4 minute read

Componist Peter Vermeersch & accordeonist Philippe Thuriot: een dubbel-interview

Een concerto voor orkest en accordeon, met aan de basis kleur en textuur, en een verrassende gelaagdheid. Op vraag van Symfonieorkest Vlaanderen zette artistiek duizendpoot Peter Vermeersch zich aan de schrijftafel. Het resultaat is een landschap vol littekens dat ondanks al zijn scabreuze breuklijnen toch als een geheel aanvoelt. Alles staat in het teken van de wedergeboorte. Als een feniks zal Eggs & Ashes herrijzen tot Ashes & Eggs. Accordeonist Philippe Thuriot neemt de solopartij voor zijn rekening.

Peter Vermeersch & Philippe Thuriot

© Tom De Visscher

Advertisement

Wedergeboorte fascineert Peter Vermeersch al heel lang. “In 1994 schreef ik Eggs and Ashes: van ei tot as, van leven tot dood, de cyclus van elke mens. Met mijn nieuwe compositie keer ik dat om tot Ashes and Eggs. Van de weeromstuit belanden we in een cyclus van geboorte en wedergeboorte. Dat vroege werk was geschreven voor zes muzikanten en zeer improvisatorisch opgevat. Nu trek ik zelf aan alle touwtjes. Het herwerkte Eggs and Ashes zal het eerste luik vormen van de creatie voor orkest en accordeon. Gewelddadige en luidruchtige momenten – de levenscreërende big bang van het kosmische ei – zullen elkaar afwisselen met lelijke uit het leven gegrepen frasen. Daar zal ik een tweede luik aan toevoegen, een epiloog met een terugkeer naar het leven dat er zit aan te komen. Een verstilde teruggang dus van Ashes naar Eggs, naar het ei dat op het punt staat open te breken. Beide delen zijn een spiegeling van elkaar, maar niet letterlijk. Het is eerder associatief, net zoals je in het water van een kabbelende rivier de gebouwen aan de oevers nog ontwaart.”

Vrijheid in een complexe wolk

De nieuwe partituur zal zeker ruimte laten voor improvisatie. “Binnen de hedendaagse muziek”, zo benadrukt Peter Vermeersch, “zijn er twee manieren om complexiteit te creëren. Componist Pierre Boulez schreef alles minutieus neer, resulterend in een prachtige textuur en kleur. Zijn Poolse collega Witold Lutosławski daarentegen schoof vijf muzikanten elk een noot toe die ze respectievelijk drie of vier of vijf seconden mochten aanhouden in een ritme naar keuze. Ook dat resulteerde in een prachtige complexe wolk. Als componist bepaal je dus de plot van een werk, de richting waarnaar het uitgaat en de kleuren, maar daarbinnen bestaat er vrijheid. Het spelen van Lutosławski is veel relaxter dan de vaak stresserende partituren van Boulez. Toch blijft de Gestalt – het totaalbeeld van het werk – hetzelfde als uitvoerders mogen improviseren: het komt ergens vandaan en gaat ergens heen, het bevat contrasten of niet. Aleatoriek – als componist een toevalselement inlassen via bijvoorbeeld improvisatie – verandert daar niks aan.”

Conventies doorbreken

Wie Peter Vermeersch kent, weet dat Eggs & Ashes / Ashes & Eggs geen klassiek concerto in vier delen wordt met een solist die vooraan staat te schitteren. Virtuositeit of uitpakken, daar zal het niet om gaan, wél om een dialoog tussen accordeon en orkest. “De muzikale allianties”, zo benadrukt hij, “zullen heel gevarieerd zijn. De accordeonist krijgt vooraan het gezelschap van een marimba én van een goudkleurige grosse caisse, een bastrommel met cimbalen er bovenop die je vroeger geregeld in défilés zag. Het is een instrument met veel kleuren dat jammer genoeg altijd achteraan verscholen zit, en enkel fors uit de hoek mag komen. Maar vooraan kan het heel wat fijner, zonder dat de ‘medeklinkers’ (lacht) wegvallen. En verder zal ik nog wel wat conventies doorbreken, o.a. door muzikanten uit het orkest naar voor te laten komen. Om het in filmterminologie te zeggen: de rushes zijn klaar, en nu moet ik gaan monteren.”

Accordeon op een surfplank

Accordeonist Philippe Thuriot is een muzikale kat met zeven levens.

Accordeonist Philippe Thuriot is een muzikale kat met zeven levens. “Geen twijfel”, aldus Peter Vermeersch, “hij komt altijd op zijn pootjes terecht. Philippe mag van mij uitgeschreven fragmenten verwachten die met het orkest meegaan maar ook muzikale frasen met een begeleidend karakter. Vergeten we niet dat het accordeon een begeleidingsinstrument is. Daarnaast zal ik à la Lutosławski ook opdrachten voorzien: een aantal tonen spelen binnen een bepaald tijdsbestek, reageren bij het horen van bijvoorbeeld een trombone, improviseren op basis van drie specifieke akkoorden, of om het even wat spelen zonder gebruik te maken van bepaalde noten.”

Philippe Thuriot heeft er alle vertrouwen in. “Peter kent mijn capaciteiten. Ik weet dat er in het concerto ruimte zal zijn voor een eigen inbreng. Zo’n samenspel biedt unieke kansen. Lucht is een van de elementen die het accordeon karakteriseert. Het ademt enorm! En dan zijn er al die aspecten die refereren aan de balg, het middendeel van het accordeon. Er bestaan heel wat balgtechnieken, manieren van trekken en duwen, van openen en sluiten op een al dan niet spectaculaire manier. Ook de klank maakt van het accordeon een klasse apart: van diep gegrom tot ijle piccolo geluiden. En vergeten we tot slot de percussieve mogelijkheden niet.”

Samenspelen met een orkest is echter ook een hele uitdaging. Philippe Thuriot beseft dat maar al te goed. “Het accordeon beschikt over timbres die heel dicht bij de kleuren van andere instrumenten liggen. Dat heeft zo zijn voordelen, maar kan er ook voor zorgen dat het accordeon ‘verdrinkt’. Ook met slagwerk is het niet altijd evident, want akoestisch kan het accordeon in het percussieve geweld verdwijnen. Een te magere en een te kleine klank, onvoldoende projectie naar het publiek… Het speelt allemaal mee.”

Weet Philippe Thuriot al op welk accordeon hij zal spelen? “Alles hangt af van het organische karakter van de muziek. Ik geef de voorkeur aan mijn concert accordeon, een Pigini van het type Bayan dat een Steinway-toonruimte omvat van iets meer dan zeven octaven. Maar Peter liet me weten dat hij me graag ‘mobiel’ wil hebben. Met een accordeon van 16 kg weet ik niet of dat wel goed afloopt, zeker als – en ik citeer vrij uit één van zijn mails – ik moet ‘reageren met al mijn hebben en houden op een surfplank, in een zetel of in een diepe put op het podium’. Misschien zal ik dus op twee accordeons spelen om alvast de beweeglijke fases van het concerto veilig door te komen.”

- Johan Van Acker

This article is from: