Eo Wijers Prijsvraag | Verrukkelijk Landschap | Inzendingen 1e rond

Page 1

Inzedingen 1e ronde Eo Wijers 2019 - 2020 Verrukkelijk Landschap


Alblasserwaard


Geselecteerde inzendingen 2e ronde


TRANSFORMATIE VANUIT DE KERNRANDZONES / 1 - “pompen uit, oerlandschap aan” naar de potentie van stadsrandzones als collector van landschappelijke ingrediënten in een waaier aan mogelijkheden in de brede marge tussen groen en rood. We willen hierin onderscheid maken tussen functies in tijdelijkheid en blijvende landschappen, tussen snelle en langzame transformaties, en voor traditionele en vernieuwende landschappen. En aan die functies koppelen we een helder

het huidige karakteristieke landschap van de Alblasserwaard

DE ALBLASSERWAARD ALS CASUS De Alblasserwaard is een gebied met een verscheidenheid aan landschappen, zowel bebouwd als open. Het oorspronkelijke veenmoeras onderscheidt zich nu als diepe polder met relatief veel veeteelt. Historische elementen die hoog gewaardeerd worden zijn iconisch voor het temmen van de polder. Dijkdorpen, gemalen, molens en open landschap. Het landschap langs de randen van het gebied bestaat uit kleigronden waar meer dynamiek en onder meer fruitteelt te vinden is. De problematiek van het gebied is een kluwen van bodemdaling, overlast van veebedrijven, druk vanuit stedelijk gebied en waterveiligheid. Daarnaast geldt algemene ruimtelijke problematiek zoals de zoektochten naar ruimte voor woningbouw, bedrijven (verdozing), natuur en energietransitie. STELLINGNAME Voor de Alblasserwaard zijn er al veel vruchtbare studies ondernomen naar de toekomst van het veenweidegebied. Wat wij concluderen en meenemen als waardevolle noties uit de vele studies is: • Dat intensieve veeteelt niet de toekomst heeft als voedselvoorziening en we deze langzaam aan een stap terug willen laten doen; • De bodem en het water weer sturend laten worden in de ontwikkelingsperspectieven van het landschap. Op deze manier komen natuurlijke processen weer centraal te staan en krijgen vrijheid: ‘pompen uit, landschap aan’. Dit betekent dat het huidige traditionele beeld van het veen als ‘open grasland’ langzaamaan zal plaats zal maken voor het herintroduceren van het veenmoerasbos. Hier en

raamwerk van het veenbos, een landschappelijke lijst met ruimte voor water en natuur, als overgangslandschap in de grenszone tussen kern en landschap.

terug naar de karakteristiek van het oorspronkelijke veenmoeras

daar ontstaan momenteel in laag-holland al nieuwe clusters van broekbossen, houtwallen en rietkragen rondom agrarische percelen met aquatische landbouw. Wanneer je dit beeld doortrekt kan er op termijn een gedifferentieerd moerasbos ontstaan met verschillende vormen van landbouw, bewoning en recreatie daarin, een landschap zoals het eeuwenlang ook was voordat het in cultuur werd gebracht. Dit betekent voor boerenbedrijven dat ze zullen moeten omschakelen naar alternatieve of nieuwe vormen van (kringloop)landbouw zoals bijvoorbeeld aquatische landbouw, natte teelten, voedselbossen, te combineren met recreatieve functies en met natuurontwikkeling. Gezien de druk op de agrarische sector en het positieve animo vanuit ondernemers om nieuwe vormen van landbouw te onderzoeken en vorm te geven denken we dat de belangrijkste regionale opgave ligt in het vinden en aanwijzen van de meest geschikte locaties van transformatie in de Alblasserwaard Vijfheerenlanden. Onze stellingname daarin is dat met name kernrandzones (zones rondom dorps- en stadskernen) vruchtbare grond vormen voor transitie en dat hier veel winst behaald kan worden voor zowel het bebouwd als het landelijk gebied. OPGAVE De kernrandzones hebben te maken met groene en rode druk. Functies worden vanuit de kernen aan de randen geplaatst omdat ze veel ruimte nodig hebben, veiligheidszones hebben of logistiek beter aan de rand langs belangrijke infrastructuur passen of omdat ze niet mooi geacht worden voor een plek binnen de kern. Het is een ‘rommelzone’ waar veel meer kansen liggen voor de toekomst.

Nieuwe laag 1: een landschappelijk raamwerk van (veen)bosstroken • structuur bieden aan de dynamiek van programma; • landschappelijke lijst; • verhogen van de (verblijfs)kwaliteit van de kernrandzone; • ruimte voor water en natuur.

Nieuwe laag 2: dynamische programmering • de plek voor een verrukkelijk landschap, voor nieuwe vormen van een duurzame kringlooplandbouw; • zone van experiment en transitie, snelle en langzame transformatie; • identiteit geven aan de kernrandzone.

Ondergrond: bestaande kern • rafelige rand; • heeft geen duidelijke identiteit; • kansen voor verbetering relatie kern en landschap.

Daarom willen we in onze inzending onderzoek doen Alblasserwaard Vijfheerenlanden december 2019


TRANSFORMATIE VANUIT DE KERNRANDZONES / 2

1. Lekzone: hoog en vitaal

EILANDEN IN HET VEEN

KRALENSNOER AAN DE LEK

- de kernrandzones van de Alblasserwaard Vijfheerenlanden - 3 karakteristieken te onderscheiden -

MERWEDEWAND

2. Zone Alblas en Giessen: laag en rustiek

de kernrandzones van de Alblasserwaard met drie verschillende karakters

KERNRANDZONES Op basis van het landschap zijn er meerdere zones te onderscheiden. De Lekzone ligt iets hoger ten opzichte van de waard, er is gemengd grondgebruik en een mix van bebouwing, agrarische functies en kleinschalige fruitteelt. De kernen liggen hier als een kralensnoer langs de Lek. De Merwedezone ligt hoog en combineert een verscheidenheid aan functies. Hier is druk vanuit de kernen hoger dan elders door grootschaliger bebouwing en goede bereikbaarheid. Bewonersaantallen liggen hoger en

bedrijvigheid speelt een belangrijkere rol. De kernrandzone krijgt hier door grootschalige oeverbebouwing het karakter van een wand. Tot slot in de centrale zone van de waard vind je dorpen gelegen aan de afzetgebieden van de Giessen en de Alblas gelegen als eilandjes in het veen. Hier speelt landbouw de grootste rol in de kernrandzones. In de tweede fase willen we een aantal generieke tools ontwikkelen voor deze drie soorten kernranden. Wat gebeurt er in welke kernrandzone, hoe is de bodem sa-

3. Merwedezone: hoog en dynamisch

mengesteld, welke nieuwe functies kunnen waar het best gedijen en het meest betekenen? Waar kan bijvoorbeeld een voedselbos leiden tot een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en tot nieuwe verbindingen in de voedselketen? Waar kan een bedrijventerrein ingepakt worden door biodiversiteitscorridor? Kan een woonlocatie grenzen aan natte landbouw? En kunnen we nieuwe vormen van wonen in buitengebied toevoegen? Waar is plek voor nieuwe soorten recreatie-energielandschappen? Waar vindt de lokale landbouwwinkel van circulaire boerderijen zijn beste

afzetmarkt? Kortom, waar kun je werk met werk maken, waar kun je beginnen? Op basis hiervan zullen we de karakteristieken van deze 3 zones nader verkennen en definiëren en per zone een aantal exemplarische gebieden uitlichten. Voor deze kernranden willen we dan een voorlopig ‘menu’ met verschillende ingrediënten ontwikkelen. Vervolgens kan er in samenwerking met lokale partijen een uitwerking worden gemaakt. Alblasserwaard Vijfheerenlanden december 2019


TRANSFORMATIE VANUIT DE KERNRANDZONES / 3 - zoektocht naar een optimaal menu van ingrediënten per kernrandzone NIEUWE LAAG 1: EEN LANDSCHAPPELIJK RAAMWERK VAN (VEEN)BOSSTROKEN In de eerste laag van de nieuwe landschappen van de kernrandzones zal ’het veenbos’ een belangrijke bouwsteen zijn. Naast het loslaten van veeteelt als voornaamste grondgebruik waar veel problemen aan hangen heeft het ontwikkelen van veenbos ook ten aanzien van CO2 uitstoot reductie en opslag een gunstige bijdrage. Graag willen we de mogelijkheden verder onderzoeken van het veenbos voor houtproductie en voor functie van voedselbos. Als het veenbos op termijn ook kan bijdragen aan productiehout voor de bouw zal dit naast een economische bestemming ook een gunstige impuls zijn t.b.v. duuzaamheid in de bouwsector. In het kader van deze prijsvraag waar kringlooplandbouw centraal staat zien we daarom ook dat de combinatie met een ‘voedselbos’ een belangrijk ingrediënt kan zijn om een streekeigen natuurinclusief productielandschap te ontwikkelen.

NIEUWE LAAG 2: DYNAMISCHE PROGRAMMERING Vervolgens wordt het landschap van de kernrandzones dat zich tussen dit netwerk van moerasbos bevindt aangewezen als ruimte voor transitie. Het is de ritsruimte van stad en land en biedt daarom bij uitstek mogelijkheden om bewoners uit een kern en hun verrukkelijk landschap bij elkaar te brengen. We willen onderzoeken welke ingrediënten en welke synergetische combinaties plaats kunnen vinden voor economisch, ecologisch, sociaal, energetisch en/of ruimtelijke kwaliteitsverbetering van het landschap. Welke oplossingen passen bij welke kernrandzones?

ontginningsas

poldergrid

woonlint

bosrand

arboretum

open plekken

materialen

houtwal & struweel

halfverharding

bospercelen

laan als drager

landschapskamer

bloemrijkgrasland

aanlegsteigers

waterloop

grasoevers

rietkragen

jaagpad

knotwilgen

elzensingel

fruitbomen

kades

doorkijk

lanen

landschappelijke ingrediënten

Uitgaande van dat de transitie van de landbouw in gang is gezet naar nieuwe vormen, liggen de vragen centraal naar welke ingrediënten en tools de transitie in de kernrandzone kunnen faciliteren ongeacht welke vormen de specifieke vormen van landbouw ook zullen aannemen. Binnen dit uitgangspunt zijn er vooralsnog drie categorieen te onderscheiden in het menu van ingrediënten van het nieuwe landschap: Landschappelijke ingrediënten: • landschappelijk natuurlijk / ecologisch / biodivers • landschappelijk agrarisch / nieuwe vormen van natte teelt • recreatief v/ maatschappelijk

laboratorium

boerderijwinkel

natuurzwembad

recreatief energielandschap

Infrastructurele ingrediënten: • energielandschappen • verkeersruimte Gebouwde ingrediënten: • nieuwe werklandschappen • nieuwe woonlandschappen • recreatief/ maatschappelijk

experimenteel bouwen

kleinschalige woonvormen

experimenteren met voedselproductie

TEAM/ DISCIPLINES Samenwerkende disciplines zijn landschapsarchitectuur, stedenbouw en architectuur. In een mogelijke tweede fase willen we graag samenwerking zoeken met partners in de specialismen voedselbossen, energielandschappen, stikstofemissie, circulair bouwen en economie. diverse soorten werkvormen voorbeeld van een stukje nieuw (veen)bos raamwerk

voedselbos

collage van een aantal mogelijke ingrediënten Alblasserwaard Vijfheerenlanden december 2019


GOED BOEREN De boer is van huis uit een ondernemer. De huidige manier van agrarisch ondernemen loopt echter tegen vele grenzen aan, zeker in het veenweidegebied. Een grote verandering in de manier van boeren is daarom nodig. Een opgelegde transitie werkt averechts en leidt tot een boeren opstand. Daarom wordt de noodzakelijke transitie vanuit bestaande agrarische principes, nieuwe financiĂŤle kansen en het helpen organiseren van de stappen door de agrarische sector zelf geĂŤffectueerd, een groene revolutie! De ‘boer aan het roer’ stelt agrariĂŤrs in staat zelf keuzes te maken en samen de transitie tot stand te brengen, een nieuw aantrekkelijk waterrijk landschap dat CO2 vasthoudt, waarin kwaliteitsvoedsel voor de regio wordt geproduceerd, de biodiversiteit herstelt en afval grondstof is!

2020

soya

M ELK

A5HL

9.000 km

NAAR EEN NIEUWE CYCLUS

export bulk

Meer en intensiever melkt de aarde uit. Water, landschap, bodem, biodiversiteit en klimaat zijn de dupe. En dat ligt niet aan de boeren, dat ligt aan het systeem dat we met elkaar hebben ontwikkeld. In de context van A5HL betekent dit aanpassingen in het waterbeheer, extensieve melkproductie, nieuwe teelten en een ander landschap!

MEST

2050

Boer aan het roer zet daarom in op de innoverende boer, vernatting van het veenweidegebied, koppelen van nutriĂŤnten-stromen en verrijking van het landschap. e producten & toegevoegde w ardig aard a w g e o o h

COOP

Randstad

reststromen voedselketen, afval

BOER IS TROEF Het watersysteem volgt tot op de dag van vandaag de eisen die een intensief agrarisch gebruik stelt. Door het verlagen van het waterpeil verdroogt en oxideert het veen, waardoor jaarlijks liefst 7 megaton CO2 vrijkomt, bijna 4% van de totale Nederlandse CO2-uitstoot (CBS, 2018). Door veenoxidatie daalt de bodem en moet gemiddeld elke 10 jaar het waterpeil opnieuw verlaagd worden om voldoende drooglegging te garanderen. Gemiddeld komt er nu jaarlijks 30 ton CO2 vrij per hectare veenweidegebied in Nederland. De maatschappelijke kosten zijn zeer fors:

POE D E R

8.000 km

import NOx

We zijn een efficiĂŤnt, slim en pragmatisch volk en hebben landbouw tot een bijna industrieel proces gemaakt dat momenteel tegen meerdere grenzen aanloopt. Verandering is noodzakelijk.

Maar ook een eerlijke prijs voor kwaliteitsproducten uit de regio. Daarnaast moeten kringlopen op regionaal niveau gesloten worden. Stedelijk voedselafval wordt veevoer. Rioolslib levert mineralen, energie en bouwmaterialen. CO2-vastlegging levert een forse geldstroom. Dit alles levert een veranderend, levend en leefbaar landschap!

de extra kosten voor het beheer en onderhoud van wegen en infrastructuur, funderingen van huizen en waterbeheer bedragen tot 2050 ruim â‚Ź20 miljard (PBL in de Balans voor de Leefomgeving 2016). De heruitvinding van het agrarisch grondgebruik in A5HL begint bij peilverhoging. Dit leidt tot een forse afname van de CO2-emissies en de bijbehorende extensivering van het grondgebruik leidt tevens een daling van de emissie van sterke broeikasgassen als lachgas en methaan.

NutriĂŤnten

DE STAD ONTLAST

COMMUNICERENDE VATEN

Kringlooplandbouw is het nieuwe adagium. Voorwaarde is wel dat het grootste voedingsstoffen-lek wordt gedicht: de stad. Voedsel dat naar de stad gaat, komt niet meer als voedingsstof voor de landbouw terug, en verdwijnt voor een fors deel als afval in het riool. Elk jaar wordt door menselijke consumptie een kwart tot de helft van de nutriĂŤnten als stikstof en fosfaat uit de voedselcyclus gehaald. De kringloop is dus verbroken en de verliezen worden aangevuld met kunstmest en veevoer uit de hele wereld. Dit systeem is onhoudbaar.

De voedselcyclus weer herdefiniĂŤren leidt tot meer uitwisseling tussen stad en land. Een nieuw peilbeheer beperkt inklinking van de bodem en CO2 uitstoot. Dit andere watersysteem leidt tot een nieuwe gebiedsindeling van de A5HL en een heroriĂŤntatie op de landschappelijke onderlegger.

Maaiveld- en peilverschillen leiden tot 3 gebieden. Afvalstromen en voedsel productie leiden tot nieuwe verbindingen tussen stad en land.


NIEUWE KANSEN IN DE VERSCHILLENDE GEBIEDSDELEN exclusief wonen moerasnatuur recreatie

energie en natuur 1 koe p/ha

natte teelten

Natland

Droogland

Mileupark RWZI cellulose biomassa fosfaat warmte voedsel Cooperatieve onderneming

1 koe p/ha

Wisselland (zomerpeil) NATLAND: Het laagst gelegen en snelst dalende gebied wordt op termijn geheel vernat en is tevens een centrale waterbuffer die het water vasthoudt voor drogere tijden in de omgeving. Dit gebied verandert op termijn het sterkst. Dit biedt kansen voor nieuwe teelten, diensten en gebruik. Innovatieboeren zullen in dit gebied een plek vinden en het landschap gaan vormgeven.

natte teelten

Wisselland (winterpeil) WISSELLAND: Een niveau hoger wordt het peilverschil vooral in de winter merkbaar. In deze zone wordt op zeer extensieve wijze kwaliteitsmelk en vlees geproduceerd, staan de koeien ’s zomers in de wei en worden grote delen ’s winters onder water gezet. Door combinaties met andere natte teelten in het seizoen verandert dit landschap per seizoen.

DROOGLAND: Het hoger gelegen gebied lijkt het meest op het huidige maar met een veel minder intensieve veeteelt (1 koe per ha). Hier zal met name de toegevoegde waarde door kwaliteit de uitdaging worden! Ook hier gaat het waterpeil omhoog en worden grote besparingen gerealiseerd op het gebied van CO2-vastlegging en het tegengaan van schade aan van wegen, gebouwen en waterkeringen.


WAT DE BOER NIET KENT, DAT TEELT HIJ STRAKS… Uiteraard zal de nattere veengrond gepaard gaan met stapsgewijze extensivering van de melkproductie. In de onderhavige regio leveren we dan meteen een forse bijdrage aan het terugdringen van de depositie op het zeer stikstofgevoelig Natura 2000-gebied Zouweboezem. Ook het behalen van de Kader Richtlijn Water-doelen wordt eenvoudiger: veenoxidatie leidt namelijk tot het vrijkomen van de in het veen opgeslagen voedingstoffen als nitraat en fosfaat, met grote negatieve gevolgen voor de oppervlaktewaterkwaliteit. Er zijn al landelijke pilots met natte teelten met lisdodde, riet, pijlkruid, wilg, kroosvaren, veenmos en olifantsgras. Mogelijke toepassingen zijn onder meer veevoer, stalstrooisel, biomassa, bouw- en isolatiemateriaal. De innoverende A5HLboer kan voortbouwen op deze kennis en coöperatief voor regio beschikbaar maken.

TERUG IN DE KRING De stad gaat zijn ‘afval’ terug leveren aan de landbouw, zoals eeuwenlang nauwgezet gebeurde. En niet alleen gftafval, maar ook menselijke ontlasting. Echte kringlooplandbouw kan niet bestaan zonder daar serieus op in te zetten.

Boer aan het roer zet in op herstel van ecosystemen, minder voedselen mineralenkilometers, nieuwe verdienmodellen en de belangrijkste aanpassing: de rol van de mens. De boer is de hoofdrolspeler. De initiatieven van de sector zelf worden aangewakkerd, aangespoord en versneld! Extensieve veehouderij met een natuurlijk peilbeheer, nieuwe teelten en korte kringlopen is het leidende principe. De nieuwe vormen van landbouw vergen een andere manier van werken, andere koeien, een hoog kennisniveau, ondernemerschap en moedige bestuurders op alle schaalniveaus. Boer aan het roer is dus vooral ook een aanpassing van de cultuur, waar juist in A5HL een goede basis voor aanwezig is. Een rijk, afwisselend landschap deelt in de opbrengst: gevarieerder, spannender

Slechts 45% van de stikstof die in 2015 via veevoer en kunstmest in de landbouw werd aangevoerd, kwam in dierlijke en plantaardige producten terecht en er verdwijnt 332 miljoen kilo N direct naar het milieu (bron: PBL). Ook het deel dat wél in voedselproducten terecht komt, verlaat via onze toiletpot de landbouwkringloop. Daarnaast wordt momenteel maar 15% van afval uit voedingsmiddelindustrie als veevoer benut (bron: WUR), omdat Europese wetgeving alleen fabrieksresten toestaat. Ook die kringloop kan veel beter gesloten worden, door bijvoorbeeld ook over-datum producten uit supermarkten toe te staan en allerlei buitenbeentjes die de consumentenmarkt niet eens bereiken.

GRONDSTOFFEN-TRANSFERIUM Langs de rand van A5HL liggen meerdere RWZI’s op de grens tussen stad en land. Deze worden een bron van vele waardevolle grondstoffen voor de regio: • Cellulose wordt ingezet als energiebron en grondstof voor bouwen isolatiemateriaal. • Fosfaten en methaan worden (terug) gewonnen en opnieuw ingezet als meststof resp. energiebron. • Warmte wordt vervoerd naar omliggende woonwijken. De nieuwe circulaire veevoeder-hub

aantrekkelijker. Nieuwe producten, kwaliteit en waardevermeerdering, tal van nieuwe recreatieve mogelijkheden en aantrekkelijke unieke woonmilieus nabij de bestaande kernen (of er aan vast). De drie deelgebieden hebben elk hun kwaliteit en maken samen een uniek duurzaam waterrijk productief en beleefbaar landschap.

EEN BETAALBAAR INNOVATIEMODEL Van de geldstroom voor CO2-emissierechten maken we een nieuw agrarisch verdienmodel. De prijs die de grootste energieverbruikers betalen voor de Europese CO2-emissierechten (ETS) bedraagt inmiddels 27 euro per ton CO2. Uitgaande van 30 ton CO2-emissie/ha/ jr zou elke boer in het veenweidegebied

ligt bereikbaar via weg en water nabij de oude fabriek van NedStaal in Alblasserdam. Hier worden stad en land circulair verbonden. Reststoffen uit het stedelijk voedselsysteem worden omgezet in grondstoffen voor de veehouderij in A5HL. De tegenprestatie bestaat uit verse regionale kwaliteitsproducten voor de stedeling.

DE COÖPERATIE Voedsel, bouwmaterialen, energie en kringlopen worden coöperatief in A5HL. Het zelf-organiserend vermogen van boeren wordt ingezet om de verandering uit het gebied zelf te laten komen. Hoe werkt het? De koplopers worden geholpen om hun toekomst vorm te geven. De enige voorwaarde is dat de vernieuwing in de landbouw aansluit bij het nieuwe peilbeheer. De regionale samenwerking ondersteunt de uitwisseling van percelen / gronden en eventueel (vrijwillige) ruilverkaveling. Het versnellen gebeurt door terug te vallen op tal van ‘oude principes’ voor nieuwe landschappen, zoals landinrichting/ruilverkaveling, coöperaties voor nieuwe producten, geldstromen uit CO2-vastlegging en uiteindelijk de btw.

dus zo’n €800 per jaar per hectare kunnen verdienen. In Friesland is al gestart met dit Valuta voor veen-concept. Daar bovenop komen de besparingen op de kosten voor het beheer en onderhoud van wegen en infrastructuur, funderingen van huizen en waterbeheer. Per hectare veenweidegebied gaat het dan om nog eens €700 - €900 per ha per jaar. Deze kosten als gevolg van veenoxidatie betalen we met zijn allen via hogere belastingen. Het ”oogsten” van deze enorme besparingen ten behoeve van de gewenste transitie is een taak voor de wetgever.

VERVOLG Graag zouden wij dit landschap verder vormgeven en de uitvoering dichterbij brengen! In een uitwerkingsfase van ‘Boer aan het roer’ werken wij samen met de

BOTER, KAAS EN EIEREN - EERLIJKE PRIJS, LOKALE BOER ALS BEWIJS Behalve de boer zullen ook banken, supermarkten en (vooral) consumenten anders gaan kijken naar het produceren van voedsel. Door op andere gronden dan winstmaximalisatie kredieten te verstrekken en hoogwaardig voedsel letterlijk meer te waarderen kan een degelijke extra financiële pijler worden gebouwd onder een minder intensieve landbouw. De regio A5HL is de pilotregio voor de herwaardering van lokaal kwaliteitsvoedsel! Lokale producten liggen vooraan in het schap en worden coöperatief geleverd. Andere producten krijgen de ‘niet van hier‘sticker. Het moet voor de consument in de supermarkt zichtbaar worden: • De regionale kwaliteitskaas en melk is verpakt in afbeeldingen van weidevogels, bloemen, vlinders en koeien in de wei. • Goedkope kaas en melk van buiten de regio kent een verpakking met monotoon groen asfalt met megastallen en mais. Beter nog is het om op regionaal kwaliteitsvoedsel -dat gezond is voor mens, dier en milieu- minder (of zelfs geen) btw te heffen.

innoverende boeren uit het gebied, het waterschap voor het definiëren van de nieuwe peilen en gaan we op zoek naar het opzetten van de nieuwe financiële cyclus met partijen uit het gebied.

BOER AAN HET ROER • Neemt bodem, water en korte kringlopen als uitgangspunt; • Gaat uit van de kracht en het initiatief van innoverende boeren en ruimte voor transformatie; • Verbindt stad en buitengebied; • Schakelt over van goedkope bulk voor het (verre) buitenland naar gezonde kwaliteit voor de regio; • Gebruikt CO2 emissierecht als mede-kostendrager voor de transitie.


Meer WAARD ! Hoe kunnen we de boer helpen? De boer als trotse beheerder van ons landschap. Hoe kunnen we die trots een nieuwe impuls geven, zodat het een gezamenlijke trots wordt van boer en burger? Er onderlinge waardering ontstaat op basis van een landschap met meerwaarde in de AlblasserwaardVijfheerenlanden (A5H)? Het huidige landschap van A5H wordt gekenmerkt door openheid, water, molens, weilanden, koeien, melk en kaas, maar ook boomgaarden, populieren en knotwilgen aan lange linten die alles met elkaar verbinden. Dit typisch Hollandse landschap piept en knarst in zijn voegen; bodemdaling door oxidatie van het veen, een watersysteem dat tegen zijn grenzen aanloopt en de doorontwikkeling van de landbouw die om principiële keuzes vraagt. Niet alles kan meer overal. In ons handelingsperspectief richting een weerbare en volhoudbare toekomst zetten we de bodem centraal. Een vitale en gezonde bodem als basis voor de doordringende stem van het water in tijden van klimaatverandering en een rendabel, circulair landgebruik. De bodem van A5H is rijk en uniek met een complete gradiënt van klei naar veen en zandige donken. Die verscheidenheid in de ondergrond geeft richting aan de ontwikkeling van een toekomstbestendig watersysteem. Een watersysteem dat meebeweegt met de seizoenen op basis van het principe ‘vasthouden als het kan en pas uitslaan als het moet’. De stem van het water wordt een roep om het vasthouden van gebiedseigen zoetwater van goede kwaliteit; belangrijk om bodemdaling te beperken en perioden van grote droogte te overbruggen. Het water stuurt op zijn beurt het circulair landgebruik. Willen we echt substantieel water kunnen vasthouden dan zullen we de sponswerking van de bodem in ere moeten herstellen. Dit betekent zompigheid in de vorm van uitgestrekte hooilanden in de Binnenwaard die langzaam opdrogen richting de zomer en grootschalige broekbossen rondom de Zouwe, op de grens van Waard en Heerenland. Circulair landgebruik betekent denken in gemeenschappelijke waarden. Hoe kunnen we boer, burger en keten veel dichter bij elkaar brengen, zodat er onderling begrip, maar ook onderling verdienvermogen ontstaat? Dit betekent meer verwevenheid tussen sectoren, samenwerking tussen bedrijven, verknopen van opgaves en het betrekken van de inwoners. Twee regionale landbouwsystemen ‘voeden’ de Stedenband in ons perspectief, waarbij de Alblas en de Giessen elk een eigen rol en een eigen identiteit hebben, voortkomend vanuit de specifieke bodemopbouw, de cultuurhistorie en een duurzaam watersysteem.

De Binnenwaard - met daarin de Alblas als blauwe rijgdraad, versterkt door een tussenboezem als ‘ventiel’ in het watersysteem - is het domein van de ‘gruttoboer’. Het hoge grondwaterpeil beperkt de bodemdaling, vermindert de CO2-uitstoot en kruidenrijke graslanden (met klaver en andere vlinderbloemigen) leggen stikstof vast in de bodem. Uitgestrekte hooilanden en plas-dras vormen de basis voor één van de grootste aaneengesloten weidevogelgebieden van Nederland. Een belangrijk onderdeel van deze natuurinclusieve wijze van weidebouw is de omgang met mest. Het type koe wordt aangepast naar kleinere en lichtere soorten, die zoveel mogelijk weidegang hebben en in de winter een plek hebben in de strooiselstal. Het strooisel wordt aangevuld met riet, wilg en lisdodde uit natte, omringende natuurgebieden als de Donkse laagten. Door extensieve beweiding in combinatie met een moderne potstal ontstaat er een primaire scheiding van ‘poep en pies’ waardoor het ontstaan van ammoniak drastisch wordt teruggebracht en het toevoegen van kunstmest verminderd. De ruigemest wordt in het voorjaar op het land gebracht. De boer krijgt - binnen grenzen - ruimte voor peilbeheer op perceelniveau. Een nieuw molenlandschap kan ontstaan met Bosman-molentjes op het land voor peilbeheersing en ‘Groninger’ houten windmolens voor de eigen energiewinning op het erf. De overdekte opslag van ruigemest kan door de composterende werking gebruikt worden als aanvullende warmtebron. Een coöperatie van boeren is eigenaar van de regionale melkfabriek in Bleskensgraaf die gruttomelk én bodemdalingskaas verkoopt. De Zouwespons - met daarin de Zouwe en de Giessen als blauwe rijgdraden - is het domein van de ‘bosboer’ en de ‘waterboer’. De Zouwespons met broekbossen en rabatbossen wordt dooraderd met een netwerk van natte haarvaten, zorgt voor aanvulling van het grondwater en beweegt mee met de seizoenen. Verschillende typen bosbouw komen in het ruim 5000 ha grote gebied voor en versterken elkaar; productiebossen met snelgroeiend hout als populier en es voor houtbouw (CLT), agroforestry, voedselbossen en boskamers met fruitbomen. De Zouwespons is één groot nat boslaboratorium met verschillende peilen en maaiveldhoogten, waarbij onderzocht wordt hoe bos als bouwmateriaal, als voedsel en als zoetwaterbuffer kan functioneren. De A27 is als een parkway door dit nieuwe landschap, met een reeks van belevingen; een keuzemenu voor boer en burger. Door de ontwikkeling van de Binnenwaard en de Zouwespons als bufferzones kunnen Natura 2000 gebieden zich ontwikkelen tot robuuste Natura 2050 gebieden. Er ontstaat een veelkleurig, meerwaardig landschap met geleidelijke, vloeiende overgangen en een grote, recreatieve betekenis.

Huidige dorpsentree van Bleskensgraaf vanuit het zuidwesten; het hart van de Binnenwaard


Meer WAARD !


Meer WAARD ! Kringloop Zouwespons

Kringloop Binnenwaard

Governance Hoe krijgen we de juiste boer op de juiste plaats in het landschap van de MeerWaard? En hoe organiseren we een langdurige betrokkenheid van de burger? Om met de eerste vraag te beginnen; een grondbank, gekoppeld aan een ruilverkaveling 2.0 lijkt een geschikt instrument om verder te onderzoeken. Kunnen we een grondbank koppelen aan een koolstofbank, gevoed door vermeden en vastgelegde CO2-uitstoot uit Binnenwaard en Zouwespons? Kunnen we een grondbank koppelen aan een stikstofbank? Complementair hieraan is het idee van een cooperatief grondbeleggingsfonds. Dit fonds koppelt jonge boeren aan boerenbedrijven die hun activiteiten willen staken. Dit kan mogelijk ook in samenwerking met externe financiers. Een denkbaar voorbeeld is Shell die uitstootrechten wil kopen door CO2 op te slaan in de grond.

Kringloop Stedenband

Biodiversiteit is ons inziens gekoppeld aan boerendiversiteit. Juist een landschap met een breed palet aan agrarische bedrijfssystemen, van gruttoboer tot bosboer leidt tot een aantrekkelijk landschap voor boer en burger. Die burger kan actief participeren in de MeerWaard. Omwonenden kunnen profiteren van korte ketens, van grond tot mond. Ouders kunnen voor hun kinderen een ‘duurzame zilvervlootrekening’ openen door een stuk bosgebied in de Zouwespons aan te kopen. Hoe hoger de bomen, hoe groter het huis voor de kinderen. Woningbouwvereniging FIEN uit Giessendam kan hierin een stimulerende rol spelen door CLT-bouw tot standaard te verheffen voor hun woningbouwopgave (nader te onderzoeken). Tenslotte is de rol van het waterschap cruciaal. Het waterschap wordt een klimaatschap met een brede regierol, niet alleen dienend, maar bovenal leidend in een weerbare en volhoudbare toekomst voor Alblasserwaard-Vijheerenlanden.


Overige inzendingen





1.

CIRCULAIR PRODUCTIE LANDSCHAP een strategie voor de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden waarbij de functie het waterpeil volgt

INTRODUCTIE Het lage land van Alblasserwaard-Vijfheerenlanden wordt begrensd door de Lek, Linge en Waal. Met veel inspanning en strijd tegen het water heeft de mens dit productielandschap gevormd. Tegen de natuur van het water in pompen kleine waterkunstwerken de polder leeg, waarbij het waterpeil de gewenste functie volgt. Het huidige gebruik van het landschap heeft hierdoor verschillende maatschappelijke en klimatologische gevolgen. Als antwoord hierop volgt in 2050 het gebruik van de logica van het landschap. Het lage land van AlblasserwaardVijfheerenlanden wordt deels vernat, wat een meer diverse productie en divers landschap tot gevolg heeft. Honderden waterkunstwerken vormen hierbij hoogwaardige ecologische knooppunten in het landschap waar energie kan worden ‘getapt’, energie wordt gegenereerd, recreatie kan plaatsvinden en waar regionale producten vervaardigd uit bijvoorbeeld eendenkroos, veenmos, lisdodde, cranberry en zuivel kunnen worden verhandeld.

Door in deze inzending in te zoomen op de micro-schaal van de waterkunstwerken en uit te zoomen tot de macro-schaal van het landschap, lossen we de klimaatopgaven op en creëren we nieuwe maatschappelijke kansen voor een meer divers toekomstbestendig productielandschap. UITDAGINGEN In de regio zijn een aantal grote maatschappelijke opgaven actueel zoals bodemdaling van de veengronden en de grote veestapel die beiden zorgen voor de hoge CO2 uitstoot, de (polder)waterhuishouding ten aanzien van de zeespiegelstijging, de lage biodiversiteit door een monocultuur en het behoud van de cultuurhistorische waarde. Dit zijn opgaven die het keerpunt zullen betekenen voor de regio zoals deze nu is. Om de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden toekomstbestendig te maken dient het systeem van dit voedsellandschap rigoureus gereorganiseerd worden.

energie gebruiker/ consument milieu

product productie rest/afval

circulair systeem

van micro- naar macro schaal

stuwen en dammen gemalen natte teelt melkveehouderijen boomgaarden functie volgt waterpeil

honderden punten (stuwen, gemalen, dammen, etc.) van onschatbare waarde in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden


2.

CIRCULAIR PRODUCTIE LANDSCHAP een strategie voor de Amblasserwaard-Vijfheerenlanden waarbij de functie het waterpeil volgt

FUNCTIE VOLGT WATERPEIL Het huidige systeem van het polderlandschap volgt de functies van het landschap. Het gebied kent vele verschillende waterpeilen, die met name de 70% agrarische sector droge voeten verzorgt.

CIRCULAIR LANDSCHAP: macro-schaal De diversiteit van dit nieuwe landschap biedt kansen voor een betere biodiversiteit, maar heeft ook de potentie om de regio circulair en zoveel mogelijk zelfvoorzienend te maken.

Een onzichtbaar ingenieus stelsel van verschillende kunstwerken houdt het water op de juiste hoogte. Het waterpeil volgt in dit huidige systeem de functie van het landschap.

Met de transformatie van het landschap zullen boerenbedrijven veranderen van teelt die specifiek geschikt is om in een natte ondergrond te groeien. Dit heeft zowel een opschaling als een kleinere intensieve teelt tot gevolg. Door de verschillende waterpeilen die samengaan met de vernatting is het in de regio mogelijk veel verschillende gewassen te gaan verbouwen zoals eendenkroos, veenmos, lisdodde, cranberry, olifantengras, wilgen, etc.

Het uitgangspunt van ons voorstel is het weer deels vernatten van het landschap. Hierdoor wordt de bodemdaling tegengegaan en zal het resterende veen geen CO2 meer uitstoten. Op langere termijn kan er zelfs weer veen aangroeien.

Dit heeft een reorganisatie van het gebied tot gevolg: hoger gelegen gebieden zullen plaats bieden aan droge functies, zoals melkveehouderijen en akkerbouw, de lager gelegen gebieden worden geschikt voor natte teelt.

Naast een specifieke teelt kunnen bestaande boerenbedrijven ook getransformeerd worden tot fabrieken die de grondstoffen verwerken tot producten, zoals voedsel, veevoer, bouwmaterialen, biomassa, etc. en deze vervolgens distribueren in de regio en daarbuiten. De bedrijven zijn op deze manier onderling circulair en ondersteunend. Deze centrale organisatie van de productielijnen in de regio maakt de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden een zeer efficiënt en circulair (voedsel) productielandschap. Een aantal boerenbedrijven kunnen met de reorganisatie inspelen op de nieuwe recreatieve en maatschappelijke laag die het getransformeerde landschap in zich draagt, zoals (zorg)woningen en recreatie voorzieningen.

Naast het tegengaan van de CO2 uitstoot van het veen, ontstaat er hierdoor ook een meer divers landschap dat vele milieu, economische en maatschappelijke voordelen in zich heeft.

Op deze manier ontstaan er door de transformatie van het landschap allerlei nieuwe economieën in de regio die de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden weerbaar en toekomstbestendig maken.

Deze vernatting volgt de logica van de hoogtepeilen van het landschap. In dit voorstel draaien we het bestaande waterhuishoudings-principe om: ‘functie volgt waterpeil’.

geautomatiseerde melkveehouderij

natte teelt voer

schaalverkleining en intensievere vormen van nieuwe landbouw

kunstwerk als HUB in het landschap bestaande boerderijen met nieuwe functie

natte teelt zoals eendenkroos, veenmos, lisdodde, cranberry etc.

water kunstwerk

zuivel

grondstof

materiaal recreatie boerderij

fabrieken

door vernatting worden oude stroomruggen zichtbaar met potentie voor recreatieve routes

fabrieken verwerken de grondstoffen tot producten, zoals voedsel, veevoer, bouwmaterialen, biomassa, etc.


3.

CIRCULAIR PRODUCTIE LANDSCHAP een strategie voor de Amblasserwaard-Vijfheerenlanden waarbij de functie het waterpeil volgt

ZICHTBAARHEID KUNSTWERKEN & RELICTEN: micro-schaal De waterhuishouding van de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden kenmerkt zich door de karakteristieke ontginningen, orthogonale verkavelingen, de slingerende dijken, de Hollandse waterlinie en de molens: allen met een grote cultuurhistorische waarde. Naast de molens zijn er honderden minder opvallende kunstwerken (waterstaatkundige gebouwen) die het waterpeil in de polder op de juiste stand houden. Dit zijn de gemalen, stuwen, dammen, sluizen, etc. De transformatie van het landschap op de grote schaal kan verwezenlijkt worden door (letterlijk) aan de knoppen te draaien van deze kleinschalige waterstaatkundige kunstwerken. De kunstwerken maken het mogelijk specifiek zones vol te laten lopen met water, waardoor de diverse teelten in het landschap hun vorm kunnen krijgen. De waterkunstwerken zijn momenteel vrijwel onzichtbaar in het landschap. Om het belang en de noodzaak van deze kunstwerken te benadrukken, willen we deze zichtbaarder en een nadrukkelijker onderdeel van het landschap maken. In ons voorstel worden de kunstwerken honderden bakens in het landschap waar de ingeniositeit van het landschap wordt getoond. Door extra functies toe te voegen worden de kunstwerken zichtbaar voor de bewoners en bezoekers van de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden.

De waterstaatkundige gebouwen krijgen een nieuwe en/of extra betekenis en worden een prominenter onderdeel van het landschap. Door het zichtbaar maken van de kunstwerken ontstaan er nieuwe impulsen op verschillende plekken waardoor het gebied tot bloei kan komen. Door delen van het veen te vernatten worden de oude onzichtbare zandruggen weer zichtbaar in het landschap. Deze meanderende relicten bieden kansen om recreatieve wandel- en fietspaden toe te voegen, dwars door de orthogonale structuur van het productielandschap. Deze nieuwe wandel- en fietspaden kunnen goed aansluiten op de nieuwe functies van de vele waterkunstwerken in het landschap. Dit voorstel maakt van de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden een innovatief, weerbaar, toekomstbestendig voedselproductielandschap dat de verschillende opgaven die op de regio afkomen kan opvangen en een plek kan geven. De transformatie van het landschap, waarbij de functie voortaan het waterpeil volgt, biedt nieuwe kansen voor (voedsel) productie, recreatie, ecologie, economie, architectuur, stedenbouw en landschap.

De kunstwerken worden hierbij getransformeerd tot hoogwaardige ecologische knooppunten in het landschap waar bijvoorbeeld duurzame energie wordt gegenereerd, energie kan worden ‘getapt’ door de productie-robots, waar regionale producten kunnen worden verhandeld, er habitatten ontstaan voor bijvoorbeeld vogels en vleermuizen en waar recreatie kan plaatsvinden.

Als multidisciplinair team (architectuur, landschap, stedenbouw en duurzaamheid) hebben wij met bijzonder veel plezier onderzoek gedaan naar deze opgaven. We zien uit naar een vervolg en verdere uitwerking van deze eerste inzending.

GEMALEN GROOT

GEMALEN KLEIN

STUWEN

DAMMEN

winkel met lokale producten

habitat voor verschillende vogelsoorten

energiehub (waterrad, oplaadpunt plukrobots en drones)

(water) vogelspot hut

restaurant met regionale producten

uitzichtpunt

waterspeelplek

habitat voor oeverzwaluwen en vleermuizen

bouwhub ( zoals plaatmateriaal van lisdodde)

energiehub

(kweek) vis steiger

brug


POLDERCRAFT

samen bouwen aan het kringlooplandschap van de toekomst

Alblasserwaard en Vijfheerenlanden: een machtig mooi gebied. Ook enorm uitdagend: diep achter de dijken, dalend, een landbouw die succesvol en

1

innovatief is, maar botst tegen ecologische grenzen, een verstedelijkte omgeving die steeds meer gescheiden raakt van het productief platteland. Hoe zal het gebied eruitzien in 2021, 2030, 2050? POLDERCRAFT wijst de weg! De opgaven die op ons afkomen, of het nu om water, voedsel of biodiversiteit gaat, leiden onvermijdelijk tot forse veranderingen in het landschap. Wij denken dat het klassieke masterplan niet voldoet om die veranderingen tegemoet te treden. Ze moeten worden gedragen door het gebied, en dat gaat in kleine stappen, die samen leiden tot grote systeemverandering. In de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden worden al volop stappen gezet, denk aan de Groene Cirkel Kaas en de Symbioseboeren. Tegelijkertijd nemen de tegenstellingen toe en hebben veel mensen, van boer tot burger, het gevoel dat zij geen grip hebben op de verandering van het landschap om hen heen. Er is een slimme oplossing nodig die mensen uitnodigt verantwoordelijkheid te nemen voor hun omgeving, en zorgt dat ons gezamenlijk belang (een mooi, rijk en veilig landschap) gewaarborgd wordt. Daarvoor ontwikkelen we POLDERCRAFT, een spel voor boeren, burgers, bedrijven en bestuurders, waarmee zij spelenderwijs leren hoe ze samen complexe gebiedsopgaven kunnen oplossen. En waarin de grote kennis en ervaring van al die mensen wordt benut. POLDERCRAFT is onderdeel van een methodiek met een aantal praktische planningsinstrumenten: • spelregels van het landschap, die algemene beleidsdoelen verbinden met specifieke gebiedskenmerken; • ketennarratieven, die kansen voor nieuwe kringlopen en teelten in beeld brengen; • een regionaal ontwikkelfonds, om de uitvoering te versnellen. Deze methodiek passen we toe op drie ‘levels’: • level 0: de feitelijke ontwikkeling van de instrumenten en het ontwerp van het spel; • level 1: het spelen van het spel met de stakeholders in het gebied; • level 2: toepassing van de instrumenten in een gezamenlijk gebiedsproces (als vervolg op de prijsvraag). Uiteindelijk zal dit leiden tot een mooier, rijker en veiliger landschap, waar iedereen zich mee verbonden voelt.


LEVEL 0: ONTWIKKELING INSTRUMENTEN EN ONTWERP POLDERCRAFT _spelregels van het landschap De eerste stap is om de algemene doelen voor klimaatadaptatie, energietransitie en kringlooplandbouw te vertalen naar de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden: welke opdracht stelt het gebied zichzelf? Een regionale klimaatatlas die de ruimtelijke verschillen in bodem, water en grondgebruik verbindt met kwantitatieve gegevens over CO2-uitstoot, energieverbruik, waterproblematiek en biodiversiteit helpt daarbij. Op basis van de klimaatatlas en eerdere studies, waaronder het landschapsontwikkelingsplan en de bodemdalingsstudie voor het Groene Hart, formuleren we landschappelijke spelregels die de speelruimte aangeven. Wat is van waarde in het huidige landschap, waar is verandering mogelijk en gewenst, wat draagt dit bij aan algemene doelen, hoe kan dat tot nieuwe kwaliteit leiden? Een gebiedsgerichte aanpak wordt hiermee mogelijk en maatregelen kunnen worden afgestemd op de kwaliteit van het landschap. Op basis van deze stap maken we het spelbord, de spelregels en de puntentelling voor het spel.

_ketennarratieven

2

Een circulaire economie draait om korte ketens en duurzame kringlopen, op een schaal die zo klein als mogelijk en zo groot als nodig is. Denk voor de landbouw aan eigen voederwinning, minder kunstmest, minder pesticiden, hergebruik van reststromen en meer lokale verwerking en afzet. Dit passen we toe op de dominante ketens in het gebied: de zuivelketen en de fruitketen. We brengen in kaart hoe die nu in elkaar zitten. Met kennis van de sociaal-culturele context en de geografie schetsen we hoe ketens verkort en verduurzaamd kunnen worden. Aan de hand van nieuwe ‘ketennarratieven’ laten we zien hoe dit tot extra landschapskwaliteit kan leiden. Een ketennarratief is een aansprekend verhaal over de herkomst (het ‘terroir’), de productiewijze, het ambacht en de beleving van een bepaald product. Denk aan Weidemelk en Fruitvooruit. Met zo’n verhaal kunnen we stad en land opnieuw met elkaar verbinden en actief vormgeven aan nieuwe voedsellandschappen. Als onderdeel van het kringloopdenken kijken we ook naar alternatieve teelten en producten, zoals groente, hennep, noten, hout en lisdodde. Voor het spel leveren de ketennarratieven input voor de selectie van spelers (ketenpartners), de spelvorm (samenwerking) en de spellijn (‘maak duurzame ketens’).

_regionaal ontwikkelfonds Om de uitvoering te versnellen is een nieuw financieringsmodel nodig. Voor het spel gaan we uit van een regionaal ontwikkelfonds. Dit zou zo kunnen werken: het fonds koopt vrijkomende gronden en gebouwen (VAB’s) van stoppende boeren op en verkoopt deze door aan blijvende boeren die willen extensiveren en verduurzamen of aan startende voedselondernemers die nieuwe producten en diensten willen ontwikkelen voor de lokale en regionale markt. VAB’s kunnen zo worden omgevormd in VOB’s: Voedsel Ondernemers Broedplaatsen. Het fonds verkoopt tegen een gunstige prijs, waarbij voorwaarden worden gesteld aan het sluiten van kringlopen en het vergroten van de verblijfskwaliteit. Deze voorwaarden worden kadastraal vastgelegd in een ‘kwalitatieve verplichting’. Kavelruil en inrichtingsmaatregelen worden ingezet om de landbouwstructuur en het landschap te versterken. Met jaarlijks een aantal stoppende bedrijven gaat het al snel om honderden hectares; een krachtig vliegwiel voor de transitie. Daarvoor zijn forse investeringen nodig, maar uit het Klimaatakkoord voor de veenweidegebieden (€ 375 miljoen), de stikstofaanpak (€ 500 miljoen) en de ENECO-verkoop is er geld beschikbaar. De uitwerking van zo’n fonds valt buiten het kader van de prijsvraag, maar met ‘gebiedsfiches’ en ‘ruilkaarten’ zullen we in het spel vast verkennen hoe dit ruimtelijk kan uitpakken.


LEVEL 1: POLDERCRAFT SPELEN MET STAKEHOLDERS Landschap, ketens en financiering komen samen in het spel POLDERCRAFT. Doel van dit spel is vooral om met elkaar het gesprek aan te gaan over de toekomst van het gebied. De spelvorm helpt om meer begrip te krijgen voor ieders belangen en rollen, en om even buiten de lijntjes te denken (in de ‘creative mode’). Dit is hard nodig want de huidige polarisatie staat echte verandering in de weg. Het spel wordt gespeeld op de plattegrond van de regio. Uitdaging is om binnen de landschappelijke spelregels duurzame ketennarratieven te bouwen, en met de beschikbare gebiedsfiches en ruilkaarten zoveel mogelijk klimaat- en landschapspunten te scoren. Hiervoor moeten coalities worden aangegaan met andere spelers. De uitkomst van het spel is een mogelijk ontwikkelingsscenario voor de regio. In de prijsvraag willen we, samen met vertegenwoordigers van de regio, de ontwikkelde instrumenten valideren (in het eerste regio-atelier) en een proefversie van het spel spelen (in het tweede regio-atelier).

LEVEL 2: FOLLOW UP POLDERCRAFT IN GEBIEDSPROCES Het spel is een opmaat om vervolgens met alle stakeholders tot verdere planontwikkeling en uitvoering te komen, in een gezamenlijk gebiedsproces (‘the next level’). De landschappelijke spelregels en ketennarratieven vormen daarvoor leidende principes, het fonds zou een financiële motor kunnen worden. De vervolgstappen kunnen geïntegreerd worden in lopende gebiedsprocessen, of de stakeholders gaan – geïnspireerd door het spel en de nieuwe inzichten die dit heeft opgeleverd – zelf plannen uitwerken. Onze inzending is dus geen masterplan, maar een methodiek die door zijn slim geformuleerde principes tot intelligente oplossingen en extra landschapskwaliteit leidt, zonder dat we vooraf precies weten waar dat op uit komt.

ONS TEAM

3

Om de complexe opgave aan te kunnen hebben we een breed team samengesteld van ontwerpers – pas afgestudeerd en ervaren, verbonden aan drie bureaus en een onderwijsinstelling- en experts uit verschillende disciplines: landbouweconomie, game design, ecologie, bodem en water en internationale voedselvraagstukken. We hebben een ‘adviesraad’ uit het gebied aan ons team verbonden. Met dit kennisnetwerk hopen we onze methodiek ook in andere gebieden toe te gaan passen. We werken aan de prijsvraag in subgroepen; periodiek komen we samen met het hele team. We zoeken steeds contact met de regio. Met onze aanpak willen we het proces van verandering nu al inzetten – met kleine stappen die samen leiden tot systeemverandering.


HET WAAROM VAN HET LANDSCHAP Metropoolvallei Alblasser waard-Vijfheerenlanden “Als diverse en genereuze metropoolvallei kan de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden opnieuw de weerbarstigheid van de natuurlijke dynamiek overwinnen.” De Nederlandse delta is niet alleen voelbaar daar waar de rivieren in zee stromen, maar ook daar waar het land omklemd is door de rivieren, zoals bij de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Het gebied ligt tussen de rivieren, niet boven of onder de rivieren, zoals delen van Nederland vaak worden geduid. Het is een culturele grens, die van de rivieren, de virtuele en fysieke barrière tussen het zuiden en het noorden van het land. Het is ook deel van het Groene Hart, een soms schijnbaar vergeten concept dat de grondslag vormt van de huidige waardevolle open ruimte tussen de steden, als het oog van de orkaan.

Het waarom van het landschap

Het landschap in vijf gezichten

Langzamerhand dringt het besef door dat de vraagstukken op het gebied van voedsel, bodem, biodiversiteit, klimaat, energie, milieu en water nauw verbonden zijn. De vraagstukken zijn het gevolg van een lange geschiedenis waarin de mens zijn omgeving naar zijn hand heeft gezet, zo ook in de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Het huidige landschap van de regio is georganiseerd volgens het principe ‘water volgt de functie’. Dit heeft geleid tot een monofunctioneel voedsellandschap. Maar processen waar we nauwelijks invloed op kunnen uitoefenen, zoals de bodemsamenstelling en klimaatverandering, bedreigen de houdbaarheid van het ontwateringsbeleid en daarmee de agrarische sector en het landschap in haar huidige vorm. Het huidige landgebruik van het landschap door de agrarische sector is bijna net zo footloose geworden als de grote infrastructuren, zandopspuitingen voor peri-urbane ontwikkeling en de ruilverkavelingen. De stedelijke footprint reikt tot en met het landschap, maar landt er op een hoofdzakelijk technocratische manier.

1. HET LANDSCHAP EN HET NATUURLIJKE SYSTEEM

Recent is veel (ontwerpend) onderzoek verricht waarbij de potentie van de regio op korte en middellange termijn inzichtelijk is gemaakt. Voor de lange termijn ontbreekt echter een verleidelijk verhaal. Een verhaal waar in het licht van de diverse uitdagingen het grootste grondgebruik van de regio, de landbouw, en de cultuurhistorische structuren van de regio samen meer zijn dan de som der delen. Meer dan aangepast grondgebruik nopen de actuele uitdagingen tot een herbezinning over het waarom van het landschap. De fundamentele vraag is: wat willen we? Waarom heeft het landschap van de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden betekenis voor onze hedendaagse en toekomstige opgaven?

Het overwinnen van de paradox In een globaliserende wereld waar het lokale vanuit een hang naar romantiek omarmd wordt, is het de vraag wat globaal moet zijn en wat lokaal. De globale informatiestromen zijn niet meer weg te denken, maar Nederlandse landbouw producerend voor de wereldmarkt wordt minder vanzelfsprekend met de eindigheid van de fossiele energiebronnen in zicht. Tel daarbij op dat de draagkracht van het land aan haar beperkingen grenst vanwege stikstofproblematiek, CO2-uitstoot en andere nadelige effecten van te ver doorgevoerde schaalvergroting. Het opent een weg naar meer ruimte voor andere functies dan alleen de voedselproductie. In de huidige constellatie van de netwerkstad, waar de grens tussen stad en ommeland vervaagd zijn, kunnen stad en land een nieuwe verbintenis aangaan. Het is niet alleen een nieuwe relatie stad-land, maar ook die van stedeling-boer. Kansen liggen er door de paradox van de intensivering van het landschap vanuit het stedelijk gebruik tegenover de extensivering van de landbouw vorm te geven. In het verlengde van het waarom van het landschap stellen wij de vraag welke prioriteiten gesteld worden ten aanzien van dit landschap en hoe hieruit een strategische visie voor de regio kan worden gebouwd met een economische, ecologische en sociale pijler. pagina 1

Het ontgonnen land is weliswaar veroverd op de natuur, maar het is nog steeds kwetsbaar. Het ontgonnen land lijkt stabiel, maar (natuurlijke) processen die we niet kunnen beïnvloeden leggen de zwakke plekken bloot door het bouwen los van de logica van (natuurlijke) systemen. De regio ligt benedenstrooms en is aan alle zijden ingesloten door rivieren. De dynamiek van de rivieren is weerbarstig. Waar de ene keer een te veel aan water leidt tot overstromingen, daar leidt een droge zomer tot langdurige schade aan het landschap. De dynamiek van het water staat bovenaan de agenda voor een meer veerkrachtig landschap. Bodem en water vormen de basis van een veerkrachtig en klimaatadaptief landschap met adequate voorzieningen voor de omgang met toenemende weersextremen. Ruimte voor de Rivier is geen eindpunt, het zou een doorlopend proces moeten zijn waarbij de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden een integraal onderdeel is van het rivierenlandschap. Met meer ruimte langs de rivieren en extra rivierlopen in de regio, met als ultiem kenmerk de dynamiek van drogere zomers en nattere winters. In het verlengde hiervan vraagt een veerkrachtiger waterhuishouding om verder onderzoek hoe wateropslag voor waterbeschikbaarheid voor landbouw en drinkwater een royale plek kan krijgen en wat de kansen zijn voor medegebruik voor andere functies. In het veengebied ligt de transformatie naar een ‘sponslandschap’ voor de hand: het veen opnieuw vullen als een spons, met ruimte voor natuur en nieuwe gewassen. Hier biedt een ander ruimtelijk kader houvast voor de transitie in de agrarische sector. De hernieuwde organisatie van het landschap maakt het onderscheid tussen veen en klei zichtbaar. Het veengebied als een spons, het kleilandschap als een oppoldersysteem waarbij slibafvang uit de rivier bijdraagt aan een vergroting van het waterareaal en het ophogen van land. Het typerende landschap van oude kreekruggen en kommen in de Vijfheerenlanden krijgt zo een extra dimensie. Het landschap krijgt een nieuwe betekenis als watermachine.

2. HET LANDSCHAP EN DE MOESTUIN Volgend op de logica van bodem en water krijgt een hernieuwd agrarisch landgebruik de tweede prioriteit. De Nederlandse landbouwproductie is opgevoerd en vanaf de tweede helft van de 20e-eeuw is gemengde bedrijfsvoering uit elkaar getrokken in de componenten veeteelt, akkerbouw en fruitteelt. Met bulkproductie en schaalvergroting werd de wereld gevoed en dit gaf economische vooruitgang. Deze manier van landbouwbedrijven leidde tot verdere inklinking van de bodem. Ook trad er een disbalans op in de nutriëntenhuishouding in zowel de akkerbouw (te kort) als de veeteelt (overschot). De gedachte is om de input en de output anders te organiseren en nieuwe inhoud te geven aan het principe van oudsher: landbouw op vruchtbare gronden, gebruik makend van nutriënten afkomstig uit de rivieren. En niet het nutriënten voor veevoer in het gebied te brengen aan te moedigen. En voor de producten te bezien wat voor de stedelijke footprint direct om het gebied heen noodzakelijk is te voorzien, maar niet a priori de wereldmarkt te omarmen. Waar in het natuurlijke proces wordt gezocht met de natuur mee te bewegen zou dit voor de voedselproductie ook kunnen gelden. De dynamiek in de landbouw vraagt om zoeken naar de juiste streepjescode: ruimte Het waarom van het landschap


De Alblasserwaard-Vijfheerenlanden als ‘metropoolvallei tussen stedelijke centra en buitenwijken’. (naar: Emancipatie van de periferie, Floris Alkemade)

voor nieuwe gewassen binnen een raamwerk, waarin ook ruimte is voor het voedselbos en het tiny forest. Het landschap wordt de moestuin voor haar bewoners en voor de buren vlakbij. Het stedelijk systeem stelt limieten in de ruimte. Wat teel je, op welke grond doe je dat en met welke condities? Met de overgang naar kringlooplandbouw ontstaat zowel vanuit het natuurlijke systeem als vanuit de technologie een diverser landschap. Enerzijds voorziet de natuurlijke onderlegger van bodem en water het gebied van een raamwerk waarin een gepaste vorm van landbouw kan plaatsvinden. Anderzijds ontstaat vanuit de technologie een diverser landschap: door verdere automatisering breekt het tijdperk van precisielandbouw aan waarbij zeer nauwkeurig kan worden geteelt en een hernieuwde schaalverkleining kan worden gerealiseerd. Daarnaast zal het werk van de boeren van de toekomst verschuiven van leverancier van grondstoffen naar leverancier van lokale producten binnen een versterkte on farm-keten.

