Magical Mystery Tour - Dutch version

Page 1

ENTIRE ALBUM - START TO FINISH -

AND MUCH MORE!

PERFORM THE BEATLES

MAGICAL MYSTERY TOUR

★★★★ - HET PAROOL ★★★★ - DE VOLKSKRANT


Het onorthodoxe ‘script’ voor Magical Mystery Tour. Paul maakte het op 10.000 meter hoogte, onderweg vanuit de VS.

2


Introductie

H

et idee lijkt overzichtelijk: The Analogues spelen het latere werk van The Beatles. En dat doen ze per album, dat ze elk live van begin tot eind spelen. Maar in de praktijk blijken er toch wat haken en ogen aan dat idee te zitten. Zo was Magical Mystery Tour oorspronkelijk helemaal geen album. Tenminste: de originele versie was een dubbelEP met zes nummers, de soundtrack van de gelijknamige film. In de VS hield men niet van EP’s, en voor een langspeelplaat waren zes liedjes te weinig. Daarom werden de singles die The Beatles in 1967 hadden uitgebracht aan de elpee toegevoegd, en kwam het totaal op elf songs. Dát is het album Magical Mystery Tour dat The Analogues live spelen. Het is wel grappig dat Magical Mystery Tour, als opvolger van ‘het eerste echte conceptalbum’ Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band, in feite een enigszins samengeraapt zooitje is. Dat maakte voor het publiek en de critici niet uit: Magical Mystery Tour was zowel artistiek als commercieel een groot 3


succes. Dat gold overigens niet voor de film, die door de critici maar matig gewaardeerd werd. The Beatles stopten met optreden in 1966 en hebben de muziek die ze na die datum opnamen dus nooit live uitgevoerd. Sterker nog: ze hebben er in feite nooit over nagedacht hoe dat allemaal zou moeten. The Analogues des te meer. En het blijkt een enorm gedoe maar dan heb je ook wat. Zoals een originele tubular bell (buisklok), die alleen voor Penny Lane het podium wordt opgehesen. En de prachtige strijk- en blaasarrangementen in I Am The Walrus en Strawberry Fields Forever. Of Jac Bico die tijdens The Fool On The Hill zijn gitaar tijdelijk inruilt voor een blokfluit. Maar ook de onbekendere en misschien wat ontoegankelijkere nummers van het album, zoals Flying en Blue Jay Way, zijn live een belevenis. Magical Mystery Tour was een nogal matige film.

Dat kon ook niet anders, want The Beatles deden maar wat. Ondanks dat zou deze best de inspiratie geweest kunnen zijn voor Easy Rider, en daarmee voor het complete road movie-genre. Het is een ondersteuning van onze theorie: ook al deden The Beatles maar wat, het had altijd grote gevolgen. 4


1. Magical Mystery Tour

H

et was misschien niet onverstandig geweest om even een korte rustperiode in te lassen. Maar vier dagen nadat Sgt. Pepper klaar was, gemixt en wel, niks meer aan doen, stonden The Beatles alweer in de studio voor de opnames van Magical Mystery Tour. De rusteloze Paul McCartney was vol van zijn eigen idee voor een film – voor zover je kunt spreken van een idee: in het vliegtuig na een tripje naar de VS (waar hij kennis maakte met de Merry Pranksters, een hippiegezelschap met een in fluorescerende kleuren beschilderde touringcar) tekende hij een taartdiagram om zijn concept voor de film aan de anderen te verduidelijken. Dus geen script of scenario, zelfs geen storyboard, nee: een taartdiagram. Misschien was dat kenmerkend voor de door overmatig lsd-gebruik veroorzaakte vaagheid waarmee The Beatles in april 1967 te werk gingen. Die vaagheid volgde hen ook in de studio: McCartneys idee voor het openingsnummer van de film bestond uit niet meer dan drie akkoorden en een paar flarden tekst. Hij moedigde de mede5


Bij ‘Further’ (de bus van het vrolijke, zichzelf ‘Merry Pranksters’ noemende gezelschap rond hippie-opperhoofd Ken Kesey) vond Paul McCartney de inspiratie voor Magical Mystery Tour.

