Voorwoord
Met zekere regelmaat sla ik aan het vlechten. Niet zozeer het eindresultaat maar begrijpen hoe vlechten in elkaar steken en het ontwerpen van nieuwe vlechten blijft mij boeien. Dit is een greep uit de verschillende vlechten die ik in de loop der tijd heb bedacht. Ik heb er geen studie van gemaakt en dan ook geen idee in hoeverre ze origineel zijn. Verder heb ik verschillende ideeën en methodes op papier gezet die ik mij helpen bij het ontwerpen van nieuwe vlechten. Overigens heb ik hierbij, niet gehinderd door enige kennis, allerlei begrippen geïntroduceerd die hoogstwaarschijnlijk niet tot het jargon behoren. Het is echter niet nodig deze theorie te lezen, met de instructies aan het begin van de hoofdstukken over plat en rond vlechten is vrijwel iedere vlecht direct te maken met alleen de vlechttabel. Een laatste opmerking is dat ik mij heb beperkt tot vlechten met de hand, dus zonder hulpmiddelen zoals vlechtkaarten of –tafels. Het zijn alle vlakke vlechtwerken, ze worden gevlochten in een tweedimensionaal vlak. Dit is echter nauwelijks een beperking gebleken, bewijzen hiervoor zijn de grote verscheidenheid aan ontwerpen en de vele mogelijkheden die ik nog voorzie. Ik hoop dat deze verzameling de lezer veel plezier, ontspanning en inspiratie geeft. Paulus, maart 2013
Plat Vlechten No: 1 – Vijf Strengs Platte Vlecht Als eerste volgt hier een uitleg van plat vlechten aan de hand van een 5-strengs vlecht. – Knoop vijf strengen aan de bovenkant aan elkaar en bevestig dit evt. aan een vast punt. – Verdeel de strengen in twee platte bundels, 3 strengen links, 2 strengen rechts. Neem de linkerbundel in de linkerhand, de rechterbundel in de rechterhand. – Geef elke streng nu een cijfer of letter 1) Stap 1: – Breng de linkerstreng van de linkerhand (streng 1) over streng 2, onder streng 3, naar het midden en plaats deze aan de linkerkant van de rechterbos: positie (c). – De strengen worden hernummerd. De linkerstreng in de linkerhand was nummer 2, krijgt nu weer nummer “1”, etc. Let op, dit hernummeren gebeurt altijd na iedere stap. Stap 2: – Breng de rechterstreng (streng a) naar het midden: over streng b, onder streng c, en plaats deze aan de rechterkant van de linkerbos: positie (3). – Hernummer. – Herhaal de stappen 1 en 2 totdat de vlecht de gewenste lengte heeft. 1)
De strengen krijgen een cijfer of letter, afhankelijk van de positie van de streng. Dit is te zien is op de tekening: de linkerstreng in de linkerhand krijgt nummer “1”, die daarnaast nummer “2”, etc. Op vergelijkbare manier krijgt de rechterstreng in de rechterhand de letter “a”, de volgende de letter “b”, etc. De eerstvolgende vrije positie naast elke bundel wordt aangeduid met een cijfer of letter tussen haakjes, in dit geval (c) en (3).
Plat Vlechten In tabelvorm ziet dit er als volgt uit:
Tabel 1 1 (3L/2R) 2 (2L/3R)
1 ^
2 2
3 *
c * -
b
a
b
^
Elke rij is een vlechtstap. In de eerste kolom staat het stapnummer en tussen haakjes het aantal strengen in linker- respectievelijk rechterhand bij de start van die vlechtstap. Het symbool “^” geeft aan met welke streng gewerkt wordt ofwel de actieve streng. Staat er een cijfer of letter in een vakje betekent dit over betreffende streng, staat er een streepje dan onder de streng. Met het symbool “*” wordt aangegeven waar de actieve streng na de stap komt te liggen. Het laatste onderdeel is de groene tekening; het “Diagram”. Dit is de dwarsdoorsnede van de vlecht. De lijnen geven het pad aan waarlangs de strengen van de vlecht zich bewegen. Dit zal verderop in dit boek hopelijk duidelijker worden.
De tabel is een eenvoudig maar belangrijk onderdeel van dit boek. Als je de tabel kunt lezen kan je vrijwel alle vlechten in dit boek te maken (alleen die in hoofdstuk "Vlechten met Randeffect" vragen wat extra techniek). De basis van de tabel is nu beschreven, verder in het boek komen gaandeweg nog enkele uitbreidingen: - De techniek van het Rond Vlechten: No: 10, - Symbolen boven de tabel voor strengen uit dezelfde groep: No: 32, - De letters "L" en "R" voor een draaiing: No: 36 en 37, - De letter "S" voor Swap of wissel: No: 109.
Plat Vlechten No: 2 – Ridge Door op een bepaalde plaats in de vlecht de strengen over en onder meerdere strengen te laten kruisen vertoond de vlecht op die plaats een verdikking. Dit kan bijvoorbeeld langs de randen zoals de volgende vlecht.
Tabel 2 1 (4L/3R) 2 (3L/4R)
1 ^
2 2
3 3
4 4 *
d * d
c
b
a
c
b
^
Plat Vlechten No: 3 - Platte Vlecht met Visgraatmotief Bij de eerste vlecht van dit hoofdstuk kruist een streng telkens over en onder ĂŠĂŠn streng. Bij de volgende 9-strengs vlecht kruist elke streng telkens over 2 strengen en vervolgens onder 2 strengen. De kruisingen van dit vlechtwerk liggen veel dichter bij elkaar dan de voorgaande vlecht en het resultaat is veel compacter. Dit patroon heet een visgraatmotief.
Tabel 3 1 (5L/4R) 2 (4L/5R)
1 ^
2 2
3 3
4 -
5 *
e * -
d
c
b
a
-
c
b
^
Plat Vlechten No: 4 – Platte Vlecht met Even Aantal Strengen Platte vlechten worden vaak gemaakt met een oneven aantal strengen maar zijn net zo gemakkelijk te maken met een even aantal strengen. Hier volgt een vlechtwerk met even aantal strengen en een verdikt midden.
Tabel 4 1 (3L/3R) 2 (2L/4R)
1 ^
2 2
3 *
d * d
c
b
a
c
-
^
Plat Vlechten No: 5 - Asymmetrische Vlecht Vele patronen zijn mogelijk, hoe groter het aantal strengen hoe meer opties. Het ontwerp van een vlecht hoeft niet symmetrisch te zijn, hier volgt een asymmetrisch voorbeeld.
Tabel 5 1 (5L/2R) 2 (4L/3R)
1 ^
2 -
3 -
4 -
5 5 *
c * c
b
a
-
^
Plat Vlechten No: 6 – Double Bar In het midden van het volgende ontwerp lopen de strengen in paren over elkaar. Omdat het patroon in de lengterichting pas na 4 rijen kruisingen herhaald wordt, zijn 4 vlechtstappen nodig.
Tabel 6 1 (4L/4R) 2 (3L/5R) 3 (4L/4R) 4 (3L/5R)
1 ^ ^
2 -
3 3 3
4 * 4 *
e * e * e
d
c
b
a
d
-
b
^
-
-
b
^
Plat Vlechten No: 7 - “Twill” vlechtwerk Een mooie voortzetting van de voorgaande vlecht is het volgende “Twill” vlechtwerk.
Tabel 7 1 (5L/5R) 2 (4L/6R) 3 (5L/5R) 4 (4L/6R)
1 ^ ^
2 2 2
3 3 3
4 -
5 * *
f * * f
e
d
c
b
a
-
-
c
b
^
-
-
c
b
^
Plat Vlechten No: 8 – Platte Bubbles De mogelijkheden voor platte vlechten zijn groot. Inspiratie voor deze vlecht kwam van de rondvlecht ‘Bubbles’ (No: 14).
Tabel 8 1 (6L/6R) 2 (5L/7R) 3 (6L/6R) 4 (5L/7R)
1 ^ ^
2 2
3 3 -
4 4 -
5 -
6 * 6 *
g * g * -
f
e
d
c
b
a
f
-
-
-
b
^
-
-
d
c
-
^
Plat Vlechten No: 9 - Fake Ter afsluiting van dit hoofdstuk volgt hier een bijzonder patroon. Als je de stappen netjes volgt lijkt het resultaat een mooie vlecht. Met enkele ferme rukken valt deze echter uit elkaar in twee samengeslagen bundels. Deze vlecht komt uit The Ashley Book of Knots, voor mij een grote bron van inspiratie. Bij dit vlechtwerk met even aantal strengen is ervoor gekozen om niet om en om, maar steeds twee maal vanuit dezelfde hand te vlechten. Hierdoor zijn de handelingen links en rechts symmetrisch wat aanzienlijk eenvoudiger vlecht. Dit principe heb ik verder niet toegepast maar kan je bij veel meer vlechten gebruiken.
Tabel 9 1 (3L/1R) 2 (2L/2R) 3 (1L/3R) 4 (2L/2R)
o
+
o
1 ^ ^
2 2 2 *
3 3 x *
+
c * c x
b *
a
b b
^ ^
Rond Vlechten No: 10 – Acht Strengs Rondvlecht met Visgraatmotief Het maken van een rondvlecht gaat vrijwel op dezelfde manier als een platte vlecht. Hier volgt de uitleg van een 8-strengs rondvlecht met visgraatmotief. – Knoop acht strengen aan de bovenkant aan elkaar. – Verdeel de strengen in twee platte bundels, 4 strengen links, 4 strengen rechts. – Neem de linkerbundel in de linkerhand, de rechterbundel in de rechterhand. – Nummer de strengen zoals bij een platte vlecht (No: 1). Stap 1: – Breng de linkerstreng (streng 1) eerst naar onderen en vervolgens achterlangs, helemaal naar de rechterzijde. Haal hem onder streng a en b, over streng c en d, en plaats deze aan de rechterkant van de linkerbos: positie (5). Stap 2: – Breng de rechterstreng (streng a) eerst naar onderen en vervolgens achterlangs, helemaal naar de linkerzijde. Haal hem onder streng 1 en 2, over streng 3 en 4, en plaats deze aan de linkerkant van de rechterbos: positie (e). – Herhaal de stappen 1 en 2 totdat de vlecht de gewenste lengte heeft.
Rond Vlechten In tabelvorm ziet dit er als volgt uit:
Tabel 10 1 (4L/4R) 2 (4L/4R)
1 ^ -
2 -
3 3
4 4
d d
c c
b -
a ^
op (5) op (e)
De naam rondvlecht duidt meer op het principe van vlechten dan de uiteindelijke vorm. Bij een rondvlecht bewegen de afzonderlijke strengen niet heen en weer binnen een vlecht maar draaien twee groepen strengen tegengesteld rond. Deze vlecht heeft een vierkante vorm.
Rond Vlechten No: 11 - Smoker Hier volgen acht voorbeelden van rondvlechten met 8 strengen. Dit aantal ligt lekker in de hand, geeft vele ontwerpmogelijkheden en de strengen blijven al snel goed op hun plaats liggen.
