia in Nederland en daarbuiten en voor radio en tv optreden, worden voor de concerten uitgenodigd en vragen ook eigener beweging in Podium Azijnfabriek acte de présence te mogen geven. De stichting heeft inmiddels een kleine 250 vrienden als lid, die op grond van hun uiterst redelijke vriendenbijdrage vrije toegang hebben tot alle concerten.
Concert in het Ei Zaterdag 21 november aanstaande om 12.30 uur treedt het blokfluitkwintet Red Rose Four op met zijn programma Concert in het Ei.
Rond 1500 waren pestepidemieën en stadsbranden aan de orde van de dag in Nederland en Vlaanderen. Het noodlot en het geloof waren belangrijke thema’s in het leven van de gewone burger. In deze onzekere tijd schilderde een navolger van Jheronimus Bosch het schilderij Het Concert in het Ei. Dit werk laat mensen zien, die zingen en muziekinstrumenten bespelen. In die tijd verwezen muziekinstrumenten en musiceren naar het losbandige gedrag van de mens. Het werk staat vol symboliek die kenmerkend was voor deze roerige periode. Was dit schilderij slechts een vermakelijk tafereel of riep het op om vooral trouw te blijven aan het geloof? In het programma Concert in het Ei ontdekken wij de wereld van het Nederland en Vlaanderen van omstreeks 1500. We beleven de religieuze overtuiging in stemmige misdelen, terwijl de wereldlijke liederen een kijkje geven in het alledaagse leven van die tijd en zo de zonden vertegenwoordigen. Door middel van liederen, motetten en misdelen gecombineerd met teksten van woordkunstenaar Frank van Oosterhout komt deze wereld tot leven. Kitty de Geus (sopraan) en Liesbeth Vreeburg (renaissanceharp) voegen een extra muzikale dimensie toe. Het Concert in het Ei bevat muziek van onder anderen Obrecht, Isaac, Non Papa, Buus en Susato. Voor meer informatie www.kamermuziekshertogenbosch.nl
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
23
D
De eendenkooi Maaspoort
Een eendenkooi is niet, zoals u misschien denkt, een volière met eenden, maar een ‘bij de jachtwet erkende en geregistreerde vanginrichting voor het vangen van in het wild levende eenden.’ De eendenkooi in Maaspoort is al jaren geen vanginrichting meer. Het meertje is nu het centrum van een prachtig stukje natuur in het noorden van de stad. Een groep vrijwilligers beheert het terrein. Zij willen de oude eendenkooi zoveel mogelijk herstellen. Niet om eenden te vangen, maar om belangstellenden te laten zien wat het werk van de kooiker, de vroegere eendenvanger, is geweest. De eendenkooi Maaspoort ligt oorspronkelijk in de gemeente Empel en Meerwijk, in de uitgestrekte uiterwaarden van de Maas. Het gebied overstroomt regelmatig, vooral in de winter. Dat is ook de tijd dat de eenden rondtrekken. Open water trekt eenden aan. Daardoor zijn de omstandigheden voor een eendenkooi hier ideaal. Het gebied van de huidige gemeente ’s-Hertogenbosch telde dan ook zeventien eendenkooien. Wilde eend was een lekkernij. De productie van een eendenkooi bedroeg gemiddeld 3000 eenden per vangseizoen (van oktober tot eind februari). Dat betekent dat in dit gebied jaarlijks ruim 50.000 eenden gevangen werden!
Door het kanaliseren van de Maas en het sluiten van de Baardwijkse overlaat, door ruilverkaveling en het kunstmatig verlagen van de waterstand, is een groot deel van het open water verdwenen. Dat heeft ogenblikkelijk gevolg voor het aantal eenden in het gebied. Het kooikersbedrijf is dan ook niet rendabel meer. De eendenkooi in Maaspoort is vanaf 1942 buiten gebruik. In 1952 vervallen de ‘zakelijke rechten’, de jachtvergunning om eenden te vangen. In het laatst van de vorige eeuw is de eendenkooi in Maaspoort nauwelijks meer te herkennen. De hele plas staat vol riet en lisdodden. De vangpijpen zijn dichtgeslibd en de geknotte bomen verwaarloosd. In 1968 wordt de kooi al als natuurgebied aangewezen. Het is een belangrijke pleisterplaats voor trekkende vogels. De torenvalk, de ransuil, en de wielewaal broeden er.
