REGISTER
JEUGDLITERATUUR & GENEESKUNDE
REGISTER
JEUGDLITERATUUR & GENEESKUNDE Dat patiënten en de mensen die hen omringen baatlezen
is genezen
kunnen hebben bij het lezen van boeken over aandoeningen en stoornissen, is bekend. Onderzoeken wezen uit dat fictie zelfs nog meer kan helpen dan non-fictie; de verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat non-fictie doorgaans vertelt óver ziekte en dat fictie ervoor zorgt dat je je ínleeft in iemand die te maken heeft met een kwaal.
Dat het lezen van kinder- en jeugdliteratuur ooklezen
is helpen genezen
artsen, verpleegkundigen, therapeuten en maatschappelijk werkers kan helpen bij het begeleiden van patiënten, is een betrekkelijk nieuw inzicht. Steeds meer mensen ervaren dat het geneeskundig traject zo geïnstitutionaliseerd geraakt is en vaak zo eenzijdig gericht op het oplossen van een medisch probleem, dat de patiënt als mens met zijn persoonlijke omstandigheden en gemoed vrijwel buiten beschouwing wordt gelaten. Bij jeugdige patiënten zelfs nog meer dan bij volwassen patiënten, omdat kinderen (nog) niet altijd bij machte zijn om hun eigen omstandigheden te verwoorden. Zorgverleners komen steeds meer tot het besef dat het lezen van kinder- en jeugdliteratuur voor verrijkende inzichten kan zorgen met betrekking tot jonge patiënten en hun familie, en daaruitvolgend: het behandelingstraject.
Maar wie op zoek gaat naar geschikte kinder- eneen jeugdboeken stuit op een probleem. Het vinden van de juiste titel wordt ernstig bemoeilijkt door het ontbreken van inzicht in het aanbod en het ontbreken van een overzicht. Wie via het internet en bestaande databases speurt naar boeken, treft wel suggestielijsten aan, maar die lijden aan ruwweg drie mankementen: >>> ze zijn te zeer verspreid >>> ze zijn zo onvolledig dat ze niet doelmatig zijn >>> ze maken zelden duidelijk om welke aandoening het gaat.
register ontbreekt
de voorwaarden
Een aantal personen en instanties heeft de handen ineengeslagen om te ijveren voor de totstandkoming van een voor zowel kinderen als volwassenen vrij toegankelijk register dat ten minste aan de volgende voorwaarden dient te voldoen: >>> je moet er boeken in kunnen vinden op verschillende (leeftijds)niveaus >>> je moet boeken kunnen vinden als je op thema (aard van de aandoening) zoekt, maar ook als je op minder specifieke of veelomvattender begrippen zoekt (ziekenhuisopname, stervensbegeleiding, rouw, broers en zusjes) >>> je moet bij een gevonden titel kunnen beoordelen of het boek vooral geschikt is voor lezing door kinderen, of dat het ook van toegevoegde waarde is voor ouders en zorgverleners.
www.leesjebeter.nl
Om het register te realiseren moet ĂŠĂŠn en ander in kaart worden gebracht, beoordeeld, gerubriceerd en onderhouden. Dat gaat in de komende periode gebeuren. Het is daarbij van groot belang dat tips worden aangereikt: wie een boek kent dat in het register thuishoort, wordt van harte uitgenodigd daarvan melding te maken maken op leesjebeter.nl. Verstrek indien mogelijk de volgende gegevens: >>> auteur, titel, uitgever, jaar van uitgave, ISBN >>> de aandoening die aan de orde komt; gaat het niet om een specifieke aandoening, omschrijf dan kort en bondig symptomen en kenmerken >>> voor welke leeftijdscategorie is het boek bedoeld? >>> waarom hoort dit boek volgens u in het register thuis? Maar ook andere vormen van ondersteuning zijn zeer welkom!
wie
Deze instanties en personen bepleiten de totstandkoming van een Register/Databank/Database Jeugdliteratuur & Geneeskunde en zetten zich ervoor in: Nederlands Letterenfonds, Stichting Lezen, Agnes Vogt senior beleidsmedewerker kinder- en jeugdboeken Nederlands Letterenfonds, Irina Snoeck kinderneuroloog, Helma van Lierop hoogleraar jeugdliteratuur, Mirjam Noorduijn journalist, Frans Meulenberg onderzoeker literatuur en geneeskunde, Maarten Dessing journalist, Ted van Lieshout schrijver, dichter, tekenaar, grafisch ontwerper
Contact
leesjebeter@letterenfonds.nl
maandagen
Ik wil je niet verraden, maar je ging dood, hè? Je ging zonder mij te zeggen waarheen en waarom. En ik moest toch gewoon doorgaan met leven, wat ik ook wou. Maar pap, toen je stierf was je waarschijnlijk vergeten dat wij op maandagen samen met de auto naar het ziekenhuis reden en dat we altijd met zijn tweetjes naar binnen gingen. En dat we dan naar elkaar zwaaiden, want jij liep naar rechts de gang in vanwege je hart, en ik ging linksaf voor mijn prik tegen de astma. Want zo was het tussen ons afgesproken: dat we samen pijn gingen halen. Een soort gezellig. Maar toen ging je dood. Voortaan moest ik alléén. Mam heeft mij de eerste keren wel gebracht omdat ik pas acht was, maar moet je horen: ze bleef doodleuk in de auto zitten met een boekje! Ze ging niet mee naar binnen zoals jij. Ze snapte ons niet. Moest ik helemaal alleen het ziekenhuis in en alleen is pijn veel erger. En na een paar keer moest ik al op de fiets en bleef ze zelf lekker thuis. En pap, toen voelde ik me toch zo verraden! Voortaan moest ik alleen naar het ziekenhuis en naar de apotheek en o, dat kwam omdat jij mij in de steek gelaten had. Pap, toen je gestorven was, moest ik van mam alles alleen, want ze slaapt in de ochtend liever uit, hè? Ik moet altijd, altijd en overal en altijd alles altijd maar alleen. Ik vind het niet erg dat je bent gestorven, maar je hebt me toen wel verschrikkelijk alleen gelaten, hè? Al weet ik dat het niet expres was dat je bent doodgegaan.
tekst & ontwerp: ted van lieshout maandagen Š ted van lieshout uit: hou van mij (leopold 2009)