Beatles aan om mee te denken over dit nummer, maar hun inspiratie (na de zware bevalling van Sgt. Pepper) was wel eens groter geweest. Een van de sessiemuzikanten die langskwam om trompet te spelen, Gary Howarth, raakte zo geïrriteerd door het eindeloze geneuzel voordat The Beatles eindelijk op de proppen kwamen met een blazerarrangement, dat hij besloot om zelf een arrangement te schrijven. Die partijen belandden uiteindelijk op de plaat en die hoor je, precies zo, vanavond bij The Analogues. 6


2. Your Mother Should Know

P

aul McCartney schreef dit nummer specifiek voor een scène in de film, waarbij The Beatles, gekleed in smoking, rustig naar beneden dansen over een enorme showtrap. Als Analogues waren we weer eens heel erg blij dat we ooit besloten ons louter op het muzikale aspect van The Beatles te richten (dat bespaarde ons ook de 150 figuranten die deze scène completeren). Het nummer is een ode aan de tijd dat Pauls vader Jim een eigen orkest leidde, Jim Mac’s Jazz Band. Paul vertelde over het ontstaan van het liedje dat hij op een dag veel familie over de vloer had, een beetje zat te frummelen op een harmonium en door de visite automatisch in een nostalgische sfeer terechtkwam, met Een buitenproportioneel groot gedeelte van het filmbudget ging naar (het moet gezegd) de zeer spectaculaire show-trap in ‘Your Mother Should Know’.

7

Your Mother Should Know als gevolg.


3. I Am The Walrus

J

ohn Lennon kon zijn inspiratie overal vandaan halen. Van een tv-commercial voor cornflakes (Good Morning, Good Morning) en een antieke circusposter (Being For The Benefit Of Mr. Kite!) tot, in dit geval, het geluid van een politiesirene in de verte. Die sirene kun je met een beetje goeie wil onmiddellijk tijdens het intro al herkennen. De rest van het nummer is allerminst simpel, met harmonieën en een structuur die het gemiddelde popliedje ver overstijgen. We zeggen het gewoon: misschien is dit wel het allerbeste dat Lennon ooit voor The Beatles schreef. In ieder geval heeft hij volgens ons ná I Am The Walrus nooit meer iets beters gemaakt. Mocht je deze stelling betwisten dan mag je je na de voorstelling melden bij een Analogues-lid naar keuze (je bevindt je dan trouwens in goed gezelschap, want ook George Martin vond het helemaal niks. Hij vroeg, nadat John hem het liedje voorspeelde: ‘What the hell do you want me to do with this?’, een vraag die hij overigens zelf beantwoordde met de prachtige arrangementen voor koor, strijkers en blazers die hij even later schreef. Bij The Analogues is Bart The Walrus, en onze 8


eigen Walrus bespeelt hiervoor The Hohner Pianet, ook wel bekend als the poor man’s Wurlitzer. De elektrische piano bepaalt de karakteristieke sound van dit nummer, samen Veel mensen denken dat het een Wurlitzer was. Maar nee: met de overstuurde zang het was de Hohner Pianet. van Lennon, waarvoor het goedkoopste en rottigste microfoontje uit de hele Abbey Road Studio werd gebruikt. Over de tekst is door heel veel mensen heel veel beweerd. Wat in ieder geval zeker is, is dat I Am The Walrus afkomstig is uit het gedicht The Walrus and the Carpenter van Lennons favoriete schrijver Lewis Caroll. Verder is de wereld te verdelen in mensen die de rest van de tekst afdoen als klinkklare onzin, geïnspireerd door overmatig lsdgebruik, en mensen die er toch heel veel meer in menen te zien. Het leukste verhaal wat ons betreft: Lennon kreeg een brief van een jongen die op zijn oude school zat, Quarry Bank. Deze schreef hem dat de teksten van The Beatles tijdens de Engelse lessen grondig werden geanalyseerd. Lennon 9


werd hier nogal vrolijk van, want destijds zagen zijn leraren op de bewuste school niks méér in de kleine John dan een talentloos onruststokertje. In dit verhaal was I Am The Walrus dus een speciaal presentje voor die leraren: zo jongens, ga je hier maar eens over buigen tijdens de lessen tekstbegrip. Overigens is de kans dat dit uiteindelijk gebeurd is klein: de BBC weigerde het nummer te draaien vanwege de vermeende obsceniteit van de tekst (ook tot Lennons grote plezier, waarschijnlijk).