vangpijp met rietmatten
24
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
tekst en foto’s: Marjan Vonk Staatsbosbeheer maakt een beheersplan, en na veel overleg neemt de Werkgroep Eendenkooi Maaspoort het beheer over de eendenkooi op zich. Het kooikersbedrijf Een eendenkooi is een ondiepe plas met aan vier hoeken een smalle sloot die met een bocht naar een vangkooi loopt. Zo’n sloot heet een pijp. Langs de pijpen staan rietmatten, zodat de kooiker ongezien zijn werk kan doen. Hij werkt achter de schermen. De kooiker voert de eenden en langzamerhand lokt hij de vogels verder een pijp in. Als helper komt ook het kooikershondje in actie. Hij blaft niet. Hij laat zich alleen zien. Maar omdat zijn staart zo op de staart van een vos lijkt, vermoeden de eenden gevaar en zwemmen door. Voorbij de bocht in de pijp, als de eenden het open water niet meer kunnen zien, komt ook de kooiker tevoorschijn. Het laatste deel van de pijp is overspannen door ronde bogen met gaas. De eenden kunnen niet meer opvliegen, er is maar een mogelijkheid: vooruit. Zo komen ze aan het einde van de vangpijp in het vanghok terecht. De kooiker pakt ze een voor een en dan gaan de eenden letterlijk en figuurlijk de pijp uit. Eenden vangen is één aspect van het kooikerswerk, zorgen dat er wilde eenden op de plas neerstrijken is een andere tak van het eenden vangen. De kooiker heeft een aantal ‘tamme’ eenden. Vaak zijn zij bij de plas geboren. Ze worden gekortwiekt en gevoerd. Voor de kooiker zijn ze al lang niet bang meer. Naast deze lokeenden is er nog een groep eenden die hun soortgenoten in de val lokken. In de buurt van de eendenkooi zijn altijd eenden die ooit bijna gevangen zijn. Zij profiteren wel van het voer, maar zijn niet zo gek om nog eens zo’n vangpijp in te zwemmen. Als de kooiker op vaste tijden voert, komen deze eenden daarop af en nemen argeloze soortgenoten mee. Natuurgebied De eendenkooi Maaspoort is een uniek natuur- en cultuurhistorisch monumentje midden in een stadswijk. Voor bezoekers van nu is de eendenkooi een klein paradijsje, net als voor de eenden. Van oudsher werden bomen rond de eendenkooi geplant. In de kooi in Maaspoort staan rondom de hele eendenkooi veel knot-essen. Essen van soms honderden jaren oud. Dat klopt met de aanleg van de kooi in 1672. Knotessen krijgen mooie rechte uitlopers die nauwelijks splinteren. Het is geschikt hout voor bezemstelen, de steel van een bijl en ander gereedschap. Verkoop van essenhout was een bijverdienste voor de kooiker. Nu trekt het kooibos vogels en kleinere dieren aan.
de nog stuiptrekkende eenden in terecht kwamen, ontbreekt niet. Er is een verhoogd voetpad aangelegd om belangstellenden goed te kunnen rondleiden. De gemeentelijke dienst Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten (BAM) heeft de gemetselde fundering van het vroegere kooikershuisje opgegraven. Hier sliep de kooiker als zijn aanwezigheid in de eendenkooi nodig was. De kooiker woonde destijds in het op een ‘terp’ gelegen boerderijtje de Empelse hut, gelegen aan de Ploosse wetering. De WEM stelt de eendenkooi, die gelegen is aan het Burgemeester van Zwietenpad in Maaspoort, een aantal keren per jaar open voor publiek. De hele zomer is het terrein gesloten geweest in verband met het broedseizoen. De eerstvolgende open dag is zaterdag 26 september. Van 9.00 tot 13.00 uur krijgt u, gratis en voor niets een rondleiding Ook worden er excursies, voor bijvoorbeeld scholen, georganiseerd. Dit alles natuurlijk met respect voor de natuur en rust voor de dieren. Buiten de werk- en bezoekdagen blijft de kooi dicht.
