Een Haags Drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Een Haags Drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad door Gerrit Jan de Rook
Heden, Den Haag, 2009
04 | 05
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Inhoud
7
Ten geleide
Michiel Morel
11 Inleiding
Gerrit jan de rook
16 Verantwoording
Gerrit jan de rook
41 Interviews door Gerrit Jan de Rook met
94 Colofon en publicaties Heden
41
Peter smulders
45
Adelbert Foppe
49
Leo Schepman
53
Adriaan van Ravesteijn
57
Rudo Hartman
61
Ton Martens
65
Donald Janssen
69
Huug Schipper
73
ben faydherbe & wout De Vringer
77
Vivienne van Leeuwen
81
Martijn Reeser
85
Harmine LouwĂŠ
89
Marie-JosĂŠ Sondeijker & Akiem Helmling
06 | 07
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Ton Martens met het bzttÔh-affiche van gerard reve
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Ten geleide
Op 16 februari 1973 hield onze ‘koninklijke volksschrijver’ Gerard Reve zijn nieuwe boek Lieve Jongens ten doop in het toenmalige YMCA Centrum in Scheveningen. Het was een van die beroemde avonden, deze keer een dolkomische, uit de schrijverscyclus die uitgeverij BZZTôH in de zeventiger jaren organiseerde. Het was mijn eerste kennismaking met Drukkerij Delta, die de immer opvallende affiches voor deze literaire avonden drukte. Uiteindelijk rolden eenenveertig van deze BZZTôH affiches bij Delta van de Heidelbergpersen, alle ontworpen en vormgegeven door Ton Martens. Vanaf de oprichting van Heden in 1972, toen onder de naam Artoteek, was Delta de huisdrukker. Toen de drukkerij na liquidatie in 1979 onder de naam De Dageraad aan de Van Limburg Stirumstraat een herstart maakte, werden de contacten gecontinueerd. Delta en De Dageraad zijn tot 2006 op bezielende en innemende wijze geleid door Kees en Marja van Dam. Voorzien van een puike mentaliteit gaven zij je altijd het gevoel dat wat je hun aanreikte in de juiste handen was. En last but not least, zij leverden zeer hoogwaardig drukwerk af. Beide drukkerijen drukten voor gerenommeerde uitgevers als Bert Bakker en Rob van Gennep en via Adriaan van Ravesteijn van Art & Project vernemen we dat drukwerk van De Dageraad zelfs in het MoMA in New York is beland. Kees en Marja van Dam vervulden nog een andere prominente rol: op druktechnisch gebied stonden zij kunstenaars met raad en daad bij. Daarnaast was hun drukkerij een gastvrij huis en vormde deze lange tijd een, wellicht het drukste, middelpunt van het Haagse kunstleven. Heden biedt toegang tot kunst en brengt daarom ook belangrijke aspecten en ontwikkelingen in de Haagse beeldende kunst onder de aandacht. Zo organiseerde Heden tentoonstellingen over de in 1993 opgeheven illustere Galerie Den Haag, over Dada Den Haag en over kunstenaars in Kijkduin tijdens het interbellum. Het werd nu hoog tijd voor een eerbetoon aan het werk van Delta en De Dageraad met een tentoonstelling en deze publicatie. Daarvoor interviewde Gerrit Jan de Rook
dertien vormgevers en boekenmakers over hun belevenissen en ervaringen met Kees en Marja van Dam. Hun verhalen zijn zonder uitzondering lovend van aard. Voor de tentoonstelling kozen de ontwerpers hun favoriete druksel en selecteerde Heden werk van kunstenaars, die nauw bij het werk van De Dageraad betrokken waren.
08 | 09
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Met dit project onderstreept Heden graag nog eens de kwaliteit en het belang van het Haagse drukkersfenomeen Delta/De Dageraad. Wij zijn Kees, Marja en Jasper van Dam zeer erkentelijk voor hun loyale medewerking.
Michiel Morel
Marja en Kees van Dam Bolzano, ItaliĂŤ, 1962
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
10 | 11
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
kees en jasper van Dam op 30 september 2006 bij de Heildelberg MO vlak voor deze wordt opgehaald
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Voorwoord
Eenmaal verworven vrijheden worden achteraf vaak als vanzelfsprekend gezien. Dat geldt ook voor de rol van de ‘vrije pers’. Het is dankzij tegendraadse drukkers als Kees van Dam, die hun persen ter beschikking stelden voor kritische en soms revolutionaire opinies – zowel in politiek als artistiek opzicht – dat jeugd en vernieuwing een stem kregen in het openbaar debat. In de jaren zestig was de primitieve stencilmachine lang hun voornaamste communicatiemiddel. De democratisering van de offset maakte hun boodschap helderder en ruimer present. Kees en Marja van Dam hebben, eerst met Drukkerij Delta en later met De Dageraad, samen met hun zoon Jasper, gedurende vier decennia een drukkerij bestierd. In die periode kwamen tal van grotere en kleinere publicaties tot stand. In dit boekje en in de tentoonstelling die daar de aanleiding voor is, kan daarvan slechts een kleine selectie aan bod komen. Het materiaal waaruit gekozen kon worden is ook beperkt doordat het archief van Delta vernietigd is nadat de drukkerij failliet was verklaard. Maar zelfs een dergelijk beperkt overzicht geeft al een fascinerend beeld van de veranderingen die zich in druktechnisch maar ook in sociaal en cultureel opzicht in die periode hebben voltrokken. Want de Van Dams waren meer dan drukkers alleen, ze speelden ook een belangrijke rol binnen en buiten Den Haag. Ze waren een toevluchtsoord voor subversievelingen, een ruggensteun voor kunstenaars en een helpende hand voor de maatschappelijk zwakkeren. Hun drukkerij was er een met een warm kloppend hart voor idealisten van diverse pluimage. De publicaties van de Feministische Uitgeverij Sara en van VeeDee Amok, tijdschrift voor antimilitarisme en dienstweigeren konden op hun warme sympathie rekenen. Maar ook subversieve tijdschriftjes – als IETS en het beruchte God, Nederland en Oranje – en vroege ‘fanzines’ – zoals Free Press Illustratie van Olaf Stoop – werden er gedrukt. Eveneens avant-gardeperiodieken als het bulletin van galerie Art & Project en radicale kunstenaarsboekjes van Ian Wilson.
Delta en De Dageraad waren drukkerijen waar ambachtelijkheid en kwaliteit hoog in het vaandel stonden, zoals blijkt uit de dertien interviews met vormgevers en boekenmakers die in dit boekje zijn opgenomen.
12 | 13
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Kees van Dam was een gepassioneerd lithograaf die geen moeite te veel was om een optimaal resultaat te bereiken. Met name bij het lithograferen van zwart-witfoto’s blonk hij uit en hun facsimile van het door Bart van der Leck vormgegeven Het vlas en het boek Boks! – met foto’s van Kees Molkenboer en tekst van Cees van Maurik – werden dan ook terecht bekroond als een der beste vormgegeven boeken van respectievelijk 1975 en 1999. Met zijn vrouw Marja combineerde hij deze passie voor de drukkunst met compassie met de minderheden in de samenleving. Met de komst van hun zoon Jasper van Dam als drukker werd De Dageraad in 1990 een echt familiebedrijf. Deze drukkerij speelde een belangrijke rol voor de idealen en de emancipatie van tal van minderheden, hetzij politiek, hetzij sociaal, hetzij artistiek. Bovendien tonen de interviews in deze bundel aan dat deze vormen van gedrevenheid goed gepaard kunnen gaan met vriendschap, gezelligheid en plezier. Of de dageraad waar de Van Dams voor stonden ooit zal aanbreken, dat is de vraag, maar aan hen heeft het niet gelegen.' Gerrit Jan de Rook
marja van Dam in 2005 achter haar bureau op de Dunne Bierkade 27
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
De persen van de
Bob Bonies
Fons Haagmans
drukkerijen Delta
Klaus Boegel
Bert Haaitsma
en De Dageraad
Guus Boudestein
Christie van der Haak
vervaardigden
willemien de bruyn
Jurjen de Haan
publicaties in nauwe
Alan Charlton
Elsa Hartjesveld
samenwerking met de
Paul Combrink
Vilma Henkelman
volgende beeldende
Matthijs van Dam
Dirk de Herder
kunstenaars:
Ad Dekkers
Piet van den Heuvel
Willem Diepraam
Eric Hirdes
Ben Aalbers
Maarten van Dreven
Heiner Holtappels
Philip Akkerman
Charlotte van der Dussen
Michel Hoogervorst
Gerrit Alberts
Frits Dijcks
Joseph van der Horst
Thomas Ankum
Jan van Dijk
Henk Hubenet
Gerd Arntz
Marcel van Eeden
Jacquem
Marjolijn van de Assem
Alfred Eikelenboom
Anja Jager
Alice Bakker
Yvonne van Eyden
Peter Jansen
Aris de Bakker
Charlotte le Fèvre
Willy Jolly
Paul Bakker
Adelbert Foppe
Theo Van kan
Iain Baxter
Marijke Gemessey
Joke van Katwijk
Justin Bennett
Diederik Gerlach
Mieke Kettler
Hans van Bentem
Gerlach & Koop
Eva Klee
Arja van den Berg
Joris Geurts
Ton Klop
Marc van Bilderbeek
Krijn Giezen
Willem Kloppers
Peter Blokhuis
Paul Goede
Phil van de Klundert
Marike Bok
Daan van Golden
Rob Knijn
Loek Bos
Els de Groot
Hans Könings
14 | 15
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Ronald Koop
Karola Pezarro
Aline Thomassen
ingrid krassenburg
Urs Pfannenmüller
Martin Uitvlugt
Philip Kroonenberg
Pim Piët
Ed Valk
Barney de Krijger
Henk van der Plas
Jaap Vegter
Reinier Kurpershoek
Eddy Posthuma de Boer
Albert in ’t Veld
Bob Lens
Marius Quee
Gerard Verdijk
André van Lier
Thomas Rajlich
Emo Verkerk
Sabrina Lindemann
hanny reneman
Hans Verwey
Hetty Looman
Joop Reyngoud
Edith Visser
Evert Maliangkay
Vittorio Roerade
Mieke Visser
Bertien van Manen
Gust Romijn
Cees Vlag
Paul Marcus
Ellen Roodenberg
Erik de Vries
Peter Martens
Elle Roona
Fred van de Walle
Ton Martens
Martin Rous jr.