3. HET LANDSCHAP EN HET GERIEF In steeds mindere mate is klimaatverandering iets abstracts en een groot deel van het ruimtelijk areaal voor oplossingen ligt in het buitengebied. Net als voedsel kan het landschap voorzien in energie, alleen heeft hier de stedelijke footprint een nog groter effect als alle energie voor de huishoudens in en om het buitengebied in het landschap opgewekt moet worden. Het houtgeriefbosje van weleer verhoudt zich niet tot onze hedendaagse behoefte. De regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden is immers de noordkant van de Drechtsteden en gelegen in het hart van de metropool die wordt omsloten door de Randstad en steden als Breda, Tilburg, Den Bosch en Nijmegen. Een zorgvuldige landschappelijke organisatie van de energietransitie is noodzakelijk om te voorkomen dat zware investeringen later worden beschouwd als opofferingen voor een behoefte uit een tijdsgewricht. Zoals nu op sommige plaatsen het kassenlandschap als pijnlijk wordt ervaren, kunnen technische transformaties voor de energievoorziening in het landschap in de toekomst beperkingen opleveren. Energiewinning in steden wordt effectiever, het areaal op zee wordt groter. Voor de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden wordt een passende maat en schaal voor de energietransitie gezocht. Kansrijk is een flexibel systeem gekoppeld aan bestaande infrastructuren en cultuurhistorische structuren, waarbij bekabeling voor energieleveringen gebruik gebundeld worden en het waardevolle open landschap wordt gespaard. Ook het water biedt mogelijkheden. Ooit was het energie-productielandschap verbonden met waterbeheersing, en nog steeds zijn er veel molens met molenbiotopen. Wat te denken van lokale molens als ruimtelijk icoon verbonden met een batterij via wateropslag?

4. HET LANDSCHAP EN DE SPEELTUIN De steden in Nederland zijn enorm. De mobiliteit van stad en land zijn verbonden en het landschap is ook het terrein van de homo ludens die het waardeert als uitloopgebied. Het landschap is in feite een onzichtbaar stuk stad geworden, omdat het voorziet in de behoeften van de

“Kansen liggen er door de paradox van de intensivering van het landschap vanuit het stedelijk gebruik tegenover de extensivering van de landbouw vorm te geven.” De nieuwe organisatie van de voedselketen. Nu: een lineair systeem van input en output (tekorten en overschotten). Straks: een voedselkringloopsysteem van productie, consumptie en reductie. Schematische weergave van de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden als onderdeel van het stroomgebied van de Rijn. pagina 2

Het waarom van het landschap


stedeling. De romantiek van het pittoreske landschap is een ansichtkaart uit een verleden, maar heeft niet zoveel te maken met het heden. Het landschap als speeltuin biedt kansen voor economische en sociale versterking van het platteland. Het landschap is meer dan de hoogtepunten aan de oostkant, de Nieuwe Hollandse Waterlinie en Kinderdijk aan de westkant. De hoge dijken die de regio omringen maken de regio een verzonken eiland. De robinsonade van het rondje Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, verbonden via de Diefdijk, maakt dat de bezoeker bijna boven de polder zweeft. Het levert fantastische vergezichten op en is te koppelen aan een recreatieve infrastructuur die, mits slim gecombineerd met dorpsopgaven, kan bijdragen aan de leefbaarheid van de kernen. Daarmee wordt het principe omgedraaid: niet de grote economie staat voorop, maar de bijdrage aan de lokale economie en draagvlak van voorzieningen. Vervolgens de oude ontginningslijnen van waar het landschap geactiveerd wordt. Het lint met boerderijen, woningen en dorpen kan gebruikt worden voor verdichting. Het lint als ontginningsbasis. Door ‘leve het lint’ te omarmen kunnen we het contrast tussen open en dicht versterken en de kwaliteit van een subliem landschap benadrukken dat aan de ene kant open en wijds is en aan de andere kant ook geborgenheid kent. Het wordt interessant te onderzoeken wat de nieuwe draden in het landschap kunnen opleveren, hoe de linten geactiveerd kunnen worden met kleinschalige energiewinning, nieuwe vormen van landbouw en andere programma’s. Zodanig dat het een landschap wordt dat in de toekomst weer verder kan veranderen zonder grote littekens. Het vraagt om doordacht regisseren van wat blijft en wat mag veranderen. De robuuste structuur van de polder, verfijnd door de linten.

5. HET LANDSCHAP EN DE MENSEN Momenteel zetten schaalvergroting, mondialisering, verstedelijking en vergrijzing de regionale economie en het voorzieningenaanbod onder druk. Een hernieuwde organisatie van het landschap zoals hierboven geschetst, biedt kansen voor de regionale economie en voorzieningen. Boeren worden ‘on farm’ producenten met een regionale afzetmarkt, voorzieningen krijgen

vorm via water-, energie- en voedselcoöperaties en volkshuisvesting wordt ontwikkeld door bestaande bebouwingslinten te intensiveren. Naast een toekomst van een multifunctioneel productielandschap en aangenaam toevluchtsoord voor rustzoekers, liggen er voor de regio kansen voor de ontwikkeling van een nieuw exportproduct in de vorm van een laboratorium voor duurzame, regionale kringlooplandbouw.

De bovengenoemde prioritering van condities en functies ten aanzien van het landschap zijn het begin van het antwoord op de vraag ‘waarom landschap?’ Voortbouwend op het landschap van eeuwenlange ontginningen wordt vanuit de condities van bodem en water een nieuwe natuurlijke laag toegevoegd ten gunste van kringlooplandbouw, waterbeheer, natuurontwikkeling en klimaatadaptatie. Op dit open landschap strekken zich levendige en geïntensiveerde cultuurhistorische structuren uit die een raamwerk vormen voor de economische en sociale ontwikkeling van de regio. Er tekenen zich twee contrasterende structuren af: een natuurlijker weidelandschap en een verder verstedelijkte lintenstructuur. De veelheid aan elementen in dit landschap roept beelden op van een arcadisch landschap: tegen de achtergrond van rivierstromen, voedselbossen, reliëf, waterreservoirs, natuurinclusieve precisielandbouw en historische relicten, verschijnen linten van duurzame boerenbedrijven, waardevolle volkshuisvesting, infrastructuur, recreatie, de maakindustrie en energievoorzieningen. Als diverse en genereuze metropoolvallei kan de regio AlblasserwaardVijfheerenlanden opnieuw de weerbarstigheid van de natuurlijke dynamiek overwinnen.

Nieuwe perspectieven De uitdagingen die de Eo Wijers Prijsvraag benoemt ten aanzien van de regio AlblasserwaardVijfheerenlanden vormen samen een verbonden vraagstuk. Het stelsel van verbonden uitdagingen vraagt daarom om verbonden oplossingen. De zoektocht naar nieuwe perspectieven voor het platteland en een antwoord waarom we inzetten op het landschap, vraagt in onze optiek om een zoektocht naar de essentie van het landschap. Natuurlijke condities van water en bodem vormen het startpunt om het landschap te verbinden met het gebruik en de mensen die hier wonen en werken. Door het landschap te organiseren volgens het principe ‘functie volgt bodem en water’ worden condities zoals bodemsamenstelling en klimaatverandering benut als kansen voor nieuwe handelingsperspectieven voor de regio. Versterkte en geïntensiveerde cultuurhistorische structuren ontstijgen zo de rol van landschappelijk decor en vormen de motor voor regionale ontwikkeling. Zoals Rijksbouwmeester Floris Alkemade schrijft in het essay ‘De emancipatie van de periferie’ (2016) ligt de kracht van het patroon van verstedelijking in Nederland in de polynucleaire structuur ervan. Wanneer de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden wordt bezien in de context van het grote metropolitane veld dat zich uitstrekt van Amsterdam tot Tilburg en van Breda tot Arnhem, ontstaat een regio met ongekende kansen en kwaliteiten. De stad is van oudsher met de rug naar platteland gekeerd. Maar zoals Nederlandse steden zich langzaam maar zeker naar het water toekeren, zo liggen de kansen voor de regio AlblasserwaardVijfheerenlanden midden in dit grote metropolitane gebied ver voorbij de rivieroevers.

Colofon Voor deze opgave stellen wij een multidisciplinair team voor, onder leiding van een landschapsarchitect, gespecialiseerd in ontwerpen en onderzoek op het gebied van landschapsarchitectuur en stedenbouw. Het team wordt ondersteund door specialisten op het gebied van ecologie, hydrologie, geologie, duurzaamheid en landbouw, en een adviesbureau gespecialiseerd in concept- en business development.

Functie volgt bodemsoort en waterpeil Oppolderlandschap

Waardevolle geborgenheid

Waardevol open landschap

Rivierdynamiek

Noord-zuid-verbinding

Hoge omringende dijken

Maakindustrie

Versterkte on farm-keten

Oost-west-verbinding

Dynamische precisielandbouw

Kringlooplandbouw met accent op natte teelt Landschapstype: plas-dras landschap

Hernieuwd agrarisch landgebruik

Veenweiden (veenbodem)

Geïntensiveerde bebouwingslinten

Kringlooplandbouw met accent op veeteelt Landschapstype: open weidelandschap

Energietransitie aan ontginningslinten

Komgronden (zware kleibodem)

Sponslandschap

Kringlooplandbouw met accent op akkerbouw Landschapstype: heggenlandschap

Watermachine

Oeverwalachtige vlaktes (lichte zavel-kleibodem)

Energietransitie rondom infrastructuur

Kringlooplandbouw met accent op fruitteelt Landschapstype: coulisselandschap

Molenbiotoop

Energietransitie gekoppeld aan steden

Oeverwallen (zavelrijke bodem)

Alblasserdam Papendrecht Dordrecht

Vianen

Sliedrecht Hardinxveld Gorinchem

Leerdam

De regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden als hernieuwde interpretatie van het arcadisch landschap. Het landschap wint aan dynamiek en veerkracht door het te organiseren volgens het principe van ‘functie volgt bodem en water’. Geïntensiveerde cultuurhistorische structuren zijn de dragers van de transitie naar multifunctionele leefomgevingen. Samen transformeren zij de regio van een eenzijdig voedsellandschap naar een diverse genereuze regio. pagina 3

Het waarom van het landschap





VEENKRACHT

VERRUKKELIJK VEEN Eén van de belangrijke onderdelen voor de ontwikkeling van veenkracht is paludicultuur. Paludicultuur is een manier van landbouw waarin met innovatieve technieken natte gronden beheerd kunnen worden waarbij er tegelijkertijd kansen ontstaan voor natuurontwikkeling. Gewaskeuze en teelt- en

De natuur kenmerkt zich door haar enorme veerkracht en diversiteit. Veenkracht benut deze kwaliteiten in het landelijke veengebied en benut deze ten volle. Naast eetbare producten kunnen in het veen ook

oogsttechniek worden afgestemd met het oog op het waterpeil en de bodemopbouw ter plaatse. De belangrijkste voordelen zijn:

gewassen worden geteeld voor andere doeleinden zoals duurzame bouw of lenen zich zelfs voor

1) Remming van de bodemdaling met als gevolg reductie van de stikstofuitstoot; 2) Een schonere omgeving vanwege de kwaliteiten van planten als lisdodde, azolla en wilg; 3) Duurzaam economisch en ecologisch rendement.

naar een natuurinclusieve en meer duurzame manier van landbouw, waarbij fruitteelt gecombineerd

meerdere toepassingen. Uiteraard blijft er ruimte voor de traditionele melkveehouderij, al zal dit wel beperkter van omvang zijn. Ook voor de fruittelers in het gebied zien wij een geleidelijke omschakeling wordt met teelt van graan, noten, bessen en/of veeteelt. Veenkracht versterkt ook de toeristische sector, gasten uit binnen- en buitenland zijn tevens welkom bij de boer om mee te kijken naar de innovatieve landbouw en om van andere landschappelijk goed inpasbare elementen te genieten zoals landschapskunst. Water is de verbindende factor in de hele regio en wordt benut als medestander. Door

Voorbeelden van natte teelten zijn cranberries, wilde rijst,

natte teelten, waterberging, energie-opvang via oppervlaktewater en met water als vervoermiddel.

(grote) lisdodde, riet en wilg. De doelgroep voor deze producten groeit sterk, zeker in de huidige maatschappij waarin gezond, duurzaam en biologisch sterk in opkomst zijn. Met de productie van deze gewassen beperken we tegelijkertijd de import uit het buitenland. Unieke streekgerecht kunnen worden ontwikkeld, waarbij trial outs de behoefte en mogelijkheden aftasten. Op die manier wordt de Alblasserwaard ook een trekpleister voor fijnproevers en letterlijk en figuurlijk op de (menu)kaart gezet. Maar de natte teelten kunnen niet alleen worden ingezet voor consumptie,

Oftewel, water en veen slaan de handen ineen. Uitgangspunten van veenkracht zijn: ontwerpen met inachtneming van alle aspecten van de natuur; geen intensief grondgebruik met zware machines noch grondkerende bewerkingen; sterke en veerkrachtige netwerken door middel van vergroting sociale cohesie; ontwikkelen van nieuwe en innovatieve verdienmodellen; ruimte bieden voor kleinschalige(re) initiatieven;

ook de bouwwereld, die hard aan het veranderen is, heeft er baat bij. Onderdelen van bijvoorbeeld riet de lisdodde zijn immers als (bio)bouwmateriaal inzetbaar. Verder kan het stuifmeel van de lisdodde worden gebruikt als voer voor te kweken roofmijten die worden ingezet voor biologische bestrijding in de tuinbouw. Behalve natte teelten zien we ook (veel) ruimte voor het kweken van insecten in de stallen van boeren, die worden gevoed met de opbrengst van de natte teelten. Insecten zijn een groeimarkt met enorme potentie. Een belangrijk voordeel van de meeste activiteiten is dat

sluiten van kringlopen, hergebruik van materialen en beperken invoer van buitenaf; geen gebruik maken van chemicaliën; toestaan van extra woningen aan de rand van uitvalswegen en in stedelijk gebied, extra (eventueel tijdelijke) opvang via waterwoningen en tiny houses; respecteren van alles en iedereen. Gevolg: een ingenieus en duurzaam antwoord op de uitdagingen en kansen rondom bodemdaling, stikstofuitstoot, regionale voedselzekerheid, klimaatadaptatie, biodiversiteit;

opschaling mogelijk is. Hierdoor kan het bestaande boeren helpen gefaseerd te innoveren en om te schakelen naar een duurzame bedrijfsvoering. Daarbij levert het een eetbaar, biodivers en schoon landschap op dat zorgt voor een verrijking van de bestaande weidevogelgebieden. Tenslotte zorgt het werken met in plaats van tegen de natuur ervoor dat kunstmest en bestrijdingsmiddelen tot het verleden gaan behoren. En is dat niet de grootste marketingtroef, DE regio van Nederland waar de minste chemicaliën worden gebruikt?

een rendabele, blauwe economie; verrijking van de (cultuurhistorische) structuren van het landschap; een sterk, oprecht marketingverhaal dat zorgt voor nieuwe afzetkanalen; hernieuwde waardering voor de boer. Onze missie is het om dit mogelijk te maken, om boeren te begeleiden in een geleidelijke transitie naar meer diversiteit en passend bij de ondernemer in kwestie.

DE OPGAVE

Bronvermelding De Bosatlas van de Alblasserwaard

De opgave waar het landelijk gebied van de regio Alblasserwaard voor staat is het implementeren van een kansrijke ontwikkelstrategie met strategische interventies voor de lange termijn als oplossing voor verarming en daling van de bodem, opvang van extreme weersituaties, afname van de biodiversiteit, energietransitie en volkshuisvesting. Veel van de onderdelen van de opgave hangen met elkaar samen en zijn alleen in samenhang en via samenwerking oplosbaar. Wij menen dat een aanpak, gebaseerd op permacultuur met als uitgangspunten zorg voor de aarde, zorg voor de mens en het eerlijk delen van de overvloed die daaruit resulteert, de oplossing biedt. Uit deze aanpak vloeit een geleidelijke transitie voort naar een weerbare wereld waar genoeg is voor mens en dier. Verandering is altijd lastig en misschien wel de grootste opgave om te overwinnen. Mede daarom zijn we van mening dat de transitie onder begeleiding moet plaatsvinden, waarbij elke verandering objectief moet worden beoordeeld op sterke punten, waar op wordt doorgeborduurd, en minder sterke punten waar in de juiste richting bijgestuurd. De beloning voor de getoonde durf zal echter alles waard zijn.


DE KRACHT VAN WATER Iedereen weet, zonder water zou er geen enkel leven mogelijk zijn. Dat is ook wat onze aarde zo uniek maakt. Waar niet iedereen bij stilstaat is dat water meer is dan alleen noodzakelijk voor plant en dier. Voor de Alblasserwaard is dit geen nieuws. Zo is een ingenieus watersysteem aangelegd dat wordt uitgebreid in 2026. De mogelijkheden van water worden in de regio echter nog niet optimaal benut. Wij zetten de kwaliteiten van water in als voedsel- en energiebron. Inmiddels zijn er veelbelovende mogelijkheden tot het opwekken van energie die niet zorgen voor landschapsvervuiling. Oppervlaktewater, iets dat volop

RECREATIE natuurlijke zwembaden cultuurhistorie landschapskunst fiets- en wandelroutes vaarroutenetwerk

aanwezig is in de regio, speelt hierin de hoofdrol. Het warme c.q. koude water wordt in de zomer c.q. winter gebruikt om een warmte- dan wel koudebron in de bodem 'op te laden'. De warmtebron wordt vervolgens in de winter gebruikt om gebouwen te verwarmen en de koudebron om die gebouwen in de zomer te koelen. Het gebruikte oppervlaktewater kan zonder problemen weer worden teruggepompt in de bestaande watergangen, met als bijkomend voordeel een vermindering van de hittestress en verbetering van de waterkwaliteit. De pompen die hiervoor nodig zijn kunnen worden geplaatst in gemalen. Ook andere potentiële energiebronnen, zoals hoogteverschillen in waterstanden, kunnen en moeten worden ingezet. Alles wijst erop dat de regio alles heeft om ook een voortrekkersrol op dit gebied te spelen. Een voortrekkersrol waar ze andere regio’s van laat meeprofiteren door de opgedane kennis en ervaring te delen via een centraal kenniscentrum. Watertekorten, nu en in de toekomst, vangen we op met waterbergingen die via sloten en geulen in verbinding staan met het verdrogende, met name oostelijke land. Water wordt zo min mogelijk vervuild en zoveel als mogelijk hergebruikt, met als einddoel waterneutraliteit.

AGRARISCHE SECTOR veeteelt fruitteelt paludicultuur insectenteelt melkveehouderij natuurinclusieve landbouw

KENNISCENTRUM WATERBEHEERSING

SCHONE ENERGIE TOEKOMSTBOEREN

NATUUR verhogen biodiversiteit bodemverbetering

Helofytenfilters kunnen hier een rol in spelen. Aangezien helofytenfilters veelal bestaan uit riet en wilg past dit naadloos in het landschap. Toekomstig te bouwen (water)woningen dienen te worden voorzien van gescheiden wateropvang, alle bewoners krijgen een informatiepakket met tips over hoe om te gaan met water in en rond het huis.

thermische energie dmv oppervlaktewater

VOEDSELCOÖPERATIES VAN BUREN EN BURGERS

CO2 opslag

lokaal afzetten

vrij van chemicaliën

streekwinkels

vernatting

korte ketens

zonnepanelen op daken

bodemopbouw VOLKSHUISVESTING

PROEFTUIN EETBAAR VEEN

duurzame bouw waterwoningen

PALUDICULTUUR

KENNISCENTRUM PALUDICULTUUR

GASTRONOMIE BLAUWE ECONOMIE

lisdodde

streekproducten

cranberry

proeverij

wilde rijst

restaurant

wilg azola vis waterkers els riet

prijsvraag

KWEKERIJ EETBARE WATERPLANTEN

regionale menukaart


VEENKRACHT

Gesprekken met alle betrokken

Start pilot programma's met een focus

Evalueren eerste resultaten, start

De regio is nagenoeg volledig

De transitie is bijna afgerond,

partijen ter informatie en

op de gebieden waar de bodemdaling

verkoop van waterwoningen en

zelfvoorzienend in haar

aanpassingen en bijsturing

inventarisatie

het grootst is

plaatsing van tiny houses voor de

energiebehoefte, overlast van het

blijven worden toegepast op

In kaart brengen (on)mogelijkheden op

Opzetten eerste coöperatie, start

nieuwe boeren met een kleinschalige

klimaat is beperkt door

basis van praktijkervaringen.

AAN HET WERK

basis van huidige

zoektocht exploitant natuurlijk

aanpak

waterbergingen

De kenniscentra kunnen de

bestemmingsplannen;

zwembad, benaderen partijen voor

Opschalen geslaagde pilotprojecten

aanvragen bijna niet aan.

Kleine trillingen, oftewel veranderingen, versterken de werking en het

Opzet kenniscentrum paludicultuur en

landschapskunst en wisselende

In goede banen leiden toegenomen

Op volle veenkracht vooruit!

waterbeheersing

kunsttentoonstellingen

toerisme

draagvlak van de transitie die met en niet tegen belanghebbenden werkt. Communicatie (tweerichtingsverkeer!) is gedurende het hele proces van het grootste belang. Implementatie van de transitie verloopt als volgt:

Inventariseren mogelijkheden winning energie uit oppervlaktewater

2021

2023

2024

2028

2035

werkgelegenheid op. Kennis wordt gedeeld via cursussen. Rotterzwam bewijst dat hun aanpak in meerdere opzichten een kansrijke ontwikkelstrategie is.

BLAUWE ECONOMIE

Dit is wat ons ook voor ogen staat: een circulaire economie waarin mensen doen waar ze goed in zijn, blij van worden, tegen een eerlijke prijs waarbij anderen meedelen in de overvloed die

Boer H. werkt samen met boer T. die een paar kilometer verderop is gevestigd. H. levert wilg en

ontstaat. Reststromen die overblijven worden hergebruikt en zijn kansen voor andere partijen. Dit alles zonder bijkomende milieuschade (en dus -kosten), met een lokale c.q. regionale focus.

lisdodde voor de koeien van T. en hun vrouwen maken samen de heerlijkste kaas met cranberry die

Hoe zien we dit in de praktijk? Wij hebben immers te maken met boeren die weten wat ze doen, maar minder bekend zijn met andere teelten. Die moeten daarom stapsgewijs worden ingevoerd

wordt geleverd aan restaurant M. Mestoverschotten, daar heeft T. geen last van. Stukje bij beetje

De blauwe economie is een economie gebaseerd op twee principes: de techniek van de natuur inspireert (1) en systemen worden sluitend gemaakt met behulp van andere partijen (2). Een voorbeeld is Rotterzwam, een bedrijf dat oesterzwammen kweekt op koffiedik. De ketens zijn kort en lokaal, de kringloop gesloten, de diverse activiteiten zijn rendabel en leveren

en stukje bij beetje geprobeerd. Op die manier kan men “wennen” aan de nieuwe activiteit maar ook, zonder al teveel economische schade, ingrijpen en bijsturen waar nodig als het toch niet helemaal loopt zoals verwacht.

is T. namelijk omgeschakeld van reguliere boer met 120 koeien, naar een kleine veestapel met 40

Via het oprichten van coöperaties tussen boeren ontstaat er meer kennis, begrip en samenwerking tussen de boeren waardoor teelten meer op elkaar afgestemd kunnen worden en men

koeien. De jonge stierkalfjes die op het bedrijf geboren worden staan verspreid over de regio bij

elkaars product en reststroom kan toepassen in de eigen onderneming, onderwijl een nieuwe omzetmarkt creëerend. Ook anderen zouden we hier graag bij betrekken zodat vraag en aanbod

burgers op het land, ze worden daar groot en sterk voor ze naar de slacht gaan, tien kilometer

goed op elkaar zijn afgestemd. Wij zetten in op kwaliteit en niet op kwantiteit, op afzet in de regio en op begrip over en weer, alsmede op gefaseerde successie in het landschap.

verderop, en van kop tot kont verwerkt ten behoeve van de samen met nog tien andere boeren gevormde coöperatie.

SUCCESSIE Het uitgangspunt is dat er zo min mogelijk verandert in het weidse landschap vanlanggerekte kavelstructuren met sloten in

De diversificatie van de landbouw draagt niet alleen bij aan een gezondere bodem die stopt met dalen en stikstofuitstoot,

een vast ritme. Belangrijk is dat overall het cultuurhistorische karakter van de streek behouden blijft. Veranderingen die

maar ook aan natuurlijk plaagbeheer waardoor het spuiten van chemicaliën kan worden verminderd en uiteindelijk gestopt.

plaatsvinden zullen in stappen worden gerealiseerd. De nieuwe teelten sluiten aan bij de groei die van nature voorkomt in

De huidige kavelstructuur leent zich bij uitstek voor biodiverse strokenteelt, iets waar vanaf januari 2017 met goed gevolg

de regio. Hierdoor zal het vooral gaan om een verandering in hoeveelheid begroeiing waarbij de openheid en structuur

mee is geëxperimenteerd. Ook voor toevoegingen zoals landart is ruimte op weg naar een nieuw iconisch landschap waar

gewaarborgd blijven. Energie wordt lokaal gewonnen door middel van energie-opvang uit oppervlaktewater via bestaande

oud met nieuw, heden, verleden en toekomst wordt gecombineerd. Altijd met de natuur als uitgangspunt en overeenkomst.

gemalen. Dit in combinatie met zonnepanelen op daken bij boerderijen waardoor er in het kader van de energietransitie

Uiteraard worden de stapsgewijze veranderingen die plaatsvinden zoveel als mogelijk toegelicht via lokale media om

niets in het landschap hoeft te wijzigen. Geleidelijk aan wordt afscheid genomen van het landelijke netwerk.

begrip en draagvlak te creëren, waarbij op geregelde basis enquêtes worden gehouden. Op basis van de uitkomsten kan worden bijgestuurd en nieuwe, goede ideeën geïmplementeerd. Hiervan wordt de omgeving niet alleen robuuster, maar dit draagt ook bij aan de sociale cohesie binnen de regio.

Hoe was je weekend? Heerlijk in de Alblasserwaard geweest!

Uit veelvuldig onderzoek blijkt dat sociale cohesie, die mede als gevolg van de schaalvergroting is afgenomen, iets is dat mensen nodig hebben om gelukkig te zijn. Wij brengen die sociale cohesie terug door voorlichting, door kenniscentra, door het bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Ook voedsel speelt een verbindende rol. Hierbij valt te denken aan proeverijen van producten die uit de nieuwe teelten komen. Open dagen, wisselende kunsttentoonstellingen en exposities over de ontwikkelingen die de regio doormaakt dragen ook bij aan sociale cohesie,

O, cool, waar ben je geweest?

men vindt en begrijpt elkaar weer. Verder zorgt de transitie voor nieuwe banen, zoals met de nieuwe boeren die op kleinere stukken land gaan telen, en baanzekerheid, waardoor men elkaar iets gunt. Tenslotte dragen coöperaties bij aan meer verbinding tussen de ondernemers en inwoners van de regio. Klinkt heerlijk!

SOCIALE COHESIE B&B De Lisdodde in Ottoland, waanzinnig, op het water,uitkijkend over de uitgestrekte kavels, met uitkijkpost!

En goed gegeten joh! Bij Eetbaar Veen in Alblasserdam, allemaal lokale seizoensproducten die ik nog nooit had gegeten zoals waterkerssoep en curry van wilde rijst maar die echt de moeite waard zijn om te proberen, heerlijk idd. Heb je ook wel eens gagelbier op? Oh, en ook nog een tocht gemaakt via het vaarroutenetwerk. Het was dit weekend helaas te koud om te zwemmen, anders had ik een duik genomen. Ze hebben hier een gigantisch natuurlijk zwembad met allemaal eetbare en bloeiende planten, grenzend aan Graafstroom, zo mooi, moet je echt een keer naartoe! MIsschien een keer samen? Ik kom namelijk graag terug :-)


Kempen & Groote Heide


Geselecteerde inzendingen 2e ronde


LANDSCHAPSCONNECTOREN t r a n s i t i e v r a a g t o m g e l e i d i n g

De maakindustrie als inspiratiebron Nieuwe structuren en verbindingen zijn nodig om een verrukkelijk landschap te creëren. We pakken deze uitdaging graag op en laten ons inspireren door de high tech maakindustrie waar de regio groot mee is geworden: de printplaat, de voorloper van de moderne chip. Een printplaat is een plaat van isolatiemateriaal die dient als drager voor elektronische componenten. Op een kale printplaat staat een sporenpatroon (netwerk van geleidebaantjes) die zijn aangebracht ter verbinding van die componenten. In elektronische apparaten, computers en smartphones vormt de printplaat samen met de componenten het zenuwcentrum waar vanuit alles geregeld wordt. De printplaat: een metafoor voor een nieuw ordenend en geleidend principe voor een regio in transitie De printplaat en haar componenten gebruiken we als metafoor en inspiratiebron voor de sturingsfilosofie van de verduurzamingsvragen in regio Kempen en Groote Heide. • Het natuurlijke systeem (de bodem, ondergrond en het watersysteem) zien we als bodemplaat. Een systeem wat met haar structuur en diversiteit aan producten en diensten een stabiele basis biedt voor een verrukkelijk landschap.

Sporenpatroon vanuit de overheid Natuurlijk systeem (oa. bodem, ondergrond, watersysteem)

Het vertrouwde pad is niet meer vanzelfsprekend Een verrukkelijk landschap is een landschap in balans, een landschap met veerkracht en een landschap met kwaliteit. Kortom een landschap met toekomst en smaak. Maar het verrukkelijke landschap in regio Kempen en Groote Heide staat onder druk. In dit landschap komen functies als landbouw, water, natuur, wonen, recreatie en landschap samen. Functies die niet los van elkaar gezien kunnen worden, ze grijpen ruimtelijk sterk op elkaar in. Samen leiden ze niet vanzelf tot een duurzaam geheel met schoon water, schone lucht, vruchtbare bodem, duurzame energie, een rijke natuur, een vitale leefomgeving en een toekomstbestendige economie. Sterker nog, dit duurzaam geheel kunnen we niet realiseren binnen het vertrouwde pad van dominante patronen, praktijken en regels. In regio Kempen en Groote Heide zien we dit aan de te hoge stikstofbelasting op de natuur, teveel nutriënten in grond- en oppervlaktewater, geurhinder als gevolg van de veehouderij, een enorm tekort op de woningmarkt, dichtslibbende wegen rondom Eindhoven en de onmacht in het omgaan met de wispelturigheid van het klimaat met recent droge zomers en veel wateroverlast in 2016.

Printplaat

Het behoort tot één van de regio’s in Nederland met: • het meeste bos en natuurlijke terreinen; • de hoogste dichtheid aan melkvee, varkens, pluimvee, geiten en boomkwekerijen; • het hoogste aandeel van de topsector High Tech in de regionale economie; • zeer gewaardeerde landelijke woonmilieus; • veel overnachtingsmogelijkheden. Voor een noodzakelijke impuls aan het gebied ziet de regio kansen voor nieuwe verbindingen tussen de verduurzamingsopgave in de landbouw en de duurzame energievoorziening en nieuwe verbindingen tussen klimaatadaptatie en een aantrekkelijke, gezonde en groene leefomgeving.

Bodemplaat

Componenten

een stedelijke regio. Het gebied, gelegen in Zuidoost Brabant tussen Eindhoven, Tilburg en de Belgische grens is een typisch zandlandschap met grootschalige natuurgebieden en moderne landbouwproductie, doorsneden door beekdalen en grenzend aan steden die groot zijn geworden in de maakindustrie. Een uniek gebied in Nederland.

Initiatieven vanuit de samenleving

De Kempen en Groote Heide is een groen cultuurgebied in

De overheid brengt het goede sporenpatroon op de printplaat. Concreet zien we dit als de overheid die de grote sporen voor de regio uitzet gebaseerd op de mogelijkheden en grenzen van het natuurlijke systeem. Een “van-onderop benadering” met bodem en ondergrond als uitgangspunt en op basis van een gedeeld toekomstbeeld met de regio. De benodigde sporen geleiden de transitie zodat enerzijds de grenzen van het natuurlijke systeem bewaakt worden en anderzijds de mogelijkheden optimaal benut kunnen worden. • De initiatieven vanuit de samenleving (burgers, bedrijven, overheden) vormen de elektrische componenten die op de printplaat geplugd worden om nieuwe verbindingen te maken. Een “van-bovenaf benadering”: vanuit een helikopterview bekeken is zicht op waar zich kansen aandienen en kunnen nieuwe initiatieven ontplooid worden die verschillende sporen met elkaar verbinden. Samen vormen ze de ‘processor’ als aanjager van de transitie. Transitie vergt zorgvuldigheid Het maken van een printplaat is niet eenvoudig. Geavanceerde technieken en secuur werken is nodig. In deze visie hebben we op pagina 2 een start gemaakt met een printplaat voor de regio Kempen en Groote Heide. Deze zullen we samen met de regionale initiatiefnemers en andere partijen verder moeten uitwerken. Dit vergt zorgvuldigheid. Een printplaat is overigens niets zonder de elektrische componenten. Op pagina 3 werken we een aantal componenten uit die voor belangrijke verbindingen kunnen zorgen en oplossingen kunnen zijn voor het realiseren van de regionale opgaven in de Regio Kempen en Groote Heide. Het concept van de printplaat met haar sporenpatroon is overal toe te passen. Het kan gebiedsgericht uitgewerkt worden voor andere regio’s in Nederland en ver daarbuiten. Net zoals de printplaat van destijds. Team Landschapsconnector


LANDSCHAPSCONNECTOREN een printplaat voor Kempen en Groote Heide Tilburg FH

HIGH TECH PRODUCTIELAND

FH

FH

Eindhoven FH

MH

MH

FH

BH FH MH

KL

NA IMA TU AT UR RO

BU U

ST

E H PR IGH LA OD TE ND UC CH TIE -

Energieknooppunt Middenspanningsstation Snelfietsknooppunt NS station NS knooppunt Landgrens met België

FH

Food HUB

BH

Biobased HUB

MH

Mobility HUB

High tech productielandschap

EN

ST

Natura 2000 Gebieden

U BU

O

Natuur Netwerk Brabant

Beekdal Windmolen

Snelweg Zoekgebied wonen Snelle mobiliteit (fiets & OV) Recreatieve route

UR

U AT

Woonkernen

Lokale energieopwekking los van het energienetwerk (Zelfvoorzienend) Lokale energieopwekking verbonden met het energienetwerk

Spoorweg

VERBINDEND WOONGEBIED

KLIMAATROBUUSTE NATUUR

Voortbouwen op gebiedskarakter: Basis van de printplaat is het natuurlijke systeem met zaken als bodem, hydrologie en landschapstype. Met een sporenpatroon op de printplaat werken we toe naar systemen die passen binnen een specifiek gebiedskarakter. Systemen die gaan over voedselproductie, wonen, recreëren, duurzame energie en mobiliteit. Op een macroniveau onderscheiden we binnen de Kempen en Groote Heide een drietal gebiedskarakters die afwisselend door het gebied voorkomen, hoofdzakelijk in oost-west richting: •

STAD

• STAD

• STAD

TR AA

IM

KL

Verbindend woongebied

STAD

BH

ND DE IN RB N VE O D O W EBIE G

Snelfietsroute binnenfietspunt

High tech productieland - In met name de jonge ontginningslandschappen zetten we in op het versterken van de productiefunctie van zowel voedsel als energie. Het zijn de high-tech productiekamers voor de grote steden. Het zijn zero-emissie zones met intensieve landbouw. Ondernemers krijgen hier de ruimte om met precisielandbouw en agro-fotovoltaïsche systemen gezond voedsel te produceren in combinatie met het opwekken van zonne-energie. Onder de panelen ontstaat voor gewassen een gunstig microklimaat. Recente proeven voor aardappelen en zacht fruit blijken een productieverhoging van 3% te geven. Verbindende woongebieden - In het fijnmazig gebied op de oude zandruggen en kampen waar veel dorpen en gehuchten liggen zetten we in op het versterken van de functie wonen. Landbouw is grondgebonden en staat ten dienste van de groene leefomgeving. Op voormalige agrarische erven wordt ruimte geboden aan kleine woonclusters met duurzame en circulaire woningen. Hier is het prettig en rustig wonen in een groene omgeving. Tegelijkertijd zijn hier top mobiliteitsvoorzieningen waarmee inwoners binnen 15 minuten met een economische toplocatie verbonden zijn. Klimaatrobuuste natuur - Rondom de natuurgebieden en beekdalen zetten we in op multifunctionele cultuur- en natuurlandschappen waarin het grondgebruik is aangepast op de mogelijkheden van de bodem en het natuurlijke watersysteem. De zones beschermen de natuur tegen invloeden van buitenaf en vangen de nadelige effecten van klimaatverandering op. De agrariër kan hier een verbindende rol pakken tussen landbouw en natuur. Er is ruimte voor natuurinclusieve landbouw en agro-forestry. Uitbreiding van de bossen, maar dan met een dubbelfunctie, versterking van de biodiversiteit, productiebos voor de woningbouw, extensieve begrazing en de productie van niche producten zoals noten.

HIGH TECH PRODUCTIELAND

Naast deze sporen met gebiedskarakters staan er op de printplaat ook een aantal netwerken en knooppunten die fungeren als ordenend principe: Supersnel netwerk - We zetten vol in op snelle mobiliteit. Met top infrastructuur voor de elektrische auto, het OV en snelfietsroutes tussen de woongebieden zijn economische toplocaties binnen handbereik. Het mobiliteitsnetwerk wordt gecombineerd met een duurzame energieopwekking, zoals windmolens en met zonnepanelen overdekte fietspaden. Dit infrastructurele netwerk vormt een aanjager voor de ontwikkeling van de verbindende woongebieden.

STAD

STAD

HUB

Energie hoofdstructuur - Voor de ruimtelijke inpassing van het opwekken van duurzame energie in de regio wordt een lokaal energienetwerk aangelegd. Dit netwerk jaagt bijvoorbeeld in het high tech productieland de agro-fotovoltaïsche systemen aan. De dorpen en nabijgelegen steden kunnen daarmee voorzien worden van duurzame energie. In gebieden verder dan 5 kilometer van de hoofdstructuur wordt met bijvoorbeeld een gebiedsbatterij gezocht naar het lokaal sluiten van kringlopen. Voordeurrecreatie - Het landschap begint bij de voordeur. De woongebieden worden perfect met een fijnmazig groen recreatief netwerk verbonden met elkaar en sluiten aan op de robuuste natuureenheden. Natuur en cultuur ontmoeten hier elkaar. Het netwerk brengt de inwoners bij de boerderijwinkel, de musea, eetgelegenheden en speeltuinen. Hubs rondom de grote steden als schakel tussen land en stad - Rondom de steden is ruimte voor hubs. Dit zijn knooppunten in de netwerken nabij de stad die diensten en gebruiksklare producten uit de Kempen en Groote Heide leveren aan de grote economische centra en vice versa. Een aantal voorbeelden van hubs werken we op pagina 3 als connector uit. Natuurlijke sponzen - Door de gebiedskarakters lopen de beekdalen als natuurlijke sponzen van zuid naar noord. Het gebruik van het beekdal wordt geëxtensiveerd en de inrichting met onder meer vloeiweiden en broekbossen gekoppeld aan het desbetreffende gebiedskarakter. Deze beekdalen absorberen veel water, vertragen de afvoer en leveren in droge tijden weer water aan de omgeving.


LANDSCHAPSCONNECTOREN c o m p o n e n t e n a l s v e r b i n d e r s TILBURG I

VI I

IX

IV

VII

III

V VIII

VIII

II

VI I

IV

III

VII

IV I I

II

XII

II II III

I

XI

II

II EINDHOVEN III IV

Collectief warmtenetwerk I geothermie als bron II warmtewisseling met glastuinbouw III onafhankelijke warmtepompen buitengebied IV geconcentreerd warmtenet in stedelijke omgeving

Circulaire landbouw I extensiveren agrarisch grondgebruik (tot bv. 2 grootvee-eenheden per ha) II precisielandbouw en robotisering III landbouwkundig gebruik optimaliseren d.m.v. gewasrotatie i.c.m. verrijdbare zonneweides IV hoogwaardige efficiënte productie en verwerking in foodhubs

IV

X

V

III

V

Energiehoofdstructuur

Natuur als bron

Verdichting en mobiliteit

I windturbines gekoppeld aan energiehoofdstructuur II mobiele zonnepanelen in combinatie met agrarische productie III energieopwekking dakoppervlak bedrijventerreinen IV grootschalige energiebuffer V electriciteitsknooppunten hoogspanning VI energiesnelweg VII electriciteitsknooppunten middenspanning VIII kleinschalige energiebuffer IX lokale energieopwekking X voorzien in energiebehoefte XI opslag waterstof in tanks XII bestaand gasleidingnetwerk inzetten om waterstof te transporteren

Biomassa verwaarden I reststromen benutten uit tuin- en landbouw II restromen uit bestaande bossen benutten III aanplant nieuwe productiebossen IV bio hubs zetten reststromen om in grondstoffen V houtbouw voor circulaire woningbouw

I hoogwaardige snelle OV verbinding tussen kernen II mobiliteitshub III binnen 15 min op economische toplocatie IV snelfietsroute in combinatie met zonnepanelen, snel, droog, met wind mee en vol energie op de fiets naar economische toplocatie V mobiliteitshub als schakelpunt verschillende vormen van vervoer

Beekdalen als natuurlijke sponzen VI natte teelten en beekbegeleidende hooilanden VII vasthouden water door hermeandering, inzetten op kleinschalige lanschapselementen t.b.v. agrobiodiversiteit creëert aantrekkelijk recreatief landschap VIII beekbegeleidende boslandbouw (productie)broekbossen en vee

Overkoepelende maatregelen I transitiefonds II grondbank

Energietransitie als financiële motor voor gebiedstransitie Transitie in een gebied, en landbouw in het bijzonder, is moeilijk te bewerkstellingen. Het huidige landbouwsysteem, met boeren, ketenpartijen, overheden, kennisinstituten en banken, is vooral ingericht om volop voedsel te produceren tegen lage prijzen. Innovatieve ondernemers die de zaken echt anders aan willen pakken komen in de knel. Investeringen zijn risicovol, financiering is lastig, het past niet altijd in regelgeving en afzetmarkten moeten zelf gecreëerd worden. Wij zien de initiatieven vanuit de samenleving (burgers, bedrijven, overheden) als de elektrische componenten die landen op de printplaat. Op deze pagina zijn een aantal voorbeelden van componenten die de landbouwtransitie kunnen ondersteunen en de verbindingen hiertussen schematisch weergegeven. Om de gewenste transitie in regio Kempen en Groote Heide te ondersteunen stellen we een pakket aan instrumentarium voor die de landbouw kan (be)geleiden in deze transitie.

Het fonds wordt gevuld met de revenuen die voortkomen uit de opgave waar landbouw zelf ook een belangrijke rol ik kan spelen; het halen van de doelstelling van klimaatakkoord Parijs 2020-2050. • Duurzame energieopwekking in combinatie met gewasteelt in regio Kempen en Groote Heide • Globale rekensom: momenteel 5.000 ha aardappelen en bieten, de energieopbrengst is ca. 5.000 (voor de grondeigenaar) tot 20.000 (incl. winst projectontwikkelaar) euro per ha per jaar. Dit is totaal 25 tot 100 miljoen euro per jaar. Potentieel een enorm bedrag voor de ca. 1300 agrarische bedrijven in de regio. • Vastleggen koolstof in bodem, bos, gewas • compensatie voor CO2 uitstoot andere sectoren, zoals vliegverkeer Eindhoven (Carbon Credits)

Hubs als aanjagers Bij elk gebiedskarakter hoort een eigen hub. Een hub is een geconcentreerde plaats waar de productie uit het gebied omgezet wordt naar gebruiksklare producten voor de stad. De hubs zijn voorbeelden van componenten op de printplaat, maar tevens aanjager voor de ontwikkeling van andere componenten binnen hetzelfde gebiedskarakter:

Regionaal beleid voeren In het kader van de Omgevingswet krijgen de gemeenten meer bevoegdheden om eigen beleid te voeren. Een van de nieuwe instrumenten is de maatwerkregel. Met de maatwerkregels kunnen decentrale overheden de regels van hogere bestuursorganen toespitsen op de lokale situatie en specificeren voor het bereiken van ambities voor de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Hiermee kunnen bijvoorbeeld in regionaal beleid de eisen aan grondgebonden landbouw en zero-emissie intensieve landbouw vastgelegd worden.

Foodhub - De footloose functies uit het high tech productieland voegen zich in foodhubs, denk bijvoorbeeld aan productie van varkens of kippen. Dicht bij de slimste regio van Nederland zorgen crossovers tussen agro en tech ervoor dat in deze hubs zero-emissie geproduceerd kan worden. Slimme combinaties van veehouderij, glastuinbouw en voedselverwerkende industrie in de hubs zorgt voor een optimale uitwisseling van reststromen. De dierlijke mest wordt met raffinage omgezet in hoogwaardige producten. De kringlopen worden gesloten door het gebruik van de reststromen uit de stad.

Biobased hub - In de biobased hub wordt het hout uit de agro forestry omgezet in CLT, voor de bouw van woningen in het gebiedskarakter ‘verbindende woongebieden’.

Mobility hub - In ‘verbindende woongebieden’ vindt de uitwisseling tussen stad en land plaats in de mobility hub. De hub ligt midden tussen de grote high-tech bedrijven en is de verbindende schakel tussen het landschap en de economische toplocaties van Nederland.

Regionaal transitiefonds Het fonds steunt met financiële middelen voor een langere termijn de ondernemers die een omslag willen maken naar extensieve grondgebonden landbouw of footloose en zero-emissie intensieve landbouw, en altijd circulair.

Regionale grondbank Een agrarische ondernemer die wil extensiveren heeft grond nodig, maar grond is ontzettend duur. Tegelijkertijd stoppen er bedrijven die geen opvolger hebben en het land verpachten of verkopen. De grondbank koopt gronden van stoppende boeren en verpacht ze aan boeren bij wie bedrijfsuitbreiding voor de extensivering noodzakelijk is. De pachtprijs die boeren betalen is lager dan de rente die betaald moet worden over de investering in grond. Het verschil in pacht kan door het transitiefonds betaald worden. Regionale bedrijven en overheden als ‘launching customer’ Om de landbouw te helpen bij het creëren van een markt gaan grote bedrijven en overheden in de regio haar eigen inkoopkracht inzetten. Deze bedrijven nemen via korte ketens voedselproducten af uit de regio Kempen en Groote Heide. De voedselhub kan daarin als logistieke schakel fungeren. De agrarische ondernemers krijgen hiermee de kans meer toegevoegde waarde voor hun product te genereren. Team Landschapsconnector


LAND.LINK Samen verantwoordelijk voor de transformatie van het landelijk gebied

De Opgave

1. DE BASISMETHODE: VITALE RANDEN CREËEREN

We staan als mensheid aan het begin van een grote transitie; onze manier van leven dient drastisch te veranderen willen we dat ook onze kinderen een veilig en verrukkelijk leven hebben op deze prachtige planeet. Binnen die transitie speelt de ontwikkeling en inrichting van het landelijk gebied een cruciale rol. De manier waarop we eetbare gewassen en grondstoffen produceren, energie opwekken en recreëren moet een nieuwe balans vinden en een onderling verbonden, vitaal en biodivers stelsel gaan vormen.

Van hard contrast stad en land

100% bouwgrond 100% agrarische grond

Ons startpunt Ons startpunt voor deze opgave is: benut de groeikracht van dorp en stad om slimmere fysieke, sociale en economische relaties met het haar omringende buitengebied en de agrarische sector aan te gaan. Met als resultaat een landelijke gebied waar we ons allemaal meer onderdeel van weten en samen een nieuwe balans in brengen. Stad en land, stedeling en boer, ze lijken nu vaak met de rug naar elkaar toe te staan; een gemiste kans voor beiden.

Naar vitale randen

2. REGIOSPECIFIEKE POTENTIE A: VRIJKOMENDE AGRARISCHE BEDRIJVEN OP ZANDGROND

Grootschalige bio-industrie op zandgronden

Nieuwe "Kiemplekken"

optimale combinatie van bouw- en agrarische grond

3. REGIOSPECIFIEKE POTENTIE B: BEEKDALEN

De methode In grote delen van Nederland, ook in Brabant, zal het komende decennium nog driftig worden bijgebouwd. De vraag is; hoe doen we dit duurzaam? Dit momentum, die energie en de investeringen die daarmee gemoeid zijn, zouden als katalysator de transformatie van het omringende land kunnen dienen. Onze methode focust zich daarom ten eerste op het helen van de randen langs dorp en stad. En wel door, je zou kunnen zeggen, daar de kracht van een radicale ontwikkelvisie en slimme ontwerptool in te zetten.

De Kempen

Verarmde beekdalen, bewerkt tot aan de watergrens

Revitalisatie beekdalen

Binnen de koppeling van woongebied aan agrarische grond vallen algemene, maar ook regio specifieke, structurerende principes te hanteren. In het geval van De Kempen zien we een duidelijke kans in de koppeling met beekdalen en vrijkomende agrarische bedrijven op zandgronden. Aders en kiemen die vanuit dorps- en stadsrand de link tussen stad en land bekrachtigen.

Oosterwold 2.0. In Oosterwold wordt al enige tijd en op grote schaal ontwikkelt vanuit een vooruitstrevende visie die bouwen en landbouwen aan elkaar linkt. Geregeld werken wij voor particuliere klanten in dit gebied en zijn van mening dat dit ontwikkelprincipe belangrijke ingrediënten mist. De vrijheid om in Oosterwold "bottom up" een leven in relatie tot het land vorm te geven beantwoord duidelijk aan een levendige behoefte, maar de kracht van collectieve, ruimtelijke ingrepen wordt nauwelijks benut en had in de algemene planvorming vooraf meer aandacht mogen krijgen. Ook stimuleert de aanpak bewoners helaas niet tot het gebruik van bio-based en lokale bouwmaterialen. Met de methode en tool die wij hier presenteren willen we, voortbouwend op de lessen uit Oosterwold, in feite een nog intelligentere link tussen de bebouwde omgeving en het land leggen. Een link die het geheel ten goede komt en tussen "top-down" en "bottom-up" de juiste balans weet te vinden. Als onderdeel van het Brabants landschap is De Kempen met uitstek een regio om deze strategie in te zetten. De vraag naar woningen is er groot, de behoefte aan een fijnmaziger buitengebied leeft en hij past de ondernemende Brabantse geest.


5. ZO WERKT DE TOOL

4. EEN PARAMETRISCHE ONTWERPTOOL

Ontwikkelvisie De bouw van, het leven in, het onderhoud én de uiteindelijke renovatie of sloop van een woongebied vragen land, resources (materialen, energie), produceren bijproducten (zoals co2, stikstof en fijnstof ) en hebben invloed op, onder andere, biodiversiteit en waterhuishouding.

In plaats van geïsoleerde oplossingen te bedenken of ver van ons bed te compenseren voor de impact die we hebben, zou de voorwaarde voor het ontwikkeling van dorps- en stadsranden moeten zijn: breng gezamenlijk dit complexe web van topics zo dicht mogelijk bij huis zo goed mogelijk in balans. Daarvoor moet het ruimtelijk gezien vanzelfsprekend worden dat kostbare bouwgrond gecombineerd wordt met lokale agrarische grond. Dit kan direct aangrenzende grond zijn, een optimaal patchwork vormen, of een combinatie met verderop gelegen patches zijn. Waar het om draait is dat deze “land-link” een collectieve investering is die letterlijk ruimte geeft aan het gezamenlijk creëren van biodiversiteit, de teelt van eetbare gewassen, het opwekken van energie, vastleggen van CO2, de retentie van water, het produceren van bio based bouwmaterialen, nieuwe vormen van eco-recreatie, enzovoorts.

6. COLLECTIEVE LAND-LINKS

5A: VOER SAMEN DE VARIABELEN IN

aspirant bewoners overheid

• • • • • •

Selecteer studiegebied ontwerper

Definieer je levensstijl Gewenste woningdichtheid (en kies typologie + bouwmethodiek) % Prive kavels v.s. collectieve grond % Voedselproductie binnen studiegebied

• •

Door aan de knoppen van verschillende variabelen te draaien worden deze direct in relatie tot elkaar en op dynamische wijze ruimtelijk inzichtelijk gemaakt. In plaats van kaarten over elkaar te leggen produceert de tool één overzicht. Op een manier die niet te evenaren is met handmatig teken- en rekenwerk biedt de tool integrale bouwfysische analyses om verkaveling en infrastructuur te optimaliseren en de relevantie van passieve low-tech oplossingen inzichtelijk te maken. De tool geeft inzicht in hoe balans te brengen in de impact die individuele keuzes samen opgeteld hebben. Dit stimuleert bewoners om te kiezen voor compactere kavels, woningen niet groter dan nodig, bio-based bouwmaterialen en bijvoorbeeld het delen van auto's of andere voorzieningen. Dezelfde tool is op verschillende schaalniveaus inzetbaar, bijvoorbeeld voor de inrichting van een enkele kavel of CPO-project, maar juist ook voor complete stadsdelen. De tool is te koppelen aan provinciale- of lokale gebiedsvisies. Landschappelijke kaders kunnen worden ingevuld met behulp van locatiespecifiek gebruik van de tool, waarmee een juiste balans tussen top-down en bottom-up wordt bereikt. De tool is geen statische set spelregels maar kan mee evolueren met geleerde lessen. De tool kan als on-line ontwerpprogramma een brede cultuurverandering in het denken over gebiedsontwikkeling stimuleren, net zoals footprintcalculator.org dat op persoonlijk leefstijl niveau doet.

Architecten en ontwerpers worden meer dan ooit uitgedaagd leefomgevingen te creëren die inspiratie en bedding vormen voor een leefstijl die de wereld om ons heen niet uitput maar nieuw leven in blaast. Als intelligent instrument kan de tool daarbij ondersteunen.

CO2 retentie Materiaalproductie Combinatie voedselbos Mogelijkheden recreatie Biodiversiteit Passief koelen

% Energievoorziening binnen studiegebied % CO2 compensatie binnen studiegebied % Bio-based materiaalproductie binnen studiegebied

boer ondernemer ecoloog

% Waterretentie binnen studiegebied Definieer mate van delen mobiliteit & parkeren

2 REVITALISATIE BEEKDALEN

Definieer mate delen overige voorzieningen

Re

• • • •

gio

spe

cifie

ke

Waterretentie Biodiversiteit CO2 retentie Materiaalparoductie

kan

s

5B: SPEEL MET DE VARIABELEN EN ONTWIKKEL SCENARIO'S

3 ENERGIE OPWEKKEN • • •

Ontwerptool Om in bovenstaand proces samen tot holistische keuzes te komen is ons inziens een intelligente ontwerp tool nodig die ontwerpers en architecten in staat stelt samen met ontwikkelinitiatieven complexe materie werkelijk te doorgronden en voor alle betrokken partijen inzichtelijk te maken. We hebben de contouren van zo’n tool nu staan en willen deze verder uitwerken samen met ons team van architecten, landschaps- architecten, ecologen en programmeurs. De kracht van de tool schuilt in de volgende eigenschappen:

AANPLANT BOMEN

1

initiatiefnemer

4

VOEDSELPRODUCTIE • • • •

5C: KOM TOT EEN OPTIMAAL ZERO-FOOTPRINT SCENARIO

5D: DE TOOL LAAT ZIEN IN HOEVERRE DE COLLECTIEVE FOOTRPINT HET STUDIEGEBIED OVERSCHRIJDT EN IN WELKE MATE AANVULLENDE LAND-LINKS NODIG ZIJN

Zonnenergie Windenergie Warmtenet

Akkers Wijland Buurtkas Voedselmarkt

5 WATERRETENTIE • • •

Warmte- en koelbron Zwemvijver Biodiversiteit

6 REGIO-LINK Haak aan bij regionale projecten

7 RUIMTE VOOR EIGEN IDEEN

Door zo dicht mogelijk bij huis kleine kringlopen te creëren gaan we opnieuw een verbinding met onze landelijke omgeving


Zo wordt de opgave om op een gezonde manier meer woningen bij te bouwen, de drijvende kracht achter de transformatie van de agrarische sector en het land om ons heen

Lokale energievoorziening Revitalisatie beekdal

"Buurtboswachter" Geoptimaliseerde aanplant bomen tussen bebouwing

Buurtkas

Waterretentie Aanplant bomen op zandgrond Directe relatie met boerenbedrijven uit de buurt

"Kiemplek" Collectieve energievoorziening

LAND.LINK: SAMEN ONDERDEEL VAN HET LAND

Boer Emiel

Familie de Jong

GebiedscoĂśperatie De Kempen

Naast mijn eigen bedrijf word ik tegenwoordig ingehuurd door de bewoners van de wijk hier aan de rand van het dorp om mee te denken en werken aan de teelt van enkele gewassen. Samen beheren zij wat hectares rondom het beekdal in de buurt van mijn boerderij. Het mooie is dat ik een fair bedrag krijg voor mijn uren en de bewoners omgerekend een fractie betalen van wat ze in de supermarkten vragen. Het voelt goed om direct met deze bewoners te werken, het onderhandelen met grote inkopers komt me soms de neus uit. Een leuke bijkomstigheid is dat de wijk als geheel soms ook een inke partij van mijn producten afneemt. De lijntjes zijn kort, ze hebben mijn nummer en weten wat ik doe.

Fantastisch dat we eindelijk een plek vonden om onze eigen droomwoning te realiseren, waarbij we tegelijkertijd konden bijdragen aan het grotere plaatje. De woning is niet groter dan voor ons nodig, maar we hebben meer an genoeg ruimte om ons heen. Collectief beheren we maar liefst honderd hectare aan naburige beekdalen en zandgrond, wel iets om trots op te zijn. We hebben een hoop bomen aangeplant, een windturbine laten plaatsen en er staan wat cabins waar bewoners tegen een kleine vergoeding kunnen overnachten. Ik heb zelf niet zulke groene vingers maar er worden, in samenwerking met boer Emiel van verderop, zelfs een hoop groenten verbouwd. Je kunt hier als je wilt van alles ondernemen, maar dat hoeft niet. Er is een klein proffesioneel bestuur dat de boel draaiende houdt en stroop je de mauwen op, dan zie je daar ook iets van terug, op je bord of op je rekening.

Vanuit de provincie en de gemeente is in 2020 bepaald alleen nog bij te bouwen op een integrale, schone manier. En ik denk dat dat met deze ontwikkeling is gelukt, laat dit een inspiratiebron zijn voor andere dorpen en steden. Ergens is het zo logisch: kijk naar wat bouwen en wonen werkelijk kost en probeer dat in balans te brengen, dichtbij huis. Dat kan niet alleen op de dure vierkante meters bouwgrond, maar moet in samenhang met het land om ons heen. Dat is nogal een opgave en daarvoor zijn rekenkracht, visie en ontwerpers nodig die, ten eerste, inzicht en bewustzijn creeren. Je hoort vaak zeggen, de stad moet slimmer, en dat begint bij het overstijgen van geisoleerde oplossingen en het simpelweg maar externaliseren van problemen. Als de stad en het dorp werkelijk slimmer willen worden, dan zullen ze een symbiose aan moeten gaan met het haar omringende land.


NIEUWSTE OOGST! AANTREKKELIJK LANDSCHAP ALS OVERVLOEDIGE GRONDSTOFFENBANK Op dit moment is het landschap nog te vaak een overblijfsel en kostenpost van economisch handelen. We zien een andere toekomst voor de Kempen en de Groote Heide: dit landschap gaat de basis vormen onder de economie van onze toekomst. Het landschap levert de producten voor het voeden van stad en regio en daarnaast tal van grondstoffen voor een regionale circulaire en biobased economy. Lokale, nationale en internationale ondernemingen bestaan daarbij naast en in verbinding met elkaar. Kringlooplandbouw en natuur inclusieve landbouw zien we daarin als een breed circulair totaalconcept voor stad en regio, voor zowel mens, economie als landschap.