Tabel 11 1 (4L/4R) 2 (4L/4R) 3 (4L/4R) 4 (4L/4R)
1 ^ 1 ^ -
2 2 2
3 3
4
d d
c -
b -
-
-
b
4
a a ^ ^
op (5) op (e) op (5) op (e)
Rond Vlechten No: 12 – 22/13
Tabel 12 1 (4L/4R) 2 (4L/4R) 3 (4L/4R) 4 (4L/4R)
1 ^ ^ -
2 2 -
3 3 3
4
d d
c c
b -
d
-
-
4
a ^ a ^
op (5) op (e) op (5) op (e)
Rond Vlechten No: 13 - Randevou
Tabel 13 1 (4L/4R) 2 (4L/4R) 3 (4L/4R) 4 (4L/4R)
1 ^ 1 ^ 1
2 2
3 3 -
4
d d
c c
b -
d
-
b
4 -
a ^ a ^
op (5) op (e) op (5) op (e)
Rond Vlechten No: 14 – Bubbles
Tabel 14 1 (4L/4R) 2 (4L/4R) 3 (4L/4R) 4 (4L/4R)
1 ^ 1 ^ 1
2 2
3 -
4
d d
c c
b -
d
-
-
4 -
a ^ a ^
op (5) op (e) op (5) op (e)
Rond Vlechten No: 15 – Tic-Tac
Tabel 15 1 (4L/4R) 2 (4L/4R) 3 (4L/4R) 4 (4L/4R)
1 ^ ^ -
2 2
3 3 3
4
d -
c -
b b
-
c
b
-
a ^ ^
op (5) op (e) op (5) op (e)
Rond Vlechten No: 16 – Cought
Tabel 16 1 (4L/4R) 2 (4L/4R) 3 (4L/4R) 4 (4L/4R)
1 ^ ^ 1
2 2 -
3 3 -
4
d d
c -
b -
-
c
b
4
a a ^ ^
op (5) op (e) op (5) op (e)
Rond Vlechten No: 17 – Duplo
Tabel 17 1 (4L/4R) 2 (4L/4R) 3 (4L/4R) 4 (4L/4R)
1 ^ 1 ^ 1
2 2
3 3
4
d d
c c
b b
d
-
-
4 -
a ^ a ^
op (5) op (e) op (5) op (e)
Rond Vlechten No: 18 - Aar Hier een laatste voorbeeld van een rondvlecht met 8 strengen
Tabel 18 1 (4L/4R) 2 (4L/4R) 3 (4L/4R) 4 (4L/4R) 5 (4L/4R) 6 (4L/4R)
1 ^ ^ ^ -
2 2
3 3 3
4
d d
c -
b -
d
c
-
d
c
b
4 4 4
a ^ ^ ^
op (5) op (e) op (5) op (e) op (5) op (e)
Rond Vlechten No: 19 – Peekaboo Bij de voorgaande vlechten van 8 strengen herhaalde het patroon zich twee maal aan de omtrek. De mogelijkheden worden zeer groot als het patroon zich na 8 kolommen herhaald. Dit betekend dat bij een vlecht van acht strengen het patroon slechts 1 maal voorkomt. Deze en de volgende zijn slechts drie voorbeelden. De foto toont ‘voor’- en ‘achter’ zijde van de vlecht.
Tabel 19 1 (4L/4R) 2 (4L/4R) 3 (4L/4R) 4 (4L/4R)
1 ^ 1 ^ -
2 3
3 3 4
4
d d
c c
b -
d
-
b
4 -
a ^ a ^
op (5) op (e) op (5) op (e)
Rond Vlechten No: 20 – Slant Net als voorgaand ontwerp, een patroon dat zich na 8 kolommen herhaald.
Tabel 20 1 (4L/4R) 2 (4L/4R) 3 (4L/4R) 4 (4L/4R)
1 ^ ^ 1
2 2 2
3 3 -
4
d -
c c
b b
d
-
-
4
a a ^ a ^
op (5) op (e) op (5) op (e)
Rond Vlechten No: 21 - Grote Aar Deze vlecht is niet erg stabiel maar heb ik vanwege het aparte patroon wel opgenomen. Ik tel de vlechtstappen mee tijdens het vlechten om de draad niet kwijt te raken.
Tabel 21 1 (4L/4R) 2 (4L/4R) 3 (4L/4R) 4 (4L/4R) 5 (4L/4R) 6 (4L/4R) 7 (4L/4R) 8 (4L/4R) 9 (4L/4R) 10 (4L/4R)
1 ^ ^ ^ 1 ^ 1 ^ -
2 2 -
3 -
4
d d
c -
b b
d
-
-
d
-
-
d
-
-
d
-
-
4 4 4 4 4
a a ^ a ^ ^ ^ ^
op (5) op (e) op (5) op (e) op (5) op (e) op (5) op (e) op (5) op (e)
Rond Vlechten No: 22 - Spiral Bij het volgend ontwerp verschuift het patroon diagonaal. Het resultaat is een vlecht met een mooie spiraal. Het patroon herhaald zich in de lengterichting pas na 10 rijen kruisingen. Normaal gesproken zouden dus 10 vlechtstappen nodig zijn. Door twee maal achter elkaar met een streng uit de rechterhand te vlechten zijn drie stappen voldoende. De vlecht moet wel de gelegenheid krijgen om te draaien tijdens het vlechten om de spoed van de linker en rechtergroep gelijk te houden. Bij elk patroon kan je alternatieve vlechtstappen kiezen. De linker- en rechterzijde van de strook kruisingen die je met de vlechtstappen meeneemt dienen wel op elkaar te passen, het vlechtpatroon moet doorlopen. Deze strook kan je namelijk zien als een opengeslagen cilinder waarvan de zijden aan de achterzijde van de rondvlecht op elkaar aansluiten.
Tabel 22 1 (5L/5R) 2 (5L/5R) 3 (5L/5R)
1 ^ -
2 2 -
3 3
4 -
5 5 5
e e
d d
c c
b -
a ^ ^
op (6) op (f) op (f)
Rond Vlechten No: 23 - Overgang van Patronen Door het uittekenen van het vlechtschema is het mogelijk een verloop te maken van het ene naar het ander vlechtpatroon. In het volgend voorbeeld is een stuk vlechtwerk opgenomen wat bestaat uit twee losse 4-strengs vlechtwerken over elkaar heen. Omdat het zich tussen twee delen stabiel 8-strengs rondvlecht bevindt blijven alle strengen toch op hun plaats liggen. Op deze manier kan je een ontwerp maken waarbij het ene patroon overgaat naar een ander patroon. Kies het punt van overgang in de patronen wel zodanig dat er geen strengen zijn die over of onder teveel strengen lopen. Drie is zo’n beetje het maximum. Soms lukt dit niet direct en is een overgangsstuk nodig van 1 of 2 rijen tussen de twee patronen met zorgvuldig gekozen kruisingen. Zie ook No: 47 voor een eenvoudiger voorbeeld.
Tabel 23 Visgraat (Herhaal stap 1 en 2 tot 1 (4L/4R) de gewenste lengte is bereikt) 2 (4L/4R) 3 (4L/4R) Overgangstuk 4 (4L/4R) 5 (4L/4R) 6 (4L/4R) 7 (4L/4R) Vlechtwerk over vlechtwerk (herhaal stap 7 t/m 10 b.v. 4 8 (4L/4R) maal) 9 (4L/4R) 10 (4L/4R) 11 (4L/4R) Overgangstuk 12 (4L/4R) Visgraat(herhaal stap 13 en 14 13 (4L/4R) tot de gewenste lengte is bereikt) 14 (4L/4R)
1 ^ ^ ^ ^ ^ 1 ^ ^ -
2
3
4
-
3
4
-
3
-
-
3
4
2
-
-
2 -
3 3 3
d d
c c
b -
d
c
-
d
c
-
-
-
-
d
c
b
d
-
-
d
c
-
4 4 4
a ^ ^ ^ a ^ ^ a ^ ^
op (5) op (e) op (5) op (e) op (5) op (e) op (5) op (e) op (5) op (e) op (5) op (e) op (5) op (e)
Asymmetrisch Rond Vlechten No: 24 – Platte Rondvlecht De rondvlechten uit het vorige hoofdstuk waren alle symmetrisch. Symmetrisch wil zeggen dat een gelijk aantal strengen links- en rechtsom draait ofwel een gelijk aantal strengen in de linker en rechtergroep. Het aantal strengen dat links- en rechtsom draait hoeft niet gelijk te zijn maar mag ook verschillen. Dit heeft invloed op de dwarsdoorsnede van de vlecht. Platte, driehoekige en vierkante vormen zijn mogelijk. Deze eenvoudige vlecht heeft een platte doorsnede.
Tabel 24 1 (4L/2R) 2 (4L/2R)
1 ^ -
2 -
3 3
4 -
b b
a ^
op (5) op (c)
Asymmetrisch Rond Vlechten No: 25 – Driehoek Bij de volgende vlecht draaien drie strengen rechtsom en 6 strengen linksom. Het resultaat is een mooie driehoekige vlecht.
Tabel 25 1 (6L/3R) 2 (6L/3R)
1 ^ -
2 -
3 3
4 -
5 -
6 6
c c
b b
a ^
op (7) op (d)
Asymmetrisch Rond Vlechten No: 26 – Grote Driehoek Dit is een voortzetting van de vorige driehoek waarbij nu over en onder 3 in plaats van 2 strengen gesprongen wordt. Deze vlecht behoudt wat moeilijk zijn vorm, het is mooi om daarom achteraf strengen in de cellen van 3 en eventueel de kern te rijgen. Dit wordt uitvoeriger behandeld bij No: 30.
Tabel 26 1 (9L/3R) 2 (9L/3R)
1 ^ -
2 -
3 -
4 4
5 -
6 -
7 -
8 8
9 -
c c
b b
a ^
op (10) op (d)
Asymmetrisch Rond Vlechten No: 27 – Twee/Twee Driehoek Deze vlecht heb ik opgenomen vanwege het inzicht dat hij kan verschaffen. Hoewel alle cellen 2 strengen bevatten heeft deze asymmetrische vlecht een driehoekige vorm. Deze vlecht is, net als No: 30, gebaat bij een 3-strengs samengeslagen kern.
Tabel 27 1 (9L/3R) 2 (9L/3R)
1 ^ 1
2 -
3 -
4 4
5 5
6 -
7 -
8 8
9 9
c c
b b
a ^
op (10) op (d)
Asymmetrisch Rond Vlechten No: 28 – Asymmetrische Visgraat Net als voorgaande vlecht is deze vlecht “food for thought”. In het schema heb ik extra informatie ingetekend om e.e.a. te verduidelijken en als hulpmiddel om zelf asymmetrische schema’s te tekenen. Het ontwerp is een visgraatpatroon, ofwel elke streng kruist telkens over 2 strengen en vervolgens onder 2 strengen. Een asymmetrisch ontwerp blijkt mogelijk waarbij elke streng in 1 rondgang over 2, onder 2, over 2 en tenslotte onder 2 strengen kruist. Iedere streng kruist in 1 rondgang namelijk in totaal 5+3=8 strengen.
Tabel 28 1 (5L/3R) 2 (5L/3R)
1 ^ -
2 -
3 3
4 4
5 -
c c
b -
a ^
op (6) op (d)
Asymmetrisch Rond Vlechten No: 29 – Asymmetrische Spiraal Een aardig ontwerp met spiraalvorm. Deze vlecht heeft een kern nodig, hoe je dit kan doen is te zien bij de volgende vlecht.
Tabel 29 1 (7L/3R) 2 (7L/3R) 3 (7L/3R) 4 (7L/3R)
1 ^ ^ -
2 2 -
3 -
4 4
5 -
6 6 -
7
c -
b b
c
b
-
a a ^ ^
op (8) op (d) op (8) op (d)
Asymmetrisch Rond Vlechten No: 30 - Vierkant met Kern Bij het volgend vierkant vlechtwerk liggen zoveel strengen in de omtrek dat het vlechtwerk “hol� wordt en zijn vorm niet meer goed vasthoud. De vorm blijft alleen mooi als als een kern wordt opgenomen in de vlecht. Dit kan achteraf gebeuren maar ook tijdens het vlechten. Dit is vrij eenvoudig. Leg bij de start de kern midden tussen de linker en rechter bundels. Tijdens het vlechten draaien de strengen dan om de kern. Dus de actieve streng steekt onder de kern naar de bundel aan de andere kant. Gaat volgens tabel over en onder de strengen en keert vervolgens over de kern terug naar de binnenzijde van de bundel waar hij was gestart. Ik gebruik voor deze vlecht drie samengeslagen strengen voor de kern.