4. The Fool On The Hill

B

ij The Analogues is het Jac Bico die voor The Fool On The Hill de gitaar terzijde legt om de blokfluit ter hand te nemen. Blijft een raar ding, die blokfluit. Duizenden, zo niet tienduizenden Nederlanders zijn door goedwillende docenten op muziekscholen ontmoedigd om een instrument te leren bespelen, dankzij de blokfluit. (‘Ja, je mag elektrische gitaar… maar éérst twee jaar blokfluit’.) Het geluid van dit instrument roept beelden op van regenachtige zondagmiddagen, nét niet verwezenlijkte dromen, een hond die in 10


de verte blaft, kortom: melancholie. Laat dat nou net de emotie zijn die The Fool On The Hill in overweldigende mate weet op te roepen, natuurlijk niet alléén door die blokfluit, maar hij doet een duit in het zakje, of: hij blaast zijn partijtje mee, zo u wilt. En als we dan toch bezig zijn met rare blaasinstrumenten: Bart jongleert hier met twee zeldzame reuzenmondharmonica’s. Bij The Beatles hadden ze daar twee man voor nodig (John en George), bij The Analogues doet Bart het gewoon in zijn eentje (applaus!). Een bass harmonica en een chord harmonica, exemplaren die bepaald niet geschikt zijn om bij het kampvuur nonchalant uit de binnenzak te toveren. De namen zeggen het al: de één speelt lage noten, de ander laat een akkoord horen wanneer je erop blaast. Het is weer tamelijk veel gedoe voor een ogenschijnlijk detail, maar volgens ons volledig de moeite waard. De Maharishi (de goeroe waar The Beatles rond 1967 nogal mee wegliepen) schijnt de inspiratie-bron geweest te zijn voor het personage The Fool. Die interesse voor alles wat uit het Oosten kwam (liefst met grijze baard) hoorde natuurlijk een beetje bij 11


Wanneer de Maharishi spreekt zwijgen zijn volgelingen.

die periode en was ook aardig te combineren met allerlei geestverruimende middelen. Daar wordt nu een beetje meewarig op teruggekeken.

5. Flying

T

he Beatles konden vanaf 1966 kosteloos gebruik maken van de Abbey Road Studios (EMI was eigenaar van zowel Abbey Road als de Beatles-opnames). Er waren natuurlijk ook regelmatig betalende klanten, dus daar moest een beetje omheen gepland worden. De studio werd na verloop van tijd een soort veredelde huiskamer: er 12


was voor The Beatles geen enkele noodzaak om hun studiotijd zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Er waren maar weinig studiotechnici te vinden die graag met The Beatles werkten, want de jongens hielden er nou niet bepaald standaard kantooruren op na. Bovendien waren vooral John en Paul enorm veeleisend, met vaak belachelijke wensen en verzoeken. Zou een normaal mens er stapelkrankzinnig van worden, zo niet de 21-jarige Geoff Emerick. Lees voor een mooi kijkje achter de schermen gerust Here, There and Everywhere:

Geoff Emerick in karateristieke pose: ‘Laat die malle Ringo maar even zijn gang gaan.’

13


My Life Recording the Music of The Beatles, dat hij schreef over zijn jaren als chief engineer bij de

opnames van (bijna) alle muziek die The Analogues vijftig jaar later live proberen te reproduceren. Geoff beschrijft hierin ook dat Flying niet heel veel meer is dan het resultaat van een beetje ontspannen jammen, midden in de nacht. In zijn woorden: ‘Really nothing more than a twelve bar blues, born out of one of their late-night jams.’ Geoff haalde

daar de beste stukken uit, ze speelden er nog een aantal partijen overheen en klaar: een stukje sfeermuziek voor onder een film. Ja mensen, zo simpel kan het zijn.