LANDSCHAP VAN DE 21STE EEUW DE KEMPEN EN GROOTE HEIDE CIRCULAIRE GRONDSTOFFENBANK

In onze inzending benaderen we het landschap als een overvloedige grondstoffenbank. We verbinden de potentie van de ondergrond, met de grondstoffenoogst voor de maakindustrie, met de beleving van de inwoners, met de vitaliteit van de natuur, met de lokale innovatiekracht en ‘designthinking’-mindset, met de eetbehoefte van stad en dorp, met de coöperatieve mentaliteit en met het enorme doe- en maakvermogen van de regio. Nieuwe arrangementen van landschap en economie en stad en land leveren aantrekkelijke, veerkrachtige, volhoudbare en vooral vernuftige landschappen op. Een werkelijke uiting van het landschap als vestigingsklimaat voor de Brainport!

De ‘moestuinen’ van stedelijke regio Eindhoven! Kempische boeren lopen voorop in natuur inclusieve, kleinschalige landbouw met verbrede diensten. Ze telen de granen, vollegrondsgroenten en dierlijke producten die nodig zijn om de stad te voeden. Er worden streekproducten ontwikkeld met een verhaal a la Brandt & Levie. Regionale kwaliteitsproducten worden lokaal afgenomen door restaurants, supermarkten, bakkers/slagers in stad en regio. De lokale voedingsindustrie levert hun reststromen terug als veevoeding aan de landbouw. Er ontstaat kennis en waardering over voedsel en hun producenten.

Hightech landbouw in Brainport! De hightechboeren leveren hoge kwaliteitsproducten aan Noordwest-Europa (i.p.v. bulkproductie voor de wereld) en zorgen samen voor efficiënt gebruik van resources en slimme kringlopen in mest, eiwitten en reststromen. Gegevens verzameld door drones, satellieten en sensoren maken het mogelijk op de vierkante meter te handelen. Het milieu verbetert drastisch door precies te irrigeren en bemesten waar nodig. Lichte, onbemande voertuigjes die de bodem niet verdichten, zorgen dat strokenteelt op grote schaal mogelijk wordt. TU/e ontwerpt de nieuwe hightechtoepassingen in robotica en software, geleverd door de hightechbedrijven in Brainport.

Inzet van het landschap voor biobased productie! Natuurlijke producten als riet, wilg, hout en teelten als vlas, hennep, hop, restproducten als bietenblad en aardappelloof worden door start-up’s en innovatieve bedrijven verwaard tot biobased toepassingen als verpakkingen, textiel en meubels. Het nieuwe Fontys Expertise Centrum Circulaire Transitie in Eindhoven brengt kennis en innovatie. Designers uit Eindhoven maken nieuwe fraaie producten van lokale teelt waar de DDW in 2025 vol mee staat!

Transitie circulaire bouw en dorp: hout! Biodiversere en duurzaam omgevormde en aangelegde bossen, beheerd op boomniveau i.p.v. vlakniveau (QD-techniek) leveren hout voor lokale toepassing in de houtbouw en leggen CO2 vast. Naast metaal richten de innovatie maakbedrijven zich met hun slimme procestechnieken op de verwerking van hout in CLT. Architecten en TU/e maken intelligente ontwerpen. Bouwbedrijven uit de Kempen worden koplopers in de houtbouw van gebiedseigen hout!

Robuuste natuur, waterhouderijen en watermachines vergroten biodiversiteit rietteelt en helofytenfilter: zuiveren en vasthouden water alluviale bossen zuiveren en vast houden van eutroofwater

vergroten uitloopgebied en relatie dorp

vloeivelden: vasthouden en vertraagd afvoeren van stedelijk water

extensief weidebeheer (waterbuffels/schapen)

BEEKDALEN Ontwikkelstrategie: waterhouderijen, waterboeren en watermachines De beekdalen zijn de grote ecologische structuurdragers. De beekdalen zijn nog volop in gebruik voor de landbouw met de uitspoeling van eutroof water in de beekomgeving als gevolg. Hierdoor zijn ambitieuze natuurdoelstellingen vaak niet haalbaar. Door intensieve akkerbouw en beweiding te verplaatsen naar de jonge ontginningen, ontstaat ruimte voor robuuste natuur en grondstoffenwinst uit natuurproducten. Dit biedt kansen voor ‘waterhouderijen’, waterboeren en ‘watermachines’: toepassingen die zowel grondstoffen opleveren als water bergen en zuiveren. Het levert landschappen met hoge waarde voor natuur en de natuurbeleving voor bewoners en recreanten. Voorbeelden nieuwe economische en landschappelijke typologieën • Helofytenfilters zuiveren zowel eutroof landbouw water naar de beek, alswel kan de rietteelt hier worden verwaard voor pelletering, gebruik in spaanplaat, bioverpakkingen en andere biobased toepassingen. • Alluviale bossen met essen en wilg, in de laagtes langs de beek, houden water vast en het hout kent biobased-toepassingen in zowel biomassa, fineer voor de meubelmakers en als voederbomen voor koeien. • Extensief beweide vloeiweiden, met daarin bijvoorbeeld waterbuffels of schapen, vangen het regenwater uit de dorpen op en voeren deze vertraagd af naar de beek. Spelers Grondeigenaren, waterschap, natuurverenigingen, biobased start-ups, regionale ondernemers die biobased toepassingen integreren in bedrijfsvoering.


LANDINRICHTING 2.0 Het landschap van de Kempen en Groote Heide is in de nabije toekomst geënt op de bodem technische en cultuurhistorische lijnen, maar doorontwikkeld naar een nieuwe balans tussen productie-, verblijfs- en natuurwaarden. Het levert producten en diensten zonder dat het wordt uitgeput of overbelast. Het gaat uit van de juiste teelten op de juiste plek, kringlopen en korte ketens. De drie voorkomende landschapstypen in het gebied bieden ruimte voor een eigen, circulaire relatie tussen landschap en economie (bedrijfsvoering en levering grondstoffen). Daarin zijn uiteenlopende variaties mogelijk, rekening houdend met gebieds- en dorpseigen context, identiteit, ondernemersgeest en spelers. Uiteenlopende bedrijfsvoeringen en samenwerkingen van (verbrede) agrarisch ondernemers passen in dit grotere verhaal.

HUIS VAN DE KEMPEN EN GROOTE HEIDE ALS ‘DE SCHAKELKAST’ De voorgestelde ontwikkelrichting is een grote operatie, dit gaat niet vanzelf. Het vraagt om regionale regie. Om nieuwe juridische en beleidsmatige instrumenten, andere financiële waarderingen en stromen en een herschikking van gronden, verbreed eigenaarschap, opzetten van nieuwe open innovatielijnen voor de lokale biobased industrie, serieuze branding en marketing van producten uit de Kempen en Groote Heide in de stad en dorpen, nieuwe samenwerkingen en samenhang in de vele innovatie initiatieven die er al zijn. Wij stellen ons voor dat Het huis van de Kempen en de Stichting De Groote Heide met hun partners en netwerken zowel bij overheden, natuur beherende organisaties en ondernemers zichzelf verder ontwikkelen tot een regionale, slimme, coöperatieve Schakelkast. Een regionale organisatie met mandaat, die vanuit een coöperatief handelen en met voldoende expertise en de juiste competenties deze landinrichting 2.0 in samenhang verder brengt en die de aanwezige slimme initiatieven, samenwerkingen en de ideeën vanuit de streek gaat koppelen, herhalen of schalen naar dit fantastisch landschap dat we voor ogen hebben.

Deze invulling van het landschap kan alleen worden bereikt met een gebiedsgerichte benadering en herinrichting van de gronden: een landinrichting 2.0. De komende jaren komen er vele gronden vrij van agrariërs die stoppen. Het kan twee kanten op. Of de gronden worden opgekocht door de grote spelers in de huidige intensieve landbouw en de schaalvergroting gaat door of we grijpen NU in! Vrijkomende gronden zetten we in voor andere manieren van landbouw / productie en het meekoppelen en ‘inverkavelen’ van andere doelen en functies: versterking van de biodiversiteit, vitale bodem, toegankelijkheid, verblijf en waterbeheersing.

De Kempische mensen en ondernemers streekmarkt workshops als eten van het land

ambachtelijke slagers festiviteiten rondom regionaal voedsel

bakker, restaurants, supermarkten met vooral streekproducten

Extensieve natuurinclusieve landbouw

Maakindustrie

maakbedrijven in de biobases industry, voelen zich betrokken bij het landschap en vergroenen hun terreinen.

DORPEN Ontwikkelstrategie: lokale landschapszorg en bewustwording Kempische inwoners en ondernemers zijn betrokken bij het landschap, maar waarderen dit vaak als ‘alledaags’. Er ontbreekt kennis over voedsel, landschap en natuur. Wel zijn er tal van initiatieven rondom biodiversiteit en duurzaamheid in het dorp: natuurtuinen, plukroutes etc. Het landschap is vanuit dorp beperkt te bezoeken en beleven. De dorpen hebben een ongekend groot verenigingsleven en ‘zelforganiserend vermogen’. Een samenhangend programma kan de verbinding met landschap en voedsel versterken: bij lokale voedselverkooppunten worden producten uit de streek verhandeld en oogsten gevierd. Nieuwe routes brengen mensen in het landschap, vergroten vitaliteit en tonen voedselproducenten. Verenigingen verdienen een centje bij door mee te helpen bij landschapsbeheer. Scholen geven thematische buitenlessen over landschap, voedsel, natuur. Ontwikkelstrategie ondernemers maakindustrie De maakindustrie herbergt enorme potentie. De maakindustrie gaat een ‘deal’ aan met het landschap als grondstoffenbank, verbreedt zich en grijpt haar kans voor onderscheidend vermogen met toepassingen in biobased materialen en hout. Verbindingen met de hightechbedrijven van de Brainport leveren een belangrijke plus, maar zijn niet noodzakelijk de enige klantgroep.

voedselbossen

herintroductie ‘kerkepaden’

zorgboerderij herstel en aanleg houtwallen

plukgaarden landschapsbeheer door varkens en kippen

buitenonderwijs over voedsel, landschap, natuur

gehuchten/buurtschappen revitaliseren bloemrijke akkerranden dieren in het landschap

landschapsbeheer met vrijwilligers inzet arbeidskrachten met afstand tot arbeidsmarkt

OUDE ONTGINNINGEN: BOLLE AKKERS + BUURTSCHAPPEN Ontwikkelstrategie: extensieve, verbrede, natuurinclusieve landbouw t.b.v. lokale ketens In de kleinschalige oude bouwlanden langs fraaie historische linten en buurtschappen bedreigen talloze kleine en grotere planontwikkelingen de ‘gaafheid’. De eerste koplopers van natuurinclusieve landbouw zijn al aanwezig. Door volop in te zetten op fijnschalige extensieve en natuur inclusieve landbouw, spreken behoud en versterking van het cultuurhistorisch waardevol landschap meer vanzelf. De voedselproductie wordt zichtbaar en beleefbaar gemaakt: dat vergroot de waardering voor voedsel en boer door de consument. Concepten als Herenboeren, ecologische varkenshouderijen, gemengde kleinschalige bedrijven etc. verrijken dit landschap. Er zijn combinaties met recreatie, educatie en zorg. Bij stalsanering worden erven gerepareerd en omgevormd tot knooperven: specifieke woonmilieu’s voor mensen die zich willen verbinden met het landschap (kenniswerkers, knarrenhoven etc.) Nieuwe economische en landschappelijke typologieën • Er worden mooie streekproducten geproduceerd, lokaal geleverd en met een goede prijs voor de boer. • Er zijn nieuwe teelten met een beperkte impact op bodem en water, als hennep, vlas en hop. • Nieuwe lokale kringlopen worden ontsloten: reststromen van de lokale bierbrouwerij, bakkerijen en ander voedselverwerkers vinden hun weg en beperken het afval. • De toegankelijkheid wordt versterkt middels ‘kerkepaden’ en er is landschapsherstel met de aanleg van houtwallen, heggen en kruidenrijke randen rondom de akkers en weiden. • Er zijn voedselbossen, buitenvarkens, plukgaarden, kipcaravans en mobiele/lokale slachterijen. Dieren beheren het landschap. Spelers Verbrede boeren en bewoners buitengebied, natuurverenigingen, terrein beherende organisaties en recreatieve ondernemers.


AANBOD IN DE 2E RONDE Ons team is een sterke combinatie van landschapsarchitecten en ruimtelijk onderzoekers, aangevuld met een transitie-specialist, een bosbouwkundige/natuurbeheerder, een onderzoeker circulaire landbouw met ervaring in traditionele en vernieuwende ketensamenwerkingen / eiwit-transitie. We worden vanuit onze eigen bedrijven ondersteund door een klein team van grafisch kundige projectmedewerkers. De trekkers van het project kennen de regio goed en bouwen met uitmuntende communicatieve vaardigheden en beeldkracht betere bruggen binnen bestaande netwerken. Bij selectie willen we allereerst op zoek naar de grondstoffenvraag en behoefte (eetbehoefte voor de stad, materialen en verbindingen voor de maakindustrie en wensen van bewoners en ondernemers) en deze matchen aan het landschappelijk fundament van de Kempen en Groote Heide. Vanuit deze basis ontwerpen we nieuwe landschappelijke typologieën als bouwstenen voor het S.MAAKpark. Economie en landschap worden 2 kanten van dezelfde medaille. We bieden aan om parallel aan het ontwerpend onderzoek samen met de regio te onderzoeken hoe de bestaande netwerken kunnen worden opgeschaald naar een publiek-private schakelkast met mandaat: de landinrichting 2.0. Een schakelkast die nieuwe verbindingen aanjaagt, expertise en experimenteerruimte biedt en initiatiefnemers helpt hun ideeën op goede wijze te verbinden met zowel ketenpartners als overheden.

Innovatieve en hightech kringlooplandbouw strokenteelt smartfarming

spons: zuiveren en vast houden van eutroofwater

duurzame energie opwekken voor lokale afname

biodiverse stroken: samenstelling van granen, lupine, kruiden voor tegengaan aaltjes, voer voor trekvogels

vitale bodem uitwisseling reststromen, eiwitten, mest tussen veetelers en akkerbouwers

Biodiverse bosbouw + Recreatieve Natuurpoorten agroforestry: bosstroken leveren hout, vormen verbindingen voor fauna en reduceren verdamping

biodiverse en klimaatadaptieve bossen houtoogst voor houtbouw met QD-techniek

snelfietsroutes voor E-bikes stad-land

realistische biodiversiteitsdoelen en natuurdoeltypen

water vasthouden natuurpoort en CO2 vastleggen

JONGE HEIDEONTGINNINGEN Ontwikkelstrategie: hightechkringloop landbouw De jonge ontginningen bestaan enerzijds uit grootschalige open en rationeel ingerichte landbouwpercelen en anderzijds uit uitgestrekte bossen en heidevelden met een grote natuurambitie. De bossen/heide en de intensieve landbouw liggen vaak strak naast elkaar. Dit levert conflicten op o.a. in de uitwisseling van nutriënten. In de strategie voor de toekomst bieden grootschalige landbouwgebieden ruimte aan de intensievere kringlooplandbouw. Kringlopen rondom mest, eiwitten en reststromen worden gesloten in samenwerkingen tussen veehouders, akkerbouwers en derden. Combinaties van strokenteelt, stripbegrazing en agroforestry zijn er de toekomst en vanuit vierkantsverwaarding van de producten worden er bijdragen geleverd aan de circulaire en biobased economy van de Kempen. Smart-farming zal er de nieuwe hightech manier zijn om grondstoffen zo efficient mogelijk in te zetten en zodoende het milieu minimaal te belasten. Nieuwe economische en landschappelijke typologieën • Nieuwe bosstroken en andere beplantingsstroken met uitgekiende samenstellingen liggen tussen de verschillende akkers en velden leggen CO2 en water vast, reduceren verdamping, helpen bij een vitale bodem, houden aaltjes tegen en zorgen voor minder verdroging doordat de wind niet over de velden giert. • Waterbuffers aan de randen houden het water vast, laten het hier infiltreren en bieden het weer aan in droge periodes. • Noodzakelijke maatregelen voor de energietransitie landen grotendeels in de jonge ontginningen en vormen bouwstenen voor nieuwe, aantrekkelijke en duurzame energielandschappen. Spelers Veetelers, akkerbouwers, derden met reststromen die inzetbaar zijn, waterschap, natuurbeheerders.

Ontwikkelstrategie: bosbouw, natuur en recreatie Bos en heide heeft een hoge natuurwaarde en is van belang voor recreatie en toerisme, zeker rondom de recreatieve natuurpoorten die vaak in dit landschapstype zijn te vinden. Door de houtproductie uit de bossen enkel hoogwaardige toepassingen te geven, zoals houtbouw, wordt aanzienlijk meer CO2 vastgelegd. Geïntegreerd bosbeheer wordt doorontwikkeld naar QD-beheer: een nieuwe beheerstoepassing op boomniveau in plaats van op vlakniveau. Dit biedt ruimte voor functies als natuurversterking en agroforestry. Deze wijze zorgt tevens voor aantrekkelijke bossen voor stads- en dorpsbewoner die in deze gebieden op zoek is naar verstilling, bezinning, onthaasting en ontspanning: bossen vol beleving. Nieuwe economische en landschappelijke typologieën Bossen worden omgevormd en aangelegd naar structuurrijke bossen met soorten die klimaatadaptief zijn, een hoge houtopbrengst hebben en hoge CO2-opname kennen. Naast soorten voor houtopbrengst is er ruimte voor soorten die bijdragen aan de biodiversiteit van de bossen. Spelers Natuurbeheerders, bosgrondeigenaren, houtverwerkende bedrijven en recreatieve ondernemers


Overige inzendingen


Scharrelbos koploper in de european green deal ropa in u E : L A DE GREEN utraal e n t a a im 2050 kl Geen CO uits toot meer in 2

2050

ecosysteem e s e p o r u E et 62% van h an te hoge a ld e t s e g t wordt bloo traties. n e c n o c f o t stiks ven jaarlijks 400.000 Europeanen ster s fijnstof aan te hoge concentratie ren, vissen, De omvang van populaties zoogdie na 70% vogels en reptielen is in 2020 met bij afgenomen ten opzichte van 1970 hectare 0 0 0 . 0 0 ctor wil 1 rland’ e s t u o h e Bos- en n in Ned e w u o b s nieuw bo +100.000 ha bo s zorgt voor een vermindering va n 4,5 MegaTon CO2 lijk Nederland is nu voor 90% afhanke van houtlevering uit het buitenland Nederland geldt in West-Europa a ls een van de lande n met het minste bos

Deze EO Wijers inzending ‘Scharrelbos’ is van een multidisciplinair team met:

1

Compleet nieuwe ontwikkelstrategie nodig Met het aanstekelijke Scharrelbos kiest regio Kempen – Groote Heide voor een schaalsprong in landschap. En dat is hard nodig. Onze welvaart is in honderd jaar flink opgetild, maar we stoten nu ons hoofd. Het ecologisch systeem is uit balans. De huidige werkwijze van de ruimtelijke planning bereikt zijn grens. Dit komt omdat we al decennialang ontbossen, verstoren, bemesten, doorsnijden, ontwateren en vervuilen. Het extrapoleren van trends uit het verleden en het reactief oplossen van knelpunten, brengt steeds minder heldere oplossingen die toekomstvast en goed uitlegbaar zijn. Het ontbreekt aan samenspel tussen beleidsvorming, projectuitvoering en betrokken partijen. Vanuit een samenhangend en toekomstgericht verhaal moet gezocht worden naar een nieuwe adaptieve ontwikkelstrategie waarbij centraal staat wat de bijdrage is van een individuele activiteit, project of partij aan het hele systeem. Gebiedsopgave: Kempen – Groote Heide De Kempen - Groote Heide vormt met de Belgische Kempen een uitgestrekt en Europees uniek kleinschalig cultuurlandschap op het zand. Het vormt met Eindhoven en Tilburg een economisch krachtige regio van kennisintensieve technologie, industrie, landbouw en toerisme. Stad en land vullen elkaar naadloos aan. De kwaliteit van het landschap moet op een hoger niveau komen voor plant, mens en dier Ons concept: Scharrelbos als nieuwe biotoop Met Scharrelbos creëren we een nieuwe balans. Het is een campagne om in precies 30 jaar tijd het areaal bos in de Kempen – Groote Heide te verdubbelen met nieuw multifunctioneel high-tech en circulair bos. We maken daarbij gebruik van de nieuwste technologie en sluiten aan bij de cultuur van Brabant. We planten hiervoor 4 miljoen bomen. Dat maakt 17.000 hectare nieuw bos - een verdubbeling van het huidige bosareaal. Het aanplanten wordt direct gekoppeld aan ruimtelijke ontwikkelingen zoals nieuwe woningen en bedrijven, infrastructuur of duurzaam gas, zonne- en windenergieprojecten. We zetten ruimtelijk en strategisch ontwerp in om parallel 3 elkaar versterkende strategieën te verkennen: 1.

› › › › ›

Landschapsarchitect Stedenbouwkundigen Voedselbosbouwdeskundige Boomkweker Zoetwaterdeskundige

› › › ›

Vrijetijdsdeskundige Cultuurtechnicus Planoloog Architect

Het Scharrelbos vertegenwoordigt nieuwe economie

2.

3.

Omvormen van beheeraanpak van het bestaande bos Ontwerpen van een grootschalig raamwerk voor de aanleg van nieuwe bos en ordenend principe voor initiatieven en projecten Opschalen van lokale initiatieven tot een elkaar versterkend netwerk en een scharrelbos-coöperatie.

Inspiratieboek Scharrelbossen 2020 We maken een inspiratieboek waarbij we vanuit de positionering van de plek, de ondergrond en bostype kijken naar de programmering van het bos. Bijvoorbeeld voor voedselproductie, recreatie, energieopwekking, productiebos voor de bouw, vergroten biodiversiteit, CO2 afvang en versterken van kwetsbare natuur. We doen suggesties voor het aanscherpen van regels, verleggen van subsidiestromen en stimuleren van investeringen. Het scharrelbos als economie Het scharrelbos vervangt een deel van de huidige intensieve landbouw door agro-forestry. Hier lopen specifieke varkens, kippen, insecten en runderen rond. Dankzij permacultuur is er een rijke oogst van noten, zaden, bessen en groenten. Grondstoffen voor dranken, bier, wijn, smakelijke worst, biefstuk fijne zwammen, mooie groenten en regionaal fruit en superfoods. Niet alleen de producten die uit het bos komen maken het interessant voor de stedeling. Er is ruimte voor speelnatuur, voor ecolodges en andere

verblijfsaccommodaties die een volledige beleving bieden die aansluit bij het scharrelbos: voedselsafari’s, top-kok-masterclasses of stilteweekends. Het bos biedt, in de traditie van de kloosters, ruimte voor retraites en trainingen, of het nu gaat om het vinden van rust en persoonlijke ontwikkeling of om de ontwikkeling van kennis van voedsel en onderzoek naar de nieuwe ecosystemen die hier in de praktijk worden gebracht. Strategie We starten bij een coalition of the willing, maar breiden gestaag uit tot een nieuwe Scharrelbosbeweging die een systeemverandering brengt. Het Scharrelbos wordt zo haalbaar en schaalbaar. Alle grote en kleine bosinitiatieven worden hightech gemonitord met de kennis van Eindhoven en sociaal-economisch begeleid met de kennis uit Tilburg. Ogenschijnlijk kleinschalige en aaibare initiatieven krijgen de ruimte en mogelijkheid om te experimenteren en groeien door tot echte gamechangers. 1


mens, dier en plant ontmoeten elkaar in De kempen - Groote heide Scharrelen is ongepland, ongedwongen en terloops, rommelen, snuffelen, wroeten, woelen, zoekend lopen, eten zoeken. Scharrelen is natuurlijk gedrag vertonen, vrij en vrijblijvend. Scharrelen is aandachtig dwalen. Is tussendoor. Scharrelen is slow living, contact leggen, open en sociaal.

het scharrelbos vangt CO2 op het scharrelbos produceert gezond voedsel en circulair bouwmateriaal

Ontwerpopgaven tilbrug

tilbrug

eindhoven

Ontwerpopgave bestaand bos: versterking van natuurgebieden en introductie van nieuw scharrelbosbeheer in bestaand bos: waar kan dat en biedt het meerwaarde?

eindhoven

Ontwerpopgave raamwerk: aanleg van een grootschalig scharrelbos-raamwerk; een langgerekte bosrand langs de beekdalen, boskernen in de bovenloop (sponswerking) en op de nu droge zanden.

Ontwerpopgave initiateven: op zoek naar typologieĂŤn en kansen nabij de kernen.

2


Scharrelbos opbrengsten

1

Hout bouwmateriaal, papier en haardhout

het scharrelbos is een manier om een nieuw ecologisch evenwicht te bereiken

Voedsel Fruit, noten, zaden, groenten, paddestoelen, honing Biodiversiteit 2x zoveel als landbouwgrond recreatie

concept: Scharrelbos als nieuwe biotoop 1. ontwerp kansen verkennen

2. maatschappelijke businesscase

3. het scharrelbosfonds

Beleving, DE MEESTE MENSEN HOUDEN VAN HET BOS We zetten ontwerp in om kansen te verkennen, keuzes te maken en toekomst te bouwen. Dit doen we door met de regio een stevig leidend narratief vast te stellen die de sociaaleconomische meerwaarde centraal stelt. Daarmee overtuigen we initiatiefnemers om anders om te gaan met ruimtegebruik en hun investeringen.

De maatschappelijke businesscase wordt over de lange termijn van 100 jaar berekend. Daarbij tellen directe opbrengsten uit houtproductie en energiewinning, landbouwproducten en inkomsten uit toerisme en recreatie. Ook tellen vermeden kosten als ziektekosten of de vermeden CO2 uitstoot.

Het Scharrelbos wordt bekostigd uit een Scharrelbosfonds met investeringen van vele (internationale) partijen, ook de bedrijven met een nog te grote CO2 footprint. Het bos realiseert maatschappelijke doelen als een gezonde bevolking, de KRW-opgave, waterberging, de energieopgave, een betere lucht- en bodemkwaliteit.

gezondheid “Creativiteit, Natuur helpt ons om op ideeën te komen” CO2 opslag 1500 ton Co2 per hectare biomassa meer bos is meer reststromen & energie 3


Kemphanen op hun wenken bediend

Handelingsperspectief #1

Dubbelgebruik van grond en functie Ruimteclaims in de Kempen organiseren we zoveel mogelijk verticaal met dubbelgebruik van grond en functie: we clusteren mensen, functies en vervoer in landstedelijke kernen zodat meer ruimte ontstaat voor een vitaal buitengebied. Ongebreidelde groei van dorpen in de Kempen wordt sterk beteugeld met het verticaal programmeren van dorpsbebouwing vergelijkbaar met termietenheuvels. Boeren, burgers en buitenlui leven hier natuurlijk samen.

Handelingsperspectief #2

Contrastrijke vormen van landbouw In de landstedelijke clusters produceren we hoogwaardig voedsel op een natuurlijke en technologische manier. Agrariërs werken samen met kennisinstituten en bedrijven. Dit vormt een sterk contrast met de extensieve varkenshouderijen en biologische boerderijen in het buitengebied, gericht op de kwaliteitsmarkten en het ‘branden’ van Kempische producten, mentaliteit en ondernemerschap. We benutten bestaande internationale handelsstructuren met een focus op kwaliteit.

In de Kempen en Groote Heide ontwikkelen wij een hoogtechnologisch `verticaal dorp’ waarin op subtiele wijze alle functies van het stedelijke leven verweven zijn. Krachtige nieuwe handelingsperspectieven om dit te realiseren ontstaan door een ecologisch bewustzijn: de beleving van hoe wij ons als mens verhouden tot onszelf, de ander en de natuur. Vanuit een heroverweging van de middelen van productie en consumptie en hoe die zich verhouden tot dit ecologisch bewustzijn, kiezen wij voor een aanpak dat het landschap verbetert en versterkt. Vanuit deze visie is het S’MAAKpark Menu tot stand gekomen voor een hoogwaardige landstedelijke omgeving waarin `de kemphanen’ op hun wenken worden bediend.

S’MAAKpark Menu APERITIEF Een symbiose van ecologie en technologie AMUSE Een hapje compact groen domein VOORGERECHT Een selectie van contrastrijke verticaliteit en dorpse eigenheid

Verticale dorpen

San Gimignano te Toscane (www.visitworldheritage.com)

Als een eigentijds San Gimignano rijzen uit het fijnmazige cultuurlandschap verticale clusters op die via een (ondergronds) netwerk zijn verbonden. In die clusters wordt gewoond, gewerkt en hoogwaardig voedsel geproduceerd op een gecontroleerde, milieuvriendelijke en circulaire basis. Voedselproductie en distributie, afval- en reststoffenindustrie, energiegebruik en energie opwekking vinden plaats binnen gesloten ketens.

HOOFDGERECHT Stapeling van grond en functie, ensemble van wonen, werken, (re)creëren, leren, ontspannen, produceren, ontwikkelen en experimenteren Lineair landschap van energie en infra, gecombineerd met aantrekkelijke doorgaande fietsverbindingen en hoogwaardige OVverbindingen Bevroren kleine kernen in het hart en bloeiende stedelijke concentraties aan de periferie met een harde contour NAGERECHT In het gebied geproduceerde eiwitten uit natuurlijke producten


Handelingsperspectief #3

Lijnen, verbindingen en netwerken

Buckminster Fuller (www.atlasobscura.com)

De Kempen en omgeving hebben een lange traditie van coöperatieve samenwerking. Door het opnieuw en pluriform definiëren van deze samenwerkingsvorm kan deze worden gebruikt als archetype voor een veelheid aan netwerkstructuren, zowel fysieke, politieke als virtuele. Deze netwerken van micro tot macro kennen structuren die op elk niveau vergelijkbaar kunnen zijn. In ons concept geven we dat concreet gestalte van kamer-niveau tot op het niveau van het regionale netwerk. Een voorbeeld van een fysiek netwerk is onze kijk op grootschalige windenergie. Door uitsluitend enkelvoudige lijnopstellingen langs bestaande structuren zoals snelwegen kunnen windturbines betekenisvol worden in ons cultuurlandschap. Bovendien wordt terplekke energie opgewekt voor elektrisch rijden. Het overig landschap vrijwaren wij van windenergie. We verbinden dorpen met aantrekklijke fietsnelwegen gebaseerd op historische verbindingen in het landschap, naar het voorbeeld van het Oude Spoorbaantracé tussen Eindhoven en Waalre.

VDMA terrein Eindhoven door Being Development

The Whale door Dorte Mandrup Beeld MIR

Arcosanti in Arizona door Archietct Paolo Soleri

Tel Aviv Arcades door Penda

Hoofdkantoor Triodos Bank Zeist


Handelingsperspectief #4

Mens en dier in de woonboerderij In het verticaal dorp benutten we de ruimte efficiënt voor wonen en hightech voedselproductie. Deels in het groen en deels ondergronds inclusief distributienetwerk. De ruime gezinswoningen zijn zeer compact geclusterd en gestapeld, maar worden door hun groene inbedding eerder ervaren als grondgebonden dorpswoningen. In de voedselcluster houden we dieren in goed geconditioneerde stallen die zorgvuldig zijn geïntegreerd in de landstedelijke cluster, met de mogelijkheid tot vrije uitloop zoals de gemeenschap dat wil; het vee als (zichtbare) medebewoner in het verticaal dorp.

Handelingsperspectief #5

Lieflijk landschap in het wild Door dubbelgebruik van grond en functie komt ruimte vrij voor het herstellen van een cultuurlandschap. Dit is een fijnmazig coulissenlandschap in maat en schaal vergelijkbaar met 1900. Kleinschalige biologische boerderijen, weides en hooilanden vormen samen met extensieve vormen van recreatie en energieopwekkende watermolens de belangrijkste economische dragers van het beekdallandschap. Verruiging vindt plaats in de verlaten schrale zandgronden die weer woeste gronden worden: De Groote Heide.

Ruime gezinswoning in 2 bouwlagen (dorps karakter)

Lichthappers voor daglicht in `ondergrondse’ slaapverdieping

Het vee als medebewoner in verticaal dorp

Team van disciplines: Architecten, Erfgoedspecialisten, Gebiedsontwikkelaars, Landbouweconomen, Landschapsarchitecten

Gestapelde ‘grondgebonden’ woningen

Individualiteit binnen het collectief


Onze opgave Schets de contouren van een ontwikkelstrategie voor het gebied de Kempen/Groote Heide in relatie tot de metropoolregio Eindhoven om de schijnbare paradox tussen de productiewaarde en de verblijfswaarde van het gebied op te lossen. Zoek daarbij naar een symbiose tussen stad en platteland, en laat deze groeien van onderop. Wij staan aan het begin van ingrijpende veranderingen. Het veranderende klimaat, de transitie naar duurzame energie- en voedselproductie, de verdere verstedelijking en de leegloop van het platteland zijn de voornaamste actoren. Deze veranderingen leggen ieder hun beslag op het landschap en zijn met elkaar in competitie voor een plek in dit onderliggende landschap. Een ding is zeker, water zal als drager een belangrijke rol spelen in het speelveld. Welke actor zal hierbij leidend zijn, en hoe moeten wij omgaan met de grootste onzekerheid, het veranderend klimaat? En welke gereedschappen hebben wij tot onze beschikking om sturend op te treden? Gevraagd wordt naar ontwikkelstrategieën voor het gebied de Kempen/Groote Heide en met name te zoeken naar een symbiose tussen stad en platteland, productielandschap en verblijfslandschap, mede uitgaande van bestaande initiatieven in het gebied en het voorhanden landschap.

“There is a call for a strategy every time the path to a given destination is not straightforward” (Strategy, a history, Lawrence Freeman 2013)

Onze benadering van de ontwerpopdracht: met regionale en lokale partijen, gebruik makend van hun specifieke kennis en ervaring, een aantal mogelijke scenario’s voor de regio opstellen. Bij het opstellen van de scenario’s worden de ontwikkeling in de tijd van het productielandschap en verblijfslandschap afgezet tegen onder meer verdergaande verstedelijking en leegloop van het platteland. De ruimtelijke, maatschappelijke en economische consequenties van de scenario’s voor de regio worden inzichtelijk gemaakt. Als onderlegger voor onze werkwijze gebruiken wij het bestaande landschap in combinatie met reeds voorhanden initiatieven op het gebied van mobiliteit, energietransitie, landbouwtransitie en waterbeheer. Bij het opstellen van de scenario’s worden deze lopende initiatieven in de regio getoetst op onder meer schaalbaarheid, herhaling en clustering. Belangrijke aspecten zijn verder duurzame voedselproductie, mobiliteit, het proactief landschap en de lokale energiestrategie. In samenspraak met de betrokken partijen worden de meest plausibele scenario’s omgezet in flexibele ontwikkelingsstrategieën voor het gebied de Kempen/Groote Heide die gedragen worden van onderop.

Onze vertrekpunten: 1. Het pro-actieve landschap 2. Energietransitie: Bij de LES blijven. 3. Duurzame voedselproductie: Verkort de keten 4. Mobiliteit : Slimmer bewegen

1. Het pro-actieve landschap Een robuust watersysteem is voor het gebied de Kempen/Groote Heide van vitaal belang. Echter, door de duidelijke veranderingen in het klimaat zijn de verschillen tussen de natte en droge periodes groter geworden, en wisselen deze elkaar in onvoorspelbare periodes af. Dit zorgt voor toenemende onzekerheden voor zowel de agrarische sector,als ook voor de stedelijke omgeving. Het zelfregulerend natuurlijk systeem heeft ondersteuning nodig om van een reactief landschap te transformeren naar een proactief productie- en natuurlandschap. Deze transformatie kan alleen slagen als in het productielandschap de grondeigenaar weer mede verantwoordelijkheid kan dragen over het waterbeheer, en actief meewerkt aan het waterbeheer in de directe omgeving. Om in te kunnen spelen op de snelle veranderingen van het weer, en direct inzicht te krijgen in de watersituatie, moet een intensief sensor landschap worden opgebouwd dat onder meer de data levert voor real-time sturing van water in het landschap. Bij dreigende extreme regenval zal het watersysteem waar mogelijk het grondwaterpeil geforceerd verlagen met automatisch peilgestuurde drainage om bergingsruimte voor de komende hoeveelheden vrij te maken. Tevens kunnen de natuurlijke gebieden ingezet worden als extra waterbuffer bij extreme wolkbreuken. Daarbij kunnen deze gebieden ook dienen als water infiltratiegebieden in de winter, zodat het grondwater op een later tijdstip weer aangevuld kan worden. Deze waterrijke gebieden dragen bovendien bij aan recreatiemogelijkheden in het gebied. Het stroomgebied van de Dommel in de Kempen/Groote Heide is hierin een bepalende factor en brengt de waterproblematiek van het platteland naar de stedelijke omgeving. Samenwerking van boeren met het waterschap en landgoed/ natuur eigenaren kan daarbij nieuwe verdienmodellen opleveren. De “waterboer” als nieuwe beroepsgroep! Daar waar nu het platteland in dienst staat van het stedelijk gebied, kunnen modellen ontwikkeld worden die het stedelijk gebied in dienst stelt van het platteland. Ook water kan hier een rol in spelen, waarbij sensoren in de stad helder maken wat de gevolgen van temperatuurstijging zijn en waarbij sensoren ook de invloed van extra groen duidelijk maken dat de leefbaarheid toe neemt.


2. Energietransitie: Bij de LES blijven. Om de serieuze problemen die de opwarming van de aarde met zich meebrengt te beteugelen, zijn drastische maatregelen nodig. Medio 2019 is het Klimaatakkoord gepresenteerd: de Nederlandse uitwerking van de internationale klimaatafspraken van Parijs (2015). Het Klimaatakkoord is een samenwerking tussen het Rijk, de decentrale overheden, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Om de gestelde doelen te bereiken wordt gewerkt aan de Regionale Energie Strategieën. Maar dit staat nog steeds ver van de burger af.

Om de energietransitie te laten slagen is een breed draagvlak onder de bevolking en een uitgebreide communicatie van nut en noodzaak van de energietransitie noodzakelijk. Terwijl nu steeds weer gesproken wordt over de kosten van de transitie moet er ook nadrukkelijk op de baten gewezen worden. Hier ligt een taak voor de gemeenten om in samenwerking met energiecoöperaties en dorpsraden de energietransitie te laten landen bij de burgers en samen te werken aan een Lokale EnergieStrategie (LES). Ook moeten de burgers mede eigenaar van de oplossing worden, meedelen in de baten en gecompenseerd worden voor nadelige gevolgen van de energietransitie. Voor het gebied de Kempen/Groote Heide zal met name gekeken worden naar voor de regio passende productiemethoden in combinatie met lokale consumptie en gedeeld eigenaarschap voor voor de plaatselijke bevolking.

3. Duurzame voedselproductie: Verkort de keten De landbouwsector, met name de intensieve veehouderij, loopt vast door de torenhoge belasting van het milieu door de afvalstoffen die door de sector geproduceerd worden. Denk daarbij aan ammoniakCo2 en stikstofuitstoot. Verdere belasting van het milieu wordt veroorzaakt door het gebruik van kunstmest en de hoge aantallen transportbewegingen die nodig zijn om het bedrijf draaiende te houden. Maar de sector zit niet stil en zoekt naar middelen om de belasting van het milieu te verminderen: Kunstmestproducten uit dierlijke mest kunnen traditionele kunstmest vervangen dit is een belangrijke stap richting duurzame kringlooplandbouw en kan een verlaging van de uitstoot van CO₂– en ammoniak per bedrijf van respectievelijk 3% en 40% betekenen. (Europese Joint Research Centre (JRC), 3 december 2019) Het Nieuw Gemengd Bedrijf (NGB) van Kuijpers Kip is genomineerd voor de Ondernemersprijs Horst aan de Maas 2019. Kuijpers ontwikkelde een vleeskuikenbedrijf zonder gasaansluiting, waar kuikens groeien met familiewarmte. De ammoniakreductie bedraagt 97 procent. Ook is er geen transport en daardoor een lage carbon footprint. De agrarische sector staat voor een kantelmoment. Door het verkorten van de keten, nieuwe emissiearme productiemethoden en beperking van het aantal transportbewegingen kan een aanzienlijke verlaging van de belasting van de leefomgeving bereikt worden. Natuurlijk kan niet voorbijgegaan worden aan de stikstofproblematiek en de Natura 2000 gebieden.


4. Mobiliteit : slimmer bewegen De bewustwording over de schadelijke effecten van onze huidige vorm van mobiliteit neemt merkbaar toe. Een holistische benadering van mobiliteit en transportsystemen als onderdeel van onze leefruimte leidt hierbij tot nieuwe doelstellingen en zorgt voor waarde van de nieuwe benadering. Internet biedt daarbij ongekende mogelijkheden. De kennis over waar, waarheen en wanneer we wie of wat willen verplaatsen neemt toe, en daarmee kunnen betere combinaties worden gemaakt met Artificial Intelligence. Denk hierbij aan: ● ● ● ● ●

90 tot 100% beladingsgraad per voertuig; lege retourritten vermijden; carpooling; goods-pooling; Maas - mobility as a service.

Autobezit wordt minder belangrijk en het hebben van toegang tot het best passende vervoermiddel bij de mobiliteitsvraag wordt belangrijker. De oplossing (welk voertuig ga ik gebruiken) wijzigt dus per vraag. ● ● ●

Mobiliteit moet zoveel mogelijk worden verminderd of verkort; Mobiliteit moet veranderen van individueel naar collectief of gedeeld; Mobiliteit moet worden verduurzaamd.

In ieder van de vier kwadranten wordt in samenspraak met de betrokken partijen een scenario opgesteld. Voor scenario 2 is dat voor een gestuurde ontwikkeling van het productielandschap, op basis van de vier uitgangspunten voor een pro-actief landschap, de energietransitie, een duurzame landbouw en slimme mobiliteit. Vervolgens wordt gezocht naar combinatiemogelijkheden voor het productie- en verblijfslandschap om zo te komen tot een flexibele ontwikkelingsstrategie voor de Kempen en de Groote Heide.


MOZAÏEKMAKELAARS - VERBINDEN VAN DENKEN, VOELEN EN DOEN Gedrag van zowel de consument als de wijze van productie van voer en voedsel in de agrarische sector moet veranderen. Het is wonderlijk dat wij als mensen alle ingrediënten hebben ontwikkeld om dit te realiseren en te komen tot een Verrukkelijk Landschap. Nu rest de vraag: wat hebben wij dan nodig om het te gaan doen? Wij zien de kansen en willen het menselijke veranderingsproces graag met alle betrokkenen doorlopen in het vervolg van deze opgave …

Wij geloven er in dat je in innovatieve processen altijd de aandacht moet hebben voor de mensen die vanuit de inhoudelijke kennis ontwikkelingen sturen (het denkwerk), de mensen die deze inhoud toetsen of er door beïnvloed worden (gevoel) en de mensen die de inhoud vormgeven en ten uitvoering brengen (het doen). Om tot een Verrukkelijk Landschap voor de Kempen te komen, waarin deze drie onmisbare elementen succesvol worden samengebracht, zijn zogenaamde mozaïekmakelaars wat ons betreft onmisbaar. Zorg dat het goed gaat met je mensen en de rest komt haast vanzelf!

VOELEN

HET MENSELIJKE PROCES IS LEIDEND 1. De mens op zich zelf 2. De mens en de ander (2) 3. De mens in groepen (meer als 2)

1. De mens op zichzelf bestaat uit ons lichaam, hersenen en ons gevoel (emotie). Onze zintuigen spelen een grote rol: mond, neus, ogen, oren en huid (tast). De balans hierin vraagt altijd onze bewuste aandacht. Tijd en ruimte nemen voor jezelf, zorgt ervoor dat je jezelf in balans laat zien en bewuste keuzes maakt waar jij achter staat. Dit lijkt makkelijk, maar de dagelijkse praktijk wijst uit dat wij dit in de huidige tijd niet altijd kunnen en doen. Maar gelukkig kun je hier aan werken, middels methodes die wij hier zelf, als mensen, voor hebben ontwikkeld. Maar je moet het wel doen! Door ervaringen leren wij het beste. 2. Voor de mens ten opzichte van de ander, geldt exact het bovenstaande maar krijg je met allerlei menselijke mechanismen te maken. Er zijn boeken vol geschreven over de interactie die mensen met elkaar aangaan. Het is van groots belang dat je jezelf mag zijn en bereid bent om van elkaar te leren. Wezenlijk is de balans, wat dat ook is, te vinden tussen wat je denkt en wat je voelt en zo goed voor het lichaam te zorgen. 3. Voor de mens in groepen geld exact wat bovenstaand ook beschreven is. Enkel moet je nog harder werken om jezelf in balans te houden en kun je ook weer onwijs veel info vinden hoe dit bij ons als mensen werkt. Verandermanagement, communicatie, leren leren. Maar vooral doen en leren van het proces is de sleutel tot succes, verandering en innovatie. 1/3

Multi-helix


MOZAÏEKMAKELAARS - VERBINDEN VAN DENKEN, VOELEN EN DOEN

DENKEN

CREËREN VAN EEN MOZAÏEKLANDSCHAP Klimaatverandering, toenemende verstedelijking, grotere energie- en voedselvraag en een minder vitale rurale economie vragen om een integrale systeemverandering in het landschap. Een vitaal en veerkrachtig voedsel-energielandschap en een circulaire economie vragen om grote ruimtelijke veranderingen die impact heeft op de leefomgeving van inwoners en het landschap. Daarbij willen we voortbouwen op onze sterke traditie van voedsel en vernieuwing. Onze benadering van een water-voedsel-energie nexus biedt antwoord op álle maatschappelijke vraagstukken als samenhangend geheel! Clusters van (agrarische) ondernemers zullen elkaar moeten opzoeken en om samen de diverse kringlopen te sluiten. Op basis van de landschappelijke ondergrond (1) en de fysieke en informatieve infrastructuur (2) ontstaat een mozaïek van samenhangende en samenwerkende clusters (3).

1

2

3

Uitwerking in een voedsel-energielandschap van de 21e eeuw: • De stroomgebieden van Dommel, Reusel en Tongelreep worden bijv. als bron, drager en verbinder en motor benut als bufferzone om zoet water langer vast te houden, zoals dat ook al wordt toegepast in het Dal van de Beerze, zodat de stedelijke gebieden ‘droge voeten’ houden. • De natuurlijke ‘vernatte gebieden’ bieden nieuwe kansen voor Smart Farming met de start van nieuwe fauna en nieuwe technologisch hoogwaardige proteïne-voedselwaardeketens op VAB-locaties. De data-gedreven voerproductie van algen, insecten, eendenkroos en soil-less waardeproductiemethoden als basis voor de voedselproductie van kip, vis en ander vleesvee. Mest wordt in biovergisters verwaard tot nieuwe energie voor cultuurland. Op land groeien naast maïs ook andere economisch rendabele proteïnerijke producten zoals lupine, rode klaver en vlas. Deze zorgen voor een meer gevarieerd landschap met een verrijkte biodiversiteit. Smart Farming is de nieuwe norm in het productielandschap. • Het vrijkomende water wordt gezuiverd en middels elektrolyse ontstaat waterstof. Waterstof wordt dienstbaar aan regionale smart mobility vraagstukken. De zelfrijdende Lightyear 2 rijdt straks op waterstof, getankt bij de boerderij. Sociaal-culturele afstanden van en naar stedelijke voorzieningen vervagen. • Een distributienetwerk van windenergie en waterstofenergie voert van de landelijke productielocatie naar stedelijke gebieden. • Een samenhangend productie- en distributienetwerk van water-, voedsel- en energiesystemen zorgt als katalysator voor een robuust, veerkrachtig en adaptief economisch systeem, met positieve impact op het omliggende landschap.

Voorbeelden van een samenhangend systeem waarin uitwisseling plaatsvindt van water, voedsel en energie.

2/3


MOZAÏEKMAKELAARS - VERBINDEN VAN DENKEN, VOELEN EN DOEN

DOEN

IN VIJF KLEINE STAPJES NAAR EEN ZICHTBAAR RESULTAAT We willen een laagdrempelige start maken om een Verrukkelijk Landschap te creëren. Alle gebruikers en partijen die in het landschap van de Kempen actief zijn dragen samen hun steentje bij aan het grote(re) geheel. 1. Elke hectare agrarisch gebied staat voor de aanplant van een nieuwe boom. 2. Elke hectare agrarisch gebied staat voor het aanbrengen van een m1 haag en heesterbeplanting. 3. Voor elke hectare agrarisch gebied wordt een m2 waterpartij aangelegd. 4. Elk agrarisch bedrijf geeft uiting aan wie hij is, wat hij doet, en wat hij bijdraagt aan de totstandkoming van de transformatie. 5. Elk agrarisch bedrijf verkoopt ‘zelf’ een gedeelte van de oogst (vlees, vis, groente, fruit, …). Als tegenprestatie voor het uitvoeren van bovenstaande punten kan de agrarisch ondernemer gebruik maken van de mozaïekmakelaars voor advies en begeleiding in het proces om onderdeel uit te gaan maken van het mozaïeklandschap.

VERRUKKELIJK LANDSCHAP: EEN LANDSCHAP DAT DE ZINTUIGEN PRIKKELT

De mozaïekmakelaars hebben een centrale rol in het bij elkaar te brengen van alle actoren om de benodigde transformatieopgave(n) in het landelijk gebied te realiseren. En het leuke is: Iedereen draagt een steentje bij! Door de zichtbare ingrepen ziet iedereen de meerwaarde! Iedereen kan er van genieten! Het aanbrengen van nieuwe landschappelijke elementen (stap 1, 2 en 3) draagt bij aan een grotere biodiversiteit. Het landschap wordt daardoor aantrekkelijker voor de flora en fauna, maar ook voor de mensen! Zowel de eigen bewoners van de Kempen als de bewoners van het stedelijk gebied. Elke agrariër is trots op zijn bijdrage en draagt via een ‘reclamebord’ (stap 4) uit wat hij doet, hoe hij werkt en welke bijdrage hij levert aan een milieubewust en duurzaam Verrukkelijk Landschap. Zodoende weten en beseffen de mensen steeds beter wat er allemaal voor mooie dingen gebeuren op het platteland in de Kempen. En daar mag iedereen trots op zijn. Agrarische ondernemers verkopen zelf (stap 5) een klein deel van de oogst aan de regionale markt. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een kraampje aan de straat of middels een proeverij. Hoe mooi is het als consumenten beseffen dat de tomaat of het stukje vlees van de ondernemer ‘om de hoek’ vandaan komt. De keten wordt kleiner. Consumenten zijn trots. Ondernemers zijn trots. Dit brengt wederzijds begrip en respect tot stand. En nog mooier is dat het landschap door meer natuur, meer biodiversiteit en meer waardering Verrukkelijk wordt.

1 boom per hectare

1 m1 haag per hectare

1 m2 open water per hectare

1 infobord per bedrijf

0,1% van totale productie ‘zelf’ verkopen

+

3/3


Balans landbouw ruimte voor Smakelijke Brainboeren en Hartenboeren in de Kempen en Groote Heide De kern van de toekomst van kringloop landbouw in de Kempen en Groote Heide zien wij in de combinatie van 2 stijlen landbouw, die recht doen aan het karakter van de regio, de diversiteit in vakmanschap en draagkracht van de natuur. We voorzien een dorpse platteland gemeenschap in de geest van Pater van den Elsen inclusief sociale burger voedselcoöperaties via Hartenboeren en high-tech, rationele productiebedrijven via Brainboeren. In boerengildes wisselen ze kennis, expertise en ervaring uit ter uitbreiding en behoud van vakkennis. Het doel is een aantrekkelijke leefomgeving, die bijdraagt aan de brede welvaart, voldoet aan basale menselijke behoeften en met balans in de functies voedsel, energie, wonen, natuur en recreatie. De kern van het landschap nu en het logische vervolg voor de toekomst De geschiedenis van heide-ontginning, vervuilende industrie, zand, klei en turf-ontginning, grootschalige houteconomie en het Frankische systeem van gelijke overerving over de mannelijke nazaten heeft gezorgd voor een kleinschalig, gesloten landschap zonder vergezichten en een mix van kleinere (landbouw)kernen en grotere steden. De beekdalen vormen met versnipperde bosfragmenten een gesloten, naar binnen gericht landschap, waarin oneindig veel kleinere ruimtes zich schuilhouden. Het landschap kan gezien worden als een bouwwerk, waarvan de wanden door bomen worden gevormd. Met deze bomen is in de loop der tijd een aaneenschakeling van buitenruimtes ontstaan: kamers, gangen en nissen in alle soorten en maten wisselen elkaar af. Het Kempense landschap heeft door dit coulissen-landschap een bijzonder groot laadvermogen voor een keur aan functies. Het is een landschap dat kan groeien zonder uit te dijen. Grootschalige stedelijke voorzieningen, zonneparken, akkerbouw en veeteelt kunnen zich vlakbij kleinschalige dorpse woonmilieus bevinden, zonder dat zij zichtbaar voor elkaar zijn. Vooralsnog wordt dit landschappelijke bouwwerk grotendeels bewoond door de bio-industrie met varkensschuren, koeienstallen, maïsvelden en graslanden, doorsneden door linten van overwegend kleinschalige bebouwing naast het sterk verstedelijkte gebied van de Brainport Eindhoven. De erfenis van deze grootschalige agrarische industrie is een zwaargehavend land doordrenkt met nitraten en fosfaten, met niet op de laatste plaats de stikstofverbindingen, die de sector op dit moment dramatisch in de greep houden. Het landschap is systematisch ontdaan van nagenoeg alle traditionele kenmerken. De mens is vervreemd van dit landschap en wil zich veilig voelen in een prettige, aantrekkelijke leefomgeving, die voldoet aan zijn basale behoeften en waar aandacht is voor de draagkracht van de natuur. Het platteland mag dan flink onder druk staan, het landschap van de Kempen en Groote Heide is daarentegen nog niet verloren. Het is een bouwwerk dat wacht op nieuwe kolonisatie door Brainboeren en Hartenboeren. Piramide van Maslow gecombineerd met de behoeIenhierarchie voor een geslaagde leefomgeving

Behoefte aan zelfrealisatie

Psychologische behoeften

Basale behoeften

Zelfrealisatie, emotionele behoeften

Behoefte aan erkenning Behoefte aan sociaal contact en liefde Behoefte aan veiligheid

Fysiologische behoeften

December 16, 2019

Behoefte om te begrijpen: structuur, helderheid, zichtlijnen, natuurlijkheid

Behoefte aan zelfrealisatie

Behoefte aan inzicht

Psychologische en veiligheidsbehoeften: zekerheid, veiligheid, orde, beheersing, toevlucht, intimiteit

Basale behoefte aan kaders

Mo#o: Ruimte voor Smakelijke Hartenboeren en Brainboeren

We stellen u voor aan de Brainboer en de Hartenboer In de Kempen en Groote Heide is ruimte voor een mooie mix van Brainboeren en Hartenboeren. De meer verstedelijkte gebieden zoals Brainport Eindhoven en de kernen in het gebied zijn vooral geschikt voor rationele, high-tech Brainboeren. De bestaande bossen, landgoederen en landschappelijke gebieden zijn vooral geschikt voor omzooming en verbinding door sociale landbouw community, natuurinclusieve Hartenboeren. Hartenboeren zorgen ook meteen voor extra bos en natuur met recreatiefunctie. Hier is ook letterlijk meer ruimte voor door de verschuiving van dierlijke naar plantaardige (eiwit)consumptie. Door meer gecontroleerde productiewijzen en aanzienlijk minder dieren(leed) zijn mestoverschotten, vervuiling cq. overbelasting van het milieu onder controle en de geuroverlast weg. Dit biedt direct ruimte voor extra woningbouw in de overspannen woningmarkt en voor natuuruitbreiding. Het ontwerpteam, bestaande uit een (landschaps)architect en onderzoeker, een ingenieur landbouwplantenteelt en een HR expert met aandacht voor vakmanschap, stelt u graag voor aan de Brainboer en Hartenboer: Brainboeren zijn optimaal ingesteld om met hun gespecialiseerd vakmanschap en state of the art productiemethoden op regionaal niveau de diverse kringlopen van mineralen te sluiten en te produceren voor de (internationale) markt. De draagkracht van het natuurlijke ecosysteem staat centraal. Er wordt optimaal ingezet om stoffen zoals stikstof en fosfaat optimaal in de productiecyclus te houden. Veilige inzet van humane afvalstoffen (riool) speelt hierbij een belangrijke rol. De mens is immers de eindgebruiker van deze stoffen en moet zorgen voor een eindeloze herinzet cyclus. High tech oplossingen in combinatie met algen- en insectenteelt hebben een hoge potentie. Brainboeren spelen ook een belangrijke rol in het produceren van duurzame energie. De high-tech kennis van Brainport Eindhoven is een ideaal startpunt om samen met boeren vakkennis te komen tot een zeer innovatieve, in hoge mate geautomatiseerde en gerobotiseerde wijze van voedselproductie. Hartenboeren functioneren als lokale burger communities met ultra korte lokale ketens. Er wordt exact op maat geproduceerd wat de lokale community - verenigd in een coöperatie - nodig heeft. De basis is het evenwicht van lokale lusten, lasten en zeggenschap over het productiesysteem en het landschap. De inwoners bepalen democratisch op een coöperatieve wijze en vanuit eigenaarschap en rentmeesterschap hoe zij willen, dat hun voedsel wordt geproduceerd en hoe hun landschap eruit ziet. Agro bosbouw, extra natuur en biodiversiteit, recreatie en waterretentie gaan hand in hand en zorgen tevens voor een enorme koolstof vastlegging in de bodem en permanente biomassa met een hoge klimaatadaptie waarde. Stikstofbindende planten halen stikstof uit de lucht en brengen extra stikstof in het productiesysteem. De bestaande geïsoleerde landgoederen en bossen krijgen een robuuste, natuurlijke omzooming met semi productielandschappen. Hierdoor ontstaat een verbonden natuurnetwerk waarin flora en fauna zich makkelijker kan verspreiden en handhaven en wordt bestaande natuur versterkt en robuust gemaakt met een zachte overgang naar stedelijk gebied en Brainboeren.

EO Wijers 2019-2020

BALANS LANDBOUW

A

01


Hartenboer, toekomst Ik ben als vakman samen met 2 collega’s boeren productie specialist in dienst van een lokale boerderij coöperatie met 250 leden/eigenaren. Met zijn 3-en zorgen we voor alles wat groeit en bloeit op de boerderij. De leden bepalen wat we produceren en op welke wijze en de keten van grond tot mond is ultra kort. We produceren hoofdzakelijk plantaardige producten en ons agro-voedselbos van 150 ha is een groot succes. Dit bos is ook meteen een schitterend stuk natuur met een enorme biodiversiteit, waar je heerlijk kunt wandelen en recreëren. Tevens wordt een duurzaam natuurhotel gerund waar de bezoeker optimaal tot rust kan komen midden in de natuur, maar ook meer kan leren over voedselproductie. Het samenwerken in harmonie met de natuur en met de lokale bewoners en afnemers, de verbinding boer-burger en educatie aan kinderen en belangstellingen vinden we heerlijk. Eindelijk zijn we af van die continue schaalvergroting, de tucht van die dwingende (wereld)markt en een onzeker inkomen. Brainboer, toekomst Ik heb 4 soorten high tech bedrijfsunits, die in een kringloop grondstoffen hergebruiken. In unit 1 produceer ik met insecten uit uitvalstoffen dierlijke eiwitten en vetten, die deels direct voor humane voeding zijn en deels voor inzet in unit 2 met aquacultuur met verschillende vissoorten en algenteelt. In unit 3 teel ik in hermetisch afgesloten kweekkassen met speciale LED-lampen onder zeer gecontroleerde omstandigheden groenten. De meststoffen die ontstaan in de aquacultuur zet ik in in de kweekkas. Een groot zonneveld zorgt voor zowel de benodigde duurzame warmte als stroom. Deze zonnevelden vormen ook meteen ook productie unit 4; onder en tussen de rijen panelen passen we een vorm van strokenteelt toe met hoge precisie robots. Elk plantje wordt nagenoeg individueel verzorgd naar behoefte. We noemen dit pixel landbouw en het is tevens volledig biologisch gecertificeerd.