knot-essen in het voorjaar Die kooiker zal zich wel eens op zijn hoofd krabben als hij de werkzaamheden van nu ziet. Zijn belangrijkste seizoen, het vangseizoen, loopt van oktober tot februari. Dan moet het zo stil mogelijk zijn rondom de kooi. Mensen die binnen 750 meter van de kooi lawaai maken krijgen in 1720 een boete tot 50 karolusguldens. In de zomer doet de kooiker allerlei onderhoudswerk en denkt hij niet aan geluidsoverlast. Nu zijn de activiteiten van de werkgroep vooral in de winterperiode gepland. Dan mag er gezaagd en gesnoeid worden. De eendenkooi is nu in het broedseizoen stiltegebied. Vroeger zorgde de kooiker ervoor dat er geen roofdieren bij zijn kooi in de buurt kwamen. Nu heeft een vos zijn burcht op het terrein en is de werkgroep blij met de kiekendieven en worden nestkasten voor de torenvalk geplaatst. eendenkorven: een veilige broedplaats
De werkgroep In het jaar 2000 heeft een groepje natuurliefhebbers, kooi-enthousiastelingen en medewerkers van de gemeente het plan opgevat om deze eendenkooi te gaan restaureren met behulp van vrijwilligers. De stichting Werkgroep Eendenkooi Maaspoort (WEM) is sinds het jaar 2000 bezig met de restauratie van deze voormalige ‘Empelse Kooi’. Met restaureren bedoelt de werkgroep, dat ze de kooi zoveel mogelijk in de oude staat terug wil brengen. Daarnaast stimuleert ze de natuur in het gebied Het riet is weggehaald en de plas is opnieuw uitgediept. Eén vangarm is hersteld, compleet met rietmatten, een overdekt gedeelte en een vangkooi. Zelfs de spartelmand, waar
Wat hulp bij het onderhoud van de eendenkooi is zeer welkom. Heeft u zin om een handje mee te helpen? De werkzaamheden variëren van redelijk zwaar: bijvoorbeeld een omgevallen boom kortzagen, tot licht: dunne ongewenste uitlopers van knot-essen snoeien. Kijk op de website van de eendenkooi naar de werkdagen en veel meer informatie: www.eendenkooimaaspoort.nl
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
25
B
Bewakers van het culturele erfgoed (6) Wer Een serie artikelen over de werkgroepen van de Kring die samen het Kenniscentrum (KC) vormen
Dit voorjaar vierde de Werkgroep Vestingwerken haar 12½-jarig bestaan: op 18 november 1996 werd de werkgroep formeel door Kring Vrienden ingesteld. Aanleiding hiertoe was het gegeven dat de gemeente in 1995 de Kring Vrienden verzocht medewerking te verlenen aan het uitzetten van een vestingwandeling en in 1996 werd de Kring gevraagd om deskundig commentaar te geven op twee rapporten.
foto René Witlox
Samenstelling werkgroep De werkgroep had in januari 1997 zijn eerste werkvergadering en bestond uit zeven personen. De eerste voorzitter was Cor Gillhaus, tot hij in 2005 om gezondheidsredenen moest aftreden. Momenteel telt de werkgroep elf leden, waaronder drie leden van het eerste uur, namelijk Jan van Ee, Charles Limonard en Sipke van der Werf. Charles Limonard (oud-militair) heeft in 2005 het voorzitterschap overgenomen. Hij heeft de werkgroep omgesmeed tot een hecht team. De drie oude rotten zijn aangevuld met Jan van den Berg, Jos van Bruggen, Tiny Dersjant, Mieke Kolster, Lieve Lockefeer, Karel Luyben, Jeff van Schijndel en Frans Wijtmans.