Dik Walraven
Rien Monshouwer
John de Rijke
Jan de Weerd
Jan van Munster
Guus Rijven
Willem (Bernhard Holtrop)
Jan Naezer
Maarten Scheepers
Ian Wilson
Maria Neefjes
Marjan Schoenmakers
Mark de Weijer
Annelies Niemeijer
Jan Sierhuis
Clemens Zalm
Adriaan Nette
Josephine Sloet
Marcel Zalme
Loek Nieuw
Ron Sluik
Zhuang Hong Yi
Sanny Overbeeke
Tanja Smit
Eric Pape
Jan Snoeck
Ton Pape
Willem Speekenbrink
Jeronimus van Pelt
Jan Stolk
Lon Pennock
Olaf Stoop
16 | 17
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Briefje van Bertien van Manen aan Kees van Dam in verband met haar boek Vrouwen te gast
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Verantwoording
Om een overzicht te krijgen van het drukwerk dat door de drukkerijen Delta en De Dageraad is vervaardigd, besloot ik een visuele inventarisatie te maken van alle boeken en boekjes die Kees van Dam tevoorschijn toverde uit dozen en van planken in zijn huis. Daarna werden de bibliografische gegevens genoteerd. Alleen de boeken werden vastgelegd omdat van het kleinere drukwerk, zoals kaarten, folders en affiches, heel weinig bewaard is gebleven. Voor aanvullende gegevens kon ik me gelukkig beroepen op het uitstekende visuele geheugen van de drukker en het even goede verbale geheugen van zijn vrouw, Marja van Dam. De hier afgebeelde uitgaven omvatten dus niet de hele productie van Drukkerij Delta en De Dageraad. Met name van Delta was niet alles aanwezig doordat het archief van dit bedrijf helaas verloren is gegaan. De inventarisatiesessies werden steevast gevolgd door lange gesprekken met Marja en Kees – onder het genot van wijn en thee – over hun drukkersleven en over kunst en cultuur in bredere zin. Op hun verzoek heb ik echter hun privéopvattingen buiten deze publicatie gehouden.
GJdR
18 | 19
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
inventarisatie: 2008_02_27 [Kikkerstraat 6, den haag]
20 | 21
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
inventarisatie: 2008_02_29 [Kikkerstraat 6, den haag]
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
inventarisatie: 2008_03_03 [Kikkerstraat 6, den haag]
22 | 23
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
inventarisatie: 2008_03_05 [Kikkerstraat 6, den haag]
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
inventarisatie: 2008_03_06 [Kikkerstraat 6, den haag]
24 | 25
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
inventarisatie: 2008_03_10 [Kikkerstraat 6, den haag]
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
inventarisatie: 2008_03_12 [Kikkerstraat 6, den haag]
26 | 27
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
inventarisatie: 2008_03_13 [Kikkerstraat 6, den haag]
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
inventarisatie: 2008_03_17 [Kikkerstraat 6, den haag]
28 | 29
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
inventarisatie: 2008_03_18 [Kikkerstraat 6, den haag]
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
inventarisatie: 2008_03_21 [Kikkerstraat 6, den haag]
30 | 31
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
inventarisatie: 2008_03_25 [Kikkerstraat 6, den haag]
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
inventarisatie: 2008_03_26 [Kikkerstraat 6, den haag]
32 | 33
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
inventarisatie: 2008_03_27 [Kikkerstraat 6, den haag]
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
inventarisatie: 2008_04_02 [Kikkerstraat 6, den haag]
34 | 35
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
inventarisatie: 2008_04_07 [Kikkerstraat 6, den haag]
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
inventarisatie: 2008_04_14 [Kikkerstraat 6, den haag]
36 | 37
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
inventarisatie: 2008_04_15 [Kikkerstraat 6, den haag]
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
inventarisatie: 2008_04_16 [Kikkerstraat 6, den haag]
38 | 39
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
40 | 41
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Peter Smulders
Schoolmeester. Zo noemt Peter Smulders zich. Hij wil uitleggen hoe de dingen in elkaar zitten opdat iedereen zich vrij en blij kan voelen. Smulders wil proberen de grenzen van moraal en kennis een beetje op te schuiven. Eerst deed hij dat met behulp van drukwerk, later kwam daar video bij. Na een korte carrière bij drukkerij Bosch in Utrecht werd Smulders in 1966 assistent-uitgever bij de NVSH, de Nederlandse Vereniging voor Sexuele Hervorming. “Net als de meeste grote bedrijven in die tijd beschikte de NVSH over een eigen huisdrukkerij, die gerund werd door de lithograaf Frits Toonen. In 1966 besloten hij en Kees van Dam om samen een lithografisch bedrijf te starten in de garage onder de woning van Kees en Marja in de Kikkerstraat. Omdat het Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen bepaalde dat litho’s door niet erkende bedrijven alleen vervaardigd mochten worden voor eigen gebruik, kochten ze een Rotaprintdrukpers. Kees deed overdag de voorbereiding en Frits kwam ’s avonds – na zijn werk bij de NVSH – en in het weekend drukken. Op 1 juni 1966 werd Drukkerij Delta officieel opgericht. Na verloop van tijd nam Frits ontslag bij zijn werkgever en besloot de NVSH de huisdrukkerij op te heffen en het hele pakket aanbiedingprospectussen en voorlichtingpublicaties onder te brengen bij Delta. In augustus 1969 verhuisde Delta naar het hoekpand Bilderdijkstraat 14-16 dat was vrijgekomen nadat de NVSH een groter pand had betrokken. Inmiddels had Delta een veel grotere Aureliapers gekocht. De nauwelijks gebruikte Rotaprint werd geschonken aan het Amsterdamse studentenblad Propria Cures. Maar omdat zij er ook niet mee werkten, gaven ze de pers na een jaar terug aan Delta die hem vervolgens weer weggaf aan de Haagse Kabouterpers. Daar werd er onder meer de Kabouterkrant op gedrukt. De NVSH was in de periode van ‘seksuele revolutie’ als kool gegroeid. Om te voorzien in de interesse voor de diverse kanten van seksualiteit, werd er een aantal boekenreeksen opgezet. Uit die reeksen werd een aantal boeken door Delta gedrukt.
Omdat Kees van Dam een man is van ni dieu, ni maître, was hij de aangewezen persoon voor deze materie. Kees drukte inmiddels ook voor mensen zonder geld. Hij wilde iedereen helpen die de zittende macht tot nadenken stimuleerde. Daarnaast verspreidde Kees’ faam als lithograaf zich snel. En omdat in diverse NVSHboeken illustraties een grote rol spelen, kwamen vooral deze boeken bij Delta terecht. Geen vlinderliefde, mooi geïllustreerd door de toen in Den Haag verblijvende Heinz Edelmann bijvoorbeeld, of Groenverzegeld bericht van H.C. Artmann. Heel bijzonder was ook het boek Mummel, waarvoor Kees de rechthoekige foto’s wist om te toveren tot vierkante litho’s. Historisch interessant is ook dat het eerste boek met strips van Jaap Vegter – een bundeling van strips uit het NVSH-blad Sextant – bij Delta terechtkwam. Via mij kwamen andere progressieve uitgevers als Rob van Gennep ook bij Delta drukken. Vrijdag ’s middags was het er altijd erg gezellig, met een borreltje achteraf in café De Kikker. Dat het seksblad Chick er ook werd gedrukt, paste geheel in het plaatje. In het begin was dit blad voor Delta een uitstekende kurk, maar helaas werd het ook de ondergang van het bedrijf: doordat de drukkerij groeide als kool raakte Kees het overzicht kwijt en kon een malafide boekhouder zijn gang gaan.” Smulders kwam na een tussenstop bij uitgeverij Bert Bakker bij uitgever Kosmos terecht. “Van Dam had intussen in de Van Limburg Stirumstraat onder de naam De Dageraad een herstart gemaakt. Daar heeft Kees voor Kosmos het boek gedrukt dat in mijn ogen een absoluut hoogtepunt is: Sahel met foto’s van Willem Diepraam in een typografie van Jan van Toorn. Diepraam wilde wat alle fotografen willen, namelijk dat de afbeeldingen in het boek er net zo uitzien als de foto’s zelf. Kees heeft er, ook door de grote oplage, vier maanden over gedaan. Alles is drie keer door de pers geweest: eerst het zwart, dan de steunkleur en ten slotte het toen nog zeer ongebruikelijke punt-op-puntvernis. Hiervoor werd de bestaande plaat gebruikt, maar dan met vernis in plaats van inkt in de pers. Een vaktechnisch hoogstandje waar zelfs een kritisch fotograaf als Diepraam zeer tevreden over was.”
42 | 43
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Een andere trots van Smulders is het fotoboek van zijn uitgeverij De Windroos One Night Stand, jazzconcerten in Nederland 1947-1967 dat werd samengesteld door Jaap van de Klomp. “Hier paste Van Dam hetzelfde drukprocedé toe waardoor de foto’s er briljant uitzien. Kees is een waanzinnig vakman die in staat was vooraf per deelnegatief – dus van de aparte drukkleuren rood, blauw, geel en zwart – te weten wat het resultaat van die kleur zou zijn in het uiteindelijke drukwerk.” Willem Diepraam: Sahel Foto’s van reizen naar Senegal, Mali, Opper-Volta en de Kaap Verdische Eilanden Uitgeverij Kosmos, Amsterdam, 1982 30.6 x 23 cm
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
44 | 45
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Adelbert Foppe
In 1967 werd Adelbert Foppe gevraagd de lay-out te verzorgen van het vernieuwende maatschappijkritische en culturele tijdschrift IETS, waarvan al twee nummers door Delta waren gedrukt. De samenstellers waren Arras, Armand Perrenet, Pim Giebels en Rob Douw, die een bizarre, chaotische vormgeving hadden bedacht die alle wetten over typografie bewust negeerde en in de ogen van Foppe, afgestudeerd aan de Koninklijke Academie, grensde aan volstrekte idiotie. “Het anarchistische karakter van het blad en hun ideeën over de nieuwste culturele ontwikkelingen spraken mij wel aan. Vormgegeven met plakletters van allerlei aard en lettergrootte, dwars door afbeeldingen heen. Van dat werk, weetjewel. Té gék man! Het blad werd vanaf het eerste nummer direct door de zedenpolitie in beslag genomen wegens vermeende pornografische afbeeldingen en pleidooien voor vrije seks. De werkelijke reden was echter het politiek-anarchistische karakter. Het tijdschrift heeft helaas slechts vijf afleveringen gehaald. In dezelfde tijd drukte Kees ook andere subversieve bladen, zoals De Vrije en de uit Amsterdam afkomstige De Witte Krant. Ook een pamfletachtig boekje Miss Blanche en de Van Moppes diamanten van provo Roel van Duijn werd door mij verzorgd en door Kees gedrukt. Delta drukte ook Lynx, het Haagse provoblad van Ton Venselaar. In navolging van de bedrijfsstructuur van de Parijse uitgeverij Olympia Press, die literatuur van onder meer Henry Miller en Samuel Beckett bekostigde met de opbrengsten van pikante boekjes, kon Kees al deze drukwerkjes mogelijk maken door het drukken van de Chick en drukopdrachten van de NVSH; anarchistische clubjes hadden immers tóch nooit geld. Toen we omstreeks 1972 startten met de opbouw van de Grafische Werkplaats kwamen we terecht op de hoek van de Kikkerstraat, waar Kees en Marja woonden, en het Groenewegje. De drukkerij zat toen al in de Vondelstraat. Op de andere hoek van de Kikkerstraat bevond zich café De Bordelaise, waar de legendarische Tante Jopie de scepter zwaaide over haar
clientèle die bestond uit tweedehandsautohandelaren, buurtbewoners, belendende verhuizers en een rondom Kees en Marja aanzwellende groep kunstenaars. Iedere dag feest! De drankrekeningen liepen op en werden op de lat gezet. Van tijd tot tijd werd er dan afgerekend en Kees had altijd de hoogste rekening, want die gaf iedere keer rondjes voor al die armlastige en dorstige kunstenaars. Wanneer er werd gevloekt, zwaaide Tante Jopie vervaarlijk met haar pantoffel, behalve als de kunstenaars dat deden, want die hadden – god weet waarom – een streepje voor op de andere gasten.
46 | 47
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Ik heb met Kees veel samengewerkt toen ik freelance grafisch ontwerper voor publicaties van het Haags Gemeentemuseum werd. Later ook voor opdrachten van de Artoteek, het World Wide Video Festival in het Kijkhuis, Grafiekwinkel Inkt en voor drukwerk van de Vrije Academie dat ik in nauwe samenwerking met Bob Bonies had ontworpen. In 1985 ontving ik van het Haags Gemeentemuseum een opdracht voor een kunstenaarsboek. Dat werd Black Book in Black Box, losbladige pagina’s op basis van een abstractgeometrisch concept. Als grafisch ontwerper én als beeldend kunstenaar was ik al heel lang gefascineerd door de combinatie van glimmend en mat zwart. In de offsettechniek leek dit effect moeilijk te bereiken, maar de opdracht in zeefdruktechniek uit te voeren bleek te kostbaar. Het lukte Kees echter toch om in offset het specifieke glimmendzwart-op-matzwart-effect optimaal te realiseren. Een ander bijzonder kleuraccent verkreeg hij door transparante witte inkt over zwart heen te drukken. Het unieke vakmanschap van Kees stond wederom garant voor een optimaal resultaat.” Terugkijkend concludeert Foppe: “Het bijzondere van Drukkerij Delta / De Dageraad is de voortreffelijke combinatie van Kees van Dam als perfecte lithograaf en zijn drukkers. Hij leerde het lithografievak op de vermaarde drukkerij Mouton op de Lutherse Burgwal, waar nog ‘op het steen’ gewerkt werd. De drukkers waarmee hij werkte waren Frits Toonen in de tijd van Delta en Wim Mieloo na de herstart als De Dageraad. In laatste instantie was dat Jasper, de zoon van Kees en Marja, die als het ware in het diepe gegooid werd na het wegvallen van Wim. Wim was slachtoffer van de vaak voorkomende drukkersziekte die het gevolg is van voortdurend blootstaan aan vluchtige schoonmaakmiddelen die tijdens het drukproces gebruikt worden. Jasper ontwikkelde zich al snel tot hetzelfde niveau als zijn voorgangers.”
Adelbert Foppe: Black Book in Black Box Haags Gemeentemuseum, 1985 22 x 22.2 cm en 20.8 x 20.8 cm
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
48 | 49
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Leo Schepman
Leo Schepman studeerde in het begin van de jaren zestig als vormgever af aan de Koninklijke Academie. Hij leerde Kees van Dam kennen via Peter Smulders, die hoofd was van de uitgeverij van de NVSH. “Het bijzondere van Drukkerij Delta, zoals ze toen heetten, was het familieachtige. Je kon er niet komen zonder ook even naar boven te gaan en Marja goedendag gezegd te hebben. Ze is echt een moeder: lief en zorgzaam en Kees is een gezellige gozer, onbevangen en altijd lachend. Wat de drukkerij ook erg spannend maakte was dat het blootblad Chick er gedrukt werd. Een raar gezicht hoor, die twee mannen die daar werkten en die dan met een loep die planovellen met blote meiden en kerels stonden te bekijken. Niet vanwege de plaatjes, die zagen ze niet meer, maar vanwege de kwaliteit van het raster van de afbeeldingen.” Schepman deed voor de NVSH de vormgeving van het lijfblad Sextant en ontwierp voor een aantal van hun boekenreeksen de omslagen die Delta drukte. “Maar het meest trots ben ik op het huwelijksaffiche dat Kees in 1967 voor me drukte. Het is een in bijna fluorescerend roze gedrukte foto van ons tweeën, gemaakt door Ronald Sweering die ik kende doordat ik ook voor Het Parool werkte. Ik herinner me nog dat Kees moeite had het grote formaat op zijn pers te drukken. Het was toen heel ongebruikelijk om je huwelijk op zo’n manier aan te kondigen.” Schepman ontwierp ook een aantal aanbiedingprospectussen voor de publicaties van de NVSH. “Ik herinner me er nog een met een blote meneer en mevrouw. Je kunt het je nu bijna niet meer voorstellen, maar die dingen waren toen nog heel spannend. Het waren de tijden van Provo en Hoepla met de naakte Phil Bloom. We maakten een soort seksuele revolutie mee, het was een tijd dat alles kon. Ook zo’n blad als Chick, dat vonden we helemaal niet angstaanjagend maar juist leuk. Het was erotiek voor de massa. Het was ook niet vreemd dat het bij Delta werd gedrukt. Het waren een beetje alternatieve en
anarchistische types en de drukkerij bestond in de beginperiode uit twee mannen. In een grote drukkerij met veel volk over de vloer zou het veel te opvallend zijn, die waagde zich daar niet aan.”
50 | 51
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Jaren later liet Schepman nog één keer iets door Van Dam drukken. “Dat was in 1981 of zo. Kees zat toen met De Dageraad op de Bierkade. Ik was bestuurslid voor SIRE, de Stichting Ideële Reclame. Daar werkte iedereen voor niets voor. En omdat Kees ook wel iemand was die je hielp als je weinig of geen budget had, kwam ik bij hem terecht met een poster voor scholen in het kader van een campagne om begrip te vragen voor afwijkend gedrag van allochtonen. Dat was toen nog vrij nieuw. Kees heeft het toen met zijn gebruikelijke zorgvuldigheid ook helemaal voor niets gedrukt.”
Kiki Groeneweg en Leo Schepman: Huwelijksaankondiging Eigen beheer, 1967 55.3 x 39.7 cm
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
52 | 53
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Adriaan van Ravesteijn
Adriaan van Ravesteijn richtte in 1968, samen met Geert van Beijeren, Art & Project op in Amsterdam. In de beginperiode toonde deze galerie vooral conceptual en minimal art van kunstenaars als Lawrence Weiner, Richard Long, Sol LeWitt en Stanley Brouwn. Later ging de aandacht ook uit naar vernieuwende schilderkunst en sculptuur van onder meer Toon Verhoef, Emo Verkerk, Alan Charlton en Tony Cragg. Eind 2001 werd de galerie opgeheven. Geert van Beijeren is in 2005 overleden. “Ik had besloten mijn studie bouwkunde in Delft voortijdig te beĂŤindigen en er moest iets gebeuren. Samen met Geert, die toen in de bibliotheek van het Stedelijk Museum werkte, ontstond het plan via architectural research architectuur en beeldende kunst samen te brengen. Riekje Swart, die drie jaar daarvoor met haar galerie begon, was een inspiratie voor ons. In haar galerie ontmoetten wij Keso Dekker, theaterontwerper, die iets van doen had met De Witte Krant. Via hem kwamen we terecht bij de drukker ervan: Kees van Dam in de Kikkerstraat. Het was de roerige tijd eind jaren zestig, en alles moest anders. Wij kozen, ook omdat we ver van de Amsterdamse kunstwereld gehuisvest waren, voor een bulletin om onze tentoonstellingen aan te kondigen. Hierbij was er meer ruimte voor informatie over de kunstenaar, dan bij de toen gebruikelijke uitnodigingskaart, die galeries in de regel verzonden. De opzet van de bulletins is in de loop der jaren niet veranderd: afmeting A3-formaat, en doormidden gevouwen tot A4. Vanaf het eerste nummer vult de kunstenaar de middenpagina, en is de titelpagina bestemd voor de naam van de kunstenaar, de openingstijden en de adressering. Bij de eerste zeven nummers vermeldden we op de achterpagina nog wat actualiteiten over Art & Project, waardoor het een soort minitijdschriftje werd. De lay-out was afgeleid van ons briefpapier, dat door Ton Raateland was ontworpen.
We lieten steeds zo’n achthonderd exemplaren drukken, waarvan we er maximaal driehonderd verzonden. Dat is niet zo veel, maar we vonden het wel welletjes zo. De adressering deed ik met het Rena-adresseersysteem, waarbij met een adresplaatje, vloeistof en een rollertje het adres direct op het bulletin werd afgedrukt. De bulletins werden door mij in drieën gevouwen en zonder plakkertje, open verzonden. Nadeel was dat er andere poststukken tussen verzeilden, waardoor de post ons op een gegeven moment dwong tot het gebruik van een plakkertje of een envelop. We kozen voor het laatste.
54 | 55
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Een onverwacht ander nadeel van de open verzending kwam aan het licht bij bulletin 25, kledingsuggesties Emmy van Leersum en Gijs Bakker. Daarop stond een afbeelding van een vrouwelijke blote borstpartij. Dat bulletin kwam in België prompt niet aan. Onze kennismaking met Kees van Dam is achteraf zeer bepalend geweest voor de zo succesvolle geschiedenis van het Art & Project-bulletin. Door de praktische offsettechniek, waardoor het aangeleverde materiaal snel drukklaar was, en de vriendenprijs die de drukkerij ons in rekening bracht, waren we in staat om met vaak meerdere bulletins per maand een vliegende start te maken. Ons contact was overigens altijd kort en zakelijk. Ik reed naar Den Haag met het origineel, Kees keek en begreep, en soms al een week later kon ik ons kleine stapeltje bulletins van onder uit de bergen Chicks tevoorschijn vissen. In totaal zijn er tussen september 1968 en november 1989 honderdzesenvijftig bulletins verschenen. Tussen april 1977 en juni 1979, de periode die Kees nodig had om Drukkerij Delta om te toveren tot drukkerij De Dageraad, moest ik voor onze bulletins 101 t/m 109 mijn heil zoeken bij een drukker in Amsterdam. Terug bij Kees was het alsof we van de hel weer in de hemel kwamen. Ook een aantal van onze kunstenaarsboekjes, waarmee we in 1973 waren begonnen, is door De Dageraad tussen 1990 en 1995 voorbeeldig gedrukt. O ja, ik herinner me nog iets. Ulrich Rückriem, de Duitse beeldhouwer, had bij ons een tentoonstelling en wilde de originele Hollandse papiermaten, kwadratisch in transparant papier, aan de muur hebben. We zijn toen samen naar Den Haag gereden, Kees zocht de afmetingen op in een boekje, en sneed het papier op maat in de drukkerij. Deze bladen zijn nu, als onderdeel van mijn schenking, opgenomen in de collectie van het Museum of Modern Art in New York.” Gilbert & George: A Touch of Blossom (Bulletin 47) Art & Project, Amsterdam, 1971 29.7 x 41.8 cm
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
56 | 57
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Rudo Hartman
Rudo Hartmans eerste contact met Drukkerij Delta was in 1970. Zijn collega Leo Schepman was begonnen met de vormgeving van Het oproer kraait van Jaap van der Merwe. Omdat deze het op dat moment erg druk had, verzocht hij Hartman het af te maken. Het was de eerste uitgave van een reeks van vijftig ‘vierkante boekjes’ die Bert Bakker uitgaf. “Bakker zag deze al snel als serie en bracht er allerhande hippe onderwerpen in onder, zoals marihuana, zelf brood bakken, thee, houtkachels en zelf boekbinden. Soms waren het bewerkingen van edities van de Amerikaanse uitgever van onder andere doe-hetzelfboeken Pathfinder Press en van uitgaven uit de hoek van het blad Rolling Stone. Delta heeft meer dan de helft gedrukt. Zij waren vooral heel goed in het reproduceren van oude afbeeldingen. Dat gebeurde heel zorgvuldig zodat je bijna geen moiré – dat is een storende combinatie van twee rasters – zag. Ook als een foto een beetje rammelde, wisten zij er door hun uitgekiende reproductietechniek nog een mooie litho van te maken. Het waren echt meesterdrukkers, vooral in zwart-wit. Delta begon in de Kikkerstraat en drukte daar onder meer De papieren tijger. Zij durfden ook riskante drukwerkjes te vervaardigen, zoals Billy the Kid van Willem, dat zij voor Van Gennep maakten. Rob van Gennep had daarom veel meer affiniteit met Delta dan met andere drukkers. We gunden het hun en bovendien was de prijs goed. Omdat zij zulk divers werk hadden, waren er drukkers die daar een beetje jaloers op waren. De mensen bij Delta vormden een hechte groep die van elkaar wisten wat zij deden. De sfeer was er ook wat informeler. Zij waren in voor experimenten, voor het boek Potpourris en andere geurige heerlijkheden uit grootmoeders tijd voegden zij bijvoorbeeld bloemetjesgeurstof toe aan de inkt. Later in de Vondelstraat had Delta een uitstekende reproafdeling en een stuk of drie goede persen, twee verschillende Heidelbergers voor zwart-wit en een Heidelberger tweekleurenpers. Ook hadden ze hun oude Aurelia nog. Verder waren zij heel zorgvuldig met het
instellen van de inktrollen en de inkttoevoer en werd er tijdens het drukken altijd toezicht gehouden bij de pers. Wim Mieloo was de voorman in de drukkerij, die heeft later Jasper, de zoon van Kees en Marja van Dam, het vak geleerd.
58 | 59
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Een favoriet boek van me dat De Dageraad maakte, is mijn eigen De F van Fantekast en het vervolg van verder. Het is gebaseerd op een C die ik ook ooit als vignet voor uitgeverij Contact tekende. Op een gegeven moment heb ik het hele alfabet afgemaakt. Thomas Rap suggereerde me er een boekje van te maken. Ik vroeg Kees toen of hij een boekje kon maken van de ongebruikelijke modellen die geplakt, geschilderd, getekend, gefotografeerd, geschreven en met krantenfoto’s beplakt waren. Ik bood aan het terug te nemen als het niet lukte. Maar natuurlijk lukte het Kees wél. Hij heeft in dit boekje alle tonen weten op te roepen die erin zitten, en deze vertaald in grijs. Daarbij heeft hij de transparantie en de diepte vast weten te houden. En natuurlijk is het weer uitgekiend gerasterd door met minutieuze verdraaiingen moiré-effecten te vermijden. Een prachtig boek was ook het fotoboek van Cas Oorthuys en Joop Reyngoud Rotterdam revisited met fantastische rasteropnames. Ik herinner me nog dat de aangeleverde foto’s eigenlijk te groot waren voor het raster dat Kees had. Ik weet nóg niet hoe het hem gelukt is daar toch mee te kunnen werken. Ik had een tijd geleden een uitgever die op de binnenzijde van het boekomslag totaal egaal 6% zwart wilde. Ik zei: ‘Er is er maar een in Nederland die dat kan, maar die is er net mee opgehouden.’ Nu De Dageraad er niet meer is, moet ik opnieuw risico’s nemen als ik aankom met lastig opnamemateriaal. Ik hoorde pas iets over twee jongens in Groningen, die waterloos offset drukken. Misschien is dat wel iets. Maar diep in je hart denkt je toch aan Kees.”
Rudo Hartman: de F van fantekast en het vervolg van verder visueel poëtisch alfabet, bevindingen van onverwachte hindernissen Eigen beheer, Den Haag, 1998 15.1 x 22.5 cm
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
60 | 61
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Ton Martens
In 1972 werkte Ton Martens bij het Haagse ontwerpbureau Tel Design. In die tijd zag hij, bij het verlaten van café De Posthoorn, een affiche hangen van een literaire avond van het BZZTôH teater. Het had de sfeer van een voetbalposter. Hij dacht dat het beter kon en heeft hen toen voorgesteld om eens een ontwerp te maken. Op zijn schetsen reageerden ze positief. “Vervolgens vroeg ik Gert Dumbar of ik er in de avonduren bij Tel design aan mocht werken. Daar was een goeie doka met een reprocamera, copyproof en dergelijke. Dat vond hij goed, maar dan moest het wel onder de naam van Tel Design gebeuren. Uiteindelijk ben ik de affiches, met heel primitieve middelen, thuis gaan maken. Tekenen, knippen, plakken en stempelen. Omdat BZZTôH alles bij Drukkerij Delta liet drukken, kwam ik vanzelf bij Kees van Dam terecht. Gelukkig bleek Kees goed uit de voeten te kunnen met mijn eenvoudige werktekeningen. Hij was ook niet te beroerd om eens iets uit te proberen door teksten in of uit te belichten of diapositief te maken. Op deze manier ontstonden tussen september 1972 en december 1975 in totaal eenenveertig affiches. Kees dacht mee en, heel belangrijk, maakte altijd contrastrijke opnames. Het kwam ook wel eens voor dat ik een datum vergat of zoiets. Dan was het hem niet te veel moeite om het affiche nóg een keer door de pers te halen.” In 1977 werd Martens door het Haags Gemeentemuseum gevraagd mee te doen aan een tentoonstelling over Nederlandse affiches van de laatste dertig jaar. Een lange wand werd met zijn BZZTôH-affiches gevuld. “Het museum vroeg of ik ook voor hen wilde gaan ontwerpen. Donald Janssen deed dat al, maar er was zo veel werk dat ze behoefte hadden aan een tweede ontwerper. Eerst heb ik samen met Donald een aantal catalogi en affiches gemaakt, maar na verloop van tijd concentreerde ik me op publicaties en activiteiten van de Educatieve Afdeling die destijds erg actief was. Helaas ging in deze periode Delta failliet. Ik zie nog de open containers op de binnenplaats staan, gevuld met het complete archief. En het regende! Ja, dat was heel triest.
Toen Kees eind 1978 een herstart maakte met De Dageraad, werd Gemeentemuseum zijn eerste klant. Tentoonstellingscatalogi die ik in die tijd ontwierp, zoals die van Haagse Gevelreclame werden door hem gedrukt. Dat gold ook voor 31.554 Haagse huizen, gewijd aan het werk van de Haagse woningbouwverenigingen. Dat was een leuk boekje om te maken. De inhoud was heel divers: overzichten, stukjes geschiedenis over het ontstaan, interviews met bewoners, enkele speciaal gemaakte fotoreeksen, enzovoort. Het werd gedrukt in zwart met enkele steunkleuren. Alle huurders kregen een exemplaar. Ook maakten we een serie van drie affiches die als een ‘minitentoonstelling’ in de diverse trappenhuizen werd opgehangen.
62 | 63
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Daarna heb ik ook nog voor andere opdrachtgevers diverse dingen bij Kees laten drukken, zoals het jaarverslag van 1986 voor de Gemeentelijke Commissie voor Beeldende Kunsten en diverse affiches voor Artoteek Den Haag en Grafiekwinkel Inkt. Drukker Wim Mieloo was inmiddels weg en Jasper van Dam stond achter de pers. Op de dag dat de pers en de snijmachine weggehaald zouden worden, heb ik ’s morgens voor Kees nog wat foto’s gemaakt van het interieur. Toen ik wegfietste kwam net de vrachtwagen voorrijden... Dat was denk ik een heftig moment voor Kees, Marja en Jasper.”
Nacht van de verzetspoëzie Bzztôh, Den Haag, 1974 39.8 x 59.8 cm
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
64 | 65
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Donald Janssen
Donald Janssen was in het begin van de jaren zeventig medeoprichter van de Haagse videowerkgroep Meatball. Doordat hij de vormgeving van het drukwerk op zich nam, kwam hij in contact met Drukkerij Delta. “Het was een vrij grote drukkerij met lekkere grote persen. Omdat er met andere opdrachten geld werd verdiend, konden ze als sponsor fungeren voor culturele instellingen die het niet ruim hadden. Ze hebben vrij veel voor Meatball gedrukt, maar er volgens mij niet veel aan verdiend. Het was dan ook een behoorlijke klap toen Delta stopte. We schrokken allemaal toen die drukkerij plat ging.” In 1977 werd Janssen door het Haags Gemeentemuseum aangetrokken als freelance vormgever. “Het museum drukte toen veel bij Ando. Dat is een grote en goede drukkerij die niet zo goedkoop was en daardoor vooral geschikt voor grotere oplagen. Voor de kleinere klussen was De Dageraad concurrerend. Ze hadden eerst een niet zo grote een- en later een tweekleurenpers. Bij vierkleurenwerk moest de hele oplage er tweemaal doorheen. Dat vonden ze geen enkel bezwaar, dat hadden ze liever dan heel hoge oplagen. Daarnaast was er veel mogelijk en was er een goede planning waardoor er eigenlijk nooit iets fout ging.” Helaas werden in de eerste helft van de jaren tachtig alle gemeentelijke instanties verplicht om bij de Gemeentedrukkerij te drukken. “Dat was een stomme zet die de gemeente uiteindelijk meer geld kostte dan het opleverde.” Volgens Janssen was het geheim van De Dageraad dat het een mooi compact familiebedrijfje was met een uitstekende drukker, Wim Mieloo, en een ontzettend goede lithograaf, in de persoon van Kees van Dam. “Iedereen had een grote inzet en vakmanschap en Kees was iemand met wie je als vormgever goed je technische problemen kon bespreken. Het was een bedrijf met ‘chemie’. Je was er altijd welkom. Maar niet in de zin van gezelligheid met koekjes en koffie enzo, maar efficiënt en zakelijk. Het contact was informeel, direct en to the point. Ik lichtte Kees mijn lay-out toe, hij stelde een paar vragen en dan stapte ik weer op.”
Janssen had een groot vertrouwen in het vakmanschap van De Dageraad. “Druktechnisch waren ze heel goed. Kees kon van een rotfoto een mooie litho maken. Hij etste de litho’s op het zicht, door de rasterpuntjes met een loep te bekijken. Vooral bij kleurendruk is dat een hele kunst. En de druk was perfect. Ze konden pagina’s mooi vol zwart bedrukken zonder dat kleine diapositieve lettertjes dichtliepen. Ik had ook wel eens het gevoel dat ze zo’n prachtige zwarte pagina twee keer door de pers joegen. Ze leverden mooi drukwerk, tegen een scherpe prijs en altijd op tijd.”
66 | 67
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
En er was nog iets speciaals met De Dageraad: “Ze waren heel goed in het omgaan met kunstenaars. Je hield je hart vast als je zag wat er aan modellen binnenkwam. Kees maakte dan de technische vertaalslag hoe je zoiets moest reproduceren. De Dageraad was een leuke drukker maar het zijn vooral lieve mensen. Ze waren uniek omdat het, zeker toen zoon Jasper er drukker werd, een familiebedrijf was waar met liefde en toewijding gewerkt werd. Ze hebben de ‘zachte sector’ heel goed bediend. Ze zaten in een niche: alle andere drukkerijen werden groter, zij verkozen klein en fijn te blijven.” De favoriet van Donald Janssen is het boek Op de Thee* van zijn vrouw Arja van den Berg dat De Dageraad drukte. “Het is prachtig drukwerk omdat het zwart van de modeltekeningen zodanig gedrukt is dat het lijkt op grafiet; er zit een zilverachtige glans in het zwart. De litho’s werden – het is gemaakt in 2002 – gescand, en hoe fijner die litho’s zijn, des te moeilijker is het drukken. Het ging erom de fijne grein in de tekeningen overeind te houden en de signatuur in minimaal lichtgrijs te reproduceren. Dat is echt vakmanschap. We wilden ook graag op transparante pagina’s drukken. Dat is heel lastig omdat het erg vochtgevoelig is en krullend uit de pers komt. Maar Kees zag er niet tegenop.”