6. Blue Jay Way

A

ha, daar hebben we ’m: het nummer dat veel mensen (wij niet hoor) bij het beluisteren van de plaat altijd oversloegen. Het is toch meestal George Harrison die verantwoordelijk is voor zo’n vreemde eend in de bijt (denk ook aan Within You Without You, op Sgt. Pepper). En het zijn, gek genoeg, ook de nummers die als we ze live uitvoeren opeens toch heel interessant worden (in ieder geval voor degenen 14


die aan het spelen zijn, en hopelijk ook voor de mensen die ernaar luisteren). Wat wel curieus is: er bestaan veel covers van dit toch tamelijk ontoegankelijke werkje. Je zou zeggen: als je dan toch iets gaat coveren, neem dan een lekkere meezinger. Wij hebben laatst (alsof we niks beters te doen hebben) een regenachtige dinsdagmiddag weggepist met het luisteren naar Dan Bern, Tracy Bonham, Lord Sitar, Borbetomagus, Dog Age, Colin Newman, Siouxsie and the Banshees en The Secret Machines (alle informatie uit deze zin mag je nu meteen weer vergeten).

7. Hello, Goodbye

D

e haat-liefdeverhouding tussen Paul McCartney en John Lennon wordt treffend geĂŻllustreerd door het eerste singletje dat verscheen na de dood van manager Brian Epstein*. Hello, Goodbye, een schaamteloos simpele, maar meedogenloos pakkende McCartneyaanse melodie, werd (uiteraard) een wereldwijde hit. Wat de single extra interessant maakt, is dat de Lennoncompositie I Am The Walrus tot B-kantje werd 15


gedegradeerd. Als The Analogues hebben we nooit onder stoelen of banken gestoken wat wij van I Am The Walrus vinden. Laten we het zo zeggen: het is geen niemendalletje dat je op een B-kant zet omdat er nou eenmaal iets op een B-kant moet staan. Het is een beetje alsof je Johan Cruijff op de reservebank zet (of Bobby Charlton, voor de anglofielen onder ons). Lennon was derhalve ook lichtelijk ontstemd, en dat liet hij – veel later – merken door af te geven op de volgens hem matige kwaliteit van Hello, Goodbye.

We kunnen ons best voorstellen dat hij zich mateloos ergerde toen McCartney zijn eigen songtekst duidde als ‘betreffende de dualiteit die overal in het universum aanwezig is, waarbij ik zoals altijd de nadruk leg op de positieve kant van de medaille’. Volgens Lennon was het gewoon een aantal nietszeggende tegenstellingen, in willekeurige volgorde achter elkaar geplaatst. Tsja. Wij houden het maar even op een razend slim woordspelletje, in al zijn eenvoud een volstrekt logische aanvulling op de melodie (en ja, er mag meegezongen worden). * Eigenlijk verdient Brian Epstein een eigen boekje, in plaats van deze voetnoot. Gelukkig zijn er genoeg anderen die hem die eer hebben bewezen (In My 16


Life: The Brian Epstein Story is het

lezen waard). Het blijft gelul achteraf, maar misschien had nooit iemand van The Beatles gehoord als Brian Epstein er niet was geweest. Het is een feit dat hij The Beatles wist onder te brengen bij Parlophone, het Brian Epstein, o.a. de man die het fijne corvee kreeg om drummer Pete Best uit de band te label waar George zetten. Martin de baas was. En zonder Martin waren The Beatles sowieso een รกndere band geweest. In augustus 1967 stierf Epstein op 32-jarige leeftijd aan een overdosis slaappillen. En hoewel The Beatles daarna nog even doorgingen met het maken van fantastische muziek, begon de band ook langzaam maar zeker uit elkaar te vallen. Zonder de strakke hand van Epstein kregen zakelijke conflictjes en persoonlijke meningsverschillen tussen de bandleden de overhand, met als gevolg het definitieve einde, in 1970. 17