De namen van links naar rechts. Jan van den Berg, Charles Limonard, Lieve Lockefeer, Tiny Dersjant, Mieke Kolster, Frans Wijtmans (achter Mieke Kolster), Sipke van der Werf, Jos van Bruggen ( met hoed), Karel Luyben, Jeff van Schijndel en Jan van Ee.
26
Doelstelling en taak De doelstelling van de werkgroep is het bevorderen van de instandhouding en de herkenbaarheid van de vesting en de Stelling van ’s-Hertogenbosch, de daarbij behorende militair-historische infrastructuur en overblijfselen van de belegeringswerken van het Beleg van 1629. De werkgroep adviseert gevraagd en ongevraagd de gemeenten waarin de vesting en/of Stelling en/ of belegeringswerken liggen. De prioriteit ligt bij de gemeente ’s-Hertogenbosch. De werkgroep vergaart kennis over de vestingbouwkunde en draagt deze uit. Ze vergadert 6 à 7 keer per jaar.
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
Onderzoek en studie De werkgroep doet onderzoek naar de historie en de vestingbouwkundige ontwikkelingen van de vesting, van de Stelling ’s-Hertogenbosch en van de belegeringswerken van 1629. Begin 2008 werd er een Stellingstudieteam binnen de werkgroep opgericht. Dit team bestudeerde de Memorie van Prins Willem II van Oranje, De positie van Den Bosch 1838-1839, deed archiefonderzoek in het BHIC te ’s-Hertogenbosch en toog een paar keer naar het Nationaal Archief te Den Haag. Het team probeert antwoord te krijgen op de vragen: “Welke verdedigingswerken hoorden er precies bij de Stelling van ’s-Hertogenbosch? Gedurende welke periodes? Waar en wanneer is dit officieel vastgelegd?” Kritisch volgen van (restauratie)plannen Het eerste rapport was de reactie van de werkgroep in mei 1997 op het rapport Witteveen & Bos, met als titel Het toekomstig vestingverleden van de stad ’s-Hertogenbosch. De werkgroep heeft vanaf het begin aandacht gevraagd voor het feit dat men de vesting niet los kan zien van de Stelling van ’s-Hertogenbosch. Heel wat plannen zijn na 1997 kritisch gevolgd en van commentaar voorzien. Enkele voorbeelden zijn: Versterkt Den Bosch (1999), Van Hekel tot Hekel (2000), Westwal Keert Weer (2005 en 2007), De Citadel met sortiebrug en ravelijn (2008) en Heel de Vesting (2008). Door de jaren heen is de samenwerking met de gemeente steeds beter geworden, de werkgroep wordt door de gemeente gerespecteerd om haar deskundige en zorgvuldige commentaar. Ook is er een steeds beter wordende samenwerking met andere werkgroepen van de Kring, zodat gezamenlijk commentaar/advies kan worden uitgebracht. Een voorbeeld van uitstekende samenwerking met de gemeente was de inrichting van Bastion SintAnthonie. Hierbij werd het advies van de werkgroep grotendeels overgenomen. Een zeer recent voorbeeld is het commentaar, dat de werkgroep op verzoek van de gemeente op het filmscript voor de presentatie over de vestinggeschiedenis in het onlangs geopende Bastionder heeft uitgebracht.
In deze reeks komen de volgende werkgroepen aan bod: Archeologie, Binnendieze, Bouwplannen, Empel, Het Kleine Monument, Industrieel Erfgoed, Kerken & Kloosters, Molens, Openbare Ruimte, Toponymie, Verzamelaars Hertog Jan en Vestingwerken.
rkgroep Vestingwerken tekst: Ed Hupkens, foto’s: Charles Limonard het Stadsarchief en naar de behoeften van diverse geschiedenisdocenten uit het voortgezet onderwijs. In december 2001 werd het pakket overhandigd aan vijf Bossche scholen. In 2005 werd ’s-Hertogenbosch uitgeroepen tot Vestingstad van Europa. Leden van de werkgroep hebben in dit kader zes artikelen gepubliceerd in het KringNieuws. Regelmatig worden lezingen verzorgd over een vestingbouwkundig onderwerp. Recent is een lezing over de rol van Leeghwater tijdens het Beleg van 1629 en een lezing in het kader van de Tijdreiziger over de rol van de waterbeheersing tijdens inundaties.