Arja van den Berg: Op de thee* (Tekencahier) Eigen beheer, Den Haag, 2001 32.4 x 23.7 cm
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
68 | 69
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Huug Schipper
Huug Schippers contact met De Dageraad dateert van het eind van de jaren zeventig. Hij zat toen op de kunstacademie. Met een aantal vrienden had hij een literair tijdschrift, Horus, en onder die naam gaven ze ook boekjes uit. Diverse omslagen daarvan werden door Kees van Dam gedrukt, zoals dat van het officiële debuut van Bart Chabot: Als U zó gaat beginnen. “De buitenkant van het omslag was door mij geïllustreerd. Op de binnenkant moest een foto van Anton Corbijn, een vriend van Bart. De kracht van Kees was dat hij altijd de tijd voor je nam, ook al zag je zijn vingers trillen als hij een shaggie draaide. Als ik in de Van Limburg Stirumstraat kwam, zat hij geconcentreerd films te retoucheren. Het was een fraai gezicht hoe hij snel en secuur met marterharen penseel en rode afdekverf over de gelatine raasde. Na de academie verloor ik de Van Dams een poos uit het oog. Ik begon een studio en kreeg opdrachtgevers met eigen drukkers. Jaren later liep ik ze weer tegen het lijf en herkende ik meteen weer die hartelijke bescheidenheid van vroeger. En Kees draaide nog steeds shaggies met trillende vingers. Kort daarna vroeg Galerie Kadans ons een nieuw ontwerp voor hun uitnodigingen te maken. Het drukwerk was al in handen van De Dageraad en zo kwam ik weer bij het familiebedrijf van Marja en Kees terecht. Aan de Dunne Bierkade bleek hun zoon Jasper achter de vertrouwde eenkleurenpers te staan. In 2003 en 2004 heb ik een aantal boekjes vormgegeven voor de literaire uitgeverij De Weideblik. Die lieten we drukken bij De Dageraad omdat het drukwerk was waar zij rustig de tijd voor konden nemen. De tekstpagina’s en afbeeldingen leverde ik digitaal aan en er viel voor Kees dus niets meer te lithograferen. Maar ze zijn prachtig en met veel zorg gedrukt. Dat geldt ook voor een catalogus voor Museum Meermanno, Gesloten Boeken. De mooiste boekbanden van het Koninklijk Huis. Dat is een juweel van een boekje geworden met voorbeeldig gedrukte foto’s van de rijk gedecoreerde boeken op deze tentoonstelling. De achtergrond is prachtig diepzwart gedrukt, door er eerst 40 of 50% cyaan onder te zetten, een truc die ik ooit van Kees geleerd had.
Mooi was dat ik Kees een boek kon laten drukken voor de bibliofiele uitgeverij Stichting De Roos. Dat was Los van Alles met tekeningen en geschreven citaten van mijn oude leraar typografie Jacques Janssen. Deze uitgave van de Dageraad figureert nu te midden van de andere boeken van deze uitgever, afkomstig van de beste Nederlandse drukkers van de laatste halve eeuw.
70 | 71
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Kees was een vakman die opviel door zijn bescheidenheid. Hij en Marja waren heel gastvrij: de deur stond, ook letterlijk, altijd open. Bovendien had hij een echt engelengeduld en nam hij je altijd volkomen serieus, hoe pietluttig je wensen soms ook waren.”
Jacques Janssen: Los van alles Tekeningen en enkele citaten Stichting De Roos, Utrecht, 2004 25.5 x 37.8 cm
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
72 | 73
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Ben Faydherbe & Wout de Vringer
Ben Faydherbe en Wout de Vringer werken sinds 1986 samen als ontwerpbureau. Het jaar ervoor waren ze voor het eerst met De Dageraad in contact gekomen via Cees Marc Goslinga, een toenmalige collega van Wout bij ontwerpbureau 2D 3D, die dat jaar de catalogus voor het World Wide Video Festival ontwierp. Toen ze daarna voor hun eigen bureau opdrachten kregen van culturele instellingen als het Theater aan het Spui, het Haags Filmhuis, het Nederlands Danstheater en de Culturele Raad Zuid-Holland, werd De Dageraad ook een van hun vaste drukkers. Ben en Wout verdelen de opdrachten omdat dat in de praktijk beter functioneert. Opdrachtgever en drukker weten wie van de twee hun aanspreekpunt is. Wout: “De Dageraad heeft diverse docentenhandleidingen gedrukt die ik voor de Culturele Raad Zuid-Holland heb ontworpen. Voor een ervan wilde ik eigenlijk een omslag gebruiken van echt hout, maar dat bleek in de praktijk niet te realiseren. Kees van Dam heeft toen een vel balsahout onder de reprocamera gelegd met een visueel identiek resultaat. Hoe die oude tovenaar het deed weet ik niet, maar het resultaat overtrof mijn verwachtingen! Lithograferen was Kees zijn specialiteit. Hij kon van zwart-witfoto’s uitstekende litho’s maken door de zwarte delen niet dicht te laten lopen en de witte delen niet te laten uitbleken. Kees en Marja waren vooral gesteld op de samenwerking met kunstenaars. Sinds de jaren zestig zaten ze al in die scene en kenden ze kunstenaars als Gust Romijn, Jan Schoonhoven, Gerard Verdijk en Daan van Golden goed. Met name Gust Romijn was belangrijk voor ze. Net als Kees en Marja houdt hij van lekker eten en heeft hij een brede interesse in kunst en cultuur. Ze zijn diverse keren samen in Frankrijk op vakantie geweest. Het mooie grote boek van zijn werk is tevens de laatste omvangrijke publicatie die ze hebben gedrukt. Drukkerij De Dageraad heeft vaak drukwerk voor haar kunstenaarsvrienden vervaardigd. Omdat dat grote indruk maakte, gingen veel ontwerpers daarna met hun opdrachten naar De Dageraad.
Toen ik de opdracht kreeg om voor de Stadscollectie met Haagse kunstenaars als Christie van der Haak, Aline Thomassen en Marcel van Eeden een serie kunstenaarsboekjes te maken, was De Dageraad de aangewezen plek. De kunstenaars hebben samen met Kees aan de binnenkant gewerkt. Ik heb de omslagen ontworpen met daarop collageachtige nummers en bijpassende titel- en colofonpagina’s om er een geheel van te maken. Omdat de gemeente als luxe relatiegeschenk bijna de helft van de oplage afnam, konden we ook een mooie cassette laten maken.”
74 | 75
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Ben: “Op een gegeven moment gingen we voor onze niet-culturele producten ook naar De Dageraad, zoals een aantal brochures en nieuwjaarskaarten voor het architectenbureau Roeleveld-Sikkes. Toen we vanaf 1993 onze opmaak op de computer deden, stuurden we onze bestanden naar het grafisch bedrijf Speedset die deze dan op films zette en er de foto’s op hoge resolutie inmonteerde. Voor Kees werd het werk er minder leuk op omdat hij zijn grip op het drukproces verloor. Met name in de beginperiode klaagde hij dan ook wel eens over de kwaliteit van de aangeleverde litho’s – en terecht! Het was zijn zoon Jasper die de computer in De Dageraad introduceerde en ook Marja stapte daar voor de boekhouding op over. Na 1998 ging vrijwel alles digitaal en hoefde Kees eigenlijk niet meer te lithograferen. Vergeleken met grotere drukkerijen was het soms ook lastig dat De Dageraad alleen over een eenkleurenpers beschikte. De ontwerpers hadden daardoor minder controle over het eindresultaat. Maar waar De Dageraad toe in staat was, bleek uit een boekje dat ik in 2001 maakte van het werk van Henk Hubenet. In overleg met Kees hebben we het glanzende papier voor de afbeeldingen van Henks schilderijen gekozen. Ook namen we zijn voorstel over om deze zelf in te plakken. Dat was niet alleen goedkoper maar ook mooier doordat de glanzende reproducties, geplakt op het matte papier, diepte suggereren.”
Paula van Zeggeren: Henk Hubenet The Sound Of Wide Open Spaces Eigen beheer, Den Haag, 2001 29.9 x 18 cm
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
76 | 77
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Vivienne van Leeuwen
Vivienne van Leeuwens eerste contact met De Dageraad was in 1990 voor een boekje en affiche voor Pas Partout, een multicultureel festival voor moderne dans. Ben Faydherbe, met wie zij had samengewerkt, werkte veel met De Dageraad samen en zo kwam zij bij hen terecht. “In die tijd werkte ik nog met vlakken met rode film in de lay-out op de plekken waar de fotolitho’s ingemonteerd moesten worden en met opgeplakte stroken gezette tekst. Toen ik vijf jaar later met De Dageraad samenwerkte, voor het tijdschrift De weduwe Ida, een uitgave van het Letterkundig Museum, ging dat al anders. Toen werkte ik inmiddels op de computer, maar monteerde Kees nog wel de foto’s in de door mij aangemaakte zwarte vlakken.” Terwijl Vivienne van Leeuwen deze publicaties doorbladert, komen de herinneringen weer boven. “Bij De Dageraad ging het anders dan bij andere drukkers. Dat zat hem in de gezellige sfeer, vooral dankzij Marja. Wat ik ook altijd heel bijzonder vond, was dat Kees zo goed met je meedacht. Hij was heel correct en wees je op een vriendelijke manier op fouten of kwam met nuttige suggesties. Hij was ook een drukker die zich altijd aan zijn afspraken hield en die, als er een probleem was, je meteen belde zodat je kon komen kijken. Het is Kees zijn eer te na om slecht werk af te leveren. Eén keer heeft hij eens een boekje voor het Letterkundig Museum met foto’s van Gerard Reve helemaal overgedrukt omdat er spanjolen, lelijke witte plekken in het beeld, in zaten. Nu zeggen ze vaak dat je een goede zwart-witfoto niet in één drukgang kunt drukken, maar Kees kon dat wél. Hij had een passie voor goede zwart-witfoto’s.” Toen Vivienne later werd gevraagd publicaties te ontwerpen voor galerie Maurits van de Laar, dacht ze meteen aan Van Dam. “De Dageraad was een drukkerij die niet alles aannam, ze drukten bijvoorbeeld liever geen briefpapier en liever ook geen hoge oplagen. Misschien omdat ze dit te weinig inhoudelijk vonden. Kees vond het ook altijd goed dat je bij het drukken aanwezig was, zoals ik later met Diederik Gerlach deed toen
we voor Maurits een boekje van zijn werk maakten. Veel andere drukkers vonden zoiets maar lastig. Leuk was ook dat als we zo’n boekje af hadden, we vaak met zijn allen gingen eten bijvoorbeeld bij La Rana, op de hoek van de Kikkerstraat en daarna nog even naar Kees en Marja’s huis gingen.