Tabel 30 1 (8L/4R) 2 (8L/4R)
1 ^ -
2 -
3 3
4 -
5 -
6 6
7 -
8 -
d -
c c
b b
a ^
op (9) op (e)
Vlechten met Omkeringen en Draaiingen No: 31 – Loop Tot nu toe keerden de strengen aan de buitenkant van de vlecht van richting. In dit hoofdstuk staan vlechten waarvan de strengen binnen het patroon van richting veranderen (een omkering) en twee strengen die om elkaar draaien waarbij beide van richting wisselen (een draaiing). Een manier van vlechten die ik niet behandel is het hand- en vingerlus vlechten (loop manipulations). Bij deze techniek wordt gewerkt met lussen die om de vingers dan wel de handen worden geplaatst. Een mooie techniek die het mogelijk maakt eenvoudig grote aantallen strengen te hanteren. Omdat de strengen in lussen ofwel paren worden gevlochten levert dit karakteristieke patronen van elkaar doorkruisende paren. Deze vlecht heeft zo'n patroon maar wordt op de “gewone” manier gevlochten. Let op, bij deze en meer vlechten in dit hoofdstuk wordt niet altijd met de buitenste streng gevlochten. Bij stap 1 en 3 van deze vlecht is de één na buitenste de actieve streng!
Tabel 31 1 (6L/4R) 2 (5L/5R) 3 (4L/6R) 4 (5L/5R)
1 ^
2 ^ 2
3 3
4 -
5 *
6 x *
f * x
e *
d
c
b
a
-
-
c
^ b
^
Vlechten met Omkeringen en Draaiingen No: 32 – Winglets Bij de tabel van deze vlecht is bovenin een nieuwe rij opgenomen met symbolen. Gelijke symbolen geven de posities van strengen die bij stap 1 bij dezelfde groep horen. Dezelfde groep heeft betrekking op de constructie van de vlecht, bijvoorbeeld alle strengen die linksom draaien. In de diagrammen zijn ze te herkennen als afzonderlijke banen. Voor de duidelijkheid hebben deze in dit diagram de kleuren rood en blauw. Als je een vlecht voor een eerste keer maakt geeft het houvast om de verschillende groepen verschillende kleuren te geven. Het maakt het eenvoudiger de strengen op volgorde te houden. Verder is het een goede controle of je geen fout hebt gemaakt want voor stap 1 moeten de strengen telkens in gegeven groepen liggen. Tenslotte levert het vaak een mooi gekleurde vlecht.
Tabel 32 1 (5L/3R) 2 (4L/4R) 3 (3L/5R) 4 (4L/4R)
+
o
+
o
+
1
2 ^ -
3 3 -
4 4 *
5 x
^
*
e * x
+
o
+
d *
c
b
a
d
c -
^ -
^
Vlechten met Omkeringen en Draaiingen No: 33 - Plop Deze vlecht met omkeringen wordt op een bijzondere manier gemaakt. Er wordt alleen gevlochten met de buitenste strengen (streng 1 en a). Na het vlechten moeten de strengen echter nog op de juiste plek gelegd worden. De buitenbochten van een aantal strengen moeten nog naar binnen verplaatst worden. Het is lastig uit te leggen, het is een kwestie van doen.
Tabel 33 1 (3L/3R) 2 (2L/4R) 3 (3L/3R) 4 (2L/4R)
1 ^ ^
2 -
3 3 * *
d * * -
c
b
a
-
-
^
c
b
^
Vlechten met Omkeringen en Draaiingen No: 34 – Special Evenals bij voorgaande vlecht moeten bij deze vlecht de strengen na het vlechten nog op de juiste plek gelegd worden. Het levert uiteindelijk een fraaie acht-strengs vlecht met omkeringen.
Tabel 34 1 (4L/4R) 2 (3L/5R) 3 (4L/4R) 4 (3L/5R)
1 ^ ^
2 -
3 3 -
4 4 * 4 *
e * e * -
d
c
b
a
d
-
-
^
d
c
-
^
Vlechten met Omkeringen en Draaiingen No: 35 - Twins Bijzonder aan deze vlecht is dat de strengen bij stap 1 en 3 niet naar de andere hand worden verplaatst maar naar de binnenzijde van dezelfde hand! Het is bij deze vlecht nogal lastig om de strengen tijdens het vlechten op de goede positie te houden.
Tabel 35 1 (4L/3R) 2 (4L/3R) 3 (3L/4R) 4 (3L/4R)
#
+
#
+
1 ^ ^
2 2 -
3 3
4 4 *
5 * x
o
#
o
e
d
c
b
a
* x
* d
c
b -
^ ^
Vlechten met Omkeringen en Draaiingen No: 36 - Wrought Mat Dit is een variatie van de Wrought Mat. Hoewel je kunt beargumenteren dat het geen vlecht is komen in ieder geval de draaiingen duidelijk naar voren. Hierbij draaien twee strengen om elkaar en wisselen daarbij beide van richting. Het vlechten gebeurt hoofdzakelijk vanuit je linkerhand. Start bij deze vlecht met stap 1 t/m 4 en herhaal vervolgens alleen stap 4 om de vlecht langer te maken. Het vlechten gaat bij draaiingen anders. Normaal gesproken vlecht je bij iedere stap met ĂŠĂŠn actieve streng, nu echter ga je na een draaiing verder met een volgende streng. Bijvoorbeeld, bij stap 4 start streng 8 als actieve streng, gaat over 7, onder 6 en draait vervolgens rechts ( R ) om streng 5. Vervolgens gaat streng 5 verder onder 4 en draait rechts om streng 3. Vervolgens gaat streng 3 verder onder 2, over 1 en komt geheel links te liggen. Voor gevorderden: je kunt er voor kiezen om eerst een driestrengs vlecht te maken voor de linkerkant en die te gebruiken om de overige strengen hier tijdens het vlechten op te fixeren. Tenslotte is het goed om de strengen steeds een klein beetje torsie te geven om te voorkomen dat het eindresultaat gaat torderen.
Tabel 36 1 (8L) 2 (8L) 3 (8L) 4 (8L)
(0) * * * *
1 1 1 1 1
2 ^ -
3
4
5
6
7
8
R R R
^ -
R R
^ -
7
^
Vlechten met Omkeringen en Draaiingen No: 37 – Drie Geschakelde Vlechten Net als bij de voorgaande Wrought Mat moet het vlechtschema verklaren hoe je moet vlechten. In de tabel staat L voor linksom draaien en R voor..., jawel rechtsom draaien.
Tabel 37 1 (5L/4R) 2 (4L/5R)
x
x
x
o
o
1 ^
2 2
3 -
4 L
5 *
e * -
o
+
+
+
d
c
b
a
R
-
b
^
Vlechten met Omkeringen en Draaiingen No: 38 - Swing Als afsluiting van dit hoofdstuk twee vlechten met omkeringen en draaiingen. Let op bij stap 1 en 3 blijft de streng in dezelfde hand. Het is goed om de strengen steeds een klein beetje torsie te geven om te voorkomen dat het eindresultaat gaat torderen.
Tabel 38 1 (3L/2R) 2 (3L/2R) 3 (2L/3R) 4 (2L/3R)
1 ^ ^
2 L -
3 3 3 *
4 * x
d
c
b
a
* x
* -
L b
^ ^
Vlechten met Omkeringen en Draaiingen No: 39 – Zigzag De laatste vlecht met omkeringen en draaiingen.
Tabel 39 1 (5L/2R) 2 (4L/3R) 3 (3L/4R) 4 (2L/5R) 5 (3L/4R) 6 (4L/3R)
1
2
^ ^
L -
3 ^ 3 3 *
4 4 4 x
5 x x
* *
e
d
c *
b
a
R -
^ ^
* * x x
d d x
^ c c
Twee Cellen Dik Vlechten No: 40 - Horizontale Visgraat Vlecht No: 3 is een vlecht met een visgraatmotief. In het schema van deze vlecht is dit terug te vinden als dubbele verticale rijen kruisingen waarbij de strengen rechts over links dan wel links over rechts kruisen. Door dit patroon 90 graden te draaien krijg je een horizontaal visgraatmotief. In het diagram van deze vlecht is te zien hoe de strengen niet alleen in een plat vlak onder en over elkaar kruisen maar ook in de diepte een vlechtpatroon gaan volgen, de vlecht krijgt meer dikte. In dit hoofdstuk worden vlechten behandeld van twee cellen dik.
Tabel 40 1 (5L/5R) 2 (4L/6R) 3 (5L/5R) 4 (4L/6R)
+
o
+
o
+
1 ^
2 -
3 -
4 4
5 5 * *
^
2
3
-
f * f * -
o
+
o
+
o
e
d
c
b
a
-
-
c
b
^
e
d
-
-
^
Twee Cellen Dik Vlechten No: 41 – Rechthoek Een volle en regelmatige vlecht. Nogal lastig te maken maar het eindresultaat is fraai.
Tabel 41 1 (7L/7R) 2 (6L/8R) 3 (7L/7R) 4 (6L/8R)
o
#
o
#
o
#
o
1 ^
2 2
3 3
4 4
5 5
6 -
^
-
-
-
-
6
7 7 * *
h * h * -
#
o
#
o
#
o
#
g
f
e
d
c
b
a
-
f
-
-
-
-
^
g
-
e
d
c
b
^
Twee Cellen Dik Vlechten No: 42 – Grote Rechthoek Dit is een eenvoudiger te vlechten, iets minder strak alternatief voor de voorgaande volle rechthoek. De meerwaarde van deze vlecht is dat door uitbreiding van het patroon vlechten met 20 of zelfs 28 strengen mogelijk zijn. Bij de versie met 20 strengen vlecht je niet onder/over de 1e twee maar 1e vier strengen. Bij de versie met 28 strengen vlecht je onder/over de 1e zes strengen. Op de foto een versie met 20 strengen.
Tabel 42 1 (6L/6R) 2 (5L/7R) 3 (6L/6R) 4 (5L/7R)
o
#
o
#
o
#
1 ^
2 2
3 3
4 -
5 -
6 * 6 *
^
-
-
4
5
g * g * -
#
o
#
o
#
o
f
e
d
c
b
a
f
e
d
-
-
^
-
-
-
c
b
^
Twee Cellen Dik Vlechten No: 43 – Fish Deze vlecht is de sleutel voor de ontwerpen van de voorgaande en een aantal van de hierna volgende vlechten. In het vlechtschema zijn steeds kolommen met diagonaal een aantal (2,3 of 4) gelijkgerichte kruisingen te zien. Deze kolommen leveren de verschillende elementen van de dwarsdoorsnede. De naam Fish heeft de vlecht gekregen omdat de dwarsdoorsnede met enige welwillendheid op een vis lijkt.
Tabel 43 1 (6L/6R) 2 (5L/7R) 3 (6L/6R) 4 (5L/7R)
x
o
x
o
x
o
1 ^
2 -
3 3
4 -
5 5
6 6 * *
^
2
-
4
-
g * g * -
o
x
o
x
o
x
f
e
d
c
b
a
f
-
d
-
-
^
-
e
-
c
b
^
Twee Cellen Dik Vlechten No: 44 – Diagonal Door de kolommen met diagonalen (zie No: 43 - Fish) op verschillende manieren te combineren zijn eenvoudig verschillende vlechten te ontwerpen. Hier volgen enkele voorbeelden.
Tabel 44 1 (5L/4R) 2 (4L/5R) 3 (5L/4R) 4 (4L/5R)
1 ^ ^
2 2 -
3 3 -
4 4 -
5 5 * *
e * e * -
d
c
b
a
-
c
-
^
d
-
b
^
Twee Cellen Dik Vlechten No: 45 – Holle Rechthoek Nog een ontwerp via de “Fish”-methode (No: 43).
