3 minute read
COLUMN Jacob Schoenmaker
from MotoDrive 2018-2
Jacob Schoenmaker is econoom en een bekend gezicht van de televisiezender RTL Z. Vijftien jaar geleden haalde hij zijn rijbewijs en sindsdien heeft hij met veel enthousiasme al acht verschillende motoren versleten. Zijn woonwerkverkeer legt hij bij voorkeur af op zijn elektrische Zero SR met 13 KWh. En op vakantie huurt hij graag een benzinemotor om de omgeving te verkennen.
HOE LEUK IS EEN KLEINTJE?
Toen ik mijn carrière als motorrijder startte hadden we nog geen last van beperkte A2-rijbewijzen. Mijn lesmotor had een longinhoud van 500cc en daarna heb ik alleen nog maar motoren met een grotere cilinderinhoud bereden.
Een uitzondering daarop vormden de huurmotoren tijdens vakanties in Azië. Daar bleek dat je met een motor met 125cc ook prima uit de voeten kon. Daarom was ik benieuwd of zo’n kleintje ook voor de Nederlandse wegen voldoende vermogen biedt. Mijn eigen motor was toch toe aan zijn jaarlijkse onderhoudsbeurtje, dus zo kon ik mijn onderzoeksmissie mooi met onderhoudscorvee combineren. Voor mijn experiment kreeg ik van de Motoportdealer een Honda CB tot mijn beschikking met een cilinderinhoud van 125cc. Terwijl mijn eigen tweewieler werd verwend, reed ik weg op de Honda. Dat vergde wel enig geduld, want een draai aan de gashendel heeft beperkte consequenties voor de snelheid. Na de eerste kilometer vroeg ik me dan ook af waarom ik moest tekenen voor eventuele verkeersboetes. Knappe jongen, die op dit brommertje een flitser weet te activeren. De trage acceleratie vergde ook enige aanpassing van mijn rijgedrag. Zo kruip ik bij een roodstoplicht graag tussen de auto’s door naar voren. Wanneer het stoplicht dan van kleur verandert, laat ik op mijn eigen superbike de automobilisten binnen luttele seconden achter me. Maar op een motor met 125cc is zo’n bijdehante actie af te raden, want de auto’s zullen je links en rechts inhalen, zodra het licht op groen springt.
Maar net zoals je aan een motor met meer vermogen went, went ook een motor met minder vermogen vrij snel. In de stad ondervond ik verder weinig problemen, terwijl het lichte gewicht natuurlijk alleen maar een voordeel is. Maar voor de volledigheid van dit experiment moest ik met dit kleintje toch echt even de snelweg op. Veel vertrouwen en zin daarin had ik niet, maar als onderzoeksjournalist moet je natuurlijk wat voor de wetenschap over hebben. Met geknepen billen begaf ik me richting de snelweg en op de invoegstrook kwam ik tot de conclusie dat zo’n 125cc toch ook heel spannend kon zijn. Probeer maar eens met 75 km per uur tussen de vrachtwagens op de eerste baan in te voegen. Eenmaal ingevoegd tracht ik met mijn buik plat op de tank het verkeer nog enigszins bij te houden. De wegligging van zo’n lichte motor voelt niet al te stabiel en ik was blij toen de volgende afrit in zicht kwam.
Eenmaal terug bij de dealer hoefde ik slechts € 19,95 af te rekenen. De onderhoudsbeurt bestond uit het uitlezen van de computer en het aanspannen van de tandriem oftewel een kwartier arbeidsloon. Meer onderhoud heeft zo’n elektrische motor kennelijk de eerste 10.000 km niet nodig. Na de ervaring met de 125cc geniet ik extra van het rijden op mijn eigen kruisraket. Een motor met zo’n kleine longinhoud is prima voor tijdens een exotische vakantie. Daar rij je toch niet veel harder dan 80 km/u. Maar zodra je in Nederland de snelweg op wil zou ik als het even kan een motor met meer vermogen adviseren. Wellicht dat in ons kikkerlandje 300cc wel voldoende is? Ik voel een vervolgexperiment aankomen .
JACOB SCHOENMAKER
Motorrijder en econoom