78 | 79
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Mijn lievelingsboekje is de leporello van de schilderijenserie Place Stalingrad van Erik Pape. Erik had een heel precies concept en had voor het omslagkarton een heel vrouwelijke kleur gekozen. Dat vond ik heel bijzonder. Omdat het onmogelijk is om op de computer te zien hoe het drukresultaat eruitziet, was het essentieel dat we bij het drukken aanwezig mochten zijn. Ik vind dat het een heel verrassend ding geworden is. Eigenlijk is het jammer dat het vormgeven door de computer zo snel is veranderd. Voor een drukker als Kees was dat niet prettig, omdat het vakmanschap steeds minder belangrijk werd. Voor de vormgevers was het juist heerlijk, omdat hun controle op het eindresultaat steeds groter werd. Eigenlijk zou het drukwerk daarom nu veel beter moeten zijn. Maar dat is niet het geval, omdat in de drukkerijen de lithografie-experts verdwenen zijn en de ontwerpers vaak van lithografie geen kaas hebben gegeten.”
Erik Pape: Place Stalingrad schilderijen Galerie Maurits van de Laar Den Haag, 2004 14.8 x 70.6 cm
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
80 | 81
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Martijn Reeser
Martijn Reeser liet sinds 1990 bij De Dageraad ruim twaalf jaar drukwerk maken voor de afdeling Gezondheidszorg, Gedrag en Maatschappij (GG&M) van de Haagse Hogeschool. Hij beschouwt de Hogeschool als een van zijn aardigste opdrachtgevers omdat hij zeer vrij werd gelaten, zowel wat de vormgeving als wat de inhoud betreft. “Ik mocht ook een drukker uitkiezen en heb toen De Dageraad benaderd omdat ik wist dat het een goede drukkerij was. Ik ben altijd gesteld geweest op apartelingen. In ontwerperskringen werd vroeger beweerd dat de Dageraad de enige communistische drukkerij in Den Haag was. Dat sprak mij toen aan. Maar de beslissende factor was de kwaliteit van het drukwerk. De opdrachten van de sector GG&M waren voor mij zo aantrekkelijk omdat ze in het drukwerk ook aandacht wilden schenken aan beeldende kunst. Dat was mij op het lijf geschreven: naast een opleiding voor grafisch ontwerper heb ik namelijk ook een schildersopleiding doorlopen. Met Kees van Dam klikte het meteen. Hij heeft een kenmerkende luide lach, die misschien een beetje zijn nervositeit maskeert. Ik heb zelden een drukker meegemaakt die zo plichtgetrouw en precies werkte. Van andere drukkers kreeg ik vaak onzintelefoontjes, maar Kees belde alleen als er écht iets fout was en nadat hij eerst had geprobeerd het zelf op te lossen. Drukwerk was voor hem méér dan alleen maar een klus. Tijdens een van onze vakanties in Frankrijk stonden Kees en Marja plotseling voor de deur om een exemplaar van de agenda te brengen die ik elk jaar voor de Hogeschool met ze maakte en die net klaar was. Voor die agenda mocht ik steeds een onderwerp kiezen, waar ik veel aandacht aan besteedde. Een ervan was filosofie. Kees zei toen dat een uitspraak van zijn filosoof niet in de agenda stond. Dat bleek Max Stirner te zijn, een vroege individualistische anarchist van omstreeks 1850, die het geheel oneens was met Marx.
Kees was echt met het vak bezig, en met de nodige rust waar dat nodig was. Hij werkte veel met kunstenaars die vaak niet wisten wat je met drukken wel en niet kunt doen. Ook kreeg hij vaak met slecht materiaal te maken, zoals amateurfoto’s van een schilderij. Kees wist dan van een drol nog een mooi taartje te bakken. Ook als een kunstenaar geen geld had, waren ze bereid er een mouw aan te passen. Ik ken er een die dagenlang een dom klusje heeft gedaan in ruil voor zijn boekje.
82 | 83
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
De Dageraad sprak me ook aan vanwege de kleinschaligheid. Kees was altijd vroeg aanwezig en je kon heel intens met hem samenwerken, ook bijvoorbeeld bij de keuze van het papier. Ik zocht altijd een papiersoort uit die mij voor een bepaald drukwerk geschikt leek, zonder op de prijs te letten. Een keer belde Kees me ongerust op en zei dat het Indiaas handgeschept papier dat ik had uitgezocht wel bijzonder prijzig was. Samen hebben we toen een goede vervanging gezocht. Kees hield met de planning ook altijd rekening met de tijd die de binder, altijd de laatste in de keten, nodig heeft. Ook lette hij steeds op de looprichting van de papiervezels, die van groot belang is voor het mooi openen en sluiten van een boek. Voor de tientallen brochures die ik voor de Hogeschool maakte had ik een hele mooie letter gekozen. Maar Kees lette volgens mij niet zozeer op de typografie en het lettertype, hij keek meer naar het illustratiemateriaal. In de hoek van de drukkerij had hij een eigen hokje waar hij altijd iets geheimzinnigs aan het doen was met de litho’s en waarvan ik het gevoel kreeg dat hij mij daar liever niet zag. Hij had – of maakte – altijd tijd voor je en onze besprekingen gingen steeds met grappen – en in zijn geval roken – gepaard. Hij wilde ook dat je kwam kijken als de zaak op de pers ging. Als dan, na de proefvellen, het eerste vel eruit kwam dat naar onze zin was, parafeerde ik het en liet ik het verder aan hen over. Omdat er in de brochures veel kunst mocht komen, heb ik gewerkt met diverse kunstenaars die ik kende, zoals Co Westerik, Henk Hubenet, Gerrit Wattjes en Gerard Fieret. De zwartwitfoto’s van de laatste hebben we in vier drukgangen gemaakt omdat ongerechtigheden – die op de foto’s van Fieret eigenlijk geen ongerechtigheden zijn – zoals duivenpoep, ook perfect over moesten komen. Ook heb ik er veel wereldkunst in opgenomen, evenals diverse foto’s van mezelf. Zo ijdel ben ik ook wel weer.”
Haagse Hogeschool, Sector Gezondheidszorg, Gedrag en Maatschappij Bestuurskunde/Overheidsmanagement Den Haag, 1998 21 x 14.8 cm
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
84 | 85
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Harmine Louwé
Harmine Louwé begon, na een aantal jaren bij Studio Dumbar te hebben gewerkt, in 1992 voor zichzelf. Ze werd toen door Stroom gebeld met de vraag of ze, naast Irma Boom, de periodieke uitgaven wilde vormgeven, zoals het Stroomjournaal. “Dat werd bij De Dageraad gedrukt en zo heb ik Marja, Kees en Jasper leren kennen. Het klikte meteen en ik dacht: ‘Oh, wat fijn hier.’ Het was een bijzonder bedrijf. Meestal kwam je in een drukkerij niet verder dan de drukwerkvoorbereider, maar hier was alles open. Als ik er kwam, ging ik altijd eerst even bij Marja koffiedrinken, zittend op een krukje. Ik ben echt dol op ze, het zijn zulke schatten. Een van de leukste dingen die ik met ze heb gemaakt, was Wittgenstein in kleur van Gerrit Krol. Het is de tekst van een lezing die hij in het najaar van 1994 hield voor de Hogeschool Rotterdam. Samen met Melanie van Haaren kreeg ik een geheel vrije opdracht. De tekst was heel inspirerend, een ideaal ontwerpklusje. Ik besloot de linkerpagina’s te gebruiken als beeldpagina. Alles wat je daar ziet, komt voort uit de tekstpagina rechts. De tekst en steunkleuren heb ik opgemaakt in cyaan en magenta omdat je destijds in QuarkXPress geen PMS-kleuren kon mengen. Bovendien wilde ik halftransparant papier gebruiken, wat ook de nodige consequenties had. De cyaan- en de magentaplaat werden in twee PMSkleuren gedrukt, waardoor het eindresultaat een verrassing werd. Het was die keer extra leuk om bij de pers te staan. Ik heb Jasper z’n geduld wel op de proef gesteld... maar hij heeft het geweldig gedaan. Vanwege de transparantie van het papier was het erg belangrijk om gelijkmatig te drukken. Dat is bijna onmogelijk met een kleine oplage van vijfhonderd stuks, maar het is gelukt. Ik hou erg van de gelaagdheid van pagina’s in een boek en van de onverwachte dingen die daardoor ontstaan. Een ander boek dat ik voor Stroom met De Dageraad maakte, was Ik zag hoe de man, gezeten in een boom, als een eerbetoon zijn hoed afnam, voordat hij de takken afzaagde, van Marjan Schoenmakers. We hebben het heel conceptueel aangepakt. Voor sommige
tekstregels heb ik transparant reprobank gebruikt en andere teksten zijn in boekdruk uitgevoerd op bruin kraftpapier. Voor dit boek heeft Kees wonderen verricht wat de lithografie betreft. Net als bij de Stroomjournaals heeft hij van een verzameling fotomateriaal van zeer uiteenlopende kwaliteit een prachtig samenhangend geheel gemaakt.