Tabel 45 1 (5L/4R) 2 (4L/5R) 3 (5L/4R) 4 (4L/5R)
1 ^ ^
2 2
3 3 -
4 4 -
5 5 * *
e * e * -
d
c
b
a
-
c
b
^
d
-
-
^
Twee Cellen Dik Vlechten No: 46 – Dome Een andere illustratie van de “Fish”-methode.
Tabel 46 1 (5L/4R) 2 (4L/5R) 3 (5L/4R) 4 (4L/5R)
1 ^ ^
2 2 -
3 3 -
4 4
5 * 5 *
e * e * -
d
c
b
a
-
-
b
^
d
c
-
^
Twee Cellen Dik Vlechten No: 47 – Star De mogelijkheden van de “Fish”-methode (No: 43) zijn legio. Hier een uitbreiding van de mogelijkheden met een diagonaal van 3 gelijkgerichte kruisingen langs de rand. Bij vlecht No: 23 is uitgelegd hoe je een verloop kan maken van het ene naar een ander vlechtpatroon. Met de ontwerpen van de “Fish”-methode kan dit relatief eenvoudig. Dit ontwerp is bijvoorbeeld zo af te wisselen met No: 81, zonder dat overgangsstukken nodig zijn.
Tabel 47 1 (4L/4R) 2 (3L/5R) 3 (4L/4R) 4 (3L/5R)
o
+
o
+
1 ^
2 2
3 3
4 4 * *
^
-
-
e * e * -
+
o
+
o
d
c
b
a
-
-
-
^
d
c
b
^
Twee Cellen Dik Vlechten No: 48 – Trapezium Ook asymmetrische uitvoeringen zijn mogelijk, hier een mooie kleine trapezium.
Tabel 48 1 (4L/3R) 2 (3L/4R) 3 (4L/3R) 4 (3L/4R)
1 ^ ^
2 2 -
3 3 -
4 * 4 *
d * * d
c
b
a
c
b
^
-
-
^
Twee Cellen Dik Vlechten No: 49 – Belly Vlechten die zijn ontworpen met de “Fish”-methode zijn aan voor- en achterkant gelijk. Door zelf creatief gebruik te maken van diagonalen in het vlechtschema zijn vlechten met een verschillende voor- en achterkant mogelijk.
Tabel 49 1 (5L/4R) 2 (4L/5R) 3 (5L/4R) 4 (4L/5R)
1 ^ ^
2 2 -
3 3 -
4 4 4
5 5 * *
e * e * -
d
c
b
a
-
c
-
^
-
-
b
^
Twee Cellen Dik Vlechten No: 50 – Vice Versa Een uitbreiding van de voorgaande vlecht No: 49 - Belly.
Tabel 50 1 (6L/6R) 2 (5L/7R) 3 (6L/6R) 4 (5L/7R)
+
o
+
o
+
o
1 ^
2 2
3 3
4 -
5 5
6 * 6 *
^
-
-
4
5
g * g * -
o
+
o
+
o
+
f
e
d
c
b
a
f
-
d
-
-
^
-
-
-
c
b
^
Twee Cellen Dik Vlechten No: 51 – Hourglass De paren van cellen hebben in mijn ogen wel iets weg van een zandloper. In dit ontwerp is de middelste zandloper scheef.
Tabel 51 1 (5L/4R) 2 (4L/5R) 3 (5L/4R) 4 (4L/5R)
1 ^ ^
2 2 -
3 3 -
4 4 4
5 5 * *
e * e * -
d
c
b
a
d
c
-
^
d
-
b
^
Twee Cellen Dik Vlechten No: 52 – Contorsion De laatste vlecht van dit hoofdstuk is een combinatie van de twee voorgaande. Bij deze vlecht duwen de strengen elkaar in allerlei bochten en heeft daardoor een erg open karakter. Het is mogelijk deze vlecht te verbreden door scheve 1,5-1,5 zandlopers in het midden toe te voegen. Deze zijn dan nog schuiner dan bij vlecht No: 51.
Tabel 52 1 (5L/5R) 2 (4L/6R) 3 (5L/5R) 4 (4L/6R)
o
+
o
+
o
1 ^
2 2
3 -
4 -
5 5 * 5 *
^
-
3
-
f * f * -
+
o
+
o
+
e
d
c
b
a
-
d
c
-
^
-
d
-
b
^
Over Cellen No: 53 Cellen in het Diagram Als je zelf vlechten wilt ontwerpen loont het de moeite om eens aandachtiger naar het Diagram te kijken. Het Diagram is de dwarsdoorsnede van een vlecht, hierin zijn de banen getekend waarlangs de strengen zich bewegen. De gesloten figuren van het Diagram heten cellen. Bepalend zijn de cellen waarvan alle strengen langs de omtrek in dezelfde richting draaien: links- dan wel rechtsom. Meestal staat er een getal in zo'n cel, dit geeft aan hoeveel strengen voor deze cel nodig zijn in de vlecht. In de volgende tekeningen wordt dit verder toegelicht:
Tekening A) Dit is nog geen vlecht. Hier zijn drie strengen, als in een touw, samengeslagen tot een bundel. Tekening B) Dit is het diagram van een platte 5-strengs vlecht. Hierbij komen twee basiscellen van 3 samen. Je kunt dit zien als 2 tegengesteld draaiende parallelle samenslagen waarbij de strengen op het raakpunt van de ene naar de andere samenslag oversteken en vice versa. Elkaar rakende cellen draaien altijd tegengesteld. Bij het ontwerpen van platte vlechten is het handig om te ervan uit te gaan dat elke keer als een cel contact heeft met een naburige cel hij steeds een halve streng minder nodig heeft. In dit geval worden de basiscellen van 3 dus beide 2,5. Een cel van 2,5 streng lijkt op het eerste gezicht vreemd. Het kan helpen om te bedenken dat tussen de strengen ook lege posities liggen (waardoor banen elkaar kunnen kruisen). Een 2,5 cel heeft dan totaal 5 posities (2*2,5) aan de omtrek waarvan er afwisselend 2 en 3 worden ingenomen door een streng, gemiddeld 2,5. Tekening C) Verder bordurend op de principes uitgelegd bij B) levert twee maal een platte 5-strengs vlecht een 8-strengs rondvlecht. In dit diagram zijn de strengen niet meer ingetekend. Tekeningen D) en E) zijn een verdere voortzetting van het principe.
Over Cellen No: 54 Het Uiterlijk bij een Vlecht De cellen die aan de buitenkant van de vlecht liggen zijn herkenbaar. In de volgende tekeningen van de buitenzijde van een vlecht is dit weergegeven. De plusjes in de onderste twee tekeningen geven aan waar de strengen dieper de vlecht in gaan. Deze tekeningen kunnen je helpen om van een nieuwe vlecht het diagram te achterhalen.
Diagram-Methode No: 55 Het Principe De Diagram-Methode heb ik ontwikkeld om een diagram te vertalen naar een vlechtschema. Hoewel er beperkingen zijn levert de methode bruikbare resultaten. Verder verschaft het veel inzicht in de structuur van vlechtwerken. Het principe van de methode is als volgt: De lijnen of banen van een diagram geven de weg aan waarlangs de strengen zich bewegen. Op deze lijnen worden nu de posities van de strengen ingetekend op opeenvolgende posities in het vlechtwerk. Deze posities corresponderen met rijen kruisingen in het vlechtschema. Het is vervolgens mogelijk om van elke kruising in het vlechtschema in het diagram terug te vinden om welke twee strengen het gaat. Te zien is welke streng voor de ander kruist en of deze van rechts naar links, dan wel van links naar rechts kruist. Dit klinkt nogal ingewikkeld, ik heb dit uitgewerkt met als voorbeeld een 5-strengs platte vlecht.
Stap 1) Het begint met een aantal verticale lijnen (zwarte stippellijnen). De afstand tussen twee lijnen ofwel 1 eenheid komt overeen met 1 streng. In dit geval zijn dan ook 6 verticale lijnen ofwel kolommen nodig. Stap 2) Teken aan de bovenkant het diagram. Let erop dat de buitenste cellen van 1,5 streng ook 1,5 eenheden breed zijn en de middelste cel van 2 strengen, 2 eenheden breed is. Stap 3) Bepaal het aantal horizontale rijen kruisingen van het vlechtschema. Dit wordt bepaald door het aantal banen dat elke verticale lijn kruist (behalve de twee buitenste omkeringen), in dit geval twee. Ik geef deze rijen de letters a en b, dit is in oranje weergegeven. Verder betekend dit dat het vlechtpatroon zich na twee rijen herhaald. Stap 4) Startend aan de linkerkant van het diagram (voor de overzichtelijkheid) benoem op de baan de punten waar de baan kruist met een verticale lijn steeds weer a en b, a, b, a, b etc. Net zolang je weer teug bent op de startpositie. De draairichting maakt in dit geval niet uit (*). Geef bij elk punt met een kleine pijl de beweegrichting aan. Stap 5) Teken vervolgen op de twee horizontale rijen a en b de kruisingen in. Het begint aan de linkerkant op rij a met een omkering. De volgende kruising op rij a bevind zich direct onder de twee a's in het diagram. De onderste a in het diagram ofwel die van de voorzijde (front) van de vlecht, is bepalend voor de richting van de kruising in het vlechtschema. Dit punt beweegt van rechts naar links. Dit betekend dat je op de rij in het vlechtschema een kruising tekent van rechtsboven naar linksonder. Dit doe je voor alle kruisingen op rij a en b. (*) Bij diagrammen met meerdere banen is het lastiger te bepalen met welke letter je de verschillende banen begint en welke draairichting de banen hebben. Je kunt voor houvast kijken naar vergelijkbare ontwerpen met slechts 1 baan. Bijvoorbeeld 2 bij 3 cellen (1 baan) i.p.v. 2 bij 2 cellen(2 banen).
Diagram-Methode No: 56 – Kanttekeningen De Diagram-Methode heeft wat aandachtspunten. Een belangrijke daarvan komt voort uit het feit dat het aantal strengen van een cel alleen door de breedte (en niet door de hoogte) wordt bepaald. Hier hetzelfde diagram van de 5-strengs platte vlecht, nu echter verticaal i.p.v. horizontaal.