Ook buiten de historische binnenstad wordt aan de vesting gewerkt. Halve Maan aan het Muntelbolwerk
Het gerestaureerde fort SintAnthonie met de nieuwe trap/steiger. In het begin van de 17de eeuw was er op deze plek ook al een opgang vanuit de Dommel naar het fort
In samenwerking met Bilan/Fontys Hogescholen kwam in 2002 het rapport Het onzichtbare gordijn tot stand. Door de gemeente ’s-Hertogenbosch is daarna in samenwerking met de Kring, Bilan, HAS Kenniscentrum en de zes in het plangebied gelegen gemeenten een regionaal project met de titel De Meierij in Stelling gebracht opgezet, waarin ook de provincie en de waterschappen De Dommel en Aa & Maas participeerden. Dit project lijkt een zachte dood gestorven. In het kader van De Meierij in Stelling gebracht heeft de gemeente ’s-Hertogenbosch Fort Sint-Anthonie gerestaureerd en voorzien van een aanlegsteiger en trap. Over de Stelling verschenen twee rapporten Uitkijken over de Meierij en het projectenboek van De Meierij in Stelling gebracht uit 2007.
Maar dè succesformule om kennis over de vesting en de Stelling van ’s-Hertogenbosch over te dragen, is toch wel de cursus vestingwerken van Boschlogie III, die al sinds 1997 wordt gegeven. Het is een cursus met een behoorlijke dosis theoretische kennis, vier excursies naar vestingbouwkundige objecten en een onderzoeksopdracht waarmee in beginsel elke cursist de cursus dient af te ronden. De cursisten presenteren hun werkstuk tijdens de laatste bijeenkomst van de cursus. Alleen de deelnemer die een werkstuk heeft gemaakt, mag zich na afloop Vestingboschloog noemen! De Vestingboschlogen vormen een hechte groep van 170 leden. Zij maken een keer per jaar een vestingexcursie, houden een studiedag of genieten van een ‘Diner Fortifié’. Drie leden van de werkgroep verzorgen het informatiebulletin NVVB Nieuws Voor VestingBoschlogen, dat 4x per jaar verschijnt.
Geven van vestingbouwkundige voorlichting en lezingen Een van de eerste taken was het omzetten van een militaire wandeling uit 1988 langs de vestingrelicten. Dit resulteerde in vier wandeltrajecten. Ook werd er op basis van die eerste wandeling een vestingfietstocht ontwikkeld. In 2002 werden de wandelingen herschikt en kwamen er acht vestingwandelingen. In 2002 en 2003 werden er nog twee fietstochten Fort met de fiets ontwikkeld door vier stadsgidsen in opleiding, waarvan drie samenstellers lid waren van de Werkgroep Vestingwerken. In deze zelfde periode maakten enkele leden van de werkgroep een lespakket over de vesting ’s-Hertogenbosch, samengesteld na overleg met de educatieve dienst van het Erfgoedhuis Noord-Brabant,
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5
27
2
(advertorial)
200 jaar Bossche Koek Sylvana en Gieljan de Backer
Nog tot 31 oktober is de foto-expositie Twee eeuwen Bossche Koek in de galerij van De Bossche Kelders in de Visstraat, naast banketbakker Den Otter, te bezichtigen. Tijdens winkelopeningsuren is de expositie voor iedereen gratis toegankelijk. Bezoekers van deze expositie wanen zich gedurende 10 minuten in de historische sferen van ’s-Hertogenbosch en maken kennis met de verschillende bakkersfamilies die de stad onlosmakelijk verbonden aan hun Bossche Koek. Het recept van die eeuwenoude Bossche Koek is eeuwenlang van vader op zoon doorgegeven. Diverse bakkersfamilies gaven hun geheimen niet prijs. Zo waren de families Lambermont, De Backer en Suys (opgevolgd door Gerritsen en Van Zuylen) bekende bakkers die Bossche Koek bakten. De familie Suys startte met Koekfabriek De Eenhoorn al in 1794 en de familie Lambermont startte in 1796 met koekfabriek De Klok. Door de jaren heen zijn de meeste van deze bekende bakkerfamilies gestopt de Bossche Koek te bakken. Toch is er één bakkersfamilie, de familie De Backer, die de Bossche Koek nog steeds volgens het authentieke recept bakt, de “Èchte Bossche Koek van Jan de Backer”.