86 | 87
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Het was die combinatie die het zo bijzonder maakte bij De Dageraad: Kees met zijn liefde voor beeld en met een eindeloos geduld om van de slechte plaatjes toch nog iets te maken, Jasper die vaak deed alsof hij gek werd van het gezeur van al die ontwerpers, maar dan toch weer een keer extra de pers ging wassen om die kleur bij te stellen en Marja die je het gevoel gaf alsof je met alles aan kon komen. Het was er fijn.”
Gerrit Krol: Wittgenstein in kleur Sterrenwachtlezing op 09/09/1994 - 17.00 uur Stichting Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen, Rotterdam, 1994 20.8 x 31.3 cm
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
88 | 89
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Marie-José Sondeijker & Akiem Helmling
Marie-José Sondeijker is opgeleid als fotograaf en grafisch ontwerper. Geleidelijk is haar beroepspraktijk als zelfstandig ontwerper overgegaan in het runnen van Galerie West in Den Haag. Sinds 2007 is zij fulltime bezig met het organiseren van tentoonstellingen, lezingen en presentaties in binnenen buitenland. Akiem Helmling heeft na een opleiding grafisch ontwerpen in Mannheim een postgraduate opleiding in letterontwerpen in Den Haag gevolgd. Sinds 2000 werkt hij onder de naam Underware samen met twee collega’s aan het ontwikkelen en uitbrengen van vernieuwende digitale lettertypes. Hij is nauw betrokken bij Galerie West. Marie-José: “We leerden De Dageraad begin 2005 kennen via Wout de Vringer. Omdat drukkerij Adelante, in De Blauwe Aanslag, stopte, moest ik voor de uitnodigingen van de Haagse Rondgang – de maandelijkse kunstwandelroute die tegenwoordig Hoogtij heet – op zoek naar een nieuwe drukker. De Dageraad wilde dat voor het minimale budget wel doen, in standaard A2-formaat op het door mij gewenste krantenpapier. Maar wél heel mooi, vol-zwart gedrukt en zonder dat het over was gezet: dus zonder vlekken op de drukvellen ervoor en erna. Toen wij net begonnen met West, aan het Groenewegje, schuin tegenover De Dageraad, hebben wij gevraagd of ze briefpapier voor ons wilden drukken. Zij hebben dat gratis gedaan, terwijl zij ons nog niet eens zo goed kenden. Ook onze eerste twee catalogi hebben ze voor een vriendenprijs gemaakt. Ik was vanaf het eerste contact onder de indruk van Kees, Marja en Jasper. Ik bewonderde de gedrevenheid, het vakmanschap en de kennis die er van hen uit gingen. Het was een prettig, kleinschalig bedrijf waar iemand rustig rokend zijn werk doet met de radio aan. Je zag meteen hoe De Dageraad in elkaar stak en het bleek dat ik hun werk al kende van boeken zoals Sahel van Willem Diepraam.”
Akiem: “Mijn favoriete boek dat Kees voor ons drukte is De Illusie 1991-2006. Het was eveneens het laatste dat van de persen van De Dageraad rolde. Kees en Marja hebben de exemplaren persoonlijk, in een doorzakkende personenauto, bij ons afgeleverd. Het is een overzicht van alle activiteiten die in vijftien jaar tijd georganiseerd werden in kraakpand De Illusie aan de Casuaristraat. Tegelijkertijd is het, door de verbale en typografische portretten van de mensen die in het gebouw woonden, een heel persoonlijk boek geworden.
90 | 91
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Het moest ook om inhoudelijke redenen door een geloofwaardige drukkerij worden gedrukt. De Dageraad was zo’n bedrijf. Bovendien was het een prima plek voor een dergelijk eigenzinnig ontwerp. Het is gedrukt in vier PMS-kleuren, standaardkleuren die rechtstreeks uit het inktblik komen. Daardoor is het intenser van kleur, ook doordat het niet gerasterd hoeft te worden. Een leuke bijkomstigheid was ook dat De Dageraad de affiches had gedrukt voor de exposities die Barney de Krijger in 1991 in De Illusie organiseerde, waardoor deze cirkel eveneens weer rond werd. Met De Dageraad verdween misschien wel de laatste kleinschalige offsetdrukkerij uit Den Haag.”
De Illusie 1991-2006 Incompleet nietsontziend overzicht Stroom, Den Haag, 2006 22.2 x 58.5 cm
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
92 | 93
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Colofon
Deze publicatie verschijnt bij de tentoonstelling ‘Een Haags drukkersleven, van Delta naar De Dageraad’ van 6 juni t/m 18 juli 2009 bij Heden, locatie Denneweg, Den Haag.
Interviews: Gerrit jan de rook overige teksten en samenstelling: michiel morel en Gerrit jan de rook tekstCorrectie: Annemarie van den Berg ontwerp: Faydherbe/de vringer (wout de vringer) lettertype: Auto 2 van underware (Akiem helmling, bas Jacobs en Sami kortemäki) fotografie: jasper van dam (13) joop van dam (9) Ben Faydherbe (binnenkant omslag) ton martens (binnenkant omslag, 10, 80) studio riquois i.s.m. wout de vringer (43, 47, 51, 55, 59, 63, 67, 71, 75, 79, 83, 87, 91) Gerrit Jan de Rook (19–37) Huug Schipper (binnenkant omslag, 92/93) Wout de vringer (6) dorine de vos (40, 44, 48, 52, 56, 60, 64, 68, 72, 76, 84, 88) Bert van Well (binnenkant omslag) met dank aan: Studio Riquois Marc gijzen (lithografie pagina 9, 63) druk: den haag media groep oplage: 500 exemplaren isbn: ISBN/EAN: 978-90-78203-13-1
94 | 95
negentienzesenzestig—tweeduizendzes
Een Haags drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Eerdere uitgaven in deze serie
1
Dada Den Haag [1999]
2
Gerard Verdijk, vergeten dat je het vergat [2000]
3
Ouborg 100 x [2001]
4
Rinus van den Bosch, buiten noch binnen gewoon [2002]
5
Bob Bonies [2002]
6
Will Leewens, kunstenaar in de luwte [2003]
7
Sedje Hémon, componist van alle kunsten [2003]
8
De betekeningen van Frans Zwartjes [2004]
9
Kunst* in Ypenburg, EGBG – Martijn Engelbregt [2004]
10 Galerie Den Haag, een stijlkamer in het nu [2004] 11 Dirk de Herder en Dolf Kruger, op straat [2005] 12 Eko Nugroho, mooi weer [2005] 13 Aline Thomassen, ik reis in jouw hoofd [2005] 14 Piet Moget [2006] 15 Een bezield dorp? Kunstenaars in Kijkduin tijdens het interbellum [2006] 16 Mella Jaarsma, de meeloper/the follower [2006] 17 Teun Hocks, werk in oplage [2006] 18 De sportfotografie van Robert Collette [2007] 19 Ramon van de Werken [2007] 20 Heden Vinex Ypenburg [2007] 21 Tomas Rajlich [2008] 22 Inta Ruka, Amalias Street 5a [2008] 23 Het masker als intermediair [2008] 24 Jean van Wijk [2008] 25 Piet Dirkx [2009]
© 2009 Heden en auteurs
Heden Denneweg 14 a 2514 CG Den Haag T + 31 70 3465337 www.heden.nl info@heden.nl
Omslag_21_04_09.indd 2
21-04-2009 13:47:48
Een Haags Drukkersleven
Een Haags Drukkersleven
Van Delta naar De Dageraad
Van Delta naar De Dageraad Overzicht
In de loop van de tijd heeft de drukkerij twee namen gekend en was zij op vijf locaties werkzaam. Op 1 juni 1966 werd de commanditaire vennootschap Lithografie en offset drukkerij Delta opgericht op Kikkerstraat 6. Daar werd vooral gedrukt op een eenkleurenAureliapers voor het papierformaat 46 x 64 cm. Op 15 augustus 1969 verhuisde Delta naar Bilderdijkstraat 14-16 en werd de cv omgezet in een nv. De Aurelia verhuisde mee en er werden twee eenkleuren-Heidelbergpersen aangeschaft, een SORK voor het formaat 48 x 65 cm en een KORD 64, voor 46 x 64 cm. In 1972 verhuisde Delta met deze persen naar het dichtbij gelegen adres Vondelstaat 26, waar een tweekleuren-Heidelberg SORMZ – voor 52 x 74 cm – werd toegevoegd. Begin 1977 werd Delta geliquideerd. Eind 1978 werd opnieuw gestart, nu onder de naam De Dageraad, op Van Limburg Stirumstraat 213 met een eenkleurenpers van Dominant voor 46 x 64 cm. In 1985 werd De Dageraad een bv en werd een eenkleuren-Heidelberg MO voor 48 x 65 cm gekocht. In mei 1987 verhuisde de drukkerij met deze persen naar Dunne Bierkade 27 (in het Spinozapoortje). In oktober 2006 werd De Dageraad opgeheven.
Van Delta naar De Dageraad heden
26 Omslag_21_04_09.indd 1
21-04-2009 13:47:32