Het landschap als bouwwerk bestaande uit vloeren, wanden, coulissen, gangen, nissen, kamers, waarbinnen vrijheid van invulling.

Bouwstenen voor Balans landbouw

Ingrediënten voor een duurzame balans landbouw Hartenboer, 2019 Ik heb mijn boerderij verbreed met zorg en recreatie. Ik heb 40 koeien, 200 scharelkippen, een boomgaard, 20 ha akker- en groentebouw, vang 10 demente ouderen op, een kleine boerderijwinkel en run een mini-camping met 15 staanplaatsen. Ik vind het heerlijk om met mensen om te gaan en zou graag nog veel meer voor de lokale markt produceren. Ik vind de onzekerheid van ondernemen en afhankelijkheid van de markt en overheid lastig.

Bron: ir. W. Sukkel, Wageningen University December 16, 2019

Kaart: LocaFes voor Brain- en Hartenboeren in de Kempen en Groote Heide

Brainboer, 2019 Ik heb een zwaar gespecialiseerd varkensbedrijf met duizenden varkens. Mijn vakmanschap is om via schaalvergroting zeer efficiënt tegen zo laag mogelijke kosten een product met een zo hoog mogelijke kwaliteit en toegevoegde waarde te creëren. Dierenwelzijn en milieuproblemen (stikstof en klimaat) neem ik serieus, maar de markt wil er niet voor betalen en de overheid is niet consistent in het aangeven van de grenzen. Ik wil vooruit, maar voel me klemgezet tussen markt en overheid.

Mo#o: Ruimte voor Smakelijke Hartenboeren en Brainboeren

EO Wijers 2019-2020

hartenboeren brainboeren groenblauwe verbinding BALANS LANDBOUW

A

02


Vakmanschap centraal in de groei naar Hartenboer en Brainboer Van veel beroepen is eigenlijk niet goed bekend wat er zich achter de schermen afspeelt. Het begrip vakmanschap komt maatschappelijk (gezondheidzorg, onderwijs) met regelmaat voorbij en vraagt terecht om aandacht en erkenning van werkzaamheden, werkdruk en het veiligstellen van een toekomst. Ook het boeren bestaan hee@ hier last van en hee@ zich recent laten horen in de sAkstof discussie. Er kwam veel los zo bleek, en het einde van deze onrust is nog niet in zicht zo lijkt. Wat is de volgorde in onze analyse? We richten ons a priori niet op poliAeke of bestuurlijke randvoorwaarden, maar definiëren onze toekomstvisie aan de hand van het vakmanschap. We hanteren vakmanschap, als moderator begrip, om het herontwerp vanuit een andere invalshoek te gaan benaderen als volgt: “een unieke combinaAe van kennis en kunde, verkregen met de jaren en geslepen door vallen en opstaan”. Arbeidswijsheid verkregen door vooral ‘gewoon mee aan te pakken’ en vaak overgebracht van vader op zoon. Wat ons direct brengt op een aantal actuele kwesAes, die we zorgvuldig zullen meenemen voor een duurzame oplossing. Het blij@ immers mensenwerk, en het vakmanschap hee@ vooral een robuust deel. We weten allemaal dat een boer hard moet werken in noeste arbeid, en tegelijk weten we eigenlijk onvoldoende van de finesse van het vak en welke structuur en ruimte nodig is voor ontwikkeling naar een duurzame landbouw ontwikkeling en gezonde bedrijfstak. Een beter begrip van de ‘werkvloer’ koppelen aan de haalbaarheidsvraag vanuit (semi) overheden hee@ meer kans van slagen als we zoeken naar hetgeen ons verbindt. Maar het vakmanschap hee@ het moeilijk. Wat speelt er volgens ons? De natuurlijk opvolging in het boerendomein staat onder druk. Het CBS¹ becijferde al in 2016 dat het met bedrijfsopvolging somber is gestemd. Naast een tekort aan voldoende mensen om het werk te doen, is er ook behoe@e aan andere kennis en kunde. Daarnaast behoort de Agrofood sector in de Brabantse Kempen in Nederland tot een van de grootste goederen producerende bedrijfstakken. De sector staat voor ingrijpende veranderingen onder invloed van markZrends, technologische ontwikkelingen en overheidsmaatregelen. Daarvoor is zowel innovaAef vermogen als goed gekwalificeerd personeel nodig. De instroom van medewerkers in de sector blij@ echter achter. De belangrijkste doelstelling in de regio is agrarische bedrijven te ondersteunen bij hun transiAe naar nieuwe verdienmodellen, meer duurzaamheid en het verbeteren van vraag en aanbod op de – agrarische – arbeidsmarkt². We onderschrijven de structuur van de kringloop landbouw en verwijzen op dit terrein naar Meino Smit, die in recent promoAeonderzoek³ onder andere betoogt voor het benuZen van alle grond- en reststoffen, producAe voor eigen bevolking, en natuur en landbouw met elkaar combineren. Om tot het verdienmodel “het smakelijk landschap” te komen, moeten we uit de lock-in zien te komen, waarin schaalvergroAng tot maatschappelijke en milieuproblemen leidt. Het socio-technologisch landschap (Geels 2007) moet effecAef beïnvloed worden om de lock-out te bewerkstelligen en tot een lonkend perspecAef voor alle gebruikers van het landschap te komen.

jk eli k a Sm , : l t -ou mode k c Lo dien r ve

ap ch s d lan

Innovatief vakmanschap: Hartenboer, Brainboer, coöperatie Helder gemeenschappelijk landschappelijk kader, waarbinnen ruimte voor eigen invulling Gemeenschappelijke agenda voor landschap, logistiek, voedselproductie en techniek

Tijd Barrieres: -regelgeving -(persoonlijke) ontwikkeling -milieu -economisch -maatschappelijk(e beeldvorming) -etc. December 16, 2019

Het socio-technologisch landschapsniveau is het niveau van paradigma’s: de grote verhalen over het voedselsysteem en de natuur. Deze paradigma’s worden gevoed door de publieke opinie, media, wetenschap en maatschappelijk debat. Het middelste niveau (socio-technologisch stelsel) is ‘het voedselsysteem’: het dynamische evenwicht tussen overheden, bedrijven, insCtuCes, en wetenschap. Het onderste niveau (niche innovaCes) bestaat uit niches: technologische innovaCes, startende bedrijven, start-ups, en kleine netwerken van actoren die nieuwe ideeën en werkwijzen delen en steunen. Wanneer trends en paradigma’s veranderen op socio-technisch landschapsniveau en deze trends en veranderende paradigma’s aansluiCng vinden bij netwerken die zich ontwikkelen op nicheniveau, wordt er zowel van bovenaf als van onderop druk uitgeoefend op het systeem. Het systeem zal zich weren, en tegelijkerCjd innovaCeve elementen vanuit de niches proberen over te nemen. Als de niche ontwikkelingen innovaCef genoeg zijn en gebruik maken van de windows of opportunity die worden gecreëerd door paradigma wijzigingen, leidt dit tot een totale transiCe van het systeem. Een nieuw systeem is gecreëerd.

Mul7level transi7emodel (Geels)

Aan de hand van deze verkenning willen we onze lijn van redeneren doortrekken en verbinding zoeken met bestaande projecten zoals het skills lab in de Brabantse Kempen en concreAseren door het vakmanschap van de boer opnieuw te definiëren. De Harten- en Brainboer van de toekomst! Dit doen we door: 1. (H)erkenning van het boerenvakmanschap, en de waarde van wijsheid. We willen alle persoonsgebonden kennis van de huidige boeren zichtbaar maken en benuZen voor innovaAeve oplossingen. Een zorgvuldige diepte analyse over hoe het vakmanschap is opgebouwd. Wat gebeurd er nu precies in het veld? Wat is de kern structuur, onder welke arbeidsomstandigheden wordt er gewerkt en welke skills en vaardigheden doen er werkelijk toe. Wat is er nodig voor de toekomst? Kortom wat weten we nog niet van het vak? 2. Delen van kennis. InzeZen vakinhoudelijke en arbeid informaAe om het voor boeren mogelijk te maken voor te sorteren in dát domein van het 'boerenwerk', waar zowel voorkeur van de individuele boer zit als de regionale behoe@e die voortkomt uit de vernieuwende landschapsinrichAng en maatschappelijke eisen en voorwaarden. Hiermee schets je een concreet handelingsperspecAef en vergroot je ook de verander bereidheid onder de huidige boeren om zorgvuldig na te denken over welke omslag de individuele boer kan maken om zijn toekomst veilig te stellen. Uit onderzoek van de Erasmus Universiteit (Henk Volberda, 2009) blijkt dat 75% van innovaAe succes uit sociale innovaAe voortkomt, en slechts 25 % puur technologisch. Sociale innovaAe is nodig om nieuwe producten die voortkomen uit technologische innovaAe op een goede manier te kunnen uitrollen en vercommercialiseren. Daarom gaan we naast een keuze voor de Harten-, respecAevelijk Brainboer, stevig faciliteren op samenwerking en het delen van kennis, bijvoorbeeld in boerengildes. 3. ConAnuïteit kent twee pijlers. Ten eerste is opvolging een groot issue in een steeds krappere arbeidsmarkt. Meer zijinstromers aanwerven en intern opleiden voor het vak van de toekomst. Ten tweede, meer kennis expliciteren bij de huidige boeren t.b.v. nieuwe opleiding (en) is dus heel waardevol. Wederom voor het vergroten van betrokkenheid en zeker ook als input voor een zorgvuldige samenstelling van de les en prakAjk syllabus van bestaande en nieuwe opleidingsiniAaAeven. Omdat andere vaardigheden (die we nog niet goed weten) en kennis belangrijk gaat worden. Kortom wat is de kwaliteitslag die we met elkaar ambiëren voor de toekomst? ¹ Ruim 55 duizend landbouwbedrijven, waarvan ruim 25 duizend met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder. Van deze bedrijven hebben

Lock-in, business as usual

Mo#o: Ruimte voor Smakelijke Hartenboeren en Brainboeren

ruim 10 duizend een bedrijfsopvolger, ruim 15 duizend bedrijven hebben geen opvolger. CBS, 21 november 2016. ² Brabantste Kempen, beleidsnota en toekomst verkenning. www.brabantsekempen.eu. Huis-van-de-brabantse-kempen-partner-ineuropees-project-skills-labs (2019). ³ De toekomst van het Nederlandse boerenbedrijf ligt in de jaren vij@ig Nederlandse boeren kunnen minder broeikasgas uitstoten als ze meer met de hand werken, berekent Meino Smit in zijn promoAe. En hij gee@ nog zeven suggesAes voor een duurzame landbouwtoekomst. 14 december 2018. EO Wijers 2019-2020

BALANS LANDBOUW

A

03


Het Polderbos Student

De doelgroepen De Kempen is een prachtig gebied met nog velen onbenutte mogelijkheden. Bij de toeristische sector is echt nog een slag te slaan. Dit in combinatie met verbinding tot de stad op een relatief milieu vriendelijke wijze. Een van de doelgroepen die wij het gebied in willen aantrekken zijn jongeren. Zij hebben de toekomst en leveren het meest op voor economische doeleinden. De andere doelgroep zijn gepensioeneerde ouderen en volop de tijd hebben om te kunnen genieten van het gebied.

Oplossingen die wij voorstellen voor circulaire economie in de Kempen De boer verhuurt kaveltjes op zijn perceel in combinatie met de kweek van bomen. Op deze manier is er een nieuw duurzaam verdienmodel aanwezig voor boeren die geen opvolger hebben of kleinschaliger worden. De oplossing is circulair en draagt bij aan heel de regio. Bomen die gekweekt worden, worden gebruikt als bouwmaterialen die worden gebruikt in campinghuisjes die vernieuwd worden, nieuwe grootschalige restaurants (zoals het restaurant “In den Bockenreyder”) en het andere projecten die bijdragen aan de duurzaamheid van het gebied. Door de extra woningen die worden gecreëerd ontlast je de woningmarkt in de stad en bied je voor jongeren een eigen plek op een goedkope manier, die niet vast zitten aan hypotheken of hoge onbetaalbare huurkosten. Op deze manier wordt er een nieuw duurzaam verdienmodel gecreërd voor boeren in de middencirkel van de Kempen, die geen opvolger hebben of kleinschaliger worden. Het is circulair en draagt bij aan de gehele regio. De duurzame productie en het leven in de ‘’cirkel’’ zorgt voor aantrekkingskracht zodat mensen naar het gebied komen. Het wordt gebied ontlast van auto’s. Via transferia aan de rand van het gebied kunnen de touristen met de bus of een gehuurde fiets verder het gebied in.


Verduurzaming van de Kempen in verschillende fasen Fase 1: Dit is de Kempen zoals we het nu kennen. Boeren bezitten grote hoeveelheden land waar ze op grote schaal veevoer verbouwen. Fase 2: Een aantal boeren verdeelt hun kavel op in kleinere percelen en bouwt daar Tiny Houses. Fase 3: Tussen de huisjes worden bomen geplant. Er worden fruitbomen gemengd met naaldbomen. Fase 4: De eigenaren van de omliggende kavels gaan mee. Fase 5: De grondstoffen die uit het gebied worden gewonnen worden gebruikt voor verbetering van het gebied, of worden verkocht in de omgeving.

Belangen die worden opgelost: Goedkope woningen creĂŤren door middel van duurzame productie. Dit kan worden gerealiseerd door boeren die opgekocht worden, de ruimte die daarbij vrij komt wordt gebruikt voor woonruimte en bomenkwekerijen. Op diezelfde grond zijn mensen zelfvoorzienend door bijvoorbeeld eigen eten te verbouwen. Het hout van de kwekerijen kan gebruikt worden om goedkope woningen in de buurt te bouwen, zoals Tiny Houses. Ook is het

creĂŤren van horecagelegenheden met deze materialen aantrekkelijk om zo een sfeer aan te duiden die recreanten trekt en werkgelegenheid creĂŤert in het gebied. Dit is goed voor (stoppende) boeren die een vervangend verdienmodel zoeken en de bewoners. Transferia situeren op strategische logische locaties bij natuurgebieden. Om de verbinding tussen stad en platteland te optimaliseren. Is een betere verbinding op basis van mobiliteit van belang. Hierbij helpen de transferia. Wat opvalt is dat het gebied niet ideaal is om ergens de auto kwijt te kunnen. De transferia zorgen ervoor dat mensen op verschillende manieren het gebied kunnen bewonderen, zowel lopend en fietsend als een bus. Op deze manier wordt ervoor gezorgd dat ondanks het toenemende


toerisme de auto niet de overhand in het gebied krijgt en dus vooral door bewoners zelf gebruikt zal worden. Dit is goed voor de verbinding tussen stad en land en de economische en toeristische aantrekkingskracht.

Een globale berekening leert het volgende: De kosten van een houten huis: - €500 per m2 woongrond - Boiler €2500 per stuk van 200 L - Zonnepaneel €3500 per woning 250 wattpiek - Filter, €15000 voor alles 2500 m3 - Eigenhandig planten van bomen die door een stichting gedoneerd worden Het totaal komt uit op ongeveer €600.000. Dit zal in ingeveer 6,5 jaar worden terugverdiend.

Voor de Tiny Houses geldt een maximale huurprijs van €500, zodat de woningen betaalbaar zijn voor starters.

P

Vessem


RECHTSTREEKS SAMEN NAAR EEN LOKAAL EN CIRCULAIR VOEDSELLANDSCHAP IN DE BRABANTSE KEMPEN EN GROOTE HEIDE ‘Maken’ staat centraal in de regio de Kempen en Groote Heide. Het droge zandlandschap vraagt van oudsher om vindingrijkheid en slimme samenwerking. Die eigenschappen, het unieke boslandschap en de verbinding met Brainport Eindhoven maken de Kempen en Groote Heide hét gebied voor innovatie. Ruimtelijke strategie Rechtstreeks biedt perspectief op de inpassing van circulaire voedselproductie in 2050. Het huidige landbouwsysteem legt een grote druk op klimaat, milieu en onze gezondheid. Voor een toekomstbestendig voedsellandschap worden drie transities geïntegreerd: dieet, afzetmarkt en ruimtegebruik. De transitie naar een duurzaam dieet met een verschuiving van overwegend dierlijke naar plantaardige eiwitten. De transitie van export naar een lokale afzetmarkt. De transitie van monofunctioneel naar meervoudig ruimtegebruik. Het Brabantse Streekhuis vervult de rol van aanjager en incubator van verandering en verbindt meekoppelkansen.

De veehouderij die nodig is om 33% van dierlijke eiwitten lokaal te verwerven, kan in deze verhouding worden gevoed door afvalstromen uit de voedselkringloop. Innovatieve bewerking van dit voedsel is nodig om gezondheid van de veestapel te garanderen. Door integratie van de afvalstromen in de veehouderij beslaat dit dieet 25% minder grond dan een geheel plantaardig ofwel veganistisch dieet, omdat plantaardige producten minder eiwitten bevatten. Door het gebruik van alternatieve eiwitbronnen zoals insecten, kan op nog minder grond de benodigde hoeveelheid eiwitten worden verbouwd.

MEERVOUDIG RUIMTEGEBRUIK

Beschikbare landbouwgrond 50.200 ha Benodigde landbouwgrond 103.000 ha Fruit

Ge wa s

Mogelijke lokale verwerving

49% Plangebied

e Ve

TRANSITIE NAAR EEN LOKALE AFZETMARKT

Huidig dieet

Dierlijk 60%

vo

er

Plantaardig 40%

Huidige afzetmarkt

Lokaal

Export

TOEKOMSTIGE SITUATIE

Beschikbare landbouwgrond 50.200 ha Benodigde landbouwgrond 69.000 ha

Vle es en

De boer van de toekomst leidt een gevarieerd bedrijf dat inkomsten genereert uit hoogwaardige vleesproductie en intensieve plantaardige teelt, maar ook uit energieopwekking, natuurbeheer, recreatie en verwerking. Op dit moment produceert de regio voor de export. Vanuit intensieve veehouderij gaan de dieren voor verwerking en verkoop de grens over en veevoedergewassen worden geïmporteerd. Het lokaal situeren van de verwerkende en distribuerende industrie voorkomt onnodige verplaatsing van producten en creëert werkgelegenheid. Daarnaast verkleint lokale intensieve plantenteelt import- en exportstromen van plantaardige eiwitten. Binnen het huidige akkerbouw areaal is het mogelijk om 49% van het huidige dieet lokaal te verbouwen. In het door Rechtstreeks voorgestelde, toekomstige dieet is het mogelijk om 73% van het dieet lokaal te verbouwen. Voor een volledig en gevarieerd dieet blijft uitwisseling met andere gebieden nodig. In het toekomstige dieet heeft de regio genoeg aan 25.000 varkens voor lokale consumptie in plaats van de huidige 1,1 miljoen varkens.

LOKALE AFZETMARKT STREEKHUIS

HUIDIGE SITUATIE

n se

Rechtstreeks stelt efficiënt gebruik van beschikbare landbouwgrond centraal in de samenstelling van het dieet van de toekomst. Het terugdringen van dierlijke eiwitten leidt tot een gezondere bevolking, verminderde milieubelasting en een minder ruimtegebruik . Het toekomstige dieet bestaat voor 67% uit plantaardige en 33% uit dierlijke eiwitten in plaats van het huidige 60% dierlijke en 40% plantaardige eiwitten. Het integreren van reststromen en afnemen van seizoensgebonden producten leidt tot een optimale productie van de benodigde eiwitten op minimaal benodigde grond met minimale uitstoot.

Vlees & zu ivel

TRANSITIE NAAR EEN DUURZAAM DIEET

DUURZAAM DIEET

el ive zu

Mogelijke lokale verwerving

Fruit

73%

Plangebied

Het Streekhuis fungeert als incubator en aanjager van de transitie en verbindt meekoppelkansen. Rond het Streekhuis wordt kringlooplandbouw zichtbaar voor ondernemers en bewoners door markten, educatie en activiteitenprogramma’s. De transities in dieet, afzetmarkt en ruimtegebruik leiden tot een nieuwe balans is het totale systeem. Het geeft ruimte om de transitie in energie, mobiliteit en recreatie mee te koppelen. Het Streekhuis vormt de spil tussen financiering, overheid en bedrijven, borgt meekoppelkansen en bewaakt de systemische transitie. Consumenten verbinden zich met het lokale productielandschap door financieel aandeel te nemen in het systeem. De voedselproductie wordt actief geïntegreerd in de lokale economie en onderdeel van de maatschappij.

n

HET STREEKHUIS Ge

Dierlijk 33%

Lokaal

wa

ss

e

Toekomstig dieet Plantaardig 67%

Toekomstige afzetmarkt

Export

STROMENDIAGRAM PER 1000 INWONERS IN TOEKOMSTIG DIEET Voedselstroom: in het toekomstig dieet voor 1000 mensen is 120 ha nodig voor extensieve veehouderij en 150 ha voor plantenteelt. Toevoeging van intensieve verticale plantenteelt leidt tot minder landgebruik, waardoor land vrijkomt voor functies als recreatie en natuur. Een deel van de landbouwgrond zal worden geïntegreerd met boomgaarden om de boslandbouw te ontwikkelen. Voedselproducten worden afgeleverd in het verwerkings- en opslagcentrum in de buurt van het Streekhuis. Distributie na lokale verwerking gebeurt via elektrische auto’s en drones om de CO2-uitstoot te verminderen. Organische afvalstroom: organisch afval in de voedselketen wordt hergebruikt. De mest van het grasland (9000 kg / dag) wordt verzameld en gebruikt als meststof voor landbouwgrond en verticale landbouw. Het residu van landbouwgewassen en organische huishoudelijke afvalstoffen word gebruikt als veevoer en energiebron. Energiestroom: gecombineerde energiebronnen vormen samen een lokaal energienet. Er zijn twee organische energiecentrales in de regio, na uitbreiding kunnen zij 50.000 ton organisch afval / jaar / ha verwerken. Zonnepanelen worden toegepast op bebouwing, windmolens maken onderdeel uit van het landschap. Waterstroom: de stromen van drinkwater en afvalwater zijn afhankelijk van de regionale waterbedrijven. Er zijn drie RWZI in de regio met een capaciteit van 500 m3 afvalwater / uur / ha. Op landbouwgrond worden lokale wateropslagfaciliteiten toegevoegd om het water te hergebruiken. Materiaalstroom: door introductie van boslandbouw worden houten materialen lokaal bewerkt en afgenomen. De materiaalimport vermindert en werkgelegenheid verbreedt.


RECHTSTREEKS SAMEN NAAR EEN LOKAAL EN CIRCULAIR VOEDSELLANDSCHAP IN DE BRABANTSE KEMPEN EN GROOTE HEIDE TRANSITIE NAAR MEERVOUDIG RUIMTEGEBRUIK In een integrale benadering van het landschap combineert Rechtstreeks het voedselproductielandschap met de ecologische hoofdstructuur en verschillende meekoppelkansen; een meervoudig gebruik van de ruimte. Inpandige productie van plantaardige teelt bespaart ruimte; er ontstaat ruimte voor natuur-inclusieve, extensieve boslandbouw. Daarnaast wordt de ruimte gebruikt voor het herstellen van de natuur, moderne voedselindustrie, energielandschappen en recreatieve voorzieningen. Boslandbouw

De teelt van bomen wordt gecombineerd met plantaardige teelt en veehouderij. Daarnaast levert boslandbouw een bijdrage aan de productie van biomassa, het efficiënt benutten van ecologische hulpbronnen (water, licht en nutriënten), klimaatmitigatie en -adaptatie door CO2-vastlegging en het verhogen van de biodiversiteit. Voor de ondernemer kan een gecombineerde opbrengst van bomen en gewassen hoger uitvallen dan de som van de afzonderlijke teelten. Voor bewoners en touristen biedt het een gevarieerd recreatief landschap in een transparant productielandschap.

Verticale teelt

Intensieve voedselproductie voor plantaardige teelt vindt grotendeels plaats in bebouwing in de periferie van steden en dorpen. Innovaties als led verlichting, aquaponics, insectenteelt en verticale teelt maken het mogelijk om met minder landgebruik en minder water, meer, gezondere en voedzamere plantaardige eiwitten te produceren . De teelt wordt in of nabij bebouwd gebied geplaatst met de voordelen van mobiliteitsstructuren, zichtbaar voor de consument. Door intensivering komt grond in het achterland vrij voor een divers meervoudig ruimtegebruik.

Boskamers als hoofdstructuur

Nieuwe bosrijke gebieden met loofbomen en vlaktes met poelen verbinden de gefragmenteerde ecologische hoofdstructuur. Een structuur van boskamers karakteriseert het hernieuwde voedsellandschap. Door de boskamers lopen recreatieve routes waarin de biodiversiteit en de diversiteit van het oude en toegevoegde landschap zichtbaar is. Langs de randen van de boskamers zorgen bufferzones met beplanting en bomen met een hoge stikstofopname voor de bescherming van de natuur tegen de uitstoot van de extensieve landbouw.

Klimaatrobuust watersysteem

Het waterbergend vermogen vergroot door de aanleg van groene bufferzones met poelen op het grensgebied tussen landbouw en natuur en nieuwe broekbossen met wadi’s langs de beekdalen. Wateropslag in natte tijden, het extensiveren van ontwatering en meer gebruik van oppervlakte water, zorgen ervoor dat het grondwaterniveau voldoende robuust wordt om droge periodes te overbruggen. Door aanwezigheid van bomen in boslandbouw wordt een deel van de landbouwnutriënten opgenomen voordat het de beekdalen instroomt. Het hermeanderen van de beekdalen en het aanleggen van natuurlijke oevers vergroot de biodiversiteit en vertraagt de afvoer van water. Er ontstaat duurzaam watersysteem in een divers landschap voor gebiedseigen flora en fauna met daarin een aantrekkelijke recreatieve verbindingen tussen stad en landschap.


RECHTSTREEKS

Rioolwaterzuiveringsinstallatie

SAMEN NAAR EEN LOKAAL EN CIRCULAIR VOEDSELLANDSCHAP IN DE BRABANTSE KEMPEN EN GROOTE HEIDE HET NIEUWE PRODUCTIELANDSCHAP

SITUATIE 2020

Meervouding ruimtegebruik M landbouw landbouw IIntensieve planten- en in combinatie met aquaponics insectenteelt

Het Streekhuis H

W Windenergie

NATUUR EN RECREATIE

Natura2000 gebied N Boskamers als B Innovatie en hoo hoofdgroenstructuur Heide en vennengebied H Nieuwe groengebieden N met me poelen

A Afvalverwerking

Beekdalen met nieuwe B broekbossen en natte en natte schraalgraslanden schraalgraslanden

Rioolwaterzuiveringsinstallatie

Recreatieve route Recreatieve route

Rioolwaterzuiveringsinstallatie

N Natuurpoort L Lokale trekpleister Recreatieparken en kampeerterreinen Recreatieen kampeerterrein G Golf D Dierenpark Z Zwemwater

De Kempen en Groote Heide is een kansrijk gebied, onderdeel van de Brainport regio, met een rijke geschiedenis van ‘makers’. Lokale veehouderij is export gedreven en het voedselproductieproces is onzichtbaar voor de consument. De intensieve veehouderij legt grote druk op natuur en klimaat. Het gebied verdroogt en de ecologische hoofdstructuur is gefragmenteerd. Pioniers experimenteren met duurzaam landgebruik en alternatieve bedrijfsvoering.

DORPEN EN STEDEN

Dorpen en steden

in combinatie met aquaponics en natte schraalgraslanden Recreatieve route

Innovatie Innovatieenen (maak)

industrie Dorpen en stadsuitbreidingen Kennisintensieve hotspots

Recreatieparken en kampeerterreinen

SITUATIE 2035 Rioolwaterzuiveringsinstallatie

en natte schraalgraslanden Recreatieve route

Verbindingen tussen ecologische hoofdstructuren worden gelegd waardoor contouren van boskamers ontstaan. Vennenherstel, beekherstel en vernatte groene bufferzones vergroten het waterbergend vermogen en creëren zichtbare kwaliteit voor recreatieve routes. De producerende landbouwgrond is in transitie naar boslandbouw en extensieve veehouderij. Samenwerkingen tussen lokale ondernemers en consumenten verkort de voedselketen en verloopt via de Streekhuizen. Verbinding met Brainport leidt tot een versnelling in innovaties.

Recreatieparken en kampeerterreinen

SITUATIE 2050 Het coöperatieve voedselsysteem van de Kempen en Groote Heide is circulair en lokaal. De ringstructuur van boskamers, het klimaatrobuuste watersysteem en het voedselproductiegebieden verbinden de regio tot een aantrekkelijk landschap. Er ontstaat een veelzijdig en vitaal platteland; het voedsellandschap van morgen dat betekenis geeft aan stad en dorpen met een hernieuwde verwantschap tussen bewoners en makers. Rechtstreeks naar een toekomstbestendig voedsellandschap in 2050.

Ruimtelijke visie Rechtstreeks is ontwikkeld door een multidisciplinair team van experts in de volgende gebieden: Stedenbouwkunde - Landschapsarchitectuur - Regionale landbouwontwikkeling - Financiële economie - Planologie - Energietransitie - Duurzame logistiek - Geohydrologie - Wetenschapscommunicatie


S.MAAK.VOL

‘Wij zijn op het ogenblik op een grandioze manier aan het potverteren. We plegen roofbouw op praktisch alle terreinen. Onze welvaart is de vijand van ons welzijn.’ Mansholt, 1971

verrukkelijk landschap

S.MAAK.VOL wil ruimte geven aan het gebied, aan de bewoners, gebruikers en ondernemers om de schoonheid van het Kempisch landschap weer te kunnen vieren. S.MAAK.VOL schetst een ontwikkelstrategie om de paradox tussen de productiewaarde en de verblijfswaarde van De Kempen & Groote Heide op te lossen. U I T DAG I N G In de huidige situatie zit het landschap op slot. De grootste grondbezitter is het agrarische bedrijf. Deze zijn er grofweg in drie smaken: 1. Grote boerenbedrijven (veelal een bv) die inzetten op een hoge productie. 2. Boeren die meegegaan zijn met de schaalvergroting en middelgroot zijn, maar een matig perspectief hebben. 3. Boeren die willen gaan stoppen en dus feitelijk al enkele jaren zijn gestopt met investeren. Uit onderzoek in de omgeving van Reusel-de Mierden bleek dat 50% van de boeren komende jaren gaat stoppen door het ontbreken van een duurzaam perspectief. Daarnaast is er een spanningsveld tussen natuurontwikkeling, recreatie, de energieopgave, het verstedelijkingsvraagstuk (met name de behoefte aan een hoogwaardige groene woonen leefomgeving vanuit Brainport) en de huidige agrarische bedrijfsvoering. De politiek en de maatschappij vragen om een andere manier van voedselproductie, kringlooplandbouw of natuur inclusieve landbouw. Hiervoor is ruimte nodig, als ook voor energielandschappen, uitbreiding van natuurgebieden, woningbouw en recreatie. S.MAAK.VOL gaat op zoek naar ruimte!

VISIE S.MAAK.VOL zet de schoonheid en de liefde voor het landschap voorop. Na decennia van voorrang aan -harde- economische belangen gaat S.MAAK.VOL voor het belang van -zachte- waarden, als gezonde voedingsbodem voor mens, plant en dier, met een economisch reëel perspectief. S.MAAK.VOL biedt inwoners, ondernemers en overheden ruimte om nieuwe vitale coalities te smeden of verder te verstevigen. S.MAAK.VOL in Brainport Metropoolregio Eindhoven biedt kansen voor een versnelling van de systeemverandering om te wonen, te werken en te recreëren in een aantrekkelijk en klimaat robuust landschap.

• Het occupatiepatroon: het landschap van gehuchten met vele (langgevel)boerderijen, een hoge dichtheid van gelijkwaardige, (on)verharde wegen. • De economische waarde: ondernemers en boeren vormden het landschap, grote maak-industrieën tot hightech economie, maar ook de verblijfs- en recreatieve waarde van het gebied wordt meer en meer gezien. • Het landschap, kleinschalig divers landschap van gehuchten, heide, weides, akkers, bossen, dorpen en enkele steden waar al het bovenstaande zijn plaats heeft gevonden. O N T W I K K E L S T R AT E G I E

S.MAAK.VOL wil met de streek een proces doorlopen waarbij een panorama op het gebruik van het Kempisch landschap wordt geschetst dat enthousiast maakt en perspectief biedt. Een panorama waarbij ondernemers weer ruimte zien om te ondernemen en waarbij bewoners weer ruimte gaan zien voor landschapsbeleving, wonen en recreatie. Een proces waarbij de overheid een stapje terug doet en zorgt dat de randvoorwaarden geschapen worden om veranderingen ook mogelijk te maken. Veranderingen die een maatschappelijke meerwaarde opleveren. Dit sluit goed aan op de ondernemende volksaard en eigengereidheid van de Kempen(aren). S.MAAK.VOL wil dit proces starten door samen met een groep koplopers uit de diverse sectoren in het gebied de kernwaarden van de Kempen te benoemen. Als wij met onze kennis van het gebied en de mensen een voorschot op die kernwaarden mogen doen: • ‘De Contente mens’: de inwoner in deze regio; een tevreden mens, hard werkend, sterke binding met en verantwoordelijkheid voor elkaar, geen arrogantie maar een gezonde dosis nuchterheid. • Het watersysteem: het bovenstroomgebied van de Dommel, een systeem van beken, één groot brongebied, water was de vestigingsvoorwaarde en is voor de toekomst de succesfactor.

Stap 1. Van panorama naar principes S.MAAK.VOL wil een landschap dat ruimte biedt voor kringlopen. Een landschap dat minder exclusief voor een doelgroep of een gebruiker is, S.MAAK.VOL wil juist coalities sluiten tussen ongedachte partijen. S.MAAK.VOL wil geen blauwdruk maken, maar een manier van werken vormgeven waarbinnen lokale initiatieven, die passen binnen het panorama, zich kunnen ontwikkelen en mee kunnen bouwen aan het landschap. Zo starten wij samen met de omgeving met het destilleren van principes uit de kernwaarden, bijvoorbeeld:

• ’De Contente mens’ => ingrepen zorgen altijd voor maatschappelijk draagvlak en dienen minimaal 3 doelgroepen/ gebruikers. Mono functionaliteit bestaat niet. • Het watersysteem => ingrepen zijn altijd een spons en zullen optimaal inzetten op het vasthouden van water en bevorderen de waterkwaliteit (klimaatadaptief). • Het occupatiepatroon => ingrepen bouwen voort op het landschap van gehuchten, dus niet het zoveelste “schimmelrandje” aan dorpen, maar transformatie van bestaande bebouwing in het landschap. • De economische waarde => ingrepen gebruiken ‘couleur locale’, hightech versus lowtech. Het gebruik bepaalt het beeld van het landschap (eeuwenoud principe, bv hout voor mijnbouw levert bos op). Hightech kan hier juist tot z’n recht komen. • Het landschap => ingrepen versterken het karakteristieke landschap, bevorderen de biodiversiteit en kleinschaligheid. Bij ontwikkelingen spiegelen we aan de principes die we gezamenlijk benoemd hebben. Is het nog van ‘ons’, past het bij de kernwaarden? Versterken we het landschap en de gemeenschap met dit voorstel? Kortom; zorgt het voor maatschappelijke meerwaarde?

Strategie S.MAAK.VOL landschap


Vrijkomende grond van stoppende agrariërs biedt ruimte voor transformatie. De vrijkomende gronden worden in de grondbank ingebracht.

De écht grote bedrijven kunnen uitgeplaatst en geclusterd worden.

Er is ruimte om te schuiven, om zo toe te werken naar kringloop- of natuur inclusieve-landbouw met elk boerenbedrijf op een logische plek in het landschap.

De gronden vanuit de grondbank worden ingezet om te komen tot een S.MAAK.VOL landschap!

Stap 2. Schuifpuzzel Binnen de kernwaarden en de afgeleide principes beschouwen wij De Kempen & Groote Heide als een grote schuifpuzzel en om te beginnen met schuiven heb je ruimte nodig. In die schuifpuzzel werken we integraal, dus alle thema’s die spelen, proberen we ruimte te geven met het schuiven. Wij stellen drie sporen voor om het schuiven op gang te helpen: I. Zet bestaande bosgebieden, heidevelden en beekdalen om in natuur inclusieve landbouw. Hiermee wordt een kans geboden om als agrariër ook als landschapsbeheerder op te treden waarbij natuurdoelen en recreatief medegebruik gegarandeerd worden. II. Zet percelen van stoppende agrariërs in om andere boerenbedrijven ruimte te geven om te kunnen omvormen naar kringlooplandbouw of natuur inclusieve landbouw en gebruik een deel van de grond voor andere functies, wonen, recreëren, natuur, etc. III. Echte grote agrarische bedrijven met veel transport en een focus op de wereldmarkt koppelen aan grootschalige infrastructuren (b.v. de “High Tech Agrocampus” in Reusel-zuid), door dit ook actief mogelijk te maken.

natuurontwikkeling en recreatief medegebruik? Heidevelden worden recreatief zeer gewaardeerd, maar zijn nauwelijks goed te beheren (ontstaan uit overbegrazing en afplaggen, beiden zijn vandaag de dag niet meer aan de orde). Kunnen we de heidevelden niet beter gaan bebossen i.c.m. agrarische bedrijfsvoering? Of juist weer onderdeel laten worden van het agrarisch bedrijf? Sowieso moeten deze gebieden weer de sponsen van de regio worden. Al het water wat hierop valt zou vastgehouden moeten worden en inzijgen in de bodem. Hiervoor zou omvorming van naald- naar loofhout positief zijn. Houtproductie kan hierbij een aanvullende vorm van bedrijfsvoering zijn. II. Bedrijven die stoppen zitten veelal in een financieel wankele positie. Om dit goed te begeleiden is het noodzaak een instrument te ontwikkelen dat het gebiedsbelang kan behartigen en het gebiedsproces op gang kan brengen. Wij denken op voorhand aan een soort “grondbank”, die georganiseerd wordt door lokale partijen en overheden. Het ingebrachte kavel kan deels herontwikkeld worden met woningbouw om middelen te generen en het kleinschalige, gehuchtenlandschap te versterken. Vervolgens wordt de landbouwgrond ingebracht via een landcoöperatie bij een aanpalende agrariër om zo omvorming tot kringlooplandbouw of natuur inclusieve landbouw mogelijk te maken. Met de omvorming van de boerenbedrijven ontstaan kansen om het systeem van het landschap te herstellen, bv door het laten inzijgen van het water of het maken van gebiedseigen natuur, bv in de natte beekdalen. Denk hierbij ook

aan hightech toepassingen, in de achtertuin van grote kennisinstituten liggen hier legio kansen. Voorbeelden zijn: sensoren voor precisielandbouw en koeien met een pak aan om fecaliën te kunnen scheiden van de urine hetgeen een enorme milieuwinst kan opleveren. De uitwerpselen van één koe kan energie leveren voor maar liefst 7 huishoudens. III. De echt grote bedrijven, veelal bio-industriële complexen, zijn afhankelijk van vervoerstromen en raken meer en meer footloose in het landschap. Wij willen voor deze grote groep in S.MAAK.VOL ook nadrukkelijk ruimte geven. Nederland is en (wat ons betreft) blijft een belangrijke speler op de wereldmarkt voor voedsel. Deze bedrijven zien wij vooral gekoppeld aan grote doorgaande (water) wegen, om vervoer tot diep in de “binnenlanden” van De Kempen & Groote Heide te voorkomen. Er ontstaat meer precisielandbouw, waarmee de ecologische voetafdruk ook steeds kleiner wordt. Een dergelijk bedrijf zal zich ook moeten verhouden tot de kernwaarden en principes die het gebied in gezamenlijkheid gesteld heeft. Dus mono functionaliteit bestaat niet, dit kan ingelost worden door energiewinning uit zonnecellen op alle gebouwen, winning van windenergie op het erf, maar ook door landschappelijke inpassing en “toch nog” fraaie erven maken waardoor een aantrekkelijk landschap ontstaat.

G OV E R N A N C E Wij willen met ons team van architecten, landschapsarchitecten en stedenbouwkundigen, gezamenlijk met koplopers in het gebied op macroniveau een visie vormen op De Kempen & Groote Heide. En vervolgens op lokaal niveau gezamenlijk beoordelen of initiatieven bijdragen aan de schoonheid van het landschap. Wij stellen ons voor dat er op lokale schaal vitale eenheden ontstaan waarmee een gebiedsontwikkeling op gang komt. De gebiedsontwikkeling bevordert omgevingsbewust werken gebaseerd op een gezamenlijk panorama op De Kempen & Groote Heide. Van toelatingsplanologie naar ontwikkelingsplanologie in de geest van de Omgevingswet. De eenheden voor gebiedsontwikkeling worden logisch (landschappelijk) bepaald, bijvoorbeeld een buurtschap of beekdal. Met enkele manifestaties willen we de kernwaarden en randvoorwaarden destilleren. Uit de manifestatie wordt een gebiedsraad gedestilleerd. De gebiedsraad begeleidt initiatieven en het gebiedsproces. Voorstellen tot omvormen en herverdeling worden besproken in deze gebiedsraad. Voorstellen zijn transparant en voor het hele gebied te raadplegen om maximale betrokkenheid en draagvlak te creëren. De “grondbank” is een faciliterend instrument dat door verschillende gebiedsraden ingezet wordt en dus een regionale functie heeft. De samenstelling van de grondbank zal bestaan uit overheden en private partijen die hetzelfde maatschappelijk doel nastreven; ‘Ondernemen voor het landschap’!

Stap 3. Schuiven naar handelingsperspectief I. Bestaande bosgebieden kennen een relatief beperkte natuurwaarde (er zijn veel vergelijkbare natuurgebieden, zeker op Europees niveau). Is er in beheer met boeren niet een meer divers en interessanter landschap te creëren voor


S.MAAK.VOL, naar een verrukkelijk landschap; koplopers uit de Kempen & Groote Heide

Landcoöperatie Dal van de Kleine Beerze “aan de slag voor de toekomst van onze streek”

Gerrie Dorrestein Dorpsmoestuin Vessem “een samentuin, laten zien dat voedsel en natuur samen kan”

Henk van de Klundert Land van de Brabantse Kempen “gewoon doen en verbinden”

Ivo Kaanen Beerze familie brouwerij “Met een blik op het verleden, brouwen we aan de toekomst.”

Ad van de Ven - Kempenenergie “We wijzen mensen de weg en nemen ze aan de hand om een bewuste keuze te kunnen maken”

Cor van de Ven - Vencomatic “Alle discussie punten integraal opgelost in Rondeel.”

Ben Bruurs - Den Elshorst “Ik heb alleen een boer en een slager nodig.”

Wim van de Leegte - VDL “Zonder Kempen geen Brainport”

Corne Ansems - De Ruurhoeve “Niet volgens gebaande wegen”

mgr Patrick Hoogmartens Abdij de Achelse Kluis “Fazenda da Esperança – boerderij van de hoop”

Jacob van de Borne Van den Borne Aardappelen “smartfarming, juiste tijd, juiste plek en juiste toepassing”

Herenboerderij Groote Heide “Met honderd gezinnen gaan we starten met de Herenboerderij Groote Heide”


De regio en het varken

Verrukkelijk verken

De regio Kempen en de Groote Heide beslaan in totaal bijna 70.000 ha waarvan 38.000 ha agrarisch terrein en ca 20.000 ha natuur.

Het varken, wat van oudsher zo sterk verbonden is met onze landelijke cultuur, is van een veelzijdig boerderijdier verworden tot een massaproduct en wordt inmiddels steeds meer als een ‘probleem’ gezien. Het is daarom hoog tijd voor een herwaardering van het varken. Als het meest voorkomende zoogdier in deze regio kan het niet alleen zijn kwaliteiten inzetten maar kan het ook dienen als cultureel verbindend symbool: Organiseer samenhang, stel kwaliteit voor economisch belang en vier het verrukkelijk (varkens) landschap zonder het uit te buiten.

Al sinds de mens de eerste nederzettingen stichtte in deze regio maakt het varken deel uit van de veestapel. Elke veehouder of akkerbouwer had wel één of meerdere varkens. Varkens waren dan ook de ideale recyclaars; ze leverden spek en vlees, ploegden de akkers en bemestte de schrale zandgrond, in ruil voor enkel het afval van de boerderij. Het varken is een sociaal en intelligent dier, de cognitieve vaardigheden van deze dieren zijn zelfs vergelijkbaar met die van dolfijnen en mensapen. Het varken is een makkelijk en nuttig dier wat met respect behandeld werd. Helaas is het varken in de loop van de tijd steeds meer een product geworden in plaats van een breed inzetbaar en waardevol boerderijdier. Er leven in de regio De Kempen en De Groote Heide gemiddeld veel meer varkens dan mensen, de verhouding is meer dan vier varkens op één mens. Dat er zo veel varkens zijn is bijna niet voor te stellen want je komt vrijwel nooit een ‘levend’ varken tegen. Ze groeien op in stallen, waar ze worden vetgemest tot ze gemiddeld 6 maanden oud zijn en rijp voor de slacht. Zonder slacht worden varkens ca. 13 jaar. Het varken moet zo goedkoop mogelijk worden geproduceerd, om het vlees op de geglobaliseerde markt te verhandelen.

Een verrukkelijk landschap is GEZOND, een landschap waar het fijn is om te vertoeven en door heen te bewegen, waar de moderne mens zich kan opladen en de kwaliteit van lucht, natuur & biodiversiteit voorop staan. Een verrukkelijk landschap is RIJK AAN GRONDSTOFFEN, een landschap dat samen met natuur ook voedsel, hout en grondstoffen zoals hennep vezels produceert voor onze regionale basisbehoeftes. Een verrukkelijke landschap is CIRCULAIR, we moeten streven naar een netto-positief voedselsysteem: het nemen en geven moet in balans zijn. Ons landschap en voedsel is verbonden met gezondheid maar ook met klimaat, energie, mensenrechten en met de bodem. Een verrukkelijk landschap is een COÖPERATIEF landschap, waar de transitie in de akkerbouw en veeteelt een positieve dynamiek kan krijgen. Denken vanuit gemeenschappelijk voordeel en breed gedragen lasten. Een landschap waar ‘winsten’ te behalen zijn door ‘te verbinden’, waar winst zich laat vertalen in kwaliteit van leven en een volhoudbare toekomst in plaats van euro’s.

’t Verrukkelijk Verken ‘t Verrukkelijk Verken_1


Tilburg

‘t Natuurvarken De landschapsvarkens zijn terug van weggeweest. Ze worden ingezet op natuurterreinen voor het beheer. Wat ooit een normaal beeld was, een groepje varkens wat onder leiding van een varkenshoeder van het ene perceel naar het andere trok, keert weer terug.

‘t Supervarken Supermarkten gaan met boeren samenwerken om varkensvlees onder een eigen label op de markt te brengen: een Plus-spaervarken, het Lidl-feestvarken, Jumbo streekvleesch... Goirle

Supermarkten doneren hun overschotten aan de varkensboer in ruil voor een inkoopvoordeel en traceerbaar vlees met een goed imago en wat bijdraagt aan de lokale economie.

Er wordt her en der al geëxperimenteerd maar de waarde van varkens voor het onderhoud van bos, akker, grasland of heidevelden hoeft eigenlijk niet meer te worden bewezen. Ze voeren met hun specifieke wroet- en voedgedrag een uniek natuurlijk onderhoud uit.

Oirschot

Mensen zijn bereid meer te betalen als ze daarmee hun eigen dorp, stad en omgeving vooruit helpen. Voor ‘ons’ vlees concurreren supermarkten dus niet enkel op prijs maar ook sterk op welzijn - hoe ‘duurzamer’ het varken, hoe groter de bijdrage aan de lokale gemeenschap en economie.

Ze eten gras wat schapen laten staan, woelen schrale grond los en voorzien het van mest zodat er zaden kunnen ontkiemen die anders geen kans krijgen. Er is zo minder mens-kracht en machinaal onderhoud nodig.

Onhoudbaar systeem

Verbinding met ons voedsel

De politiek weet al vijftig jaar dat de grootschalige productie van het ‘export product’ varken onhoudbaar is - we importeren grote hoeveelheden veevoer afkomstig van vruchtbare gronden zoals vers afgebrande delen van de Amazone waardoor er op grote schaal ontbossing plaats vindt - we exporteren de varkens en voor de schade aan de bodem en volksgezondheid ‘lijken we een blinde vlek te hebben’.

De oplossing ligt niet in het vinden van passende (alternatief) verdienmodellen voor de boer, maar in een breder bewustzijn over de zin en betekenis van onszelf in relatie tot de bodem waarop we leven. We moeten allemaal door dezelfde deur en het is niet netjes alleen de boer er door te dwingen. Door een nieuwe verbinding te maken tussen consument en producent en voedsel lokaal te produceren, kan de voedselketen korter, gezonder én transparanter gemaakt worden.

We worden steeds vaker geconfronteerd met de problemen die grootschalige vleesproductie in ons dicht bevolkte landje met zich meebrengen: er komen broeikasgassen en andere stoffen vrij welke in hoge concentraties schadelijk zijn, de intensieve veehouderij scoort slecht op dierenwelzijn en vormt bovendien een risico voor de volksgezondheid doordat de dieren dicht op elkaar leven waardoor ziekten meer kans krijgen en er op grote schaal antibiotica toegepast moet worden. De reden waarom fastfood vlees nog steeds in grote getalen gegeten wordt, is omdat de bovengenoemde effecten niet doorberekend worden in de prijs van vlees.

Door varkens in alle biotopen van de Kempen en de Groote Heide een plek te geven, wordt het varken zichtbaar. De regio is te onderscheiden in de diverse types cultuurgeografische landschappen: grote bedrijventerreinen, de stad, het platteland, het dorp en de natuur. Het varken als dier staat hier met zijn bijzondere kwaliteiten fysiek symbool voor de verbinding die we met ons voedsel hebben. Het varken krijgt zo eindelijk onze dank en de roem die ze verdient!

Eindhoven ‘t Design varken ‘t Spaarvarken Veldhoven

Het intelligente varken, slim en sociaal, staat symbool voor verbinding en loyaliteit. Het varken is natuur - soms jager en soms prooi en bovendien slim en creatief.

Vroeger kochten arbeidersgezinnen in het voorjaar een biggetje en brachten dat groot met hun voedselresten, zo konden ze het dier in november slachten en gebruiken als voedsel voor de winter. Dat was het ‘gespaarde’ kapitaal, het varken was niet alleen voedsel, maar met een ham kon je ook de dokter betalen, of schulden aflossen. Vandaar dat ‘de spaarpot’ vaak wordt gesymboliseerd als varken.

In de Designstad Eindhoven is er steeds meer aandacht voor ‘biodesign’. Het is een kruisbestuiving van natuur, wetenschap en creativiteit. Het designvarken is een mascotte maar er wordt ook onderzocht of er interessante toepassingen zijn in relatie tot onze lokale held. Denk hierbij aan de mirco-organismen die voorkomen in varkensmest, het ontwikkelen van medische toepassingen, social design, het ‘leren’ van het formidabele reukvermogen van varkens etc..

Bladel Eersel

Valkenswaard

‘t Boerderij varken Op een varkensboerderij worden de varkens ‘traditioneel’ gehouden. De vleesvarkens worden hier enorm ‘verwend’ op een vaste plek in een ruime huisvesting met speelmateriaal. De dieren worden door de varkenshouder van water, licht en lucht voorzien en krijgt beperkt antibiotica volgens nieuwe strenge normen. Doordat de import van dierenvoer zwaar wordt belast (ecotax) wordt er lokaal diervoer verbouwd, de extra kosten die gemaakt worden voor dit vette ‘verwenvarken’ zorgen ervoor dat het boerderijvarken met recht een luxeproduct wordt.

Zelf een varken houden is weer hot. Je kunt haar/hem je GFT afval voeren, de mest gebruiken voor je moestuin. Bovendien zijn het leuke dieren. De mobiele huis-aan-huis slager zorgt voor een waardige overgang van het dier uit de tuin naar het vlees op je bord. Een fijne manier om grip te hebben op je eigen menu met hoogwaardig vlees.

Bergeijk

‘t Stadsvarken

grenspark de Kempen

Stadsboerderijen zijn vertier voor jong en oud en brengen de stadsmens in aanraking met het ‘boeren’ leven. Ze worden coöperatief opgezet en beheerd. Als coöperatie lid investeer je, je genereert kwaliteit en bewustzijn voor je eigen leefomgeving. En als bonus ontvang je ook nog eens ‘opbrengst’ in de vorm van vlees en andere producten. Lokaal ingezameld GFT vormt het basisvoedsel voor de stadsvarkens. De stadsboerderij stelt deuren open voor basisscholen in de buurt en een aantal keer per week voor bezoekers.

‘t Verrukkelijk Verken_2


w KRINGLOOP KNALLER

Eiwittransitie

De hele regio voeden van lokale bodem

Het varken is de ultieme recycleaar. Zij/hij eet restanten uit de akkerbouw, produceert meststoffen voor diezelfde akkers, levert hoogwaardige eiwitten en draagt zijn/haar steentje bij aan het ecosysteem.

Om de snel groeiende wereldbevolking te voeden zonder de aarde uit te putten moeten er alternatieve bronnen en manieren voor eiwit-productie gevonden worden die bovendien aantrekkelijk zijn. In Nederland zijn we met onze welvaart en specifieke kennis in de unieke positie om hierin een belangrijk rol in te vervullen.

Regionaal volledig in eigen voedsel voorzien heeft diverse voordelen. Het betekent meer economische onafhankelijkheid, stimulering van de eigen markt en grotere voedsel-zekerheid. Maar kan dat?

De kringloop moet lokaal zijn en niet globaal om de resultaten van baten en lasten in balans te houden.

De gemiddelde Nederlander eet zo’n 38 kilo vlees per jaar, waarbij varken met 18 kilo favoriet is. Volgens het WHO bevat een gezond en gebalanceerd dieet per jaar 22 kilo eiwitten, waarvan ca. 7 kilo dierlijk. Vijf keer minder vlees eten reduceert onze problemen met uitstoot en uitputting, verbetert onze gezondheid en vermindert indirecte kosten van gezondheidszorg, arbeidsparticipatie, ontwikkelingshulp etc.

Op dit moment zijn er al initiatieven waarbij burgers coöperatief een boerderij met voedselgewassen, fruit en beperkt vlees uitbaten ten behoeven van hun eigen voedselvoorziening. Uitgaande van gegevens van deze initiatieven zou het mogelijk moeten zijn om alle 664.000 inwoners van de regio Kempen en Groote Heide, inclusief de aangrenzende grote steden, Tilburg en Eindhoven, te voeden. Op dit moment is er ca. 38.000 ha agrarische grond in de regio en is er ca 37.000 ha nodig om de iedereen van een rijk en gevarieerd dieet te voorzien door middel van coöperatief boeren. Dit is nog exculief de mogelijkheden op het gebied van technologische voedselproductie zoals gewas-torens, stadskwekerijen/dakakkers, insecten-farms en zeewier plantages.

LOKALE VOEDSEL DATABASE

Om van veel goedkoop industrieel vlees naar minder maar hoogwaardig (lokaler) vlees te gaan is er een verandering van bewustzijn en beleving nodig. We leveren niets in door minder vlees te eten maar winnen kwaliteit op alle fronten. Het varken kan hier, als meest gegeten dier, een hoofdrol in spelen en laten zien dat ‘hoogwaardig’ genieten gezonder en fijner is dan een korte kick ten koste van al het andere waar we waarde aan hechten. We zouden daarnaast een groter deel van onze eiwitten uit plantaardige producten kunnen halen zoals noten, peulvruchten, paddestoelen, zeewieren, algen en insecten.

Via informatie technologie kan beschikbare waarde optimaal gedistribueerd worden. Door een database met lokale voorraden en distributie netwerken op te zetten kunnen producenten zonder tussenhandel werken. Particulieren zien eenvoudig wat-waar beschikbaar is.

ORGAAN DONOR

FESTIVAL ‘t VERRUKKELIJK VERKEN

INSECTS-CROSS-OVER

Rondom het varken als cultureel erfgoed van de regio de Kempen en de Groote Heide, worden allerlei evenementen georganiseerd. Van foodfestival tot varkenspop en dorpsbraderie tot ‘bezoek de boer’.

Het varken speelt een belangrijke rol in onderzoek naar Xenotransplantatie. Door de genetische gelijkenis en afmeting van de organen van het varken, kan het mogelijk mensenlevens redden. Het collageen en de huid van varkens worden nu al gebruikt voor medische toepassingen.

Voedsel-reststromen welke niet geschikt zijn voor varkens kunnen dienen om insecten te kweken. Het zijn hoogwaardige proteinen welke voedzaam zijn voor zowel varken als mens.

de BIG-COIN PRODUCTIEBOS VARKENSWOUD De lokale economie kan versterkt worden door invoering van een regionaal ruilmiddel in de vorm van een crypto currency. Zo bepalen niet investeerders de markt maar betrokken burgers.

Er is een groeiende markt voor lokaal geproduceerd bouwhout. De productiebossen zijn een ideale habitat voor het bosvarken, het bos reduceert CO2 en dient als hernieuwbare grondstof.

de MOBIELE SLACHTER KNUFFEL VARKEN Lokaal grootgebrachte varkens hoeven niet vervoerd te worden voor de slacht. Het vervoer is zeer stressvol voor de dieren, dankzij de mobiele slachter kan dit tot een minimum beperkt worden. Dit zorgt voor meer dierenwelzijn én een betere vleeskwaliteit.

Het verzorgen van varkens helpt tegen werk gerelateerde stressklachten, ze herkennen hun verzorger en zijn blij als je er bent, in het stro kom je tot rust na de drukte van alledag.

het ADOPTIE VARKEN

PIG APP Je kunt de reis van je vlees volgen. Reserveer een biggetje en volg zijn of haar leven via de lifestream varkens app. Je volgt het varken van geboorte tot je bord. Ook leuk om terug te kijken met je diner-gasten.

ADOPTEER EEN VARKEN.NL

Wil je dolgraag een varken hebben, maar woon je driehoog achter? Dan kun je een varken adopteren. Adoptie ouders zijn altijd welkom om het varken te bezoeken. Voor ieder geadopteerd varken wordt vervolgens ook een boom aangeplant.

VEREKES BIER

VÉRREKES BIER Volgens speciaal recept. Het bier wordt gebrouwen op basis van speciaal door het varken geselecteerde granen. De granen worden uitsluitend bemest met varkenspoep.

POP-UP DINER OP HET ERF Kom op een zwoele zomeravond dineren op het pittoreske boerenerf. Neem plaats aan een van de lange tafels, drink en eet, terwijl de varkens om je heen scharrelen.

FIETS DE BIGGENTOUR Fietsroutes van verschillende lengtes door de regio. Je komt langs plekken waar verschillende varkens-biotopen zichtbaar zijn en krijgt toelichting over het wel-en-wee van het varken en zijn/haar rol via de route-app.

‘t Verrukkelijk Verken_3


Twente


Geselecteerde inzendingen 2e ronde


_HOUTBAAR LANDSCHAP

Van een gesegmenteerd naar een integraal landschap van houtproductie, landbouw, recreatie en stedelijke ontwikkeling

Verkleuring van co2 uitstotende functies naar functies die als een Co2 en stikstofspons werken

Inzet van de exportoverschot van de zuivelindustrie voor bebossing op de korte termijn

_ Een nieuw Twente Een reusachtig lommerrijk en voedselinclusief mozaïek van bebossing, agroforestry en landbouw heeft van Twente een economisch vooruitstrevende regio gemaakt. In 2030 is Twente de eerste klimaatneutrale regio van de EU. Qua biodiversiteit en ecologische waarden staat de streek bovenaan de ranglijsten en ruimtelijk heeft het erg veel te bieden, zowel voor de stedelingen, dorpelingen als de toeristen. Agrariërs spelen hier een belangrijke rol, de problemen die speelden zijn opgepakt als kans. De oplossing is integraal van aard, de grootschalige opgaven zoals stikstof- en co2 uitstoot, klimaatverandering vragen om een breder perspectief dan de kringloopbenadering van een individuele boer. De agrarische sector heeft 70% van de grond in handen, hier ligt dus de sleutel. Extreme bebossing is het speerpunt van deze visie, vooruitlopend op de ambities van de EU voor een nieuw klimaatakkoord1. Bebossing biedt veelzijdigheid in zowel co2 opname (10 ton co2 per hectare), recreatieve waarden, ecologie (aaneengesloten natuurgebieden, gradiënten in bosranden), klimaatadaptieve waarden (afkoeling, vasthouden van water), unieke en bijzondere woonmilieus, maar bovenal ook als duurzaam bouwmateriaal voor de toekomst (1 houten woning vraagt ca. 7 hectare duurzame bosbouw2).

Want een nieuw perspectief voor de boeren en het landschap is hard nodig. Door intensivering en schaalvergroting van de landbouwgrond heeft Twente een zeer effectieve productie per hectare (een gevolg van ‘nooit meer honger’ van Sicco Mansholt), maar toch staan de boeren economisch gezien met hun rug tegen de muur door dalende prijzen in de afzetmarkt, hogere kosten van toeleveranciers, beperkte groeimogelijkheden door ruimtegebrek en milieueisen en drukkende leningen bij de bank. Daarnaast keldert de biodiversiteit in het buitengebied met een achteruitgang van het gehele ecosysteem van wormen, insecten, vogels terwijl de bodem uitgeput raakt. Daarbovenop verandert het klimaat waardoor droge gronden droger worden (lagere opbrengsten per grond, meer water nodig) en natte gebieden natter waarin de regio om moet zien te gaan met piekbuien. Al met al een signaal dat doorgaan op de huidige voet onhoudbaar is. Ook hier biedt bosbouw de oplossing. Naast een Nederlandse afzetmarkt, heeft Twente ook voeten aan de grond in Duitsland, deze visie kan in principe (lands-) grensoverstijgende gevolgen hebben! Een eerste aanzet in de aanplanting van 2 miljard bomen in 20501, om zo conform de ambities van de EU klimaatneutraal te worden1 en te dienen als stikstofspons!

_ 5 Principes voor transitie

Het Twentse landschap is altijd in transitie, wij borduren voort op deze transitie door het toevoegen van een nieuwe cultuurlaag, ‘het Twents bos’. Dit Twents Bos is een extreme ingreep die zich vormt naar het huidige landschapspatroon en deze op extreme wijze versterkt. Door het bos in te zetten als groene contramal, wordt de rijke schakering van coulissen, heidevelden, bossen, weilanden, melkveehouderijen, steden en buurtschappen nog beter voelbaar. En iedere boer is hierin een essentiële schakel, door voortzetting van het kringloopgeoriënteerde gemengde melkveebedrijf, de transformatie naar agroforestry of als houtboer, elk met een nieuw economisch perspectief.

MODEL Y THEMAKAART TITEL

1. Juiste functie op de juiste plaats met met oog voor landschappelijke diversiteit De bosrijke metropool Twente benut de eigenschappen van de ondergrond voor het juiste bos, de juiste mix, op de goede plaats. Het occupatiepatroon en de landschappelijke onderlegger vormen hiervoor de leidraad: ze kennen elk hun eigen bodemopbouw, gebruik en daarop volgend het ruimtelijke beeld. Elk landschapstype levert de maximale bijdrage aan de bebossing van de regio. De samenstelling en type bos hangt af van de plek en de ondergrond. Bij de een ligt de focus op houtproductie, bij andere op streekgebonden houtproducten of geriefhout, dan weer op het vlak van recreatie en/of ecologie of ook soms voor wonen. ■

Jonge Heideontginningenlandschap: In het zandlandschap met de droogste gronden (grondwatertrap VII en VII*) is akkerbouw door de watervraag in droge perioden onhoudbaar. Dit is de uitgelezen plek voor weinig eisende duurzame houtproductiebossen met een menging van typerende houtsoorten zoals berk, beuk, vuren, grenen, douglas, eik, western red ceder en hemlock. Na bewerking zijn de houtsoorten geschikt voor voor houtpanelen (CLT) en meubels.

Coulisselandschap: Het kenmerkende landschap van Twente met afwisselende open essen, kampen en houtsingels. Met gradiëntrijke stroken bos en struweel langs wegen en perceelsranden wordt het spel van open en dicht in dit landschap versterkt. Binnen het casco van het coulisselandschap kunnen boeren zelf de transitie naar kringlooplandbouw voortzetten, met toepassing van o.a. mengteelt, strokenteelt, mozaiekteelt of overstappen op agroforestry of voedselbossen. In alle vormen wordt er samen met de natuur


KORT E T E RM I J N (1 2 .0 0 0 H A - 2 0 3 0 )

V E RRE TOE KOM ST (5 0.000 HA - 2070)

Droogste zandgronden worden droger

Houtproductie op de droogste percelen (4.400 ha)

Een aantal open plekken in het bos

Coulisselandschap is monofunctioneel met weinige ecologische diversiteit

Verdichting van houtsingels langs wegen en percelen op ca. 5-10% van oppervlak (3.400ha).

Natte gebieden worden steeds natter

Broekbossen op de laagste gedeelten van de beek en in het veen. Erfbeplanting (3.400ha)

NU

samengewerkt tot een optimaal bodemleven en productie. Dit landschap biedt tevens kansen voor unieke woonmilieus. Bosrijk wonen in de stadsrand en juist groene coulissen in het stedelijk weefsel. ■

Beekdalen & Veenlandschap: De gebieden met een hoge grondwaterstand worden omgevormd tot broekbossen, plas-drasgronden of gebruikt voor extensieve veehouderij. Langs perceelsgrenzen staan houtsingels van loofbos met wilg, populier, es, eik, te gebruiken voor meubels en deels ook voor CLT panelen.

Stedelijke landschap: het transformatieproces met bebossing van Twente van twee verschillende werelden (stad vs landschap) naar verweving tussen bebouwing en landschap. De stad gebruikt het hout van het landschap voor de bouw en verbouw van woningen. Met toegangspoorten vanaf het spoor (groene hubs), recreatieve assen, lokale afzet van producten bij inwoners wordt er invulling gegeven aan die relatie. Plekken in de stad die vrijkomen worden strategisch van stadsbossen voorzien, waarmee er in de toekomst ecologische en recreatieve stepping stones ontstaan naar het landschap en van het landschap naar de stad. In plaats van in de stad verdichten wordt er op strategische plekken buiten de stad, ‘in het bos’ verdicht, waardoor er als het ware een patchwork ontstaat van rood en groen.

2. Functiemenging als multiplier De groene metropool maakt maximaal gebruik van de overlap in functies en zoekt naar onderlinge versterking tussen mens en natuur. Een bos levert naast hout voor houtproductie ook co2 en stikstofafvang, is een plek voor recreatie, beweging, gezondheid. In geschakelde vorm een habitat voor herten, reen, everzwijnen. Binnen het boerenbedrijf kunnen landschapselementen zoals singels en bomen bijdragen aan nuttige producten zoals brandhout, klompenhout, bouwhout en gereedschap, terwijl ze ook dienen als erfafscheiding, veekering en als aanvulling op het grasmenu voor koeien, als ook het leveren van schaduw. Daarnaast vormen struiken en bomen onderdeel van een gebalanceerd ecosysteem van stoffen onder de grond en leveren ze de basis voor agrobiodiversiteit (natuurlijke bestuiving en plaagbestrijding)

Afwisseling tussen Agroforestry en gemengd melkveebedrijf in het casco van het coulissenlandschap

3. Trapsgewijze transitie De transitie naar een bosrijk Twente kan geleidelijk plaatsvinden. Het terugbrengen van het exportoverschot van de nationale zuivelindustrie (+12%)3 is de eerste stap richting het sluiten van de kringloop. Deze overproductie levert weliswaar economische waarde maar is niet van belang voor de regionale voedselvoorziening, terwijl de lasten wel in de regio terechtkomen. De ruimte kan derhalve benut worden voor andere economische doelen, zoals de houtproductie die ook aan de lokale economie, recreatie en gezondheid bijdraagt. Door 12% van het grasland en bouwland (verhouding 80:20)5 om te vormen naar bos kan er op korte termijn ca 12.000 hectare bos worden aangeplant. In de verdere toekomst speelt ook de transitie naar een dieet van minder dierlijke producten en zuivel en meer groenten, peulvruchten en noten (waarvoor minder ha. nodig per kg product) kan het areaal landbouwgrond van de melkveehouderij verder afgebouwd worden om om te zetten in bos, zodat er in 2070 meer dan 50.000 hectare bos is aangeplant in Twente.

Verdere verdichting van broekbossen en erfbeplanting

4. Nieuwe verstedelijking De transformatie naar grootschalige houtproductie in Twente vormt de basis voor een nieuwe strategie van verstedelijking. Houtbouw staat in toenemende mate op het netvlies van ontwikkelende partijen. Door op korte termijn grootschalig aan te planten en bestaand bos om te vormen kan er een duurzaam productiesysteem worden opgetuigd van lokale bouwmaterialen. Het proces van bosbouw via CLT naar woningen is uitgebreid bestudeerd door studio Marco Vermeulen1. Voor

Sterke scheiding stad - landschaps

Verregaande verweving van landschap en stad, qua verbindingen en qua materiaal


de stedelijke ontwikkeling biedt dit een nieuwe verbondenheid tussen stad en land. Met het hout uit het landschap worden nieuwe woningen gebouwd langs de randen van de stad in open plekken, waarmee de woningvoorraad wordt geactualiseerd. Op de plekken van de te vervangen woningen kan de stad zich vergroenen waarmee de cyclus opnieuw begint. In het onderzoek ‘Bouwen met bomen’1, is in het kader van de stad van de toekomst de potentie van de houtbouw voor woningbouw reeds verkend en dit kan ook in Twente worden toegepast. Binnen enkele decennia groeit de 12.000 ha bosbouw naar een productie van ca. 96.000m3 hout per jaar. Met 50m3 hout per woning kunnen er ca 1900 huizen per jaar worden gebouwd van CLT hout worden gebouw. Op de langere termijn (50.000 hectare bosbouw) kan dit aantal groeien richting de 8.000 wo/j.

5. Nieuwe verdienmodellen Sluitstuk in het verhaal is het verdienmodel voor de grondeigenaren. Uiteindelijk heeft iedereen in Twente baat bij een groene, gezonde omgeving, maar ook voor de grondeigenaren moet er aan de transformatie een boterham te verdienen zijn. Afhankelijk van de beoogde transformatie kunnen boeren grotendeels blijven boeren met houtproductie als bijverdienste, worden ze een houtboer, of wordt de grond verkocht voor een eerlijke prijs. ■

Houtproductie als bijverdienste: een deel van het agrarisch perceel wordt ingezet voor de houtproductie langs de randen van het perceel of via agroforestry. Het hout wordt gerooid door de boer door gebruik te maken van een Noaberhub, een lokale deelschuur met een arsenaal aan machines voor de houtoogst, houtbewerking en afzetmarkt voor bewoners en recreanten. De transformatie vraagt geen grootschalige investeringen.

Houtboeren: transformatie van traditioneel boerenbedrijf naar houtbouw als hoofdverdienste. Grote delen van het perceel worden omgezet naar bosbouw waarbinnen kleinschalige zuivelproductie kan plaats blijven vinden. Houtfunding kan dienen als overbruggingsperiode van verminderde inkomsten uit landbouw voordat het bos kaprijp is. Bij houtfunding reserveren particulieren de houtopbrengst die een hectare grond over 20 jaar levert bijv. om een huis voor de volgende generatie (kinderen) te bouwen.

Projectontwikkelaars nemen bosbouw als neventak op in hun bedrijfsvoering om lokale duurzame bouwmaterialen veilig te stellen. Hiermee krijgen ontwikkelaars tevens wisselgeld in handen om op termijn delen van bospercelen in te richten als compact woongebied, waarbij de deal is dat er op strategische plekken in de steden een groen patchwork wordt aangelegd, waarmee er een ‘vergroende radiaalstructuur’ ontstaat: ecologische stepping stones. Agrariërs die willen stoppen krijgen een eerlijke prijs (ca € 66.000 / ha) voor hun gronden. Ook Staatsbosbeheer kan hiervoor als nationale houtbank dienen, met alle kennis over het beheer van houtproductie in huis. Binnen de overheid kan hiervoor slim worden geschoven met preventiewaardes en emissierechten als commoditeit: de lasten en baten liggen bij de overheid.

_ Vervolgstappen Met deze visie op een nieuw perspectief voor Twente is de stip op de horizon gezet. In de vervolgfase van de EO Wijers willen wij deze visie verder uit werken door op beeldende wijze de transitie vanuit verschillende perspectieven te visualiseren. Hoe verandert het fysieke landschap voor de boer, recreant en stedeling over de loop van de 21e eeuw? Aan de hand van storytelling vertellen we hoe een aantal boeren in het nieuwe Twentse landschap opereren, hoe zij met de veranderingen zijn omgegaan en wat het nieuwe perspectief hen heeft gebracht.

noten

1 Marco Vermeulen Bouwen met Bomen https://marcovermeulen.eu/nl/projecten/bouwen+met+bomen/ 2 https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/met-deze-ambitieuze-plannen-moet-europa-het-eerste-klimaatneutrale-continent-ter-wereld-worden~bf2271ac/ 3 Ecorys, Economische Schade door droogte 2018 4 ZuivelNL zuivel in cijfers 2016 5 Erisman & Slobbe. Biodivers boeren

MODEL Y

THEMAKAART TITEL


MONDIAAL SYSTEEM NAAR REGIONALE COÖPERATIE 1. VAN Op zoek naar een nieuw verbond tussen boer, landschap en maatschappij

op zoek naar gemeenschapelijke grond

RURAL COMMONS

Lokale voedselketen Het Twentse coulisselandschap is ontstaan door de bedrijfsvoering van kleinschalige gemengde boeren. Aangepast aan regio specifieke kenmerken van bodem, water en de natuurlijke omgeving ontstonden houtsingels, houtwallen, esranden, sloten, bossen en een scala aan andere landschapselementen. Landschapselementen die in de eerste plaats landbouwkundige functies vervul(d)en zoals veekering, bemesting, brandstof en timmerhout voor de plaatselijke dorpen. Landschapselementen die ook de natuurwaarde en belevingswaarde van het landschap verhogen. Het oorspronkelijke coulisselandschap van Twente is ontstaan vanuit een goed verbond tussen boer, maatschappij en landschap. Mondiale voedselketen De schaalvergroting en globalisering na 1950 hebben de toename van intensivering en efficiëntie in de landbouw gestimuleerd. Dit resulteerde in grootschalige ruilverkavelingen waardoor karakteristieke landschapselementen in grote mate uit het Twentse landschap verdwenen. In combinatie met de intrede van prikkeldraad, kunstmest en pesticiden verloor de door subsidie gedreven boer meer en meer haar verbinding met het landschap en de maatschappij. Hierdoor holt al decennialang de natuur - en belevingswaarde van het landschap achteruit. Ook boeren worden uitgeput en kunnen financieel met moeite het hoofd boven water houden. Als een speelbal worden zij tussen politieke regelgeving, bonusprijzen van supermarktketens en leningen van bankwezen gerold. Tegelijkertijd heeft de consument geen relatie meer met de productie van voedsel. Andere maatschappelijke opgaves, zoals klimaatbestendigheid en de energietransitie, vinden met moeite hun plek in het landschap. Tijd om het roer om te gooien en op zoek te gaan naar een nieuw en vooral vruchtbaar verbond tussen boer, maatschappij en landschap. Daarbij halen we inspiratie uit het model van Urban Commoning. Urban commoning Uit het onderzoek van Elinor Ostrom naar gemeenschappen die hun bezit delen en op een goede wijze weten te beheren, leidt zij acht basisprincipes af voor het beheer van gemeenschappelijke goederen. Dit wordt verwoord in haar boek ‘Governing the Commons‘.

Regionale ketens Met de basis in het landschap en de kracht van de regio stellen wij een veelzijdig systeem voor waarin maatschappelijke diensten waaronder voedsel, duurzame energie, klimaatadaptatie, recreatie en natuurontwikkeling het resultaat zijn van een nieuw verbond tussen boeren en (regionale) gemeenschappen. Regionale diversiteit en risicospreiding Het gemengde boerenbedrijf in een nieuw en groter jasje, nauw verbonden met de omgeving en de vraagstukken die daar spelen. Dat is de coöperatie in het kort. Productieprocessen worden op maat en regiospecifiek ingezet, waardoor een diversiteit aan landschappen met eigen identiteiten ontstaan. Geïnspireerd op het traditioneel gemengde boerenbedrijf waar verschillende diensten, zoals melk, vlees, graan en hout werden geleverd en waar deze diensten werden verbonden met lokale behoeften. Wordt ook in de coöperatie het verdienmodel gedegen vormgegeven door vanuit de coöperatie in te spelen op risicospreiding. Naast markten seizoenafhankelijke diensten, zoals voedsel en recreatie, kan de coöperatie ook structureel doorlopende diensten produceren zoals biomassa, natuurbeheer, klimaatadapatie, recreatie en duurzame energie. Hierdoor ontstaat een breder palet aan inkomsten, raken voedselproductie en andere vraagstukken en behoeften in de regio weer met elkaar verbonden en staat de boer er niet meer alleen voor.

klimaatadaptatie

akkerbouw

distributie mondiale afzetmarkt

veeteelt

natuurbeheer

COÖPERATIE

energieproductie

recreatie

lokale burgers afname producten

biomassa

horeca afname producten

Diversiteit in coöperatie op basis van landschappelijke kwaliteiten

Interregionale samenwerking De regionale coöperatie maakt onderdeel uit van een breder netwerk van andere regionale coöperaties over heel Nederland. Elke coöperatie heeft zijn eigen bestuurlijke grenzen die zoveel mogelijk wordt afgestemd op de logica van het onderliggende landschap. Het landschap overstijgt immers bestuurlijke grenzen. Organisatorisch en juridisch samenwerken op interregionale schaal is van belang om zowel vanuit economisch als landschappelijk perspectief complementaire productieprocessen en integraal landschapsbeheer mogelijk te maken. globaal

Stedelijk gebied Flieren & maten Jonge heide ontginningen Essen Hoog- en laagveen energieproductie

?

natuurbeheer

globaal

regionaal lokaal

lokaal

regionaal

Huidig verbond - mondiale economie

Nieuw verbond - regionale coöperatie

- weinig lokale baten/keten raakt lokaal de grond niet - grootschalige gesubsidieerde monocultuur - balans natuur en landbouw verstoord - geen regionale binding - boer voelt zich machteloos - consument staat los van voedselproductie

+ lokale baten en kosten/risicospreiding + invloed op landschap en transitie naar kleinschalige diversiteit + betere balans natuur en landbouw + regionaal bepaald breed palet van producten en diensten + regionale afzetmarkt en producten zorgen voor meer bewustzijn + coöperatie handelt vanuit het regionale perspectief + regionale productie en overschot naar distributieketen

- productie voor andere landen in de wereld

1; Landschap als randvoorwaarde Het Twentse coulisselandschap kan worden onderverdeeld in verschillende landschapstypen. Deze landschapstypen kennen verschillende regiospecifieke eigenschappen in bodem, waterhuishouding etc. Deze eigenschappen zijn randvoorwaarde voor het productieprogramma van de boer. De diversiteit en identiteit van de verschillende landschapstypen wordt versterkt en staat weer in contact met de productieketen. Door op een regionale schaal te acteren wordt de rol van het landschap binnen productiesystemen belangrijker en weer zichtbaar gemaakt. 2; Coöperatie op basis van urban commoning en noaberschap Op basis van urban commoning en met principes uit het Twentse noaberschap wordt een regionaal organisatiesysteem voorgesteld voor voedselproductie, klimaatadaptatie en duurzame energie, natuurontwikkeling en recreatie. Een coöperatie die fungeert als een ‘regionaal gemengd bedrijf’ dat kan anticiperen op de (inter)regionale markt en waar zowel boeren als maatschappij onderdeel van uitmaken. Een coöperatie is daarbij een passende rechtsvorm die gericht is op het realiseren van de economische behoeften van de leden. Door een regionale coöperatie op te zetten worden belangen gemeenschappelijk, de krachten gebundeld en investeringsrisico’s voor boeren verminderd. Een collectief dat economisch sterker staat met een gezamenlijk verdienmodel.


EN COÖPERATIE VERBONDEN 2. LANDSCHAP Een verdienmodel in balans met het Twentse landschap Sociale draagkracht van de coöperatie Waar in het huidige systeem burger en overheid elkaar nog niet weten te vinden op het gebied van de grote transities, kan de coöperatie hierop het antwoord zijn. Een bottom-up democratische organisatievorm opgebouwd uit leden met hun eigen posities en middelen waarbij het gedeelde belang centraal staat. Met dit model is de coöperatie in staat om ingrepen in het landschap te doen en passend binnen het landschapstype te kijken hoe transities op een grotere schaal coöperatie kunnen worden vorm gegeven. De coöperatie ontstijgt hiermee het kleinschalige niveau en kan grote impact hebben op zowel de functionele als de estetische kwaliteit van het landschap.

Voormalige woeste gronden (heide en stuifzanden) Afwisseling in natte en droge delen Afgeplagd voor bemesting van essen Na kunstmest ontgonnen als cultuurgrond Houtproductie Jachtgebied Grote boscomplexen (nooit ontgonnen heide) Landbouwontginningen zijn relatief grote open ruimte deels omzoomd door boscomplex Erven liggen als blokken aan de weg Driehoekstructuren in verkaveling en wegenstrcuctuur

Jonge heide en broek ontginning

In lager gelegen beekdalen Langs ontwateringssloten haak op de beek Hakhout langs ontwateringssloten (bomensingels op perceelscheidingen) Grond werd gebruikt als hooiland en beweiding Half open afwisselend en contrastrijk landschap Open kamers van hooilanden en de houtwallen en hakhoutstruweel langs ontwateringssloten Broekbosjes op de natte plekken Onregelmatige blokverkaveling, dichtbij de beek strookverkaveling Vloeilanden als overstromingsgebied van de beek, tevens bemesting Vrijwel geen bewoning

Maten & flierenlandschap

Onderstaand volgen enkele voorbeelden van mogelijke ingrepen vanuit de coöperatie in het Twentse landschap Schaalverkleining & natuurbeheer Vanuit de coöperatie kunnen landschapselementen zoals houtwallen, bosjes, esranden en houtsingels weer terug worden gebracht in het essenlandschap. Dit biedt kansen voor de productie van biomassa, CO2-reductie en natuurbeheer. Door gewassen te produceren naar de eigenschappen van de bodem ontstaat een gevarieerd landschap en producten met een exclusief karakter. Gevolg is een kleinschaliger en diverser karakter waar de leden van de coöperatie trots op zijn. Energieproductie binnen landschapsstructuur Door de schaalverkleining en herverkaveling wordt het coulisselandschap versterkt. Hierdoor ontstaat ruimte om kleinere kamers voor lokale energieopwekking te gebruiken zonder dat deze grote landschappelijke impact hebben. Delen van het veenweide landschap, waarbij veenherstel wordt nagestreefd, lenen zich goed voor de productie van zonne-energie. Het ophogen van het grondwaterpeil kan goed samengaan met de plaatsing van drijvende zonnepanelen. Het karakteristieke veenlandschap wordt hersteld, veenweide-natuur kan zich ontwikkelen en de behoefte aan duurzame energie vanuit de coöperatie wordt ingevuld. De ruimtelijke opgave zit in het vormgeven van de zonneweides zodat landschappelijke lijnen worden gevolgd en versterkt.

klimaatadaptatie

akkerbouw

distributie mondiale afzetmarkt

veeteelt

natuurbeheer

COÖPERATIE

energieproductie

recreatie

lokale burgers afname producten

biomassa

horeca afname producten

VAB locaties voor recreatieve invulling Vrijkomende agrarische bebouwing kan worden herbestemd voor recreatieve doeleinden, naar de behoeften van de leden van de coöperatie. Door een aantrekkelijker landschap te realiseren wordt ook de toeristische aantrekkingskracht groter. Verblijven in de luwte van het coulisselandschap biedt hier toekomstperspectief. Versterken en beheren elzenbroekbossen voor opname en vashouden CO2 De huidige landbouw stoot met name in de veenweide landschappen veel CO2 uit. Door het grondwaterpeil te verhogen en stadia van moerasveen en elzenbroekbossen goed te beheren door boeren wordt de opname en het vasthouden van CO2 gestimuleerd en vindt natuurontwikkeling plaats. Productiebossen en biomassa binnen landschapsstructuur Productiebossen waarbij hout, voedsel en biomassa zijn al eeuwen onderdeel van het Twentse landschap en kunnen in een nieuwe economie een belangrijke rol spelen in zowel landschapsherstel als in economisch verdienmodel.

Hoog- en laagveenontginningen Laagveen Grondwater gevoed veenmoeras Laag gelegen gebieden Voedselrijk Open water Sloten Rietmoeras Opgaand elzenbroekbos Smalle langwerpige percelen Dijken met wegen Hoogveen Waterhuishoudkundige geïsoleerde gebieden Hoog gelegen gebieden Gevoed door regenwater Voedselarm Zure omstandigheden Weinig bomen Heide en rietvelden

Essenlandschap Op dekzandkoppen en stuwwallen Oorspronkelijke akkergronden Reliëf rijk, hoger gelegen met karakteristieke stijlranden Opgehoogd met heide - en bemestingsplaggen Dorpen en boeren erven aan rand van de essen, op de overgang naar het lager gelegen flieren en maten landschap Onregelmatige verkaveling Organische wegenstructuur Ingesleten zandpaden tussen de essen Houtwallen en houtsingels op esranden Bosjes en open akkers Half open afwisselend en contrastrijk landschap Eikenbomen


COÖPERATIE 3. DE Een regionale samenwerking op basis van diversiteit en risicospreiding hypotheek aanschaf boerderij

subsidie winst

aanschaf nieuw materieel

toerisme regionale landbouw

economisch perspectief

energieopwekking

subsidie

Start coöperatie

natuurbeheer

economisch perspectief

investeringsmodel investeringsmodel

Nieuw economisch model / de coöperatie Voor het nieuwe perspectief van de coöperatie halen we inspiratie uit urban commoning en haar uitgangspunten. Uitgangspunt voor het nieuwe model is de coöperatie. Leden brengen (een deel van) hun grond in (boeren) of investeren een eenmalig bedrag (regionale gemeenschap). Met dit kapitaal investeert de coöperatie op basis van stemrecht van alle leden in verschillende sectoren zoals regionale landbouw, toerisme, energieopwekking en natuurbeheer, mede gevoed door (regionale) beleidsprioriteiten. Gezamenlijk worden ook regels afgesproken waaraan leden zich moeten houden. Door deze diversiteit en spreiding worden risico’s verminderd, wordt het landschap verrijkt en ontstaat een nieuwe relatie tussen landschap, productie en omgeving.

Huidig economisch model landbouw Door lage kostenprijzen en dalende opbrengsten in de landbouw is er een verliesgevend economisch perspectief ontstaan. De winst van de boeren daalt en met stijgende investeringskosten is het model verliesgevend geworden. Om dit te compenseren wordt het model kunstmatig in stand gehouden door middel van Europese subsidies. Om naast subsidies toch winstgevend te worden gaan boeren optimaliseren en worden ze gedwongen tot schaalvergroting van bedrijf en percelen resulterend in een monocultuur met weinig landschappelijke kwaliteit. Impact huidig economisch model op landschap & maatschappij Sinds de tweede wereldoorlog luidt het credo voor de boer elke dag ‘zoveel mogelijk bulk’, om voedsel te produceren voor het buitenland. Voor de grondgebonden boer uit Twente, die ongeveer 70% van het Twentse land bezit, komt bijna 50% van de inkomsten uit het GLB (gemeenschappelijk landbouwbeleid). Inkomsten waar wij als Nederlander gemiddeld 150 euro per jaar aan meebetalen. Dat maakt het landschap van ons allemaal. De boer is juridisch eigenaar en wij stellen het landschap ter beschikking aan boeren om maatschappelijke diensten te leveren. Het huidige verbond tussen boer, landschap en maatschappij levert ons momenteel, behalve lage voedselprijzen, weinig op. De eenzijdige inzet van landschap als massaproducent van bulk zorgt ervoor dat maatschappelijke diensten als biodiversiteit, klimaatregulatie en leefbaarheid van het landelijk gebied uitgehold raken. Ook de boer lijdt eronder als een speelbal die tussen politieke regelgeving, bonusprijzen van supermarktketens, macht van veredelingsbedrijven en leningen van bankwezen wordt gerold.

Impact nieuw economisch model op landschap & maatschappij De identiteit van Twente is te vinden in het oorspronkelijke verbond tussen de drie pijlers: boer, landschap en maatschappij. Het credo van het zogenaamde Noaberschap luidt niet voor niets ‘alleen ga je sneller, samen kom je verder’. De kracht zit in het opnieuw verbinden van de drie pijlers vanuit dit noaberschap. De ruimtelijke opgave is om binnen de verscheidenheid van de Twentse landschapstypen ‘regionale gemengde bedrijven’ voor voedselproductie, klimaatadaptatie en duurzame energie te bouwen. Een regionaal gemengd bedrijf die kan anticiperen op de (inter)regionale markt. Boeren kunnen zich als aandeelhouder inkopen en ontvangen daarvoor naast land, financiële zekerheid en een regionale afzetmarkt ook kennis, advies en een regionaal netwerk om een duurzame bedrijfsvoering en onderlinge regionale complementariteit te borgen. De consument kan in de vorm van lidmaatschap naast financiële ook inhoudelijke input leveren voor de maatschappelijke diensten en zo tevreden worden gesteld in hun behoeften. Ook lokale overheden kunnen lid worden en zo hun beleidsprioriteiten inbrengen. Dit vraagt om een regionaal bedrijfsplan met een lange termijn visie om landschappelijke, financiële en maatschappelijke doelstellingen te behalen. Jaarlijkse monitoring wordt ingezet om hierin waar nodig bij te kunnen sturen. Met deze regionale aanpak ontstaan een diversiteit aan landschappen met een eigen identiteit sterk geworteld in het landschap. Daarbij kan het accent verschillen. Gaat het om een productielandschap? En gaat het dan om voedsel of juist duurzame energie? Voert natuur de boventoon? Of recreatie en toerisme? Vaak zal het een mix zijn en de keuze ligt bij de leden.

Essen

4.

8 PRINCIPES VAN URBAN COMMONING Uit onderzoek van Elinor Ostrom over beheer gemeenschappelijke goederen

Het beheer en de exploitatie van gemeenschappelijke goederen vraagt om een daarop toegesneden organisatievorm: De coöperatie op basis van de principes van urban commoning. 1. Duidelijke definities van wat de gemeenschappelijke middelen zijn en wie de gebruikers zijn 2. De regels zijn geschreven op de lokale situatie 3. Gemeenschappelijke besluitvorming door de bezitters 4. Zorg dat de gemeenschappelijke zeggenschap erkend wordt door de autoriteiten en overheden buiten de groep 5. Er is een systeem om het gedrag van elke gebruiker te monitoren 6. Er zijn steeds zwaarder wordende sancties voor diegenen die de regels overtreden 7. Goedkope en laagdrempelige arbitrage bij geschillen 8. Voor grootschalige commons bronnen een gelaagd systeem met lokale groepen

5.

Laagveen

Hoogveen

Maten & flieren

Jonge heide ontginning

DE VOLGENDE FASE Onderzoek naar een locatie specifieke coöperatie Bovenstaande is een eerste aanzet voor een nieuw verbond tussen boer, landschap en maatschappij. Een verbond met haar wortels in eigenschappen van het landschap en verweven met een breed palet aan producten en diensten. In de volgende fase van de E.O. Wijers prijsvraag willen we graag meer onderzoek doen naar de rol van de coöperatie en hoe we de acht uitgangspunten van urban commoning locatiespecifiek kunnen toepassen. Naast een ruimtelijk opgave waarin ontwerpkracht van belang is wordt voor het schetsen van nieuw economische verdienmodellen aanvullende expertise gevraagd. Hiervoor gaan we de samenwerking aan met een gebiedseconoom en business developer om verdienmodellen te ontwikkelen die levensvatbaar zijn. Het inzetten van meerdere diensten in het landschap vraagt om samenwerking met o.a. energieleveranciers, landschapbeherende organisaties en boeren.


DE EEUWIGE BRON Ma

Aanjager voor circulaire landbouw Kringlooplandbouw is gewenst en mogelijk - dat tonen allerlei (inter)nationale visies, ambities én lokale praktijkvoorbeelden aan. Het is de vraag hoe we de omslag daadwerkelijk maken, vormgeven en opschalen. Er zijn nog onvoldoende toekomstboeren om de landelijke doelstellingen te halen. Tachtig procent van de boeren zit klem in het huidige systeem: het ontbreekt hen aan de stip op de horizon. Vanuit onverwachte hoek lonkt echter een kansrijk perspectief: een nieuw type waterwinningslandschap als aanjager van de Twentse landbouwtransitie.

at

sc

h

ap

pe

li j ke d

oels t e lli n g

en

3 Pijlers voor systeemverandering 1. Robuust bodem- en watersysteem: voorwaarde voor toekomstbestendige voedselvoorziening Het huidige landbouwsysteem negeert de natuurlijke en landschappelijke condities. Vrijwel overal zien we Engels raaigras en maïs. De grenzen zijn bereikt: uitgeputte bodems, achteruitgang van biodiversiteit. En een, ook in economische zin, verarmd landschap dat kwetsbaar is in een veranderend klimaat. Om dit te keren worden lokale condities opnieuw leidend voor het landgebruik. Dit gebeurt niet ontstaat vanzelf: er is ruimte nodig, en een aantrekkelijk plan. CO2

Stelling van deze inzending: Om tot de gewenste transitie te komen zijn ontwikkelconcepten nodig op de tussenschaal: de schaal die lokale en sectorale initiatieven verbindt aan overkoepelende beleidsambities. Uitgangspunt is denken vanuit watersysteemeenheden en bijhorende landschapstypen. De toegevoegde waarde van ontwerpers is om middels beelden de verschillende systemen inzichtelijk te maken en alle relevante aspecten en thema’s samen te brengen in geïntegreerde regionale perspectieven.

al

Ver bi op

tu ss e nsch

a

n ondero va

Regionaal perspectief Ons regionale perspectief gaat uit van een gevarieerde mix van boerenbedrijven (groot en klein) waarvan de bedrijfsvoering op de één of andere manier, individueel of samen, verbonden is met de werking van het klimaatbestendig watersysteem en een gezonde bodem. De variatie aan bedrijven met verschillende condities maakt van Twente een veelkleurig palet: een gezond, economisch sterk en afwisselend gebied dat smakelijke produkten voortbrengt. Ruimtelijke concepten rond lokale en regionale kringlopen zorgen voor een sterke verbinding tussen het landgebruik en de omgeving.

p

tiev itia en In

de

en pt

ec end once d n

Vliegwiel In dit voorstel voor de beantwoording van de vraagstelling van de Eo Wijers Stichting brengen we drie pijlers samen in een geïntegreerd regionaal ontwikkelconcept dat een nieuwe basis vormt voor de landbouwtransitie. Dit doen we in nauwe samenwerking met gebiedspartijen in Twente. Met hen komen we tot een concept voor de transitie naar circulaire landbouw in een deel van Twente. We schetsen ook de weg waarlangs het ontwikkelde perspectief werkelijkheid zou kunnen worden. Inclusief een voorstel voor de benodigde middelen en hoe daarin te voorzien.

2. Regio- en lokatiespecifieke kringlopen N als kans voor duurzaam landgebruik De landbouwtransitie is geen sectorale opgave, maar hangt samen met tal van andere thema’s (en transities) zoals klimaat, energie en verstedelijking. Nieuwe coalities van belanghebbende partijen maken het mogelijk om kringlopen te maken. Reststromen worden gebruikt als alternatief voor import van veevoer en voor bodemverbetering. Biobased materialen worden ontwikkeld uit restproducten van voedsel en energievoorziening. Met de Technische Universiteit Twente in de nabijheid komt zo een innovatieve landbouw tot ontwikkeling. 7

3. Inclusieve concepten die mensen met verschillende belangen verbinden Nieuwe initiatieven onder andere op gebied van voedsel- en energieproductie worden gekoppeld aan bestaande landbouwbedrijfsen verdien modellen, die zich op basis van de systeemkansen ook autonoom zullen doorontwikkelen. Landbouw bedient brede maatschappelijke waarden. De sterke kracht van noaberschap in de Twentse gemeenschap vormt de basis voor een nieuw samenwerkings- en besluitvormingsproces gebaseerd op deze gemeenschappelijke waarden.

Klimaatbosboeren Energieboeren CLT-boeren

Voedselbosboeren ‘Biobased materials’ boeren

Landgoedboeren

Nedersoja boeren

Natuurlijk beekdal

Alleycropping

Beekdalboeren

Silvopasture

De band tussen stad en omgeving wordt aangehaald. In de stadsranden komen landbouwvarianten tot bloei die inspelen op de recreatieve functie, het productief gebruik van reststromen en direct contact met de consumerende stedeling.

Agroforestry biedt kansen voor een robuust landbouwsysteem binnen het Twentse coulissen landschap in combinatie met versterking van het ecologische netwerk. Veelbelovend is hier alleycropping, een vorm van agroforestry waarbij bomen en/ of andere meerjarige gewassen worden geïntegreerd. In de eerste jaren is er vooral opbrengst uit de alleys, waarna de productie langzaam verschuift naar de bomenrijen. De groeiende boomsingels vormen tijdelijke ecologische verbindingen. Samen met de gerevitaliseerde houtwallen ontstaat een uitgebreid netwerk dat aansluit op de beekdalen.

Beken leveren met hun nieuwe inrichting een bijdrage aan het vasthouden en bergen van water, houtproductie en CO2 vastlegging. Dit kan door het verbreden van het beekdal, hermeandering, vergroting van het gehalte organische stof in de bodem. Deze beken zijn structuurdragers en ecologisch netwerk. De gronden langs de beek zijn geschikt als weidegebied dat overgaat in een open silvopasture systeem op de iets hogere gronden. Het vee kan migreren en profiteren van droge voeten in de natte perioden en schaduwwerking op hete dagen.

STEDELIJK GEBIED

TWENTS COULISSEN LANDSCHAP

BEEKDALEN


AANJAGER CIRCULAIRE LANDBOUW

De Eeuwige Bron: • is gebaseerd op de waterkringloop en levert 5x zoveel water op als nu kan worden gewonnen door oogst van het neerslagoverschot in combinatie met besparing • maakt gebruik van een slimme keten waardoor het geoogste water beschikbaar komt voor meerdere sectoren waaronder ook landbouw en natuur • vormt het alternatief voor meerdere winningen elders die botsen met landbouw en natuur • biedt boeren begeleiding en hulpmiddelen voor de transitie naar een nieuw en circulair verdienmodel, waarbij slimme samenwerking en technologische vindingrijkheid een leidende rol spelen • brengt nieuwe droge en natte natuur, verhoogt de ecologische waarden, biodiversiteit en robuustheid van de

Drinkwater

ater pen w gpom Teru Toename infiltratie 35-40%

Bosbouwboeren

Nieuwe natte natuur

Precisieboeren

Zorgboeren Natte natuur

VEEN

Nieuwe vaart

Nieuwe wadi en natte natuur

Precisielandbouw

De Eeuwige Bron: een nieuw watersysteem als basis voor het landgebruik in het gebied De waterproductie op de zandige rug wordt gemaximaliseerd door het watersysteem volledig in te richten op infiltratie en opslag in de zandige ondergrond en het water niet langer af te voeren. Een landschappelijke wadi begrenst het gebied en onderschept het afstromende water. Een watergang met opgezet peil mitigeert de grondwatereffecten richting het aanliggend gebied. Om het infiltratiegebied zo schoon en veilig mogelijk te houden, wordt traditionele landbouw binnen de win-contour omgevormd naar verschillende, schone bedrijfstypen. Een deel van het gewonnen water wordt beschikbaar gesteld aan deze schone landbouw, en daarnaast benut voor kwaliteitsverbetering in het natuurgebied, waar het in infiltratievennen tot ecologische expressie kan komen.

Bufferboeren

Veengebieden zijn heel gevoelig voor verdroging. Veen klinkt in en wordt afgebroken tot CO2 waardoor het langzaam verdwijnt. Vernatting biedt uitkomst, maar is vooral effectief als hiervoor op gebiedsschaal gekozen wordt. Het rationele landschap van de ontgonnen veengebieden biedt ruimte voor grootschalige bedrijven met natte teelten. Samen vormen zij water- en stikstofbuffers rond de natuurlijke veenkernen.naar een hoger waterpeil om het veen in stand te houden.

Terugpo mpe nw ate r

Afvoer 0%

Natuurinclusieve boeren

Recreatieboeren

Natuurinclusieve landbouw

Verdamping circa 60%

Verbonden droge natuur

Natte teelten

Nieuwe natuur

Robuust droge natuur

Precisie irrigatie

Nieuwe natuur

Natuurinclusieve landbouw

Economisch haalbaar perspectief In de verkenning is er een planeconomische basisanalyse gemaakt naar de orde van grootte van de benodigde investeringen in het gebied en het watersysteem in relatie tot de bijbehorende maatschappelijke baten. Ervan uitgaande dat voor natuur eigen middelen beschikbaar komen is de geschetste gebiedsontwikkeling economisch haalbaar. Op weg naar een schone landbouw De verkenning naar De Eeuwige Bron laat goed zien wat we bedoelen met systeemgebonden landgebruik. Voor de agrariërs levert dit het volgende op: • Investeringsmogelijkheden in schone precisieteelten zoals (glas)tuinbouw met garantie op voldoende en schoon irrigatiewater • Nieuwe verdienmodellen voor natuur-inclusieve landbouw, binnen een grootschalig bodemherstelprogramma i.c.m. blauwe diensten / CO2 opslag vergoedingen / natuurontwikkelingsgelden • Kansen voor verbrede landbouw (zorg, recreatie) in een gebied met grote landschappelijke en recreatieve waarde, o.a. door grotere en meer diverse natuureenheden, en toename landschapselementen in natuur-inclusieve landbouwgebieden • Aantrekkelijk perspectief voor de ontwikkeling van korte ketens rond streekgebonden branding van de producten

Drinkwater

Precisie irrigatie Precisielandbouw

bodem en faciliteert herstel van het heidelandschap biedt ruimte aan behoeften die in de samenleving leven op het gebied van huisvesting, gezondheid en recreatie is door zijn circulaire watersysteem klimaatbestendig: het voorkomt overstromingen benedenstrooms, verhoogt de wateropslagcapaciteit, verbetert de sponswerking van de bodem, is bestand tegen droogte en vormt een waterreserve voor tijden van droogte

Nieuwe natte natuur

Regge

Verkenning naar een Waterlandschap met Eeuwige Toekomst Binnen het veelkleurig palet van Twente richten we ons op verdieping van het verbindend perspectief voor de hoge zandgronden. In 2018 is vanuit de drinkwatersector een interne verkenning uitgevoerd naar een duurzame drinkwaterwinning. Het antwoord op deze in eerste instantie sectorale vraag blijkt te liggen in een integraal gebiedsperspectief. De studie genaamd De Eeuwige Bron kiest de Sallandse Heuvelrug als proefgebied, en zet in op een nieuwe symbiose tussen alle landgebruikers. De toekomstbestendige en verbindende vorm van waterwinning kan een vliegwiel zijn voor een duurzame landbouw en een financieel instrument bieden voor de benodigde transities. In dit ‘waterlandschap met eeuwige toekomst’ worden bijzondere condities aangeboden voor verschillende modellen van emissieloos landgebruik die profiteren van een nieuw circulair watersysteem (zie doorsnede). De ontwikkeling van een toekomstbestendig watersysteem wordt zo een toekomstperspectief voor de regio.

De hoge zandgronden zijn door hun filterende werking cruciaal voor de winning van drinkwater. Klimaatverandering maakt het consolideren van deze bronnen steeds urgenter. Een robuust drinkwatersysteem kan op de hoge zandgronden worden gecombineerd met bosbouw, droge en natte natuur én landbouw. Bijzondere kansen zijn er voor precisielandbouw die gebruikt maakt van de unieke beschikbaarheid van voldoende water van uitmuntende kwaliteit. HOGE ZANDGRONDEN


VAN IDEE NAAR HANDELINGSPERSPECTIEF Kick-off Eo Wijers

Regio Atelier I Tussenstand Twente

VERKENNING De Eeuwige Bron

Regio Atelier II Voorlopig eindresultaat Twente

EIND BIJEENKOMST

TEAM INTEGRATIE SESSIES Verdieping bouwstenen in onderzoek en ontwerp atelier

INTEGRAAL PLAN 0.1

BOUWSTENEN

PLANSTRATEGIE

GOVERNANCE

TECHNIEK

NATUUR

INTEGRAAL PLAN 1.0

INTEGRAAL PLAN 2.0

Eind resultaat Eo Wijers

INVALSHOEKEN

PROCESVOORSTEL FASE II Van ruimtelijk concept naar handelingsperspectief door integrale verdieping van bouwstenen en interactie tijdens de twee regioateliers.

Doorontwikkeling van de bouwstenen De bouwstenen van De Eeuwige Bron zijn een verdere uitwerking middels ontwerpend onderzoek waard. In de periode februari-juni benutten wij graag het platform van de Eo Wijers stichting om tot een smakelijk en aantrekkelijk handelingsperspectief voor alle partijen te komen. We hebben een strategische coalitie gevormd die bestaat uit een drinkwaterbedrijf, diverse lokale partners / specialisten, agrarische bedrijven en een coördinerend landschapsarchitect. Het planteam van de eerste verkenning wordt uitgebreid met o.a. een specialist op gebied van agrarische bedrijfsmodellen. We werken een gezamenlijk gebiedsfonds uit waarin de investeringen over een langere periode samen komen en de revenuen op de juiste plek kunnen worden benut. Procesvoorstel Het schema hiernaast toont ons werkproces rond de twee regioateliers. De bouwstenen uit het integrale verhaal worden verdiept vanuit de volgende invalshoeken: techniek, landbouw, governance en planstrategie. De inbreng van de specialisten uit het team verschilt per bouwsteen. De ontwerpers borgen de samenhang het planconcept Eeuwige Bron tot een samenhangend handelingsperspectief. Na de kick-off op 7 februari scherpen wij het plan van aanpak in overleg met de Eo Wijers stichting aan. In de regiobijeenkomsten willen we de raakvlakken met andere geselecteerde teams verkennen. Het lijkt interessant om voor de andere landschappen van Twente vergelijkbare systeemconcepten en handelingsperspectieven tot stand te laten komen, met telkens een andere aanjager. Wat te denken van nieuwe coalities rond een afvalverwerkingsbedrijf of voedseltransportbedrijf? Op weg naar een toekomstbeeld voor het circulaire Twentse landschap: een samenhangend én veelkleurig pallet.

Techniek • Uitwerking bedrijfsmodellen schone (precisie)landbouw • Uitwerking bodemherstelprogramma • Uitwerkingen watersysteem

Governance • Uitwerken nieuwe samenwerkingen (governance) • Uitwerken sociale aspecten

Nieuw duurzaam watersysteem: • Nieuw waterwin-systeem met bufferende watergang • Landschapswadi met nieuwe woon- en recreatiemilieus

Natuurinclusieve (extensieve) landbouw: • Schone landbouw zonder uitstoot, met nevenactiviteiten

Robuuste natuureenheid • Aaneengeschakelde robuuste droge natuur • Herstel van de natte natuur met infiltratievennen

Precisielandbouw: • High tech, met garantie op schoon en voldoende irrigatiewater

Planstrategie • Integraal ontwikkelconcept • Uitwerken woon- en recreatie milieu’s • Uitwerken kansen energietransitie

DE INVALSHOEKEN VOOR VERDERE UITWERKING

DE BOUWSTENEN UIT HET CONCEPT DE EEUWIGE BRON

HET PERSPECTIEF VOOR TWENTE


Overige inzendingen


Terug naar het matenlandschap met de kennis van nu Het traditionele Twentse matenlandschap biedt alle mogelijkheden voor een perfect raamwerk waarbinnen de grote opgaven van vandaag een oplossing kunnen vinden. Het herstellen van houtwallen verhoogt de biodiversiteit en de landschappelijke kwaliteit. Minitieuze ingrepen in de waterlopen kan leiden tot hogere grondwaterstanden die helpen droogte voorkomen. Binnen het kleinschalige landschap kunnen nieuwe functies en productiemethodes worden ingepast, zoals voedselbossen, strokenlandbouw en Air Boer en Boer. Op deze manier kunnen we inspirerende businesscasussen bouwen voor een echt duurzame landbouwregio, binnen een traditioneel en klimaatbestendig landschap: het matenlandschap. Wij keren tijden, terug naar wat waardevol was, maar met de kennis van nu. We herstellen in het cultuurlandschap traditionele en klimaatbestendige landbouwsystemen. Wat lijkt op een beweging terug, is feitelijk een sprong voorwaarts. We bouwen aan inspirerende businesscasussen voor een daadwerkelijk duurzame landbouwregio,

Leeuwarden Bremen Groningen

Erf van de stad Twente Stad Twente bevat naast de stedelijke gebieden een prachtig landschappelijk erf met waardevolle bedrijven. En dat zijn niet alleen boerenbedrijven. Het is een erf dat bruist van activiteiten op mondiaal, nationaal en lokaal niveau, op gebied van voedselproductie en kennis. Activiteiten met een vitale economische positie dus. Tekenen we die economische velden in op een mindmap, dan ontstaat er een kaart waarbij landschap en stad een grote verwevenheid hebben.

Zwolle

Amsterdam

Deventer Amersfoort

Osnabruck

Apeldoorn

Utrecht

30

mi

n.

Rotterdam

30

mi

n.

30

Arnhem Wageningen

Van kwantiteit naar kwaliteit. Wat hebben we geërfd van decennia gemeenschappelijk landbouwbeleid dat gericht was op schaalvergroting? Landbouw waar Mansholt’s kreet na de oorlog nog steeds weerklinkt: ‘nooit meer honger!’. Het was de opmaat naar een landschap dat drastisch veranderde.

We moeten naar een hernieuwde kijk op de inrichting van het landelijk gebied. Klimaatbestendigheid, meer biodiversiteit en mikken op vertraagde afvoer van gebiedseigen water, met oog voor cultuurhistorische waarden die de regio hebben gevormd. Dit kan alleen met een extensievere landbouw met in dit gebied de beken als essentieel onderdeel. Terugkeren naar het voormalige Matenlandschap, waarin boer nauwer verbonden was met omgeving en natuur, is een oplossing en gaat bestendige en nieuwe business opleveren.

mi

n.

Münster Essen

NGO’s en waterschappen hebben het landschapsbeheer efficiënt overgenomen van particuliere landeigenaren. Het matenlandschap heeft het veld geruimd voor grotere akkers, rechtgetrokken beken en gerooide moerassige bosjes. Het ruimtelijk resultaat is effectief, beheersbaar en helder als een wiskundig schema. Maar ook: schraler, droger, monofunctioneel en soms liefdeloos; nauwelijks verbonden met de directe omgeving.

Dortmun

Bocholt

winkel

maak industrie

evenement

rijksmonument

compost

opleiding / kenniseconomie

buurthulp - noaberschap

bos

bio-vergisting

boerderij

haven

wandelroute


De groene stad als radicale en biodiverse toekomst De regio kan zichzelf positioneren als radicaal groene productiestad, waarbij landschappelijk waardeherstel hand in hand gaat met nieuwe en op natuurlijk beheer gebaseerde productie. Twente als stad vol met innovatieve plekken waar extensieve natuurinclusieve landbouw met waterberging en vertraagde waterafvoer, passende voedselproductie en -consumptie, biodiverse natuurontwikkeling en maatschappelijke vraagstukken samenkomen in het prachtige herontdekte coulisselandschap. Een nieuwe vorm van landbouw, in balans met het lokale ecosysteem, met een gezonde bodem als basis voor smaakvolle voedselproductie. Hierbij is verbetering van de regionale waterhuishouding essentieel: gebiedseigen water zal vertraagd moeten worden afgevoerd. Hiermee kan het bijdragen aan een vernatting van de lagergelegen weiden. Door een kleine maat terug te brengen in het landschap, letterlijk het

matenlandschap, zijn op allerlei vlakken waardesprongen voorwaarts te maken. Het levert een landschap dat een sprong voorwaarts kan maken in biodiversiteit en het vastleggen van CO2: door een grotere dichtheid van houtsingels en -wallen vol met struweel, mispel / hazelaar / productierassen / noten- en vruchtenbomenen en lage gewassen. Hiermee wordt het tij van schaalvergroting tegengegaan. De authentiek geachte eikenboom krijgt niet langer een hoofdrol in het Twentse beplantingsschema. Het verdient de voorkeur om beplanting te kiezen die bijdraagt een grotere soortenrijkdom en bovendien van voeding voor humane consumptie produceert. De veehouderij wordt zo veel mogelijk aangepast op dieren die in de natuurlijke kringloop een rol spelen en/of die in het landschapbeheer meedoen.

Natuurlijk beheerde akkerbouw

Maak de cirkel rond -> circulair Geef de term circulariteit lading die recht doet aan het begrip: niet alleen de keten ‘van grond tot mond’, maar tevens van ‘kont tot mond’: Meststoffen zoveel mogelijk terugbrengen op het land en daarin waar mogelijk ook rekening houden met menselijke meststoffen. Alleen zo is er immers meer en meer sprake van echte kringlooplandbouw.

Agrarische productie die natuurlijke akkerbouw als uitgangspunt heeft, waarbij het houden van vee ondersteunend is aan de akkerbouw. Zo kan vee worden ingezet voor grondverbetering na de oogst.

Droge velden natte velden Het maken van drogere akkers rondom de boerderijen (de huiskavels) en daarbij de nattere akkers op de lagere en verder weggelegen gronden. De vernatting is goed voor de biodiversiteit en past in een natuurlijke wijze van akkerbouw. Bovendien biedt het een waterbuffer voor drogere periodes.

Eiwit transitie

Sociale verbanden, zorgfuncties

productie van dierlijke eiwitten schaalt af naar andere eiwitbronnen, zoals bonen, zaden en noten, maar ook andere vormen van voedsel als groenten en fruit.

Nieuwe sociale verbanden ontwikkelen. Boerderijen kunnen op de erven zorgfuncties of bezoekersfuncties herbergen, zodat stad en landschap meer met elkaar verweven raken en een hogere kwaliteit landschap maatschappelijke relevant wordt. De agrarische sector biedt een oase aan producten, natuurlijke rijkdom en rust.

Air-Boer-en-Boer De planologische functiebestemming op de erven zou moeten worden verruimd om de bovenstaande maatregelen mogelijk te maken. Hiermee ontstaat een economisch motief voor boeren om de stap naar natuurinclusieve circulaire landbouw te maken. Zo kan het bouwen van een extra woning voor familieleden of juist voor toeristisch gebruik een drijfveer zijn voor boeren om op de erven (of in de houtsingels van het matenlanschap) bebouwing in te passen die een nieuwe economische motor is in de stedelijke regio. Air Boer en Boer, de agrarische tegenpool van Air BnB, faciliteert op een landschappelijke wijze de groeiende toestroom aan tech-gerelateerd personeel die op de kennisinstituten en -industrie van Twente afkomen.

Matenakkers en strokenlandbouw Toekomst: Een divers bord van 360 graden producten, sociaal, voedzaam en in verbinding met het ecosysteem voor een markt die zich actief verbonden heeft met de Ekostad Twente en de innovatieve visie uit die regio.

met strokenlandbouw binnen matenakkers zorgt voor een nog grotere biodiversiteit, omdat insecten en andere dieren bij het oogsten van een strook binnen enkele meters kunnen uitwijken naar een volgende strook.


Matenlandschap

Plan van aanpak voor de komende periode: Living lab Twente

De basis voor transformatie van het landschap.

Productie singels Toevoegen van houtsingels met struweel en productiebomen, projectmatige aanpak

Waterbeheer Bezien per kavel hoe vernatting en verdroging kan helpen in het beheer, samenwerking waterschap. Waterretentie verbeteren werkt gunstig mee in de extreme periodes (droog of juist nat).

Recreatie Ingebed in het matenlandschap, samenwerking provincie en kennisinstituren.

Nieuwe economie op het erf Andere bedrijvigheid toestaan als voorwaarde voor een impuls richting transformatie van het landschap. Onderzoeken welk type bedijvigheid dit kan zijn.

Afvalstromen en nutriënten Op zoek naar de keten ‘grond tot mond en kont tot grond’. Samenwerking afvalverwerkers op zoek naar nieuwe kringlopen.

In 2018 zijn we reeds gestart we met ons plan op papier en op microniveau. Nu, twee jaar later, zijn we toe aan een nieuwe fase in dit traject. Onze landbouw is toe aan transitie en Twente heeft een perfecte infrastructuur om dit vorm te geven. De EO Wijersprijsvraag is hiermee de kans om een tweede fase in het

traject verder uit te bouwen. Het biedt de mogelijkheid tot onderzoek naar verschillende stakeholders en schaalbaarheid. Vervolgens zal er in het najaar van 2020 een eerste "Erf van de Stad" living lab ontstaan op een klassieke melkveehouderij in de omgeving van de Technology Base Twente, die is omringd door natuur. In 2025 is het hele ecosysteem hier in balans, en dient dit als voorbeeldbedrijf voor andere agrariërs.

Planning Eerste fase start plannen micro niveau Prijsvraag EO Wijersstichting Tweede fase Onderzoek naar verschillende stakeholders en schaalbaarheid Derde fase Living Lab: eerste “Erf van de Stad” bij een klassieke melkveehouderij Vierde fase Ecosysteem in balans, “Living Lab” wordt voorbeeldbedrijf voor andere agrariërs

2018

eind 2019

begin 2020

najaar 2020 - 2024

2025 ---->

Team Architect Ontwerper in circulaire technieken

Grondeigenaar Grondeigenaar in de stad Twente

Stedenbouwkundige Specialist in creatieve ontwikkeling

Landschaparchitect Voorvechter van natuurlijk beheer door burgers

Ecologisch adviseur specialist natuurontwikkeling, inventaristatie & monitoring, natuurwet bij ruimtelijke ontwikkeling

Voedselveranderaar Kennis expert duurzame voedsel productie en initiator wereldwijde voedselbeweging

Sociaal innovator Verbinder om creatief maatschappelijke problemen op te lossen

Publicist Schrijver en onderzoeker


Doot heanig an... functie volgt natuur, natuur volgt functie

Wij, een architect, landschapsontwerper en groene communicatieadviseur gaan de uitdaging aan om in Twentse context invulling te geven aan klimaatadaptieve kringlooplandbouw en de eigen energie-voorziening, in samenhang met het versterken en vernieuwen van het Twentse landschap en de Twentse identiteit.

Heeft u zondagavond 15 december 2019 ‘Het jaar van de boer’ gekeken? Of heeft u recentelijk het prachtige boekje ‘Landschapspijn’ van Jantien de Boer (what’s in a name?) gelezen over de toekomst van ons platteland? Dan weet u dat de agrariërs het moeilijk hebben, maar dat zij ook de wil en de passie is om zich in te zetten voor een duurzame voortzetting van hun bedrijf en de leefbaarheid van het platteland.

Wij doen dat aan de hand van de prijsvraagdoelstellingen.