Het is om verschillende redenen wenselijk (maar niet noodzakelijk) dat alle omkeringen van de banen aan de buitenzijde liggen. Alle drie de cellen zijn in dit geval dan ook even breed. De drie cellen liggen over 5 eenheden en elke cel bevat in principe dus 1 2/3 streng. Het is nu zaak gewoon door te gaan met het tekenen van het vlechtschema en proefondervindelijk het resultaat te bekijken. In dit geval levert dit een zelfde platte vlecht als bij het horizontale diagram met 1,5-2-1,5 cellen. Er is in dus beperkte controle over de verdeling van de strengen over de cellen. Met een ander aantal strengen zijn dit de resultaten: 4 5 6 7
strengen strengen strengen strengen
levert 1,5-1-1,5 levert 1,5-2-1,5 is niet mogelijk levert 2,5-2-2,5
Diagram-Methode No: 57 Kengetallen van Vlakke Vlechtwerken Het bleek in het voorgaande voorbeeld (No: 56) niet mogelijk een vlecht met 6 strengen te ontwerpen. Dit brengt ons bij het volgende aandachtspunt van de methode. Het is namelijk zo dat bij elk diagram niet elk willekeurig aantal strengen gekozen kan worden. Dit is geen beperking van de Diagram Methode maar een eigenschap van vlakke vlechtwerken. De vlechten in dit boek zijn alle vlakke vlechtwerken: Ze worden, zoals duidelijk blijkt uit de vlechtschema's, volledig gevlochten in een tweedimensionaal vlak. Het aantal strengen dat mogelijk is bij een bepaald diagram wordt bepaald door het aantal horizontale rijen kruisingen in het vlechtschema (zie No: 55, stap 3) en het aantal afzonderlijke banen (ofwel groepen strengen) in het diagram. Wat hiermee wordt bedoelt, wordt verderop verduidelijkt. Zie ook bijvoorbeeld vlecht No: 58: dit vlechtschema heeft zes horizontale rijen kruisingen en de 9 strengen bewegen zich over 3 banen. Bij de twee rijen van het eerste uitgewerkte voorbeeld in dit hoofdstuk (No: 55) zijn geen beperkingen. Bij de zes rijen en enkele baan van het tweede voorbeeld (No: 56) mag het aantal strengen geen veelvoud zijn van drie (dus geen 6!). Deze eigenschappen volgen uit de volgende twee feiten: 1) De lengte van elke afzonderlijke baan is deelbaar door het aantal horizontale rijen kruisingen. 2) De verschillende omkeringen langs de rand hebben nooit dezelfde letters. Dit laatste leidt bijvoorbeeld voor diagrammen met één baan tot de voorwaarden uit de volgende tekeningen. “S” staat voor het aantal strengen “R” voor het aantal horizontale rijen kruisingen “N” staat voor Natuurlijk (geheel) getal
Diagram-Methode Ik werk de verschillende situaties niet afzonderlijk uit maar geef hier een samenvatting:
Overzicht van aantal strengen van verschillende diagrammen 2 rijen, altijd 1 baan 4 rijen, 1 baan 2 banen 6 rijen, 1 baan 3 banen 8 rijen, 1 baan 2 banen 4 banen
=> => => => => => => =>
elk aantal strengen mogelijk aantal strengen geen veelvoud van twee aantal strengen veelvoud van twee aantal strengen geen veelvoud van drie aantal strengen veelvoud van drie aantal strengen geen veelvoud van twee aantal strengen veelvoud van twee aantal strengen veelvoud van vier
Wil je de diagram-methode gebruiken, moet het diagram maakbaar zijn en dus het aantal strengen aan bovenstaand overzicht voldoen.
Diagram-Methode No: 58 – Drie bij Drie Vierkant Het is misschien verhelderend om naar een voorbeeld te kijken. Dit is het Negen Strengs Vierkant (No: 72) uit het hoofdstuk “Drie en Meer Cellen Dik Vlechten”. Dit voorbeeld heeft zes horizontale rijen kruisingen. Het vlechtpatroon herhaalt zich na zes horizontale rijen kruisingen, er zijn zes vlechtstappen nodig. Verder zijn in het diagram drie afzonderlijke banen te onderscheiden. Het vlechtschema maakt het wellicht duidelijk dat dit alleen mogelijk is als het aantal strengen een veelvoud is van drie.
Diagram-Methode No: 59 – Eenvoudige Rechthoek Als voorbeeld van de diagram-methode hier een uitgewerkte rechthoek met 4 rijen en 2 banen. Voorwaarde is in dit geval dat het aantal strengen een veelvoud van twee moet zijn, hier is gekozen voor 10 strengen. Dit is een variatie van rechthoekige vlecht No: 41.
Tabel 59 1 (5L/5R) 2 (4L/6R) 3 (5L/5R) 4 (4L/6R)
x
o
x
o
x
1 ^
2 2
3 3
4 -
5 5 * *
^
-
-
4
f * f * -
o
x
o
x
o
e
d
c
b
a
-
d
-
-
^
e
-
c
b
^
Omgekeerde Diagram-Methode No: 60 Het Principe Een vlechtschema is te vertalen naar een diagram, het bevat hiervoor immers alle noodzakelijke informatie. Lastig punt is dat de kruisingen van het vlechtschema alleen relatieve informatie geven over de positie van strengen ten opzichte van elkaar en geen absolute. Ik gebruik de volgende methode die voor gangbare vlechten een bruikbaar resultaat levert.
Stap I) Teken het vlechtschema, als voorbeeld neem ik hier een horizontale visgraat (zie No: 40). Stap II) Teken onder elke kolom kruisingen twee punten. Ik vereenvoudig de situatie namelijk door er vanuit te gaan dat bij elke kruising van twee strengen zich één streng helemaal aan de voorkant en één streng zich helemaal aan de achterkant van de vlecht bevind. De bovenste rij punten zijn de achterzijde, de onderste rij punten de voorzijde van de vlecht. Stap III) Geef bij elke punt met letters aan om welke rij horizontale kruisingen het gaat. Stap IV) Geef met een pijl naast de letters van de onderste rij de richting van de streng aan. Deze volgt direct uit de richting van de kruisingen in het vlechtschema. In de tekening is dat voor de duidelijkheid met rood en blauw gedaan. Teken vervolgens bij de bovenste rijen letters de tegengestelde richting in. Stap V) Teken, beginnend bij de linkerzijkant, de banen in. In dit geval beginnend met a en verder met b, c, d, a, etc. Belangrijk is de pijlrichting te volgen. De letter b met de juiste richting ligt aan de onderkant (front) en zo ook c. De letter d ligt echter weer aan de bovenkant. Teken zo de volledige banen in, zie onderste diagram. NB: De positie van een baan aan de zijkant, wordt bepaald door het voorliggende en het daaropvolgende punt. Dit kan aan de voor- of achterkant zijn, maar ook het midden!
Omgekeerde Diagram-Methode
No: 61 Een Verfijning
Bij de voorgaande vlecht leverde de methode een goed diagram. De situatie wordt anders bij vlechten met grotere cellen of meerdere lagen. De volgende werkwijze is dan nodig om te voorkomen dat het diagram onoverzichtelijk wordt door banen die van voor naar achterzijde zigzaggen, of zelfs niet bestaande kruisingen vertonen. I) Verbind bij opeenvolgende reeksen van twee of meer punten aan dezelfde zijde van de vlecht (voor- of achterkant), de buitenste twee punten met een boog aan elkaar. Oranje bogen in de tekening. II) Negeer losse punten. Losse punten zijn punten waarvan het voorliggende en het daaropvolgende punt aan de andere zijde van de vlecht liggen. Zwarte letters in de tekening. III) Verbind elke reeks (zie I), met een rechte lijn met de daaropvolgende reeks. Negeer de losse punten (zie II). Groene lijnen in de tekening. NB: De buitenzijden wijken wat af maar volgen ook deze regels.
Voor gangbare vlechten levert deze methode een bruikbaar diagram. Bij enkele bijzondere schema’s soms niet dus vergelijk bij twijfel het diagram altijd met een fysieke vlecht.
Alternatieve diagram methode
De omgekeerde diagram methode biedt nog een interessante mogelijkheid. Door de methode omgekeerd te gebruiken is het ook mogelijk een diagram te vertalen naar een schema. Hiervoor is het wel nodig inzicht te hebben in de regels die voor de diagrammen gelden (deze zijn namelijk anders dan voor de eerder beschreven diagram methode). Een voor de hand liggende regel is bijvoorbeeld dat de oversteek van voor- naar achterkant altijd over een oneven aantal eenheden gaat. Of dat de breedte van een boogje plus de eventueel naastliggende vrije ruimte wordt bepaald door de onderliggende cel(len). Om dit verder uit te werken is het nodig meerdere diagrammen te analyseren die met de omgekeerde diagram methode zijn gemaakt. In dit boek staat hiervoor voldoende materiaal, kies bij voorkeur zo verschillend mogelijke vlechten.
Ontwerpen van een Blokvlecht No: 62 De Snelle Methode Voor het ontwerpen van een blokvlecht is het niet altijd nodig de volledige vlecht uit te werken via de Diagram-Methode. Als voorbeeld ontwerp ik de rechthoekige vlecht van 3 bij 4 cellen en 11 strengen zoals getekend in het onderstaand diagram. Je kan deze vlecht opgebouwd zien als vier naast elkaar liggende verticale 1,5-2-1,5 vlechten.
Bij de uitleg over de diagram-methode heb ik deze verticale 1,5-2-1,5 vlecht ontworpen. Als je dat schema (No:63) goed bekijkt, zijn hier ook de twee benodigde deelelementen voor de blokvlecht uit te halen. Belangrijkste bij deze stap is zorgvuldig te letten op het aantal strengen waaruit het deelelement bestaat ofwel hoeveel eenheden hij breed is. Nu de deelelementen bekend zijn kunnen ze worden samengevoegd (zie vlechtschema hierboven): – Teken een raster van 12 verticale (=11 eenheden voor 11 strengen) en zes horizontale lijnen. – Teken in het midden de hartlijn van de vlecht (Bij een even aantal strengen dus op een lijn, bij oneven aantal strengen tussen twee lijnen). – Teken links daarvan het middelste deelelement (0,5-1-0,5). – Teken vervolgens rechts het tweede middelste deelelement. Dit kan niet zonder meer, het komt nu aan op een misschien wel esthetische kijk. De regel lijkt dat bij een even aantal strengen (zoals in dit geval twee), de richting van de kruisingen wordt gewisseld. Bij een deelelement met een oneven aantal strengen blijft de richting gelijk maar spiegelt het patroon precies op de grenslijn (zie eerste vlecht van No: 66). – Teken als laatste ook passend, de buitenste deelelementen (1-1,5-1).
Ontwerpen van een Blokvlecht No: 63 Verticale 1,5-2-1,5 Vlecht Het ontwerp van een verticale 1,5-2-1,5 vlecht met daarin de twee benodigde deelelementen voor de voorgaande blokvlecht.
Ontwerpen van een Blokvlecht No: 64 Voorbeelden Ter illustratie van de methode volgen hier nog een aantal andere ontwerpen.
Ontwerpen van een Blokvlecht No: 66 Voorbeelden (vervolg) Twee laatste ontwerpen ter illustratie van de methode.
Drie en Meer Cellen Dik Vlechten No: 67 – Vlechtwerk met Driedubbele Rand In dit hoofdstuk worden vlechten behandeld van meer dan twee cellen dik. Dit vlechtpatroon is een voortzetting van het 2 cellen dikke vlechtwerk met visgraatmotief (No: 40). Met drie rijen gelijkgerichte kruisingen wordt het vlechtwerk drie cellen dik. De middelste cellen hebben de waarde nul. Dit lijkt eigenaardig maar betekend dat de strengen van de aangrenzende cellen in hetzelfde horizontale vlak op elkaar aansluiten ofwel dat zij de cellen met de waarde nul dwars doorkruisen. Het diagram is als rechthoek getekend om alle banen en cellen goed aan te kunnen geven. In de praktijk zal de vlecht langs de rand wat dikte hebben maar vooral in het midden platter zijn (zie vlecht No: 111 voor meer informatie over dit verschijnsel).
Tabel 67 1 (5L/4R) 2 (4L/5R) 3 (5L/4R) 4 (4L/5R) 5 (5L/4R) 6 (4L/5R)
#
+
o
#
+
1 ^
2 2
3 3
4 4
5 * * 5 *
^ ^
2 -
-
4
e * e * * -
o
+
#
o
d
c
b
a
d
-
-
^
d
c
b
^
-
-
b
^
Drie en Meer Cellen Dik Vlechten No: 68 – Vlechtwerk met Vierdubbele Rand De voor de hand liggende voortzetting van het vorig vlechtwerk heeft een vierdubbele rand.
Tabel 68 1 (4L/4R) 2 (3L/5R) 3 (4L/4R) 4 (3L/5R) 5 (4L/4R) 6 (3L/5R) 7 (4L/4R) 8 (3L/5R)
o
+
x
#
1 ^
2 2
3 3
4 4 * * * 4 *
^ ^ ^
2 -
3
e * e * e * * -
#
x
+
o
d
c
b
a
-
-
-
^
d
c
-
^
d
c
b
^
-
-
b
^
Drie en Meer Cellen Dik Vlechten No: 69 – Negen Strengs Rechthoek Een blokvlecht met meer body dan de voorgaande.