8. Strawberry Fields Forever

S

trawberry Fields Forever, When I’m SixtyFour en Penny Lane waren de nummers

waarmee The Beatles begonnen aan de sessies voor Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band. Dat ging best lekker allemaal, maar Capitol, het platenlabel van The Beatles, had een single ‘nodig’. Dat werd de single met ‘dubbele A-kant’ Strawberry Fields Forever/ Penny Lane. Volgens het heersende chart protocol in Engeland (hallo, bent u er nog?) mochten die liedjes niet in hetzelfde jaar op een album verschijnen. Deze bureaucratische rompslomp heeft geleid tot een gezelschapsspel onder Beatles-fans: als die liedjes nou wél op Sgt. Pepper waren terechtgekomen, wáár zou je ze op het album zetten, en welke twee andere liedjes zou je dan laten sneuvelen? Een album mag immers niet langer zijn dan 45 minuten. De beste inzending maakt kans op een Analogues-dvd (over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd). Aan Strawberry Fields Forever werden 55 studiouren besteed, in die tijd een absurde hoeveelheid. Lennon wist niet precies wat hij wilde: hij liet 18


het nummer in eerste instantie als een ingetogen gitaarballad horen aan de rest van de band. Dankzij de mogelijkheid om onbeperkte tijd in de studio door te brengen ontstond na talloze experimenten en controlled accidents het barokke meesterwerk zoals we het nu kennen. Het is de moeite waard om de vroege, kale versie van het nummer op Anthology 2 te beluisteren, nog zonder George Martins uitgebreide Ringo filmt met een kleine camera een heel grote arrangementen camera. voor blazers en strijkers. Uiteindelijk wilde Lennon twee opnames van het nummer aan elkaar laten plakken, een onmogelijke eis omdat de twee versies in zowel tempo als toonsoort van elkaar verschilden. De conversatie daarover ging ongeveer als volgt: John: ‘Plak anders die twee stukjes gewoon aan elkaar.’ Geoff Emerick en George Martin: ‘Nee. Dat is onmogelijk. Dat kan niet.’ 19


John: ‘Oh, dat lukt jullie vast. Doei!’ Dat het dus inderdaad wel kon, daar zitten wij nu maar mooi mee, want het lukte door het ene fragment iets langzamer te laten lopen en het andere iets sneller, waardoor het niet meer helemaal duidelijk is in welke toonsoort het nummer staat. En dan hebben we het nog niet eens over de drumsound, die als gevolg van die Varispeed- techniek gedurende het nummer verandert. Ten slotte kunnen we hier natuurlijk ook niet de mellotron onvermeld laten, de sampler avant la lettre. Dit is een keyboard waarbij elke toets een stukje geluidstape aanstuurt en waarop dus een vooraf opgenomen geluid staat. Dat zijn die fluitachtige sounds in het intro. Zo’n mellotron hebben wij na een lange zoektocht ook gevonden – op zich een mirakel want er zijn er indertijd slechts 35 van gemaakt. Ons exemplaar is speciaal voor The Analogues gereviseerd door de zoon van de oorspronkelijke bouwer van het apparaat. En o ja, nog één laatste dingetje: hij zingt dus niet ‘I Buried Paul’, maar ‘Cranberry Sauce’. 20


9. Penny Lane

N

et als Strawberry Fields Forever is Penny Lane een verbeelding van het Liverpool uit de jonge jaren van Lennon en McCartney. Zonder dit liedje zou niemand ooit van Penny Lane gehoord hebben. Vandaag de dag is de buurt een toeristische attractie, worden nog steeds bijna wekelijks de straatnaambordjes van de gevels geschroefd door overenthousiaste fans én luistert de hond van Analogues-drummer Fred naar de naam Penny Lane. Dit was dan ook wel iets waar Paul extra zijn best op had gedaan, want even eerder was Lennon met het nogal goed gelukte Strawberry Fields Forever op de proppen gekomen en daar wilde McCartney natuurlijk een krachtige daad tegenover stellen. De meest vruchtbare samenwerkingen, zoals die tussen Paul en John, zijn vaak zo geïnspireerd omdat er ondertussen ook een kinderachtig wedstrijdje onderling aan de gang is. De karakteristieke, staccato ‘op de tel’ gespeelde pianoakkoorden zijn een truc die al eerder te horen was in Got To Get You Into My Life, en later in onder meer Fixing A Hole en Your Mother Should 21