Ommekeer in het denken Op basis van de recente publicaties; boeken, documentaires en krantenartikelen, maken wij voor deze opgave geen onderscheid tussen conventionele en duurzame landbouw. Wij verwachten dat in de toekomst álle landbouw duurzaam én klimaatadaptief is. Dit uitgangspunt werd zeer recentelijk nog eens onderstreept door de uitkomst van de enquête van 9 december jongstleden waaruit blijkt dat maar liefst 78% van de jonge agrariërs stappen wil zetten richting kringlooplandbouw of daar al mee bezig is.

Landschapsontwerp Voor de versterking van het aantrekkelijke Twentse landschap én van klimaatadaptieve landbouw, introduceren wij twee principes. Deze principes refereren aan de rijke historie van Twente en luiden tegelijkertijd een nieuw tijdperk in waarin mens en natuur opnieuw met elkaar worden verbonden. Deze principes zorgen voor een duurzame transitie van het landelijk gebied met het oog op een balans tussen productie- en verblijfskwaliteit: 1. Functie volgt natuur (kleinschalig) 2. Natuur volgt functie (grootschalig)

Uitgangspunten, kaders en richtlijnen • Een vitale levende bodem is de basis voor alles: uitbreiden proeftuinen van Mineral Valley. Habitatdiversiteit is de sleutel is tot biodiversiteit. • Om nieuwe ontwikkelingen kaders en richtlijnen te geven, sluiten wij aan bij de aanbevelingen van de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving en de richtlijnen uit de Catalogus Gebiedskenmerken uit de Omgevingsvisie Overijssel (november 2019). • Een passend beleids- en wettelijk kader (IBP “houdt de lijntjes kort”). • Water: Kader Richtlijn Water. • Alleen nieuwe ontwikkelingen worden onderworpen aan deze doelstellingen. De verandering moet geleidelijk gaan, niet drastisch, dat zorgt voor gewenning en draagvlak. ‘Doot heanig an’ zeggen we in Twente.

Kennisbank Tijdens de kennismakingsexcursie voor de Twentse opgave kwamen de onderstaande vragen een aantal malen naar voren, die wij graag samen met de deelnemende teams zouden willen beantwoorden. 1. Wie zijn de werkelijke eigenaren van het gebied en wie de ‘eigenaren met het hart’? 2. Waar en waarom wringt het tussen deze twee groepen? 3. Welke boeren gaan er stoppen? Onderling weten de boeren dit wel, maar het vrij te komen agrarisch areaal is (nog) niet in kaart gebracht. 4. Wellicht kan ‘Twentse Noabers’ helpen bij het in kaart brengen van de eigenaren met het hart. Een totaaloverzicht van de vele én diverse kleine, lokale organisaties die nauw betrokken zijn bij het Twentse landschap is namelijk essentieel. Zij zijn de haarvaten van het kloppende hart van de regio. 5. Wat zijn de verdienmodellen van de succesvolle bedrijven? 6. Hoeveel macht heeft de grote industrie? 7. Welke financieringsvormen worden er gebruikt? 8. Is financiering een probleem of een mogelijkheid tot verduurzaming. 9. Kan een nieuwe financieringsvorm ervoor zorgen dat de eigenaren met het hart mede-eigenaar worden van het gebied waarvan ze houden? 10. Twente kent de weg naar de Europese subsidies (Tubantia 18-05-2019). Welke geoormerkte subsidies liggen er in Brussel waarvan Twente gebruik zou kunnen maken? Kan Regio Deal Twente hiermee helpen?


Doot heanig an... principeschetsen De ruimtelijke kwaliteit ontstaat in de beleving van mensen.

Landschapsontwerp 1. Functie volgt natuur (kleinschalig) 2. Natuur volgt functie (grootschalig)

Ruimtelijke kwaliteit realiseren we door naast bescherming vooral in te zetten op het verbinden van bestaande gebiedskwaliteiten en nieuwe ontwikkelingen waarbij bestaande kwaliteiten worden beschermd en versterkt en nieuwe kwaliteiten worden toegevoegd.

principe-uitwerking

gestileerd principe

vereenvoudigde kaart

(Uit: Catalogus Gebiedskenmerken Overijssel 2019)

functie volgt natuur natuur volgt functie stedelijke laag Natura 2000

Principe 1 : Functie volgt natuur In de landschappen ‘functie volgt natuur’ wordt bij nieuwe ontwikkelingen maximaal ingezet op herstel cultuurlandschap en vorming van de kleinschalige agrarische sector. Deze sector zal zich gaan richten op een lokale afzetmarkt. Korte lijnen en weten waar je eten vandaan komt, daar vraagt de consument steeds meer om; dit zorgt ook voor herstel van het contact tussen burgers en agrariërs. “Koopt Twentse Waar, dan helpen wij Elkaar”. Ondanks de hogere productiekosten dan de grootschalige landbouw, zullen door de veel directere verbinding o.a. opslag- overslag en transportkosten van de lokale producten laag blijven en de consumentenprijs gelijk blijven aan de huidige prijzen. Doot heanig an verwijst hier naar het geleidelijke herstel van het kleinschalige cultuurlandschap en de onthaaste beleving ervan.

erfbebouwing natuur volgt functie erfbebouwing functie volgt natuur

functie volgt natuur

natuur volgt functie

Principe 2 : Natuur volgt functie In de landschappen ‘natuur volgt functie’ wordt ingezet op de grootschalige agrarische sector. Doot heanig an, slaat hier vooral op de regelgeving en het beleid dat in een razend tempo op de sector afkomt wat als een enorme rem werkt op de passie die de agrariërs hebben voor het boerenvak. De boer krijgt hier letterlijk en figuurlijk de ruimte om zijn vak uit te oefenen. Nederland is wereldleider op het gebied van landbouwproducten en dat is iets waarop we trots mogen zijn. Het grootste deel van de productie is bestemd voor de export, maar dat wil niet zeggen dat alles wat op natuur lijkt maar moet worden weggepoetst in deze landschappen. Dat is ook helemaal niet nodig. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt behalve op de bodem en habitatdiversiteit, ook ingezet op het versterken van het doorlopende Nationaal Natuurnetwerk.

Architectuur is verplaatsbaar, demontabel en recyclebaar In de geest van Frank Lloyd Wright, de architect die landschap en gebouw in perfecte harmonie wist te verbinden, hanteren wij voor deze ontwerpopgave Lloyd zijn nog immer actuele en waardevolle uitgangspunten: ‘Gebouwen erkennen en accentueren de schoonheid van het landschap, door de toepassing van duidelijke, rechte, lange horizontale lijnen en een lage opzet. Met grote, ver overstekende daken en overlappende binnen- en openluchtruimten wordt de natuur binnengehaald’. Elk landschap, elke locatie heeft zijn eigen unieke kenmerken. Door de snelle veranderende markt en inrichting van het landschap is er zowel sprake van schaalvergroting als schaalverkleining en daar sluit de architectuur op aan. We kiezen voor een duidelijke vormtaal zonder versnippering. • Gebouwen zijn gemakkelijk te verplaatsen en kunnen eenvoudig hergebruikt en uitgebreid of verkleind worden. • Bij deze vorm van architectuur gaat speciale aandacht naar de detaillering van gemakkelijk te demonteren verbindingen. • Bio based fabricage, montage en installatie. Zoveel mogelijk met lokale partners en lokale natuurlijke materialen (in gedekte kleuren). Daarbij gebruikmakend van prefab onderdelen en standaardisatie binnen het ontwerp wanneer het gaat om grote stallen. • Horizontaal uitgestrekte relatief lage volumes. • Zorgvuldig gekozen dakvormen met een geringe hoogte en waar mogelijk de steile dakhellingen voorzien van volledig geïntegreerde zonnepanelen. Optioneel zijn grasdaken voor flauwe hellingen. • Toepassing van grote overstekken en/of het weglaten van zijwanden waardoor een goed stalklimaat ontstaat.


Doot heanig an...

Wij maken voor deze opgave geen onderscheid tussen conventionele en duurzame landbouw. Wij verwachten dat in de toekomst álle landbouw duurzaam én klimaatadaptief is.

in beeld Een nostalgisch wensbeeld? Of een realistische toekomstvisie met draagvlak? Dat zoeken we in 2020 graag samen verder uit!

• • • • •

Twee principe-ontwerpen: functie volgt natuur en natuur volgt functie Ontwerpen van fysiek landschappelijke structuur en bijpassende maatschappelijke structuur Detailleren ontwerpen door op projectniveau (nieuwe ontwikkelingen) Formuleren bouwkundige visie op erftransformatie Regionale overheden ontvangen handvatten om sturing te geven aan een vernieuwde KGO Tegenstrijdige wet-en regelgeving op het gebied van natuur, klimaat en milieu verdwijnt.

Nederland is wereldleider op het gebied van landbouwproducten en daar mogen we trots op zijn. KADERS & RICHTLIJNEN

‘Koopt Twentse Waar, dan helpen wij Elkaar’ Communicatiestrategie voor imagoherstel boeren en bijdrage van burgers aan landen landschap.

Agrariërs worden betaald voor hun ecosysteemdiensten en bijdrage aan de biodiversiteit.

Om nieuwe ontwikkelingen kaders en richtlijnen te geven, sluiten wij aan bij de aanbevelingen van de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving en de richtlijnen uit de Catalogus Gebiedskenmerken uit de Omgevingsvisie Overijssel (november 2019). Een passend beleids- en wettelijk kader (IBP “houdt de lijntjes kort”).

Bij substantiële schaalvergroting ligt het amoveren van niet efficiënte bestaande bouw voor de hand en is het logisch om geheel nieuw te bouwen in plaats van bij te bouwen. Bij een minder grote uitbreiding of wanneer de ruimtelijke omgeving het toestaat kan het zijn dat de nieuw te bouwen stal totaal anders is van schaal dan de bestaande bebouwing. In dit geval is het beter deze twee volumes hun eigen setting te geven. Door deze visueel los te koppelen en te voorzien van een eigen erf.

Schiet het op daar? Doot heanig an.

ARCHITECTUUR

Daardoor ontstaat een duidelijke hiërarchie en kan elk gebouw zich in zijn eigen context manifesteren. De uitbreiding heeft op deze manier een minimale impact en er ontstaat een rustig beeld dat recht doet aan de landelijke omgeving.

Toevoegen van nestkasten en andere slimme kleine elementen om en habitat te creëren voor flora en fauna die de biodiversiteit vergroten.

groene perceelgrenzen en akkerranden

De natuur heeft nooit haast en toch komt alles voor elkaar.

Continuïteit van beeklopen en wetering herstellen. Zoveel mogelijk een ‘natuurlijk waterpeil’ nastreven.

WATER Kader Richtlijn Water

natuurvriendelijke watergangen

Duurzame bodems houden meer vocht vast en verbeteren de weerstand van gewassen tegen droogte.

De bodem is de bouwsteen en afspiegeling van de maatschappelijke en ecologische gezondheid.

BODEM

Een vitale levende bodem is de basis voor alles: uitbreiden proeftuinen van Mineral Valley. Habitatdiversiteit is de sleutel is tot biodiversiteit.


Landbouw inclusief natuur en landbouw versterken elkaar

Diversiteit in Twente Twente wordt gekenmerkt door een grote variatie aan landschapstypen, bijzondere natuurwaarden en een gevarieerde bodemkundige opbouw en waterhuishouding, waarbij ook de mens een belangrijke rol heeft gespeeld. Vlak bij elkaar komen kleinschalige landschappen met houtwallen, soortenrijke bossen, beekdalen, heidegebieden, stuwwallen en open landbouwgebieden voor. Industrialisatie van de landbouw Dit bijzondere landschap produceert ook veel landbouwproducten, voornamelijk veeteeltproducten. Meer dan de regio zelf gebruikt. Dit is een gevolg van de industrialisatie van de landbouw.

Landbouw inclusief: Robuust systeem voor een vitaal landschap

Natuur bij de boer

Op de essen en in de veen- en heideontginningen is de landbouw vaak groter van schaal. Dit past in dit landschap en moet blijven. We vragen er alleen iets kleins voor terug: een investering in een beetje natuur (5%) op de percelen.

Boeren met natuur

Afhankelijk van het type landschap zijn er ook boeren die meer samenwerken met de natuur. Bijvoorbeeld door het herstel van het hoge waterpeil, houtwallen en akkerranden worden de natuurlijke systemen hersteld.

Boeren in natuur

Er zijn ook boeren die bij willen dragen aan natuurbeheer. Zij bedrijven landbouw in vernatte veengebieden, moerassige beekdalen en droge heidelandschappen. Dit levert andere type producten op.

Klimaatverandering De uitstoot van broeikasgassen door industrialisatie van de landbouw is één van de oorzaken van klimaatverandering. Dit versterkt de achteruitgang van biodiversiteit, verarmt het sortiment in natuurgebieden, veroorzaakt extremen in neerslag (water tekort én overschot) en zorgt voor een lagere productie in de landbouw.

Schaalvergroting en intensivering in de landbouw hebben geleid tot een grote export van landbouwproducten, meer uitstoot van broeikasgassen, achteruitgang van water- en bodemkwaliteit en monoculturen op weiden en akkers. Een nieuwe benadering Het huidige systeem, waarbij landbouw en natuur van elkaar verwijderd raken, kan niet zo doorgaan. De landbouw zal daarmee zichzelf de nek omdraaien. Het mengen van natuur en landbouw zorgt voor geleidelijke overgangen tussen kwetsbare natuurgebieden en grootschalige landbouwgebieden. Dit zal de bodem, het water, biodiversiteit en diversiteit in het landschap vergroten.

Het landschap wordt hersteld, gezond gemaakt.

Op verschillende manieren kan de natuur en landbouw kleinschalig in de stad worden geïntegreerd. Kruiden, notenbomen, dakakkers, enz. brengt de voedselproducent naar de consument toe.

Deze aspecten hebben een negatieve invloed gehad op de biodiversiteit en de landschapskwaliteit. Door confliterende belangen van landbouw en natuur is een soort polarisatie ontstaan, waarbij ieder vanuit het eigen belang een stempel op het ecosysteem drukt.

Boeren in de stad


Landbouw inclusief natuur en landbouw versterken elkaar

Drie structuren als kapstok

Een droog netwerk met bossen en heide op de hogere zandgronden waarin water langer vastgehouden wordt.

Een nat netwerk met moerassige beekdalen op het dekzandplateau waarin beken hun weg omlaag zoeken. Overvloeigebieden in de lage beekdalen in de Twentse vallei, zoals de Regge, waarin water gebufferd kan worden.

LEGEnDA stuwwallen bestaande bossen nieuwe bossen bestaande heidevelden nieuwe heidevelden beken en overvloeigebieden kanalen

Een fijnmazige structuur van ecologische stapstenen zal een aanvulling zijn op de netwerken.

hoogveen landbouw en ecologische stapstenen steden en dorpen

N


Landbouw inclusief natuur en landbouw versterken elkaar

Samenwerking in een coöperatie het kopen van Twenteco producten, verzekert me dat er ook geld besteed wordt aan mijn groene omgeving, dat geeft me het gevoel dat ik kan bijdragen aan het mooie Twente

Om de gezamenlijke belangen van natuur en landbouw te kunnen realiseren zal de polarisatie tussen hen moeten stoppen. Mensen hebben zowel natuur als landbouw nodig. Samenwerking leidt tot begrip en acceptatie. Deze samenwerking kan vorm krijgen in een coöperatie. Landschaps- en natuurbeheerders gebruiken onder andere recreatie om aan financiële middelen te komen. De landbouw verkoopt haar producten via (super)markten en voedselverwerkers aan de consument.

met onze winkel steunen we de lokale producten en ook het lokale landschap

doordat ik mijn producten rechtstreeks kan verkopen aan Twenteco, krijg ik een eerlijke prijs voor mijn producten

er is extra budget voor een aantrekkelijk recreatief landschap

door het toenemende toerisme gaan de zaken goed

Het ingezette nieuwe landbouwbeleid is om toe te werken naar kringlooplandbouw. Boeren stappen niet snel over naar deze nieuwe vorm, waarschijnlijk mede door een gebrek aan kennis. Onze visie gaat uit van het toevoegen van andere teelten waarbij de nadruk komt te liggen op een (inter)nationale kringloop voor grootschalige landbouw en een regionale kringloop voor kleinschalige landbouw. We streven naar een interne kringloop van voedsel en meer diverse veeteelt. Grootschalige eenzijdige veeteelt zal afnemen, het mestoverschot in de regio neemt hierdoor af.

+ Landschaps-/natuurbeheer, landbouw, recreatie, (super)markten en voedselverwerkers kunnen samenwerken in een coöperatie. Zo kunnen financiële middelen gelijk verdeeld en kennis uitgewisseld worden. Ieder heeft een eigen rol die Twente steunt: • • • •

Boeren en voedselverwerkers maken kwalitatief hoge Twentse producten; Landschaps-/natuurbeheerders beheren karakteristieke onderdelen van het Twentse landschap, zoals houtwallen; Organisaties voor recreatie en toerisme vermarkten het Twentse landschap, zodat dit toerisme aantrekt; (Super)markten zorgen ervoor dat de Twentse producten bij de consument terecht komen

•Zo werkt iedereen samen aan een gezond Twents landschap


Boer zoekt Koers, vier kringlopen voor Oale Groond 1.

te geven wat de ruimtelijke- en maatschappelijke consequenties zijn

Visie op de opgave

De kwaliteit van ons landschap/ natuurlijke leefomgeving valt of staat

wanneer voor welke oplossingsrichting gekozen zal worden en zodoende

met een gezond bodemleven en biodiversiteit. Het gebruik en beheer

de groeiende maatschappelijke discussie te kunnen voeden. Vanuit welk

van de bodem zijn de afgelopen twee eeuwen drastisch veranderd. Voor

perspectief kijken we naar de transitie van een kringlooplandbouw? Is dat

de agrarische revolutie was de bodemstructuur een bepalende factor en

door een bril die de focus legt op de ondergrond of via een bovengrondse

sturend mechanisme achter de ruimtelijke ordening van landbouw. De

kijk op de situatie? Vanuit een technologische of vanuit een biologisch

teelt van gewassen en het houden van vee was sterk gebonden aan de

zonne energie

hoogveen

perspectief. Is het kringloopsysteem voor de landbouw geologisch

structuur van de ondergrond en bodemkwaliteit.

gebonden of is het footloose (bodem vs. infrastructuur)? Bij elk van de

Met name in de laatste decennia/ eeuw is dit principe veranderd en

perspectieven zullen verschillende actoren/ belanghebbenden centraal

hebben we veel van ons landschap gevraagd. Door de introductie van

staan die allen op hun eigen manier een stempel op de ruimtelijke

kunstmest, genetische manipulatie van gewassen, het gebruik van

structuur van het Twentse landschap kunnen gaan drukken.

chemische bestrijdingsmiddelen en continue schaalvergroting tot vandaag de dag is het beheer en gebruik van de bodem gemoderniseerd.

voedselproductie

energiecentrale

Hierdoor is het gebruik van het land steeds minder afhankelijk van de kwaliteit en structuur van de bodem geworden. Het is niet langer de

Om de bovengenoemde problematieken een halt toe te roepen en onze

ondergrondse bodemkwaliteit maar de bovengrondse infrastructuur

natuurlijke leefomgeving te herstellen wordt de roep om over te schakelen

die leidend is voor de organisatie van onze landbouw. Door de

naar een landbouwsysteem geënt op kringlopen steeds krachtiger. Er

drang om steeds efficiënter en goedkoper voedsel te produceren

bestaan echter twee oplossingsrichtingen om tot een kringloopsysteem

hebben we enorme monoculturen gecreëerd die losgekoppeld

in de landbouw te komen. Één is een kringloopsysteem vanuit een

zijn van kringloopsystemen van voedings- en meststoffen. Door de

technologische benadering waarbij slimmer met grond- en afvalstoffen

technologische ontwikkeling en modernisering van de agrarische sector

wordt omgegaan en de uitstoot van stikstof en CO2 wordt tegen gegaan.

is ons landschap dus ziek. Het oppervlaktewater is ernstig vervuild, er is

Vanuit deze benadering zou de huidige veestapel gehandhaafd kunnen

sprake van grootschalige verschraling van de bodem en een drastische

blijven of zelfs kunnen gaan groeien. De tweede is een benadering vanuit

afname in biodiversiteit.

het laadvermogen van het landschap/ bodem en reststromen uit de

occupatie

netwerk

voedingsindustrie. Dit bepaald hoe groot de veestapel in Nederland kan zijn. Beide zijn kringloopsystemen, maar beiden hebben een compleet andere ruimtelijke ordeningsprincipes, ruimteclaims en schaal.

landschap

Naast de transitie van landbouwsysteem, komen er nog meer transities/ ruimteclaims op ons landschap af, zoals onder andere de overgang naar hernieuwbare energievoorzieningen, herinrichting van het landschap ten gevolge van klimaatadaptatie, uitbouwen van ecologische structuren voor Twents landschap

heidegebieden

hoogte

instandhouding biodiversiteit en het landschap toegankelijk maken voor recreatieve voorziening. Dit zijn aspecten met enorme ruimteclaims die samen met onze voedselvoorziening een plek in ons landschap moeten krijgen. Het is met dit ontwerpend onderzoek dan ook niet de insteek dat wij één

bodem

toekomstperspectief maar meerdere perspectieven voor het Twentse landschap gaan schetsen. Het doel van de ontwerpopgave is om inzicht windenergie

wilgenproductie

BOER ZOEKT KOERS - BUREAU GRONDZAKEN - 01


de landbouwtransitie. Denk aan opgaven op het gebied van energie,

impact van het kringloopmodel op het landschap zien. De uitwerkingen

Voor het ontwerp en onderzoek stellen we de navolgende aanpak voor.

cultuurhistorie, mobiliteit, waterhuishouding, biodiversiteit, natuur en

kunnen zich manifesteren op verschillende schaalniveaus. Dit hangt af

Het betreft een eerste aanzet die als leidraad wordt gebruikt bij het

recreatie. Ook deze opgaven hebben een ruimte en bodemclaim.

waar en hoe de ruimteclaims van de verschillende transitieopgaven in de

2.

Ontwerp- en onderzoeksproces

modellen worden opgelost. Dit doen we aan de hand van 3D Modellen,

vertrekpunt van de studie. De tijdshorizon van de studie zetten we vast op

schetsplattegronden en visualisaties.

2050. Dit is ver genoeg om vrij te kunnen denken en tegelijkertijd dichtbij

Stap 4, Ontwikkeling en aanscherping van Denkkader

genoeg om de huidige stand van zaken als maatgevend startpunt van het

Om de resultaten van de analyse in te kunnen zetten in een ontwerpend

denken te kunnen nemen. Aan de hand van inzichten en aanbevelingen

onderzoek ontwikkelen we een denkkader die mogelijke scenario’s voor

Stap 7, Conclusies en aanbevelingen

kan tijdens het onderzoeksproces het stappenplan en de inhoud daarvan

de ontwikkeling van circulaire landbouw in Twente voorstelbaar maakt. Dit

Gedurende het proces hebben bevindingen en conclusies zich gevormd.

wijzigen.

denkkader kent twee assen:

In de reflectiefase leggen we de resultaten uit de scenario’s langs de

Op de horizontale as wordt technologie gepositioneerd tegenover

reeds lopende planvorming en beleidstukken in de Regio Twente.

Stap 1, Inventarisatie stof- en afvalstromen kringlooplandbouw

biologie. Daarbij is rekening gehouden met het gegeven dat er sinds

Het denkkader, de scenario’s en de deeluitwerkingen bieden voor de

Een kringlooplandbouw is in dit onderzoek gedefinieerd als het zo veel

de agrarische revolutie twee eeuwen geleden een trend is ingezet

opdrachtgever verschillende inzichten en perspectieven op de transitie

mogelijk behouden en creëren van waarde voor de Regio Twente door

waarbij de monocultuur in de landbouwsector steeds verder oprukt.

naar een kringlooplandbouw. Welke ruimtelijke ordeningsprincipes gaan

grondstoffen, materialen en producten hoogwaardig te laten circuleren

Deze trend kan zich doorzetten maar kan ook bijgebogen worden naar

er schuil achter een kringlooplandbouw? En hoe verhouden die zich tot

in biologische en technische kringlopen en dit alles met hernieuwbare

een trend waarbij er weer meer biologische oplossingen gezocht zal

onze huidige kijk op en inrichting van de leefomgeving? Tegelijkertijd

energie. In de eerste stap verkennen wij welke stof- en afvalstromen in een

worden.

zijn er met de verkenning naar de Regio Twente lessen geleerd die

De verticale as brengt de rol van de bodem en infrastructuur in relatie

de agrarische sector weer handvatten kunnen bieden om samen met

tot de transitie in beeld. Het is mogelijk om de overgang naar een

betrokkenen en belanghebbenden te kunnen sturen op een transitie naar

kringlooplandbouw door de bril van de ondergrond of bovengrond

een circulaire landbouw.

circulaire toekomst van toegevoegde waarde kunnen zijn voor de Regio Twente.

Stap 2, Onderzoek bodemstructuur

te bekijken. Op deze as bepalen we of de bodemstructuur of

In de tweede fase starten we met een onderzoek naar de bodem om

infrastructuur leidend is voor de ruimtelijke ordening van onze

3.

een beter beeld te krijgen van de bodemkwaliteit en het bodemgebruik.

kringloopmodellen.

Bureau Grondzaken bestaat uit een multidisciplinair collectief van

Team, een integrale aanpak

ontwerpers, onderzoekers en kennisexperts met lokale binding in de

Welke bodemtypen zitten waar? Hoe gezond is de bodem? Waar zit verontreiniging? En hoe zit het met de kringlopen van bijvoorbeeld

Stap 5, Ontwerp en onderzoek scenario’s

regio en directe omgeving van Twente. Voor de aanpak van de opgave

voedingsstoffen en biodiversiteit? De kwaliteit van het bodemleven

Binnen het bovengenoemde denkkader worden vier toekomstscenario’s

stellen we een teamopbouw van twee schillen voor. In de eerste schil zit

onder de grond vergelijken we met het huidige bovengrondse

uitgewerkt. De scenario’s worden geladen met de resultaten uit de

een ervaren stedenbouwkundige, planoloog en landschapsarchitect. Zij

bodemgebruik. Waar beïnvloeden beiden elkaar? Wat zijn de effecten

analyses. Daarbij wordt gezocht naar een ‘trekker’ van de verhaallijn die

zijn het gezicht van het team, de cultuurbewakers van het ontwerp en

van klimaatverandering en bodemgebruik op het bodemleven? In

zich op dit moment al manifesteert in de Regio Twente. In feite wordt zo

onderzoeksproces en eindverantwoordelijk voor de uitwerking van de

deze fase benoemen en onderzoeken we de relaties en consequenties

per scenario een bestaand agrarische ontwikkeling met een bijbehorend

opgave. De tweede schil is flexibel. In de tweede schil zitten kennisexperts

van ons menselijk handelen op de bodem. Voor het in kaart brengen

aspect van de kringlooplandbouw radicaal geëxtrapoleerd om een beeld

met uiteenlopende achtergronden. Deze specialisten schuiven aan

van de bodem maken we gebruik van desktopresearch, specifieke

te krijgen van de mogelijke ruimtelijke impact. Ieder verhaallijn start met

tafel bij kennisbijeenkomsten en kunnen gedurende het proces worden

kennisexpertise en locatie bezoek. Met een SWOT-analyse waarderen

een trekker en een specifiek thema, maar verkent ook hoe deze dan

ingezet wanneer de situatie hierom vraagt. Op dit moment zitten er in de

we de huidige status quo en lokaliseren we opgaven boven en onder de

verbindingen kan leggen met andere circulaire thema’s en partijen in

tweede schil kennisdomeinen op het gebied van de bodem (geoloog),

grond.

de Regio Twente. De scenario’s worden uiteindelijk uitgewerkt in een

agrarische economie (econoom), ecologie (ecoloog) en circulaire

verhaallijn met mogelijke actoren, een transitie pad en een kaartbeeld met

economie (adviseur) aangesloten. De samenstelling van

een mogelijk impact voor de ruimtelijke ordening in de Regio Twente.

het team kan worden uitgebreid, we staan open voor de samenwerking

Stap 3, Analyse stakeholders en actoren

met studenten. Daarnaast kunnen extra expertises worden toegevoegd

In stap drie wordt een start gemaakt met twee analyses. De eerste is een krachtenveldanalyse van de partijen die op dit moment een rol

Stap 6, Ontwerp deeluitwerkingen

spelen in de Regio Twente en mogelijk een bijdrage zouden kunnen

Per scenario werken we een aantal kansrijke ontwerp-oplossingen,

leveren aan de kringloop agenda. De tweede actie is het verkennen

deelopgaven of deelgebieden nader uit. Deze maken enerzijds inzichtelijk

van thema’s en vraagstukken die kansrijk zijn om mee te koppelen met

hoe het kringloopsysteem werkt en anderzijds laten de ontwerpen de

als specifieke kennis nodig blijkt en niet vertegenwoordigd is.

BOER ZOEKT KOERS - BUREAU GRONDZAKEN - 02


Mogelijk toekomstbeeld Ecoboeren

Assenkruis Denkkader

op bedrijventerreinen gaan vormgeven. We kunnen met dit systeem voor

INFRASTRUCTUUR

de mondiale markt blijven produceren en de kringloopsysteem lokaal gaan oplossen. Wat zijn door deze extensief ruimtelijke footprint van de

Cyberboeren Bussiness as usual: Technologie x Bodem In dit scenario staan technologie en bodem centraal. Met dit scenario willen wij een beeld schetsen van een mogelijk toekomstig landschap

BIOLOGISCH

ruimteclaims en het nieuwe recreatief- en natuurlandschap?

TECHNOLOGISCH

toekomstige voedselvoorziening de kansen en ruimte voor de overige

wanneer we de trends in het huidige landbouwsysteem en overige ruimteclaims blijven volgen. Hierin onderzoeken wij naar wat de het maximale productiecapaciteit van de bodem is met technologische 4.

Denkkader, vier verschillende kringlopen

BODEMSTRUCTUUR

ondersteuning om tot kringlooplandbouw te komen. Er zullen naar

Om het ontwerpend onderzoek naar een landbouwkringloop te kunnen

verwachting geen drastische wijzigingen op grote schaal in het agrarische

verrichten stellen we een denkkader voor met mogelijke scenario’s voor

landschap gaan plaats vinden. Maar hoe krijgen we dan de symbiose

de ontwikkeling van circulaire landbouw in de regio Twente in relatie

tussen de mono-culturele agrarische landschappen en de recreatieve

tot de andere ruimteclaims op het landschap. Voor de opzet van het

waarde van het landschap als geheel?

denkkader hebben we alvast een eerste aanzet gedaan. Bepalend voor de opbouw van het denkkader is de mogelijke verandering in het denken

Noaberschap 2.0

over de rol van technologie in relatie tot de waarde van de bodem en de

Boeren Coöperaties: Biologie x Infrastructuur

kwaliteit van het landschap. Dit denken wordt bepaald door transities die

In dit scenario staan biologie en infrastructuur centraal. Met dit scenario

nu al een grote rol van betekenis spelen. Om de reikwijdte en mogelijke

willen wij een beeld schetsen wanneer de boeren zelf de regie in handen

impact van de opgave te kunnen schetsen stellen we voor vier mogelijke

nemen en net zoals in het verre verleden de boerengemeenschappen

ontwikkeling scenario’s voor de regio Twente uit te werken. Deze

het landschap gecultiveerd hebben om de regio van voedsel te voorzien.

kwalitatieve scenario’s zijn gebaseerd op een analyse van de bestaande

Welke nieuwe stempel kunnen de boeren middels coöperatieve

situatie en de transitieopgaven die op de regio afkomen. Alle vier de

samenwerking in de toekomst weer op het landschap gaan drukken en

scenario’s zijn onderscheidend op economisch vlak, ruimtelijke ordening,

hoe verhoudt dit zich tot andere ruimteclaims?

schaal van de kringlopen, actoren en samenwerkingsverbanden.

Ecoboeren Van boer tot bord: Biologie x Bodem In dit scenario staan biologie en bodem centraal. Met dit scenario willen wij een beeld schetsen wanneer we voor 100% overgaan op lokaal geproduceerd en geconsumeerd voedsel. Is dit überhaupt mogelijk en wat zijn de gevolgen voor het landschap? Is er nog ruimte voor de overige ruimteclaims of hoe gaan deze dan gecombineerd worden met het lokaal produceren van voedsel?

Wordcloud scenario’s Denkkader anoniem

hyper efficiënt

stapelen

landbouw wordt industrie

Horizontale as: Worden de scenario’s gepositioneerd tussen een

hightech

multinationals

technologische aanpak en een biologisch vertrekpunt.

stad

Verticale as: Worden de scenario’s gepositioneerd tussen een bodem

De boer wordt arbeider

en een infrastructurele benadering die leidend is voor de ruimtelijke

data gedreven

monocultuur

risico management doormodderen

De boer wordt arbeider: Technologie x Infrastructuur

digitaal boeren

In dit scenario staan technologie en infrastructuur centraal. Met dit

Cyberboeren Bussiness as usual

geautomatiseerd

in extreem geconditioneerde omstandigheden ons voedselvoorziening Mogelijk toekomstbeeld Noaberschap 2.0

BV Nederland

Nationaal productieniveau

individu

Ecoboeren Van boer tot bord

schaalverkleining

drive less tractor

innovatieve gewasbescherming schaalvergroting

spreiden

genetische manipulatie

ruimte intensief

scenario willen wij een beeld schetsen wanneer we op technologische en

gemengd bedrijf polycultuur

seizoensgebonden

spreiden

pijpleidingen

Regionaal productieniveau

ecoboeren

drone’s

collectieven

biomassa

bestaande infrastructuren inzetten

Lokaal productieniveau

innovatiekracht

grondstoffenkringloop mondiaal

Fabrieksvlees

Boeren Coöperaties

biobases

Mondiaal productieniveau

clusteren

clusteren

biobouw voor massa

footloose voedselkweek

ordening.

polycultuur

Noaberschap 2.0

klinisch

systeemverandering

ruimte extensief

systeemverandering

bioraffnage

compact

Fabrieksvlees

bedrijventerrein

nieuwe producten

grondstoffenkringloop nationaal

grondstoffenkringloop lokaal

verwaarden van rest- en afvalstromen waterwegen

honkvast

natuurontwikkeling

lowtech

recreatie landbouwperceel

grondstoffenkringloop regionaal

BOER ZOEKT KOERS - BUREAU GRONDZAKEN - 03





Alles kump oet Twente, (bienoa) alles blif in Twente

Nu

Energie-efficientie als leidend principe Drie posters, twee leeswijzen, één strategie

Deze drie posters vormen horizontaal naast elkaar gelegd één geheel. Ze schetsen de problematiek van het nu, de transitiefase straks en een florissant en verukkelijk later. Door de posters verticaal te rangschikken en deels over elkaar te leggen ontstaat een grafische samenvatting.

Elke ontwikkeling een positief effect Energie-efficiëntie als leidend principe?!

Energie-efficiëntie als leidend principe hanteren terwijl energie spotgoedkoop is, lijkt onzinnig. Echter, eindige grondstoffen en afval verbranden is verspilling, omdat we er ook waardevolle spullen van kunnen maken. Het CO2-budget vervliegt met het verplaatsen van spullen over de wereld terwijl het ook lokaal kan. Door het veranderende klimaat en de te trage terugkoppeling is het huidige systeem kwetsbaar. De landbouw kost momenteel zes keer meer energie dan dat hij oplevert. Energie-efficiëntie is het hoogste principe in de natuur. Je kan immers alleen de fitste zijn als je geen energie verspilt. De transitie naar een werkelijk volhoudbare beschaving vraagt dat we dit universele principe van de evolutie ook toepassen in onze technische kringloop. Dat dit niet tot een grijze maoïstische eenvormigheid leidt, toont de natuur ons in de vorm van de prachtigste planten en dieren. Hierbij de regie in handen nemen en er zo snel mogelijk mee beginnen, voorkomt een abrupte en chaotische transitie. Een leukere en mooiere toekomst schetsen en er gezamenlijk aan werken inspireert en geeft vertrouwen.

Grondgebruik nu

Naar integraal doeltreffende beleid

Regelingen zijn sectoraal opgesteld en werken hoofdzakelijk voor enkele symptomen van een bredere onderliggende problematiek. Ze zijn moeilijk bereikbaar voor starters in de landbouw en de woningmarkt en dragen daarmee nauwelijks bij aan de lokale gemeenschap. Dit heet gentrificatie en is een (ongeplande,) ongewenste bijwerking. Nieuwe bewoners kennen het noaberschap niet, hebben geen schoolgaande kinderen en bouwen in een stijl die niet bij de omgeving past. De laatste restjes aan landschapselementen tot aan de rasters aan toe verdwijnen door de schaalvergroting. En lege erven vol doelloze gebouwen blijven achter of worden ingezet voor Rood voor Rood en nieuwe landgoederen. Dit staat boerenwezen (starters in de landbouw zonder agrarische roots) en toekomstboeren (klimaatbewuste en creatieve ondernemers en ruimdenkers) in de weg en is daarmee contraproductief aan de oorspronkelijke doelstelling. Dit kan beter: integraal en holistisch, waardoor een schisma in het landelijk gebied wordt voorkomen.

Technische kringloop nu

Natuurlijke kringloop nu

Waar veel laagwaardige natuur door de eindeloze instandhoudingssubsidie een enorme maatschappelijke kostenpost is, leidt integratie van doelstellingen en methoden voor minder tot een meerwaarde. Wij werken momenteel aan enkele experimenten met (biologisch dynamische) landbouw op natuurgrond. Een beperkt gebruik van fossiele input leidt tot landbouw met een kleiner schaalniveau, een grotere diversiteit en meer handmatige arbeid waardoor dit straks weer leuk en sociaal werk is en gemeengoed wordt. Als we vanaf nu bij alles wat we doen, zorgen dat het een positief effect heeft, ook als iedereen het zou doen, dan zitten we goed (Kant). Wij beseffen dat niet alles in één keer perfect is, maar ook dat de mens niet langer autonoom kan handelen. Zij is net als alle andere wezens onderdeel van een ecologie en economie en moet zich hier ook naar gedragen. Momenteel wordt in Twente voldoende vee gehouden om elke dag te barbecueën, maar moet de dichtstbijzijnde appel uit de Flevopolder komen. Alles dat de goede kant op gaat, maar nog niet 100% goed is, wordt straks getolereerd, maar later niet meer. Door dit nu al te (h)erkennen, versterkt het besef dat de transitie geen eindig project is, maar het begin van een eindeloos evolutieproces.

Tijdsbesteding nu


Straks

Straks

Draagkracht is essentieel voor een zo kort mogelijke tussenfase naar een volhoudbare beschaving. Een paradigmaverschuiving is noodzakelijk; van het denken over welvaart in de vorm van materialisme en bezit naar het zelf kunnen bepalen waar je tijd aan besteedt. Denken in overvloed (van noodzakelijke dingen) in plaats van schaarste (aan overbodige zaken) maakt dat we met meer tevreden mensen zijn. Op deze pagina in het groen enkele voor Twente relevante aspecten die van invloed zijn op een voorspoedig verloop van de transitie en in blauw met welk team wij hieraan bijdragen.

Landschap in dynamisch evenwicht

Door de ondergrond als leidend kader te laten fungeren voor wat er bovengronds gebeurt en niet alleen het watersysteem, maar ook het landgebruik zo in te richten dat water (inclusief nutriënten) zo lang mogelijk in het gebied blijft, ontstaat een veerkrachtig en klimaatadaptieve landbouw. Met een klimaatadaptieve kavelruil wordt gezorgd dat de juiste gewassen op de juiste plek worden verbouwd en de hiermee gepaard gaande diversificatie wordt doorgevoerd. Restgronden van overheden en TBO’s zijn hierbij smeermiddel. Het delen van kennis levert energie en inspiratie. Bestaande resultaten die toepasbaar zijn in het Twente landschap worden benut om van te leren, zoals strokenteelt bij ERF in de Flevopolder, agroforestry met noten in het Sallandse Witharen en voedselbossen waar wordt geëxperimenteerd met eetbaar maken van eikels in het Twentse Rossum. Waar voorheen lanen de Twentse landgoederen verbonden, worden het straks de open zichtlijnen in een landschap vol voedselbossen en voederhagen. De esgronden zijn uitgelezen plaatsen voor teelt van groente. Passend bij de oorsprong en de toekomst. Ook teelt van vezels krijgt een plek. Zo blijven de lijnen en structuren van het karakteristieke Twentse landschap behouden, begint het herstel van de biodiversiteit en blijft het er aangenaam verpozen. We steken Twente in een nieuwe jas, van lokaal geteelde hennep, vlas en olifantengras.

Energie voor en door noaberschap

Modellen als de Donut-economie van K. Raworth en de SDG’s van de VN bieden een breder fundament voor een energie efficiënte beschaving waarbinnen geopereerd moet worden. De behoefte aan integraal opgesteld beleid dat meerdere terreinen en doelen verbindt en lokale behoeften dient, is groot. Het concentreren van ontwikkelingen houdt het buitengebied leefbaar voor mens, plant en dier. Waar het Rood voor Rood beleid voorschrijft dat herbouwd moet worden op de slooplocatie is het wenselijker om meerdere woningen te concentreren in dorpen en bestaande of nieuwe gehuchten. Zo kan een warmtepomp gezamenlijk worden bekostigd en benut. Door te bouwen voor de starter en eindiger op de woningmarkt wordt invulling gegeven aan de wens van veel jongeren en ouderen om in het gebied te blijven wonen. De nieuwe aanwas houdt de school en boerderijwinkel levensvatbaar en de cultuur, het noaberschap en de taal levend. Dit sluit aan op de toekomstige grotere behoefte aan arbeid op het platteland door de mindere beschikbaarheid van fossiele energie. Zo krijgen we compacte steden voor de maandelijkse behoeften, levendige dorpen voor de wekelijkse boodschappen en sociale gehuchten voor de dagdagelijkse interactie en verse groenten.

Behoud materialen door kringlopen scheiden en sluiten

Door materialen van cultuurlijke en natuurlijke oorsprong te scheiden gaan geen kostbare grondstoffen verloren. Materialen met een eindige bron, zoals fossiele energie, en zeldzame delfstoffen worden toegepast in voorwerpen met een hoge gebruikswaarde en lange levensduur. De deeleconomie draagt bij aan een nog hogere benutting van deze materialen. Het lozen van effluentwater van de rioolwaterzuivering, dat nu een van de grootste en meest stabiele bronnen is van het watersysteem, is verspilling. De resterende afvalstoffen die dit water bevat zijn hinderlijk voor de natuur. Door ze te zien als nutriënten en grondstoffen, wordt het (een) zonde om ze kwijt te raken. Met natuurlijke zuiveringssystemen als Kristalbad zijn deze grondstoffen eindeloos opnieuw te benutten en dragen ze bij aan de vruchtbaarheid van stad en land in Twente. Door de gesloten kringlopen maakt Twente zich los van extreme extern invloeden en wordt de regio economisch en ecologisch stabieler.

Ons multidisciplinair team: ‘Dit team helpt bij de transitie van het landelijk en stedelijk gebied waarbij het lokale belang voorop staat en wij gebruikmaken van de kwaliteiten die Twente rijk is.’

‘Vroeger hadden we genoeg biodiversiteit en geen ecologen... In een gezond systeem is een ecoloog overbodig. Tot die tijd vertegenwoordig ik de flora en fauna die niet voor zichzelf opkomt.’

‘Het besef dat fossiele bronnen eindig zijn, dwingt keuzes te maken wat er mee te doen. Alles dat we maken is van permanente meerwaarde en kan hergebruikt worden? Design to upcycle.

‘De transitie van het landelijk gebied vraagt om een model voor eigentijds eigendom van grond. De eeuwenoude Twentse landgoederen bieden hiervoor een inspirerend voorbeeld.’

Directeur

Ecoloog

Cultuurtechnicus

Rentmeester

‘De voor een klimaatadaptief systeem nodige diversiteit is het resultaat van abiotiek en het sluiten van de kringlopen. Mijn analyse maakt de effecten van de ondergrond op de bovengrond inzichtelijk.’ Ecohydroloog

‘Theorieën van Christaller en Von Thunen zijn te theoretisch. Ze opnieuw vormgeven met de ondergrond als basis en energie-efficiëntie als maatstaf inspireert tot een nieuwe ruimtelijke ordening.’ Planoloog

‘Het is tijd voor een nieuwe omkering van het landschap. Weg van de buitenproportionele schaal en export, maar gericht op de menselijke maat met behoud van de ‘genius loci.’

‘Als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg. Dus laten we de landbouw weer eer aandoen door in lijn met de betekenis van het woord, te bouwen aan het land.’

Landschapsarchitect

Toekomstboer


Later

Ondergrond leidend voor de bovengrond

Het watersysteem inrichten op de gemiddelde grondwaterstand verbetert de balans tussen maatschappelijke kosten en baten in heel Twente. Van voederteelt gaan we naar voedselteelt. Natuur en landbouw worden onlosmakelijk met elkaar verweven middels agroforestry tot een dynamisch landbouwcultuur. Een puur natuurlijke kringloop, zonder chemicaliën. Volhoudbaar dankzij minimale fossiele input. Een ruimere keuze aan gewassen en voor de laagste gronden natte teelten (paludicultuur). Dit maakt de landbouw minder gevoelig voor (weers)extremen en lokale en internationale concurrentie. Ruim drie kwart van het voedsel komt straks uit permanente robuuste gewassen en vlinderbloemigen waardoor de hoeveelheid (uitsluitend dubbeldoel)vee gereduceerd wordt. Afgestemd op de behoefte aan mest voor de resterende teelten die niet in hun eigen behoefte voorzien middels stikstofbacteriën of schimmels, zoals aardappels en suikerbieten. Werken mét in plaats van tegen de natuur zorgt voor een enorme veerkracht van het landschap, de landbouw en de natuur, die grotendeels geïntegreerd worden. Deze integratie maakt dat het landschap weer kwalitatief geschikt is als recreatie- en verblijfsruimte, waarmee geen botsingen meer zijn tussen beide. Op enkele zeer bijzondere natuurterreinen na blijven natuurwaarden in stand door er voedsel en vezels te oogsten en behalen we er maatschappelijk, ecologisch én economisch rendement.

Grondgebruik later

Van kapitaalintensief naar arbeidsintensief

Het kost de maatschappij circa dertig jaar om af te kicken van fossiele energie. Misschien niet op tijd voor de klimaatdoelen, maar met een klimaatadaptieve veerkrachtige inrichting van Twente levert dit nauwelijks extreme problemen op. Voor welslagen van de transitie is betaalbare arbeid essentieel. Dit kan door belasting op arbeid te vervangen door belasting op vervuiling en kapitaal. Hierdoor rolt het geld de goede kant op. In 2040 zijn er vanwege afname van fossielgebruik volgens berekeningen circa 52.000 extra collega’s nodig in de Overijsselse landbouw. Een lokale(re) economie vraagt gelukkig minder mensen voor reistijd transport, opslag, koeling etc. Daarmee niet alleen economisch de voordeligste keuze, maar het zorgt ook voor duurzamer werk en meer verbondenheid met elkaar en de omgeving. Hierdoor we onze tijd weer kunnen besteden aan wat we echt belangrijk vinden. Naar analogie van de Twentse nijverheid komt niet alleen de meeste voeding, maar ook vezels voor kleding weer uit de regio. Door hergebruik en upcyclen van al lokaal aanwezige materialen is import van delfstoffen overbodig. Dichtbij de nieuwe bronnen van deze grondstoffen ontstaat veel innovatieve bedrijvigheid zoals bij de nieuwe high-tech campussen van Twence. Alleen dat wat weinig energie kost om te transporteren komt van buiten Twente of gaat er nog uit zoals schonere lucht, schoner water, elektriciteit, informatie en kennis.

Technische kringloop later

Natuurlijke kringloop later

Landbouw = bouwen aan het land

Nieuwe toekomstbestendige boeren hebben maar een klein stuk grond nodig. Het liefst in bruikleen of pacht, want grond kopen zorgt voor dood kapitaal dat niet elders ingezet kan worden en hoge belasting. De toegang tot grond is langdurig verzekerd door goede contracten voor een betaalbare prijs, zodat er een gevoeld eigenaarschap ontstaat waarbij bouwen aan het land weer centraal komt te staan in de landbouw. Dit mede in het belang van de grondeigenaar, vaak een Marke van lokale producenten en consumenten. Een eigentijds model voor het eigendom van grond dat bijdraagt aan een duurzame instandhouding van het weer schone Twentse landschap. Ook de karakteristieke Twentse landgoederen hebben hun eeuwigheidswaarde ruimschoots bewezen. Zowel op het gebied van behoud van cultuurhistorie als door het verpachten van grond voor een realistische prijs vormen ze een sleutel tot succes. Innovatie wordt gesteund, ingegeven en mogelijk gemaakt door een streven naar behoud voor nog minimaal zeven generaties. Daarvoor zijn goede visies nodig en mensen met moed!

Tijdsbesteding later


De Stikstofzuiger Aanpak voor een landschap dat meer stikstof vastlegt dan het uitstoot. De stikstofdiscussie gaat vooral over regels, belemmeringen voor gebruik en verruimen van de wettelijke kaders. Het leidt tot protest, van boeren, bouwers en buitenlui. Positiviteit en het met elkaar nadenken over bruikbare oplossingen lijkt mijlenver weg.

De stikstofzuiger stelt voor om het ontwerppotlood weer samen op te pakken met een positieve bril een landschap te ontwerpen dat meer stikstof weet vast te leggen dan het in de lucht brengt. En daar de natuur, ons voedselsysteem en het landschap optimaal voor in te zetten.

Stikstofproductie

Landschap dat meer stikstof vastlegt dan het uitstoot +

%40

+

Landbouw

%6.5 Huishoudens

+

%6.5 Wegverkeer een Verrukkelijk en geĂŻntegreerd landschap

Stikstofdioxide concentratie in Nederland (NO2) 2017 Source: https://www.atlasleefomgeving.nl/en/explore/air/nitrogen-dioxide

Source: https://resource.wur.nl/en/show/The-nitrogen-problem-in-five-questions.htm


SCENARIO 1 LANDBOUWGROND

Kan een verrukkelijk land heerlijk voedsel produceren dat bijdraagt aan de volksgezondheid en tegelijk stikstof vastleggen? En kunnen de Twentse boeren en LTO helpen met hun kennis en expertise om een boerenlandschap te ontwerpen waaruit dat blijkt?

SCENARIO 2 INFRASTRUCTUUR

SCENARIO 3 INFRASTRUCTUUR

En kunnen we verder stikstofuitstoot uit het verkeer opvangen en omzetten in opneembare stikstof zodat planten en landbouwgewassen ook dit kunnen omzetten in voedsel? Kunnen we een nieuwe infrastructuur ontwerpen, samen met vrachtwagenchauffeurs, automobilisten en fietsers, de fietsersbond en de ANWB?

SCENARIO 4 GEBOUWDE OMGEVING

Als dan ook nog de nieuwe gebouwen en woonwijken in, op en aan de gebouwde omgeving stikstofzuigende planten planten, dan wordt het begrip kringlooplandbouw niet alleen duurzaam, maar zelfs meer dan dat: het wordt productief en een economisch gewin omdat er meer grondstoffen worden geleverd dan er afval ontstaat. Ook die gebouwde omgeving zal moeten worden herontworpen, samen met bewoners, scholen en de gemeenten.


In ons voorstel reikt het oog verder dan de stikstofnormering alleen. Het te ontwerpen plan is dynamisch en legt niets voor de eeuwigheid vast. Immers, de toekomst blijft ongewis. Het zorgt in elk geval voor een gezondere bevolking, een schonere lucht en een beter klimaat, het smaakt lekker, en het landschap in woonwijken, langs (snel)wegen en op boerenbedrijven wordt er mooier van. Opdat niet alleen de mens kan blijven leven maar ook onze natuur er meer en beter van wordt.

Landbouwgrond dichtheid

Wegdichtheid Source: CORINE Land Cover Data 2012, Open Street Map


VEUR MEKOAR MET MEKOAR Context 2050 In 2050 moet en wil Nederland energieen klimaatneutraal zijn, maar er zijn méér ambities: een grote biodiversiteit, schoon en levend water, een vruchtbare bodem en een landschap waarin mensen zich thuis voelen. Om dit te realiseren is een nieuwe balans nodig. Een balans niet van minder, maar van slimmer. Slimme voedselnetwerken met korte lijntjes tussen boer, voedselmaker, bewoner en consument. Slimme technologie gericht op duurzaam én niet te duur én lekker. En slimme eetgewoontes die gezond zijn voor mens en planeet.

CONSUMENTEN

2020

Nieuwe schijf van vijf! Wat kan de consument van 2050 consumeren om gezond te leven en zijn ecologische voetafdruk te verkleinen? Volgens ‘de nieuwe schijf van 2050’ eten we veel verschillende soorten groenten en fruit zoals: noten, granen en peulvruchten met nieuwe en verrassende smaken. Onze eiwitten verkrijgen we niet meer hoofdzakelijk uit vlees. Het kan wel, maar dit vlees is diervriendelijk of zelfs diervrij geproduceerd. In onze visie genieten mensen in 2050 méér van hun eten en drinken. Tevens nodigt het Twentse landschap uit tot buiten bewegen en draagt hierdoor bij aan een gezond eet- en leefpatroon.

‘Alles wat de aarde in één jaar kan leveren, is nu al op’ (Trouw, 29 juli 2019)

VOEDSELMAKERS

2020

Nieuwe, kleine coöperaties en korte ketens!

De transitie van het landelijk gebied komt vanuit iedereen: de consument, de boer, de voedselmakers en de overheid. Een taak voor iedereen en winst voor iedereen, en niet in het minst voor het Twentse landschap.

Ons team bestaat uit twee adviesbureaus en omvat een variatie aan disciplines; landschapsarchitectuur, sociale geografie, economie, politicologie en bestuurskunde. Tevens zijn de vakgebieden ecologie en hydrologie in onze bureaus voorhanden. Met dit gevarieerde team denken wij een landschap te kunnen creeëren waar de Twentenaar trots op is!

2050 dranken groente en fruit

SCHIJF VAN DE

TOEKOMST brood, graanproducten en aardappelen

smeer- en bereidingsvetten

peulvruchten, noten, zuivel, eieren, vis en vlees

2050

In 2050 zijn nieuwe, kleine coöperaties de concurrentie met de bestaande grote bedrijven aangegaan. Deze coöperaties zijn slimme netwerken van boeren, voedselmakers en consumenten. Hierbij wordt de productie afgestemd op de wensen van de consument en de mogelijkheden van het landschap. Met slimme netwerken zorgen deze coöperaties voor een regionale kringloop (maar ook een kringloop voor export en import), een korte voedselketen. Dit zodat er zo min mogelijk grondstoffen verloren raken in het productieproces en een eerlijke winstverdeling mogelijk is. We zetten in op een slimme technische en economische ontwikkeling.

Team De kracht van ons team ligt in het begeleiden van veranderingen in het landelijk gebied. We werken samen met bewoners, ondernemers en de overheid aan de toekomst van het platteland. Dit doen we enerzijds vanuit de opgaven voor duurzame energiewinning, klimaatadaptatie, biodiversiteitsherstel en leefbaarheid en anderzijds vanuit de kwaliteiten van het landschap en de natuur.

HET ANDERS AANPAKKEN

2020

Help! Zo wordt mijn bedrijf te groot en eenzijdig!

BOEREN Naar een gemengd familiebedrijf!

2050

Veel boeren dromen ervan om hun familiebedrijf door te geven aan hun kinderen. Ze willen niet verloren gaan in de trend van schaalvergroting. Door slimme voedselnetwerken, technische ontwikkeling en nieuwe planologische ruimte is er in 2050 een nieuwe trend ontstaan. De boer heeft een gemengd, circulair landbouwbedrijf, met een eerlijke plek in de productieketen waar zorg voor natuur en landschap gewaardeerd wordt. Boeren kunnen op de schaal van een familiebedrijf een waardig gezinsinkomen verdienen en hun boerenbedrijf ontwikkelen.

2020

LANDSCHAP

Trots op het Twentse landschap!

2050

Het Twentse landschap met zijn coulissen, bossen, heide en beekdalen is een gebied om trots op te zijn. Door schaalvergroting, strakke beken en stedelijke druk verdwijnen steeds meer landschapselementen, ontstaat verdroging, wateroverlast en verommelling. Er ontstaat een ‘sleets’ landschap. We maken landschapselementen opnieuw productief door in te zetten op natuurinclusieve landbouw en ‘agroforestry’. Deze vorm van landbouw omvat uitbreiding van bosareaal, houtwalstructuren, wisselteelten en levert een natuurlijke leefruimte voor varkens, kippen en koeien. Hierdoor krijgt de biodiversiteit een impuls, wordt water meer vastgehouden, worden meer broeikassengassen opgenomen en het biedt ruimte voor allerlei vormen van recreatie. Een afwisselend en duurzaam landschap om trots op te zijn.

#OPNAAR2050


VEUR MEKOAR MET MEKOAR IN NIEUWE TWENTSE COÖPERATIES Slimme netwerken Slimme netwerken verbinden - via productcoöperaties en gebiedscoöperaties - boeren, landschap, voedselmakers en consument. De slimme netwerken vormen een regionale kringloop waarin teelt afgestemd is op het landschap, reststoffen worden gebruikt en energie duurzaam wordt opgewekt. Via slimme logistiek, tussen boeren, landhubs en stadshubs worden grondstoffen efficiënt vervoerd, verhandeld en verwerkt.

ACTIEPLAN

Bewuste regie overheid De overheid is nodig om de transitie op gang te brengen en om de bereikte balans te behouden. De overheid moet financieel, planologisch en wettelijk ruimte scheppen voor duurzaam en creatief ondernemen. Zodat nieuwe functies, gebruik van reststoffen en andere innovaties makkelijker mogelijk worden en schadelijke economische activiteiten ontmoedigd en onaantrekkelijk worden. Direct of indirect moeten alle milieukosten doorberekend worden in

Ontwikkeling Twentse coöperaties

productcoöperatie gebiedscoöperatie

Productcoöperatie

Boeren met soortgelijke of complementaire bedrijven werken samen via één of meerdere productcoöperaties. Deze coöperaties richten zich op het hoogwaardig en efficiënt verwaarden van de producten via sterke merken en mooie producten, bijvoorbeeld: het maken van een Twentse hazelnootpasta. Deze nieuwe, kleinschalige coöperaties zijn wendbaar. De maatschappelijke en landschappelijke meerwaarde stelt hen in staat een goede en eerlijke prijs te bieden voor deze producten. De boeren maken gebruik van landhubs om op een slimme manier de kringlopen van grondstoffen, reststromen en energie te sluiten en gebruik te maken van een efficiënt logistiek systeem.

Kracht van het gebied benutten Ontdekken bij welke boeren en bestaande netwerken energie zit om slimme netwerken te gaan vormen en waar een goede basis ligt voor gebiedsen productcoöperaties. Opgaven, middelen en landschap worden nader verkend.

Landhub

Landhub

Landhub

Aanjagers groeperen Aanjagers vanuit overheid, coöperaties, boeren en consumenten vormen een werkgroep onder leiding van een transitieregisseur.

Landhub

Gebiedscoöperatie

Landhub

Diverse partijen (boeren, bedrijven, natuur- en landschaporganisaties, waterschap, gemeente, burgers, etc.) binnen een bepaald gebied kunnen zich verbinden aan een gebiedscoöperatie. Binnen deze coöperatie stellen de leden gezamenlijke bodem-, water- en biodiversiteitsdoelen op. Dit om te zorgen voor een gezond en aantrekkelijk landschap waarbij een synergie ontstaat tussen de kwaliteiten van het gebied en de mogelijkheden voor de productcoöperaties. Gebiedscorporaties kunnen naast landschappelijke doelen ook maatschappelijke doelen hebben, op bijvoorbeeld het gebied van recreatie, zorg en wonen.