Tabel 69 1 (5L/4R) 2 (4L/5R) 3 (5L/4R) 4 (4L/5R) 5 (5L/4R) 6 (4L/5R)
x
+
o
x
+
1 ^
2 2
3 3
4 -
5 * 5 * 5 *
^ ^
-
3
4
e * * e * -
o
+
x
o
d
c
b
a
-
-
b
^
d
-
-
^
d
c
b
^
Drie en Meer Cellen Dik Vlechten No: 70 – Crown Een ontwerp met zes zwevende cellen.
Tabel 70 1 (7L/6R) 2 (6L/7R) 3 (7L/6R) 4 (6L/7R) 5 (7L/6R) 6 (6L/7R)
1 ^ ^ ^
2 2 2 -
3 3 -
4 4 4
5 5 5 -
6 6 -
7 * 7 * *
g * * * g
f
e
d
c
b
a
-
-
d
-
-
^
f
e
d
c
b
^
-
e
-
-
b
^
Drie en Meer Cellen Dik Vlechten No: 71 – Pinned Met de Diagram-Methode zijn onverwachte ontwerpen mogelijk. Dit is een 6 strengs rondvlecht, doorkruist door een 3 strengs platte vlecht.
Tabel 71 1 (5L/4R) 2 (4L/5R) 3 (5L/4R) 4 (4L/5R) 5 (5L/4R) 6 (4L/5R)
+
#
o
+
#
1 ^
2 -
3 3
4 -
5 5 * 5 * *
^ ^
2 -
3 -
4 -
e * e * e * -
o
#
+
o
d
c
b
a
-
c
b
^
d
-
-
^
-
c
-
^
Drie en Meer Cellen Dik Vlechten No: 72 – Negen Strengs Vierkant Door een kleine aanpassing leverde het ontwerp van een rechthoekige blokvlecht een punt-symmetrisch vierkant. Soms leiden verschillende wegen tot eenzelfde resultaat: deze vlecht komt weer terug als No: 77 in het hoofdstuk “Meer Cellen Rond Vlechten”. Deze vlecht heeft een 3-strengs samengeslagen kern nodig (zie No: 30).
Tabel 72 1 (5L/4R) 2 (4L/5R) 3 (5L/4R) 4 (4L/5R) 5 (5L/4R) 6 (4L/5R)
+
o
x
+
o
1 ^
2 -
3 3
4 -
5 * 5 * *
^ ^
2 -
3 3
4 4
e * e * e * -
x
o
+
x
d
c
b
a
-
-
b
^
d
-
b
^
-
-
-
^
Drie en Meer Cellen Dik Vlechten No: 73 – Twaalf Strengs Vierkant Een tweede punt symmetrisch vierkant.
Tabel 73 1 (6L/6R) 2 (5L/7R) 3 (6L/6R) 4 (5L/7R) 5 (6L/6R) 6 (5L/7R)
o
x
+
o
x
+
1 ^
2 2
3 3
4 4
5 5
6 * 6 * *
^ ^
-
3
4 -
-
g * * * g
+
x
o
+
x
o
f
e
d
c
b
a
f
-
-
-
-
^
-
e
-
c
b
^
f
e
d
-
b
^
Drie en Meer Cellen Dik Vlechten No: 74 – Vijftien Strengs Vierkant Een punt symmetrisch vierkant met wel erg veel strengen. Een hulpmiddel wat ik soms gebruik is een plankje wat ik voor mij vastklem op de tafelrand. Ik klem er wat latjes als afstandhouders onder, zodanig dat er tussen tafelblad en plankje links en rechts een spleet overblijft waartussen net de strengen van de linker- en rechter bundel naast elkaar kunnen liggen maar niet over elkaar kunnen kruisen. De bundels blijven zo in volgorde onder het plankje en ik haal er alleen de actieve streng onderuit om mee te vlechten en daarna op de juiste plaats weer onder het plankje te stoppen. Het is ook mogelijk met twee personen te vlechten waarbij één persoon de linker- en de ander de rechterbundel voor zijn rekening neemt.
Tabel 74 1 (8L/7R) 2 (7L/8R) 3 (8L/7R) 4 (7L/8R) 5 (8L/7R) 6 (7L/8R)
o
x
+
o
x
+
o
x
1 ^
2 2
3 3
4 -
5 5
6 6
7 -
8 * 8 * 8 *
^ ^
-
3
4
-
6
7
h * * h * -
+
x
o
+
x
o
+
g
f
e
d
c
b
a
-
-
e
-
-
b
^
g
-
-
d
-
-
^
g
f
e
d
c
b
^
Meer Cellen Rond Vlechten No: 75 – Radiale Visgraat Wanneer je rondvlecht met patronen van meer cellen dik, levert dit verassende diagrammen, dit hoofdstuk bevat enkele voorbeelden. Deze vlecht is het resultaat van een rond gevlochten horizontale visgraat (No: 40, 0,5-0,5 zandlopers). Bij deze en de volgende vlecht wordt het principe van vlecht No: 9 toegepast; door steeds twee maal vanuit dezelfde hand te vlechten zijn de handelingen links en rechts symmetrisch.
Tabel 75 1 (4L/4R) 2 (4L/4R) 3 (4L/4R) 4 (4L/4R)
o
#
o
#
x
+
x
+
1 ^ ^ 1
2
3
4
d -
c c -
b b b
a a ^ ^
2 2
3 -
-
op (5) op (5) op (e) op (e)
Meer Cellen Rond Vlechten No: 76 – Hula Hoop Een voortzetting van de vorige vlecht met grotere zandlopers (No: 41, 1,5-1,5 zandlopers).
Tabel 76 1 (6L/6R) 2 (6L/6R) 3 (6L/6R) 4 (6L/6R)
o
#
o
#
o
#
x
+
x
+
x
+
1 ^ ^ -
2
3
4
5
6
f f
e e
d d
c -
b b b
a ^ ^
2 2
-
4
5
6
op (7) op (7) op (g) op (g)
Meer Cellen Rond Vlechten No: 77 – Elf Strengs Vierkant Het patroon van deze en de volgende vlechten zien er ingewikkeld uit maar volgen bijna vanzelf uit de tekeningen van de buitenkant van vlechten uit het hoofdstuk “Over Cellen” (No: 54). Dezelfde vlecht werd in het hoofdstuk "Drie en Meer Cellen Dik Vlechten" vlak gevlochten (No: 72).
Tabel 77 1 (6L/3R) 2 (6L/3R) 3 (6L/3R)
o
+
o
+
o
+
x
x
x
1 ^ ^
2 2
3 3
4 -
5 5
6 6
c
b
a ^ -
c -
b
op (7) op (d) op (d)
Meer Cellen Rond Vlechten No: 78 – Elf Strengs Driehoek Ook deze vlecht volgt, net als voorgaande vlecht, uit de tekeningen van de buitenkant van vlechten uit het hoofdstuk “Over Cellen” (No: 54). Door de wijze waarop de vlechten van dit hoofdstuk gemaakt zijn, zijn ze vaak nogal “vol” van binnen en “open” aan de buitenkant. Wees voorzichtig met het opwerken na het vlechten want het is lastig de regelmatigheid van de vlechten te behouden.
Tabel 78 1 (7L/4R) 2 (7L/4R) 3 (7L/4R)
1 1 ^ ^
2 2
3 3
4 4
5 -
6 6
7 7
d -
c c -
b -
a ^ a
op (8) op (e) op (e)
Meer Cellen Rond Vlechten No: 79 – Zestien Strengs Vierkant Deze fraaie vlecht is alleen te vlechten met hulpmiddelen of met twee personen (zie ook No: 74). Kijk ook eens om de hoeveel horizontaal rijen kruisingen een patroon zich herhaald. Dit patroon herhaald zich na acht rijen en is zodoende met 8, 16, 24,... strengen te vlechten (hoewel misschien niet elk aantal een stabiele vlecht levert). Met acht strengen levert dit patroon een aardige zig-zag vlecht. Laat in dat geval streng 1, 2, 3, 4, a, b, c en d vervallen. Het is aardig bij de vlechten van dit hoofdstuk te proberen te voorspellen hoe het diagram er met een ander aantal strengen uit zal zien.
Tabel 79 1 (8L/8R) 2 (8L/8R) 3 (8L/8R) 4 (8L/8R)
o
+
o
+
o
+
o
+
x
#
x
#
x
#
x
#
1 ^ 1 ^
2 -
3 -
4 -
5 -
6 6
7 7
8 8
h
g
f
e
d
c
b
h
-
f
-
d
c
-
-
g
f
e
-
-
-
a ^ a ^ -
2
-
4
5
-
7
-
op (i) op (9) op (i) op (9)
Gekoppeld Vlechten No: 80 – Dubbele Platte Vlecht Het is mogelijk direct het vlechtschema te tekenen van redelijk complexe vlechten. Hoewel de schema's er ingewikkeld uitzien is het principe eenvoudig. Het idee is twee of drie platte vlechten boven elkaar te vlechten en deze te verbinden of te laten kruisen op verschillende punten. Om dit te verduidelijken hier eerst het vlechtschema van twee vlechten boven elkaar, nog zonder verbindingen of kruisingen.
Tabel 80 1 (4L/4R) 2 (3L/5R) 3 (4L/4R) 4 (3L/5R)
o
+
o
+
1 ^
2 2
3 3
4 4 * *
^
-
3
e * e * e
+
o
+
o
d
c
b
a
d
-
b
^
-
-
-
^
Gekoppeld Vlechten No: 81 – Gekoppelde Rondvlecht met Visgraatpatroon Bij deze vlecht zijn de twee boven elkaar liggende vlechten langs de buitenzijden met elkaar verbonden waardoor een ronde vlecht ontstaat. Deze manier van vlechten is voor deze vlecht aanzienlijk sneller dan volgens het traditionele rondvlechten (No: 10).
Tabel 81 1 (4L/4R) 2 (3L/5R) 3 (4L/4R) 4 (3L/5R)
o
+
o
+
1 ^
2 2
3 3
4 4 * *
^
-
-
e * * e
+
o
+
o
d
c
b
a
-
-
-
^
d
c
b
^
Gekoppeld Vlechten No: 82 – Gekoppelde Vlecht I Deze vlecht bestaat uit twee op elkaar liggende 5-strengs platte vlechten die langs de zijden zijn gekoppeld.
Tabel 82 1 (5L/5R) 2 (4L/6R) 3 (5L/5R) 4 (4L/6R)
o
+
o
+
o
1 ^
2 2
3 3
4 4
5 * *
^
2
3
-
f * * f
+
o
+
o
+
e
d
c
b
a
-
-
c
b
^
-
d
c
b
^
Gekoppeld Vlechten No: 83 – Gekoppelde Vlecht II Deze vlecht bestaat net als voorgaande uit twee op elkaar liggende 5-strengs platte vlechten die aan de zijden aan elkaar zijn gekoppeld. De koppeling is net iets anders. Gekoppelde vlechten worden vaak nogal los. Bij alle losse vlechten kan de volgende werkwijze helpen. Houdt bij het vlechten de strengen van de linker en rechterhand met een hoek van 90 graden t.o.v. elkaar. Trek na elke vlechtstap de linker en rechterhand uit elkaar (zonder de volgorde van de strengen te verstoren!). Als de vlecht klaar is, kan het evengoed nodig zijn de vlecht op te werken. Begin bij de start van de vlecht en trek elke streng wat strakker naar het eind van de vlecht toe. Doe dit niet in 1 keer maar in een aantal stappen van begin tot eind. Om een mooie vorm te krijgen en de spanning van de strengen te verdelen kan je de vlecht af en toe rollen tussen je handen, over je been of bij een grove vlecht onder je voet. Om een vlecht netjes op te werken maar toch soepel te houden kan je een tijdelijke kern in de vlecht stoppen, bijvoorbeeld een metalen staafje, en deze na het opwerken weer verwijderen.