Know. Lijkt misschien simpel, ware het niet dat

er hier vier (of misschien wel vijf) piano’s met verschillende effecten op elkaar gestapeld zijn. Met daaroverheen nog een harmonium. En dan hebben we het dus alleen nog maar over die simpele 1, 2, 3, 4 die het nummer zo lekker vooruit duwt. Opnieuw een mooi voorbeeld van de manier waarop The Beatles openstonden voor invloeden van buitenaf is de ontstaansgeschiedenis van de befaamde trompetsolo. Een week vóór de opnames van Penny Lane zag Paul op de televisie een registratie van Bachs tweede Brandenburgse Concert. Hij zong de melodie van de solo, geïnspireerd door Bach (ga maar luisteren) voor aan George Martin. Die schreef David Mason (midden) speelde decennia lang in internationale toporkesten (weet niemand meer), en het keurig kwam één middagje toeteren bij The Beatles (maakte hem onsterfelijk). uit en belde 22


David Mason, de bewuste trompettist die Paul op televisie gezien had. Wij belden op onze beurt Jean Pierre Grannetia die tijdens Penny Lane zonder uitzondering voor een van de prachtigste momenten van de avond zorgt.

10. Baby, You’re A Rich Man

A

l meteen tijdens het intro van Baby, You’re A Rich Man kan het publiek van The Analogues genieten van de worsteling van Bart van Poppel met de clavioline, een monofone* synthesizer (maar vooral een ontzettend onhandig apparaat dat het vaker niet doet dan wel – hopelijk heb je geluk vanavond). Het was trouwens nog best een zoektocht om dat onding te bemachtigen. En dat allemaal omdat The Beatles op 11 mei 1967 één keertje niet terecht konden in Abbey Road, uitweken naar Olympic Sound Studios en daar het bewuste instrument aantroffen. Er wordt beweerd dat Lennon de clavioline bespeelde door met een sinaasappel over de toetsen te rollen, maar daar waagt Bart zich niet aan (de clavioline gaat al kapot als je ernaar kijkt, laat staan wanneer je hem mishandelt door ’m met fruit te bespelen). 23


Baby, You’re A Rich Man

is een song waarbij de ‘groove’ misschien nog belangrijker is dan de melodie. Hoewel het natuurlijk ook gewoon een lekker compact popliedje van drie minuten is, hoor je toch de invloed van veel bands die in de late jaren zestig het ‘singleidioom’ inruilden voor langer uitgesponnen albumtracks. Sterker nog: de pompende mix van piano, bas en Clavioline. Vaak kapot. handclaps klinkt eigenlijk verrassend eigentijds. Hoewel de stoner voordracht van Lennon ons vervolgens weer feilloos terug katapulteert naar de vroege zomer van 1967, de hoogtijdagen van het hippiedom. * Een monofoon muziekinstrument kan slechts één toon tegelijk ten gehore brengen. Er kunnen dus geen akkoorden mee gespeeld worden. Oké, niet álles was vroeger beter. 24


11. All You Need Is Love

B

rian Epstein was enorm tevreden: hij had geregeld dat The Beatles Engeland mochten ‘vertegenwoordigen’ bij Our World, de eerste wereldwijde livesatellietuitzending. Tot Epsteins teleurstelling namen The Beatles het min of meer voor kennisgeving aan, want ze hadden het druk met de laatste loodjes voor Sgt. Pepper. Op het laatste moment schreef Lennon speciaal voor deze gelegenheid All You Need Is Love. De uitzending zou plaatsvinden vanuit Studio One in Abbey Road, waarbij de drums en achtergrondzang op tape stonden maar Paul, John en George live zongen én speelden, evenals het orkest. Op datzelfde moment zaten (bijna) alle Analogues in pyjama, bij hoge uitzondering met permissie om nog even op te blijven, met natte gekamde haartjes ontspannen op de bank voor de zwartwit-tv. Een fors contrast met The Beatles, die zelf voor deze complexe operatie behoorlijk nerveus waren. De opname die drie dagen later in de winkel lag was dezelfde die gemaakt werd tijdens Our World; alleen Ringo’s roffel aan het begin en twee regels tekst van John werden, nog dezelfde avond, opnieuw opgenomen. Omdat All You Need 25


The Beatles tijdens een persconferentie voorafgaand aan de beroemde ‘Our World’uitzending.