Technische vooruitgang Een duurzame landbouw met hoge opbrengsten heeft heel veel techniek nodig. Op dat punt zijn al reuzenstappen gezet en nog veel meer is mogelijk. Denk aan agrotechnologie met zelfrijdende, kleine machines die zeer precies verschillende planten kunnen verzorgen en oogsten en de bodem niet beschadigen. Dit maakt variatie in gewassen naast elkaar weer mogelijk, waardoor planten beter bestand zijn tegen plagen. Aanvullend kan biotechnologie plaagsoorten bestrijden en gewassen verbeteren, zodat ze meer vruchten geven, minder water nodig hebben en ziekteresistent worden. Revolutionair is de mogelijkheid van het produceren van zuivel en vlees, zonder dat daarvoor nog dieren nodig zijn.

de prijs. Internationale afspraken, te beginnen in EU-verband maar ook in verdragen met overige handelspartners moeten gericht zijn op duurzaamheid, biodiversiteit, circulariteit en klimaatneutraliteit.

Landhub

Gezamenlijke droom formuleren Samen mogelijkheden en oplossingen verkennen en vertalen in een droom voor Twente 2050.

Verdienmodellen Veel afzonderlijke elementen van de beoogde transitie, zoals bosaanplant, omschakeling op andere teelt met passende machines of experimenteren met nieuwe gewassen, vergen een risicovolle investering. Deze kan soms pas na een langere tijd kan worden terugverdiend. Hier zijn stevige verdienmodellen en innovatieve financieringsconstructies voor nodig, zoals: •

Vergoeding voor blauwe, groene en grijze diensten: waterkwaliteit en -berging, biodiversiteit, landschapszorg, CO2- en stikstofopslag.

Bedrijfsverbreding: inkomsten uit ontwikkeling van tiny houses, recreatie of energie in de vorm van windturbines.

Strategische waarde-ontwikkeling: een verschuiving naar vernieuwende producten, producten speciaal voor de klant of unieke Twentse producten, bijvoorbeeld ‘Twentse hazelnootpasta’, om te concurreren met de grote voedselcoöperaties. efficiënte productie Niet langer kiezen voor een kostprijsstrategie, maar voor een strategie gericht op het leveren van toegevoegde klantproduct waarde via klantrelatie of aandacht innovatie product innovatie.

#TRANSITIEMIDDELEN

Transitiepad uitzetten Handelingsperspectieven uitzetten om de droom te realiseren en aan de slag met een kick-starter.

#TIJDVOORACTIE


VEUR MEKOAR MET MEKOAR MET SLIMME VOEDSELNETWERKEN NETWERKPRINCIPES GRONDSTOFFEN

Consumenten

Grondstoffen komen uit de gewassen die de boer verbouwt en de dieren die de boer houdt. De boeren leveren hun grondstoffen aan de landhub. PRODUCTEN De landhub maakt van grondstoffen tussenproducten en eindproducten. Voor logistieke efficiëntie is de landhub dichtbij het land. Ook is de landhub voor verkoop en doorvoer van producten naar de stadshub (of naar buiten de regio). De consumenten kunnen ‘online’ hun producten bestellen bij de landhub of stadshub. De landhub stemt dit af met de productie en de boeren.

Voedselmakers

Stadshub

Landhub

Boeren

Water Vasthouden

CO 2

Biodiversiteit

RESTSTOFFEN Bij alle onderdelen van het slimme voedselnetwerk ontstaan reststoffen en worden reststoffen opgenomen, om zo een gesloten kringloop te maken. Dit zoveel mogelijk op een regionale schaal.

NO X

NO X

Water berging

Landhub

ENERGIE Tussen de bossen zorgen windturbines voor duurzame energie voor grote energievragers, zoals de steden en industrie. De windturbines vallen weg in de bossen. Zonnepanelen op de daken leveren energie aan de gebruikers onder de daken.

LANDSCHAPSPRINCIPES •

De ondergrond als basis voor het bovengrondse gebruik;

Duurzame bodem-, wateren luchtsystemen, d.w.z. opslag van broeikasgassen, waterberging, geen verdroging

Alle gebruiksvormen productief voor voedsel, aantrekkelijk voor recreatie, optimaal voor biodiversiteit.

Tiny house

Stadshub

Stuwwal: natuur

Op de hoger gelegen stuwwallen bevindt zich natuurlijk bos met diverse mogelijkheden voor recreatie en verblijf in de vorm van ‘tiny houses’. Het loofbos levert veel biodiversiteit en houdt het water goed vast.

Flanken: voedselbos

Het voedselbos is de gradiënt tussen de natuurlijke bossen en het coulissenlandschap. Het voedselbos heeft gevarieerde begroeiing met producten van boomtop tot in de grond, zoals noten, fruit, groentes, kruiden, knollen en wortels.

Rug: voedselcoulissen

Laagte: boomweides met vee

De boomweides met vee zijn open gebieden geschikt voor veehouderij gecombineerd met verbouwen van noten of vruchten aan bomen. Door deze bomen zal de NOx uit mest opgenomen en vast gehouden wordt.

De voedselcoulissen versterken het typische Twente landschap door de gevarieerde akkerbouw in een casco van singels en houtwallen. Dit casco draagt ook bij aan de voedselproductie door soorten als notenbomen en besdragende heesters.

Stad: voedselverwerking

Beekdal: hooilanden

Het beekdal is de spons van het landschap en houdt water vast. De beek voert overtollig water af. Lisdodde zuivert water, vangt NOx op en is samen met hooi veevoer in de winter. Daarnaast kan het ook als bouw- en isolatiemateriaal dienen.

De stad staat in verbinding met de voedsel- en watersystemen van de omgeving. Energie komt van zonnepanelen op daken windturbines rondom de stad om aan de energiebehoefte van de stad te voldoen.

#ZOKOMTHETSAMEN


I

Nieuw Twents Weefsel I SpanningSpanning en veerkracht en veerkracht

Hoogspanning en urgentie Sluimerende onopgeloste kwesties met betrekking tot landschap, natuur en landbouw zijn de afgelopen maanden in een stroomversnelling geraakt. Het nieuws stroomt binnen uit vele maatschappelijke, wetenschappelijke en politieke bronnen. Meer dan in de jaren 70 toen het Grenzen aan de groei rapport uitkwam lijkt de tijdgeest open om dingen wezenlijk te veranderen. Stakeholders voeren actie of gebruiken beleidsopeningen om ruimte te maken. Sommigen blijven somber, anderen zien desondanks kansen voor omwenteling. Het ontwerpen van nieuwe systemen en weefsels om met en in de natuur te leven, in een landschap van bufferende ecosystemen is de uitdaging. Het tegelijkertijd voorzien in voedsel, energie, schoon water, biodiversiteit en een gezonde leefomgeving en verblijfskwaliteit is een complexe puzzel. De tijd voor revolutie lijkt aangebroken! Ook in Twente.

Wonen en werken in schilderachtig landschap Al vele eeuwen wonen mensen in het gevarieerde landschap van Twente met haar rustieke houtwallen, klaterende beekjes, uitgestrekte bossen en vruchtbare akkers. Het essen, kampen, maten- en flieren landschap met prachtige beekstelsels waar vroeger veel molens waren. De kleinschalige structuren met veel groen en water wordt gewaardeerd, ook door het toerisme dat steeds meer mogelijkheden krijgt om het landschap lopend en fietsend te bewegen. Twente. Landgoed van Nederland. Bovendien geven de buitenplaatsen & landgoederen met 10% van het grondoppervlak, een bijzonder waardevolle groene laag in het landschap, vaak dichtbij de stad. “Wij zijn Twente” staat staat voor de gezamenlijke identiteit en eigenheid van de verschillende bewoners. ‘Noaberschap’, ‘dichtbij’, 'samenwerken' en rust horen bij het Twentse karakter. Naast de manieren van het boerenleven, met veel beproefde inzichten, proberen ook nieuwe bewoners hun plek te vinden. Kaartbeeld stedelijke structuur en innovatie, Houtwal en bossen, Water en reliëf.

Sleets landschap met tere weefsels Het robuuste landschapsecologische systeem van stuwwallen, dekzandlandschappen, beekdalen en veengebieden vertoont echter slijtplekken. Akkers veranderen in graswoestijnen, door de kaalslag in houtwallen, is er steeds minder bodemleven en habitats. Grenzen tussen typische landschapsstructuren vervagen. Men spreekt van rafelige stadsranden en versleten essen. De verdozing en rondwegen blokkeren het zicht.

Van textiel verleden naar high-tech heden De textiel industrie heeft voor veel ontwikkeling gezorgd in Twente. Eerst werd vlas uit de velden gebruikt, later geïmporteerde katoen. De industrie liet naast strijd om sociale gelijkheid, met gebouwen, bleekvelden en buitenplaatsen sporen in het landschap na. Toen deze markt niet meer kon bloeien is Twente een kennisregio geworden. De campus van Twente is sterk vertegenwoordigd in de Nederlandse topsector genaamd HTSM (HighTech Systemen en Materialen). De bijnaam ‘Silicon valley van Europa wijst naar de geestdrift en ondernemerschap start-ups van innovatieve bedrijven. Ook de ‘Klimaat-atlas’ en ‘Mineral Valley’ verbinden chemie, natuurkunde en inzicht.

Panorama Twente: potenties van natuur en mensen Twente als onderdeel van de wereld kan het niet alleen oplossen. Twente kan wel haar potenties benutten, zoals een aantrekkelijke natuur en landschap, en wijsheid van mensen van landbouw experts, ondernemers en high-tech knappe koppen. State of the art inzichten in techniek en natuur kunnen schone oplossingen bieden voor vervuiling van het milieu, door ook de mode en textiel industrie. Of het ontwikkelen van nieuwe structuren die materiaal en ruimte besparen, van lean naar clean’. Of door slimme informatie en distributie verspilling van voedsel en grondstof te voorkomen.

Nieuw Twents Weefsel: Samenhang van natuurlijke gegevenheden en menselijke inventiviteit

Patronen


II Reflecties over omslag Nieuw paradigma: kantelend klimaat A;ldkfjalksdf

Ondanks de urgentie van de majeure opgaven is het tijd om even stil te staan. Waar bevinden wij ons? In een tijd van snel vernieuwende wetenschappelijke inzichten en verfrissende initiatieven. De wetenschappelijke theorieën en aannames achter toekomstscenario’s zijn niet altijd inzichtelijk of begrijpelijk. Implicaties van de relativiteit waarbij het object afhankelijk is van de waarnemer en ook ruimtetijd een nieuwe dimensie is dagen ons verstand uit. Ecosystemen hebben onvoorspelbare tipping-points, verandering van klimaat gaat sneller dan eerder gedacht. Complexiteit vraagt om een systeembenadering en een gezamenlijke richting uit de fragmentatie. Tegelijkertijd bieden de ontwikkeling in wetenschap en technologie, een Nederlands panorama en een groter bewustzijn voor de waarde van de natuur, kansen voor een nieuwe manier van ruimtelijke economie bedrijven met veerkrachtige ecosystemen. Pioniers laten nieuwe manieren van werken zien. Twente heeft met haar natuur en high-tech kennis een dreamteam!

Nieuwe grenzen aan de groei: ‘Niet alles kan’ Het huidige economische systeem van externalisatie van kosten voor mens en milieu naar de internalisatie van deze kosten vraagt om nieuwe economische modellen. Die verandering en begrenzing is pijnlijk. Inspirerend is het model van ‘doughnut’ waarbij het bestuur zorgt dat de economie niet uit de bocht vliegt naar binnen (sociaal verantwoord) en naar buiten (beheersing milieu). Inzichten uit de milieufilosofie zijn broodnodig. Mensen hebben ook automatische handelingen nodig om het milieu te beschermen en sociale mechanismen en sancties voor het oplossen van de ‘tragedy of the commons’. Juist omdat het landschap geen eigenaar heeft maar van iedereen is. Nieuwe vormen van financiering van milieudiensten die landeigenaren onderhouden, en waar anderen van genieten. Het discourse van de ecologie sluit niet aan bij de burger. De fixatie op CO2 en N, vertroebelt het zicht op het geheel van chemische evenwichten. Kweek begrip. Burgers kunnen door hun handelen zaken veranderen maar hebben ook steun en begrip van natuurlijke processen nodig.

Groene revolutie II: Grondgebonden kringlooplandbouw

Robuust raamwerk Kwaliteit en identiteit Klimaat en water Ecologie, biodiversiteit en natuur Gezonde leefomgeving Kringlooplandbouw Voorwaarden Samenhangend bestuur Ambitieus beleid Kader stellend doch flexibel Financiering, prikkels & fondsen Geldstromen verleggen Leren van vernieuwers Kijk over grenzen Interdisciplinariteit Bewegingsruimte Uitwisseling en circulair denken Monitoring en evaluatie

Inzichten uit de landschapshistorie zijn nodig. Twente had een systeem om bodemvruchtbaarheid te regelen door goed werkend systeem van relaties tussen arme zandgronden, essen, heidegronden & beekdalen. Juist op de arme gronden in Nederland en dus ook Twente is intensieve veeteelt ontstaan, los van de bodem en ontspoord. Chemische evenwichten zijn uit balans micro(nutriënten stromen en water stroomt weg). Het lineaire high-input high-vervuiling landbouw beweegt naar het ciruclaire high-tech low-vervuiling toe. Aloude inzichten uit gemengde bedrijven krijgen weer vaste voeten aan de grond maar nu in nieuwe vorm. Van ‘high external input agriculture’ naar ‘high knowledge input landbouw’. Inzichten uit het verleden en andere landen inspireren. Kijk naar natuurlijke gegevens en wees creatief. Met het veranderend klimaat is het ook denkbaar dat ook andere vegetatie tot het landbouw systeem gaat behoren. Bovenal: Onderhandel over het prijs/markt landbouwbeleid in Europa, waardoor voedsel te laag geprijsd is. Bewerk supermarkte en agroindustrie. Boeren kunnen nieuwe markten bedienen. Maar hebben ook steun nodig om de hoge intensiteit van kennis en monitoring te kunnen managen..

# het kan wel: geestelijke lenigheid Het omdraaien van een meerlagig weefwerk geeft andere kleurcombinaties met nieuwe nuances of grote effecten. Pioniers draaien dingen en geven daarmee zicht op mogelijkheden voor nieuwe denkpatronen. Ontwikkelingssamenwerking Creatieve publiek-private samenwerking. Hoe men het went of keert…

Ambitieus robuust raamwerk voor het landschap Ontwikkel een stevig raamwerk waarmee robuuste ecosystemen en mensen zich ontwikkelen kunnen. Neem standvastige besluiten gebaseerd op de dimensies uit dat raamwerk en stuur bij. Monitor en evalueer bijdragen aan de vooruit- of achteruitgang. Landschappelijke Effect Rapportage als leidraad.

Onze visie: kringlooplandschap Het verweven en de high tech als nieuwe input en kans voor een goed integraal landschap . Een nieuwe verweving van Water - Groen - Landbouw – Innovatie Meer sluiten van grondstoffen kringlopen -Verblijfskwaliteit leefomgeving verbinden met duurzame innovatieve productie en nieuwe leef-en woonvormen.

Nieuw Twents Weefsel: Samenhang van natuurlijke gegevenheden en menselijke inventiviteit

Patronen


III Nieuw Twents Weefsel Contouren en rijgsels van heerlijke landschappen: verfijnder, verweefder, zuiverder Ecologische ordenende principes in Twente -

Bodemleven stimuleren Organische stofgehalte in bodems verhogen CO2 kringloop herstellen via herbebossing Kalmeren van (hitte)stress met nieuw groen Water vasthouden Mineralenkringlopen sluiten Micronutriënten balanceren

Ruimtelijke ordenende principes in Twente -

Versterken en uitbreiden coulissen Dooraderen stad en land met water en groen Stapelen en functies combineren Losser of juist dichter weven Twijnen van landschapsdraden Nuanceren en differentiëren Openen van dorpsranden Doorzagen van ‘bedrijvendozen’ en terreinen Stroomvertraging door gebruik reliëf Energie opvangen

Elementen van een kringlooplandschap: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Groene lopers/draden: verrijkte coulissen en bossen, herplanten van houtwallen & struiklaag voor biodiversiteit Blauwe linten in stad en land: schoon water en gebruik reliëf om water vast te houden, door wadi's of vloeiweiden afgezet met houtwallen natte teelten of natte landbouw- en boscultuur of hydrocultuur in veen en stroomgebied beken, Grondgebonden kringlooplandbouw: door samenwerking tussen bedrijven en natuur op gebiedsniveau om bodems te verbeteren en mineralenkringlopen te sluiten, stadstuinen dichtbij de stad maakt Klimaatbestendig groen: gevarieerde akkers, nieuwe gewassen, organischer ondergrond en bodemschatten, Nieuwe energiebronnen: stapelen en biomassa, waterstof uit zoutwinning, Windmolens clusteren op zichtlijnen langs hoofd(water)wegen en open grootschalig landschap Meer lokale economie: nieuwe verdienmodellen die mens en milieu beschermen (winstgevende biodiversiteit, streekeigen producten: Slimme architectuur van gebouwen geïnspireerd door cultureel erfgoed en nieuwe inzichten in duurzaam wonen

Van oude naar nieuwe patronen, systemen en weefsels: • • • • • • • • • •

Nieuw voedsel door oude patronen- vb Stichting Herenboeren maakt burgers eigenaar van boerenbedrijf en boer is verzekerd van werk Nieuwe eigenaren van oude structuren – vb beplanting houtstruweelwallen afgestemd nieuwe gebruik voor paarden eetbare houtwal Oude gewoontes in nieuwe smaken – vb boskip gedijt weer in haar habitat en smaakt heerlijk Oude patronen, nieuwe beleving – vb blootleggen Roombeek Enschede door creatieve landschapsarchitectuur geeft waterbeleving Oude habitats in nieuwe gedaantes - vb notenbomen in verbrede houtsingel als nutriënten buffer, opbrengsten gaan naar oliemolen, Nieuwe gebruiken van oude structuren – vb ‘windsingel’ kleine windmolens in houtwal, of frisse streekeigen producten op de markt Nieuwe gebruiken van bestaande wegen en stromen – vb windmolens langs de A1 of waterbuffels in wadi’s Nieuwe gebruik van oude architectuur – vb het winkelcentrum Delden huist in oude textielfabriek Nieuwe eigenaren en nieuw publiek - vb ondernemers onderzoekt toerisme in ‘lodges ’ aan de waterkant of houtwal Oude vezels, nieuwe gebruik vb vlas en wol telen om nieuwe materialen voor isolatie voor wonen en kleding te produceren

Nieuw Twents Weefsel: Samenhang van natuurlijke gegevenheden en menselijke inventiviteit

Patronen

Team disciplines: landschapsarchitectuur, duurzame landbouw, milieuhygiëne, economie, ecologie, filosofie en kunst


Zuid-Limburg


Geselecteerde inzendingen 2e ronde


Inleiding

De Regenmaker Het Verhaal van de Regenmaker Er was in een bepaalde provincie al heel lang geen regen meer gevallen en alles was verdord. De bevolking wachtte al een tijd op de regen die alsmaar niet viel. En tenslotte werd besloten dat er ‘iets moest gebeuren’. Een afvaardiging werd erop uitgestuurd om een regenmaker te zoeken. Op een ver afgelegen plek vonden ze de regenmaker, een wijze oude man. En hij beloofde om te doen wat binnen zijn vermogen lag. Hij vroeg om een vrijstaand hutje in het open veld, waar hij zich drie dagen kon terugtrekken. Eten en drinken hoefde hij niet. Dan zou hij zien wat hij kon doen. Zijn verzoek werd ingewilligd. Op de avond van de derde dag goot het van de regen. Dankbaar en opgewonden trokken de bewoners van de provincie naar de regenmaker. “Geweldig! Hoe hebt u dat voor elkaar gekregen? Zeg het ons!” “Het was heel eenvoudig”, antwoordde de regenmaker. “Drie dagen lang ben ik alleen maar bezig geweest met in mezelf alles op orde te brengen. Want ik weet dat als ík eenmaal op orde ben, dat de wereld dan ook op orde is, en de droogte plaats moet maken voor regen.” (Bron: Leven in Heelheid, Osho).

Wij beschouwen de transitie naar een duurzame kringlooplandbouw als een onderdeel, weliswaar heel belangrijk, van de transitie naar een duurzame en circulaire samenleving. Onze visie op de transitie naar een duurzame kringlooplandbouw in het Limburgse landschap bestaat uit een procesmatige en inhoudelijke kant. De 9 landelijk gelegen gemeenten vragen expliciet om experimenten. Ons voorstel is te beschouwen als een experiment, dat direct geïmplementeerd kan worden. Er van uitgaande dat een groot deel van het beheer, de zeggenschap en het eigenaarschap van het landschap bij de landbouw ligt, is het essentieel dat er draagvlak is binnen de agrarische sector voor zo’n transitie. Daartoe is een proces nodig dat het programma van de transitie formuleert. Veel problematieken van het Zuid-Limburgse landschap zijn bekend en er zijn al veel oplossingen, maar zelfs in ons klein team verschillen we over wat, wanneer en hoe te doen. Wel zijn we het eens over het multidisciplinaire proces en ook dat elke oplossing een eigen schaalniveau heeft. De procesmatige kant, die we hieronder als eerste bespreken, bestaat uit enerzijds het formuleren van de opgave en anderzijds de fase van de implementatie. Onze inhoudelijke inbreng stoelt op enkele premissen. Eén daarvan is: voorkomen is beter dan helen. Dus wat niet afkoelt hoeft niet verwarmd te worden. En ook: zelfvoorzienendheid is het beste. Als we allemaal vegetariër worden is dat ook het beste. Maar een andere premisse is: alle veranderingen gaan langzaam en we zullen nooit niet meer vliegen of afzien van tropische vruchten of allemaal vegetariër worden. Maar er is wel een optimum en de schade die toch vliegen met zich meebrengt of het transport over langere afstanden moet gecompenseerd worden. In de 19de eeuw gaat alle transport over moeilijk begaanbare wegen en met behulp van paarden en muilezels. Transport is duur en kost veel tijd. Zo laat de kaart van het grondgebruik in Zuid-Limburg in 1810 mooi zien hoe efficiënt het gebruik van de gronden (dalen, hellingen en plateaus) is, ook in relatie tot de af te leggen afstand tussen akker of grasland en de woonplaats.

Proces We stellen een proces voor dat mede is ontwikkeld door het Lectoraat Future Urban Regions1. Uitgangspunt daarbij is dat alvorens een ontwerp kan worden gemaakt er eerst een proces doorlopen moet worden dat gebruik maakt van de kennis en inzichten van vele stakeholders om zo tot een programma van eisen te komen c.q. een experiment te formuleren. Op dit moment bestaat ons team uit een boer, architect, landschapsarchitect, duurzaamheidsspecialist en een socioloog. Maar dit team moet nog verder worden uitgebreid. Onder anderen: meerdere boeren (want zij moeten het implementeren), meerdere bestuurders, consumenten en burgers. Belangrijk is het verkrijgen van draagvlak: van onderop, motivatie, hoor en wederhoor, respect, coalities sluiten, enz. Daarnaast moet in deze fase al gestuurd worden op het verkrijgen van small wins. De small wins aanpak is gericht op het werken aan grote maatschappelijke vraagstukken door middel van kleine betekenisvolle stapjes met zichtbare resultaten. Het zorgt voor energie zonder te vervallen in korte termijn gewin Afbeelding1 Detail Kaart Grondgebruik Zuid-Limburg in 1810 1

Het lectoraat Future Urban Regions is verbonden aan alle Nederlandse Academies van Bouwkunst.

1


of beloftes die niet waar te maken zijn. Small wins zijn echt diepgaande veranderingen waarbij sprake is van (radicaal) nieuwe zienswijzen, nieuwe probleemdefinities en leiden tot nieuwe handelingsperspectieven. Het realiseren van small wins zal per definitie wrijving opleveren. Met één small win ben je er niet. Wel kunnen opeenvolgende small wins tot grootschalige veranderingen leiden.

Kenmerken van de small wins methodiek • • • • • • •

Kleine stap op weg naar systeemverandering Tastbare resultaten voor direct betrokkenen Diepgaande verandering Overkomen bijbehorende wrijving en het slechten van barrières Verbinding inhoudelijke en sociale verandering Plek met energie om verder te experimenteren en te leren Potentie voor verdiepen, verbreden, verspreiden

Inhoudelijke Aanpak Kringlooplandbouw Er bestaat nog veel onduidelijkheid over Kringlooplandbouw. Binnen de landbouw zien veel boeren kringlooplandbouw als een bedreiging. Menigeen denkt dat de landbouw teruggaat naar het Ot en Sien tijdperk. Maar het tegendeel is waar. Moderne technologie en data verwerking moet een onderdeel worden van de Kringlooplandbouw.

Optimum Kringlooplandbouw is het produceren van voedsel met zo min mogelijk verliezen, emissies in een circulair systeem. Het uiteindelijke doel is het zo efficiënt mogelijk gebruiken van ons land voor de productie van voedsel. Het is bekend dat de productie van plantaardig voedsel dat meteen geschikt is voor humane consumptie efficiënter is dan het produceren van plantaardig voer bestemt voor dieren te voeden en daarmee dierlijk voedsel te produce

ren. Echter bij het produceren en verwerken van plantaardig voedsel komen er reststromen vrij die prima kunnen worden gevoerd aan dieren. Ook het gegeven dat er (marginale) gronden zijn welke alleen maar geschikt zijn als grasland dient meegewogen te worden. In Zuid-Limburg speelt ook mee dat grasland een positiever beeld heeft betreffende de omgevingskwaliteiten dan akkerland. Uit wetenschappelijk onderzoek is vast komen te staan dat de optimale verhouding tussen dierlijke en plantaardige eiwitinname ligt rond de een derde dierlijk (23 gram) en twee derde (37 gram) plantaardig. Op dit punt is de output maximaal: het gebruik van reststromen en graslanden optimaal. Zoals gezegd is de plantaardige productie de basis, waarbij we tot nu toe vooral aandacht hadden voor de primaire opbrengst. In een toekomstig systeem zouden we meer moeten kijken naar de gehele plant inclusief restproducten. Deze dienen als voeding voor de bodem of als voeding voor de dieren. Vervolgens komt de mest weer terug naar het land en is de kringloop weer rond.

Mest Deze mest zou meteen moeten worden gescheiden in urine en vaste mest, dit leidt tot minder stikstof vervluchtiging. Daarnaast is de urine door sneller vrijkomend nutriënten veel beter in te zetten als plaats-specifieke, precisie bemesting zeker in combinatie met precisielandbouw. De nutriënten uit vaste mest komen gespreider vrij gedurende een langere periode. Het zo optimaal mogelijk inzetten van de aanwezige nutrieten die in de regionale mest en eventueel overige reststromen (bijv. compost) aanwezig is, moet zeker verder onderzocht en toegelicht worden in een verdere uitwerking van onze visie.

Strokenlandbouw Op grote schaal stellen we voor om de kaart van het grondgebruik in Zuid-Limburg, met de intrinsieke ruimtelijke logica, te gebruiken als de leidraad voor de transitie. Het Limburgse heuvellandschap bestaat uit plateaus, hellingen en dalen. Via de droogdalen ook wel de longen van het heuvelland genoemd stroomt lucht en water naar de dalen, zo is het geomorfologisch landschap ontstaan. De hellingen en droogdalen zijn het meest erosiegevoelig, zeker nu in tijden van klimaatverandering. Daarom, akkers op de plateaus en flauwe hellingen (kleurrijke stroken gewassen) en grasland in droogdalen en op steile hellingen (groene hellingen). Grondbewerking, zaaien, oogsten, gebeurt evenwijdig aan de hoogtelijnen. Wij stellen daarbij een strokenlandbouw voor. De stroken lopen evenwijdig met de hoogtelijnen waardoor de karakteristiek van het heuvelland benadrukt wordt. Naast erosiebestrijding levert dit landschap een fotogeniek beeld op, er ontstaat een ander beeld van het Limburgse landschap, een schilderachtig patroon van wisselende stroken: in kleur, in textuur, in maat en in seizoenen. Stroken met akkerbloemen kunnen worden toegevoegd, het hamsterbeheer kan een integraal onderdeel worden van de strokenteelt en geen aparte enclave in het akkerland. Hierdoor krijgt het landschap weer een kleinschalig landschapsbeeld, dat door de grootschalige ruilverkavelingen van afgelopen decennia is genegeerd met erosie en verarming van het Limburgse landschap(sbeeld) als gevolg. Deze strokenbouw leidt tot gezondere gewassen en betere opbrengsten en er is ook minder inzet van gewasbeschermingsmiddelen nodig. Onderzoek heeft aangetoond dat mengteelt leidt tot minder ziektes en plagen. Hierin zit een financieel voordeel voor de agrariër: minder input en meer output (opbrengst).

Afbeelding 2 Procesverloop van Ontwerp faciliteert Onderzoek naar Onderzoek faciliteert Ontwerpproces

2


ruim 2000 ha aardappelen, etc. te weinig voedsel. Dit biedt wel kansen voor de afzet van voedsel in de korte keten. Indien de consument van om de hoek bekend is met de extra aandacht voor mens en dier, de extra zorg voor de omgeving en hij/zij daarvan de consequenties kent.

Van goed naar beter Qua duurzaamheid staat de landbouw in het heuvelland binnen Nederland bovenaan! De landbouw in Zuid-Limburg is naar Nederlandse maatstaven extensief. Zuid-Limburg (49,3%) heeft procentueel meer akkerbouw en fruitteelt (plantaardige productie) dan landelijk (33,6%). Procentueel heeft Zuid-Limburg (50,3%) veel meer granen in het bouwplan dan landelijk (32,8%). Graanteelt is zeer goed voor de bodem en ook voor de omgevingskwaliteit. Graanteelt heeft een positief effect op de nutriënten, op uit- en afspoeling en ook op erosie. Daarnaast wordt er na graan grotendeels een groenbemester geteeld die weer extra humus in de grond brengt. Humus heeft een positief effect op het vasthouden van nutriënten in de bodem en het waterbergend vermogen van de grond. Door humus wordt ook CO2 vastgelegd in de bodem. Kortom de uitgangssituatie is goed en de weg naar beter is dan sneller gevonden.

Samenwerking

Afbeelding 3 Voorbeeld van stroken landbouw in combinatie met natuur in de droogdalen

De bewerkingskosten zullen door deze strokenteelt waarschijnlijk toenemen. Verder onderzoek en de eventuele inzet van kleine robots bij deze aanpak zou de kansen van dit teeltsysteem in kaart moeten brengen. Aan de Universiteit van Aken zijn al goede ervaringen opgedaan met dit soort robots. De strokenteelt komt de biodiversiteit ten goede en de afwisseling van de verschillende gewassen zorgt voor een verrijking van de landbouwgrond. Het ene gewas wortelt dieper, heeft een hogere stand-dichtheid, een grotere bodembedekking dan het ander gewas. Door deze afwisselend te telen lijdt dit tot minder nutrieten afspoeling en uitspoeling en weer: de kans op waterafspoeling en erosie wordt behoorlijk verminderd. Een dergelijk landschap is ook uitermate geschikt voor hoogwaardige recreatie.

De nieuwe verbreder: de Hybride boer, Op kleinere schaal willen we naar de hybride boer. Monumentale boerderijen worden steeds vaker losgesneden van het bijbehorende land en zoeken een herbestemming. Terwijl ook andere (kleinere) agrarische gebouwen vrijkomen, naast de problematiek van de grote asbestdaken. Het boerenbedrijf in monumentale hoeves moet gestimuleerd worden. Deze hoeves zijn over het algemeen ingericht als gemengde bedrijven. Maar de daarin mogelijk te houden aantallen koeien, varkens etc. zijn niet meer geschikt voor een gezonde economische bedrijfsvoering. Daarom zal een dergelijk bedrijf het moeten hebben van een veelvoud van niches, waar grotere

marges kunnen worden bereikt. Dit zou kunnen zijn hoogwaardige recreatie op het boerenerf, met het maximale aantal van 4 personen per boerenerf: een boerderij-lodge. Denk hierbij ook aan de beleving van de bewerking en verwerking van voedsel, gecombineerd met workshops dat mogelijk een populaire vorm van dagrecreatie is. Tevens het houden van kleine aantallen vee, maar dan niet enkel op stal. De droogdalen en steile hellingen gebruiken voor begrazing door vleesvee, dieren het hele jaar buiten laten lopen. Gemeenschappelijke weiden, zoals het vroegere beheer van het heidelandschap, maar nu meer divers en recreatief en toeristisch hoogwaardiger. Het huidige gesubsidieerde agrarisch natuurbeheer vergt een herijking. De hybride boer kan een prima landschapsbeheerder zijn. De beschikbare middelen, de doelstellingen en de wijze van toezeggingen behoren onder democratisch beheer te komen. Nu wordt er ten behoeve van de Korenwolf 1 ha graan niet geoogst en blijft het in de winter staan. Beter is 4 ha verlaat te oogsten of met de arenstripper. Het zou een beter resultaat voor minder geld opleveren.

Nieuwe verdienmodellen De regio Zuid-Limburg is met 955 inwoners/km2 een van de dichtst bevolktste gebieden van Nederland. Uitgaande van de geldende landelijke eetnormen per hoofd van de bevolking, is de voedselproductie door de landbouw hier niet voldoende om de 600.000 inwoners te voorzien van voedsel. Daarvoor produceren de 13.500 melkkoeien, de 18.000 varkens, 272.000 legkippen, de

3

We weten dat boerderijen in Zuid-Limburg in het verleden voornamelijk een gemengd karakter hadden (veeteelt in combinatie met akkerbouw) kortom plantaardig gemengd met dierlijk. De voordelen benoemen zou een open deur in trappen zijn. Waarom deze voordelen niet beter benutten in ons huidige landbouwsysteem, maar dan niet op bedrijfsniveau maar op lokaal niveau: hechtere samenwerking tussen de onderlinge agrarische bedrijven. Het zwaluwstaarten van de verschillende bedrijven en bedrijfstaken zou waarschijnlijk leiden tot betere benutting en resultaten van de input en output. De vraag is hoever de individuele ondernemers deze samenwerking durven door te zetten maar hier zijn grote voordelen te behalen op het gebied van arbeidsbehoefte en inzet, vruchtwisseling, efficiënter in spelen op de inzet van reststromen en productiecapaciteit. Wat te denken van risicospreiding zowel op financieel opbrengstgebied als op teelt technisch gebied (denk weersextremiteiten) Dit alles leidt direct tot betere verdienmodellen. Onze aanpak en mogelijkheden van kringlooplandbouw schreeuwt om een verdere verdieping in een tweede ronde.

Conclusie Zo bekeken is Kringlooplandbouw een zoektocht van boeren, bedrijven, betrokken burgers en onderzoekers naar het zo goed mogelijk combineren van ecologische principes en moderne technologie, met nieuwe partnerschappen, nieuwe verdienmodellen en maatschappelijke diensten. Niet alleen gericht op een goede opbrengst en een zuinig gebruik van grondstoffen en energie, maar ook op zo min mogelijk belasten van klimaat, milieu en natuur. Zuid-Limburg is gezien de uitgangssituatie van de huidige landbouw geen brug te ver.


LIQUID COMMONS GEULDAL HYDROLOGIE & WATERMANAGEMENT ALS STRATEGIE VOOR EEN REGIONALE SAMENWERKING

GULPEN GULPERBERG GEULDAL

WIJLRE NIJSWILLER Casusgebied Waterbassins Natura 2000 gebied

WAHLWILLER

Waterlopen Noordpijl

PARTIJ

PROJECTGEBIED: SUBBASSIN IN HET GEULDAL

1. GEPOLARISEERD LANDSCHAP In Zuid Limburg zijn natuurgebieden versnipperd en omringd door landbouwgronden die ecologische verbindingen onderbreken maar ook beïnvloeden. Het koppelen van natuurgebieden in grotere structuren is al lang een nationaal en internationaal streven. Desalniettemin denken en werken agrariërs, natuurorganisaties, overheden en bedrijven doorgaans vanuit de logica van hun grondposities. Dit zorgt voor een gefragmenteerde aanpak die als gevolg heeft dat overkoepelende thema’s zoals ecologie en klimaat inefficiënt worden bediend en niet duurzaam zijn op de lange termijn. Daarnaast

leidt het tot een gepolariseerde discussie waarbij de burgers, boeren en natuurbeheerders tegenover elkaar staan. De doelstelling van de EO-Wijers prijsvraag om het landelijke gebied veelzijdig en vitaal te maken is dan ook niet eenvoudig en vergt een ware paradigma verschuiving. 2. WATER ALS GEMENE DELER Liquid Commons is een samenwerking tussen Nederlands Grootste Natuurbeheerder (NGN genoemd vanaf nu), grondbezitters in de regio en een ontwerpbureau. Het voorstel is om in het veld nieuwe methodes te ontwikkelen voor

VERBDINDEN VAN VERNSNIPPERDE NATUURGEBIEDEN MOET VIA LANDBOUW

95% LANDBOUW

natuurbeheerders en boeren om zo samen te bouwen aan een verbeterde wisselwerking tussen landbouw en natuurgebieden. NGN heeft hiervoor een gebied van 15ha ter beschikking om via een hands-on aanpak in het kader van het EOWeijerstraject te experimenteren. De visie voor deze experimenten is om het hydrologische systeem, die alle gronden inherent verbind, centraal te zetten in zowel symbolische als functionele zin. In het voorstel willen wij experimenteren met gedeeld gebruik van grond waarbij de cycli van seizoenen, klimaat, oogst en ecologie beter op elkaar worden afgestemd.

WATERBASIN GULPERBERG: VAN PILOTPROJECT NAAR REGIONALE KATALYSATOR

5% NATUURGEBIED

GEULDAL


LIQUID COMMONS GULPERBERG GEDEELD GRONDGEBRUIK VOOR NATUURONTWIKKELING & DUURZAME LANDBOUW

TEST-SITE LIQUID COMMONS GULPERBERG AGRARIËERSUITBREIDING LAND

BOU WA RE AA L HE HOOFDSTRU C S I G O L CTU ECO U G R IN EID R B UIT

1. PUBLIEKE RUIMTE

3

EC O/ AG RI -TO UR IS M

UITBREIDIN GLAN DBO UW ISCHE HOOFDSTRUCTUU R COLOG ING E REID UITB

4. LANDBOUW FLAGSHIPSTORES (GULPENER)

AR EA AL

6

E

WATERSCHAP

EVING VOO MG RT EO O UR EN O

E M IS

G R

CAMPING

MONUMENT

1

GR OE NE

O M G EV I

G N

TI CREA E RE OR VO

NEDERLANDS GROOTSTE NATUURORGANISATIE (15HA)

BEZOEKERS / VR IJW ILL IG ER S

GROENE LEEFOM GE VIN G

2 2. KENMERKENDE WATERKANT

5. LANDBOUW MARKTEN / BEDRIJVEN

4 NEDERLANDS GROOTSTE NATUURORGANISATIE (15HA)

5

GULPEN

3. TOURISME

Test-site

Waterloop

Kavels

6. CULTUUR & ERFGOED

Wisselwerking partners en omgeving

TESTGEBIED GULPERBERG: 15 HECTARE VAN NATUURMONUMENTEN VOOR ECO-AGRO DEAL LANGS HYDROLOGISCHE SYSTEEM

3. GEULDAL: ZELFDESTRUCTIEVE KAVELS Het Geuldal is een iconisch landschap waar natuurorganisaties al 100 jaar voor zorgen. Ondanks allerlei beschermende statussen (Natura 2000, EHS, etc.) neemt de landschapskwaliteit, bodemkwaliteit en biodiversiteit hier af. Klimaatverandering zorgt voor droogte en stortbuien, met erosie als gevolg. Ook de landbouw komt hier in de knel. De bodemvruchtbaarheid neemt af en de marges zijn te laag. Voor boeren was de intensivering lange tijd een verdienmodel. Maar dat systeem is nu uitgeput. Daarom verlaten zij de streek, die zo o.a. haar sociale cohesie verliest. Goed waterbeheer is

één van de sleutels om de landbouw en ecologie in het Geuldal te herstellen. Dit vergt een bron georiënteerde aanpak waarbij in de haarvaten van het hydrologische systeem oplossingen worden geboden. Door betere bodeminfiltratie, waterbuffering en opslag kan het verschraalde landschap worden hersteld in een vitaal gebied met een goede bodemkwaliteit als basis. 4. ECO-AGRO DEAL OP DE GULPERBERG De Gulperberg, gelegen in het hart van het Geuldal, is een typisch problematisch gebied waarbij boeren, particulieren en NGN grond bezitten

en geen afstemming mogelijk lijkt. NGN wil dit doorbreken door samen met de boeren en het Waterschap een breed gedragen plan op lokaal niveau te ontwikkelen waarbij de ecologische structuur beter wordt ingepast in het gebied en een natuur inclusieve landbouwvorm wordt gerealiseerd. Dit plan wordt gevormd op basis van hydrologische principes. Om dit mogelijk te maken stelt de organisatie haar eigen grond ter beschikking voor het uitwijken van landbouw activiteiten ten behoeve van landschap- en natuurontwikkeling op de omliggende percelen. Hierdoor ontstaat ontwikkelruimte (zowel ruimtelijk

Waterbuffering Integratie recreatieve routes & functies

Erosie door uitspoeling Slechte bodeminiltratie Slechte waterkwaliteit in de rivier Ecologisch laagwaardige vegetatie Bodemverarming

HUIDGE SITUATIE: MONOCULTUUR & BODEMVERARMING

Goede bodeminfiltratie door vegetatie strategie Ecologische horizontale verbinding Natuurinclusieve landbouw in groter gebied

NIEUWE SITUATIE: DUURZAME NUTRIËNT UITWISSELING EN DIVERS BODEMGEBRUIK


LIQUID COMMONS ECO-AGRO ALLIANTIE ECONOMISCHE ALLIANTIE GEBASEERD OP HYDROLOGISCHE SAMENWERKING

VERSCHILLENDE EIGENAREN WORDEN VERENIGD RONDOM EEN NIEUWE RUIMTELIJKE VISIE DIE EEN HYDROLOGISCHE GRONDPOLITIEK CENTRAAL ZET.

als economisch) en kunnen nieuwe allianties ontstaan rondom gedeelde belangen en nieuwe kansen. De essentie van deze samenwerkingen wordt zorgvuldig meegenomen in de inrichting van het landschap zodat de meerwaarde ook duidelijk is voor bewoners en bezoekers. De samenwerking is gebaseerd op een open-source principe waarbij ook andere belanghebbende kunnen inhaken. Deze innovatieve werkwijze vergt flexibiliteit en maatwerk van overheden om juridische en planologische hindernissen te omzeilen. Het doel is om een

regionale katalysator te worden, die als best practice andere grondeigenaren, boeren en natuurontwikkelaars langs het hydrologisch netwerk van de Geuldal inspireert om te participeren in een groeiende eco-agro alliantie. 5. (ON)VERENIGBARE BELANGEN & ONTWERPEND ONDERZOEK Voor de uitwerking van dit concept naar een uitvoerbaar plan is gespecialiseerd kernteam met veel ervaring samengesteld bestaande uit het

LIQUID COMMONS: EEN CROSS-SECTORALE SAMENWERKING

Waterschap (adviesrol), NGN en een ontwerpbureau. Binnen het traject van de EO-Weijers prijsvraag zullen we direct met de boeren aan tafel gaan en door middel van ontwerpend onderzoek alternatieve gebiedsinrichtingen voorstellen. Dit iteratieve proces beoogd verschillende belangen te verenigen door slimme ruimtelijke oplossingen. Tegenstellende belangen worden zo in eerste instantie gezien als ontwerpopgaves in plaats van impasses. In een tweede fase gaan we overige actoren en overheden betrekken met het oog op realisatie van het project.

EEN ITERATIEF PROCES AAN DE HAND VAN ONTWERPEND ONDERZOEK

ALLIANTIE

KAVEL OVERSCHRIJDEND NATUURBEHEER

NA TU

P

LIQUID COMMONS GULPERBERG

UITBREIDING SAMENWERKING AAN DE HAND VAN HET ONTWERPEND ONDERZOEK

NUMENTEN MO UR

WATER SC HA

ECONOMISCHE ALLIANTIE

4. UITVOERING 2. INHAKEN OVERHEDEN

WATERBEHEER BIJ DE BRON

3. REGIONAAL PRECEDENT

BOEREN

1. ONTWERPEND ONDERZOEK

NATUURINCLUSIEVE LANDBOUW

EO-WEIJERS PRIJSVRAAG

LANDSCHAP TRIËNNALE

RESULTAAT


De Limburgse Landschapslinie is het middel om het unieke landschap, de biodiversiteit en de cultuurhistorie van Zuid-Limburg te versterken en te verbinden met de maatschappelijke opgaven. De linie is een ruimtelijk programmatische optimalisering die het kerngebied van Zuid Limburg beschermt door ruimte te bieden aan ‘niet in het monumentale kerngebied passende intensieve(re) functies’, die zich vertaald in één aan een aaneengesloten schakeling van groenblauwe landschappen waarin plaats is voor intensieve agrarische bedrijfsvoering, voedselproductie, recreatie, natuurontwikkeling,

waterberging

en

duurzame winning van energie. De linie - als beschermende, dynamische buffer - transformeert de rafelige, onduidelijk gedefinieerde stadsranden om tot een aantrekkelijke greenbelt met een daaraan gekoppeld

begeerlijk

vestigingsklimaat.

woon,

leef-

en

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

LIMBURGSE LANDSCHAPS LINIE


LINIE

KLIMAATADAPTATIE MEEKOPPELKANSEN

DORPSRANDEN RECREATIE KLEINSCHALIGE LANDBOUW

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + KERNLANDSCHAP EXTENSIEVE LANDBOUW

VERSTERKEN LANDSCHAP WAARDECREATIE

HISTORISCH LANDSCHAP

LINIE GROENBLAUW NETWERK

FUNCTIEMENGING INTENSIEVE LANDBOUW

BEEKDAL HERSTEL RECREATIE


Limburg staat bekend om het prachtige maar kwetsbare landschap. Een collectief goed dat zeker met het oog op de maatschappelijke opgaven van de toekomst bijzondere bescherming verdient. Opgaven als energietransitie, klimaatadaptie en krimp-/uitbreidingsgebieden hebben een forse ruimtelijke impact en als we deze opgaven niet centraal oppakken dan ontstaat het risico dat we langzaam ons kostbare landschap opsnoepen. Daar waar de Stelling van Amsterdam de stad beschermde door een seriematig geplande schil van inundatievelden, forten, fortificaties en linies, daar beschermt de nieuwe Limburgse Landschapslinie het kwetsbare Limburgse landschap door middel van een beschermingszone waarin functies kunnen landen waaraan we geen plek moeten willen geven in ons waardevolle kernlandschap. De linie vormt daarmee een het scharnierpunt tussen stad en landschap die het landschap beschermt tegen de invloeden van verstedelijking. Andersom vormt de linie een bufferzone waarin ruimte is om stedelijke randen te definiëren, waterberging, energietransitie, maar ook een ruimte waar intensievere landbouw dan verantwoord in het kernlandschap een plek kan vinden. De zone vormt uitdrukkelijk een kansrijke zone om stad en land te vervlechten, waar economische ontwikkelingen gecombineerd kunnen worden met het versterken van landschappelijke kernkwaliteiten en het verbeteren van het leef- en vestigingsklimaat. Landschapscorridors verbinden het kernlandschap met de grote (Eu)regionale landschapsparken. Op deze plekken is de linie passeerbaar waardoor ecologische uitwisseling met omliggend landschap mogelijk is en versterking van het ecosysteem als totaal plaatsvindt. Welke functie op welke locatie in de linie past is nader te definiëren. Enerzijds door het lezen van de fysieke stad en anderzijds door een analyse van digitale lagen (BIG data). Door BIG data als tool te benutten kunnen we grip krijgen op de landschappelijke en maatschappelijke lagen in de bestaande context en zo kansen bloot leggen. Dat betekent de linie wordt gezoneerd voor het optimaal functioneren daarvan maar ook dat er in de toekomst een opgave ligt om deze zone te herschikken en functies te verplaatsen naar een locatie waar zij optimaal liggen. Het landschap is ons collectief belang en de data analyse zal uitwijzen welke vormen van agrarisch werken schadelijk zijn voor het landschap, door hun bedrijfsvoering of positionering nabij uitermate kwetsbare gebieden. De linie is met name aantrekkelijk voor de intensievere bedrijfsvoering, vanwege de nabijheid van infrastructuur en de stad. Dit biedt een welkome aangelegenheid om korte voedselketens te definiëren door het implementeren van Food HUB’s die in leegstaande, te transformeren vastgoed de producent, de markt en de consument dichter bij elkaar brengen.

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

LIMBURGSE LANDSCHAPS LINIE

Identificeer bedreigingen en conflicten van het waardevolle cultuurlandschap

Uitplaatsen en herordenen van activiteiten in de stedelijke randzones

Landschapslinie als dynamische greenbelt


Overige inzendingen


INZENDING EO WIJERS PRIJSVRAAG TOWARDS GARDEN CITY 3.0

GARDENCITY EN EO-WIJERS

VOEDSEL ALS VERBINDING - TRANSFORMATIE VAN DE BOERDERIJ

Wij zijn een collectief van ontwerpers die door de schalen heen nieuwe principes voor een ‘’Gardencity 2.0’’ onderzoekt en ontwerpt. Dit ‘research by design’ project is 5 jaar geleden gestart met als doel de relaties tussen onze leefomgeving, het agrarisch landschap en het energie productielandschap te heroverwegen en voorbeelden te maken.

Het tussenland in Zuid Limburg staat voor een grote vernieuwingsopgave. Gestelde klimaatdoelen richting 2050 vragen om nieuwe inzichten, afwegingen en verbeteringsmogelijkheden zowel sociaal, cultureel als economisch. Het is een complexe aangelegenheid met vele actoren. Uit de kennis die wij hebben opgedaan brengen we drie ingrediënten naar voren die de kijk op het landschap een nieuw perspectief kunnen geven:

Zuid Limburg heeft een prachtig heuvelachtig landschap. Vruchtbare grond en natuurlijke grondstoffen zijn hier in overvloed aanwezig. Niet voor niets wordt deze streek al sinds de Romeinse tijd bewoond. Sinds het sluiten van de mijnindustrie verkeerd Zuid Limburg in een lastige situatie opzoek naar sociale en economische kansen. In dit plan wordt uitgegaan van de natuurlijke kwaliteit van het landschap als bodem voor nieuwe kansen en ontwikkeling. In dit voorstel wordt een aanpak gepresenteerd voor kwalitatieve duurzame voedselproductie, waarin de participatie van de consument een grote rol speelt.

‘’Omdat het overstappen naar hernieuwbare energiebronnen veel ruimte intensiever is dan die van fossiele grondstoffen zullen ruimtelijke afwegingen moeten worden gemaakt. Om alvorens kansen in beeld te brengen. Wij zien het als onze missie om kansen in kaart te brengen om met een positieve bril te werken aan de transformatie van stad en land, waarin perspectief voor de boer en het maken van een rijk recreatief productie landscap gecombineerd worden.’’ Drie principes staan centraal: 1. Het huidige stedelijk economisch model waarbij consumptie leidt tot afval en verspilling voldoet niet meer en zal moeten worden omgevormd tot een cyclisch model waarbij afval een grondstof is en materiaal en energie benut worden binnen slimme netwerken. 2. Productielandschappen gaan hand in hand met recreatielandschappen en leiden tot interessante nieuwe gebruiksgebieden 3. Op basis van eigenheid wordt gezocht naar versterking van identiteit.

Het samenbrengen van de vernieuwing voor de boerderij met het voedselbos als drager. Een impuls die kan leiden naar een nieuwe collectiviteit en saamhorigheid. Het omvormen gaat gepaard met CO2 reductie en kringlooplandbouw. Maar een dergelijke transformatie staat niet op zichtzelf. Welke ruimte komt vrij als meerdere (vlees)boeren willen omvormen of stoppen? Ruimte na het vleestijdperk. Kan deze ruimte een rol spelen in het versterken van de landschappelijke, recreatieve en natuurwaarden? En kunnen deze bouwstenen tevens de grondstoffen zijn voor nieuwe energie en materiaal circulariteit? Hoe sluiten korte en lange termijn doelen op elkaar en kunnen deze elkaar versterken? Het doel van deze inzending is het samenbrengen van deze kennis in een inspiratie document waarin 1+1=3 wordt. Dat met discussie als instrument in samenwerking met Eo-Wijers, lokale boeren, stakeholders en de politiek een transformatie van stad en land wordt voorgelegd.

In het huidige system gaan natuur en biodiversiteit niet samen met voedselproductie. Wereldwijd verdwijnt het natuurlijke landschap om ruimte te maken voor een monocultuur. Natuur en ecosystemen zijn cruciaal voor onze voor ons bestaan en kwaliteit van leven. Het voedsel productie systeem bepaalt in grote mate hoe mensen omspringen met het landschap. Daarnaast is transport goed voor een groot percentage van de totale CO2 uitstoot. In de ideale situatie worden natuur en landbouw gecombineerd in een system voor duurzame voedselproductie waar symbiose tussen planten en dieren plaatsvindt. Een circulair productiesystem van samenhangende processen kan de productiviteit verhogen en het afval verminderen. Daarnaast zijn traditionele processen zoals bierbrouwen of kaas maken een belangrijke inspiratie omdat deze zijn voortgekomen uit de specifieke karakteristieken van het gebied. Deze processen zijn gebaseerd op lokaal te produc-

eren grondstoffen maar ook belangrijk voor de trots en identiteit van de regio. Technische innovaties kunnen bijdragen aan optimalisatie en een hogere efficiency. Denk bijvoorbeeld aan een biodigestor en een biofilter, die in staat zijn organisch afval om te zetten in energie en water te filteren met behulp van planten. Een omgeving waarin op een natuurlijke manier voedsel wordt geproduceerd heeft de potentie om ook als recreatief gebied in gezet te kunnen worden. Participanten en bezoekers kunnen een hernieuwde band aangaan met natuur en hun eten. Voordat industriële voedselproductie de standaard werd, had de bevolking een hechtere relatie met het eigen voedsel. De productie voorzag men niet alleen van werk maar ook van samenhorigheid en het gevoel deel uit te maken van een gemeenschap. Nu ons huidige voedsel productie systeem duidelijke tekortkomingen begint te vertonen, beginnen we te twijfelen aan de industriële aanpak. Steeds meer mensen beginnen interesse te ontwikkelen om deel te nemen aan voedselproductie, voorbeelden hiervan zijn stedelijke kassen en de intrede van meer volkstuintjes. Bovendien is er in onze snelle maatschappij een toenemende behoefte aan vakmanschap en kwaliteit. De basis voor een nieuw voedsel productie system in dit voorstel is een voedselbos. Dit omvat een landbouw methode waarin verschillende planten en dieren een compleet ecosysteem vormen dat het hele jaar door verschillende verse producten voortbrengt. Deze methode is gebaseerd op de werking van een bos, maar dan bestaande uit eetbare soorten. Dit betekent een gezond bio-divers landschap dat tevens kan worden ingezet als recreatief gebied:

TUSSENLAND

Van productie naar recreatief landschap

Collectief tuinieren

Figuur 1,2,3. Voorbeeld projecten uit collectief (eigen afbeeldingen auteur).

Energie opslag

Tussenland

Figuur 4. Gardencity model schema. (eigen aflbeelding auteur)

Figuur 5. Impressie voedselproductie & recreatie. (eigen afbeelding auteur).


RUIMTE VOOR EEN RECREATIEF PRODUCTIE LANDSCHAP

Figuur 6. Gardencity model schema. (eigen aflbeelding auteur) Nieuwe verbindingen kunnen de toevoer van grondstoffen beperken en het system efficiënter inrichten. De processen zijn verschillend maar samen wordt de grondstof toevoer beperkt. De mate van productiviteit kan worden verhoogd zonder het toevoegen van extra bronnen zoals water en energie maar door het initiëren van circulaire systemen. Deze werkwijze ligt ter grond slag aan het samenstellen van een nieuwe productie systeem dat voorziet in een compleet gezond dieet, energie en bouwmaterialen zoals hout. Een goed business model is essentieel om een soort gelijk project kans van slagen te geven. Een eerste inventarisatie is zeer positief. Zuid-Limburg biedt

vele subsidies voor een project dat bovengenoemde thema’s beslaat.Zoals de subsidie versterken kwaliteit toeristisch aanbod, de subsidie erfgoed innovatie en subsidie regeling kwaliteits impuls natuur en landschap limburg. Daarnaast zijn er vele mogelijke geldstromen denkbaar om financieel rendabel te zijn. Aangetoond is dat een voedselbos op de langere termijn een betere inkomstenbron is dan conventionele landbouw door het efficiëntere gebruik van de vegetatie lagen. De verkoop van producten, participatie, educatie, activiteiten, culinaire bedrijvigheid zijn allemaal mogelijkheden om inkomsten te verwerven.

transformatie van de boerderijen staat niet op zichtzelf: voorbeeld van de hoeveelheid land die nu gebruikt wordt voor veehouderij

voorbeelden van nieuwe programma’s voor boerderijen

Figuur 7. Gardencity model schema. (eigen aflbeelding auteur)

weide land gemixte gewassen die gebruikt zouden kunnen worden voor menselijke consumptie maar nu grotendeels worden ingezet voor dierlijk voedsel.(one soil, 2019)


OUTPUT

BOUWSTENEN VOOR HET PRODUCTIELANDSCHAP

Planten zullen de bouwstenen vormen voor de toekomstige (bio) industriële activiteiten, maar ook waarde creëren voor de openbare ruimte en helpen met het behouden en onderhouden van de natuur. Met deze ideeën in gedachten, hebben wij een methode gecreëerd die kijkt naar de verschillende functies en eigenschappen van de plant, bijvoorbeeld: de potentie voor biochemische industrie of biobrandstof, verhogen van de biodiversiteit, fixeren van nitraten. Daarnaast word ook gekeken naar de esthetische waarden van de plant en of zij bijvoorbeeld bloeien en waar zij geplaatst kunnen worden in het landschap (bijv. water, droge grond, etc). Er vanuit gaande dat een plant nooit slechts één functie heeft maar een oplossing kan bieden binnen verschillende disciplines, wordt er een plan gemaakt om optimaal gebruik te maken van de natuurlijke elementen en functies van de planten gedurende de transitie van fossiel naar hernieuwbare grondstoffen.

WIJ MAKEN

WIJ ZOEKEN

Inspiratiedocument met een aantal scenario’s (nadrukkelijk geen plan) waarin voedsel, energie en materiaal de bouwstenen zijn voor de inrichting van een recreatief productielandschap en waarin nieuwe en bestaande plekken zoals de boerderij verschillend gebruik toestaan van inspirerende ontspanning tot huisvesting aan nieuwe productiemethoden.

Boeren en eigenaren van te transformeren vastgoed en/of land om gezamenlijk ideeën verder vorm te geven. Fam Schin op Geul (nog niet gecontact) … bosbouw (nog niet gecontact)

Door het opzetten van een ontwerpend onderzoek worden deze vraagstellingen afzonderlijk en integraal in beeld gebracht met als doel: Figuur 5. Vision of a Renewable Production Landscapes and the additional benefits. (eigen aflbeelding auteur)

• Inventarisatie en analyse van de potentie van hetgeen er reeds is en hetgeen er kan komen; • Visualiseren van ontwerpvisies die met verschillende doelgroepen kunnen worden besproken;

WIJ HOPEN

Met onze aanpak een stap te zetten naar een omgeving waarin gedeelde behoeftes en een kwalitatieve inrichting van ons landschap leiden naar een gezonde basis voor een perspectiefvol en verrukkelijk landschap. ‘‘De kwaliteit van het Limburgse stad en land als basis voor een toekomst waar productie en recreatie in harmonie het landschap versterken.