Tabel 83 1 (5L/5R) 2 (4L/6R) 3 (5L/5R) 4 (4L/6R)
+
o
+
o
+
1 ^
2 -
3 -
4 4
5 5 * *
^
2
3
-
f * * f
o
+
o
+
o
e
d
c
b
a
-
-
c
b
^
e
d
-
-
^
Gekoppeld Vlechten No: 84 – Number Eight Bij deze vlecht zijn de buitenzijden van de boven- en ondervlecht verbonden en kruisen zij elkaar in het midden. De dwarsdoorsnede vormt zo een ‘acht’. Meer wegen leiden echter naar Rome. Een aantal gekoppelde ontwerpen maakte ik toen ik net begon met vlechten. Deze en nog enkele vlechten uit dit hoofdstuk zijn echter sneller volgens de "Fish"-methode (No: 43) te ontwerpen.
Tabel 84 1 (5L/5R) 2 (4L/6R) 3 (5L/5R) 4 (4L/6R)
+
o
+
o
+
1 ^
2 2
3 3
4 -
5 5 * *
^
-
-
4
f * * f
o
+
o
+
o
e
d
c
b
a
-
d
-
-
^
e
-
c
b
^
Gekoppeld Vlechten No: 85 – Pull Bij het vlechten van deze vlecht gebeurt iets eigenaardigs. Bij stap 1 trek je streng 1 onder streng 2 door (trek voldoende aan). Bij stap 2 gebeurt iets soortgelijks onderop. In het midden van deze vlecht lopen deze strengen als paren. Zie ook vlecht Duo (No: 107) in het hoofdstuk “Bonus”.
Tabel 85 1 (5L/5R) 2 (4L/6R) 3 (5L/5R) 4 (4L/6R)
+
o
+
o
+
1 ^
2 -
3 3
4 5
5 5 * *
^
-
-
4
f * f * f
o
+
o
+
o
e
d
c
b
a
-
-
-
b
^
e
-
c
b
^
Gekoppeld Vlechten No: 86 – Gekoppelde Vlecht met Keringen Het is in principe mogelijk om allerlei patronen aan elkaar te koppelen. Dit is een vlecht met keringen.
Tabel 86 1 (6L/6R) 2 (5L/7R) 3 (6L/6R) 4 (5L/7R) 5 (6L/6R) 6 (5L/7R) 7 (6L/6R) 8 (5L/7R)
+
+
o
o
+
+
1
2 ^
3 3
4 4
5 5
6 6 * 6 * * *
^
^
^
2
3 -
4 -
5 -
g * * * g * g
o
o
+
+
o
o
f
e
d
c
b
a
-
-
-
-
^
-
-
-
-
b
f
e
d
c
^
f
e
d
c
-
^
^
Gekoppeld Vlechten No: 87 – Gekoppelde Vlecht met Draaiingen I De naam behoeft geen verdere toelichting.
Tabel 87 1 (4L/4R) 2 (3L/5R) 3 (4L/4R) 4 (3L/5R) 5 (4L/4R) 6 (3L/5R) 7 (4L/4R) 8 (3L/5R)
+
+
o
o
1
2 ^
3 3
4 4 * * * 4 *
^
^
^
2
3 -
e * * * e * e
o
o
+
+
d
c
b
a
d
c
^
d
c
-
-
-
^
-
-
b
^
^
Gekoppeld Vlechten No: 88 – Gekoppelde Vlecht met Draaiingen II Veel schema's van de vlechten uit dit hoofdstuk zijn vrij onoverzichtelijk. Hoewel ik ze destijds zelf ontworpen heb kost het mij nu ook moeite er een touw aan vast te knopen. Dit ontwerp maakt gebruik van het feit dat het bij gekoppeld vlechten relatief eenvoudig is de onder- en bovenvlecht met draaiingen te koppelen. Let erop dat ook bij deze vlecht niet alleen met de buitenste streng gevlochten wordt.
Tabel 88 1 (3L/3R) 2 (2L/4R) 3 (3L/3R) 4 (2L/4R) 5 (3L/3R) 6 (2L/4R) 7 (3L/3R) 8 (2L/4R) 9 (3L/3R) 10 (2L/4R) 11 (3L/3R) 12 (2L/4R)
+
+
#
1 ^
2 -
3 3 * * 3 * 3 * ^ * ^ *
^ ^ ^
2 -
d * * d * * * d * -
o
o
#
c
b
a
-
b
^
-
b
^
c
-
^
-
b
^
^ ^
Gekoppeld Vlechten No: 89 – Gekoppelde Vlecht met Keringen en Draaiingen Dit is een ontwerp in lijn met de vorige, deze bevat echter ook keringen. De vlecht heeft een kern nodig, rijg achteraf een kern van drie samengeslagen strengen in. Er wordt wederom niet alleen met de buitenste streng gevlochten.
Tabel 89 1 (5L/5R) 2 (4L/6R) 3 (5L/5R) 4 (4L/6R) 5 (5L/5R) 6 (4L/6R) 7 (5L/5R) 8 (4L/6R) 9 (5L/5R) 10 (4L/6R) 11 (5L/5R) 12 (4L/6R)
+
+
#
#
o
1
2
3 ^
4 -
5 * * * * * *
^ ^ ^
2 2 ^
^
2
-
4 4 4
f * f * * f * * f * -
o
o
+
+
o
e
d
c
b
a
-
d
-
b
^
-
-
-
^
-
d
-
b
^
-
-
^
-
d
^
-
-
-
b
^
Gekoppeld Vlechten No: 90 – Zes Strengs Rondvlecht De volgende vlecht heb ik hoofdzakelijk voor de wetenschap opgenomen. De verbindingen aan de buitenkant zijn net weer even anders dan de andere vlechten.
Tabel 90 1 (3L/3R) 2 (2L/4R) 3 (3L/3R) 4 (2L/4R)
1 ^
2 2 ^
3 * *
d * * d
c
b
-
^
-
b
a
^
Gekoppeld Vlechten No: 91 – Lucky Clover De volgende vlecht ontleend zijn naam aan de vorm van zijn dwarsdoorsnede. De vlecht is opgebouwd uit twee platte vlechten van vier strengen die elkaar in het midden kruisen.
Tabel 91 1 (4L/4R) 2 (3L/5R) 3 (4L/4R) 4 (3L/5R)
+
o
+
o
1 ^
2 2
3 3
4 4 * *
^
-
3
e * e * e
o
+
o
+
d
c
b
a
-
-
-
^
d
-
b
^
Gekoppeld Vlechten No: 92 – Grand Clover Een vollere uitvoering van de vorige vlecht.
Tabel 92 1 (6L/6R) 2 (5L/7R) 3 (6L/6R) 4 (5L/7R)
+
o
+
o
+
o
1 ^
2 2
3 3
4 4
5 5
6 6 * *
^
-
3
-
5
g * g * g
o
+
o
+
o
+
f
e
d
c
b
a
-
-
-
-
-
^
h
-
d
-
b
^
Gekoppeld Vlechten No: 93 – Octogram Dit zijn twee kruisende vlechten met horizontale visgraat. Uiterlijk wordt de vlecht mooi als je de vier banen elk een andere kleur geeft. Ik ontdekte later dat de vlecht mooier wordt als je bij stap 4 over streng e en bij stap 8 onder streng e vlecht.
Tabel 93 1 (4L/4R) 2 (3L/5R) 3 (4L/4R) 4 (3L/5R) 5 (4L/4R) 6 (3L/5R) 7 (4L/4R) 8 (3L/5R)
+
o
+
o
1 ^
2 2
3 -
4 4 * * 4 * *
^ ^ ^
2 -
3 3
e * e * * * e
o
+
o
+
d
c
b
a
-
c
-
^
d
c
b
^
-
-
-
^
d
-
b
^
Gekoppeld Vlechten No: 94 – Moon De zwevende cellen van deze vlecht hebben de neiging naar één kant te draaien. Het resultaat is een mooie halfronde vlecht.
Tabel 94 1 (5L/5R) 2 (4L/6R) 3 (5L/5R) 4 (4L/6R)
+
o
+
o
+
1
2 ^
3 -
4 4
5 5 * 5 *
^
2
-
-
f * * f
+
o
+
o
o
e
d
c
b
a
e
-
-
b
^
e
d
-
^
Gekoppeld Vlechten No: 95 – Star Wat hier volgt is nauwelijks een vlechtwerk. Er is maar 1 laag strengen die alle dezelfde richting opdraaien. Door gebruik van een kern krijgt het geheel toch een mooie vorm. Let erop bij stap 4 niet streng ‘a’ maar streng ‘b’ te gebruiken!
Tabel 95 1 (4L/2R) 2 (3L/3R) 3 (4L/2R) 4 (3L/3R)
1 ^ ^
2 2 -
3 3 3
4 4 * *
c * c * c
b
a
-
^
^
Gekoppeld Vlechten No: 96 – Triade Deze bijzondere driehoekige vlecht wordt gevormd door drie kruisende vlechten van drie strengen.
Tabel 96 1 (5L/4R) 2 (4L/5R) 3 (5L/4R) 4 (4L/5R) 5 (5L/4R) 6 (4L/5R)
+
+
o
#
+
1 ^
2 -
3 -
4 4
5 5 * 5 * 5 *
^ ^
3 -
4 -
e * * e * -
#
o
#
o
d
c
b
a
-
c
-
^
d
c
b
^
d
^
Vlechten met Randeffect No: 97 – Split Bij het maken van nieuwe ontwerpen gebeuren soms eigenaardige dingen langs de rand van een vlechtwerk. Zie No: 33, 34, 85 en ook 94. Bij bepaalde combinaties van kruisingen blijven sommige strengen niet langs de rand van het vlechtwerk liggen maar kunnen verschuiven naar het midden. Er ontstaan soms spoedverschillen tussen strengen. In dit hoofdstuk worden enkele van deze combinaties onderzocht.
Tabel 97 1 (5L/4R) 2 (4L/5R) 3 (5L/4R) 4 (4L/5R)
1 ^ ^
2 2
3 3 -
4 -
5 * *
e * * -
d
c
b
a
-
c
-
^
-
-
b
^
Vlechten met Randeffect No: 98 – Rope Dit patroon is gebaseerd op dezelfde rand als voorgaande vlecht en levert een ander diagram. De diagrammen in dit hoofdstuk wijken af van de overige in dit boek, de regels die tot nu toe golden gaan hier niet meer op. Bij de eerste drie vlechten van het hoofdstuk splitsen banen zich in twee banen om op een ander punt weer bij elkaar te komen. Variaties zijn overigens eenvoudig, haal bijvoorbeeld bij stap 2 en 4 de actieve streng over streng e in plaats van onder de streng door of wissel deze stappen eens helemaal om.
Tabel 98 1 (4L/4R) 2 (3L/5R) 3 (4L/4R) 4 (3L/5R)
+
o
+
o
1 ^
2 -
3 -
4 4 * 4 *
^
2
3
e * * -
o
+
o
+
d
c
b
a
-
c
-
^
-
-
b
^
Vlechten met Randeffect No: 99 – Chain Hier twee vlechten met weer een andere rand. Deze vlecht vraagt om wat extra aandacht tijdens het vlechten om de strengen op de goede plaats te positioneren. Trek bij stap 1 en 4 wat meer en bij 2 en 3 wat minder aan de actieve streng en probeer de kracht zo constant mogelijk te houden tijdens de hele vlecht.
Tabel 99 1 (4L/3R) 2 (3L/4R) 3 (4L/3R) 4 (3L/4R)
1 ^ ^
2 2 -
3 3 3
4 4 * 4 *
d * d * d
c
b
a
c
-
^
c
b
^
Vlechten met Randeffect No: 100 – Eye De namen van veel vlechten zijn nogal uit de lucht gegrepen maar bij deze vlecht meen ik toch echt een oog te herkennen?
