enkele pagina's uit ROND VIERKANT VIERKANT ROND

Page 1

33


34


35


36


Mevrouw is aangetroffen op een rode paddenstoel met witte stippen, terwijl ze kabouters aan het lokken was. Als een kabouter op haar avances inging, nam ze hem mee de struiken in en keerde na een minuut of tien weer terug om opnieuw plaats te nemen op de paddenstoel. Vervolgens lokte ze dan weer een andere kabouter. Gevraagd naar wat zij daar precies deed antwoordde mevrouw dat zij kaboutster-van-plezier is en op die manier haar boterham verdient. Wij weten niet of dat mรกg. Wij hebben alle sprookjes erop nagekeken, maar nergens zijn wij een situatie tegengekomen waarin iets dergelijks aan de orde is. Zelfs het opmaken van een proces-verbaal bleek ingewikkeld, want wij kunnen kiezen uit de opties kabouter en dwerg, maar er staat niks bij over een vrouwelijke variant. Is een vrouwelijke kabouter, zoals mevrouw zegt, een kaboutster, of moet het kabouterin zijn? Kabouterien? Kabouteres of misschien zelfs kabouteresse? Het is dwerg-dwergin, en in het verlengde daarvan zou het dus kabouter-kabouterin zijn, maar er zijn tal van voorbeelden waarbij het anders is. Omdat we er niet uit kwamen, hebben we mevrouw noodgedwongen heen moeten zenden en naar verluidt staat ze gewoon weer in het bos kabouters te lokken. 37


De dame voor het raam Ik fiets naar huis. Mijn aandacht wordt getrokken door een raam. Er schijnt rood licht door naar buiten. Ik kijk opzij. Binnen zit, pal achter het glas, een mevrouw met een soort badpak aan. Het is een juffrouw die voor geld met mannen naar bed gaat. Ik schrik. Niet van die prostituee, maar van dat ik gekeken heb. Ik kom wel vaker langs huizen waar vrouwen door het raam mannen naar binnen proberen te lokken, maar dan kijk ik expres recht voor me uit, omdat ik niet wil dat andere mensen denken dat ik graag bij die dames naar binnen kijk. Ik fiets gauw verder. Maar er zit ineens een zin in mijn hoofd die er niet meer uit wil: Er zit een dame voor het raam met enkel een badpak aan. Jammer dat het niet echt rijmt, denk ik. En jammer dat je een beetje struikelt als je die zin zegt. Dat komt door dat badpak! Weet je wat? Ik verzin gewoon iets anders: Er zit een dame voor het raam met enkel oorbellen aan. Nee, ook niet goed. Er zit een dame voor het raam met enkel wollen wanten aan. Ik schiet meteen in de lach, want het is een grappig beeld: een blote mevrouw met wanten aan. – Hoe kan het dat je taal 38


grappig kunt maken door met woorden te schuiven? Er zit een dame voor het raam met enkel wollen wanten aan. klinkt grappig, maar het volgende eigenlijk niet: Er zit een mevrouw voor het raam die alleen maar wanten aanheeft.

Het tweede dat de zin grappig maakt is het rijm. Nou ja, het rijmt niet helemaal, want op raam rijmt alleen een ander woord dat eindigt op aam, maar als de klinkers dezelfde zijn mag het tóch rijm heten: klinkerrijm of halfrijm. Het is nog een heel eind fietsen, dus ik heb tijd genoeg om een écht rijmwoord te verzinnen. Ik bedenk er wat bij: Daar in dat huis met die cyclaam, daar zit een dame voor het raam met enkel wollen wanten aan.

Er zijn twee dingen die daarvoor zorgen. Het eerste is ritme: Er zit een dame voor het raam met enkel een badpak aan. In deze zin zit een hikje. Het ritme van om en om een onbeklemtoonde en beklemtoonde lettergreep slaat een keer over, waardoor je de regel niet meer kunt zeggen alsof je hem ook kunt zingen. Ik kan dat wel verbeteren door er een woord tussen te zetten: Er zit een dame voor het raam met enkel maar een badpak aan. Maar het woord badpak zelf klinkt ook niet fijn. Dat komt doordat het eigenlijk uit lettergrepen bestaat die allebéí beklemtoond zijn. Daarom vind ik wollen wanten beter: Er zit een dame voor het raam met enkel wollen wanten aan.

Maar nu rijmt er nog steeds niets op aan, dus er komt een vierde regel bij: Daar in dat huis met die cyclaam waar mannen steeds naar binnen gaan daar zit een dame voor het raam met enkel wollen wanten aan. Tja, wel aardig, maar die cyclaam zit me dwars. Die plant stond er in het echt helemaal niet. Ik heb hem er alleen maar bij verzonnen omdat ik geen beter rijmwoord weet bij raam. Maar je mérkt meteen dat er sprake is van rijmdwang (dat is als je gedwóngen wordt een bepaald rijmwoord te gebruiken bij gebrek aan een andere mogelijkheid). Kan ik niets anders bedenken? Er zijn verkeersborden te zien en aan de gevels is veel lichtreclame gemonteerd... Als ik thuiskom is het gedicht nog steeds niet af, want er is ook nog iets anders waar ik over pieker: zit in mijn gedicht die mevrouw nou vóór het raam of eráchter? 39


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.