• Het ontwikkelen van een visie/spelregels op hoe om te gaan met deze transformatie waarbij voedsel, energie en materiaalcirculariteit de basis vormen; • Het verwerven van nieuwe inzichten;

Pollutants: Sort: Height: Habitat:

Explaination Anthyllis Vulneraria L. is a herbacaous plant that is spread throughout Europe and North Africa. The plant usually appears in dry sitiations and sea cliffs. It can handle light sandy and medium clay soils and prefers a PH neutral or alkaline soils. It cannot grow in shaded areas. The plant is reknown for attracting wildlife and bees, moths and butterflies. Another advantage of the Anthyllis vulneraria L. is that it is able to fix nitrhogen

Explaination

Sorghum is a genus of flowering plants in the grass family Poaceae. Seventeen of the 25 species are native to Australia, with the range of sWome extending to Africa, Asia, Mesoamerica, and certain islands in the Indian and Pacific Oceans

Landscape positioning

attracting wildlife

nitrogen fixation

Herbacaous

sub-canopy

Phytoremediation

canopy

Water

flowering

Het vernieuwingsvraagstuk is breed, dat wil zeggen het gaat niet enkel om het geven van een ontwerpoplossing maar het brengt tal van aspecten samen zoals: de geschiedenis van het landschap, de karakteristieken, objecten, eigenaarschap, behoeften, samenwerking, investeren en organiseren, beleid enzovoort. Een uitdagend en actueel onderwerp dat vraagt om creativiteit, inventiviteit en visionair denken van een breedspectrum van generalisten en specialisten. Het is een interdisciplinair project met een integrale opgave als basis.

Wetlands

Qualities and Function Inland

Water

+400 flowering

Phytoremediation

+300

+200

attracting wildlife

nitrogen fixation

+100 purifying water

Wij combineren kennis en aandachtsgebieden tot een ruimtelijk ontwerp. Met expertise in onder andere: voedselbossen en participatie, zero meat future, industriële ecologie, nieuwe voedsel landschapen, energie landschapen, ruimtelijke vertaling van concept tot ontwerp en kennis/ analyses over de huidige situatie en kansen voor Zuid-Limburg.

Wetlands

Inland

+400

+300

+200

+100

bio-chemical industry

purifying water

bio-chemical industry

bees & insects

biofuel & energy

-100

0 Sub-Soil

biofuel & energy

Sub-Soil

0

bees & insects

TEAM

Landscape positioning

canopy

Qualities and Function

• Het openbaar maken van de ontwerpen, discussies en het onderzoek.

Sorghum Sp.

Johnsongrass Phytostabiliza tion Cd, Ni, Cu, Pb & Zn Grass 60 - 240 cm Dry clay and sandy soil

sub-canopy

Pollutants: Sort: Height: Habitat: Growth: Flowering:

Specifications Common Name: Technique:

Anthyllis Vulneraria L.

Kidney Fetch Phytoextraction, hyperaacumulator Zn Herbacaous 90 cm Clay/Sandy soils Perennial June - Sept.

Herbacaous

Specifications Common Name: Technique:

-100

Figuur 8. Natuurlijke kwaliteiten van Zuid Limburg (eigen afbeelding auteur).


BOS GEMEENSCHAP Stikstofproblematiek, ontbossing, CO2 uitstoot, dalende biodiversiteit, vervuilde grond, hevige regenval, aanhoudende droogte, 1 miljoen extra woningen, temperatuurstijging, eindige energiebronnen, eindige bouwmaterialen, etc. En het antwoord op al deze problemen lijkt het aanplanten van bomen. Maarliefst 2 miljard bomen als het aan Eurocommissaris Frans Timmermans ligt. Veel bomen betekent veel bos en Zuid-Limburg heeft de ruimte om in deze vraag te voorzien; de ruimte om te verbossen. Om deze transitie te sturen is daadkracht nodig en moeten locale partijen samenwerken. Boeren zullen samen moeten werken toewerken naar een gelaagd landbouwsysteem waar bosontwikkeling een plek krijgt. Het landbouw areaal tussen het Geuldal, het Geleenbeekdal en de Rode beek vormt de basis voor deze transitie naar een duurzame en toekomstbestendige regio.

2030

2050

De beken en rivieren die het gebied doorkruisen hebben diepe geulen uitgesleten en grote hoogteverschillen in het heuvelland doen ontstaan. De beekdalen en plateaus zorgen voor een variĂŤteit aan landschappelijke ervaringen waar nĂłg meer uit gehaald kan worden door de toevoeging van bebosde gebieden. bron: Pdok

bron: Alterra

De samenstelling van de bodem wordt gekenmerkt door klei in de beekdalen, de vruchtbare lĂśss gronden en de plateaus die grotendeels uit leem bestaan. De toenemende droge periodes in ons land zorgen voor mislukte oogsten door een gebrek aan water in dit hoger gelegen gebied. Bossen houden water vast.

2100 bron: Pdok

De provincie Zuid-Limburg is een recreatieve hot-spot met ruim 10 miljoen bezoekers per jaar. Er liggen echter nog veel kansen om het landschap verder te benutten en te verrijken. Lager gewaardeerde landschappen worden aangepakt en een nieuwe rol gaan vervullen met een herkenbare vernieuwde identiteit.

De beekdalen vormen de ecologische structuren en het grootste deel van de huidige bossen liggen langs de rivieren. Een dwarsverbinding tussen deze ecologische sterkhouders wordt echter geblokkeerd door de intenisieve landbouw. Een toename in vegetatie in het landbouw areaal moet voor deze verbinding gaan zorgen.


Van oorsprong was het gebied opgebouwd uit kleine boeren bedrijven. Een dergelijk bedrijf richtte zich op vee-, groente- of fruitteelt en vond zijn afnemers voornamelijk in de eigen regio.

Het huidige landbouwgebied is die van de monoculturen. Grote stukken land met slechts één gewas zijn gericht op de snelste en omvangrijkste oogst. De afzetmarkt gaat over grenzen heen en maakt Nederland de op één na grootste exporteur van landbouwgoederen in de wereld.

Een nieuwe vorm van landbouw vraagt samenwerking vragen tussen boeren, vanwege het gevarieerde landbouwgebied en gewas kennis gedeeld moet worden. De diverse oogst maakt de regio zelfvoorzienend en inwoners raken weer betrokken bij het boeren bedrijf.

bron: CBS.nl 18-01-2019

Traditionele productiebossen zijn net als het landbouwgebied een monocultuur waarbij één boomsoort vaak in grote getalen wordt aangeplant om vervolgens in één keer geoogst te worden. Voor de biodiversiteit zijn deze bossen van geringe waarde en ook worden deze bossen door de mens minder gewaardeerd.

In de nieuwe productiebossen staat biodiversiteit voorop; een gezonde mix van zowel soorten als leeftijden. Meerdere doelen worden hiermee gediend. Door productie, ecologie en recreatie met elkaar te combineren ontsaat een vitaal systeem voor alle soorten.

Boomwortels fixeren nitraten en gaan uitspoeling van de bodem tegen

Boeren komen met “oplossing” crisis ... Erisman verwacht dat ook de maatregelen van de boeren voor de langere termijn om stikstof te beperken, zoals het dieper injecteren van mest in de grond, niet efficiënt, erg duur en zelfs contraproductief voor bijvoorbeeld water en klimaat kunnen uitpakken, zolang het uitgangspunt is en blijft: dezelfde productie. Erisman: „Mijn grootste zorg is dat dit gaat leiden tot extra kosten voor de boer. Alleen grote bedrijven kunnen deze kosten betalen. De oplossing ligt in een kleinere productie met hogere opbrengsten.”

omschakelen naar kleinschalige ecologische landbouw

PRODUCTIELANDSCHAP Het landbouwgebied wordt geleidelijk overgenomen door nieuwe vormen van ecologische landbouw waarbij de huidige cyclus van een jaar wordt vervangen door processen van verschillende lengten. Op de korte termijn wordt nog steeds geoogst, maar intussen groeit het gebied uit tot een systeem dat weerbaar is en toekomstbestendig.

bron: NRC.nl 20-11-2019

Planbureau: het kabinet haalt de klimaatdoelstelling niet Nederland haalt de kabinetsdoelstelling om in 2030 49 procent minder CO2 uit te stoten niet, ondanks de extra maatregelen die in juni zijn afgesproken in het definitieve klimaatakkoord. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft berekend dat de reductie ten opzichte van 1990 zal uitkomen tussen de 43 en 48 procent. ... ... De rechter heeft bepaald dat de uitstoot van broeikasgassen volgend jaar een kwart lager moet zijn dan in 1990. Vorig jaar bekrachtigde het gerechtshof in hoger beroep nog deze eis van milieu-organisatie Urgenda. Volgens het PBL komt de afname uit op 23 procent. Omdat ook deze prognose van veel factoren afhankelijk is, werkt het PBL met een grote bandbreedte: minimaal 19 en maximaal 26 procent bedraagt de broeikasgasreductie in 2020. Theoretisch kan dus nog aan de Urgenda-eis van 25 procent worden voldaan. ...

MARKT VOEDSEL

... Het is een standpunt dat veel boeren niet willen horen. Ze hebben de indruk dat de stikstofcrisis vooral een juridisch-bestuurlijke oorzaak heeft, en twijfelen openlijk aan cijfers dat de landbouw voor 46 procent verantwoordelijk is voor de stikstof in Europees beschermde natuurgebieden. ...

Een divers palet aan gewassen zorgt ervoor dat een boeren bedrijf bestand is tegen het uitvallen van één gewas; gewasveiligheid.

schimmels bodembedekkers geworteld gewas kruidlaag struiklaag klimmers fruitbomen notenbomen

open plek

t tei rsi nd e div sra bio in bo

Er vormt zich een natuurlijk ecosysteem en een gevarieerd productielandschap. Voedselproductie wordt hierbij stap voor stap overgenomen door houtproductie.

toename houtproductie

GEMEENSCHAP

STEDELIJK GEBIED

De bindende factor tussen het stedelijk gebied en het landbouwgebied wordt gevormd door nieuwe trekpleisters op de grens tussen deze gebieden. Niet alleen fungeert dit als toeganspoort naar het landschap, maar ook wordt het productieproces hier zichtbaar gemaakt en onderdeel van de Limburgse cultuur.

Producten uit het landbouwgebied vinden een directe weg naar de stad. Een stad die letterlijk wordt opgebouwd uit zijn omgeving middels de toepassing van CLT (Cross Laminated Timber). Natuurinclusief ontwerp is hierbij van groot belang om de ecologische ontwikkelingen ook hier een plek te geven.

HOUT BESTAANDE HOUTVOORRAAD

bron: NRC.nl 01-11-2019

De productiviteit van een gelaagd landbouwsysteem zorgt voor een hogere opbrengst, doordat soorten elkaar ondersteunen en samenwerken.

De gelaagdheid van natuurlijke bossen komt tot stand door concurrentie en biodiversiteit. Dit ecosysteem vormt een thuis voor talloze diersoorten en wordt ook door de mens zeer gewaardeerd als recreatieve bestemming. Er is in de wereld echter sprake van grootschalige ontbossing en daarmee is ook de biodiversiteit gekelderd.

Zorgboerderijen worden ingezet om alle lagen van de bevolking bij het landschap te betrekken.

Locale productie van voedsel en bouwmaterialen houdt de kringlopen klein en geeft een regio zijn eigen identiteit.

De ontwikkeling van de houtindustrie en landbouwsector zorgen voor een toename van banen in de regio.

De kennis over nieuwe landbouw en houtbouw stimuleert de ontwikkeling van nieuwe educatieprogramma’s.

HOUT

INDUSTRIE

De aanplant van bomen zorgt voor meer CO2 opname en draagt hiermee bij aan het remmen van de klimaatverandering.

Door bomen om te zetten in hoogwaardige houtproducten zoals CLT wordt CO2 voor langere periode vastgelegd en daalt de ecologische voetafdruk van het bouwproces.

Interactie tussen bewoners wordt gestimuleerd en samen dragen zij bij aan de identiteit van hun leefomgeving.


Kleine gemeenschappen staan enorm onder druk, Zuid-Limburg is een krimpende regio. Landelijke overheden trekken zich meer en meer terug en richten hun pijlen op de stedelijke aglomeraties. Zuid-Limburg kan niet wachten en bewoners moeten zelf beginnen; verantwoordelijkheid nemen voor het landschap, voor de cultuur van Zuid-Limburg, de hoeves en kastelen, de kleine landschapselementen, samen, om dit gebied, vitaal, levendig en aantrekkelijk te houden. Een cooperatie, waarin boeren zich verenigen, gesteund door lokale bevolking die zowel fysiek als financieel bijdragen. Een cooperatie die niet alleen zorg draagt voor produktie en landschap, maar ook voor veilig voedsel, de juiste zorg en educatie. Dit project gaat van boeren deur tot boeren deur, van opleidingscentra naar zorginstellingen en van bewonersvereniging tot bewonersvereniging en van deur tot deur, om een basis te vinden voor deze cooperatie.

ZORGBOERDERIJ

MARKT

ECOLOGISCHE KERN

HOUT PRODUCTIEBOS

ANALOOG BOS

PERMACULTUUR

VOEDSELBOS

BOOMGAARD

ECO-LANDBOUW

LANDGOED

HOUT INDUSTRIE


De Vallei van Overvloed

Het meest gewaardeerde aspect van Zuid-Limburg is de aard ervan. De schoonheid en het gevarieerde landschap trekken het grootste toeristenaantal in Nederland. Ons toekomstige doel is om een milieuvriendelijke omgeving te creëren die de relatie met alle sectoren uitdaagt en in de herinnering brengt, waarbij biodiversiteit, landbouw en menselijke ervaringen in het landschap centraal staan in onze visie. Regeneratieve landbouw Regeneratieve landbouw is een nieuwe aanpak voor het behoud en herstel van voedsel en landbouwsystemen. Het richt zich op regeneratie van de bovengrond, het vergroten van de biodiversiteit, het verbeteren van de watercyclus, het verbeteren van ecosysteemdiensten, het vergroten van de weerbaarheid tegen klimaatverandering en het versterken van de gezondheid en vitaliteit van landbouwgrond. Wij leggen de focus op polyculturen in plaats van monoculturen. Gewassen die elkaar ondersteunen. Rewilding is de natuur weer zijn gang laten gaan. De natuur zorgt zo weer voor zichzelf. Natuurlijke processen als land en rivieren kunnen zich hervormen, beschadigde ecosystemen herstellen en aangetaste landschappen herstellen. Dit zorgt voor het creëren van natuurlijke ritmes van dieren in het wild en meer biodiversiteit. Wij willen de natuur wel een beetje op weg helpen, maar ook zoveel mogelijk zijn gang laten gaan. Landschapselementen Dit zijn kenmerken van het landschap van Zuid-Limburg. In onze visie zoeken wij onder andere naar simpele oplossingen die veel kunnen bijdragen aan de landbouw transitie en het klimaatprobleem. Zo ook zijn landschapselementen van cruciaal belang. Omdat ze gebieden met elkaar verbinden, ze kunnen scheiden en ze kunnen dienen als bufferzone. Verbindingen zoals bloemstroken en stroken struikgewas om de mozaïek achtige structuur van de Natuur 2000 gebieden. Bufferzones zijn er om twee verschillende gebieden in elkaar over te laten lopen. Dit kan een zone zijn van de stad of dorp naar agrarisch gebied. Maar het kan ook een rivier zijn wiens oever zich verbindt met het land. Dit zijn allemaal bufferzones en ze zijn van essentieel belang In onze visie veranderen dorpsgezichten zo min mogelijk, tegelijkertijd maken we kavelsloten en bermsloten natuur-inclusiever. Hierdoor ontstaan leefgebieden voor flora en fauna.

Waardematrix: landschapsactiviteiten met betrekking tot de natuur

Indicatoren gezondheid ecosysteem Het leek ons belangrijk om wat vaker naar de natuur te kijken, in hoeverre is ons landschap nou werkelijk vitaal? Sommige sleutelsoorten zijn helaas praktisch verdwenen en kosten veel moeite om terug te halen. Door strategisch handelen en ingrepen te doen in het landschap hopen we een aantal van deze sleutelsoorten weer terug te zien. Klimaatproblematiek De hiervoor en hierna voorgelegde mogelijkheden voor verbeteringen in landschapselementen, landbouw transitie, energietransitie, waterproblematiek, bodemverbetering dragen allemaal bij aan een houdbaar klimaat en kunnen een voorbeeld of model zijn voor andere gebieden in Nederland en in Europa. Hiermee willen we Zuid-Limburg als CO2-neutraal gebied op de kaart zetten. Energietransitie Voor een interessante energietransitie is het van belang om niet vanuit één of twee energieopwekkende systemen te denken. Het is daarentegen han-

dig om te kijken naar meerdere systemen, die elkaar kunnen aanvullen. Daarnaast zien wij dat deze energieopwekkende systemen moeten kunnen integreren in het landschap. Ze moeten meer rekeningen houden met de natuur. Het moet contextueel meer sensitief zijn en ze moeten het landschap dus echt omarmen. Hoe kan je wel schone energie opwekken, zonder ons klimaat of onze omgeving in het gevaar te brengen? Hiervoor zijn testbare pilots nodig. Recreatie We gebruiken vergeten en open gelaten plekken in stedelijke en agrarische omgeving / context. Zoals oude mijnen en industriële sites en verlaten boerderijen (en hoeven). Hoe kunnen we deze plekken transformeren in ruimtes voor recreatie? Om de gemeenschap bij elkaar te brengen. Dit zijn plekken waar mensen zich verwelkomt voelen. Integreren met de omgeving, zowel binnen als buiten. Hoe kunnen we de grens laten vervagen tussen toerisme en lifestyle? Om het meer een vermakelijke en aangename vrijetijdsbesteding te maken.


Samenhangende Landschapsvisies Toerisme Zuid-Limburg zien wij als de Vallei van Overvloed. Omdat de locatie van Zuid Limburg zo gunstig tegen onze buurt landsgrenzen aan ligt is het vanzelfsprekend om verbindingen te maken en Duitsland en België tot op zekere hoogte te betrekken. We willen het gebied vooral aantrekkelijk maken, om in op vakantie te gaan. Daarom willen we deze verbindingen intensiveren. We willen een broedplaats creëren die in wezen historisch gezien al bestaat. Ruimte geven aan zorgboerderijen die speciaal gericht zijn op zorg van het land in combinatie met de speciale zorg die sommige groepen mensen nodig dienen te hebben. Daarnaast ruimte voor educatiemogelijkheden en excursies op boerderijen. Het verbinden van wandel- en fietspaden is van belang. We kunnen het dynamische landschap van de mijnen en zijn ecosysteem gebruiken voor recreatie en toerisme. De mensen die naar de streek komen kunnen lokale producten kopen. Biologische restaurants met biologisch eten, een biologische markt met biologische groenten zijn er voor de echte ‘foodies’ die van Bourgondisch genieten houden. Met bijzondere producten trek je bijzonder publiek aan. De regio moet in anderen worden goed zijn voor de gezondheid en de geest. Natuurinclusief bouwen en renoveren We weten dat we bouwen voor een toekomst waar slopen niet meer van deze tijd is. Met de principes van circulair bouwen zijn we in staat om demontabel, flexibel, renoverend en dus herbruikbaar te ontwerpen en bouwen. Nieuwe Biobased materialen hebben onze belangstelling, zoals vlas, leem, stro, hennep, mycelium, cellulose of door het gebruik van biocomposieten van restmaterialen uit de agrarische sector. Het gaat hierbij om een nieuwe gesloten kringloop te creëren. Limburg heeft een groot cultureel-historisch erfgoed met een rijk oeuvre aan bijzondere gebouwen. Dit oeuvre moet wel soms gerenoveerd worden of een nieuwe bestemming krijgen. Hierbij kunnen we denken aan Healing Spaces, toeristische parken, Expertise en Innovatie Centra waar onderzoek en internationale samenwerking centraal staan. Zuid-Limburg is aantrekkelijk vanwege de combinatie van het platteland en de drie steden die snel bereikbaar zijn. Het uitgebreide wandel- en fietspadennetwerk zorgt ervoor dat bewoners en bezoekers in hun eigen tempo van het landschap kunnen genieten. Door deze gebouwen met circulaire en gezonde biobased materialen te renoveren zien en voelen mensen het verschil in levenskwaliteit tussen reguliere bouw en toekomstige manier van bouwen.

6

1

4

Biobased bouwmaterialen 1 biobased bouwen 2 groeimaterialen; hennep, riet, wilg, stro 3 historische waarde voor cultuuronderwijs, gezondheid, helende ruimtes 4 tropische tuin 5 klein huis Wikehouse 6 lokale houtproductie; picea abies, leeuweriken hout

2 3

8 3 5

1

4 6

5 2 2

Oude mijnsites en ecotoerisme 1 specifieke flora en fauna in de groeve 2 divers microklimaat 3 recreatietraject 4 buitensportactiviteiten 5 uitzicht vogels kijken 6 historische tunnel 7 modderig moeras en vegetatie 8 onderwijscentrum

Onze landschapstoekomstscenario’s projecteren een visie waarin verschillende actoren en sectoren samenkomen om een reeks feedbacklussen te creëren, waarbij de natuur centraal staat in dit voorstel en we hetzelfde doel kunnen nastreven. Ons voorstel zal alle actoren identificeren die betrokken zijn bij de verschillende fasen van elke lus. De belangrijkste aandachtsgebieden zijn het innoveren, onderzoeken en ontwikkelen van randvoorwaarden op zowel micro- als macroschaal - tussen landbouwgrond, tussen de regio en tussen internationale grenzen. Dit is een belangrijke overweging omdat we erkennen dat de natuur niet wordt gedefinieerd door grenzen en daarom moeten we de grenzen opnieuw vervagen.

1 7 8

4

7

3

6 5 9

Groene overgang 1 natuurlijk bos, fruitbomen, houtproductie 2 waterpad 3 terras 4 wijngaard, Humulus lupulus. kruiden 5 landbouw met biodiverse grenzen 6 kruiden boerderij 7 stedelijke overgang 8 recreatie 9 lokaal groen huis

1

2 4

3

5 4

6

7 4 Eten Bos Terras 1 open toegangsbron 2 recreatiepad 3 waterbuffer 4 terraslandschap 5 lagen voedselbos 6 water ecosysteem

1

2

8

5 3 6

Energietransitie 1 para vliegers: windbelt oogstsysteem 2 recreatiepad 3 vortex bladloos windbelt oogstsysteem en straatlantaarn 4 elektroweide 5 geothermisch systeem 6 vleugelbomen 7 bio-afval hergebruik 8 zorg boerderij bio resturant bio eten en water vangen


Water Water is van cruciaal belang in heel Nederland. In Zuid-Limburg zitten we er weer iets anders voor omdat we boven NAP zitten. In ons onderzoek hebben we het riviersysteem De Geul onderzocht via de leggerkaart van Waterschap Limburg. Dit heeft ons een idee gegeven over hoe het gebied water technisch in elkaar zit. We willen inspelen op gebieden die al bezig zijn met een transitie naar een goedlopende en natuur inclusieve waterhuishouding. Zo… “De natuurlijke waterberging in de dalen Gulpdal zal straks een voorbeeld zijn voor andere beekdalen in binnen- en buitenland. De vele bezoekers van het Gulpdal zullen zien dat het riviertje en de omringende heuvels mooier worden. ” Dat vinden wij een mooie visie, die wij willen verdiepen. Denk aan natuurlijk uitziende oevers en rivierbanken, waar ecosystemen hun natuurlijke functies goed kunnen vervullen. Denk aan strategische plekken waar de rivieren kunnen verbreden als het nodig is. Competentie is hierbij van belang. Samenwerkingen met onder andere het Centrum van Hoogwaterveiligheid in Rotterdam zullen hieraan bijdragen.

Zo´n graft was dus eigenlijk een enkele traptreden van een terras. Dit is een gangbare oplossing om een overstroming te voorkomen. Daarnaast kan het bebossen op plaatsen waar het kan, dus niet bij kalkmoerassen maar wel bij overige land hellingen, helpen om het water vast te houden.

Overstroming Preventie Om de twee jaar zijn er in het rivierengebied de Geul overstromingen. De lager gelegen dorpjes zijn dan vaak de dupe. In de gebieden komen overstromingen voor van overvloedig water en modder. Meestal op de plekken waar erosie banen liggen op hellingen, die zorgen dus voor nood in de dalen. Daar waar versnelde erosie plaatsvindt of waar gevaar is voor overstromingen van bovenaf. Hier kunnen (sublieme) terrassen worden aangelegd zodat de afstroom geleidelijke verloopt en water langer wordt vastgehouden per terrastrap. Wij stellen voor dat in het terras een water irrigatie systeem komt te zitten in de vorm van een klein kanaaltje of greppel. Deze verspreid het afstromend water geleidelijk over de terrassen. Historisch werden er in Limburg al ´enkele´ trappen gemaakt van een terras. Deze heten graften.

Innovatie

Natura 2000 zones Deze liggen in Zuid-Limburg voornamelijk als mozaïek verspreid door het landschap. Kalkmoerassen zijn een van die gebieden die in Nederland alleen in Zuid-Limburg voorkomt waar opnieuw soorten leven die alleen hier voorkomen. Helaas worden deze gebieden bedreigt door een overmaat van landbouwmeststoffen die in het grondwater terechtkomen en uitspoelen. Wij hebben een plan geschreven om deze kalkmoerassen te beschermen. Ook andere Natura 2000 zones krijgen onze aandacht. Hierin kijken we als eerste naar de stikstofproblematiek in de omgeving van de 2000 zones. Hoe kunnen we deze verminderen? Hierover is nog discussie, vooral in de tweede kamer. Maar wij hebben al volop ideeën die we willen voorleggen en implementeren.

Uitdagingen Innovatie en samenwerking zijn in het bestaan van de mensheid vrijwel altijd de belangrijkste elementen geweest om uitdagingen tegemoet te treden. De uitdagingen van vandaag zijn achteruitgang van de biodiversiteit, klimaatverandering en klimaatadaptatie, energietransitie, schoon drinkwater, schone lucht, gezonde bodem en sociale cohesie. Dat zijn er nogal wat. Multidisciplinaire aanpak Deze problemen afzonderlijk aanpakken is niet de meest efficiënte manier. Echter door onze sterk verkokerde instituten en budgetten is dat vaak wel de praktijk. Multidisciplinaire aanpak is een aanpak die de lege ruimtes pakt

tussen de zogenaamde silo’s. Het verbinden van de silo’s is nodig simpelweg omdat het in de praktijk vaak om hetzelfde stuk landelijk of stedelijk gebied gaat. Maximaal faciliteren (Pilots) Het maximaal faciliteren van innovatie en samenwerking in een omgeving waar heldere innovatieve geesten elkaar kunnen ontmoeten. De omgeving nodigt uit tot creativiteit en er is ruimte om te experimenteren. Ongeveer 100 hectare moet beschikbaar zijn om gecombineerde uitdagingen in experimenten uit te proberen. Deze 100 ha moet binnen duidelijke kaders regelluw zijn. Bestaande regels mogen experimenten niet in de weg staan. Ook kunnen bestaande regels aan de kaak worden gesteld door proefprocessen uit te lokken. Samen naar de toekomst Door verschillende krachten uit de samenleving hier te bundelen wordt het beste van ons land ingezet. Samen naar de toekomst doen we met onderzoek, onderwijs, overheid, bedrijfsleven en belangenorganisaties. Zuid-Limburg heeft hier de sleutel in handen voor een echt duurzaam Nederland, Europa en Wereld!

Onze disciplines: bioloog / ecoloog, landschapsarchitect, stedenbouwkundige, architect, expert duurzame landbouw. Samenwerkingen: Geothermie expert, waterkundige hydrogeologie expert, waterkundige civiel ingenieur, transitiekunde expert. Lijst met mogelijke samenwerkingsverbanden: Waterschap Limburg, ARK Natuurontwikkeling, Natagora, Regionaal Landschappen, Staatsbosbeheer, Stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen, Staatsbosbeheer, Limburgs Landschap en Natuurmonumenten, Commonland, Wij.land, Kennisbank Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb), provinciaal meerjarenprogramma plattelandsontwikkeling van de provincie Limburg (PMJP), LEADER Zuid-Limburg, Drift EUR, Delta Urbanism TU Delft, Centrum van Hoogwaterveiligheid te Rotterdam


LANDSCHAPSKRACHT

Hoe het landschap kan helpen om de transitieopgaven van onze tijd samen aan te pakken Economie en ecologie uit balans

Eo Wijers prijsvraag 2019 Anders boeren in Zuid-Limburg Een nieuw begin! Het Zuid-Limburgse landschap is geen bijzaak. Het is de sleutel van de verandering die nodig is. Als we samen de moed hebben om niet economie leidend te laten zijn, maar een nieuwe balans te vinden tussen ecologie en economie. Als we ervoor kiezen om niet de zuilen en silo's de baas te laten zijn, maar als we samen met boeren die het anders willen starten en laten zien hoe het anders kan. Dat legt een nieuwe bodem (fysiek en mentaal) onder een gezond, divers en levend landschap waar mensen onderdeel van zijn. Waar we de vruchten van plukken, maar dat we ook voeden. Zo werkt de natuur. En zo kan Zuid-Limburg ook werken.

Het is deze mix van kernkwaliteiten die Zuid-Limburg zo geliefd en bijzonder maakt. Echter, wij gebruikten, beleefden en consumeerden het landschap zonder haar middelen aan te vullen. Economie en ecologie zijn uit balans. Er is - volgens de lagenbenadering - geen interac e meer tussen abio ek (nietlevende natuur), bio ek (levende natuur) en antropogeen (door mens gemaakt).¹ Het antropogeen hee het bio ek zodanig onder druk gezet dat het systeem niet meer goed func oneert. Als gevolg van menselijke handelen ontstond er vanaf eind 18e eeuw versneld een disbalans te wijten aan de Industriële (R)evolu e en de daaropvolgende ontwikkelingen zoals de uitvinding van (industriële) kunstmest dankzij het HaberBoschproces², de boeren die na de Tweede Wereldoorlog voor de wereld gingen produceren - Nederland is, na de VS, de grootste landbouwexporteur ter wereld³ - en het economisch groeimodel dat stamt uit de jaren '50. De impact van de mens op het klimaat en de atmosfeer van de aarde is zelfs zo groot dat wetenschappers oordelen dat we een nieuw jdperk zijn ingetreden: het Antropoceen.⁴ Ook in ZuidLimburg is de balans dermate verstoord dat de kernkwaliteiten van het landschap erns g zijn aangetast, waardoor er weinig van deze rijkdom bewaard is gebleven. Om de balans te herstellen zijn er een overkoepelend raamwerk en handelingsperspec ef nodig dat rich ng gee aan iedereen die invloed hee op de inrich ng van het landschap. Delen van dit raamwerk zijn er, maar worden te weinig toegepast en nageleefd. Daarbij is er in het achterstallig onderhouden en dus kwetsbare landschap een inhaalslag nodig om de balans te herstellen. Pleisters plakken en compenseren is niet goed genoeg en dus zeker niet de juiste weg. We moeten construc ef en proac ef bouwen aan een toekomstbestendig landschap, binnen bestaande en reeds ontwikkelde raamwerken. We moeten samen bouwen aan een gezond landschap.

Hoe goed gaat het eigenlijk?

1. Casus Het Zuid-Limburgse landschap, met haar kenmerkende uiterlijk is meer dan een mooie plek. In deze natuurlijke omgeving komen unieke planten en dieren voor die niet of nauwelijks in de rest van Nederland te vinden zijn. Er wordt dankbaar gebruik gemaakt van de ecosysteemdiensten, zoals het zuiveren van water en lucht. Het water dat in de loop der jd zo bepalend was voor de vorming van het landschap en de ontwikkeling van nederze ngen. De Zuid-Limburgers plukken al eeuwen de vruchten van haar boven- en ondergrondse scha en. Steenkool, mergel, zink, en een vruchtbare bodem waar heel Nederland, zo niet de hele wereld, jaloers op is. De schoonheid van dit variërende landschap nodigt uit tot ontspanning en recrea e. Eén van de belangrijkste inkomstenbronnen van Zuid-Limburg. Dit is het landschap waarin de typisch Zuid-Limburgse tradi es zijn gevormd en de basis hebben gelegd voor een uniek cultuur erfgoed. De geografische, centrale ligging in de Euregio biedt grenzeloze (economische) kansen en gee Zuid-Limburg het kenmerkende buitenlandgevoel.

Wij, Nederlanders, hebben het goed. 'We zijn bijna allemaal tevreden', aldus het rapport De Sociale Staat van Nederland 2019 van het Sociaal en Cultureel Planbureau.⁵ Nederland staat in de top-5 van gelukkigste landen ter wereld.⁶ Onze kwaliteit van leven is hoog in vergelijking met die in andere landen van Europa.⁷ Democra sch bestuur, sociale voorzieningen van onze verzorgingsstaat en toegang tot onderwijs voor iedereen voorzien burgers op grote schaal in basisbehoe en en scheppen daarmee de ul eme voorwaarden voor geluk. Echter, zelfs in een van de meest welvarende landen gaat het steeds minder goed: de inkomensongelijkheid neemt toe, er is een vluchtelingencrisis, wateroverlast, s kstofproblema ek, er zijn klimaatopgaven door onder meer een toenemende uitstoot van broeikasgassen. En nadat we juist de kredietcrisis te boven zijn, lijkt het alsof er zich een nieuwe aandient. Problemen die al jd ver weg leken komen steeds dichterbij. Er heerst dan ook onvrede getuige de recente protesten: klimaatstakingen, boerenen bouwprotesten, stakingen in de zorg. De onvrede neemt toe. De bevrediging van onze basisbehoe en staat op het spel en we voelen ons niet langer veilig in deze veranderende wereld. Het huidige leefsysteem lijkt, wereldwijd, failliet.

Zuid-Limburg doet het in vergelijking met andere Nederlandse regio's minder. Inwoners zijn rela ef ongelukkig, ontevreden, leven korter en zijn minder te spreken over de sociale contacten die ze onderhouden.⁸ Opvallend is het verschil in welzijn tussen hoger- en lager opgeleiden. De hoger opgeleiden zijn meestal gelukkiger, hebben interessanter werk, wonen in mooiere huizen, op mooiere plekken en leven gezonder. De lager opgeleiden hebben vaak oninteressant werk of een uitkering, wonen in huurwijken in een versteende omgeving, en leven ongezonder. Profiteren van het aanwezige natuurschoon is minder vanzelfsprekend. Gezondheidsproblemen in Limburg zijn, naast de fysieke gesteldheid, eenzaamheid, depressies en angststoornissen.

Van eroderen naar regenereren

Onderwijs, landbouw, economie van vandaag zijn ontworpen in een jd waarin de invloed van de mens op de natuur irrelevant leek. Het is jd om onze manier van leven, denken en werken te veranderen. We kunnen niet meer om de urgen e van transi e heen. Overheden, ondernemers en burgers verlangen naar een overkoepelend gebiedsovers jgend toekomstperspec ef voor alle sectoren. Een integrale aanpak. In de realiteit van vandaag wordt die toekomst veelal vanuit kokervisie benaderd, waarin de natuur slechts als één van de bouwstenen wordt bezien. Ondergeschikt aan economische en sociale belangen. Natuur hee nauwelijks een stem en als zij deze al hee , dan komt deze vaak uit de hoed van ac visme en weerstand. Dit nodigt niet uit tot symbiose en samenwerking. Er is een shi in denken en doen nodig. Natuur en landschap zijn geen bijzaak, maar de sleutel tot de transi e van vele onderwerpen. Iedere transi e vindt fysiek plaats binnen het landschap. En iedere verbetering van het landschap leidt tot nieuwe economie, sociale cohesie, trots en dynamiek voor ZuidLimburg. Daarmee is juist dat landschap de verbindende factor. Wij geloven dat als we het landschap en de natuur kunnen eroderen, wij hen ook kunnen regenereren. Het is jd om niet 'minder slecht' met het landschap om te springen, maar om de kracht ervan te versterken en daarmee onszelf te helpen groeien en bloeien.

De rol van de landbouw Landbouw in Zuid-Limburg bestrijkt vele hectaren grond en is daarmee beeldvormend voor het landschap. De huidige manier van landbouw is niet toekomstbestendig. De landbouw staat onder druk vanwege toenemende wet- en regelgeving, noodzakelijke investeringen, gebrek aan bedrijfsopvolging, noodzakelijke schaalvergro ng en de maatschappelijke discussies over intensivering, gezondheid en duurzaamheid. Er heerst grote onvrede in landbouw en maatschappij. Kostenverlaging en produc everhoging leiden tot schaalvergro ng en druk op de leefomgeving. Dit is in Nederland ten koste gegaan van biodiversiteit, het milieu, kwaliteit van drinkwater en de aantrekkelijkheid van het landschap. Natuur is waardevol voor ons allemaal en voor de landbouw in het bijzonder.

De landbouw hee een belangrijke sleutel in handen voor verdere verbetering van natuurwaarden in Nederland. Maar dat kan zij alleen waarmaken als het hele systeem en alle deelnemers daarin, van boer tot burger, meewerken. Die omschakeling is mogelijk door toe te werken naar kringlooplandbouw als de ecologisch en economisch vitale gangbare produc ewijze en als onderdeel van een circulaire economie - zoals de donuteconomie - op grote schaal. Die produc ewijze biedt kansen voor maatschappelijke vraagstukken op het gebied van gezondheid. Door de verwachte toenemende werkeloosheid als gevolg van technologische ontwikkeling zullen meer bewoners op zoek zijn naar een zingevende dagbesteding. Deze transi e zal daarom bijdragen aan de culturele en maatschappelijke versterking van de Euregio. Er wordt, ook in Zuid-Limburg, volop geëxperimenteerd met milieuvriendelijkere en veelbelovende alterna even, zoals natuurinclusieve -, biologische- en precisielandbouw. Deze kleinschalige vormen zijn goed te combineren met de hightechlandbouw waar steeds meer gebruik wordt gemaakt van datastromen, satellieten, drones en verfijnde technieken. Op de Limburgse Brightlandcampussen wordt er gewerkt aan biotech innova e. Kortom, op kleine schaal kan het Anders Boeren in Zuid-Limburg een rol spelen in de verbetering van de natuurwaarden en de kringloopbeleving van ons voedsel voor bewoners en bezoekers (toeristen). Op grote schaal ontstaat synergie door het Anders Boeren te koppelen aan Living Labs, door het clusteren van nieuwe ontwikkelingen in Zuid-Limburg, waar oplossingen worden gezocht voor de belangrijkste doodsoorzaak wereldwijd: een lage inname van gezonde en een hoge van ongezonde voeding.⁹

Bronvermelding 1. www.rug.nl/staff/e.w.meijles/brochure_2_landschapsbiografie.pdf 2. h ps://www.delta.tudel .nl/ar cle/kunstmest-en-gifgas-hetleven-van-fritz-haber 3. h ps://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2019/01/18/ nederlandse-export-landbouwproducten-in-2018-ruim-90miljard 4. www.standaard.be/cnt/dmf20160830_02445397 5. www.volkskrant.nl/economie/nederlanders-zijn-welvarenden-gelukkig-maar-ze-klagen-wel-heel-veel~b1082de2/ 6. www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/nederland-staat-nuin-de-top-vijf-gelukkigste-landen-ter-wereld~bf103336/ 7. www.scp.nl/Publica es/Alle_publica es/Publica es_2019/ De_sociale_staat_van_Nederland_2019. Hoofdstuk 12. 8. Rabo & Co, magazine Rabobank Zuid-Limburg West, Winter 2019 / 2020. P.20-23 9. www.hln.be/nina/fit-gezond/1-op-de-5-ster -door-slechtvoedingspatroon~aed55fef/ Logo Eo Wijers S ch ng: h ps://eowijers.nl/


LANDSCHAPSKRACHT 2. Onze aanpak Het Landschappelijk Raamwerk Ondanks alle goede bedoelingen van de afgelopen 15 jaar en het vrijblijvende voornemen werk te maken van het Landschappelijk Raamwerk, maken wij ons zorgen. Er is simpelweg te weinig ac e ondernomen en er zijn te weinig hectaren raamwerk toegevoegd. Het landschap zien als sluitpost staat een duurzame lange termijnopbouw in de weg. Daarom kiezen wij ervoor om het landschap als uitgangspunt te nemen. Ons voorstel is een extra ac epunt toe te voegen aan het Strategisch Ac eplan Middengebied Zuid-Limburg (Soete, 2019). Ac epunt 0: Versterk het Landschappelijk Raamwerk als basis voor brede welvaart. Bij brede welvaart gaat het naast materiële

Het Euregionaal Landschappelijk Raamwerk

Hoe het landschap kan helpen om de transitieopgaven van onze tijd samen aan te pakken welvaart, in de vorm van inkomen en consump e, ook om zaken als gezondheid, onderwijs, sociale verbondenheid, milieu- en leefomgeving. Op basis hiervan kunnen de andere zes ac epunten in samenhang uitgelijnd worden. Niet wetend hoe de toekomst zich ontwikkelt, vormt het streven naar een robuust Landschappelijk Raamwerk de basis voor een duurzame samenleving. Zo kunnen niet alleen provincie en gemeentes, maar ook bedrijven, landbouw en burgers mee bouwen aan een duurzame toekomst. Door dichtbij de burgers te beginnen met de transi e wordt zichtbaar wat de rich ng is en komt de samenleving in beweging. Of zoals gesteld in de Beleidsno e Landschapsvisie Zuid-Limburg (2009): “Samenwerken aan een mooier Zuid-Limburg.” Hiervoor zijn wij op zoek gegaan naar een concept dat bijdraagt aan het Landschappelijk Raamwerk en deze beweging op gang kan helpen.

Het mantelsysteem Van oudsher is er een kleinschalige structuur aanwezig rondom de Zuid-Limburgse dorpen. Deze zone bestond o.a. uit: huisweides, moestuinen, boomgaarden, hak- en gerie outbosjes, drinkpoelen, hagen als veekering en struweel om het vee te beschermen. Rondom enkele kernen is deze zone nog min of meer herkenbaar, vooral door het restant van oude hoogstam fruitbomen. In het voorjaar zijn de bloeiende randen van de dorpen duidelijk zichtbaar en esthe sch karakteris ek en waardevol. Echter, door het verlies aan func onele betekenis, woninguitbreiding, verplaatsing van agrarische bedrijven en toename van programma dat niet langer meer in het hart van de kernen gewenst is, zijn deze voormalige zachte groene overgangen voor een groot deel veranderd in harde randen tussen kern en buitengebied. Door de kernen opnieuw te omzomen, en de bevolking daar bij te betrekken, ontstaat een mantel die naar binnen voor nieuwe iden teit, gezondheid, sociale cohesie en economie, o ewel brede welvaart, zorgt. Naar buiten biedt een nieuwe mantel aanslui ng op het bestaande raamwerk van hellingen en (droog)dalen. De omvang van de mantel varieert. A ankelijk van de func e dringt deze dieper het bestaande landschap in bijvoorbeeld door verbinding te leggen met bestaande natuurgebieden of tot aan bestaande droogdalen die weer watervoerend worden.

Mantelzones rondom kernen leggen verbindingen met het raamwerk

Het mantelconcept schept mogelijkheden om lokale ini a even maatschappelijk, ruimtelijk en func oneel in samenhang met elkaar te ontwikkelen tot een geheel dat tegelijker jd op verschillende plekken en vanuit verschillende invalshoeken op korte termijn gestart kan worden. Zo bouwen we aan de versterking van het Landschappelijk Raamwerk op de lange termijn.

De agenda van het landschap Wij creëren de agenda van het landschap en we nodigen iedereen uit om mee te doen met de concepten die daar invulling aan geven. Zo wordt een nieuwe dynamiek gecreëerd in hoe we ons voedsel verbouwen en verwerken, over hoe we met waterproblema ek en energietransi e omgaan, maar ook hoe het landschap kan helpen bij het geluk, het welzijn en de gezondheid van iedereen. Dat doen wij vanuit het Landschappelijk Raamwerk met een gezond, divers en vitaal landschap als s p op de horizon. Geïnspireerd door het vooruitzicht van integrale samenwerking en de successiestadia van een boom zijn er binnen het kleinschalige karakter van het mantelsysteem diverse mogelijkheden voor brede welvaart. De agendathema's op de volgende pagina zijn realis sche ini a even die hun haalbaarheid reeds elders hebben bewezen. Het vernieuwende is het perspec ef waarvandaan zij worden geïni eerd. Het kleinbedrijf in de regio dat wil innoveren zoekt naar kaders om focus en handelingsperspec ef te krijgen. Het scheppen van deze kaders verheldert en levert energie om samen te bouwen aan een gezond landschap.

De mantelzone biedt ruimte, samenhang en structuur


LANDSCHAPSKRACHT

Hoe het landschap kan helpen om de transitieopgaven van onze tijd samen aan te pakken

Agendathema’s

+

+ +

+

+

+

+

Herstructurering door ruimtelijke situa es te verbeteren die niet eerder op basis van ruimtelijke kwaliteit ingericht zijn zoals sportvelden, woonwagenkampjes, volkstuincomplexen etc. Daarnaast zorgt de nieuwe landschappelijke context voor meerwaarde van woonkwaliteit. Op het moment dat woonclusters toe zijn aan vervanging worden nieuwe woonvormen opgezet die geënt zijn op het zelfvoorzienende systeem van de mantelzone. Gemeenschapslandbouw, waardoor de afstand tussen boeren en bewoners wordt verkleind. Via een vast jaarlijks bedrag betaalt de klant mee aan de exploita e van het bedrijf en krijgt hiervoor een wekelijks groente- of fruitpakket. Groenblauw ecosysteem: biokavels met diverse gewassen in een versterkende vruchtopvolging en passende mengsels van groenbemes ng worden tussendoor afgewisseld met brede natuurstroken ten dienste van produc e en biodiversiteit. In dit systeem zijn bestaande waterbassins opgenomen en met elkaar verbonden. Afzonderlijke (kunstma ge) bassins vangen alleen jdelijk het water op. Het systeem dat aansluit op de (droog)dalen houdt het water langer vast middels bosjes, ruigte en een kruidenlaag. In droge periodes wordt het water gebruikt voor beregening. Samen met het door biologisch te boeren verbeterde klei-humuscomplex is er minder nutriëntenuitspoeling en oppervlakkige erosie. De filtercapaciteit van dit groenblauwe systeem maakt ook het aanhaken van het hemelwater a oms g uit de kernen mogelijk. Vakmanschap is meesterschap: dankzij temperatuurs jging is het mogelijk om kwaliteitswijnen te produceren en kan de houtproduc e toenemen. Dit kan leiden tot nieuwe vormen van land- en bosbouw, nieuwe producten en ontwikkeling van bijbehorend vakmanschap en ambachten. Kortere en complete ketens: van boomkweker tot meubelmaker, van wijnboer tot kuiper en van houthakker tot vakwerkbouwer. Oud hout voor het vakwerk, jong hout voor het vlechtwerk en leem voor het stucwerk. Er bestaan nog redelijk veel vakwerkhuizen en boerderijen, het bewijs dat eeuwenoude bouwmaterialen en -technieken duurzaam zijn en bijna vanzelfsprekend, ook juist in deze jd, natuurinclusief. Zorg voor het monument: de komende jaren komen meer (monumentale)boerderijen leeg te staan. Bij de herbestemming van boerderijen gaat het niet alleen om een func e voor de gebouwen maar ook het behoud van het agrarisch karakter van het ensemble als geheel. Anders boeren binnen de mantel draagt bij aan behoud en versterking van agrarische erfgoedensembles als ruimtelijk, economisch en func oneel samenhangend geheel. De transi e van anders boeren naar een nieuwe vorm van een gemengd bedrijf in de breedste zin van het woord biedt kansen voor het goede leven. Betekenis van vrije jd: Zuid-Limburg transformeert de komende jaren nog meer dan nu reeds het geval is tot een vrije jdslandschap. Een landschap waarin toerisme steeds meer en nadrukkelijker een rol van beleving en betekenis gaat krijgen. Het landschap, waarin de boer duurzaam zijn boterham verdient wordt integraal onderdeel van het product. De moderne consument zal niet alleen bereid zijn voor de 'consump e' van het landschap te betalen, maar ook een betekenisvolle bijdrage willen leveren aan de instandhouding van dat landschap. Iets wat de Gulpener Bierbrouwerij al lang hee ontdekt. De kernen worden door de mantelzones met elkaar en met de droogdalen verbonden. Een fijnmazig netwerk van routestructuren draagt bij aan het spreiden en sturen van de verschillende vrije jdsdoelgroepen. Het verhaal van het geheel van natuur en cultuur is zichtbaar en belee aar. Groene motor: Verschillende vormen van energieopwekking gebaseerd op de omgevingskenmerken passen goed in het zelfvoorzienende en ruimtelijke karakter van de mantel. Door het

+

oppakken en vormgeven van de energietransi e in combina e met de andere opgaven in het gebied wordt ook dit thema concreet op lokaal niveau. De energietransi e levert inkomsten die terugvloeien naar het gebied waarmee ini a even die nodig zijn voor de ontwikkeling van het geheel een steuntje in de rug krijgen. Experimenteerregio: in de nabijheid van innova eve kennisclusters (Brightlands) als Health, New materials, Nutri on, Big Data en Automo ve biedt het mantelsysteem mogelijkheden om innova es naar de prak jk te brengen en kringlopen kort te houden. Binnen de landschappelijke kaders kan er ruimte worden gecreëerd die uitnodigt om van het landschap van de toekomst een prach g landschap te maken.

LandschapsLAB De genoemde ontwikkelingen, de geschetste problema ek, het kwetsbare landschappelijke raamwerk in Nederland en de passieve houding en sectorale aanpak t.o.v. het Zuid-Limburgse landschap zien wij als een kans, een uitdaging, maar vooral als onze verantwoordelijkheid. Het is jd voor een proac eve benadering die het landschap weer als uitgangspunt neemt. Daarom zijn wij in augustus 2019 gestart zijn met het LandschapsLAB. Dit lab bestaat uit een groeiend aantal diverse stakeholders met gemengde disciplines, maar met een collec eve ambi e (missie): vanuit landschapskracht bouwen aan een samenhangend systeem leidend tot een gezond landschap als oplossing voor grote maatschappelijke opgaven én als basis voor het goede leven. Wij hebben het ini a ef genomen om werk te maken van het versterken van het landschappelijk raamwerk van de Euregio. Door het regenereren van landschap als uitgangspunt te nemen, creëren wij ruimte voor innova eve ini a even en ondernemerschap op vele gebieden. Denken we mee over nieuwe businessmodellen met boeren die de overstap willen maken. Bedenken we ini a even en zoeken partners om deze waar te maken. Zo werken wij mee aan de transi e naar een toekomst waarin sprake is van symbiose tussen economie en ecologie. Wij haken hierin aan op de bestaande landschapsplannen en raamwerken. Om mensen te ac veren, is het belangrijk om deze ambi e te verwoorden in een heldere 'shi ', waar mensen aan mee kunnen doen. Een kompas dat helpt bij het maken van keuzes en alle ac es in hetzelfde kader zet. Voor het LandschapsLAB is dit: 'Als we het landschap kunnen eroderen, dan kunnen we het ook regenereren.’

Integrale aanpak

volwaardig tot zijn recht. Specifieke kennis en concrete voorbeelden brengen wij bij elkaar door denken en doen één te laten zijn waardoor afzonderlijke ini a even daadwerkelijk optellen tot een groter geheel. De agendathema's worden in diverse samenstellingen vertegenwoordigd door onze teamleden: landbouwer, wijnbouwer, architect, kunstenaar, boomkweker, bestuursrechtelijk raadsman, adviseur duurzame energie, landschapsontwerper, adviseur erfgoed-historisch geograaf, maatschappelijk ondernemer, projectbureau leisure & hospitality, biologisch frui eler, cul va on advisor, recrea eondernemer, biologisch akkerbouwer, landschapsmanager etc. Om te bouwen aan het geheel, het samenhangend systeem, hebben wij een periode van 7 jaar uitgetrokken om ontwerpend te onderzoeken en projecten te ini ëren binnen de Euregio met als vertrekpunt het landschap. Deze zeven jaar is geïnspireerd door de jd die natuur nodig hee om in balans te komen. Dit principe komt aan bod in de documentaire The Biggest Li le Farm. Tevens maken wij een statement door niet de poli eke cyclus van vier jaar als basis te nemen. Afstemming tussen visie, beleid, plan en project is een con nu proces dat jd nodig hee om te kunnen slagen. Vanuit deze missie voelen wij ons verbonden en hebben de samenwerking opgezocht met het ondernemerspla orm Klein Groots Land (KGL) dat van Zuid-Limburg de proe uin van 'nieuw goed leven' wil maken. Binnen het Ac eplan Middengebied ZuidLimburg wordt KGL onder andere genoemd vanwege de samenwerking tussen ondernemers, burgers, lokale overheden en organisa es. Het pla orm KGL helpt ons met de kruisbestuiving tussen landschap en ondernemerschap.

3. De inzending Anders Boeren in Zuid-Limburg De elfde edi e van de Eo Wijersprijsvraag daagt uit om perspec even te schetsen voor een veelzijdig en vitaal landelijk gebied, voor een landschap dat niet alleen betrouwbaar voedsel oplevert, maar ook een duurzame en gezonde woonomgeving is, met ruimte voor natuur, erfgoed en recrea e. Een landschap, waarin smakelijk en gezond voedsel wordt geproduceerd en waarin het ook fijn en aantrekkelijk toeven is voor mens en dier. De ini a even en ideeën die voortkomen uit ons LandschapsLAB, sluiten naadloos aan op deze prijsvraag. Wij zien het als een kans om uitgedaagd te worden vanuit een landelijke compe e en zijn ervan overtuigd dat dit de kwaliteit zal vergroten. Met name de professionele ondersteuning op inhoud gee meer vertrouwen en zal helpen ons gezamenlijk doel dichterbij te brengen.

In dit lab pakken wij opgaven aan waarvoor vanuit de overheden (nog) geen opdracht voortkomt, maar waar vanuit de markt behoe e aan is en waar vanuit de grote maatschappelijke uitdagingen, de urgen e en noodzaak hoog is. Dat doen wij middels een integrale en brede aanpak en een bo om up geformuleerde agenda. Tegelijker jd llen we binnen het LandschapsLAB gegeven - maar ingekaderde - opdrachten naar een hoger niveau waardoor een opgave vanuit bijv. een gemeente ook van betekenis kan zijn voor de regio.

Onze doelstelling voor de Eo Wijersprijsvraag is om binnen de gestelde periode aan de slag te gaan met het uitwerken van o.a. de ideeën die nu leven en daarbij gebruik te maken van poten ële casussen.

Binnen het mantelconcept komt de diversiteit van ons team

We zijn bekend met een aantal (maatschappelijke) opgaven in Zuid-Limburg. Binnen de Eo Wijers-termijn willen we deze

Poten ële casussen

oppakken en koppelen aan ini a even en stakeholders. Dit zorgt voor samenhang, samenwerking, concreetheid en maatwerk. Het gaat om de volgende casussen (zie pagina 2: Euregionaal Landschappelijk Raamwerk): 1. Beekdalbrede benadering van Geuldal a. Gebiedsontwikkeling Wingbergermolen-Volmolen b. Gebiedsontwikkeling Kastelenpark Valkenburg c. Toekomstperspec ef Landgoed Vliek 2. Grondgebied gemeente Eijsden-Margraten a. Conceptontwikkeling nieuwe mantelzone rondom kernen b. Bomenplan gemeente Eijsden-Margraten c. Transi e van melkveebedrijf naar kleinschalig gemengd landbouwbedrijf met recrea e Tevens kijken we naar de mogelijkheden om deze opgaven te koppelen aan de Energietransi e Heuvelland.

Bomenplan gemeente Eijsden-Margraten Dit bomenini a ef is het eerste concrete project dat opgepakt is door het LandschapsLAB en tot uitvoering komt door privaat-publieke samenwerking. Een eerste proeve van bekwaamheid in het nemen van een gezamenlijke verantwoordelijkheid op weg naar een gezond landschap. Gemeente Eijsden-Margraten is van plan 8.301 nieuwe bomen te planten. Eén boom voor iedere Amerikaanse soldaat die op de militaire begraafplaats in Margraten ligt. De bomen zullen verspreid door de hele gemeente geplant worden. Ons voorstel is om met deze bomen het landschappelijk raamwerk te versterken door concreet een eerste aanzet te maken voor de eerste proefmantels. Ten eerste moeten het 10.023 bomen zijn, want naast de 8.301 begraven soldaten worden er op de Walls of the Missing nog eens 1.722 bevrijders herdacht. Deze 10.023 bomen zijn een eerste aanzet voor de dorpsmantels in gemeente Eijsden-Margraten, door ze rondom de kernen in de gemeente te planten. Zoals de soldaten - als collec ef 75 jaar geleden hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid en ons hebben beschermd, zo bouwen de 'soldaatbomen' in een gesloten, samenhangende kring aan een gezond landschap en staan zij symbool voor de verandering. Net zoals de wi e kruisjes op de begraafplaats symbool staan voor bevrijding. Dit zorgt voor een versterking van de sense of place, aangezien de iden teit van Eijsden-Margraten onlosmakelijk verbonden is met de Amerikaanse Begraafplaats. Door de soldaatbomen ook nog te koppelen aan een gesloten 'mantelroute' - ontstaan door bestaande paden/wegen te verbinden – wordt het geheel nog sterker. Denk aan een podcast gekoppeld aan de mantelroute die het verhaal verteld van de soldaten en terwijl je jogt is dit ook nog goed voor de gezondheid. Volgens een recent onderzoek blijkt 50 minuten bewegen per week het leven aantoonbaar te verlengen. Op deze wijze koppelen we een aantal zaken met elkaar in de mantel: historie, iden teit, recrea e, sport en gezondheid.


Student Château Weiland


Student Château Weiland

Het Zuid-Limburgse landschap heeft van nature al een grote aantrekkinskracht voor nationale en internationale toeristen. Wij hebben getracht deze aantrekkingskracht niet significant te veranderen, maar juist de bestaande aspecten te versterken. Uit gesprekken met stakeholders hebben wij vernomen dat de toeristische sector in Zuid-Limburg erg aanwezig is, maar van een kwalitatief laag niveau. In gesprek met lokale agrarische ondernemers bleek dat agrarische bedrijven geen rendabel businessmodel hebben waardoor agrariĂŤrs toeristen op hun land laten overnachten of zelf een andere baan naast het boeren leven hebben om rond te kunnen komen.

In de regio wordt aangegeven dat grootschalige landbouw, zoals te zien is in West-Brabant en Zeeland, in Limburg niet mogelijk zal zijn. Dit heeft alles te maken met de natuurlijke plooiingen die in het landschap terug te vinden zijn. De bodem daarentegen heeft voldoende potentie voor intensieve landbouw, door de door de Maas en beken afgezette klei en de lĂśssgronden. Dit contrast wilde wij ook graag een plek geven in onze visie.


Student Château Weiland

Door in het Noordelijke gedeelte, ten noorden van Valkenburg, van het plangebied grootschalige landbouw uit te oefenen kan er genoeg voedsel geproduceerd worden om Zuid-Limburg te voorzien van producten, ook zal er nog het een en ander resteren om te exporteren. In het Zuidelijke gedeelte wordt kleinschalige landbouw uitgeoefend in combinatie met toerisme. Hierdoor worden er twee rendabele verdienmodellen gecreëerd. Zo zal het toerisme in Zuid-Limburg nog steeds zijn plek hebben en zullen de agrariërs ook in hun eigen regio hun beroep kunnen uitoefenen.

Om toeristen aan te trekken hebben we op kleine schaal een prototype gemaakt. Hierbij wordt er in een soort voedselbos producten geproduceert die gebruikt worden in een restaurant in datzelfde voedselbos. Dit is één van de toeristische hotspots in de regio. Op de hoger gelegen delen in ons prototype hebben we een grote ‘‘tempel’’ geplaatst waarin buitenlandse toeristen samen met lokale jeugd kunnen feesten. Hierdoor houden we ook de jeugd vast in deze krimpregio.

Nieuw! Nieuw!


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.