Tabel 100 1 (4L/3R) 2 (3L/4R) 3 (4L/3R) 4 (3L/4R)
1 ^ ^
2 2 -
3 3 3
4 * *
d * d * d
c
b
a
-
b
^
-
-
^
Vlechten met Randeffect No: 101 – Ribbon Aantrekkelijk van Vlechten met Randeffect is dat kleine aanpassingen van het vlechtpatroon flinke en vaak onverwachte gevolgen heeft. Verschil met de vorige vlecht is dat in het midden een stukje horizontale visgraat is opgenomen. Ook bij deze vlecht is speciale aandacht vereist tijdens het vlechten om de strengen op hun plaats te krijgen. Na het vlechten van stap 2 en 3 de dan buitenste streng (b en 2) even naar boven trekken zodat deze onder de actieve streng door gaat.
Tabel 101 1 (4L/4R) 2 (3L/5R) 3 (4L/4R) 4 (3L/5R)
+
o
+
o
1 ^
2 -
3 -
4 4 * *
^
2
-
e * * e
o
+
o
+
d
c
b
a
-
-
b
^
d
-
-
^
Vlechten met Randeffect No: 102 – Möbius Deze vlecht is een variatie op de vorige, de strengen bewegen zich in paren maar slechts in één baan. Het is bij dit soort ongewone vlechten verhelderend het diagram via de Omgekeerde Diagram Methode te tekenen.
Tabel 102 1 (4L/3R) 2 (3L/4R) 3 (4L/3R) 4 (3L/4R)
1 ^ ^
2 2
3 3 3
4 4 * *
d * d * -
c
b
a
c
-
^
c
b
^
Vlechten met Randeffect No: 103 – Epitome Hier volgen drie vlechten met weer een andere rand. Het duurde even om deze vlecht te doorgronden maar een aantal elementen komt in deze vlecht met slechts zeven strengen samen.
Tabel 103 1 (4L/3R) 2 (3L/4R) 3 (4L/3R) 4 (3L/4R)
1 ^ ^
2 2 2
3 3 -
4 * *
d * * -
c
b
a
c
b
^
-
b
^
Vlechten met Randeffect No: 104 – One Way Een ander patroon met gelijke rand als voorgaande vlecht, ook de doorsnede heeft een gelijkenis. Trek bij stap 3 en 4 de actieve streng wat meer aan om deze op zijn plaats te krijgen.
Tabel 104 1 (5L/4R) 2 (4L/5R) 3 (5L/4R) 4 (4L/5R)
1 ^ ^
2 -
3 3
4 4 4
5 * 5 *
e * * e
d
c
b
a
d
-
-
^
d
c
-
^
Vlechten met Randeffect No: 105 – Twister Een derde variatie op dezelfde rand. Ook bij deze vlecht dien je bij stap 2 en 3 de actieve streng goed aan te trekken zodat deze onder, dan wel boven de naastliggende streng valt. Variaties op patronen zijn eenvoudig en legio, maak deze vlecht bijvoorbeeld eens met 7 strengen (laat kolom e vervallen).
Tabel 105 1 (4L/4R) 2 (3L/5R) 3 (4L/4R) 4 (3L/5R)
+
o
+
o
1 ^
2 2
3 3
4 * *
^
2
-
e * e * e
o
+
o
+
d
c
b
a
d
c
-
^
d
-
-
^
Bonus No: 106 – Lefty Deze verzameling vlechten in dit boek is zeker niet compleet of afgerond, er zijn nog allerlei ideeÍn en vlechten die vragen om aandacht. In dit afsluitende hoofdstuk enkele hiervan. Bij deze vlecht is het de manier van vlechten die afwijkt. Tijdens het vlechten blijven alle strengen in de linkerhand. Het wordt hiermee mogelijk zo'n vlechtwerk te doorvlechten met strengen uit de rechterhand.
Tabel 106 1 (5L) 2 (5L)
1 ^ ^
2 2
3 3 -
4 4 -
5 5
(6) * *
Bonus No: 107 – Duo Dit is een gekoppeld ontwerp, twee 5-strengs vlechten die elkaar twee maal doorkruisen. Het resultaat had een standaard blokvlecht kunnen zijn, ware het niet dat de richting van één baan daarvoor verkeerd is. Nu is het resultaat een vlecht waar de strengen zich als paren lijken te gedragen. Komt direct de vraag op: welke diagrammen lenen zich nog meer voor het omkeren van de draairichting van een baan? Verder heeft dit diagram maar twee cellen met gelijke draairichting. Een vrijheid om rekening mee te houden bij het ontwerpen van nieuwe vlechten?
Tabel 107 1 (5L/5R) 2 (4L/6R) 3 (5L/5R) 4 (4L/6R)
+
o
+
o
+
1 ^
2 -
3 -
4 4
5 * *
^
2
-
-
f * * f
o
+
o
+
o
e
d
c
b
a
-
-
-
b
^
-
d
-
-
^
Bonus No: 108 – Promise Naar aanleiding van voorgaande vlecht is dit een platte 5-strengs vlecht parig gevlochten. Ofwel startend met 6 strengen links en 4 strengen rechts en vervolgens steeds met twee strengen vlechten (groene diagram). Het volledige diagram, gemaakt via de Omgekeerde Diagram Methode, ziet er inspirerend uit. Overigens is de tabel op normale wijze voor 10 strengen ingevuld, dus niet parig.
Tabel 108 1 (5L/5R) 2 (4L/6R) 3 (5L/5R) 4 (4L/6R)
x
+
x
+
x
1 ^
2 2
3 3
4 4
5 * 5 *
^
-
-
4
f * f * -
+
x
+
x
+
e
d
c
b
a
-
-
c
b
^
-
d
c
b
^
Bonus No: 109 – Swap Veel vlechten in dit boek zijn visueel mooi te maken door de strengen van verschillende groepen verschillende kleuren te geven. Het is extra leuk om deze kleuren op verschillende punten in de vlecht te wisselen zodat het uiterlijk van de vlecht veranderd. Hier een oplossing die de regelmaat van een vlecht nauwelijks verstoord, toegepast op een 8-strengs rondvlecht. Het idee is om een kruising van banen plaatselijk te vervangen door twee naastliggende banen en wel zo dat positie van de overige strengen (letters in de diagram methode) gelijk blijft. Ga als volgt te werk: Kies twee verschillende kleuren en orden de strengen volgens de symbolen boven de tabel. Doorloop op normale wijze de stappen 1 t/m 4 tot een gewenste lengte is bereikt. Doorloop dan 1 maal de stappen 1, 2, 3b, 4b. Ga weer verder met de stappen 1 t/m 4. Nieuwe handeling is hierbij in de tabel aangegeven met een S: de Swap of wissel. Bij stap 3b start je met streng 1 als actieve streng. Gaat onder twee en drie en wissel hem met streng 4. Vervolgens ga je verder met streng 4 als actieve streng.
+
o
+
o
Tabel 109 1 (4L/4R) 2 (3L/5R) 3 (4L/4R) 4 (3L/5R)
1 ^
2 2
3 3
4 4 * *
e * * e
3b (4L/4R) 4b (3L/5R)
^
S *
* e
^
-
-
o
+
o
+
d
c
b
a
-
-
-
^
d
c
b
^
S
c
b
^
Bonus No: 110 – Turn Bij de uitleg over de Diagram-Methode vertelde ik dat het om verschillende redenen wenselijk is dat alle omkeringen van de banen aan de buitenzijde liggen. Dit is echter geen wet ven Meden en Perzen. Hier een eenvoudig voorbeeld. De “voorwaarden” waaraan dit diagram moet voldoen, zijn wel lastiger te omschrijven dan voor diagrammen waarvan alle omkeringen aan de buitenzijde liggen.
Tabel 110 1 (3L/2R) 2 (2L/3R) 3 (3L/2R) 4 (2L/3R)
1 ^
2 ^ 2
3 3 * *
c * * c
b
a
-
^
^
Bonus No: 111 – Flip Flop Het diagram van deze vlecht is punt-symmetrisch. Toch komen bij het vlechten de middelste 0,5 cellen aan de zijkant naar buiten en liggen die aan voor- en achterzijde naar binnen. Zie het linker diagram. De vlecht kent echter twee stabiele toestanden. Door de strengen van de 0,5 cellen aan voor- en achterkant over een bepaalde lengte naar buiten te trekken neemt de vlecht daar de vorm van het rechter diagram aan. Hoewel de vlecht niet opzienbarend mooi is, is hij interessant omdat hij twee stabiele verschijningen kent. Dit verschijnsel treed ook op bij vlechten No: 67 en 68.
Tabel 111 1 (3L/3R) 2 (2L/4R) 3 (3L/3R) 4 (2L/4R) 5 (3L/3R) 6 (2L/4R)
x
x
o
1 ^
2 2
3 3 * * 3 *
^ ^
-
o
x
x
d * d * d
c
b
a
-
-
^
c
b
^
-
-
b
^
Bonus No: 112 – Tic Tac Toe Ik kon het niet laten deze vlecht op te nemen. Net als vlecht No: 109 heeft deze een Swap. Omdat deze precies in het midden ligt is een andere handelswijze nodig dan bij No: 109. Bij stap 1, 2, 5 en 6 komt de actieve streng na het vlechten aan de andere kant van dezelfde en niet de andere bundel. Het is een rechttoe rechtaan ontwerp van de Diagram-Methode. Het ontwerp heeft 0,5 en 1 cellen maar is gemakkelijk op te schalen naar bijvoorbeeld 1,5 en 2 cellen. Het vlechten wordt met 28 strengen dan wel een hele uitdaging.
Tabel 112 1 (6L/6R) 2 (6L/6R) 3 (6L/6R) 4 (5L/7R) 5 (6L/6R) 6 (6L/6R) 7 (6L/6R) 8 (5L/7R)
o
x
o
+
o
x
1 ^
2 2
3 3
4 4
5 5
6 -
^
2
3
-
-
^
-
-
-
-
^
-
-
4
5
6 * 6 *
7 * x
+
#
x
#
+
#
g
f
e
d
c
b
a
* * -
f
e
d
c
b
^
-
e
-
-
b
^
* * g
-
-
-
-
-
^
f
-
d
c
-
^
* x
Bonus No: 113 – Thin Cell Deze vlecht is een waardige afsluiter van het hoofdstuk Bonus en ook het boek. Het diagram, gebruikt bij de diagram methode, bestaat uit zeer smalle cellen, een kruising van cellen beslaat slechts 1 rij kruisingen in het schema. Bijzonder is dat de uiteindelijke vlecht nauwelijks te herleiden is tot dit diagram (ik heb de foto bewust weggelaten). Een hele mooie vlecht levert hetzelfde ontwerp met 14 strengen en de kruising van cellen op de 4e rij van het schema (i.p.v. de 3e zoals hier). Diagrammen met smalle cellen leveren onverwachte vlechten en andere ontwerpen lijken nog denkbaar. Ik ben overigens ook bij andere diagrammen op deze manier verrast door de diagram methode. Er valt nog veel te ontdekken.
Tabel 113 1 (5L/5R) 2 (4L/6R) 3 (5L/5R) 4 (4L/6R)
+
o
+
o
+
1 ^
2 2
3 3
4 -
5 5 * 5 *
^
-
3
4
f * f * -
o
+
o
+
o
e
d
c
b
a
e
d
c
-
^
e
-
c
b
^
Inhoudsopgave
Voorwoord Plat Vlechten
No:
1
Rond Vlechten
No:
10
Asymmetrisch Rond Vlechten
No:
24
Vlechten met Omkeringen en Draaiingen
No:
31
Twee Cellen Dik Vlechten
No:
40
Over Cellen
No:
53
Diagram-Methode
No:
55
Omgekeerde Diagram-Methode
No:
60
Ontwerpen van een Blokvlecht
No:
62
Drie en Meer Cellen Dik Vlechten
No:
67
Meer Cellen Rond Vlechten
No:
75
Gekoppeld Vlechten
No:
80
Vlechten met Randeffect
No:
97
Bonus
No: 106