Is Love voor Beatles-anno-1967-begrippen vrij

snel tot stand is gekomen (er zat een week of drie tussen het componeren en de aanwezigheid van het geperste singeltje in de winkel) hebben The Analogues ook niet zo heel veel toeters en bellen nodig voor dit nummer. Eigenlijk alleen een antieke klavecimbel, het voltallige orkest op oorlogssterkte en, als het even kan, een zaal vol mensen om mee te zingen tijdens het refrein. 26


John Lennon deed met frisse tegenzin mee aan de opnames van de film, een project van Paul waar de rest van de band niet meteen dolenthousiast over was.

27


Uw reisleider, Paul McCartney.

28


Soms is het jammer dat The Analogues er niet uit proberen te zien als The Beatles.

29


30


31


The Analogues

Director

Bart van Poppel - bass, keys, vocals Jan van der Meij - guitars, vocals Fred Gehring - drums, vocals Diederik Nomden - keys, guitars, vocals Jac Bico - guitars, vocals

Ruut Weissman

Set & light design Jantje Geldof

Visuals

Orchestra

Marcel de VrĂŠ Ruben Langedijk & Rene te Riele (Vision Impossible)

Marieke de Bruijn - violin Jacob Plooij - violin, dilruba Camilla van der Kooij - viola Jos Teeken - cello Marijn van Prooijen - double bass Allard Robert - French horn, trumpet Jean Pierre Grannetia - trumpet Michel Lamers - saxophone, clarinet Christof May - saxophone, clarinet

Stage manager Eelco Ladan

Sound technicians Remko Luijten Ger Arts

Light technicians Tijs Winters Wouter Janmaat

32


Instrument & amp technicians

Publicity Monique Ophorst (Multimo Media) Hajo de Boer

Sidney Katz Martijn Klippel Niels de Maa

Production Louis-Fritz Maurer

Technical advisor Hennie Schwithal

Agency

Set building De man met de hamer

George Visser Productions B.V. + 31 (0)70 3465657 www.gvproductions.nl

Styling

Thanks to

Carine Beelen

Peak Audio (Amsterdam) Ampco Flashlight Rental B.V. Creative Technology Holland B.V. Tenfeet Group B.V. Pieter Smit People’s Place Peas Catering

Drivers Eric Apeldoorn Iwan Verploegen Richard Hoppe

33


Credits Tekst: Hajo de Boer Eindredactie: Annemiek van Grondel Ontwerp/opmaak: Robert Muda van Hamel (Spacebar) Beeldredactie: Hajo de Boer & Robert Muda van Hamel Fotografie: Pag. 6 - Jeremy Hogan / Alamy Stock Photo Pag. 7 - fartoonsblog.blogspot.nl Pag. 9 - Michel Mees Pag. 12 - Pictorial Press Ltd / Alamy Stock Photo Pag. 13 - Trinity Mirror / Mirrorpix / Alamy Stock Photo Pag. 17 - Heritage Image Partnership Ltd / Alamy Stock Photo Pag. 19 - Tracksimages.com / Alamy Stock Photo Pag. 24 - Michel Mees Pag. 26 - Trinity Mirror / Mirrorpix / Alamy Stock Photo Pag. 27 - Pictorial Press Ltd / Alamy Stock Photo Pag. 28 - Trinity Mirror / Mirrorpix / Alamy Stock Photo Pag. 29 - United Archives GmbH / Alamy Stock Photo Pag. 30 & 31 - Barwerd van der Plas Drukwerk: Drukkerij Nautilus

Eerste druk - april 2017 Š 2017 Over Easy B.V. 34



M E E R I N F O RMATIE & TOURDATA:

www.theanalogues.net


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.