KringNieuws is het minimaal zes maal per jaar verschijnend tijdschrift van Kring Vrienden van ’s‑Hertogenbosch. Redactie: Nik de Vries (voorzitter), Ed Hupkens, Jan Korsten, Gerard ter Steege, Marjan Vonk, Ellie de Vries (fotografie) en Johan Strang (bestuur). Vormgeving: Egbert van den Berg en Jack van Elten Redactie-adres: Secretariaat KringNieuws Postbus 1162, 5200 BE ’s‑Hertogenbosch E-mail: redactie@kringvrienden.nl Druk:
Volgens overlevering zijn de recepten van de Bossche Koek al sinds 1865 binnen de bakkersfamilie De Backer. Adrianus de Backer startte zijn bedrijf in 1909 en zette dit recept in 1915 op papier. Diens zonen Egi en Jan zetten in 1936 het bedrijf in de Schildersstraat voort onder de naam koekbakkerij De Meijerij. Zij bakten decennialang de Bossche Koek. In de jaren vijftig besloten beide broers ieder afzonderlijk verder te gaan. Jan de Backer heeft op de Parade de Bossche Koek zelf voortgezet totdat hij overleed in 1988. Jan de Backer vestigde zich in de jaren ‘50 in het hart van de stad aan de Parade en werd wereldberoemd in ’s-Hertogenbosch en ver daar buiten. Na tien jaar werd de zaak verbouwd en daarbij zijn de recepten zoekgeraakt. In 1988 stopte Jan de Backer met het bakken van de Bossche Koek. Enkele weken daarna overleed hij onverwacht. Hij nam het recept van de Bossche Koek mee in zijn graf. Het einde van de originele Bossche Koek, dat dacht de familie tenminste, want … tijdens een verbouwing in 2001 door de eigenaar van Café Cordes, Okke de Backer (een kleinzoon van Jan), werden de recepten van Jan de Backer teruggevonden door zijn (toen) 4-jarige kleinzoon Jules.
Opmeer drukkerij bv, Den Haag Oplage 3.050 stuks Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de redactie. De redactie heeft getracht alle rechthebbenden van het illustratiemateriaal te achterhalen. Personen of instanties die desondanks van mening zijn aan deze uitgave aanspraken te kunnen ontlenen wordt verzocht om contact op te nemen met de redactie.
Secretariaat Postbus 1162 5200 BE ’s‑Hertogenbosch E-mail: algemeen@kringvrienden.nl Internet: www.kringvrienden.nl Betalingen: Postgiro 3.119.716 Jaarlijkse bijdrage minimaal € 17,50 Jeugdleden € 8,75
En nu zijn we een eeuw verder, en wie jarig is trakteert. Tot en met 31 oktober is daarom een gratis foto-expositie ingericht met de geschiedenis van de Bossche Koek. In samenwerking met het Stadsarchief van ’s-Hertogenbosch zijn er oude foto’s gevonden; samen met foto’s uit familiealbums van de bakkerfamilies wordt een mooi beeld gevormd van de Bossche Koek door twee eeuwen heen.
Kringhuis Lombardpassage 14 Kringbalie Parade 23 (Theater aan de Parade) Telefoon 073 - 613 50 98 Telefax
073 - 614 60 21
Ma. 13.30 - 17.00 uur. Di. tot en met za. van 10.00 - 17.00 uur, zo 11.00 - 17.00 uur.
28
KringNieuws september 2009, jaargang 35 nummer 5